" De Afrekening"
Een West-Vlaamse oorlogsthriller in afleveringen
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
17-12-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 171
Klik op de afbeelding om de link te volgen

FAMILIALE CHANTAGE.

Tableau inderdaad !

't Was of ze een brutale vuistslag in het gezicht kreeg !. Bij deze frontale aanval moest ze eerst even naar adem happen van de schrik, maar barstte dan los: " Die vuile rotzak! Heeft hij u dat verteld ,van Oostende?...En wat dan nog ? Dat ik met mijn gat bloot door de gang van 't hotel liep misschien, en alle venten lastig viel ? Die smerige kinderverkrachter! Heeft hem dàt ook verteld ? Dat hem daar een stomme trut van nog geen achttien jaar heeft vermassacreerd ? Ze zag er schoon uit, toen ze buiten gingen: miljaarde, ik beklaag dat kind, na al wat die smeerlap met haar had aangevangen! ..."

" Marie, "onderbrak Broer René rustig haar driftbui: " Marie, luistert! ...Dat interesseert mij allemaal niet! Wàt gij daar deed, of wat hij met dat mokkel heeft aangevangen, daar veeg ik vierkant m'n kloten aan. Maar mij doet het zeer dat gij daar geweest zijt met 'nen Duits. 'Nen Duits, verstaat ge mij: dat is niet goed...En dat de Gerard dat schandalig vindt, kan ik begrijpen, ook al is het dan vooral uit jaloezie, omdat hij indertijd bij u op een 'bek-de-gaas' is gelopen...Maar de schip­per heeft het hoog in zijn toren en met zo'n jaloerse zot kunt ge beter goed uit uw ogen zien..."

" Oei-oei-oei," hoonde ze, " straks kak ik nog in m'n broek van de schrik! "

René negeerde haar geforceerde spot: " Luistert eens hier, ge zoudt véél goed kunnen maken, als ge iets deed voor dien Engelsman ..."

" Wat zegt ge ?" vloog ze uit, " goed maken ?! Maar ik heb niemendal goed te maken, ventje! Ik doe niemand kwaad! En als ge met zo'n argumenten afkomt, stamp ik u buiten, goed verstaan ?! Ik heb uw vergiffenis voor m'n zonden niet nodig, als ge dàt maar weet! Iets goed te maken, waar halen ze het uit ", sneerde ze," de Grote Meneren...met hun schijnheilige zedepreken! "

Even liet hij haar kalmeren.

" Marie, ge verstaat mij verkeerd...Wie spreekt er nu van vergiffenis voor uw zonden ?...Maar ik zit in de mise­rie met dien Engelsman en gij zijt de enige die mij kan helpen! Hier zit die vent veilig en als ge ietwat voorzichtig zijt, riskeert ge niks...En wat is nu een weekje als ge daarmee zijn leven redt?..En misschien het mijne..."

" En wat moet ik tegen m'n kinders zeggen ? Joseph staat zo zot als een achterdeur, met zijn zwarte uniform. Hij denkt dat hij helemaal alleen de wereld gaat redden! En met die smerige bombardementen van de R.A.F. op Oostende kan hem geen Engelsman meer rieken of zien! ..."

" Laat mij maar doen...", suste René, " naar mij zal hem wel luisteren...En voor de Leon moet ge geen schrik hebben: die vertrouwt mij met zijn ogen toe..."                 

Ze kibbelden nog een kwartier en tenslotte ging Marie lijdzaam door de knieën: ze kon haar broer niets weigeren en daar maakte hij nu misbruik van, vond ze. Maar, allee, akkoord voor een week, maximum tien dagen...en dan nog op voorwaarde dat René erin slaagde Joseph om te praten...                        

" Dan zal het voor morgenvroeg zijn, rond zeven-en-half, laat ons zeggen...Vroéger gààt niet, want dan riskeren we nog van op een nachtpatrouille te botsen..."

" Ja-ja, maar onthoud het goed: ik doe het om u te helpen uit dat wespennest te geraken, waar ge met uw stomme kop zijt ingelo­pen...En niet omdat ik zogenaamd in de schuld zou staan bij die valsaard van een schipper, au contraire ! Daarbij, als er één van ons schrik moet hebben, is hij het ! Zeg hem dat maar met mijn complimenten ! Hij zal het wel verstaan ! "

René bleef eten en praatte nadien een hele tijd met de jon­gens, buiten in de schemer van de tuin. Uiteindelijk zag Marie ze naar de overkant verdwijnen, in de oude 'abri' achter haar barak. En het werd al goed donker, toen Leon opgewekt de oude kapokmatras van zijn moeder en een versleten deken uit de kelder haalde.                          

" Joseph is helegans akkoord..." was al wat hij zei, vooraleer hij met zijn vrachtje vlug naar de overkant van de straat spurtte.                                       

Marie liet een zucht van opluchting toen haar broer er, een kwartier voor Sperrstunde, op zijn fiets vandoor ging en gedrieën prakke­zeerden ze nog tot een stuk in de nacht over de bange dagen die hen te wachten stonden .   Van slapen kwam er weinig in huis en Marie hoorde de jon­gens nog lang nabomen op de kamer naast haar...

Om zes uur was iedereen weer óp en het ontbijt liep in 't honderd door het rusteloze wachten op hun tommy.   Kwart na zeven, twintig na...de minuten schenen einde­loos lang...Half acht: niets! ...Twintig voor..."Verdomme ,kan die René nu nooit eens op tijd komen?!

" Als 'm maar niet nog op een patrouille gevallen is ! " Marie zat ziek van de zenuwen bij het aanrecht te dubben, maar de jongens zouden in hun roekeloze overmoed bij het tuinhek op uitkijk zijn gaan staan, als zij hen niet naar binnen had gesnauwd.

Eindelijk zag ze in een waas hoe René en nog een vent hun fiets treiterig kalm tegen de achtergevel zetten en zonder kloppen binnenstapten. Ze dacht dat ze van haar stokje ging draaien, maar vermande zich onmiddellijk om het tweetal uiter­lijk kalm toe te knikken: door haar verkrampte kaken kon ze geen zinnig woord over de lippen krijgen.                            

Wat een ontnuchtering ! Wat een flop ! De Petrés hadden in hun dolle fantasie een knappe Hollywood-officier verwacht en nu stond daar opeens in hun keuken een eersteklas proleet in vuile werkmanskleren die wat beaat glimlachend " Hello ! " zei tegen Marie en nog niet eens een hand gaf.  

Ze duwde zenuwachtig beide bezoekers in de salon, waar­van de luiken en gordijnen nog dicht waren, liet Joseph mee binnen, maar stuurde haar tegenstribbelende Leon terug de voortuin in om op uitkijk te blijven staan.                

" Voilà, " zei René kalm, " dat is hem, uw logeergast. Hij heet Braai-Jan Bolton en uwen naam moet hem niet kennen."  En zich tot de slecht geschoren schooier richtend: " Ties ies Modder, O.K.? Only "Modder", joe goed verstaan ?!"                    

Mensen toch, niet te geloven! Is deze vuile vent in dat vettige jasje een officier van de R.A.F. ?! De "Roojel Eer Fors" ,lijk ze zeggen ? Als ge dàt verge­lijkt met een blitse luitenant van de Luftwaffe, zoals er van tijd wel eens één in 'Ons Rustoord' verloren liep! Niet te ver­wonderen dat die schurftige Engelsmans overal ter wereld zo duchtig op hun kop kregen!                   

De pro­leet lachte vriendelijk: " How do you do! "          " Wat zegt hem ?", vroeg Marie verschrikt.                     

" Dat is bonjour in 't Engels! ",wist Joseph van op  school, " En ge moet antwoorden met "gauwdoejoedoe"..."              

" Ties ies 'Son',O.K.?", stelde René hem voor, " en hie spiek goed En­gliesch! "

" Hello, Son! "

" Gauwdoejoedoe, Mister Bolton! " Hij had heimelijk zijn cursus nog even doorgenomen, vanmorgen...

" En de lietel wan, daar in den hof, ies 'Sonny', O.K. ?" Hij wees voor alle duidelijkheid naar achteren: " O.K.? Joe goed verstaan: 'Sonny'! "

" My little brozzer ist in der Garten.",vertaalde Joseph poly­glot. " In the garden! ", verbeterde hij met een rode kop, zijn best doend de 'the' als 'su' te slissen. Marie fleurde fier wat op: haar oudste kon nu einde­lijk eens tonen wat hij waard was...

" Joseph, gij hebt Engels geleerd op school, dus gaat gij het verder moeten uitleggen, hé! Die gast hier verdwijnt straks voor de rest van zijn wachttijd achter het konijnenkot en hij moet weten dat hem enkel 's nachts een luchtje mag gaan schep­pen aan 't deurgat van den abri, maar niet verder. Geen kwestie dat hem de straat naar hier oversteekt, of zo: hij moet zich een week koest houden in zijn kot en geen mens van de geburen mag iets speciaals gewaar worden...Want moest het uitlekken en den Duits pakt ons, dan zetten z'ons allemaal tegen de muur, zonder pardon...Dus voor uw eigen gemak: geen fantasietjes, hé ! Bakkes  toe ! En ge moogt hem zeggen dat, moest hij ons met zotte streken in gevaar brengen, ik hem persoonlijk de stroot over­snij, zonder complimenten ! Finito ! Schluss ! Basta ! ..."

En hij wendde zich naar de piloot, die zijn ernstige waarschuwing aandachtig had gevolgd, maar blijkbaar alle subtiliteiten van de taal niet volledig snapte. René verduide­lijkte daarom: " Joe goed verstand, hé: joe doet not just wat wie commanderen, en aai doe joe... pang-pang ! Verstand ?" En tot overmaat van duide­lijkheid keek hij hem met woeste ogen aan, drukte een gestrekte wijsvinger op de getuite lippen en maakte een flitsende halve boog met de hand over de hals: " Okee ? Goed ver­stand ? ...Heu ,versteen ?"

" Oh, sure, I understand ! ",lachte de Engelsman stijfjes, " I'll be a good boy, don't you worry ! "

" Okee: goed boy ! ", beaamde René ernstig en dan met een tevre­den snuit: " Engels is toch iets gemakkelijk, hé ! Lijk wij malkander al licht verstaan..."            

" Heeft hem al gegeten ?", informeerde Marie bezorgd: " Veel heb ik niet, maar allee..."

" Spek en eieren bij de boer: daar zal hem wel een tijdje mee toekomen, zeker ?!"

" Vandaag kan hem op Leons kamer blij­ven...Tegen den donke­ren brengen we hem dan wel naar de over­kant..."                                                                        

Zohaast René samen met Leon, gevolgd door Marie, naar hun werk waren vertrokken sloeg Joseph verwoed in zijn taalcursus "Boys' Own Book" aan 't studeren en herhaalde hardop de meest onpraktische Engelse slag­zinnen:               

" Beware for the dog! Melany looks forward to her anniversary! Can you please show me the way to the railway­station ? Do-did-done! Sing-sang-sung! 'Zwaar' was 'heavy', moest hij onthouden: het trekt op 'heffen'... Tegen twaalf uur sloop hij de trap op, eens kijken hoe hun gast het stelde en om een paar zinnen uit te testen: " How do you do ? Are you hungry ? How is your wife doing?..." Hij wist niet juist wat hij met dat laatste moest aanvangen, ook al klonk het mooi.

Maar op zijn beleefd kloppen kreeg hij geen antwoord en hij piepte voorzichtig naar binnen...Die vent lag te snurken als een varken! Al goed dat de muren van de abri beter geluid dempten dan de wanden hierboven, anders hoorden ze hem van­nacht tot op de straat!                                              

Hij at dan maar op zijn eentje en oefende de hele namid­dag vlijtig voort, tot Marie tegen zessen bruusk binnenviel.

" Hoe is't met hem ?", vroeg ze zenuwachtig, voor ze de twee kitjes met keukenresten op tafel deponeerde, " Hebt g'er nog mee gesproken ?"

" Hij slaapt 'lijk een os, enfin, vanmiddag toch... Mis­schien dat hij nu wakker is...Ik zal eens voorzichtig gaan zien..."              

Bolton zat in het donker op bed te roken: een zuur-zoete walm van een vreemd tabaksaroma vulde de kamer. Het venster stond open, maar het verduisteringsgordijn was ervoor dicht getrokken. Slimme jongen...

" How are you doing, are you hungry ?",vroeg hij volgens het boekje, maar uit de stortvloed van cockney-Engels begreep hij enkel " faain! "  Da's het "Fijn" van de Hollanders ,of  "okee" ,'lijk wij zeggen...                        

" Yes-yes! ...",zei hij maar, alsof hij er alles van wist en "Ha-ha! "...Maar vóór het te pijnlijk werd kon hij toch zijn slotzin plaatsen: " You eat in an hour, O.K. ?"            

" Faain! ", antwoordde de schim opgewekt en gaf nog een hele uitleg. Maar na een paar ontwijkende "yessen" vluchtte Joseph naar beneden, met het zweet in zijn kemelharen sloffen...            

" Wat wist hem allemaal te vertellen ? Dat was nogal een uitleg, zeg! ", zei Marie vol bewondering voor haar kleine polyglot.

" Dat hem wreed groten honger heeft! "

" Is dat al ?!"

Marie stevende met beide jongens in haar zog de trap op om haar gast het avondeten te brengen.

" Dan kan ik hem eens van wat dichterbij bezien..."

Hij zag er stukken beter uit dan vanmorgen in zijn slonzige boerenplunje: dat vettige jasje hing over de stoel en het b­lauw-gestreept werkmanshemd gaf hem een al wat frisser voorkomen, als je niet op die rosse stoppelbaard lette. Toch een ferme blonde kerel...Een jaar of vijfentwintig, schatte ze: een goed gebruinde lachebek met een zotte bleke snor...Enfin, absoluut niet de gangstersmoel die je volgens de Duitse "Signaal" van een joodse, terroristische 'Bombergangster' moest verwachten...

Het restje van Jupps opgewarmde Vlaamse karbonade ging erin als zoete koek, zonder veel complimenten of nuffige tafelma­nieren, maar hij veegde zijn sausmond toch af aan de keuken­handdoek en niet aan zijn hemds­mouw, zoals de Dis indertijd!                         

Wat hij smakkend vertelde moest drie-vier keer herhaald worden voor Joseph er een vrije vertaling van kon geven. Hij was niet getrouwd: " No wife, it's too dangerous! ",vertaalde Joseph als " Een wijf is veelst te dangereus ! " en deed Marie hevig fronsen...Zijn vader zat op zee bij de koopvaardij (very dange­rous too! ) en zijn moeder woonde in een voorstad van Londen (very, very dangerous!).             

Mil­jaarde, dacht Marie, wat een bende broekschijters zijn dat dààr! Om het voor Joseph wat makkelijker te maken, beperkte Bolton gaandeweg zijn woor­denvloed tot een paar trage bondige volzinnen en simpele omschrijvingen in zijn beste school-En­gels. En als Leon op de gis eens rapper vertaalde dan zijn broer, wees deze zijn opdrin­gerigheid bestraffend af:               

" Als ge 't soms beter weet, moogt gij het gerust in mijn plaats uitleg­gen! "...Was hij hier de student, of was hij het niet ?!... Kom zeg !

" Hey, zijt gij in Engeland geweest soms ? Ik wél hé: niet vergeten! En tegen de Andrew kon ik het verdomme heel goed uitleggen! " ...Den Andrew ,wie is dàt in godsnaam ??

God, ja: die oude zeeloods Andrew die tegen de stalen boeg van de 'Yukon Gold' aan spijs werd geschoten...Nog geen jaar geleden en al helemaal vergeten.

 Na valavond bracht hij samen met Leon de piloot omzich­tig naar de overkant, beladen met een 'cabasse' mondvoorraad en een literfles fluitjesbier Vanden Heuvel, een emmer water en wasgerief, een olielamp en een pak oude gazetten. "For schitten " verduidelijkte Leon fier ,en immiteerde lachend een mondscheet.                

In de kelder van 'den abri' schoven ze met verenigde krach­ten de batterij konijnkoten van de betonnen muur weg, zodat ze door een vrijgekomen lage deur­opening in het achterliggende blinde kamertje konden kruipen. Leon stak de stormlantaarn aan en de grauwe sinistere ruimte lichtte op in een warm gele glans. De matras en de deken lagen reeds sinds gisteren opge­rold in de hoek op het rulle zand. Met de spade beduidde Joseph lachend dat hun gast in de andere hoek een soort rudimentaire veldlatrine moest graven om zijn behoef­te te doen en wees overbodig op zijn achterwerk: " Kaka, okee ? A la guerre, comme à la guerre, hé vader! "

In het plafond van het hok zat een verluchtingsgat naar de bovenlig­gende verdieping en gisteren hadden de jongens de achterwand van twee naast-elkaar-liggende konijnhokken losgemaakt. Als je deze wegnam, kreeg je over de konij­nen heen een lichte tocht als 'luchtverversing'... Fris rook het er natuurlijk niet met al die mest, maar anderzijds had je wat gezelschap aan de beesten...Bolton vond het er in elk geval prima naar zijn zin.             

" Tomorrow night, tien houwers, we come hier with new water and warm eat, O.K. ?"

Ze wensten elkaar goede nacht en Leon zei eveneens vlot "goed naait! ", fier erbij te horen...

Marie had ondertussen Leons kamer verlucht en opgeruimd en al deze vreemde sigarettepeu­ken in de stoof verbrand, zodat er geen spoor meer overbleef van die gevaar­lijke gast...Toch was ze er al wat geruster in en toen de jongens haar vertel­den dat hij het daar aan de overkant prima in orde vond, liet ze een zucht van opluch­ting. Nu enkel maar hopen dat de buren niets gemerkt hadden van hun duister heen en weer geloop naar de abri, dan liep alles misschien nog goed af. Jetje ,haar naaste gebuur ,ging gewoonlijk wel vroeg slapen, maar toch...                                   

Die verdomde René ook, met al z'n gevaarlijke fantasietjes! ...Nog zes dagen...Een ééuwigheid ! Ze mocht er niet aan denken...Want op zes dagen kon van àlles gebeuren!

En vooral weinig goeds! ..


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
17-12-2012, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
18-12-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 172
Klik op de afbeelding om de link te volgen

B25BIS  VRIJWILLIGE EN AFGEDWONGEN COLLABORATIE.                                       

 

Tijdens de eerste twaalf maanden van de bezetting had zowat iedereen zich bij de Duitse eindoverwinning neergelegd. Dat de fascistische groeperingen, reeds lang vóór de veldtocht van mei '40, voor Duitsland ageerden is ruimschoots bekend. Dat echter ook de communisten dit deden, wenst men nu liefst te vergeten.                 

Vooral in Frankrijk trachtten de communisten na 'München' de nationale weerbaarheid te verzwakken door de wapenfabrieken lam te leggen, wat de regering verplichtte in september '39 alle communistische partijorganisaties buiten de wet te stellen. Dit leidde dan weer tot nog meer sabotagedaden, die menig Frans militair tijdens de veldtocht van mei-juni '40 het leven kostte. Deze anti-vaderlandse pacifistische houding van extreem-links mondde, tengevolge van het Duits-Russisch vriendschapsverdrag, paradoxaal uit in een pro-nazi gezindheid, waardoor veel linkse partijleden uiteindelijk in het fascistische kamp belandden.       

In alle bezette gebieden konden de Duitsers van bij de aanvang rekenen op allerlei vormen van medewerking vanwege de plaatselijke bevolking. Het gros paste zich gelaten aan bij de nieuwe levensomstandigheden in de hoop er het beste van te maken, maar heel wat politieke tafelspringers mikten hóger. Een historische mijlpaal van deze gemoedsgesteldheid was bijvoorbeeld 19 november '40. Op deze dag kwamen onze premier Pierlot en de minister van buitenlandse zaken Spaak, na lange omzwervingen door Frankrijk, ontmoedigd in Londen aan. Ze hadden maandenlang vergeefs getracht het met Leopold op een politiek akkoord te gooien om naar België terug te kunnen keren en zich hier "ter Zijner beschikking te stellen". Toen dit mislukte keerden ze het roer om en klopten nu bij Churchill aan om erkend te worden als de wettige regering in ballingschap. Maar deze wenste daar aanvankelijk slechts op in te gaan indien zij Belgisch Kongo ter beschikking stelden van de Britse kroon. Dit konden onze ministers enkel toezeggen mits de goedkeuring van koning Leopold. Maar deze liet langs een omweg via het Vaticaan weten dat hij "als krijgsgevangene" geen politieke daad kon stellen... Dit had onze vorst evenwel niet belet op deze zelfde historische 19 november bij Hitler in Berchtesgaden te gaan pleiten voor een gunstiger behandeling van zijn koninkrijk na de Duitse eindzege en daarbij kwam de toekomst van Kongo eveneens ter sprake...De Führer stuurde hem echter met een kluitje in het riet...Hij had  ons pretentieus koninkje niet nodig om na de eindoverwinning beslag te leggen op alle kolonies van de geallieerden !                     

Aangezien Leopold en zijn ministers officieel monddood waren, werden wij bestuurd door een raad van de ministeriële secretarissen-generaal en het oude nationaal bestuursapparaat, burgemeesters incluis. De open plaatsen van de politieke  mandatarissen die in mei '40 gevlucht waren - ongeveer éénderde van het effectief -, werden merendeels bezet door pro-Duitse kandidaten. Heel dit apparaat werkte onder voogdij van een zeer beperkte groep Duitse militairen in de Ortskommandanturen onder bevel van de "Militärverwaltung für Belgien und Nordfrankreich", zetelend in Brussel.

Bij deze Militärverwaltung trachtten politiekers van diverse pluimage de Duitsers voor hun karretje te spannen om beter zicht op de toekomst te krijgen. Het VNV verdedigde daarbij de Dietse utopie, Rex de Boergondische staatsvorming, terwijl DEVLAG en de Algemene SS-Vlaanderen vlakaf een aanhechting bij het Derde Rijk propageerden. Deze heren waren tot elke concessie bereid om in het ontstane machtsvacuum een kruimeltje mee te pikken...Maar hoe ver ze ook gingen - en soms zelfs met goede bedoelingen - nooit hebben ze daarmee Hitlers plannen tot uitbuiting en verknechting van hun land kunnen afzwakken of ombuigen. Als ze al eens een toegeving konden lospeuteren - zoals het vervroegd vrijlaten van krijgsgevangenen - leverden ze anderzijds hun eigen volk nog meer over aan de machtswellust van de vijand. Ze werden, ondanks hun ijdele eigenwaan, nooit meer dan de opgeblazen hansworsten van het miezerig marionetten-theater waarin enkel de bezetter aan de touwtjes trok.                                 

Anders dan in (onbezet! )Zuid-Frankrijk - waar het wettelijke regime van Pétain, in haar bereidheid om met de Duitsers samen te werken op diens wensen zelfs vooruitliep - werd de "regering" van België door de omstandigheden eerder gedwongen tot collaboratie met de vijand:  dit was de enige mogelijkheid om ons zwaargetroffen volk na de ravage van mei '40 tegen een nog groter onheil te beschermen...       

De meest geestdriftige medewerking kreeg de Duitse overheid zoals gezegd uit de Vlaams-Nationalistische en Rexistische hoek. Maar ook heel wat ex-politiekers van katholieke, liberale en zelfs socialistische strekking wilden best hun nestje bouwen in de "Nieuwe Orde": een mens moest tenslotte léven nu het "Belgique de Papa" definitief ter ziele was gegaan. Voor deze mentaliteit trok o.a. Hendrik De Man de kop: als voorzitter van de Belgische Werklieden Partij ontbond hij op 28 juni '40 eigenmachtig de socialistische groeperingen en haalde weer zijn oud "Plan van de Arbeid" boven. Daarin pleitte hij voor het hervormen van onze sociale structuren op corporatistische leest, maar nu wel naar Duits model.       

Niet enkel het politiek personeel ontdekte na een paar maanden in eigen boezem plots hun levenslang verdoken liefde voor de Vlaamse zaak, maar ook ambtenaren verrasten menig collega met het goede reversspeldje, zohaast een bevordering in het verschiet lag.       

Eveneens op cultureel vlak verdrongen plotseling de vreemdste truiartiesten zich voor het voetlicht om hun "volksgebonden" en oer-germaanse zieleroerselen uit te schreeuwen, hopend op een goede recensie in "Volk en Staat". Of beter nog: een felbegeerde uitwisseling, inclusief snoepreisje met de "Vlaamsche Kultuurraad" naar Berlijn...       

De zakenwereld was minder huichelachtig bij het vruchtbaar samenwerken met de bezetter, al werd na de bevrijding in '44 steevast met het argument geschermd dat het ofwel dàt was, óf sluiting van het bedrijf. Met een algemene stilstand van het economisch leven was immers niemand gediend, de zakenlui nog het allerminst. En moest de bevolking niet gevoed, gekleed en van arbeid voorzien worden ? Met de zegen van onze vorst werd zelfs een officieuze commissie opgericht onder leiding van de heer Galopin, gouverneur van de Société Générale, om met bankkredieten de hervatting van de productie in 'goede' banen te leiden...Maar ook zonder deze rugdekking liepen onze vlugge zakenjongens de Duitse instanties plat om in godsnaam maar te kunnen produceren (lees: leveren aan de bezetter), wat het ook mocht zijn.

De Luikse wapenindustrie draaide weer op volle toeren en de chemische (ook kruit-) fabrieken wilden zeker niet achterblijven. De Vlaamse textielnijverheid maakte driftig Duitse uniformen en waar de grondstoffen wol en katoen ontbraken, werd zwaar geïnvesteerd in het fabriceren van kunstvezels (FABELTA). Weer elders liepen vlot de locomotieven, of vliegtuigmotoren en bijhorigheden van de band, tot grote voorspoed van onze werkgevers, die er fortuinen aan verdienden. De tycoons van ons bedrijfsleven vonden alles goed, zolang hun fabrieken maar bleven draaien. Dat 80 % van hun productie door Duitsland werd opgekocht en betaald met z.g."apengeld" van de Belgische Emissie-bank - t.t.z. 63 miljard frank trekkingsrechten in ongedekte Reichsmarken - zou hen een zorg zijn. Ook al kwam dat erop neer dat de belastingsbetaler opdraaide voor de financiering van hun zakencijfer en zodoende tweemaal werd gepluimd. De massale Duitse "aankopen" op onze zwarte markt veroorzaakte daarenboven een devaluatie van de frank met 45 % en dreef in vier jaar tijd de kleinhandelsprijzen op tot het zevenvoudige, met schaarste en verarming van de eigen bevolking voor gevolg...In hun geldhonger trachtte het patronaat, wegens de afschaffing van de syndicaten, ook het minimum loon eventjes met 20 % te verlagen, maar daar stak de bezetter een stokje voor. Deze wilde vooral rotzooi met de werknemers vermijden. En wat met het arbeidersproletariaat, waarvan later zo graag het fabeltje van de passieve (en zelfs actieve...) weerstand tegen de bezetter de wereld werd ingestuurd ? Onze klassebewuste mijnwerkers produceerden in 1941 zonder zichtbare tegenzin méér kolen dan in '39, maar nu voor 80% ten gunste van het Dritte Reich. En onze anders zo staaklustige spoorweglui vervoerden zonder morren alles wat de Duitsers hier plunderden (o.a. fabelachtige kunstschatten) vlot over de Rijn. Samen met de opgepakte joden...            

Lang voor de invoering van de gehate verplichte tewerkstelling in Duitsland (6/10/42) waren er al een dikke 320.000 Belgische arbeiders vrijwillig naar daar getrokken om er de oorlogsindustrie draaiend te houden, terwijl er meer dan 80.000 bij de "Organisatie Todt" hielpen bij de bouw van de Atlantikwal en de militaire vliegvelden, gericht tegen onze geallieerden. Vanzelfsprekend "voor den brode", want in '40 was er hier veel werkloosheid, praktisch geen sociaal vangnet en weinig eten. Want buiten de strenge rantsoenering waren kleren, kolen, vlees en vetstoffen enkel op de zwarte markt te koop tegen het tienvoudige van de vooroorlogse prijs. Maar zij die in Duitsland gingen 'arbeiten' kregen er wél goed te eten, een hoger loon en werkten er in sociaal-hygiënische omstandigheden waarvan hun afgeschafte syndicaten in België hoogstens hadden kunnen dromen. Tijdens hun jaarlijks verlof werden zij dan ook de beste propagandisten voor het nationaal-socialistische arbeidssysteem...Vooral omdat ook de communisten, op aanstoken van Moskou, tot aan de dag van de Duitse inval in Rusland (juni '41), aanhoudend de Berlijnse loftrompet bliezen.                                                         

Verder mag men gerust stellen dat al de arbeiders van bezet Europa, die - in Duitsland of daarbuiten - niet rechtstrééks voor de oorlogsmachine van de nazi's werkten, dit toch op één of andere manier zijdelings deden. Want de bezetter gaf enkel grondstoffen en een productietoelating aan dié bedrijven die hem van nut waren.          

Dit alles bewijst wel dat het later zo verfoeide monster van de collaboratie heel veel verborgen aspecten had en dat niet enkel "een paar louche individuen fout zaten". Het gros van de bevolking, dat na de oorlog uitbundig met de kroon van onbevlekt patriottisme pronkte, had daarbij gerust wat meer bescheidenheid mogen betrachten...                                               


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
18-12-2012, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
19-12-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 173
Klik op de afbeelding om de link te volgen

B26    HET UUR VAN DE WAARHEID.                                                    

  

                              Begin april '41                                    

Marie ging op de eerste morgen nà de aankomst van die tommy met lood in de schoenen naar haar werk. Héél de nacht had ze liggen piekeren over al de stommiteiten waarmee zo'n vent zich uit slordigheid of overmoed kon verraden. Vooral als hij geen flauw benul had hoe hij zich als opgejaagd wild in bezet gebied moet verduiken en hoe scherpzinnig en wantrouwig de Duitse speurders wel waren. Die speciale reuk van zijn sigaretten, om maar iéts te zeggen! Al werd deze - zolang hij enkel binnen in de abri rookte - wel door de konijnenmest geneutraliseerd. Maar 's avonds zou hij zéker aan de ingang een luchtje gaan scheppen: begrijpelijk na zo'n hele dag in dat donker kot. Doch buiten in het nachtelijk duister zo 'n stinkstok opsteken was écht vrààgen om gesnapt te worden! Als ze hém krijgsgevangen namen hoefde dat voor zo'n jonge avontuurlijke vrijgezel nog geen ramp te betekenen: " Das gehört zum Spiel" zou Jupp zeggen en de Duitsers waren toch geen beesten. Maar voor Marie en haar jongens lag dat wel even ànders! Met de Gestapo en zo...ze mocht er niet aan denken!

In de keuken vroegen de vrouwen bezorgd of er iets scheelde: " Maar mens, ge ziet zo wit als een lijk! "

Ook Jupp keek haar doordringend aan maar zei niets. Zoals ze hem twee weken geleden in het gezicht had geslin­gerd, was er voor hém geen 'nächste Woche' meer ge­weest...En hij had zich daar schijnbaar bij neergelegd want op het werk bleef hij verder pijnlijk correct tegen haar. Als ze nu de slappe Trees ging uithangen zou hij zéker weer beginnen aanpappen en daar had ze hélemaal geen zin in! Dus moest ze maar een weekje op haar tanden bijten tot die tommy het aftrapte: gaandeweg zou de moordende spanning wel verminderen.                                                                                           

 

Dus legde ze deze maan­dagmorgen, na haar gebruikelijke half­maande­lijkse stroop­tocht langs de leveranciers, het 'Kleine dou­ceur­tje' van groenteboer Lambrechts midden op zijn bureelta­fel, zonder boe of bah. Nadien zag ze door het tussenraam van zijn kan­toortje, van waaruit hij de gang van zaken in de keuken in het oog kon houden, hoe hij het lucifersdoosje keurend opnam en vervolgens naar haar keek. Maar ze gaf geen krimp...           

Ze contro­leerde ostentatief, in haar functie van ver­trouwenspersoon, vluchtig het werk van haar zogenaamde 'ondergeschikten': Josine en Elza haalden de ogen uit de geschilde aardappelen, Christiane en Monique maakten de groen­ten klaar en Mariette deed de afwas aan de spoeltafel: de dagelijkse routine...Plots kreeg Marie een schok: haar oog viel op de blauw gestriemde polsen van het jonge meisje. Die herinnerden haar onmiddellijk aan de pijnlijke uitlopers van haar laatste 'séance' met Jupp, maar ze hield zich van de onnozele:                                                                    

" Wel kind, wat hebt ge nu weer uitgestoken! "  En ze trok de natte zeepsophand naar zich toe: " Uw braceletjes spannen wat te hard, zeker ?"                                 

" Oh, da's niks, dat heb ik regelmatig: dat is van 't blauwsel in de was!. ..",lachte de kleine en trok haastig haar hand terug, als om iets te verbergen. De uitvlucht lag er te dik op en Marie bleef haar vragend aanstaren.                   

" Allee, niet zeveren, hé! ", porde ze haar zachtjes aan, " wat is er gebeurd ?...Dat is géén blauwsel van de was!. ."       

Mariette keek wat gegeneerd rond, maar de andere vrouwen letten niet op haar en na nog even twijfelen, lachte ze op­nieuw geforceerd: " Ik ben zondag te laat thuis gekomen en Pa heeft me van de riem gegeven..."                      

Jaja, dat zal wel, dacht Marie..." Maar kind, toch niet op uw polsen, hé! Maakt dat een ander wijs!. .."                    

" Toch wel! ",beweerde Mariette koppig, " Hij legt m'n handen met een strop vast aan de plafondbalk in de kelder, voor hij met de kletsen begint..."        

Wat is me dàt voor iets!. ..Maar er moest een grond van waarheid inzitten, want dergelijke zaken zuig je niet opeens uit je duim.                                          

" Maar Mariette, ge zijt bijna twintig! Dan laat ge u toch niet meer afpezen door uw vader, wat zijn dat nu voor manieren!"                                                                              

Het meisje haalde onverschillig de schouders op en glimlachte onnozel: " Oh, ik ben dat van jongsaf zo gewoon, ik voel het al niet meer..."                                                 

" Maar ge moet klacht neerleggen, Mariette, bij de gendarmen! Wat is dàt nu! Ge moogt dat zó niet laten! "           

" Dat ziet ge van hier! Dan slaat hij me dood! ", zei ze verschrikt en staarde strak over haar schouder in de verte. Marie volgde haar blik: Jupp stond hen voor z'n venster nadrukkelijk aan te staren, brutaal bijna...                                        

Marie voelde plots een akelige spanning en om er onderuit te komen fluisterde ze het meisje troostend toe: " Wel, m'n kindje, ge moet zelf zien wat ge doet..."                        

Maar ze nam zich vast voor dat scabreus gedoe wat verder uit te diepen, want over die blauwgestriemde polsen had ze zo haar eigen mening. ..                                       

 

Naarmate de week vorderde en ze van haar opgedrongen logé niet de minste last ondervond, zakte de onrust bij Marie. Zoals René, geraakte zij er eveneens van overtuigd dat de oude verval­len bunker van '14-'18 in de uithoek van hun groenten­tuin inder­daad een veilige schuilplaats was voor hun tommy...        

Half ingebed in de achterliggende duinkam en overwoekerd door braambes­senstruiken kon je het verweerde grijze Blokhaus vanaf de straat nauwelijks nog zien. Op de vloer in de kelder lag bijna een meter stuifzand en, ware het niet voor de batterij konijnenhokken tegen de muur of wat tuingerief in de hoek, niemand zou dààr iets gaan zoeken. Het kamertje àchter de nesten van de beestjes was, voor wie er niets van afwist, hélemààl niet te vinden...                                

De avond van de derde dag was Leon thuisgekomen met vier pakjes 'Michel' die René hem toegestopt had, want hun gast was al een poos door zijn eigen sigaretten heen en begon zenuwachtig te klagen dat het daarbinnen zódanig zuur kon stinken dat zijn ogen ervan traanden en hij er bijna stikte...                                                  

" En dàt is ook van de René", zei Leon, en duwde zijn moeder tien brieven van honderd in de hand: " Voor de kosten."       

" Zeg, van waar haalt die al dat geld ?", vroeg Marie verontwaar­digd: " Toch niet gepikt zeker ?!".                        

" Trekt u dat niet aan: nonkeltje sprak van 'de Hulp­kas',omdat wij niet voor het onderhoud van dien Engelsman moeten opdraaien..."                                                  

" Maar dat is veel te veel! Dat kan dien type toch niet opeten, op één week!. ..Of menen ze hem nog langere tijd op m'n dak te laten ?...Geen kwestie van! Die vlieger gaat niet op, als ze dàt maar goed weten!                                      

" Daar heeft hij niet van gesproken, dus steek dat geld maar op zak: die mannen van de hulpkas hebben centen genoeg! En de rest is bibbergeld, heeft René gezegd..."                      

Joseph had de discussie wat nukkig van op afstand gevolgd: Leon sprak over duizend frank alof het niéts was, terwijl hij - de dienstdoende Pater Familias - geen cént zondag meer kreeg om Nadine op een cinema te trakteren! Zwijgend verdiepte hij zich weer in zijn 'Boys'Own Book': Engels was moei­lijker dan het leek...Hoe meer hij studeerde, hoe zwaarder hij het had met zijn dagelijks praatje, als hij 's avonds het warm eten naar de overkant bracht.                                        

Toen Bolton hem op een keer "my friend" noemde, besloot hij toch even de puntjes op de i te zetten!                 

" You are wrong, Mister, I am your friend not. You come here, and put bombs on woman and child! Last week you make seven deads in Oostende, all woman and child: no soldier of Germany!. ..I can be your friend not: I think you are a gangster, you see..."                                 

" But I didn't drop my bombs, Son! My plane was hit before we reached the target...",verdedigde Bolton zich, " I never killed anybody in Ostend! ", loog hij, want het was al zijn zesde aanval voor hij werd neergehaald." And after all, it's war, you know: we can't help it..."                             

" You see, you say: it is war tussen you and me! So I can be your friend not!. .."                                         

" No Son, damned! We're in war against Germany, not against your people! But the Germans are here, so we're bombing their military installations, you see..."                    

" No, you are bombing Belgian woman and child, and there are much dead, but not one German...You want dead German, you fly bomb to Germany, but not to Oostende! "                                

Na een pijnlijke stilte vroeg Bolton: " Then why are you doing this ? If you are against the British, why are you helping me to get out ?"                                          

Joseph moest eventjes flink nadenken om het juiste woord te vinden: " It is not so simpel...I can not explain very good...You see: for me in Belgium, the war is finito...England and Germany can make war, okee, bud we are not playing with..."          

" You mean: this war is none of your business anymore, what! ",hielp Brian hem kil uit de knoop.                     

" Yes, dat is't: none business...But then you fall with your Flugzeug, and the man that bring you here, and brings you to England in a week, he is my uncle!. ..You verstand ?...Family! And he knows this here is a good place to wait, vóór you go back...My mother is his sister, and he ask her: help me, help me! I must put away an Englishe parachutist....So she say: " You are family: O.K., I help you! Englishman can be here one week!. .. You verstand ? Only for family, but not for friendship... I am friend with Germany, not with England, but you are a friend of my uncle. And I hopen, that the day when you are back in England, you say: " I never make Belgian woman and child dead in Oostende..."                                                                  

Bolton was hem tijdens deze tirade verwonderd blijven aanstaren maar haalde toen wat ongelukkig de schouders op: "I wish I could, Son, bud we don't do that for fun, you know..."        

Joseph kroop recht en besloot koppig: " Yes, I hope very stark you will say that...No dead Belgian again!. .. Very stark! "...Maar vóór hij zich onder de braamstruiken bij het deurgat doorbukte, fluisterde hij toch nog even verzoenend:  

" Good night, Braai-Jan..."                                          

" Good night, Son..."                                               

 

De volgende avond vermeden ze dat gevoelige onderwerp en spraken ze in hoofdzaak over elkaars levensomstandigheden, hier en aan de overkant.                           

Eten scheen daar geen groot probleem te zijn voor de gewone man, al meende Joseph te weten dat de Engelse keuken ook vóór de oorlog reeds weinig om het lijf had: veel slechter kon het dus toch niet worden...                                     

De bombardementen van de Luftwaffe op Londen maakte nog wel veel slachtoffers onder de burgerbevolking, maar waren lange zo moordend niet meer als tijdens de Blitz van vorig jaar. Bolton vreesde vooral voor zijn vader op zee, nu de U-boten er zo zwaar tegenaan gingen...Och, de oorlog zou nog wel een tijdje duren, daarover waren ze het eens, al stonden hun verwachtin­gen over de afloop diametraal tegenover elkaar: Brian hoopte vast op een tussenkomst van Amerika, Joseph op de Duitse hegemonie over het vasteland. Engeland moest zich maar met zijn imperium en zijn koloniën tevreden stellen en zich verder met Europa niet meer bemoeien...                              

Terwijl ze zo gezapig de wereld onder elkaar verdeelden, rookten ze de vredespijp, al vond Bolton de gekregen 'Michels' af­grijselijk! In afwachting van zijn geliefde 'Camels' was die Belgische rotzooi natuurlijk altijd beter dan niéts, maar tóch...Leon had in Nieuwpoort wél nog op de zwarte markt achter die 'Players' gezocht die tijdens de mobilisatie in grote blinkende blikken waren aangespoeld, maar die bleken intussen in rook opgegaan...Och, een tijdje iets minder paffen kon nooit kwaad, vond hij...Alhoewel, als tegengif voor de chemische stank daarbinnen schenen de 'Michels'  wel te werken. Hoe dan ook, het werd eveneens voor de béésten hoogtijd om de konijnenkoten eens te ontmesten. Misschien kon Braai-Jan vooraf het vuile werk doen, hé: kwestie van hem wat bezig te houden!                                               

 

Zondag, na het middageten, verdwenen de jongens naar de voetbal - Joseph in groot uniform - en kon Marie ongestoord haar plan ten uitvoer brengen. Ze zat er al een paar dagen op te broeden: nu moest ze er eindelijk het fijne van weten!            

Die blauwe plekken op de polsen van Mariette spookten al heel de week door haar kop en zo onopvallend mogelijk had ze het reilen en zeilen onder het keukenpersoneel in 't oog gehouden. Maar het jonge meisje scheen het zogenaamde pak ransel van haar vader al lang vergeten en ze werd met de dag opgewekter.       

Van Jupp had Marie geen last: deze liet zich enkel zien om af en toe het tempo op te drijven - "Schnell, schnell! " - maar papte voor de rest met niemand aan. Marie begon reeds te twijfelen of ze het wel bij het rechte eind had met haar vermoeden. Maar een vreemde jaloersheid vrat rond haar hart. Daarom: ze moest en zou zekerheid hebben.                                     

Dus ging ze na de afwas een pint pakken in de 'Lekkerbek' en nam het tafeltje bij het raam. Na de bominslag achter het café, in mei vorig jaar, werden de grote versplinterde spiegelruiten vervangen door vakwerk-vensters Franse stijl. Door de gekruiste plakband en de blauwe verduisteringsverf was ze vanaf de straat praktisch niet te zien. Er zaten nog twee andere klanten - een koppel van haar leeftijd - maar ze kon ze niet thuis brengen: van Middelkerke of Nieuwpoort misschien.  Aan hun gefluister te horen, dat met moeite tot Marie door­drong, hadden die twee in hun duistere dode hoek naast de toonbank enkel belangstelling voor elkaar...                         

Aangezien Marie niet de minste moeite deed om de con­ver­satie van de patron in leven te houden, verdween deze al vlug sloom naar de achterkeuken.                                 

Tien na één. De tram naar Oostende kwam pas tegen twin­tig nà, maar de reizigers uit het dorp wandelden al op hun gemak voorbij naar de halte: Pa en Ma Lemot van de viswinkel met hun twee dochters...nog een groepje jonge gasten en tenslotte een vijftal soldaten...Zou ze dan tóch mis zijn ?          

Maar neen, zoals Marie al vreesde: voilà Mariette! Opgetut op haar zondags, compleet met hoedje en handtas...en sjieke zijden kousen, amberkleurig, met rechte naad. Ze trippelde zelfzeker voorbij op haar hoge kurkzolen: juist dezelfde als die welke Jupp hààr cadeau had willen geven...Maar die lange rode riempjes dubbel rond de enkels gestrikt had ze toen wat té opzichtig gevonden...Stom natuurlijk.                        

" En dan deze zijden kousen! ",dacht Marie met een krop in de keel, "...Ach kom, ik weet genoeg! "                           

Als om de laatste twijfels bij haar weg te nemen, stapte ook Herr Deutinger voorbij, vijftig meter achter zijn slacht­of­fer aan, zo van-God-geen-erg...Die vuile schijnheilige bok!        

" Ik wist het! ", dacht ze bitter, " Ziet ge wel, dat ik gelijk heb! "...                                                     

Haar Rodenbach smaakte naar asse en ze liet het glas halfvol staan.                                                  

 

Joseph merkte hoe Brian in de schemer van de bunkerdeur terugdeinsde.                                                 

Hij had met opzet zijn uniform aangehouden om hun logé het avondeten te brengen, want hij wilde eens zien welke indruk dat zou maken. Nou, over het succes mocht hij niet klagen!                                                                           

" Goddamned, Son, you scared me to death! What sort of outfit is this ?! I thought it was the cops, or a Black Guard or something like that, whatever creepy constables you're bree­ding here around...What is this ? Carnival or Halloween ?"                    

Joseph monkelde tevreden: hij zag er dus werkelijk indrukwekkend uit en Brian had bijna in zijn broek gekakt van schrik! Verdomme, wat een held, zeg!                                 

Het duurde even voor Bolton weer tot rust kwam en hij hem uit kon leggen dat hier alle politieke formaties vóór de oorlog hun eigen geuniformeerde knokploegen hadden, maar dat zijn Zwarte Brigade de enige was die de Duitsers nog gedoog­den. Alle andere waren opgedoekt: opgeruimd staat netjes!            

" Omdat jullie de vriend zijn van de nazi's ?"Ja natuurlijk, nogal wiedes! Die paar halve garen, die openlijk tégen de Duitsers zijn, zullen het niet in hun kop halen in uniform rond te paraderen, of wat dacht je!  Neen, dat was nogal duidelijk, moest de tommy toegeven. Maar het kwam bij hem eerder vreemd over, want in Engeland droegen de partijen geen uniform. Buiten die idiote "Right-Fronters" van Mosley dan, waarmee iedereen zich een breuk lachte en die men voor de goede orde nu achter prikkeldraad had opgesloten...          

" A concentrationcamp, like in the war mit the Boeren van onkel Krüger ?"                                                   

" Sort of, I suppose..."                                       

Na een gegeneerde stilte veranderde Brian plots van onderwerp: hij wist niet hoe zijn verdere vlucht zou verlopen en of hij wel ooit veilig terug in Engeland zou geraken: "Only God knows "...Zag Joseph soms geen mogelijkheid om op één of andere manier een kort be-richtje aan Bolton's moeder te laten bezorgen ?...Een paar woordjes maar was al voldoende...Via het Rode Kruis, of zo...Joseph had toch verteld dat hij tijdens de veldtocht de leiding voerde over een hulppost van het Rode Kruis, hé ? Had hij daar geen relaties meer die konden helpen ?                                                                                          

Verdomme, waar die vent nu mee afkwam! Wat moest hij daar in godsnaam zo opeens op antwoorden ? Hij dacht aan Nadine: dat was in dat milieu ver zijn enige relatie, als je dat zo mocht noemen! Maar dan nog: een brief naar de overkant smokkelen! Die vent was niet goed wijs zeker! Om door de Gestapo te worden opgepakt ?                      

Maar Bolton bleef na het eten onophoudelijk doorzagen over zijn moeder, zodat Joseph wel genoodzaakt werd de mogelijkheden wat realistischer te onderzoeken. Ja, Nadine misschien, die kon hij vertrouwen...Al had hij geen flauw benul hoe zij hem verder kon helpen...Via meester Engelborghs en dokter Loenders, misschien, zoals bij hun zoektocht naar madame Birnbaum ? En langs het I.R.C. in Genève, natuurlijk, maar als privépersoon geraakt ge daar zomaar niet binnen...En dan moest hij nog goed uit zijn doppen kijken dat er van deze wereldvreemde tommy geen enkel spoor naar hier terug zou lopen, mocht er iets scheef gaan...                                                  

Maar binnen een week ben je weer thuis, spartelde Joseph nog tegen en zo'n kaartje van het Rode Kruis kon toch makkelijk een maand of twee onderweg blijven!                             

" Home in a week ?...Maybe, or maybe not..." Nu dacht zijn moeder waarschijnlijk dat hij omgekomen was in die crash. " Missed in action", heette dat: M.I.A...Mocht hij binnen een week thuis geraken, des te beter...Maar de vluchtpoging kon voor 't zelfde geld even­goed mislukken! En als hij krijgsgevangen werd genomen, wist zijn moeder misschien pas binnen een jaar dat hij tóch nog levend uit het vliegtuig was geraakt...                 

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)

19-12-2012, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
20-12-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 174
Klik op de afbeelding om de link te volgen
                                                

MESSAGE IN A BOTTLE...

"Maar binnen een week ben je weer thuis!", spartelde Joseph nog tegen ,toen die wereldvreemde tommy vroeg om via het I.R.C. een levensteken naar de overkant te smokkelen. Iemand - was het niet Nadine ? - had hem eens verteld dat zo'n kaartje van het Rode Kruis naar Engeland toch makkelijk een maand of twee onderweg kon blijven!                             

" Home in a week ?..Yae, maybe, or maybe not..." Nu hij met z'n kist niet naar de basis was teruggekeerd ,dacht zijn moeder waarschijnlijk dat hij omgekomen was in die crash. " Missed in action", heette dat: M.I.A...Een emotionele ramp voor dat lieve mensje. Dus mocht hij binnen een week tóch thuis geraken met de hulp van die Belgische vissers, des te beter voor haar gemoedsrust...Maar de vluchtpoging naar de overkant kon voor 't zelfde geld even­goed mislukken! En als hij bij zo'n mislukking krijgsgevangen werd genomen, wist zijn moeder misschien pas binnen een jaar dat hij tóch nog levend uit het vliegtuig was geraakt...Aan een fatale afloop van de geplande overtocht durfde de brokkenpiloot liever niet te denken...               

" I go try...",beloofde Joseph mak, " but I know not it go luck..."              " That's fine: just try, I know you will manage! Look here"...En hij diepte een strookje wit krantenpapier uit zijn borstzak.                                                                                 

Bijgelicht door de olielamp, binnen in het schuilhol, las Joseph moeizaam het geblokletterde berichtje:

TO MRS IRENE BOLTON.

16 CARDIFF RD. WREXHAM

(WALES UNITEDKINGDOM.)                                          

APRIL - 10 - 41 - BELGIUM. DON'T WORRY. EVERYTHING O.K.. HOPE TO SEE YOU SOON. LOVE. BEEBEE.                                                                                        

Hij keek verwonderd op: " What is that: 'BEEBEE'?"          

" My nick-name: Brian Bolton, B.B., you see. She always called me Beebee...You understand ?"                          

Ja hij begreep het: alle moeders zijn schijnbaar hetzelfde...Stomme oorlog toch!                                         

" Listen Son, if you succeed, I swear I will never forget: that's a promise! "                                          

Joseph wist nog niet hoe zeer deze belofte hem in een verre toekomst van nut zou zijn...                               

 

Tegen halftien, juist voor de 'Sperrstunde', ging Marie nog even buurten bij Jetje, naast de deur. Maar hartsvriendin Rachel van Oostende was er ook en ze voelde zich een beetje pottekijker. Daarom hield ze het maar kort, want ze wilde kost wat kost de laatste tram zien binnenrijden! Jetje was maar een voorwendsel geweest om thuis buiten te geraken zonder argwaan te wekken bij de jongens.                                    

Van uit de schaduw van de 'Lekkerbek',die goddank al gesloten was, zag ze na het binnenlopen van de tram twee schimmen gearmd voorbij wandelen naar het dorp toe. Het bleke schijnsel van de opkomende maan had ze zelfs niet nodig: hun geil gegiechel zou ze uit duizenden hebben herkend...                 

Die nacht sliep ze slecht. Ze bleef in gedachten maar sakkeren op die stomme trut van een Mariette, die zich door Jupp liet misbruiken en het blijkbaar nog leuk vond op de koop toe!. ..Ook over René piekerde ze, nu deze wel zeer binnen­kort met Brian over de plas zou trekken en negen kansen op tien de rest van de oorlog in Engeland zou moeten blij­ven...Waanzin, deze oversteek! Wie weet zag ze hem wel ooit terug...                  

 

Bij 'Papa' Engelborghs ving Joseph de volgende dag al fameus bot. Toen hij hem - onder het mom van een bedankje voor de laatste 'vakantiejob' - voorzichtig polste om te helpen "een berichtje via het Rode Kruis naar Engeland te sturen" kreeg hij onmiddellijk zwaar de wind van voren. Eerst knorrig verbaasd, maar al vlug openlijk geërgerd aanhoorde de burgemeester het wazige verhaaltje van vissers die een Engelse piloot uit zee hadden gered en de familie van de man het goede nieuws wilden melden. En aangezien ze gehoord hadden dat zijn bemoeienissen met de Birnbaums zo gunstig verlopen waren, hoopten ze dat de burgemeester misschien...

Joseph moest zich niet langer in bochten wringen. Een kort en bondig 'Neen!', scherp als een schot, maakte een brusk einde aan zijn dromen. En een stroom nijdige verwijten, doorspekt met 'waanzin' en 'landverraad' spoelde zijn laatste kruimel hoop weg ooit nog hulp van Engelborghs te kunnen verwachten!

" Maar ge hebt toch gezegd dat ik altijd op u kon rekenen als op een vader..."

De man keek hem een ogenblik kwaad in de ogen en zei maar één woord: " Buiten! !" 

 

Inderdaad, twee dagen later kwam haar broer René hen in alle vroegte van de tommy bevrijden. Het ging zo vlug, dat Marie niet eens deftig afscheid kon nemen, van geen van beiden. Ze zag hen haastig in de ochtendschemer wegfietsen: Bolton blies haar nog van ver een kusje toe, de zot, maar René keek niet eens om.. Hoe het verder met hen verliep zou ze pas 's avonds van Leon horen... 

<!--[if gte mso 10]>


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
20-12-2012, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
21-12-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 175
Klik op de afbeelding om de link te volgen

B27:   TWEE MANNEN IN EEN KANO.                                                        

                                 

                    NIEUWPOORT, 13 april '41.

Iets na achten, sprong Leon van de kaailad­der aan boord van de 'Astrid'. De schipper schitterde nog door zijn afwezigheid, maar René was al volop aan 't opruimen in de stuur­hut.                                            

" Waar zit onze gast ?",vroeg hij komplotte­rend, om goed te laten merken dat hij een volwaardig lid was van het 'eed­ver­bond' en er niet bijliep voor spek en bonen.              

" Beneden onder het vooronder...Hij vindt dat het nogal stinkt, verdoken achter de netten. Maar als straks de moteur begint te roken, riekt hem dat niet meer! "

De dieselolie die de Duitsers bedeelden was inderdaad van bedenkelijke kwali­teit...               

" En de schipper ?"                                            

" Die is ziek thuis, de lafaard!  De schijterij... Van de schrik, denk ik...Daarbij, 't is de der­tiende vandaag en hij zit met de poepers dat er een ongeluk gaat gebeuren! " Ruw klapte hij de stuurhutdeur dicht.                                    

" Dan zijn wij maar met twee! ",stelde Leon verontwaar­digd vast, " En als gij straks in de roeiboot overstapt en er met Bolton onderuit muist, kan ik de 'Astrid' in m'n eentje terug binnenva­ren! Dat zal me nogal 'ne cirque worden! "...         

René lachte kil met dat luguber aftelrijmpje. " Geen paniek, ventje!  Als het zover is zult ge niet alleen zijn...Misten Titteca zal de schipper vervangen: hij komt straks wel, maar moet eerst aan eigen boord nog 't één en 't ander regelen... Daarbij, de tij zit maar goed tegen tienenhalf, vroeger kunnen we toch niet uitvaren. En tegen die tijd is de patron misschien genezen, of heeft hem opnieuw wat kloten aan z'n lijf gekregen! Miljaarde, getaarde, gevlamde, geketste, tegen de muur gekotste, en wéérgebotste..." Hij haalde diep adem terwijl Leon hem monkelend aankeek en toen wierpen ze in koor een schallende " Podverdomme! !" over het water!

Luchtte dat even op, zeg! Ze schaterden het uit en de paar vissers op de naastliggende boten lachten smakelijk mee.                                       

" Hallo! Du da!! ",klonk het bars boven hen. Verrast blikte Leon omhoog naar de kaai: twee gehelmde Duitsers keken hautain van de blauwe steen op hen neer. Het zicht van de blinkende borstplaat aan de ketting om hun hals deed hem in een oogwenk verstijven: Feldgendarmen!                                           

" Was ist denn los ?! Hast du Bauchschmerzen ?!"  Ze keken getweeën versteend naar de soldaten boven hen, die blijkbaar zeer tevreden waren met de consternatie die ze veroorzaakten.                                                       

" Immer mit der Ruhe, ja! "                                    

" Ja, Chef...",kon René er met moeite gedwee uitkrijgen.                 

" Wann fährst du aus ?"                                        

" In zwei oeren, Chef..."                                      

Leon ging met knikkende knieën op het motorluik zitten. De gendarmen monsterden hen keurend. Na een eeuwigheid vroeg de Gruwel, als een wrekende god uit de hemel: " Wo ist denn der Calcoen Hendricus ?"                         

" Calcoen Hendricus, der ist hier irgendwo am Hafen! "  drong nummer twee aan.          

René haalde als een debiel demonstratief de schouders op: die vent zocht natuurlijk Rik 'de Puist', alias Ricardo, maar dan zou hij hem wel op eigen kracht moeten vinden!         

" Na, hast du die Zunge verloren, Mensch! "                    

" Ich ken gene Calcoen Ricus, Chef...Eerlijk! "            

" Hij wilt zeggen: 'Rik de Puste'," kwam de schipper van de boot naast hem er tussen en toen de Duitser vragend op zijn nieuw slachtoffer neerkeek, wees deze richting zee: " Heels van voren, Chef, zweigoenderd meters! "                               

" Wie sagst du ? Rik de Puszta ?"                              

" De Puste, Chef, Rik de Puste: heels van voren! "           

" Houdt uw bakkes, klootzak! ",siste René.                     

Argwanend stapten de twee grijze pakkemannen verder door..." Gijse klootzak, ze moeten verdomme den Ricardo hebben: die heeft in Spanje gevochten, verstaat ge dat niet! "                             

" Dat die klootzak in Spanje wilde gaan vechten bij de Rooi, moest hij zélf maar weten! Ik weet, au con­traire, dat er gisteren een zekere Calcoen Hendricus met de velo ineens naar 't houtland  (binnenland) is vertrokken, en dat we die niet rap meer gaan weer­zien..."                                                

René keek zijn buurman onderzoe­kend aan: de wereld zat raar inéén, de laatste tijd...                             

" Of had ge soms liever gehad, René, dat die kwiesten­biebels bij u aan boord kwamen koekeloeren ?...", vroeg zijn collega schijnheilig langs de neus weg. René reageerde niet, maar loosde sluiks een diepe zucht...Van geheimhouding schenen zijn makkers bij de Weerstand geen kaas te hebben gevreten, ook al had hij er tijdens de voorbereidingen nog zó op gedrukt...Enfin, met Bolton verdoken in het voorruim was er nu toch geen weg meer terug.                  

Leon zat nog met de daver op zijn lijf, maar toog toch aan het werk. Toen hij z'n trossen uit het ruim wilde halen, zag hij in het duister onder een dekzeil een lange vreemde vorm verdoken liggen.                                

" Wat is dat voor 'n pak, hier beneden ?",riep hij ver­baasd naar zijn oom.       

René kwam naast hem staan en legde vertrouwelijk de arm over zijn schouder: " Dàt, fiston, is mijne maalboot naar den overkant...Wat denkt ge er van ?!"                               

" Zo klein ?! En gaat ge daarmee naar Engeland ?!", riep Leon ontzet uit.                                                     

" Zwijgt, verdomme! Tettejong! Heel de kaai moet het horen, zeker ?...Ja, 't is klein: rond de zes meter lang, een meter breed, dat is niet groot. Maar 't weegt nog geen vijftig kilo! Een kano van latjes en gecaoutchoucteerde bache, ruim voldoende voor twee man plus bagage..." Klepper" staat erop en als hij ons goed naar de overkant brengt, zal het inderdaad een klep­per zijn! ...Maar er is niets anders voorhanden dat beter geschikt is, dus zullen we het wel daarmee moeten riske­ren...En daarbij, de tommy is volledig akkoord en dat is voor mij het voornaam­ste! "                                                     

" Maar 't is verdomme zestig mijl naar dààr! Heel den tijd pedde­len 'lijk een zotte toerist...Dat duurt minstens drie dagen, man! En dan moogt ge nog niks geen tegenwind krijgen! "                       

" Ten eerste is het geen zestig mijl, maar veertig, want we beginnen er pas aan op vijf kilometer buiten De Panne. Daarbij gaat dat spel heel rap met twee roeiers, zodat we er in tien uur kunnen zijn. En ten derde hebben we een zeiltje bij, dat we 's nachts kunnen opzetten als de wind goed zit: van een noordooster tot een zuiderwind, alles is O.K. voor zover we hem niet op kop krijgen uit een westelijke hoek..."                          

Leon keek maar bedenkelijk.                                    

 " En ten vierde",vervolgde René zelfzeker, "moeten we waarschijnlijk niet helemaal tot op de Engelse kust varen, want halverwege zullen die van de Navy ons wel komen oppikken..."                            

" Verdomme, nonkeltje, liever gij dan ik! ...", zuchtte Leon bedrukt. " En waarom hebt gij u feitelijk opgegeven om dat te doen ? Na die affaire bij De Panne had ge toch uw buik vol van dat cowboy-spelen! "                             

" Och man, wat wilt ge: zoiets groeit tussen pot en pint en na de zesde borrel vond iedereen mij de beste keus...Niet dat er veel kandidaten waren, maar er moest iémand gaan: ik heb kind noch kraai en ik wil den oorlog wel eens vanuit de andere kant bezien...Ik voel ten andere dat ik vroeg of laat tóch tegen de kar van zo'n pretentieuze Duitse bulle­bak ga rijden, dus voor het te laat is kan ik het hier beter aftrappen...En aangezien de Gerard akkoord is om z'n Astried­je ervoor in te zetten - wat al een hele heldendaad is in z'n ogen - kon ik deze occasie niet weigeren...Hij heeft nu wel de schijterij gekre­gen van de schrik, maar allee: z'n schip riskeren in zo'n affaire is toch ook geen klein bier..."                              

" Heeft de Gerard u hier ingeluisd ?"                          

" Och, hij heeft niet hard moeten duwen..."       

" Maar dan zou hij er minstens mogen bij zijn, als gij voor hem de castagnetten uit het vuur haalt, in plaats van weg te kruipen achter de pot van 't gemak! "                             

René haalde geringschattend de schouders op, snoof luid­ruchtig zijn neus leeg en spuwde de fluim deskundig in een boog overboord...                                        

" En waar hebben ze deze kano gevonden?"                                       

" Oh, verleden jaar, gepikt uit een villa op den dijk...Dat zit in een paar grote zakken, die we gisterenavond gemak­kelijk aan boord konden smokkelen op de stootkar onder de netten. Twee gasten die er iets van kenden zijn hier vannacht in 't ruim gebleven om heel dat spel te monteren: allemaal span­ten en latjes...om zot te worden, naar 't schijnt! Maar ze hadden hem thuis al twee-drie keer inéén gezet, om te oefenen. Ze hebben toch zwaar gezweet om het vel over het geraamte te trekken, want in 't ruim is er weinig plaats om te maneuvre­ren. Allee, het ziet er toch sterk uit, dus zal het wel marcheren: en binnen een paar uur zullen we het wel weten, hé..."           

Meer moest er niet gezegd worden, want Misten Titteca sprong aan boord. Sinds die affaire met de Hollanders en het vergaan van de 'Josephine' deelde hij zijn eigen 'Charlotte' met nonkel Roger, als een soort boetedoening...                          

" Hoe is 't met de schipper ?"                                 

" Hij zit nog met de poepers...groen van schrik!"                             

" Dus dan is het aan ons gedrieën ?"                            

Titteca knikte zwijgend.                                       

Een half uurtje later tufte heel de Nieuwpoortse vissersvloot de Ijzermon­ding uit, begeleid door een Duitse snelboot van de kustwacht, die de sloepen tussen Oostende en De Panne in 't oog moest houden en ook wel voor hun bescherming instond.                                

  De zee lag, kalm en mistig, lichtjes te deinen onder een triest-bleke melkzon: praktisch windstil en zo te zien ideaal weer voor hun sluikse waaghalzerij...                                

   De 'Astrid' trok met nog vier boten naar het westen, de rest zwenkte af naar het noord-oosten en iedereen toog ijve­rig aan het werk volgens de versleten dagelijkse routine.                

De snelboot pruttelde een mijl verder buitengaats rustig mee, op een evenwijdige koers richting De Panne. Ze wisten dat hun waakhond binnen het uur de steven zou keren naar Oostende, om zijn àndere schapen van het oosten uit terug te begeleiden naar de Ijzermonding. Vanaf het staketsel haalden de Duitse matro­zen dan in de late namiddag even hun hart op en spurtten met brullende motoren volle petrol opnieuw tot voor De Panne, om de rest van hun kudde op te halen en samen met de laatste vijf vissersboten tegen de zessen de haven van Nieuwpoort binnen te lopen. Dat was het gebruike­lij­ke scenario, waar enkel bij plotse weersveranderingen of een Duits alarm van werd afgeweken.                    


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
21-12-2012, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
22-12-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 176
Klik op de afbeelding om de link te volgen

     VERDWENEN IN DE MIST...

 Inderdaad, stipt om één uur zwenkte de snelboot van de Kriegsmarine op een tegenovergestelde koers, richting Oostende ,en verdween in de lichte nevel die vandaag wel niet meer zou optrekken.               

      Van de vijf visserssloepen lag de Astrid het dichtste bij de vroegere Franse-Belgische begrenzing van hun viszone en toch konden ze door het mistige weer de kustlijn nauwelijks ontwaren...De spanning steeg ten top: verdomme, het was nù of nooit!  Komaan zeg !                   

      Terwijl Leon het roer hield, sprongen Misten en René in het ruim en even later dook de rubbergrijze boeg van de zeildoekka­no met schokjes en stoten uit het luik op, want veel maneu­vreer­ruimte bleek er inderdaad niet te zijn! Zelfs een ietsje té weinig, want al vlug stelden ze onder luid gevloek vast dat de hele zaak hopeloos in de knel zat. Leon blokkeerde het roer en hielp het lange gevaarte van bovenuit loswrikken, om het heelhuids door de smalle opening te krijgen. Bij elk sinister gekreun van het houten geraamte hielden ze hun hart vast!            

      Plots kreeg Misten een lumineus idee: " Ventje, pakt een bus olie uit de cabine en kapt wat op de plekken waar het hout van 't luik tegen de kajutsoe van de kano wrijft ! En ziet da't goe gletsig wordt ! En geeft het dan rap door naar hier beneden ,dan kunnen wij de rest insmeren..."                                

      Dat bleek inderdaad de oplossing! Eerst centimeter na centimeter en dan steeds vlugger schoof het glibbergladde lijf door het luik uit de buik van de sloep omhoog, alsof een walvis haar jong baarde !          

      Misten was zelf vader van zeven kinderen en kreeg aardig wat gulle spot toegezwaaid wegens zijn gezonde kijk op de biologie en zijn viriele ondervinding bij het gebruik van diverse glijmidde­len...                                              

      Enfin, de kano lag aan dek en, zo te zien, onbescha­digd...Wat wit rond de neus kwam ook Brian uit het luik gekro­pen en nu vloog iedereen gejaagd aan 't werk om de pakken met reser­vekleren, mondvoorraad en drinken over voor- en achter­ste­ven van het glibberige bootje te verdelen. Mits wat gepuz­zel richtten ze moeizaam het mastje op en schroefden de beide zijkielbla­den stevig op de dwarslat midscheeps. Nog even zorgvuldig het kleine Latijnse zeil opgerold en...klaar was Kees!        

      " Nonkel ,hebt g'uw kompas gereed ?",vroeg Leon opgewonden en René wees zwijgend op het platte nikkelen doosje aan een dun koordje rond zijn nek.                 

      De twee waaghalzen trokken nog een extra trui over hun kleren heen, scho­ten hun klompen uit en keken elkaar een ogenblik ernstig aan...                          

      " Come on, let's go! ",zei Brian kortaf en René knikte gespannen:"O.K.! "                                                 

      Met verenigde krachten tilden ze de kano langs­zij en de twee mannen lieten zich behoedzaam in het wankele vaartuigje neerzakken: Brian vooraan, René erachter. Misten reikte hen de dubbele paddels aan en zei even ernstig als ongepast : "Allee, in Godsnaam! ...", als bij een zeemansbegrafenis...                                     

      " Bye-bye! ",zei de piloot.                                    

   Leon wuifde benepen :"Schoon noordwest houden ,hé nonkeltje".                                           

      " 'k Zal een kaartje sturen, als w'er zijn! ", spotte de René, maar het ging niet van harte.                                  

      " Bonne chance! ", riep Misten die zijn wereld kende, terwijl Leon luidruchtig zijn keel schraapte en zijn neus omstandig snoot.                                                       

      Ze stoot­ten traagjes af en trachtten twijfelend het molen­wieken van hun paddels op elkaar af te stemmen, tot René luidop de kadans aangaf: " Ein...zwei...ein... zwei..." De tommy schoot in een lach en brulde mee:    " Ein...zwei..."! De stuurman gaf hem een stamp tegen de kont om de geestdrift wat te temperen: bij kalme zee en mistig weer, zoals vandaag, kon je een gewoon gesprek van op een kilometer afstand makkelijk volgen en ze lagen met moeite drie mijl uit de kust...Dus was het ogenblik slecht gekozen om de clown uit te hangen! ...                          

Vanop de vissersboot volgde het achtergebleven twee-tal de inspanningen van de vluchters om een stevig roeiritme te vinden en het viel Leon op dat de kano een duidelijk olie­spoor naliet, als gevolg van Mistens gynaecologisch glijmiddel...Het was nu wel wat laat om te vrezen dat die olie misschien de rubberhuid van hun vaartuigje zou kunnen oplossen...Godvermiljaardedju ! Wat voor stomme kloten dat zij waren zij toch !                       

De afstand werd groter en groter. Kort voor de kano langzaam­aan vervaagde in de mist, hadden de vluchters blijkbaar de cadans goed te pakken gekregen: links...rechts...links...rechts...          

Nu, op hoop van zegen, dan maar!                               

De Misten riep hem terug tot de rauwe realiteit:               

" Komaan, makker! We hebben nog veel te doen! Het net over­boord, zodat we nog wat vangen vandaag en dan binnen een uur of twee onze kome­die gaan opvoeren voor de kust van Koksijde..."                          

" Wat voor komedie ?"                                           

" Hoezo, weet ge dat niet ? Hebben ze u dan niet gezegd wat ge straks aan de Kriegsmarine en aan ons gendarmen moet vertel­len ? Da's goed da! ...Luistert: René werkte zogezegd aan de moteur en heeft zijn gerief met naft afgewassen met een siga­ret in z'n bek en dan is heel den boel ontploft! René stond in eens helemaal in brand en is in paniek in 't water gesprongen en gezonken 'lijk een baksteen door de hamer en al de sleutels die in z'n zakken staken...Dat toneeltje voeren we straks op, zohaast de boot van den Duits in 't zicht komt: legt wat vodden klaar aan dek en een bus naft, om een vuurtje met veel rook te maken waar ze op af kunnen komen... Tegen de tijd dat ze hier zijn hebben wij alles geblust, maar dan kunnen zij getuigen dat het serieus was! We laten ze wat meezoeken achter de René en na een half uur wordt hem als vermist be­schouwd...Gij moogt gerust wat snotteren, want 't is tenslotte uwen nonkel, hé! Maar niet te hard, want gij zijt een kloeke vent en goed komedie spelen is voor de vrouwen...Maar wij willen blijven zoeken, verstaat ge, en 't is tegen ons goes­ting dat den Duits ons moet dwingen naar huis te varen om aangifte te doen...Dat is de cinema, O.K. Hebt ge 't vast ?!"...

                               

Twee uur later was de mist al stukken dikker geworden en indien ze niet doorlopend gespannen op de uitkijk hadden gestaan dan zou de plots opduikende snelboot hen nog aardig verrast hebben. Maar nu hoorden ze de brullende motor van ver aanzwellen. Toch nog ietwat in paniek konden ze de grote scène inderdaad opgevoerd krijgen en alles verliep vlot volgens het afgesproken scenario, al bleek de brand moeilijker te blussen dan voorzien. Er moest zelfs een Duitse matroos bij te pas komen, die met een draag­baar blustoestel aan boord sprong om dek en grootzeil met een wit poeder te bespuiten: Leon was iets te kwistig met de bus benzine rondge­gaan...Als blijk van solidariteit onder varens­gezellen cirkelden de matrozen met de snelboot nog een hele tijd in de dikke mist rondom en zochten nauwkeurig de zeebodem af met zijn gevoelige peiltoestellen. Maar er werd niets gevon­den...                                                          

Na het binnenlopen in de haven ontstond op de kaai nog een hele commotie onder vissers en baliekluivers over het 'tragisch verdwijnen' en moesten ze eerst nog een omstandig verhaal ophangen op het bureel van de havenkapitein voor ze naar huis mochten...                                                 

Marie en Joseph zaten hem in de keuken vol angstige spanning op te wachten en Leon voelde zich een ware held toen hij de gelukte vlucht van naaldje tot draadje uit de doeken deed.                                              

" Hoelang zouden ze erop varen ?...",vroeg ze ongerust: " Het is toch een heel eind met zo'n klein bootje...Een kano, zegt ge, van nog geen zes meter lang ?"                

" Bah, ze rekenen erop van morgenvroeg door een Engelse kustvaarder opgepikt te worden, of anders tegen de vijven land te zien aan de kanten van Ramsgate, waar wij verleden jaar met die joden zijn gestrand...Op een kalme zee gaan ze er met die kano een ferm gat vandoor!"                                          

" Moeder Gods, 't is te hopen dat het allemaal goed mag aflopen...", zuchtte Marie, om verontwaardigd te vervolgen: " Maar ge ziet het nog eens, hé: dat is weer typisch een uit­vindsel van de Pylieser! Iedereen opstoken, en als het er op aankomt trekt hem z'n staart in, de lafaard! Op 't laatste momentje zeggen dat ge ziek zijt en een ander voor de miserie laten opdraaien: dat zijn geen manieren! "                             

Nu ze haar hart had gelucht en van de gevaarlijke Engel­se logeergast was verlost herkreeg ze haar zelfbeheersing :" In elk geval, Leon, spreekt tegen niemand over die Bolton, hé: ge hebt me goed verstaan! Als ge een échte man wilt zijn, moet ge kunnen zwijgen! ...En gij, Joseph, denkt er aan dat ge morgen het kot achter de konijnen goed opkuist, dat er van dien tommy niets meer te vinden is! Zoekt vooral in 't zand achter sigarettestompels en steek het al' in een papie­ren zak die we in de stoof kunnen verbranden...Hoe rapper we heel dien boel kunnen vergeten, hoe beter! ..."

Maar écht vergeten zouden ze het nooit, louter omdat tijdens de nacht de wind aanwakkerde, pal op kop uit het westen... Ja watte !!


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
22-12-2012, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
23-12-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 177
Klik op de afbeelding om de link te volgen

B28:      DE DRENKELING VAN KROKODIL.

 

                        Westende, 15 april '41.

Nog juist voor het einde van de Paasvakantie kon Joseph Nadine toch nog overhalen om, via dokter Loenders van Lombardzijde, het briefje aan Boltons moeder in het postcircuit van het Rode Kruis te smokkelen. Drie dagen zagen had het gekost vóór ze door de knieën ging, want sinds hij 's zondags in zijn zwarte uniform rondparadeerde was het vuur van hun vrijage sterk afgekoeld.                                                  

" Luistert, Dientje, "sloot hij de discussie af, " ge moet me verder geen vragen stellen, want ik mag voorts toch geen uitleg geven, en leugens wil ik niet vertellen...Maar ik zweer dat het een zuiver geval is van christelijke naastenlief­de en van solidariteit in de familie"...Hij voelde onmiddel­lijk dat hij een stommiteit beging, met deze dikke stadhuis­woorden, want plots bleef ze hem strak aanstaren.                    

" Hoe dat, familie ?!...Heeft dat iets te maken met uwen nonkel die eergisteren verdronken is ?..."                     

" Wie spreekt er van verdrinken ?...Hij is vermist, da's al!  Hij kan nog altijd ergens levend opduiken, want zolang ze geen lijk vinden, is hem niet dood..."                               

" Maar waarom is dat briefje in 't Engels geschre­ven...? En dan nog wel aan madame Bulton...Wat zaken had uwen nonkel met die madame Bulton ?..."                         

"Bolton! ",verbeterde Joseph," en het heeft met nonkel René niets te maken..."                                              

" Toch-toch!  Ik voel het!  Was er geen Bulton bij die joden, die hem verleden jaar op 't eind van den oorlog naar Engeland heeft gevaren ?...Ja-ja, ik voel het!  En dien Bébé is van tien-negen een lid van deze joodse familie die niet op tijd is weggeraakt en die nu zegt dat hem het goed stelt!  Hé, is 't niet zo ? Ja-ja, ik weet het wel! ..."                     

" Houdt op, zotte Trien!  Ge zit er uren naast!  Wie zou er nu nog risico's nemen voor een jood te gaan redden ! "              

" Bah, 't zijn toch óók mensen!  Of zijt ge Arthur Birnbaum al vergeten ? En in '40 hebben de Leon en uwen nonkel René er toch ook hun leven voor geriskeerd! !"                                 

" Holà Paula!  Zo geriskeerd was dat nu ook weer niet!  Joden helpen was toen nog niet verboden, hé, en ze zijn er goed voor betaald geweest!  Daarbij, toen wisten we nog niet zo juist wat de joden allemaal hadden uitgestoken, hoe ze op ons kap leefden en ons werk afnamen en met hun vuil bloed onze Vlaamse volks­aard verbasterden...Neen, wees gerust, het heeft met joden niets te maken, ge kunt slapen met uw twee oren dicht!  Maar ik zijn zeker dat, moest ge de ware toedracht kennen, ge dubbel en dik uw best zou doen om dat briefje opgestuurd te krijgen..."                                                          

Sinds deze dag bekeek ze Joseph met andere ogen en was zijn zwarte plunje geen onoverkomelijke hinderpaal meer bij hun geflirt. Maar over Bébé hebben ze onder elkaar nooit meer gesproken...                                               

 

Ondertussen deinde de oorlog in de Balkan steeds verder uit: in een dikke tien dagen smoorden de Duitsers de Joegoslavische weerstand in het bloed, zonder dat er hier iemand van wakker lag: de mensen vonden de Germaanse superioriteit over de Slaven zo vanzelfsprekend, dat je werkelijk een suïcidale debiel moest zijn om nog weerstand te bieden tegen deze geweldige militaire plet­wals!                                                      

Daarbij, elkeen had aan eigen zorgen genoeg, om zich niet druk te maken over iets dat drieduizend kilometer hier vandaan gebeurde..."Dat ze potverdikke hun plan trekken, daar! "...       

Marie moest, wegens de zogenaamde 'verdrinkingsdood' van René, tegenover de buitenwereld een stille komedie opvoeren van rouwende, diepbedroefde zuster. Ten overstaan van Jetje had ze daar nog het meeste moeite mee, want haar vriendin deed aanhoudend haar uiterste best om haar wat op te vrolijken en op andere gedachten te brengen...Het deed haar werke­lijk pijn dat ze haar levenslange vertrouwelinge zo moest bedriegen, maar de veiligheid van haar gezin stond op het spel en daar­voor moest alles wijken.                                         

Zelfs de gendarmen van Nieuwpoort waren haar komen troosten:  zolang er geen stoffelijk overschot aanspoelde, was René officieel nog in leven! ...Dank u.                                                

De achttiende, vijf dagen na het 'ongeluk', kwam Leon met een intrigerend verhaal naar huis. Hun waakhond, de snelboot van de Kriegsmarine, was rond twee uur plots aan hoge snelheid van zijn normale koers afgeweken, om in volle zee een tijdje langszij een mijnenveger te blijven liggen. Tegen halfvier stoof hij met brullende motoren de Astrid weer voorbij, recht naar de basis in Nieuwpoort!  Pylieser profiteerde van de afwezigheid van hun toezichter om wat langer te blijven vis­sen...Maar toen ze tegen halfzeven terug aan de kade aanlegden liep het nieuws reeds als een vuurtje door de aangemeerde sloepen: de snelboot had in de kazerne aan de overkant van de Geul een verwaaide burger aan wal gebracht, ondersteund door twee matrozen..." Een type met een rosse moustache, en een stoppelbaard van een week..."                                           

Marie noch Joseph durfden hun wurgende vrees te luchten, maar Leon opperde tactloos: " Mijn gedacht is dat Bolton geweest! "...                                                         

" Maar enfin, ze zijn al vijf dagen weg! ...En moest het effectief onze tommy zijn, waar zit de René dan ?" De angst sloeg haar om het hart...En als den Duits dien uitgeteerden Bolton wat stevig ondervroeg zou die zeker moeten bekennen dat hij hier een weeklang ondergedoken had gezeten...                                                                

 

Zondagavond kreeg ze zekerheid over de catastrofe. De champetter kwam haar ijskoud verwittigen dat op het strand van "de Krokodile" een lijk was aangespoeld dat erg op de René trok en of ze het morgenvroeg bij de pompiers van Middelkerke kon gaan identificeren...                            

Het wàs hem inderdaad ,ocharme !  

De kleren die men haar toonde herkende ze niet en even sprong de wilde hoop in haar hart weer op. Maar de ring en het schapulier maakten daar vlug een einde aan. Het lijk zelf wilde ze niet zien, na een week in 't zeewater...Maar de foto's van de tatoeages gaven de doorslag: een anker in een hart, met daaronder 'Gisèle'...De tranen drongen in haar ogen:  Gisèle, verdomme, zijn eerste lief van toen hem nog klein was en pas vaarde, begin de twintiger jaren...Dat mens had ondertussen ook al een stuk of vijf kinderen...                                                   

Wat men op het politiebureel wel vreemd vond, was dat reddingsvest waarmee het lijk was aangespoeld..."Yukon Gold" stond er in zwarte letters op geschilderd. Een oud stoomschip met die naam strandde een jaar geleden, tijdens de ontruiming van de Engelsen uit Duinkerke, op de Westhinderbank twintig mijl ten noord-westen van Oos­tende...na een paar treffers van een marinebatterij geïnstalleerd bij de vuurtoren van Nieuwpoort...Of zij daar een verklaring voor wist, wilde de agent weten.

Neen, écht, dat begreep ze ook niet. Dat de 'Yukon Gold', zo van hieruit gezien, vlak op de vaarroute naar Engeland lag kon ze beter verzwijgen...

" Er is hier maanden aan een stuk bij ons van alles aangespoeld van die gezonken schepen " opperde ze: "...en vissers kunnen zo'n gerief lijk zwemvesten goed gebruiken...'t Zal dààr wel van komen, hé."                           

" En er is nog iets raars: we mogen veronderstellen dat het lijk al een dikke week in 't zeewater moet gelegen hebben, aangezien hem volledig in brand op de dertiende over boord is gesprongen en onmiddellijk is versmoord. Maar den doktoor schat nu dat hem nog maar drie dagen dood is en er zijn geen brandwonden te zien, niet op het vel, maar ook niet op de kleren..."                                                               

" Luistert Chef : de Leon, m'n jongste, vaarde mee op de Astrid en hij was erbij toen het gebeurde: René is met  die ontplof­fing over boord geslagen en door in 't water te vallen zal het vuur op zijn kleren direct gedoofd zijn !  Ze hebben hem dan misschien een reddingsvest of een boei achterna gesmeten om de plaats te markeren, maar't was paniek aan boord en voor ze de moteur en het zeil geblust hadden en den boot gekeerd om hem terug op te pikken in de dikke mist was er zekers tien minuten gepasseerd!  Dat werd misschien uit luiaardij allemaal niet zo met punten en komma's genoteerd hé, in dat verslag van de havenkapitein!  Maar zo heeft de Leon het mij verteld en meer weet ik er niet van..." Ze was verwonderd over het gemak waarmee ze dit ver­haal uit haar duim zoog...                         

" Enfin, ge zijt zeker dat ge het lijk van uw broer hebt herkend ?" vroeg de agent verveeld: " Ja ?... Dan is voor mij de zaak afgedaan!  Ik ben genen Nat Pinkerton! ...Nogmaals m'n condelaties, madammetje. En verexcuseert de storing, hé!"                                                              

Buiten moest ze een paar maal diep de frisse zeelucht inademen om weer bij haar positieven te komen en met flink doortrappen op de fiets terug naar huis hoopte ze de formol­reuk om haar heen weg te laten waaien...                                     

Wat vertelde die agent weer ? René zou nog maar drie dagen geleden gestorven zijn ? Dan waren ze er dus in een week roeien nog altijd niet in geslaagd aan de overkant te geraken ?...Te zot om dood te doen hé! Terwijl, volgens zijn zeggen, dit kanotochtje naar den overkant niets om het lijf had...Er moet iets ergs gebeurd zijn van bij de start, want zonder tegenslag hadden ze gehoopt binnen de twaalf uur in Engeland te landen. En inderdaad, hoe kwam hij aan dit vreemde zwemvest ?...               

Maar wat voor zin hadden al deze nutteloze vragen: haar broer was ten onder gegaan door de zotte praat van Pylieser en consoorten en ook door zijn eigen drang naar avontuur of erken­ning. En nu was hij dood... Uit, gedaan, fini!  In de toe­komst zou hij geen enkele rol meer spelen, niets meer doén, niet lachen, vloeken, flemen, flierefluiten...Niets! 

" Als hij voort zal leven, is het énkel in m'n herinnering, de mijne en mis­schien nog bij drie-vier àndere mensen...En dat is al !  Een mensenleven betekent in feite niets meer tegenwoordig...                               

René Cattrysse kreeg een week later een uitvaart zoals ze er in Nieuwpoort nog niet teveel hadden meegemaakt.

Het mysterie van de "Yukon Gold" kon pas jaren nà de oorlog worden opgelost, toen Brian Bolton  zijn getuigenis zou afleggen op het proces voor de krijgsraad in Brugge. Maar dààr had Marie nu niéts aan...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
23-12-2012, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 178
Klik op de afbeelding om de link te volgen

B28BIS      RUDOLF HESS EN DE "BISMARCK".     

 

Op 10 mei '41 meende Hitlers naaste medewerker Rudolf Hess dat de Engelse regering rijp was voor een ultiem vredesaanbod zonder gezichtsverlies, en achtte het ogenblik gekomen voor een persoonlijk initiatief van een hooggeplaatste nazi-leider, bijvoorbeeld Rudolf himself...  

Hij had evenwel de laatste jaren - mede door zijn uiterlijk van nukkige gorilla - in de nazihiërarchie veel van zijn invloed verloren en was van "plaatsvervanger van de Führer" weggedeemsterd tot een eerder machteloze marionet. Die namiddag stapte hij solo in een jachtvliegtuig Me 110, sprong er in Schotland weer uit en landde met een valscherm naast het kasteel van een bevriende Britse lord. Daar bood hij promp zijn goede diensten aan als vredesengel.

Tot zijn grote verbazing nam echter niemand in Engeland zijn verward aanbod ook maar één ogenblik ernstig ,en werd hij er 'derderangs' op de rooster gelegd als ware hij een geschifte misdadiger ! En terecht, want Hitler liet hem onmiddellijk gek verklaren...Toch bleef zijn waanzinnige stunt bij het Duitse volk nog lang zowel deining als hoop verwekken, daar iedereen geloofde dat er veel méér moest zitten achter dit bizarre initiatief, dan de vlaag van zinsverbijstering die officieel werd ingeroepen.                   

Op 20 mei landden met veel bazuingeschal  Duitse para's massaal op Kreta. De deelname van de zeer populaire zwaargewichtkampioen boksen Max Schmeling aan deze gedurfde operatie werd sterk in de verf gezet door de propaganda in de hoop daarmee de genante vlucht van Rudolf Hess te doen vergeten. Tegen 27/5 waren de laatste Engelsen brutaal van het eiland verdreven of in de bergen gevlucht, waar ze voor het eerst in WW2 samen met plaatselijke heethoofden "Partizaantje" gingen spelen. En nadien de 'Falschirmjäger' een enorm gebrek aan Fairplay verweten toen die beesten bij bloedige represailles  heelder bergdorpen uitmoordden...                                                                     

Ondertussen dreef ook het letterlijk daverende optreden van de "Bismarck" tijdens zijn eerste strooptocht buiten de Noordzee de vlucht van Hess volledig in de vergeethoek. Op 24 mei kelderde dit gloednieuwe slagschip ten zuiden van IJsland met één enkel salvo de grootste (maar tevens ook de oudste) Britse slagkruiser "Hood", die na één treffer in de kruitkamer ontplofte en binnen enkele minuten zonk.              

Al deze triomfen werden met een reeks schreeuwerige "Sondermeldungen" uitgebazuind: de Führer zou die opgeblazen kikker Churchill eens vlug mores leren, zie!             Daar werd evenwel een ietsje te vroeg gejuicht...                                    

Een lek in de brandstoftanks verplichtte de trotse Bismarck snel van zijn strooptocht in de Atlantische Oceaan af te zien en haastig de steven te wenden naar Brest, achtervolgd door de volledige (maar veel tragere) Homefleet. Op 26 mei werd het Duitse slagschip onderschept door vliegtuigen van één van de eerstgebouwde carriers,  - de "Ark Royal" - die met de vloot "Force-H" uit Gibraltar ter hulp was gesneld - en met een paar torpedo's lam gelegd. De volgende morgen schoot de meute van de Navy de Bismarck aan flarden, samen met het aureool van onoverwinnelijkheid dat de Kriegsmarine zich zo hovaardig én voorbarig had aangemeten.                        

Meteen was duidelijk bewezen dat het vliegkampschip alle andere slagschepen moeiteloos overtroefde. Noch Duitsland noch Italië bezaten echter dit soort oorlogsbodems...Maar wél U-boten ! En op 14 november 41 werd de "Ark Royal" op zijn beurt in de Middellandse Zee door een Duitse duikboot, de U-81, tot zinken gebracht...  

Ondanks de twee zware morele klappen - Hess én de "Bismarck" - was Hitler er in twee maanden tijd met de verovering van Joegoslavië, Griekenland én Kreta toch maar eventjes in geslaagd de precaire toestand rond de oostelijke Middellandse Zee geheel in zijn voordeel om te buigen. Dacht hij...                                                                         

Want, gedreven door zijn wrok tegen de Russische leiders, liet hij na Albion daar definitief te verslaan. Hij weigerde bijvoorbeeld Rommel voldoende versterkingen te sturen om deze in staat te stellen Suez te veroveren, dat nochtans voor het grijpen lag. Hij gaf er de voorkeur aan al zijn aandacht op de USSR  te richten: de aanval moést en zóu op 22 juni '41 beginnen !  

Weliswaar vier weken later dan oorspronkelijk was voorzien maar dàt probleempje zouden zijn generaals onder zijn geniale bezielende leiding wel eventjes oplossen. Dacht hij, opnieuw. De legerstafofficieren waren er minder gerust in om oorlog te moeten voeren op twee fronten, maar hielden van nu af de kiezen op elkaar...         

De vier kostbare weken die Hitler had verloren door het rechttrekken van Mussolini's blunders in Griekenland en de daaruitvolgende Duitse blitz in de Balkan, vormden het keerpunt van de oorlog. Dit gedwongen uitstel zou hem acht maanden later beletten de Russen vóór het invallen van de winter vernietigend te verslaan tijdens de slag om Moskou in december '41...                                     

In "Signaal" verscheen een kleurenfoto van Duitse soldaten die de hakenkruisvlag hesen op het Parthenon, hoog boven Athene. Zonder het te weten gaven deze mannen met hun prestatie rechtstreeks aanleiding tot de làtere publicatie in de wereldpers van een gelijkaardige foto: Roodgardisten die de sikkelvaan plantten op de koepel van de Reichstag, hoog boven het brandende Berlijn...

Pikant detail: beide foto's waren géén momentopnamen van historische oorlogsacties, maar vereeuwigden nagespeelde poses...en dienden zwaar geretoucheerd (en dus vervalst) te worden vóór ze de wereld werden ingezonden...In Athene moest er een SSer worden bij getekend, terwijl in Berlijn op de polsen van een Russische officier vier horloges dienden weggegomd !

 

 

          


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
23-12-2012, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 179
Klik op de afbeelding om de link te volgen

                       BOEKDEEL B3                                                                                                                                                                  Beslaat de periode van mei '41 tot oktober 'Â’41, waarin dubbele chantage, een muilpeer, Oostland,  leeuwentemmers en de Rubicon aan bod komen...

 

B29 CHANTAGE.                                                                     

                                      Westzijde, 25 april '4I.                              

Marie hoefde dus niet langer komedie te spelen: nu was ze wérkelijk in de rouw...Jupp gaf haar na de begrafenis van haar broer René groot­moedig een dag verlof bij, om van de schok te bekomen. Want ze was werkelijk totaal de kluts kwijt !...En wie kwam haar die dag onverwachts thuis opzoe­ken, denkt ge ?...      

Gerard Pylie­ser!                                                         

" Verdomme, dàt mankeert er nog juist aan! ",sakkerde ze veront­waardigd toen hij aanklopte. Bruusk trok ze de voordeur open en snauwde: " Wat komde gij hier doen?!...Ge hebt nog niet genoeg accidenten gemaakt, zeker?!"                            

Verbaasd week hij even terug en stot­terde: " Maar allee Marie,. ..ik zit er toch voor niets tussen! "                       

" Ja-ja, dàt kennen we! Een ander de vuile was laten doen! Iedereen opstoken met een grote bek en de goeie patri­ot uithangen, maar als er iets gedaan moet worden trekt menère z'n staart in, hé! Ik zal het u zeggen, Gerard: ge zijt een vuile laf­aard en een smeerlap! Ik heb het altijd al geweten en met de jaren zijt ge er niet op verbeterd!. .." 

" Maar nondedju, Marie! Nog altijd diezelfde historie van vroeger! Kunt ge nu eens niet over iets ànders spreken: dat is twin­tig jaar geleden, verdomme! Wie denkt dààr nog aan?!..."                                                                 

" Ik, miljaarde! Ik! En ik zal het nooit vergeten, daar moogt ge gerust in zijn: nooit van m'n leven niet! "            

Op de straat fietste een Duitser voorbij. Pylieser maakte van de plotse stilte gebruik om schichtig naar voor de gang in te dringen en de deur vlug achter zich dicht te duwen.       

" Heeft er u soms iemand gevraagd van binnen te komen?" vroeg ze sarcastisch, maar ging toch naar de keuken aan tafel zit­ten.                                                   

" Heel de straat moet niet horen wat we zeg­gen...", ver­goelijkte hij.                                                     

" Oh, menère zit met de poepers, hé ",sneerde ze, " Van mij mogen z'allemaal horen dat ge een lafaard zijt, Pylieser! Ik moet niets verbergen! "                                           

" Ow! Ow, Marie! Mag heel het dorp soms ook weten dat dien tommy hier tien dagen gelogeerd heeft ? Kalmeert maar een beetje, hé en gebruikt uw verstand! Met zo te roepen is er niemand gediend..."                                                  

Haar mond viel open van verbazing en even moest ze naar adem happen.                                                         

" Gijsse smeerlap! ", siste ze, " het is begod op uw aanstoken dat René met z'n goed hart het aan mij is komen vragen...En nu gaat ge mij daarmee afdreigen?!"                                                                   

Maar hij onderbrak haar grijnzend met opgestoken hand: " Tut-tut, Marie, roept wat minder! René is dood en begraven en den Here hebbe z'n ziel...Maar hij was de enige die had kunnen bewijzen dat ik er voor iets tussen zit en hij is er niet meer om dat voort te vertellen... Ik ben zelfs niet meege­gaan op zee, de dag dat ze vertrokken zijn, want ik was zo ziek als 'nen hond en dat kan iedereen getuigen! Maar drie-vier man weten dat die vlieger hier heeft gelogeerd, vooraleer over te steken. Dus houdt u maar wat stil: dat is beter voor de gezondheid...En denkt er goed aan dat de Leon wél is mee ge­weest op zee, dien dag! Moesten ze hém ondervragen, de Geheim Police, dan moogt ge er zeker van zijn dat hij alles zal uitbrengen, van dien tommy hier in huis! Alles!. ..Moet ik nog meer uitleg geven, of hebt ge't verstaan?!"...                                       

Ze staarde hem lange tijd ijzig aan en slaagde er met moeite in haar woede te bedwingen.                                   

" Is 't om dàt te zeggen, dat ge vandaag gekomen zijt? Om m'n kinders te bedreigen?...Ge had u die moeite kunnen besparen, ventje: ik weet goed genoeg dat iedereen best ver­geet wat hier de laatste tien dagen is voorgevallen. Ik heb daar geen moeite mee: ik kan al' vergeten wat ik wil...Maar vergeven: nooit! En zéker niet na uw dreigementen van daarjuist!. ..Als ge niets beters kunt vertellen, gaat dan maar van m'n vloer, en rap! En 't eerste jaar moet ge niet meer weerkeren!"                                                                              

" Héla! Kalmtjes aan Marie, ik ben nog lang niet uitge­sproken! Ik heb deze ruzie van daarjuist niet gewild, maar 't is gij die er over begonnen zijt, over de René en z'n tommy. Mij interesseert dat niet meer... Maar ge weet waarmee het allemaal gestart is, hé: dat hotel in Oostende...gij met die Duits...Dat ligt zwaar op m'n lever, ziet ge..."                     

" Wel, 'k hoop dat ge op uw verdomde lever de kolieken krijgt! Miljaarde! Zo'n hoerenbok als gij gaat me toch geen zedenpreek geven, zeker! Daarbij, met dien Duits is het gedaan, als ge't wilt weten, al hebt ge d'er geen zaken mee: gij niet en d'anderen nog minder! "                                               

" Het doet me plezier dat te horen..."                         

" Vergeet het maar! ",onderbrak ze zijn zalvende toon," ik ben niet beschikbaar en zeker niet voor een valsaard lijk gij! Verstaat ge mij goed, vent ? Nooit van m'n leven! Ik hang me nog liever op, dan dat gij met uw vuil poten nog aan m'n lijf komt!. ..En maakt nu maar dat g'uit m'n ogen zijt, voor ik begin te braken! "

" Verdomme, zijt dan al eens vriendelijk tegen de wijven! " begon hij verongelijkt. Maar Marie kon er niet mee lachen: " Oest-oest! ",en ze duwde hem de deur uit.       

Juist op tijd, want ze zag Joseph aankomen op de fiets, en ze liep rap de keuken terug binnen om even te kalmeren.               

" Wat wist de Gerard te vertellen?",vroeg Joseph, toen Marie niet op zijn "Goeien avond, Moeder" reageerde, " Hij had zo'ne rooie kop! "                                               

" Och, niets jongen, hij is nog eens speciaal z'n condo­laties komen betuigen, voor de René..."                               

Hij drong niet aan, want hij voelde met zijn ellebogen dat er wel meer woorden waren gevallen dan dàt...                

Maar zelf was hij ook niet in een spraakzame bui, want met Nadine zat het er weer bovenarms op. Toen hij haar daar­juist in de duinen zonder veel opwarming in haar bloes wilde tasten, had ze gemeen haar knie in zijn kruis gestoten, harder dan de bedoeling was, want het licht floepte even weg in een fonkelende sterrenhemel.                                 

" Vandaag niet! " was haar nogal beknopte uitleg. Toen ze merkte welke ravage ze had aangericht, wilde ze hem op de koop toe nog wat monkelend bemoederen! Vijgen na Pasen, want zijn pijp was uit en na nog wat spotten­de troost­woordjes kreeg hij het helemaal op zijn heupen! Woedend was hij wijdbeens weggereden naar huis, gekwetst in z'n mannelijke trots: " Die stomme trut!"                                                                                       

 

Ook Leon had een slechte dag achter de rug. Voor één of andere duistere reden hadden de Duitsers hen verboden uit te varen en moesten ze hun tijd verlummelen met netten herstellen op de kaai en stomme karweitjes op de boot. Niet erg begeesterend, maar tot dààr toe...

De klap op de vuurpijl kwam 's avonds. Toen hij na zijn gebruikelijke pint in het 'Anker' - een gewoonte die sinds de dood van nonkel René meer op een bedevaart begon te lijken - op de tram naar huis stond te wachten viel hij weer op Ferdi, de maat van Jupp.

Die kerel leek zo blij als een mus omdat hij eindelijk zijn oude bunker uit de vorige oorlog had teruggevonden, weliswaar een dertig meter op het nat zand en dus bij iedere vloed volop in de branding. En ruim tweehonderd meter meer naar de Lac-aux-Dames op dan hij had verwacht.

" Aber ganz kaputt, und mit den Kopf 'runter" treurde hij. Van de duintop naar beneden gedonderd door de jarenlange kusterosie, samen met nog een tiental àndere, die daar ook hér en dér half verzonken in kleine poelen lagen te rotten...Echt jammer, vond hij, want hij had er destijds een paar heel gezellige maanden in gewoond en de gasoorlog, waarop zij getraind waren en die heel hun leven overheerste, kunnen buitensluiten. Want gas is toch maar een smerig goedje, vond hij nu...

" Neem nu die Engelse vlieger die ze vorige maand van dat scheepswrak hier voor de kust hebben geplukt: je zult er wel van gehoord hebben...De 'Yukon Gold'...Die vent stond vol steenpuisten na drie dagen verblijf op die boot. En toen ik dat hoorde wist ik genoeg: gepakt door de gas! Indien ik bij de ondervraging was geweest zou ik die chloorlucht in zijn kleren zéker herkend hebben..."

Op dat ogenblik kwam de tram juist aan in de verte en kon hij haastig nog reageren: " De 'Yucon Gold' zei je ? Die kén ik: maar dat is een troepentransporter en geen munitieschip. Ik stond er met mijn neus op toen die uit De Panne vertrok, op nog geen vijf meter, maar ik heb geen gas geroken, Ferdi! Toch niét dezelfde stank als deze die in mijn konijnenkoten hing..."

 

Leon had er een rode kop van gekregen van het vertellen: "...En toen heb ik de stommiteit van mijn leven begaan met te zeggen dat hij dan ook eens bij ons in de abri moest komen snuffelen, want dat het daar van tijd ook zwaar kan stinken naar de gas en dat het héél slecht was voor de gezondheid van mijn konijnen! "

" Jezus Maria! " riep zijn moeder: " Gijsse stomme kloot! En wanneer komt hem ?...Enfin, 't is al' gelijk: vanaf morgen is het daar weer grote kuis, verstaan! ? Dat hem verdomme niks vindt van den Bolton hé! "

Die nacht droomde Leon dat zijn konijnen ook vol steenpuisten stonden...nét als Bolton!. ..Afzichtelijk!

 

10 mei 1941...Geen reden om een verjaardag te vieren...In de keuken van de kazerne ging alles weer zijn normale gang, al viel er wél onder de soldaten een vreemde spanning te merken. Er werd gefluisterd dat Rudolf Hess, de plaatsvervanger van de Führer, op een bizarre, geheimzinnige wijze naar Engeland was gevlogen en daar in een veld was neergestort. Een verkennings-vlucht ?...Of hij daarbij gesneuveld was wist geen kat. Misschien had hij een noodlanding kunnen maken en hadden ze hem levend kunnen pakken? Dan wachtte hem de galg, dat stond vast...                                    

Maar in beter ingelichte kringen opperde men dat het wel eens om een ontsnappingspoging zou kunnen gaan...Hess was de laatste tijd niet meer aan de zijde van de Führer in het openbaar verschenen en dat was een slecht teken, eventueel zelfs een bedreiging voor de gezondheid...Of ging het misschien om een complot achter de rug van de Führer? De kosmopoliete Reichsmarchall Göring zou van zijn vrienden in het buitenland vernomen hebben dat ze wel vredesonderhandelingen wilden aanknopen, maar niet met Hitler...De kliek samenzweerders had daarom Hess als een visje uitgegooid om hun eigen vingers niet te verbranden...Anderen waren echter overtuigd dat Hess nooit iets zou ondernemen zonder een uitdrukkelijk Führerbefehl! De meest roekelozen durfden zelfs te veronderstellen dat Hitlers plaatsvervanger gewoon gek was geworden: iedereen wist toch af van zijn megalomanie ? Of gewoon zoete waanzin? Van een vent met zo'n kop kon je alles verwachten en de kwakkels vlogen dan ook driftig rond. De buitenlandse zenders spraken elkaar schijnbaar doorlopend tegen...                                                

De Deutschlandsender maakte de volgende morgen brandhout van al deze wilde geruchten: de radio beweerde dat Hess in een depressieve vlaag had gehandeld, helemaal op eigen houtje, maar dat geloofde geen kat!

Geruchten, als zou er een vredesconferentie op komst zijn omdat Engeland via Zweden om een wapenstilstand had verzocht, gingen er in als zoete broodjes en elkeen nam eigen wensen voor waarheid! De ene pochte fier: " Zie je nu wel dat ze door de knieën gaan: tegen de overmacht van het Rijk is niemand bestand! "... Maar de meesten waren opgelucht, omdat nu eindelijk de oorlog schijnbaar op zijn laatste benen liep en de vrede in zicht kwam...Sommige jongens waren reeds van '38 onder de wapens en snakten ernaar om " nach Mutti zurück in die Heimat zu fahren!"...                            

Maar een week later bleek zonneklaar dat de oorlog nog lang niet was uitgeraasd, en nog voor aardige verrassingen kon zorgen...Marie vertelde het nieuwsje bij het avondeten.              

" Jesus, wat hebben ze de gloriol op de batterij! Het schijnt dat ze met parachutisten een eiland Greta gepakt hebben in 't Mittelmeer en..."                                       

" Mittelmeer? Dat is de Middellandse Zee! " onderbrak Joseph haar betweterig, " maar daar weet ik geen eiland Greta lig­gen..."                                                           

" Dat bewijst dat ge beter moet leren, snotneus! "  lachte Marie. " Greta ligt in 't Middelmeer: de Duits gaat daarvoor toch niet liegen, zeker! "                                  

" Kreta, ja! Kreta, dàt ligt daar! "...           

" Zwijgt nu verdomme toch eens! " mengde Leon zich kwaad in de discussie, " En laat Moeder uitspreken! Greta of Nora: wat heeft dàt voor belang miljaarde!. .."                 

Joseph keek zijn broertje neerbuigend aan en haalde meewarig de schouders op. Na een ogenblik vervolgde Marie: " Wel, ze zeggen dat die bokser van Oostende, die wereldkampioen, hé. ..hoe heet hem weer ?"                                               

" Karel Seys?"                                                

" Ja, Seys...dat die daar meevecht! "                          

Verdomme, als dàt geen nieuwtje was! Seys op Greta meevechten met de Duitsers! Ze geraakten er heel de avond niet over uitgepraat. Maar toen Marie de volgende dag de krant uit de kantine mee naar huis bracht, bleek het om Max Schmeling te gaan, de Duitse Weltmeister, veel sterker dan Seys...En Kreta (" Kreta! Ziede wel dat ik gelijk heb! Gij met uw Greta! ") was zo te zien nog lang niet veroverd.                  

Maar deze krijgsverrichtin­gen, waar voor het eerst op grote schaal valschermspringers werden ingezet, geraakten een paar dagen later overschaduwd door de roemrijke aanval van de splinter­nieuwe Duitse slagkruiser "Bismarck" op een Engels eskader ten zuiden van Ijsland. En volgens de krant kelderde dit parade­paardje van de Kriegsmarine met de éérste salvo het groot­ste Britse slagschip "Hood".                                    

" Pure chance! " schok­schouderde Leon.                         

" Hoezo, pure chance?" beet Jos hem toe. " Leest de gazet, ventje. Dan zult ge zien dat de " Bismarck" een supermodern geheim richttoestel heeft, waarmee hij nooit kan mis­sen. Een soortement dodende straal...En als de rest van de Navy is weggevlucht, zullen die wel weten waarom! Als ze hem al zouden raken, krijgen ze hem toch niet kapot, met zijn zware pantserplaten. .."                        

Op 1 juni stond de krant bol van de glorierijke overwin­ning die de "Fallschirmjäger" op Kreta hadden behaald: voor de Engelsen was het een tweede Duinkerke geworden, een nederlaag " waar ze zich nooit van zouden herstellen! " Op de derde blad­zijde kon men lezen hoe de "Bismarck", tijdens een zeeslag ten westen van Ierland tegen een overweldigende overmacht, even glorierijk gezonken was...Natuurlijk niet zonder eerst eventjes 78 vliegtuigen te hebben neergehaald en zes vijande­lijke oorlogsbodems aan flarden te schieten, hé...Allee, goed beschouwd in feite ook een overwinning...                             

" Wel, waar zijt ge nu met die pantserplaten?"          

" Kunt GIJ soms vechten zonder al eens een lap op uw smoel te krij­gen?" repliceerde Joseph.                            

" Noemde gij dat nog een lap? Ge moet het eens goed herlezen, vadertje: ik, den onnozelaar, heb menen te verstaan dat heel 't spel aan gruzelementen werd geschoten en gezonken is! Ik zou zeggen: dat is wat meer dan een làp, maar ik kan mis zijn, natuur­lijk..."                     

" Eén tegen honderd, dàn is 't gemakkelijk,hé..."          

Na dat éne artikel verdween de naam "Bismarck" uit de berichtgeving en ook over Rudolf Hess viel de loodzware "mantel der liefde" als een arduinen grafsteen. Langzamer­hand kwijnde in de kazerne en bij Marie de heimelijke hoop weg op een snelle vrede. Maar het bazuingeschal van de propaganda over Kreta bleef tot half juni in de kranten nazinderen.

 

Sinds een paar weken zat Nadine zichtbaar verveeld met de nasleep van haar kniestoot in de edele delen van haar Witte Ridder, ook al liep die meestal in 't zwart. En ocharme een beetje stijf...Joseph deed opvallend koel tegen haar, de laatste tijd, in zoverre zelfs dat ze een kaper op de kust begon te vermoeden. Op de tram draaide die Thérèse van de 'Librairie du Centre', in de dorpskom van Middelkerke, nogal hitsig met haar kont als ze hem zag. Een ordinaire teef, zoals die veel té hard lachte en haar lippen nat likte als ze naar hem lonkte...zuiver om zijn aandacht te trekken! En ze had al gemerkt dat die kloot van een Joseph zich door dat primitief gedoe van die geit liet vangen lijk een onnozelaar. Maar als hij dacht haar met die tettenmadam en haar kwijlmond te kunnen chanteren was hij mis, hoor! Hoogtijd dat ze daar rap een stokje voor stak...

Bij de eerstvolgende gelegenheid zou ze hem eens deftig tegen 'haren gilet' trekken en laten voelen dat haar soutien werkelijk voor iets diende...En misschien, als hij goed warm liep, eens zo'n échte diépe kus geven waar hij al zo lang naar viste.

Dan zal het rap gedaan zijn met die stomme Trees! Eens zien...Morgen zou ze dringend zijn tekenplank kunnen lenen, zogenaamd om een patroontje voor een zomer-jurk op uit te zetten. Met de belofte dat ze dit onmisbaar instrument de volgende avond terug zou bezorgen. En als hij haar daarbij dan halverwege tegemoet kon komen, was dat weer zoveel tijd gespaard...Laat ons zeggen rendez-vous bij 't dennenbosje over de 'Relais du Lac' ? Zo'n slechtbefaamd ontmoetingsplaatsje voorstellen zou op zich al volstaan om zijn stoppen te doen doorslaan!

 

En inderdaad: Joseph stond al een half uur in de vallende schemer te geelogen toen ze eindelijk op de fiets kwam aanzetten. En dan reed ze hem nog zonder boe of ba brutaal voorbij, récht een duistere gang in tussen de jonge dennenboompjes: een dodelijke stunt die jarenlange oefening vereiste!. ..

" Bon, 't is hier gebakken! " jubelde hij: " Ik zie dat madam grote plannen heeft! "

Hij vond haar in het halfdonker naast haar fiets liggen, bijna op de tast, klaar om hem met huid en haar op te vreten, maar hij kon niet nalaten haar even te pesten: " Zeg! Zotte! Past een beetje op mijn tekenplank hé! Ge weet niet wat dat kost zéker! "

Even maakte ze een beweging om beledigd op te springen tot hij in een proestende zenuwlach uitbarstte. En toen hij naast haar warme lijf ging liggen voelde hij haar smelten als boter...

 

Een avond om nooit te vergeten...Waar ze verdomme die kennis vandaan haalde mag de lieve God weten, maar van tongkussen moest je haar niets meer leren! Binnen de kortste keren stond hij in vuur en vlam, met een lat van hier tot ginder! Héél vervelend voor hém, maar zij negeerde het volledig: énkel zijn mond scheen haar te interesseren...Ze liet hem zelfs onder toezicht wat in haar décolleté neuzen, maar trok er hem bij de haren weer uit telkens hij dierlijk aan het grommen sloeg. Toen zijn handen echter - éventjes maar - ook ónder de gordel begonnen te dwalen, sprong zij meteen recht en riep spottend: " Kinders naar bed! "

Een minder romantische herinnering aan die avond bewees dat zij van haar oudere zusters flinke waarschuwingen had gekregen en goed wist waar Abraham de mosterd haalt. Want terwijl hij nog half bewusteloos naar lucht lag te happen stapte zij al op de fiets en monkelde:

"Salut, ik zijn wég! Zo hebt ge alle tijd om eens goed te pissen, of wat dan ook, vóór dat ge schandaal schopt thuis! En vergeet straks als ge klaar zijt niet uw tekenplank terug mee te nemen!. ..Merci hé! Ik heb er veel plezier aan beleefd!. .."

Aan zijn stomme tekenplank?! Of bedoelde ze wat ànders? Hij snapte er niet eens de dubbele bodem van...

<!--[if gte mso 9]> Normal 0 <w:trackmo

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
23-12-2012, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
Archief per week
  • 18/11-24/11 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 27/11-03/12 2017
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !
    Inhoud blog
  • Deel 400
  • Deel 399
  • Deel 398
  • Deel 397
  • Deel 396

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!