Het schijnt dat de oude groote hofstede een overblijfsel dier heerlijkheid is of dezelve vervangt
Burgemeesters 1799
of Maire de Rolleghem
In 1769 werd te Moorsele Constantin France Vandermeersch geboren, hij trad in het huwelijk met Marie Theese Everaert en woonde op de plaatse. Hij bleef burgemeester en wierd lid van den Provincieraad, en stierf in 1849.
Van 1849 tot 1866
De zoon Constantin Vandermeersch
Van 1866 tot 1870
Joseph Warrot hij gaf onmiddelijk ontslag en August Herbau was dienst doende burgemeester.
Ons interesse was nu nog meer open gesteld, We wilden er nog meer over kennen We stelde het open aan heel de wereld. We lieten onze ogen vallen op alle mogelijke media om iemand te terug te vinden.
Op enkele dagen tijd kwamen reacties: Albert Veiller een kranige man van zeven tachtig belde op met het relaas. Hij was opgeroepen naar Roeselare. Hij was eveneens in L’Isle-jourdain en hij kent de heer Burger en in augustus 2007 gaat hij naar L’Isle-Jourdain,
Er zou daar nog altijd een groepering bestaan onder de leiding van J.P Candet Lomtient belle vue 32680.
Het 57ste = 7de ligne regiment
Er zou een schandelijke smet(schandaal) hangen boven wat de regering welke toen verbleef in “Vichie” de Belgische krijgsgevangen zouden moeten werken voor de franse troepen. Zij moesten in het noorden gaan werken de troepen wisten niet wat ze doen moesten
Er zou een boek bestaan geschreven door Kononel Jamart.(Jean Janmar)(in het Frans) over L’Isle-Jourdain.
Hij sprak over kwartier Elisabeth, Everen in het jubelpark het legermuseum.
Het zou normaal geweest zijn dat de Belgische troepen Frankrijk binnen trokken dit zou het scenario 14/18 geweest zijn.
Ik plaatse een oproep, op 8 juni 2007 met de volgende tekst:
Ik “Sergeant bij het 57ste in de kazerne van Mechelen op 10 mei 1940 (uitbreken van de tweede wereldoorlog) vertrok naar L’Isle-Jourdain aan de voet van de Pyreneeën per trein bij een Zwitserse boer waar wij gekazerneerd werden bij Armand Burger.
Volgende manschappen waren bij mij, Kortleven(kapitein, korpsoverste) hier werden al de namen vermeld, waar van een met voornaam Gustaaf Keulemans.
Op dinsdag 6 november op
Een nieuwe oproep werd geplaatst in Okra februari 2008,
Volgende antwoorden kwamen er op af;
Fred Bonaers uit St-Truiden hij was in het leger gepensioneerd en was helikopterpiloot.
Hij heeft ook een dagboek en gaat later contact nemen we zijn nu 1 februari 2008
Hij kent: “Kortleven” in de streek van St-Truiden.
J. Eeckhout-Bill 91 jaar vertelde aan de telefoon op 31 januari 2008 dat ik contact moest opnemen met DeKuipere , de man houd zich bezig in de streek van geluwe met Oorlogsopzoekingen en woont in de Wervikstraat nr. 22. Hij kent een zekere Roger Verbeke en gaat er contact met nemen in verband met mijn oproep.
Indien u hier meer over weet en je wil ons helpen deze mensen te zoeken mail ons!
153 Delongie Marcel Francois geboren te Rollegem op 7/6/1914 weder onder de wapens geroepen op 1/9/1939 . 22 linieregiment 6de compagnie . Ontslagen op 31/3/1941 van Stalag XVII B. Stalag XVIIB of afkorting van Mannschaftsstamm- und straflager ook wel stammlager.Was gevangenschap voor manschappen en onderofficieren. Is gelegen in Oostenrijk Krems-Gneixendorf zes kilometer ten noordwesten van Krems aan de Donau.
154 Declerck SylvainKrijgsgevangene Vereremerkt met verscheidene Militaire eretekens Categorie:gesneuvelden
Er waren niet alleen krijgsgevangenen maar ook jongens sneuvelden in de oorlog van 1940-1945
Hier volgt hun lijst
Deprez André -Valère Hij woonde bij zijn moeder, Julienne Deprez
Aalbeekstraat 44 te Rollegem.
Geboren te Ingelmunster den 20 november 1919
Zoon van Remi en julienne Deprez cie. Van het 4 Lie. (1 inf. div.
Hij werd onder de wapens geroepen in juni 1939.
Vanaf februari 1940 lag het 4. Lie in de sector Hasselt aan het Albertkanaal.
Op 11 mei kreeg de divisie bevel zich achter de Gete terug te trekken
De terugtocht gebeurde in de grootste wanorde . Niettemin bereikten de regimenten op 12 mei de nieuwe stelling. André Maakte deel uit van de achterhoede, belast met het bewaken van de brug over de Velpe in Halen. Omstreeks 10,30 uur brak er in Halen paniek uit toen vluchtende soldaten beweerden dat de vijand in aantocht was. In de verwarring liet de nerveuze genieofficier zonder de manschappen te waarschuwen, de brug in de lucht vliegen.
André Deprez vond de dood bij het springen van de brug.
Behalve dat hij op 26 mei 1940 in Klijte sneuvelde: toen de 3de batterij door vijandelijke vliegtuigen werd gemitrailleerd.
er is over Armand Carbonné niets geweten, Hij was vrij gezel.
Graad soldaat mil. 1936 .
Stamnummer 156/22046
Eenheid: 3 batterij/ 6 Artillerie regiment.
Begraven: te Rollegem
Ridder in de leopoldsorde met palm: 06/01/1947
Oorlogskruis 1940 met palm : 06/01/1947
Herinneringsmedaille van de oorlog 1940-1945 14/01/1947
Overlijdens bericht van Armand Corbonne, aldus de familie.
Hij die het kwam mededelen was een gazette drager van op de Pottelberg te Kortrijk genaamd MESURKE, hij bezorgde de familie het toenmalig boekje “Ons Land”.
Het verhaal luide als volgt; “ Armand Corbonne was gelegerd te Maldegem in een boomgaard, daar moesten ze terugtrekkende vliegers mitrailleren.
Daar ze daar weigerachtig tegenoverstonden heeft de bevelhebber zijn pistool genomen met de woorden: “ Als jullie niet schieten dan zal ik schieten”;
Dan zijn ze begonnen met vuren, een vliegtuig is terug gekeerd en beginnen te vuren, waarbij Armand in de nek werd getroffen en opslag overleed.
Rogge Georges echtgenoot van Zosima Verhoost.
Zoon van Triphon en van Sylvie Holvoet
Geboren te Dottenijs den 25 oktober 1911
In 1930/1947 was hij ingeschreven, bij zijn ouders in de Processiestraat (nu nr. 47)
Hij huwde te Luinge in 1936 met Zosima, en ze gingen zich vestigen te Rollegem
Hij werd op 27 mei 1943 s’ morgens vroeg van zijn werk afgehaald, door de Duitsers, om er naar Duitsland te gaan werken.
† Overleden als oorlogsslachtoffer te Wangeroge (Duitsland) den 25 april 1945
1949 Op zondag 13 maart werd het ereteken uitgereikt aan Alphonse, als blijk van erkentelijkheid van het land, voor zijn gesneuvelde zoon in de oorlog.
Emile Vanhaverbeke
† Bellem 25 mei 1940
Emile Vanhaverbeke werd op 11 maart 1908 in Rollegem geboren.
Hij was gehuwd met Rachel Duhamel .
Het gezin had een kindje, Didier
Behalve dat hij op 25 mei in Bellem sneuvelde, is er over Emile Vanhaverbeke niets geweten.
Lefebvre Marcel
Marcel-Clovis Lefebvre, zoon van Cloud en van Elise-Marie Lernouldt, werd op 4 januari 1906 in Rollegem geboren. Hij was sergeant bij de 10. Compagnie van het III. bataljon van het 10. Regiment hulptroepen.
Behalve dat hij op 26 mei 1940 in Mesen sneuvelde, is er over Marcel Lefebvre niets geweten.
Noë Moreau
† Brugge 29 januari 1941
Noë-Gerard Moreau, zoon van Alberic en Alida Catry, werd op 28 augustus 1911 in Rollegem geboren. Hij was korporaal bij het 33. Linieregiment.
Hij overleed op 29 januari in het krijshospitaal in Brugge aan de gevolgen van de verwondingen opgelopen tijdens de 18-daagse veldtocht.
Michel Devos, zoon van Joseph en Julia Dewildeman, werd op13 juli 1914 in Rollegem geboren. Hij was gehuwd met Ivonna Vanden Broucke, werd geboren te Kortrijk op 31 januari 1914. Zij was de dochter van Jozef Vanden Broucke en van Clotilde Orgaer.
Michel en Yvonne waren te Kortrijk gehuwd op 6 februari 1937 en hadden zich in Rollegem gevestigd.
In 1940 woonde het jonge gezin te Rekkem (gehucht Paradijs)Ze kwamen echter in het begin van de oorlog terug naar Rollegem.
In 1943/1944 was het gezin in geschreven in de “Moeskroenstraat “ nr. 68, nu Kwabrugstraat nr. 182 te Bellegem. Het huis dat ze bewoonden was vroeger herberg “Het Breydelhof”
In 1945 verhuist de weduwe terug naar Rollegem. Het duurt echter niet lang of ze verhuisd opnieuw, deze maal vestigde ze zich te Aalbeke.
Yvonne hertrouwde te Aalbeke op 10 november 1951 met Prudent De Rycke, deze werd geboren te Nokere 1909 en overleed te Kortrijk 1955. Zij overleed eveneens te Kortrijk in 1998. Zij hadden had een dochter Georgette, geboren te Rollegem in 1937, ze is gehuwd met De Rycke Lucien, ze wonen te Aalbeke.
Er waren tevens nog twee zonen Germain Devos geboren te Rollegem 1940 en er overleden 1941.
Werner Devos geboren te Rollegem 1942 en er overleden 1943.
Michel werd te Rollegem begraven, op het kerkhof rond de kerk. Hij werd echter niet overgebracht naar het nieuwe kerkhof.
Michel Devos vond de dood bij het luchtbombardement van zondag 26 maart 1944 op de stad Kortrijk. Zijn stoffelijk overschot werd gevonden op donderdag 30 maart onder het puin van de fabriek van de firma Decoene.De overlijdensakte werd pas opgemaakt op 24 april.
De benaming van de “Weggevoerdenlaan” was naar het schijnt gedurende de oorlog 1940-1945 veranderd in de “Prosper Poulletlaan” welke naar horen zeggen een benaming was welke de bezetter stoorde.”Prosper Poullet zou in zijn leven: Hoogleraar, Volksvertegenwoordiger, Minister en Vlaamsgezind geweest zijn. Hij zou overleden zijn in 1937. Na de oorlog werd de oorspronkelijke benaming weer in gebruik genomen.
De overlijdensakte van Michel Devos, opgemaakt ten jare 1944 den 24 april om 9uur in den voormiddag vermeld. Dat; Op 30 maart laatst om zes uur ’s avonds, in de Prosper Poulletlaan te Kortrijk overleed, Michel Devos, vuurstoker geboren te Rollegem den dertiende juli negentienhonderd veertien, en gehuisvest te Bellegem. Echtgenoot van Ivonna Maria Vanden Broucke zonder beroep, zoon van den eersten verschijner (Dat was Joseph Jaen Devos) en van Julia Irma Dewildeman, zonder beroep.
Echter uit een vonnis uit gesproken door de rechtbank van den 7/91944 en op heden 31/12/1946 overgeschreven in den register van den burgerlijken stand, verklaart voor recht dat de overlijdensakte van Michel Devos zal gewijzigd worden en vervangen als volgt: De woorden”overleden is”zullen als niet bestaande aanzien worden en vervangen door:”onder het puin veroorzaakt door het luchtbombardement van 26/3 1944 het lijk werd gevonden van” en de zinsnede “ aldaar overleden ten gevolge van het bombardement” zal in fine van de akte worden toegevoegd. De Ambtenaar van den burgerlijken stand. Heden afschrift gezonden naar Bellegem
Uit “De luchtaanvallen op Kortrijk” door R. De Paepe.
Op 26maart 1944 te Kortrijk, dag der Ere-Communie, kon men het gebrom waarnemen van naderende vliegtuigen en weldra ontploften lichtkogels, waaruit kegelvormige gloeiende vonken neerdaalden en het luchtruim verlichten. Na enkele seconden was de lucht vervuld met het gehuil van de neervallende bommen waarop onmiddellijk dreunende ontploffingen volgden. Met enkele tussenpoos volgende steeds nieuwe golven vliegtuigen en zo ging het door van 20,57 tot 21,20 u. Hevige brandhaarden ontstonden. Men schat dat ongeveer 300 vliegtuigen aan de aanval deelnamen, die 2.100 bommen uitwierpen, waaronder minstens 300 van 453 kg. Het aantal slachtoffers as enorm: 179 inwoners van stad en 71 niet hier wonende. Dit laatste hoge cijfer kan als volgt worden verklaard: 7 voltreffers vielen op en rond de gevangenis en aldus ging merendeel der gevangenen samen de dood in. Ook waren op die dag veel bezoekers vanwege de Ere-communiefeesten. De stoffelijke schade was bijzonder groot.
Vonnis van het overlijden van Andreas Cyriel Cailliez (“Om ze niet te vergeten Deel I René Lefebvre, Wies Vanessche)
Andreas(Andre) Cyriel Cailliez werd geboren te Kortrijk(‘t Hoge) den 16 december 1918.
Hij was de zoon van Arthuur Jozef en Maria Justina Deweer.
Het gezin Cailliez-Deweer ging in Bellegem wonen in 1923. Ze woonden eerst in de “Rollegem” (Rollegemsestraat), vervolgens in het begin van de “Muynckendoornstraat”(Munkendoornstraat).
Na het overlijden van vader Arthuur verhuisden de weduwe en de kinderen naar de “Moeskroenstraat”(Kwabrugstraat) en later naar de “Statiestraat” nu Walleweg te Bellegem.
Na het huwelijk van de kinderen heeft de weduwe Deweer Bellegem verlaten.
Andre was gehuwd met Marguerite Paula Anseele, geboren te Kortrijk in 1922, ze was de dochter van Cyriel en Martha Vervacecke te Rollegem op 18 juli 1942 en gehuisvest te Rollegem. Andre werd al spoedig verplicht om naar Duitsland te gaan werken.
† Op 29 maart 1944 te Leipzig (Duitsland).
De rechtbank heeft het volgende uitgegeven, op verzoek van de Heer Procureur Des Konings.
De rechtbank zegt voor echt dat Cailliez Andreas Cyriel, overleden is.
Dit aldus gevonnist en uit gesproken ten paleizen van justitie te Kortrijk in openbare zitting der rechtbank de 19/1/1946. Tegenwoordig de heren A.de Kenmeter, alleen zetelende Rechter A.Dujardin, Substituut procureur des Konings en A.L. Adams, Griffier.
Voor gelijkvormig afschrift ingeschreven te Rollegem den 4/3/1946.
Den Ambtenaar van den Burgerlijken Stand. (Vandeghinste A.)
Het heeft nog enkele jaren geduurd voor zijn stoffelijke resten naar Rollegem werden overgebracht.
De weduwe, Marguerite Anseele, hertrouwde te Rollegem in 1946 met Jozef Allewaert.
Ze overleed te Kortrijk † in 1964
Henri Vanoverberghe en Godelieve Wittouck 26/11/1981
Henri maakte beide wereldoorlogen aan den lijve mee. In de eerste wereldoorlog verzamelde hij ondermeer 8 frontstrepen.
1.Is een verzamel naam voor alle groepen of personen die tijdens de Tweede Wereldoorlog weerstand boden aan de Duitse bezetting. De voornaamste waren : De witte brigade, Het geheim leger en het korps partizanenBelgisch verzet in de Tweede Wereldoorlog - Wikipedia
Er waren sluikbladeren van “-La Libre Belgique- België Vrij- Bevrijding- De Boer- en nog andere pamfletten. Er waren mensen die dat gingen afhalen naar het schijnt in de loofstraat te Kortrijk, ne zekere Alfred. Die bladen werden regelmatig verdeeld. Men nam er zo tien à twintig met zich mee en verdeelde ze op de gemeente, of lieten ze achter op den tram. Ook voor deze daden kon men in aanmerking komen als zijnde weerstander. Ook op de werkplaats waar deze arbeiden werden er achtergelaten B.V. op de toiletten of op plaatsen waar gerookt werd. Deze bladen werden regelmatig uit gegeven eenmaal per maand vanaf februari 1941 tot juni 1944.
Men ging zelfs na als er mensen waren die bladen gelezen hadden of ze eventueel doorgaven aan andere, zelfs jaren later was er nog sprake van. Madeleine Depoorter een winkelierster, weduwe van Joseph Vandeghinste kon er nog over mee spreken, haar man was toen al overleden.
Bolaert Julien, geboren te Izegem op 6/6/1905 en Geldhof Suzanne, geboren te Kortrijk op 6/5/1908 Kortrijkstraat 41 werden erkend door het Ministerie van Landsverdediging zijnde gewapend weerstander. Suzanne was zelfs erkend als burgerlijke Weerstandster. Ze overleed op 12 september 1955 Zij verwierf de weerstands-herinnings medaille 1945, de medaille met gekruiste sabels en de medaille voor hulp aan geallieerde vliegers.
Weerstandorganisatie;
Op de gemeente was er geen organisatie, doch waren een 25 tal leden, welke aangesloten waren te Moeskroen of in Bellegem. Doch is bekend dat er tot driemaal toe de Duitsers onmogelijk werd gemaakt te telefoneren telkens waren de draden doorgeknipt.
Een ander feit: in 1943 kwamen op het stadhuis drie gewapende mannen, ze vroegen aan de secretaris de volkregisters, de boeken werden verbrand. Zo konden de Duitsers geen jonge gasten meer afhalen, om ze naar Duitsland te sturen.
Er was wel op Rollegem een geheime, afgelegen plaats waar de vergaderingen van de witte bende door gingen.
Zoals overal waren ook te Rollegem opeisingen. De eerste welke opgeëist werden was november 1942. Ze ware 19 jaar oud. Van uit de werkbestel werd een brief gestuurd waarop stond, dat zij het onderzoek van den dokter moesten ondergaan, om daarna te gaan werken naar Duitsland. In mei 1943 werden er weer brieven gestuurd, maar den niet alleen de jongens maar ook meisjes van 19 à 22 jaar. De laatste brieven op het einde van 1943.Er waren van al de brieven welke verstuurd werden slechts vijf welke gegaan zijn. Zij de ze kregen verzwegen het en ze hielden zich zoveel mogelijk verborgen, ’t zij thuis of bij familie, het merendeel in Frankrijk. Al diegenen welke een brief ontvangen hadden werden van hun rantsoenkaart beroofd. Velen zich tot 2 jaar toe verborgen, toch allen waren ze thuis toen de Engelsen kwamen in september1944.
Aloïs-Joseph Vercaempst echtgenoot van Zulma Verdure Opgeëiste Civilarbeider 1940-1945 hij overleed op 20 maart 1982
Georges Bels echtgenoot van Irma Ferlin Civilarbeider hij overleed op 9 oktober 1982
Noël Noreille geboren in Rollegem op 15 april 1923, dook in 1942 en 1943 onder in Frankrijk waar hij ging werken in Gravelines.
In 1945 werd hij opgeroepen voor zijn legerdienst, Hij kreeg een zware taak toegewezen Duitse krijsgevangen te bewaken en te begeleiden naar de kolenmijnen. De nachtelijke bewakingsdiensten waren de prettigste niet.
Dendauw Gustaaf Geboren te Kortrijk op 20/1/1920 gehuisvest in de Muynckendoornstraat nr. 14 In hoedanigheid van soldaat milicien bij het 2de Linieregiment 6 Cie. werd hij op 26/5/1940 te Oostwinkel, krijgsgevangen genomen. Hij verbleef in Stalag een (Duitse afkorting voor Mannschaftsstamm- und Straflager (ook wel "Stammlager"),tot 28/2/1941
Hij heeft 3 maanden herstelverlof gekregen en naar Kortrijk gekomen.
Hij huwde in 1941 en vestigde hem in de Kortrijkstraat 55.
Zijn eerste oproepingsbevel kreeg hij om naar Duitsland te gaan werken, en stak zijn brief in het vuur. Hij heeft nimmer voor de vijand gewerkt Dadelijk vertrok hij naar Frankrijk, waar hij enkele maanden geeft gearbeid.
Denkende dat hij niet meer zou lastig gevallen worden door den bezetter is hij teruggekeerd
In de jaren 1942/43 werkte hij op onregelmatige tijdsstippen om aan de kost te komen, onder andere bij landbouwers.
Tot aan de landing der geallieerde legers te Cherburg, hield hij zich schuilt daar hij bijna wekelijks werd opgespoord door de “Feldgendarmen” De nachten bracht hij door bij een weduwe, samen met een vriend welke zich ook schuil moest houden.
Quivron Roger geboren te Aalbeke 21/9/1924 vriend van Gustaaf Heeft zich ook schuil gehouden gedurende de oorlog 1940/45
Hij werd dikwijls verontrust en opgespoord door de Duitse bezettingspolitie.
De werken welke ze uitvoerden bij boeren waren: het vullen van granaattrechters, veroorzaakt door de geallieerden bombardementen op Kortrijk.
Bij gebrek aan werk is hij begin 1941 naar Frankrijk getrokken in het bijzonder Calais, daar verbleef hij ongeveer een vijftal weken waar hij gewerkt heeft. Van Calais trok hij verder naar Brest, ongeveer een drietal maanden, waar hij zich schuil hield tot hij er ontdekt werd en de vlucht kon nemen naar huis; Hij kwam één veertiental dagen opnieuw thuis in België en vertrok hij opnieuw naar Frankrijk. In 1943 bij een terugkeer uit Frankrijk werd hij door een landgenoot in dienst van de Gestapo zijn eenzelvigheidkaart afgenomen en kreeg het bevel zich aan te melden bij de Duitse werkbesteller in Moeskroen. Hij heeft daar door iemand zijn kaart teruggekregen met de raad laat je hier niet meer zien. Hij trok opnieuw naar Frankrijk ditmaal naar Boulogne waar hij werkte voor een bedrijf van Brussel, daar is hij gebleven tot in juni 1944. Hij werd er opgepakt door de gekende “blitzschnellpolizei” en naar Duitslandgedeporteerd namelijk naar “Sulk Kreis Thuringen” waar hij tewerkgesteld werd in de Gudlof wapenfabriek.Al zijn oproepen om voor de vijand te werken heeft hij verbrand vandaar zijn verscheidde plaatsen in Frankrijk.
Dendievel Edmond Handelaar in kleinvee, Aalbekestraat 25 en geboren te Bellegem op 29/9/1905
Werd gedurende de bezetting opgeroepen tot verplichte arbeidsdienst in het jaar 1943. Hij is naar de Oudenaardsesteenweg te Kortrijk geweest. bij een bediende van de arbeidsmarkt. Waar hij de juiste persoon vond welke hem kon helpen te onttrekken van deze arbeidsdienst.
Hij zou het nodige doen mits vergoeding, en dankbaar zijn voor wat eetwaren te kunnen krijgen. Als betaling werd 25kgr graan gegeven en een paar kiekens welke de man in Kortrijk aanvaarde en Edmond is niet meer van het arbeidsambt verontrust geweest.
Betekenis van Frontstrepen
Ze duiden den duur aan die een militair, sinds het begin van de vijandelijkheden, in de loopgraven van het front heeft doorgebracht.
Een eerste frontstreep werd toegekend na 12 maanden werkelijke aanwezigheid.
Een bijkomende frontstreep werd toegekend voor iedere daarop volgende periode van 6 maanden.
Het maximum aantal frontstrepen dat kon worden toegekend, is 8
Een zilverstaafje stond voor een frontstreep. Een verguld staafje werd gebruikt ter vervanging van vijf zilverstaafjes.
De Duitsers gingen zo snel dat ze tijd niet hadden zich te Rollegem te vestigen.
Het Rode kruis was niet zo gehaast, twee dagen na de eerst kwamen ze hier aan. Het was toen 25 mei, ze verbleven op de boerderijen, ongeveer een 300 manschappen.
Ze bleven hier tot den 3de juni, sinds die dag zijn er hier geen troepen meer gehuisvest geweest.
Gevechten.
Hier hebben zich geen gevechten voorgedaan, doch beschietingen en overschieten. In den nacht van 26ste mei 1940 werd er onverwacht met kanonnen beschoten.
Om 1 uur hoorden we een aanhouden gebrul van kanonnen. Rakelings zoefden de obussen in de kerkstraat en vielen met donderend geweld in de weiden achter het klooster. Zo werd de grot van O. L. Vrouw van Lourdes was gedeeltelijk beschadigd, doch het beeld was wonder boven wonder niet getroffen, noch beschadigd.
Het gebulderd bleef zo een drietal uren aanhouden, ’s morgens om een uur of zeven begon het opnieuw, doch minder erg. Nu wist men waar ze moesten zijn, het was niet het klooster welke ze moesten treffen maar de hofstede van Constant Brouckaert. Op deze hofstede lagen tientallen Duitse soldaten? Ze waren bezig een aantal gestolen paarden te voederen, enige obussen kwam een einde aan hun leven stellen. De balans was zeven doden en negen paarden, pas acht dagen later werden ze begraven Ook op de hofstede van Emile Vandaele, “Vandaelenshof” in de Marksestraat werden er een vijftal soldaten en een 6 tal paarden neergeschoten.
Geen parochianen en geen huizen werden er bij betrokken. Na dit voorval heeft men geen schoten meer gehoord in de nabijheid.
Vlucht der bevolking
Bij het uitbreken van den oorlog mei 1940, zijn naar ons weten geen mensen van hier gevlucht, men lag dicht aangeleund bij Frankrijk. Nochtans had een Engelse officier, de burgemeester het bevel gegeven, dat men hier zoals in ander dorpen beter op de vlucht ging. Volgens de burgervader moesten de bevelen komen van hogerhand, en hij gaf het bevel te blijven waar men was. De Engelse Stafofficier zou in de namiddag terugkeren, met een bevel van hogerhand, maar men wacht er nog op.
De ganse parochie is de burgemeester, altijd dankbaar gebleven.
Wat men wel mee heeft gemaakt, op zaterdag 11 mei 1940,voor de Duitsers hier waren, trokken vanaf drie in den namiddag tot ’s avonds zeven uur honderden wagens, vol met vluchtelingen hier voorbij. Het was een aaneen gesloten ketting, zonder ophouden, paarden, wagens, karren, koeien mensen, alles vol beladen met hebben en houden, richting Frankrijk. Er waren er van Luik, doch de meesten kwamen van den Limburg. De zondag daar opvolgend opnieuw het zelfde nu echter met meer haperingen.
De zondag zouden vluchtelingen uit de Limburg hier verblijven, men had al heel wat schuilplaatsen voorzien, doch het was pas in den laten avond tussen acht en tien uur dat ze hier aankwamen. De laatste hadden tegen middernacht zijn schuilplaats ingenomen. Op maandag zijn nog wat jongeling hier geweestop 14 mei trokken ze naar Frankrijk. Toen de Duitsers hier dichter genaderd waren trokken ook de ander verder weg naar Frankrijk, dat was daags voor de beschieting.
Ze waren allen heel tevreden met hun verblijf alhier, velen hebben lang kontact gehouden met hun goede bewaarders.
Vrijwilligers naar Duitsland.
Op de gemeente waren er ongeveer een 25 tal vrijwillige arbeiders waaronder een 5 tal vrouwen. Het grootste deel van deze arbeiders zijn in 1942à 1943 terug gekeerd.
Er waren ook vrijwilligers die voor den Duits gewerkt hebben op vliegvelden in Frankrijk, of langs de kust.
Gedeporteerden; Gedwongen verplaatsing van mensen
Een tachtigtal mensen werden er gedeporteerd, meestal jonge kerels maar er waren er bij van dertig of veertig jaar, ze gingen allen naar Duitsland.
September 1942 Vancorsellis Roger, zoon van Arthur uit de “Reisduif “ Kortrijkstraat werd van zijn bed afgehaald door de Duitse “Feldgendarmen” en opgeleid ter deportatie naar Duitsland als werkweigeraar. Hij zou eerst naar het gemeentehuis gebracht zijn geweest al waar hij als voorlopig zou zijn op gesloten maar vroeg in de morgen werd hij reeds getransporteerd.
Politieke Gevangenen; mensen welke op niet-strafrechtelijke gronden worden op gesloten
Bij weten waren er geen, doch zijn sommige mensen voor acht dagen achter grendels gesloten geweest, nooit zijn er welke naar Duitsland werden meegenomen.
Gilbert Verhaeghe echtgenoot van Lea Dendievel overleden op 1 november 1998 Politiek gevangene van Lager E te Kahla(Duitsland)
Ook hier zoals elders was er rantsoenering, doch was het hier beter dan in stad. Iedereen of bijna iedereen, had een stukje grond, er werden geen perkjes aangelegd, maar wel tarwe gezaaid en aardappelen geplant. Laat ons zeggen dat zo wat meer dan den helft, de boterhammen niet moest tellen, doch zuinig zijn. Voor ander, was het slechter, veelal bleef het smeersel weg.
Kleding;
Velen waren gelapt, en dragen van oude, versleten kledij was zeker overal aan te zien. Wie goed kon naaien en verstellen waren de betere.
Verkeer;
Er was zoals in ander gemeenten weinig of geen verkeer. Enkel auto’s mochten rijden, wanneer men van een goed verzekerd bewijs had. Zij welke het niet hadden werd de auto afgenomen. Doch mensen zijn goed in plan trekken, aan ieder of toch aan het grootste deel was een of ander gebroken en of te kort, zodanig dat ze bij den eigenaar bleven. Zelf voor het fietsen was er een tekort aan banden, dus een goeie zaak voor toen nog rijdende tram, welke steeds bomvol zat!
Onderwijs;
De eerste jaren was er bijna geen verschil te merken, het was alsof er niets aan de hand was. Doch 1942 was er tekort aan kolen, voor de jongens, was het te samen zitten en geen les Ook de 43 en 44 was het zelfde, de meisjes daar in tegen hadden wel kolen door het klooster, zij hebben er niets van gemerkt.
Houding tegenover den Bezetter;
De houding tegenover den bezetter was kalm en gedwee. De bevelen hebben ze in stilte volbracht, er werd geen weerstand geboden. Men volbracht de wensen, doch men bleef in verscholenheid het vaderland trouw!
Dit is het verhaal van een, lid van de burgerbescherming, die voor een vrouw, welke hoogzwanger was, naar dokter Declercq ging, (nu den bank aan ’t het “Rollegemse hof”)
De dag begon, met kapot geslagen wegwijzers. Ze kwamen ter hoogte van de “Kwadebrug”daar stonden fietsen, een motto, en er lagen geweren bij.Ik moet er hier bij vertellen dat het dien dag ook “berenweer” was, we konden niet ver zien en niet alles goed alles onderscheiden.
Ter hoogte van café “de Rust”( Verdwenen café aan de overzijde) lag er een dode, met de armen open, ter hoogte van het huis van de dokter nog een dode, (later zou blijken dat er nog een lag aan de overkant, ook verdwenen, ter hoogte van de winkel gezusters Vandenbroucke) de eerste gedachten waren hier is een slag geslagen tussen “Witte “ en “zwarte benden”.De dokter kon maar niet begrijpen hoe zij er door waren geraakt? Hij had geen tijd voor een kinderbed, dus moesten ze maar naar Aalbeke. Bij hun terugkeer werden ze door een Delnat lid van de “Witte bende” niet terugkeren langs de “Kwadebrug” want men was overvallen geweest door de Duitsers. Toen hij terug thuis kwam waren er reeds drie uren voorbij. Bij den terugkeer om te weten wat er nu aan de hand was, kwam hij den drukker Jules Derdeyn tegen, eveneens iemand van de burgerbescherming. Deze kwam de lijken weg halen welke in de Moeskroenstraat lagen(3) Het kind werd die nacht geboren, het was die nacht dat “Treeske” Vandenbogaerde een kindje op de wereld zet, een meisje,.het luistert naar de naam Arlette, ze is school juffrouw geworden. Een nacht als een hel, Een geboorte, van een kind van André Cardoen, hoofdpostmeester van West-Vl. Zeven jonge levenslustige mannen, welke er levenloos bij lagen!
Die slachting, (waarbij ook Duitsers werden gedood, maar meegenomen werden) was een vliegtuig dat de “Witte bende” zou bevoorraden van wapens,
Het Duitse leger was zich aan het terug trekken, daar de wegwijzers verdwenen waren of in de verkeerde richting stonden, stonden de Duitsers op een dwaalspoor.
Een voorpost reed zich vast naar de hofstede toe, zagen dat ze terug moesten keren, en ze ontmoeten zo de andere. Het werd een richting vuur, een gevlucht achter de zerken op het kerkhof, in de straten van de omgeving, het was een gruwelijk tafereel, een ware slachting, toeval of geplant? Resultaat zeven doden, van de Duitsers weet men niet, ze werden allen zoals gezegd meegenomen. De gesneuvelden werden opgebaard in het lokaal nu het O.C.
De officiële tekst luid als volgt; De gruwelnacht van zaterdag 2 september te Rollegem zullen weinigen vergeten, bijzonder zij die in de omgeving woonden van den dorpskom en de omgeving van de “Kwadebrug”.
Leden van de geheime leger hadden opdracht gekregen wapens te gaan halen die zouden gedropt worden in Bellegem.
De weerstanders waren vertrokken uit Moeskroen in verschillende richtingen. Het Duitse leger of wat er van overbleef in deze streek was in volle aftocht, trok zich terug richting Bellegem, Zwevegem. Gekomen op de plaats te Rollegem waren de wegwijzers verdwenen of gedraaid zodat de vijand in de war was.
Zo werden de leden van het geheime leger verrast en neergeschoten. Vijf van hen vielen op de plaats twee in de Moeskroenstraat, tegen het kruipunt met de Kwadebrug.
Enkele werden gekwetst, waarvan een ernstig, en anderen zijn gevlucht, of hadden zich verscholen achter de zerken of monumenten op het kerkhof.
Een andere bron meld dat: In den nacht van 2 op 3 1944 waren er hier een dertigtal leden van de “Witte bende”, zij moesten een auto aanvallen waarin iemand van de generale staf inzat. Doch ze hadden nog geen wapens, uitgezonderd handgranaten. De wapens moesten ze gaan halen op een boerderij Ze staken juist de straat over om naar het hof te gaan, toen de twee auto’s hen bijna omver reden. Het waren deze auto’s welke ze moesten hebben, ze waren te vroeg, zo waren ze verrast. De Duitser hielden stil, en begonnen te mitrailleren. De witte verdedigden zich doch hopeloos. Het gevecht heeft een half uur geduurd. De Duitsers hebben nog lang rond gereden, doch alles bleef stil. ’s Morgens hebben enige mensen de lijken afgehaald, er waren zeven doden, allen waren vreselijk aangedaan. Een zwaar gekwetste, hij had drie kogels in zich, doch is genezen. De gekwetste wist te vertellen dat er ook Duitsers dood waren, doch deze hebben ze meegenomen
Een andere bron vermeld dag op die bewuste 2 september het geheime leger had de wegwijzers verwijderd of veranderd van richting zodat terugtrekkende Duitse soldaten voortdurend ronddwaalden op ons grondgebied
Rond 23 uur kwamen luid pratende en zingt verzetslieden uit Moeskroen door de kerkstraat op weg naar Bellegem, waar een Engels vliegtuig wapens zou droppen.
Plots stonden ze oog in oog met den vijand en opstaande voet ontbrande de schietpartij.
Er vielen doden langs beide partijen. Twee gekwetste weerstanders werden zonder medelijden met een nekschot afgemaakt.
Vluchtende leden van de brigade werden achterhaald en aan de Kwadebrug neergeschoten.
De Duitsers hebben hun eigen slachtoffers opgeladen en verdwenen richting Bellegem.
In Zwevegem werden ze door de geallieerden gevangen genomen.
Die gruwelnacht van 2 september zullen weinigen vergeten, bijzonder zij die in de omgeving woonden van de dorpskom en het kruispunt aan de Kwadebrug.
Leden van het van het geheim leger hadden opdracht gekregen wapens te gaan afhalen die zouden geparachuteerd worden in de omgeving van Bellegembos. De weerstanders waren vertrokken uit Moeskroen in verschillende richtingen. Het Duitse leger of wat er van overbleef in deze streek was in volle aftocht en trok zich terug richting Bellegem en Zwevegem. Gekomen aan de plaats te Rollegem en aan de Kwadebrug waren de wegwijzers verdwenen of lagen in de gracht, zodat de vijand halt hield. Zo werden de leden van het geheime leger verrast en neergeschoten. Vijf vielen rond de plaats en twee in de Moeskroenstraat tegen het kruispunt van de Kwadebrug. Enkelen werden gekwetst terwijl anderen konden vluchten of zich verscholen achter de monumenten op het kerkhof.
Een herdenkingssteen werd geplaatst in de muur van het intussen verdwenen huis van de gezusters Vandenbroecke (op die plaats viel een weerstander)
Door de verfraaiing van de dorpskom en het aanleggen van parkeerplaatsen en groen dienen deze huizen rond de kerk te verdwijnen en meteen het monument dat er aan de gevel werd aangebracht.
Het stads bestuur van Moeskroen werd mondelings verwittigd dat door werken rond de kerk het monument zou moeten op een andere plaats gebracht worden. Het stads bestuur van Moeskroen kwam het monument weghalen en plaatste het in Moeskroen aan de “Zwarte gevel” dit zou de plaats zijn alwaar de weerstanders vertrokken waren.
Bij het inwijden van het monument in de nieuwe bestemming te Moeskroen aan de zwarte gevel langs de oude baan van Moeskroen en Aalbeke werd niemand van Rollegem uitgenodigd. (Intussen is er reeds weer een nieuw monument geplaatst.)
Is men in Moeskroen vergeten wat de oud-strijdersvereniging gedaan had? Men denkt nog aan die septembernacht 1944 op 12 januari 2010 werd het op de radio nog aangehaald door de vrouw van den bierhandelaar wonende op het gemeentehuis, van toen die tijd.
De ramp van Rollegem verteld door iemand die het beleefde.( vertaling Uit“La Tragedie de Rollegem) september 1982
Wellicht zijn de boze geesten die ons moesten vergezellen op de van zaterdag laatstleden nog niet allen vergaan in de slapeloosheid van hun verdorvenheid, aangezien zij hun taak schijnen te moeten voleindigen in de taal van sommige personen, voor wie het een opdracht is heldenmoed van onze geliefde kameraden te bekladden, zij die voortaan in onze herinneringen, geen andere naam dan” held” meer(zullen) dragen.
Wat sommigen ook zeggen, wij hadden een radio-oproep ontvangen, om zaterdagavond de centrale C.P.(Commandopost) te vervoegen. Wapens zouden geparachuteerd worden om in de komende dagen het gevecht te kunnen aangaan.
De groepsleiders moesten hun mannen verwittigen. Na de verzameling, verlieten we wij de stad, vol hoop en zelfzekerheid, eindelijk zouden we nuttig zijn….
Alles verliep vlot tot aan de “Piro Lannoy” waar een groepje van de C.P. ons opwachtte en ons Duitsers melden aan de Kwadebrug waardoor ons een nieuwe te volgen weg werd aangeduid.
Niemand kende die weg, maar een post van het Rode-Kruis, die ons voorafging en die wij moesten vervoegen, richtte ons.
In stilte volgde het peleton op een rij elkaar deze weg. In de onmiddellijke nabijheid van Rollegem werden 2 verkenners uitgestuurd; zij kwamen terug: niets te melden.
Midden een schrikaanjagend weer kwam de ganse colonne de straat ineens door en reed de grote plaats op
Het maanlicht werd af en toe verduisterd door grote regenwolken die door de wind werden voortgejaagd.
Deze gure wind gierde in onze nek, zodat wij het gerucht der gepantserde Duitse wagens niet opvingen; terwijl zij integendeel wel het geratel van onze fietsen, een dertigtal konden horen.
In den bocht op de plaats van Rollegem riep een soldaat uit de gepantserde auto ons “halt” toe. Maurice Cousin en enkele andere mannen die op dat ogenblik gevangen zaten tussen de auto en de muur, schoten op het voertuig. De Duitsers antwoorden gevat en mitrailleerden langs alle kanten. De ganse groep viel uiteen en vluchtte in algemene verwarring; slechts enkele mannen verdedigden zich en schoten hun wapens ledig.
Ze waren geraakt en konden niets meer hopen…
Enkele uren na het bloedbad, ben ik teruggekeerd om de slachtoffers te kennen die door een nekschot laaghartig waren afgemaakt.
De ganse nacht werd er geschoten. Leopold Pollet moet in gevecht geweest zijn met de tweede gepantserde auto, om zijn wapenbroeders te wreken, want door een uitzonderlijke moed aangedreven, was hij voor het gevaar niet geweken.
Ik zou hun heldenmoed, in dienst van het edelste ideaal, waarvan zij reeds het bewijs geleverd hadden gedurende de bezetting, willen kunnen uitschreeuwen.
Aldus de schrijver van dit stuk.
Zij waren met zeven, zeven helden van de weerstand die te Rollegem in de gure nacht van 1 en 2 september 1944: de nacht van de bevrijding!
Dat hun namen vereerd worden en als voorbeeld dienen:Albert Cousin, Maurice Cousin, Jacques D’Halluin, Fernand Florin, André Pintelon, Hector Castelein Leopold Sabbe
Een herdenkingssteen werd geplaatst in de muur van een nu verdwenen huis.
De oorlog te Rollegem door het oog van een Rollegemnaar
Er werden 5 gemeenteraden gehouden en er waren in 1939,2554 inwoners. De eerste gemeenteraad was op 5 januari. In september werd Maurice Everaert tot burgemeester benoemd. Hij was geboren te Bellegem op 25 december 1888, doch werd niet officieel ingehuldigd, daar de oorlog tussen Frankrijk en Duitsland verklaard werd en er hier mobilisatie was. Het was dat jaar een strenge winter zeven week was het gevroren. De strijd beperkte zich meestal aan de Siegfried lijn en de Maginotlijn, die beiden miljarden hadden gekost. Sirenes loeiden bijna iedere dag in noord Frankrijk, wanneer vijandige vliegtuigen in aantocht waren.
1940, voor de tweedemaal in de geschiedenis kwam het tot een rampzalige oorlog door de zelfde invaller Duitsland. Op 4 februari einde van 6 weken vorst. Op 17 februari grote sneeuwstorm.
De mobilisatie gebeurde in fazen en niemand verstaat er zich aan. Vele soldaten liggen langs het gekende Albert kanaal. Op vrijdag 10 mei, en zeer mooi, algemene mobilisatie. Het Duitse leger valt België binnen, zonder oorlogsverklaring. Nederland en het Groot hertogdom Luxemburg vallen als slachtoffer.
Om 6uur ’s middags van 10 mei heeft een eerste grote vliegaanval plaats op het vliegplein van Wevelgem, het rangeerstation te Kortrijk en op de meubelfabriek “De Coene”. Het volk is in paniek, 11 mei opnieuw bommen op Kortrijk, het werd een algemene vlucht uit de stad. Op 13 mei komen de eerste vluchtelingen van het Luikse, Namen en Rochefort.
Op 16 mei massale luchtaanval op Doornik, waar ook de bevolking op de vlucht sloeg. Zondag 19 mei branden de houtmagazijnen van “Helgig” Zwevegem af alsook van “Bulcaen” Moeskroen.
Vluchtelingen van de streek van Geeraardsbergen komen langs hier.
Op maandag 20 mei offensief op de Schelde. Vele Engelse soldaten komen door de gemeente bij het achteruit trekken van de troepen.
Op maandag 21 mei, St Denijs, Helkijn, Spiere, Dottenijs en Bellegem ontruimen. Ook Rollegem is gereed voor te vluchten maar niemand weet wanneer.
Op 23 mei komen de eerste Duitsers met zware motoren met sidecars en gewapend met mitrailletten in de gemeente. Er is geen elektriciteit meer .
Op 24 mei werd de gemeente Rollegem bezet. Langs de Leie word er hevig gevochten, grote bombardementen vinden plaats, bruggen moeten er aan geloven. Alle gemeenten langs de Leie hebben branden.
Op zaterdag 25 mei worden de gemeenten Rollegem en Bellegem met artillerie geschut beschoten, er vallen geen slachtoffers wel is er grote schade aangericht.
Er zijn grote troepen bewegingen.
Op 26 mei, hevige bombardementen in de richting Menen, Wevelgem, Izegem en Roeselare.
Op 27 mei hevige beschietingen uit Frankrijk op Rollegem, Aalbeke en Moeskroen, obussen vallen op de hofsteden Vandaele en bij Barbe. Duitse verliezen aan mannen en paarden.
Op 28 mei het Belgische leger geeft zich over, het capituleert om verdere uitroeiing van soldaten en burgers te voorkomen.
Koning Leopold wordt naar Duitsland gevoerd.
Het Engels leger trekt zich terug op Duinkerke om in te schepen. De capitulatie werd getekend op het slot van Wijnendaele.
In de nacht van 29 op 30 mei vallen opnieuw bommen op Kortrijk en Wevelgem.
In de nacht vanvrijdag 31 mei vallen bommen op het ouderlingengesticht Pottelberg te Kortrijk. De troepen bewegen zich richting Frankrijk.
In de nacht van 7 juni vallen er opnieuw bommen op Moeskroen, fabriek Motte en Dottenijs.
Op 8 juni werd de Duitse tijd ingevoerd, dus een uur vervroegd.
In, de nacht van donderdag 14 november grote storm, met veel schade.
Gans de winter door werd Bellegem bezet door Duits paardenvolk met wagens, de soldaten lagen in de nieuwe klaslokalen van het klooster, nieuwe paardenstallenwerden gebouwd in de Rollegemstraat op gronden van Debusschere beenhouwer te Bellegem
In Rollegem werd Robert Desmet aangesteld als bediende der gemeente en werd de rantsoenering ingevoerd. Alles met zegels. Voor iedere gebruiker en volgens aantal personen. Dit werd ingericht in de bovenzaal van het “gemeentehuis” nu den Domino.
Op 29 maart 1941 werd de laatste gemeenteraad gehouden, alleen het schepencollege bleef in dienst. Benzine wordt gerantsoeneerd, auto’s worden opzij gezet
Op 3 september 1941 wordt schepen Jozef Vandeginste ontslagen door de bezetter.
1942 het begon met een langdurende vorst vanaf 10 januari tot en met 15 maart. Op 23 januari vroor het -20°, met sneeuwstorm.
Op 29 augustus bomaanval op Marke, en op 9 oktober bommen op St-Anna, waarbij vrouw Clochet ernstig werd verwond.
Op 31 oktober luchtaanval op de elektrische centrale te Zwevegem.
1943 op 14 mei opnieuw bombardementen op Marke en Wevelgem, welke zich herhaald voor Wevelgem op 12 juli.
Op 2 juli bommen op het rangeerstation te Kortrijk en op de firma Decoene;
Op 26 juli worden de vliegvelden van Wevelgem en Moorsele gebombardeerd, het herhaald zich op 26,27, 28 , 29 en 30 juli.
Op zaterdag 4 september rond 6 uur bombardementen op Kortrijk en Marke, met een luchtgevecht boven Rollegem, waar een Duits vliegtuig naar beneden word gehaald.
De piloot van het toestel kwam te recht in de nabijheid van de woning van Nabor Degroote. De piloot was zwaar toegetakeld aan de neus.
Het vliegtuig zelf stortte neer naast de woning van Maurits Castelein in de Kerkstraat.
Op 6 september capituleert Italië.
1944, 18 maart ’s avonds een groot bombardement op de “Pottelberg te Kortrijk waarbij 250 doden te betreuren vallen.
Op zondagavond met de foor te Moeskroen viel één bom te Rollegem, op huis “Tant” in de Marksestraat. Aan de waterval te Bellegem, werd een huis zwaar getroffen.
Op 12 april werd het vliegveld van Wevelgem opnieuw aangevallen.
10 mei zwaar bombardement op het centrum Kortrijk, het duurde 21 minuten, het aantal slachtoffers was gering volgens de schade, vele mensen hadden de stad verlaten.
Het aantal inwoners te Rollegem was bijna verdubbeld door de vele Kortrijkzanen die hier kwamen hun intrek nemen.
Op 13 mei luchtbombardement op Tourcoing (statie) alwaar een munitietrein stond.
15 mei opnieuw aanval op Kortrijk dit keer het station.
Op 19 juli viel een vliegend bom dichtbij de “Zevencoten” er was aanzienlijke schade.
Op 21 juli 3de vreselijke aanval op Kortrijk, in twee delen. Het eerste bombardement duurde 14 minuten, met een tussen ruimte van een halfuur, volgde een tweede aanval deze duurde 20 minuten. Eerst vielen lichtbommen die geheel de stad en omgeving verlichten. De schade was aanzienlijk, door bommen en branden, er waren opnieuw 167 doden geteld en tal van gekwetsten.
Op zaterdagavond 2 september was er een schermutseling op de plaats te Rollegem tussen het geheime leger en de terugtrekkende Duitsers.
Vijf leden van het geheime leger sneuvelden. Ook op de Kwadebrug vielen er twee doden van de witte brigade, de wegwijzers waren uitgetrokken en de terugtrekkende legers bleven haperen.
Op 3 september werd Doornik bevrijd en in de namiddag was het de beurt aan Brussel.
Opmaandag voormiddag 4 september hevige gevechten te Kooigem, tussen de witte brigade en de Duitse troepen waar vliegtuigen ter hulp gekomen zijn voor de witte brigade.
Op 17 oktober “GUTT- operatie, alle geld moet ingeleverd worden. 5000Fr. Per gezin wordt onmiddellijk uitbetaald. Het overige blijft geblokkeerd en wordt later in delen terugbetaalt na aftrek van kapitaalbelastingen.
Op 12 mei 1945 werden brandstichtingen en plunderingen gedaan te Rollegem onder andere bij Alfons Vandewalle (onderwijzer) Louis Vandendriesche (landbouwer en bij Maurits Castelein (oorlogsburgemeester)
De wapenstilstand wordt getekend op dinsdag 8 mei om drie uur.
Op 22 juli trekt de vredestoet door de gemeente: vertrek om 3 uur te Tombroek, vervolgens de Tombroekstraat, Aalbeeksestraat tot aan de Lampe, terug langs de Aalbeeksestraat naar de Kerkstraat om dan te ontbinden.
Bevrijding
Op maandag 4 september toen in de voormiddag nog een Duitse auto voorbij was gekomen , kwam in de namiddag rond een uur of 5een Canadese tank triomfantelijk Rollegem binnengereden. Aanstonds was er een massa volk op de plaats verenigd. De oude burgemeester besteeg weer zij troon, en hij werd feestelijk door het volk toegejuicht.
Hiermee sluiten we het hoofdstuk “Gesneuvelden” af. 11 November, wij zouden dit als een goudklomp in ons hart moeten bewaren en dit telkenmaal vol liefdeherdenken, het einde van de Eerste Wereldoorlog, eveneens dat einde van de Tweede Wereld oorlog 4 September. Wie kan het ons nog navertellen, Antoinette Bels was drie, toen de oorlog uitbrak, een kranige vrouw haar
oorlogsgeheugen is nog intact, ze weet nog dat ze bang was wanneer er bommen overvlogen. De tweede maakte nog een minder diepe indruk dan den Eerste, ze baarde drie kinderen volgens meneer pastoor mocht de kindermachine niet stil vallen. Haar man Remi, had meer mee gemaakt, toch zoals het overal ging werd er nooit over gepraat.
Als kind trokken met de school naar het monument, om hun overleden mede broeders( welke er aan het front sneuvelden) werden herdacht, elk op zijn eigen gemeente.
we vormden een haag en de oud-strijders stonden er met vlagen en bloemen en op hun fiere borst droegen ze vol eerbied, hun eretekens. Voor velen van hen was er na hun dood een ereperk, (een begraafplaats voor oud-strijders) Er zijn dorpen bekend die dat niet over hadden voor hen, denk maar aan Moen,Bambrugge deelgemeente van Erpe-Mere of nog Ramst, en dan schrijven mensen me:” op 11 november staan ze aan de gedenksteen van de gevallen oud-strijders huichelachtig een brief af te lezen om nadien eens goed te gaan feesten” Waarom heren ook hier geen gedenksteen wij weten ze kunnen er niet meer begraven worden, maar in Ieper aan de Menenpoort zijn het toch ook maar namen of is het zoals te Moen dat er zelfs geen namen bekend zijn?
Men denkt er aan om 2014/2018 een grote herdenking te houden wat word het voor de Belgen, ze liggen verspreid over alle dorpen en steden. Britten, Canadezen, Duitsers allen hebben begraaf plaatsen, met veel liefde onderhouden. Wat doen wij met hen, afwachten?
Zoals we nog steeds moeten wachten om op bepaalde gemeenten een ereperk te krijgen voor zij die het aan het front hebben mee gemaakt als oud-strijder, en waarvan Burgemeester, welke de enige zijn in het land die er kunnen over beslissen het onnodig achten
om eerbied op te brengen voor hen. Wat moeten onze kinderen en kleinkinderen hier van onthouden? Als de overheid er och zo weinig belang aan hecht. Waren de andere soldaten(landen) dan zoveel beter dan de Belgen? Heren wethouders denk daar maar eens over na.
Wanneer zij; “de allerlaatste getuigen”zich de vraag stellen, “ Wat denk je komt er weer oorlog” heeft het toch aan dat mensen er voor vrezen.
Ik hoop dat jij trouwe lezer en zij die, in de toekomst het doorneemt, er iets van op gestoken hebt, helaas wij kunnen er niet veel aan verhelpen alleen hopen dat er nooit meer oorlog komt. En dat er weldra vrede mag komen over alle gebieden. “Nooit meer Oorlog”
Bedankt aan alle lezers, en als je vragen hebt, of iets kwijt wil laat het weten we kunnen nog steeds toevoegen.