Het schijnt dat de oude groote hofstede een overblijfsel dier heerlijkheid is of dezelve vervangt
Burgemeesters 1799
of Maire de Rolleghem
In 1769 werd te Moorsele Constantin France Vandermeersch geboren, hij trad in het huwelijk met Marie Theese Everaert en woonde op de plaatse. Hij bleef burgemeester en wierd lid van den Provincieraad, en stierf in 1849.
Van 1849 tot 1866
De zoon Constantin Vandermeersch
Van 1866 tot 1870
Joseph Warrot hij gaf onmiddelijk ontslag en August Herbau was dienst doende burgemeester.
Hij was eerste “Hoogpointer” van de kastelein van Kortrijk in 1743.
Hij werd geboren te Gent, op 1 april 1718 gedoopt in de St. Michielkerk op dezelfde dag en overleed in Doornik in de parochie van O.L.Vrouw op 3 april 1758 en werd in Mouscron begraven.
Hij was gehuwd op 8 april 1739 in de kerk van O.L.Vrouw te Doornik, met Jeanne-Ernestinne-Albertinne de St. Aldegonde de Noircarmes, gedoopt te Doornik in de parochie St. Nicaise op 15 november 1719. Ze stierf in dezelfde stad op 15 februari en werd in de O.L.Vrouw kerk begraven den 18 februari 1788.
Hun oudste zoon Albert-Marie-Maximilien de vijfde markies werd geboren te Doornik op 24 maart 1740 en gedoopt in de O.L.Vrouw en hotel d’Ennetieres, in de rue St. Martin overleden op 29 januari 1759.
Het Hotel d’Ennetieres behoorde eerst aan M.Louis Crombez, jonker en burgemeester van Doornik. Hij was lid van de kamer van Volksvertegenwoordigers.
Daarna werd het eigendom van Louis Duquesne Jonker, commisaris van het arrondisement Doornik.
De vierde markies d’Ennetieres had het gekocht van Maximillien, markies de la Woestine et de Becelaere, op 29 juli 1741. (Uit het archive de Doornik diverse acten Layette van 1741.)
Zijn broer Joseph-Marie-Edouard-Baudry, anders gezegd in de akten,Baudry-Marie-Joseph-Edouard d’Ennetieres, zesde markies met deze naam graaf de Mouscron, heer de Luinge en de Rollegem enz.. Hij werd geboren te Doornik op 8 april 1742 en gedoopt in de O.L.Vrouw kerk op 2 mei van het zelfde jaar.
Hij stierf ongehuwd in zijn kasteel de la Berlière te Hautaing_Lez Ath waar hij begraven werd op 20 oktober 1786.
Daar door kwam de zevende markies Joseph-Marie- Balthazar-Alexandre d’Ennetieres als opvolger van zijn broer, met deze naam: graaf van Mouscron, d’Hust en van het Heilig Rijk heer de Luingne, Aelbeke en Rollegem enz..
Ook hij werd geboren te Doornik op 11 april 1743, gedoopt in de O.L.Vrouwkerk op 15 mei van hetzelfde jaar.
Hij huwde te Colemberg bij Boulogne-sur Mer, op 15 oktober 1787 met Rose-Charlotte-Anne Gabrielle de St. Aldegonde de Noircarmes, zij was geboren op 21 december 1764. Ze stierf te Doornik op 14 maart 1818 en ze werd begraven bij haar echtgenoot te Mouscron. Zij waren de laatste dame en heer de Rolleghem.
Het bezit van de hoeve en de landerijen van Rolleghem bleven bij de achtste markies d’Ennetieres tot aan zijn dood. Hun zoon Frédéric-Joseph woonde op het kasteel van Duras in de omgeving van Luik, alwaar hij overleed op 23 juli 1875.
Hij had een dochter uit het huwelijk met Félicité-Anne-Jeanne-Ghislaine de Draeck, welke geboren wed te Gent op 9 februari 1798.
Op den ouderdom van 57 jaar, werd ze vermoordt door een dienstbode te Zomergem Oost-Vlaanderen op 21 oktober 1855.
Jacques is nu 42 jaar en woont met moeder Agnes Vandendriessche op de ouderlijke boerderij langs de Rollegemseweg.
Hij liep school in het MPI de kindervriend hier in Rollegem, daarna in het MPI op Heule Watermolen. Hij werkt ondertussen al 22 jaar in de Waak te Kuurne. Boogschieten is zijn grote passie, dit begon bij het vinden van een boog op de boerderij. Toentertijd was de schuttersvereniging van Rollegem er met hun staande wip aanwezig en lokaal op de boerderij gevestigd.
Intussen is deze gilde verdwenen maar Jacques sloot zich aan bij de schutters uit Bellegem, alwaar hij reeds tweemaal koning is geworden. De “perse” is er gebleven op de boerderij en zo kan hij nog elke dag daar op oefenen. Hij is ook zeer erg begaan met zijn dorp en de omgeving. Hij is altijd van de partij om te helpen bij de St-Antoniusfeesten,maar vooral de Folklorefeesten zijn zeer belangrijk voor hem. Ook te Bellegem is hij zeer bedreven, mosselfeest en onderhouden van de schutterskantine.
Afkomstig van het gehucht Tombroek aan de kant van Dottenijs, kan moeilijk nee zeggen.
Ze is al jaren in de weer als voorzitster van de plaatselijke KVLV, de katholieke vereniging van landelijke vrouwen. Ze heeft een varkenskwekerij in de Moeskroenstraat. Maar zo denkt ze zelf: “Het zal wel zijn omdat ze weten dat ze mij altijd van alles mogen vragen” verdenkt ze de werkgroep van de folklore, die haar dit jaar verkozen als verdienstelijkste persoon.
Naast al haar drukke bezigheden is ze ook verzamelaarster van varkentjes, welke ondertussen al is uitgegroeid tot een 400 tal.
Wie haar een plezier wil doen mag dus gerust aandraven met een of ander varkentje, ze zal geen neen zeggen.
Intussen was de familie d’Ennetieres in het bezit van het cijnsgoed de Rolleghem en de afhankelijke landgoederen. Een deftige burgerfamilie uit Doornik. Ze stamden uit het feodale tijdperk, ze zijn afkomstig van een jongere tak van de landsheren d’Ennetieres in Avelin in het land van Mélantois, kastelein van Rijsel.
Met het overlijden van ridder Robert de Anethières, de mannelijke kant van dit ras was de oude tak uitgedoofd. De belangrijkste erfgename was zijn dochter, Elisabeth.
Den Doornikse tak begint met Jakemes of Jacques Dantières , van beroep bierbrouwer, gestorven op zaterdag 30 januari 1306. Zijn jongste zoon Gerard, zet de familie voort.
In de zesde graad vindt men een directe afstammeling van Gerard, namelijk Jerome Dennetières, pelgrim naar Jeruzalem, ridder van St. Sepulchre.
Hij werd in de adel verheven door de Duitse keizer,Charles V, het was een oude gezworene, een oud wethouder en oud soeverein en provoost van Doornik.
Op de sluitsteen van het voorportaal van de hoeve van Rollegem leest men;
Bovenaan: Obijt; rechts: 30; links; 7bre, en onderaan anno 1735.
Wat heeft dit te beduiden? Als men alle stambomen nazoekt van de d’ Ennetières vindt men niets. Is het misschien de vermelding van de overlijdensdatum, van markiezin Alexandrine-Françoise, geboren gravin de Basta, dHust en du Saint-Empire, welke weduwe was van Jacques-François-Hippolyte, tweede markies d’Ennetières op 14 juli 1714 had als tweede man, Albert-Michel-Joseph graaf de Franeau, baron de Gommegnies.
Het is zeker met de kleinzoon van deze dame dat de reeks van de landsheren van Rollegem moet beginnen.
Hij was eerste Hoogpointer. De “Pointeren” waren in Vlaanderen de ambtenaren belast met het opzoeken van belastbare en patent betalende personen. Deze ambtenaren waren ook zetters van belastingen en tiendeninzamelaars. Een “Hoogpointer”of “Groot pointer” was degene die bevoegd was voor een volledige Kastelein.
Engelbert-Frederic-Maximilien-Joseph d’Ennetières, vierde markies met deze naam, graaf de Mouscron, d’Hust en van het heilige Rijk, baron d’Heule en de la Berlière, heer van Luingne, Aalbeke, Rollegem, Bissegem enz..
Geboren en getogen Rollegemnaar uit de Rollegemkerkstraat 30 (jong 60 jaar)
Ze denkt dat ze de titel te danken heeft aan haar sociale inzet. Zij verteld dat ze voorzitsters is van CM ziekenzorg en ze zong 12 jaar in het plaatselijke koor Crescendo, waar ze tenor was. Ze plaatste vrijwillig vooraf de stoelen, en zette de verwarming aan.
Ze is lid van de gemeenschapsraad, actief in de parochieraad en den bond van de gepensioneerden.
Ze draagt ook haar steentje bij tijdens de jaarlijkse novene van St-Antonius, alwaar ze kaarsen verkoopt en het uitdelen van gebeden en gebedsprentjes.
Ze gaat tevens naar andere gemeenten om er te bidden. Ze komt uit voor haar geloof en de mensen kennen haar zo.
Ze is tevens actief in den Bekaert seniorenclub waar ze ook haar handen uit de mouwen steekt.
Ze werkt tevens mee aan de Folklorefeesten. Ze trok ook al een viertalkeren met ziekenzorg naar Lourdes maar moest hiervan afzien vanwege rugklachten.
Bij de zitdagen van de schepenen van de stad is ze nauw betrokken, ze fungeert daarbij een beetje als spreekbuis voor vele Rollegemnaren. Ze heeft een vrij hoog IQ en wend dit aan om mensen te helpen waar het kan, maar je kunt natuurlijk nooit voor iedereen goed doen.
Dit jaar
waren de pioniers aan de beurt John Dendievel en Lucien Bulcaen werden in de
bloemen gezet. Om 11 uur vlak voor het burgerlijk huwelijk van Rollo en Flore.
John en Lucien
waren erbij van bij de stichting 25 jaar trouwen dienst
Jacqueline
Descamps, in de volksmond “Jacquelientje”, een geboren en getogen Rollegemse
verpleegster uit de Aalbeeksestraat.
Jacquelineis gehuldigd voor haar jarenlange inzet bij
alles wat er op de parochie gebeurt. Ze werkt ondermeer mee aan de seniorennamiddag
op de folklorefeesten
De
nieuwbakken Rollegemnaar , sinds enkele weken verhuisd vanuit Aalbeke welke er
in juni 1982 in slaagde, de o zo gaarne voor eigen volk te winnen, 11de
grote prijs ereburgemeester Vandenberghe op zijn naam te schrijven. Hij heeft
bij de juniores nu op zijn naam 5 overwinningen, 15 tweede plaatsen en nog een
handvol in de eerste vijf. (Foto boek 31)
Hij doet op 3 augustus 1982
zijn overstap naar de liefhebbers.
1991 zet de Rollegemnaar een
grote stap vooruit dank zij Roger De Vlaemick, hij heeft me de ogen geopend, op
zijn aanraden is hij op een vastomlijnd schema beginnen trainen, en vond er van
meet af aan baat bij. Dat hij Roger De Vlaemick graag had gevolgd naar TONTON
TAPIS, hoefde hij niet te benadrukken.(13 juli 1991)
Zuster Lieve,
of Alice Dumol Kreeg uit de handen van de Heer van Rollegem voor de eerste maal
een erkenning als verdienstelijke persoon, en het deed de 82 jarige zuster
bijzonder veel genoegen.
Zij werd
geboren in Wijnnezele (Noord Frankrijk) op 28 februari 1917 , Ze ging naar
Watou naar school. In 1938 trad ze binnen in het klooster van de Zustersvan de H. Theresia. Korten tijd later vertrok
ze naar Bakwanga in Zaïre, het toenmalige Congo. Ze kwam in 1966 aan te
Rollegem, waar ze de huiselijke taken op zich nam. Al die jaren zorgde zuster
Lieve er voor dat alle feesten op de parochie perfect verliepen. Ze zette zich
in voor de Chiro en allerhande schoolfeesten. Ze zorgde ervoor dat er voldoende
borden en het nodige matreaal voorhanden was. “Soms hadden we feesten voor 300
mensen, dat was sleuren geblazen, met zware bakken met borden en glazen.”
De erkenning
die ze kreeg als verdienstelijke persoon voor al die jaren trouwe inzet deed
haar bijzonder veel deugd.
Het was
trouwens de eerste maal dat aan iemand van Rollegem deze eer te beurt
viel,het werk achter de scherm waar
weinigen zicht op hebben, zouden vanaf heden een pluimpje, of een schouder
klopje krijgen, in de vorm van een boeketje bloemen.
Op
28 juni 1706 gehuwde hij een eerste maal met Marie-Ernestine de Houchin,
dochter van Charles-Claude de Houchin ridder sire en markies de Longastre, heer
dÂ’Annezin enz..en van Beatrix-Jeanne-Claire-Therese du Chastel de la
Howarderie, dame en burggravin de Haubourdin et dÂ’Emmerin.
Op
22 mei 1721 overleed zijn vrouw op het kasteel de Beaumanoir, ze werd begraven
onder het koor van de kerk van Houplin-Lez-Seclin.
Niet lang daarna hertrouwde de burggraaf de
Petrieu met Marie-Charlotte monet de la Salle, Zij was de dochter van burggraaf
de Beaumanoir te Houplin.
De
burggraaf overleed in den ouderdom van 65 jaar op 7 oktober 1749. De dag daarna
werd hij onder het koor naast zijn vrouw in de kerk van Houplin begraven.
Uit
het eerste huwelijk waren er negen kinderen.
Het
was Philippe-Alexandre-Alberic du Chastel, ridder, welke we rond de periode van
1776 zouden terug vinden als graaf de Petrieu, markies de Rolleghem, door de
akte
van een nooddoop in de kapel van het kasteel de Beaumaroir op de 17de
van mei. Hij werd geboren op de 16 mei 1718, waar hij pas op 9 juni gedoopt
werd in Houplin van dat zelfde jaar. Hij had voor peter Philippe-Alexander de
Ghisstelles, markies de St. Floris. De meter was Marie-Philippe-Albericque du
Chastel dame de Verquin, dochter en erfgename van de graaf de Blangerval.
In
1780, werd la Vaquerie verkocht aan Mevrouw de Hauteclocque de Wail, geboren
Marie-Yolande le Caron de Canettemont. Vaqueriette was achtereenvolgens van de
Mieure, tot Bois de Boyeffes, en dan tot du Chastel de Bangerval en
uiteindelijk tot de Houteclocque.
In
1788 leeft Phillippe du Casthel nog, hij was opdien ogenblik nog burgemeester
dÂ’Ancoisne en werd onder de edelen van het baljuwschap van Rijsel gerekend.
Hij
werd geboren op 22 juni 1958.In 1975
ging hij van start. Na twee maanden nieuweling te zijn geweest moest hij reeds,
omwille van zijn leeftijd naar de juniores. Zijn uitslagen een eerste en vijf
vijfde prijzen in 1976
Een
2de plaats in het Eindklassement Fleche du Sud (LUX)
In
Juli 1978 bij de liefhebbers in Tielt, overwinning voor Johnny. De Rollegemnaar
is voort durend op de dichtste ere plaatsen, ontbeert wat geluk om palmen te
veroveren
In
1980 is Johny weer in conditie , na een valpartij in de tweedaagse van de
Gaverstreek, toen hij puik gerodeerd uit de Franco-Belge kwam. Dank zij de
ronde van Limburg is hij weer de oude. Naast de laatste klassiekers is er ook
de Italiaanse ritten wedstrijd waaraan Johny met de S.V. Deerlijk hopt te mogen
meedingen. Op de cols aldaar trok hij vorig jaar al flink zijn streng.( foto
boek 25) hij wonvijf koersen bij de
Juniores en is overgestapt naar de amateurs (Liefhebbers) Hij wil beroeprenner
worden
Den
Deerlijkse klepper die in de ronde van de vallei van Aosta in Italië een puike
conditie onderstreep, won ook te Bissegem.
1980
2de in Internatie Reningelst (BEL)
1981
Johny is geselecteerd voor internatie Reningelst, samen met Dirk Demol Eric
Vanlancker voor de ploeg Zuid, tevens waren er ook bij Paul Haghedoornen Luc
Meerseman enz.
Zelfs
de graaf de Gand met de initialen A.Fr. , naaste familie van de kinderen van de
graaf de Blangerval. Zie hier de namen Michel-Maximilien, markies de Hem,
gehuwd op 15 maart 1704 met Marguerite-Charlotte de Berghes-Saint-Winnoc
François-Gilbert
de Gand, Kanunnik van Doornik en Jacques-Ignace de Gand.
Ze
hadden ook een oom Jacques de Gand-Villain, graaf de Gand, Hij was luitenant
van de grenadiers bij het regiment van de Waalse garde in 1703, daarna kolonel
bij de Duitse keizerlijke dienst.Hij lied zich Albert-François-Dominique
noemen.
De
tweede graaf Alberic-Adrien-François-Joseph du Chastel, die zijn broer opvolgt,
had met zijn eerste vrouw vier kinderen en met zijn tweede, een zoon. Volgens
de familie langs vaderszijde was het een bastaard. In de middeleeuwen kwam dit
veel voor zelfs in de 17de en 18deeeuw, een buitenechtelijk kind dat meestal
door de vader werd onderhouden, maar welke geen rechten had op een titel, troon
of opvolging.
Het
nageslacht van dit huwelijk verbond zich aan de Tramecourt en smolt samen met
het huis de Lannoy, tak van de graven dÂ’Annepes, barons de Wasnes (te Toufflers)
en dÂ’ Espierres. Het leengoed bevindt zich op het grondgebied van Toufflers,
Sailly en Templeuve-en-Pevele. Het behoorde tot het leengoed de Maufait,
dÂ’Outrewasne en du Chastelet aan de weg van Toufflers naar Doornik.Ze werden opgenomen
in de “Nobilaire de Pays-bas” door de Vegiano, uitgave de Herckenrode, t.l.
p.69 en in de Annuaire de la Noblesse de Belgique voor 1852, t.VI, p.208.
Deze
dame had drie broers: de oudste, (overleden door te vroeg geboren) geboren op
11 juni 1697, en werd begraven in de
kerk van Houplin. De tweede, evens overleden.
En
een derde ( allen ouder dan zij), maar waarvan men denkt dat de derde wel eens
de zoon zou geweest zijn van Marie-Jeanne Manesier(logementsdochter) die
Guillaume-François genaamd en met de titel graaf de Blangerval, Rolleghem zou
opgenomen zijn op 16 oktober 1719?
Het
goed gaat terug naar de jongere tak genaamd de graven de Petrieu.
Erkenning van
den verdienstelijke persoon van Rollegem.
In 1999 heeft
de Folkloreraad een nieuw initiatief in leven geroepen.
Vanaf heden
zou men iemand een pluimpje, of een schouder klopje geven in de vorm van een
boeketje bloemen
Het werk
achter de schermen waar weinigen zicht op hebben, een klopje geven, zeggen mens
doe zo voort. Ze komen maar zelden of nooit in het daglicht te staan maar het
zijn keiharde werkers. Ze doen dingen in het dagelijkse leven waar niemand
blijf bij stilstaan, het zijn haast schaduwen die voorbij glippen zonder dat we
het zien maar het werk is verricht, niemand blijft er bij stilstaan, het zijn
noeste werkers en daarom verdienen ze een bloempje. Ze staan niet op het
podium, meestal hebben ze het opgebouwd of terug afgebroken. Ze zijn wat we
noemen de werkers achter de scherm, mensen helpen daar waar nodig, en geloof
ons, ze zijn o, zo moeilijk op een podium te krijgen.
Eenmaal dat
men sterft zijn we allen helden iedereen weet wat ze waard zijn, we worden
bewierookt met lof overgoten, maar bij leven. Zoek ze maar uit, dat was wat de
raad ziet in een verdienstelijke persoon, en die zullen we zoeken! Een
schouderklop een bedanking bij leven! En zo zal het geschieden:
De
heer van Rolleghem stierf in 1712 Ook hij was tweemaal gehuwd geweest.
De
eerste maal met zijn nicht Anne-Marie-Petronelle-Michelle de VarennesZe was de dochter van Michel-François de
Varennes, ridder, heer de Houplin-lez- Seclin, de Beaumanoir te Houplin en
Philippe-Françoise de Gand et Villain.
Bij
het huwelijk waren de getuigen Michel-Maximilien de Gand; baron de
Sailly-Lez-Lannoy ridder, en Lamorald le Ricque, jonker, heer de
Steuvelles(Estevelles). In het achives de lÂ’Etat-civil de Houplin, Nord,France
kan men het zien in de huwelijksregisters van de parochie van Houplin waar de
acte van dit huwelijk ingeschreven werd.
Wanneer
zijn vrouw overleden is, ging de graaf de Blangerval een morganatisch huwelijk
aan met Marie-JeanneMannessier (
huwelijk met de linker hand: huwelijk van een vorstelijk persoon met iemand van
lagere rang, waardoor deze en eventuele kinderen van bepaalde aan vorstelijkheid
verbonden rechten verstoken blijven onder de hoge adel waren deze huwelijken
vroeger niet zeldzaam.) In een rechterlijk menoire is ze gekwalificeerd als een
Logementdochter.Er waren geen kinderen.
Zoals
het bij de dorpelingen ging, indien men huwen wilde zocht men een meisje van
het dorp. Zo was het ook in de adel. Om tot de adel als kind te kunnen behoren,
moeten, beide ouders afkomstig zijn van de adel. Zowel bij dorpelingen of in de
adel waren in een gezin velen kinderen: tien of twaalf, waren geen uitzonderingen.
Trouwens de kerkleiders kwamen het steeds maar aanporren. Iedere paring moet
minstens een kind teweeg brengen, het was niet voor niets dat in de Bijbel
stond: gaat en vermenigvuldiging u.
Ook
in adellijke kringen wist men dit maar al te goed. Maar dat bracht met zich
mee, dat door hun mentaliteit, van binnen zijn kring te huwen, op lange termijn
iedereen verwant werd met elkaar, ja zelf familie. Denk maar aan de uitdrukking:
“ kozen en nichten die vrijen lichte.”
De
jonge edellieden hadden het dan ook zeer moeilijk om een huwelijkspartner te
vinden, die niet verwant was met hen.
Zo
gebeurde het dan ook dat ze noodgedwongen met iemand van lagere stand in het
huwelijk traden.
De
kinderen uit dit huwelijk waren niet meer volgens de oude regel van den adel.
Zo
ontstond een regel die zei; “ dat indien een van de ouders van den adel was het
voldeed om toch een adellid te zijn.
Wat
meebracht dat het kon inhouden dat een “Afstand van Akte” of met andere
woorden, wanneer het huwelijk kinderloos bleef dan zouden de bezittingen terug
gaan. Men noemde dit een “Logementdochter” met andere woorden zou dit betekenen
dat iemand afstand doet van zijn of haar rechten. Een kind uit dat huwelijk kan
alleen erven van de moeder. En wat als de vader minderwaardig was?
Georges Christiaen te Kooigem geboren op 21/8/1910 en overleden te Oudenaarde op 13/01/1983
In den tijd waren er te
Rollegem heel wat wielrenners gehuisvest. Men had ondermeer Georges Christaens
(Beenie) wat men in de volksmond. Deze woonde een tijd hier in de Kerkstraat
nr.13en het was slager Albert
Vandevenne die er zich over ontfermde. Opdat zijn “Poulain” denodige sterke hebben zou hebben om zijn naam
beenie in ere te houden, bracht den beenhouwer dagelijks zijn portie biefstuk.
Onze vertroetelde renner kon zoiets onmogelijks verorberen. Hij kon ook de moed
niet opbrengen om te weigeren en zijn verzorger, weldoener te mishagen. Vele
van die malse steaks zouden dan ook verdwenen zijn wat mentoenmalig noemde het “vertrek” (WC). Want
toen dat Georges weer naar Bellegem verhuisde werd den aalput van het nr. 13
leeg gemaakt en wat vond men kiloÂ’s rottende stukken vlees.
Belgische National
Kampioenschap 13/8/1939was hij 13de
Grote prijs de Fourmies
21/8/1932: 1ste
Ronde van Vlaanderen
31/3/1940: 3de
Grote prijs Zottegem
25/6/1939: 3de
Grote prijs Wallonië :
25/6/1939: 3de
Luik-Bastenaken-Luik
14/5/1939: 13de
Parijs Tours: 3/5/1936: 10de
Luik-Bastenaken-Luik
26/4/1936 14de
In 1938 de 26ste“Giro d’Italia” op 7 mei start in Milaan en
eindigt op 2 juni. 94 renners stonden er aan de start verdeeld over 15 ploegen.
Ze werd gewonnen door Giovanni Valette. Totaal moeten ze 3643 km afleggen. Dat
doen ze met een gemiddelde snelheid van 32,378 km/h.
Vier Belgen doen er aan mee
waaronder Cyriel Van Overberghe die zeventiende word. Camiel Michielsen welke
eindigt op de eenentwintigste plaats, Noël Declercq , zesendertigste. Maar
Georges eindigt op de 13de plaats op 1h08’ 59”. Ondanks vele
strubbelingen verdienden ze een aardige stuiver.
De Belgen konden voor hun materiaal
rekenen op Italiaanse steun, hun fietsen waren van de industrieel “Faggi”
Georges reed ook in Duitsland
Rundfahrt . In 1939 zou hij rijden voor een Berlijnse firma, deze zou hen
betalen en uitrusten met materiaal. Doch hij kreeg geen groen licht van zijn
Belgische constructeur om op Duitse fietsen te gaan rijden.
De
eerste opvolger Charles-François de Chastel die het adeldom van Rollegem vormde
op 22 mei 1624 stierf te Gent, in de ouderdom van twintig jaar op 19 december
1637 en werd bijgezet in de St. Pieterskerk.
Zo
wordt Jerome-Philippe du Chastel, jonker en tweede zoon in lijn den opvolger
van zijn overleden broer.
Officier
in Spaanse dienst, infanterie kapitein en kolonel in een Waals regiment voor
1661. Het jaar waar hij door Philip IV, koning van Spanje, en souverein van de
Nederlanden, gouverneur, kasteelheer en groot baljuw van Audenaerde en graaf de
Blangerval gemaakt werd.
Als
gouverneur, kapitein en groot baljuw van Audenaerde, Jerome-Philppe du Chastel,
ridder, heer blangerval, Rollegem, Annequin enzÂ… was hij ook lid van de
Oorlogsraad van zijne Katholieke Majesteit en kolonel van een Waals regiment.
De
eerste graaf de Blangerval, vierde heer van Rolleghem van zijn geslacht, was
tweemaal getrouwd.
De
eerste maal in 1666 met Louise de Bellefouriere of Belleforiere ,
kanunnikes(stifdame) van Nivelles, dochter van Alexandre, graaf de
Bellefouriere, baron de Sally enzÂ… en van Anne-Catherine de Ste.
Aldegonde-Noircarmes.
Ze
overleed bij de geboorte van haar kind dat eveneens overleed.
Jerome-Phillippe
du Chastel huwde voor de tweede maal op 18 maart 1673 met Marie-Anne-Michelle
de Gand et Villain, de dochter van Jacques-Philippe, markies de
Hem-Lez-Roubaic, enz.. en van Michelle-Françoise de Varennes.
Hij
werd in 1685 vernoemd in een acte als “Messire Jacques-Gerosme du Chastel,
ridder, graaf de Blangerval, heer de Noielles, Henquin, Pestrieu et
Robertmasure.” Zijn baljuw van Petrieu was dan François le Keulx. In 1642 vertegenwoordigde
Jean en François Le Keulx, leenmannen van de baronnie de Leuze.
Uit
dit huwelijk waren er twee kinderen, François-Gilbert-Joseph, ook genaamd
Gilbert-François-Joseph du Chastel graaf de Blangerval heer de Rolleghem en
Alberic-Adrien-François du Chastel,
Er zijn geen sporen gevonden van het bezit van
de grondheerlijkheid van Rollegem door de du Chastel de Blangerval, doch is het
geweten dat voor september 1735, de hoeve van dit leengoed samen met de
aanhorigheden behoorden aan de Doornikse Familie dÂ’ Ennetieres, erfgename door
huwelijk van het huis de Basta, graven van Mouscron, dÂ’Hust. Een acte gedateerd
1734met deze woorden; boven de ingang
van de hoeve van Rollegem, een gebeeldhouwde steen met het familiewapen van de
dÂ’Ennetieres vergezeld van het opschrift: obijt(bovenaan) 30 (rechts) 7bre
(links) anno 1735 (onderaan) Het schild van de dÂ’Ennetieres heeft bovenaan de
markieskroon ondersteund door twee tijgers die beiden een vaandel met hetzelfde
wapen dragen.
Men
mag er van uitgaan dat de Liedekercke of Basta, het leengoed van Rollegem
verworven hebben bij de verdeling van de erfenis van gravin van Fürstenberg.
Ze
schijnen hun ridder en goedrechten behouden te hebben tot rond1795, maar
dÂ’Ennetieres bezaten de hoeve tot 16 maart 1876, dag waarop ze de erfenis werd
van graaf Adhemar dÂ’Oultremontde Duras,
wiens moeder de enige dochter was van de voorlaatste markies dÂ’Ennetieres. Sindsdien
werd de grond verkocht aan een Kortrijkse fabrikant van fotografische platen.
Jacques
du Castel en Jehanne du Bois de Boyelles de oudste zoon Filip du Chastel,kocht in november 1585, de heerlijkheid van
Rollegem, van Charles du Criy-Aerschot
Dit
leverde hem de titel van quaestor of penningmeester op. Bij het baljuwschap van
Kortrijk op 9 september 1586 herstelde hij de adeldom van dit leengoed. Als
groot baljuw van Audenaerde begon de afrekening op 7 januari en eindigde op 7
mei 1612.
HIJ
stierf in de abdij van Marquette bij Lille in 1626. Hij was al overleden in het
jaar 1612. Dit echtpaar had twaalf kinderen waarvan er verschillende non waren
in de abdij waar de moeder overleed.
In 2002 werd
aan de commissie voor straatnamen gevraagd of het mogelijk was aan voetwegels
in het landelijk gebied Rollegem een naam te geven.
De
aanleiding daar toe was: “ verbouwingswerken op Tombroek”. Op het gemeentehuis
ging er commode en incommode, voor verbouwingen in de voetwegel nr. zoveel .
De mensen
die het stonden te bekijken konden op geen enkel moment denken waar dit kon
gelegen zijn. Toen kwam de vraag bij mij op kan men deze wegen ook geen naam
bedenken.
Op 12
februari 2002 werden aan de vergadering deze zeven namen voorgelegd:
De voetwegel
die de Einde Munckendoornstraat verbindt met de Tombroekstraat wordt Tombroekschoolpad.
De weg
tussen de Schreiboomstraat en de Tombroekstraat, het pad is een deel van de
vroegere trambedding, wordt : Trambedding
De voetweg
gelegen tussen de Foreststraat en de Schreiboomstraat wordt: Bosvinkenpad.
De
aanleiding hiervan is, dat vroeger bijna alle bewoners, vinken houders waren,
en daar de Vinkenstraat reeds bestaande was heeft men de naam aanvaard.
De weg
tussen de Schreiboomstraat en de Lampestraat wordt : Rollegemkerkpad.
De weg
tussen Sint-Anna en de Rollegemseweg wordt: Kimpemolenpad
( genoemd naar de molen die daar stond en in 1914 werd afgebroken)
De
onderbroken weg Kwadebrugstraat – door A
17 wordt: Kalversteertstraat ( in de
volksmond Kalversteerthoek genaamd)
Tussen A17
en Rollegem centrum heeft de naam van Monseigneur
Waffelaertpad. ( deze weg intussen fietspad van aan de Rollegemseweg en
Rollegemplaats)
Het pad
tussen de Schreiboomstraat en de Lampestraat ter hoogte van Lampestraat,
Kruisboomstraat, Luignestraat en den
Talpenhoekstraat( Aalbeke) wordt: Talpenhoekweg.
( de landwegel aan het huis nr. 26 )
Letwel op gans de lijn van deze nieuwe genaamde landwegen
staan er huiden ten dagen geen enkele woning. De nieuwe benaming held van af
het laatste huisnummer welke bij de vorige straatnaam behoorde.
Geen enkele
bewoner moet aan adres verandering doen.
Deze bewegwijzering
is zeer kortelings uitgevoerd. Hebben we tien jaar moet opwachten, hij die niet
wachtÂ…Â…Â….. zegt het spreekwoord.
Nog een
bemerking wij hopen dat men vanuit stad ook deze wegen in een goede staat zal
houden!
Op
zijn beurt was deze gehuwd met Josinne de Lannoy, dochter van Philippe de
Lannoy en zijn tweede echtgenote, was Françoise de Barbançon-Canny.Hier gaat het over het ridderschap van
Canny-sur-Matz(Frankrijk) leengoed dat de tak van de Barbançon bezat en waarvan
de Mevrouw de Lannoy-Molenbais voortkwam.
De
enige erfgename uit dit huwelijk was Jehanne Halluin die geboren werd op den
ogenblik dat haar vader kwam te overlijden. Het was haar moeder die ze opvoede
onder de voogdij en in haar naam het adeldom van Rollegem maakte Op 12 april
1550
was ze de dame de Halluin, Lauwe, Rollegem, Roncq, enz..burggravin de
Nieuwpoort. Ze huwde op 24 januari 1558, in het kasteel van Komen, met Sire de
Croï geboren op 10 juli 1526. Hij was gedoopt te Valenciennes in de kerk van
St. Nicolas. Hij overleed in Venetië op 11 december 1595. Hij was gouverneur
van de citadel van Antwerpen1577, gouverneur van Vlaanderen in 1577 en 1592,
staatsraadgever(zwaard en degen) en kapitein van een compagnie van 50
wapenmannen.
Anne
de Croï die Charles de Ligne, prins d’Arenerg huwde, en Charles de Croï, derde
hertog dÂ’Aerschot, vierde prins de Chimay en die onmiddellijk volgde als heer
van Lauwe en Rollegem. Baron de Halluin, Comines, Bierbeke, Rotselaer enz..
Charles
de Croï de hertog d’Aerschot verkocht zijn landsheerlijke rechten op Rollegem
aan Philippe de Castel. Dat vinden we in het archief de Royaume.te Brussel, Les
fiefs de Flandre. Inventaire manuscrit de ces fiefs. Communicaton de M.Emile
Lefevre.
Heer
de Blangerval die er reliëf aan gaf op 9 december 1586 of het herstelde.Maar de
grondrenten t.t.z.de pacht van de cijns
van Rollegem, waren niet in de verkoop begrepen. Met andere woorden en dat vindt
men in hetzelfde archief onder Rollegem: de Hertog behield de eigelijke
Heerlijkheid, of het hof van Rollegem, en bij zijn overlijden op 13 januari
1912 werd dit goed het erfdeel van zijn zuster Marguerite de Croï weduwe van de
Graaf de Boussu, die er luister aan gaf op 15 april 1613 voor het feodale
gerechtshof van het rechtsgebied van Kortrijk.
Alle
schrijvers zijn het trouwens eens dat, vanaf 1287, de heer van Rollegem-over-
Leie Hugues de Halluin of van Halewin. (waarvan het ” zegel” een schild heeft
met drie leeuwen en als legende (of inschrift, omschrift of een randschrift)
waarmee de echt wordt aangegeven.)(1)
Dat
hij was getrouwd met Frezende, die zich kwalificeerde als Dame de Rollegem en
zich voorgaf als weduwe in de maand mei 1289. (Archive de Courtrai; originele
akte gedrukt in de chronique et cartilaire de lÂ’abbeye de Groeninghe,
gepubliceerd door de Putte, p. 32.Was zij de dochter van Robert de Havekerke en
dame Crestinene dame de Rollegem?
Het
was al van voor deze datum dat de Halewin heerlijkheidrechten had in Rollegem,
want in augustus 1251 keurt Roger, provoost van Halewin, het contract goed,
door de welke Wauthier de Wambeke, zich verbindt aan het kapittel van
Kortrijk,
en garandeert de tienden dat genaamde Wauthier, van Roger, te Rollegem.
Archieven van O.L.Vrouw te Kortrijk; Liber fundations, folio 70.
Alles
wat we hier hebben komt uit het opmerkelijke boek van Theodore Leuridan, de
vroegere archivaris van Roubaix. Het artikel betreffende Halluin bevindt zich
in deel XVII van het “bulletin de la Commision historique du Nord.”
Het
huis Halluin was een riddergoed te Rollegem-over-Leie de hele XIV eeuw, want
Wauthier de Halluin, zoon of kleinzoon van Wauthier, broer van Hugues, tekende
als getuige met de edelen van Vlaanderen, het vredesverdrag gesloten op 31
maart 1336 tussen Lodewijk I Graaf van Vlaanderen en Jan III hertog van
Brabant.
(1)Om
ons wegwijs te maken in de “heraldiek”: Het “zegel” was de voorloper van het
schild, de periode voor “Heraldische wapens” omstreeks 1150. Deze zijn gebleven
tot bij de uitvinding van het buskruid.
Het
schild werd gebruikt om zich te beschermen bij veldslagen. Het waren gevechten
of amusementen met het zwaard of de lans. Men was meestal onherkenbaar door het
dragen van harnas of maliënkolders met gesloten helm.
Door
de tekeningen op het schild kon men dus weten, wie de tegenstander was.
De
schildoppervlakte is gelijk aan het ”veld”. Men kende slechts twee metalen,
goud of zilver. Daarbij hadden ze vier “emails”rood, zwart, blauw en groen en
een combinatie van lijnen en strepen met twee dieren: Adelaar en leeuw.
En
Rollegem was terug in het bezit van de oudertaak van de familie.Dit staat te
lezen in het archief du royaume te Brussel Flandres, fonds des fiefs, n° 1002.
J.Th. de Raadt. Sceaux armoiries des Pay-Bas, t. IV. P. 464. , men vindt deze
parochie terug
onder
de goederen van Jooris of Georges de Halluin, die Halluin, Komen, Lauwe en Rollegem
bezat van 1473 tot 1536: Deze Georges was de achterneef van Perceval.
Georges
was getrouwd met Honorine de Monmorency, en had een zoon en twee dochters. Zoon
Jehan geboren op 2 januari 1510 en gestorven in 1544 door een schot met
kruisboog bij het oversteken van de Marne.