Het schijnt dat de oude groote hofstede een overblijfsel dier heerlijkheid is of dezelve vervangt
Burgemeesters 1799
of Maire de Rolleghem
In 1769 werd te Moorsele Constantin France Vandermeersch geboren, hij trad in het huwelijk met Marie Theese Everaert en woonde op de plaatse. Hij bleef burgemeester en wierd lid van den Provincieraad, en stierf in 1849.
Van 1849 tot 1866
De zoon Constantin Vandermeersch
Van 1866 tot 1870
Joseph Warrot hij gaf onmiddelijk ontslag en August Herbau was dienst doende burgemeester.
Joke Buysschaert Joke het jongste uit het gezin 13/4/1981 een onopvallend meisje van 18 jaar in 1999 die misschien de nieuwe Gella word. Ze was onopvallend maar als je goed toekijkt draagt ze reeds de zwarte gordel en neemt ze moeiteloos het op tegen stoere binken. Toen ze pas zeven was kwam ze door haar broer in contact met de judosport. Gelukkig maar heeft ze haar ervaringen nog nooit in de praktijk moeten gebruiken . Ze volgde L.O. aan het ST. Theresia-instituut in Kortrijk. Na de witte, gele, oranje, groene, blauwe en bruine gordel heeft ze nu de zwarte behaald. Je krijgt dat niet zomaar je moet een aantal tornooien winnen met de hoogste score tot je 10 punten behaald. Vervolgens moet je voor een jury een examen doen. Voor Vlaanderen vinden die in Zele plaats. Het was mei 1997 toen ze haar zwarte gordel 1ste dan had. Ze won reeds diverse tornooien in haar categorie(-70 kg.) in 1998 Jeugd tornooi Herentals, tornooi der fruitstreek in St.Truiden , beker van Laakdal, Trofee van Vlaanderen, Open Brabant, Toornooi van Bree. In 1999 won ze het kampioenschap van West-Vlaanderen en werd tweede in het kampioenschap van België. Ze is vast van plan om door te gaan, op de vraag of er tijd is voor jongens zegt ze: “ ik train veel met jongens”. Haar grote voorbeeld is Vandecaveye. Ze zou heel gaarne bij de Rijkswacht gaan, helaas het zijn lange wachtlijsten en het kan wel 2 jaar duren, intussen kan ze haar diploma L.O. halen aan het Reno. We hebben intussen een beloftevolle atlete voor de komende jaren.
De sectie D het punt tussen Bellegem en Dottenijs is verdeeld door de baan naar Eynde (Einde)Muynckendoornstraat.
Hier spreken we over de langste weg van Rollegem: vanaf Walle over de Rollegem-Knok tot aan de Waterval doodlopende op E 403 en aan de andere zijde het vervolg maar nu Einde Muynckendoornstraat en vervolgens naar Dottenijs.
Du Flou, woordenboek der toponiemen deel XL, p. 57: Wijk van Rolleghem en Belleghem Buurtweg nr. 6. Verwijs en Verdam p. 1893: Moniken( monken, muniken munken: Duinheren van Brugge van de orde van de cistercienen De Bo p. 630)
De hoeven van Gesquière sectie D.N.262 en Herbau sectie D° n° 378 en 379 Zij zuiden van de baan van Rollegem naar Luigne. Waarop het zuidelijke deel het belangrijke gehucht Tombroek bevindt. Moeras van tombes, dat onderverdeeld is tussen vier gemeenten, Rollegem, Dottenijs, Luigne en Moeskroen. Het is ook op de weg gaande van steenweg Rollegem- Luigne naar Dottenijs, komt u het gehucht Malpont tegen.
Sectie B ten noorden door het grondgebied van Kortrijk. Langs het oosten door de steenweg van Kortrijk naar Luigne die midden door Rollegem loopt.
De sectie C begrenst door de buitenwijken van Kortrijk, de Fabrieksbeek en eveneens de steenweg naar Kortrijk.
Hier spreekt men over De Rollegemseweg, vanaf O.L.V. ter Spiegel naar de Marionetten, vervolgens Schepenhuisstraat, Statiestraat naar de Tombroekstraat en naar Luigne.
Marionetten: Du Flou, woordenboek der toponymie, deel X. p. 147: herberg te Rollegem.
Woordenboek der Nederlandsentaal deel 9, p. 241 : Marionetten: znw vr. uit het Frans marionette, van Marion, verkleinw. Van Marie. Soms wordt de vorm marionette ook in het Nederlands onveranderd gebruikt.
“Marionetten zijn kleine beweegbare figuurtjes van bordpapier, hout, metaal, ivoor of been, waar kermislopers zich mee bedienen om het gemene volk te vermaken(Chomel 1963 b)”
Minachtend ook gezegd van iemand die geen wil heeft.
Nederlands Etymologisch woordenboek de Vries p. 429
Marionet: znw. vm. Fra marionette “ pop die met draden bewogen kan worden.
ital. Marionetta eig. “poppenkop op de narrenscepter” Het woord is gevormd van Marion, vleinaam van Maria.
Sectie A tussen de Sint- Annaweg die ten westen de scheiding maakt tussen het grondgebied Marke en Aalbeke, gaat naar Moeskroen en langs de andere zijde naar de Schreyboom. Het is bij de Schreyboom dat de hoeve van Karel Herbau zich bevindt. Wat kunnen we hiervan onthouden?
De Schreiboom van Rollegem( een gehucht) Atlas der buurtwegen : cfr. Situering op plan
Slosse Rond Kortrijk, Deel III p. 1610 : “Onze voorvaders hielden zekere bomen in grote eer en planten ze bij voorkeur aan een kruisstraat en hofpoorten om van rampen en ongeval vrij te blijven, het waren menigvuldig( meestal) Lindebomen.
Later werden ze met een kruis of Lieve Vrouw beeldeke voorzien. De Schreybomen dienden tot de verering van de heilige Maagd.
Fonds DÂ’ Ennetieres 2400 (1764) : De Schreyboom wordt vermeld en getekend (Tuyttens Fabienne)
Fonds Colens 206 : p. 53 daar wordt de naam Schieboom vermeld
= het leenboek van Cortyck 1649.
Du Flou, woordenboek der Toponiemen: deel XIV, p. 414: wijk van Rollegem.
Du Flou, in zijn woordenboek der toponymie deel 14, p.968, herberg en wijk zo genoemd. Uit de toponymische studie van Rollegem Tuyttens Fabienne 1985/1986.
Aanwinsten VI 1930 : een erfve behuyst wesende een herberghe genaemt den smockelpot.
SBK fonds G.G. cod 222 : “Terrier du Coster “ de Saint-Martin de Courtai.
Titre : beschrijvinge behelsende de consistentie van de groote ende ghelegnheijdt vande Costerthiende gheleghen in de prochie Cortryk-buyten recht voor de hermitage van Sinte Annacapelle, beginnende dese thiendee van Joseph de Penthevilles, tot aende herberghe bij de Callewaert-bosch- genaemt den Smockelpot, . . .
OSAK 1204 : Landboek van Cortryck-buyten(1762) de herberghe geseyd den smockelpot.
-Smokkelen = “ misten, motregen” Bij de Bo smokklen alf. Van smoken = dampen, roken. Engels : to smoke. De zelfde wortel bevat smuiken, met dezelfde betekenis.
Ook smoren betekend trouwens zowel “misten” als “roken”.Debrabandere(Leiegouw, 1972 II, 186)
Reeds voor de oorlogen bestond er een voetbalclub zoals bij ieder gemeente die zich waardeert Na de oorlog kwam er opnieuw nieuwe andere en betere. K.W.B.-voetbalploeg gesticht te Rollegem 14/4/1979. Deze werd omgezet in sporting rollegem, welke nog later zou fusioneren met Aalbeke om de VAR te worden, maarvelen zijn geroepen toch weinig zijn uitverkoren. Hoeveel starten er niet per jaar ook hier te Rollegem met voetballen ? (Te veel om op te noemen, en om er geen te vergeten laten we dit hier in het midden) maar hoe weinig zien we er van terug in nationale ploegen laat staan internationaal. Maar goed wanneer men niet probeert kan men het niet weten. Velen zijn geroepen weinig uitverkoren of zo iets .Toch kennen we mensen die internationaal bekent zijn in die wereld, denken we maar aan Willy Verhoost (toch een zeer bekende Rollegemnaar) bij Excelsior Moeskroen, Lokeren Daknam geen speler maar toch, en wat te denken over die het wel verder schopte
Lieven Vandevenne
Een 18 jarige, eerder van het tengere type levert zijn eerste bewijs in 1975 als op de linkerflank postvat en zich dadelijk in het spel mengt, en zich al dadelijk in het publiek laat opmerken. Prettig vind iedereen het als zo een “Kleine” een grotere en oudere tegenstander op het veld en sportieve neus kan zetten. De story van David en Goliath die zich steeds herhaald.
Hij werd geboren op 31/5/1957. Hij was tien jaar toen hij zijn ontluikende voetbaltalenten te Lauwe aanbood. Hij debuteerde op de linker flank. Meestal met doelpunten van het zelfde patroon. Tegenstander voorbij, naar binnen zwenken en vervolgens naast de verste paal tegen het net. 57 maal lukte zulks in zijn tweede miniemenjaar. Bij de knapen verliep het al even vlot en scholier was hij slechts een seizoen. Twee jaar bij de juniores met regelmatige selecties. In april 1973 liep hij in een wedstrijd tegen Mons een Kuitbeen breuk op, een grapje welke hem elf weken gips kost. Hij liet de moet niet zakken hij is zelf doorgestoten tot het eerste elftal. Met zijn 1,71 meter en 60kgr voelde hij zich in 1975 op zijn gemak.
In 1977 als 19 jarige gaat Lieven Vandevenne naar R.C. Harelbeke derde nationale, paarswit
1982 Vandevenne met Harelbeke in tweede nationale, in woord en klank is wat meer bezadigdheid te bespeuren, omdat zijn jong gezinnetje aan Liselot een eerste kindje heeft? Hij verlangt er naar om ooit in eerste nationale te spelen. Hij verliet W.S. Lauwe om naar Racing Harelbeke (de ratten) te gaan, het kon even goed Cercle Brugge geweest zijn, maar hij was bang op het invallerbankje te zullen wegdeemsteren. In 1983 oogde lieven naar het buitenland, Harelbeke bleef in tweede.
Lieven Vandevenne verloren voor het topvoetbal? Hij werd op de transferlijst geplaatst bij Harelbeke. Vraagprijs anderhalf miljoen, maar het komt niet tot een overgang. Bij gevolg moet de middenvelder zich tevreden stellen met een kleine tien procent van die som. Ik ben pas 26 en dus op mijn hoogte punt van mijn carrière. Preciesomdat ik een niet zo geslaagd seizoen achter de rug heb, wilde ik het komend jaar er serieus tegenaan gaan. Daar zal nu wel niet veel van in huis komen. Lieven Vandevenne nu al verloren voor het topvoetbal? Hopelijk niet!( 9/8/1983)
September 1983 Lieven speelt nog bij Harelbeke. Zoals reeds eerder gezegd, als we er toch vergeten zijn laat het maar weten!
De vrijdag vanaf 14 u St-Antoniussponsortocht voor de lagere school, en afhalen van kerstbomen aan huis.
Om 18u klokkengeluid om de feestelijkheden aan te zetten, Kerstboomverbranding, Glühwein, jenevertent, frieten en patékaarting.
Zaterdag tentoonstelling “Kerk van Rollegem” van kunstschilder A. Platteau, doorlopend patékaarting.
Zondag vanaf 9.45 u Antoniusstoet,( Den Belleman, heer van Rolleghem,de schout en den Baljuw) gevolgd door Antoniusmis door gewezen medepastoor E.H. André Desimpel, met koor Crescendo. Feestpredikant E.P Rik De Bock, directeur van het Don Boscocollege.
De koptischmonnik, werd uitgebeeld door Pascal Deloof.
Tractorenwijding, om 11.30 receptie, in de vroeger jongensschool(O.C.) 12.30u hutsepot
Vanaf 14u St-Antoniuswandeling, uitslag tombola,
Maandag om 14.30u koffie, gebak, vriendenkaarting en koffietafel.
Dit jaar werd een Wilgentwijgen beeld meegedragen in de stoet, het is een St-Antoniusbeeld gemaakt uit wissen, een bepaalde soort wilgentenen, namelijk het Belgisch rood. Het wordt rood genoemd omdat na het drogen een bruinrode kleur krijgt. Het beeld is van de hand van Magda Peeters, een kunstenares uit Wevelgem.
Nu prijkt het beeld in de kerk. St-Antonius-Abt is vereeuwigd in wilgentakken. Er was ruime belangstelling voor de St-Antoniuswandeling.
Het grondgebied van Rollegem, een onregelmatige rechthoek die zich uitstrekt in de lengte van noord tot zuid en onderverdeeld in vier secties aangeduid A. B. C. D. Rollegem heeft de vorm van een laars zonder hiel.(Banaanvorm)
Het grenst ten noorden aan de buitenwijken van de stad Kortrijk, ten oosten aan Bellegem, ten zuiden aan Dottenijs, Lowingen en Moeskroen
Ten westen aan Aalbeke en Marke.
Ten noorden aan de grondstukken met het Kadasternummer 27, 30, 31 en 32 en op het westen op de weg van Kortrijk naar Bellegem de genaamde Rollegemhoek of landtong van Rollegem, nu Walleweg.
Wanneer men zich naar Bellegem begeeft of ten oosten van de gemeente ziet men de Mortangnestraat of de rue de Mortange die verbasterd werd in de rue de Mortagne.
Deze weg ging langs de kadasternummers 384, 385, 390 en 394 en gaande van oost naar west. Langs het oostelijke deel loopt de Fabrieksbeek die op een bepaalde lengte ook de scheiding maakt tussen Rollegem en Bellegem.Het stuk van de Mortangnestraat is nu ingenomen door de autosnelweg E17. Links van de baan van Rollegem naar Luigne is de oude hoeve “De ijzeren poort” of “Porte de ferré” genoemde kadasternummers 515, 516a, en 516b in de sectie C. We bevinden ons hier in de Tombroekstraat aan de begraafplaats.
Ook in deze C sectie onder 500 staat de Rollegemsehoeve gekadastreerd.Het
Langs de weg van Rollegem naar Dottenijs op het Kruispunt van de rue de Candlé(wat betekend Lichtmis) gaande van Bellegem is de plaats Waterval genoemd, (aflopen van water) Thalweg kadaster 371.Ten noorden van de waterval, in de sectie C ziet men de hoeve Van Neste, die eigendom is van graaf Lodewijk della Faille, gehuisvest te Gent.
Voor de tweede opeenvolgende keer bundelde men opnieuw de krachten te Rollegem om St-Antonius te vieren.
Dit jaar kwamen nog meer landbouwers uit de streek afgezakt naar de wijding, van Oldtimers, naar de meest moderne trekkers ja zelfs allerhande zelfrijders machines uit de landbouw kwamen afgezakt.
Opnieuw een driedaags feest. Zaterdag receptie en Kaarting, zondag ommegang met aan het hoofd de belleman, en natuurlijk het zwijn. En de maandag opnieuw paté Kaarting.
Inde kerk een prachtige tentoonstelling van miniatuur trekkers (geert Kints) en natuurlijk de St-Antoniuswandeling. Opnieuw was de opbrengst bestemd voor de vernieuwing van de zaal.
Wie financieel wilde overschrijven kon dat op het rekeningsnummer
Deze keer was de voorganger in de kerk Mgr. Laridon, ook pastoor Dejaeghere, was met zijn foto aanwezig.
1994 Eerste St-Antoniusfeesten zowel kerkelijk (noveen)Van Pastoor Dewulf en het profane of burgerlijk door de mensen van de Folkloreraad.
Is er geen spreekwoord dat zegt; “Het is verbazend wat je kunt presteren als je er niet omgeeft wie er de eer van draagt”
Het duurde tot 1994 voor aleer Rollegem opnieuw de draad zou opnemen om een noveen te doen ter ere van hun St.-Antonius.
We laten EH Dejaeghere aan het woord: Verleden jaar in de maand maart streek hier een nieuwe pastoor neer, EH Willy Dewulf. Tijdens zijn korte verblijf bij ons heeft hij zich al menige malen positief weten in de belangstelling te brengen. We zijn nu zondagmiddag en beginnen aan het hutsepotdiner waarvoor 300 parochianen zich hebben ingeschreven.
Het was een 3-daags programma zaterdag werd gestart met een kindermis om 17 u, gevolgd door een geslaagde patékaarting in de parochiezaal .
De zondagmorgen trok een heuse stoet uit voorgegaan door het plaatselijk muziekkorps, in de stoet liepen 8 verklede paters met op een draagberrie sjouwden ze met een geslacht varken. Den toen nog onbesproken bisschop van Brugge stond ze op te wachten aan den ingang van bomvolle kerk.
De opbrengst, want het was ook nog de maandag namiddag een voortzetting van de patékaarting waar heel wat volk op aanwezig was, zou dienen om de parochiezaal te verbeteren.
Pastoor Dewulf wilde de parochiezaal vernieuwen, dus er moet zaad in het bakje komen, hij ging als Salesiaan aan het schooien, maar wij, Vanbelle Dirk toen voorzitter van de folkloreraad en ik zelf dachten eerder aan een geweldig feest na het gebeuren in de kerk.
Maar hoe kun je het verwezenlijken?.
Met deze gedachten trokken we naar de oprust gestelde pastoor EH. Dejaeghere, en dat zouden we doorvoeren met Dewulf aan het hoofd.
De man in kwestie lieten we in het ongewisse, anders kon, of zou het plan niet slagen, hij was de aangeschreven persoon en wie waren wij, zelfs nu nog is men overtuigt dat de Dewulf de man was laat staan. Maar goed het plan lukte.
In lange nachtelijke vergaderingen werd het concept samen gebundeld, we hadden veel gezien in Ingooigem, en we konden dus er iets moois van maken zonder
Het te Kopiëren. Het varken verloten, hutsepot voor iedereen, tractoren wijden in plaats van dieren, Paté Kaarting en het feest kon beginnen. Nog een St-Antonius, een toneelspeelder (Pascal Deloof) erbij. De paters kleding vonden we te Ingooigem. De muziekmaatschappij en de verenigingen sloten zich automatisch aan.
Met (onze stroman)pastoor Dewulf op de kop starten we de eerste St-Antoniusfeesten. Den optocht van aan de pastorie, in plaats van aan een café zoals in Ingooigem (De Halve Maan). De tractoren wijding (meer dan 50 ) na de mis in plaats van dieren wijding voor de mis(Ingooigem) Hutsepot (gemaakt in het klooster) in plaats van middagmaal. Verloten van het zwijn in plaats van per Amerikaans aanbod en ga zo maardoor. De mannen van de Folklore hadden het weer eens gemaakt!
Het werd een daverend succes, meer dan 300 mannen en vrouwen aan tafel, laat de pastoor maar pronken, de Folklore had het gemaakt.
Je kon zelfs een St-Antoniuswandelingen maken. En zo waar den eerste die kwam de mis voor gaan was zoals reeds hoger gemeld de baas van Brugge( Bisschop)
We sloten het feest af met een prachtig inkomen welke zou dienen om de zaalin een nieuw kleedje te steken.(Zie parochiezaal)
“Microb” het kampioenen paard van Erna en Marcel Doutreluigne is afkomstig uit de stal “Ponderosa” van Otegem. In 1977 Behaalde hij 25 overwinningen, in 1978 , 24 overwinningen. “Microb” behaalde zijn 8ste nationale titel in de vlucht van 1,1 m.. In het kampioenschap van West-Vlaanderen behaalde Microb met Jockey Geert Devinck de 8ste prov. Titel te Rollegem
Het kampioenen paardje “Microb” van de stal Erna en Marcel Doutreluigne blijft verbazen. In 1979 werd het voor de tiende maal West-Vlaams kampioen. De laatste vijf jaren met Geert Devynck. De eerste twee jaren met Charly Defoort uit Otegem en dan drie jaar met Nancy Bloeyaert uit Kortrijk. “Microb” zorgde op zijn dertiende levensjaarvoor de achtste maal kampioen van België te worden.
Nancy Bloeyaert uit de Roterijstraat te Kortrijk het zover brengen om 5 jaar na elkaar de nationale titel te behalen met het kampioenenpaardje Microb uit de stal Doutreluigne uit Rollegem Waarna ze overstapte in 1979 naar de grotere paarden namelijk de “Queen” en er hoop even veel titels te kunnen behalen.
In de stal zijn nu 5 paarden en vijf gaan er aan de sporthoogdag meedoen , onder andere Microb, Arami, bereden door Geert Devinck uit Bredene e,n Prospect, en Dorina, door Noël Vanhousebroek uit Gistel.
Dicht bij de gouden rivier zoals men zo poëtisch het stinkende water, gebruikt voor het roten van het vlas noemt, daar ligt Rollegem-over –Leie. Gelukkig op een zekere afstand wat niet slecht is voor de lucht die men er inademt. De gemeente bevindt zich aan gene zijde aan de Leie in vergelijking met Brugge den hoofdstad van West-Vlaanderen. Een historisch ongekende gemeente. Eén, waarvan het zeer zeldzaam is om er een werk van te vinden. Ze is ontsnapt aan ernstige studies van de oude geschiedschrijvers die noch lange noch korte geschiedenis schreven.
Le Dictionaire encyclopedie de geografie historiek du Royaume door August Jourden, gepensioneerden Kapitein schreef in zijn eerste editie in (1868-69 )
deel II, p.803, col. 2 hij beschrijft Rollegem als volgt:
Rolleghem , West -Vlaamsegemeente, administratief arrondissement,gerechtelijk e arrondissement en kanton van de vrederechter van Kortrijk. (op het ogenblik 2de kanton van het vredegerecht Kortrijk) Militiekanton Belleghem( Nu, twaalfde militiekanton van West-Vlaanderen, hoofdplaats Mouscron) Bisdom Brugge.
Bevolking: 2329 inwoners. Het heeft een oppervlakte van 847 hectaren 63 aren 28 centiaren. (in 1865 was de bevolking 2194 inwoners; in 1870 was het 2334 om daarna te verminderen tot het huidige cijfer van 2232)
Ligging: 7 kilometer ten Noordwesten van Kortrijk, iets minder van Moeschroen en 50 kilometers ten Zuiden van Brugge en Gent.
Waterlopen: Twee beken die er ontspringen en die de Heule zijrivier van de Leie vloeien. Rollegem lag voortijds in een put verzonken door menigvuldige overstromingen der drie beken waar twee samen vloeien. Het ligt tweeëndertig meter boven de zeespiegel.
De grond bestaat uit Klei(Leem) en Zand.
Industrie en handel: Landbouw, katoen en wollen stoffen, ververijen, brouwerij, de steenbakkerij en de fabricatie van mosterd zijn ook industrie van Rolleghem.
Het postkantoor is in Kortrijk.
Gehuchten; Vorst, Klijtgat, Knock, Kruysstraat, Lantenhoek, Mauvaispont, inheemse naam Malpont, in het Vlaamse Kwadebrug. St. Anna, Schreyboom, Tombroek, het zou moeten zijn Ten Brouck, maar te Rollegem schrijft men Tombroek . En Zevencote, men moet hier niet verwaren met Zevecote bij Gistel.
Er was ook een tweede uitgave van dit belangrijke werk, en daar ligt Rolleghem nog steeds ten Noordwesten van Kortrijk, daar waar het eigelijk ten volle aan de Zuidkant van de stad ligt. De waterlopen springen niet meer over de Leie of dringen niet meer onder de grond om de Heule te vervoegen doch gaan ze nu verliezen in de Schelde.
De werkelijkheid is dat er twee beken ontspringen en eindigen te Rollegem en zich samen voegen aan de kapel van de Schreyboom schrijft Graaf du Chastel de la Howarderie-Neuvireuil. In zijn uitgave van 1904 schrijft hij de juiste namen van de beken; Bondillebeek en de Weimeersbeek wanneer ze samen vloeien geeft hij ook de juiste naam Fabrieksbeek. Hij noemt het een riviertje, dat zich langs Dottenijs in de Spiere werpt, zijriviertje van de Schelde.De Spiere is in werkelijkheid een rivier in Noord Frankrijk en Vlaanderen ca 15 km. Lang onbevaarbaar, die ontspringt in Roubaix.
Het heeft twee bijrivieren: de grote Spiere welke ontspringt in Lowingen en te Spiere in de Spier uitmondt. De kleine Spier ontstaat in Moeschroen. Er is ook het Spierekanaal voor schepen tot 300 ton, gemaakt in 1843.
Intussen weten we dat de Bondillebeek ontspringt bij de wat men vroeger noemde de maalderij van Renard op het gehucht de Lante aan het huis nr. 155. Ze heeft een lengte van 822 meter. 3de Categorie.
De Weimeers ontspringt wel degelijk te Aalbeke(bij het huis van F. Ysebaert
De grootste beek is wel degelijk de Fabrieksbeek, gevormd door de samenvloeiing van de Weimeersbeek en de Bondillebeek op het einde van de Beekweg. Zij heeft een lengte van 1895 meter, 2de categorie
Deze vormt de natuurlijke grens met Bellegem. De Fabrieksbeek geeft haar water aan de Spierebeek te Dottenijs en deze mondt uit in de Schelde te Spiere. Vandaar dat men zegt Rollegem behoort tot het stroomgebied van de Schelde of tot het Scheldebekken. Deze is 1553 m lang en behoort tot de 2de categorie. Zij blijft nog 1282 meter de natuurlijke grens vormen tussen Rollegem en Bellegem.
Rollegem is het grootste deel Scheldegebied. Een klein deel, dat van de Knok loopt af in de stedebeek, die haar beginsel heeft op de Knok en die de grens vormt met Kortrijk en verder tussen Kortrijk en Bellegem onder de staatsbaan van Kortrijk-Doornik door Zwevegem in de Gaverbeek te Deerlijk uitmondt in de Leie.
Rollegem heeft niet alleen een eigen naam maar ook een lap of spotnaam, te weten “Bot Rollegem”. Rollegem kan deze naam wel in vroegere tijden verdiend hebben, het lag in een put en in ’t slijk verzonken met onhebbelijke wegen en buiten alle gemeenschap. Zijn inwoners waren deugdzaam doch ruw en onbeschaafd.
Thans is het een zeer fatsoenlijke prochie, waar geloof en zeden, werkzaamheid en orde alom vrede stichten en welstand verschaffen. In de loop van de laatste twintig jaar is het veel verpreuveld (verbeterd, opgefleurd) Het kreeg post en tram en telegraaf en bovenal een kerk, die de bewondering van iedereen verwekt en waarvoor alle buurt parochies de duimen en vingers moeten aflikken.(Zie verder op het blog)
De naam van “Bot” past beter op het Bossuit dat hier in de reke staat van zot Avelgem, dom Moen en venijnig Heestert.
Al de naamplaatsen die op “gem.” eindigen zijn van Frankische oorsprong. De naam van ons dorp wordt op twee manieren verklaard;
Heel lang geleden zou een Frankische boer Rol of Rollin hier een hoeve gebouwd hebben, de naam van den boer is Roll. Voeg daarbij gem, hem, heim en je bekomt Rollegem.
In de twaalfdeeeuw werd Rollegem, geschreven Radelegim, Radelingen en Radelgem. In deze drie benamingen komt het woord “Rad” of “Radel” voor wat betekend wiel.
“Gem” komt van heim en betekent woonst
Ons dorp zou dus kunnen een haltplaats geweest zijn voor karren, wagens en koetsen halfweg de Heirweg Doornik Wervik. Radelgem werd Rollegem.
Van de heer Du Chastel werd gezegd dat het een uitmuntend man is in geslacht- en wapenkunde.
Lang geleden, mijn kinderen zouden zeggen: "ons vader ga spreken van in den tijd dat de dieren nog konden spreken", wanneer ik zo een verhaal begin.
Hoelang hier St-Antonius reeds werd vereerd is in mensen heugenis niet bekend.
Maar inderdaad het is lang geleden, men schrijft dat Rollegem druk bezocht was om Sint-Antonius te komen vereren ergens in de 18de 19de eeuw, vooral door mensen van Luinge en omgeving.(zie de kerk van St-Antonius) Er zou een beeltenis in het drieluik geweest zijn wanneer het hoogaltaar werd weggenomen.
Wat wel zeker is dat er in het hoogaltaar de beeltenis van St-Antonius stond.
Iets korter bij is dat onderpastoor Desimpel, de noveen opnieuw in leven zou geroepen hebben, blijkbaar zou het eerste beeldje wat ik aangekocht heb in het toenmalig huis Dursin nog een uitgave er van geweest zijn. Het huis Dursin welke gelegen was in de Rollegemkerkstraat Nr. 3 (nu den Bloembol), verkocht die beeldjes. En ze zijn toen mee verhuis naar de Aalbeeksestraat. Maar ook dat bleef niet bestaan, de mensen bleven wel naar hier komen, maar van een noveen was er geen sprake meer.
Ze zeggen; “zwicht als men u een schouderklopje geeft, dat er geen mes tussen de vingers kleeft” maar ja ze zeggen zo veel. En toch dit is mijn St-Antonius verhaal. Ik zeg eerlijk naar de Toontjesfeesten van Ingooigem ga ik nog ieder jaar.
St-Antoniusfeesten
Oorspronkelijk was hij een rijkeluizoontje maar toen hij de evangelieteksten hoorde “ verkoop al u bezittingen en schenk ze aan de armen” volgde hij de raad letterlijk op waarna hij in eenzaamheid ging leven? Hij werd hevig bekoord door de duivel doch door gebed en strenge levenswijze kon hij zich op het rechte pad houden.
Hiervoor werd hij beloond met de gave dat hij bij zichzelf en andere de duivel kon uitdrijven.
Vertrekkende van die talenten werd hij stichter van verscheidene kloosters. In 1050 werden vele relikwieën overgebracht naar een plaatsje in Zuid-Frankrijk dat sindsdien St-Antoine-en-Dauphine werd gedoopt. In die tijd werd het hele westen geteisterd door het “ mal des ardents” later het Sint-Antoniusvuur genoemd.
Tijdens de middeleeuwen genoten de Antonieten het grote voorrecht dat ze hun varkens vrij konden laten rondlopen op zoek naar eten.
Om de zogenaamde Sint-Antoniuszwijntjes te herkennen, werden de dieren belletjes omgebonden. Belletjes en zwijntjes zijn aldus de kenmerken geworden van Sint-Antonius, en deze werd er door beroemd als Sint-Antonius met zijn zwijntje.
Zo werd hij ook beschermheer van het vee en de landbouwers.
Te Ingooigem, in de volksmond Yvegem, behoort het sinds generaties tot de parochiale traditie dat de patroonheilige Sint-Antonius op 17 januari of op de daaropvolgende zondag op een heel speciale manier wordt vereerd.
Sinds 1952 werd deze traditie in zekere mate omgebogen door het comité van Yvegem sportief onder de leiding van de gewezen burgemeester Oktaaf Bekaert.
De bolhoedheren deden hun intrede en de stoet werd iets degelijker in mekaar gezet.
Vroeger waren de opbrengsten van de offergaven , die na de mis met Amerikaans opbod werden verkocht, nog voor den openbare onderstand, terwijl ze nu nar de kerkgemeenschap gaan.
De traditionele verkoop na de eucharistieviering, is al de moeite waard om eens “live” mee te maken. De dag voor de zwijntjeskermis aanvangt, gaan de bolhoedheren bij de boeren en neringdoenersaankloppen naar offergiften van St-Antonius waarmee meteen de bescherming van het vee wordt afgesmeekt.
Op Toontjesdag worden die offergaven dan bij wijze van “Amerikaans opbod” aan de bedevaarder te koop aangeboden.
Nog dit de offergaven kunnen variëren van een stel duiven, over een konijn, een kip, of haan, vlees tot geld. De dieren worden dan in het gemeentehuis gebracht en daar krijgen ze eten en drinken.
Vroeger en dan spreken we van voor den oorlog, duurden de feesten een hele week nu nog twee dagen, de mensen deden toen nog hun bedevaart langs den buitenkant van de kerk? Zelfs nu nog zijn er mensen die de moet opbrengen in de vrieskoude rond de kerk te trekken.
De verkoop van de koeken is intussen verdwenen, en vervangen door een druppeltent. Zoals het nu verloop is het nog steeds zoals het terug begon in 1952.
De zwaarste karwei is voorbehouden aan de dragers van het zwijn, het zijn kinderen, gehuld in paterskleren. In den stoet met vooraan de fanfare trekken alle verenigingen mee met hun vlaggen, gevolgd door alle dekens, prinsessen, kampioenen en koningen, welke de gemeente rijk is, samen met de geestelijke, de bolhoeden de strohoedenheren uit Roeselare, de St-Antoniusvrienden uit Zonnebeke en dan sluiten de bedevaarders aan.
Daar we als afgevaardigden van de folkloreraad, opzoek waren naar nieuwheden trokken we met een paar mensen naar de toontjesfeesten en leerden er de bolhoeden kennen. Nadat we hier te Rollegem de verkiezing kenden van de “heer of de vrouwe van Rolleghem” trokken wij op 17 januari 1988 voor het eerst mee in de stoet van de St.-Antonius-Winterommegang te Ingooigem. Onze viering zou plaats vinden telkens op de zondag voor de zeventiende, het feest van St-Antonius
Hoe het begon, in 1968 vatte Marcel Doutreluigne en Erna welke in 1956 gehuwd waren, het plan op om het weiland achter hun woning kort te houden. Ze konden in august van 1968 beslag leggen op “Igor” een paardje uit de stal Lesage uit Otegem. Rond die tijd kwam ook de West-Vlaamse ponysport in volle bloei. De microbe zat hun weldra in het bloed en er werd getracht ‘Igor” in de piste te brengen. “Igor” was er zeer gerust in, dus een nieuw paardje moest en zou er komen. Zij kochten “Polly” in januari 1969 en dat was een meevaller. Hun jockey Filip Vervaecke zorgde er voor dat “Polly” in 1969 driemaal als eerste over de streep ging en 17-maal de tweede plaats veroverde. Hun succes moedigde ze aan en ze kochten “Hector” een Engelse vluchter voor reeksen van 1,20 tot 1,25m Met Hanske Vantroys of Eric Geldhof op de rug. “Hector” van de stal- Doutreluigne op acht koersen zeven overwinningen en een tweede. Het paard verhuisde naar de “Ponderosa-stal” te Otegem, want men had reeds “Brendy” op het oog die door jockey Eric Geldhof in ieder koers in de eerste drie wist te loodsen, met daarbij nog elf overwinningen wist in de wacht te slepen.
Sinds 1970 is er in de stal- Doutreluigne de wilde “Casimir” aan het trainen tot vluchter, die volgens kenners zal uitgroeien tot een primus.
Achtereenvolgens kreeg de stal- Doutreluigne nog “Pistache”, “Silver” en “Bredy” en op 27 juli 1975 wordt er gestart met “Microb” welke reeds in 1973 kampioen werd in Bredene, in 74 te Rollegem om samen met de nieuwe aanwinst “Prospect” ook hier opnieuw kampioen te worden. Microb behaalde toen ook met zijn berijdster Nancy Bloeyaert, welke op deze ren, een staande ovatie kreeg, ondanks het verbod van de dokter, door de val, van de zondag daarvoor, waar ze gevallen was en haar neus gebroken had. Ter gelegenheid van de twee behaalde titels van kampioen werden Erna en Marcel op het gemeentehuis ontvangen mei 1976. Geert Devinck uit Bredene die “Microb” bereed en Noël Vanhousebroek die “Prospect” bereed
De korte rallycarrière van Bernard is niet zo heel moeilijk, zo schreef men in 1984. Vader Munster was destijds al evenzeer door de autosportmicrobe bezeten. Met een pas verworven rijbewijs in een simca Rally I zette hij zijn eerste schreden op het Mandes circuit. Hij beproefde daarna zijn geluk achter het stuur van de Sunbeam van Remi Marquet, de vroegere Talbot Cup winnaar in België. Op Rallygebied was Bernard een 22 jarige student public relations in 1983 aan zijn derde seizoen toe. Eindelijk een eerste volledig jaar. Zijn eerste twee jaar waren zoals men zegt het leergeld. Hij wilde absoluut in Groep A uitkomen, vandaar de omschakeling naar Opel-Kadet. Hij werd winnaar van Groep A in de rally Van Haspengouw en in Ieper. Met wat tegenslagen In de Bianchirally, in de omloop van Vlaanderen en te Vilvoorde, kon hij zijn blazoen terug op poetsen te Kortrijk.
In Koekelare, reed hij zijn Kadet volledig in de park, doch hij verwees naar de uitspraak van Per Eklund, die stelt dat één
pert-total per seizoen het bewijs levert dat een piloot snel gaat. Bij Bernard drijft de ambitie om hogerop te komen boven als room op melk. Hij heeft een spectaculaire rijstijl en is zeer gelieft bij zijn grote schare supporters.
In 1984 kwam de doorbraak, in de “ bochten van Spa” met de Audi Quattro 3de algemeen Later in het seizoen betwiste hij nog een aantal proeven met Volvo 240 turbo, maar door pech bleven resultaten uit.
Sedert de FISA de formule 2 in leven riep , was Bernard één van deeerste om in de nieuwe categorie te geloven en meer zelfs: hij slaagde er in Renault te overtuigen met hem scheep te gaan.
Hij nam deel in 1995 aan acht manches van het Belgische inter-kampioenschap. Circuit des Ardennes was zijn eerste.
Bernard tweede in de stand en Favoriet in Jambes 1995. Stand na drie proeven Munster 1ste . Hij rijft zijn tweed zege binnen.
Hij Kroonde zich tot Belgisch international rallykampioen.
In 1996 neemt hij plaats in eenRenault MAXI Mêgane een nieuw speelgoed, het weegt 960 kg, 270 paardenkracht en werd in 400 werkuren in elkaar gezet. Munster Vijfde algemeen in de 24 uren van Ieper en winnaar in de formule 2.
In de deelname aan de Britse RAC-Rally( laatste wedstrijd voor het wereldkampioenschap rally-twee-liter)start hij met een officiële Skoda Felicia kitcar.
1998 Bernard mikt op titel in groep N.
1999 Boucles de Spa, de mooiste overwinning, een soort revanche voor wat vorig jaar gebeurd is. Gezien het ongevalna een schuiver verloor een cameraman, opgesteld in een verboden zone toen het leven. Bernard wist het trauma uit.
Juni 2003 Bernard stuwt zijn “oude “ Subaru naar de vierde plaats in Ieper, voor hem was het een fantastische rally
Geboren in 1972 het rallyteam Herpoel Vanrobaeys. Hij werd van jongs af gebeten door de microbe en zelfs na zijn ongeval van oktober 2005 is hij nog niet zinnes er mee te stoppen Een rally wagen kost een pak aan centen en vandaar een kiekenfret. Voor de achtste organiseert het Rallyteam een Kiekenfret.Vroeger te Rollegem maar door de grote opkomst zit men in het OC te Bellegem, ieder jaar zo een 700 man komt er op af.
Luc Herpoel,
drieëntwintig jaar oud 1,82 meter groot en 79 kg zwaar begon in 1973, zuiver als liefhebber, en zowel in 1979 als in 1978 geraakte hij via provinciale naar nationale titel. Voor het seizoen 1980 heeft hij gekozen voor het prototype. Het is met enige weemoed dat hij zijn geliefde plateau achterlaat. Autocross is een autosport naast rally, klimkoers, slaloms, rallycross en snelheidskoersen. Het kwam overgewaaid uit Frankrijk waar de “Tout-terrain” altijd veel publieke belangstelling heeft genoten.Het is geen gevaarlijk sport, want zowel in de plateauwagens als in de prototypes is de piloot beschermdoor een buizenstel. En bij de toerismewagens ook een beveiligd koetswerk aanwezig. De gemiddelde kostprijs van een autocrosswagen bedraagt 260.000 fr. En daarbij moeten nog een 150.000 fr bij rekenen voor de onkosten tijdens het seizoen. De nationale titel behaalde hij door optelling van de punten in 15 wedstrijden.In 1978 en 1979 gebeurde dat aan boord van een plateauwagen. Voor het seizoen 1980 kiest hij voor een prototype. De kampioen in deze reeks is Jozef Lesaffre uit Rekkem, hij is de kloppen man voor Luc. Zijn mecanicien is L. Dhondt uit Oostende, zijn sponsors zijn Hervé Stichelbout uit Rollegem en Belcotrans uit Bellegem. Hij heeft deze meer dan nodig want met 3000fr na een goeie dag kan je geen mirakels doen.
De wedstrijden worden op weilanden gereden, er komt veel bochtenwerk aan te pas, je rijd aan hoge snelheden, men haalt al vlug 150 km per uur. Voor het geld hooft je het niet te doen,wel voor de ontspanning en ambiance. Je kan je er uitleven wat je op straat niet mag, daar kan het wel. Waarom weinig jeugd bijkomt is heel waarschijnlijk te zoeken in het hoge budget van ruim 6.000 € (of 250.000Bfr) Vandaar dat men zelf crossen organiseerd.
De Gebroeders Mouton, Philip, Alain, Yves en Patrick lid van de autocrossvereniging “ Golden Wheel”. Philip, de oudste van vijf kinderen. In 1974 zijn eerste jaar was een leerjaar. 1975 Wist hij 5 eerste te behalen op 11 wedstrijden. Hij rijd bij de proto’s, dit zijn wagens met eigen gemaakte chassis en motor tot 3000 cc. Hij rijd met een 2000 cc? Hij werd in 1975 West-Vlaams kampioen.
Patrick Mouton Geboren op 21 maart 1959,de schoonbroer van Renzo heeft een passie voor autocross. Sinds zijn16 is hij automecanicien, iets later werkte hij in een BMW garage en al zijn vrije tijd gaat naar de voorbereidingen van de autocross. Hij wilde samen met de fans van Renzo hem weer op het circuit helpen.
Het begon toen broer Philippe in 1973 in de duik zonder mede weten van moeder een auto kocht. Het was een “Plateau” die altijd het chassis van een kever (volkswagen)moest hebben. Het karretje had een 1200 VW motor. Van de “plateaus) Hij stapte al gauw op de prototypes over. Algauw gingen alle broederscrossen. Hij was toen 18 jaar en studeerde op leercontract voor mecanicien. De auto stond bij een nonkel welke garagehouder was. Zijn broers zijn intussen gestopt. Hij reed achtereenvolgens met BMW- motor, Renault Alpine, Porsche, BMW en VW. Met Renault en Volkswagen werd hij reeds zes maal Kampioen. De laatste titel dateert reeds van vijf jaar terug. Sedert een drietal jaren rijd hij met een Nissan met GTRI motor, een 24 kleppen turbomotor die over gekoelde pistons beschikt. De 4X4 is goed voor ruim 300pk. Op het circuit wordt maximum
Het is en blijft hobby maar de hobby slorpt veel tijd op, want de mechanische problemen lost hij zelf op. Pilotage is zeer belangrijk.
Hij weet ons ook nog te vertellen dat in zijn kelderruimte zeker een 300 tal bekers te pronken staan. Het is een sport waar niet veel training van verwacht wordt, maar vooral moet en durf, het heeft iets mee van rallysport, die net iets hoger ligt in de autocross wereld.
13/10/2000 Patrick is Belgisch Kampioen autocross bij de prototypes.
Vermelden we hier ook nog bij Lesaffre Jozef uit Rekkem tevens een geboren Rollegemnaar, welke tevens kampioen van België geweest isin de reeks prototypewagens autocross (1984)
Wat de voornaam Rolin betreft, hij is van een oud gebruik in Vlaanderen. Je kunt hem terug vinden in de opera diplomatica en tevens in een acte opgemaakt te Kortrijk in 1202, door de welke Kanselier Gérard een gift doet van een tiende van Wevelgem aan Boudewijn de Ronslo, ten voordele van het Kapittel van Harelbeke.
Bij de getuige die deze oorkonde afsloot, komt Rolin de Houte voor Aubert Le Mire t. II, p. 984. Rouslo moet Ronsloo zijn. Rolin ook Rollin geschreven.
“Dit is West-Vlaanderen (Flandria Brugge deel drie blz. 1635) Rollegem betekent: nederzetting van de afstammelingen van Rollo
“Ene woning waar men “rolde” schrijft Adriaan Meynne Vandecasteele in zijner sleutel om op het eerste zicht de echte en onbedrieglijke etymologie te vinden van de benaming der steden, dorpen, gehuchten enz (Nieuwpoort drukkerij van P. Kesteloot 1862)
De man wil ernstig zijn doch hij rolt op stake, waarom omdat hij de oude schrijfwijzen van Rollegem niet kent en vervolgens niet zoekt te ontletten( het zelfde als ontleden, de letten of leden van een lichaam scheiden” gij zult u wachten een anders gedrag t’ ontletten) of “deswegens” bij taalgeleerden om raad te gaan.
De oude vormen van Rollegems name ontbreken niet. Zo vindt men in oorkonden van het capitel van Harelbeke; Rolinghem(1103 en 1167) Rollenghem (1146) en Menus de Rolenghem ten jare 1252 in deze van O.L.VR. kerk van Kortrijk onder het jaar 1239.
Hrothilingahem, Rodellenghem en Rodelghem, Rodelinghem ene landse prochie, over Sint Omaars was in 1159 Rollingahem geschreven en nog een zusterdorp in de oude weezerijboeken van Kortrijk. Rodelghem (1439 en 1664) in de kerkrekeningen van Belleghem. Roddelghem, (1657 in de oorkonden van het bisdom Doornik, op heden bewaard te Bergen nr. 276 treffen wij aan anno 1163) In Roedelghem 6 liveruis de Duerwaerder pater, Daniel seu Neyl de Deurwaerder et Walterus de Duerwaerder ejuo filü non communicaverunt a° LWII°” het volgende jaar ontbraken de zelfden nogmaals aan hunne paasplicht) De Fransche wending verschilt weinig van de Vlaamsche zo het blijkt uit den gedrukte oorkondenboek der abdij van Groeninghe te Kortrijk(1287) “Jou Fressens dame de Rodelinghien ki lui femme a mon signeur Huon de Haluin chevalier”.
Ter zake; wat beduid Rolleghem Johan Winkler, van Haarlem die Rond den Heerd met zo menige kostbaren opstel vereerde antwoord in de Jaargangen 1877 en 78 blz. 150 en 364 Rolls zegt hij”is een mansnaam die onder de volken van Germaansche bloede in de middes-eeuwen veelvuldig aan knaapkens werd gegeven en nog ten huiden ten dage is mansnaam Rolle in Friesland en hier en daar in Noord-Nederland, evenals in Noord-Duitsland in gebruik.
Rollo intussen is de kort of keppe (troetelkind, lieveling) name van den vollen oud-dietsche naam Roland wiens oorspronkelijke vorm is Rodland of Hrotland.
Rolleghem nu is de woonst der Rollingen of afstammelingen van Rolle of Rollo.
Met ons Rolleghem staan we in verband Rollingen onder Looz in Limburg.
Rollingen in, afgestaan Luxemburg.
Rollinghausen en Rollshausen in Hannover. Rolshoven en Rollesbroich in de Rijngewesten. Rollinggeweer en Rollemaste in Holland. Rollshausen bij Lohra en meer andere.