" De Afrekening"
Een West-Vlaamse oorlogsthriller in afleveringen
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
14-05-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 72
Klik op de afbeelding om de link te volgen

A46   EN WAAR DE STERRE BLEEF STILLE STAAN.

 

     Westende, 10 december '38.

De garde trok grote ogen op toen hij Wachtmeester Remy van de Nieuwpoortse gendarmerie samen met diens eeuwige adjunct witbesneeuwd zijn bureeltje in het gemeentehuis van Westende zag binnenstappen. Toch liet hij niets merken en speelde opgewekt de joviale gastheer: "Ha Remy ! Komt erin , mannen ,en zet u ! "

De pandoer speelde mee :"Gij hebt het toch maar goed hé!  Pijpje roken en gazetje lezen bij de warme stoof, terwijl de échte mannen van de wet op een oude velo door de sneeuwvlagen mogen zwoegen..." Een stoot onder de gordel die de garde spottend pareerde met: " Eens een nieuwe velo vragen aan uwen minister, hé Remy!  Of is vragen ook al verboden door den disciplien? "

Zuur lachje. " We mogen ons toch eens onderweg komen opwarmen hé Cyriel, zonder zes pinten te moeten pakken? Want óns trakteren ze nooit, de brave burgers! "

Na nog wat steken over en weer zaten de twee pandoeren handenwrijvend rond het duiveltje hun bevroren vingers te ontdooien. In een zeldzame opwelling bood de garde hen tenslotte grootmoedig een 'druppel' aan: de oude verleidingstruc van de slang die Eva met een appel onderuit haalde. Maar hier pakte dat niet ,want de heren weigerden.

" Ow! Stront aan de knikker ! " dacht de garde, en hardop hoonde hij:" Ha, natuurlijk!  Nooit tijdens de dienst! ... Ge zijt toch in dienst, hé? "

" Och, zo min of meer... Ge zoudt ons ten andere een beetje kunnen helpen..." Hij haalde een blad uit zijn leren schoudertas en streek het vóór de garde op tafel glad: " Maakt gij daar iets van? Een vent zonder papieren beweert dat hij uit dàt dorp afkomstig is dat daar geschetst staat...Zegt dat u iets? "

Na de tekening tweemaal uit een àndere hoek beloerd te hebben besloot hij zo fier als een gieter: " Bah, da's hier, Westende-dorp!  Verstaat gijlie geen Frans?  Daar zie: 'Café Cheval', da's 't Peerd van achter den hoek... Rue du Village, da's de dorpsstraat hier voor de deur!  Eglise, ja, juist!... En 'maison communale', dat zijn wij. Ge moet niet twijfelen: 'Café Arrêt du tram' da's bij Odette... En hier: 'Mon atelier'... wat wilt hem daarmee zeggen? Da's aan den overkant, op den hoek bij den ouwe Carlier, de schoenmaker... Heeft dié vent dat getekend? ..." Plots zakte zijn geestdrift en begon hij nattigheid te voelen toen hij opkeek naar het grijnzend smoelwerk van de wachtmeester.

" Bijlange niet Cyriel!  Carlier? Waar haalt ge't!... Maar wél zijn voorganger, weet ge nog?"

"Die moef ,Steiner?? Maar die zit in 't buitenland!"

" Ja in Spanje, bij de Rooi, voor zover wij weten. En toevallig is er daar in Barcelona een vent van een jaar of vijfendertig onder die naam nieuwe papieren op de ambassade gaan vragen omdat hij zogezegd zijn oude in een brand verloor. En om te bewijzen dat hij werkelijk de genaamde Steiner Rudolf is heeft hij een heleboel intieme zaken verteld van de dorpsnotabelen en zijn persoonlijke contacten geopenbaard met... laat ons zeggen: de openbare macht... En die gezegdes moeten wij nu gaan testen. Zo heeft hij zaken verteld over een verhoor dat ik hem indertijd heb afgenomen na die bomaanslag, ge weet wel... Voor mij is er geen twijfel: die vent in kwestie is zeker en vast onze Steiner! "

" Wel, geluk ermee, hé Remy..." mompelde de garde.

" Merci! ...'t Is jammer genoeg voor u wat minder gelukkig, Cyriel... Want die Steiner heeft nu ook zaken opgebiecht die hij vroeger ontkend heeft, omdat gij hem dat in een geheime nachtelijke ontmoeting op het strand had opgelegd, zegt hem... Klopt dat Cyriel? ... Liegen om niet in verband gebracht te worden met dien hoop obussen in den doorsteek?... Wat denkt ge, man, is 't geen tijd om die zaak uit te klaren en nadien opnieuw te starten met een proper blad? ..."

De garde rechtte zich eens op zijn stoel en zei met een gesloten gezicht:" Zijn woord tegen 't mijne?!"

" Ware 't maar zo simpel! Het ambetante is dat de politiek er zich mee gaat moeien... Meneer Van Severen van 't Verdinaso heeft een paar vrienden in 't gerecht en het parlement aangesproken om de klacht van weduwe Cattrysse wat voort te helpen en mijn Commandant kreeg een vraag waarom de dader van de bomaanslag nog niet is geklist... In mijn ogen zijn dat twee heel verschillende zaken, maar als ze die willen koppelen laat mij dat niet veel keus, hé Cyriel... En nu dat de oorlog in Spanje ver gedaan is, kunnen we binnen dàt en een paar maanden meneer Steiner hier terug voor de deur verwachten, dit keer zónder geheugenverlies... Met wat hij tot nu toe verklaarde weet het kleinste kind dat gij daar bij die bommen een fout hebt begaan op gebied van beveiliging. Vrouw Cattrysse wil dat met de steun van haar politieken piston bevestigd zien. Als we dat nù kunnen uitklaren draait dat dossiertje zachtjes en zonder schokken door de administratieve molen en komt ge er volgend jaar met een blaamtje vanaf...Maar als ge met uw getreuzel die hoge pieten verplicht voor zo'n vliegescheet hun zware kanonnen boven te halen, dan schieten ze u in gruis, Cyriel. Wat denkt ge? ..."

De garde stond op en ging een tijdje zwaar paffend voor het raam naar het oude atelier van Steiner staren. Toen hij zich tenslotte weer naar Remy omdraaide, bromde hij: " Bon, wat moet ge weten? "

Ditmaal kwam àlles op tafel, wel niet steeds even vlot, maar Remy liet zich niet afleiden. Over één detail zweeg de garde echter als vermoord: de ontdekking, die fatale zondagmorgen nog vóór zonsopgang, van die verse krassen in het koper van de tijdbuizen. En dus ook geen woord over de zware gastang mét initialen, die ze toen vonden, zes meter verder in het zand. Zo blokkeerde hij - gewild of niet - elk spoor naar de onbekende loerder, die op deze fatale ochtend vóór Steiner aan de granaten had geprutst...

" De rest weet ge. Dat poeder in Steiner zijn kelder was nog nat en bewijst dat hij aan dat springtuig heeft gefrutseld. Of Dis er nadien aan voortgedaan heeft, en hoé lang, weet geen kat. Enkel die rooje zot beweert dat, en hij weet wel waarom: zijn eigen vel redden!  Maar één ding is zeker: een bommenexpert gelijk den Dis Petré blaast zijn eigen niet op! Temeer daar in 't dorp de ronk gaat dat hij voor 't ogenblik hoog en droog over de schreef in Duinkerke zit bij een ander wijf! En ik kan hem daarin geen ongelijk geven, want met de streken van zijn Marie zouden maar weinig venten akkoord gaan..."

Remy knikte instemmend en tevreden, maar hield verder zijn kiezen opeen. Op dat verhaaltje van Dis in Duinkerke wilde hij liever niét ingaan, dat zou het afsluiten van het dossier enkel vertragen. Voor de verdwijning van Dis betekende dat: "Vermist, waarschijnlijk dood, door gebrek aan voorzorg van meerdere personen." Daaronder verstaan : drie man hebben aan die tijdbommen een steek laten vallen : het slachtoffer zélf, Steiner als vermoedelijke saboteur en de garde wegens zijn nalatigheid bij het beveiligen van achtergelaten oorlogsmunitie...Drie mogelijke daders ,maar wie gaat dat nu nog bewijzen ? Dorpsroddel kon op tijd en stond voor een onderzoek wel eens nuttig zijn, maar je mocht niet àlles geloven hé!

Zo, dat was dàt! En laat nu die rode zot van een Steiner  maar afkomen. Dat nieuw paspoort zou nog zwaar op z'n maag gaan liggen !

 


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
14-05-2012, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 73
Klik op de afbeelding om de link te volgen

DE VONDELING.

Jetje had, met zo'n hondenweer, van haar leven al leukere fietstochtjes gemaakt. Maar 't was pas halverwege de heenrit naar Veurne fors beginnen sneeuwen ,en dus telaat om te keren. Daarbij had ze teveel moeite gedaan om via de dorpspastoor een afspraak met Moeder Overste vast te krijgen om die nu, enkel voor wat nattigheid te laten schieten...

In 't klooster was het ook al niet overdreven warm maar Mère Adolphine liet een kom hete melk met bruine kandij aanrukken en dat maakte veel goed. De parochieherder aan de overkant van de tafel herkende Jetje van haar vorig bezoek; dié zat weeral aan de port...

Ja, de Bisschop had toelating gegeven om in bijzijn van meneer pastoor de essentie te vertellen over de geboorte en afkomst van Vroman Désiré. Ze sloeg een kruisteken en stak van wal:

" Zoals ge wel weet werd hij, die later de naam Petré zou krijgen, waarschijnlijk geboren hier in Veurne op 23 december van 't jaar des Heren 1902. Let wel: dat is de dag voor kerstmis, wat van groot belang is voor de rest van de geschiedenis. En ik druk ook op 'waarschijnlijk' omdat hij in de late avond van die winterse dag als écht pasgeboren zuigeling te vinden werd gelegd in 't portaal van ons klooster. Ik was toen nog novice en aangesteld als hulp bij Zuster Portierster...Een beetje vóór middernacht word ik gewekt door gebonk met de klopper op de poort en als ik ging kijken door het luikje in de deur zien ik nog juist een man weglopen in het donker. Ik dacht eerst aan een zatte bellentrekker tot dat ik almeteen een kleine hoorde schreien. En als ik de deur opentrek ligt er op den dorpel een boreling, blauw van de kou, en enkel gewikkeld in een bebloed manshemd..."

De pastoor stak de vinger op: " Dat bebloed manshemd moet ge goed onthouden...Maar ga voort, Mère..."

" In dien tijd kregen we regelmatig vondelingen over de vloer, zodat ik zonder veel tralala dien kleine gewassen, verzorgd en gebusseld heb en hem voor de warmte de rest van de nacht bij mij in bed te slapen heb gelegd. Bij 't opstaan verwittigde ik Mère Supérieure die op haar beurt meneer pastoor, hier, liet roepen,hé. Gij ,Eerwaarde, waart dan nog jonge onderpastoor van de parochie..."

" Ja, jong en onervaren, hé! " lachte hij en kreeg nog een port ingeschonken.

" Ziet ge, hij moest de administratieve kant afwerken met de gemeente. Maar nog voordat meneer pastoor hier aankwam sloeg Firmin, onze tuinman toendertijd, groot alarm!  Hij had immers in zijn gereedschapskot, achteraan den hof het vers lijk gevonden van ene vrouw dat helegans onder het bloed stak. Grote toeloop van de zusters hé!  En wat vinden wij aan haar boezem, onder de bebloede kleren? Wéér een borelingetje! Nog met de navelstreng en nog wel wat levend, maar in zo'n slechte conditie dat we hem onmiddellijk gedoopt hebben. Ik moest in de vlucht een naam vinden en noemde hem al rap Noël Dieudonné...Noël,omdat dat Frans is voor kerstmis, verstaat ge mij?...En Dieudonné, omdat hij uit den hemel kwam gevallen, een gave Gods. We hebben meneer doktoor erbij geroepen  en die heeft de kleine in een paar dagen gered."

" Ja, ik herinner mij nog goed hoe gelukkig de zusters allemaal waren! " zuchtte de pastoor voor zijn leeg glas.

" Ja, inderdaad, allemaal...Nadien is de 'Garde civiek' gekomen, zoals wij de polies indertijd noemden. Die hebben het lijk en alles er rond grondig onderzocht. Maar ze konden enkel vaststellen dat het een zéér jong meisje betrof dat leeggebloed was door een postnatale vloed. Ze hebben het lijk dan weg laten halen en twee dagen na kerstmis is het begraven onder kruis numéro 16 ,in den armenhoek van het buitenkerkhof als "Naamloze onbekende vrouw vermoedelijk 15 jaar"... Triestig hé... Voilà, dat zijn - voor wat het klooster aangaat - de gebeurtenissen rond de geboorte van Désiré Vroman... Méér kan ik daar niet over vertellen."

" En dan moet ge daar nog heel voorzichtig mee zijn, hé " voegde de pastoor er geheimzinnig aan toe.

Mère Adolphine keek verstoord op. Maar na een bemoedigend knikje van de oude man vervolgde ze weifelend:

" Of tóch, ja, misschien... Er is inderdaad een vreemd detail dat deze zaak niet veel klaarder maakt: het kan er verband mee houden en misschien ook hélemaal niet... Luistert: toen de garde civiek hier kwam om het lijk weg te halen vertelde de chef mij dat hijzelf,  juist zoals ik, ook maar weinig geslapen had. Want zijn patroelje had die nacht immers in de steeg achter de muur van onze kloosterhof een zwerver aangehouden, op nog geen tien meter van Firmin zijn kot. Hij had bloed aan zijn broekspijpen en aan zijn handen en zo, en droeg geen hemd onder zijn schaapsjak. De ondervraging ter plekke lukte langs geen kanten want hij sprak een heel aardige taal. Hij verstond daarbij geen woord Vlaams of Frans en kort daarop is hij kunnen gaan lopen...De garde content, natuurlijk hé ! Toen ik het uur van de aanhouding hoorde klopte dat met het moment waarop ik die kleine Vroman op onze dorpel vond... Ge doet ermee wat ge wilt, want méér mag ik niet zeggen..."

De stilte werd enkel verbroken door het klokken van de portfles. Er bleven echter nog zóveel vragen hangen dat Jetje besloot haar stoute schoenen aan te trekken:   

" Maar met permissie, Mère Supérieure, waarom hebt ge Dis de naam Vroman gegeven, als er geen verband is met die familie uit het omliggende? "

De pastoor stak zijn vinger op: " Dat ligt aan mij. Maar verdere uitleg mag en kan ik u niet geven, omdat het de betrokken persoon nadeel zou kunnen bezorgen..."

" Maar Eerwaarde: Dis is dood! "

" Ik heb verstaan dat daaraan getwijfeld wordt."

" Maar door wié?  Door wat roddelaars in 't dorp? "

"De Bisschop gaf verbod daarover te spreken!"           

Jetje voelde dat ze ging buitenvliegen en besloot alles op alles te zetten: " Was Vroman misschien de naam van die zotte landloper?  Is de garde civiek tijdens zijn ondervraging op die naam gevallen? "

Mère Adolphine leek daarop bevestigend te willen ingaan, maar de pastoor maakte bruusk een einde aan het onderhoud: " Vrouw Neuville, er is officieel nooit of te nimmer een verband gelegd tussen de vondeling Vroman en de aangehouden zwerver, die misschien niét dezelfde man is als deze die Mère destijds van de poort heeft zien weglopen. En nog minder tussen die man - of mannén - en de kraamvrouw met haar kindje Noël. Anderzijds zou het voor het gemak verleidelijk zijn een bloedband te zien tussen de kraamvrouw met haar boreling Noël Dieudonné en de vondeling Vroman en dus van een tweelinggeboorte te spreken...Maar de Heer heeft dat niet gewild en wij, mensen, moeten ons daarbij in diepe christelijke deemoed neerleggen."

"Amen! " zei de non en sloeg in navolging van de pastoor een plechtig kruisteken. De film zat erop.

Met de hand op de koude klink draaide Jetje zich nog even om: " Misschien nog een laatste vraagje over die kleine Noël?  Wat is daarvan geworden? "

De pastoor leek even een beetje verstoord maar herpakte zich: " Als ik mij goed herinner is die na een jaar of zo geadopteerd...Nietwaar, Mère? "

"Ja...door een kinderloos koppel keuter-boertjes uit Schoorbakke... Ik zou dat nog eens moeten nazien..."

 

"Iedere keer dat gij naar Veurne geweest zijt, komt ge met een nieuw vertelseltje af! " hoonde Leon.

" Het is toch zo klaar als pompwater, hé! Voor mij is dien schooier niet alleen de vader van de kleine Dis Vroman, maar ook van dat tweede jongentje Noël, wat die paster ook moge zeveren! Dat jonge moedertje kreeg in dat gereedschapskot een tweeling, punt!  Maar zonder dat de vader dat wist. Die heeft de eerstgeborene rap in zijn hemd gedraaid en aan de kloosterpoort gaan afgeven. En toen hij naar haar terugliep om haar voort te verzorgen werd hij aangehouden door de gardes. Tijdens zijn ondervraging kreeg dat meisje haar tweede kind - buiten weten van de vader - en kort daarop een vloed waaraan ze leegbloedde..."

" En de drie koningen kwamen nog juist op tijd om het kerstkind te redden hé! Tante Jetje, ge kunt schoon vertellen, da's zékers! "

" Leon Petré!  Met zoiets valt er niet te lachen! "

" O pardon!  Doet maar voort!  Die vent gaat ritsen, hebt ge gezegd...En dàn? "

" Ja, hij kan vluchten. En als hij na een omweg terug wil keren heeft dien tuinman van 't klooster onderwijl het lijk ontdekt en is rond de stal de hel los gebroken met de paster en de garde civiek..."

" Tante Jetje, doet ge nu àl die moeite om te bewijzen dat mijn grootvader een landloper was? "

"Neen bijlange niet vent!  Maar wél dat Dis een tweelingbroer had en dat gij dié gezien hebt in Duinkerke! "

Van deze uppercut had hij even niets terug en wist zich enkel recht te houden door wat geringschattend te proesten. Maar toen veerde hij weer op:" Duimzuigerij! Zuiver uitvindsels om u er vanaf te maken! De paster heeft zelf gezegd dat er géén band was tussen die drie vertelsels!  Hoe wilt gij dan het omgekeerde beweren! Die vondeling Vroman, 't is te zeggen ons vader, had géén zaken met de rest van 't gezelschap, en dus géén tweelingbroer! "

" Leon, gebruikt uw verstand! "

" Tante Jetje, waarom zou die paster daarvoor staan liegen?  Voor geld misschien? ... Dat is er niet, en met 'misschiens' bakt ge geen brood, hé! Bewijzen wil ik zien, en daar zult ge last mee hebben! Op die non in Veurne moet ge niet meer rekenen en Dis kan niets meer getuigen, tenzij hij iets van zijn afkomst aan ons ma zou verteld hebben. Blijft enkel over Noël van Schoorbakke. Stelt ten eerste dat ge zijn spoor in dat boerengat kunt oppikken en ten tweede kunt volgen van dààr naar Duinkerke... Dan zou het al moeten lukken dat het spoor tot aan mijn speelhof in de haven zou lopen hé!  Neen, tante Jetje, ge zijt er nog niet: verre van! "

..........................................................;

Ook voor Steiner en zijn maats daagde er nog geen licht aan het einde van de tunnel. Na hun overhaaste aftocht uit de Belgische ambassade waren ze een donkere kroeg in gedoken om krijgsraad te houden bij drie flessen zure Riojawijn.

Als ze ooit gehoopt hadden met de Kerst hoog en droog thuis te zitten, dan mochten ze nu wel even hun toekomstplannen herzien. De Ket duwde met zijn sombere voorspellingen een zware domper op de feestvreugde!  Een ontvangstcomité van de staatsveiligheid in het station van Brussel-Zuid was wel het laatste waarop ze gerekend hadden!

Terwijl de wijn er vlot inliep verklaarde Marco zich roerend ééns met zijn kameraad: nooit ofte nimmer zouden ze zich nog in den bak laten steken, nooit!  Véél mogelijkheden om aan dit lot te ontsnappen vonden ze zo niet direct, en de tijd begon te dringen. De eerste trein met een contingent van 400 ex-brigadisten was gisteren al naar Frankrijk vertrokken, en dit scenario zou zich in de toekomst tweemaal per week herhalen, tot uitputting van de stock...

Maar op deze comfortabele terugreis moesten ze niet rekenen zonder geldige papieren en een tijdelijk visum van drie maanden. Stel dat ze deze documenten ophaalden in de ambassade, met de trein vertrokken en onderweg ergens in Frankrijk onderdoken, dan werden ze daar binnen de kortste keren vogelvrij verklaard. En vroeg of laat opgesloten...

Toen ze een tweede serie flessen aanbraken wierp de Ket de langverdrongen uitweg op tafel: " Mijn gedacht kunt ge beter een Spaanse pas aanvragen, quite van u te engageren bij de Armada popular of niet..."

" Ge denkt toch niet dat die gasten u de keuze gaan laten hé! " spotte Steiner: " Eérst uw engagement tekenen, vóór ge een nieuwe Spaanse pas krijgt, of dacht ge soms dat ze zot waren!  En als ge dàn nog gaat lopen zijt ge deserteur: op korte termijn goed voor zes kogels in uw pels!  Neen merçi! "

Zo kibbelden ze nog de rest van de middag voort om zich uiteindelijk bij het onontkoombaar besluit neer te leggen: O.K., verdomme! Dan werden ze maar Spanjaard en tekenden ze voor de Armada! Of wilden ze soms ééuwig leven? Een witte Kerst vieren aan de Ebro: dat was weer eens iets ànders...Viva la muerta!


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
14-05-2012, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
15-05-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 74
Klik op de afbeelding om de link te volgen

A47:   EEN NIEUW BROERTJE.

            Westende, 13 december '38.

Kwart na zeven 's morgens: hoogste tijd voor Joseph om naar de halte te stappen, ook al zou de "let-op" - zoals de kusttram door de dorpsjeugd werd genoemd - met dat vuile weer wel wat vertraging hebben. Het dikke sneeuwtapijt rondom de barak lichtte vreemd op in de duisternis en scheen elk geluid te smoren, buiten het gorgelen van het smeltwater in de regenpijp. De wind was gaan liggen, en de dooi had het tuinpad al omgetoverd tot een gore sompige brij...

Iemand had het pak natte sneeuw op de brievenbus aan het tuinhek weggeveegd: " Tiens, de facteur is wel dànig vroeg op trot voor een maandagmorgen..." vond Joseph verwonderd, vooral omdat ze hoe dan ook slechts zelden  post besteld kregen. Maar toen hij onder de klep keek zag hij enkel een dubbelgevouwen blad zitten dat, voor zover hij in het donker kon zien, nog maagdelijk onbeschreven was aan beide zijden. In een opwelling wilde hij de flauwe grappenmaker voor schut zetten door het blad in een prop weg te gooien, maar stak het dan toch maar in zijn jaszak.

In het betonnen schuilhokje aan de halte stonden de vaste klanten te verkleumen: vier jongens en drie meisjes die zoals hij school liepen in Oostende. Verder nog de stijve notarisklerk Bosteels die steevast hoestte als Joseph daar 's morgens zijn eerste pijpje opstak en Twanne Wullaert die 'iets was' op het bureel van de maalboten.            

In de donkerste hoek zat ook die zwarte dame weer, nauwelijks zichtbaar. Ze was hem al een paar weken geleden opgevallen omdat ze zo goed rook naar kolonje en hij had haar sindsdien iedere maandagmorgen geregeld teruggezien. Waar ze hier ergens woonde wist hij niet, en hoé ze heette nog minder. Maar in zijn zwoele bedfantasmen speelde ze - ondanks het verschil in leeftijd - af en toe de hoofdrol, vooral sinds het niet meer zo goed boterde met zijn Nadientje... Als "Linda" verscheen ze dan in bizarre flitsen van zijn dromen, en overlaatst was hij zwaar zwetend wakker geschrokken toen ze hem in een bloedrode kamer helemaal had vastgebonden. Maar overdag hield hij haar in zijn gedachten op veilige afstand en deed haar smalend af als "Het Schilderij"...

De tram kwam met ruim tien minuten vertraging onder een regen van blauwe vonken uit de bocht vanachter de besneeuwde duinen gegleden. Omdat Linda vooraan in eerste klasse opstapte, scheidden hier hun wegen en kon Joseph zich in de aanhangwagen ongestoord concentreren op zijn geplande charmeoffensief tegen Nadine.

Ach ja ,Nadientje...Haar onverschilligheid van de laatste maanden had hem dieper gekwetst dan hij wilde toegeven, vooral omdat van zijn verhoopte successen bij de z.g. "zwermen loslopende schoolmeisjes in Oostende" niet bijster veel in huis was gekomen...Na de vuile streek, die ze hem eind augustus gelapt had in haar garage, had hij verwacht haar met hautain negeren tot inkeer te kunnen dwingen. Maar deze tactiek was faliekant afgelopen: ze had demonstratief haar vriendin Françoise in de armen gesloten en hém in zijn vet laten gaarstoven. Om dàt nog recht te trekken, zónder als een gieter àf te gaan, moest je verdomme een sterk stukje kunnen flirten. En hij twijfelde er eerlijk gezegd aan of hij als jonge Casanova wel genoeg bagage bezat voor dergelijk stuntwerk...

Hij zag haar in Westende op het perron twijfelen tussen vóór-of-achteraan-opstappen, maar dan toch maar de aanhanger kiezen. Ze schoof tussen een vijftal àndere verkleumde passagiers stomend de wagen binnen, zag hém bij de deur zitten en koos ostentatief een vrije bank middenin, de feeks! Bon, dan was hij nù aan zet...

Hij stond op en ging naast haar zitten, ondanks haar verontwaardigde snoet: " Da's bezet! Ik hou die plaats voor Françoise! "

" In Middelkerke sta ik wel recht als ze opstapt. Bij de deur daar zit ik in den trek. Hier is't warmer!" Waarop hij plagerig wat dichterbij schoof en zonder haar de tijd te geven om zich te herpakken knikte hij naar haar dunne boekentas: " Ook examens? "

" Huishoudkunde en koken." Ijzig kortaf. 

" Wij Duits vanmorgen en geschiedenis na de noen! Daar heb ik geen schrik van. Maar morgen is't Frans en natuurkunde: dat is van den hond zijn kloten! "

" Hoezo? ", smaalde zij: " Monsieur Baron parle quand' même Bruxellois comme un vrai ?! Met al die hoge studies in de Walen!  Dat hebt ge ons toch wijs gemaakt: dat ge generaal ging worden in 't Frans leger! Wel, we hebben ze in 't dorp bezig gezien, die clowns van den troep: ocharme m'n arme, die bende zatlappen! "

Joseph negeerde haar uitval: " Ja, Frans zal wel goed gaan, maar die natuurkunde!  Dat is een ànder paar mouwen! Die vraagstukken van de versnelde cirkelvormige beweging, de arbeid en de kinetische energie: één klein foutje in de eenheden en 't is om zeep! Niet dat ik ga buizen, maar 't is altijd rijden en omzien, hé!"   

Zo, dié zàt, verwaand stuk keukenmeid met je kookpotten!!

Nadine gaf zich echter nog niet gewonnen: " Oei-oei  Versnelde energieken arbeid! Da's anders niks voor lui Jefke! "

Nu moest hij toch even slikken. Maar als ze de man wilde spelen in plaats van de bal: dàt kon hij ook!

" En wanneer hebt gij examen van afwassen?"

Even leek het of ze in een Franse koleire ging uitbarsten, maar toen gaf ze hem proestend een nijdige draaineep in zijn dij:" Joseph Petré! Schept maar kolen! Ge gaat nog spijt krijgen ventje, van mij zo uit te lachen...Maar we zijn in Middelkerke-post. Gaat maar rap weer in den hoek zitten, want Françoise is er! "

Mis: die was er niét. Nadine dééd wel beteuterd, maar hij merkte dat ze zich daar nogal gemakkelijk over heen zette. Tot bij 'Domein Prins Karel' staarden ze beiden  zwijgend over de voorbijschuivende sneeuwduinen naar de eerste klaarte van de dageraad. Maar toen besloot Joseph zijn kans op een neutraal vlak te wagen: of ze gisteren bij 't uitgaan van de hoogmis ook dat bekvechten had gezien tussen de boyscouts en de oud-strijders? De jongens van 'Totemgroep Sint Laurentius' wilden een collecte houden voor "de melaatsen van Pater Damiaan" terwijl de pare zondagen al een jaar lang voorbehouden waren voor de inzamelingen van de oud-strijders. Die bedelden voor allerlei patriottische werken, gaande van steun aan de oorlogsinvaliden, de uitrusting van de Burgerbescherming of de aankoop van nieuwe jachtvliegtuigen voor de Luchtmacht. En door de vrome bezieling van de jeugd dreigde de spoeling voor de oud-strijders wat dun te worden. Vandaar wat trekken en duwen en oneerbiedige bijnamen over en weer, wat in een klein dorp de generatiekloof pijnlijk uitdiepte. Gelukkig hadden Jos en Nadine beiden de melaatsen van Molokaï gesteund, zodat ze daarover tenminste niet konden kibbelen.

Gesterkt door deze eensgezindheid en het lijfelijk contact in de snerpende bocht van de tram naar de Wellingtonrenbaan besloot hij zijn kans te wagen. Of ze geen zin had om volgende zondag mee te gaan naar de film in de 'Tap'?  Als hoofdschotel draaide pater Morillon ofwel "De Witte", ofwel "Temps modernes" met Charly Chaplin: hoe dan ook zouden ze een goede scheet kunnen lachen!  

Ze bleef nog wat moeilijk doen en pas aan de 'Place Marie-José' ging ze halvelings door de knieën: " Ge zult mij wel zien..."

Zijn dag kon niet meer stuk!                                                

Enfin, dat dacht hij toch. Tot hij die middag, na zijn examen zijn jas aantrok en in zijn zak die prop papier terugvond. Er leek tóch iets op geschreven maar  het anilinepotlood was door de nattigheid in purperen inktvlekken uitgelopen. Hij streek het blad glad op de rugzijde van zijn boekentas maar het duurde even voor hij een paar slierten van de tekst kon ontcijferen.

".....laat de kinders....eren, zonde.. spijt, lijk dat eerste......dat de zijne niet....Marie biecht....de ECHTE VADER...."

Wat was me dàt??!! Het ging duidelijk over een zonde die Marie - zijn moeder?  - moest opbiechten. In verband met een eerste... wat? ... Een eerste kind? En waarom stond 'ECHTE VADER' in hoofdletters? Was daar een probleem mee? Maar het licht in de schoolgang was te zwak om àlle woorden onder de inktvlekken deftig te ontleden en hij besloot daarmee dan maar te wachten tot thuis. Misschien kon hij zelfs zijn moeder in verlegenheid brengen door haar met haar zonden te confronteren?  Een leuke afwisseling tegen de stroom van verwijten waarmee zij hém regelmatig om de oren sloeg!  

Hij borg de brief zorgvuldig tussen de bladen van zijn kladboek in zijn boekentas. Maar op de tram naar huis besloot hij éérst bij tante Jetje uit te vissen wat voor 'n zonde het wel kon zijn die Marie zo dringend moest opbiechten. Misschien wist ZIJ ook wel méér af van die brief? ...Want nu ze zowat overhoop lag met moeder kon ZIJ die wel eens geschreven hebben...In dat geval moest hij verder geen moeite doen om de tekst te ontcijferen. En mocht blijken dat zij er voor niets tussen zat kon hij, bij klaar daglicht, met behulp van zijn vergrootglas trachten de volledige tekst van dat epistel terug samen te stellen. Kwestie van op zéker te spelen en geen bok te schieten als hij dit moeder later voor de voeten zou gooien...

 

Maar thuisgekomen voelde hij meteen dat de tijd van de spelletjes voorbij was. Moeder zat met rode ogen aan tafel en - o wonder! - Jetje leek op een stoel tegenover haar moeite te doen om haar te troosten. Ze keken wat bokkig toen hij verrast vroeg wat er gaande was, maar al vlug begreep hij dat moeder ontslagen was als kokkin in Ons Rustoord. Niet zij alleen, maar samen met àl het àndere keukenpersoneel. En niet onmiddellijk, maar pas binnen drie weken. En niet compléét ontslagen, want ze mocht voortblijven als kuisvrouw had madam Jadot, de 'économe' genadig voorgesteld...

" Wel, dat is toch zo erg niet..." poogde hij.

" Nee? ! Weet ge wat een kuisvrouw verdiend?  Nog de helft niet van een kokkin!  Plezant hé!  Daar moet ik dan een huishouden mee rechten!  En etensresten uit de keuken kunt ge ook vergeten: de kuisvrouwen hebben daarop geen recht! ...Die smerige stinkjoden! "

" De joden?  Wat hebben dié daar uitstaans mee? "

Maar lang moest hij niet op een uitleg wachten. Na de troebelen in Duitsland, die de kranten "de kristalnacht" noemden, was er een golf van doodsbange joodse vluchtelingen België binnengestroomd langs allerlei wettelijke en onwettelijke kanalen. De illegale inwijkelingen werden zoveel mogelijk door de rijkswacht terug over de grens gedreven, zodat de Duitse overheid hen in kampen kon opsluiten (sic !). Maar voor de officiële immigranten moest wel een onderdak gevonden worden. Daarom had een joodse hulporganisatie 'Ons Rustoord' afgehuurd om er vanaf januari een troep Duitse weeskinderen in op te vangen. Joodse, wel te verstaan ditmaal!

De mensen van het dorp hàdden het, uit ondervinding, niet zo voor vluchtelingen. Dat verteerde zéro-de-botten en bracht bovendien nog allerlei ziektes en ongedierte mee!  Het was daarbij al 'slechten tijd' voor iedereen en dan kwamen die vreemde luizen hier nog onze kassen van 'den Openbare Onderstand' plunderen!  Aan de Spaanse vluchtelingen die twee jaar geleden een tijdje in 'Ons Rustoord' gecaseerd werden, hadden ze in het dorp geen al te beste herinnering overgehouden, met dat gebedel van die snotjong, heel den tijd! En al dat wasgoed dat regelmatig van de drooglijnen verdween zal ondertussen ook wel Spaans klappen, hé...

Maar tenslotte waren die Basken van inborst nog ware kristen geweest, ook al deden ze niets anders dan groeten met de gebalde vuist lijk gestampte communisten. Tóch kwamen ze na korte tijd allemaal braaf naar de kerk, lijk iedere normale kristenmens...

" Dat moet ge van die vuil joden niet verwachten! " wist Jetje: " Na de moord op den Here Jezus..."

Maar Marie trok vermoeid de schouders op: " Zeg Georgette, wat kan mij dat schelen! Zijn wij soms zo'n pilarenbijters? Laat de mensen geloven wat ze willen: er zitten al genoeg schijnheiligaards en komedianten in de mis!  Voor mijn part mogen ze onder elkaar het Heilig Kalf aanbidden, als ze dat geestig vinden! Maar dat ze verdomme niet zeggen dat ik vuil kook, of dat mijn eten ongezond is, want dàt is gelogen! Patatten en groensels worden twee keer gespoeld bij mij, en vlees of vis goed doorbakken: daar kan nooit iets mee gebeuren! Ik heb nog nooit geweten dat er één de schijterij zou gekregen hebben van mijn eten!  En mij dan zomaar buitensmijten lijk een hond: schandelijk!!"

" 't Is zekerlijk een smerig affront, Marie, maar ge moogt dat niet persoonlijk oppakken. Die van de keuken zijn allemààl ontslagen. Dat vreemd volk màg ons eten niet, en daarmee uit. Ik heb menen te verstaan dat die jodenkinders van hunnen paus speciale kost moeten eten, misschien om aan te sterken... Of omdat ze een raar ziekte hebben die hen gevoelig maakt voor onze Belgische microben?  Stanse Berkenout heeft gehoord dat de groep die vorige week in Koksijde is aangekomen een soortement doktoor bijheeft die al het eten op voorhand keurt. Dat zal hiér ver hetzelfde zijn...ALS ze komen, hé, want al bij al: ze zíjn hier nog niet! En op drie weken kan er veel veranderen, zegt nu zélf..."


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (5 Stemmen)
15-05-2012, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 75
Klik op de afbeelding om de link te volgen

DE MOORD OP JEZUS.

Er veranderde inderdaad veel, op héél korte tijd. De hetze in de kranten tegen de joodse vluchtelingen nam ongekende proporties aan. De eerste berichten over hun massale uittocht naar ons land, met achterlating van "al hunne rijkdommen" weekten al vlug commentaren los over "de vele vreemde dompelaars waarvoor de nationale hulpkassen en noodsteunkredieten niet onbegrensd konden blijven opdraaien: eerst moeten de rechten van onze eigen noodlijdenden verzekerd worden. De meesten zijn ten andere uit vrije wil uit het Derde Rijk van Herr Hitler vertrokken, zonder dringende redenen. Puur uit zucht naar comfortabeler levensomstandigheden, parasieten als het ware...De wijze waarop zij nu met veel misbaar de slachtofferrol spelen, kan énkel de toorn van de Duitse Rijkskanselier aanwakkeren en iedereen weet onderhand welke slechte invloed dit heeft op de reeds gespannen internationale betrekkingen." De joden vervolgens afschilderen als verdoken oorlogsstokers was maar een kleine zet, die in de publieke opinie bitter weinig weerstand ondervond...

Dank zij de 'onhandige uitlatingen' van één of andere dolgedraaide dorpspastoor werd weer druk geroddeld over de vermeende schuld van dé joden aan de moord op Christus. Dat deze verdenking na twintig eeuwen onderzoek nog steeds niet werd hard gemaakt mocht de geestdrift niet fnuiken: de vele moeilijkheden die joden nu te verduren kregen was enkel Gods gerechte straf!  

Dergelijke onzin deed de bloedvetes tussen de kranten van verschillende gezindten weer hoog oplaaien. Het ene woord bracht het àndere mee, en na een paar scheldtirades vergleed het gekrakeel naar een publiek moddergevecht over corruptie en oplichterij die met de immigratie geen uitstaans hadden, maar waarvan de joden voor het gemak toch maar de schuld kregen...

Al dat bekvechten over de vluchtelingen - zowel de Spaanse 'roden' als de Duitse joden -,  hadden reeds op 7 december onze regering Spaak doen wankelen en de 72-jarige minister van volksgezondheid Emile Vandevelde brutaal tot ontslag gedwongen. Toen deze drie weken later plots stierf werd schaamteloos over een politieke moord gefluisterd, een primeur in de Belgische geschiedenis die door zowel de linkse als de rechtse extremisten extra dik in de verf werd gezet.

Het kleine grut rond de Bassevillestraat merkte niets van deze drastische ommezwaai in de mentaliteit van de mensen. In hoofdzaak omdat al wat reilde en zeilde in de politiek nauwelijks tot hen doordrong en ze het voor de rest wel makkelijk vonden met de jood een zondebok bij de hand te hebben voor alles wat misliep in de wereld. Daarbij kwam nog dat ze met de dramatische veranderingen in eigen kring reeds genoeg kommer en kwel om de oren hadden om het niet verder van huis te moeten zoeken...

Marie, bijvoorbeeld, zat maar te piekeren hoe ze de plotse halvering van haar inkomen nà nieuwjaar zou kunnen goédmaken. De postjes om iets bij te verdienen buiten haar normale werkuren van Ons Rustoord lagen niet voor het grijpen. Hotelkeukens kuisen kon énkel tijdens het seizoen, en privé wilde geen enkele madam nog een werkvrouw in huis zien rondlopen nà het avondeten...Zelfstandige kokkin spelen op feesten veronderstelde de beschikking te hebben over een volledige keukenbatterij. Dus niet. Daarbij, zóveel kandidaat-trouwers zag ze niet in 't dorp, de eerste maanden, en de plechtige communies kwamen pas in mei... Naaien kon ze ook vergeten, zonder Singer... Bleef enkel het sokkenbreien met een gekochte machine op afbetaling: goede verdienste met gegarandeerde afname van de productie,  werd er beweerd. Maar volgens de onderpastoor in de Boerinnenbond had verwittigd was dat pure oplichterij...Jezus, wie moést ge dan nog geloven? ...En de Leon bùiten de vakantiedagen mee laten varen op de 'Astrid' was vragen om zever met meester Engelborghs!...

Toen Leon over de moeilijkheden hoorde wist hij, wat hém betrof, onmiddellijk een oplossing: vis stropen op de laagwaterlijn!  Tussen de golfbrekers van 't Bad visten er zo al een paar man, maar hier op het Laureins-strand lag alles nog vrij. Als hij hier een lijn legde met veertig-vijftig vishaken, kon hij elke laagtij zeker een tiental pladijzen oogsten!  Een paar voor 's avonds zelf op te eten - of kado te doen aan meester Engelborghs als wederdienst voor al zijn goede zorgen -, en voor wat overschoot vond hij wel een koper!  Marie moest onwillekeurig lachen: die kwibus zou later nooit honger lijden, daar was ze gerust in!

Joseph kon zich deze huiselijke troebelen niet aantrekken: hij had zo wel voldoende eigen probleempjes...  Eerst en vooral met Nadine. Die had hem verdomme, ondanks haar belofte, vorige zondag in de Tap ferm voor schut gezet, de feeks!  Ze was wél naar de filmvoorstelling gekomen, o-ja! Maar mét haar vriendin Françoise De Bens!  En plezier dat die twee geiten samen hadden, mensen toch!  En hij er als een onnozelaar maar bijlopen als vijfde wiel aan de wagen...Van de hoofdfilm - 'Moderne Tijden' van Charly Chaplin - herinnerde hij zich enkel dat hij er niet mee kon lachen. Want na de eerste pauze dwong zijn trots hem een pint te gaan pakken in de kantine en die twee stomme bakvissen in hun lol te laten stikken... Maar van het vóórfilmpje integendeel herinnerde hij zich na een week nog elk beeld.

Het ging zoals gewoonlijk wéér over het leven van de missionarissen in de Kongo en wéér over het redden van zwarte kinderzieltjes, de breilessen voor de negerinnen en de opleiding tot hulpverpleger voor de brave Bambula. Een beetje afgezaagd en een iétsje-pietsje té nadrukkelijk. Maar bon...

Ditmaal echter bracht de film ook de betrekkingen met 'Monsieur l'Agent Territorial' in beeld. En er werd zelfs een beetje reclame gemaakt voor deze smetteloos witte halfgod, die zijn domein - zo groot als België, pochte pater Morlion achter de projector - doorkruiste per auto of draagstoel, op een olifant van vijf meter of in een prauw met honderd roeiers...En zonder fout in elk rimboedorp feestelijk ingehaald werd door kwistig witgekalkte naakte meisjeskoren en gevederde scharen stampvoetende krijgers onder leiding van een spastische tovenaar. Deze mocht bij herhaling voor de camera en de minzame missiebroeder met veel misbaar zijn zwarte getormenteerde ziel komen blootleggen: publiek succes verzekerd!  

Het leven van de blanken in de kolonie werd er zó opgehemeld dat er bij Joseph een klein belletje ging rinkelen. Missiebroeder worden zei hem absoluut niets, maar gebiedsbeheerder?... Met een hagelwit uniform op een reusachtige olifant?... De wilde negers die voor u in het stof kruipen en slaafs gehoorzamen bij de eerste vingerknip? ...In alle kringen met de grootste eerbied ontvangen worden?... En de mooie dochters van de rijke kolonialen die smachtend naar uw gunsten hengelen?... Dan kon Nadine de pot op, met al haar koude kak!... Neen serieus: zou dat geen betere carrière zijn dan officier in het leger?... Want zeg nu zelf, zo'n glorierijk figuur hadden die nu ook weer niet geslagen gedurende de laatste mobilisatie: geen kat die naar hen luisterde en soldaten die hen steeds voor schut lieten staan...

Joseph voelde dat zijn leven hier een heel nieuwe wending kon nemen, een stralende toekomst tegemoet! En dat zou hem meteen verlossen van de ergerlijke banden  met zijn armzalig milieu en de beschamende smet op zijn naam. Want na alles wat hij eergisteren over zijn familie had ontdekt, kon hij wel in de grond kruipen!

Stel je voor: hij ging er altijd van uit dat hìj de oudste zoon van het gezin Petré was. Mis, poes! Zijn moeder had vóór hem nóg een kind gekregen! Toen ze nog géén zeventien was, stel je voor!  En natuurlijk niét getrouwd, hé, of wat denkt ge!  En op de koop toe van een onbekende vader! Moet er nog zand zijn??... Je zou voor minder naar de Kongo vluchten!

Hoe hij dat te weten was gekomen? Simpel, door die brief te ontcijferen die hij overlaatst in de bus had gevonden, tiens!  Makkelijk was het niet gegaan, want het vocht van de gesmolten sneeuw had het anilinepotlood deels doen uitlopen en het verfrommelen had ook geen goed gedaan. Maar mét zijn vergrootglas, en door het zonlicht scherend over het blad te laten schijnen, slaagde hij er zaterdagmiddag op de slaapkamer in de bevlekte tekst als volgt weer samen te stellen:

" Dis laat de kinders creveren zonder spijt lijk het eerste dat van hem niet is. Marie biecht wie de ECHTE VADER is!!!"

Hier en daar had hij wel wat moeten raden, maar dit leek hem de enige vlotte volzin die hij uit het purperen soepje kon distilleren...

Moeder had dus van een vreemde man een eerste kind gekregen dat Dis had laten 'creveren'. Dood geboren? Wiegedood? Gesmoord?  Wie zal het zeggen?...

Maar dat hij weinig reden had om fier te zijn op zijn ouders, was nu wel duidelijk!


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
15-05-2012, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
17-05-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 76
Klik op de afbeelding om de link te volgen

A48BIS HET EINDE VAN DE SPAANSE BURGEROORLOG.

 

De laffe houding van het Westen tegenover de Duitsers en Oostenrijkers die na de 'Kristallnacht' het Hitlerregiem ontvluchtten - toevallig meestal joden - werd overal doodgezwegen. Méér nog :de buurlandenDe pers richtte dan maar vlug de aandacht op de vreselijke eindbalans van het mislukte Ebro-offensief: 100.000 slachtoffers! Links verloor tijdens deze drie maanden durende slag (verminkten niét meegerekend) bij de 15.000 doden, Franco 10.000. Zo kón het niet verder! Onder westerse druk werden de Internationale Brigades ontbonden (15/11/38) en keerden ongeveer 60% van de buitenlandse vrijwilligers verbitterd naar huis terug, velen met de pijnlijke indruk als ratten het zinkende schip te verlaten. Zij die geen thuis meer hadden, zoals de Duitse en Italiaanse antifascisten en apatriden, kregen de Spaanse nationaliteit mits "bij te tekenen" in de eenheden van het volksleger.

Toen de Franquisten op 23 december hun eindoffensief over de Beneden-Ebro en de brede zijrivier Sègre inzetten, werd door de ontmoedigde republikeinen nog slechts sporadisch weerwerk geboden...Tijdens hun dramatische aftocht ,richting Pyreneeën en Zuid-west Frankrijk - "La Retirada" - ,viel het Rode Volksleger gaandeweg uitéén in rivalliserende roversbenden door een bloedige aaneenschakeling van broedermoorden en waanzinnige inwendige liquidaties.

Op 26 januari '39 viel de "hoofdstad" Barcelona weerloos in handen van de fascisten en sloeg de Catalaanse burgerbevolking massaal op de vlucht naar Frankrijk, dat echter tegen deze vloedgolf van miserie aanvankelijk in paniek de grens sloot. Met tegenzin moest het uiteindelijk begin februari een 250.000 halfbevroren sukkelaars toelaten en interneerde hen onder mensonterende omstandigheden in haastig geïmproviseerde kampen op de stranden van Argelès ,St-Cyprien en Le Barcarès. Ook de resten van het noordelijk leger (200.000 man) forceerden zich toegang tot Zuid-Frankrijk en ondergingen er hetzelfde lot.

Het barslechte kampleven moe keerden begin maart een 100.000 dienstplichtigen naar Spanje terug om ditmaal aan de zijde van Franco verder te strijden (+/- 50%) of zich aan zijn genade toe te vertrouwen. Een 50.000 man week uit naar Mexico, Cuba, Chili en Columbië of nam dienst in het Franse Vreemdelingenlegioen. Anderen doken tijdelijk in de omliggende steden onder. 

Ook van de burgerlijke vluchtelingen keerde op den duur de helft naar Spanje terug. De rest berustte in hun internering of vond asiel in een ànder westers land (3.000 in België).De 35.000 achterblijvers in de kampen zullen vanaf '43 het gros van het Zuid-franse "Maquis" vormen.

Ook in het centrale rode gebied rond de driehoek Madrid-Almeria-Valencia luwde allengs de strijd. Negrin poogde nog in Madrid een communistische dictatuur te vestigen, maar de uitgehongerde bevolking was de oorlog kotsbeu en de anarcho-syndicalisten van C.N.T. en P.O.U.M. sloegen aan het muiten. In de week van 4-12 maart, de z.g. "semana comunista", vochten zij in Madrid de zoveelste burgeroorlog binnen het linkse kamp uit en versloegen de aanhangers van Negrin. Deze vluchtte op 7/3/39 met alle kopstukken van zijn regiem, via Frankrijk tenslotte naar de USSR. Daar vereffende Stalin tijdens de laatste zuiveringsprocessen de rekeningen. Enkel leiders die tijdig uit Moskou naar het Westen terugkeerden, zoals de Italiaan Togliatti, de Tsjech Arthur London en de Kroaat Tito, konden voorlopig hun kop redden. Maar de latere Tsjechse partij-secretaris Slansky werd zelfs nog in '52 in Praag publiekelijk opgehangen...

Twee weken na Duitse troepen op 15 maart Praag bezetten, kon ook de "Caudillo" Franco zonder verder nog een schot te lossen Madrid binnentrekken. Op 1 april '39 verklaarde hij de oorlog als beëindigd. Maar dat was een lugubere grap, want nu begonnen de vuurpelotons pas écht te werken...wat het totaal aantal doden van de Spaanse revolutie uiteindelijk bracht op ruim 85O.OOO...

West-Europees links bleef met een kater zitten.

Stalin niet. Die tekende vijf maanden later een vriendschapspact met Hitler. Zo kon deze de slachting herbeginnen, maar dan in 't groot...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
17-05-2012, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
20-05-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 77
Klik op de afbeelding om de link te volgen

A49  EEN BRUG TE VER.

 Ségre-front bij Lerida,             

                          20 december '38.

Vanaf hun allereerste contact met het kader van de Armada popular, het Volksleger van de republiek, wisten ze genoeg: door vrijwillig dienst te nemen bij dat zootje hadden ze DE stommiteit van hun leven begaan...

De eenheid waar ze zich moesten aanmelden lag in de brede stroomvlakte van de Ségre bij het dorp Albatarrec, op ongeveer zes kilometer ten zuiden van de grote stad Lerida. Wat van het dorp nog recht stond gebruikte de compagnie voorlopig als rustkantonnement, op vijfhonderd meter achter het front. De 'tranchees' van de eerste lijn volgden kriskras de linker oever van de rivier.

Deze grote zijarm van de Ebro was hier een dikke driehonderd meter breed, maar zéér ondiep zolang de sneeuw in de Pyreneeën niet smolt. En dus voorlopig geen échte natuurlijke hindernis, indien Franco mocht beslissen in hun sector zijn voorspelbaar offensief naar 'hoofdstad' Barcelona te starten. Dat had in feite al een week geleden moeten losbarsten maar was blijkbaar door de oproep van Paus Pius XI voorlopig uitgesteld. Deze had bij de "Caudillo" Franco op een godsvrede tijdens de Kerst aangedrongen en sindsdien kon de heilige man op héél wat vurige supporters rekenen in het...linkse kamp!

De troep liep er in het dorp als een bende voddebalen tuchteloos bij en scheen daar op de koop toe nog fier op te zijn ook. De meestal jonge soldaten trachtten zich met allerlei kleurige stukken burgerkledij - wanten, sjaals en bivakmutsen, maar ook ruwe schaapsjakken over hun uniform - tegen de koude wind te beschermen. Zelfs bij een paar sergeanten moest je al goed kijken om de distinctieven van hun graad te ontdekken.

Hun nieuwe eenheidscommandant heette Tenente Cristobal,  maar werd 'Bal' genoemd om het hem in dit marxistisch milieu niet moeilijker te maken dan het al was. Op eerste zicht leek hij de énige officier in de hele compagnie want zijn voogd, de politieke commissaris, was een paar dagen geleden gewond afgevoerd. Van de vier pelotons die Bal verondersteld werd te leiden werden er nu drie bevolen door onderofficieren. Marco kreeg als gereputeerde ijzervreter onmiddellijk het bevel over het vierde toegeschoven, met Steiner als adjunct.

Hun aureool van 'bloedhond uit de brigades' scheen Tenente Bal weer wat moed te geven in een voor de rest hopeloze situatie. Zo helemaal alleen tussen die troep slonzen kwam hij over als een oude uitgebluste schoolmeester. Later zouden ze horen dat hij dat in een vorig leven ook effectief was gewéést, dorpsonderwijzer... Ze merkten al vlug dat de sukkel niet de minste aanleg had voor zijn leidersjob: zijn bevelen hadden noch de juiste klank, noch het goede ritme en bij het roepen sloeg telkenmale zijn stem over kop. Hij twijfelde aanhoudend aan de juiste militaire termen, waardoor zijn richtlijnen op zijn zachtst gezegd wat wazig overkwamen. Hij keek zijn ondergeschikten nooit in de ogen en liet zich door zijn adjunct alles voorzeggen. Kortom: een sukkel.

Zijn graad van ónderluitenant - op dié leeftijd! - was hem waarschijnlijk van hogerhand met geweld opgedrongen om een zondebok binnen bereik te hebben, mocht er iets mis lopen. En dàt er vlug iets mis zou lopen,  wist zowat de hele compagnie. Daarover maakte niemand zich illusies, en Tenente Bal nog allerminst. Hij deed verder ook weinig moeite om de schijn op te houden dat hij zijn honden-job wel aankon. De komst van versterkingen uit de ontbonden Internationale Brigades beschouwde de man blijkbaar als een onnodige verlenging van zijn lijdensweg... Mooi vooruitzicht!  

Véél tijd kreeg Marco niet om het peloton schobbejakken, dat Bal hem toevertrouwde, naar zijn hand te zetten. Reeds de volgende nacht - maanloos en pikdonker - trok de compagnie in een lange sliert, luid mopperend en vloekend bij elke misstap, door de zwart geblakerde ruïnes van het dorp naar de loopgraven in eerste lijn...

 

Tegen de morgen treuzelde de klaarte om door te breken. Tot overmaat van ramp begon het hard te sneeuwen waardoor je de vijandelijke oever achter de voortschuivende witte sluiers slechts sporadisch kon ontwaren. Dus mochten ze het gebruikelijke inschieten op de vaste doelen aan de overkant voorlopig wel vergeten. Al goed, want Marco stelde tot zijn verbijstering vast dat zijn drie mitrailleurschutters nog nooit van dit klassiek ritueel hadden gehoord! Steiner kon zich dus tot de late namiddag te pletter schreeuwen om die mannen én hun sectiechefs een rudiment van vuurbeheer bij te brengen.

" Hoe zouden die gasten dan vroéger een aanval hebben afgeslagen? " vroeg Marco zich af.

" Als ge ziet hoe glorieus we er nu voorstaan, zijn ze daar waarschijnlijk nog niet te dikwijls in gelukt!" grolde Steiner. "Volgens hun uitleg schoten ze op àlles wat in een halve cirkel vóór hen bewoog, zolàng het bewoog en zíj nog munitie hadden! Maar 'k zeg erbij dat ze nooit een deftige opleiding hebben gekregen..."

" Verdomme, dat belooft! Hopelijk kan de paus de Moren nog een tijdje tegenhouden, want als wij het moeten doen!..."

" Weinig kans Compadre! Ten eerste: aan de overkant zitten sowieso geen Moren meer, maar Italianen van de fascistische Littorio-divisie. En ten tweede: of de paus nog veel praat zal verkopen is ook al de vraag, want hij ligt ver op apegapen. Dat laatste nieuws hebben de mannen gisteren op de radio in het dorp gehoord, terwijl wij nog op de trein hierheen zaten..."

" 't Zou verdomd jammer zijn moest die opper-tjeef eruit knijpen: hij was nog ver de énige die Franco in toom kon houden... Want als wij het moeten doen..."

Deze zeurige herhalingen van Marco schenen Steiner minder te ergeren dan diens slappe gemekker over de dreigende toekomst...Toen ze bijtekenden voor het Volksleger wisten ze immers op voorhand - ondanks het stuk in hun kraag - dat ze aan het Sègre-front rammel zouden krijgen...Nou én?

 

Maar zwartgallige Marco kreeg gelijk!  Nog diezelfde nacht brak in de sector Lerida langs de rivier de hel los, vooral het stuk ten noorden van de stad. Hun loopgraven op de dijk deelden ook wel een beetje in de brokken, maar zo te zien zonder kwaad opzet: gewoon wat missers die in feite voor de buren bedoeld waren...

Dat vonden tenminste Marco en zijn vrienden, zijn  'Pretoriaanse garde' zoals hij hen noemde. Want buiten Steiner zaten er nog een paar oudgedienden van de Garibaldi- en de Thälmann-brigade in de compagnie Bal, waarbij ze zich onmiddellijk op dezelfde vertrouwde golflengte voelden. Het waren meestal baardige vrijwilligers die tóch niet naar hun vaderland terug konden en, zoals zij, gelaten de Spaanse nationaliteit hadden aangenomen. Maar ook een paar weerspannige miliciens die hun 'straf' in de I.B. hadden uitgezweet en nu als echte geroutineerde 'anciens' bij het jonge volkje de kop trokken in goede en slechte zin. Zo'n beschieting schrok hen niet meer af en kon hun kalmte niet verstoren. Met hun rustige houding smoorden ze ieder begin van paniek bij de jongste rekruten. Maar anderzijds koesterden deze 'oud-strijders' de slechte gewoonte een bevel steeds met de nodige argwaan te onderzoeken op gevaarlijke bijwerkingen, vooraleer schoorvoetend te gehoorzamen...Of toch te doen alsof! En daarmee kon Marco minder goed overweg...

 

Aan het moordende trommelvuur in de sector Lerida leek geen einde te komen. De hele grijze dag door beukte de vijandelijke artillerie op de stellingen van het 113. Infanteriebataljon, hun noorderburen, en het hele republikeinse front verderop, zover oog en oor reikte. Zélf bleven ze gespaard, maar vanuit hun loopgraven aan de rivier konden ze de gestage verpulvering van de Rode fortenlinie volgen alsof ze in de cinema op het eerste balkon zaten. Het sneeuwde niet meer, maar nu dreef de ijzig-koude noordenwind de zwarte carbidwolken van de beschieting in lange slierten over hen heen.

" Als ze dààr doorbreken zitten we hier als ratten in de val, met dat kanaal in onze rug: één bom op de brug àchter ons, en we kunnen het vergeten...". Marco leek er als enige de morbide humor van in te zien.

" Welk kanaal? Heb je de stafkaart van Bal mogen bekijken, dat je het achterland zo goed kent? "

" Wat dàcht je! Terwijl die stomme mossel mij de situatie aan de overkant beschreef, waar we toch nooit nog een voet gaan zetten, had ik énkel oog voor onze mogelijke vluchtroutes. Een kleine drie kilometer achter het dorp loopt een bevloeiingskanaal dat van de bergen komt en hier een eindje verder schuin uitmondt in de Ségre. Onze compagnie zit in feite geprangd in de hoek tussen die vaart en de rivier. En tenzij ge goed kunt zwemmen is er maar één uitweg: langs het baantje van het dorp naar de stad Borjas Blancas, waar we eergisteren uit de trein zijn gestapt. Die vluchtroute loopt over de brug van het bevloeiingskanaal, aan kilometer drie..."

" Ha, een échte brug van vroeger! De beschaving heeft nog sporen nagelaten! " spotte Steiner.

Marco liet zich niet van de wijs brengen: " Ik heb nadien mijn licht opgestoken: de brug is van oud metselwerk en dus niet veel zaaks. Eén vijandelijke treffer en ge kunt het vergeten!  Anderzijds is die irrigatievaart ruim tien meter breed, en twee diep, met steile oevers, dus ondoorwaadbaar.Andere gezegd: als we hier straks veilig wég willen, is die brug voor ons van levensbelang...Capitto? "

" Ja Meester!  Zeg me liever hoe het er verderop uitziet, Blaaskaak! Voorbij die brug..."

" Verderop?  Het baantje loopt tussen de heuvels naar Borjas Blancas, vijftien kilometer verder... Vervelendste is dat àlle wegen uit het omliggende in die stad samenkomen. Dus als Franco bij de noorderburen doorbreekt komt hij vanzelf dààr terecht. En als hij dààr wéér eerder is dan wij, moeten wij van de baan af, langs réchts de bergen in, en alle gerij en kanonnen achterlaten...Ik denk dat ik dringend vannacht eens met onze Bal moet gaan klappen...Neemt gij hier het bevel eens over?  De secties hebben vuurverbod tenzij ze rechtstreeks worden aangevallen..." En gebukt verdween hij in de opflakkerende nacht naar achter.

Nauwelijks een kwartier later hingen bij Lerida de eerste lichtfakkels boven de rivier. Het kanonvuur verzwakte en werd vlug overstemd door het geratel van tientallen mitrailleurs en knallende handgranaten. Wie nog geloofde in de almacht van de paus, kon nu wel inpakken: Franco had de godsvrede van de Heilige Vader smakelijk weggelachen. Zijn langverwachte Ségre-offensief naar Barcelona startte hier en nu, en Steiner wist ondertussen dat niemand deze zondvloed nog zou kunnen keren...

 

Het duurde een eeuwigheid voor Marco terug in de bunker binnenviel en Steiner van de mentale hoogspanning verloste die de bevelvoering bij hem had opgewekt. Alle secties hadden het laatste halfuur om beurt een loper gestuurd met alarmerende berichten over schimmen onder de oever en de vraag wanneer ze mochten terugtrekken. Toen Marco dat hoorde verdween hij onmiddellijk weer om "die bange wezels even een geweten te schoppen! "

Wat later bracht hij Steiner kort op de hoogte over de plannen van Tenente Bal: " Niente, zéro, nichts!  Die vent zit stijf van de schrik in zijn bunker tegen zijn adjunct te bazelen. Daar moeten we geen heil van verwachten...Ik heb daarom op de terugweg even met de I.B.-vrienden gesproken..."

" De brigadisten in de drie àndere pelotons?  Gaan ze Bal omleggen? "

" Daarover is voorlopig niets beslist...We zijn wél akkoord hem te dwingen met een detachement de brug te bezetten om de aftocht te beveiligen. Maar we gaan daar wél mee wachten tot Franco bij de buren echt doorgebroken is en naar Borjas oprukt. Dan hebben we 't excuus het front zogenaamd 'verlegd' te hebben om de open rechterflank te verdedigen. Zoniet krijgen we later last met de guardias, vooral indien Bal zich achter onze revolte zou willen verschuilen om z'n eigen pels te redden..."

" Kunnen we hem dan niet beter nu meteen..."

" Neen!  Gíj ziet mee uit hoe de doorbraak van de Italianen bij de buren verloopt, ík hou contact met de vrienden in de àndere pelotons!  Met hén zal ik beslissen hoe en wanneer die brug achter ons bezet wordt!  Houd u erbuiten..."

Met andere woorden: als het mis loopt hoefden de guardias niet méér slachtoffers tegen de muur te zetten  dan strikt noodzakelijk was...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
20-05-2012, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
Archief per week
  • 18/11-24/11 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 27/11-03/12 2017
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !
    Inhoud blog
  • Deel 400
  • Deel 399
  • Deel 398
  • Deel 397
  • Deel 396

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!