" De Afrekening"
Een West-Vlaamse oorlogsthriller in afleveringen
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
25-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 341
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C49   V-DAY VOOR HERR WEINTRAUB.

 

                          Berlin-Steglitz, 10 augustus 1945.

Die nacht werd er niet veel geslapen in de 15b. Toen ze uiteindelijk tóch in bed kropen lag Gerda maar aan Josephs oren te zagen wat die Amerikanen in godsnaam bezield kon hebben om de 'kleine Ari' mee te nemen. Hij moest eindeloos herhalen wat er gezegd was tijdens de ondervraging van haar broertje, en waarop wie wat had geantwoord. Maar toen ze hem op den duur begon te verwijten niet te zijn tussengekomen om die 'onwettige arrestatie van een kind' te verhinderen was voor Joseph de maat vol.

"Luister, mens! Door jullie schuld, van jou en van je vader, hebben de Yanks mij al die tijd voor die verdomde Witze aanzien. Dat ventje was celleider van de Werwolf, als je het nog niet moest weten! Met zo'n etiket op m'n voorhoofd heb ik maar héél weinig gezag om de Ami's te vertellen wat ze met een stomme snotaap als Ari al dan niet mogen doen! Als ze die onnozele blaaskaak een paar nachtjes in de bak houden zal hij misschien geleerd zijn om niet met het leven van andere mensen te spelen! Ge hebt zelf toch gezien hoe hij die arme Miel heeft toegetakeld, hé! En als het inderdaad waar is dat hij deel neemt aan een aanslag op de bezetter, dan mag je blij zijn als je hem binnen een jaar terugziet! In Rusland hingen we die ventjes onmiddellijk op! "

" Maar toen was het totale oorlog! "

" En nu niet meer, inderdaad! Een reden temeer om met dat moorden op te houden! Want Ari is een moordenaar, begrijp dat goed: een moordenaar en géén soldaat! En laat me nu in godsnaam slapen, mens, want morgen valt er misschien nog 't één en 't ànder te redden uit de puinhoop die je broertje heeft achtergelaten! "

 

Ook de familie De Bens kwam die nacht niet aan slapen toe. Het duurde een paar uren vooraleer iedereen zich had neergelegd bij het onvermijdelijke van hun plotse vertrek naar België. Vooral Ma had het moeilijk om zich zo maar te plooien naar het dictaat van Weintraub, want op die paar uur kon ze onmogelijk deftig hun hele hebben-en-houden gepakt en gezakt krijgen. Stel je voor: in één valies en twee rugzakken! Maar nadat éérst Joseph, en na middernacht haar twee dochters, de ernst van Miels ziekte in haar hersens hadden gehamerd, legde zij zich schoorvoetend en pruttelend bij het onherroepelijke neer.

Toen tegen de middag eindelijk alle bundels waren dichtgeknoopt gooide Joseph opnieuw roet in het eten door te opperen dat ze onderweg naar huis misschien lange stukken te voet zouden moeten afleggen...En gezien Pa de zieke Miel op zijn rug zou moeten dragen, waren de zeven resterende bundels voor de drie vrouwen misschien wat veel, niet ? Ma's ogen spoten pure haat naar 'dat kreupel stuk pretentie' waarvoor ze Joseph achter zijn rug uitschold. Maar deze ontfermde zich ondertussen 'broederlijk' over de zieke Miel, die er - dankzij de goede zorgen van de Amerikaanse dokter - al stukken beter uitzag.

" Als ik thuiskom zal ik ze...in Westende...uw groeten doen, " hijgde de jongen ferm: "en zeker uw geburen ...in de Bassevillestraat... En alle Vlaamsgezinden...die ik nog ken van vroeger...en die zich u ook nog wel ...zullen herinneren."

" Och jongen, ik vrees dat ge daar de Vlaamsgezinden op uw éne hand gaat kunnen tellen! Nu we den oorlog verloren hebben, zal er aan de kust geen kat nog Vlaams durven spreken! "

"Ik ga in elk geval mijn...vriendjes van de Duitse boerenvakantie...in Stadhagen terug opzoeken, omdat ik zéker weet...dat zij van ons gezindte zijn...De gezusters Lemot , Solange en Huguette, om te beginnen..."

Joseph schrok even: " Ja, Solange en Huguette Lemot van de viswinkel: die heb ik ook nog gekend. Heel schoon meistjes..." beaamde hij dromerig.

"En dan nog Omaar Huyghe...en Kamiel Maenhoudt...Zijn broer Lowietje is jammer genoeg...gestorven, vergiftigd van de mosterdgas,...juist lijk ik..."

Hop, daar gaan we weer, dacht Joseph! Dat verhaal vertelt hij al voor de derde keer! Die angst voor een verstikkingsdood moet er wel héél diep inzitten, en daarom liet hij de jongen nog maar eens zijn hart luchten...

" Lowieke kende ik goed van opschool...en was daarbij mijn dikke vriend daar in Stadhagen...Wij trokken dààr altijd met elkaar op...omdat die vier oudere voortdurend met elkaar...aten te fikfakken en ons altijd wegjoegen...Dat maakt dat wij getweeën dikwijls alleen naar het "Waldseebad" trokken...Daar heb ik over mijn-eigen veel geleerd...waar ik vroeger beschaamd voor was. Maar als wij op den boord lagen te zonnen...hoorde ik van Lowietje dat hij met hetzelfde zat...ge weet wel: wat ge moet biechten als vuile manieren hé...Lowieke vertelde mij toen dat hij in de duinen van Westende...dikwijls met een vriend ging spelen in een bunker...Heel speciaal spelletjes onder jongens, ge weet wel hé...Ze noemden dien bunker ten andere 'het slijmkot'...Dien oudere gast nam Lowieke dan gevangen en sloot hem op in een donker kot van dien abri of bond hem helemaal vast met koorden... En voor zijn straf moest m'n vriendje dan zand eten...en natuurlijk zijn broek uitdoen: dan gaf die Roger hem kletsen op zijn gat. Ik zou dat niet meer plezant vinden, maar mijn vriendje wél want hij vertelde daar altijd opnieuw over…"

" Tiens, " dacht Joseph: " Ik ken er nog zo één! "

" ...en hij heeft daar veel namiddagen in groot geheim doorgebracht met zijn vriend Roger."

" Roger ?" Er ging Joseph een lichtje op: " Roger De Ceuster ? Van de groenselwinkel op 't Bad ?"

" Ja denk ik, want hij nam als vieruurtje dikwijls wat appels mee voor Lowietje..."

" 't Is maar dat Roger De Ceuster kort na Lowietje...ook gestorven is, en dat ze alle twee ónder de rode puisten lagen op hun sterfbed. Maar ik geloof nooit dat...die gast zo zot was om óók van dat vergiftigd zand te proeven...In elk geval, ge moogt hun ziekte niet vergelijken met wat gij nu hebt: na die Amerikaanse spuiten zult gij wel rap genezen! En thuisgekomen vliegt ge voor een speciale kuur in een zuurstoftent en zijt ge er vanaf! "

Die verdomde De Ceuster, dacht Joseph! En hij hoorde in gedachten Leon het nog vertellen, destijds, toen ze in de lente van '40 op het strand van de Lac-aux-Dames door die zatte Belgische soldaten beschoten werden: hoe die vuile gast klein Leonneke tot allerlei bizarre spelletjes had verleid. Enfin, die viespeuk was eraan gestorven: opgeruimd staat netjes!              

 

Dezelfde overweging maakte hij toen de familie De Bens die avond de deur van de 15b achter zich dichttrok en met pak en zak in een Amerikaans legerbusje gestouwd werd. Op aandringen van Joseph had Françoise hem toch, zonder veel geestdrift, beloofd de groeten te doen aan Nadine en hij had onmiddellijk spijt gekregen van dit pueriel verzoek. Miel en Rika beantwoordden zijn gewuif slapjes, maar Pa en Ma zagen hem nog niet staan: Pa, omdat de zorgen hem boven het hoofd groeiden, en zij omdat ze Joseph openlijk verdacht achter hun plotse 'deportatie' te zitten.

Bon, dan waren ze quitte. Want hij verdacht hààr ervan hem als oud-SSer verraden te hebben bij Pa Krüger. En ze zou vroeg of laat ook wel de Amerikanen daarvan op de hoogte gebracht hebben, als ze er winst had kunnen uit slaan. Een écht rotwijf was het, ook al liet het vertrek van heel die Vlaamse familie wel een leeg gevoel achter. Hij leek wel Klein Duimpje, door zijn arme ouders gedropt in het grote bos...      

 

De volgende morgen liep hij een hele tijd doelloos met zijn ziel onder de arm wat op het tweede verdiep rond. Er was geen electriciteit om naar Dahlmanns radio te luisteren, en om op zijn kristalpost geduldig naar de laatste nieuwsberichten te speuren was hij veel te zenuwachtig. Herr Weintraub van de M.I.S. had hem stevig aangeraden zoveel mogelijk binnen te blijven, en zich niet door de NKVD van de straat te laten plukken. Daardoor schrok hij telkens op als hij een verdacht geluid meende te horen.

Ma en Gerda Krüger stonden overal tegelijk de aflatertjes van de geëvacueerde familie De Bens uit te zoeken, en daar was opvallend weinig bij dat ze niét konden gebruiken. Een bezigheidstherapie, zo bleek al vlug, want natuurlijk zaten ze elk voor zich te piekeren over hoe Ari het er bij de Amerikaanse speurders zou afbrengen... Die zoektocht door het Grunewald naar de 'gasbunker' en de verborgen kist rookgranaten kon makkelijk een viertal uur in beslag nemen, dus vóór het middageten moesten ze hem zéker niet terug verwachten...In het beste geval...

Maar pas om drie uur schuurde plots zo'n idiote platte 'Jeep' de straat in. En tot ieders verrassing bleken de twee Yanks geen Ari terug te brengen, maar moest Joseph met hen mee. Nauwelijks had hij zich met kloppend hart en stijve benen onder de huif op de achterbank gewrongen of de sergeant naast hem schoof een zwarte linnen zak over zijn hoofd. Beangstigend, zonder meer...En de dolle rit van een kwartier door de hobbelige straten, met gierende bochten en abrupte stops, was dat niet minder! Maar eindelijk leken ze een loods in te rijden en werd hij méér een trap op gedragen dan geleid. Een kakofonie van diktongige stemmen rondom en het geratel op schrijfmachines verried een Amerikaanse administratie. Zijn waakhonden pootten hem neer op een stoel en trokken de deur achter zich dicht. Iemand vóór hem zei in het Duits dat hij die zweterige zak mocht aftrekken. Even wennen aan het licht en daar zat Weintraub glimlachend voor hem aan een wanordelijk bureel.

"Ha, Joseph! Hoe voelt het aan om gekidnapped te worden in volle dag ?!"

Maar deze had zich al herpakt en antwoordde op de zelfde jolige toon: "Ha, Herr Weintraub! Mijn naam is niet Joseph, maar Jean-Marie Peeters: aangenaam! "

De andere wuifde ongeduldig: " U heet Joseph en daarmee basta! Dat afstrijden is een belediging voor mijn intelligentie, en zolang ik nog bij de M.I.S werk, een affront voor heel de dienst! "

Joseph koos onmiddellijk dit zijspoor: "Zo-zo, dacht u dan binnenkort de dienst te verlaten ? Is de kantine niet naar uw smaak of betaalt het niet meer zo goed ?"

Weintraub leek deze badinerende toon wel te waarderen en haakte in: "Veel erger, mijn vriend: de dienst verlaat MIJ! Ze wordt binnenkort opgedoekt, nu de oorlog ver gedaan is..."

" Hoezo, gedaan ?!...En Japan dan ?!"

" Heeft u het goede nieuws dan niet gehoord ? Wij hebben zojuist twee ultra zware bommen op Japan gedropt: een volledig nieuw type dat in één klap een volledige stad wegblaast. De Japs spreken van zich onmiddellijk te willen overgeven, en als ze dat niet héél rap doen, zullen er nóg een paar steden in rook opgaan. Dus neem ik aan dat binnen een paar dagen eindelijk deze wereldoorlog achter de rug is, en dan heeft deze dienst geen reden van bestaan meer...Want zó zijn de Amerikanen: ze nemen onbeperkt personeel aan als ze dat nodig hebben, en betalen goed, dank u! En als de noodzaak ten einde loopt, zeggen ze even vriendelijk: 'You'r fired! ' Dus is dit hier misschien de laatste maal dat wij elkaar zien, en is het nutteloos elkaar nog meer fabeltjes te vertellen. Ik noem je dus Joseph omdat dit je échte naam is." Nu lachte hij niet meer.

Joseph was even zijn àpropos kwijt vooraleer hij kalm repliceerde: "Maar hoe kunt u dat zo zeker weten ?"

" Goed, dan spelen we het zo...Toen wij vorige avond bij u op bezoek kwamen op het tweede verdiep van de 15b deed een jonge vrouw met een kaars in de hand de deur open. En wat zei ze ? "Ha, Joseph en Heren, komt binnen" Daarbij, de derde man van ons gezelschap - buiten de dokter - was een Belg uit Gent, en die heeft u in de loop van de avond door verschillende gezinsleden 'Joseph' horen noemen...We gaan dus niet kinderachtig doen hé! "

Joseph haalde even geringschattend de schouders op.

" Je zal wel een duistere reden gehad hebben om je eerst als Witze en later als Jean-Marie Peeters uit te geven, maar die interesseert mij niet meer, en ik ga er hier dus ook niet meer achter graven: je doet maar. Jij was voor de dienst enkel nuttig als eventueel 'Lokaas Witze'. Ik bedoel: je 'om te keren' zoals dat in ons jargon heet, in de hoop daarmee nog vrije leden van de Werwolf te kunnen vangen als die met jou contact zouden zoeken. Maar de bommen op Japan hebben dat allemaal onnodig gemaakt. Gevaarlijk zelfs, want als de Werwolf nù contact met u zoekt is het enkel om u te doden als de verrader van de aanslag..."

" Aanslag ?! Die heb ik toch mee helpen verijdelen! "

" Neen-neen, die is zojuist door gegaan én gelukt! Maar al de daders zijn ter plaatse aangehouden, want dankzij de aanwijzingen van Ari Krüger lagen wij op vinkenslag! "

" Maar als ge een val gespannen hebt, waarom hebben jullie de aanslag dan niet gewoon verhinderd ?!"

" Och, omdat we wisten dat ze tegen een transport van Sovjetsoldaten gericht was en niét tegen de Amerikanen... En beveiligd door deze valstrik moést de aanslag doorgaan om die fanatici op heterdaad te kunnen betrappen, da's makkelijker. Een stuk of tien Roodgardisten zijn met het mosterdgas besmet, maar die hàlen het wel. Daarbij, we hebben drie daders aan de Russen uitgeleverd als teken van goede wil. Twee hebben wij gehouden als wisselgeld..."

"Ari Krüger soms ?"

"Neen, die zàt al vast en kon dus niet deelnemen. Daarbij: dat kind was slechts een 'Sherpa', een waterdrager, en zal één dezer dagen wel vrijkomen...Neen, de échte Werwolf zit hier in mijn steekkaartenbak. Die hebben wij gevonden in de ruïnes van de Duitse Sicherheits Dienst van Kaltenbrunner..."

...Op de Fehrbelliner Platz, wilde Joseph automatisch aanvullen, maar kon zich nog juist op tijd inhouden.  

" Daaruit heb ik ook de steekkaart van Witze opgevist, en je daarmee geconfronteerd. Maar zoals je gemerkt hebt zijn veel van die idioten ondertussen reeds dood: zelfmoord of gesneuveld. Anderen zitten krijgsgevangen bij de Russen en misschien zullen wij bij gelegenheid onze collega's van de NKVD daarvan op de hoogte brengen...Alhoewel, nu de oorlog ver gedaan is zullen de overlevenden zich wel koest houden..."

"Zo, dat is dus het einde ?" viste Joseph opgelucht.

"Niet noodzakelijk, wat u betreft. Wij gaan u dus niet meer 'omkeren', maar misschien wél als mogelijk informant laten inslapen voor eventueel later gebruik. Gezien je huidige identiteit van Fremdarbeiter Peeters zal je wel verplicht worden snel terug te keren naar je Heimat. Tenzij je natuurlijk écht met deze Duitse vrouw zou willen trouwen, dan zal de Dienst zorgen dat je hier kan blijven: aan u de keuze! Maar je moet ons wél altijd op de hoogte houden van elke nieuwe woonplaats die je in de westerse zone zou betrekken. In ruil voor deze verplichting krijg je van ons géén geld, maar wél iedere week een mooi voedselpakket '8 in 1', wat je makkelijk over de nijpende schaarste van de komende Berlijnse winter zou helpen..."

" U plaatst me wél voor een zware keuze, hé...Als ik trouw met mijn Duitse vriendin die mij voorlopig goed over mijn handicap heen helpt, blijf ik uw loonslaaf en moet ik haar door de komende hongerwinter sleuren. Maar trouwen is voor eeuwig...En gezien mijn verminking én de wankele internationale toestand kàn ik onmogelijk de verantwoordelijkheid op mij nemen voor haar welzijn gedurende de komende zwarte jaren...Maar omdat ik dus onmogelijk met haar kàn trouwen, verbreekt u onze liefdesrelatie door mij 'manu militari' naar België te deporteren...Herr Weintraub, u weet toch dat ik weesjongen ben en in mijn Heimat geen enkel familielid heb om mij op te vangen..."

" Joseph, zwijg man, ik krijg tranen in de ogen...van het lachen! Er is aan u een grote komiek verloren gegaan, weet ge: zoals gij u in uw rollen inleeft! Chapeau! ... Deze man, Jean-Marie Peeters, is inderdaad misschien alleen op de wereld geweest, de sukkel. Maar je vergeet dat je deze rol al hebt uitgespeeld! Voor het ogenblik moet je als 'Joseph So-und-so' verder ! Geluk ermee, maar laat dat mijn plezier niet vertroebelen, hé. Straks bij de viering van Victory-Day wil ik geen nieuwe lijken meer uit de kast zien donderen. Als jij beslist terug naar België te keren, is voor mij het spookdossier 'Witze-en-de-Werwolf' definitief gesloten! "

Joseph had door deze tirade tijd gekregen zich van de schok te herstellen en haakte flemend in: " Definitief gesloten ? Wilt u mij dan als oud-medewerker een plezier doen en de komedie nog éventjes verder spelen ? De kleine Ari zal zijn lesje nu wel geleerd hebben en zou zonder gevaar binnen kort 'gelost' kunnen worden, niet waar ?..."

Weintraub knikte terughoudend

" Maar zijn vader, Otto Krüger, is nog een Pruis van de oude stempel: een nationalist die alles wat on-Duits is verfoeit. Als jood zal u dat type wel kennen: geen nazi-beul, maar als hij een slome werkslaaf op de fabriek een stamp onder de kont mag geven van de baas, zal hij dat met plezier doen. Ik lag als 'Auslander' en zogezegd als 'Fremdarbeiter' bij hem zeker niet in de bovenste schuif, tot ik in mei de buren met mijn 'slavenstatuut' en mijn beperkte kennis van het Russisch tegen de barbarie van de sovjets kon beschermen. Toen kwam hij opeens zoete broodjes bakken en kreeg ik zelfs zijn dochter kado in bed. Maar nu hij weer veilig in de zone van de Yanks zit, denkt hij mij als zogenaamde schoonzoon te kunnen afdreigen. Ik zou graag de rollen even willen omdraaien en die vent tot wat meer respect dwingen. En dat kan, als u bij de vrijlating van Ari laat uitschijnen dat hij dat te danken heeft aan mijn persoonlijke voorspraak..."

Weintraub had zijn typering van Pa Krüger met stijgende aandacht gevolgd en zei monkelend: " Zo-zo, ons klein Adolfje krijgt weer snorhaartjes! Gewezen Blokoverste, hé! ...Okee, niets gemakkelijker: we scheppen hem morgenvroeg voor ondervraging op en laten hem de hele dag sudderen. Jij wordt morgen namiddag opgehaald en na een confrontatie van een uurtje mag je vader en zoon mee naar huis nemen. Okee ? Zogezegd dankzij jouw tussenkomst... Maar ik wed dat hij tijdens zijn ondervraging een paar kennissen aan de galg zal praten om bij ons in een goed blaadje te komen...Niet bang voor uw eigen hachje, Herr Joseph ?"

 

De zon was nog niet op toen Ma Krüger Gerda al uit haar dromen kwam trommelen: die rotamerikanen van laatst hadden zojuist Pa van zijn bed gelicht, voor ondervraging over de Werwolf van Ari!

Joseph riep nog slaapdronken: " Verdomme Mens! Wees blij dat hij niet door de Russen gekidnapt werd! Die Yanks laten hem binnen een paar weken wel vrij, maar met de Ivan kon dat jàren duren! " Iedereen geloofde immers de geruchten dat de sovjets hun arrestanten voor ondervraging rechtstreeks naar Siberië sleepten. Over de Amerikaanse methodes was nog niet veel bekend, wél dat ze er niet voor terugschrokken een veroordeelde spion tegen de muur te zetten.

Maar Ma Krüger was niet te stoppen: "Vati is vast opgepakt omdat hij een Belgische SS-er onder zijn dak heeft opgenomen! Nu zie je maar! "

Nu schoot Joseph klaar wakker: " ZIJN dak ?! Als ik mij niet vergis woonde IK in 15b lang vóór Gerda met haar boreling kwam smeken om bij mij een deftige kamer te krijgen! "

Ma krabbelde wat terug: " Ik bedoel: opgenomen in ons gezin...Wijzelf waren toch niet van de SS hé! "

" Frau Krüger , wil je Gerda laten beslissen of ze met een SS-er een gezin wil stichten, of neem je haar liever terug ? Wat is't ?!"

Maar Gerda duwde haar moeder reeds buiten, sloeg de deur dicht en sleurde Joseph terug in bed : "Komm' hier, du Böser Wolf !  Fress' mich auf ! Hier ganz drunten anfangen !".

 

Tegen drie uur stonden ze daar weer met hun jeep, en ook al kreeg Joseph ditmaal geen zak over het hoofd, de rijstijl van de zwarte herkauwer achter het stuur was nog even beangstigend als gisteren. Maar door wat afgesproken was met Weintraub hoopte hij ditmaal op een 'happy-end'..

Het discrete hoofdkwartier van de M.I.S. bleek een lichtbeschadigde garagewerkplaats te zijn met een achterliggende burelenblok, waar in alle lokalen druk werd gewauweld. Ze plantten hem neer op een stoel in de gang waar ze hem een half uur lieten sudderen. Dit gaf hem de gelegenheid om in een rondslingerend exemplaar van 'Stars and Stripes' uitgebreid kennis te maken met het epos van de afgeworpen 'atoombommen' op Japan, ook al geraakte hij er niet goed uit wijs. Héél misleidend zelfs, want 'atoom' deed denken aan een minuscuul bommetje, terwijl het in werkelijkheid vast een kanjer geweest was zo groot als het vliegtuig zelf! Tenminste, als je het resultaat van de inslag mocht geloven! Effenaf lachwekkend boerenbedrog ! Dit effect van de ontploffing illustreerden ze met een tweelingstel slecht vervalste luchtfoto's - in de aard van de vooroorlogse charlatanreclame voor vermageringspillen 'vóór-nà' - dat duidelijk liet zien hoe er nù ter plekke totaal niets meer te zien wàs! Enkel de slogan 'COMPLETE ONTHARING IN ééN SECONDE! ' ontbrak nog onder de foto's! Verdikke, monkelde Joseph, wat zijn die Yanks toch goedgelovige kinderen om dergelijke onnozele propaganda te slikken!

Hij glimlachte nog steeds zelfzeker toen Weintraub hem in een bureel binnenriep, maar schrok wél even toen hij in de hoek Pa en Ari Krüger zag zitten, bleek van de schrik. De Duitser wees hem met een uitnodigend gebaar een stoel apart: " Joseph, jullie kennen elkaar hé...En ik van mijn kant heb de laatste uren veel van jullie geleerd, vooral dankzij Otto hier. Dat leugentje af en toe neem ik erbij...Zo heeft hij mij willen wijsmaken dat u Obersturmführer was bij de Belgische SS-ers...Maar ik heb hem verbeterd dat zo'n hoge graad niet bestond bij zo'n kleine gevechtseenheid en dat u daarvoor ten andere véél te jong was: wij zullen het dus maar bij 'sergeant' houden hé. Of, zoals de Duitsers het zo moeilijk zeiden: Oberscharführer, nietwaar ?"

" Och, Herr Weintraub "deed Joseph luchtig: "Noem mij maar voor 't gemak 'Sargeant Joseph', zoals afgesproken."

De Krügers hadden deze gemoedelijke repliek met stijgende verbazing aanhoord, maar Joseph deed er nog een schepje bovenop: " Herr Krüger had zich als schoonzoon misschien een belangrijker personage gewenst dan ik ben, maar zal toch nog een tijdje met mij genoegen moeten nemen. Ik veronderstel dat hij, door mij aan u te verklikken als Obersturmführer, zijn nazi-verleden definitief heeft afgezworen en nu volledig met de USA-forces wil meewerken, nietwaar Otto ?!"

Ari lachte vals, maar Pa knikte verwoed. Weintraub aanschouwde die kronkelende worm ijskoud, en Joseph draaide het roestige mes nog even in de wonde rond:

" Zolang zal ik er wel op toezien dat hij een brave Duitse burger wordt. En als hij zijn mislopen zoon stevig heropvoedt en hem af en toe een bloedneus slaat, dan is de westerse wereld weer twee democraten rijker, niet ?!"

De Krügers grinnikten beaat in hun hoekje en er viel even een pijnlijke stilte voor Weintraub professoraal opstond en de duimen achter zijn bretels haakte:

" Kunt gij daarmee leven, Krüger ? Kunt gij u garant stellen dat uw zoon Ari zijn gevaarlijke apenstreken zal afzweren ? Nu de oorlog voorbij is wordt het toch hoog tijd om tot bezinning te komen, nietwaar...Ik, voor mijn part, wil in elk geval het feest van de eindoverwinning niet bederven door wéér een paar verdwaalden in de gevangenis te werpen. Maar ge moet goed weten dat, als ik de spons veeg over uw verleden zoals Sargeant Joseph het vraagt, gij énkel voorwaardelijk vrij zijt. Dit wil zeggen dat wij u en uw zoon écht in hechtenis nemen als wij nog last van de Werwolf zouden ondervinden. Wij werken op dat gebied volledig samen met de sovjetautoriteiten en ge weet dat zij zo'n stommiteiten niét door de vingers zien! Zo, met Sargeant Joseph heb ik nog iets te regelen, maar gij kunt alvast gaan! "

Dat lieten ze zich geen tweemaal zeggen.


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
25-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
26-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 342
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C50                                

  DER HEIMKEHRER .

 

Toen Weintraub zorgvuldig zijn pijp begon te stoppen kon Joseph niet nalaten fijntjes op te merken: " Met al die vrijlatingen lijkt het wel of u de dossierkasten aan 't leeg maken bent! "

"Dat is ook zo...We kregen zojuist bericht dat nu vaststaat dat Japan akkoord is om zich over te geven op voorwaarde dat hun keizer buiten schot blijft. Daarover zal nog wel wat gebakkeleid worden ,want de geallieerden hebben al twee jaar geleden onderling afgesproken dat van de asmogendheden enkel een onvoorwaardelijke overgave aanvaard zou worden. Maar binnen een week of twee komt dat wel goed ,en normaal gezien zullen dan ook de meeste conflicthaarden wereldwijd gedoofd worden. Dan heeft de U.S.A zo'n grote contraspionage niet meer nodig en zal ze wel vlug alle losse medewerkers bedanken voor bewezen diensten. Daarom verwacht ik zeer binnenkort mijn 'Two Weeks Notice', mijn vooropzeg...Dus wil ik niet dat er na mijn vertrek hier nog lijken uit de kast vallen. De Dienst heeft mij een leerstoel Duits in Ohio-USA aangeboden en dan kan ik dit zwarte deel van mijn leven definitief achter mij laten en de puinhoop, die mijn geboortestad Berlijn geworden is, vergeten..."

" Bent u dan wérkelijk een volbloed Berlijner ? En tóch bent u bureelhoofd van een Amerikaanse inlichtingendienst ? Hoe kon u dààr in godsnaam in verzeild geraken! "

" Och, da's een lang verhaal...Ik ben hier als jood geboren in 1897 en heb heel mijn leven in Berlin-Mitte gewoond. Prima jeugd gehad en in '22 met een collega getrouwd... Maar in '38 moest ik met mijn vrouw en zoon uitwijken, per schip naar Amerika zogenaamd, omdat de nazi's ons het leven hier onmogelijk maakten. Doch in de V.S. wilden ze ons plots niet meer binnenlaten, en stuurden ze ons per boot retour terug naar Hitler-Duitsland. Gelukkig heeft de kapitein op de terugweg zijn passagiers nog kunnen verdelen over een paar Europese havens en kwam mijn gezin in Engeland terecht. Maar door de oorlogsdreiging werd de stemming van de Britten tegen ons, Duitsers, met de dag slechter, en tenslotte sloten ze ons een jaar later op in een interneringskamp. Mijn vrouw kon dat uit heimwee niet aanvaarden - zij was een christin - en heeft zich van mij laten scheiden om terug in Duitsland binnen te kunnen. Zij is er in de oorlog tenslotte hertrouwd met een Berlijnse oud-collega van mij, en ik weet nog steeds niet wat er verder van haar geworden is. Mij hebben de Amerikanen in de zomer van '42 uit dat Brits interneringskamp gerecruteerd omdat ze iemand nodig hadden die Berlijn goed kende: zodoende ben ik voor hun spionnagedienst gaan werken...Door mijn werk daar vernam ik ook dat mijn zoon gesneuveld is tijdens de geallieerde landing bij Salerno, september '43...En dan, god verbetere, nog wel als lid van de SS-elitedivisie 'Hermann-Göring'! "

Zijn stem werd schor en brak.

Joseph wilde de gêne negeren en viel in: " Een goede vriend van mij destijds ,heeft met zijn joodse familie juist hetzelfde meegemaakt met ook zo'n passagierschip,... de 'Saint Louis' ...of 'Sankt Ludwig'...zoiets ,denk ik. Die zijn, na hun mislukte reis naar Cuba, op de teugweg bij ons in België achtergebleven..."

Weintraub schrok op als uit een droom: " Ja Cuba, juist...De 'S.S. Saint Louis' ! Dat is toeval, zeg! Weet je misschien nog hoe die familie heette ?"

" Ja : Birnbaum. Theodor, geloof ik: een tapijtenhandelaar als ik mij goed herinner...Die heeft met vrouw en dochter een tijdje in ons dorp gewoond, tot ze in mei '40 werden gedeporteerd door het Belgisch gerecht: de vrouwen naar Engeland en de mannen naar het zuiden van Frankrijk. Mijn vriend Arthur Birnbaum heb ik een half jaar geleden nog gesproken, hier in Berlijn, waar hij, vermomd als Italiaanse krijgsgevangene, mij het avontuur van zijn overleving onder het Hitler-regiem heeft verteld...Zijn vader en zijn oom waren ondertussen in dat Franse kamp gestorven, en van zijn moeder en zusje uit Engeland had hij ook nog geen nieuws ontvangen. Of hijzelf nadien de laatste gevechten hier heeft overleefd, weet ik niet, want door de chaos van de ineenstorting hebben wij elkaar totaal uit het oog verloren..."

Weintraub had hem met open mond gevolgd en verslikte zich haast in zijn pijp: " Was jij écht bevriend met die Birnbaums ?...Dat waren toch joden ?!"

" Gewoon, Arthur was mijn vriend en voor mijn part een Chinees! Dat hij jood was en ik katholiek heeft ons nooit geërgerd of zo...Ik vond die rare feestgewoontes van hem wel interessant. Pas veel later, onder de invloed van de Duitse bezetting, werd ons ingelepeld dat de joden al onze miserie hadden veroorzaakt. Maar vóór de oorlog en onder de jongens kwam dat maar zelden ter sprake..."

Weintraub onderbrak hem ongeduldig: " Joseph, jongen, ik meen dit zeer ernstig ! Moet je eens goéd luisteren : wij weten dat er de laatste jaren héél veel joden in Duitse gevangenschap gestorven zijn en tienduizenden worden nog vermist. Het 'Joodse Agentschap' waar ik mee samenwerk doet alle moeite om die vermisten op te sporen en de overledenen officieel te identificeren. Alle getuigenissen die ons bij deze opsporingen kunnen helpen zijn écht van onschatbare waarde, letterlijk! Het gaat immers dikwijls over grote erfenissen en bankdeposito's die bij gebrek aan nog overlevende rechthebbenden riskeren door de toekomstige Duitse staat te worden aangeslagen...Maar de Birnbaums interesseren mij daarenboven persóónlijk omdat wij blijkbaar op dezelfde reis naar Cuba zaten: dat kan ik op de passagierslijst laten nazien. Hoe dan ook, ik kan hier op de Dienst de boeken niet sluiten voor ik van u alles gehoord heb over de lotgevallen van deze familie, tot de meest futiele gebeurtenis toe. Zo, ik laat u nu naar huis brengen opdat u in alle rust heel die historie nauwkeurig op papier zou kunnen zetten. Overmorgen laat ik u tegen drie uur weer ophalen om uw verslag te bespreken en eventueel een paar bijkomende vragen te beantwoorden...Akkoord ?"

" Ja, natuurlijk, maar er is één moeilijkheid..."

" En wat kan dat dan zijn ?" vroeg Weintraub kil.

" Ik héb geen papier! "

Waarop ze beiden in een lach schoten.

 

Nadat Kieffer hem om vijf uur met de Jeep aan de 15b had afgezet kropen de Krügers letterlijk van de kleffe gedienstigheid, Ma en Pa op kop. Ze nodigden Joseph en Gerda zelfs uit voor het avondeten. Maar Weintraub had hem in de namiddag zijn eerste voedselpakket meegegeven - macaroni, Spam, Butterspread en dozen vlees - en Gerda stuurde haar moeder met haar slappe koolsoep feestelijk wandelen.

Na het avondeten floepte het elektrische licht aan. Maar omdat het te laat was voor de nieuwsberichten op de radio ging Joseph nog even op de drempel van de voordeur zijn Chesterfield roken om te trachten zijn herinneringen aan de Birnbaums op een rijtje te zetten. Het werd hem steeds duidelijker dat zijn relatie met Weintraub een geschenk uit de hemel was dat hem zéker geen windeieren zou leggen. Die man zou hem vast nieuwe papieren kunnen bezorgen. Vraag bleef of hij deze 'piston' moest gebruiken om te trachten hier bij Gerda een nieuw leven op te bouwen, dan wel om nog vlug zonder kleerscheuren uit Berlijn wég te komen, richting Aken of Keulen ? De oude papieren van Witze, waarmee Pa Krüger hem omkocht voor een 'verstandshuwelijk' met zijn dochter, waren nu waardeloos geworden. Dus in feite bond niets hem meer aan Gerda, tenzij dan misschien de seks... Daarom was het zaak in het vervolg goed uit zijn doppen te kijken dat uit hun gesmos geen morele verplichtingen voort zouden vloeien...in de vorm van een zwangerschap bij voorbeeld...Want indien hij plots zou beslissen met de hulp van Weintraub tóch uit Berlijn te verdwijnen, dan wilde hij zich daarvoor niet te moeten schamen...

Joseph schrok op uit zijn gemijmer toen hij de man bemerkte die, in de vallende schemer, midden op de stille straat naar hem stond te kijken. Een vluchteling uit het oosten, zo te zien, met rugzak en wandelstaf, of misschien een 'Heimkehrer',een ontslagen Duitse krijgsgevangene zoals je er de laatste weken steeds méér door de straten zag dwalen. Sukkelaars meestal, verminkten op krukken in een vodderig uniform van de Wehrmacht of de Hitlerjeugd, wanhopig op zoek naar de verdwenen familie...

Hoewel deze man er wel afgepeigerd uitzag, leek hij op eerste zicht tóch gezond van lijf en leden. Hij kwam nu uit de schemer twijfelend op Joseph af.

" Goeienavond, jongen, weet je niet of hier nog een zekere familie Krüger in de buurt woont ?"

Verdomme, dacht Joseph, wat moet die van ons ?! Goed nieuws kon je van zo'n schooier moeilijk verwachten...

" Ja..." zei hij afstandelijk: " Wie bent u ? En wat moet je van die mensen ? Kennen zij u ?"

De andere liet met een diepe zucht zijn rugzak neer glijden en zette zich opgelucht op een stapel bakstenen: " Ah, eindelijk! Na drie maanden doorstappen! Dat voelt een troepsoldaat in de kuiten, weet je! " Maar toen Joseph niet inhaakte, begreep de man nogal rap dat er meer uitleg van hem verwacht werd: " Neen, ze kennen mij niet: ik heet Axel Ziegler en ben de beste kameraad van Ernst Schniering... Ernst Schniering, die met een zekere Gerda Krüger is getrouwd...Leeft zij nog, dat gij weet ?"

Een ogenblik wist Joseph niet waar hij het had, maar meende toch te verstaan dat de verdwenen man van Gerda óók nog leefde! Dat kón toch niet ? Nog leefde, ondanks het 'Führerbericht' van een paar maanden geleden dat die jongeman "waarschijnlijk gesneuveld" was ? Kom nou, daar trapte hij niet in, hoor! Je hoorde tegenwoordig teveel van oplichters die zogenaamd goed nieuws kwamen brengen, enkel om er een slaatje uit te slaan!

" Dus jij beweert dat Ernst nog leeft ? Kan je dat op één of àndere manier bewijzen ? Ik laat Gerda niet van streek brengen door een oplichter, weet je: tegen zo'n bedrog zijn we tegenwoordig gepantserd, kameraad! "

De man scheen die argwaan moeilijk te kunnen slikken en vloog sissend uit: " Zeg ventje, wie denk je wel dat je bent ?! Haar engelbewaarder, soms , of wat ?!"

" Neen kerel, haar echtgenoot! "

Tableau!

 

Het verdere verloop van de bitsige koehandel liep niet van een leien dakje. Maar toen Joseph op den duur overtuigd raakte van 's mans min-of-meer-eerlijke bedoelingen, besloot hij toch om Gerda erbij te halen...Boven in het licht van de keuken kon hij haar vooraf nog vlug wat voorbereiden op de schok, maar toen dit verpletterende nieuws uiteindelijk tot haar doordrong, duwde ze Joseph ruw opzij en spurtte vierklauwens de trappen af naar de voordeur. Joseph bleef boven nog even bekomen van deze 'coup de théatre', met een half oor luisterend naar de opgewonden conversatie in de trapzaal. Twee minuten later leidde Gerda hijgend die vent het appartement binnen, terwijl ze nog steeds wild vragen op hem afvuurde. Maar Joseph merkte dat de man vooral dringend iets moest drinken en schonk vlug een glas water uit de kraan. En een tweede. En een derde...Pas toén rook hij hoe erg de man stonk. Typische loopgraven lucht, dacht Joseph...

Maar dat scheen Gerda allerminst te hinderen want ze bleef de zwerver maar met haar vragen bestoken, zonder hem de tijd te geven deftig te antwoorden. Tot Joseph het welletjes vond.

"Gerda! Nu is het genoeg, ja! ? Geef Herr Ziegler liever iets te eten vóór hij van zijn stokken draait! We hebben al eens eerder zo'n lijk op onze dorpel gevonden ,hé! Dat restje 'Hirschknödel' van vanavond is nog een beetje lauw: misschien heeft meneer nog een gaatje en wat trek?" Veel 'Ersatz-hertenbout' zat er wel niet in die deegballen ,maar het had hen bij het avondeten toch gesmaakt...

Er viel een plotse stilte...De man verbleekte en beet met een pijngrimas zijn tanden bloot in een poging instemmend te glimlachen. Gerda schrok even, omdat ze dat 'kletsje' feitelijk voor Ari had voorbehouden maar toch haalde ze de pot uit het keukenbuffet: " Ja, 't is nog wat lauw... Zal ik hem even op de gas zetten, nu er nog druk op de leiding zit ?" Maar de man leek wel bezeten door die vet-rosse smurrie en grauwde als een uitgehongerde hond:

" Nein, lassen Sie nur! So schmeckt's besser! " Een bord moest hij ook al niet hebben. Een minuut later was het op en keek iedereen gegeneerd omdat het zo weinig was geweest...Ook de homp oud brood met butterspread verdween schrokkerig in een paar beten. En plots stonden ook - verschenen uit het niet - Pa en Ma Krüger in de keuken te kwebbelen, zij met haar pot groentensoep, die nu wél gretig afname vond. Iedereen riep luid dooreen, maar toch verstond Joseph er uit dat de man van Gerda, die Ernst Schniering, ergens in Potsdam geblokkeerd zat en niet door de Russen in de Amerikaanse zone van Berlijn werd toegelaten...Te mooi om waar te zijn...

Door al dat lawaai om zich heen kreeg Joseph moeiteloos de kans om er stilletjes vanonder te muizen. In het donker van de salon stak hij nog een Chesterfield op om deze kompleet nieuwe situatie even te laten bezinken. Lang moest hij niet piekeren om duidelijk in te zien dat Gerda's - mogelijk - herboren echtgenoot de levensomstandigheden hier drastisch zou veranderen, maar dat dit niet onmiddellijk - en ook niet noodzakelijk - een ramp hoefde te zijn...Als dat verhaaltje van Potsdam klopte ,natuurlijk...

Want, overwoog hij, stel dat ik tóch hier in Berlijn bij Gerda zou willen blijven...Aangezien de Russen die Ernst geklist hadden bij een clandestiene grensovergang, kon het nog wel even duren vóór ze die vent weer losten... Als ze hem al niet naar Siberië stuurden voor een paar jaar...En moest die vent tóch binnen kort hier aan de deur verschijnen, dan is het nog zéér de vraag of Gerda die berooide en uitgeteerde armoedzaaier zou verkiezen boven een gezonde 'rijke boeffer' als Joseph, die tot nu toe - schijnbaar moeiteloos op één been - voor eten op de plank had gezorgd...

En moest hij anderzijds - nù of later - liever in de richting van België vertrekken, dan kon dat zonder veel gewetensbezwaren. Want als je die 'Heimkehrer' Ziegler mocht geloven ,stond de aflosser zogenaamd ongeduldig te trappelen om zijn vroegere plaats aan Gerda's zijde weer in te nemen. Joseph hoefde hem enkel geluk te wensen en zijn valies te pakken!

Wie spreekt er dan over een probleem ?

Maar uit piëteit ging hij die nacht toch maar in zijn oude kamer bij de Weimars slapen. Gerda verkoos hun bed op het tweede verdiep en die Axel kreeg het bed in de mansarde.

 

De volgende morgen vóór dag en dauw was iedereen weer op. Er werd niet gesproken óf en wannéér die Axel vérder zou reizen. Meneer zat bij het ontbijt zo angstaanjagend te schransen, dat Joseph op den duur rap de tafel moest afruimen om nog iets voor later te redden. Als troost bood hij de man wél een Chesterfield aan, die deze in een hoestbui bijna deed stikken. Nadien kreeg hij, mits wat trekken en duwen, door het hele verhaal van 's mans triestige belevenissen, toch een duidelijker zicht op de nieuwe situatie.

Axel was als krijgsgevangene, einde vorig jaar, door de Fransen ingezet om de wouden van de Elzas te ontmijnen, maar de harde levensomstandigheden hadden hem de benen doen nemen. Hij kon achtereenvolgens onderduiken bij zogenaamd 'Deutschfreundliche' Elzasser boeren, die hem eerst de grens en, later bij Koblenz, de Rijn hielpen oversteken. Daar in die stad hielp hij een tijdje in een lazaret en raakte bevriend met Ernst Schniering - de man van Gerda dus - die er verzorgd werd voor ontstoken ogen. En daar slaagde hij er ook in officiële ontslagpapieren te bemachtigen. Ze zijn dan beiden samen al bedelend en op alles wat wielen had langzaam richting Berlijn gebold, waarbij Ernst zich voordeed als blinde en hij als zijn geleider. Maar vorige week in Potsdam liep het mis: de Russen wilden de mislukking van de Potsdam-conferentie wreken met gechicaneer bij de grensovergang naar de stad Berlijn. Ze vonden de papieren van Ernst niet...heu...ernstig genoeg en pakten hem op. Axel geraakte wél door de controle, en besloot alvast voorop naar Berlijn de 'goede mare' te brengen. Binnenkort zou Ernst dan wel volgen. En alvorens verder te trekken naar zijn eigen gezin in Fürstenwalde, een dikke veertig kilometer verder naar het oosten, nam hij in dank de geboden gastvrijheid aan...Want, eerlijk gezegd, hij kon wel even een korte rustpauze gebruiken...

Joseph haakte niet in op deze toch onrustwekkende uitspraak, maar pakte wél Gerda daarna even terzijde: hoe lang dacht die vent hier feitelijk te blijven plakken, zeg ! ? Op hun kap komen leven en meeëten van hun kostbare voedsel ?! Die man zou voor zijn eigen frico moeten zorgen hé, of hij mocht eventueel bij Gerda's ouders aanschuiven, maar niet aan de tafel van Joseph, verstaan! Om kordaat te vervolgen: "Dat Ikzelf de twee oude Weimars al in leven hou, moet ruim volstaan om de hemel te verdienen. Sinds rondom ons goede kennissen creveren van de honger - zie maar naar 'Feldwebel' Libovitz die we nog vorige week begraven hebben! - gaan wij toch geen wildvreemde klaploper vetmesten hé! ?"

" Joseph, begrijpt je dan niet dat wij énkel via Axel contact kunnen krijgen met Ernst ? Hij weet exact wààr de Russen mijn echtgenoot hebben gearresteerd en zal misschien de officier herkennen die hem heeft afgevoerd.. Zo'n kostbare getuige gaan we toch de deur niet wijzen! "

"Akkoord, maar méér dan drie dagen mag dat grapje niet duren hé: zoniet trap IK het af! ...Je zult ten andere eens goed moeten nadenken hoe het met óns verder gaat, mocht Ernst weer boven water komen: als jij terug zijn trouwe Frau Schniering wordt, moet je niet van mij verwachten dat ik hier de rol van minnaar ga spelen hé! En je vader heeft je ondertussen zeker al verteld dat verdere chantage met mijn SS-verleden, om mij tot iets dergelijks te dwingen, totaal nutteloos is geworden: de Amerikaanse Inlichtingendiensten zijn van alles op de hoogte en vegen hun voeten aan mijn legerdienst."

Die klap moest ze toch even laten bezinken, maar vond al vlug de parade: " Zeg, als je toch zo goed staat met die Herr Traub, die Amerikaanse Berlijner van hun 'Sicherheidsdienst', kan die ons dan niet helpen om bij de Russen uit te vissen wat ze met Ernst hebben aangevangen ?"

Joseph snoof  verachtelijk: dat wijf liet ook nooit eens af! Maar innerlijk moest hij haar bewonderen voor de hardnekkigheid waarmee zij haar hervonden jeugdliefde trachtte te beschermen. En in dat licht begreep hij dan ook dat hij best zo vlug mogelijk de plaats kon ruimen voor die blinde Casanova van haar...Vooropgesteld dat die inderdaad nog levend zou opduiken, natuurlijk...                

Tegen negenen vertrok Gerda met Axel om te trachten Ernst terug te vinden, of op z'n minst de plek waar de Rus hem had opgeschept. De S-Bahn in de richting van Potsdam reed nog niet, maar veel buslijnen wél: ze zouden wel zien hoe ver ze konden geraken...Misschien kwamen ze zelfs vannacht niet terug: dan zouden ze wel ergens onderdak vinden of onder de blote hemel slapen. ...(ja-ja)...Joseph had er maar een vies oog in, in die verwarde plannen, en verklaarde hen zot.

Heel de dag werkte hij verbeten aan het chronologisch verslag van zijn maandenlange vriendschap met Arthur Birnbaum en wat deze hem verteld had over de belevenissen van zijn familie. Natuurlijk zette hij stevig in de verf hoe hij tijdens het eerste oorlogsjaar naar de weggevoerde gezinsleden gespeurd had: dat hielp misschien om op een goed blaadje bij Weintraub te komen...Het volgend verhaal over de wonderbaarlijke 'weerzien' met zijn ondergedoken vriend in de kelder van het SS-Hauptamt tijdens de laatste oorlogswinter lag wel wat moeilijker. Het vereiste een paar eufemismen en vergetelheden om daarin de waarheid niet écht te verkrachtten en tóch hemzelf de strop niet om de SS-hals te trekken. Wat Arthur hem daar in die kelder vertelde over zijn belevenissen, tussen zijn deportatie naar Frankrijk door de Belgen in mei '40 en zijn gevangenname aan de Zwitserse grens als 'Macaroni' door de Duitsers in september '43, kon hij enkel erg vaag aanhalen omdat hij het zich maar half meer herinnerde...Maar hij hoopte dat juist deze vaagheid Herr Weintraub zou weglokken uit Josephs eigen troebele SS-verleden, en zou aanzetten om zich vast te bijten in het beloftevolle verslag over het Franse interneringskamp en Arthurs vlucht van daaruit naar Zwitserland...

Tegen zes uur was zijn huiswerk klaar: elf A4 bladen vol. Juist op tijd overigens, want Gerda en Axel kwamen net terug van hun verkenning: bek-af maar toch content dat ze de grensovergang in kwestie überhaupt nog gevonden hadden...Het bleek het 'Checkpoint' aan de Glienicker Brücke te zijn, tussen Wannsee en Potsdam. De Amerikaanse wachtpost aan het begin van de brug had hen zonder veel poespas doorgelaten, maar bij de Russen aan het àndere einde vingen ze bot. De taalbarrière deed hen de das om. Ze slaagden er wel in een 'Dolmetscher-vertaler' aan te klampen, maar die verwoordde hun bede blijkbaar zo slecht dat de Russen steeds wantrouwiger werden. De 'officier van wacht' kregen ze zelfs niet te zien...

"Neen Joseph, zo is het hopeloos...Als we überhaupt iets willen bereiken, moeten we het via de Yanks proberen te flikken! Wat mij weer bij mijn eerste idee brengt: kan jij je Amerikaanse vriend van de 'Sicherheitsdienst' niet voor onze kar spannen ? Die moet toch contacten hebben met zijn Sovjetcollega's hé...En als de Russen wat goede wil tonen kunnen die toch moeiteloos achterhalen wat ze op 12 augustus met mijn man hebben gedaan ?..."

" Ja àls, àls, àls! Gij denkt toch niet dat de NKVD onmiddellijk uit de startblokken springt, omdat jij je vent niet meer vindt! En vóór die mannen uit hun luie stoel komen, zal er éérst een zware prijs betaald moeten worden, zoals dat bij die diensten gebruikelijk is: gelijk oversteken! ...Maar goed, ik zal het vragen: morgen komen ze mij toch ophalen..."

 

Weintraub was heel tevreden met de inlichtingen die Joseph hem met zijn uitgebreid verslag over de Birnbaums had gegeven. Maar vooraleer daar dieper op in te gaan, moest hij het eerst nog eens grondig bestuderen: dat was iets voor de volgende dagen...

" Herr Weintraub, wat mij al een tijdje intrigeert is de losse manier waarmee u met mij omspringt: ik, een oud SS-er, terwijl u toch als jood uit nazi-Duitsland moest vluchten..."

" O-maar! Ik ben niet met alle SS-ers zo coulant, hoor! Maar ik zal u een bekentenis doen: u lijkt fysisch héél erg op mijn zoon, die na mijn scheiding met mijn ex naar Berlijn terugkeerde. Tenminste, ik veronderstel dat hij er op z'n tweeëntwintigste zo zou hebben uitgezien. Jullie lijken niet alleen qua houding, karakter en uitstraling als tweelingen op elkaar, maar jammer genoeg ook qua carrière. Hij bracht het ook tot SS-Oberscharführer bij de divisie 'Hermann Göring'. Ik kan mij dus als Duitser goed voorstellen dat hij en zijn vrienden niet allemaal barbaarse beesten waren. En wat u betreft geef ik u graag het voordeel van de twijfel, vooral nu de slachting toch definitief gedaan is...Gij en ik en àlle overlevenden zullen van hier af aan helemaal opnieuw moeten beginnen, wat ook voor u niet zo gemakkelijk zal gaan, neem ik aan..."

"Mnnn, inderdaad..." Voorzichtig gooide Joseph het over een andere boeg: " Heeft de Dienst ù ontslagen of hoe zit dat ?"

" Nog niet, maar ik verwacht het toch in de komende weken...en dan start ik opnieuw aan mijn 'college' in Ohio, USA..."

"Hoe bent u feitelijk in de Amerikaanse contraspionage terecht gekomen ? Als Duitser, bedoel ik..."

"Heel gewoon...De Britten hadden mij bij het uitbreken van W.O.II geïnterneerd op het eiland Man, en daar zijn de Yanks mij na drie jaar gevangenschap in de zomer van '42 komen bevrijden. Ze hadden een Berlijner nodig die de hoofdstad kende als zijn broekzak, en ik was de geknipte man: ik ben hier geboren en heb er 41 jaar ononderbroken gewoond tot '38. Dus gedurende de drie jaren van mijn contract heb ik hen nauwkeurig beschreven wat er bijzonder was aan élke wijk, aan élke straat: ministeries of fabrieken, woonkazernes of sjieke villa's, kleine nijverheid en grote concerns, àlles! ...Al had ik, zéker in het begin, geen idee waarom ze dat alles wilden weten! "

Joseph trok verwonderd de wenkbrauwen op.

"Neen, écht waar! Wij werkten met een klein groepje burgers in een godvergeten nest in Schotland, ver van de oorlog, en hebben slechts zelden een uniform gezien...Het resultaat van mijn nauwgezet werk als 'stadsgids' zag ik voor het eerst twee maanden geleden, nadat de Airforce er zich gedurende drie jaar van bediend had. Ik herkende zelfs het stratenplan van mijn eigen buurt niet meer! Echt waar: ik heb lang gehuild: mijn eigen Berlin-Mitte, Potsdammer Platz en alles in een wijde cirkel er om heen was één kraterveld, één aanéénschakeling van uitgebrande gevels! Alles wég: schouwburgen, paleizen, musea, ja zelfs de parken! In één woord: afgrijselijk! Heel het decor van mijn jeugd, het milieu van mijn rijpere leeftijd was tot diep onder de grond verwoest! En wat mij nog het ergste raakte: verwoest, waarschijnlijk mee door mijn eigen schuld en door mijn kortzichtige wraaklust!"

Toen Joseph niet inhaakte vervolgde Weintraub somber: "Van de 150.000 burgerslachtoffers die de Airforce hier in mijn geboortestad blijkbaar maakte, heb ik er waarschijnlijk ontelbare op mijn geweten. En ook al voél ik mij geen massa-moordenaar, toch ben ik dat in feite wél. Anderzijds kan ik in eer en geweten zeggen, zoals zoveel kleine radertjes in deze helse machinatie: "Dass hab' ich nicht gewusst! "...Maar omdat ik langs de kant van de overwinnaars sta, zal niemand het wagen dit versleten excuus weg te honen...Eerder trachten ze de wonden in mijn geweten te helen met de bedenking dat mijn slachtoffers 'slechte Duitsers' waren...Waanzin natuurlijk...Daarom ben ik blij dat ik het leger kan verlaten om met mijn eigen in het reine te komen...En wat jou betreft, Joseph: wat jij in de laatste jaren ook mag uitgespookt hebben, ik voel mij door mijn medewerking met de moorddadige US-Airforce niet de geschikte persoon om daar over te oordelen..."

Joseph wist zo vlug niet hoe hij op deze biecht moest reageren, en terwijl zijn 'ondervrager' nadenkend zijn pijp stopte, kon hij enkel verlegen stamelen: " Herr Weintraub, ik dank u...ik dank u uit de grond van mijn hart...dat u mijn geval zo ruimdenkend wil benaderen..."

"Méér kan ik ook niet voor je doen, Joseph, en de problemen die je hebt kan ik niet voor je oplossen. Je staat voor een duidelijke keuze: als je het verleden wil vergeten en hier in Berlijn een nieuw leven wil opbouwen, zal je met die Duitse vrouw moeten trouwen..."

"Dat is al opgelost." zei Joseph groenlachend: "Haar man was officieel vermist , of ,zoals jullie het zeggen : M.I.A. (missed-in- action) tijdens de gevechten in Zuid-Frankrijk...Maar die vent is plots weer opgedoken. Hij is uit een gevangenkamp in de Elzas naar hier gevlucht, maar de Russen hebben hem een paar dagen geleden opgepakt toen hij illegaal langs het Checkpoint van de 'Gleinicker Brücke' de U.S.zone van Berlijn wilde binnenglippen ! Goed voor hém ,maar door zijn herreizenis uit het graf kan er dus geen sprake zijn dat ik nog met Gerda Krüger zou trouwen. Maar ze wou, via mij, wél hulp zoeken om haar man terug te vinden en vrij te krijgen. En, voor zover wij zien, bent u de enige die ons daarbij zou kunnen helpen...Uw Russische collega Voronov is u misschien nog iets schuldig voor uw hulp bij het oplossen van de gasaanslag op zijn troepen in het Grunewald...en, wie weet, tot een soort wederdienst bereid ? Zo gaat dat toch in uw milieu, heb ik begrepen..."

De Duitser blies verwoed dikke rookwolken naar het plafond, trok toen een lade open van zijn bureel en haalde er een steekkaartenbakje uit. Hij schoof het naar Joseph toe en zei bitsig: "Dit zijn allemaal vermoedelijke leden van Kaltenbrunners Werwolf hier in Berlijn, maar niemand weet of ze nog leven. Kies er drie uit! " En toen Joseph verrast twijfelde, spotte Weintraub:

"Komaan, speel maar voor God! En hoop dat ze reeds gesneuveld zijn! Want dàt is de prijs die Voronov ongetwijfeld aan mij zal vragen voor de vrijlating van uw medeminnaar! "

 

Twee dagen later werd een uitgeteerde Ernst Schniering door Kieffer in de 15b afgezet, terwijl in de Russische NKVD-kazerne van Karlshorst een huilende HJ-jongen een nekschot kreeg.


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (11 Stemmen)
26-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
27-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 343
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C51: DE ONTNUCHTERING.

 

                         Steglitz, 20 augustus '45.

Joseph had alle moeite om dat 'voor-god-spelen' te verteren, en maakte zichzelf wijs dat hij bij die dodelijke roulette geen onschuldige slachtoffers had gemaakt : veel kans dat die getrokken steekkaarten aan gesneuvelden toebehoorden... Of als dàt tegensloeg : moest je toch toegeven dat al die leden van de Wehrwulf in feite vuige sluipmoordenaars waren , nu de oorlog al een paar maanden was beëindigd...De massa's slachtoffers die hijzélf in Rusland met zijn 2cmFla had gemaakt hadden hem toch ook nooit een slecht geweten bezorgd hé ! Nou dan... Hij had àndere zorgen vandaag !

Zo vroeg hij zich heimelijk af hoe vlug Gerda spijt zou krijgen van haar edele beslissing om Ernst als haar wettige echtgenoot rap-rap weer aan de boezem drukken... Die man was een waar wrak. Zijn ogen waren niet meer je dàt, na een besmetting opgelopen eind augustus van vorig jaar tijdens de zware gevechten in Zuid-Frankrijk. En wat nog véél erger was: hij mankeerde zijn rechterhand!

Voor zover Joseph had begrepen was het Duitse lazaret bij Metz, waar Ernst als half-blinde verpleegd werd, begin september '44 overvallen door een hoop maquisards die lustig met de machéte op de zieken hadden ingehakt...Hij was in het gewoel met enkel een ferme snede in zijn hand kunnen wegvluchten en had een week als deserteur bij een boer ondergedoken gezeten tot de aankomst van de Amerikanen. Maar ondertussen kreeg hij koudvuur en werd zijn hand in een veldhospitaal van de Yanks volledig geamputeerd. Na de geallieerde overwinning, begin mei '45, hadden die hem afgeschoven op een Duits lazaret bij Koblenz. Daar leerde hij Axel kennen en tenslotte waren ze samen van daaruit naar hier getrokken, zoals Joseph reeds van zijn kameraad had vernomen...Het verhaal van die klaploper leek dus tóch te kloppen. Daardoor kon Joseph zich al wat makkelijker neerleggen bij het feit dat die veelvraat zonder de minste schoom bij hen aan tafel aanschoof...

Maar de dag volgend op de 'wedergeboorte' van haar echtgenoot stelde Gerda kordaat orde op zaken. Ze liet Joseph duidelijk verstaan dat alle Krügers hem zéér-zéér dankbaar waren voor de onschatbare hulp die hij in eerste instantie geboden had bij de bevrijding van Pa en Ari, en vervolgens nóg eens bij die van Ernst. Dat zouden ze nooit vergeten. Maar hij moest begrijpen dat hij beter naar zijn vroegere logeerkamer bij de Weimars kon verkassen, nu zij met haar wettige echtgenoot hun wulpse tweede wittebroodsweken gingen consumeren, hé...

" Och, voor mij niet gelaten hoor, Gerda! Maar je snapt wél, hoop ik, dat we hiermee scheiden van tafel en bed, hé...En ik dus niet meer insta voor je ravitaillering en je financieel onderhoud, en nog minder voor die van je familie, okee ? Daarbij zou ik ook graag hebben dat Axel zo vlug mogelijk zijn biezen pakt, want ik wil die mansarde voor mijn eigen privé gebruik. Ik heb nu wel mijn logeerkamer bij de Weimars, en zal in het vervolg ook aan hun tafel eten, maar tegen dat ik het op mijn heupen krijg van Hildegardes gezeur, moet ik even op adem kunnen komen in een eigen woonst! "

Gerda ging met alles akkoord en scheen erg verwonderd dat ze zo gemakkelijk van haar 'minnaar' afraakte. Misschien zelfs iets té gemakkelijk, dacht ze met een steek van opwellende jaloersheid:

"Heb je soms al een àndere vrouw op 't oog ?..."

Hij kon haar enkel een medelijdende blik toewerpen.

 

De wereld leek langzaam weer voor hen open te gaan. Na de Russische overweldiging in mei hadden Joseph en zijn huisgenoten getracht te overleven tussen de muren van hun kelder. Elke boodschappentocht vérder dan twee-drie straten had in het begin een gevaarlijke expeditie geleken. Met de komst van de Amerikanen in juli was het gevaar van een roofoverval onderweg wel geweken, maar bij gebrek aan eten en openbaar vervoer bleef iedereen verzwakt zo dicht mogelijk bij zijn bed rondsloffen. Doch begin augustus ontwaakten de mensen geleidelijk aan uit hun lethargie en gingen op 'rooftocht' naar de verschillende markten in de oostzone en de Amerikaanse stortplaatsen in het Grunewald. Voor het ogenblik leden nog heel veel gezinnen aan voedseltekort, maar van hongersnood was geen sprake meer. Wie een dak boven het hoofd had, prees zich al gelukkig, want gas, water en elektriciteit werkten weer behoorlijk, zodat men langzaamaan weer als beschaafd mens kon leven ,zélfs in een ruïne. En met het heropstarten van de radio en de telefoon vielen de grenzen helemaal weg.

In veel opgekalfaterde bioscoopzalen draaiden weer (meestal) buitenlandse prenten, doch die waren slechts zelden Duits ondertiteld. Simultane duiding moest dan komen van een polyglotte pianist(e) achter de microfoon...Weinig interessant dus, waren er niet de filmjournaals geweest. Want die besteedden ruim aandacht aan de twee 'atoombommen' op Japan - een onvoorstelbare verschrikking! - en de vreemde overgaveplechtigheid op het slagschip 'Missouri'. Ook de grauwe beelden van de heropleving in West-Duitsland toonden ongewild hoe beestachtig de U.S.Airforce in alle grote, platgebombardeerde steden tekeer was gegaan...Het laatste filmjournaal besteedde dan weer uitsluitend aandacht aan de ontluisterde nazibonzen, dode of levende, in een sjofel burgerpak of gepluimde uniformen...Die zaten nu nog gevangen in een kamp ergens in Luxemburg, - Mondorf-les-bains - maar binnenkort zouden ze toch berecht worden als échte oorlogsmisdadigers! Schokkend zoals de voormalige heersers van het Derde Rijk nu als geketende slaven geshowd werden, gesandwicht tussen twee gehelmde MP's...Veel Duitsers waren wél blij dat die heren nu gevangen zaten, maar hadden het er anderzijds toch moeilijk mee dat hier zo smakeloos met de verloren "grandeur" van hun land gespot werd...

En af en toe kon je zelfs weer de eerste kranten kopen, met stijve voorzichtige teksten van gelegenheidsredacteurs die duidelijk geen last wilden met hun broodheren, de bezetters...Vooral 'Berliner Tagesblatt' gaf interessante reportages over de laatste 'gevechten' nà de val van de Rijkshoofdstad op 2 mei en hoe de oorlog tenslotte beëindigd werd. Van deze tragische uitlopers had Joseph geen flauw benul, door het isolement diep onder de grond waarin de bestorming van de stad door het Rode Leger hen gedwongen had. Bleek nu dat pas twee weken nà de dood van de Führer en de val van de Reichstag de allerlaatste gevechten waren doodgebloed...in de Tsjechische Alpen! Waanzin!

De epidemie van dysenterie leek ver bedwongen, want nergens werd er nog over gesproken. Over het al dan niet aborteren van 'Steppenkinder' des te meer. Waar de vrouwen in rijen voor voedsel aanschoven leidde dat soms tot hoogoplopende discussies. Akkoord, vroeger stond daar de doodstraf op, maar nù ? Was dat nu niet wettelijk - of althans moreel - toegelaten, gezien al deze ongewenste zwangerschappen tenslotte de vrucht waren van gedwongen verkrachtingen door de Rode steppehorden ?...Hier en daar mengden oudere heertjes zich soms koel in het emotioneel gekijf en zwaaiden met artikel 218 dat abortus verbood. Die werden dan weer afgeblokt door àndere wijsneuzen die beweerden dat, volgens artikel 177, de voorafgaande verkrachting een éven zware misdaad was. Verschoonde nu de verkrachting al dan niet de abortus ? Dergelijke eindeloze betwistingen verkortten wél aanzienlijk het zenuwdodend wachten in de rij voor de weinige winkels...

Ook over syfilis en nog àndere geslachtziekten werd steeds openlijker gekletst! Het was altijd hetzelfde liedje: "Meine Nachbarfrau" of "Diese von Nebenan" hadden het spek aan hun been ;nóóit betrof het henzelf of hun eigen dochter! En voor alle gemak werd steeds weer met een beschuldigende vinger naar de Mongoolse stoottroepen gewezen, net alsof deze z.g.'Franse ziekte' vroeger in Duitsland niet gekend was...Dramatisch was natuurlijk dat tegen deze 'Mongoolse zwijnerij' voor het ogenblik geen ernstige medicijnen meer bestonden, althans nergens meer te vinden waren. Het vertrouwde Duitse middel 'Salversan' was volledig verdwenen, en de pas ontdekte wonderspuit 'peniciline' was er énkel voor de westerse militairen...

"Tiens, Salversan! " dacht Joseph: " Die kleine voorraad uit de ingestorte apotheek zal binnenkort wel fel gegeerd worden! "

 

Zéér binnenkort zelfs, mocht hij wel zeggen! Want Gerda kwam er reeds de volgende dag mee op de proppen! Zohaast Joseph haar de bons had gegeven was ze zich bij de bakkerin aan de overkant van de Albrechtstrasse gaan aanbieden als winkeljuffrouw. De tamtam had haar gemeld dat het mens zich niet zo lekker voelde en best wat hulp kon gebruiken. En 's avonds wist Gerda al te vertellen dat haar nieuwe bazin flink last had met een uitloper van de Russische amoureuze veroveraars...De courante keukenremedies haalden niets meer uit en het mens was dringend op zoek naar dat toverspul van de Amerikanen. Kon Joseph niet even bij zijn spionnenbaas uitvissen of die spuiten peniciline niet in 't zwart te verkrijgen waren ? De bakkerin was vanzelfsprekend bereid  er zwaar voor te betalen...

"Bon! " dacht Joseph: "De bal ligt in mijn kamp! "

Diezelfde avond controleerde hij voor alle zekerheid in zijn ransel of de drie dozen Salversan, die hij een paar maand geleden uit de ingestorte apotheek had gestolen, er nog steeds veilig lagen opgeborgen...Ja hoor! Dus besloot hij een dagje over de ruilwaarde te broeden vooraleer rechtstreeks met de zieke bakkerin contact op te nemen...Rechtstreeks: Gerda had daar geen zaken mee.

Hij schreef die dag een begrijpend briefje aan dat mens waarin hij haar uitnodigde één van de volgende avonden eens in de 15b/1 over haar probleem te komen spreken. Hij bezat het nodige voor een complete heilkuur, schreef hij. Dus indien zij eens wilde nadenken wat dàt haar - qua voedingswaren - zoal waard zou zijn, zouden zij vast tot een bevredigend akkoord komen. En hij besloot met: " Uw meevoelende...,J.M. Peters"...Van Hildegarde kreeg hij met enige moeite een maagdelijke enveloppe cadeau. En terwijl hij na het avondeten buiten zijn dagelijkse Chesterfield ging oproken, stapte hij even hun straatje uit naar de gesloten bakkerij aan de overkant en wierp er zijn discreet aanbod in de brievenbus...Zo, en nu maar wachten tot de snoek toehapte!

Tot zijn verbazing kreeg hij toch eerst Gerda aan de vislijn, die hem spottend vroeg of hij nu werkelijk niets jongers kon vinden dan een vrouw van vijfenveertig! Haar bazin had nogal geheimzinnig gedaan over een brief die hij aan haar geschreven zou hebben, en wilde weten wat voor een persoon haar gebuur Herr J.M.Peters wel kon zijn.

"Wees gerust, ik wil je prille liefde niet fnuiken en heb je afgeschilderd als een serieuze jonge gast. Dat je maar één been hebt scheen haar zelfs allerminst te hinderen. Ze vraagt je voor vanavond om acht uur op de koffie, maar ik vrees dat het wat zal uitlopen..."indien affiniteit", zoals dat dan heet, hé...Poets in elk geval je tanden en doe proper ondergoed aan! En laat dat mens niet schrikken zoals je met mij deed, hé! "

" Ik herinner mij anders niet dat jij die eerste avond met mij angstig stond te trillen op je benen, vooraleer je onder het mes ging. En als ik je die nacht tien keer heb genomen was het steeds op aanvraag, als mijn geheugen mij niet bedriegt! "

" Tien keer! " lachte ze met dikke stem: " Mijn lieve Joseph, je neemt je wensen voor waarheid, man! Maar het doet plezier te horen dat ik je zó beviel dat je het wel tien keer had gewild, hoor! Servus! "

Servus ? Was dat niet het Oostenrijks voor 'Tot uw dienst! ' of 'Graag gedaan! ' ?...Verdomme, dacht hij, haar Jules is pas weer thuis en madam zit reeds naast haar put te vissen! Misschien lag hier voor hem in de toekomst tóch nog een vette paling te pruttelen ?

 

Effectief, Gerda had gelijk: de bakkerin had zich stevig opgetut. En dat was ook erg nodig, vond hij. Want ze zat aardig onder de rimpels en had het meteen over dat zware werk, zonder man...Op die twee Polen, beneden, kon ze niet erg rekenen...In de bakkerij, bedoelde ze...Al haar gist verdween in de illegale drankstokerij van die zuipschuiten! ...En nu haar gezondheid bedreigd werd...

Haar hand trilde inderdaad hevig toen ze de koffie uitschonk. Echte bonenkoffie, volgens haar. En drie zoete koekjes kreeg hij ook. Maar toen moest ze gaan zitten van de zenuwen en viel ze even stil...Joseph wist de eerste tien pijnlijke seconden niets zinnigs te vertellen. Maar hij wilde juist zijn keel schrapen om van wal te steken met zijn promotiespeech toen zij abrupt wilde weten of de Russen in de 15b ook zo beestig tekeer waren gegaan ?

" Ihre Ehedame ist doch erschossen worden ?"

Dat had ze waarschijnlijk van Gerda vernomen. Maar de lust ontbrak hem om nu een Requiem voor Phil af te steken en schudde afwerend: " Nein, meine Freundin! ... Aber nun bitte zur Sache! " Hij haalde de groene tube uit zijn zak en plantte die midden op tafel: " Ich glaube, Sie brauchen diese? Absolut frisch aus der Apotheke... Nach vier Tage sind Sie garantiert wieder gesund! "

Ze schrok even terug, maar reikte dan toch met trillende hand naar de kostbare medicijn. Ze leek als een bijziende de tekst te willen bestuderen. Joseph, die het opschrift van buiten kende, wou het hardop reciteren toen hij verveeld merkte dat haar ogen traanden...Verdomme, die snotterende wijven altijd! Kunnen die nu eens nooit zo'n transactie gewoon zakelijk afhandelen?! Maar om niet te koud over te komen en haar toe te laten de ogen te deppen, nam hij geforceerd afwezig een hap van zijn koekje en een slok 'Bohnenkaffee'...:

" Mmm! Sehr Gut, diese Kuchen! ...Und was meinen Sie? Gefällt Ihnen die Medizin?"

Ja natuurlijk bevielen die pillen haar: exact wat de 'Herr Doktor' haar had voorgeschreven, hopend dat ze het op de zwarte markt zou vinden...Want hijzelf had niets meer in voorraad en ook in de klinieken was alles geplunderd...

" Ja, ik weet het." zei Joseph om haar weer met de voeten op de grond te brengen: "Tegenwoordig is Salversan écht goud waard..."

En op slag aanschouwde hij voor zijn ogen de wonderlijke wedergeboorte van een gewiekste zakenvrouw !

 

Maar lang moesten ze niet sjacheren. Hij vroeg en kreeg direct één pond 'Bohnenkaffee', waar tegenwoordig voor een kuur Salversan overal twéé pond geboden werd. Maar bijkomend wilde hij dagelijks gratis een groot vers brood thuisgeleverd zien bij de Weimars, zolang er nog één van beide oudjes leefde. Natuurlijk een habbekrats voor een bakker, dat wisten ze allebei. En deze formule van 'genezing op lijfrente' scheen haar erg te bevallen.  

" Danke sehr, Herr Peters, herzlichen Dank! Sie retten mir das Leben! Selbverständlich ist auch das tägliche Brot doch gar kein Problem! ...Und am Sonntag bekommen die Weimars noch ein Kuchen dazu! "

"Mooi zo ",zei Joseph: "En aangezien Gerda Krüger hier nu toch werkt, kan zij gemakkelijk 's avonds dat brood bij de Weimars afgeven, nietwaar ?!"

Het mens zweefde en vond alles goed. Veel details moesten er gelukkig niet meer besproken worden, dus spoelde hij het laatste koekje door met de klets lauwe koffie en nam hoffelijk afscheid van een overgelukkige bakkerin. Maar als blijk van haar eeuwigdurende erkentelijkheid duwde ze hem toch nog vlug een zakje met een tiental Kümmelkeks in de hand...

 

Thuis werd Joseph met zijn koffie en koekjes door de Weimars binnengehaald als de grote bevrijder. In deze uitbundige sfeer haalde hij zelfs zijn laatste fles Brandy vanonder zijn bed en trakteerde de oudjes op een forse bel. En terwijl Hildegarde nauwkeurig afgemeten een geurige mokka-voor-drie opschonk, liet Joseph ook het pakje 'Lucky Strike' rondgaan, dat Weintraub in zijn laatste voedselpakket had gestoken. Hun geluk kon niet meer op en vast sprakeloos mijmerden zij gedrieën weg in een bedwelmend gevoel van welbehagen...

 

Vroeg in de volgende morgen verbrijzelde Sargeant Kieffer met luid gebonk op de deur hun zoete vredige dromen: Herr Weintraub moest dringend Herr Peters spreken! Wassen en scheren was niet nodig, en op de Dienst kon Joseph altijd nog een snelle hap krijgen. Dus instappen en wegwezen! Maar na een roekeloze rit in de open jeep had hij meer zin om te kotsen dan om de pannekoeken op te eten die hem werden voorgezet...

Weintraub zelf zag er ook nog wat verwaaid uit, maar kwam toch vlug terzake: de Grote Aflossing was in de Dienst op gang gekomen. Daarin werden alle 'strijders' uit de frontlijn vervangen door 'bloedloze pennelikkers' uit het vredige administratieve achterland. Die zielepoten leefden enkel volgens 'The Book': allemaal carrièrehazen zonder de minste fantasie of persoonlijk initiatief. Dat hield in dat ze Joseph met zijn SS-verleden vlug in hun vizier zouden krijgen en dat hij er dus goed aan deed binnen de veertien dagen uit het zicht te verdwijnen. Tot zolang kon Weintraub hem nog wel de hand boven het hoofd houden en zorgen dat hij veilig op transport naar België raakte. Sorry man, maar nadien was het elk voor zich...

"En God voor ons allen! " vulde Joseph bitter aan.


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
27-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
28-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 344
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C52   TRUDI.

 

                       Steglitz, begin september 1945.

Tien dagen om je biezen te pakken, dat was ruim tevéél en tóch te weinig tegelijk. Hij kon natuurlijk gewoon de ransel op de z'n rug gooien en met een 'salut en merci' de deur achter zich dichttrekken. Onder het motto : "Ikke-Ikke, en de rest kan stikke !" Die twee oudjes die hem - zeker niet helemaal onbaatzuchtig hé - in hun gezin hadden opgevangen, konden de pot op, nietwaar! Hij had hen voor hun berekende gastvrijheid al genoeg compensatie gegeven! En voor de rest kon hij zich moeilijk de lasten aantrekken van al die miserielijders om hem heen. Gerda met haar invalide vent had tenslotte vrijwillig voor haar lot gekozen en van de àndere Krügers moest hij zich sowieso niets aantrekken. Naastenliefde, akkoord, maar waar hield dat op, hé ?! Neen, als hij het morgen plots zou aftrappen, kon niemand hem morele verwijten maken!

Inderdaad, misschien was dat wel zo...Maar anderzijds kon hij toch beter die oudjes langzaam op zijn vertrek voorbereiden en ze voorlopig voorthelpen om hen te leren weer op eigen benen te staan. Dat dagelijks brood van de 'zieke' bakkerin betekende al een grote stap in de goede richting. En hij kon hen ook nog wat centen toesteken om de eerste maand te overbruggen, zegge zo'n driehonderd mark...Armer zou hijzelf er niet van worden, en dat was wel voldoende om zijn geweten te sussen...Voor de rest hadden ze voldoende antieke Duitse snuisterijen in huis waarvoor de Yanks vast massaal conserven wilden ruilen. En vroeg of laat zal hun pensioensdienst wel weer met de maandelijkse uitkeringen herbeginnen, waarop ze toch ruim konden overleven, leek het hem...

Ten opzichte van Gerda en C° had hij inderdaad geen énkele verplichting, maar het was toch veiliger niemand voor het hoofd te stoten. Zijn pijnlijke ondervindingen met de lange tenen van de familie De Bens in het algemeen, en van Françoise in het bijzonder, hadden hem veel bijgeleerd. Een verklikking, zoals deze waarvan hij destijds deze landgenoten verdacht had, kon een jaloerse Gerda hem eveneens aan zijn broek lappen! Wat hem deed besluiten vóór zijn vertrek toch maar de gevoeligheden van het gezin Krüger maximaal te sparen en ook ten overstaan van hén slechts geleidelijk de stekker uit te trekken...

Daarenboven verplichtte één dwingende financiële reden hem om de voorbereidingen van zijn vertrek minstens over een tiental dagen uit te smeren, namelijk de recuperatie van zijn marken uit de stijlen van zijn twee vorige bedden...Daarvoor moest hij sowieso een geschikt ogenblik afwachten tot de kust vrij was. Immers: in zijn oude bed op het tweede verdiep sliepen nu waarschijnlijk Gerda en haar man, terwijl die Axel voor het ogenblik zijn vroegere bed in de Roze kamer van Dahlmann bezet hield...

Gerda vormde geen werkelijk beletsel in zijn inbraakplannen, want dié was alle dagen aan het werk in de bakkerij. Maar met haar man Ernst en die Axel Ziegler moest hij wél degelijk rekening houden...Hij kon daar toch moeilijk zomaar binnenwandelen en die sponden beginnen afbreken terwijl die twee gasten in huis rondliepen, hé! Hij moest noodgedwongen geduldig een geschikt moment afwachten waarop de beide heren de stad in waren of...Inderdaad, hij kon misschien iets arrangeren om hen samen de deur uit te krijgen! Zoals, bij voorbeeld: hen met wat porno of met die hoerenjurken naar de 'Tauschmarkt' te sturen! En hen goed op het hart te drukken die verdomme niet te versjacheren voor minder dan vijf vleesblikken per boekje hé! Dat kon hen wel eventjes bezig houden! Gerda zou hen zonder twijfel - tegen 50% van de opbrengst - met plezier de knepen van het vak leren!

 

Toen Gerda hem 's avonds het brood bracht, moest hij niet veel moeite doen op haar voor zijn kar te spannen. Zij zou haar mannetjes eens vlug wat productiever maken zie! En zij scheen zich zelfs niet af te vragen waarom Joseph niet meer in eigen persoon op de markt ging staan. Ze nam van hem in dank tweemaal drie boekjes aan, waarmee de twee heren maar eens moesten bewijzen wat ze als marktkramer waard waren!

 

Na het ontbijt haalde Joseph zijn brieventas boven en merkte dat beide Weimars in spanning de adem inhielden.

"Maar Hildegarde toch! Je had mij er op moeten wijzen dat de maand augustus al een paar dagen voorbij is en dat ik mijn logies voor de lopende maand nog niet vereffend heb! Zo zal je nooit rijk worden hoor! ...Maar goed: september heeft dertig dagen. Dat maakt, aan tien mark per dag, 300 mark voor de maand, akkoord ?"

" Ja natuurlijk akkoord! " lachte ze vriendelijk: " En wij wisten toch dat u het...ondanks alle drukte van de laatste dagen...zéker niet zou vergeten..." Deze hortende onzekerheid in haar antwoord deed hem bij het uittellen van de bankbriefjes even opkijken.

" Maar...er is een 'mààr', niet ?" hij wilde haar over haar schroom helpen: "Hilde, zég het gerust! "

Na enige twijfel haakte ze in: " Versta mij astublieft niet verkeerd, Herr Joseph, maar u betaalt voor één maand nietwaar ? Met opzet, neem ik aan..."

Ja verdomme, hoe moet ik dat nu tactvol en voorzichtig aan haar verstand brengen ?

"Kijk, Frau Weimar: nu Gerda, door de terugkomst van haar Ernst, haar voorgenomen huwelijk met mij heeft afgeblazen, en ik dus geen Duits staatsburger kan worden, zal ik hoe dan ook niet lang meer hier in Berlijn mogen blijven...Ik zal zelfs geen rantsoenkaart voor september meer krijgen... Zo dwingen de autoriteiten mij wel om binnen afzienbare tijd mijn biezen te pakken, nietwaar...Maar wees niet ongerust: als ik vertrek zal ik jullie niet onverzorgd achterlaten. Je dagelijks brood is sowieso verzekerd, en voor de toespijs zal ik de komende dagen wel zorgen! "

" Och, Herr Joseph, het geld is niet zo belangrijk, weet u: wij zijn oud en komen met weinig toe. Maar jij bent echt een jong lid van ons gezin Weimar geworden, begrijp je, Joseph, en in feite ook onze enige betrouwbare steun...Telkens wij uw hulp vroegen stond u klaar om te helpen: dat is veel meer waard dan die tien mark per dag. Daarom zien wij er zeer tegen op dat u van ons zult weggaan, en kunnen niet geloven dat dit enkel maar zou afhangen van al dan niet trouwen met Gerda...Want als je écht Duitser wil worden, dan is Gerda toch niet het énige meisje uit de buurt waarmee je zou kunnen trouwen hé!  Maar man toch! Huwbare vrouwen zàt ! Moest jij een huwelijksadvertentie durven plaatsen, dan zouden de kandidates onmiddellijk al gillend de deur inrammen! Neem nu bij voorbeeld die van de bakkerij achter de hoek..."

Joseph schrok verbaasd terug: "Zeg Frau Weimar! Die bakkerin kan mijn moeder wel zijn! Dat mens is ruim een twintig jaar ouder dan ik ! Neen, dank u hoor! "

" Ach natuurlijk niet die bakkerin Frau Rudel! Ik ben toch niet achterlijk! ...Ik bedoel haar dochter Trudi: een knap meisje van achttien! Wat wil je nog meer ?! Ik ben overtuigd dat je maar met je vinger moet knippen om de zaak rond te krijgen..."

 

Joseph had getracht er zich met een zwakke kwinkslag vanaf te maken, maar voelde heel duidelijk dat noch hijzelf, noch de Weimars zich daarmee konden verzoenen. Want stel inderdaad dat die Trudi een geschikt meisje zou zijn, schrander en gezond, fris en goed voorzien van oren en poten... Stel: een lachebek met een aangenaam karakter...Tenslotte, Phil was toch ook niet zo'n verblindende schoonheid geweest, en durfde al eens een ferm stukje zagen! Maar in bed maakte ze veel goed en versloeg op dat gebied wél alle vrouwen die hij had gekend, Gerda en Monika op kop! Alhoewel...Gerda ,hé...als dié er zin in had kon ze aardig uit haar pijp komen ! Maar voor de rest ? Die twee, drie Russinnen die hij voordien tijdens zijn frontjaren had 'verleid' en waarvan hij zich de namen niet meer herinnerde...Irena ? Jerina ? Jawel,en Tania ?...Phil stak er met hoofd en schouders bovenuit ! En nu Trudi met, ocharme, haar achttien jaar: veel ondervinding op gebied van de liefde moest hij daar niet van verwachten...Maar ja: als ze hem al een Duitse pas kon bezorgen...de rest kon ze wel bijleren! En als schoonzoon van Frau Rudel was zijn broodje letterlijk én figuurlijk gebakken! En zijn Kümmelkoekjes ook!

Dus ,Trudi ,waarom ook niét ,verdomme :zo'n jonge geit kon hij nog goed naar zijn hand zetten...En desnoods kon hij voor de zwaardere kost altijd eens naar Gerda pinken...Hij voelde met zijn klompen aan dat zij bij die zieke vent van haar nu reeds moeilijk aan haar trekken kwam...En als dat hete wijf honger kreeg zou hij niet veel moeite moeten doen voor een buitenechtelijke portie vetzakkerij !

De rest van de middag besloot Joseph er Ernst alvast aan te wennen dat hijzelf - als ex van Gerda - evenveel recht had als het jonge koppel om in Dahlmanns salon rond te hangen. Dat was de afspraak toen de jonge vrouw een week geleden van 'echtgenoot' wisselde, en op die manier hield Joseph een voet in huis op de tweede verdieping.

Dahlmanns radio, waarvoor het hem zogenaamd te doen was, gaf niet veel baanbrekend nieuws. Veel propaganda over en weer, en stoere taal over de eigen machtsposities. De Amerikanen stelden verrast vast dat ze met die atoombom heel de wereld naar hun pijpen konden laten dansen, terwijl de communisten pronkten dat hun wereldrevolutie niet alleen in Azië steeds duidelijker aansloeg. Het veroverde Oost-Europa was blijkbaar overgelukkig met de Russische bevrijders en deze roes leek aanstekelijk in te werken op de 'bewuste arbeiders' van Italië, Frankrijk en ...jawel: België! !

"Verdomme " dacht Joseph: " Als die kluppels het ook bij óns voor het zeggen krijgen, kan ik beter tweemaal nadenken vóór ik de trein naar Brussel neem! "

Maar Dahlmanns radio was maar een alibi om discreet eens op het tweede te kunnen rondneuzen. Zo ontdekte hij al loerend uit zijn ooghoeken zonder veel moeite dat het jonge koppel in de grote slaapkamer aan de straatkant sliep, en zijn oude kamer achteraan de gang meer als een soort rommelkot gebruikte. Dat kon het opvissen van zijn verborgen fortuin uit de poten van zijn oude bed al heel wat makkelijker maken. Want of hij nu hier in Berlijn bleef dan wel terugkeerde richting 'Heimat': zijn centen kon hij in afwachting beter bij de hand houden in zijn logeerkamer bij de Weimars...

Want lààt Trudi inderdaad slechts op een vingerknip van hem wachtte om in zijn armen te vallen, zoals Frau Hildegarde euforisch liet verstaan...Dan kon hij die val nog veel aantrekkelijker maken door zich ten minste als welstellend voor te doen, zonder daarom de rijke 'boefer' uit te hangen!

En terwijl de radio over alle kommer en kwel in deze harde wereld doordramde, droomde hij weg tegen het zoete lijf van de zwoele bakkersdochter...

 

Hij schrok wakker toen Gerda binnen kwam van haar werk. Ze keek wel raar op toen ze hem in 'haar' salon zag zitten, maar gaf verder geen commentaar: het 'dagelijks brood' van de bakkerin had ze al op het eerste bij de Weimars afgegeven, zei ze kort.

" De bazin vraagt of jij bij haar na achten nog eens zou kunnen langskomen. Ze schijnt de relatie met jou lekker warm te willen houden, in afwachting van haar wonderbaarlijke genezing...Stoot haar niet onmiddellijk af, hé: je weet nooit waarvoor een oude schuur nog kan dienen! "

Joseph negeerde de schuine verdachtmaking: " Heeft ze nog een allusie gemaakt op de geneeskracht van de tube Salversan ?"        

Gerda ontkende spottend: " Nee hoor, ze heeft enkel jou persoonlijke dikke tube nodig, Casanova! En blijkbaar niet om er een schilderij aan op te hangen! Eet maar iets voor je vertrekt, hé! "

Joseph begreep de half gespeelde jaloezie van Gerda ten overstaan van de bakkerin niet goed. Gelukkig was ze blijkbaar niet op de hoogte van Frau Hildegardes gekonkelfoes in verband met de jonge Trudi, want dàn zou haar luchtige scherts wel eens in onweer kunnen omslaan! Dus besloot hij haar in haar waan te laten...

Als die bakkerin effectief van plan was hem vanavond aan haar dochter 'voor te stellen' kon dit enkel op aanstoken zijn van Hildegarde en Frau Krüger...Hij wist dat Hildegarde er alles voor over zou hebben om hem als betalende gast tot het einde van haar dagen hier in huis te houden. En de dames Krüger waren hem blijkbaar nog steeds zéér erkentelijk voor zijn vele reddende tussenkomsten, eerst bij de inval van de barbaarse Russen en nù bij Weintraub met zijn Werwolf-fobie. Waarschijnlijk hoopten ze hem via Trudi hier als permanente beschermheer in de 15b te kunnen houden ? En als zelfs de bakkerin er haar dochter voor wilde opofferen, kon dat niet alléén uit dankbaarheid zijn voor die Salversankuur, maar wél omdat ze hem voor een handige Harry hield die van alle markten thuis was...In deze woelige tijden een schoonzoon hebben bij de maffia had zo zijn voordelen, blijkbaar...

 

Maar toen Frau Rudel hem weer in haar keuken op koffie met koekjes trakteerde, viel tot zijn grote verbazing die Trudi in velden noch wegen te bespeuren. Vreemde manier van doen voor een koppelaarster die een eerste contact tussen de tortelduifjes wilde leggen! En zijn ego kreeg helemaal een dreun toen de bakkerin direct vroeg of hij misschien nóg zo'n Salversankuur te koop zou hebben ?! Tegen een gelijkaardige ruilwaarde als de vorige tube ?...

Aan zo'n frontale aanval had Joseph zich allerminst verwacht! ...Salversan, verdomme! ...Zat dat mens dan niet in het complot van Hildegarde en Ma Krüger ?...Of deed ze maar alsóf ? Joseph trachtte vlug wat tijd te winnen: " Heeft die eerste kuur dan niet gewerkt?..."

Frau Rudel bloeide helemaal open: " Doch-Doch, Herr Peters! Ik voel mij als wedergeboren! Fris en gezond! En ik ben u daar eeuwige dank voor verschuldigd, écht waar...Maar toen ik gisteren van mijn geluk vertelde aan een verre nicht van mij, bekende zij met dezelfde zorgen te zitten...Ze is wanhopig! Ik heb haar uit mededogen gezegd dat ik misschien zou kunnen helpen en doe dus beroep op uw geweten...Het is zéér dringend, en daarom verzeker ik u dat uw prijs de mijne zal zijn...Wat denkt u ?...Zou u aan mijn bede kunnen voldoen ? Bezit u nog zo'n tube ?...Of kan u er in korte tijd een vinden ?"

Joseph was even zijn pedalen kwijt en twijfelde hoe hij deze situatie het best kon uitbuiten...En wat moest hij nù verdomme als prijs gaan vragen? Weer dagelijks een beetje eten voor de Weimars, in de aard van eierpoeder, vet en suiker ? Of een duidelijke hint geven dat hij dringend een verstandshuwelijk wilde afsluiten met een fris Duits meisje, zonder Trudi met zoveel woorden te vernoemen ? Daarbij, als het met Trudi zou klikken dan was de voedselbevoorrading van de Weimars toch ook verzekerd, nietwaar!

Omdat hij zo lang zweeg werd Frau Rudel erg ongerust: "Ziet u helemaal geen mogelijkheid om eraan te geraken ? Herr Peters, U bent écht onze laatste hoop! "

Joseph schokschouderde wat: " Neen, dàt is niet echt een probleem: ik heb nog een tube in reserve. Maar die had ik wel achter de hand willen houden om ermee mijn persoonlijk probleem op te lossen...Nee-nee, versta mij niet verkeerd: ik blaak van gezondheid! Maar ziet u, Frau Rudel, als ik niet zéér vlug kan huwen met een Duits meisje, dan word ik uitgedreven, terug naar mijn Heimat. En dat wil ik graag vermijden als de pest! Ik zoek dus dringend een Duits meisje om mee te trouwen... Het zou in den beginne een zuiver verstandshuwelijk mogen zijn en hoeft enkel stand te houden tot ik definitief Duits staatsburger ben. Want ik weet ook wel dat niet iedereen levenslang wil optrekken met een man waar een been aan mankeert. Maar aan de andere kant heb ik een deftig dak boven het hoofd, ben sterk en gezond en heb ik in afwachting van betere tijden een centje opzij staan... Dus ik had gedacht: wie mij binnen de kortste keren, én voor minstens de wettelijke minimumduur aan een frisse bruid helpt, zou deze salversankuur kunnen krijgen als koppelloon. En u weet zelf wel dat zo'n kuur voor het moment in de ogen van een zieke van onschatbare waarde is, en door de koppelaarster omgeruild kan worden tegen om het even wàt..."

" Maar, Herr Peters, dit is van levensbelang: ik wil absoluut deze kuur van u kopen aan gelijk welke prijs! "

Joseph glimlachte meewarig: " Jammer Frau Rudel, maar mijn prijs is een bruid! Een frisse Duitse bruid, hiér en nù! De Salversan is mijn enige troefkaart, die ik noodgedwongen nu niét meer kan 'tauschen' voor een korst brood, maar wél voor een 'boterbriefje', 't is te zeggen: een geldig huwelijksattest! Moest u, Frau Rudel, in uw wijde kring van klanten of kennissen, binnen de week zo'n bruid voor mij kunnen vinden, dan geef ik natuurlijk die kuur met alle plezier gratis aan u, dat spreekt toch vanzelf...Misschien vindt u zelfs een kandidate in uw eigen familie...", voegde hij er aanmoedigend aan toe.

Ze bleef even verward naar hem staren en leek plots een ingeving te krijgen. En Joseph dacht: nu komt het!

" Mag het een weduwe zijn ? Vooraan in de twintig ?"

Verdomme, die verstaat geen Duits zeker! Maar nog steeds geduldig haakte hij in: "Liefst niet! En ook niet zwanger, hé! En zéker geen kinderen! ...Zo'n ongehuwde dochter van hoogstens twintig jaar zou het ideaal zijn.."

Miljaarde! Als ze het nu nóg niet verstond!

Ze dacht nog even na en zei vroeg twijfelend: " Zou u morgenavond rond achten weer even langs kunnen komen ? Ik moet uw voorstel nog kort onder vier ogen met een mogelijke kandidate bespreken, vooraleer ik haar aan u kan voorstellen...Het blijft tenslotte een serieus besluit..."

" En zou dat meisje akkoord gaan om binnen de twee-drie dagen met mij te trouwen, denkt u ?"

" Als zij haar verstand gebruikt: ja natuurlijk! "

 

De volgende middag klopte plots Weintraub op de deur, vergezeld van zijn trouwe schaduw Kieffer. De Weimars ruimden verschrikt de baan en Joseph bood zijn ongenode gasten de vrijgekomen stoelen aan.

" En Joseph ? Al je kitbag aan het inpakken ? Heu...Je rugzak, bedoel ik. De tijd begint te korten, weet je..."

" Een beetje wel, natuurlijk..."ontweek hij voorzichtig deze maagstoot. Maar op de verbaasde reactie van de Duitser, besloot hij toch maar liever de waarheid uit de doeken te doen. Wel wat verward, al begreep Weintraub er direct uit dat Joseph voor het ogenblik niet erg geneigd was om Berlijn te verlaten en hoopte binnen een paar dagen met een Duits meisje te kunnen trouwen...

" Ach zo! ...Je gaat trouwen! ?...Nou, geluk ermee! En is alles al administratief geregeld voor je naturalisatie ? Ben je zeker dat je het op zo'n korte tijd klaar krijgt ? Ik kan je misschien nog wat helpen, maar de 15e van deze maand vertrek ik naar de States...Dus uiterlijk tegen de 12e zou alles rond moeten zijn. Je hebt dus in feite maar vier dagen meer...Met al je onzekerheden is dat nogal gewaagd, vind je ook niet ?"

" Ik weet het...Maar het alternatief is: mij laten repatriëren naar België! En ik twijfel heel hard of mijn papieren op naam van Jean-Marie Peters de diverse opeenvolgende controles van de veiligheidsdiensten zouden doorstaan. In negatief geval vlieg ik als SS-er recht achter de tralies voor een paar jaar. Terwijl, als ik hiér tijdens het trouwen door de mand zou vallen, dan kan ik mij er nog altijd met een laf excuus vanaf maken..."

" Maar Joseph! Zélfs als wij je bij de receptie van het Berlijnse 'D.P.camp' introduceren onder de naam van Mickey Mouse, dan is er toch niémand die jou daar vragen over zal stellen, zeker! Er bestaat nog zoiets als het 'Broederschap van de Spionagediensten' weet je! En desnoods geef ik je een vrijgeleidebrief mee, dat ben je sowieso onkwetsbaar...Kijk, de telefoon werkt weer in Berlijn: hier is mijn nummer. Je hebt nog vier dagen om te beslissen of ik je al dan niet moet komen oppikken met de jeep...Maar nà de 12e sta je er alleen voor! "

 

Toen Gerda die avond het brood kwam brengen, leek ze er veel plezier in te hebben: "Als je straks weer gaat smossen bij de bakkerin, vergeet dan vooral de tube Salversan niet voor Trudi, hé. De kleine heeft al haar hoop op jou gevestigd, weet je! "

" Hoezo, voor Trudi ?!"

" Ja natuurlijk! Die kleine heeft toch dezelfde Russen over zich heen gekregen als haar moeder, zeker! Wist je dat dan niet ? Nee ? Nou dan heb ik weer een stomme uitschuiver gemaakt hé ?! Foei! " Maar haar lachje had iets triomfantelijks dat hem deed walgen.

" Je weet toch dat deze 'uitschuiver' jou je post van winkeldochter kan kosten, nietwaar! "

" Zeg, van zo'n stom ongelukje ga je toch geen drama maken hé ! Ik zei dat immers niet opzettelijk...En als je wil, Joseph, zal ik het wel weer goed maken met je hoor! Misschien zijn we beiden wel één en ànder tekort gekomen, de laatste dagen, dat we kunnen inhalen ?...Ik zeg zo maar iets"

Ze tipte zo wulps met haar rode tongspits op haar rode bovenlip dat hij er met een rode kop op slag ongemakkelijk van werd. De sloerie !

 

Zijn visite bij de bakkerin liep met een sisser af. De jonge vrouw die bij haar aan tafel zat kon moeilijk voor een maagd van 18 doorgaan en daarbij keek zij met de eerste oogopslag versteven naar zijn stijve been. Deze juffer zou nooit aan zijn verminking kunnen wennen, voelde hij. En anderzijds kon zij in zijn dromen moeilijk de plaats innemen die hij voor Trudi had gereserveerd. Dus toen Frau Rudel hem over de schouder van haar bezoekster ondervragend aankeek, schudde hij discreet het hoofd: nee, dié zei hem absoluut niks, dank u!

Op een of andere manier slaagde Frau Rudel erin haar 'vriendin' buiten te krijgen en kwam wat ontmoedigd terug in de keuken: "Niet goed genoeg ?"

Joseph besloot er korte metten mee te maken: " Ik had u toch laten verstaan dat mijn interesse uitging naar uw dochter Trudi, nietwaar ?"

Ze leek uit de lucht te vallen: "Trudi ? Maar Herr Peters, dat kunt u toch niet menen! " Ze lachte geschokt, wat met andere woorden wilde zeggen: "Ben je gek! Mijn dochter weggeven aan een kreupele 'Auslander'!"

Joseph besloot dan ook maar zijn handschoenen uit te doen: " Ik bedoelde het als voorbeeld, kwestie van op de zelfde golflengte te zitten. Uw dochter valt sowieso uit de boot, nu ik weet dat deze tweede Salversankuur voor hààr bestemd was, niet waar ? Het is voor mij vanzelfsprekend onmogelijk een ernstige relatie aan te knopen met een vrouw die door een mongool venerisch besmet werd: dat zou àl te gek zijn! " Zo, dié zat!

En ze had het goed begrepen, ook!

"Bitte, Herr Peters, verontschuldig mij alstublieft: ik ben zeer tactloos geweest. Maar uw hint naar Trudi kwam als een complete verrassing voor mij. Zij is inderdaad ziek, en derhalve komt ze niet in aanmerking als uw bruid, dat begrijp ik...Maar ze is ook verloofd met een jongen die de slag bij Remagen heeft overleefd en voorlopig veilig in een Rijnkamp zit bij de Amerikanen. Zohaast hij vrij komt gaan ze trouwen..." Haar blik smeekte steeds meer om begrip, maar Joseph liet zich niet inpakken.

Zij drong aan: " Die jongen is op de hoogte van 'ons drama' met de Russen, maar is zo gelukkig als een vogel dat die mijn Trudi niet zwanger hebben gemaakt. Doch indien hij ooit van haar ziekte zou horen, zou hij zeker de verloving verbreken...Ik vrees dat mijn Trudi dan een ongeluk begaat...Zoiets kan u toch niet willen! "

Dit zwaar geschut had hij niet verwacht en vond hij zelfs écht onfair, maar nóg liet zij niet af: "Herr Peters, ik smeek u: het hangt volledig van u af, en van u alleen, of die twee jonge kinderen samen al dan niet een leven zullen kunnen opbouwen, of ten onder gaan...dat begrijpt u toch ? Van u, en uw tube Salversan! "

Haar stem brak en ze barstte in tranen uit, greep smekend zijn hand en viel voor hem op de knieën: " Bitte-bitte, mein lieber Herr Peters! ...Hoe moet ik u in godsnaam overtuigen ?...U bent toch ook nog jong ?!...Mijn kleine Trudi heeft nog heel haar leven voor zich, als U dat genadevol wil toestaan...U kunt met één gebaar de dodelijke verdoemenis opheffen die de beestige Russen over ons gezin wierpen! ...Dat kost u toch niks ?...Bitte-bitte-bitte, jongen, heb medelijden..." Haar stem stierf uit. En terwijl zij aan zijn voeten lag te snotteren zocht hij geschokt zijn eigen argumenten bijeen.

"Frau Rudel, mag ik ook bij u om begrip en medelijden smeken ? Ik heb nog drie dagen om een jonge bruid te vinden, zoniet deporteren ze mij naar België en vlieg ik er voor jaren in het gevang! Voor hetzelfde geld zetten ze mij zelfs tegen de muur en word ik doodgeschoten! Dat hangt enkel van u af! ...Het énige wat ik u vraag is: geef mij een bruid! "...

Plots voelde hij iemand achter zich doorlopen. Een jonge vrouw - Trudi natuurlijk! - boog zich fluisteren met een paar troostende woorden over de bakkerin heen. En het meisje zei vervolgens giftig, schuin naar Joseph opkijkend: " Lassen Sie den Scheisskerl doch abhauen! "

Het was of hij een slag op zijn smoel kreeg van het schrikken! Niet door die uitroep van haar, wel door haar gezicht: verwrongen van de haat en...een hazenlip!

Volledig uit zijn lood geslagen sprong hij met een verschrikte kreun recht, slierde vlug de tube Salversan over het tafelkleed naar Trudi toe en vluchtte vol afgrijzen de deur uit.

 


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
28-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
29-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 345
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C52BIS ETHNISCHE ZUIVERING EN "DISPLACED PERSONS".

                                                                          

Nazi-Duitsland had, zoals ook andere totalitaire staten, met zijn manie tot ethnische zuiverheid , in Europa reusachtige volksverhuizingen op gang gebracht die na het einde van de oorlog zouden uitmonden in de chaos van de "Displaced Persons" ,afgekort "D.P.-s" :20 miljoen ontheemde zwervers die allemaal terug "naar huis" wilden ,of gedwongen een nieuwe "home" zochten...                                    

Zo werden er reeds vanaf 1935, nog voor de oorlog uitbrak ,door Hitler 1 miljoen (meestal joodse) staatsburgers van hun Duitse nationaliteit beroofd en uitgewezen. Wie niet op eigen kracht naar het Westen trok werd op de trein naar Polen gezet.

Door de opdeling van Tsjecho-Slovakije, ten gevolge van de akkoorden van München (30 september '38), expulseerden zowel Duitsland als Polen en Hongarije uit de door hen geannexeerde grensgebieden samen ongeveer 933.000 Tsjechen en 272.000 Slovaken, met verplichte achterlating van gave en goed. Hun eigendommen werden door de plaatselijke Sudeten-duitsers ingepalmd.                                                                           

     Maar dat was slechts een voorproefje: toen Duitsland in september '39 Polen veroverde, annexeerde het opnieuw heel West-Pruisen (o.a. de "corridor"), dat het in 1919 na het verdrag van Versailles was kwijtgespeeld. Alle interessante eigendommen van de Poolse industriebarons, groothandelaars en de landadel gingen over in Duitse handen. De Polen die niet economisch rendabel waren (+/- 3 miljoen), konden hun biezen pakken naar de omstreken van Warschau (het z.g. "General Gouvernement").                        

     De Joden werden overal uit hun huizen gezet en in eerste instantie samengedreven in reuzegrote getto's t'allenkant, in afwachting van de (vernietigings-)kampen. En het dient gezegd dat brede lagen van de Poolse bevolking helemaal niet rouwig waren dat de nazi's hun steden en dorpen aldus "zuiverden", want al stond de Pool bekend voor zijn vurig patriotisme en zijn diep-kristelijk geloof, toch was hij net zo goed een hevige nationalist en een verstokte jodenhater.                                            

     Nu waren sinds de Russische revolutie van 1917 zeer veel - meestal arme - Oost-Europese Joden met hun sterk afwijkend cultureel en religieus imago naar Polen uitgeweken. Omdat ze overal onder de prijs werkten, de concurrentie vervalsten en soms met dubieuze middelen trachtten te overleven hadden zij zich de haat van de autochtonen op de hals gehaald. Reeds voor de oorlog in '39 uitbrak waren bloedige pogroms daarvan het gevolg geweest, niet alleen in Polen maar in heel de Balkan én in Rusland.

     Dit was echter slechts een vluchtige voorbode van de terreur waarmee de Duitse "Einsatz-kommando's" vanaf de winter '39 eerst Polen en - na "Barbarossa" - heel Oost-Europa "Judenfrei" maakten. In de herfst van '41 begonnen ze - zij het ietwat minder radicaal - ook in heel West-Europa met de deportaties naar de kampen.                  

     Dat de plaatselijke bevolking in àlle bezette landen daarbij in meer of mindere mate een handje heeft toegestoken, staat als een paal boven water, al werd dit na de Duitse nederlaag lange tijd in alle toonaarden ontkend. Men wilde zich graag zo vlug mogelijk met een sluier van maagdelijke onschuld tooien en vergeten dat, bij voorbeeld in Frankrijk, bijna al de razzia's uitsluitend door de plaatselijke politie en de Gendarmerie werden uitgevoerd; niét door de Moffen... Dat er daarbij soms méér joden werden opgepakt dan de Duitsers hadden gevraagd kon de bezetter enkel welgevallig zijn, nietwaar...                            

     In het door Duitsland eind '42 bezette gebied van Europa leefden oorspronkelijk circa 10 miljoen joden. Daarvan was naar schatting 10% op tijd weggeraakt naar neutrale landen, 60% werd koelbloedig vermoord door de "Einsatzkommando's" in Oost-Europa of in de concentratiekampen, en 30% kon de deportatie overleven of onderduiken bij de partizanenlegers (vooral in Rusland en de Balkan, in mindere mate in de beboste bergstreken van Frankrijk en Italië)

     Na de bevrijding trachtten velen van hen, die destijds door de Duitsers uit hun huis waren verdreven, en veel van de joden die aan de uitroeiing waren ontsnapt, naar hun Heimat terug te keren en daar hun oude eigendommen weer te betrekken. Maar ondertussen waren deze reeds lang door de plaatselijke bevolking bezet en, omdat die de onwettig verworven eigendommen niet meer goedschiks wilde ontruimen, kwam het vaak tot botsingen. Zo werden bijvoorbeeld in een Pools dorp eind 45 bij een opstootje 26 joodse "Heimkehrer" vermoord omdat zij, na jaren van lijden onder de Duitse terreur, hun oude lap grond terug opeisten...

     Het vechten moe trokken veel joden ontmoedigd weg naar het Westen, om in een kamp voor "Displaced Persons" (D.P.'s) een betere toekomst af te wachten.

Deze kampen bevonden zich meestal in de Amerikaanse zone: elk Duits "Bezirk" daarin was verplicht er zo minstens één in te richten. Ze boden, uit de voorraden van Amerikaans leger, aanvankelijk aan de miljoenen haveloze ontwortelden voorlopig een brits en een strozak om te slapen en één warme maaltijd per dag: genoeg om even, midden de degraderende promiscuïteit, terug op adem te komen en opnieuw aan de toekomst te durven denken.

     Onder impuls van de vergruisde Amerikaanse minister van financiën Henry Morgenthau (en tegen de zin van president Truman in) werden er voor de joden aparte kampen ingericht en kwam een massaal hulpprogramma de grootste nood lenigen. Met het naderen van de gure winter van '45 werden de kampen helemaal door het leger overgenomen, dat zorgde voor een nieuw dak, glas in de ramen en kolen voor de stoof. Daardoor kregen de ontheemden het vaak beter dan de autochtonen, bij wie ze hun rantsoen Lucky Strike gunstig konden omruilen tegen schoenen en warme winterkledij.

     Deze aanvankelijk bescheiden ruilhandel ontaarde soms in grootscheepse transacties tussen de G.I.'s, de D.P.'s en de ontluikende maffia. Het imago van de ontheemden werd al vlug besmet door roddel over allerlei misdaden tegen de autochtonen, in zoverre dat de kampen gewapende schildwachten aan de poorten kregen en de D.P.'s nog enkel buiten mochten op vertoon van een pasje, met opstootjes tot gevolg. Deze bewaking was zogenaamd bedoeld als een sanitair cordon omdat veel kampbewoners aan T.B.C. of dysenterie leden.

     Maar ondertussen waren de geallieerde soldaten, die tegen Duitsland hadden gevochten en de gruwel van het nazisme hadden ontdekt, gedemobiliseerd. Ze werden vervangen door nieuwe rekruten die van de plaatselijke toestanden niets begrepen en veel liever omgingen met de vriendelijke onderdanige Duitse (vrouwelijke) dorpelingen dan met die verpauperde zwervers, deze knorrige, zieke, veeleisende kampbevolking waar ze niets dan last mee hadden.

     Juist toen de geallieerden begin '46 het D.P.-probleem min of meer de baas werden, brak in de communistische landen en opgejut door de plaatselijke overheden  een golf van antisemitisme los, met pogroms t'allenkant waarbij in het eerste jaar nà de bevrijding in totaal 2.000 joden werden gedood. Dit culmineerde op 4 juli 46 in het Poolse stadje Kielce in een moordpartij waarbij met de medeplichtigheid van de plaatselijke politie zeker 49 joden omgebracht werden (Israël spreekt van 250! ) en een ongekend aantal halfdood beurs geknuppeld.

     Ook al werden de negen hoofddaders onmiddellijk terechtgesteld, toch veroorzaakte dit een tweede exodus van joden uit Polen, Wit-Rusland en de Balkan naar het Westen waar ze de reeds overbevolkte D.P.kampen overspoelden.      

Geleidelijk aan kregen de jonge, werkbekwame D.P.'s met mondjesmaat hun visa om naar het Westen uit te wijken. Meestal was dat de U.S.A. dat in totaal 12.600 gezinnen opnam: een druppel op een hete plaat...De grote massa achterblijvers waren dan ook een gedroomde werfreserve waaruit door Zionistische organisaties van diverse pluimage vruchtbaar geput werd voor clandestiene inwijking naar Palestina.

     Tijdens een tournee langs de joodse kampen in januari 46 riep Ben Goerion, de latere eerste president van de staat Israël, op tot de forcing: " Als geen enkel beschaafd land u een dak wil bieden zult gij zelf een land moeten veroveren! Dit land ligt op u te wachten: het is het beloofde land, het land der voorvaderen! Als de grote naties ons dit land teruggeven zijn al hun zorgen - en de onze! - op slag voorbij! "

     Met dit wishful thinking gingen de Britten, die nog steeds met ijzeren hand het mandaat voerden over het oproerige Palestina, allerminst akkoord! Wat niet belette dat vanaf deze oproep 30.000 weerbare mannen geleidelijk uit de kampen werden weggedraineerd door allerlei terroristische organisaties zoals de Stern, Irgun, Palmach en Hagana...Ze werden de Alpen overgesmokkeld om via Genua en La Spezia op wrakke boten naar een onzekere toekomst te stomen, als soldaten van het beloofde land. Maar duizendmaal liever dàt dan langzaam in een D.P.kamp weg te rotten! Over de lotgevallen van Hagana-schepen zoals de "Exodus 47" komen we later uitgebreid terug.      

     Toen op 29 december '47 Engeland eindelijk akkoord ging met de verdeling van Palestina onder joden en arabieren, verbleven er nog 200.000 D.P.'s in de kampen. Maar zohaast Ben Goerion op 14 mei '48 de staat Israël uitriep en de bevrijdingsoorlog losbrak pakten ook de jonge joodse gezinnen hun koffers om het beloofde land te verdedigen. Voor de ouderen met kinderen was er echter in de nieuwe staat voorlopig nog geen plaats...                                      

     Tussen '48 en '51 weken nog eens 100.000 kampbewoners uit naar Israël. Toen in '52 de Duitse Bondsrepubliek het beheer over de D.P.Camps van de geallieerden overnam bleven in het laatste joodse Lager "Föhrenwalde" nog 3.000 mensen achter die ondertussen alle hoop hadden laten varen en ongewild de Duitse burger doorlopend aan zijn recent nazi-verleden herinnerden. Maar ook in het twintigtal niét-joodse kampen bleven de nieuwe beheerders met een bezinksel zitten: lastposten waar ze niet goedschiks vanaf geraakten, zieken (vooral T.B.C.-lijders), invaliden,veroordeelde misdadigers en al dan niet demente ouderlingen.

     Eind '55 besloot Bonn deze laatste kampen te sluiten en de overblijvende bewoners in haar schoot op te nemen. De gronden werden verkocht aan het bisdom en de gebouwen grondig gemoderniseerd voor de opvang van de vroegere "Ostvertriebene" en de nieuwe golf "muur-vluchtelingen" uit communistisch Oost-Duitsland...Kristelijke congregaties - zoals bij ons de "Spekpater" - zorgden voor de financiering.        

     Zo verdwenen na tien lange jaren deze afzichtelijke puisten in het aanschijn van de nieuwe Bondsrepubliek, die dank zij het "Wirtschaftswunder" in de jaren 60 langzaam uit de puinen herrees.

     En die 'alles' zo vlug mogelijk wilde vergeten.

     Duitsland zou echter nog tot na de val van de Berlijnse muur (1989) kampen moeten openhouden, zij het dan niet meer voor de opvang van gedwongen "Ostvertriebene" maar wel voor de vrijwillige vluchtelingen uit het Sovjet-paradijs...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
29-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
30-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 346
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C53     INPAKKEN EN WEGWEZEN!

 

                       Steglitz, vrijdag 7 september.

Hij was woedend. Zohaast hij weer thuis was kreeg Hildegarde als eerste de volle laag ! Wat had haar in godsnaam bezield om zo'n bedrieglijke reclame te maken voor die zogenaamd 'frisse jonge Trudi' ? Had hij in haar ogen dan énkel recht op een venerisch misbaksel met een hazenlip ? Was een normaal geschapen bruid dan werkelijk te hoog gegrepen voor hem ? Hildegarde was zó van haar melk door zijn stroom van verwijten dat zij tenslotte wenend uitweek naar haar slaapkamer. Vati trachtte de aanval te pareren, maar toen hij merkte dat zijn verweer niets uithaalde, volgde hij verontwaardig brommend zijn vrouw in de aftocht: "Wir sprechen uns morgen noch, Joseph! "

De nacht bracht geen soelaas, wel in tegendeel. Trudi had met haar verminkt gezicht bij hem elke lust gedoofd om nog verder achter een bruid te vissen. En langzaam aan drong het steeds duidelijker tot hem door hoe verwaand hij was geweest om te verwachten binnen de week deftig met een Duitse getrouwd te geraken, hij, de mankepoot! Die Gerda moest nogal in haar vuistje lachen, zeg: meneer ging in een handomdraai even een jonge maagd aan de haak slaan! Ha-ha: blijkt dat verdomme plots een syfilitische feeks te zijn met een hazenlip! ...Van een vernederende afgang gesproken!

Maar bon! Het zij zo...Hoofdstuk afgesloten!

Dus bleef als enig alternatief enkel nog de terugkeer naar België over, hé...En als het dan tóch moest, dan nog liefst zo vlug mogelijk! Zijn centen recupereren, zijn vriend Weintraub bellen, en ...hups! En de rest kon voor zijn part stikken! Deze radicale oplossing had hij immers reeds van bij het begin overwogen, dus moest hij nu niet flauw beginnen doen!

 

Bij het krieken van de dag, nog vóór Hildegarde moed genoeg bijeen had geschraapt om toch maar op te staan, klopte Joseph al aan bij Gerda op het tweede. Ze was juist haar toilet aan 't maken en deed open in haar onderjurk. Toen zij preuts met de hand haar décolleté wilde afschermen duwde hij haar opzij met een neerbuigend "Zeg, kom: dàt heb ik al gezien! ...Ik moet even op mijn oude kamer zijn en wens niet gestoord te worden, okée ?!"

Tegen alle verwachting in verliep de recuperatie van de vier rolletjes bankbrieven uit de hoekstijlen van zijn oude bed tamelijk vlot. Drie duizend Reichsmark! Toen hij ook de vijf goudstukken van Leon in zijn broekzak liet glijden viel er al een heel pak van zijn hart. Samen met de drieduizend in zijn opgespelde broekspijp en de drieduizend gerecupereerd bij Ari hoefde hij toch niet totaal onbemiddeld zijn 'Exodus' aan te vatten, hé! Nu nog zijn bed hierboven in de roze kamer leegvissen en hij kon voorlopig voort!

Terug in de gang botste hij natuurlijk op Gerda, die zich ondertussen al helemaal voor haar werk had opgedoft, en even met hees gefluister haar charmes op hem wilde uitproberen. Maar toen hij haar negeerde, wierp zij hem een stille sneer na: " Is Trudi je soms béter bevallen ?"

Met zijn raid op de 'roze kamer' dacht hij te wachten tot in de namiddag: misschien zou Axel wel even zijn luie kont uit zijn canapé willen verheffen en met dit mooie weer besluiten de stad in te gaan. Ondertussen kon hij zijn pak en zak voor de reis alvast klaarmaken en daarin een geschikte schuilplaats voor zijn fortuin zoeken. Want als het enigszins kon, wilde hij morgenvroeg al de pijp uit zijn: hoe rapper hoe liever...

Aan de twee oudjes hoefde hij geen uitleg te geven over zijn besluit: die hadden het van bij het opstaan met verbijstering gesnapt en volgden nu verwezen van op hun keukenstoel de minste van zijn bedrijvigheden. Ook tijdens het ontbijt werd nog nauwelijks gesproken en zéker met geen woord over zijn aanstaand vertrek gerept. Het leek wel of Hildegarde hoopte, door niet over dit fatale moment te spreken, het definitieve afscheid alsnog te kunnen vermijden.

Deze gedwongen stilte deed iedereen pijn. Nog nooit tevoren was hun, toch meestal hartelijke relatie, door zo'n gespannen sfeer verpest geworden, en nog minder was er ooit tussen hen een hard woord gevallen. Daarom begon Joseph hoe langer hoe meer spijt te krijgen van zijn woedeuitbarsting van gisteren avond. Hij begreep echter ook dat de Weimars niet énkel neerslachtig waren over de bittere verwijten die hij met betrekking op Trudi over hun hoofd had uitgestort. Neen, het was vooral zijn abrupt vertrek dat hen plots bang maakte voor de toekomst. Voor zover zij op hun leeftijd, in de huidige moeilijke omstandigheden én met een hongerwinter voor de deur, überhaupt nog een toekomst hàdden!

Hij kreeg werkelijk met hen te doen en dacht, in een verwoede poging om die stilte te breken, de verlossende opening gevonden te hebben:

" Kijk, Hildegarde, ik begrijp dat mijn vertrek je beangstigt, en ikzelf ben óók bang voor wat mij misschien in mijn Heimat te wachten staat. Maar ik heb werkelijk geen andere keuze: ik kàn mij niet nog langer tegen mijn repatriëring blijven verzetten. En nu Herr Weintraub mij zijn hulp en bescherming daarbij aanbiedt, moét ik deze reddingsplank grijpen vóór het te laat is, nietwaar ?"

Ze knikte moedeloos van ja. Dus deed hij er nog een schepje bovenop: " Voor gebrek aan eten in de toekomst moet u niet bezorgd zijn: de bakkerin Frau Rudel is mij lijf en leden verschuldigd, en zij zal op eenvoudige vraag zorgen dat u niéts tekort komt..."

Een vermoeide glimlach trok over haar diepgerimpeld gezicht en ze schokschouderde even: " Ach, Herr Joseph, dat zal niet meer nodig zijn..."

Hij klopte bemoedigend op haar harde rug en stapte op naar de tweede verdieping. Ernst deed verwaaid open om onmiddellijk weer knorrig in de keuken te verdwijnen. In de salon van Dahlmann lag de canapé er slordig beslapen bij, wat zonder twijfel het slechte humeur van de heer des huizes verklaarde. Het telefoontoestel op het bureel tegen het dichtgespijkerde venster bleek inderdaad aangesloten, en na wat vergeefs zwengelen kreeg hij dan tóch een opgewekte telefoniste van de "Zentrale Steglitz" aan de lijn.

Op zijn vraag 'Zehlendorf, zwo, fünf, sechs, zwo bitte sehr! ' volgde, na heel wat sinister gekraak, een schelle eendenstem met "Army Intelligence! ". De Xantippe bleek niet van plan op zijn Duits in te gaan en hij moest diep graven in zijn schoolengels voor ze hem met een gesnauwd "Mister Weintraub, desk one-six! " doorverbond.

Deze had geen lange uitleg nodig: " Dus voorlopig geen trouwplannen meer ? En je wil zo vlug mogelijk terug naar de Heimat ? Mooi, dan kom ik je morgenvroeg om acht uur met de jeep ophalen en zet ik je af in het 'D.P.Camp' van Grunewald, okee ? Zorg dat je gepakt en gelaarsd staat hé want véél tijd heb ik niet...En ik kan waarschijnlijk vooraf best een 'doktersbriefje' uitschrijven om je door de eerste controles te loodsen, hé ? Op de naam van Jean-Marie Peters, akkoord ? Geboren...dat zal ik wel op mijn steekkaart vinden...Beroep: hulpkok, ja ? En als functie bij onze dienst zal ik maar 'Informant' schrijven hé: dan moet ik dààr tenminste niet te erg over liegen! "

" Akkoord...En als u misschien Sargeant Kieffer kunt meenemen, want ik heb hier nog een hoop literatuur voor hem liggen om zijn eenzaamheid te stofferen! " Joseph hoorde enkel nog een opgeklopte teringhoest in de hoorn en dan de klik die definitief een punt zette achter zijn Berlijns avontuur.

'Alea jacta est'...De dobbelstenen waren geworpen: er was geen weg terug.

 

Joseph werkte de rest van de dag in zijn logeerkamer bij de Weimars aan zijn reisuitrusting, de kleren waarin hij zou vertrekken en zijn bepakking. Omdat hij verkoos er eerder als een landloper uit te zien liet hij zijn stevige militaire ransel beter achter en verdeelde al zijn bezittingen en wisselgoed over de twee uiteinden van een grijze matrasovertrek. Dat lag lekker over de schouder, samen met een opgerolde paardendeken.

Hij besloot op krukken te lopen en zijn beenprothese als een soort trofee omgekeerd uit deze 'rugzak' te laten steken. Als daar vragen over gesteld zouden worden, dan had hij dat kunstbeen zogenaamd, na de Russische verovering van zijn fabriek, kunnen recupereren op een dode Duitse onderofficier. Die kon hij zogenaamd nù nog niet gebruiken, maar het was zijn bedoeling dat later in België te laten aanpassen aan zijn eigen verminking...

Van de onderste plank in Dahlmanns boekenkast, waar de man zijn 'Beiers wandelgerief' bewaarde, had hij een tijdje geleden al een reuzevondst gedaan: een grote overtrokken drinkbus en een inéénpassend stel met twee aluminium potten en een diep deksel. Een betere kampeerset kon hij zich moeilijk voorstellen! Een vette schipperspet, een versleten sjaal en de kaki kapootjas die hij aan de moord op Plakpot Martens had overgehouden, maakten zijn vermomming àf.

Hij hield ondertussen wel het trappenhuis in de gaten , maar de heer Axel Ziegler bleef blijkbaar liever de hele dag liggen in zijn warme nest op de mansarde. Dit maakte dus een raid op diens ijzeren ledikant voorlopig onmogelijk en er schoot dus niets ànders over dan geduldig te wachten tot die vent ging avondeten bij de Krügers ...Om de tijd ondertussen toch maar nuttig te gebruiken koos hij alvast wat pikante leesvoer voor Sargeant Kieffer...

Het werd vroeg donker en om zes uur kwam Gerda af met haar brood, op haar hielen gevolgd door...haar bazin Frau Rudel! Die wilde blijkbaar niets aan het toeval overlaten en bracht in twee draagtassen haar eigen traktatie 'Bohnen-kaffee mit Kuchen' mee. Nu moesten de mokkende Weimars wel uit hun schulp komen en Hildegarde deed inderdaad een vermoeide poging om de ongenode gasten toch beleefd op te vangen.

Tegen Joseph deed de bakkerin alsof het emotioneel slot van hun 'Salvarsangesjacher' en de dramatische tussenkomst van haar dochter Trudi tot een ver verleden behoorden. Ze wist dat iedereen in de kamer toch op de hoogte was van het 'leed' dat zijzelf en haar dochter aan die Stink-Russen hadden overgehouden. Daarom hemelde ze ook zonder schroom Joseph op voor de wonderbaarlijke genezing die zij beiden aan hem verdankten en zwoer dure eden dat zij deze redding nooit zou vergeten.

Maar toen Joseph haar vroeg haar gulle gaven in het vervolg rechtstreeks aan Frau Hildegarde te bezorgen omdat hijzelf morgenvroeg terug naar de Heimat moest vertrekken, barstte de bom. De bakkerin leek wel door de bliksem getroffen en realiseerde zich blijkbaar direct dat zijn deportatie te maken had met haar gebrek aan inzet bij het zoeken naar een geschikte bruid. "Ach du Armer! " was alles wat zij medelijdend kon uitbrengen.

Ook Gerda voelde zich waarschijnlijk mee schuldig omdat ze niet vlugger met Joseph was getrouwd toen die nutteloze vent van haar nog officieel vermist was. Nu zat ze met de gebakken peren en moest ze een minnaar laten gaan waar ze normaal nog veel plezier aan had kunnen beleven...

Tijdens de algemene consternatie was ook Hildegarde stil beginnen huilen. Vati kon het niet langer aanzien en nam haar mee naar de slaapkamer. Frau Rudel pakte haastig haar koffiekan in en liet de koekjes achter voor de liefhebbers. Maar toen Gerda stilletjes met haar bazin mee naar buiten wilde glippen, hield Joseph haar tegen.

" Axel zit waarschijnlijk bij je ouders thuis te wachten op het avondeten en ik moet dringend in die slaapkamer op de mansarde nog iets halen dat van mij is. Wil jij even meegaan als getuige dat ik de boel daar niet sluiks heb leeggeroofd ? Vijf minuutjes ?"

De mansarde leek wel een vuilnisbelt met al die rond-slingerende kleren, oude kranten, kartons en drogend wasgoed. In Axels kampement was militaire orde en striktheid inderdaad zódanig ver te zoeken dat Gerda zich liefst niet te ver voorbij de voordeur waagde. Joseph liep onder de waslijn door, recht naar de slaapkamer en zag direct dat die gluiperd hem vóór was geweest! Bij twee hoekstijlen aan het hoofdeinde van het witijzeren ledikant ontbraken de koperen sierbollen, en aan het voeteind waren ze er enkel voorlopig scheef opgeschroefd! Hij wist dat verder zoeken nutteloos was, maar viste toch nog even met de meegebrachte ijzerdraad in de open buizen... Niets natuurlijk!

" Miljaarde, getaarde, gevlamde, geketste, tegen de muur gekotste en weergebotste godverdomme! " De kettingvloek die hij als jonge gast zo dikwijls vol branie had uitgebraakt, rolde nu als vanzelf weer over zijn lippen. Die Duitse klootzak had hem hier stevig bij zijn pietje gepakt! Een gekraak deed hem opschrikken.

" Hebt ge gevonden wat ge zocht ?" Gerda kwam vanuit de 'living' even voorzichtig poolshoogte nemen, en hij dwong zich kalm te antwoorden: " Ik heb geen zin om in die vuilhoop verder te zoeken. Zó belangrijk was het nu ook weer niet...een bepaald boek voor onderweg..."

" Een goeie vette porno om je op reis warm te houden, hé ?" lachte ze: "Of om te ruilen voor vleesblikken ?"

" Kom, laat maar, het is niets..."

 

De Weimars waren - waarschijnlijk uit discretie - niet meer verschenen voor het avondeten en dus had hij zélf met brood en eierpoeder maar iets ineen gebokst dat op 'pain-perdu' leek. Met blokjes Spam in de pan gebakken was dat vast lekker, ook al drong de smaak niet goed tot hem door. Hij fantaseerde maar druk het ene scenario na het àndere hoé hij die Axel zodanig voor het blok kon zetten dat hij verplicht werd de diefstal te bekennen en die drieduizend mark terug te geven. Maar steeds merkte hij dat het, hoe dan ook, zónder de hulp van de politie hopeloos was...En om de gewapende macht vóór morgenvroeg op de been te krijgen moest er al een wonder gebeuren... Tot hij een totaal àndere denkpiste begon te volgen, die hem een paar uur respijt kon geven...

 

De rest van de avond legde hij de laatste hand aan zijn bepakking en kroop tegen middernacht in bed. Maar van slapen kwam er niets in huis. Want Gerda had aan tafel bij de Krügers vast verteld dat hij op de roze kamer van Axel had rondgeneusd. En die vent zou natuurlijk direct begrijpen waarover het ging en bij het krieken van de dag de benen nemen voor een paar dagen, of toch voldoende lang om zéker te zijn dat Joseph definitief vertrokken was naar zijn Heimat. Logisch...Enfin, een échte ramp was het wel niet. Als Axel er inderdaad met dat geld vandoor was, had Joseph er toch altijd nog negen over, veilig verborgen in zijn broekpijp en zijn plunjezak...

 

Voor dag en dauw stond hij klaar. De Weimars sliepen gelukkig nog, zodat ze niet als twee geslagen hondjes voor zijn voeten zouden lopen. Hij kokkerelde dezelfde menu als gisterenavond, maar dan voor drie personen, tegen dat de twee oudjes zouden beslissen de nieuwe dag te komen groeten...

En toen begon het eindeloze wachten. Tweemaal had hij zich al volledig uitgedost en voor de grote spiegel in de gang zijn uiterlijk gefatsoeneerd, en tweemaal had hij zich weer helemaal moeten uitpelsen om naar het toilet te gaan. Die 'pain-perdu' lag lelijk op zijn maag...

Eindelijk, om kwart vóór acht hoorde hij de jeep en rende naar beneden. Kieffer zat verveeld te herkauwen achter het stuur en gunde hem met moeite een "Hay! ". Te vroeg voor meneer, blijkbaar...

" En ? Waar is je bagage ?" Weintraub was ook niet in zijn beste doen, zo te horen. En toen Joseph hem vlug de reden had uitgelegd betrok zijn gezicht nog meer!

" Je wil toch niet dat wij hier nog in de rapte een stukje 'Nat Pinckerton' (held in een reeks Britse detectiveromans) gaan opvoeren, hé vriend ?!"

" Dat is ook niet nodig: ik weet wie het gedaan heeft. Die weggelopen krijgsgevangene die jouw geholpen heeft de man van Gerda bij luitenant Voronov weg te halen. Hij zit boven bij de Krügers te ontbijten. Ik denk dat een beetje chantage van jouw kant over zijn illegale situatie hier en de mogelijkheid hem terug in een krijgsgevangenkamp te laten opsluiten al wonderen zou doen. En als de Krügers mee in het complot zitten hebben ze jouw voorwaarden voor hun voorlopige vrijlating na die Werwolfaanslag flink aan hun laars gelapt...Wat denk je ?...Kan je niet een politie-inval opvoeren ?"

Dat laatste scheen de doorslag te geven: Weintraub had er blijkbaar een hekel aan dat men hem niet ernstig nam. Twee trekken aan zijn pijp en zijn besluit stond vast. Met een paar bevelen, die recht uit een gangsterfilm leken geplukt, toverde hij de herkauwende Kieffer om tot een koelbloedige Chicago-cop en gedrieën vielen ze een minuut later de keuken van de Krügers binnen. De sargeant dwong met getrokken pistool Pa, Axel en Ari in spreidstand tegen de muur, terwijl Weintraub het vrouwvolk naar buiten dreef. En nadat Kieffer het trio met twee handboeien aan elkaar had geketend ging Weintraub er aan de tafel gemakkelijk bij zitten.

Toen de verrassing wat gezakt was klopte hij zijn pijp uit en wees Joseph aan: " Jullie weten waarschijnlijk wel dat Herr Peters - die jullie hier Joseph noemen - een medewerker is van onze dienst, de US Army Intelligence Service. Hij kreeg daarvoor een bepaalde som geld in bewaring die door u gestolen werd." Hij wees met zijn pijp Axel aan, die op slag verstarde. "U bent daarenboven een illegaal ontsnapte Duitse krijgsgevangene, wat u vergrijp nog ernstiger maakt. Reken dus maar minstens op drie jaar hechtenis, nietwaar..."

En terwijl Axel bleek wegtrok, wees Weintraub vader en zoon Krüger aan: " Ik heb u een tijdje geleden, na de gas-aanslag in Grünewald, in voorlopige vrijheid laten stellen op voorwaarde dat u zich als vredelievende burgers zou gedragen. Ik stel echter vast dat u de wet weer overtreedt door een misdadiger onderdak te verlenen, en hem bovendien klaarblijkelijk steunt bij de uitvoering van een misdrijf tegen de Verenigde Staten. Er hangt u dus een nieuwe internering boven het hoofd, akkoord ?"

Pa Krüger kon zijn oren niet geloven en stamelde verbijsterd: " Maar...Herr...Ik zweer het u: ik wist van die diefstal niets af! Nooit..."

Maar Weintraub onderbrak hem: " Luister! Ik heb geen tijd voor spelletjes! U kent mijn methode: ik wil dat geld binnen de vijf minuten op tafel zien liggen en we vergeten heel deze zaak, wat gij gedrieën ook op uw kerfstok moge hebben. Wij laten u hier samen vrijelijk overleggen, de tijd dat wij buiten een pijp gaan roken. Mocht iemand het in zijn hoofd halen te willen vluchten, dan wordt hij neergeschoten. En is die zaak binnen de vijf minuten niét opgelost, dan bel ik de 'Military Police' en laat u in hechtenis nemen! Goed begrepen ?" Hij wierp een blik op zijn polshorloge: " Uw vijf minuten gaan nù in! "

Maar Axel had zich ondertussen wat van zijn schrik hersteld: " Alstublief Herr...Begrijp ik goed dat U alles van de zogenaamde diefstal vergeet en ook de spons veegt over mijn ontsnapping uit krijgsgevangenschap ?"

" Op voorwaarde dat het geld hier binnen de...vier minuten en vijfenveertig seconden ligt, ja..."

" Ik kan het onmiddellijk gaan halen. Maar ik verzeker u dat ik uw diensten niet heb willen bestelen: ik vond het geld in mijn bed, op de mansarde hiernaast, en het ligt nu onder de matras...En Herr Krüger heeft daar niets mee te maken..."

Weintraub stak zijn pijp aan: " Al goed! De sargeant zal de boeien losmaken: u bent vrij. En wij gaan gedrieën met u mee om het bedrag in ontvangst te nemen. U dient wel onmiddellijk dit onderkomen te verlaten en moet u in regel stellen met het bestuur van uw woonplaats! "

Het geld lag inderdaad in krantenpapier onder de vuile matras. Herr Weintraub fronste toch even de wenkbrauwen toen bleek dat het wel een héél fors 'spaarcentje' betrof, maar zei verder niets.

" Nog één minuutje! " riep Joseph opgelucht: " Ik neem vlug mijn pak en zak! En ik moet ook nog even afscheid nemen van mijn hospita! " En terwijl Alex de laatste richtlijnen kreeg vooraleer op te hoepelen, schoof Joseph op zijn vertrouwde manier langs de trapleuning naar beneden.

De Weimars waren nog niet op, en na een ogenblik twijfelen klopte hij maar op hun slaapkamerdeur...zonder enig gevolg. Die oude mensen toch! Zo doof als een pot! Hij vond het wel ongepast, maar klopte nog harder tot de deur open schoof en hij een blik naar binnen kon werpen.

Door de dichtgespijkerde ramen sijpelde maar weinig licht, maar hij kon hen toch op bed zien liggen slapen...

Stijf naast elkaar...slapend óp bed ?

Hij draaide naast de deurstijl het elektrisch licht aan, maar wist al wat hij zou ontdekken.

Hand in hand, in hun zondagse kleren, lagen ze stijf naast elkaar, te slapen.

Voor eeuwig en altijd.

 


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
30-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
01-12-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 347
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C54:   SAMMELLAGER GRUNEWALD...

 

                             16 september 1945.

Het was een hele opluchting toen hij Weintraub en Kieffer eindelijk met de jeep langs de wachtpost van het kamp zag buitenrijden. Deze twee gevoelloze typen waren hem door de stress van de laatste uren zodanig op de zenuwen gaan werken dat hij voor een opvliegende ruzie had gevreesd. Maar gezien hij hun patronage tijdens zijn vertrek absoluut niet kón missen had hij wel moéten bukken.

Het was al begonnen toen Joseph in de slaapkamer van de Weimars de twee dode oudjes op hun bed had ontdekt. Hij voelde zich moreel zodanig verantwoordelijk voor hun zelfmoord dat hij het als zijn verdomde plicht aanzag ook verder hun begrafenis te regelen. Op twee dagen moest dat toch deftig afgewerkt kunnen worden. Maar zo verstond de Heer Wientraub het niet. Hij had zich voorgenomen Joseph nog vóór de middag veilig in het Sammellager Grunewald door de 'clearing' te loodsen, en dat was dàt!

De wansmakelijke discussie was reeds in de sterfkamer begonnen, toen Kieffer zijn baas er aan herinnerde dat de tijd begon te dringen. Want die middag was er op de dienst een receptie gepland om Weintraub en een vijftal àndere ontslagen 'burgerlijke bureelhoofden' voor hun inzet te bedanken. Dat 'glas van de vriendschap' - een eufemisme voor een zware doorzakker - wilde Sgt Kieffer blijkbaar voor geen geld van de wereld missen. Maar toen Joseph liet opmerken dat hij nù niet wég kon omdat hij éérst de begrafenis moest regelen schoot ook Weintraub even uit zijn sloffen: " Zeg, Joseph, hoe lang kén jij die twee oude mensen al ? Vier-vijf maanden maximum ? En gij ?" vroeg hij aan Pa en Ma Krüger, die ondertussen ook waren komen kijken: " Dertig jaar ?...Dan lijkt het mij nogal duidelijk wie hier moreel verantwoordelijk is voor de afwerking van de begrafenis, gezien er blijkbaar geen rechtstreekse familie is om dat te regelen. Herr Krüger dus. Verhaal de kosten maar op de bezittingen van de twee afgestorvenen, dan zijt gij rijkelijk vergoed! "

Vooral deze laatste uitspraak werd heimelijk op gemengde gevoelens ontvangen. De Weimars hadden de reputatie er warmpjes in te zitten, om van hun mooi gemeubeld appartement nog te zwijgen. Bij de Krügers viel dat alvast niet in dovemansoren, maar Joseph bleef toch morele bezwaren opperen. Weintraub werd het zat en riep zijn 'informant' tot de orde: "Luister vent, je hangt af van mijn dienst en ik geef je het bevel Nù terug in de jeep te stappen! Of moet Kieffer je soms in de boeien slaan ?"

 

Hij had zich vroeger zijn vertrek uit de 15b stukken plechtiger voorgesteld, met smartelijke omhelzingen door de vrouwen die hij van verkrachtingen had gered en ferme schouderkloppen met dankbare buurmannen die hij uit de kerkers had bevrijd. In dit droombeeld hadden de Weimars hun beschermheer als een Sinterklaas met spijt staan uitwuiven, en om het helemaal mooi te maken had die wulpse Gerda zelfs een paar hete tranen staan plengen bij het verlies van haar charmante minnaar. Ook de bakkerin zag hij in zijn verbeelding op haar dorpel kusjes staan werpen, met Trudi gelukkig glimlachend op de achtergrond...Alhoewel, glimlachend...met dàt verminkte gezicht! ...Ja watte !

Het was natuurlijk helemaal ànders uitgedraaid. En gelukkig had niemand gezien hoe die Kieffer hem praktisch onder dwang met pak en zak op de achterbank van de gehuifde jeep had neergepoot. Alle Krügers hadden het op dat ogenblik vast veel te druk met het plunderen van Weimars kostbaarheden en het leegroven van hun voedselvoorraad. En zelfs de buren, die buiten voor de bakkerin hadden staan aanschuiven, gunden hem in de wegschurende jeep van de Yanks nauwelijks een oogopslag.

Onderweg naar het verzamelkamp had Weintraub hem nog de laatste richtlijnen gegeven om probleemloos bij de receptie door de eerste identiteitscontrole te glippen en ook de latere 'clearing' - zeg maar het lichten van zijn doopceel - te doorstaan. Zijn papieren op naam van Jean-Marie Peters waren volledig koosjer en zijn vrijgeleide als ex-medewerker van de U.S.A.I.S. van méér dan voldoende stempels voorzien. In geval van nood kon hij altijd nog laten bellen naar het nummer 2562 in Zehlendorf: Weintraub zélf vertrok morgen of overmorgen wel naar de States, maar Kieffer bleef nog in Berlijn tot het einde van de maand. En Weintraub had ook zijn alibi voor zijn laattijdige terugkeer naar België uitgetest: als Joseph bij zijn verhaal bleef zou daar niemand graten in kunnen vinden. Dacht hij toch...

 Maar ook dàt draaide helemaal anders uit.

'Sammellager Grunewald' (Verzamelkamp) lag achter het gelijknamige goederenstation in de Britse sector van Berlijn. In dit kamp werden alle buitenlandse werkslaven of geallieerde krijgsgevangenen uit de regio Berlijn verzameld voor een gegroepeerde terugreis naar hun vaderland. Weintraub had hem verteld dat ook van daaruit jarenlang de Berlijnse joden waren weggevoerd naar de kampen in het oosten, en de Britten hadden blijkbaar aan de goedgesmeerde organisatie van de nazi's weinig veranderd. De gebouwen voor de administratieve diensten hadden wel wat van de bombardementen en de laatste gevechten geleden, maar de legertenten voor de tijdelijke opvang van de 'Heimkehrer' waren gloednieuw.

Druk was het er niet: in het gebouwtje van de receptie stonden ze hoogstens met een tiental 'Ausländer' aan te schuiven. Maar nog vóór iemand zijn naam had gevraagd, schreef een verpleger met een dun soort lippenstift een nummer op zijn voorhoofd: 16.9.083. Wat hij later zou ontcijferen als de 83e 'klant' van dié dag, 16 september. En vervolgens spoot een collega hem, door alle openingen van zijn kleren langs voor en achter, met een soort Flytox-spuit vol met wit ontsmettingspoeder. Ook zijn hoofdhaar en de vette schipperspet kreeg de volle laag, waarna eveneens zijn bagagezak op die manier overvloedig werd ontluisd. Walgelijk, die zwavellucht, al had heel deze operatie alvast het grote voordeel dat niemand nog zijn witbestoven gezicht kon herkennen...

Ook het noteren van zijn identiteit als "Jean-Marie Peters, geboren te Oostende (België) op 26/06/1923, weeskind en van beroep hulpkok " verliep als een fluitje van een cent. De uitgebluste scribent noteerde enkel stomweg zijn identiteitsgegevens en wees hem zonder verpinken door naar een soort turnzaal àchter hem. 'High Security Control' stond er op de dubbele deur, en bij de suppoost die voor de eerste schifting instond begon de Babelse taalverwarring al toe te slaan.

" Belgium ? Desk eighteen! Tisch achtzehn! Bureau dixhuit !" Et pour les Flamands la même chose, dacht Joseph...Dat begint hier al goed !

Tegen de volledige achterwand van deze ruime zaal waren met flinke koorden en grote panden zeildoek wel een dertig hokjes afgespannen, vooraan gesloten met een donker gordijn. Bovenaan elk tentje hing een wit bord met de naam van het land en het volgnummer in de rij. Hier en daar hing het gordijn open en zag je binnen twee lege stoelen en een tafel staan met daarop een sterke bureellamp. In àndere hokken werd 'gewerkt', te merken aan het scherp afgetekend schaduwspel op het doek en de soms brutale stemverheffingen. Vóór sommige tentjes stonden een paar 'patiënten' te wachten, zoals de drie krijgsgevangenen bij 'France 17'. Maar in 'Italy 19' en in 'Belgium 18' was zo te zien geen kat geïnteresseerd.

 

Twee minuten later zat hij op de 'pijnbank', de blaker van de bureellamp volop in zijn wit-bestoven gezicht. Een achterdochtige Brusselaar, die hij door de verblinding nauwelijks zag zitten, begon hem direct, eerst in het Frans maar later in het 'Vloemsj', de pieren uit de neus te halen. Verplichte arbeider ? Ja-ja, dat zeggen ze allemaal! Waar gewerkt ? Als hulpkok in de fabrieksrefter van Fritz Werner Electro A.G.? Wel-wel...En zich goed volgevreten op kosten van de werkslaven hé! Waarom hij nu pas naar zijn vaderland terugkeerde, wilde de vent weten: de uiterste datum om zijn nationaliteit niet te verliezen was 30 juni geweest, dat wist verdomme toch iedereen! En toen kwam de hamvraag: waar had hij dan die hele tijd gezeten, ruim twee maanden over tijd ?!

Hij begon zijn tranerig verhaal op 11 maart. Bij een zwaar Amerikaans bombardement op zijn fabriek verloor hij eerst zijn voet, en na koudvuur, later zijn hele been. Hij had nog steeds in het hospitaal gelegen toen de Rus hier Berlijn veroverde...En daar had hij dat kunstbeen kunnen "recupereren" op een gestorven Duitse onderofficier. De prothese paste wel niet helemaal, maar in België kon dat wel gefixt worden...De Ket geeuwde verveeld en vond het blijkbaar hoogtijd de litanie brutaal te onderbreken.

"Mor toens gijder geneest waort, koste toch voesch gaon, terug naor den Belgiek!

"Op krukken ? Per ambulance ? De Russen hadden wel wat ànders te doen! Maar toen ik ver genezen was heb ik dan nog wat voor hen gedolmetscht...heu, vertaald bij ondervragingen...Tot in begin juli de Amerikanen mij in dienst namen voor ongeveer hetzelfde werk. Die wilden mij nu pas laten gaan omdat hun oude dienst werd opgedoekt... En deze morgen hebben ze mij hier afgezet met de jeep..."

" Mon Qúuu ! Mokt da de kiekes wijs, hé fiston! Aa histoire is veelst te schoene vor de vérité! "

" Maar dat is toch gemakkelijk te controleren! Ik zal u de nummero geven van de 'Military Intelligence' van den Amerikaan die mij in dienst had: hierzie 'Zehlendorf 2562'! En vraagt naar Herr Weintraub! Wat wilt ge nog meer, verdomme! "

" Comment ? Weintraub! Da's toch gien Amerikonse noam! "

" Neen, da's een Duitse jood die genaturaliseerd is geworden tot Amerikaan! Maar ge hebt waarschijnlijk ook iets tegen Duitse joden hé! " De toon begon gevaarlijk te stijgen en Joseph besefte dat hij een beetje moest gaan inbinden. Gelukkig werd hun beider aandacht even afgeleid toen de zijflap van hun tent weggeschoven werd en een ànder lid van het personeel - blijkbaar de Italiaanse buurman van nummer 19 - zich in het donker achter zijn opgewonden Belgische collega opstelde. De straffe bureellamp in zijn snuit belette Joseph om die nieuwe vent te bekijken, en ook wat ze stil tegeneen zegden ging verloren in het Franse gekwebbel bij hun linker buren.

Blijkbaar ten behoeve van de Italiaan moest hij heel het vragenlijstje over zijn identiteit opnieuw beantwoorden en ook zijn verzonnen verhaal nog eens afhaspelen. Maar de Italiaan bleek eveneens erg geïnteresseerd in de persoon van Herr Weintraub...

Plots hoorde hij die vent zeggen: " Oui-oui, c'est bien lui: j'en suis sûr! "

De man stapte naar voor en draaide de bureellamp naar zich toe tot hij in volle licht stond: helemaal geen zuiders type, ware het niet dat die zwarte ringbaard wel de illusie kon wekken. Maar de Britse battledress zonder distinctieven paste daar helemaal niet bij...

" Herkent gij mij nog ?" vroeg de man kortaf in deftig Vlaams. Maar toen hij Joseph verrast zag twijfelen vervolgde hij: " Let niet op de baard en het uniform: die zijn nieuw. Je zag mij laatst in een Italiaans uniform."

Joseph schrok van de openbaring: " Arthur ?...Arthur Birnbaum ?!" Verdomme! Wat een ramp! Heel zijn zorgvuldig opgebouwde valse identiteit was naar de vaantjes!

Maar Arthur lachte: " Inderdaad Jean-Marie: Ik ben het, de Italiaanse krijgsgevangene die twee maanden lang in uw keuken mocht werken! Met al de potten die ik heb mogen uitlikken hebt gij mij zeker van de hongerdood gered! En toen ge na dat bombardement verdwenen waart, heb ik lang spijt gehad dat ik u nooit deftig heb kunnen bedanken...Maar toen ik daarstraks uw stem hoorde, herkende ik daarin direct mijn Chef-kok van de Frits Werner fabriekskeuken! Verdikke zeg! Wat een toeval hé! "

Joseph moest even bekomen van deze verrassende wending ,maar begreep nogal rap dat Arthur het verzonnen verhaal zo nadrukkelijk bevestigde om hem te 'clearen' in de ogen van zijn Brusselse ondervrager. Daarom haakte hij dankbaar in door de sketch voort te spelen: "Ja inderdaad, wàt een toeval! U hier nog te mogen terugzien! Ik die dacht dat alle Italianen al lang terug bij 'La Mama' zaten! Mensen toch! ...En hoe gaat het met u ?..."

" Goed-goed...Maar laat ons toch liever op ons gemak ergens ànders gaan babbelen, hé! " En zich tot de Ket wendend, lachte hij alsof die vent nu wel méér dan genoeg zever had verkocht: " Vous en avez sans doute terminé avec mon ami, hein, chèr collègue! Je ferme ma boutique pour une demi-heure, le temps de pouvoir l'installer! Alléz, à tantôt! " En hij greep Joseph bij de arm, hielp hem met zijn krukken en leidde hem als een échte oude vriend druk keuvelend de zaal uit...

Buiten moest Joseph even van de emoties bekomen en zijn gewicht van zijn trillende been af halen. Leunend tegen de vuile baksteenmuur zoog hij verwoed een paar maal zijn longen vol, vooraleer het rode waas voor zijn ogen was opgetrokken. Verdomme, toen hij zojuist Arthur herkende, was het of zijn wereld instortte. In een flits herinnerde hij zich hoe koel en hautain hij zijn vriend in de kelder van het 'Hauptamt' had bejegend. Nu de rollen omgekeerd waren zou dat verdomde jodenjong natuurlijk eventjes lekker wraak nemen! Als die smeerlap zijn alias in bijzijn van die Brusselaar zou doorprikken - door hem bijvoorbeeld enkel met "Ha! Herr SS-Oberscharführer! " te begroeten - dan was hij onherroepelijk een vogel voor de kat!

Maar het wonder was geschied! Die komediant had daar plots een sketch opgevoerd over de miraculeuze hereniging van twee oude vrienden! Chapeau! Hij stond er nog steeds bij te gapen van bewondering.

" Arthur...ik versta er geen kloten van! Je red mij zojuist het leven, jij de jood, terwijl je aan een oud SS-er als ik toch geen goede souvenir kunt overgehouden hebben. Vooral nu de propaganda over de daken schreeuwt wat voor beestigheden mijn collega's hebben uitgehaald! "

Arthur haalde onverschillig de schouders op: " Het is misschien raar, Joseph, maar sinds ik je destijds terugzag op het Hauptamt heb ik je als SS-er nooit érg 'au sérieux' kunnen nemen. En waarschijnlijk bén je dat in werkelijkheid ook niet. Want in plaats van mij toen officieel aan te geven als ondergedoken jood - zoals toch je verdomde nazi-plicht was - heb je me, met groot risico voor jezelf, in bescherming genomen...En mij op de koop toe ook nog een betere werkpost bezorgd. Joseph, dàt heeft écht mijn leven gered, moest je het nog niet weten. En dat maakt dat ik sinds mijn werk op de Fehrbelliner Platz, nog méér zelfs dan de jaren voordien, aan jou terugdenk als mijn jeugdvriend 'Jiepy', waarmee ik in de duinen konijntjes ging strikken, weet je nog ?"

"En schoot dat allemaal door je meesterbrein in die drie seconden nadat je mij herkende ?" vroeg Joseph sarcastisch, met moeite bekomen van de emoties." Zo verdomd rap was je vroeger anders niet! Al de moeite die ik had om je een vergelijking met twee onbekenden te laten oplossen! Zo'n genie was je nu ook weer niet hé! "

Arthur monkelde even mee maar hervatte ernstig:

" Neen, inderdaad...Maar weet ge wàt mij onmiddellijk in zo'n vergevensgezinde stemming bracht ? Geen oude histories van levensredders en jeugdherinneringen, vriend, maar simpelweg omdat het vandaag 'Yom Kipoer' is! Of met andere woorden: het feest van de 'Grote Verzoening' waarin wij onze vijanden vergeven en onze vrienden op de zenuwen werken, zoals mijn vader zei. Ik herinner mij dat je vroeger met die joodse traditie flink hebt kunnen lachen, weet je wel ?...Gelukkig kan ik dat ook, er mee lachen...Want als diep overtuigde jood zou ik normaal vandaag zelfs niet zijn komen werken in mijn cleaning job, nietwaar...En dan was jij nu waarschijnlijk wegens jou vroegere 'diepe overtuiging' al door de mand gevallen bij mijn Belgische collega en geboeid afgevoerd! ...Wat nog maar eens bewijst, beste vriend, dat al die zogenaamde 'diepe overtuigingen' ons in het verderf storten als we niet op tijd ons stom boerenverstand gebruiken! "

" Amen! " spotte Joseph opgelucht, waarop ze beiden in een onbedaarlijke jongenslach schoten!    


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
01-12-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
Archief per week
  • 18/11-24/11 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 27/11-03/12 2017
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !
    Inhoud blog
  • Deel 400
  • Deel 399
  • Deel 398
  • Deel 397
  • Deel 396

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!