Welkom op 9 december 2010 in de zoetste stad van het ganse land.
05-12-2010
De geboorte van de suiker - de kristallisatie, verpakking en opslag
De kristallisatie vertrekt van het diksap dat naast
suiker en water nog heel wat onzuiverheden bevat. Deze onzuiverheden worden er
in verschillende productiestappen geleidelijk aan uitgehaald. De onzuiverheden worden
in verschillende stappen gebonden aan toegevoegde actieve kalk. In het jargon
spreekt men van de eerste carbo, de tweede carbo en derde carbo. De
bedoeling is witte suiker te bekomen, want het zijn de onzuiverheden die de
witte kleur van suiker maskeren. Al deze zuiveringsstappen worden nauwgezet
opgevolgd in het productielabo dat midden in de kristallisatie is gelegen. Het
productielabo neemt op geregelde tijdstippen meerdere keren per dag stalen op
verschillende kritische punten van de productie-installaties. Al deze stalen
worden geanalyseerd en dag per dag bijgehouden. De productieverantwoordelijke
kan zo de productie perfect volgen. Indien nodig, of bij afwijkende cijfers van
het productielabo, kan het proces zo tijdig worden bijgestuurd
Nadat het diksap voldoende gezuiverd is wordt het
verder ingedikt totdat de suiker begint uit te kristalliseren. Met grote
centrifuges worden de suikerkristallen opgevangen volgensde gewenst grootte; Zo ontstaan de
verschillende suikervormen, zoals kristalsuiker, fijne suiker, poedersuiker,
In het grondplan van de Tiense Suikerraffinaderij (zie bijlage) staan de installaties van de kristallisatie, de verpakking en de opslag van de afgewerkte suikers in het blauw omrand.
Om ook vandaag weer de ludieke noot niet te vergeten op deze blog, zingen "De Tiense Straatmuzikanten" nog maar eens één van hun liedjes. Ze gaan de Argentijnse toer op met hun lied "Argèntinsen tango"
In het lied bezingt de zanger hoe hij indertijd zijn huidige vrouw versierde.
De bieten worden gelost is grote silos en vervolgens met grote
waterstralen in de "zwemgoten" geduwd. De bieten worden zo gewassen en zwemmen de
rasperij binnen.In de "zwemgoten" wordt de grond welke nog aan de bieten kleeft verwijderd. Ook de stenen en
anderen ongerechtigheden blijven achter in de "zwemgoten" want zij zouden de raspen kunnen beschadigen.
De bieten worden in de rasperij door een grote rasp gehaald
waardoor er een soort frietjes ontstaan. Deze frietjes gaan in één van de
twee grote horizontale cilinders van ongeveer 45 m lang en 10 m hoog. Zij worden in het jargon de continus genoemd. De continus zijn twee grote
diffusors waar de bietenfrietjes in heet water terecht komen en hun suiker
afgeven aan het warme water. Aan de ene zijde van de continu" komt het suikerwater te
voorschijn en aan de andere kant van de continu de uitgeloogde bietenfrietjes
die nu de naam pulp krijgen. Iedere "continu" kan ongeveer 5.000 tot 6.000 ton bieten per dag verwerken. Dit is ongeveer 14 vrachtwagens bieten van elk 30 ton per uur en dit 24 uur per dag en zeven dagen per week.
De pulp gaat naar de pulpdrogerij om eerst het restwater eruit te persen en daarna verder te drogen. Door de boeren wordt de "pulp" terug opgehaald naar ratio van het aantal geleverde bieten om als diervoeder voor de winter te worden ingekuild.
Het suikersap wordt verder ingedikt in de verdampers tot
de gewenste dikte en krijgt dan de naam diksap. Dit diksap (=65% suiker) zal dan de rest
van het jaar verder verwerkt worden tot allerlei suikerproducten in de kristallisatie afdeling.Tot in de jaren zeventig van vorige eeuw dikte men het suikersap nog verder in tot er ruwe vaste suiker bekomen werd. Omdat dit procedé erg arbeidsintensief en ren ook meer productieruimte opslorpte werd de oude werkwijze om tot ruwe vaste suiker te gaan tijdens de campagne ongeveer dertig jaar geleden verlaten.
Op het grondplan van de Tiense Suikerraffinaderij in bijlage, staan de verschillende onderdelen van de suikerfabriek welke draaien in de bietencampagne rood omrand.
Een klassieke suikerfabriek bestaat uit twee grote delen,
de rasperij en de kristallisatie. In de rasperij worden de bieten in een eerste productiegang verwerkt naar
dik suikersap met ongeveer 65% suiker. In het vakjargon wordt dit suikersap diksap genoemd. Het "diksap" wordt ik grote
citernes gestockeerd voor later verdere verwerking in de kristallisatie afdeling.
In de kristallisatie wordt het diksap verder verwerkt
tot verschillende suikerproducten. Op het grondplan van de Tiense
Suikerraffinaderij (zie bijlage) is de rasperij, rood omrand. Het rood omrande deel van de installaties
draaien enkel tijdens de bietencampagne in de herfst, De krachtcentrale
en de onderhoud en administratieve diensten werken zowel voor de rasperij als
voor de kristallisatie. De ganse fabriek van Tienen is momenteel ongeveer 30 hectare groot (800 m lang en 400 m breed). Vroeger, zowat 40 jaar geleden toen men in de campagne nog tot vaste ruwe suiker ging, was de oppervlakte van de fabriek nog ongeveer één vierde groter. De verschillende onderdelen waren toen met spoorlijnen met elkaar verbonden.
Voor 1980 was de fabriek zelfs nog heel wat groter in oppervlakte dan nu omdat er toen een ander productieproces gevolgd werd. De campagne zette de suiker toen om niet naar "diksap" zoals nu doch produceerde vaste ruwe suiker die dan verder in het jaar verder uitgekristalliseerd werd naar de verschillende suikersoorten, en dit volgens een gans ander productieprocedé Dit proces was enerzijds merkelijk arbeidsintensiever en had anderzijds heel wat meer fabricageruimte en gebouwen nodig dan het huidig productieprocedé dat compacter en met hogere productiehallen werkt Kort na de tweede wereldoorlog werkte de fabriek met 4.000. personeelsleden, vandaag door ver doorgedreven automatisering nog met amper 200 vaste personeelsleden..
Iedere grote suikerfabriek zoals de fabriek van Tienen er ook
eentje is, heeft nog een reeks satelliet fabrieken die enkel een rasperij
hebben en de plaatselijke bieten tot "diksap" verwerken. Deze satelliet fabrieken
kunnen hun geproduceerd diksap tijdelijk opslaan voor later vervoer en verwerking naar de
hoofdfabriek waar wel een kristallisatie afdeling is
In België zijn er naast de fabriek in Tienen nog twee andere grote
suikerfabrieken. Eentje in Wanze (bij Hoei) en een tweede in Brugelette (bij Ath
in de provincie Henegouwen) .Van deze drie suikerfabrieken verwerkt Wanze de
grootste tonnages. Doch Tienen staat hiërarchisch boven de twee andere
suikerfabrieken en is het het hoofd van de Belgische tak van het Duitse
moederbedrijf Südzucker dat Europees gestructureerd is.(zie kaartje van de suikerfabrieken van België in bijlage)
De rasperij van de suikerfabriek start eind september op, en
blijft 24 op 24 continu draaien tot eind december. Dan zijn alle bieten
verwerkt en valt de rasperij terug stil. De periode dat de rasperij draait
wordt de bietencampagne genoemd. De rest van het jaar ligt de rasperij stil er
worden er enkel onderhoudswerkzaamheden verricht.
De
bieten komen gecontingenteerd toe op wat de Plein genoemd wordt (zie grondplan in bijlage). Bij het oprijden
van de Plein worden de camions automatisch gewogen. Vooraleer de bieten mogen
gelost worden, wordt van elke vracht een staal genomen. Dit staal wordt
onmiddellijk geanalyseerd in wat het Receptielabo genoemd wordt en ook op de
Plein gelegen is. Bij deze analyse wordt het suikergehalte en de tarra
(=grond dat nog aan de bieten kleeft) bepaald. Op basis van de gegevens die
ingezameld worden op de Plein wordt de prijs die de fabriek zal betalen voor
de vracht bepaald. Alles is volledig geautomatiseerd en verloopt erg snel.
Per
dag verwerkt de suikerfabriek van Tienen ongeveer 10.000 ton bieten dit zijn iedere dag 350
camions van ongeveer 30 ton. Om de 4 minuten lost één camion zijn bietenvracht. Dit gaat
zo 24 uur per dag verder en dit tussen 70 en 80 dagen kalenderdagen lang. Per bietencampagne verwerkt de
suikerfabriek van Tienen dus ongeveer 750.000 ton bieten tot diksap.Hieruit puurt de fabriek tussen 100.000 tot 130.000 ton pure suiker afhankelijk van hoe suikerrijk de bietencampagne dat jaar was. Dus voor iedere Belg, groot of klein produceert de Tiense Suikerraffinaderij ieder jaar alleen al 10 tot 12 kg pure suiker.
Hierna een link naar een YouTube filmpje hoe de ontvangst van de bieten in de fabriek verloopt.
Om het geheel goed verteerbar te houden gieten de "De Tiense Straatmuzikanten" nog een ludiek sausje over het geheel (zie bijlage). Deze keer hebben ze het over minirokjes in hun liedje "Miniraîske"
Ook de regionale pers schijnt de blog ontdekt te hebben want zij hebben er vandaag een artikel aan gewijd.
Vroeg in hetvoorjaar ploegen de boeren hun gronden en maken ze klaar om te zaaien. Daarna wordt met volautomatische zaaimachines het bietenzaad (=pillenzaad) in rijen en op vaste afstanden
in de rij gezaaid.
De suikerbieten ontkiemen en groeien van een kleine scheut in april tot een diep wortelende suikerbiet in oktober. Door gebruik te maken van de moderne bietenzaden vraat de teelt zelf weinig of geen verdere tussenkomst van de bietenteler tijdens het groeiseizoen.
In het volgende "YouTube" filmpje kunnen jullie zien hoe suikerbieten volledig machinaal worden gezaaid.
Vanaf midden september beginnen de boeren met het rooien
van hun suikerbieten. Het rooien van alle de bietenvelden duurt ongeveer 2 maanden
tot midden november. De boeren maken ieder jaar vooraf afspraken met
de suikerfabriek wanneer en hoeveel ton bieten zij kunnen leveren. In het volgende "YouTube" filmpje zien jullie hoe de suikerbieten volledig machinaal geoogst worden.
Vanaf november liggen er op de velden vele hopen bieten
die op transport en verwerking door de suikerfabriek liggen te wachten. Bij
vorst dienen deze bietenhopen afgedekt te worden, want bevroren bieten maken de
messen van de rasperij snel bot met stilstanden tot gevolg.
Rond Kerstmis zijn alle bieten verwerkt door de suikerfabriek en kan een nieuwe cyclus suikerbieten telen beginnen.
Tot zowat 50 jaar geleden hadden de boeren enkel niet gemodificeerd
meervoudig bietenzaad ter beschikking Zij zaaiden tot dan het bietenzaad zoals
het door de bietenplant zelf geproduceerd werd.
Ongewijzigd bietenzaad heeft de vorm van een veelhoek met
op ieder hoekpunt een kiempunt. In principe kunnen er uit één bietenzaadje
dus tien tot vijftien bietenplanten ontstaan. In de praktijk komen de meeste kiempunten
niet tot ontwikkeling. Doch uit gewoon bietenzaadkomen toch telkens twee tot drie plantjes tot
ontwikkeling .De boer wenst een stevige bietenplant te oogsten. Daarom moest
hij in het voorjaar op een niet geautomatiseerd manier de twee of drie overtollige
plantjes verwijderen om per bietenzaadje dus slechts één stevige bietenplant over te
houden.
Dit was tot de jaren vijftig van vorige eeuw een enorm werk waarvoor
veel seizoenarbeiders nodig waren om de opgroeiendebieten uit te dunnen De boeren noemde de voorjaarsperiode waar de
bieten uitgedund werden de kleine bieten. De periode in de herfst, wanneer de
bieten gerooid werden om naar de suikerfabriek gebracht te worden, noemden de
boeren de grote bieten.
Onder
andere de firma SES NV (zie tweede bijlage),een spin-off van de Tiense Suikerraffinaderij,
heeft in het verleden baanbrekend werk verricht om het bietenzaad te veredelen.
Eerst werd het probleem van het meervoudig bietenzaad aangepakt. In de jaren
zestig ontwikkelden zij de pillenzaad (foto links)Het was een techniek waarbij ieder
bietenzaadje een soort jasje aangemeten kreeg zodat er maar één groeipunt tot ontwikkeling kon komen. Het zeer arbeidsintensief werk van het uitdunnen
van de bieten tijdens het voorjaar werd hiermee van de baan geholpen. De
vermelding de kleine bieten kon van dan af naar de geschiedenisboeken
verwezen worden.
Nadien heeft de firma SES nog verder gewerkt aan de veredeling
van het bietenzaad. Zo werden en allerlei stoffen toegevoegd aan het omhullend
jasje waardoor het bietenzaadje extra voedingstoffen bij het kiemen meekreeg. Ook werden er bepaalde pesticiden en insecticiden toegevoegd aan de coating van het bietenzaad, zodat de plant meer resistent werd aan allerlei
ziekten en infecties.
Momenteel houdt de firma SES, gelegen op het industrieterrein van Tienen (zie eerste bijlage), zich voornamelijk bezig met de
veredeling van andere plantenzaden zoals maïszaden en anderen.
De groep Tiense Suiker als onderdeel van Südzucker
Vandaag verorberen de drie suikerfabrieken van de Tiense Groep jaarlijks zo'n 4 miljard ton bieten, goed voor 600 à 700.000 ton suiker. In totaal telt de bedrijvengroep van de Tiense Suikerraffinaderij over zijn drie vestigingen Wanze, Brugelette en Tienen, 1.800 personeelsleden.
Diversificatie heeft ervoor gezorgd dat de omzet slechts voor 60 procent meer gedraineerd wordt uit suikeractiviteiten. Dat België straks minder suiker zal produceren, wil men in Tienen niet gezegd hebben. De suikerbiet is immers kieskeurig. De plant gedijt het best op akkerbouwgronden in Groot-Britannië, België, Zuid-Nederland, Duitsland en een stukje van Polen. Mogelijk opteert de EU ervoor om zijn suikerproductie in deze banaanvormige klimatologische gordel te vrijwaren. In de noordelijke gebieden wordt de productie immers negatief beïnvloed door koude weersomstandigheden en door korte groeiseizoenen, terwijl in de meer zuidelijke gebieden het weer vaak te heet en te droog is voor de productie van dit soort gewassen.
Südzucker heeft vandaag ruim 99 % van de aandelen van de Groep Tienen in haar bezit. Met 4,7 miljoen ton suiker produceert deze suikergigant 21,5 % van het Europese productiequotum. Südzucker telt intussen meer dan 50 suikerfabrieken in tien Europese landen. Van Frankrijk in het westen tot Moldavië in het oosten. In bijlage zijn twee kaartjes toegevoegd met op het eerste kaartje het marktaandeel dat Südzucker per land heeft en op het tweede kaartje de verschillende suikerfabrieken per land onder controle van Südzucker. In België heeft Südzucker een dominant marktaandeel van 72%
De vestigingen van de Tiense Groep in Tienen, Wanze en Brugelette fabriceren 72 procent van de Belgische suikerproductie. De helft van deze suikerproductie is bestemd voor de binnenlandse markt. Niet de gezinnen, maar wel de industrie verbruikt het merendeel van die suiker. Vooral de chocoladefabrikanten zijn goede klanten in Tienen. De andere helft van de productie is bestemd voor de export, evenveel binnen als buiten de EU. De suiker die over de Europese grenzen gaat, komt vooral terecht in Arabische landen zoals Saoudi-Arabië.
Links het embleem van de Tiense Suikerraffinaderij dat voor iedere Belg wel genoegzaam bekend zal zijn. Het is een witte letter "T" op een blauw veld. De witte kleur van de "T" is de kleur van het suikerklontje dat sneeuwwit moet zijn. De blauwe kleur van de achtergrond verwijst naar de meer dan 100 jarige overheersing van de Liberale partij in Tienen.
Tot op de dag van vandaag heeft de Tiense liberale vakbond en het liberaal ziekenfonds een merkelijk hoger percentage leden dan het landelijke gemiddelde. Ook de VLD staat in Tienen nog steeds erg sterk doch heeft de laatste 40 jaar slechts één maal terug de lakens kunnen uitdelen. Zij heeft het leiderschap moeten afstaan aan de SPa..Dit fenomeen liep parralel met de tanende invloed van de Tiense Suikerraffinaderij op Tienen en op het Tiense stadsbestuur.
De CD&V als kleinste partner zit steeds op de wip en zat de laatste dertig jaar steeds mee in het stadsbestuur.
De foto links is de huidige algemeen directeur van de Tiense Suikerraffinaderij, ir. Dirk Ruytings, een echteTienenaar. Hij is opgegroeid en woont nog steeds in de wijk Sint-Margriet-Houtem, ten noordoosten van het stadscentrum..Ik heb in het begin van mijn professionele carrière, nog nauw met hem samengewerkt in het productielabo van de Tiense Suikerfabriek.