volg onze podcasts OP: https://www.agapelifebelgium.be/nl/podcast1.html 300 podcasts die steeds vernieuwen!
17-06-2017
God heeft ons als eerste lief!
Paulus schrijft aan de Galaten en aan ons: (Galaten 5:16-17).
[16] Ik zeg u dus: laat u leiden door de Geest, dan bent u niet gericht op uw eigen begeerten. [17] Wat wij uit onszelf najagen is in strijd met de Geest, en wat de Geest verlangt is in strijd met onszelf. Het een gaat in tegen het ander, dus u kunt niet doen wat u maar wilt. Tot daar Paulus.
Niemand is volmaakt, behalve Jezus. Elke dag hebben we weer neigingen die tegen Gods bedoeling ingaan. Ons hart gaat heel gemakkelijk op een dwaaltocht. Wij kennen dat allemaal wel. Er is dagelijkse waakzaamheid nodig om ervoor te zorgen dat ons geestelijk leven niet afdwaalt van onze liefde tot God.
Gods liefde geeft zoveel kracht en is zo verfrissend wanneer we niet gescheiden zijn van de volmaakte liefde van God die ons draagt en steunt.
Jezus gaf ons de opdracht God lief te hebben met heel ons hart, onze ziel, ons denken en onze kracht. Ik geloof niet dat er iets anders in dit leven is dat voor u en mij van zo’n doorslaggevend belang is. Maar met heel ons hart, denken en doen is intens moeilijk, zeker wanneer we ons lang hebben verscholen of in rebellie hebben geleefd. Maar God vergeeft en zijn hart van liefde blijft altijd voor ons openstaan.
Wanneer de bron van ons geloven en toewijding opgedroogd is door alle drukte van het leven, moeten we proberen onze eerste liefde terug te vinden.
Handelingen 16:11 begint met de woorden: ‘wij’ varen weg van Troas. Deze ‘wij’ zijn Paulus, Silas, Timoteüs, én Lucas die zich in Troas bij het gezelschap had gevoegd (16:10).
In Handelingen 16:13 schrijft Lucas: “En wij verbleven enige dagen in die stad.” Die stad is Filippi 387 km verwijdert van Troye
Gewoontegetrouw ging Paulus eerst op zoek naar een synagoge, omdat hij zich eerst tot de Jood richtte en daarna tot de Griek. Na enig speurwerk kwamen ze er al snel achter dat zich in Filippi geen synagoge bevond. Van een grote Joodse gemeenschap was dan ook geen sprake. Als ze al een Joodse bijeenkomst wilden tegenkomen, moesten ze het buiten de stad zoeken. Op de sabbatdag gingen zij de poort uit naar de rivier (de Gangites), waar zij dachten dat een gebedsplaats zou zijn (16:13). En inderdaad, ze troffen een aantal vrouwen aan die daar waren samengekomen om te bidden. Lucas zegt dat zij gingen zitten en tot de vrouwen spraken die waren samengekomen. Het was onder de Joden gebruikelijk dat er door de rabbi’s (mannen) ‘zittend’ onderwijs werd gegeven (vgl. Matt. 5:1-2; Luc. 4:20).
Op één vrouw wordt op bijzondere wijze de schijnwerper gericht: Lydia, een heidense zakenvrouw, die in Filippi woonde en die tot het jodendom was bekeerd en in de God van Israël geloofde. De Heer opende haar hart, zodat zij aandacht gaf aan de woorden van Paulus die net toegekomen was in Fillippi, in Griekenland
Het was dus niet een man (16:9), maar een vrouw die als eerste in Europa tot geloof kwam en zich liet dopen.
De predikers hadden misschien verwacht nu een Macedonische man te ontmoeten om hem het evangelie te verkondigen. Maar nee, het was een vrouw.
Maar waarom liet God Paulus in een droom dan een man zien en geen vrouw? Hij wist toch dat niet een man, maar een vrouw het eerst tot geloof zou komen? Ja, dit wist God! De man die tot geloof komt, vinden we in de volgende perikoop (Hand. 16:16-34). Waarom dan tóch een man en geen vrouw? Heeft God ons hiermee iets te zeggen of niet? Nadenken over dit soort vragen maakt de Bijbel juist zo boeiend. Laten we nog eens op een rijtje zetten wat er met Lydia gebeurde, toen Paulus sprak: 1. Zij hoorde toe. 2. De Heer opende haar hart. 3. Zodat zij acht gaf op wat door Paulus werd gesproken. 4. Zij met haar huis lieten zich dopen. 5. Zij opende haar huis voor Paulus en zijn metgezellen.
Paulus zegt dat het geloof uit de woorden komt die we kunnen beluisteren en het spreken of preken komt door het woord van Christus (Rom. 10:17).
Maar als er geen spreker is die het evangelie verkondigt, kan men ook niet geloven in Hem die men moet aanroepen. Hoe zullen ze geloven in Hem van Wie zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen zonder iemand die predikt lezen we in paulus brief aan de Rom. 10:13-14
Hier wordt nog eens duidelijk hoe belangrijk het is om te spreken over ons geloven en de betekenis ervan in ons leven.
Zo wil ik getuigen van mijn bezoek aan een jongen van 33 die niet meer uit zijn bed kan komen, doodvermoeid in een donkere kamer ligt , Ik bezoek hem nu 7 jaar en regelmatig zei ik iets kort over mijn geloof in jezus, mijn geloof in het eeuwig leven. En regelmatig zegt hij , ik geloof niet, maar toch stelde hij vragen. Hij begon onlangs met de bijbel te lezen, gewoon uit de overtuiging dat er nonsens in staan. Tijdens mijn laatste bezoek zei hij dat er ongelooflijk vele zaken in staan die wetenschappelijke gronden hebben en dat vond hij bijzonder interessant. Ik bid dan tot God in stilte dat Hij mij de juiste woorden geeft, om gewoon zinvol te antwoorden
Als wij de mensen niet vertellen Wie Jezus is en wat Hij voor ons heeft gedaan, kunnen ze ook niet geloven in Hem. Laten we ons daarom niet schamen voor de woorden van Jezus.