" De Afrekening"
Een West-Vlaamse oorlogsthriller in afleveringen
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
01-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 325
Klik op de afbeelding om de link te volgen

 C39     ...EN LEON ?                           

                                                                                            

Steglitz, zondag 13 mei '45.

Joseph begon zich plots te realiseren dat hij in een netelig parket verzeild was geraakt. Het zag er naar uit dat hij Martens niet makkelijk met een kluitje in het riet zou kunnen sturen, vooropgesteld dan nog dat hij zo'n 'kluitje' bezat ! Die ongelikte beer eiste niet één ,maar héél véél 'kluitjes' ! Anders gezegd :  gróte bankbrieven verdomme ! En liefst met véél nullen, in ruil voor z'n discretie over het verleden van Herr Oberscharführer Petré...Want Joseph had het vlug begrepen :één naamloze verklikking bij de Russen, en hij kon zijn wintergoed bovenhalen voor een reisje naar Siberië...

Op de heilige en hooggeprezen SS bloedbroederschap waar Kaltenbrunner nog naar had verwezen, hoefde hij bij deze verbitterde, haatdragende vent niet te rekenen, wel in tegendeel!

Hij keek de andere peinzend aan en zuchtte diep:   

" Ik weet niet waar ge het vandaan haalt...Man, hoe zou ik in godsnaam aan geld moeten geraken om jouw reis naar Brazilië te bekostigen ? 'k Heb zelf geen rotte knop! "

" Allee, vaderke, maakt dat een ander wijs, hé! Gij en Phil samen verdienden toch een deftige pree ? Daar zal toch wel iets van over blijven, zeker! "                                         

" Vergeet niet dat wij twee maanden geleden totaal werden 'ausgebombt', hé makker ,een week voor de Russen kwamen...Uit het puin van ons huisje hebben we met moeite wat kleren kunnen redden en sindsdien hokken we op een kamertje bij vrienden, die dan nu al twee-drie keer door de sovjets werden leeggeplunderd..."                                 

" Hou op, Winnetoe, of ik begin tranen met tuiten te blèren! ", spotte Martens, maar hij leek toch al wat van zijn zelfzekerheid te verliezen. " Ik heb ten andere nooit gezegd dat ge die centen hier en nu moest afdokken, of dat gij het volledige reisgeld moest betalen... Maar bloeden zult ge, vaderke, als ge zonder zever van mij af wilt geraken! Ik vraag niet dat ge voor mij een bank gaat overvallen, maar ge hebt zeker wel iets dat ge kunt verlappen: ...die gouden ring waar ge vroeger zo mee stoefte...en wat "Schmuck" van Phil, mij om 't even... Denk er maar aan dat ik u voor minder dan duizend mark niet gerust laat..."                                                    

" Duizend mark! ? Maar, man, dat heb ik nog nooit van m'n leven bijeen gezien! Waar zou ik dat in hemelsnaam vandaan moeten halen ? Duizend mark! "                           

 " Hoe gij daaraan geraakt, is uw probleem! Voor mijn part gaat ge op de hoek van de straat wat liedjes zingen: dat brengt goed op. Ik spreek van ondervinding, want ik doe al een week aan een stuk niets anders..."                                                

Joseph keek hem met een verbaasde glimlach aan, in de hoop een andere wending aan het gesprek te geven.                                

" Ja-ja, man, ge moet zo niet stom staan zien: ik zing al een week aan een stuk op het kerkhof, samen met Fredericks, die moppentapper van de 'Niederländische SS Propagandastelle' en met Truus, zijn rosse verloofde...Destijds waren wij op het 'Hauptamt' lid van het gemengd zangkoor. Nu voeren we een soort gezongen missen op bij de privé-begrafenissen van mensen die niet willen dat hun gezinslid lijk een naamloze hond in een massagraf wordt gesmeten." 

Martens leek plots weer een normaal mens: "Ik speel zelfs regelmatig voor pastoor, als het om katholieken gaat", zei hij fier, " want dat soort geestelijken is hier ver uitgestorven, en zo dient m'n potjeslatijn van Leuven toch nog voor iets, verdomme! Maar meestal speelt Fredericks predikant bij de protestanten...De mensen vragen niet, of alles wel volgens het boekje verloopt. Het enige wat ze willen is een beetje stijl, en langgerekte tremolootjes in een klassiek liedje van Bach, Haendel of Mozart! Ik kan je verzekeren dat er aardig wat gesnotterd wordt op onze diensten en dat er veel volk naar komt kijken..."                                                                      

" Allee, dan hebt ge toch een nieuwe baan gevonden, die goed opbrengt...", poogde Joseph hem laf te paaien, maar Martens was op z'n hoede.                                                                                          

" Ik kan er van leven, ja, en voorlopig is er werk in overvloed, al komen er andere kapers op de kust die met moeite " Muss ich denn" kunnen zingen, en dan nog vals...Maar het is vooral interessant omdat we als "Kulturträger" recht gaan krijgen op een rantsoenkaart van groep één. Ge hebt het daarjuist al in de gazet kunnen lezen...In afwachting zingen we vooral voor rookgerief en eetwaren, al kan ik niet zeggen dat we 's avonds veel appetijt hebben. Het stinkt daar op die kerkhoven namelijk als de pest, met al die rotte lijken die ze aan de lopende band aanbrengen. Maar dat heeft dan weer het voordeel dat de familie het zelden volhoudt tot het einde van het lied en zeker niet nodeloos blijft plakken..."                   

Hij stokte en bleef Joseph een poosje nadenkend aanstaren, tot deze er onrustig van werd: " Wat is er Martens ? Wilt ge mij soms als misdienaar engageren ?"                                         

De andere schudde zwijgend het hoofd en zei toen abrupt: " Om over iets anders te spreken...Hoe gaat het met je broer Leon ? Hebt ge daar overlaatst nog van gehoord ?..."                               

" Leon, verdomme, hoe komt ge dààr bij ?... De laatste brief kreeg ik half april, toen hij in ruststelling lag achter de Oder, juist voor ik hier zelf werd uitgebomd. Als hij nadien, tijdens het Russische eindoffensief, nog geschreven heeft, kon de Reichspost het in elk geval niet meer nasturen, in de chaos van de laatste weken...Waarom vraagt ge dat ?"                              

Martens keek hem tergend spottend aan: " Wat ik je ga zeggen, zal je misschien aanzetten een beetje rapper met de centen over de brug te komen...Luister goed, want meer los ik er voorlopig niet over: sinds eind april heb ik hem nog tweemaal gezien, uwen Leon. De eerste keer trof ik hem hier, op deze zelfde plek waar wij staan, toen die zotte Hauptsturmführer van onze Hollandse buren op den buro, Jonkheer van-kust-mijn-kloten of hoe heet dat varken..."

" Hauptsturmführer van Praet tot Sloten ?"...

" Juist! Die zot is hem - de Leon met nog een paar andere licht gewonde sukkelaars - hier uit het noodhospitaal van de Ratskeller komen halen om ergens een stelling te houden, juist voor de Roeskies hier doorbraken... Rond 26 à 27 april, moet dat geweest zijn..."              

" Leon hier in Steglitz ?! En de tweede keer ?"                                             " De tweede keer was...vanmorgen, en ik heb een tamelijk goed idee waar hij is ondergedoken...Vraag me niet méér, want voor ik de kleur van uw centen heb gezien, doe ik m'n mond niet meer open! Salut Winnetoe! Overmorgen om twaalf uur stipt sta ik bij u aan de deur! "                                        " Wacht eventjes! Weet ge mij wel wonen ?!"                        

" Kleine Albrechtstrasse, 15 B, nietwaar ?  Daar zag ik u vanmiddag toch buitenkomen, Herr Oberscharführer! Of moet ik zeggen Rabotnik Belgiskaya ? (werkman uit België)"...En met een sardonische lach liep hij het plein over naar het Rathaus, vanwaar ons aller Vadertje Stalin net zo duivels als Martens op Joseph neerkeek...                                                      

Oef, daar was hij vanaf! ...Enfin voorlopig toch, tot overmorgen. Twee dagen respijt. Maar veel aarde bracht dat niet aan de dijk: op zo'n korte tijd kon hij onmogelijk aan dat geld komen! Duizend mark...Die vent was gek zeker ?! Verontwaardigd over het brutale optreden van die wraakzuchtige zot en tevens beschaamd over zijn eigen slappe, karakterloze reactie, stapte hij op zijn krukken met grote sprongen terug naar huis. Al goed dat hij geen dienstwapen meer had, of hij zou dat varken ter plaatse hebben neergeknald! Maar de tijden waren veranderd, zijn oude dienstgraad gaf hem geen enkel gezag meer: nu telde alleen nog de fysieke kracht en op dat gebied was Martens de onbetwiste meester...Neen, hij moest trachten het hoofd koel te houden en een goedkope oplossing zien te vinden...                              Die vent wist waar hij woonde, dàt was de miserie! Onderduiken had geen zin: als die smeerlap het in zijn kop haalde hem aan de Russen te verklikken, kwamen die heren hem thuis wel even ophalen, ondanks al dat vlagvertoon aan de voordeur...Hij kon natuurlijk ook stiekem verhuizen, zonder adres achter te laten, maar dan verloor hij meteen het relatieve comfort van zijn nestje bij de oude Weimars...En de schat eetwaren op de zolder van Dahlmann...                      

De schat op de zolder bij Dahlmann...Daar zeg je al iets! ... Misschien was die vent daarmee te paaien ?... Het was wel geen duizend mark waard, maar toch: voor goed eten en drinken zouden veel mensen hun ziel verkopen, tegenwoordig! Al tekende Joseph wel zijn eigen doodvonnis, indien hij deze geheime voorraad af zou staan aan die bloedzuiger: zonder de verborgen levensmiddelen kon hij het de volgende maanden onmogelijk volhouden...Toch kreeg hij langzamerhand het gevoel dat op de zolder de oplossing lag voor zijn moeilijkheden: thuis moest hij dat probleem eens rustig van alle kanten bekijken... Hij had tenslotte nog twee dagen...              

Maar in twee dagen kon er veel gebeuren...Zo kon bijvoorbeeld Leon uit zijn schuilplaats verdwijnen, zonder nog een spoor achter te laten en dan was hij zijn broer misschien voor goed kwijt... Joseph wist niet wat hij over dat verhaal van Martens moest denken. De kerel had deze wonderlijke geschiedenis misschien gewoon uit z'n duim gezogen om hem op stang te jagen: een oude bekende in de chaos van de laatste weken twee maal na elkaar tegen het lijf lopen, zoals hij beweerde, leek wel een zéér groot toeval.

Hoe dan ook, uit wat Martens had gelost kon hij toch opmaken dat Leon de dans was ontsprongen. Fijn zo, dacht Joseph, die echter tot zijn ergernis wat beschaamd moest vaststellen dat dit nieuws hem niet met een dolle vreugde overspoelde. Stak die kinderachtige naijver van vroeger misschien weer de kop op, toen Leonneke nog zo overduidelijk moeders 'febbekakske' was geweest? Hij verwierp onmiddellijk deze belachelijke aantijging: de laatste jaren hadden hen beiden ouder en wijzer gemaakt, hoopte hij. En daarbij, Marie was dood... Samen met haar verdween ook haar oneerlijke voorkeur voor de Benjamin, wat hem vroeger - al dan niet terecht - zo dikwijls had geërgerd. Komaan , zand erover!                                                                             

Maar hij was ondertussen wel erg van zijn broer vervreemd geraakt door die lange harde jaren aan het front, praktisch zonder nieuws van 'thuis'...Dat had hij vooral goed gemerkt toen hij hem vorige herfst op de Lüneburger Heide uit het spinnenweb van dat hoertje Hélène had bevrijd...Akkoord, die beschamende druiper-affaire had iedere spontane ontboezeming in de weg gestaan, maar zelfs gedurende Leons wekenlange logeerperiode in Dahlem, hadden ze met elkaar geen enkel ongedwongen gesprek 'van man tot man' kunnen voeren...En Joseph herinnerde zich eveneens wat verveeld hoe achterbaks hij broerlief in oktober eerst naar de 'Kriegsmarine' had afgeschoven en later naar de 'Langemarck'. Zuiver uit jaloezie! Enfin, de kleine had het overleefd: dat was het voornaamste...           

Hoe het nu verder moest gaan, zouden ze wel zien. Mogelijk dat ze zich met z'n tweeën samen beter door de komende moeilijkheden zouden slaan: dat hing er wat van af hoe erg Leon gekwetst was geraakt bij de laatste gevechten...Martens had gesproken dat die Hollandse beunhaas een groepje lichtgekwetsten uit het lazaret had gevist...Maar in hun onderlinge verhouding zou Joseph het met z'n broer zonder z'n vroeger prestige van SS-Oberscharführer en zijn voetstuk van frontstrijder moeten stellen...En ook zonder z'n poot! Al deze handicaps deden hem wat opzien tegen een toekomstige ploegvorming met zijn jongste broer...En als de kleine zwaarder verminkt moest zijn dan Joseph, kon dit wel eens een blok aan zijn been worden. In het omgekeerde geval zat het er dik in dat Leon, met z'n berenlijf en ondanks het leeftijdsverschil, het leiderschap van de ploeg zou opeisen. Ja-ja, dacht hij bitter, in het land van de blinden is éénoog koning!                                               

De toch slechts lichte helling van de Albrechtstrasse pakte hem nog steeds op de adem, als om hem eraan te herinneren dat hij fysiek niet veel meer voorstelde. In elk geval te weinig om het tegen een beer als Martens op te nemen, of met hem op de vuist te gaan...De blote vuist, wel te verstaan...Maar met een mes ? En bij verrassing ?...Daarover moest hij nog eens goed nadenken...Als die walglijke vent werkelijk gevaarlijk werd, viel zo'n "Endlösung" ernstig te overwegen...En op de koop toe was hij daarbij moreel gedekt door de banbliksems van zijn baas Kaltenbrunner om elke verrader van een SS-wapenbroeder met de dood te bestraffen ! Wel dan ,waar wachtte hij op ?! Een kwestie van zuivere zelfverdediging! ...Enfin, hélemaal zuiver was het misschien niet, maar..."à la guerre comme à la guerre", nietwaar...                                                     

Thuis gekomen sloot hij zich op in zijn kamer om aan de bakerpraatjes over kleine Günter te ontsnappen en wierp zich gekleed op bed om rustig een uitweg te zoeken uit het wespennest waar Martens hem had ingestort. Maar welke meesterlijke combines hij ook uitdacht tussen de schat op zolder en het aanstaand bezoek van dat varken, ze eindigden allemaal op de punt van een mes...         

In Godsnaam dan maar ? Met een mes ?                                                     


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
01-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
02-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 326
Klik op de afbeelding om de link te volgen

ONGENODE GASTEN...

Tijdens het avondeten leidde hij het gesprek af naar de nieuwtjes die hij in de "Berliner Nachrichten" had gelezen en merkte al vlug dat Vati goed op de hoogte was. Enkel de herrie, vanmorgen met Neumann, had hen belet er toen dieper op in te gaan. Het vooruitzicht op een spoedige herneming van de levensmiddelendistributie stemde hen hoopvol, ook al waren de vooropgestelde rantsoenen verschrikkelijk laag. Maar Joseph stelde hen gerust:  alle begin was moeilijk. Om na de complete chaos, de instorting van het economisch leven én de vernietiging van alle bestaande bestuurlijke instellingen iets nieuws op poten te stellen, moest én drastisch én voorzichtig te werk worden gegaan. Voor de Sovjets was een geleide hongersnood hét beproefde middel om de burgerbevolking naar hun hand te zetten, ook al keken de Yanks nu mee over hun schouder. Dus met de tijd zou dat wel wat verbeteren, hé...       

Daarbij: zo erg lang zouden die gasten hier wel niet meer blijven, want Vati vertelde dat bij de citerne over niets anders meer werd gesproken dan over de aanstaande intocht van de Yankees. De Zwitserse radiozender Beromünster zou reeds verkondigd hebben dat ze hun divisies in gereedheid brachten om de hen toegewezen sector te komen bezetten, en daar hoorde het zuidwestelijke deel van Berlijn bij. Hildegarde vroeg hoopvol: "Steglitz dus ?"..  

De Yanks waren weliswaar primaire 'Kulturbarbaren', maar de jongens beschikten tenminste over eten in overvloed en zouden de bevolking zeker niet laten verhongeren. En de Tommies stonden klaar om naar de noordwestelijke sector op te rukken, ook al verwachtten de Duitsers daar geen wonderen van. Want Engeland had te veel onder de Duitse bombardementen geleden, om nu hier de perfecte 'Gentleman' te komen spelen... Maar aangezien de voorstad Steglitz zeker onder Amerikaans beheer zou vallen, hoefden ze zich van de Britse wraakzucht niets aan te trekken...

Dit hoopvol perspectief vierden ze gedrieën luchthartig met een paar borrels bij het licht van een kaars, die ze verkwistend tot het laatste stompje op lieten branden. Waarom zouden ze nog zo angstvallig sparen, als binnenkort weer alles te koop zou zijn ?...                              

Wat Vati er niet bij had verteld, was het gerucht dat op veel plaatsen in de stad een epidemie van dysenterie en tyfus was uitgebroken en dat de Russen vooral dààrom hun troepen in de veilig afgegrendelde kantonnementen consigneerden...                                                                   

Het viel Joseph de volgende morgen wél op, toen hij even de neus buiten stak, dat het personeel van de lijkkar er bijliep als witbestoven spoken, vol ontsmettingspoeder. De meesten droegen een luguber gasmasker en zagen eruit als reusachtige vliegen, terwijl anderen het moesten stellen met een eenvoudig wit doek voor de mond. Het was windstil en overtrokken en in de straat hing weer de penetrante zurige stank van rottende lijken. Hij besloot vandaag maar binnen te blijven en zich te concentreren op zijn probleem met Martens...                        

Op zolder, in Dahlmanns roze kamer, was het meeste water opgedroogd, maar de matras voelde nog erg vochtig aan en er hing een broeierige serrelucht vermengd met een weeïg vleugje rottigheid van buiten: niet precies een aangename sfeer om een 'vriend' in te ontvangen... Indien het weer zo nog even aanhield, zat hier binnenkort alles onder de schimmel! En de geheime spiegeldeur openlaten om de zaak wat te verluchten, hield het gevaar in dat een buitenstaander deze schuilplaats zou ontdekken. Daarbij kon van de buitenlucht niet veel lentefrisheid verwacht worden...Toch moest hij het erop wagen, want deze zwoele moerasdamp onder de pannen viel niet langer te harden!               

Na wat wringen en kalk van de grond wegschrapen, kreeg hij de voordeur van Dahlmanns appartement op slot: zo kon een ongenode bezoeker hem in elk geval al niet meer bij verrassing op het lijf vallen.

Zohaast hij de spiegeldeur openzette, zorgde de glasloze vensterramen, tegen alle verwachting in, toch voor een frisse zucht en de stank leek vlug te verminderen. Als hij het hier een etmaal kon laten tochten, zat de kans er dik in dat de dompige sfeer volledig zou wegtrekken. Alhoewel...                                    

  Plots dacht hij eraan, dat hij helemaal niet verplicht was Martens in de roze kamer te ontvangen, zoals hij eerst had gepland. Dat zou zelfs veel makkelijker gaan in de belendende woonkamer van Dahlmann, mits deze een grondige beurt te geven. Buiten het vernielde lattenplafond leek het dak zelf praktisch onbeschadigd en met de cosy-corner en het overige meubilair was van de ruimte zonder veel moeite iets deftigs te maken...De wirwar van loshangende plafond-latten eraf trekken, de glasscherven en het kalkstof wegwerken, en klaar was Kees !...                                                                

Hij besloot meteen Hildegarde aan te pakken om aan het nodige kuisgerief te geraken en spelde haar daarom een mooi verhaaltje op de mouw: gisteren was hij een landgenoot tegen het lijf gelopen, wiens onderkomen was afgebrand. Z'n verloofde was door de Russen van kant gemaakt na een collectieve verkrachting en de jongen wilde er uit wanhoop ook een eind aan maken. Maar met een nieuw dak boven het hoofd, een bed om te slapen en iemand om tegen te spreken, zou hij zijn depressie wel vlug te boven komen...                                          

" Und das Essen ?", vroeg ze wat pinnig: een tweede logeergast vond ze duidelijk van het goede teveel!                            

" Geen nood! ",stelde hij haar gerust : " die vent heeft eten genoeg bij om het een poos in z'n ééntje uit te zingen! " En zohaast hij er weer wat bovenop was, zou Joseph wel zorgen dat hij met het eerste konvooi terug naar België vertrok... Joseph zag haar duidelijk denken : "Iemand die eten in overvloed bezit, laat allicht wel eens een kruimeltje vallen...Wanneer kwam die arme jongen ? Morgen middag reeds! Dan zou Hildegarde straks een handje toesteken bij het opkuisen van Dahlmanns mansardewoonst...                  

Het benam hem de hele morgen om het grof vuil weg te werken. Tijdens het middageten bruiste Vati van de onsmakelijke geruchten die hij bij de citerne had opgevangen, over de epidemie die steeds maar grotere proporties aannam. Zo danig onsmakelijk, dat zijn vrouw hem op den duur vroeg z'n mond te houden.                          

Joseph sleepte voor Hildegarde twee grote emmers water uit de blusvijver naar boven en tegen vier uur mochten de mansardekamers echt gezien worden. Voor alle zekerheid had hij het afwassen van de boekenkasten en de spiegeldeur in het zitkamertje voor eigen rekening genomen, om te beletten dat zij per ongeluk de geheime toegang tot het roze liefdesnest zou ontgrendelen. Alles verliep evenwel feilloos. Toen zij terug naar beneden slofte bleef hij op de cosy-corner liggen, zogenaamd om wat uit te rusten, maar in feite vond hij het hoogtijd worden om de details van z'n krijgsplan op een rijtje te zetten...        

Wat kon hij zijn gast aanbieden voor de gevraagde 1.000 mark, zonder zichzelf in het hemd te zetten? Buiten alle flessen sterke drank en de wijn zag hij niet zo veel...Tenzij...Ja, natuurlijk! Die pakjes 'Lucky Strike'! Daar schoot hij al een heel eind mee op. Zouden die geen twintig mark kosten op de zwarte markt ?

Vijftien maal twintig, dan zat hij al aan driehonderd...Tel daarbij twaalf flessen prima wijn, Gewurztramminer en Chateauneuf du Pape: geen kattepis! Ook zoiets van driehonderd... Dan zat hij al een stuk over de helft. En die vijf dure flessen eersteklasse Franse cognac brachten hem toch al en heel eind in de goede richting, voldoende om te kunnen onderhandelen...Wie weet, misschien kon hij Martens wel vermurwen met een paar van die blote-wijven-boekjes! ...Of met de rode jarretels van Dahlmann! ...Hij schoot in een lach, bij de gedachte alleen al!                                    

Vraag was, wat hij zou doen als de andere zijn aanbod in natura weigerde...Hij kon voorstellen zelf eerst deze kostbare luxe-artikelen te verzilveren en hem later de opbrengst in Reichsmarken te overhandigen, maar dat zou natuurlijk wel wat tijd vragen. En daar zag hij tegen op: eerst en vooral had hij een hekel aan dat sjacheren op de zwarte markt en ten tweede wilde hij zo vlug mogelijk van die opdringerige vent af. Hoe rapper deze zaak achter de rug was, hoe liever...                        

 En wat, als dat varken weigerde te wachten tot hij de boel verkocht kreeg ? Hij had werkelijk geen idee wat hij hem in ruil kon aanbieden...Hij bezat praktisch geen rooie cent, in elk geval niet voldoende om tot een akkoord te komen en het stilzwijgen af te kopen... Misschien kwam de andere wel met een voorstel op de proppen, zoniet...                        

Ja, zoniet...Als Martens het op de spits dreef, bleef er zijns inziens geen andere uitweg dan een messteek...Vooraan links naast het borstbeen, onder de vierde rib, zoals hem was geleerd...Of langs achter, onder het schouderblad....Eén stoot, en klaar was Kees, snel en proper! Veel hoefde dat niet te bloeden, als hij een lange dunne dolk kon vinden...En van het corpus afraken was tegenwoordig echt geen probleem: je kiept het op straat, en de volgende dag halen de witbestoven 'Parteigenossen' het gewoon op met de lijkkar!                         

Maar waar vond hij in hemelsnaam een deftige dolk ? Hij moest onmiddellijk de keuken eens afschuimen, hier bij Dahlmann. Of anders beneden bij De Bens, maar daar zat Boma Kruger op z'n vingers te kijken...De lade naast het fornuis van Hildegarde kende hij als z'n broekzak: daar lag zéker niets in...                   

Maar zijn speurtocht leverde nergens iets op.                                 

Toen dacht hij plots aan zijn scheermes! ... Inderdaad: één haastige haal over de strot en het varken is gekeeld! Maar hij wist uit ondervinding dat de bloedstraal wel twee meter ver kon spuiten! Een smeerboel eerste klasse en daarbij duurde het ruim een minuut voor zo'n forse kerel als Martens het bewustzijn zou verliezen...En ondertussen maar krijsen en kabaal schoppen natuurlijk! ...Leuk was ànders, maar als het moest...In godsnaam dan maar! Misschien was het aangewezen hem na het kelen onmiddellijk een flinke dreun op z'n hersens te verkopen, zodat hij tenminste de bek dicht hield  en niet heel de buurt bij elkaar schreeuwde! Met de keukenpook van Dahlmann, bij voorbeeld...                                                                  

Het plan begon vorm te krijgen, vond hij tevreden, en legde de pook alvast klaar naast de cosy-corner.                               

Tijdens het avondeten wilde Vati weer uitgebreid over de gestaag voortwoekerende epidemie beginnen, maar merkte al vlug dat de smeuïge details niet in de smaak vielen. Toch vroeg hij Hildegarde met aandrang in elk geval voor hem ook zo'n wit mondmasker te maken: veel mensen bij de citerne liepen er al mee, maar of het werkelijk iets hielp wist geen kat.                                                

Joseph ging vroeg naar zijn kamer. Hij besloot iets te lezen om het opdringerig spookbeeld van dat krijsende varken uit zijn gedachten te verdrijven. Even twijfelde hij tussen het schunnige boekje van Dahlmann, diep in de rugzak verstopt, en het dagboek in Van Rennens broodtas, maar koos dan toch maar voor het laatste.

Het duurde een paar bladzijden om aan het kriebelschrift te wennen, maar geleidelijk schoot hij al wat beter op. Hij struikelde niet meer over de kinderachtige spelfouten, waar hij zich een week geleden nog zo in verkneukeld had: die jongen deed z'n best en moest zijn gevoelens waarschijnlijk neerpennen op erg benarde momenten aan het front en in zeer moeilijke omstandigheden, wie weet.

De korte dagnotities herinnerden hem sterk aan zijn eigen rekrutentijd en de pijnlijke aanpassing aan het harde soldatenleven, maar de gelaten sfeer die ze opriepen was hem helemaal vreemd... Hier drong nooit de minste geestdrift door, om de Rus in het haar te vliegen en de wereld van het Bolsjevisme te bevrijden, zoals hij dat tijdens zijn eigen opleiding gekend had...En al evenmin een blind vertrouwen in de Leiding, of een vaste overtuiging in de eindoverwinning van de 'Nieuwe Orde'...Zelfs allesbehalve: puur defaitisme! Maar hoe kon het ook anders, in deze omstandigheden ?! Die jongen was tenslotte niet hélemaal zot ,blijkbaar !                  

Want eerlijk gezegd zou het tegenovergestelde hem verwonderd hebben... Sinds de zomer van '41 ,toen hijzelf tekende voor het 'Vlaams Legioen' ,waren de tijden erg veranderd, moest Joseph toegeven, en in oktober '44 waren zelfs bij de meest verstokte naïevelingen ondertussen de oogkleppen wel weggevallen!  De schrijver deed hem een beetje aan Leon denken, die ongeveer rond dezelfde tijd - late herfst - voor dienstneming bij de 'Langemarck' was opgeroepen, en gegaan was omdat hij wel moést! Van 'vrijwilligheid' was daarbij helemaal geen sprake meer geweest...verre van!                              

In het dagboek werden weinig namen genoemd, tenzij van de instructeurs en een paar officieren. Van de lotgenoten stonden enkel een paar vrienden met de voornaam vermeld, maar meer nog met hun bijnaam. Joseph had de jonge Jan Van Rennen natuurlijk nooit gekend, maar alles wat deze aan zijn dagboek had toevertrouwd wekte bij hem een vreemde beklemming op en onwillekeurig stelde hij zich de schrijver voor onder de trekken van zijn broer Leon...                           

Op de duur werd hij er ongemakkelijk van...Het intieme journaal van een volslagen onbekende lezen, meer nog: van een volslagen onbekende DODE, zou hem niet zo tegen de borst mogen stuiten. Maar meer en meer beeldde hij zich in dat zijn eigen broer hier aan het woord was, en dàt wekte zodanige weerzin op, dat hij het dagboek tenslotte opzij legde.                                                                   

Want als hij deze zelfbegoocheling niet verbrak, leidde de vonst van dit dagboek onweerstaanbaar tot de conclusie dat het lijk boven de apotheek Leon was...En dat hij dus zijn broer vorige week op de derde verdieping van die ruïne had laten wegrotten...                                   

Maar aangezien Martens beweerde dat hij Leon gisterenmorgen nog had ontmoet...Hij begreep er niets meer van.                         

" Kom, laat ons aan iets anders denken "...En hij diepte het leuke boekje van Dahlmann uit z'n rugzak op.    


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
02-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
03-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 327
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C40

EEN-TWEE-DRIE... IN GODSNAAM!                                                       

                             Steglitz, I5 mei '45. 

Zittend op de drempel van de voordeur, als een schouwgarnituur feestelijk omkaderd door z'n twee slaphangende vlaggen, stak Joseph vlug een 'Lucky Strike'op, toen hij Martens de hoek om zag komen: de weinige wind waaide goddank in de goede richting.             

Traag heupwiegend als een haai kwam deze op z'n slachtoffer af, gehuld in een openhangende kapootjas van het Belgisch leger, zelfzeker en met een zichtbaar sadistisch plezier genietend van de schrik die hij met zijn vertoning hoopte aan te jagen. Maar dàt laatste stadium was Joseph al voorbij. En toen de roofvis hem op een tiental meter was genaderd merkte hij met een tinteling van vreugde hoe de stommerik hersenloos in het aas hapte.                     

Martens snoof wellustig het zoete aroma van de Amerikaanse sigaret op en viel smadelijk uit zijn rol.

" Amaai, wat smoorde gij nu?... Het kan niet meer op, zeker?  Plutocraat! "               

Joseph negeerde de vraag: " Zijt ge niet wat te vroeg?... En uw oog is genezen, zo te zien!... " De haai droeg inderdaad geen zwart ooglapje meer maar leek de sneer niet te horen.                         

" Wat is dàt voor iets?  Miljaarde,  Meneer smoort Amerikaans tegenwoordig, of riek ik niet goed? "...De hebberige jaloersheid droop van zijn smoel af, vond Joseph, die deed of hij nu pas merkte wat zijn tegenspeler zo buitenmatig interesseerde. Hij wierp een korte geringschattende blik op het zoet-geurende lokaas tussen zijn vingers, zonder er schijnbaar aandacht aan te besteden. Maar de andere drong gretig aan: " Wat zoudt ge ervan zeggen om mij er ééntje te presenteren, makker?  Dat zou alles een heel stuk gezelliger maken, vindt ge ook niet? "                                   

" Ja, wat nog allemaal!  Een borrel?  En een kus van de juffrouw?  Gij vergeet toch niet dat ge gekomen zijt om mij duizend mark af te luizen? "              

"Maar toch in alle vriendschap, hé, Herr Oberscharführer!  In herinnering aan de goede oude tijd, nietwaar!  Daar kan toch wel een sigaretje op af, zeker? !"...                                            

Joseph keek hem nors en kil aan. Martens zag er niet erg fit uit: vaalbleek, met blauwe balken onder de ogen en zweetdruppels die parelend wegzakten langs de rimpels van zijn gegroefde gezicht. Op die twee dagen leek hij jaren ouder geworden. Die vent broeide vast een ziekte in zijn lijf, zoveel was wel duidelijk...En onder de ijskoude blik leek hij heel wat van zijn zelfzekerheid te verliezen... Joseph besloot het hard te spelen.                            

" Luister goed, man ", zei hij hautain, terwijl hij genadig het pakje Lucky Strike uit zijn borstzak graaide en een opgetikte sigaret aanbood, " ge kunt het beter direct in uw oren knopen: die duizend mark moogt ge vergeten: ik heb geen geld en dat wist ge van in het begin. Het zou me minstens een maand kosten om zo'n bedrag bijeen te krabben, door allerlei zaken op de zwarte markt te versjacheren!... Daarvoor heb ik geen aanleg, en nog veel minder goesting."...                                                                 

De andere luisterde nauwelijks, zo gulzig trok hij, genietend met de ogen dicht, met diepe halen aan zijn gekregen sigaret. Hij verslikte zich plots en barstte uit in een verstikkende hoestbui. Het zweet en de tranen gutsten van zijn wangen en bleek nakuchend drukte hij zijn vrije hand bukkend in zijn buik, terwijl hij met het voorhoofd op de pols tegen de gevel steunde. Hij spuwde bedachtzaam een paar losse fluimen voor zijn versleten schoenen en kwam hijgend tot rust. Niet erg gezond, die stoere jongen...              

"De Amerikanen schijnen je toch niet zo goed te bekomen...",spotte Joseph sarcastisch, maar de andere onderbrak hem hees krassend: " Zeg me liever... waar ik hier ergens... naar 't gemak kan gaan! "                                  

" Ach zo! ",dacht hij, toen hij plots de symptomen herkende," De beschamende 'loop-graaf'ziekte steekt weer de kop op, zo te zien:" de darmkrampen die het verblijf in de frontlijn tot een hel maakten, onder het motto "Loop en graaf !"  Maar de ingebakken solidariteit onder oude tranchéeratten overwon zijn weerzin.                                                  

" Kom mee naar boven...Maar het is op het derde!  Wat denkt ge: zal het gaan? "                 

" Bah, 't zal wel moeten...",kreunde de andere triest, " het is nu tóch al te laat..."                                                                                

Beiden strompelden stijf de zes trappen op, elk met zijn eigen handicap. Boven bij Dahlmann wees Joseph de W.C.-badkamer aan en de emmer water die hij eergisteren speciaal uit de blusvijver geschept had: " Moest g'u somwijlen wat willen wassen? "      

Hijzelf liep door naar de cosy-corner in de zitkamer en stak peinzend een tweede sigaret op om dit nieuwe aspect van de situatie even koel onder ogen te nemen. Een reus op lemen voeten, die Martens...          

Dat begint hier aardig te stinken, dacht hij: die vent heeft vast dysenterie, wat helemaal niet verwonderlijk zou zijn met dat doorlopend lyrisch 'wegwerken' van rotte lijken op het kerkhof...Hoe dan ook: als hij werkelijk zo ziek moest zijn, dan was hij zonder geneesmiddelen binnen de week een vogel voor de kat!  Een mooie oplossing, want zodoende geraakte hij van het varken verlost, zonder dat hij het hoefde te kelen of de handen vuil te maken...

Maar dan moest hij wel trachten hem te overhalen hier in huis te blijven in afwachting van dat heuglijke moment, om hem te beletten de Russen op de hoogte te brengen van Josephs bezwarend verleden... Dit nieuwe plan had echter twee grote nadelen: hij zag ertegen op die vent een weeklang te verzorgen, en op de koop toe riskeerde hij eveneens besmet te raken door die smeerlap!           

Maar anderzijds ontnam deze ziekte Martens één grote troef: zijn fysieke overmacht!  En dàt was niet niks!... Misschien kon deze plotse inzinking van zijn tegenstander de gegevens van het probleem grondig veranderen en hem toelaten in die zin een variante op zijn oorspronkelijk ontwerp uit te broeden?... Of een combinatie van de twee, want een verzwakt varken stribbelt hoe dan ook minder tegen...          

Maar vóór hij hem het hoekje omhielp, moest hij eerst te weten komen waar hij Leon ergens kon vinden...  Zoniet was alle moeite, die hij aan dit akkevietje zou besteden, zinloos...              

Langzamerhand begon Joseph al een wat duidelijker inzicht te krijgen in de chronologie van zijn plan: eerst moest hij Martens lijmen om een dagje of zo hier te blijven, zodat hij ondertussen contact kon opnemen met broerlief. En vooraleer deze hier introk moest hij van het varken zien af te raken. Als hij dat laatste niet op tijd klaar kreeg, dan kon Leon misschien een handje toesteken om die vent de deur uit te werken,... of beter gezegd: het venster! Een soort zeemansbegrafenis :eerst een dreun op z'n hersens met deze pook hier ,dàn wat laten opstijven op een plank en vervolgens midden in de nacht een geruisloze schuif-af door het raam!... "Eén-twee-drie...in godsnaan !"...Een duikvlucht van drie-hoog naar beneden zal wel ruimschoots voldoende zijn voor een " Himmelfahrtkommando"... zoniet moet ik dringend mijn klassiekers eens herlezen! "                                                            

Een gestommel in de badkamer onderbrak zijn zoet gemijmer. Een ogenblik later wankelde een lijkbleke Martens de woonkamer in met zijn kapootjas over de arm, en liet zich zwaar zuchtend in de lederen zetel zakken.                  

" Wel vadertje, ge hebt het lelijk zitten, zo te zien! ", gekte Joseph: " Durchfall? "            

De andere veegde met de mouw het klamme zweet uit de ogen en keek toen wat gelaten op: " Ik moet u toch geen tekeningeske maken, hé..."                "Bloed ?"                                                         

" Wat denkt ge? ",vloog hij uit, " Dat ik voor een gewone stront zo'n smoel zou trekken?!... Natuurlijk, bloed...Die rottige vliegen op het kerkhof! "             " Kunt ge dan geen soort gasmasker opzetten, zoals d'andere allemaal doen? "         

" Ge denkt toch niet dat ik daar in een cirque sta, hé?  Hebt gij soms al eens geprobeerd een Requiem te zingen met zo'n stom gasmasker op uw snuit? "  Deze plotse verontwaardiging scheen hem wat op te kikkeren. Hij ademde een paar maal nadrukkelijk in en uit: " Bon, Winnetoe, om tot onze zaken terug te komen: hoe staat het met de centen, de piasters of hoe moet ik het zeggen? "                                      

" Maar man, gebruik uw verstand!  Wat zoudt gij nog met geld kunnen aanvangen?  Ge weet goed genoeg dat ge binnen tien dagen de pijp uit zijt, als ge u niet deftig kunt verzorgen... Op een huisbezoek van een doktoor moet ge tegenwoordig niet meer rekenen: wat van die gasten nog in leven is werkt zich kapot in de hospitalen bij de gekwetsten, of tracht de epidemie in te dijken... Als ge een kleine kans wilt overhouden om er door te rollen, moet ge u dààr laten opnemen...En dan nog: ook in 't hospitaal kreperen ze lijk vliegen!... Maakt uzelf niets wijs, man: Zuid-Amerika kunt ge vergeten...Dat haalt ge nooit van ze leven! "                                        

Terwijl Martens hem nors en gemeen bleef aanstaren, trok hij een kastje van de cosy-corner open en haalde een fles brandy te voorschijn. Hij zag aan de plotse flikkering in de haaienogen dat de tegenspeler voor een tweede maal in het lokaas zou happen.            

" Ha, und gleich kommen die Weiber! ",riep deze verlekkerd uit en van zijn 'slaptitude' was opeens niets meer te merken.               

Joseph keek hem gemaakt verbaasd aan: " Wilt gij soms óók een borrel drinken?... Ge weet toch dat dit helemaal niet gezond is in uw situatie, hé...                  

" Daar veeg ik vierkant m'n kloten aan...Ge zegt het zelf:  het leven is te kort om lang te zeveren!  Voor mij een dubbele, Garçon! "          

" Kalmkens aan, hé: ge weet zeker niet goed wat dat kost? !" Maar hij nam toch een tweede glas en schonk onder Martens' gulzige ogen een flinke bel uit.                                                                

" Als dat zoveel kost, kunt ge mij die fles alvast als voorschot verlappen, hé!  Dat is dan al twintig mark die ge minder moet afdokken...Allee, prosit!  Gelijk ze bij u zeggen: " Die gèn oar hèn, zien pudden! " Joseph nipte zwijgend aan z'n glas en zag met leedvermaak hoe de andere na een eerste slok genietend achterover zakte in de fauteuil...Het werd tijd om een ander onderwerp aan te snijden, vond hij.             

" Voor we verder spreken over voorschot en losgeld afbetalen...",begon hij voorzichtig, " zouden we het eerst eens moeten hebben over Leon, denkt gij ook niet?  Dan zien we later wel wat die inlichting waard is..."                                                             

" Ow, makker: de zaken niet op de kop zetten, hé!  Denkt gij maar eerst eens deftig na wat mijn inlichting bij de Russen waard is!  Of beter gezegd: als ik ze géén inlichtingen geef! "                

Die koppige ezel zat met een idee-fixe, waar hij blijkbaar niet makkelijk vanaf was te brengen... Joseph schudde meewarig het hoofd: " Ge schijnt het nog altijd niet dóór te hebben dat het binnen tien dagen met u gedaan is...Wat voor nut heeft het dan om nog rap-rap een oude wapenbroeder te verraden, tegen onze erecode in? ! Wat, als ik ù bij de Russen moest aangeven? "...                   

Martens proestte het uit: " Gijsse sukkelaar!  Wat kan mij de Roeskies schelen!  Gelijk ge zegt: binnen een week ben ik toch de pijp uit!  En als ze mij een paar dagen eerder tegen de muur zetten spaart me dat een hele hoop buikkrampen!... Maar ik verwacht zelfs niet dat ze zo barmhartig zullen zijn om een zieke schijtreiger lijk ik in den bak te steken, want ze zijn zélf als de dood voor een vuile besmetting...Neen, Winnetoe, die vlieger gaat niet op...En om uw eigen woorden te gebruiken: gij schijnt nog altijd niet dóór te hebben dat gij mijn wapenbroeder niet zijt, maar mijn overste die mee verantwoordelijk is voor al mijn ongeluk en die er op de koop toe met mijn lief vandoor is gegaan!  Dat heeft met erecode niets te maken, boerke: dat is een persoonlijke zaak tussen gij en ik!  En het is dààrvoor dat ge zult bloeden, en voor niets anders! "                

Joseph keek hem onbewogen aan, hoe hij gulzig zijn glas achterover sloeg.                      

Bon, als dat u gelukkig kan maken...Maar stel nu eens dat ik aan medicamenten geraak om u te genezen "... Hij dacht aan de vernielde apotheek op de hoek: een nieuw zet in het schaakspel.        

Een glimp van hoopvol ongeloof verzachte even het verweerde gezicht. Even maar, en dan brak het spottende sarcasme weer door.        

" Och, wil die süsse Krankenschwester mij genezen?  Wat lief van u, zeg!... Stomme kloot!  Alsof ik niet begrijp dat ik voor de rest van mijn leven een doorlopende bedreiging ben voor een miezerige onderduiker lijk gij!... Weet wel dat ik uit jouw handen nooit een medicijn zal aannemen, boerke, want negen kansen op tien is het vergif, en voor mij is elke dag er één!  Ik kan je hulp bij een vervroegde "Abfahrt" best missen, makker: als ik een statie te vroeg uit de trein wil stappen doe ik dat wel op eigen kracht!  Daar heb ik niemand bij nodig..."                              

" En als die dubbele borrel nu eens vergiftigd was...",opperde Joseph spottend. Martens blikte naar zijn lege glas en dan naar dat waar zijn 'gastheer' nauwelijks aan genipt had, maar liet zich niet vangen.                                                                       

" Geef me dan nog maar één van dat soort vergif...", lachte hij sardonisch en hief zijn glas op. Joseph lachte met hem mee en schonk nog eens vol. Dit ontspande de sfeer een beetje.                  

" Om op Leon terug te komen...",begon hij opnieuw.            

" Man, zaag zo niet aan m'n oren met uwen Leon! " viel Martens hem verveeld in de rede, " die vent is dood en begraven! " Hij nam een slok van zijn cognac en zag niet hoe Joseph plots als een zoutsteen verstijfde. " Ik heb hem een paar dagen geleden zien begraven in de grote sleuf van het Martinus Friedhof, waar wij stonden te zingen...Aan de Bergstasse, hier in Steglitz. Ik herkende zijn SS-uniform met het Langemarck-lint rond de manchet toen ze hem van de lijkkar smeten, en ik heb onze sopraan Truus erop afgestuurd, zogenaamd als een verre nicht. Ze heeft zijn Soldbuch gekregen, en later heb ik het register ingekeken. Als plaats van overlijden stond er: Steglitz, Albrechtstasse 23...Daar hebben ze hem gevonden: hij moet hier dus vlakbij gesneuveld zijn, praktisch voor uw neus boerke "... Hij oreerde onverstoorbaar verder, zonder de opwellende moordlust in Josephs ogen op te merken.                            

Die vent had hem dus heel die tijd voor de aap gehouden en hem in de waan gelaten dat broertje Leon ergens veilig zat ondergedoken...Dat varken!  Dat vuile vettige strontvarken!  Dat schunnige schijthuis! Dat... Voor hij het goed realiseerde had hij onder het kussen van de canapé de pook gegrepen en die zwijnhond met een brede zwaai een hengst op z'n hersens verkocht. 

De oogballen sloegen omhoog, als om de schade binnenin de schedelpan te onderzoeken. De tweede haal verbrijzelde het glas in de hand, die Martens nog instinctmatig ter bescherming van zijn rechterslaap tevergeefs had opgeheven. Leunend op het salontafeltje hakte Joseph nog vier-vijf maal in op het voorhoofd van zijn slachtoffer, tot hij zwaar hijgend besefte dat hij er onnodig een smeerboel van maakte. De mislukte "maître chanteur" lag levenloos onderuitgezakt in de leren zetel, het gezicht onherkenbaar tot moes geklopt.                                                                             

Toen het rode waas voor zijn ogen wegtrok zag hij tot zijn ergernis overvloedig bloed stuwen uit diepe wonden die de glasscherven in wang en hals hadden gekerfd. Gelukkig stroomde het meeste in de kraag van het versleten vest, dat door het onderuitzakken hoog boven Martens' schouders stond opgefronst.                   

Vlug-vlug, hij moest iets doen vóór heel de fauteuil besmeurd geraakte!  Hij wierp een haastige blik om zich heen en rukte toen woest het overgebleven gele gordijntje met de wingerdranken van het raam. Hij zag onmiddellijk dat het bloeden niet te stelpen was en wikkelde haastig heel de smeuïge kop in het plakkerig bevlekte vod. 

Dat scheen de vloed voorlopig te houden, maar het lijk kon toch zo niet blijven liggen...Eérst vlug de voordeur op slot: je weet maar nooit wie hier op het lawaai af mocht komen...Al had hij achteraf wel de indruk dat de slachting tamelijk geruisloos was verlopen:  hij herinnerde zich niet dat hij in zijn razernij onder het houwen hard zou hebben geschreeuwd...Zouden de Krugers hieronder iets hebben gemerkt?  Hij hoorde toch geen reactie.                                                                               

Bon, nu het lijk voorlopig verbergen!... Volgens zijn oorspronkelijk uitgekiende plan zou hij het varken in de 'Roze Kamer' hebben gekeeld en het daar opgesloten tot hij het 's nachts ongezien op straat kon dumpen. Ondanks het veranderde scenario leek hem dat nog steeds de beste oplossing...                                

Vijf minuten later lag het lijk veilig achter de geheime spiegeldeur opgeborgen, zonder dat hijzelf bij het trekken en sleuren zijn eigen kleren had besmeurd. In de badkamer was al het water in de emmer opgebruikt en een gore uitgespoelde onderbroek hing aan het handdoekrek uit te lekken...In de W.C.pot zweefde nog een roze schijn van de bloeddrek. Die moest straks dus eveneens ontsmet worden... Er stond niets anders op dan een nieuwe emmer water te halen in de blusvijver van het parkje om alle bloedsporen in Dahlmanns salon uit te wissen.                                            

Het duurde ruim een uur voor de karwei geklaard was. Toen hij met een gerust gemoed terug bij de Weimars verscheen en Hildegarde wat raar opkeek omdat hij niet op het middageten was verschenen, legde hij uit dat zijn vriend onwel was geworden en hij nadien de boel wat had opgeruimd. Die vent verdroeg geen drank, en zodoende...                      

Als domper op alle verdere achterdocht zette hij de aangebroken fles cognac op tafel: " Ein Willkommgeschenk von unserem Gast!  Er schläft jetzt, aber auch ohne ihm können wir ein Heiltrunk bringen, was meinen Sie? " 

Hildegarde zei nooit nee,  wist hij al...Toen na de derde borrel Vati van zijn waterkarwei binnenkwam, voelde deze zich wat tekort gedaan. Tegen zes uur stond de bodem van de fles droog en waren de twee oudjes al flink in de wind. Joseph had zich bij de laatste borrels opvallend matig bediend, wat de Weimars bijzonder sympathiek van hem vonden...             

Het avondeten stelde niet veel voor, maar niemand had daar dan ook veel van verwacht en bij het vallen van de duisternis kreeg hij de oudjes in bed. Een kwartier later leek het wel of ze hun bedstede stuk zaagden...                                                             

Joseph wachtte tot hun enige wekker middernacht aanwees en kroop toen in alle stilte zittend de trappen op. Bij de Krugers, op het tweede, snurkte ook iemand: de opoe waarschijnlijk...Voetje voor voetje sloop hij Dahlmanns appartement door en hoorde voor het eerst dat zijn kunstbeen weer piepte...Ook de spiegeldeur knarste spookachtig als in een misdaadfilm.                                                     

Toen hij de kaars aanstak steeg een zwerm dikke vliegen verschrikt van het lijk op en ze gonsden kwaad om zijn hoofd. Hoe weerzinwekkend hij het ook vond, eerst moest hij Martens' zakken grondig onderzoeken en om vlug te gaan maakte hij de fout ze binnenstebuiten te keren. De inhoud gooide hij bijeen op een hoopje: morgen had hij alle tijd om het op z'n gemak te bekijken.  

De portefeuille in de achterbroekzak voelde vies en vochtig aan en hij moest aardig wat pulken om die onder het lijk uit te halen.          

Die zware vent verslepen tot onder het mansarderaam van de zitkamer was reeds een slopend werk omdat het zo geruisloos mogelijk moest gebeuren, maar hoe hij in hemelsnaam dat zakkerige lijk over de vensterbank moest krijgen, een meter boven de vloer, zag hij zo direct niet zitten...              

Na enig denkwerk sleurde hij het op de lage lange salontafel. Het hoofdeind vervolgens op de vensterbank heffen was helemaal geen kinderspel, want Martens had de onhebbelijke gewoonte steeds opnieuw naar beneden te glijden. Maar uiteindelijk lukte het toch door het lijk met het gordijnkoord voorlopig aan het tafelblad vast te binden en het voeteinde op twee keukenstoelen te steunen...

Deze wankele constructie bracht de katafalk min of meer horizontaal vóór het open venster zoals hij gepland had. " Koppie-koppie! " gromde hij tevreden. En om deze zege van de geest over de dode materie te vieren gunde hij zich eerst een sigaret om even uit te blazen.           

Goddank dacht hij er tijdig aan het bebloede gordijn van het hoofd af te wikkelen, want een zelfmoordenaar met een bloempjesmotief over de kop zou waarschijnlijk raar overkomen... Alhoewel,  tegenwoordig kon niets de mensen nog verbazen...              

Het voeteinde omhoogporren was een helse bedoening: in gewichtheffen hadden ze hem tijdens de SS-opleiding nooit vooraan genoteerd. En tot overmaat van ramp weigerde Martens nu halsstarrig van het hellend tafelblad af te glijden ,het open venster uit. Maar door met de armen hoog boven het hoofd te schokken kreeg Joseph eindelijk wat leven in het lijk, bij wijze van spreken... 

Toen ging het plots vliegensvlug. En met een klassiek "één-twee-drie: in godsnaam! " schoof Martens als een dode zeeman van het tafelblad de dieperik in.                

Het leek een eeuwigheid te duren voor Joseph het lijk op de kasseien hoorde ploffen: miljaarde, wat een hels lawaai was dàt! " Als nù de hele buurt niet wakker schiet zijn de buren ofwel potdoof, ofwel poepeloerezat zoals de Weimars", dacht hij verschrikt.         

Ofwel wilden ze gewoonweg niets meer horen...                       

<!--[if gte mso 9]>


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
03-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 328
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C41RHEINGOLD...                                                                                                   

                             Berlijn, I6 mei '45.                                                                                                                    

De volgende morgen was er in hun straatje een hele commotie rond het lijk van de onbekende zelfmoordenaar op de stoep voor de 15B.                            

  Iedereen sprak er schande over dat een vroege vogel - 't is te zeggen een Russische soldaat -  niet aan de verleiding had kunnen weerstaan om het stoffelijk overschot vlug nog van zijn laatste bezittingen te beroven: zie maar eens naar die binnenstebuiten gekeerde zakken!        

Joseph kon er niet onderuit: eerst moest hij tegen de Weimars, en later tegen de chef van de ophaalploeg,  uitleggen dat deze toevallige kennis van hem aan dysenterie leed en waarschijnlijk vannacht een crisis had gekregen ten gevolge van de cognac...Hij was al zwaar depressief geweest toen Joseph hem uit medelijden een voorlopig onderdak had aangeboden. En pijnlijke krampen hadden hem zonder twijfel in de vroege morgen over de drempel van de waanzin gedreven,hé...

En over de vensterbank...Neen, niemand had iets gezien of gehoord...Een triestig geval, ja...Voor zover Joseph het zich herinnerde heette die 'toevallige kennis' Jansen...Herman Jansen:                        

" Ein Belgischer Fremdarbeiter, genau wie ich, verstehen Sie?... "  Een sukkelaar...                      

De ploegchef noteerde het gelaten in een soort fakturenboekje en stak de afgescheurde doordruk als een armzalige papieren ersatzpochette in de borstzak van Martens' sjofele vest:

" Ordnung muss sein! "... 

Vier griezelige gasmaskers sleepten de zware last op de kar, waar al een nat vrouwenlijk onder een zwerm vliegen lag te stinken. Vlug nog twee scheppen kalk erover gezwierd en in een witte wolk sjokte de lugubere groep het straatje uit...                                

Exit kwelgeest 'Herman Jansen'.                                                           

Vooraleer Hildegarde de gelegenheid kreeg boven rond te neuzen ging Joseph haastig op inspectie om de laatste sporen van de nachtelijke 'zeemansbegrafenis' op te ruimen en nadien stond hij erop, zonder haar hulp en met twee emmers water uit de blusvijver van het parkje aan de overkant, in heel Dahlmanns' garconnière serieus grote schoonmaak te houden. Zogenaamd om de gebruikte kamers grondig te ontsmetten van alle dysenteriekiemen...Zij liet hem gewillig zijn gang gaan, duidelijk opgelucht dat zij haar eigen gezondheid niet in gevaar moest brengen met zo'n zware karwei.                                                                                           

Tijdens het middageten vermeden ze piëteitsvol nog over de zelfmoord van zijn 'vriend' te spreken. Dus dàt hoofdstuk was nu ook definitief achter de rug, dacht Joseph. Maar een mens kan zich nog aardig vergissen...                                                                                         

Het weer was helemaal omgeslagen toen hij Vati vertelde met hem en Neumann een stukje te willen oplopen, richting waterpomp: hij wilde een bezoek brengen aan het Martinus Friedhof bij de Bergstasse, zei hij devoot. Hij kon zijn landgenoot toch niet zonder een gebed laten begraven hé?  Dat vonden de Duitsers heel patent van hun Belg: diep in hun binnenste hadden ze eerlijk gezegd zoveel deernis en naastenliefde van een "Auslander" niet verwacht.        

" Du bist doch ein guter Mensch, Herr Josef ", moesten ze toegeven toen hij een half uurtje later van de twee buren afscheid nam aan de achterkant van het drukke kerkhof waar verschillende ploegen in een mist van kalkstof fors stonden te scheppen...             "

Man, als je eens wist hoe ik vierkant m'n voeten veeg aan het dumpen van Martens' lijk in de lange greppel van dat modderige massagraf! Hoe dieper ze hem duwden, hoe liever! " Ten andere, van af de ingangspoort zag hij al dat het praktisch onmogelijk zou geweest zijn de greppel dicht te naderen:  heel die hoek van het kerkhof was met een sanitair kordon afgezet. Daarachter was het een drukte van belang: een stuk of tien pelotons grafdelvers openden evenveel voren, de lijkkarren reden aan en af, en volgende pelotons wierpen de greppels geleidelijk aan weer dicht in een nevel van opwarrelend bluskalkpoeder. Echt goed georganiseerd bandwerk, uitgevoerd met gekende "Deutsche Gründlichkeit"...Het moet gezegd dat die mannen op gebied van massagraven toch wel een beetje ondervinding hadden opgestoken, de laatste jaren...                                           

Maar daarvoor was Joseph niet naar hier gekomen. Hij wilde enkel de registers raadplegen op de administratie en zo te zien was hij niet de enige...Een lange slang schoof aan naast het kleine gebouwtje, waarvan de gevel versierd was met een weinig toepasselijk arduinen basrelief: een zwaar-geharnaste engel, het hoofd treurend genegen boven een reusachtig zwaard. Treurig, inderdaad, want in zo'n zware uitrusting riskeerde ze niet zo vlug naar de hemel op te stijgen. En in elk geval geen reclame voor het Duitse militarisme!                             

Hij sloot wat gelaten aan op het einde van de lange rij wachtenden: meestal grauwe vrouwen en norse grijsaards, in zichzelf gekeerd en volledig verzonken in hun eigen sombere gedachten. Af en toe sloegen er een paar verontwaardigd aan het mekkeren als er een nieuwkomer de rij negeerde en zich hautain langs de kop van de slang door het deurgat wrong.          

"Mensch ! Schau mal an: noch ein sogenammter Anti-Faschist! Haben zehn Jahre das Maul gehalten, und jetzt wird auf den Volksgenossen gespuckt wie Dreck! Eine richtige Schande! " Vuile onderkruipers! In plaats van het goede voorbeeld te geven en met de lotgenoten mee aan te schuiven! Alsof wij destijds niet allemaal tegen de oorlog waren, nietwaar?  Zo'n rotzooi heeft toch niemand gewild...               

" Tiens-tiens...",dacht Joseph, " als er hier één officiële, erkende anti-fascist staat, dan ben ik het toch zeker? ! Of kon er misschien nog iemand pronken met de eretitel ' Vriend van de Sovjetunie '? " Hij besloot zijn kans te wagen en stapte zwaar hinkend uit de rij naar voor: als hij gewoon als een idioot bleef aanschuiven kon het nog uren duren voor hij aan de beurt kwam.                   

Binnen aan de deur stond een soort provoost de orde te bewaren in een haastig gedénazificeerd uniform met een paar verdacht-donkere plekken boven de verschenen  borstzakken.

Hij duwde de Cerberus zelfzeker zijn tricolore paspoort tegen de neus en liet hem duidelijk verstaan dat hij voor de rest op kon hoepelen: zo moest je verdomme een Duitser behandelen! Maar die oude beunhaas greep hem bij de schouder.                     

" Hé-hé! Was soll das, Mensch? ! Was ist das für'n Affen-Ausweis? " Die brutale vent noemde deze relikwie een apenpas?  Zo niet, hé makker!                           

" Wie sagst du?  Affen-Ausweis? ! Du meinst ich wäre eine Affe? ", blafte hij de grijze portier in het gezicht," Kannst du nicht lesen was hier steht?  'Freund der Sovjet-Union'! Unterschrieben von dem Russischen Kommandanten! Sie hätten vielleicht lieber ein  Ausweis der Gauleitung gesehen, was? " Deze insinuatie op de donkere plekken van 's mans dienstrok scoorde nog sterker dan een verzonnen kniestoot in zijn kruis.                                                                       

Vijf seconden later stond Joseph voor de balie, vijandig aangestaard door een tiental opzij geschoven vrouwen en een gecraqueleerde portier, die minstens een halve meter was gekrompen.                    

Met een hondse onderdanigheid liet de overijverige receptioniste haar vinger langs de kolom namen glijden van hen die op I2 mei begraven werden:

" Petré, sagen Sie...Petré... Petré... Nein, nichts."  Ze sloeg het zesde registerblad om: "...Ach, hier, ja tatsächlich:  Petré Leo, SS Langm.,Steglitz Albrecht 23! Grube Drei! " De matronne glimlachte fier om de degelijkheid van haar ambtelijke geschriften.                         

  " Darf ich mal? ",vroeg Joseph. En zonder verdere complimenten draaide hij het boek naar zich toe.                               

Het gotische schrift las niet erg gemakkelijk, maar hij kon er toch niet onderuit: daar stond het in purperen inkt geboekstaafd. Broertje was dood en begraven in massagraf nummer drie...                

Juist toen hij peinzend het dikke register terug wilde draaien naar de bediende viel zijn oog op de naam onder de lijn van Leon: " Loridan"...Hij kreeg een schok bij de verdere ontcijfering van de vermelding: " Loridan Monika, Krankenschwester, idem, idem."  Als gebiologeerd staarde hij naar deze naam...Monika...Monika...Er was geen enkele twijfel mogelijk: Monika Loridan..., dat was het knappe lieve Vlaamse verpleegstertje, Schwester Monika van Praag, die hem over de zenuwschok na zijn tweede amputatie had heen geholpen...Schwester Monika van het "SS Erholungsheim für Kriegsbeschädigte", waarmee hij nog die korte liefdesaffaire had beleefd...en op dat rendez-voushotel was gaan vogelen ! Leon had in één van zijn eerste brieven geschreven dat hij haar in Lüneburg opnieuw ontmoet had. Die twee waren dus op één of andere manier aan elkaar blijven plakken, zo te zien...Verdomme, die lieve zachte zoete Monika: ook al dood!... De slag kwam harder aan dan het overlijden van Leon...                                                                  

" Gestatten Sie! " Hij schrok wakker uit zijn herinneringen toen de matrone het register hebberig weer naar zich toe trok en vragend de vrouw achter hem aankeek. Gewillig ruimde hij de plaats aan de balie en merkte in het buitengaan niets van de pinnige vrouwenblikken uit de rij wachtenden, noch van het schuchtere militaire saluut waarmee de gecraqueleerde Cerberus hem vereerde.          

Het was nu wel zonneklaar: die twee op de derde verdieping van de vernielde apotheek waren Leon en Monika geweest! En hij had ze daar zonder meer laten liggen, als aas voor de vliegen en de ratten!... " Idem, idem", stond er achter: zelfde plaats van overlijden, zelfde plaats in het gruwelijke massagraf...Grube Drei...Twee jonge levens samen afgeknakt: wat een zwijnerij!                            

Maar het was hem een raadsel welk noodlot die twee tijdens de laatste gevechten bijeen had gedreven om samen ten onder te gaan...Je kon nu wel zeggen dat een idioot impuls hen op een slecht moment naar de verkeerde plaats had geleid, maar dat loste niets op...          

Joseph geloofde totaal niet in een god of een soort alles-besturende Voorzienigheid. Neen, Monika moet waarschijnlijk stomweg ergens in de chaos op Leon gevallen zijn, en de naam Petré heeft haar aan een oude liefde doen terugdenken. En tijdens de laatste opdracht wilde ze zonder twijfel de jongste broer onder haar hoede nemen, zoals ze een jaar voordien met de oudste had gedaan...Arme Monika...                                                        

Toen hij in de Albrechtstrasse weer aansloot in de sliert vluchtelingen uit het oosten vielen de eerste zware druppels in de dikke stoflaag op het wegdek. Iedereen keek bezorgd omhoog naar de dreigende wolken, afwegend of ze voort zouden sjokken onder de povere beschutting van haastig omgeworpen militaire regenponcho's, of betere tijden afwachten in de tochtige koetspoorten van de nog rechtop staande woonblokken. Ze hoefden echter niet lang te twijfelen: de hemel brak open en de stortbui geselde het voetvolk van de straat af.                    

  Joseph veroverde onder zo'n duister tunnel-gewelf een droog plaatsje tussen de afgepeigerde stinkende vluchtelingen en hun vreemdsoortig bagagevervoer: trekkarretjes, kinderwagens allerhande, oude fietsen mét of   zonder banden en zelfs kruiwagens. Het leek wel of ze het wiel herontdekt hadden als ideaal middel om de lasten te verplaatsen die te zwaar of te omvangrijk waren voor de rugzak...

Er hing een zure lucht om hen heen, een onsmakelijk mengsel van natte hond en vuile luiers. Ze spraken slechts gedempt, in kleine klitten bijeen, als schaamden ze zich zo laag te zijn gevallen. Enkel een baby sloeg vervaarlijk aan het kelen toen zijn moedertje van deze rustpauze wilde profiteren om de borst te geven. Maar toen de scheeuwlelijk luidkeels weigerde, probeerde ze er nors wat voorgekauwd broodpap in te duwen.        

Er liep geen kat meer op straat. Enkel de piepende krakende boerenkarren trokken in de pletsende regen verder de stad in, de uitgeputte paarden wat herademend onder de opfrissende douche over kop en schoft...                                                                                 

" Ze stappen, hun strengen al stijvend, de fiere twee horsen tegader...": Joseph dacht terug aan zijn humanioratijd in Oostende. Verdomme, met moeite vier jaar geleden, maar het leek reeds een stuk vaderlandse geschiedenis!... En hoe zou het met Nadine zijn?  Negen kansen op tien lag die nu ergens in de duinen te vrijen met een Amerikaan, die teef! Of met een Canadees, want Leon had hem destijds verteld dat dié aan de kust hadden gevochten...Miljaarde, die regen maakte hem wel zwaarmoedig, met al die herinneringen aan zijn vervlogen liefdes: eerst Monika, nu Nadientje weer!...                                               

Die regen...ja: het zal er weer proper uitzien in de verzopen roze kamer van Dahlmann! En al dat kostbare eten dat er lag opgeslagen!... En die rommel die hij uit Martens zakken had gehaald...

Maar nu deze afpersingsaffaire achter de rug leek, en de 'chanteur' veilig onder de grond stak, kon hij zich dat laatste niet erg meer aantrekken...                                           

En van rommel gesproken: plots dacht hij eraan dat die broodzak, die hij bij de lijken in de apotheek had gevonden, met die Jan Van Rennen totaal niets te maken had!... Het dagboek waarmee hij zo kleinerend had gelachen beschreef in feite de ultieme belevenissen van zijn eigen broer...Maar had hij dàt intuïtief niet reeds van bij het begin aangevoeld ?  Ja toch...                                           

Toen de regenvlaag overdreef verlieten de landverhuizers in kleine groepjes hun schuilplaats weer en vatten met voorgewende frisse moed de volgende kilometer aan op de eindeloze weg naar de Amerikaanse lijnen... Zouden zij dan niet op de hoogte zijn van het gerucht dat de Yanks binnenkort naar hier moesten komen?  Of wisten ze wel beter?  Wat een pest, dacht Joseph, met deze voortdurende onzekerheid: de lucht gonst van de geruchten, maar je hebt geen enkele houvast. Stel dat, ondanks al die optimistische verhaaltjes, de Amerikanen geen voet verzetten en de Russen heer en meester blijven in Berlijn...Leuk vooruitzicht, zeg! Dan was het voor hem binnenkort ook "inpakken en wegwezen" geblazen...De baan op !                        

Joseph keek met bedrukt gemoed de laatste vluchtelingen na die uit de beschutting van de koetspoort weer bij de lange sliert verdrevenen aansloten: in zijn verbeelding zag hij zichzelf al met hen meesjokken naar het westen, tussen de eindeloze puinhopen van vernielde Duitse steden, het onbekende tegemoet...                       

Terug naar de Vlaamse kust?  In feite had hij daar niets meer verloren...Geen mens die in Westende nog iets om hem gaf, en vice versa...Kon hij niet beter onderduiken in een grote stad zoals Gent of Antwerpen?  Maar om uiteindelijk wàt te doen, verdomme?! En hoe lang zou zijn valse identiteit in dat apenland van achterdochtige pennelikkers stand houden?  Ware het niet veiliger om wat rustiger tijden af te wachten in een grote Duitse grensstad, buiten bereik van de op hol geslagen Belgische justitie? Aken ? Of Keulen bijvoorbeeld... Jupp woonde daar ergens: misschien kon dié hem voorlopig opvangen?            

Maar wat dom van hem! Jupp zat natuurlijk ook ergens vàst : krijgsgevangen, vooropgesteld dat hij de vuurpoel van de laatste maanden had overleefd. Leon had wel verteld dat die Duitser juist voor de intocht van de Canadezen uit de batterij deserteerde, maar zoiets loopt zelden goed af... Daarbij, zelfs indién hij de dans was ontsprongen, had die vent geen enkele reden om Joseph aan zijn hart te koesteren: hun enige affectieve band liep over Marie, en die was al lang dood en begraven!

En op de koop toe had slimme Joseph hun amoureuze verhouding destijds uit alle macht tegengewerkt! Neen, Jupp kon hij beter zo vlug mogelijk vergeten...                          

Hij zuchtte wat ontmoedigd, maar hervatte zich snel: er stond niets in brand en voorlopig kon hij de zaken nog rustig op hun beloop laten. Enkel de regen had hem zo neerslachtig gemaakt, voelde hij, en nu brak alweer een waterzonnetje door de wolken, zie...Hij kon beter als een gesmeerde bliksem eens thuis gaan kijken wat voor een ravage deze bui in de roze kamer van 'Frau' Dahlmann weer had aangericht...                         

<!--[if gte mso 9]> <w:LsdExceptio


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
03-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
Archief per week
  • 18/11-24/11 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 27/11-03/12 2017
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !
    Inhoud blog
  • Deel 400
  • Deel 399
  • Deel 398
  • Deel 397
  • Deel 396

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!