Het schijnt dat de oude groote hofstede een overblijfsel dier heerlijkheid is of dezelve vervangt
Burgemeesters 1799
of Maire de Rolleghem
In 1769 werd te Moorsele Constantin France Vandermeersch geboren, hij trad in het huwelijk met Marie Theese Everaert en woonde op de plaatse. Hij bleef burgemeester en wierd lid van den Provincieraad, en stierf in 1849.
Van 1849 tot 1866
De zoon Constantin Vandermeersch
Van 1866 tot 1870
Joseph Warrot hij gaf onmiddelijk ontslag en August Herbau was dienst doende burgemeester.
1691 – 1700 Hendrik Commacen, geboren te Kortrijk 29 mei 1664. Hij bezat een Kapelanij in St Maartens sedert 5 mei 1685. Was de zoon van Francis een geneesheer van Kortrijk. Mijnheer “Comatse” Wiens name in den vollen Italiaanse vorm Comasco geschreven staat. Hij overleed binnen Kortrijk den 26 juni 1668. Zijn moeder Elisabeth van Heule stierf in Iseghem den 30 januari 1707. Ontving aldaar de kruine in de kapel van de proostdij van St.- Amand (nu college) den 16oktober 1678. Hij was de dus 14 jaar oud; hij was 27, als hij de pastorij van Rollegem bekwam, en 36, als hij opschoof naar de aanzienlijke pastorij van Izegem, alwaar hij de Heer voldeed op 1 juni 1723. Even als zijn voorzaat beleefde hij te Rollegem slechte tijden. Onder M. De Boo Was het in 1673 oorlog en “vlucht”, kinderen van Rollegem werden gedoopt te Halewijn en te Kortrijk, Tempore fugæ. Twintig jaar later ging het niet rustiger, en met het heersen van de “peste” in1694, (waren er 4 sterfgevallen in 1686; 8 in 1687; 16 in 1690; 22 in 1692, en 83 in 1694!) Tekent M.Commacen: Tempore generalis ruinæ. Toen de deken van Kortrijk op 8 juni 1700 zijn plechtig kerkbezoek deed, vond hij nog alles over einde staan, en hij moest de kerk doen ontruimen, en gebieden: ut auferantur mobilia quæ adhuc restant in Ecclesia fugitiva Hij trok naar Iseghem als pastoor op 25april 1700. Hij ging met een stilte en was een felle predikant. Tijdens het herbouwen van de pastorij , bewoonde hij de baronnij van Sint-Amand, waar het Spookte; t’is dan de huidevetterij van Julius Van Haverbeke geworden. (Rond Kortrijk 849)
1700 - 1703 Pieter Francis Van Biesbroucq, zijn naam in zijn kerstenbrieven, te Menen, verschilt met zijn handteken.” 11 april 1672 Petrus franciscus, fs Norberti Van Biesbroek et Foannæ Kocle, coniugum. Susceptus a Foanne Van Biesbrouck et Maria Kocle” Hij was priester gewijdte Sinksen 1696. T jaar1703 bekwam hij de pastorij van Wevelgem, welke hij, om aangekleefdheid aan het Jansenismus, in 1919 moet verlaten. Hij stierf binnen Utrecht den 15 april 1742. Het was een bekwaam man, die er zijn leden aan legde om zijn Parochie op goeden voet te brengen. Ongelukkig Van Biesbrouck ging te ver en eindigde met naar het Jansenismus over te helen, ja zelfs met een zijner hevigste voorstanders te worden in het bisdom Doornik. Hij en Joke De Bade, staan aan het hoofd van 31 appellantens tegen de Bulle Unigenitus van Clement XI( onder die 31 komen J.B.Badts, van Robays, Leonard De Coninck, van Wattrelos, A. VanWinghe en Cachar, beiden te Roncq; J.F. Brunfault, van Evregnies. Omwille van het Jansenismus, wierd Pieter Melis van zijn kanonikaat beroofd in S. Donas te Brugge. Hij ging sterven naar Delft, in Holland, den 15 mei 1736). Daar hij zich niet onderwierp, na het verschijnen van de Bulle Pastoralis officii(1718) beraamden de parochianen inmiddels om zich van dien weerspannig herder te ontmaken.M. Biesbrouck vluchte al over de Leie, te Lauwe; trok vandaar naar het Collegie van Menen, en vandaar naar de pastor Cachar’s te Roncq. Den 29 november 1728 afgesteld zijnde door den bisschop van Doornik. Hij trok naar Utrecht, waar hij schijnt in pastorelen dienst getreden te zijn. Hij stierf te Vianen, bij Utrecht den 14 april 1742, en werd in het pand de Mariakerke te Utrecht begraven.( Gedrukte brieven van afstelling werden geplakt op de kerkdeur van Wevelgem en op deze der hoofdkerk van Doornik. Afdruksels er van zijn heden dage bewaard in de pastorij van Harelbeke en Rumbeke alsook in de stadsbibliotheek van Doornik. Heeft hij inderdaad dienst genomen het zal niet onder de Rooms-katholieke priesters geweest zijn. Zijn naam staat niet bekend in den Necrologus viroum ecclesiasticorum utriusque cleri tum sœcularis tum regularis, qui in Missione Batava defencti sunt ab anno 1730 ad aunnum 1830. Ludduni Batavorum, van Leeuwen MDCCCXXXIII zijn zuster Maria Joanna, sedert 21 maart 1711 weduwe van Bartholomeus Bracaval, koster van Dottenijs, overleed aldaar 11 februari 1754, oud 92 jaar.
1703 – 1714 Karel Frans Van Eeckhout, van Comen; Deservitor te Spiere van Nov. 1701 tot Pasen 1702, wiens zerksteen in den binnenmuur zit van
Deuselmonde of Deulemont, bij Waasten.
D.M.O.
Icy gist
Le Sieur et Mre Charles François Van Eeckhout
Prêtre natif de Commines fs du Sr Gilles
Et Madelle Marie De Pootere
Cy devant pasteur de Rollegem et d’Espierre ensuite curè
de cette paroisse de Deuslemont
décèdé le 7 février 1745, agé de 72 ans
homme pacifique, orthodoxe et exacte dans ses
functions, lequel à fondé un obit à perpétuité à trios psalmes
et trois leçons avec les recommandaces pour lui, ses Pére, Mére et Frére.
( conjoinctement Damelle Marie Jeanne Van Eeckout sa Sœur décédée
En celibate le 4de 9bre 1741 agé de 69 ans) a la charge de cette eglise
et pauvreté, a solemniser chaque année au jour de St. Charles Borromée
le 4 9bre, a cet effet ont donnés aux Directeurs 250 livres de gros employer
au denier de trios et demy pour cent Requiescant in pace.
L’acte de cette foundation est à Tournay, Messines et au ferme de cette eglise.
Het opschrift sluit met een sprekend wapen: een eik op blauw? Veld, met drie Zilveren? Sterren boven een kroon, en de leus: Ad altiorA
M. Van Eeckhout, zo tekent hij ontving de kruine te Doornik in 1696, en de priesterwijding in de huiskapel van de bisschop van Doornik, Mgr. De Caillebot de La Salle, den 24 september 1701. Bij zijn aankomst te Rollegem, den 26 februari 1703, was hij dus één jaar en vijf maanden priester! Zeven jaar tussenruimte met een deservitor aan het hoofd der parochie: Pieter Le Maire (1707- 1714), later pastoor van Dottenijs.
1598-1606 Op de scheiding van de eeuwen, Cornelius VanBoterberghe. Hij wordt den 9 januari vervorderd naar Harelbeke, en op 17 april van het zelfde Jaar door Petrus Van Eycke ( Vandycke) op Rollegem vervangen.
1608 – 1613 Jan Longovins ( van Langenhove) joannes
1613 - 1614 Bernardus Decrudenaere, waarschijnlijk een Kortrijkzaan.
1614 – Hubert Saba, vier jaar later staat hij als pastoor in Heule. Genoemd den 4 oogst 1618 begon ten jare 1623 den tweeden kerstenboek; hij is in het Vlaams, evenals de eerste, die aanvangt met 1613. Onder Zwevegem boek pastoor L. Slosse lezen we op blz. 1788 4 october 1627 wordt door den bisschop van Doornik ons kloksken, Pieter, gedoopt “ in de kerke van Rolleghem, ten tijde van Adriaan de Pratere en Joos Rollefort, kerkmeester; P Vandenberghe, Bailliu; Simoen Van Marcke, Burgemeester; Pieter Veranneman, ontvanger, en pieter Vna Huyse, peters; Maria Verhage en Catharina Labbis meters.
1614 - 1656 Jacobus Beert, ( een Jacobus beert, vermoedelijk van Kortrijk, pastoor van
1636 - 1658 Merckem,was den 29 april 1628 peter, te Kortrijk, van Joos of Judocus Seyse, zoon van Joos en van Maria Beert: zou het de gewezen pastoor van Rollegem zijn, en misschien ook wel de oom van E.H. Franciscus Seyse?)
1656 – 1668 Franciscus Seyse, Filius Joos, van Kortrijk, “Pasteur van Roddelghem”
1668 – 1668 Jacobus Caelewaert, geboren te St-Denijs 15 december; overleden pastoor van Coyghem 26 september 1706. Zijn vader, Joost Caelewaer, filius Andries, trouwede eerst rond 1614 met Agnes van Bellegem Filia Adriaans; dan op 27 april 1633 met Maria Vander Cruycen, Filia Arents, zuster van den pastoor van St Denijs. Menheer Caelewaaert was onderpastoor op zijn geboorteparochie, toen hij den 16 september 1679 zijn benaming ontving voor Kooigem uit handen van Mgr. Gilbert De Choyseul, op voorstel van den abt van Sint- Theodoricus, buiten Rhiemen. Hij werd plechtig in het bezit van zijn pastorij gesteld door Jan Boudewijn Van Houtten pastoor van Dottenijs en deken van Helkijn. Hij maakte zijn testament uitgang de jaren 1960, en stelde tot uitvoerders aan Geeraert Kindt, onderpastoor van St-Denijs en zijn neef, Joos Planckaert, hoofdman en greffier van Bellegem en Kortrijk. Hij wil begraven zijn, zo spreekt het testament, in het O.L.Vrouw koor onder een zerk, en vraagt 250 missen aan 8 stuivers ieder. Hij geeft aan de kerk 100 guldens voor een eeuwig jaargetijde; 100 guldes aan de tafel van de H. Geest; 900 lands aan den dis van Sint-Denijs; aan zijn dienstmaart, Margriete Van Riest, Die boven de 25 jaar bij hem woonde, een gifte van 25 maal 4 pond groot en een rouwkleed van 4 pond. Aan Maria Van Beversluys, haar hulpe, 60 guldes. Aan de koster, Jan Ingelbeert, 25 guldes voor een nieuw “Habyt” Jan Boudewijn Van Houtten , S.T.B.F., word pastoor te Dottenijs kort na Allerheiligen in 1668. Hij sterft als deken van Helkijn op 2 oktober 1712. Hij moet van Brabantse oorsprong geweest zijn. Zijn doop- en dodenregisters staan vol van eigenaardige aantekeningen. “Den 30ste mei 1689 weken de Fransen uit naar Harelbeke, en hongen hier twee déserteurs op aan een boom, wat later hadden de Spanjaarden de bovenhand, en op hun beurt hongen zij een man op van Saint-Sauveur, omdat hij den vijand een veilige schuilplaats had gewezen in den bosch van Sint-Denijs. Den 30st juni 1703 stierf op een hooidilte Pieter Vaillant. Den 21ste maart 1711 overleed koster Bartholomeus Bracaval. Zijn weduwe, Maria Joanna Van Biesbroucq, zuster van den Janseisten pastoor van Rolleghem, overleed op haar beurt den 11ste Februarie 1754, oud 92 jaar.
1668 -1691 Joos De Boo; “ uit ene kosterfamilie van Zwevegem gesproten, zoon van JudocusBij Mayken De Smet, en den 16 juli 1620 te Zwevegem kersten gedaan door zijn Peter. Heer en Meester Joos De Mey, pastor te Wevelgem. Menheer De Boo was onderpastor van zijn parochie sedert 1657, toen hij krachtens brieven uit Doornik in de pastorij van Rollegem bevestigt werd de 4 juli 1668. Hij bezorgde zijn schapen ten tijd van 23 jaar, en ging rekening over zijn hofmeesterschap geven aan de Prins der Herders, in ’t begin van 1691. (Rond den Heerd, 1869, blz. 338) Zijn Koster was Maarten Bonte, man van Maria Leman, en vermoedelijk opvolger van Beernaard Van Steenbrugge. Iets dat alsdan zelden gebeurde, hij ontving tweemaal de bisschop van Doornik, Mgr. De Choyseul, die kwam vormen den 9 oktober 1678, en de 29 oktober 1688.
Hij was de peter van Thomas De Boo, zoon van Willem en van Joanna De Leersnyder. Deze werd geboren te Swevegeghem 7 maart 1657, deze was toen onderpastoor te Sweveghem
1503 - Hespeel Philippens was pastoor in 1503 (Zo schijnt toch ergens geschreven te zijn)
1505 – Phillippus Hespeel, die, vooraleer het priesterdom te ontvangen, was getrouwd
Geweest. Hij koopt den 30ste september het buitenpoortschap van Kortrijk voor hem
En zijn vier kinderen.
1541 –Jooris Halsbergh (vroeger Van Alsembergh). was eerst Kapelaan in O.L.V.
1547 – Willem Adyn
1549 – Pieter de Condé, van het bisdom van Kamerijk, “Pastoor van Rollegem heeft als
plaatsvervanger Lieven de Molendino of Vander Meulen.
1560 – Willem Adyn resideert niet. Zijn stedehouder heet Jac Bossut.
1574 - Pieter Dejonghe.
1586 – Jan Reynkens, Reindtkyndts of Reyntkens( zo gezegd Reyntjens in dien tijd)
Naderhand was hij elf jaar pastoor van de verenigde parochies van Helkijn en Bossuit,
En werd den 14 nov. 1608 vervorderd naar St-Denijs,( om de schaarsheid van priesters) alwaar hij den Here voldeed ten jare
1617, na een jaargetijde gesticht te hebben
Geeraerd van Elslandt, deservitor
1597 – Adriaan Mulier, benoemd den 23 oogst.
Het volgende jaar, den 11 juni, trekt hij als pastoor naar Rekkem. Hij overleed rond 1623. Hij zag twee altaren in zijn kerk wijden op 30 september 1612.
1448-52 Jan Vande Male, pastoor van Rollegem, ook geheten de Male en de Melle, bekwam oorlof om op de parochie niet te verblijven, en betaalde, om die gunst, aan het Geestelijk Hof van Doornik, 54 stuivers voor het tijdstip van Alderheiligen 1448 tot St-jansmis 1449. Ondertussen werd zijn werk gedaan door Nabucodonosor Van den Hane; in 1450 door Segher Van de Welden; in1451 door Jaspar Marmus, priester van het Bisdom van Teerenburg
1453- Pieter Adams, oud-kapelaan van O.L.V. te Kortrijk.
1453- Het zelfde jaar is Willem Dele Neste Deservitor, eveneens
1454- Joos Cueninc.
Andere bronnen waar van naam niet bekent geven;
1453- Jan Bronne, oud-kapelaan van O.L.V. staat beschreven als pastoor van “Rodelenghien”
1455 – Jan Boudins resideert niet en laat zijn werk doen door Willem Vanden Neste
1458 – Phillippus Hespeel, oom van volgende pastoor Hespeel?
Willem Cordier, oud-kapelaan van O.L.V. sticht een jaargetijde in zijn kerk van
Toen de kerk van Rollegem in 2006 honderd jaar was, was het ogenblik gekomen om stil te staan bij de kerkelijke overheid en onze eigen priesters.
Van onheugelijke tijden is de Rooms-katholieke Godsdienst de Godsdienst der parochie Rollegem. De bevolking is ten allen tijde gekenmerkt door haar godsdienstige gevoelens en grote geest van gebed.
Voor 1900 waren er enige slachtoffers of aanhangers van protestantisme en jansenisme, maar meren deel was door en door godsdienstig.
De parochie had weinig onderhandelingsmiddelen en door ligging en wegenis afzonderlijk leefden. De parochie bestond uit landbouwers en landswerkers, en het meest nog uit wevers, die thuis op het getouw hun brood verdienden. Na het invoeren van den tram welke Kortrijk met Moeskroen verbond, bestaat er meer gemeens met de vreemde, dagelijks vervoerd de tram zoiets van twee tot driehonderd werklieden die naar de bedrijven van Moeskroen, Tourcoing, Robaix hun dagloon gingen verdienen. Die sinds dien den goede christengeest der parochie veel veranderd heeft en de zeden verhinderd, we zijn nu 1912. De zielenlast der Parochie van Rollegem is toevertrouwd aan een pastor en enen onderpastor.
In den beginne was een pastor alleen met die zorg belast.
Dit is de lijst hunner namen.
Voor de lijst der pastors in het gedenken boek van E.H. Pastor Slosse, hij klimt op tot in het jaar 1448. Volgens het boek van pastoor Slosse zijn de namen getrokken uit het Doornikse benoemingsboeken, rustende te Bergen (Uitgebrand het archief) en uit twee handschriften: Chronicon Rev”D.DDeanorum (van O.L.Vrouw te Kortrijk) en Documenta Capituli verzameld door kanonik de Meulenaere, rustende op het stadhuis van Kortrijk.
Het Cronicon begint, wegens Rollegem met deze worden:
In ecclesia parochiali beate Mariede Rollegem funda est unica porto pastoralis, cujus presentatio spectat ad R.R. ad D.D. Decanum et Capitulum, collatio vero ad Reverendissimum Episcopum Tornacensem, vel ejus vicarious.
De kerk van Rollegem, heden toegewijd aan de H.Antonius, abt zou dan nog vroeger onder de bescherming van O.L.Vrouw gestaan hebben. Misschien, bij het veranderen van pastoor, hebben zij achter het koor de kapel van O.L.Vrouw van Rollegem gebouwd,Pastoor Biliau heeft ze laten afbreken, en op de noordzijde van het kerkhof gebracht.