Zaterdag werd Robert Spanhove begraven.
Voor hem schreef ik dit afscheidsartikel.
Dag Robert,
Twee weken nadat ik zelf, na 37 jaar, de pen voor Het Nieuwsblad heb neergelegd,
verlies ik mijn laatste mentor in de journalistiek.
Met wijlen Willy De Zutter was jij in mijn eerste jaren als perscorrespondent mijn voorbeeld en stimulator. Ik kende je wel al van
op het College, maar had nooit les van jou gekregen. De naam ‘Spic en Span’ en vooral je luide stem die soms door de
schoolgangen galmde, waren mij evenwel heel vertrouwd.
En plots ontmoetten we elkaar op een redactievergadering van de Eecloonaar, een vergadering die jij leidde want je was één van de hofleveranciers van het weekblad. Ik wist dat je als (rse) al een verleden bij Het Nieuwsblad had, maar leerde je nu ook kennen als pleitbezorger van de Eeklose cultuur, van de Kriekmoerstraat, van het College en van nog zoveel meer.
Jouw stukken waren nooit vrijblijvend, er zat altijd een persoonlijke noot in. Van jou leerde ik respect opbrengen voor het lokale verenigingsleven, leerde ik proeven van de Eeklose cultuur en leerde ik ook dat je als medewerker aan een plaatselijk weekblad
de personen over wie je schrijft ’s anderendaags bij de bakker of de slager tegenkomt. Dus dat je best toch eens tweemaal
nadenkt vooraleer je de pen in vitriool doopt.
Al snel kwam ik, mede door jouw aandringen bij de uitgever, in vast dienstverband bij de Eecloonaar. Dat betekende dat ik jou
onder druk moest zetten om op tijd je stukken en foto’s binnen te brengen. En ik leerde al vlug dat ‘op tijd’ voor jou een rekbaar
begrip was: ik zie je nog op woensdagmorgen, terwijl de persen bijna klaar stonden, haastig de redactie binnenstormen met een
pak artikels (waarvan de helft niet afgesproken…) en een stapel foto’s, die pas ontwikkeld waren en die je nat in een lange band keukenrolpapier had gewikkeld. Bijna elke week moest ik de papieren pluisjes, die in de foto waren blijven kleven,
manueel verwijderen.
Maar het was elke keer weer de moeite van het wachten waard: je stukken waren warm en menselijk, medelevend en vol passie.
En wanneer je kon berichten over een nieuw huzarenstukje van je muzikale kroost, over een zoveelste concert van Oakland
waarin je zelf meezong of over de Bond van Grote en Jonge Gezinnen waarvan Leona de onvolprezen oppasdienst runde,
waren er superlatieven tekort.
Na een paar jaar koos ik een andere weg, maar het wederzijdse respect is er altijd gebleven. En de laatste jaren kwamen we
elkaar opnieuw tegen, in Sint-Elisabeth, waar mijn twee jaar geleden overleden vader Achiel verbleef en waar ik jou en Leona
bijna dagelijks zag. We sloegen af en toe een praatje en we haalden nog wat herinneringen op over een tijd dat sociale media, onlinetoestanden en krantenwebsites nog niet bestonden en we elke woensdagavond uitkeken naar een verse Eecloonaar
die van de persen rolde.
Robert, bedankt om in het prille begin van mijn loopbaan mijn gids en stimulator te zijn.
Ik hoop dat je gezin steun bij elkaar vindt om jouw overlijden te dragen en om verder voor Leona te zorgen.
En doe daarboven de groeten aan Willy!
Marc Van Hulle (emv)