Rollegemkerkstraat:
Marckestraat, Kerkstraat, nu Rollegemkerkstraat
van Rollegemplaats naar de Schreiboomstraat. Of de strontstraat. Aan de noordkant heeft de straat een zij vertakking die naar de Aalbeeksestraat loopt op het nr. 24
Huis Vandevenne vroeger:
“Hotel Basse” ( Lage Stem )
Bas = muziek instrument een afkorting van contrabas.
Bas = zangstem, laagste mannenstem, klankvol, diep en statig.
“Hotel Basse” nu beenhouwerij Vandevenne. In de Rollegemkerkstraat, soms ook het “klein kerkstraatje” staat de beenhouwerij van Bart Vandevenne. Hier stond: “Au Marechal Ferrant”of
den hoefsmid Het zou aldus kenners hier geweest zijn dat “slunse” Debunne, député voor den oorlog van 14/18 kiesmetingen organiseren.
Het zou ook de plek geweest zijn waar den toenmalige garde Champetter er kon beschikken over een amigo
Deze café stond tegenover de smis van de Remmerie in de Kerkstraat, men zegt dat het niet lang meer bestaan heeft nadat de nieuwe smidse er was.
Wonderbare genezing door voorspraak van de H. Arnoldus.
Deze Ciska was afkomstig van op deze plek waar de smidse stond. Aan de overzijde was de wagenmakerij. Het waar gebeurde verhaal van Ciska d’Hulst. Vrij gegeven ten 17 februari 1858
In het jaar des Heren 1816, werd Francisca d’Hulst, van een schrikkelijke wonde aan haar arm en een soortgelijke wonde aan haar voet op een wonderbare wijze genezen.
Het verhaal van de vernoemde Siska Smedjes, dat het vertelt als volgt:
Ik had verscheidene breuken aan mijn rechter arm( een hoepel voor een wagen wiel was haar terecht gekomen) Vier geneesheren, Libbrecht van Aalbeke, Crombeke van Moeskroen, VanDorpe van Kortrijk
en Marant van Bellegem, hadden er veel aan gemeesterd. De zwelling en de brand werden als maar groter. Libbrecht en Van Dorpe , zeiden dat hij moet worden verwijderd, of dat ze ging sterven.
Haar biechtvader, Tillieu, onderpastoor, rade haar aan om naar Tiegem te gaan dienen. Ik deed het om te gehoorzamen. Ook gedurende het verblijf daar van vier dagen. Ik keerde terug naar Rollegem,
zeer bedroeft en geheel te neergeslagen. De biechtvader wekte mij op om een groot vertrouwen te stellen in St-Arnoldus, en we begonnen een devotie van zes weken.
Op het einde van de zesde week, voelde ik mij gejaagd en gedwongen naar Tiegem. Aan de fontein van St-Arnoldus gekomen, in tegenwoordigheid van wel twintig personen, mijn arm ging wassen.
Nauwelijks vloeide het water op mijn arm of ik zag dat al het rotte vlees en de vuile wonden van zelfs verdwenen. Ik hoorde een grote schreeuw en ik viel in onmacht.
Terug tot mij zelf gekomen, aanschouwde ik mijn arm; hij was totaal genezen. Nochtans verscheidene beenderen waren uit hun plaats verschoven, zodanig dat mijn hand krom stond,
ik kon mijn kruisteken niet maken. Ik kwam aldus naar huis. Men zond mij opnieuw naar Tiegem, alwaar ik in het bijzijn van de onderpastoor, de koster en een misdienaar, voorafgegaan van een gebed
gebeden, werd aangeraakt aan mijn bovenarm door de relikwie van St-Arnoldus. Op het zelfde ogenblik gevoelde ik mijn voorarm zich uitstrekken, en al mijn verstuikte beenderen zich op hun plaats stellen.
Sinds dien heb ik noch pijn noch ongemakken gehad aan deze arm, en kon hem gebruiken zoals vroeger. Gedurende de plechtig noveen die uit dankbaarheid gevierd werd, ben ik alle dagen van
Rollegem naar Tiegem door regen en water gegaan. De laatste dag is Menheer Tilieu mee gekomen en heeft de solemnele mis gezongen.
|