" De Afrekening"
Een West-Vlaamse oorlogsthriller in afleveringen
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
21-05-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 78
Klik op de afbeelding om de link te volgen

DE BRUG NAAR NERGENS.

Tegen de morgen moesten ze niet langer twijfelen: het kabaal van de slag ter hoogte van Lerida leek nu al ruim twee kilometer landinwaarts verschoven. Het 113e Bataljon nààst hen deelde reeds volop in de brokken en Steiner zag hen in de verte haastig hun depots opladen.

" Als die gasten eveneens langs ons baantje naar Borjas terugtrekken, zouden ze dat rotbrugje wel eens vóór onze neus kunnen opblazen..." overwoog hij hardop.

Marco hakte de knoop door: " Bon, neem de vierde sectie met één mitrailleur: op die negen man hebt ge drie anciens waarop ge kunt vertrouwen. Bezet de brug en maak ze klaar om te dynamiteren! Maar niet ontsteken vóór de laatste man van onze compagnie erover is! "

" Oui, mon Commandant!" gekte Steiner. Maar hij begreep wel dat ze, door Tenente Bal buiten spel te zetten, onherroepelijk over de Rubicon waren getrokken...

Eens het besluit genomen verliep alles zéér snel,  té snel zelfs. Vooraleer de vierde sectie uit lijn te nemen herhaalde Marco nogmaals zijn bevelen, speciaal tegen de sectieoverste en de drie anciens, en belastte Steiner in hun bijzijn met de leiding. En voor ze het goed wisten liepen ze al in slangformatie door het puin van het dorp naar achter.

Daar werden ze vlug opgeslokt door een steeds sterkere stroom van achteruit trekkende karrespannen munitie en veldgeschut, gemengd met korte slierten voetvolk. Af en toe spoorde een officier te paard dàt deel van de colonne waarvoor hij verantwoordelijk was tot spoed aan en poogde als een herdershond de achterblijvers op te jagen.

Lang voor de brug in zicht kwam raakten ze in een rumoerige opstopping. De menners hielden de schuimbekkende paarden nog moeilijk in toom, telkens een verloren granaat in de naastliggende heuvel insloeg. Steiner vond het veiliger zijn mannen uit het gewoel van de slijkerige straat weg te halen en door de belendende velden te trekken waar de smetteloze sneeuw nog niet aan smelten toe was. Ook beter voor de zenuwen, vond hij. En ondertussen kon hij dan iets rustiger zijn mannen van een beetje dichterbij bekijken...

De vijf rekruten deden moeite om niet op te vallen: gebocheld en verkleumd van de kou leken die uitsluitend in hun bemodderd schoeisel geïnteresseerd. Van déze grijze muizen moest hij zéker geen roemruchte heldendaden verwachten... De sectieoverste Lopez zou zo te zien ook geen potten breken. Die had zijn job waarschijnlijk te danken aan zijn lengte want hij stak een kop uit boven de rest... Studentje?  Bah...

De M.G.ploeg, daarmee zou hij het ongetwijfeld moeten doen, voelde hij. De schutter, die het machinegeweer losjes over de schouder droeg, herkende hij van zijn mislukte inschietoefening van gisteren: Günter, een Berlijner van de Thälmann-brigade. Zijn maat Moos, duidelijk een jood, sjokte achter hem aan met de zware driepoot op zijn schoft. Steiner, nochtans zelf afkomstig van het Ruhrgebied, was er eergisteren bij de eerste kennismaking in de loopgraven niet in geslaagd hún Duits dialect te verstaan. Yiddish, waarschijnlijk, en dan nog gul overgoten met een dikke Brandenburger saus...

De jonge munitiedrager, als een kerstboom omhangen met wel tien kogelbanden, kwam hem bekend voor. Maar Steiner deed geen moeite om hem te plaatsen: in tijden van grote sterfte had het graven naar menselijke raakpunten geen zin. Het kereltje pufte met nog een reservekist in elke hand achter zijn oudere ploegmaats aan, moe maar rechtop. " Eindelijk een milicien met wat pit..."

Juist vóór de brug ontdekten ze de oorzaak van de opstopping. Een koppel trekpaarden van een veldkanon lag zwaar gewond te stuiptrekken naast de oprit, het stuk geschut en de munitiewagen staken gekanteld in de gracht. Op hol geslagen?  Getroffen door een granaatinslag of een vliegtuigbom? ...Midden het roepen en tieren van de opdringende vluchters klakten plots twee korte knallen: de menner maakte een einde aan de vertoning en terwijl vijf-zes mannen vlug de kadavers van de weg af sleurden schoot de ordeloze stroom karren en ambulances weer in een hogere versnelling de brug over.

Steiner zorgde dat zijn sectie gegroepeerd meeslipte naar de andere oever en pinde er elke man vast achter één van de cipressen langs het jaagpad. Aan de M.G.ploeg moest hij niet veel uitleg geven: deze betrok uit eigen beweging een stelling op een vijftig meter van de brug...Zo, dàt deel van de opdracht was vervuld...

Maar 'De-brug-klaar-maken-om-te-dynamiteren' beloofde een ànder paar mouwen te worden! Deze bestond uit twee gemetselde bogen, met een pijler in het midden van het kanaal. Als hij dié steun onderuit haalde zou het hele gevaarte wel instorten...Probleem wàs: waar vond hij de nodige springstof, verdomme!? Soms lagen die kisten klaar, wist hij. Maar hoe hij ook speurde, links en rechts, of de andere oever verkende: rommel en weggeworpen uitrustingstukken genoég, maar géén dynamiet...Tot Günter, de M.G.schutter, hem op een idee bracht.

" Als we nu een kanon hadden, zie: met een paar schoten blaas ik heel dat kunstwerk de lucht in! "

" Aan de overkant ligt toch een kanon in de gracht, spotte Moos: " Laat je vooral niet tegenhouden..."

" Naar hier sleuren met dat gebroken wiel, zeker?! Heb jij dertig man bij de hand, soms? Du Dummkopf! "

 

Nu er gaten begonnen te vallen in de sliert aftrekkende troepen ging het ditmaal makkelijker om weer naar de andere oever te glippen. Maar Steiner merkte onmiddellijk dat de gekantelde vuurmond rotsvast gevangen zat in het slijk van de greppel. Wat hem méér interesseerde was de munitiewagen waar de affuit aan vastgekoppeld zat. Eén van de dode trekpaarden lag er half bovenop, gevangen in zijn gareel, maar met wat snokken kreeg Steiner toch de klep van de munitiekast onder de zitjes van de kanonniers open.

Van de voorbijtrekkende soldaten kreeg hij af en toe een schimpscheut naar het hoofd geslingerd, "lijkenpikker!" en ander fraais, maar dàt kon zijn onderzoek niet verstoren. En ja hoor, vier rijen van tien kokers telde hij, de helft leeg... In de overige zag hij de bodem van de koperen granaathulzen blinken, kaliber 85 millimeter...Maar aan de centrale slaghoedjes te zien, waren ze verdomme ook allemaal gepercuteerd ...Werkelijk allemaal? ...

Bij nader toezien leken dié, vanachter in de onderste rij nog maagdelijk... Ja, een stuk of zes zéker!

De rest ging vlug. Met de hulp van Moos en zijn jonge munitiedrager wrikten ze de zes nog gewapende kardoezen uit de verwrongen kast: koperen hulzen van een veertig centimeter lang, met elk een puntige stalen granaatkop. Oude bekenden uit de tijd toen hij in '19 de IJzervlakte hielp ontmijnen...Met dit materiaal vormde de brug geen probleem meer: enkel nog routine.

Hij liet de jonge gast de lederen leidsels van het gespan lossnijden en de granaten naar de brug dragen. De laatste groepjes van het 113e Bataljon haastten zich nu voorbij en daar kwamen eindelijk de eerste mannen van Bal in zicht. Ze escorteerden twee karren met gekwetsten, dus had de compagnie de laatste uren tóch nog in de klappen gedeeld...Maar Marco was er nog niet bij.

Geen tijd te verliezen!  Moos en de jongen hielpen hem aan de middenste stijl van de linker brugleuning met de paardenleidsels drie granaten gebundeld vast te sjorren: ondersteboven, de punten gericht naar de onderliggende pijler. Een wat onhandig knoeiwerk, maar dezelfde operatie aan de rechter leuning verliep een stuk vlotter. Onderwijl liepen die van het tweede peloton al voorbij... Maar nog geen Marco te zien...

Een handgranaat met ijzerdraad klemzetten middenin de bijeengebonden bodems van de koperen obussen deed hij liever op z'n eentje: té secuur werk en veel té belangrijk. De jongen mocht ondertussen bij de afgeknakte telefoonpaal twee einden kabel van een vijftig meter gaan afknippen, en Moos vloog terug naar zijn M.G: geen pottenkijkers gewenst...

Steiner ging zó in zijn knutselwerk op dat hij niet eens merkte hoe een sliert mannen van het derde peloton zich achter zijn rug gehaast voort repten. Enkel toen de jongen plots twee rollen telefoondraad naast hem liet vallen schrok hij op: " Verdomse Schweinhund! Zijt ge uw leven beu?! Van 't verschieten had ik heel dat spel kunnen opblazen!" Hij had onwillekeurig Duits gesproken maar die gast begreep de kern en trachtte zijn flater weg te spotten met een overdreven modelsaluut: "Morituri te salutant! "

Steiner keek hem voor het eerst wat nauwkeurig aan.

" Ach ja: turiluri-salutant!  Nu herken ik je!... Twee maanden geleden? De vier overlevenden op de berg boven Corbera, hé?... 't Studentje met zijn twee woorden Italiaans - hoe heet je ook weer? "

" Latijn! ...Juan-Carlos da Silva, tot uw orders! "

Juist: Juan...Heu...Dinges...Ja:Kranige vent ,knikte hij goedkeurend. Die kon nog eens van pas komen...

" Geef mij het uiteinde van elke rol, Juan, en wikkel de draden samen af in een rechte lijn langs de zijkant van de baan tot zover ge kunt!  Maar zonder snokken hé!  Vooruit, anda!  Vlug!

Vijf minuten nà het groepje van het vierde peloton kwam ook Marco samen met twee ex-brigadiers aangelopen. Steiner voelde de druk van zijn schouders glijden maar veel tijd voor ontboezemingen kreeg hij niet. Zijn vriend wierp een keurende blik op de obussen: " Zou dat kunnen marcheren, denkt ge? "

" Waarom niet?  Met een beetje geluk..."

" Okee!  Doe maar of ge thuis zijt! "

" Is iedereen over de brug? Ik heb Tenente Bal en zijn kompaan nog niet gezien..."

" Die hebben een accidentje gehad..."

" Een accidentje? " Die harde trek om zijn mond...

" Van de trap gevallen! Okee? Tekening nodig? "

 

Ze bonden elk zwijgend een uiteinde van de draad aan de veiligheidspen van de handgranaat en liepen toen samen voorzichtig achteruit, de telefoonleiding glijdend in hun halfopen vuist. Het uiteinde kwam eerder dan verwacht: de brug lag nog beangstigend dichtbij...

" Welke vertraging heeft het lont? " vroeg Marco gespannen: " Zeven seconden hé? "

" Ja, als ge de blauwe ring moogt geloven..."

Marco was niet in stemming om te lachen:" Bon, we binden het uiteinde van de draad om de pols en op mijn teken geven we buzze, zo rap en zo ver wég als we kunnen! "

" Klaar? Eén...twee...drie!" Een snok aan de draad en ze spurtten weg. Steiner wilde juist hijgend de seconden beginnen aftellen toen Marco met een ruk achterover tuimelde. Voort rennend keek hij verbaasd over de schouder terwijl hij mentaal verder telde: " Twee..."

Zijn vriend lag op de grond verwoed aan de strak gespannen draad te rukken, waarvan het einde tussen de metalen stijlen van de brugleuning verward zat: "Vier! "

Steiner remde af en wilde ter hulp snellen, maar de andere deed teken volle dekking te nemen:" Zes! "

Twee afgrijselijke knallen verscheurden de dag. De schokgolf sloeg hem omver en even later hagelden de brokken steengruis op hem neer. Een bonk op zijn helm en het licht floepte uit.

 

Half versuft kroop Steiner uit de greppel. Twee mannen stoven hem voorbij: de twee anciens van daarjuist, waarschijnlijk. Juan hielp hem recht en leek hem bezorgd iets te vragen maar de stem verdronk in het fluiten van zijn oren. Neen, op eerste zicht werkte zijn lijf nog naar behoren en mankeerde hem niks, buiten een bloeding in zijn haar en die lichtflitsen in zijn ogen.

Marco? Waarom is die verdomme gevallen?!!

Wankelend steunde hij op Juans schouder. Zijn oude vriend lag halfweg de brug met zijn twee lijfwachten over hem heen gebogen... Uitgeteld... Levenloos...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
21-05-2012, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
22-05-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 79
Klik op de afbeelding om de link te volgen

A50.      DE VIJFDE MAN  

          Westende, 25 december '38.

Pannekoekenbak bij hun Tante Jetje op kerstavond: dat was, voor zover de jongens zich toch konden herinneren, hét vast evenement op hun winterse feestkalender. Sinterklaas werd bij de Petré's niet gevierd: van die komedie voor rijke luizen had Dis nooit gehouden. De kinderen vonden ten andere dat opgeklopte bezoek van de Sint op school maar dikke flauwe kul... Met Nieuwjaar kregen ze altijd, na het lezen van hun brief met beste wensen - en valse voornemens! -, twee rozijnenkoeken en een kom zoete chocolademelk.

En op de verjaardag van Dis, 4 januari, maakte Marie steevast Jan-in-de-zak, een soort broodpudding met gedroogde pruimen en een scheut jenever... Dat was een recept van Jetje waar Joseph en Leon verzot op waren en dat de twee boezemvriendinnen vroeger veel binnenpretjes bezorgde wegens de dubbele bodems. Al goed dat de platte symboliek van dit feestgerecht nooit tot Dis was doorgedrongen... Maar nu hij er niet meer was zouden ze dàt festijn ook wel moeten missen, vreesden de jongens...

De warme keuken bij tante Jetje geurde weer kermisachtig naar heet vet en vanillesuiker, net zoals vorige jaren, en ook op het smeersel van bietensiroop moest niet bespaard worden, ondanks de crisis en de oorlogsdreiging. Maar toch wilde de blijde feeststemming maar niet opbloeien. Lag het aan die lege plaats rond de tafel waar Dis altijd had gezeten? Zo jolig van aard was hun vader anders ook nooit geweest. Neen, de vrouwen hadden vroeger altijd voor lach en leut gezorgd, met zotte vertelsels en billekletsers en schuine dubbelzinnigheden 'onder grote mensen' waarmee de jongens niet voluit durfden te lachen. Maar waar ze toch met een verdoken fierheid van genoten omdat de oùden er zoveel plezier aan beleefden en zich voor 'de klein venten' niet inhielden...

Ditmaal echter leken de vrouwen slechts moeilijk los te willen komen. Hun ruzie na Westende-kermis scheen ondertussen wel bijgelegd, maar iéts was gebroken: het vanzelfsprekende hartelijke vertrouwen was wég. En daar zaten de geheimzinnige uitstapjes en fietstochtjes van Jetje waarschijnlijk voor veel tussen. Marie vermoedde dat die te maken hadden met Leons waanbeelden over dat zogenaamde 'spook van Duinkerke, maar voor 't zelfde geld kon Jetje er een nieuw lief op nahouden. Marie voelde zich uitgesloten, ook uit het hart van haar vriendin, terwijl zij toch altijd had gedacht onvervangbaar te zijn...Die beschilderde brunette van Oostende lag op haar lever, misschien ten onrechte, maar ze kon Jetje toch moeilijk om uitsluitsel vragen, hé... En jaloers worden op dat wijf was echt àl te zot en beneden haar waardigheid!

Toen de jongens eindelijk ver verzadigd raakten begon de flauwe stemming ook hén op te vallen.

" Joseph, kent gij geen zot vertelsel meer van op 't school in Oostende? " vroeg Leon schijnheilig: "Of van op den tram?... Maar een proper, hé, want er zijn mokkes omtrent! "

" Mokkes, mokkes! Is dat zó dat ge over uw moeder denkt? " vloog Marie uit. " En over uw tante? " voegde ze er vlug aan toe." Een beetje respect, hé, verdomde snotneus! "

" Maar Marie, de kleine wilde eens plezant doen, hé jongen?...Zegt eens: hoe zit dat daar op de 'Astrid': vertelt de schipper nooit eens iets om te lachen? "

" Vaneigens, hij staat altijd te zotten met nonkel René...maar van dàt kan ik hier niet verklappen..."

Korte stilte. Marie vrokkig:" Natuurlijk, de Gerard Pylieser! Die was altijd al zo'n vuile plezanterik! "

Jetje bedwong haar met de ogen: " Marie, 't is hoogdag, en feest: we zijn hier om te lachen!"

Iedereen keek wat gegeneerd rond. Tot Joseph een duit in 't zakje deed: " We missen een vijfde man..."

Jetje haakte onmiddellijk aan: " Ja den Dis kon vantijd leutig uit den hoek komen...God hebbe zijn ziel"

Waarop Leon brutaal hard begon te kuchen...

" Begint gíj niet, hé snotaap! " stopte zijn moeder af:" Ge hebt ons met uw dromen en fantasietjes over dat spook van Duinkerke al last genoeg bezorgd!  Tijd om wakker te worden! "

Joseph voelde dat hij de wissel moest omgooien: " Ik had het niet over ons vader... Ik heb menen te verstaan dat we ook zónder hem hier met vijven aan tafel hadden kunnen zitten..."

Iedereen staarde hem zó nietbegrijpend aan dat hij zich wel verplicht voelde, na A ook B te zeggen.

" Wel ja Moeder, ge hebt toch drie kinders gehad in totaal...Dat broertje ,vóór ik en Leon er waren? ... Of was 't een zuster misschien...Drie, en gij en tante Jetje: da's vijf!  We hadden hier met vijven gezeten! "

De twee vrouwen keken elkaar verbouwereerd aan en  barstten toen in een opluchtend lachen uit, met toch een lichthonende ondertoon: " Wat is dàt nu weer voor een vertelsel! " en Marie aapte hem na: " Meneer heeft menen te verstaan!  Verstaat dan maar rap iets ànders: er is nooit een derde broertje geweest! "

" Ik zeg niet dat er een derde geweest is nà ons twee, maar een éérste, vóór mij... Doodgeboren misschien, of in de wieg gestikt? "

" Doodgeboren?  Wat maakt dat uit?  En vóór u?  Hoe oud zou ik dan moeten geweest zijn? " schamperde ze:" Zestien, zeventien jaar? ...Zo vroeg begonnen wij er niet aan, in onzen tijd!  Ik was achttien toen ik trouwde met den Dis, in feite nóg te jong. Maar hij verdiende goed en we konden een huishouden rechten. En twee kinders was voor hem méér dan genoeg! " Over haar eigen tegenzin kon ze beter zwijgen.

Joseph wilde nog opperen dat het eerste kind volgens die brief niét van Dis zou geweest zijn. Maar dan was waarschijnlijk helemaal de hel losgebroken!

Jetje zag hoe hij dichtklapte en begon vlug over iets anders: dat ze goed verdiend had, de laatste tijd. Agence Rayée had verschillende villa's moeten klaarmaken voor 't rijk volk dat, ondanks de slechte tijd, toch de Kerst aan zee wilden vieren. En voordien had ze in de 'Villa Eden Roc' aan de avenue des aiglons grote kuis moeten houden, van zolder tot kelder: bijna twee weken lang, op kosten van de gemeente.

" Op kosten van de gemeente?! En waarom dàt?!"

" Die kast staat al jaren leeg wegens een erfenis-kwestie. De gemeente heeft die goedkoop kunnen afhuren om er welstellende vluchtelingen in te caseren die hier van 't gouverment een verplichte verblijfplaats kregen en een eigen woonst kunnen betalen. Fritzen, als ik goed heb verstaan..."

" Toch wéér geen vuil joden zeker!  Of zijn die honderd jong van 'Ons Rustoord' nog niet genoeg, soms? "

" G'hebt het zo niet voor de joden, hé Marie."

" 't Kan niet missen!  Ze nemen verdomme mijn werk af, die stinkaarden!  Madam Jadot, de économe, heeft mij vandaag aan mijn opvolgsters gepresenteerd: drie vette Duitse wijven!  Die gaan binnen veertien dagen, vanals de vakantie van de laatste shift Vlaamse kinderen erop zit, mijn werk overnemen en koken voor een troep joodse wezen. Vanaf morgen moet ik ze leren met de vuren en de àndere machinerie omgaan. En daarbij verdomme nog vriendelijk beleefd blijven ook! "

" Ach mens, het loopt wel los...Als ze zien wat een goede kokkin gij zijt, staat ge binnen de kortste keren weer aan uw fornuis! "

" Misschien, maar ondertussen moet ik maar zien hoe ik met een halve pree toekom!"

 

Leon had goed begrepen dat er haast achter zat om zaad in 't bakje te brengen. De volgende morgen stond hij al vroeg op de kaai om Pylieser te vragen of hij tijdens de kerstvakantie niet mee mocht varen op de Astrid. Maar de kleine Romain Calliau speelde al voor scheepsjongen, en een tweede erbij kon de schipper niet bekostigen. Toen nonkel René hoorde over zijn plan om dan maar vis te stropen op de laagwaterlijn wierp hij hem bij het uitvaren een klos draad toe waarmee ze op zee vlug een gat in het net herstelden.

In het winkeltje met visgerief haalde hij "op de rekening van schipper Pylieser" een potje met honderd haken en de rest van de dag was hij zoet met het knopen van zijn lijn.

Joseph zat op een héél àndere golflengte. Die deed alsof hij huiswerk had maar piekerde ondertussen of hij die naamloze roddelbrief in de discussie zou werpen of niet. En indien ja: wannéér en bij wié... Want nu hij dat eerste kind ter sprake had gebracht vond hij op méér recht te hebben dan die sneer van gisterenavond...Moeder leek daarover voorlopig niet makkelijk aanspreekbaar...En zijn snode voornemen van een paar dagen geleden kon hij beter definitief vergeten. Als hij haar bij de eerste ruzie ook nog overspel met een vreemde vent voor de voeten zou gooien, kon ze wel eens door het lint gaan... En zijn leven was hij nog niet beu!

Zijn geheim met Leon delen vond hij zinloos. Die veegde er zijn voeten aan van welke vader Marie vóór hen nog een kleine kreeg, en wat daar verder mee is gebeurd. En hij had het vanmorgen nagekeken: de brief was door het vocht nu ver onleesbaar geworden ,en als bewijs dus waardeloos. Leon zou de zinswendingen toch maar half verstaan en Joseph had echt weinig goesting het hem met handen en voeten te moeten voorkauwen en uitleggen...Hij wilde daarenboven het risico niet lopen dat die onnozelaar per ongeluk bij moeder het bestaan van die brief zou verklappen.

Dan toch maar weer bij Jetje aankloppen?


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
22-05-2012, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
23-05-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 80
Klik op de afbeelding om de link te volgen

A51  

TERUG NAAR PRAT DE LLOBREGAT.

              

Ségre-front, 27 december '38.

Zoals Steiner reeds gevreesd had bereikte Franco met zijn Italiaanse Littorio-divisie het wegenknooppunt Borjas Blancas twee-drie uur te vroeg. Daardoor zat er voor de compagnie Bal en een groot deel van het 113e niets ànders op dan de normale aftochtroute te verlaten en de stad langs rechts door de heuvels te omtrekken.

Met Marco was het achteraf gezien stukken béter afgelopen dan Steiner in de paniek na het springen van de brug had durven vermoeden: onkruid vergaat niet, zullen we maar zeggen... Hij had wél een hagelvlaag steenslag over zich heen gekregen, maar buiten een gebroken dijbeen, een verzwikte pols, een stijve nek en wat gekneusde ribben mankeerde hem weinig. Koppijn, dàt wel. En hij sprak wat moeilijk, maar daar viel mee te leven. Want toen hij na de ontploffing weer bij bewustzijn was gekomen, had hij meteen gevraagd hoe het met de brug stond.

"Helemaal weg..Er rest enkel één groot gat."

"Verdomse anarchist..Altijd zo moeten overdrijven! Zes granaten verdomme! Twee was natuurlijk niet genoeg geweest, hé!"

"Ik wilde zéker spelen..."

"Circusclowns!...Windbuilen!...M'as-tu-vu!"

Waaruit Steiner opgelucht had afgeleid dat het met Marco wel weer in orde zou komen.

 

Dat bleek aanvankelijk ook te kloppen. Direct na het incident hadden Günter en Moos per toeval de dokter van het 113e uit de achterhoede van zijn paard kunnen plukken. Maar de man had buiten Marco's been spalken weinig kunnen doen:  vervoer was er niet meer want al het gerij was al vertrokken. Dus hadden een zestal anciens van het peloton een draagberrieploeg 'georganiseerd' in afwachting van bétere tijden.

Aan de geplande verdediging van de vernielde brugovergang hadden ze verder niet veel woorden verspild en waren met de laatste mannen van de achterhoede op weg gegaan naar Borjas Blancas. En toen tegen de late avond de val van dit wegenknooppunt bekend raakte was heel de troep rechts de heuvels in getrokken, richting zuid-oost: Tarragona, zeg maar...

Telkens Steiner later aan deze bergtocht terugdacht kreeg hij het gevoel dat hij dààr zijn geloof in de goede zaak definitief verloren had. Tegelijk met het verlies van zijn enige kameraad, een vriendschap die aan hun dienstherneming bij het Volksleger nog enige zin had gegeven. Zonder hém zag hij geen enkele reden meer om hier nog langer zijn leven op het spel te zetten. Hier had hij geen zaken meer...En had hij zich überhaupt ooit met deze rotte politieke janboel moeten bemoeien?  Zijn persoonlijk anarchistisch ideaal, dat hem naar hier had gedreven, werd van bij de aanvang door zijn eigen kamp als een misdadige ketterij bloedig bestreden. In zijn naïeve overmoed had hij destijds in Westende nog gedacht dat àlle linkse krachten - ook de anarcho's - een plaats zouden krijgen in de frontlijn tegen de bruine pest. Ja, zo-ot! En door deze zelfde stomme overmoed lag nu zijn énige échte kameraad ver op apegapen omdat meneer zo nodig de koele dynamitero moest uithangen...Overmoed, inderdaad: M'as-tu-vu, de erfzonde van alle anarcho's!

Onderweg door de bergen bleek op de koop toe het korzelige dorpsproletariaat alle gevoel voor solidariteit verloren te hebben, want met hun gastvrijheid was het maar triestig gesteld. De boeren, die vroeger om ter hardst schreeuwend vooraan in de revolutie hadden gelopen om collectivisme te eisen, voelden nu de wind draaien en maakten zich klaar om de molens te keren. Voedsel hadden ze zogenaamd zélf niet meer, "na al die brutale opeisingen door 't Volksleger"...Maar mits wat aanporren en wat vuurtje-stook in een schuur of een berghok links en rechts geraakte het peloton toch aan voldoende eten.

Twee dagen lang trokken ze in een alsmaar uitdunnendere sliert over smalle bergpaden, steeds verder van het krijgsrumoer weg. Alle anciens klitten samen rond de brancard van Marco, nu hun onbetwiste leider ondanks zijn handicap. Om het kwartier losten de dragers elkaar af, zonder er veel woorden aan vuil te maken. Voeling met de rest van de compagnie-Bal hadden ze allengs ongemerkt verloren, na verhitte discussies bij de kruispunten in de bossen over de te volgen weg. Toch voelde niemand zich écht verdwaald: zolang ze op de zon de algemene richting zuid-oost konden volgen vond iedereen het al lang prima.

Tot ze op de middag van de derde dag plots weer in de buurt kwamen van een baantje met militair gerij: druk éénrichtingverkeer naar het oosten, ditmaal. Of het republikeinen waren of Franco-troepen kon je door het dikke struikgewas onmogelijk zien. Dus stuurde Marco er twee verkenners op af, terwijl de rest van de colonne in het bos even onderuit zakte. Na een kwartiertje brachten de spionnen goed en slecht nieuws mee terug.

" 't Zijn sukkelaars lijk wij: onze linker buren van aan de Ségre, vertrokken toen ze onze brug hoorden springen...Maar terugtrekken naar Tarragona kunnen we niet meer: die stad dreigde sowieso binnenkort in handen te vallen van de Moren, zeggen ze...En er is sprake van een nieuw front op te bouwen vóór Barcelona..."

" Maar dat is verdomme nog een honderd kilometer méér achteruit!" vloekte Marco: " Ge gaat me toch heel dat stuk niet dràgen, hé! Zet me neer naast de baan:  misschien vinden ze in de aftrekkende colonne voor mij wel een plaatsje op een ziekenwagen..."

" Stilstaan naast de baan? " wierp Steiner tegen :"Dat ziet ge van hier! We hebben geen tijd meer te verliezen! We dragen je al drie dagen, makker: Van een vierde zullen we niet dood gaan!" En zonder lang nadenken liet de rest van het peloton zich dan maar  meesleuren door de stroom vluchtende troepen.

Dat bleek al ras een stommiteit. Want een paar kilometer verderop, aan de oude stadspoort van Monasterio-de-Poblet, vielen ze op een versperring van de Guardias Civil...Die zuiverden de colonne uit omdat er dringend een weerstandslijn moest opgeworpen worden tegen de aanrukkende fascisten van de Littorio-divisie. Dus vloog het geëncadreerd voetvolk naar links, het gerij naar rechts en de deserteurs tegen de muur. Het tiental lijken dat er al lag smoorde elke neiging om tegen te pruttelen in de kiem...Een sergeant van de Guardias zorgde zonder veel complimenten dat Marco een plaatsje kreeg op een kar van de tros, en dàt was dàt. Het enige wat hij Steiner nog met een pijnlijke grijns kon toeroepen was:  " Rendez-vous bij de Ket in Barcelona!"

Vaarwel mijn broeder...

 

De rest is rap verteld, al leek het wel een kale afgang zonder einde. Aan het geïmproviseerde front bij Monasterio vonden ze de àndere pelotons van hun oude eenheid terug, volledig de kluts kwijt en gedemoraliseerd. De Italianen hoefden niet eens sterk aan te dringen: nauwelijks één dag bood het rode front er een zwakke weerstand. Juist lang genoeg om Steiner, in vervanging van Marco, een bevordering tot overste van het vierde peloton op te leveren,  dik tegen zijn goesting. Maar zijn heldendaad bij de brug aan de Ségre scheen op de andere anciens zo'n diepe indruk te hebben gemaakt, dat hij hun voordracht onmogelijk kon weigeren. De lege plaats van de 'verdwenen' Tenente Bal aan het hoofd van de compagnie was kort voordien reeds geruisloos ingenomen door een wildvreemde Capitan Porfirio, op zicht óók dik tegen dié zijn goesting! Steiner hield van smans eerste contactname met de pelotonsoversten de indruk over van een verwaand salon-officiertje-zonder-ruggegraat dat niet van plan was zich lang met deze haveloze boevenbende in te laten...

Die wens werd eerder vervuld dan verwacht. Het aangeslagen Volksleger bood tijdens de eerste helft van januari nog weinig weerwerk tegen het Franco-offensief in Catalonië. Buiten wat korte achterhoedegevechten - die nooit voor méér dan een paar uur oponthoud zorgden - beperkte de terugtocht zich telkens tot een paar futloze schermutselingen in de namiddag en een uurtje nachtmars na valavond.

Vreemd genoeg mocht compagnie Porfirio daarbij aanhoudend de kastanjes uit het vuur halen, wat door het gebrek aan slaap niet in de koude kleren kroop en op den duur flinke gaten in de slagorde sloeg. Tot uitlekte dat 'el Capitàn' - of "Polo" ,"Angsthaas" en Kip-zonder-kop zoals ze hem al vlug noemden - naar hún eenheid verplaatst was geworden bij tuchtmaatregel. En ze hun aanhoudende frontinzet met de bijhorende verliezen in feite aan zíjn speelschulden en zijn broekschijterij hadden te danken...

De anciens raakten het vlug eens: die 'Polo' moest als de bliksem wég, hiér en nù, vooraleer er nog meer vrienden sneuvelden ! Alle voorgestelde moordscenario's kregen hun fiat, zolang het maar op een ongeluk zou lijken...Maar Steiner was al zijn kornuiten te snel af. De laatste weken had hij zich ontpopt tot dé springstofspecialist van de compagnie. Elk bruggetje op de lange weg van hun terugtocht moest eraan geloven, en in het uitkienen van valstrikken met struikeldraad hoefde hij van niemand raad te krijgen...Jammer dat het 'Kieken' dit niet wilde begrijpen. Van bij zijn aanstelling bemoeide 'el Capitan' zich voortdurend met iedere brugmijning die Steiner met zijn maats Günter, Moos en kleine Juan uitvoerde: zoiets moést slecht aflopen...Op 18 januari, toen bij valavond de brug vóór Villafranca eraan ging geloven, spande Steiner op het laatste momentje nog een verdoken struikeldraad over het bevriende landhoofd, louter kwestie van eens te veranderen.

Stomme Porfirio, die altijd voor de show een laatste controle wilde uitvoeren over de springlading vooraleer zijn fiat te geven, heeft er nooit iets over voort verteld...

De staf van het bataljon stuurde geen vervanger meer, of àls ze dat al deed, was die toch nooit levend opgedoken...Dus slodderden de pelotons zo maar wat aan. Het front, of wat daarvoor moest doorgaan, lag nu nog hoogstens 30 kilometer van Barcelona verwijderd en het gerucht liep dat de republikeinse regering "gevlucht" was naar Gerona, halfweg de Franse grens. Wie in deze omstandigheden nog zijn vel wilde riskeren, moest daar wel een héél goede reden voor vinden, of erg lijden aan zinsverbijstering, al dan niet door overmatig drankmisbruik. Steiner dus niét. Kleine Juan nog minder. Günter en zijn schaduw Moos twijfelden nog, bij gebrek aan een wisseloplossing. De rest van het peloton, hooguit nog twintig man, sprak openlijk over deserteren, maar durfde in 't vlakke veld de stap niet te zetten uit vrees voor de moord-eskadrons van de 'Franse bloedhond' Marty. Deze ex-commandant van de Internationale Brigades had zijn beestige bijnaam 'Slachter van Albacete' te danken aan het eigenhandig neerschieten van honderden deserteurs. Of wie hij daarvoor aanzag...

Voor het slinkende groepje rond Steiner gold maar één parool: volhouden tot Barcelona. In dié grootstad, waar het nu ongetwijfeld al krioelde van vluchtelingen allerhande, moest het mogelijk zijn om veilig onder te duiken in de chaos van de ineenstorting...En had Marco hem daar bij de Ket geen rendez-vous gegeven?

 

Tien kilometer vóór Barceloma mondt de Llobregat uit in de zee: een stroompje van tweemaal niets met een bedding van een vijftig meter die nu grotendeels droog lag. Steiner herinnerde zich dat hij in april vorig jaar hier zijn zogenaamde eerste opleiding kreeg. In Prat, om juist te zijn: het fabrieksstadje aan de monding...Waar die sloerie - verdomme, hoe heette ze weer, dat 'Flintenweib'?  Pilar?  Juist: Pilar -  hen leerde granaatwerpen, met rolkeien op het strand, en hen doorlopend geil beloerde als ze zich uitkleedden voor de zwemles...

Vreemd dat hij daaraan terugdacht...Hier was destijds zijn eigen privéoorlog tegen de Franco begonnen...En het had er alle schijn van dat hij ook hier zou eindigen... De cirkel was rond. Vanmorgen telde zijn peloton nog twaalf man: vier waren er dus die nacht weer vanonder geritst, waarschijnlijk verdwenen onder het puin van de platgebombardeerde ateliers...Nog twee dagen en van het glorierijke peloton Marco bleef niets meer over, buiten hijzelf dan en twee Duitse joden. Kleine Juan moest hij ergens in Barcelona  proberen veilig onder te brengen:  die dappere jongen verdiende het.

Her en der trachtten een paar stalinistische fanatiekelingen de aftrekkende troepen nog warm te krijgen om "op de Llobregat-linie vóór Barcelona het epos aan de Manzanares voor Madrid te herhalen: No pasaràn!" Met deze aanhoudend misbruikte slogan werd tot vervelens toe verwezen naar de heldhaftige weerstand van de Madrilenen op dat onooglijke riviertje, toen drie jaar geleden generaal Franco hun hoofdstad bedreigde.. Maar op deze drie jaar was er in éigen rangen téveel gebeurd dat niet door de beugel kon. Dus predikten de rode diehards in de woestijn en luisterde er  niemand meer naar hun holle frasen.

Ze bleven nog een dag of vier in Prat rondhangen, meer om in die chaos met hun getalsterkte eten af te dwingen en depots te plunderen dan om een stelling te betrekken. De allerlaatste avond hielden ze krijgsraad en besloten nog dié nacht gegroepeerd de laatste mijlen naar Barcelona af te haspelen en dààr te ontbinden: "sauf-qui-peut"...Maar zoals verwacht verkozen Günter,  Moos en Juan bij Steiner te blijven, vooral toen hij hen vertelde Marco uit het lazaret te willen ophalen, waar die dan ook ergens mocht zitten...

 


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
23-05-2012, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
Archief per week
  • 18/11-24/11 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 27/11-03/12 2017
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !
    Inhoud blog
  • Deel 400
  • Deel 399
  • Deel 398
  • Deel 397
  • Deel 396

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!