In Arthurs garage-studeerkamer hing een macabere stilte. Geen grammofoonmuziek, ditmaal. De heer des huizes lag voor dood in de hoek en Joseph zat onbeweeglijk over de kranten gebogen aan het bureeltje. Zowel de 'Soir' als 'Het Laatste Nieuws' beschreven in dramatische commentaren het wereldschokkende vergaan van de Britse duikboot 'Thetis'. Het splinternieuwe schip zonk eergisteren bij haar eerste proefduik in de baai van Liverpool met een honderd man aan boord, waarvan 29 technici van de scheepswerf en 7 ambtenaren van de Admiraliteit. Een foto toonde hoe bij laagtij de achtersteven onder een hoek van 45° boven het water uitstak.
Joseph las luidop voor: " Vier opvarenden konden zich redden met de 'Davislong' en worden ondervraagd. Voor de rest van de bemanning bestaat goede hoop, want die heeft immers nog voldoende lucht voor 12 uur En ondanks de sterke stroming rond het wrak zullen duikers een gat branden in de boeg en langs daar zuurstof inspuiten Zeg Eibie, hello! Het schijnt je niet erg te interesseren!" (Sinds de assimilcursus spraken ze elkaar als samenzweerders aan met hun initialen in het Engels: Arthur Birnbaum of A.B. werd 'Eibie', terwijl Joseph Petré zich 'Jiepie' liet noemen!)
Zijn vriend schurkte zich wat rechtop in de enige zetel van hun 'Kot': "Toch wél: honderd matrozen die langzaam gaan stikken Zo traag de dood zien naderen: dat vind ik een verschrikkelijk drama, écht! Maar ik dacht aan Onkel Theodor en zijn duizend medepassagiers op de 'Saint Louis'...Als het waar is dat ze in La Habana-Cuba niet mogen landen, zoals dat berichtje op de volgende bladzijde onderaan beweert, dan zal die boot terug naar Duitsland moeten en vliegt iedereen daar in het kamp! Om er óók langzaam te verrotten, weet je. Want overlaatst las ik dat het sterftecijfer in zo'n kamp driemaal hóger ligt dan in de gevangenis!"
" Ondanks al de frisse lucht? Dat bewijst nóg eens dat kamperen niet zo gezond is als jij altijd beweert!"
Joseph dook vlug weg onder een leerboek Engels dat door de garage vloog: " Doe niet zo dramatisch, Eibie! Als dat jodenschip al tot ginds is geraakt, zal het wel ergens een haventje vinden om haar passagiers kwijt te spelen hé! Ze moet toch daar omtrent in Amerika nieuw volk opladen die voor de terugreis naar Europa geboekt en betaald hebben, of wat dacht je! Dat ze die duizend vluchtelingen gratis terug naar hiér gaan brengen ? Geen enkele compagnie kan zich zo'n verlies permitteren"
Arthur loosde een diepe zucht: " Ze zijn nu op weg naar San Domingo, naar het schijnt...Met een beetje geluk mogen ze misschien dààr ontschepen. Alles is in feite de schuld van de 'Flandres' die vorige week in Vera Cruz keet schopte toen Mexico plots een borg eiste om haar honderd refugees binnen te laten. De kapitein is dan furieus vertrokken en heeft zijn passagiers sluiks in Cuba aan land gezet! Zoiets moeten die van de 'Saint Louis' nu natuurlijk bekopen!"
" Ja man, ze zijn nog niet aan de nieuw patatjes, maar dat loopt wel los ..."
Uit het nieuws van het 'Zondagblad' van 4 juni werden ze ook niet veel wijzer. Er stond enkel in dat San Domingo plots óók 500 Peso's de man eiste als landingsrecht voor elke passagier van de 'FLANDRES'! Dat moest vast een 'zetduiveltje' zijn, want volgens Arthur was dat schip al hoog en breed in Nieuw-York aangekomen.
" Ze bedoelen waarschijnlijk de 'Saint Louis'!" veronderstelde hij " Dié stevende daar naartoe! En als mijn Onkel Theodor gebeurlijk zoveel geld niet heeft mogen meenemen uit Duitsland, zal er wel een Amerikaanse zakenrelatie voor hem borg staan!" Hij scheen er tóch weer wat zicht op te krijgen.
" Hier zie, wat ànders!" las Joseph over zijn schouder: " Alle hoop voor de 'Thetis' moet opgegeven worden volgens de Admiraliteit. De pogingen van de Navy om een tros onder de voorsteven te trekken en zó het wrak te lichten zijn onherroepelijk mislukt wegens de sterke stroming. Zuurstof pompen via een gat in de boeg is ook mislukt omdat schijnbaar alle tussenschotten hermetisch gesloten werden toen het schip plots begon te zinken. De klopsignalen op de stalen binnenwand die gisterenmorgen nog door de redders werden opgevangen, zijn tegen de middag allemaal uitgestorven. DeAdmiraliteit gaat er van uit dat ondertussen alle opvarenden gestikt zijn door de giftdampen uit de gekantelde batterijen"
" Beurk!" ijsde Arthur: " Zo te moeten sterven!"
Joseph pochte stoer dat hij zich nog liever door de kop schoot: " Als ik natuurlijk in het pikkedonker mijn revolver zou vinden... Maar hier zie, luister, da's interessant: "Verhaal van Laatste Ontsnapte. Vier opvarenden konden onmiddellijk na de ramp met de 'Davislong' door het sas ontkomen: Kapitein Oram en Luitenant Woods boden zich vrijwillig aan om met dit experimenteel reddingstoestel te trachten de buitenwereld te alarmeren. Na hen dook nog een matroos uit de golven op, samen met monteur Frank Shaw, die beiden eveneens veilig door de torpedojager 'Brazen' werden opgepikt. Toen er nadien geen schipbreukelingen meer opdoken heeft een duiker van het reddingsschip vastgesteld dat twee lijken het ontsnappingsluik op de duikboot in open stand blokkeerden, wat verdere evacuatie van de bemanning onmogelijk maakte. Ondanks hij door de schokkende belevenis zijn zinnen verloor kon Shaw, de laatste ontsnapte, zijn persoonlijk verhaal doen aan onze eigen reporters ter plaatse. Lees dit morgen in deze krant."
" Dat is écht schandalig! Zó de lezers voor de gek houden, énkel om morgen wat meer papier te verkopen!"
" Plus dat ik mij afvraag wat voor verwarde nonsens die Shaw uit zijn botten zal slaan, als de gazet ons nu al verwittigt dat die kwibus door de beleefde emotie zo zot is als maatje!
De volgende morgen op de tram konden ze Nadine, dienog niets van het vreselijke drama met de 'Thetis' had gehoord, met hun kruisvuur van ijselijke visuele details compleet van haar melk krijgen. Eens voorbij Middelkerke kreeg ook Françoise de volle laag, maar Arthur mocht met een zekere trots vaststellen dat zíjn lief niét zo makkelijk te vloeren was ...Ja, zelfs flink weerwerk leverde in deze wedstrijd om-ter-vettigste-rochelen!
" Kom, 't is al wel, zeker ?! Ik wéét goed genoeg hoe de giftige dampen de longen verbranden, hoor! Mijn nonkel is bij ons thuis van de Yperiet gestikt toen ik als kind op zijn schoot zat. Opeens kotste hij mij in gulpen helemaal onder 't bloed! Héél m'n aangezicht, m'n haar en m'n zondags kleed vol roos schuimend slijm! Zo, zie: beu-eu-eurk! Zo vijf-zes keren beu-eurk!" Haar krampachtig kokhalzen deed de jongens walgend wegspringen.
" Wilt ge soms óók weten naar wàt dat stonk ?"
Nee, liever niet dus. Dié match werd vroegtijdig afgefloten op een 1-1 gelijkstand.
Terug van de school haalden de jongens vlug in de 'avenue des portiques' bij Gilson de avondeditie van 'Het Laatste Nieuws' op. Midden op straat gaf Arthur onmiddellijk het sportkatern aan Joseph:" Hier, de ronde van Frankrijk, méér interesseert je tóch niet!"
" Hey-hey! En de 'Thetis' ? Wat is dààrmee?"
Maar Arthur had gevonden wat hij zocht: " Verdammte Scheisse! Onderhandelaar van het Jewish Committee uit Cuba vertrokken ! Ook Amerika weigert de refugees op te nemen! Hoe is dat in godsnaam toch mógelijk!?"
" Komaan Eibie! Dat is nieuws van drie dagen geleden: moest het inderdaad zo slecht afgelopen zijn dan had de radio vanmorgen toch iets gemeld!" Hij wist dat Arthur de laatste tijd vóór dag en dauw het nieuws van zes uur op zijn kristalpost beluisterde: zo'n drama zouden ze toch wel omroepen, zeker! Maar Arthur scheen het niet te horen en bleef op weg naar huis het korte artikeltje vanuit alle hoeken ontleden en verklaring van een paar duistere termen vragen: " Scheisse!"
Pas nadat ze in hun 'kamer' de kom warme cacao óp hadden, kreeg Joseph de kans de rest van de krant in te kijken. De 'News Chronicle' eiste een streng onderzoek naar de oorzaak van het débacle met de 'Thetis': onkunde van de jonge bemanning, constructiefout van de werf of botsing met een oud wrak? Alles passeerde het revue! Een splinternieuwe duikboot die zich als een 'vogelpik' in de zeebodem spietst, dat was nog nooit gezien! En een kapitein die als eerste het zinkend schip verlaat nog minder! Dat de Admiraliteit zo eindeloos treuzelde om de reddingswerken te starten en de Navy nog steeds niet in staat bleek om de 'Thetis' op het droge te trekken noemde de krant 'een schande voor Albion'! Morgen zou kapitein Oram verslag uitbrengen voor de 'Board' ...
" Allemaal vijgen na Pasen, natuurlijk "
Op bladzijde drie stond een foto van een troepen-défilé 'De Duitse Admiraal Räder schouwt de marinesoldaten van het Condorlegioen na hun definitieve terugkeer uit Spanje. Een hergroepering in het vooruitzicht van een nieuwe inzet?' Joseph voelde zich ongemakkelijk, en dat beterde zeker niet toen zijn oog wat lager op een artikeltje viel met als titel: 'Vlaamse Kadettenschool te St-Truiden Saffraenberg doopt promotie '39.'
Hij las liever niet voort. Arthur evenmin.
De volgende dagen konden ze inderdaad beter hun kop in 't zand steken en de spraakverwarring over zich heen laten spoelen. Niemand raakte nog wijs uit de elkaar tegensprekende berichten en de bedrieglijke naamverwisseling tussen de 'S.S. Saint Louis' en de 'S.S. Flandres'. De kranten meldden nu eens dat één of beide boten terug naar Europa stoomde, dan weer dat de vluchtelingen hun ontscheping hadden afgedwongen na een dreiging met collectieve zelfmoord! Ze zouden nu deels in La Havana, deels op het Cubaanse 'Eiland der Pijnbomen' geland zijn. Of was het in San Domingo ? Over de geëiste borg van 500 peso's de man bestond ook al geen zekerheid.
Die gazetten schreven zomaar wat en raakten met hun nieuws blijkbaar hopeloos achter op de realiteit. Het scheepstelegram dat ze bij Arthur de 15e 's avonds ontvingen sloeg dan ook in als een bliksemschicht bij klare hemel: " Birnbaum fam.(3) lands in Antwerp-harbour June 17 (stop) S.S.Saint Louis / Hamburg-America-Line (stop)"
Diezelfde avond kreeg ook Joseph de schok van zijn leven. Hij zat thuis buiten op de grond, leunend tegen de muur van het waskot een pijpje te roken en te genieten van de fel karmijnen zonsondergang. Alles in huis stond open om de broeiende hitte van de dag te laten uitwaaien. In de keuken zat Pylieser, de schipper van de 'Astrid', met Marie de details te bespreken van Leons aanmonstering. Joseph luisterde maar half.
Maar op den duur viel het hem op hoe het gesprek daar binnen in twee toonaarden verliep: hij maar zalven en vergoelijken, zij koud, op het bitsige af, soms ...Vreemd, want moeder was toch de vragende partij?
Juist toen hij besloot zijn oren te spitsen liep de discussie dood. Hij loerde om de hoek van het waskot en zag Gerard Pylieser zich aan de achterdeur omdraaien en naar binnen iets zeggen in de aard van: " En hoe gaat het met onze oudste ?" Joseph zag nu ook zijn moeder op de koer komen en met haar handen in de zij sneren: " Onze oudste? Daar zullen we maar beter over zwijgen zeker ? Zijt ge niet wat laat, Gerard, om u te interesseren? Allee, voort! Trekt u liever de Leon wat aan! Meer vraag ik niet!"
Joseph dook terug weg in zijn hoek. De oudste, dat was híj! Waarom wou zijn moeder liever over hem zwijgen? Omdat het al laat was en ze Pylieser wég wilde? Ze had toch kunnen zeggen dat hij het goed deed op school in Oostende? Zoiets kóst toch niks! Dat drama met de Cadettenschool was tenslotte al een jaar geleden en ondertussen had hij zich toch flink herpakt, of niet soms ?!
Hij begreep niet waarom moeder zo hatelijk deed: ze leek wel met iedereen overhoop te liggen ! Terwijl hij de laatste tijd juist meende dat haar wrok voor het mislukken van zijn militaire carrière ver was weggeëbd ...Niet dus. En waarom zíj zo bitsig tegen Gerard bezig bleef, in plaats van wat dankbaar te zijn dat hij Leon op de 'Astrid' liet werken? En die kruiperige houding van de Pylieser was hem helemaal een raadsel: het leek wel of die man absoluut bij haar een wit voetje wilde halen ...Zou de Gerard mogelijk een oogje hebben op Marie? En had hij misschien zojuist in de keuken een 'avance' gemaakt en een blauwtje opgelopen? Maar het idee alleen al dat die oude mensen daar nog zouden staan flikflooien deed hem in een monkellach schieten !
Neen, Pylieser zal wel nog zat geweest zijn van de vorige zondag, zeker, als naar gewoonte. Dan schoven zijn handen nogal gemakkelijk uit bij het vrouwvolk. En moeder kon daar absoluut niet mee om, wist hij.
Hij stond stijf op en slenterde de keuken in.
" De Gerard was weer zat zeker ?" begon hij achteloos. Maar schrok zich rot toen zijn moeder zich met een ruk schichtig afwendde en over haar schouder snauwde:
Vreemd genoeg was het Moos die als eerste weer normaal contact maakte met Consuela. Ze had haar krantenbaas eenhéle tijd geleden kunnen overhalen een actie te starten om de barakken in het kampement wat leefbaarder te laten maken voor de mannen van de verslagen Internationale Brigades. Het succes was nu niet onmiddellijk overweldigend te noemen, maar tóch : met de hulp van een paar sponsors hadden de 'kamerwachten' zich in de loop van de laatste maand voldoende planken kunnen aanschaffen om wat primitief meubilair ineen te timmeren. Vooral de dubbeldek britsen vonden de mannen een grote vooruitgang :nu lagen ze tenminste niet meer als koeien naast elkaar in het stro... En op de nieuwe lange schabben langs de wand konden ze nu éindelijk hun sjofele bezittingen kwijt.
Maar gezien er meer en meer sprake was dat het kampopgevouwen zou worden moest Consuela zich haasten om nog de vruchten van haar inzet te plukken door de rustieke creaties van de meubelmakers in een lovende reportage te vereeuwigen. Ze kwam dus voor haar lezers vlug poolshoogte nemen hoe comfortabel de geïnterneerden daar wel huisden en hoe dankbaar ze de sponsors allen waren. Hier en daar wat gespekt met een paar gestroomlijnde blokjes interview zou dat er bij haar publiek weer ingaan als vanille met krenten, garantie!
Bij het bevragen van de Italianen had ze zélf haar plan getrokken en zich met handen en voeten verstaanbaar gemaakt, maar bij de Duitsers was dat àndere koek... Gelukkig viel ze in de A-barak van de 'Thälmannen' éérst op Moos. Die had door zijn maandenlange omgang met Marco en Steiner al een mondje Frans opgestoken ,merkte ze. En dus was die vent misschien als vertaler nuttig te gebruiken. Daarom vergat ze maar zolang haar wrevel over die schijnhuwelijken en haar gekwetste eigenliefde: het werk ging vóór!
Hij mocht dus als haar eerste uitverkorene de loftrompet steken, maar raakte in zijn voorgekauwde partituur verstrikt. Te stuntelig, vond ze, maar dààraan kon ze later op de redactie wel een mouw passen. Als 'Dolmetscher' ofte vertaler bleek hij al stukken méér waard. Van haar volgende slachtoffers trok ze kwistig foto's...met het toestel zónder film, natuurlijk :de krant publiceerde dit soort stomme kiekjes tóch nooit. Maar ze wist uit ondervinding dat de drang om met hun tronie in het wereldnieuws te verschijnen de beste stimulans was om die onnozelaars aan de praat te krijgen... En pràten deden ze! Mensen toch!
Toen haar werk erop zat nam ze Moos even mee naar de kantine en trakteerde met 'un petit blanc', ver het goedkoopste brouwsel van de keet.
" En " wou hij weten :" is er nog nieuws over die boot naar Amerika ? Je hoort daar niets meer van..."
" Ik denk dat ze het opzettelijk wat stil houden, want enkel de goudfazanten mogen mee. Een dikke duizend, naar ik meen : vertrek begin augustus. Vanuit Bordeaux of Bayonne, dat staat nog niet vast. Maar omdat hij vanuit een Atlantische haven vertrekt beweert men dat hij méér bedoeld is voor de oudere kampen in het Baskenland... Làter zou er zogenaamd nóg een boot vertrekken, maar dan vanuit Sète voor de jongste kampen langs de Middellandse Zee. Persoonlijk denk ik dat dit een zoethoudertje is om rellen bij de achterblijvers te vermijden. Want al vertrokken er nog tién boten: er zal nooit plaats genoeg zijn voor iedereen, dàt staat wél vast! Klein grut als jullie kan daar dus beter niet op rekenen, als je het mij vraagt!"
" Moet de rest dan hier verrotten, soms?! Of gaan ze ons uitleveren aan de fascisten?" Moos kreeg hetvan louter ellende langzaamaan flink op zijn heupen.
" Hiér verrotten kunt ge gerust vergeten, want de regering wil deze marxistische broeinesten zo vlug mogelijk sluiten om Meneer Hitler te paaien. Nu jullie nog zogenaamd de vrije keus hebben zou ik niet te lang wachten om zélf te beslissen, cher ami...En mijn gedacht blijft het 'Franse' vreemdelingenlegioen nog altijd de beste oplossing "voor de wanhopigen die goed tegen een stootje kunnen", zoals men zegt...Tenzij je nog steeds zou dromen van een knappe Française aan de haak te slaan? Of een minder knappe, als het maar voor eventjes is, natuurlijk!" Ze snoof eens spottend:" Want ik heb sterk de indruk dat je vrienden het in de 'Salins de Salses' nog altijd in dié richting zoeken, hé? Toen ik daar verleden week eens ging snuffelen merkte ik in elk geval dat Günter al goed op weg was met een Française! Een oude hoer, als je 't mij vraagt..."
Moos versteende even, en gilde plots met overslaande stem : "Günter ?! Míjn Günter ?! Goed op weg met een hoer ?! Nooit van z'n leven ! Je liegt, mens !"
Verschrikt door deze remloze reactie legde zij sussend haar hand op de zijne. Maar Moos sprong als door een slang gebeten recht :" Je liegt ! En hou je poten thuis !" Halve draai linksom, en wég was hij !
Toen wíst ze het wel, zeker, van Günter en Moos ?.. Wat een flater ook, om over die hoer te beginnen ! Beschaamd dacht zij meteen terug aan haar sarcasmen toen voor het eerst de trouwlustige weduwen ter sprake waren gekomen...Niet te verwonderen dat die twee er niet serieus aan durfden denken in zee te steken met een rijpe vrouw...Tja.
Hoe kwaad hij het met die hoerenhistorie ook kreeg, de eerste dagen liet Moos niets merken. De situatie was té nieuw om er zo ineens onbesuisd op te reageren en hij besloot wijselijk, nu de ergste schrik was weggeëbd, eerst wat voorzichtig uit te vissen hoe de vork in de steel zat, daar in de 'Salins'...Consuela kon godverdomme véél vertellen ! Dit was misschien weer één van haar gifpijlen om zich te wreken voor dat opgelopen affront van vorige maand. Tweedracht zaaien, dat was weer écht iets voor die wijven ! Maar hij en Günter hadden al voor hetere vuren gestaan en elkaar tóch nooit in de steek gelaten. Kalm aan, dus maar !
Na lang en pijnlijk piekeren vond hij dan de gepaste opening. Bij de eerste gelegenheid zou hij zeggen dat hij de rol van kamerwacht beu was en mee wou gaan werken met de vrienden in de zoutpannen. Om eens te zien hoe Günter daarop zou reageren ! Misschien was heel deze affaire maar een scheet in een fles... Maar nu de twijfel begon te vreten viel er wééral een houvast uit zijn leven weg...
Diezelfde dag keerde ook voor Steiner het noodlot. De commissie van het Rode Kruis, die een hele tijd geleden het kamp had bezocht, liet hem nu per brief weten dat zijn verzoek om hulp verworpen werd. Zij hadden gehoord dat er bij de Belgische justitie een klacht tegen hem liep voor "slagen en verwondingen toegebracht aan PETRE Désiré met de dood als gevolg" en dat de commissie derhalve geen medewerking kon verlenen aan zijn repatriëring naar België...
Steiner schrok wel even, maar toen het verdict eenmaal was doorgedrongen grolde hij stoer :" Ze kunnen de pot op, daar in dat miezerige rotland ! Ik zal verdomme zélf mijn plan wel trekken ! Maar als ik ooit de kans krijg, wurg ik dat klagende wijf Petré zó traag dat ik van plezier in mijn broek schiet! Marie, vuile teef, ge zult het begod geweten hebben !"
" Da's de goeie spirit, vriend !" lachte Marco: "Eén tegen allen ! Wég met dat rotwijf en lang leve de anarchie !"
Moos viel hem volmondig bij :" Ja verdomme :wég met de wijven en leve de anarchie !"
" Hey !" verbeterde Marco :" Dat is niet helemaal hetzelfde, hé Moos! Ik heb het tegen één bepaald wijf: Marie Petré ! Onze woorden niet verdraaien hé !"
Door het warme weer werd het de volgende dagen op het bureautje van Marco steeds drukker, vooral door de vissers. De scholen sardines kwamen rond die tijd van het jaar dichter langs de kust paaien, soms tot binnen het bereik van de vele kleine bootjes. Als die dan plots een overvloedige vangst deden moest het teveel aan vis thuis rap-rap de pekel in, om later in de kroegen als ansjovishapje bij de 'petit blanc' aan de toeristen verkocht te worden. Marinades met olijfolie, paprika's, look, pepers en zuiderse kruiden, elke vissersvrouw had zowat haar eigen geheim recept om de visjes op te leggen. Maar voor het pekelzout moest iedereen bij Marco te biechte komen...De meesten vielen binnen met de fiets, en vertrokken met een zak van 50 kilo op de bagagedrager :kleine klanten, wat veel werk en geschrijf eiste zonder winst. Dan zag Marco véél liever de omliggende fabrieken komen met reusachtige vrachtwagens van vijf ton :dàt deed de kassa tenminste eens goed rinkelen !
" Ik word hier nog een vuile kapitalist, als ik niet oppas !" spotte hij met de gekregen cigarillo in zijn bek. Het exemplaar dat hij al heel de morgen achter zijn oor had zitten gaf hij aan Steiner, toen die zich nat bezweet in de schaduw van de moerbeiboom voor zijn "bureau" op de bank liet vallen.
" Komt onze vriend Günter niet eten?" vroeg hij monkelend.
" Die werkt achter de bamboehaag aan zijn Franse pas!" De andere mannen aan tafel lachten vettig. Iedereen scheen er zich al mee verzoend te hebben dat Selma een sterke voorkeur voor Günter aan de dag legde, zolang dat mokkel daar op tijd en stond maar van afzag als zíjzelf de kriebels kregen. Op Tinne, de tweede dame in het gezelschap, moesten ze niet rekenen. Die draaide niet mee in dit circus wegens te oud, te vet en te nors. Ze speelde een beetje poetsvrouw voor de patron en kreeg van hem waarschijnlijk af en toe wel een extraatje. Voor de rest kokkerelde ze tegen de middag wat soep voor de mannen :steeds dezelfde dikke groentenbrij met rijst en paardebonen. Voor den brode hoefde ze dus niet zoals Selma in zonde te leven, en had dat vast ook nog nooit overwogen , Bah!
Marco vertaalde voor de soepslurpers het laatste wereldnieuws uit de 'Humanité' :"Danzig :Zwaar incident op de express Berlijn-Köningberg. Duits protest tegen de eindeloze douanecontrole in de Poolse Corridor mondt uit in een schietpartij. Eén Duitse dode. Hitler dreigt met represailles..." Dat begint daar dus fameus te stinken ! En hier zie :" Moskou-Conferentie in het slop. Britten wijzen Sovjeteisen af" Daar gaan ze last mee krijgen !"
Aan tafel laaide de eeuwige discussie weer op of de Grote Stalin al dan niet het recht had bufferzones vóór zijn westgrens preventief te bezetten. Akkoord hé, de Baltische Staten, OostPolen en Bessarabië behoorden vroeger bij het Tsarenrijk... Maar sinds meer dan twintig jaar was dat gebied onafhankelijk geworden of van troon verwisseld en kon Moskou daar geen rechten meer doen gelden, zelfs niet om zich tegen een eventuele Duitse inval te beveiligen...De Britten meenden dat héél Polen een ideale bufferzone was voor Rusland en trachtten die twee landen aan te zetten samen een militair bijstandsverdrag af te sluiten.
" Die Chamberlain is toch een dikke idioot !" besloot Erwan, die in een vorig leven nog geschiedenis had gegeven aan de universiteit van Jena :"Dat wil de veiligheid van Polen garanderen en heeft geen poot om op te staan, de sukkel ! Nét als in Tsjechoslovakije :dat ging hij vorig jaar óók tegen Hitler verdedigen, weet je nog ? Lùcht verplaatsen, dàt kan hij, ja ! Of denkt hij soms ditmaal het Engels leger naar Danzig te sturen om een Duitse inval te keren ?! Stalin zou wel gek zijn om zijn eigen lot aan Polen te verbinden ! Om daar voor Engeland de hete kastanjes uit het vuur te halen, zeker ? Een gevaarlijke naïeveling is die Mister Chamberlain, ja :zéér gevaarlijk ! De wereldvrede inzetten op een gok dat Russen en Polen een militair bondgenootschap zullen sluiten ! Terwijl het kleinste kind weet dat die twee elkaars bloed wel kunnen drinken ! Waanzin ! Die vent moesten ze opsluiten !"
" Bon !" coupeerde Marco :" Madame Christine doet teken dat er een nieuwe klant voor de deur van mijnen bureau staat, zie ik...Und danke Herr Professor, voor uw exposé: dàt weten we weer !" Met die sneer trok hij aan de bel om het einde van de middagrust te luiden:" En je hoeft mij evenmin te zeggen dat ik een smerige slavendrijver ben, een bourgeois-uitzuiger van het proletariaat ! Maar ge kent de wet :" Arbeit macht frei! Nietwaar, moeder Tinne?" Zij had tien jaar vastgezeten als clandestiene 'engeltjesmaakster' en wist dus van wanten...
Het dikke vrouwmens bij de deur haalde geringschattend de vermoeide schouders op en slofte terug naar binnen.
De klant had zijn fiets tegen de gevel gestald en dus wist Marco al welk vlees hij in de kuip had :" Een zak van vijftig kilo? Twintig francs, betalen bij de kassa." Hij krabbelde vlug een bonnetje :" Mij teruggeven als ge vertrekt!" Zuivere routine...
Maar die vent bleef hem aanstaren met het papiertje in zijn hand :" Kén ik je niet ?"
Marco keek schattend op : geblokt postuur, een rosgrijze baard van een paar weken, vettige werkkleren van een visser ? Zo kende hij er dertien in een dozijn...
Maar de kerel grijnsde zijn rotbruine tanden bloot: "Putain de merde ! Ex-brigadier hé ?! Van de 'Seize Févriér'? Het Ebro-offensief van een jaar geleden?" En terwijl Marco bedachtzaam knikte schakelde die vuile klant geestdriftig in een hogere versnelling :" Derde peloton, hé ? De Monte Picosa en heuvel 666 ? Ik kén je, kameraad! Het beleg van Gandesa en tenslotte de vlucht uit het goederenstation ? Herinner je mij niet ? Ik werd getroffen op 't einde van de koers en je hebt mij nog helpen dragen naar de hulppost ! Jij bent Kameraad-Adjudant Marco !"
En terwijl hij verontschuldigend grijnsde voor deze eretitel poogde Marco nog even de boot af te houden:" Ik heb er veel helpen dragen ,weet je...Ben jij dan die verdomde Corsicaan, misschien ?... Hoe heette je ook weer?...Martini?"
Het leek wel alsof de ramp met de 'Thetis', nu een dikke maand geleden, de 'vreemden' (zoals de autochtone Westendenaren de franssprekende toeristen noemden) aanvankelijk compleet had afgeschrikt om met vakantie naar zee te komen. En ook het enge gerommel rond Danzig dreigde half juni de start van het seizoen nog te kelderen. Maar alles slijt zo vlug: de mensen doen niets liever dan voor het nakende gevaar hun kop in 't zand te steken en daarvan was aan de kust...inderdaad!
Gelukkig maar voor de lokale commercie geraakten de meeste villa's nu tóch bezet. Moeder De Handt was, door het zeer zwakke seizoenbegin, eerst niet van plan geweest om nog een commissionair in dienst te nemen: Nadine kon in haar ééntje wel het uitdragen van de bestellingen aan, meende zij. Maar ze kreeg direct een briesende dochter op haar dak. Die volle bakfiets was - bij wind-op-kop - véél te zwaar voor haar, beweerde mam'zel: " Da's ventenwerk!" Er onder verstaan: " Pakt daar de Joseph maar voor, lijk verleden jaar ! Hém en géén ànder !"En aangezien het seizoenwerk al stress genoeg meebracht en ze een staking van haar jongste spruit best kon missen, gaf ze maar toe. Nadine was sinds een paar maand stukken rijper geworden, vond ze, en moeder verschoot al lang niet meer als ze haar dochter rond die jongen zag hangen. Een flinke gast, overigens, die Joseph: beleefd en gedienstig. En één die tenminste zijn talen kende: schoon Frans, en zélfs Duits! Enfin kortom, zijn geld waard...Voor de rest zou ze wel zien dat hij z'n handen bij Nadine thuis hield...
Dus verdiende Joseph weer het zout op zijn brood en dat verminderde ook de spanningen thuis. Iedere avond gaf hij steeds zijn vaste twintig frank af. Marie wist wel dat hij stukken méér ophaalde maar liet dat blauwblauw om de huiselijke sfeer niet wéér te verpesten. Het was de laatste tijd al welletjes geweest en zijn goede uitslag op school had daar niet erg veel aan kunnen veranderd.
De enige die hem daarover wat lof had toegezwaaid was nog zijn meester Engelborghs geweest, ook al had deze het de laatste weken erg druk gekregen met de marsen van het Verdinaso. Hij vertelde Joseph dat ze nu iedere zondag in één of àndere Vlaamse stad met gezamenlijke troependéfilés aan machtsvertoon deden en daarmee heel veel bijval van de bevolking oogstten. Antwerpen en Mechelen waren tot échte triomftochten uitgegroeid en de 27 juli, op de gouwdag in Brugge, zou de Leider zelfs een bloementuil aan de Koning overhandigen:" Een historisch moment voor de beweging, jongen, zoiets moét ge méébeleven!" Maar toen Joseph zei dat hij zich onmogelijk vrij kon maken en ook niet voor de Ijzerbedevaart in augustus beschikbaar zou zijn, zakte de pudding ineen: "Ha...bon ! Wel doe dan de groeten aan uw moeder hé, vent !"
'Moeder' had ondertussen, naast haar werk als kuisvrouw bij madame Jadot van "Ons Rustoord", nog een post kunnen bemachtigen in de "Stella Maris", het villaatje in de Bassevillestraat juist aan de overkant van haar eigen barak: makkelijker kón niet. Dat werd al ieder jaar voor de zomermaanden gehuurd door een Franse onderwijzer, monsieur Rappapor. Een vrijgezel, zo te zien, ook al had ze vroeger af en toe wél schoon vrouwvolk opgemerkt: de héél verre nichtjes van meneer Rappapor waarschijnlijk... Maar binnen stond nergens een foto van een dame. Wél één van meneer zélf, fier uitgedost als officier, compleet mét snor, rijzweepje en 'blaasbroek'! Een reservist van 't Frans leger dus, veronderstelde zij...Lijk onze meester Bloesaert: die had ze overlaatst ook zo fier zien paraderen...En bedenken dat die stomme kloot van een Joseph dat óók had kunnen worden ! Verdomme toch !
Op de tram kreeg die stomme kloot tijdens de laatste dagen van het schooljaar van Arthur haarfijn uitgelegd wat zijn oom op de 'St. Louis' allemaal had beleefd. Een triest verhaal over woordbreuk, bedrog en chantage waarin de passagiers de speelbal werden van evenveel corrupte schurken als pietluttige ambtenaren. Een verhaal ook van een moedige kapitein die zijn schip dagenlang in de Grote Antillen liet rondkruisen op zoek naar een veilig toevluchtsoord voor zijn vluchtelingen en overal in de Vrije Nieuwe Wereld de deur voor zijn neus kreeg. Een verhaal van de gedwongen terugreis naar Europa, de krankzinnige paniek aan boord en de dreigende collectieve zelfmoord...
" Dan is met de laatste ontscheping in Antwerpen nog alles goed afgelopen." vond Joseph.
" 't Is maar hoe je het beziet!" viel Arthur uit :"In Amerika had Onkel Theodor in gelijk welke wereldstad vrij handel kunnen drijven en rijk worden, maar hier zit hij verplicht werkloos gevangen in een boerengat te verpauperen ! Merçi hé! Van een 'Happy End' gesproken !"
" De 'Villa Sybaris', waar je nonkel nu woont, kan je moeilijk een gevang noemen, Eibie !"
" Scheisse Mensch ! Hoe noem jij dan een verplichte verblijfplaats ? En het feit dat ze iedere morgen moeten gaan tekenen bij de garde ? En niet mogen werken ?
" Arthur, jullie zijn échte ondankbare honden, weet je dat ? Het is toch normaal dat wij willen weten wat jullie hier allemaal uitspoken ! En dat we al die mogelijke Duitse spionnen zo'n beetje bijéén houden ?"
De gemeente had inderdaad zopas die grote 'Villa Sybaris' opgeëist als verplichte verblijfplaats voor de buitenlandse joodse vluchtelingen omdat er de laatste weken steeds méér het land binnen kwamen. Toen de 'Saint Louis' op 17 juni in de haven van Antwerpen aanmeerde werden er van de dikke 900 passagiers wéér 214 door België opgenomen en de rest verdeeld over de buurlanden. Het gezin Theodor Birnbaum was vanzelfsprekend door Arthurs vader naar Westende gebracht met de bedoeling dit 'eigen volk' bij zich in huis op te nemen. Maar van de gemeente moést-en-zou het in de 'Sybaris' wonen... Voorlopig zat het gezin daar wel moederziel alleen in die grote kast, waar er nog ruimte was voor drie àndere families. En met de oorlog voor de deur zouden dié niet lang op zich laten wachten...
Joseph had, tussen de eindexamens door, een handje toegestoken bij hun installatie maar voelde zich daar al vlug buitengezien: een té gesloten wereldje dat nu ook zijn vriend Arthur opslokte...Die trok zich van zijn studies niet veel meer aan, maar haalde de vorige week toch nog een behoorlijk eindresultaat, zónder de welgemeende hulp van Joseph... Bon, voor hém niet gelaten, hoor ! Hij had àndere zorgen aan zijn hoofd...
Bij Jetje had hij, kort na het incident met Gerard Pylieser en zijn moeder, een klein visje uitgeworpen om te zien of zíj er soms een uitleg aan kon geven.
" Vroeg hem dàt: hoe gaat het met onze oudste ?"
" Dat heb ik toch menen te verstaan ! Het moet toch zoiets geweest zijn, want ons moeder antwoordde nogal bot dat het daarvoor te laat was en dat hij zich beter alleen met de Leon kon occuperen..."
Jetje had hem enkel sluiks aangekeken en was haast gegeneerd blijven zwijgen toen Joseph aandrong :"Ze moeten het toch over mij hebben gehad, hé ? En waarom was het te laat ? De zon was met moeite ónder: hij kon op de velo, zelfs mét zijn zatte botten, licht vóór donker weer thuis geraken ! En verstaat gij waarom ze nadien moest blèten en mij vroet van colère bijna buiten schopte ?"
Maar als énig antwoord had ze énkel een dooddoener uitgekraamd: " Och dat zullen wel grote-mensen-histories geweest zijn, hé !"
" Maar het ging over MIJ, Joseph ! Verdomme toch !"
" Och vent, heel dat spel is een misverstand ! Wat wilt ge ànders dat ik zeg ? Vergeet het, kom !"
Normaal zóù hij dit incident ook al lang vergeten zijn. Maar zo'n onnozele uitvlucht was hij van haar niet gewoon en juist daarom blééf deze krankzinnige historie in zijn gedachten malen...
De week daarop moest Joseph met stijgende wrevel vaststellen dat zijn broer thuis met alle aandacht ging lopen. Elke avond vroeg Marie de kleine grondig uit over zijn eerste belevenissen aan boord van de "Astrid: of de schipper content van hem was en of hij nonkel René wel goed hielp. Erg moest ze daarbij nooit aandringen, want Leons gemoed borrelde over van geestdrift telkens hij een luisterend oor vond om het werk aan boord van "zijn" schip te beschrijven. Bij het uitzetten van het net kwam bijvoorbeeld heel wat techniek van pas en moest je verdomme goed uit je doppen kijken om niet in de vierende kabels, trossen, einden en schoten verstrikt te raken. Hij sloeg haar met zichtbare wellust nonchalant de ene zeemansterm na de andere om de oren. En dat hij daarbij een stuk vlotter vloekte dan vroeger nam ze er op de koop toe maar bij: haar kleine had blijkbaar al flink zijn weg gevonden. Oef ! Eén gecaseerd...
" Vandaag heb ik de garnaal mogen koken, zeker tegen de twintig kilo, en de drie wijtings voor 't middageten ! En omdat we morgen vóór de noen toch aan de kaai geblokkeerd liggen in 't slijk van de lage tij, gaat nonkel René mij leren nettenbreien om rap reparaties te kunnen doen, voor het geval de korre bij het slepen aan een wrakstuk zou scheuren... En vanals ik dàt meester ben gaat hij mij héél de moteur uitleggen, zodat ik op mijn éénentwintigste het brevet van motorist kan halen en later dat van schipper. En vóór mijn dertigste wil ik m'n eigen boot hebben: de Astrid misschien, want tegen die tijd is de Pylieser 'binnen' en gaat hij mij het schip aan een vriendenprijsje verlappen ! Enfin, dat heeft hij toch beloofd..."
" Vergeet dat maar, m'n ventje, de Pylieser doet geen cadeaus. Ik ken die al langer dan vandaag...en begod zeker niet langs zijn beste kant: hij en ik zijn alles behalve vrienden. Rekent dus maar niet te straf op dat schip !...En zie goed uit je ogen dat hij je geen loer draait. Het verwondert mij zelfs dat hij je aan boord heeft willen nemen, maar dààr zal nonkel René wel voor iets tussen zitten."
" Dedju, waar gij al over klapt !" viel Joseph zijn moeder bij: " Wie weet wat er binnen tien-vijftien jaar allemaal kan gebeuren. En met wàt zoude gij een boot gaan kopen, zot ?! Met peeschijven zeker !" Dat had hij nu beter niet gezegd want Leon kwam iedere avond met dertig-veertig frank naar huis, al aardig wat méér dan die 'luizige' twintig die Joseph-zélf op tafel legde.
" Nonkel René heeft gezegd dat ge moet plannen op korte én op lange termijn: op de korte termijn moet ge zorgen voor 't eten op tafel en..."
" En op de lange termijn zijn we allemaal dood, dat weet ik ook ! Gij leest geen gazetten zeker ?! De laatste week is de situatie helemaal omgeslagen in Polen: daar komt binnen de kortste keren oorlog van!"
" Hoezo, en overlaatst hebt ge nog rondgetetterd dat ze daar wel overeen zouden komen! Een paar kleine grenscorrecties ci-et-là in de corridor en de zaak was vergeten, weet ge nog ? Gij draait 'lijk de wind, gij !"
" Ja maar, nu komt het uit dat den Dolf veel meer wil dan de dorpen die vanouds Duits waren...Nu wilt hem ook de streek pakken die maar half-en-half Duits is, en dàt gaan d' andere niet lossen, nooit ! In de winkel komt er regelmatig een gepensioneerde kolonel en die zegt dat ze in ons leger overwegen van héél den utsekluts opnieuw te mobiliseren..."
" Wij mobiliseren ?!" vloog Marie uit, " Dat is ook slim, dat ! Wat hebben wij nu zaken met die zever in Polen ! Dat ze het dààr ondereen uitvechten en ons gerust laten, verdikke !
" Ja maar, hij zegt dat ze in Brussel bang zijn dat de Fransman den Dolf zal willen impressioneren met door ons land te trekken naar de Duitse grens bij Eupen en Malmedy, of dat wij nu neutraal zijn of niet... En de Engelsman zou hetzelfde kunnen doen door Holland...Dan zitten wij midden in de zever van Polen, zonder dat we het gewild hebben, 'lijk in 14-18 ! Als de Leopold wil mobiliseren zou het vooral zijn om de Fransmans hier buiten te houden, zegt hem..."
" Dan gaan wij tóch weer tegen de Leliaards vechten, lijk Zannekin op de Casselberg!" besloot Leon fier: " Ziet ge wel dat de meester gelijk krijgt!"
Joseph sloeg de ogen ten hemel en zei niets meer.
Met 15 juli, na de Franse nationale feestdag, had het seizoen op volle toeren moeten draaien, maar iedereen voelde wel dat er iets schortte...Onze zuiderburen, die in normale zomers heel de westkust overrompelden, hadden het nu in dikke drommen laten afweten. In de eerste plaats omdat hun frank plots fors was gedevalueerd en het bij ons voor hen te duur werd. Maar de meeste schuld lag bij hun kranten die als bij toverslag allen samen een lekkere kluif hadden ontdekt: de catastrofale gevolgen van luchtbombardementen met gifgas op de grote steden ! Dit leidmotief had de mensen zó de stuipen op het lijf gejaagd dat een zorgeloze vakantie er niet meer in zat.
Toen ook 'De Dag' een duidelijke handleiding publiceerde hoe je een gasvrije schuilplaats moest uitgraven in de tuin, spoelde het hek helemaal van de dam ! Iedereen liep te koop met overlevingscenario's, die op de barterrasjes druk besproken werden: hoe gekker hoe liever ! Op het strand zag je al kinderen spelen met een naamkaartje rond hun nek tegen dat de ouders plots ter plaatse zouden sterven ! En de hummels kregen streng verbod nog pootje te baden zónder hun opblaaseend onder de oksels. Vol branie meedoen met deze macabere mode schenen veel leden van de 'upper tén' nog leuk te vinden ook, maar de stemming sloeg vlug om. En toen er een paar 'matuvus' ook de ruiten van hun salon kruiselings volkleefden met banen plakband "à-la-Danzig", kon niemand er nog mee lachen.
Hoe dan ook : een badgast moét lachen, dat is het credo van de commercie. Eind juli kon Sylveer Maes, de overwinnaar van de Tour '39 het volk nog éven oppeppen. Maar diézelfde zondag sleepten in de Boeteprocessie van Veurne ook een ongekende massa zwartgekapte penitenten hun kruis door de straten, driemaal méér dan normaal. Een smeekbede voor vrede, heette het. Maar of dat Hitler wérkelijk tot betere gevoelens zou brengen viel sterk te betwijfelen...
Hoe dan ook: één maand vóór de eerste Duitse bom op Warschau viel was het zomerseizoen '39 aan de kust al definitief om zeep...
Uit het wanordelijk verloop van de mobilisatie in oktober '38 waren naar men zei de nodige lessen getrokken... Er was een nieuw plan in vijf fasen opgesteld, waarbij het op-oorlogs-voet-brengen van de divisies gespreid werd over vijf maanden. Het ontbrak onze legerleiding blijkbaar niét aan optimisme!
Op 26/8/39 werden bij de fase A de actieve regimenten van de infanterie-divisies 1 tot 6, plus de elitecorpsen van de Ardense Jagers, de Grenswielrijders en de Cavalerie (tanks !) op krijgssterkte gebracht. Volgden dan, steeds met korte tussentijden, de eenheden van eerste en tweede reserve, om op 13/1/40 af te ronden met de diensteenheden van de Basis. Bij de algemene mobilisatie van 10 mei '40 waren alzo 610.000 man onder de wapens, t.t.z. veertien klassen vanaf jaargang 26, verdeeld over 7 legerkorpsen van twee à drie divisies, plus het "Corps Cycliste" (op de vooruitgeschoven stellingen langs Nederlands Limburg en het Roergebied) en het "Corps Keyaerts" (in de Ardennen met één Jagerdivisie en de 'volledig' gemotoriseerde cavalerie).
Vanaf 3 september 1939 nam onze Koning Leopold III - als opperbevelhebber - zijn intrek in het Groot Hoofdkwartier op het fort van Breendonk. Het gros der troepen lag gelegerd deels tussen Antwerpen en Luik achter het Albertkanaal,en deels tussen Luik,Namen en Dinant achter de Maas. De samenvloeiing van deze twee waterwegen bij Maastricht lag binnen schootsafstand van de Duitse grens en was daarom sinds 1932 extra versterkt geworden met het supermoderne en onneembaar geachte fort van Eben-Emaal, bemand met 1200 man vestingstroepen en van nabij rondom stevig beschermd door de 7.infanterie divisie
Maar om een schijn van neutraliteit te bewaren werden ook drie divisies langs de Franse grens opgesteld tussen Dinant en De Panne ,en vijf bataljons langs de kust. Niet helemaal ten onrechte ,want men verdacht er de Fransen van met een preventieve inval liever de Duitsers te willen bestrijden in België dan in Noord-Frankrijk ! Ook tegen Engeland wilden wij ons met zandzakfortjes op de zeedijk afschermen sinds Premier Chamberlain met zijn concessie-politiek zonder schroom een klein land als Tsjechoslovakije had opgeofferd om de wereldvrede nog een tijdje te bewaren.
De neutraliteitspolitiek, die onze koning Leopold III tot begin '38 had gehuldigd, verplichtte het Belgisch leger zonder vreemde hulp ons grondgebied te verdedigen. Na jarenlange budgetaire verwaarlozing en morele ondermijning was het daartoe overduidelijk niet meer in staat. (Dat klinkt bekend in de oren hé !) Op korte tijd het tij keren zou van de Belgen een reusachtige geldelijke en geestelijke inspanning eisen diegeen enkele politieker durfde verdedigen. Bleef dus de keuze tussen een lauter symbolische weerstand leveren tegen gelijk welke vreemde aanval - en dan was elke bijkomende frank aan Landsverdediging er één teveel - of een bondgenootschap aangaan met de geallieerden en zo Hitler mishagen. Men koos natuurlijk voor de typisch Belgische compromis: noch vis, noch vlees.
Zo hadden we wel een paar (zéér lichte) tanks staan in de Ardennen, maar F.N. mocht van de Vlaamse parlementariërs daarvoor slechts de munitie leveren als de Walen instemden met de benoeming van een bepaalde hoge Vlaamse ambtenaar op Binnenlandse Zaken. En de socialisten van het 'Gebroken Geweer' schoten de aankoop van zes Britse bommenwerpers af omdat ze tegen AANVALSwapens waren. De Antwerpse politici kelderden het versterken van de fortengordel rond de metropool - en daarmee de sluitsteen van de K-W linie - om de sinjoren een beschieting als in 1914 te besparen ! En Gent van 't zelfde ! Hopeloos...
Deze K-W linie, de in alle haast opgeworpen tweede weerstandslijn van 80 km tussen Koningshooikt en Waver bestond deels uit de z.g. 'Stalen Muur'. Dat was een aanéénschakeling van zware ijzeren hekken, die onder bescherming van ons anti-tankgeschut (in 1914) inderdaad de panzers zou hebben tegengehouden ! Maar voor de vereiste vertienvoudiging van zo'n artilleriesteun was er in '40 geen geld meer!
Toch waren onze zes actieve divisies tamelijk goed bewapend, wat niet gezegd kon worden van de eenheden in tweede reserve waar veel soldaten niet eens over een persoonlijk geweer beschikten...Ook de luchtafweer was uitgerust met goede kanonnen, maar was zo lachwekkend zwak dat nauwelijks 0,1 percent van 's lands nevralgieke punten, zoals bruggen en spoorstations, beschermd kon worden...
De luchtmacht stelde helemaal niets voor: een vreemd allegaartje van 184 vliegtuigjes, hoofdzakelijk samengeraapt uit de geallieerde afdankertjes van de vorige oorlog. Juist voor de Duitse inval verkocht Engeland ons in extremis nog 24 Hurricanes en 16 Fairey Battles, tamelijk moderne maar te trage toestellen, waarmee onze piloten echter nooit de tijd noch de kredieten hebben gekregen om even te oefenen.
De zeemacht beperkte zich tot een paar vissersboten waarop een mitrailleuse op luchtafweeraffuit werd gemonteerd.
En dàt was het dan.
Sinds kort zochten de Belgische strategen dus noodgedwongen hun heil in het z.g. "Dijle-plan". Dit voorzag dat het Belgische leger in de Ardennen en op het Albertkanaal ongeveer één week zou stand houden om de Britten en Fransen de tijd te geven hun stellingen tussen Leuven en Givet te bezetten. In geval van nood kon het altijd nog in sprongen terugwijken tot op de Ijzer, nietwaar ! " Zoals destijds in 1914, weet ge nog ? "...