volg onze podcasts OP: https://www.agapelifebelgium.be/nl/podcast1.html 300 podcasts die steeds vernieuwen!
03-09-2013
Lukas 11,1-4 Het Onze Vader
Het Onze Vader
Tekst naar Jeroen Witkam, abt
van abdij in Zundert.
We willen we het hebben over hetonze vader Vele schrijvers hebben over dit
gebed geschreven, vandaag gaan we het beetje bij beetje uitdiepen samen met
Jeroen Witkam , gewezen abt van de cisterciënzer abdij in Zundert en een expert
in Zen meditatie.
Wat was Jezus bedoeling met dit
gebed.
Uit het evangelie van Lukas
11,1-4: 'Op een keer was Jezus ergens aan het bidden. Toen Hij ophield, zei een
van zijn leerlingen tot Hem: ,"Heer, leer ons bidden, zoals Johannes het
ook aan zijn leerlingen geleerd heeft." Hij sprak tot hen: "Wanneer
ge -bidt, zeg dan: Vader, uw Naam worde geheiligd, uw Rijk kome. Geef ons
iedere dag ons dagelijks brood, en vergeef ons onze zonden, want ook wij zelf
vergeven aan ieder die ons iets schuldig is. En leid ons niet in bekoring"
Het 'Onze Vader' is het gebed
dat Jezus zelf ons geleerd heeft en wel,op uitdrukkelijke vraag van de leerlingen: 'Heer, leer ons bidden' Met
het 'Onze Vader' toonde Jezus aan zijn leerlingen dus ook aan ons, een weg van gebed.
Het 'Onze Vader' leert ons een
aantal woorden die Jezus ons heeft toevertrouwd om daar doorheen God te ontmoeten.
Die woorden zijn als het ware het middel dat ons wordt gegeven om thuis te
komen in God. Het zijn woorden die de hele bijbelse boodschap samen vatten.
Het 'Onze Vader' is het gebed
dat door de eeuwen heen in de Kerk, door de christenheid, gebeden is. Het 'Onze
Vader' is de uitdrukking van ons christen-zijn, van ons toebehoren aan Jezus,
en in Jezus de uitdrukking van ons delen in zijn relatie met de Vader.
Wanneer de mensen in Jezus tijd
iets wilden leren of overbrengen, dan werd dat vaak op een ritmische manier
verteld, in een poëtische stijl. Daarbij werd meestal tweemaal hetzelfde, op
een andere manier gezegd, waardoor die woorden - die boodschap - diep in het
geheugen kon doordringen. Hetzelfde gebeurde met de woorden van Jezus, die in
die beginperiode veelal werden bewaard in het geheugen van zijn leerlingen en
mondeling doorverteld. Pas veel later, lang na Jezus' dood, zijn ze opgeschreven
en ons nu in de vier Evangeliën overgeleverd.
De woorden van Jezus zijn als
het ware naar ons toegekomen, omkleed met de ervaring van de eerste Kerk. Of we
dat nu jammer vinden of niet: het is een feit dat Jezus' woorden niet alleen
door de individuele mens, Jezus, zijn gesproken, maar ook teruggaan op de
eerste christengemeenschappen en dat de precieze vormgeving, door Jezus of door
de gemeenschappen, de kerk, niet met zekerheid te achterhalen valt.
We zijn ons ervan bewust dat de
verrezen Heer altijd bij zijn Kerk aanwezig bleef. Door zijn Geest bleef Hij in
de eerste Kerk werkzaam. Vandaar dat er eigenlijk geen onderscheid is tussen de
woorden die Jezus als aardse Jezus gesproken heeft en die welke Hij door zijn
Geest gesproken heeft, dat wil zeggen: door mensen die vol waren van zijn
Geest, die spraken in de kracht van de Heilige Geest.
Lucas benadrukt dat Jezus aan
het bidden was. Dat is het uitgangspunt. En dat de Heer aan het bidden is, moet
op de leerlingen zo'n indruk gemaakt hebben dat ze Hem vragen te worden
ingewijd: 'Heer, wijd ons in, leer ons bidden.' Er ligt hier een uitdrukkelijke
band met het bidden van Jezus.
In het 'Onze Vader' gaat het om
een formuliergebed.
In Jezus tijd was het een
traditie om een gebed te 'murmelen' of 'hardop te herhalen en het was een
traditie om een gebed te herdenken' of 'zich herinneren'.
Wanneer Jezus ons het 'Onze
Vader' leert, sluit Hij aan bij een methode van mediteren die je al vindt in
het Oude Testament.
In het Hebreeuws komt het woord
'haga' voor dat in het Latijn altijd vertaald wordt door 'meditari', waarvan
het Nederlandse woord 'meditatie' is afgeleid.
Wat betekent 'haga' = 'meditari'
? Het is een woord dat zowel op dieren als op mensen wordt toegepast. Bij
dieren slaat het op het natuurlijke geluid dat zij voortbrengen, bijvoorbeeld
het brullen van de leeuw. Wanneer het van mensen wordt uitgezegd, betekent het:
'murmelen'. Er ontstaat dan een soort aandachtig automatisme. Net zo goed als
ons ademen spontaan gebeurt -je hoeft niet bij iedere ademhaling jezelf een
duwtje te geven, het gebeurt gewoon - zo zou je kunnen zeggen dat ook ons
spraakorgaan een zelfwerkend orgaan is.
Wanneer je dus vertrouwd raakt
met de Schriften, wanneer je voortdurend een woord, een zin murmelt, zoals een
bij zoemt of een leeuw brult (de natuurlijke geluiden van die dieren), dan
ontstaat er een grote vertrouwdheid met de woorden: ze worden je eigen geluid.
Er ontstaat ook een soort vrijmoedigheid, een soort durf. Het spraakorgaan
zorgt ervoor dat je als het ware je eigen ruimte inneemt; als je namelijk iets
zegt, neem je ruimte in, het woord vervult ruimte. Ook al is het een zacht
murmelen, het is de ruimte van je eigen bestaan naar God toe die je inneemt.
Het eigene van het murmelen is
dus de overgave aan het krachtveld van het spraakorgaan; je laat het spraakorgaan
als het ware zelf zijn werk verrichten. Dat is heel belangrijk.
Als gebedsmethode is murmelen
heel kostbaar.
Een tweede gebedsmethode die
Jezus ons met het 'Onze Vader' gegeven heeft, is het zich herinneren. Het
murmelen en het zich herinneren zijn met elkaar verwant en het zijn
gebedsmethodes die elkaar aanvullen. Denken we hierbij aan de uitspraak van
Jezus toen Hij bij het Laatste Avondmaal het brood brak en aan zijn leerlingen
gaf, en de wijn ronddeelde, zeggend: 'Doe dit tot mijn gedachtenis, blijf aan
Mij denken'
Ook als wij afscheid nemen van iemand
met wie we heel vertrouwd zijn, zeggen we:
'Denk alsjeblieft aan mij.' Want
als er iemand aan je denkt, besta je tenminste nog; dat is het eigenlijk wat onuitgesproken
verondersteld wordt.
En het is alsof Jezus aan zijn
leerlingen, aan ons, vraagt: 'Blijf alsjeblieft aan Mij denken, dan blijf Ik
bestaan.' Want als er niemand meer aan Jezus denkt of aan God, dan bestaan ze
niet meer in deze wereld.
Maar omgekeerd ook: wij blijven
denken aan wat Jezus voor ons gedaan heeft om ook zelf te kunnen blijven
bestaan. Na onze dood is het niet gedaan. De zin van ons bestaan heeft maar ten
volle zin als we Gods waarheid zoeken en dat doen we door Jezus te zoeken.
Het zijn de grondfeiten, de
oerfeiten waarop ons bestaan gegrond is. We blijven ons die herinneren omdat ze
ons een richting geven, betekenis geven aan ons leven.
Wanneer we de eerste beden van
het 'Onze Vader' nagaan, zien we dat daarin de oerwoorden voorkomen die fundamenteel
zijn voor heel Jezus' boodschap. Daar zijn de woorden: 'Vader', 'Naam', 'hemel',
'koningsheerschappij' en 'de wil van God'. Dit zijn allemaal woorden die iets
laten zien van wat er van God uit naar ons toe gebeurt. Hoewel het eigenlijk
steeds gaat om hetzelfde, heeft ieder woord zijn eigen inhoud, zijn eigen
benadering.
Van de ene kant vraagt het 'Onze
Vader' ons dat we de woorden blijven murmelen, zonder er te veel bij te denken:
het gaat om een eenvoud van aandacht. Maar van de andere kant wordt er ook
verwacht dat die woorden naar hun inhoud en betekenis in ons bewustzijn doordringen,
dat het woorden zijn die we blijven gedenken en waardoor we ons blijven
herinneren wie Jezus voor ons is, was en zal blijven. Het gaat dus ook om de
inhoud.
Het is echter veeleer het
spraakorgaan dan het denkvermogen
dat zich deze woorden eigen maakt.
We moeten dus stilstaan bij de
betekenis van deze oerwoorden, om die helemaal tot ons te laten doordringen. Dat
wil niet zeggen dat je bij ieder 'Onze Vader' al die betekenissen, nuances,
verbindingen, bewust naar boven moet laten komen; neen, murmel maar en in de
aandacht bij het murmelen zul je merken dat die woorden als het ware ook naar
hun inhoud, hun lading, het hunne doen, die woorden werken wel, ze werken in je
en je moet je alleen maar openstellen om je bewustzijn door die woorden te
laten vormen. Het zijn oerwoorden die aansluiten bij wat er heel diep in ons
leeft; het zijn geen woorden die puur vanbuiten komen, maar woorden die hun
werk doen als wij ons open stellen.
God, U gedenken wij dankbaar:
Gij zijt onze oorsprong en onze
bestemming.
Dat willen wij ons te binnen
roepen,
dat willen wij ons herinneren,
telkens weer.
Wij willen ons bewust worden tot
in onze diepste kern,
wie Gij voor ons zijt.
In dankend gedenken herhalen we
steeds opnieuw
de woorden die Jezus uw Zoon ons
heeft geschonken,