" De Afrekening"
Een West-Vlaamse oorlogsthriller in afleveringen
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
08-03-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 12

A09  ZOTTE STEINER

 

      Alles slijt. De schokgolf veroorzaakt door de geweldda­dige dood van Dis ebde langzaam weg, temeer daar de gemeente­verkiezingen er aan kwamen. Wel bleef de geruchtenmolen over de” mogelijke dader" traagjes voortdraaien. Maar deze zou zeker na een week stilgevallen zijn zonder het vreemd verslag dat die maandag in” De Kustwacht", het Oostendse regionale dagblad, verscheen op bladzijde twee.     

      “ Hebt ge't gelezen wat ze van den Dis schrijven in de gazet?" vroeg Jetje gejaagd toen ze na haar boodschappenronde bij Marie binnenviel.” Een schande! Dat ze dat allemaal zo maar mogen rondstrooien! Hij ligt in de” Lekkerbek" hier achter de hoek. Ge moet eens gaan zien: pakt een pint, het is de moeite waard!"

      " Wat valt daar na veertien dagen àchter dien ontploffing daarover nog over te vertellen dat de mensen niet weten?" vroeg Marie wat moedeloos.

      "Leugens tiens, wat ànders?! Daar gaat ge van verschieten ! Die venten van de gazet hebben Gaspar Soete ondervraagd en d'er een soepje van gemaakt. Dat hij op de tram, van naast de wattman, na de slag duidelijk een mens heeft zien weglopen langs de rails en dat het mogelijk den Dis zelf zou kunnen geweest zijn!"

      “Den Dis?? Maar mens, die was toen toch al dood, nà de slag! Wat is dat nu voor zever!"

      "Wel, ge moet maar eens gaan lezen, ge zult dan wel zien dat het geen zever is!"

      "Dat ziet ge van hier dat ik daar geld voor een pint aan ga geven! Dat ze schrijven wat ze willen :de oplossing zal van de gendarmen moeten komen en niet van al die rotte vuilschrijvers."

      "Ha, bon...Als ge 't zo oppakt...Ik ga m'n groentes kuisen, salut!"

      "Die is wat in haar gat gebeten, geloof ik" dacht Marie. En met al dàt had ze nog vergeten haar vriendin het goede nieuw te melden van haar mogelijke aanwerving als keukenhulp in” Ons Rustoord", hier aan de overkant...

      Maar na de middag, toen Leonnetje terug naar de knechtjesschool was vertrokken, kon ze toch niet nalaten even in de ” Lekkerbek" binnen te wippen. Het artikeltje was vlug gelezen, maar het verteren zou jaren in beslag nemen: er was altijd maar sprake van "de verdwenen D.Petré", aangezien” de Heer Veldwachter Capoen benadrukt dat er geen stoffelijk overschot is gevonden en de Heer G.Soete de mogelijkheid niet uitsluit in de vluch­teling langs de tramrails de vermiste Petré herkend te heb­ben."

      "'t Is me nogal wat gezegd, hé Marie!..." onderbrak de waard haar opkomende woedeaanval :"Mensen, wat die gazetteventen allemaal durven drukken, hé !" 

      "Waar haalt de Soete het uit dat hem den Dis heeft zien lopen, verdomme! Hij was weer zat zeker!"

      "Ja, hij had er één op, en is ten andere naast de voeten van de wattman gevallen toen die na de slag alles dicht gooide zodat hij zeker niet veel gezien kan hebben. Maar 't schijnt dat hij dat ook nooit beweerd heeft, dat hij den Dis zou herkend hebben: dat is een uitvindsel van die gazettenvent. Daarentegen: hij is mordicus zeker dat hij iemand langs den spoordijk heeft zien vluchten, in een flits, tegen de richting van de tram in, juist vóór hij viel. En dàt geloof ik van hem. Maar wie dat geweest is zullen ze wel nooit te weten komen..."       

      Daar vergiste de waard zich echter deerlijk in...     

      De gemeente­raads­verkiezingen van dit voorjaar '38 deed de stemming in de café's van het dorp weer sterk stijgen.            

      Gestructu­reerde politieke partijen kwamen er niet echt bij te pas: of men al dan niet katholiek, libe­raal, socialist of flamingant was, werd niet over de daken geschreeuwd. Men stemde op lijst één, twee, drie of vier: voor Zielens, Deput­ter, Van den Kerckhove of Van Huffel; de notaris, de hereboer, de brouwer of de hotelhouder. Ze werden niet op hun ideologie gekeurd - als ze die al hadden - maar vooral op het aantal pinten dat ze trakteerden. En op dat gebied vertrok de brou­wer met een straatlengte voor. Maar ook hun plannen om de Duinen­laan te asfalteren, of cijns te heffen op de vreemde hotelgas­ten sprak de mensen aan. Grotere projec­ten moesten ze de kiezers verder niet beloven, want die reken­den verrassend vlug uit hoeveel belastingen hen dat weer zou kosten...En als het bleek niet van onmiddellijk nut te zijn, mochten ze hun stem wel verge­ten.

      Van een algemene verrecht­sing, zoals nationaal en ook buiten de landsgrenzen werd vastgesteld, was in het dorp niets te merken. De massale intocht van 21 Rex-volksverte­gen­woordi­gers in het parlement bij de laatste verkiezingen van mei '36 liet de mensen Siberisch koud :het stoken tegen de politico-financiële schanda­len, dat aan de basis lag van Leon Degrelles succes, had de laatste twee jaar niets veranderd aan de ”ver­molmde democratie" die hij beloofd had uit te mesten.

      Ook het V.N.V. had daarbij zijn aantal zetels verdubbeld, van 8 naar 16, en de communisten hun verte­genwoor­diging zelfs ver­drievou­digd, van 3 naar 9, terwijl de traditi­onele bour­geois­partijen zware klappen hadden moeten incas­seren. Wat premier Van Zee­land niet belet had nà de verkiezingen van '36 met de zelfde ploeg voort te regeren zoals voorheen, ondanks alle kiesbelof­ten.

      De traditionele gazetten brachten wel voorzichtig kritiek uit, zonder echter in eigen vlees te snijden. Enkel de extre­mistische pers schreeuwde over het politiek verraad van de partijen, de schandalige oplichting van de kleine spaarders door het failliet van de” Bank van de Arbeid" en die van de” Boerenbond" en de corruptie in de hoogste regionen. Maar veel invloed hadden die artikels niet op de dorpspolitiek :in de weinige kranten die er verkocht werden vonden de mensen enkel de sport interessant, en meer dan tien radiotoestellen waren er in heel  het dorp ook al niet te vinden.

      Dat in de Spaanse bur­ger­oorlog nog dagelijks paters en nonnen werden vermoord speelde al evenmin een rol. En dat 'de Heer Hitler', zoals de kranten hem beleefd noemden, z'n éérste vijfjaren­plan in Duitsland glorieus af­sloot met het inpalmen van Oos­tenrijk, interesseer­de de mensen minder dan de laatste over­winning van "den Végé" of "den As­so",de voetbal­ploegen van Oostende. En dan nog enkel omdat er na de wedstrijd was ge­vochten en een paar bloedneu­zen geslagen...Dat het twééde vijf­jaren­plan van Meneer Hitler een dikke veertig mil­joen doden zou kosten, kon­den ze toen vanzelf­spre­kend nog niet weten...       .          

      Maar zoals gezegd: ideologieën - of enkel maar ideeën - kwamen er in het dorp niet bij te pas. Het ging altijd over centen, over de aanbestede werken, de gegunde strand-con­cessies, de huisvuilop­haling door Jan (en waarom verdomme niet door Pier?). En caféruzies braken steevast uit omdat één of andere zatterik zich tekortgedaan voelde, of géén spreekwoordelijke vinger in de pap had gekregen.   

      De enige die in Westende politiek kleur bekende, was Steiner, de schoenlapper: rood tot in zijn haarwortels! Een jaar geleden kwam die uit het niets het dorp binnengewaaid en opende zijn winkeltje op de hoek over het gemeentehuis. In een mum van tijd hing zijn uitstalraam vol plakkaten met manmoedig vooruit stormende plebejers, die onder een zee van rode vanen onver­saagd ten strijde trokken tegen de uitbuiters van het volk.    

      Slogans zoals” Laat de Rijken den Crisis betalen!",” Proleta­riërs Aller Landen: Verenigt U! " of” Het Patronaat Buiten, Alle Macht Aan Den Arbeider!" hadden hem van meetaf aan de banbliksems van de pastoor bezorgd. Veel werk kreeg hij dan ook niet van zijn nieuwe dorpsgenoten en als hij in zijn tal­rijke vrije momenten, wat misprijzend tegen zijn deurpost leu­nend de magere klandizie opwachtte, liepen de meeste mensen  in een boog om hem heen.

      De taterwijven fluisterden iets van “ anarchist" - wat dat ook mocht betekenen - en hij kreeg al vlug de bijnaam van 'de zot', wegens die wilde blik in zijn ogen en dat bleke gezicht waarop hij destijds, als jonge gast met de eerste wol snor en sik had gekweekt in een poging om op Lenin te lijken. Wat hem ondertussen goed gelukt was. Hij zag er ouder uit dan zijn leeftijd - achtendertig - wegens al die jaren in de koolmijnen. Daarna had hij nog een paar maand in de bak geze­ten. Wegens raddraaierij bij stakingen en opstoot­jes, wist men te vertel­len...Voor de rest bleef het verleden van de” Rooie Zot" een donker mysterie.

      Terwijl Marie in de ”Lekkerbek" het leugenachtige ver­slag van de vluchteling verwerkte, stond Steiner weer een luchtje te scheppen tegen zijn deurpost. In heel de dorpskern viel er geen kat te bekennen. Tot plots de veldwachter uit het gemeentehuis aan de overkant zijn fiets uit het portaal de straat op duwde ,nogal onhandig wegens die dikke rol affiches onder de arm. Steiner zag hem recht op zich afkomen en bedwong een aandrang om naar binnen te wijken: beter moedig hier op de drempel de strijd tegen het repressieapparaat aangaan. No pasaràn verdomme!

      De garde zette zijn fiets bedachtzaam tegen de gevel van de schoenmaker en deed alsof hij deze nu pas in het deurgat zag staan :"Ha Steiner ! Hier zie, het reglement van de ver­kiezingen ! Hangt dat eens in uw vitrine, met de tekst goed leesbaar naar buiten gekeerd !"

      "'t Hangt al vol bij mij, voor deze vodden heb ik geen plaats !" Dacht die sabelsleper nu echt dat hij het volk zo maar kon commanderen?...

      "Kom, zijt maar braaf, ventje, en hangt dien brief hier waar ik het zeg !" Hij drukte zijn wijsvinger in het meetkun­dig middelpunt van de ruit, juist in de opengesperde mond van een protesterende Spaanse brigadist.

      "Daar is 't al bezet, dat ziet ge toch !"

      "Voilà, hier is uw affiche: uw winkel is een publieke plaats en doe nu maar wat ik zeg! Ik ben niet gekomen om te discuteren, vent" - en ging plots op fluistertoon voort -” maar om u te verwittigen dat de gendarmen bij mij zijn ge­weest over die ontploffing...Ge zit in slechte papieren, mak­ker, en ik moet u spreken :vanavond ten achten aan 't strand op 't einde van de Zeelaan. En ziet dat ge er zijt." En zonder verdere uitleg greep hij zijn fiets en reed naar café” De tramstatie"... 

      "In slechte papieren" mompelde de schoenlapper verbaasd,” En 'k zou verdomme niet weten waarom !" Over die ontploffing, had de garde gezegd. Maar daar wist hij inderdààd niets meer van! En dat verontrustte hem wel een beetje, eerlijk gezegd. Peinzend slofte hij naar binnen en zette zich achter zijn leest. Hier kon hij het beste nadenken.

      De laatste dagen had hij hier al dikwijls werkloos zitten piekeren, peilend in zijn geschokt geheugen. Maar veel aarde had het niet aan de dijk gebracht buiten de herinnering dat hij was gaan stropen, die nacht. Dat schriele konijntje had hij zelfs nog weggegooid :de moeite van het stoven niet waard. En dat de garde hem gepakt had en door de duinen meegevoerd tot aan die hoop obussen om er de wacht op te trekken...

      Later had hij in zijn schoftzak nog over de drie kilo buskruitschilfers gevonden. Die had hij hoogstwaarschijnlijk nu weer uit die granaten gepeuterd :zijn beproefde manier om aan springstof te komen...Maar zéker was hij daar niet van.

      Over een ontploffing wist hij niets meer, ook al moest hij er volgens de garde met zijn neus bovenop hebben gestaan. Want die was hem de zelfde avond nog komen opzoeken, zogenaamd om een paar bottines in herstelling te geven. In feite wilde hij hun alibi afspreken: een leugen om bestwil. Dat ze op de terugweg vanaf de Apenberg nooit door dat duinpad van de doorsteek voorbij die granaten waren gekomen, maar langs het tramkot van de Grote Baan op de Zeelaan waren geraakt. Daar zou de champetter hem met een vermaning vrij naar het dorp hebben laten voortgaan, om zelf een pint te gaan pakken in café ”De Lekkerbek"...

      Zo had hij het twee dagen later ook braaf aan de gendarmen verteld, die bij hem waren binnengeval­len, zogenaamd om zijn affiches met linkse propaganda te keuren. En ze hadden alles zonder problemen geslikt. Na hun vertrek was hij ook eens naar de bomtrechter gaan kijken, eventueel om zijn geheugen wat op te frissen. Maar de garde, die daar bezig was met twee doppers een hele hoop dode meeuwen op te ruimen, had hem bits weggestuurd. Dat maakt dat hij nog steeds met dat gat zat in zijn geheugen...Misschien kon hij vanavond van de garde iets oppikken dat een beetje licht zou brengen in zijn duistere herinneringen...  

     

      Leonnetje kwam na school zielsgelukkig de keuken in gerend me een geperforeerde schoendoos onder de arm.

      "Moeder! Moeder!" Marie schrok uit haar berekeningen op: "Zeg, kalm aan hé ! Of staat uw broek in brand?!"

      Maar de kleine scheen het niet te horen :"Hier zie, vier nieuw jongstjes voor mijn keunekot ! Die zwarte is van Jacky Legein, die twee witte van Victor Gunst en die grauw-oranje gevlekte van Omer Huygebaert. Die vind ik het schoonste, die gevlekte hier..."

      "Ja maar, zijn 't bokken of moeren?" Haar praktische aard kwam weer boven. Bleek dat hij nog geen tijd had kunnen nemen voor een genitale selectie: ze hadden hem de doos maar gegeven nà de bel vanavond.

      Maar die scheiding der sexen mocht zijn plezier niet verbrodden: "Ik zal ze rap in een schoon kot steken, zie...Om te beginnen allemaal samen hé Moeder. Voor de warmte en om het gewoon te worden, vannacht..."

      "Doe maar jongen, het kan tóch geen kwaad..." Maar hij liep al de hof in naar de abri. Monkelend keerde ze terug naar haar berekeningen. Ze kwam juist terug van” Ons Rustoord" waar de econome Madame Jadot haar even koel keurend had bekeken - zo van” Is dàt nu die beruchte flamingante?" - en haar vervol­gens een uurrooster had toegeschoven met een korte uitleg in gebroken Brussels. Marie stond er samen met Rosalie Coulier getweeën als keukenhelpsters, zag ze, elk met een halve uur­rooster in continu. Op twee weken klopte ze 96 uren waarvan 16 tussentijdse rust,alles vol betaald aan vijf frank per uur, en twee dagen vrij. Voor overuren kreeg ze zes frank. Dat kwam alles bijeen op een duizend frank per maand: waarlijk een deftige pree vond ze, voor omzeggens halve dagen!...Merci meester Engelborghs !

    
  Steiner moest op het pikdonkere strand achter de” Wel­kom" niet lang zoeken naar de garde: de sliert stinkende rook van diens groffe Semois-pijptabak leidde de schoenlapper feilloos tot bij het eerste helmgrasbultje.

      "Kunt ge niet op tijd zijn?" bromde deze :"Ten achten is ten achten, en geen twintig nà, hé makker ! Nog vijf minuten en 'k was hier weg geweest ! Dan had ge morgen uw plan kunnen trekken met de gendarmen..."

      Die dreigende ondertoon voorspelde niets goeds, vreesde Steiner en hij besloot maar wat te bukken.

      "'k Heb ik ook zo geen schoon horloge lijk gij hé garde...Ben thuis vertrokken op slag van kwart vóór. Maar aan de deur hield die van Coulier me tegen om haar verzoolde zondagse schoenen af te halen. En zaken komen éérst, dat weet ge : zes frank is weer een middag eten..."

      "Als ge niet oppast krijgt ge binnenkort eten voor niets, plus een gestreept kostuumtje van de staat. En moogt ge een paar jaar zakken plakken in Brugge. Want de gendarmen hebben u verdomme lelijk in de mot, man! Da's iets dat zéker is..."

      "Maar 'k zou verdikke niet weten waarom! Toch niet voor dat gestroopt konijn zeker, van twee weken geleden! Ge hebt gezegd dat ge daarvan geen proces ging maken..."

      "Vent, zevert niet over dat konijn ! Dat interesseert geen kat ! Nee-neen: ze willen u stekken voor de doodslag op Petré. En als ge morgen niet juist zegt wat ik nu probeer in uw stomme kop te prenten dan hebt ge 't spek aan uw kloten voor minstens vijf-zes jaar !"

      Steiner schrok zich een bult. Zes jaar de bak in voor een affaire waarvan hij zich niets, maar dan ook NIETS kon herinneren. Want indien hij maar de minste schuld zou hebben aan de dood van Petré, dan zou hij het weten, of voelen, of hoe dan ook iets moeten merken...

      "Ik kàn daar niets mee te maken hebben..." wierp hij benepen op: "Ik had niets tegen die vent ! Die mocht van mij honderd jaar worden, met plezier!"

      "Zeg, Charel, niet met mij, hé ! Gij, een uiterst rooie bolsjeviek, tegen hém :een bruine fascist...

      Daarbij, er zijn getuigen! De gendarmen hebben een brief gekregen, ongetekend vaneigens, maar ge verstaat onmiddellijk dat Marie hem geschreven heeft. Ze zegt dat ze u heeft zien staan draaien, die zondagmorgen heel vroeg, daar waar de doorsteek, die wij genomen hebben door de duinen, uitkomt op de Bassevillestraat. Merkt: dat is vlak naast haar deur en dus zal ze u wel goed herkend hebben. Ik denk dat ge mij en mijn velo op dat moment juist uit het zand tot op de kasseien had geduwd en nog wat hebt staan zien tot ik achter de hoek was...Maar van mij spreekt ze niet in haar brief..."

      "Maar ik mocht ik daar toch staan! Dat is toch niet verboden, zeker, van daar te staan!" protesteerde hij heftig.       

      "Ja, vooral nadat ge verleden week gezworen hebt dat ge van het tramkot langs de Zeelaan recht naar huis zijt gegaan, stommerik! Dan zal de gendarm wel graag willen weten wat ge op dat zelfde moment dan daar aan de doorsteek deed, honderd meter ver de Bassevillestraat in. Allee, legt dàt eens uit!"        

      "Wel, 'k weet niet..."

      "Al chance dan dat ík het weet, hé !...Verdomme vent, moest ge mij niet hebben, ge zat al den bak in, en voor langen tijd !"

      Steiner was van geen kleintje vervaard, maar hij had toch een heilige schrik om weer in de gevangenis te vliegen. Die veroordeling tot zes maanden bak na de gewelddadige op­stootjes bij de mijnstakingen van '36 lag hem nog steeds fameus op de maag. Geen tweede keer! Als de gendarmen hem nu wéér kwamen pakken zou hij schieten! In zíjn eigen kop of de hùnne, maar schieten zou hij!

      "Luistert en doet uw oren open! Ge moet zeggen dat ge ook goesting had achter een pint, nadat ge mij in de ” Lekker­bek" zag binnen gegaan. Maar ge waart platzak en dacht daarom misschien in dat blauwerskot (t.t.z. café voor smokkelaars) ”'t Hapertje" op 't einde van de Bassevillestraat uw konijn voor een paar pinten te kunnen omruilen. Maar dat ge op weg in die straat, gekomen aan de barak van Petré, u bedacht hebt wegens de grote vaak. En op uw stappen zijt teruggekeerd naar de Zeelaan en recht naar huis zijt gewandeld om nog wat te slapen. Hebt ge't verstaan, van dat klein stukje Basseville­straat heen en weer? Niet moeilijk, hé!"

 





Geef hier uw reactie door
Uw naam *
Uw e-mail *
URL
Titel *
Reactie *
  Persoonlijke gegevens onthouden?
(* = verplicht!)
Reacties op bericht (0)

Archief per week
  • 18/11-24/11 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 27/11-03/12 2017
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!
    Inhoud blog
  • Deel 400
  • Deel 399
  • Deel 398
  • Deel 397
  • Deel 396

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!