" De Afrekening"
Een West-Vlaamse oorlogsthriller in afleveringen
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
09-09-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 296
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C21:   ILSE von WITZLEBERHOF.

 

                  Pommeren, 20 februari 1945.

Leon dacht echt dat hij na de wanhopige gevechten voor het behoud van Petznick het zwaarste wel achter de rug had, maar dat was zonder de Russen gerekend. Die bleken helemaal niét opgezet met de Duitse inbraak in hun lijnen rond Arnswalde. Want nauwelijks hadden de SS-troepen op 17 februari met hun uitval de burgerbevolking en de lichtgewonden uit de stad kunnen evacueren of ze moesten reeds wijken voor de alles verpulverende beschietingen van de getergde Rus. In de nacht van 17 op 18 trokken de tanks van de 'Nordland' zich dan ook gedwongen weer terug uit de totaal verwoeste stad, met de zeer zwaar gehavende troepen van de Germaanse SS-divisies 'Langemarck' 'Wallonie', 'Danmark' en 'Nederland' in hun kielzog. Ze hadden dan wel ongeveer 7.000 burgers uit de klauwen van de Rode soldateska gered, maar bij dat grapje toch ongeveer het dubbele aan manschappen verloren, plus een kwart van hun tanks en zware wapens...

Nog gedurende achtenveertig zenuwslopende uren nà de Russische hérovering van Arnswalde bleef de dodelijke Rode vuurwals hen achtervolgen en dreef de Langemarckers sprongsgewijs terug naar de stellingen, van waaruit het fiere SS-leger op 15 februari zo onverschrokken aan het offensief was gestart. Eindelijk, op 20 februari leek de Rus zijn afstraffing van de Duitse overmoed langzaamaan welletjes te vinden en richtte zijn aandacht opnieuw naar zijn geplande doorbraak in de richting van de Oostzeekust.

Met groeiende opluchting merkte Leon in de loop van die gezegende dag dat zijn overburen hem éven op adem lieten komen. Vol blutsen en builen en gekraakt door het slaapgebrek van de laatste week, leek hij beetje bij beetje uit een vreselijke nachtmerrie te ontwaken. Met een ontluikend gevoel van veilige geborgenheid stelde hij vast dat hij nu met zijn ploeg in een soort portierswoning van een groot 'Junkershof' lag. En - heel verwonderlijk als hij de kaart van Pirijns mocht geloven - op nauwelijks een paar kilometer van de 'observatiepost' waar ze zich vorige week nog hun balg hadden volgestopt met opgelegde varkenskoteletten en pruimencompote...

Vorige week, zei je? Het leek eerder een eeuw geleden! En op die vijf-zes dagen waren ze, dankzij een ongekende verspilling van materiaal en mensenlevens, achtereenvolgens een twintig kilometer opgerukt en weer bloedig teruggedreven. Verdomme zeg, van een kostelijke fiasco gesproken! De kleine Anseeuw was onderwijl in het niets verdwenen, Van Temsche had kort daarop een scherf door zijn helm gekregen en was blind afgevoerd... Pirijns moest die twee uitvallers in de vlucht vervangen door een koppel verdwaalde en verdwaasde sturmgrenadieren van de uiteengeslagen 4.Kompanie. Van Nitsem en Philips heetten ze, en ze hadden nog nooit een '2cm-Fla' van dichtbij gezien...

Van de vijf pantserauto's die het peloton Penjaert vóór de start van het offensief naar Arnswalde bezat, schoten er nu nog drie over: die van de pelotons-commandant zélf, die van Leon en die van de tweede sectie. Die van de derde sectie had een voltreffer gekregen bij de bestorming van de Petznicker molen en was ontploft vlak voor Leon zijn ogen, terwijl de laatste de volgende morgen doorzeefd werd door een Katjusja-salvo toen ze als de bliksem terugtrokken uit dat vervloekte wespennest.

Oschaf Penjaert zei dat het met de àndere pelotons van de 'Kompanie Dillinger' al even erg was gesteld...wat inderdaad maar een magere troost was, moest hij toegeven. Enfin, voor het ogenblik leken ze hier op deze grote herenhoeve veilig te liggen en scheen voor de rest de oorlog aan hen voorbij te willen gaan. Werkelijk niks te vroeg, of Leon was er van de zenuwen onderdoor gezakt!

Al bij al nog een geluk dat hij nooit de tijd had gekregen om de bemanningen van de twee vernielde kanonnen , die nu plots uit zijn omgeving 'verdwenen' waren, écht te leren kennen. Onbekend is onbemind, moest hij maar gelaten overwegen...De verschillende 2cm rupswagens van het peloton  hadden tijdens de aanval op Petznick wel samen gemaneuvreerd en elkaar met hun vuur gedekt, maar met de mannen die er binnenin schuilden had hij nooit een vriendschappelijk contact gekregen. Met de kleine Anseeuw lag het wat pijnlijker: die maakte toch een beetje deel uit van zijn ploeg, ook al vond Leon hem van bij het begin wat te kinderachtig... Zéker geen gast waar hij zijn leven aan zou toevertrouwd hebben.

Terwijl Van Temsche, daarentegen, wél een waardevolle kameraad was gebleken...En nu blind voor de rest van zijn leven...

Ach, wat een verdomse miserie, hij mocht er niet aan denken! En waarom, in godsnaam?! Al die verhakkelde lijken die hij de laatste dagen had zien liggen: veel Russen, akkoord, maar ook héél veel mensen van bij óns, Scandinaven, Duitsers en Vlamingen dooréén! En waarschijnlijk ook nog een klad Walen en Nederlanders in de àndere sectoren van het front... En waarom?! Om die lamlendige burgers van Arnswalde uit hun huizen te gaan peuteren, die te lui of te laks waren geweest om op tijd te gaan lopen?! Merci zeg: je leven moeten riskeren voor zo'n bende koppige idioten: Leon had zich zijn inzet tegen het bolsjevisme een beetje zinvoller voorgesteld!

 

De imposante kasteelhoeve, waar 'Kompanie Dillinger' samen met een stootgroep Sturmgrenadieren nu in stelling lag, stond op de stafkaart van Pirijns vermeld als 'Gut Witzleberhof' en omvatte verschillende grote gebouwen. Vanuit de portierswoning aan de straatweg, waar Leon met zijn '2cm' hokte, liep een lange kaarsrechte oprijlaan van een 3 à 400 meter naar een binnenkoer waarvan het centrale wooncomplex zwaar beschadigd was. Duidelijk onbewoonbaar: dat zag je van ver. De adellijke eigenaars en een paar personeelsleden van het 'Gut' hadden zich waarschijnlijk om deze reden teruggetrokken in de portierswoning, waardoor er daar voor de bemanning van de '2cm' enkel nog plaats was in een aangebouwd schuurtje. Maar Leon hoorde je niet klagen: er lag hooi in overvloed om eens goed te maffen en met een roodgloeiende potkachel kregen ze het er zelfs wat te warm. Eten haalden ze bij de rijdende veldkeuken van de compagnie - in soldatenjargon kortweg 'Goulash-kanone' genoemd - die zich in de stallingen van het 'Kasteel' had geïnstalleerd. Stevige kost, dàt wel, maar vanaf de tweede dag aten de mannen van Pirijns toch liever mee van de gemeenschappelijke pot, gekookt door het volk van de portierswoning.

Dat volk vormde zacht gezegd maar een vreemd allegaartje! Leon merkte al vlug dat de z.g.'adellijke eigenaars' zich in feite beperkte tot een zeer oude wereldvreemde dame en haar kleindochter van een jaar of zeventien. Wat nuffig vrouwvolk, dat waarschijnlijk nog nooit van hun leven een poot had uitgestoken...Een forse Poolse meid, Tiana, zorgde voor hen.

Het landbouwbedrijf van 'Gut Witzleberhof' zélf werd tot voor kort gerund door een bejaard Duits boerenkoppel met een zestal knechten, allemaal Waalse krijgsgevangenen die er zich blijkbaar goed thuis voelden. Buiten het kokkerellen en wat werk in de keuken voerden die kerels voor het moment geen klop meer uit, maar dronken wél stevig door en stonden voor de rest in feite vol vertrouwen op hun Russische bevrijders te wachten... Om maar te zeggen dat ze die vier - Vlààmse nog wel! - SS-ers van de Langemarck hier onder hun dak véél liever zagen gààn dan komen...Leon, die graag iedereen te vriend hield, vond de latente vijandigheid van die mannen eerst wat genant. Maar gezien hij nu aan de kant van het 'Herenvolk' stond, kon dat geniepige Waalse onderkruipsel hem al vlug vierkant gestolen worden...

Hij interesseerde zich meer voor die 'Fräulein Ilse', de adellijke kleindochter, ook al zag hij haar die eerste dag van zijn inkwartiering maar zelden. De jonge juffer zat meestal bij de Boma op de kamers van het eerste verdiep en kwam enkel naar beneden om eens een luchtje te scheppen, buiten het zicht van haar oude grootmoeder stiekem een sigaretje te paffen of gewoon om van het gezanik boven af te zijn. Het viel Leon daarbij op dat zij nogal hautain tegen het boerenkoppel sprak, en tegen de Waalse knechten al helemaal niét. Die behoorden blijkbaar tot een andere wereld...Ein Unterweld.

's Anderendaags tegen de middag, na een heerlijke nachtrust, toen Leon juist onder de motorkap van zijn rupswagen wilde duiken voor een kleine afstelling, stond ze plots naast hem. Niet dat hij zich een aap schrok, maar het verraste hem wél, zo frêle en blond ze daar stond te huiveren onder haar geborduurde omslagdoek.

"Ha, das Fräulein! " was alles wat hij gegeneerd zo vlug kon bedenken. Maar zijzelf had blijkbaar helemaal geen moeite om haar gemoed te luchten. Vanaf haar eerste woorden merkte hij dat ze nogal dweepte met deze Vlaamse vrijwillige krijgers, die hun leven wilden geven om hààr kleine wereldje tegen het Rode Beest te beschermen. Ze noemde die Russen 'Besoffene Bestien' en sprak blijkbaar met kennis van zaken...

Leon dacht eerst dat ze zélf gedronken had, maar begreep al vlug dat de jongejuffrouw op het randje van een zenuwinzinking zweefde. Want terwijl hij met een vod omslachtig het vet van zijn handen wreef, ratelde ze onverpoosd voort. Hij kon uit die waterval opvangen dat zij hén Edele Witte Ridders vond. En als dusdanig weliswaar wat slonzig gekleed in hun groezelige sneeuwpakken, giechelde zij zenuwachtig. En zij moest zich ook zichtbaar geweld aandoen om niet over zijn pluizige stoppelbaard van een week te aaien! Maar voor de rest vond ze 'haar' Vlamingen échte manhaftige redders in de nood, die zich blijkbaar volledig ten dienste hadden gesteld van hun prinses Ilse. Of zoiets in dien aard, want ze sprak nogal jachtig en met een wat vreemd klinkend accent. Over de stank van zijn kleren zei ze voorlopig niks, maar twee nachten later, toen ze beiden over hun schroom heen waren, bekende ze hem op haar zolderkamer hijgend dat ze hem eerder lékker ruiken vond. Net zoals haar zwetende hengst 'Dorian' ,zei ze ,na een wilde rit door de heide van hun landgoed Zavarovski in Oost-Pruisen...Ja-watte! En dàt ,na hemzélf bovenop z'n schoot in een dolle liefdesrit te hebben afgereden ! Niet dat hij zich misbruikt voelde door de Freule ,of zo ,maar tóch GEbruikt ,en géén klein beetje !

Maar ik loop vooruit...

 

Toen Pirijns die eerste avond zijn ploeg indeelde voor de nacht en de alarmprocedure nog eens nadrukkelijk herhaald had ten behoeve van de twee nieuwelingen Van Nitsem en Philips, vermelde de schijnheilige Casanova Petré losjes zijn eerste 'touche' met 'de Juffrouw'...En kreeg meteen de wind op kop van de baas.

" Opgepast voor die contacten met de burgers, hé Leon! En zéker met de vrouwen! Het is al abnormaal dat die hier nog bij ons in de eerste lijn verblijven. Die hadden al lang op een 'Treck' naar het hinterland moeten zitten! Want als seffens de gevechten herpakken lopen die wijven fataal voor ons voeten en kunnen ze ons alleen maar tot last zijn. Zéker als het dan nog een nètte is, lijk die Fraulein Ilse ! "

Van Nitsem gniffelde: " En een zotte op de koop toe! Want bij dat kind zit er fameus een vijs los! "

Pirijns wees hem onmiddellijk terecht: " Ge zoudt voor minder uw zinnen verliezen, lijk dat zij de laatste maanden onder spanning moest leven en zware morele kloppen kreeg! Heeft ze u misschien haar rampen van het voorbije jaar nog niet verteld, Leon?"

"Hoe zou ze: ik versta maar de helft van wat ze zo ratelt?!...Aan u soms wél?"

"Neen, merci! Maar Ochaf Penjaert kwam daarmee af. Haar vader was Generaal Freiherr von Witzleberhof, divisiekommandeur aan het Oostfront en zoon van de gekende Veldmaarschalk. Hij werd nà de aanslag op de Führer in juli vorig jaar, juist lijk zijn vader, verdacht van ook in het moordcomplot te zitten. Maar vrienden verwittigden hem op tijd dat hij aangehouden zou worden. Hij heeft dan zijn beste uniform met al zijn medalles aangedaan, is rechtop het niemandsland vóór zijn frontlijn ingelopen en heeft zich daar, in het zicht van de Russen, koudweg door de kop geschoten. Zijn Poolse vrouw - de moeder van onze 'juffrouw' - was een zekere gravin Zavarovski of zoiets: die werd door de Gestapo uit haar kasteel in Oost-Pruisen geplukt en vloog recht naar het concentratiekamp. Een longontsteking , en na een week was het gedaan met madam...Het landgoed Zavarovski werd juist vóór de aankomst van de Russen op last van de Gauleiter plat gebrand, volgens de richtlijnen van de 'Politiek der Verbrande Aarde'. De boma, onze juffer Ilse en de meid Tiana konden met véél moeite een plaatsje op een treck naar het westen bevechten. Enfin, die drie zijn na twee maanden omzwervingen tot hier gesukkeld - hun familiaal 'Gut' -  maar ge moet niet vragen hoé..."

" Ja-ja, " spotte Philips met een schunnig lachje: "En één van de Walen wist mij te vertellen dat de vrouwen beslist hebben van niet meer verder te vluchten: ze hebben er de buik van vol ! Wat er ook voorts nog gebeurt, ze zijn naar hiér gekomen om hier te blijven. En ook vroeg of laat hiér te sterven, zeggen ze. Dat is dus voor binnen een paar dagen! De krijgsgevangenen en het ànder personeel kregen van Ilse al de vrijheid en moeten zich verder van haar totaal niets aantrekken. Ze heeft enkel aan de achterblijvers gevraagd, als de Russen tot hiér zouden doorstoten,  heel het 'Gut Witzleberhof' plat te branden en alle beesten te doden. Het is ook daarmee dat ons 'goulash-kanon' voor het ogenblik geen vlees tekort komt. Zo is heel die historie toch nog voor iéts goed..."

 

Ondanks deze verwittiging van de chef en de spot van zijn twee wapenbroeders, voelde Leon met zijn klompen aan dat hij niet aan zijn noodlot zou kunnen ontsnappen. En hij was eerlijk gezegd ook niet van plan daar veel moeite voor te doen. Als die arme Ilse werkelijk haar oog op hem had laten vallen, dan zou hij wel een lafaard zijn om haar nu in de steek te laten. Of een onnozelaar om haar af te stoten, indien ze zo'n verschrikkelijke behoefte had aan een sterke schouder. Om maar iets te noemen...

Ik ga heel de romance tussen de naïeve soldenier Leon Petré en de geëxalteerde freule Ilse von Witzdinges hier niet van naaldje tot draadje uit de doeken doen. Weet wel dat zij haar hunkering naar zijn 'schouder' voor het eerst serieus liet blijken gedurende zijn volgende wacht, nog dezelfde nacht nadat Pirijns zijn mannen voor haar had gewaarschuwd. Leon stond op de hooizolder van hun stal door het open dakvenster plichtsgetrouw naar buiten in de maanverlichte nacht te turen, toen hij haar achter zich hoorde aankomen. Hij schrok er niet van toen zij zwijgend haar arm onder de zijne haakte en zich met een trieste glimlach stevig tegen hem aanschurkte. Want dààr had hij in feite al heel de avond geniepig op gespeculeerd: wàt hij zou doen, als zij dàt deed, en wàt haar reactie dààrop dan weer zou zijn...Hij moest natuurlijk wél zorgen dat het héle scenario uiteindelijk op een ferme 'smak' zou uitdraaien. Minstens toch, hé...

Maar tijdens die eerste wacht merkte hij onmiddellijk dat zij haar éigen scenario al helemaal klaar had, en dat hij niets meer in de pap had te brokken. Er kwam geen woord bij te pas, maar vóór hij het wist zat haar ijskoude hand, onder dekking van een verontschuldigend en meelijwekkende glimlachje, al diep in zijn warme broekzak. Zelfs een beetje té diep, maar dat scheen haar allesbehalve af te schrikken. Toch minder dan Leon, die zich een beetje 'genomen' voelde ,om een kat een kat te noemen.... Het leek wel of in haar ogen de adel nog een soort 'droit de cuissage' op hun ondergeschikten kon uitoefenen, zo onbesuisd ging dat mens tekeer! En dat was nog geen achttien jaar!

Hij maakte haar in alle stilte wel wat schaapachtig diets dat hij voorlopig zijn volle aandacht aan de mogelijke vijand in het maanverlichte sneeuwlandschap moest wijden. En na nog wat trek- en duwwerk kon hij haar toch afschepen met de belofte haar direct na zijn wacht in haar 'Schlafstube' op te zoeken.

En aldus geschiedde, al was het maar van de rap-rap. Aan Philips, die hem op zijn uitkijkpost kwam aflossen, maakte hij wijs dat hij dringend in huis naar het toilet moest. En aangezien hun schuurtje tegen de portierswoning was aangebouwd, en er op hun zolder een lage deur rechtstreeks toegang gaf tot de eerste verdieping waar Ilse sliep, moet ik toch zeker geen tekening gaan maken, hé!

 

Bon, drie heerlijke nachten ging alles goed, ook al vond Philips zich op den duur moreel verplicht hem een soldatenremedie op te dringen tegen "'t vliegend schijt". Voor de rest scheen niemand iets van zijn romance te merken, vooral nu ook Ilse zich minder opdringerig gedroeg. Zij kwam nog éénmaal ter sprake, toen Pirijns liet uitschijnen dat zij, door al die rampen in haar familie, mentaal helemaal van de wijs was geraakt. Vroeger bleek zij in haar dorp in Oost-Pruisen een zeer voorbeeldige en overtuigde 'Führerin' geweest te zijn van de plaatselijke B.D.M.-afdeling (of voluit 'Bund der Deutsche Mädel', de vrouwelijke tegenpool van de mannelijke 'Hitlerjugend). Sportief en gedienstig, een écht voorbeeldig partijlid. Maar na de uitmoording van haar familie door de Gestapo had het kind haar vertrouwen in de Führer plots verloren en was volledig haar pedalen kwijt. Begrijpelijk ,ge zoudt voor minder hé !...Maar dus best niet teveel mee omgaan, waarschuwde Pirijns...

Op het front voor hun neus bleef het nog steeds onnatuurlijk rustig wat hen ruim de tijd gaf zich voor te bereiden op de slag die toch één dezer dagen móést losbarsten. De twee 'rekruten' Van Nitsem en Philips maakten zich in ijltempo vertrouwd met hun 2cm kanon, doch zónder een schot te lossen, uit angst een slapende hond wakker te maken. De pantserauto werd volgestouwd met eten plus een flinke reserve brandstof en munitie. Leon zorgde dat het mechanische deel van de rupswagen flink gesmeerd liep en de motor aansloeg op een kwart toer. Maar daarmee kon hij natuurlijk zijn dagen niet vullen en viel toen maar terug op het dagdromen over zijn nieuwe liefde en het bij-pennen van zijn dagboek.Gaandeweg kreeg de muze hem goed te pakken, en vond hij dat het boekenschrijven in feite fel overroepen werd...

Vervelend dat juist dié nacht een Russisch vliegtuig één bommetje vlak naast de portierswoning liet vallen. Veel stof, en een paar ruiten gebroken. Plus één van de Walen dood, omdat deze juist buiten tegen de getroffen  muur stond te wateren. En vooral vervelend voor Leon, die nà de ontploffing helemaal als laatste op het plotse alarm-appèl van een slechtgemutste Pirijns verscheen in een zéér losse tenue. Want de Uschaf leek het excuus van de diarree maar moeilijk te kunnen slikken. En voor zijn straf mocht Leon zich 's anderendaags volledig de begrafenis van die stomme Waalse Manneken-Pis aantrekken.

Enfin, het was zijn eerste keer en hij probeerde er een zeker cachet aan te geven. De Walen liet hij achter de schuur en buiten het zicht van de Russen in de hard bevroren grond een diep graf delven waarmee ze met vier man wel een paar uur zoet waren. De vijfde maakte een mooi kruis en brandde er met een gloeiende priem de naam en data in: "Maes J.E. Caporal 3Rgt. Art. 14.6.1919 - 24.4.1945". En tegen de avond liet hij iedereen, vriend of vijand plus de burgers, opdraven om de geïmproviseerde teraardebestelling-met-militaire-eer bij te wonen. Hij kreeg Pirijns zelfs zover om de Langemarckers een eresalvo te laten afvuren, wat een 'verbaasd' telefoontje van Oschaf Penjaert uitlokte. Om het helemaal officieel te maken wilde hij het overlijden nog laten noteren in het velddagboek, maar dàt ging Pirijns een beetje te ver.

Nadien wist hij een tijdje niet goed wat hij met al de persoonlijke papieren van die gast moest aanvangen, en borg ze dan maar voorlopig in zijn ransel. Maar met die plechtigheid verwierf hij wél de erkentelijkheid van de Walen én het respect van Ilse, die blijkbaar zijn vakmanschap als begrafenisondernemer erg op prijs stelde. Hij zou vlug begrijpen waarom.

 

De langdurige kalmte in hun frontsector begon iedereen wat irreëel voor te komen, temeer dat ze helemaal in de verte aan het kanongebulder merkten dat het Russisch offensief in de richting van de Oostzeekust nog op volle toeren draaide. Vroeg of laat moesten die Rooien zich toch realiseren dat ze, door naar het noorden op te rukken, hun linkerflank gevaarlijk bloot stelden, en daar iets aan doen. Dat 'iets' betekende dan onvermijdelijk dat ze de 'Langemarck' en consoorten met heel hun hebben en houden 50 Km achteruit tot over de Oder zouden drijven. En iedereen begreep ook dat ze niet bij machte waren om daar iets zinnigs tegen te ondernemen. De vraag was enkel wannéér hun overburen zouden wakker schieten, en hoe zijzelf zonder al te veel kleerscheuren tot achter de natuurlijke barrière van de Oderdelta zouden kunnen terugtrekken.

Zelfs Ilse scheen de hopeloze toestand van het eigen afweerfront duidelijk in te schatten, want de nacht nà de begrafenis vroeg ze hem fluisterend hoe lang hij volgens hém nog dacht op 'Gut Witzleberhof' te kunnen blijven.

De vraag overviel hem zozeer dat hij als versteend bleef zwijgen. Er zich met een pirouette spottend vanaf maken kwam al hélemaal niet in hem op. Toen zij verwonderd haar vraag wat dwingender herhaalde, antwoordde hij stomweg naar waarheid: " Nog een dag of twee... drie op z'n best... maar dat hangt niet van óns af..."

Ze incasseerde zwijgend, maar flapte er toen ijskoud uit: " Dan hebben we nog twee dagen te leven."

Hij schrok zich een aap: " Wat?! Hoe bedoel je?!" Hij rechtte zich op zijn elleboog: " Dat meen je niet! "

" Maar het is toch duidelijk: als hun aanval begint zullen jullie hen niet kunnen tegenhouden, of hoogstens twee-drie uur. En aangezien ik geen tweede maal in mijn leven het familiaal landgoed door die beesten overweldigd wil zien en anderzijds ook mijn huis niet voor hén wil verlaten of wéér op de vlucht wil slaan, zie ik maar één oplossing. Als zij komen, stap ik eruit. Ik heb ruim pillen genoeg "für mich und die Frau Oma"...Als de Russische aanval begint nemen wij die in, en zohaast wij slapen moet jij ons door het hart schieten en het hele huis in brand steken. Voor deze eretaak heb ik je van bij het begin uitverkoren, Leo mijn sterke leeuw, mijn Witte Ridder! " Ze lachte hem zowaar nog vriendelijk toe ook!

Met groeiende ontzetting had hij haar uitleg gevolgd en even stond hij met zijn mond vol tanden. Maar toen haalde het afgrijzen de bovenhand: " Ik, jou doodschieten zeg je?! Ben je nu helemaal zot geworden?"

" Neen, ik hoop lang genoeg bij mijn zinnen te blijven om zéker te zijn dat alles vlot verloopt. En van écht doodschieten is geen sprake, want wij zullen normaal al dood zijn als jij een uur of twee nà de pillen passeert. Jij moet er enkel voor zorgen dat het opzet niet mislukt, moesten per ongeluk de pillen onvoldoende giftig zijn... Want tegenwoordig verkopen ze voor die 'uitstap' allerlei rommel...Daarom heb ik voor alle zekerheid de mijne eerst getest op Krausi, mijn jachthond: tien van die pillen in zijn etensbak, en een uur later was hij naar het walhalla vertrokken, zonder problemen.

 

Zonder problemen, zei die koele kikker! Voor Leon was in elk geval de lol er ver af, en dat vond hij wél een probleem. De eerstvolgende nacht met haar geraakte hij maar moeilijk over de top. Maar ze scheen er alle begrip voor te hebben en moedigde hem stevig aan, wat hem zéér verwonderde voor een meisje van haar stand en leeftijd. Maar enfin, hij kon er maar goed mee zijn.En de laatste keer wilde hij zich juist uitkleden toen Philips plots op de tussendeur bonkte met een gesist "Leon, rap! Ze gaan komen! "

En inderdaad: daar kwamen de eerste zware Russische salvo's al fluitend over, om ergens halverwege de rechte oprijlaan krakend in te slaan.

" Verdomme Ilse, 't is voor ons! " riep hij gehaast: "Schnell-schnell zum Keller! "

Het énige beeld dat hij zich later van haar herinnerde was haar witte gezicht, en de grote opengesperde ogen, gloeiend van het kaarslicht.

De duivelse beschieting duurde drie uur, maar halverwege kreeg het huis al een voltreffer en vloog het in lichterlaaie. Even werd de rupswagen in het schuurtje geblokkeerd door het neerstortend puin, maar Leon kon door voor- en achteruit te wrikken zijn voertuig toch nog rap bevrijden. Pirijns wees een nieuwe stelling aan in de hoek van de tuinmuur, buiten het zicht van de portierswoning.

Maar toen Leon even later het brandende huis achter zich hoorde instorten, leek het hem of ook een heel pand van zijn jonge leven daarmee wegviel.

Enfin ,Freule Ilse had duidelijk gekregen wat zij wilde...

 


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (9 Stemmen)
09-09-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
10-09-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 297
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C21Bis   DOODSTUIP VAN HET DERDE RIJK.

                                                                       

Tegen het midden van februari '45 had de afgetakelde president Roosevelt zich laten overtuigen dat Hitler in zijn "Alpen-festung" waarschijnlijk over een kernraket beschikte waarmee hij heel de wereld in zijn eigen ondergang zou meesleuren. Eisenhower kreeg daarom toen het bevel voorrang te verlenen aan de verovering van dit mystieke bolwerk in Beieren ,en Berlijn aan de Russen te laten. Met tegenzin moest Ike, na een maand twijfelen, begin april zijn strategische aanvalsplannen wijzigen, tot grote woede van Churchill.                                

Tot een Duitse atoomraket zou het echter nooit meer komen: daar hadden de aanhoudende geallieerde bombardementen op de Duitse vitale oorlogsindustrie zijdelings voor gezorgd. Het testcentrum voor V-wapens in Peenemünde was vergruizeld ,en de meeste elektrische krachtcentrales, het spoorwegnet en de fabrieken voor kunstmatige benzine lagen in puin. De steden eveneens, maar dàt was bijzaak...Het bevoorradingssysteem van het Derde Rijk stortte ineen en fatalistisch wachtte de modale Duitser, ondanks een waanzinnige propaganda, enkel nog op de doodsteek.                  

Tijdens de maand februari '45 hadden de geallieerden met een zestal moeilijke en bloedige offensieven de volledige linker Rijnoever veroverd, van de Noordzee tot Bazel. Op 5/3 viel Keulen. Twee dagen later konden ze ,ondanks eigen ongeloof en tot ieders verrassing ,de spoorbrug over de Rijn in Remagen, een 30 km ten zuiden van Bonn, intact innemen en een beperkt bruggenhoofd op de rechteroever uitbouwen. De exploitatie van deze gelukstreffer werd opzettelijk afgedempt om Monty niet te kwetsen ,die  in een zwaarwichtige operatie met alles erop en eraan de show zijn eigen oversteek van de Rijn aan het voorbereiden was...Hitler liet de acht officieren ,die de brug met zwakke strijdkrachten hadden moeten verdedigen, onmiddellijk fusilleren...Koblenz viel op 9/3.

In de nacht van 22 maart slaagde Patton er in bij Oppenheim, 100 km zuidelijk van Remagen - opnieuw met stille trom - de Rijn over te steken. Op 23/3 tenslotte volgde Montgomery dit voorbeeld bij Wezel, juist onder de Nederlandse grens, en op 26/3 en 30/3 lukten eveneens de overtochten van Patch bij Worms en van de Franse generaal de Lattre de Tassigny bij Karlsruhe.                         

Nu trokken deze vijf legers samen het kreupele verwoeste Duitsland binnen. Patch en de Lattre rukten op naar Beieren, terwijl Montgomery naar het noordoosten oprukte in de richting van Groningen, Bremen en Hamburg,.De Amerikanen omsingelden op 2/4 in het Ruhrgebied Veldmaarschalk Models legergroep B ( 21 divisies of 325.000 man, die zich op 18/4 overgaven). Ze ondervonden verder slechts sporadische weerstand en veroverden op 12/4 een bruggenhoofd over de Elbe bij Magdeburg, op nauwelijks 90 km van Berlijn.       

Maar in plaats van verder op te rukken naar de Rijkshoofdstad, bundelde Eisenhower nu al zijn krachten om de geheime en gevreesde Alpenfestung te veroveren. In Amerika was op 12/4 president Roosevelt overleden en zijn opvolger Truman liet zich, zoals zijn voorganger, overtuigen dat Hitler in de ondergrondse fabrieken van de Alpen een reusachtige atoomlading zou laten ontploffen.

Daarom stormde de onstuimige generaal Patton zonder omzien naar het zuidoosten, nam op 14/4 bezit van Leipzig en op 18/4 van Pilzen, nauwelijks 90 km van Praag. Op hoger bevel moest hij echter uit het vroegere Tsjecho-Slovakije terugtrekken en dit gebied aan de Russen laten. Op 25/4, de dag waarop het Rode Leger zijn stalen ring rond Berlijn sloot, maakte Patton in Torgau op de Elbe, een dikke 100 km ten zuiden van de hoofdstad, dan toch contact met zijn toekomstige aartsvijand en rukte vervolgens verder op naar Oostenrijk. Patch en de Lattre namen het Zuiden voor hun rekening: op 19/4 viel Nürnberg en op 30/4 München. Maar de mythische 'Alpenfestung' bleef onvindbaar...

Vanaf medio april werd deze vlugge opmars vooral bevorderd door het ineenstorten van een centraal gecoördineerde tegenstand: hoogstens bij een brug of zo stootten de geallieerde tankspitsen hier en daar nog op een geïmproviseerd losstaand weerstandsnest van Hitlerjungens gewapend met Panzerfaust. Deze werden ofwel door een paar kanonschoten verpulverd, ofwel omtrokken. Soms werden de onberekenbare kindsoldaatjes tot ieders opluchting met hun gevaarlijk oorlogstuig gewoon door de dorpelingen wandelen gestuurd ("Ga maar elders spelen! "),of ontwapend voor de eerste Yank in zicht kwam. En zonder een schot werd gelost staken de kruiperige burgers ten teken van overgave overal witte lakens uit de vensters, terwijl ze de uitgeputte en moegestreden Duitse soldaten als schurftige honden van hun dorpel wegjaagden.                                                                              

In Noord-Italië werden de Duitsers door de partizanen en de opstandige bevolking uit alle grote steden verdreven, waardoor ze samen met de resterende fascisten  ijlings naar de Alpen moesten terugtrekken. De vanuit het zuiden naar de Po-vlakte oprukkende geallieerde legers slaagden er slechts met moeite in hen bij te houden. Op 27/4 werd Mussolini bij het Como-meer door de weerstanders  gevangen genomen en de volgende dag sluiks terechtgesteld. Juist op dat zelfde ogenblik gaven de Duitse troepen van Noord-Italië en Oostenrijk er de brui aan door op het geallieerde H.Q in Caserta bij Napels hun capitulatie te gaan ondertekenen.                                            

Het bleek al vlug dat de Amerikanen met hun offensief in Zuid-Duitsland een hersenschim hadden nagejaagd: de gevreesde "Alpenfestung" bestond niet! Heel hun machtsontplooiing was een slag in het water geweest...God zij dank! Al waren ze door deze misser natuurlijk de Rijkshoofdstad Berlijn kwijtgespeeld                                 

De Russen hadden het ondertussen niét zo gemakkelijk gehad om hùn (groot) deel van de overwinningkoek te veroveren. Want de Führer had beslist in de ultieme slag om Berlijn "te overwinnen of te sterven". Dit besluit om tot het uiterste voort te vechten verlengde de nutteloze strijd met nog drie infernale weken, gedurende dewelke nog een kwart miljoen Russen sneuvelden en dubbel zoveel Duitsers, militairen en burgers dooréén.                

Begin april had Stalin op de rechteroever van de Oder en de Neisse voor zijn laatste stormloop op Berlijn drie zwaargewapende fronten (t.t.z. legergroepen) opgesteld, respectievelijk van noord naar zuid onder bevel van de maarschalken Rokossovski, Zjoekov en Koniev. Dit was een vijftienvoudige overmacht voor de uitgeputte Duitse "Legergroep Weichsel" waarvan de gedecimeerde eenheden met mondjesmaat waren aangevuld met een schaarsbewapend samenraapsel uit de resten van Kriegsmarine, de Luftwaffe, de Hitlerjugend en de Volkssturm (burgermilitie van ex-vrijgestelden tussen 15 en 65 jaar).                                  

Na twee dagen aftastende aanvallen op divisieniveau brak Zjoekov op 16 april voor dageraad met de vijf legers van zijn rechtervleugel uit het bruggenhoofd van Küstrin a/d Oder, 50 km ten oosten van Berlijn, en begon aan zijn laatste moeizaamste offensief, een pure slachting die 14 dagen zou duren...Slechts na 48 uur onophoudelijk stormlopen konden zijn overmachtige tanklegers met bloedige verliezen de Selowheuvelrug op de linker Oderoever veroveren en pas op 21/4 slaagden zij er in de noordoostelijke buitenwijken van de brandende Rijkshoofdstad te bereiken.                                                          

Wegens deze moeizame vorderingen van Zjoekov kreeg zijn concurrent Konjev, die zonder al te veel weerstand op 16/4 de smalle Neisse was overgeraakt, op 18/4 de toelating van Stalin om naar het noord-westen in de richting van  Zuid-Berlijn door te stoten. Koniev trok in twee dagen om en achter de zuidflank van het Duitse 9.Leger heen - dat zich op bevel van Hitler nog steeds aan de Oder bezuiden Frankfurt vastklampte - en had deze strijdmacht volledig afgesneden toen hij op 22/4 oppermachtig het Teltowkanaal ten oosten van Potsdam bereikte.       

Vanaf 20/4 openden ook de vijf legers van Rokossovski het ultieme offensief op de benedenloop van de Oder en konden na drie dagen van zware gevechten een stevig bruggenhoofd van 16 km op de linkeroever veroveren.

Eveneens op 20/4, toen in Berlijn "Führergeburtstag" gevierd werd met een treurige troependefilé, sloegen de eerste granaten van Zjoekovs langeafstands-kanonnen in op de groene Tiergarten. De stoffelijke schade door die inslagen was - op een paar dode dieren na - verwaarloosbaar, de morele echter catastrofaal. Die avond namen kort na de stafbespreking in de Führerbunker de hoogste nazi-bonzen en Hitlers naaste militaire medewerkers van het O.K.W en het O.K.H. maar al te graag afscheid van hun waanzinnig onberekenbare en bloeddorstige leider, die nu overal verraad vermoedde ,en kwistig doodsvonnissen uitsprak.

Als de bliksem verdwenen Dönitz, Himmler en C° naar Kiel in het noorden, en Göring met von Ribbentrop naar het zuidelijke Berchtesgaden om er respectievelijk de z.g. wisselcommandoposten A en B te gaan oprichten. "Voor het geval het Berlijnse Hoofd zou uitvallen..." heette het eufemistisch. In werkelijkheid had ieder voor zich het geheim besluit genomen zo vlug mogelijk contact te zoeken met de Westerse geallieerden. De aankomst uit München, een week voordien, van Hitlers geheime hartsvriendin - de bevallige ongekunstelde en kleinburgerlijke Eva Braun - had de Führer tot het vaste besluit gebracht in Berlijn te overwinnen of te sterven. Van zijn getrouwe kompanen konden enkel Goebbels en Bormann dezelfde loyauteit opbrengen als Eva Braun om "in deze moeilijke dagen het lot van de Führer te delen"...Er zwijgend onder verstaan :met hém onder het puin te sterven...Zij bleven, met ongeveer 500 stafleden en SS lijfwachten in de bunker onder de Rijkskanselarij achter.

Op 23/4 knepen Zjoekov en Koniev met een forse gecoördineerde  tangbeweging langs de zuidrand van de stad de verbinding door tussen Berlijn en het 9.Leger, dat ondertussen tot op 40 km ten westen van de Oder was teruggeslagen. De volgende dag gaf Hitler dit nu ingesloten leger bevel om te keren, zijn verbinding met Berlijn te herstellen en zich bij haar verdedigers te voegen. Ook het 12.Leger, dat het Elbe-front hield tegen de Amerikanen, kreeg opdracht gedeeltelijk te keren om de omsingeling van het 9.Leger te helpen doorbreken. Vanuit Oraniënburg, ten noorden van Berlijn, bracht SS-generaal Steiner met zijn 3.SS Pz Korps eveneens op 24/4 moeizaam een weifelend tegenoffensief op gang om door te breken naar de hoofdstad.

      Na vier dagen van zware gevechten liepen deze drie ontzettingspogingen echter op niets uit bij gebrek aan overtuiging, munitie en brandstof. Daar moesten zelfs de meest fanatieke aanvoerders zich bij neerleggen. Vanaf 28/4 lieten hun soldaten Berlijn en de Führer stikken en poogden enkel nog het vege lijf te redden door naar de Amerikaanse lijnen uit te breken. Van deze door de Russen uiteengeslagen troepen slaagde slechts 30% erin veilig over de Elbe bij de Anglo-amerikanen te geraken, van de met hen meevluchtende burgers geen tiende: die moesten trachten op eigen kracht over de stroom te komen, zonder hulp van de geallieerden. Duizenden verdronken...het leek wel een tweede editie van de ramp met de "Wilhelm Gustloff", een maand voordien.

Maar ik loop teveel vooruit ! Al deze catastrofes stonden onze geplaagde hoofdpersonen nog te wachten : en dat het op nauwelijks drie maanden tijd zo slecht zou aflopen ,daar durfden ze toen ,in maart '45 ,nog niet aan dénken !...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
10-09-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
15-09-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 298
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C22  DE VLUCHT NAAR DE ODER.

 

                          Stargard, begin maart '45.

Tijdens drie dagen van helse gevechten hadden Leon en zijn maats zich verbeten in de hoven en dorpen rond 'Gut Witzleberhof' kunnen handhaven, doch telkens slechts voor een paar eindeloos lijkende uren. Maar de Russen waren werkelijk té oppermachtig, en stap voor stap moest ook de SS-Langemarck tenslotte voor de Rode vuurwals wijken. Ze trachtten de vele gewonden, dikwijls op gevaar van eigen leven, mee naar achter te nemen, maar de gesneuvelden bleven liggen waar ze neerstuikten. De munitie voor het 2cm-kanon raakte op en de uitgeputte mannen vielen in slaap waar ze stonden.

Op 1 maart moesten ze het dorpje Zachan op de Autobahn onder de geweldige druk van de Russische overmacht prijsgeven en van toen af wist ieder voor zich dat ze er nooit meer in zouden slagen de Ivans nog tot staan te brengen...Zéker niet vóór de Oder, maar ook niet er achter...Nooit meer...Je kon beter niet liggen prakkezeren waarop dit drama onafwendbaar zou uitmonden. En ook je vrees voor de toekomst liet je best onuitgesproken, zelfs in je nauwe vriendenkring...

 Die nacht trokken ze zich in één sprong ruim 10 km naar het noordwesten terug tot Gross Schlatikow. Tenminste, dàt was de bedoeling, vooral om er even op adem te kunnen komen. Maar halverwege dommelde Leon één oogknip weg op zijn stuur en schrok wakker toen zijn rupswagen al schuin in de gracht stak. Gelukkig reed Ochaf Penjaert vlak achter hem en kon deze met zijn twee overblijvende pantserwagens, mits een uur wroeten, Leon weer op de baan trekken. Met dat incident haalde hij zich wél de wrok van heel het peloton op de hals, omdat de makkers door zijn schuld in Gross Schlatikow hun hazenslaapje misliepen.

Nadat ze in dat dorp in stelling waren gegaan liet de Russische artillerie hen toch een paar uur met rust en kon Leon even van de voorbije emoties bekomen. Ilse was nog slechts een verre herinnering, al vrat het wel aan zijn eergevoel dat hij zijn opgelegde rol in haar luguber scenario niet had kunnen vervullen. Akkoord, de Rus had het van hem overgenomen: hun voltreffer op de portierswoning zal wel minstens zo effectief gewerkt hebben als het voorziene genadeschot uit Leons stormgeweer. En de daaropvolgende uitslaande brand minstens even verschroeiend als de door haar geplande zelfcrematie. Maar toch...

Op de nieuwe stelling naast het schooltje van Gross-Schlatikow viel hij werkelijk als een blok in slaap, maar niet voor lang. Een kleine twee uur later deed een laag overscherende Rata hem met een paar uitgeworpen bommen uit zijn verwarde dromen opschrikken. Nog verdwaasd besliste hij toch maar vlug zijn ànder, min of meer proper hemd aan te trekken, dat de Poolse meid van Ilse de laatste dag van zijn inkwartiering voor hem nog vlug-vlug had gewassen. En al gravend in zijn ransel stootte hij op het platte bruine pakje met het rode lint. Ook zonder het gotisch schrift op de voorkant te ontcijferen wist hij onmiddellijk dat dit van hààr kwam. Waarschijnlijk had ze dit in zijn ransel weggemoffeld toen ze het gewassen hemd kwam teruggeven...

Binnenin stak een feestelijk dichtgeknoopt gemslederen zakje, met - op het gevoel - een stuk of vijf medailles of munten ten grote van een vijfmarkstuk...Plus een brief op roze papier, beschreven met wéér dat verdomde gotische schrift van haar. De paarse inkt maakte het epistel nog moeilijker leesbaar, maar in de aanhef kon hij toch iets ontcijferen dat kon doorgaan voor "Mein lieber Leo, meine treue Flämische Löwe! "...Dat begreep hij, omdat ze hem soms zo genoemd had tijdens het vrijen: haar hondstrouwe Vlaamse Leeuw...Maar hij besloot zich pas later door de lange moeilijke tekst van haar afscheidsbrief te worstelen, zohaast hij daarvoor wat meer tijd kreeg. Want buiten begon het weer te rommelen: de korte speeltijd was alweer voorbij...En aangezien Ilse toch dood was zal ze in haar roze epistel wel niets van levensbelang meer te vertellen hebben, dacht hij. Hij schaamde zich wel een beetje voor dit gevoelloze besluit, maar gezien de Russische granaten weer dichter begonnen in te slaan, was het nu niet het geschikte moment om sentimenteel te gaan doen.

Het zag er slecht uit: terwijl de stalinorgels onophoudelijk hun huilende rakettenregen over de Vlamingen uitgoten, meldde de tamtam t'allenkante inbraken van sovjettanks. De chaos brak uit. Gekwetsten riepen wanhopig om hulp, de doden bleven verwrongen liggen waar het bloedig noodlot hen toevallig had neergebliksemd. Het vee loeide in de stallen hun doodsangst uit, of werd vluchtend op de straat uiteen gereten door Iwans granaten. Leon voelde het aan zijn klompen: ze moesten dringend achteruit, als ze niet omsingeld wilden worden en in de pan gehakt. Al wie nog meekon op een vluchtende camion of een pantserwagen mocht van geluk spreken, en moest niet flauw gaan doen over een zwaargewonde kameraad die daar half onder het puin bedolven hulpeloos achterbleef.

Leon stormde nog vlug diep gebukt het nu vervaarlijk walmende schooltje binnen om uit het getroffen depot twee jerrycans brandstof te redden voor de verre terugtocht. Een minuut later liep hij zwaarbeladen weer naar buiten, juist op tijd om te zien hoe zijn 2cm-kanon vlak voor de deur een inslag kreeg van een pantsergranaat. Als in een vertraagde film verdwenen voor zijn ogen Van Nitsem en Philips in de withete steekvlam. Voor eeuwig en altijd, dat was wel duidelijk...

Pirijns had gehurkt naast de pantserwagen op Leon gewacht en dat was zijn geluk geweest. Toen de rook verwaaide merkten ze samen in één oogopslag dat,buiten het vernielde kanon, de wagen zélf bijna geen schade had geleden: zelfs de motor draaide nog! Onmiddellijk doken ze in de stuurcabine, Leon schakelde in eerste en - wonder boven wonder - het ding rééd werkelijk! En vóór ze de straat uit waren zat de staalplaten bak rond het verwrongen kanon plots al weer vol wriemelende stormgrenadiers, die alle moeite deden de verminkte lijken van Philips en Van Nitsem overboord te kieperen om zodoende vlug wat meer 'Lebensraum' voor zichzelf te scheppen. Pirijns moeide er zich niet mee: hij had voorlopig de handen vol om Leon schreeuwend de goede richting te wijzen tussen de rondom inslaande reeks mortiergranaten en de vele rokende bomtrechters in de hoofdstraat.

Een heel stuk buiten dat rampzalige dorp ontsnapten ze eindelijk uit het vuurgordijn van de sovjets en konden ze even op adem komen. Om dan na een paniekerige studie van de kaart vast te moeten stellen dat ze de verkeerde uitvalsweg genomen hadden en veel te veel naar links waren afgeweken. Maar naar de wegsplitsing teruggaan om de fout te herstellen, tégen het vluchtende frontverkeer in, was nu eenmaal totaal uitgesloten. Komaan, misschien vonden ze verderop wel een zijwegel naar rechts, dwars door de velden, die hen weer bij de vertrouwde 'Kompanie Dillinger' zou doen belanden...En tot grote opluchting van hun menselijke lading blinde passagiers reden ze op goed geluk verder door, wég van het front, pal west...

Mede door de schuld van een Feldgendarme die op het volgende kruispunt de terugtrekkende troepen in 'goede banen' trachtte te leiden, belandden ze tegen de avond midden in de aftochtstroom van de 'SS-Division Wallonie'. Ondertussen had Pirijns onder zijn zes passagiers een driekoppige MG ploeg ontdekt - schutter, lader én munitiedrager - en die een beetje manhaftiger met hun wapen in aanslag naast het vernielde kanon laten postvatten. Kwestie van bij de Walen als Vlamingen geen rotfiguur te slaan. Maar die landgenoten interesseerden zich enkel voor hun eigen benarde toestand en hadden geen ogen voor de show van hun noorderburen.

Leon die zich zorgen begon te maken over het lawaai in zijn transmissie, kon Pirijns overhalen, nog voor het pikkedonker werd, af te wijken naar een boerenhof rechts van de weg en daar te overnachten. Want helemaal alleen met die rammelkast in het duister verder rijden in de richting van de terugtrekkende Langemarck was vràgen om zware moeilijkheden. De zenuwachtige wachtpost van de Vlaamse flankbeveiliging zou hen vast en zeker éérst op een Pantzerfaust trakteren en dàn pas willen weten waarom ze zich in 't holst van de nacht absoluut als doorbrekende sovjettank wilden voordoen...

Het boerenhof zag er verdacht verlaten uit: geen levende ziel te zien, maar ook geen koeiengebrul uit de bijgebouwen. Eindelijk een landsman die er tijdig met zijn hele hebben en houden van onder was getrokken dacht Leon...Pirijns stuurde twee van zijn blinde passagiers op strooptocht in het hoenderhok en de stallen om vlug voor het 'avondeten' van de groep te zorgen: eieren of een paar kippen, en als het kon vers boerenbrood. De malse biefstuk waar iedereen al een paar dagen van droomde zou wel weer voor een volgende keer zijn.

De drie man van zijn MG-ploeg stuurde hij naar de zolder, vanwaar ze ondanks het duister een mooi uitzicht hadden naar alle brandhaarden in de verre omtrek. De flakkerende weerkaatsing tegen het lage nachtelijk wolkendek verlichtte de omliggende nog besneeuwde landerijen met zo'n felle rosse gloed dat ze met hun machinegeweer een duidelijk schootsveld kregen met zeker vier-vijfhonderd meter dieptezicht.

Leon was nog maar pas onder zijn rupswagen gekropen om samen met Pirijns de reden van de lawaaierige transmissie en de eventuele schade van de inslag aan de motor op te nemen, toen de vreemde MG-schutter hen luidkeels kwam zoeken: " Uschaf! Uschaf! Waar zit ge? !"

" Zeg, vent! Ge ziet toch dat we bezig zijn! Staat uw broek in brand, soms? ! Of is de Rus op komst?  Kunt ge u misschien éérst eens deftig voorstellen? !"

"Sturmmann Verbeke, Uschaf! 't Is maar om te melden Uschaf:  héél dat boerengezin hangt op zolder aan de nokbalk! De oude pachter in S.A.uniform, minstens drie-vier vrouwen en nog een paar kinderen! Schoon op een rij naast elkander, lijk aan de dorpsgalgen in de Ukraïne..."

" Man, als ze dood zijn, zullen ze niet meer bijten, hé! " snauwde Pirijns: " En als ze in de weg hangen om het MG op te stellen, snij ze dan los en leg ze bijeen in den hoek! Of wilt ge soms eerst een rouwmis bestellen?  Kom, marsch-marsch! Laat 't vooruit gaan, Sturmmann!"

Maar toen hij zag hoe aangedaan en uitgeput de jonge schutter daar voor hem in de houding stond, besloot hij wat zalvend: " We zullen u wel verwittigen als het avondeten klaar is...Ge kunt zelfs nog kiezen: gebraden kieken of vette Gentse Waterzooi "

De bleke Sturmmann boog plots verkrampt dubbel en kotste kreunend zijn gal voor de laarzen van Pirijns.                   

 

Na het opruimen van de gehangenen was het tenslotte tóch nog geroosterde biefstuk geworden, want in de stal lag het vol koeien met overgesneden keel. De boer had blijkbaar niet enkel zijn vrouwvolk maar ook zijn beesten een leven onder de Rode knoet willen besparen. Met, wat je kan noemen:  Echte Duitse 'Gründlichkeit'!

 

In Berlijn leefde Joseph ondertussen hoe langer hoe meer in twee volledig tegengestelde werelden. Op het werk draaide de propaganda machine nog op volle toeren om naar buitenuit het volste vertrouwen op te houden in het genie van de Führer en de goede afloop van de oorlog. Natuurlijk niet meer de totale 'Endsieg' door de vernietiging van alle vijanden: neen, ze waren tenslotte niet gek! Maar onder die 'goede afloop' zagen ze het einde van de oorlog eerder in een vaag fata morgana dat - mede door de dreiging van de verschrikkelijke Duitse V-wapens - wel zou uitlopen op een soort 'paix des braves'...

Dat ondertussen de Amerikanen Keulen hadden veroverd en duidelijk klaar stonden om de Rijn over te steken - en de Russen de Oder - leek verder niemand erg te verontrusten. Als op bevel staarde iedereen gespannen in de richting van de Balkan, waar de Führer zojuist een reusachtig lenteoffensief gelanceerd had bij het Balatonmeer. Doel:  kost wat kost de Hongaarse olievelden heroveren. Een geniale strategische zet van onze Adolf! Hoera, driewerf hoera! Dat hij daarvoor een paar pantserdivisies uit Pommeren had weggetrokken ,waar voor het ogenblik de eigen jongens van de SS-Division Langemarck samen met de àndere Germaanse legioenen in de pan werden gehakt, kwam nergens meer ter sprake. En nog veel belangrijker was de inzet van een revolutionair type straaljager bij de Luftwaffe dat sneller vloog dan het geluid! Dit betekende vast het einde van de Amerikaanse bommenoorlog op de Duitse steden, of wat dacht je! Méér nog: nu binnenkort de US-vliegtuigen met bosjes uit de lucht geschoten zouden worden, zou de seniele president Roosevelt zeker afgezet worden en zou zijn opvolger wel een einde willen maken aan deze slachting! ...Driemaal 'zou' vond Joseph eerlijk gezegd nogal veel...Maar bij geen enkele van zijn collega's kon hij in vertrouwen zijn twijfels kwijt over deze naïeve wensdromen en daarom speelde hij zonder verpinken verder mee in deze bizarre 'Fabeltjeskrant'.

Maar innerlijk wist hij wel beter: vroeg of laat zou de onafwendbare catastrofe boven hun hoofden losbarsten en al deze hoogmoedige bruine paljassen rond hem meesleuren in de totale vernieling. Hij gaf het Derde Rijk nog hoogstens een jaar vooraleer heel Duitsland letterlijk tot één puinhoop zou vervallen en van het nationaal-socialistische staatsapparaat geen spaander meer héél zou blijven. Mocht hij als bij wonder deze ineenstorting al overleven, stelde hij zich toch steeds dringender de vraag of dit overleven voor hem - een gemutileerd stuk wrakhout zonder toekomst - nog wel zin had...

Ook sentimenteel leefde hij in twee verschillende werelden. 'Officieel' hing hij nog aan Phil vast en deden ze beiden naar buitenuit nog goed hun best om de schone schijn op te houden. Maar beiden wisten ze ook dat Joseph smoor verliefd was op Françoise De Bens en dat deze maar met haar vinger moest knippen om het wankele kaartenhuis van Phils brave burgergezinnetje te laten instorten. Hoe hijzelf op dit puin in de praktijk een nieuw geluk moest opbouwen, daar waar alles om hem heen in scherven viel,  was hem nog niet erg duidelijk. En dit was in feite ook niet zijn eerste zorg, omdat zijn toekomstplannen veel eerder ontsproten uit zijn onderbuik dan uit zijn bovenkamer. Maar Josephs scheve schaats was, vreemd genoeg, ook Phils eerste zorg niet, omdat ze er op vertrouwde dat Françoise - voorlopig althans - niet serieus op de vele avances van 'haar vent' zou ingaan. Ze kende de sluwe tactiek van de dactylo's, die door een slijmende baas onder druk werden gezet, op haar duimpje: een béétje geven en véél nemen, zonder evenwel die kerel voor het hoofd te stoten. De tijden waren immers té onzeker om zotte dingen te gaan doen. En laat onderwijl de hengst maar hinniken!

Dat 'hun' Joseph met deze halfslachtige toestand niet onverdeeld gelukkig was, konden de twee 'vriendinnen' zich blijkbaar niet erg aantrekken. In tegenstelling tot de 'bazen', bekommerden zij zich wel degelijk om het tragische verloop van de harde strijd in Pommeren, zoals trouwens de meeste dactylo's van het SS-Hauptamt, die familie of vrijers aan het Oostfront hadden staan. Door de vertrouwelijke tamtam onder het vrouwvolk, die alle nieuwsflarden en uittreksels van frontbrieven aan elkaar doorvertelden, waren ze zelfs beter op de hoogte dan Joseph die van zijn wekelijkse nieuwsbron in de S.D.-kelder afhing. 'Plakpot' Martens hield in zijn hoek met een duivels genoegen zelfs doorlopend een stafkaart van deze frontsector bij, met dezelfde vlaggenspeldjes die vroeger voor de terugtocht uit de Ukraïne hadden gediend...En iedere dag moesten deze speldjes een centimetertje achteruit. Na Stargard viel Wachlin, na Wachlin viel Speck en Lüttgenagen. Op 9 maart Gollnow, de 10e Lübzin en ook Hornskrug. Twintig kilometer in vier dagen...

" Dat kunt ge geen vertragend gevecht meer noemen, hé boerke " sneerde de Plakpot: " da's een wilde vlucht naar de Oder, enkel om hun vel te redden! "

Hoe Martens deze catastrofe ook wilde noemen kon Phil écht niet schelen. Enkel hoe Leon dit te boven zou komen ging haar naar het hart. Als er tenminste überhaupt van 'te-boven-komen' nog sprake kon zijn, want Leon was ondertussen misschien al lang dood en begraven. Of mogelijk zelfs niét begraven, en lag hij ergens langs de wegkant, tot spijs gereden door de Russische tanks...

"Menschen toch! Waar moet dat eindigen! " Ze mocht er écht niet aan denken.

 

Maar er waren op den duur zoveel rampen waar ze niet aan durfde denken en die ze ondanks alles tóch over zich heen kreeg. Berlijn werd nu al ruim drie weken aan een stuk iedere nacht door reusachtige eskaders zwaar gebombardeerd en geleidelijk aan vielen alle structuren in puin. Het openbaar vervoer, de voedselbedeling, het distributienet van water, gas en elektriciteit liet het iedere dag steeds meer afweten. Zoals na het vernietigende bombardement van 7 maart: twee uur aan één stuk hadden de Amerikanen vanaf de vroege morgen de binnenstad in vuur en vlam gezet. Gelukkig waren Phil en Joseph nog niet naar hun werk op de Fehrbelliner Platz vertrokken toen de hel losbarstte, ànders hadden ze het zeker niet naverteld! Alle wegen en spoorverbindingen van Dahlem naar 'Mitte' waren versperd, en Joseph kon zelfs geen telefonische verbinding krijgen met zijn bureel om te horen hoe het daar gesteld was. Later op de dag werd duidelijk dat een brede strook van de stad, tussen Wilmersdorf tot de Tiergarten, volledig in puin lag.

 En de volgende morgen konden zij met eigen ogen zien dat ook hùn blokken van het SS-Hauptamt rond de Fehrbelliner Platz er aardig van langs hadden gekregen. Een zware bom had op de hoek van de Hohenzollerndamm een gat van vier-hoog in hun gebouw geslagen, net daar waar de burelen van de 'Goldfazanen' en de stafofficieren hadden gelegen. Een tweede bom was letterlijk langs de gevel afgeschampt, juist ter hoogte van hun 'Flämische Kulturstelle', en op de binnenkoer ingeslagen zónder te ontploffen! Een tijdbom of een blindganger?  Hoe dan ook dat betekende een week verlof voor het bureelpersoneel:  de tijd die de ontmijners nodig hadden om dat springtuig onschadelijk te maken. Maar eveneens dat ze een week lang niét in de refter konden gaan eten en Phil dus zélf voor hun fricot moest zorgen. En ze halve dagen lang in de kou met het gewone volk moest gaan aanschuiven bij de bakker, de beenhouwer en de kruidenier om de zotste zaken te kopen die toevallig bedeeld werden. En ondertussen maar hopen dat de Italiaanse krijgsgevangenen vlug zouden komen om de ramen voor de zoveelste maal opnieuw met kartonplaten dicht kloppen...Eindelijk begonnen zowel Phil als Joseph te beseffen dat het verdringen van de vrees voor de dreigende Apocalyps niet volstond om aan het hellevuur te ontsnappen.

 

Bij Leon drong deze pijnlijke waarheid nu ook door.  Want sinds ze een paar dagen geleden noodgedwongen beslist hadden, het wrak van hun rupswagen achter te laten en maar te voet naar de Oder af te zakken, waren ze alsmaar dieper in de gruwel van de afweergevechten weggezonken.

Het begon al toen ze - het leek ondertussen weeral een eeuw geleden - bij dageraad van de lugubere 'Galgen-hoeve' wilden wegrijden en Leon geen leven meer kreeg in de motor van hun pantserauto. Door de vele pogingen om tóch te starten was deze op den duur zelfs volledig vastgelopen. Bleek al gauw dat er geen druppel olie meer in het carter zat, omdat bij de granaatinslag op het kanon tóch een scherf het motorblok had doen barsten. Leon moest na een zenuwslopend uur zijn verwoede startpogingen opgeven en met bloedend hart zijn 'lief' - zoals destijds Rottenführer Serteyn van de chauffeursopleiding de 2cm-rupswagens had genoemd - bij de brandende hoeve achterlaten. Elkeen van de ploeg sneed voor zichzelf nog vlug een flinke lap biefstuk uit een van de koeienkadavers in de stal, terwijl ze van Pirijns daar bovenop als cadeau nog een lading munitie uit hun pantserauto te versjouwen kregen: "Vorwärts! "

Met de Uschaf op kop trok de sectie in de koude grijze dageraad naar de hoofdbaan waarlangs 'Kampfgruppe Wallonie' sinds de vorige avond ononderbroken zijn terugtocht naar de enige brug over de Oder voortzette, zij het in een steeds zenuwachtiger tempo. De Rus zat hen blijkbaar dicht op de hielen en er bleef Pirijns met zijn mannen niets anders over dan zich in de rommelige slipstroom van de vluchtende Waalse detachementen te laten mee drijven naar het westen. De havenstad Stettin met zijn reddende brug over de Oder lag nog op nauwelijks tien kilometer, dus moest dat makkelijk op één voormiddag te klaren zijn. Dachten ze...

Maar de grote strategen vonden dat ver vóór Stettin ten allen prijs een bruggenhoofd verdedigd moest worden rond Altdamm, een voorstad op de rechteroever. De reddende brug werd door de Feldgendarmerie gesloten voor de aftrekkende legerscharen waarvan elke strijdbare man allesbehalve vriendelijk verzocht werd rechtsomkeer te maken en de Rus het hoofd te bieden. Letterlijk dan, als op een kapblok.

Drie eindeloze dagen duurde de slachting. Als vanzelfsprekend werd de sectie Pirijns door een Duitse SS-Oberscharführer bij een groep van de 'Wallonie' ingedeeld om daar ergens in het open veld een onbenullige bosrand te verdedigen. De Walen waren al zover héén dat het hen blijkbaar niet kon schelen of ze nu hiér, of morgen ergens ànders moesten sneuvelen. Maar Leon merkte tot zijn opluchting dat Pirijns daar een lichtelijk afwijkende zienswijze op na hield.

"Petré ",fluisterde hij plechtig: " We gaan ons hier niet voor de Walen zinloos laten opofferen, hé...Zohaast de Rus zijn barragevuur op onze nek legt, plakt ge aan mijn gat en loopt ge waar ik loop, verstaan?  Ik heb onze zes kameraden al verwittigd om ook dicht bij ons te blijven! Algemene richting naar het westen: los door dat bos daar en dan de wegen mijden lijk de pest, akkoord? " Het was dan ook de eerste keer dat Uschaf Pirijns zijn mening vroeg, en het verdoken voorstel om te deserteren maakte dat dubbel uitzonderlijk.

Maar zover kwam het niet. Toen de Russische beschieting in alle hevigheid losbarstte bleken de Waalse SS-ers door een  gelijkaardige overlevingsdrang bezeten als hun Vlaamse wapenbroeders, en helemaal niet van plan zich zo maar voor niets te laten afslachten.

Daarbij, tegen doorbrekende tanks vechten met de blote handen is niet iedereen gegeven, en zonder 'Pantzerfaust' of ATK-geschut moet je er zelfs niet aan beginnen...De meeste Walen kozen zoals Leon en Co de wegels door het bos om dan groepsgewijs weer naar Stettin af te zakken. En driemaal werden ze door de Feldgendarmen weer in het vuur gestuurd, met steeds minder volk...

De tweede dag kreeg de driekoppige M.G.-ploeg van Pirijns een voltreffer. Drie doden waar Leon nauwelijks de namen van kende. Ja, de schutter heette Verbeke,  meende hij, en de anderen Lucien en Marcel. Maar op hun berkenkruis - als ze er al één kregen - zou waarschijnlijk "Unbekannt" komen te staan...

De vierde dag kreeg Pirijns vlak bij de Oderbrug een schot door de heup en kon Leon hem naar de andere oever slepen tot bij een verbandplaats, waar hijzelf uitgeput in slaap viel. Over de rest van zijn veldtocht in West-Pommeren kon hij met de beste wil niets voortvertellen . Hij herinnerde zich wél dat hij weer bij zinnen kwam in het opvangcentrum van de Langemarck in Stöven, een 20 kilometer achter de Oder, en er blij was toen Oschaf Penjaert hem op z'n brits kwam bezoeken. Maar véél zinnigs wist die ook niet te zeggen, tenzij wel vier keer te herhalen dat van zijn oorspronkelijke getalsterkte van 30 man er nog 11 over waren...

Vier keer! Leon wilde op den duur gaan gillen, maar Penjaert draaide zich juist op tijd abrupt om en stapte stijf weg.

" Zo zot als maatje! " dacht hij verbijsterd, of zoals ze bij de "Wallonie" zouden zeggen:

" Complètement maboule! "


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
15-09-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
Archief per week
  • 18/11-24/11 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 27/11-03/12 2017
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !
    Inhoud blog
  • Deel 400
  • Deel 399
  • Deel 398
  • Deel 397
  • Deel 396

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!