" De Afrekening"
Een West-Vlaamse oorlogsthriller in afleveringen
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
10-10-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 117
Klik op de afbeelding om de link te volgen

A81BIS

DE 'GRAF SPEE' en de SCHEMEROORLOG.

 

Ondertussen, terwijl zowel Duitsland als de Westerse geallieerden verveeld zaten met de Russische "overwinning" op Finland, beperkten ze hun eigen vijandelijkheden in Elzas-Lotharingen tot een partijtje schaduwboksen. Elk schot in deze schimmige schemeroorlog moest als het ware met formulieren in drievoud gerechtvaardigd worden.… Dit gedoe kreeg in de pers al vlug het etiket 'Drôle de guerre' opgekleefd :"Oorlogsklucht" ,of ietwat serieuzer :"Schemeroorlog".

Buiten wat schuchter en loos gescharrel van verkenningspatrouilles door de donkere ondergesneeuwde bossen tussen de Siegfried- en de Maginotlinies viel daar dan ook niet veel te beleven. De soldaten verveelden zich dood en trachtten de bijtende koude in de loopgraven te verdrijven met wanhopige briefjes naar huis en een sluiks gestookte borrel.

Vechtlust, wraakzucht en motivering was bij de geallieerde troepen ver te zoeken. Ze hadden geen flauw benul waarom juist zij daar in modder en sneeuw met een slechte uitrusting en een onaangepaste kledij door greppels en grachten moesten kruipen, loerend naar die klootzak aan de overkant die het waarschijnlijk ook niet kon helpen. En dàt, terwijl heel wat kennissen uit hun streek of straat zich hadden laten afkeuren of op een warm postje zaten in het verre achterland...

Het algemene défaitisme in het Franse leger werd daarenboven door de communisten flink aangewakkerd omdat het vriendschapsverdrag tussen de USSR en het Derde Rijk elke stalinist verbood een vijandige daad te stellen tegen zijn "Duitse broeders". Oproerige stakingen in de Franse wapenfabrieken mondden uit in sabotage van de productie. Hun leider Maurice Thorez vluchtte als deserteur naar Brussel omdat hij zich, op bevel van Moskou, verzette tegen "de broederstrijd der proletariërs". Daardoor voelde de Franse regering zich verplicht bij het begin van de "drôle de guerre" alle communistische partijorganisaties te ontbinden wegens belemmering van de oorlogsinspanning...

De luchtoorlog bracht af en toe wat afwisseling in de eentonige legerberichten als een escadrille eventjes over de grens een paar bommen ging werpen, meestal zonder veel schade. Maar begin december ging het mis, toen de R.A.F. per ongeluk of uit slordigheid een Duits kinderhospitaaltje trof. Zeven "onschuldige bloedjes" vermoord, schreeuwde de Duitse propaganda! Vanaf dit incident stelde het Franse Opperbevel de Britse vliegtuigen onder curatele terwijl deze zeven kinderlijkjes de Luftwaffe een gedroomd excuus boden voor hun latere terreurvluchten op de Westelijke burgerbevolking.

Ook op zee ging het de geallieerden niet voor de wind. Het Duitse slagschip "Graf Spee" had op zijn eentje tijdens de eerste 100 oorlogsdagen reeds negen Britse cargo's gekelderd. Maar op 13 december stuitte het voor de Rio de la Plata op een eskader van drie Britse kruisers.En toen ging het mis...

Tijdens de daaropvolgende zeeslag liepen beide partijen zware schade op en de Spee moet zijn toevlucht zoeken in de neutrale voorhaven van Montevideo voor dringende herstellingen.

Dàn gebeurde het wonder: Uruguay weigerde hulp en drie dagen later, op 17/12/39, moest het Duitse slagschip vóór de verzamelde wereldpers de neutrale haven verlaten met een minimale bemanning aan boord. Doch in plaats van een ultiem duel met de Britten aan te gaan, saboteerde Kapitein Langsdorff zijn schip in de brede trechtermonding van de Rio de la Plata en ging - tegen het bevel van de Führer in - met de laatste matrozen van boord nog vóór de eigen mijnen in het ruim de gepantserde romp openscheurden.

De Duitse gezant in Montevideo bracht Kapt. Langsdorff op de hoogte van Hitlers woede, omdat zijn fiere slagschip niét tijdens een laatste heldhaftige zeeslag met man en muis was vergaan, zoals de Duitse pers wat voorbarig had gemeld. Twee dagen later pleegde de kapitein, op aandringen van de gezant, alsnog zelfmoord in een trieste hotelkamer van Buenos Aires...    

De ware toedracht van dit drama werd nooit aan de Duitse bevolking medegedeeld. Volgens het OKW (Oberkommando der Wehrmacht) was de manhaftige kapitein Langsdorff vechtend onder een overmacht bezweken ,en ,met een laatste "Heil, mein Führer !" op de lippen en op de zwaar beschadigde brug ,met zijn zinkende slagschip in de golven verdwenen. Punt, en daarmee basta! Ook al wist iedereen dat de Rio de la Plata hoe dan ook plaatselijk véél te ondiep was om dat stalen monster te verzwelgen : de hoog boven water uitstekende commando-toren bleef dan ook nog jàren een toeristische attractie ,en een goudmijn voor koperdieven van alle slag... Maar de Duitse propaganda bleef ondanks alles zielig voet bij stek houden ,dat de "Spee" manhaftig vechtend tegen een driedubbele gluiperige overmacht tenonder was gegaan...

Want een dode held is nu eenmaal duizend keren meer waard dan een levende lafaard...


 


 

<!--[if gte mso 9]> Normal 0 21

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
10-10-2012, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
12-10-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 118
Klik op de afbeelding om de link te volgen

A82:      HET FAILLIET...

                                  Westende, 20 december 1939.

"Op een examen na vijf minuten een wit blad afgeven, dat zou ik nóóit gedaan hebben, Eibie! Dat is een brutale slag in het gezicht van de leraar, een echt affront! Zéker voor die zielige meneer Degrijze van geschiedenis: die brave vent heeft zo'n belediging toch écht niet verdiend! "

Arthur deed zuchtend alsof hij in de dikke stapel fonoplaten dan tóch zijn goesting niet vond: "Wat zei je ? Degrijze van geschiedenis ? Vriend, weet ge wel wat er in de wereld gaande is? Wat kan mij de groei in de 15e eeuw van de Boergondische Rijk van Jan Zonder Vrees schelen, als het Derde Rijk van Hitler ons binnen de vijf jaar allemaal heeft platgewalst en opgeslokt!! Meneer Degrijze zou beter moeten weten!  Hij is een oplichter en doet aan volksmisleiding. Ofwel speelt hij de struisvogel die zijn kop in 't zand steekt om niet te zien dat de wereld in brand staat, ofwel leidt hij expres onze aandacht af van de beestachtige oorlogvoering, tegenwoordig, met zijn mooie verhaaltjes van een edele koene ridder, beschermer van frèle maagden."

" Maar hij geeft toch gewoon zijn vak en houdt zich volgens mij strikt aan de leerstof, gelukkig maar!  Je klaagt zelf dat je Duitse leraars van de geschiedenisles profiteerden om doorlopend nazi-propaganda te spuien!  Het is ook nóóit goed, hé!"

" Geschiedenis geven dient om uit te leggen hoe wij van holbewoner door evolutie en revolutie cultuurmensen zijn geworden. En daar duidelijk de lessen uit te trekken om niet in een volgende wereldoorlog verplicht te worden opnieuw in grotten te overleven...In plaats van te staan lullen over riddersteekspel sprak hij beter over mosterdgas  en het schaamteloos uitmoorden van de burgerbevolking van Warschau! "

" Spreek je over de Russische overval op Finland?"

" Finland? Och, dat is kattepis, Mensch! Daar spreekt toch binnen een maand geen hond meer over ! Louter emotioneel opgeblazen door brood-schrijvende journalisten! Binnen veertien dagen is iedereen die primitieve Lappen vergeten... Neen, ik denk aan Polen waar de nazi's op drie weken tijd een hoogstaande cultuur letterlijk van de kaart hebben geveegd, alles platgebrand met honderdduizenden doden en verminkten, meestal weerloze burgers natuurlijk... En waarom? Omdat het Herrenvolk geen Poolse douanerechten wilde betalen op de treinreis van Berlin over Freistad Dantzig naar Oost-Pruisen! "

" Ik, voor mijn part, vind de vrome Polen misdadige zotten, om voor die paar centen een wereldoorlog te ontketenen waar wij allemaal de dupe van zijn! Hadden die wat water in hun wijn gedaan, zouden ze nu niet op hun verbrand gat moeten zitten! En kon jij iedere dag van de week fluitend de maalboot naar Engeland nemen, of zelfs naar Amerika vliegen met de DO-X! Juist of niet? "

Stilte op alle banken. Arthur leek in de zetel wel in slaap gevallen. Maar toen Joseph van het bureeltje omkeek zag hij zijn vriend met natte ogen naar de reclameposter van de reusachtige Dornier-vliegboot liggen staren.

" There's no Limit" luidde de slogan onder het opstijgende monster met zijn twaalf brullende motoren. En in kleinere letters - nauwelijks te lezen in het halfduister, maar Joseph kende de tekst van buiten - " Cherbourg-New-york:  150 Passengers at 150 Knots! " En hij had het destijds omgerekend :150 knopen was zoiets als 250 kilometer per uur !

"Ja, Beste Eibie, aan tweehonderdvijftig kilometer per uur zou je er op één dag geweest zijn. Maar dié droom kan je beter vergeten, man: Cherbourg ligt in Frankrijk en daar  vreten ze sinds het uitbreken van de oorlog de Duitsers ràùw, nog méér dan in Engeland! "

Na een lange stilte zei Arthur schor: " Niets is eeuwig: wij zouden wel eens van naam kunnen veranderen, voor de gelegenheid..."

" Hoe bedoel je dat? Wat mankeert er aan Birnbaum? "

" Wel, het klinkt wat raar in de oren van een Franse douanier, denk ik!  Als de familie Chopin of Balzac of zelfs Toscanini zouden we waarschijnlijk makkelijker doorgelaten worden... En eens in Frankrijk hebben we weer geld genoeg, want Onkel Theodor bezit daar twee mooie bankkluisjes..."

" Hoezo? Zitten jullie momenteel op droog zaad? "

" Je hebt toch van het faillisement gehoord van de 'Credit Anversois', of niet? "

" Banque n'est pas ma spécialité, mon cher comte…"

" Wel, weet dan dat een nieuwe identiteit voor zeven personen een klein fortuin kost, plus valse visa voor de U.S.A.! Dat is in Antwerpen of Brussel allemaal wel te koop hoor, maar dat bedrag kunnen we - door het failliet van de bank - voor het ogenblik in België moeilijk missen. We moeten tenslotte ook nog eten ook!"

" Ja, nu je het zegt: waar blijft onze cacao-met-beschuit, of wordt daar ook al op bezuinigd? " De twee jongens proestten het uit. " En mijn privélessen Nederlands,  kan je dié nog wel betalen? "

Arthur snoof eens geringschattend: " Eerlijk gezegd, Jiepie, de school interesseert mij niet meer...Met een beetje geluk zal ik dit jaar hiér nog kunnen uitmaken. Maar een volgend jaar en een einddiploma hiér zie ik toch niet zitten... Mijn gedacht zullen wij hier vóór de volgende zomer moeten vertrekken of 't is te laat, 1 september op zijn laatst..."

"Dus geen hulp meer nodig bij je huiswerk? En geen lijstjes met Nederlandse woorden meer van buiten leren? " Joseph lachte wat groen want hij zag zijn makkelijke bron van inkomsten al droog vallen.

" Laat ons maar voortdoen zoals vroeger, anders merkt mijn vader dat ik uit de biecht geklapt heb. Niemand mag van onze plannen weten, dat begrijp je wel!  En zéker de meisjes niet, ànders weet direct heel het dorp ervan..."

" Hoe staat het feitelijk tussen jou en Françoise? "

Arthur trok een bedenkelijke snuit: " Kalm en plat,  moet ik zeggen...Dat stom wicht heeft tegen haar paster gebiecht dat ze omging met een joodse jongen en de kriebels in haar kont begon te krijgen...En vuile dromen, of hoe dat ook mag heten in jullie geloof..."

" Onkuise gedachten? In de biechtstoel? En dan nog met een jood, verdomme! Daar slaan de pastoors helemaal purper van uit! Dedju, zal dié eventjes haar vet gekregen hebben! Ze was helemaal van haar melk, zeker? "

"Ik vrees dat ze tegen mij een tijdje de kwezel zal uithangen, maar dat loopt wel weer los. Als ze maar zo stom niet is om bij haar volgende biecht dezelfde pastoor te kiezen en om nóg eens over haar joodse kriebels te beginnen. Dan steken ze haar misschien wel in 't klooster!  Ach Scheisse! Heeft jouw Nadine ook de aandrang om met haar kriebels naar de pastoor te lopen, soms? "

" Ik betwijfel eerlijk gezegd of zij daar last van heeft, van die kriebels met mij...Als we eens goed op dreef zijn doet ze wel alsof haar broek in brand staat, ja, en kreunen bij het kussen: man-man! Juist alsof ze in katzwijm gaat vallen!  Waarschijnlijk les gekregen van haar twee oudere zusters...Je hebt zelf ondervonden destijds hoe goed die feeks komedie kan spelen: die gaat niet vérder dan ze zelf wil en zal haar schijnvertoningen zéker niet aan de paster zijn neus hangen. Voor de rest mag ik niet klagen... Maar t'is zoals je zegt: niets is eeuwig, ik maak mij over haar geen illusies."

" Ach die verdammte Weiber! " riep Arthur pathetisch uit: " Maar misschien kunnen we ze tijdens de vakantie wat opwarmen in de cinema van Middelkerke. Ze spelen zondag iets tranerigs met Jean Gabin en Michèle Morgan: 'Quai des Brumes'. Ik trakteer! En naar het schijnt geven ze in het Pathé-journaal beelden van het kelderen van de 'Graf Spee'"

" Dàt van de zeeslag interesseert mij al méér dan het gekwijl van die schele Michèle Morgan, maar ik sta waarschijnlijk alleen met deze mening...Daarbij, ik vrees dat het tóch niet zal gaan...Nee, zondag moet ik de hof nog voort omspitten en mesten en tijdens de kerstvakantie vindt moeder dat ik eindelijk ook wat mag bijverdienen. Ze heeft overschot van gelijk ten andere, anders word ik een echte parasiet in dat huishouden. Misschien kan ik bij Gunst aan de slag: blaffeturen afhalen van de villa's die met de kerst door de vreemden betrokken gaan worden. Maar véél zullen er dat niet zijn, met de crisis en de oorlog. Massa's vaste klanten voor Kerstmis en nieuwjaar gaan afzeggen en thuisblijven, wist Nadine te vertellen... Hoe dan ook, nu dat Leon terug op de Astrid vaart voor een goede pree, kan ik niet achterblijven: hij krijgt het zó al te hoog in zijn sterre! "

" Als de vissers maar niet gaan meedoen met de algemene staking van de koolmijnwerkers..." opperde Arthur:  "Sinds dié vorige maand de 48-urenweek hebben moeten slikken marcheert er hier niets meer in dat apenland van jou. En dat zal na het ontslag van minister Marck zéker niet beteren. Straks leggen die van trein en tram misschien ook het werk neer en dan is het eindejaarsseizoen helemaal om zeep..."

"Och, verhongeren zullen we niet. Met de feestdagen vaart Leon niet uit en gaan we zijn lijn vishaken op het strand van de Lac-aux-Dames klaar maken met aas voor het laag-water van Tweede Kerstdag, zes uur 's morgens. Als je wil kan je meekomen. En alvast leren dat je ook zónder geld in volle natuur niet van honger moet sterven!  Denk maar aan Winnetou en Shatterhand! Tenzij het natuurlijk iedere dag kaviaar moét zijn ..." 

" Ha-ha-ha" deed Arthur:" Moet ik daarmee soms lachen?"

 

Sinds Jetje vorige maand Marie héél sjiek en officiëel op koffievisite had ontvangen, met haar zondags servies en haar rozijnenbroodkoek, leken alle plooien weer glad gestreken. Ze gingen weer normaal met elkaar om, maar over 'liefde' werd niet meer gesproken. Enerzijds een opluch- ting voor Marie die niet meer ieder ogenblik moest vrezen door haar vriendin besprongen te worden. Maar anderzijds was het vroeger wel flatterend geweest door iemand zo hartstochtelijk bemind te worden...Dàt was nu voorbij, gelukkig maar. Marie was ervan overtuigd dat Jetje ergens rondom Oostende een nieuwe uitlaatklep voor haar opgepropte gevoelens had gevonden...Misschien wel die knappe brunette van dat juweelwinkeltje in de Witte Nonnenstraat? Heimelijk en ongewild was ze wel wat jaloers op dat mens en had zich vast voorgenomen Jetje daar vroeg of laat eens over aan te pakken...Met de nodige takt, natuurlijk, zónder dat het weer op een laaiende ruzie zou uitdraaien...

" 't Is jammer dat hij niet zo goed opgekomen is als die van jou. Ik weet niet wat ik misdaan heb, want ik heb het recept consciencieus gevolgd. Maar allee, hij is toch te éten..." Marie zette haar misbaksel tussen hun twee koffiemokken. Hààr zondags servies was destijds van het praalschab gedonderd toen Dis twee jaar geleden met een helse knal de lucht in vloog: god hebbe zijn ziel...

" Misschien wat te weinig rozijnen? Daar moogt ge zékers niet op besparen! "

Marie voelde direct de steek onder de gordel: " Wie zegt dat ik daarop bespaard heb? ! Ik heb zelfs nog overschot in mijn zakje!  Als ge wilt zal ik ze er los opstrooien of kunt ge ze in de koffie doen..."

" Maar meistje toch, ik zeg dat om te helpen hé!  Kom, laat ons eens proeven van je kunstwerk...en hopen dat we het overleven! " voegde ze er guitig bij. Nu kon Marie er wél mee lachen: " Och mens, eerlijk: ik kan daar het geduld niet voor opbrengen! "

" Ja, ik weet het: geduld is niet je sterkste kant, maar ik vind je toch al véél minder krikkel dan vroeger, nu ge de mensen geen peer op hun smoel meer geeft..." En ze wreef betekenisvol over haar kaak"...als ze over Rudolf dorsten spreken! "

Marie haalde wat vermoeid de schouders op: "We gaan het toch wéér dààr niet over hebben, hé Jetje: de spoken uit het verleden kunt ge beter laten rusten, voor 't goed van iedereen..."

"Spoken doen wat ze willen, die kunnen wij niet meester, Marie " zei Jetje ernstig: " Soms deemsteren die jarenlang wég om dan ineens weer de kop op te steken. Lijk overlaatst nog bij mij thuis, met Joseph..."

" Joseph? Wat heeft dat pretentieus ventje nu weer uitgestoken?! 't Is altijd iéts met dien aap! "

" Geen drama's, Marie, geen drama's kind! 't Is eerder zoiets in den aard als met Leon, vorig jaar: die kon zich niet neerleggen bij de dood van Dis en zocht zijn vader tot in de café's van Duinkerke. Ik heb hem nog helpen zoeken om de achterklap van de garde in 't dorp te smoren, met het gevolg dat ge kent: de dreigbrieven en heel dien bataclan, waar ik zo mijn eigen gedacht over heb..."

" Ja-ja, al goed"zei Marie krikkel:"en Joseph?..."

" Die is heel het omgekeerde van Leon. Joseph heeft geen moment getwijfeld aan de dood van Dis en was er in feite content mee want hij beschouwde hem als een nestkakker. Joseph heeft geen énkel goed woord voor hem over: een stomme boer was hij, niet capabel om zijn huisgezin deftig te onderhouden en van armoede te besparen, een gestampte bosaap zonder manieren, waar ge nérgens mee kon komen. Een vuile zatlap, een cafévechter en een wijvenzot"

" Bah, dat is in feite nog niet zo slecht gezien!" hoonde Marie:" Veel goeds vond ik er ook niet aan, op den duur, maar een kind mag zó niet over zijn vader spreken, hé...Lijk de paster zegt: vader, moeder zult gij eren! "

" Dàt is het juist! Joseph is overtuigd dat Dis zijn vader niét is! Hij voelt met hem geen enkele band. En door de roddel dat den Dis zijn gezin heeft laten stikken om met een mokkel in Duinkerke te gaan sjansen, heeft die jongen hem helemaal uit zijn leven geschrapt. Hij is nu, zonder het zélf goed te beseffen, op zoek naar een àndere vader. Dat zou een zekere Rudolf moeten zijn, een naam die hij de laatste maanden wat té dikwijls hoorde vernoemen in dat ver- band... Het dorp heeft er màànden van gegonsd! "

" Van Rudolf? Wat kan mij dat schelen!  Vroeg of laat zal de waarheid tóch uitlekken. Dat die snotaap er dan maar over denkt wat hij wil, verdomme! ..."

" Marie, dat méént ge toch niet! Ge kunt toch niet toelaten dat die kleine moet opgroeien met het gedacht dat zijn moeder vroeger naast de pot heeft gepist! "

" Zou ik de eerste zijn, peinst ge? En 'die kleine', zoals ge zegt, IS volgroeid, vooral zijn kop. Wat dààrin zit van gedachten kan ik toch niet meer veranderen. Vroeger kon ik hem met de broeksriem al eens terug op het rechte pad slaan, maar dààr begin ik niet meer aan. Hij zou me wel eens een peer terug kunnen geven, die gloeiende zot! "

" Ge hebt de Joseph feitelijk nooit érg gaarne gezien, hé...Zo'n kind gaat dat voelen op den duur..."

" Gaarne gezien?! Een kind, dat die rotzak van de Rudolf mij opgedrongen heeft en er mij dan mee liet zitten, kan ik moeilijk in mijn herte dragen, hé, zeg nu zelf!  Of zijt ge het soms vergeten, Jetje, wat al smeerlapperij ge mij hebt laten slikken om het te doen àfkomen? Dat mengsel van rattenkruid en casterolie om hém dood te krijgen maar waar IK verdomme bijna zélf zijn in gebleven? Nadien kon ik, door de schuld van die kleine, al waar ik als jong meisje van gedroomd had op 't stort kappen... Gaarne zien? Ge zoudt voor minder wrokkig worden, peinst ge niet?!"

Jetje liet haar even bedaren en zuchtte toen: "'t Is natuurlijk uw karakter: dat kunt ge van vandaag op morgen niet veranderen...Maar had ge vroeger wat gemoedelijker met de kinders kunnen omgegaan, was het waarschijnlijk nooit zover gekomen. Nu dat Joseph den Dis zodanig minacht dat hij hem niet meer als zijn vader wil kennen, riskeert ook gij door die harde aanpak als moéder afgewezen te worden..."

" Gemoedelijker?! Verdomme Georgette, gij hebt makkelijk spreken!  Ge wilt toch niet dat die twee krawaten mij hier buiten dragen, hé! Als ik niet oppas scharen ze mij nù al over de kop! Vooral Joseph met zijn dikke nek!  Die school in Oostende trekt op niks: véél te losgelaten. Moest ik hem niet op tijd een lap om zijn oren verkocht hebben, had hij nog gedacht dat hij zich àlles kon permitteren...Maar niet met mij, als hij dàt maar goed onthoud!  Jetje toch: 'gemoedelijk'!  Jezus-Maria-Jozef...Als ge tegelijk vader én moeder moet spelen kùnt ge u niet laten gaan, noch naar d'één noch naar d'àndere kant! ..."

" Maar den Dis - God hebbe zijn ziel - was in zijnen tijd toch minder streng dan gij, en hij had toch nooit geen last met de jongens..."

" Den Dis! Doe mij niet lachen hé...Die heeft nooit moeite gedaan om de kinders een opvoeding te geven...Die heb ik altijd éérst een stamp onder zijn gat moeten verkopen vóór hij naar zijn broeksriem wilde grijpen om een toefeling uit te delen. Als ik op hém had moeten rekenen om er de wind onder te houden, dan kon ik héél lang wachten!  

Ze snoof eens verachtelijk:" Miljaarde: den Dis!".

 

Toen Joseph tegen de avond thuis kwam van zijn privélessen aan Arthur voelde hij zich rot. Zo vlakaf horen zeggen dat al zijn geleverde inspanningen om zijn vriend klaar te stomen voor de examens niet alleen nutteloos waren, - maar érger nog - helemaal niet werden geapprecieerd, had zijn eigendunk een ijskoude douche bezorgd. Vooral zijn troetelkind - de stoomcursus van de Nederlandse taal waarmee hij zo'n mooie resulta- ten had geboekt - met het badwater zien weggooien , deed hem pijn aan het hart.

Maar Arthur had natuurlijk overschot van gelijk: waar hij binnenkort tijdens zijn vlucht naar het buitenland ook terecht mocht komen: met de gedichten van Gezelle en C° zou hij het zout op zijn patatten niet verdienen. Inderdaad, die lessen Nederlands waren voor hen beiden een compleet nutteloze inspanning geweest...Dit te beseffen vond Joseph al pijnlijk genoeg, maar dat Arthur hem voor zoiets waardeloos in de toekomst toch nog voort wilde betalen, voelde Joseph bijna aan als een belediging. En dat hij deze aalmoes voor den brode toch in dank moest aanvaarden vrat zijn gevoel van eigenwaarde dieper aan dan hij wilde toegeven.

Kortom, Joseph voelde zich die avond héél rot en dat zouden ze thuis geweten hebben! Moeder in de eerste plaats natuurlijk! Nu hij voor éénmaal een goed motief had om haar ongestraft het bloed vanonder de nagels te halen, mocht hij die kans niet laten liggen!  

Marie was aan de keukentafel haar speciale broodpudding voor Kerstavond aan het kneden volgens een 'nieuw' recept van Jetje. Zelf vond ze dat dit verdacht goed leek op het vorige, waarmee ze eergisteren zo'n 'laaiend succes' bij haar vriendin had geoogst, en koesterde derhalve geen hoge verwachtingen. Bij wijze van groet viel Joseph meteen met de deur in huis:

" Heeft Madam Birnbaum u al verwittigd? "

" Birnbaum? Verwittigd? Van wat? " Ze keek nors op.

" Ge hebt uwen opzeg nog niet gekregen? "

" Waarom zou ze? Is ze soms niet content van mijn werk, dat gij weet? "

" Nee-neen..." Hij keerde zich naar de Leuvense stoof en begon ongeïnteresseerd zijn pijpje te stoppen.

" Zeg snotaap!  Wilt ge eens wat deftigen uitleg geven als ge slecht nieuws komt brengen?! Wat is dat met dien opzeg? Allee, rap een beetje! " Voilà, hij had haar moeiteloos op haar paard gekregen!

" Wel, als gij het nog niet weet, dan zal het niéts zijn, zeker...Ik mocht het ten andere niet voortvertellen van den Arthur..."

" Maar wàt niet voortvertellen? Spreekt nu eindelijk eens lijk een normalen mens!  Dat is verdomme tien jaar naar school geweest en kan nog niet gewoon klappen! "

" Wel van die bank die failliet is: de Birnbaums hebben daarmee veel geld verloren en Arthur zei dat ze voortaan wat zuiniger moesten gaan leven. Dan is het personeel toch het eerst waarop ze besparen, hé...Verwacht u er dus maar aan dat ge één dezer dagen buitenvliegt! "

" Ha ja, die bank..." Marie keek wat verslagen mijmerend naar haar vuile deeghanden: "Ja, vaneigens, die is met al de centen van dat rijk volk gaan lopen...Maar allee, ik heb altijd geweten dat het bij de Birnbaums geen vaste post zou zijn. Eerder een opvulsel toen meneer de kapitein Rappapor van den overkant ineens weg moest naar het Frans leger...Och arme de mens, hij is misschien al lang dood: wat willen wij dan staan zagen over een postje van drie halve dagen in de week. Ik heb tenslotte nog Madam Jadot in 'Ons Rustoord'."

Joseph zag met lede ogen dat zijn bom als een natte sisser dreigde af te gaan: moeder raakte hélemaal niet in paniek zoals hij had gehoopt. Dan maar een laatste schot voor de boeg: " Vanals het gaat stinken slaan die jodenkinderen wel op de vlucht en kan Jadot de boel sluiten en terug naar Brussel keren..."

Plots leek het of Marie hem dóór had en keek hem vlak in de ogen: " Vent, vanals het gaat stinken sluiten de scholen, weet ge dat? En dan kunt gij eindelijk eens de handen uit de mouwen steken, in plaats van mij voor àlles te laten opdraaien. Ik ben écht eens benieuwd wat gij daarvan in huis gaat brengen, met al die studies! "

Oow! Vlug bakzeil halen zag hij als énige uitweg, nu moeder zo handig de situatie had omgekeerd: " Arthur betaalt mij in elk geval door, voor mijn lessen. Dus zo'n catastrofe zal het failliet van die bank voor hen wel niet betekenen. Die mensen laten zich niet graag kénnen, hé, zéker niet tegen hun personeel...Dat goede voornemen van Arthur om zuiniger te gaan leven zal wel weer een fabeltje zijn, zeker! "

Zo, dàt had hij flink gepareerd, hé. Een beetje overmoedig deed hij er een schepje bovenop: " En tiens, van fabeltjes gesproken: is 't waar dat ons vader zijn eigen in zijn jongentijd uitgaf voor Rudolf Valentino?"

Marie had even moeite hem bij te benen, zag hij. En die verwonderde vrolijkheid klonk zó pijnlijk vals dat de spiegel in de buffetkast ervan rilde: "Wa-atte? Dis? Valentino? Ge zijt gij zeker zót? Waar haalt ge dàt? "

" Van tante Jetje: die zei dat toen gij vree hij zijn eigen Rudolf Valentino noemde, met vet op zijn haar en een middenstreep, om op die filmster te trekken! "

Marie leek zich nu pas de verwittiging van haar buurvrouw te herinneren: " Och ja, toens!  Jezus!  Waar zij nog van spreekt...Da's twintig jaar geleden! ... Alle jonge venten dachten toens dat ze filmster waren, de éne al zotter dan de àndere, al was de Valentino wel sterk in trek in dien tijd...Maar dat den Dis zijn eigen ook zo noemde - Rudolf - weet ik niet meer...Of 't zou moeten geweest zijn om te doen lachen!  Ge moet een beetje serieus blijven, hé: zo'n schoonheid was hij écht niet, geloof mij vrij! "

"Waarom zijt ge er dan mee getrouwd? " vroeg hij spottend brutaal en dacht haar daarme eindelijk klem te zetten. De lach bestierf op haar lippen en met fonkelende ogen wierp ze het eruit: " Voor zijn centen, okee?! Is het nu goed geweest? Stelt de rest van de vragen dan maar aan Jetje: die heeft naar het schijnt een héél goede memorie als 't over vaderlandse geschiedenis gaat! "

 

 


 

<!--[if gte mso 9]>

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
12-10-2012, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
13-10-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 119
Klik op de afbeelding om de link te volgen

A82BIS:   MAASMECHELEN ,10 januari '40

 

Op 10/1/40 maakten twee Duitse stafofficieren ,door de mist misleid ,met een kleine Messerschmidt "Taifun" een noodlanding bij Maasmechelen.

Ze hadden op het hoofdkwartier bij Aken de plannen van "Fall Gelb" moeten bespreken waarin de voorziene aanval op de Benelux in alle details werd uiteengezet. Op de terugvlucht naar hun eenheid verdwaalden ze door de grondmist en stuikten neer in een bosje langs de Maas, nog steeds in het bezit van deze zeer geheime documenten. Beide militairen werden op een nogal burleske manier door Belgische schildwachten gesnapt en opgeleid. Majoor Helmut Reinberger, staf-officier van de Luftwaffe trachtte bij zijn gevangenneming en een eerste ondervraging tot tweemaal toe vergeefs dit compromitterend dossier te verbranden. De grondige bestudering van de beschadigde resten op het Belgisch HQ onthulde duidelijk de verraderlijke Duitse plannen om België binnen te vallen.        

 Toen de ergste opwinding wat geluwd was, rezen ook de eerste twijfels: zo'n enorme vangst was te mooi om waar te zijn ! Maar de specialisten van de Belgische militaire inlichtingendienst verwierpen de veronderstelling dat het om een poging tot misleiding zou gaan en garandeerden de echtheid van de documenten. Daarop riep onze minister van B.Z. Spaak de Duitse ambassadeur op het matje, maar deze ontkende heftig en beweerde dat het om een oefening voor leerlingen van de Krijgsschool zou gaan. Door onze neutraliteitsmanie vroeg het veel tijd en touwtrekken vooraleer Londen en Parijs sluiks inzage kregen in het dossier, maar de geallieerde hoofdkwartieren verwierpen het tenslotte als zijnde een valstrik. Het plan voor "Fall Gelb" voorzag immers een Duitse hoofdaanval dwars door de Belgische Ardennen ten zuiden van de Maas om in westelijke richting een doorbraak bij Sedan te forceren. Dat vonden de geallieerde staven zo vér gezocht dat het wel een misleiding moést zijn...

Van dit buitgemaakte dossier en de snode plannen voor 'Fall Gelb' lekte aanvankelijk niets uit in de pers. Officiëel luidde het dat twee Duitsers met hun vliegtuigje in de mist waren verdwaald en daarbij onopzettelijk het neutrale Belgische luchtruim hadden geschonden. 

Voor alle zekerheid besloot Hitler toch maar ,nu zijn snode bedoelingen waren uitgelekt, de inval in de Benelux voorlopig in de koelkast te steken...Maar niet voor lang: een paar details werden herwerkt en voor de rest werd het (vérgezochte ?!) plan ,om de Franse Maginot-linie langs rechts te omtrekken ,ongewijzigd tussen 10 en 15 mei '40 uitgevoerd ! En de geallieerden beweren nu nog steeds dat ze door het Duitse maneuver, zijnde een doorbraak ten zuiden van de Maas (en niet ten noorden zoals in 1914) ,volledig verrast werden...Of het daar steenezels waren of leugenaars, daaruit mag ieder zijn eigen conclusies trekken!       

Vanaf deze winterse dagen draaiden de kaarsen-fabrieken op volle toeren en sloeg heel het katholieke België, voorgegaan door hoogwaardigheidsbekleders uit parlement en regering en aangemoedigd door een paar pauselijke omzendbrieven, driftig aan het bidden. Een H.Mis kon zeker geen kwaad, en je wist maar nooit of het hielp...Of om een dooie Franse vorst te paraphaseren :" La paix vaut bien une messe !"       

Een moediger politiek beleid over de laatste jaren had natuurlijk een bétere vredesgarantie opgeleverd ,maar ja...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
13-10-2012, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
14-10-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 120
Klik op de afbeelding om de link te volgen

A83:      BLOEDIG NIEUWJAAR.

         Westende, 3 januari 1940.

De kerstvakantie was volledig geflopt: vreemde toeristen hadden ze bijna niét gezien en ook de 'rijke' eigenaars waren maar even komen kijken of hun villa er nog ongeschonden stond om dan na een dag of twee vlug weer naar het veilige binnenland te verdwijnen. Dat de ingekwartierde Belgische soldaten het met de jaarwisseling verschrikkelijk bont hadden gemaakt was dus zelfs tot bij de Brusselaars doorgedrongen. Maar méér dan klacht neerleggen dat zijn wijnkelder was leeggeplunderd kon zo'n verontwaardigde nobeljon niet doen: tegen het zinloos gelal van zatlappen én de kaste-afscherming van 'das Militär' moest de rechtzoekende burger al vlug de aftocht blazen.

Slechts een dertigtal families had voet bij stuk gehouden en daaronder moeten een paar dikke politieke bonzen gezeten hebben, zoals 'de Bosman' en andere 'de Broquevilles'. Want op tweede kerstdag was de sector-commandant plots onder de druk van 'Bruxelles' bezweken en mochten de kinderen voor de duur van de vakantie overdag van negen tot vijf op het strand spelen en pootjebaden. Met een beetje geluk was het er na de middag plus zes graden, alstublieft. En vlak in het levensgevaarlijke schootsveld van de zware mitrailleurs, zogezegd...Om maar te verklappen dat je aan de hoog-waterlijn niét op de koppen kon lopen, verre vàn... Maar ook de kleinste overwinning op die verwaande sabelslepers werd door de tycoons van de 'Société Westendaise' in hun rokerig 'clubhouse' zó pompeus besproken en met de beste Armagnac overgoten dat ze op den duur zélf geloofden de menselijke beschaving én het toeristische seizoen te hebben gered...

Doch veel viel er niet meer te redden. Joseph had bij schrijnwerker Gunst hoop en al maar een paar dagen kunnen helpen met het opbergen en terugplaatsen van de 'blaffeturen' en het sjouwen bij de kuisploeg van tante Jetje. Bij Nadine in de winkel was er ook niets te doen en de triporteur van de commissionair bleef rustig op stal. Uit pure frustratie had hij zich dan maar op het stropen van vis op het strand en konijn in de duinen toegelegd. Omdat er in Oostende weer een kotter op een zeemijn was gelopen vaarde de 'Astrid' voorlopig niet meer uit en kon Leon natuurlijk ook geen 'poosje' meer naar huis brengen. Zodus trokken de twee broers de laatste dagen van 's morgensvroeg samen met de hond Tourrah op strooptocht. Alles wat zij daarvan aan eetbaars op tafel brachten werd door Marie - flink gedresseerd door Jetje - goedkeurend gemonsterd: voor Joseph wel een hele nieuwe belevenis...

Overdag, bij het uitzetten van de strikken vóór de konijnenpijpen, hielp Arthur maar àl te graag mee. Zijn nostalgie naar het primitieve leven in de Far-West en zijn gedweep met Winnetou en Old Shatterhand speelde hem daarbij op een lachwekkende manier parten. Want Leon liet duidelijk merken dat stropen géén kinderspel was, maar bittere ernst, en telkens ze een halfdood konijn in een strop vonden liet hij het spottend aan Arthur over om het dier met een fikse nekslag uit zijn lijden te helpen. Een pijnlijk geklungel, in het begin, maar de kandidaat-pelsjager leerde vlug bij...Want ieder zevende konijn werd hém toegeschoven, zéér tot ongenoegen van Marie die als werkvrouw van de Birnbaums het beestje moest strippen en panklaar maken.

" Zónder pels zag die arme sukkel er zó af-grij-se-lijk uit dat niemand er van gegeten heeft..." bekende Arthur achteraf, toen hij het pakje aan Joseph meegaf voor de hond Tourrah.

Naar de vislijnen op het strand namen ze Arthur zelden mee. De twintig haken aan het lange verankerde koord konden ze enkel controleren en opnieuw van wormen voorzien als de lijnen droog kwamen te liggen bij volledige eb. In theorie was dat tweemaal per etmaal, doch de minste bries uit het noordwesten volstond om het terugtrekken van de zee tot aan de laagwaterlijn tegen te werken. Maar zelfs bij kalm weer stelde de vangst meestal niet veel voor, omdat - volgens Leon - ze nog altijd dé goede plek aan de monding van de smeerpijp bij de Lac-aux-Dames niet hadden gevonden...Daarbij viel het laagwater tijdens de kerstweek rond zes uur - zowel 's morgens als 's avonds - 't is te zeggen bùiten de uren waarop de militairen oogluikend burgers in hun fameus 'schootsveld' toelieten. Toch bleek al vlug dat de échte strandjutters uit het dorp steeds méér hun voeten veegden aan die beperkingen: naar men zei kochten ze de sergeant van wacht om met een kwart van hun vangst...Als proletariërs onder elkaar 'begrepen' de soldaten en stropers nogal rap waar hun gemeenschappelijke belang lag...En dat was zéker niét in het respecteren van wetten, orders en consignes, hé...

Toen nà de vakantie Arthur, als dank voor zijn opleiding tot pelsjager, zijn spitsbroeders wilde trakteren op een bioscoopje, moest Leon passen: de 'Astrid' zou kortelings weer uitvaren, zei hij, en hij kon élk ogenblik door de schipper opgetrommeld worden! Maar om alle geruchten van een failliet de kop in te drukken, stond Arthur er op Joseph en de meisjes tijdens de gespijbelde dinsdagnamiddag te vergasten op een Dame-Blanche-complèt in de 'Crèmerie Royale' van de Witte Nonnenstraat in Oostende.

Ze zaten nog maar pas neer bij het grote venster of Nadine stompte Joseph met de elleboog in de ribben:

" Ziet eens dààr: is dat niet die van bij u aan de overkant ? De vriendin van uw ma ? En zo struis binnengaan bij een juwelier! Die moet nogal van centen weten, zeg! Zit die er écht zo goed voor ?"

Joseph meende inderdaad in een flits nog Jetje te herkennen vooraleer de winkeldeur onder vrolijk carillon-geklingel in het slot viel.

" Ik heb haar niet echt kunnen bezien, maar ze trok er wel op, ja, al heeft die het geld niet om daar iets te kopen. Dat is een arme luis lijk wij: ze zal er wel rap buitenvliegen!"

" Zó rijk moet je nu ook niet zijn, om daar wat kleins te kiezen, " vond Arthur als man van de wereld:  "Ik zoek al lang iets leuk voor de twaalfde verjaardag van mijn zuster, voor haar Bat-Mitswa - communion zoals jullie zeggen - en ben daar eens gaan zien in het Schaufenster. Voor vijftig frank heb je al een ruime keus in oorbellen of fantasieringetjes in goud..."

" Verdikke, meneer geeft gouden ringen kado aan zijn zuster! Wanneer is het mijnen toer, zeg, " gekte Françoise: " Of moet ik wachten tot we trouwen ?"

Het dolle steekspel heen en weer duurde zo een tijdje voort, en alhoewel Joseph flink meedeed aan het loze lachen hield hij toch geïntrigeerd een oogje op de winkel aan de overkant...Vreemd was dat, want toen ze de crèmerie tenslotte verlieten om de tram te nemen, was 'Jetje' - of wie de geheimzinnige klant ook mocht wezen - nog steeds niet bij de juwelier buiten gekomen...

 

" Aan de place Marie-Josée hangt er een spandoek met in rood "ONZE FERNANDA CAROEN...WERELDKAMPIOEN!" Joseph maakte hoog boven tafel een brede zwaai met de hand:  "Zéker een lap van twee op tien meter: ge kont er verdikke maar moeilijk neffens zien!"

Leon onderbrak even zijn gulzig soepslurpen: " Wie-da ,zegt ge ?!"

" Caroen, een zwemstertje van Olympic-Oostende. Ze gaat op de meeting van Londen het wereldrecord 400 meter crawl aanvallen, en 't Oostends stadsbestuur is daar wreed fier op. Er is zelfs sprake van om haar ereburgeres te maken: ge moet niet vragen! Die zijn daar hélemaal hun pedalen kwijt, zo te zien!"

" Waarom zegt ge dat ? Een wereldkampioen, dat is toch héél speciaal: de beste van de wereld te zijn! Ik wou dat ze voor ónze Briek Erte ook zoveel tamtam hadden gemaakt, indertijd, toen hij wereldkampioen werd op de 20 kilometer zeezwemmen ! Al wat dié gekregen heeft is een bekertje voor op de buffetkast in de kelderkeuken van de Lac-aux-Dames!"

" Plus levenslang de plaats van concierge in dat zwempaleis!" mengde Marie zich wat pinnig in het gesprek: " Plus de pree van badmeester in de zomer! Zijn vrouw loopt verdomme naast haar schoenen van pretentie! Ze ziet mij zelfs niet meer staan..."

Dat kon Leon niet laten passeren: " Madam Erte is een héél vriendelijk mens! En een érg plezante!"

" Hoort daar!" spotte Joseph: " Nog altijd aan 't vrijen met H-H-Hol-gaatje ?! Zou Madam Erte misschien dààrom kwaad zijn op ons moeder ?"

Leon kon énkel verachtelijk zijn schouders ophalen. Marie wilde dat stomme gekibbel in de kiem smoren en wierp het over aan àndere boeg.

" In Oostende nog iets gehoord van de regering ? Ze zeggen dat Pierlot eergisteren gevallen is...Moest dat waar zijn dan is 't misschien ook gedaan met die verplichte 48 uur per week, waartegen 't werkvolk de hele tijd gestaakt heeft..."

" Vergeet het maar rap! De koning heeft dat zogenaamde ontslag van die smeerlappen geweigerd, en dus doet Pierlot voort lijk vanouds, met omzeggens dezelfde ploeg...'Een komedie om van te kotsen', zei die vent aan de gazettenkot van de Witte-Nonnenstraat, toen hij de kop van 'Volk en Staat' las. 't Was natuurlijk een 'zwarte' van 't V.N.V., maar er waren toch nóg mensen van dat gedacht, zag ik. Want er stond daar een àndere meneer bij en die zei: "Dat is dan die fameuze democratie waarvoor mijn zoon al vier maand in khaki de clown moet uithangen aan 't Albertkanaal! Een schande!"

Marie keek hem verwonderd aan: " Tiens, wat deed gij in de Witte Nonnenstraat ? Dat ligt toch niet op uwen weg van 't school ?"

Joseph had met opzet niet over de 'Crèmerie Royale' gesproken omdat hij die vraag verwacht had: " Arthur zocht in de boekenrekken een speciale 'illustré' over de jazz... En weet ge wie ik daar gezien heb ? Tante Jetje in eigenste persoon! Ze ging binnen bij de juwelier aan de overkant en moet er méér dan een uur gebleven zijn...Want het heeft héél lang geduurd voor Arthur zijn goesting vond, en onderwijl is zij daar niét buitengekomen. Vindt gij dat niet raar dat Jetje zo lang bij een juwelier binnenblijft ? Ze kan bij die duur spullen toch haar goesting niet vinden hé..."

Marie zei niets meer en keerde zich af. Joseph glimlachte spottend achter haar rug en wierp een vuile knipoog naar Leon die er duidelijk niéts van begreep...

 

Vanaf 11 januari was het gedaan met lachen. De lullige sfeer van de 'schemeroorlog' had de mensen tot nu toe zodanig in slaap gewiegd dat ze zelf begonnen te geloven met kaarsen-branden en bidstonden een rampzalige Duitse Blitzkrieg te kunnen ontlopen. En wie het niét geloofde deed toch alsóf, om geen vloek te werpen op de 'mannen ten velde' uit de geburen of de eigen familiekring. Want niemand kon zich voorstellen dat onze beenhouwer Aloïs Boydens of meubelmaker Antoine Counye eerstdaags aan het Albertkanaal in een bloedig gevecht gewikkeld zouden geraken tegen de Duitse tankdivisies... Net zo min als ze meester Georges Bloesaert of hulpagent Marcel Gunst daartoe in staat achtten, of de honderd àndere jonge Westendenaren die samen met hen in Augustus heropgeroepen werden door het leger...Dat was toch té gek om los te lopen!

Maar na het incident in Maasmechelen sloeg de stemming plots om. De beestachtige Duitse soldaten bestonden wérkelijk: het waren niét enkel schimmige filmfiguranten in het Pathé-journaal. Want onze schildwachten hadden er twee gesnapt die van de mist wilden profiteren om in België binnen te sluipen. Spionnen natuurlijk! En wie weet hoeveel er hen al waren vóórgegaan! Met al die vreemdelingen kunt ge niemand meer vertrouwen! Zelfs de eigen regering niet, want van dat officiële communiqué nà het incident geloofden de mensen geen flùit! Vliegeniers verdwaald in de mist ? Ja watte zeg: goed gevonden! Noodlanding door brandstofgebrek ? Maakt dat de koeien wijs, hé makker! Als het énkel dàt was, hoefde de legerleiding toch geen strengere richtlijnen uit te vaardigen voor verhoogde waakzaamheid hé!?...

Dezelfde dag konden onze mensen met eigen ogen al zien dat het leger de drie grote hotels van het Bad - 'Bellevue', 'Westend-Palace' en 'Marchevins' - als bij toverslag omvormde tot veldhospitalen. Met wel vijftig camions werden er hopen dekens en kisten medicijnen binnen gestouwd:  écht griezelig om zien! Er was al een tijdje sprake dat de militairen die gebouwen hadden opgeëist en grote rode kruisen op de daken hadden geschilderd, maar nù werd het ernst! Duizend bedden voor gewonde Belgische soldaten, misschien wel jongens van Westende die aan de KW-linie verminkt werden! Of begot nog érger... ge moogt er niet aan dénken!   

" Eén ding is er goed aan, " vond de garde aan de toog van 'Het Paard': " al die hospitalen betekenen dat ze hier vér achter het front denken te liggen...En dat ze den Duits aan de kanten van Leuven op de Dijle gaan tegenhouden, en niét meer op den Ijzer zoals in 14-18! Dan gaan ze hier tenminste geen tweede keer alles in gruzelementen schieten!"

Mocht dit argument de mensen al wat gerust gesteld hebben, dan bracht twaalf uur later de huilende sirene op het gemeentehuis in het holst van de nacht alles weer om zeep: de vrijwilligers van de Brandweer-Middelkerke werden opgeroepen.

" 't Is oorlog! 't Is oorlog!" riepen de geburen in nachthemd paniekerig vanop hun dorpel. En ze staarden gehypnotiseerd naar de rosse gloed in de verte, naast het Hotel Bellevue. "Een Duitse vlieger heeft daar een resem fosforbommen gesmeten: ik heb hem nog juist op tijd horen wegvluchten, de smeerlap!" wist de Maurice van de 'Lekkerbek'...

 Maar de volgende morgen bleek er enkel in villa 'La Dune' een schouwbrand wat uit de hand gelopen ;dus helemaal geen reden tot paniek. De ingekwartierde soldaten hadden per ongeluk de haard wat oververhit, het gloeiende tapijt stak de parketvloer een beetje in de fik, van de canapé kroop het vuurtje in de gordijnen en de trapzaal..." Mais à part ça, Madame la Marquise, tout va très bien!" Toen de spuitgasten er een uurtje later buiten adem aankwamen sloegen énkel de vlammen een klein beetje door het dak...Enfin, een beetje te véél...Van 'La Dune' bleef niet veel meer over.

Het rokende karkas van 'La Dune' kreeg veel bekijks uit het omliggende: ramptoeristen uit Westende-Bad én -Dorp natuurlijk, maar ook vanuit Middelkerke en het gehucht Krokolil. En al was er blijkbaar niemand gewond geraakt die nacht, toch kreeg het moreel van de dorpelingen weer een flinke klop bij het zicht van deze ruïne. De eerste puinhoop van een lange rij, zoals in '14 ? En het feit dat de vrijwillige brandweer blijkbaar niét opgewassen was voor zijn taak, verhoogde nog méér de onrust bij de mensen...

 

Een ongeluk komt nooit alleen. Toevallig hadden de jongens dié zondagmorgen uitgekozen om de oogst van hun vislijn weer eens binnen te halen. Tegen zessen was het laagtij, bij ideaal kalm miezerig weer: de lijn zou vast lang genoeg volledig droog liggen om de vis eraf te halen en àlle twintig haken opnieuw van wormen te voorzien. Als het wat méézat konden ze tegen kwart nà acht terug thuis zijn, ruim op tijd voor de hoogmis...

Maar het zàt niet mee. De sectorcommandant van de kustverdediging was blijkbaar de tuchteloosheid van zijn schildwachten grondig beu en had alle 'gradés' na de brand in 'La Dune' bijéén geroepen. Vloeken was de man niet gewoon en dàt maakte dus slechts een meewarige indruk. Zijn dreigement, dat de sectie-sergeanten bij de eerste inbreuk van hun mannen hun eigen congé konden vergeten, bleef wél ergens tussen de oren hangen. En nadien verwittigde hij in privé de twee onderluitenantjes van het zootje, dat dit verlof-intrekken ook voor hén gold,'compris?'. Daar schrokken de heren wel even van.

De énige die zich op deze bewuste morgen van het dreigement nul-de-botten iets aantrok was schildwacht-nummer-zes in het mitrailleusenest op de dijk vóór de Lac-aux Dames. De man was door een waslijst tuchtvergrijpen élk perspectief op een mogelijk verlof verloren maar slaagde er wonderwel in dit mankement met een verborgen voorraad goede wijnen uit de kelder te compenseren. Nu lag hij in de hoek van zijn schietstelling tegen de muur zandzakken onbeschaamd zijn roes uit te slapen...Als ze hem daarvoor in het cachot wilden steken: ze déden maar!

Toen Joseph en Leon van op het smalle duinpad stil naar het strand afzakten was het nog pikkedonker: voor hén geen bezwaar want ze wisten blindelings hun weg te vinden dwars door het aangespoelde wrakhout op de hoog-waterlijn. Het motregende wat, maar door deze sluier zagen ze in de verte toch nog juist de zwakke fluorescente flitsen van de kalme branding. Dus recht daar naar toe, om zo vlug mogelijk uit het zicht te geraken van de schildwachtpost-nummer-zeven, naast hotel "Welkom" bij het Sint-Laurijnsstrand. Slapende honden maak je beter niet wakker...En eenmaal aan 't water  moesten ze enkel nog een vierhonderd meter naar rechts om op de kop van de golfbreker bij de Lac-aux-Dames te stoten. Juist daarvóór lag hun vislijn verankerd, op beide uiteinden gemerkt met een bussel wilgentakken. Niet te missen, ook al zagen ze geen steek voor ogen...

Bij vorige nachtwandelingen op het strand, telkens de sterren aan de klare hemel fonkelden, kreeg Leon dikwijls metafysische bevliegingen. Dan wilde hij van Joseph juist weten wààr de hemel ergens kon liggen en op welke ster de goddelijke troon dan wel stond. En hoe de Schepper in godsnaam van zóver kon zien dat Leon op dàt ogenblik provocerend stond te pissen in de zee! Zo kon hij eindeloos doorgaan, tot vervelens toe. Maar vandaag stonden er geen sterren en wou hij Joseph uithoren over de gevaren van 'onkuise handelingen' - zoals de onderpaster dat altijd noemde in de catechismuslessen en wat de jongens monkelend vertaalden in 'pietje-spelen'...

" Is het waar dat ge daar de tering van krijgt, lijk ze zeggen ?"

" Dat zal wel véél afhangen van de omstandigheden ,hé. 't Is te zeggen: het 'Wààr en Hoevéél' dat de paster in de biecht altijd wil horen...Van één keer per week zal een mens niet doodgaan, peins ik..." Joseph hield het opzettelijk wat aan de érg lage kant, om zijn broertje niet te laten wégglijden in de poel des verderfs. Dat leek in het donker naast hem voor problemen te zorgen.

" Dan peins ik dat Albert Deceuster het dààrvan gekregen heeft, de tering...Ze zeggen dat ge dat krijgt van slecht en niet genoeg te eten, maar bij hém klopt dat langs geen kanten: als ge thuis een groenselwinkel hebt is 't iedere avond stamppot. Bij hém zal het zéker van de onkuisheid zijn: lijk dàt een hete bok is!"

Die Albert Deceuster zat vroeger een klas hoger dan Leon, bij meester Denolf, en was nogal gekend voor zijn opdringerige tasten op de speelplaats of in de 'kabinetten'...En als hij op jacht was kreeg hij altijd schuim op de lippen...Vorige week verdween hij plots uit de circulatie en gisteren werd gefluisterd dat hij dringend opgenomen werd in een sanatorium, ergens in de Walen.

" Hebt gij er misschien ook mee te doen gehad, dat ge het zo goed weet, van dien heten bok ?" Maar vóór Leon kon antwoorden stootten ze op hun bussel wilgetakken, wel vijf meter buiten de branding.

De rest was routine. Terwijl Leon de afgeschermde carbuurlamp aanstak trok Joseph het lange koord uit het opgespoelde zand ophoog. Maar juist toen ze met de lamp samen de haken wilden nazien sprong uit het duister een kletnat harig monster jankend tegen hen op!

" Verdomme Tourrah, ge doet mij verschieten! Wat komt gij hier doen ? Ik heb toch gezegd van thuis te blijven hé, stouterik!"

" Ge hebt het poortje van den hof zeker slecht gesloten!" zei Joseph beschuldigend. Maar nu de hond hen in het pikkedonker toch gevonden had en géén stamp voor zijn kont had gekregen barstte het dolle dier in een uitbundig geblaf uit.

" Stil toch, verdomme!" probeerde Leon nog, maar het was al te laat: bij zijn onbehouwen wildendans trapte het dier de carbuurlamp om die sputterend in het duister wegrolde, vlak in een dikke schuimvlok op de rand van het water.

" Pas op! Lopen verdomme!" kon Joseph nog juist roepen vóór de lamp vervaarlijk begon te sissen. Nauwelijks een paar seconden later vloog het toestel met een helse steekvlam de lucht in.

 

Schildwacht-nummer-zes schrok op uit zijn roes en loerde verdwaasd over de rand van de M.G.stelling of hij de rustverstoorder ergens kon ontdekken. In de villa bij de hoek floepte op de tweede verdieping het licht aan, wat een melkbleek schijnsel wierp op een grote halve cirkel van het strand. Een bom! Nu herinnerde hij zich de ontploffing duidelijk: jazeker, een bom!

Lang moest hij niet in het duister turen vóór hij de beweging van de vijand aan het zwarte uiteinde van de lange golfbreker opmerkte. Een landingspoging? Ja natuurlijk ! Van een groepje Duitse saboteurs, waarschijnlijk! Nou, dan waren die moffen op de juiste man gevallen, hé!

In één losse beweging trok hij het rubberzeil van het M.G., schouderde het wapen, laadde door en zocht de vijand in het visier te krijgen...Ha, dààr had hij ze! Zéker een man of vier op 300 meter! Zijn wijsvinger spande om de trekker en...

 

De jongens verstijfden plots in hun poging de hond te kalmeren toen de eerste reeks lichtspoorkogels langs hun oren zoefden. Even waren ze totaal uit hun lood geslagen tot Joseph zich, in een reflex uit zijn cadettentijd, plat op het koude natte zand wierp:

" Bukken godverdomme!" schreeuwde hij tegen Leon, die nog steeds Tourrah bij de halsband hield: " Plat!!"

De tweede gulp kogels leek iets meer naar links te vliegen: " Rap! Naar de kop van de golfbreker! Nu!!" Leon scheen de toestand ook dóór te krijgen en zette een spurtje in naar de hoop zwarte rotsblokken die hij een tien meter verderop vaag in het duister ontwaarde. Maar kort ervoor stuikte hij door de knieën, als weggeveegd door een nieuwe straal lichtsporen. Joseph rende hem voorbij en dook buiten adem in het slijk tussen de rotsen. Nieuwe kogels leken hem te zoeken en plots vloog een scherpe schilfer arduin tegen zijn wang.

Toen werd het stil.

 

De sergeant rukte het M.G. weg uit de schoudergreep van de dolle schutter en stampte hem fors onderuit. In zeven-acht villa's brandde nu volop licht - tégen de verduisteringvoorschriften in - en daardoor was duidelijk de baarbreker over zijn volle lengte te zien, tot aan de rotstuin op de kop. De sergeant zag daar wél een hond lopen, maar van "Les Boches!" - zoals de schildwacht had geschreeuwd - ontdekte hij niémand! Met héél veel goede wil kon je veronderstellen dat die hond daar tegen een liggende menselijke figuur stond te blaffen ; van een gelande groep saboteurs was echter in de verste verte niéts te bespeuren. Maar nu de kille dageraad langzaam doorbrak kon hij er net zo goed eens met een paar man naar gaan kijken, kwestie van de eentonigheid van een lange nachtwacht wat te breken...

 

Juist toen de schimmige soldaten zich luid roepend over hem bogen, kwam Joseph weer bij bewustzijn. Meer dan wat zwarte silhouetten tegen de vale morgenlucht konden zijn vertroebelde ogen er eerst niet van maken. Maar zohaast de baas van de bende met een zaklamp in zijn gezicht scheen en de wond in zijn wang betastte, herinnerde hij het zich weer: de wachtpost van de 'Lac' had hen beschoten, hem en zijn broer...

Omdat hij volop Frans meende te horen vroeg hij met overslaande stem: " Leon! Où est mon frère Leon ?" De sergeant hielp hem in zittende houding en suste: " T'en fais pas...Chez le toubib...le médecin..."

Toen werd het weer zwart voor zijn ogen.

 

Al een geluk dat het leger de 'Marchevins' - het zon-en-zee-centrum voor Brusselse stadsmussen - zojuist had omgevormd tot reserve-veldhospitaal. Het lag maar op een honderd meter van het Sint-Laurijnsstrand en dààr had de sergeant de twee gewonden op draagberries in looppas naartoe laten brengen. Het ziekenhuis was echter nog bijlange niet in bedrijf, dus van dokters of chirurgen viel geen spoor te bemerken. De eerste witte jas die ze op de kop konden tikken - hopelijk een verpleger, géén schilder! - mocht het zaakje opknappen. Maar die begon al met Leon per ambulance door te sturen naar de kliniek Henry Serruys in Oostende...Een teken aan de wand.

Pas ruim een uur nà de schietpartij werd de wonde van Joseph in de 'spoed' van Veldhospitaal 'Marchevins' deftig gehecht en verbonden en in die tussentijd moet hij aardig wat bloed verloren hebben. Want toen zijn moeder hem daar na de mis samen met Meester Engelborghs kwam opzoeken, voelde hij zich nog steeds draaien als een mastentop. Zijn gekwetste wang brandde van de jodiumtinctuur en voelde dubbel zo dik aan.

Marie zag er bleek en bedrukt uit, maar kon blijkbaar in bijzijn van vreemden moeilijk wat medeleven tonen. Ze zat aan het voeteind maar te sakkeren op "die bende zatlappen die zeker peinzen hier in de Far-West te mogen schieten op al wat bougeert! En wat gaat me dat weeral kosten, verdomme juist op het moment dat de Leon opnieuw ging uitvaren en wat centen binnenbrengen!"

Meester Engelborghs, die naast de brits troostend de hand van Joseph in de zijne hield, was stukken realistischer: " Dat gaat ons hier niéts kosten, verstaan ? Wij waren wél in fout met op dat uur daar rond te lopen op het strand, maar zo zonder reden onschuldige kinderen neervlammen, dat kan dien officier zijn kop kosten! En ik gaan dat die kwibus goéd laten verstaan, gelooft me vrij! Nog vanmiddag spreek ik dien meneer sectorcommandant aan, nog vooraleer we de Leon in Oostende gaan opzoeken...Zij gaan óns betalen, ja, en nog geen klein beetje, of de 'Kustwacht' zal er vól van staan! Ge weet: de hoofdredacteur is van onze kant...dat wordt een politiek schandaal! Ge zult eens wat zién! Maar gij moet zwijgen, hé Maria :ík zal het woord wel doen! Als er één van 't leger of van de gazet komt: stuurt hem maar naar mij!"

 

Engelborghs merkte onmiddellijk dat Meneer de Luitenant Gontrand, de compagniescommandant, duidelijk verveeld zat met de zaak. Als officier van het actief kader - duidelijker in 't schoon Frans: 'officier de carrière' -  wist hij dat zo'n drama als vanmorgen zeer slecht was voor de...carrière, jawel. Elke zever die zijn derde ster van kapitein kwam bedreigen kon die vreemde snoeshaan missen als kiespijn! En toen  meester éven het woord 'pers' en de 'Kustwacht' liet vallen ging het baasje vlot door de knieën: " Mais monsieur l'instituteur, wat wilt ge dat ik daar aan doe ?! Die jongens liepen 's nachts op verboden militair domein nietwaar!...En zó erg zijn die kwetsuren nu ook weer niet hé...Oostende zegt dat die met een schampschot in zijn bil binnen de week terug thuis is..."

" En als kostwinner van een arm gezin een maand niet zal kunnen werken! Dat vergeet ge erbij te zeggen!  En de oudste van de twee is voor zijn leven verminkt in het gezicht! Een goed student, 'pupil de la nation' die hoopte advocaat te worden...met zo'n kop?!"

" Is het dus een geldkwestie ?"

" Inderdaad, mon lieutenant!” gaf Engelborghs kil toe...Die twee arme sukkelaars moeten vergoed worden voor de schade die uw tuchtloze troep heeft aangericht! Zoniet zal dat uitdraaien op een politiek schandaal, als dat vroeg of laat in de gazet komt! Voor een journalist is kritiek op de baldadigheden van onze soldaten tegenwoordig ‘"Gefundenes Fressen’" ,als ge goed begrijpt wat ik bedoel...Of zoals wij het destijds bij den troep zeiden :"Bouffer à l'oeil" !

De kandidaat-Kapitein Gontrand was een doodeerlijk man. Eerlijk, maar toch geen uil! En hij besefte onmiddellijk hoe kwetsbaar hij was...Zijn derde ster (de bevordering tot de graad van 'kapitein') hing aan een zijden draadje, door dat politiek gekonkel van tegenwoordig met die 'sales flamings'...

Meester Engelborghs kon met alle moeite een opborrelende vreugdekreet bedwingen. Want diép in hem had de sluimerende D.M.O-militant van het Verdinaso bloed geroken. Hier lag plots een enige kans om die Fransdolle superpatriotten van ‘La Belgiekske’ voor de verandering óók eens in het stof te laten knielen en te doen boeten voor hun arrogantie! Waarom zouden het verdomme altijd de Vlaamse dompelaars moeten zijn om nederig toe te geven aan die verwaande schreeuwers van Brusselse paljassen ?...

Kom op! Het roestige mes erin! En rap!


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
14-10-2012, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
Archief per week
  • 18/11-24/11 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 27/11-03/12 2017
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !
    Inhoud blog
  • Deel 400
  • Deel 399
  • Deel 398
  • Deel 397
  • Deel 396

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!