C53 INPAKKEN EN WEGWEZEN!
Steglitz, vrijdag 7 september.
Hij was woedend. Zohaast hij weer thuis was kreeg Hildegarde als eerste de volle laag ! Wat had haar in godsnaam bezield om zo'n bedrieglijke reclame te maken voor die zogenaamd 'frisse jonge Trudi' ? Had hij in haar ogen dan énkel recht op een venerisch misbaksel met een hazenlip ? Was een normaal geschapen bruid dan werkelijk te hoog gegrepen voor hem ? Hildegarde was zó van haar melk door zijn stroom van verwijten dat zij tenslotte wenend uitweek naar haar slaapkamer. Vati trachtte de aanval te pareren, maar toen hij merkte dat zijn verweer niets uithaalde, volgde hij verontwaardig brommend zijn vrouw in de aftocht: "Wir sprechen uns morgen noch, Joseph! "
De nacht bracht geen soelaas, wel in tegendeel. Trudi had met haar verminkt gezicht bij hem elke lust gedoofd om nog verder achter een bruid te vissen. En langzaam aan drong het steeds duidelijker tot hem door hoe verwaand hij was geweest om te verwachten binnen de week deftig met een Duitse getrouwd te geraken, hij, de mankepoot! Die Gerda moest nogal in haar vuistje lachen, zeg: meneer ging in een handomdraai even een jonge maagd aan de haak slaan! Ha-ha: blijkt dat verdomme plots een syfilitische feeks te zijn met een hazenlip! ...Van een vernederende afgang gesproken!
Maar bon! Het zij zo...Hoofdstuk afgesloten!
Dus bleef als enig alternatief enkel nog de terugkeer naar België over, hé...En als het dan tóch moest, dan nog liefst zo vlug mogelijk! Zijn centen recupereren, zijn vriend Weintraub bellen, en ...hups! En de rest kon voor zijn part stikken! Deze radicale oplossing had hij immers reeds van bij het begin overwogen, dus moest hij nu niet flauw beginnen doen!
Bij het krieken van de dag, nog vóór Hildegarde moed genoeg bijeen had geschraapt om toch maar op te staan, klopte Joseph al aan bij Gerda op het tweede. Ze was juist haar toilet aan 't maken en deed open in haar onderjurk. Toen zij preuts met de hand haar décolleté wilde afschermen duwde hij haar opzij met een neerbuigend "Zeg, kom: dàt heb ik al gezien! ...Ik moet even op mijn oude kamer zijn en wens niet gestoord te worden, okée ?!"
Tegen alle verwachting in verliep de recuperatie van de vier rolletjes bankbrieven uit de hoekstijlen van zijn oude bed tamelijk vlot. Drie duizend Reichsmark! Toen hij ook de vijf goudstukken van Leon in zijn broekzak liet glijden viel er al een heel pak van zijn hart. Samen met de drieduizend in zijn opgespelde broekspijp en de drieduizend gerecupereerd bij Ari hoefde hij toch niet totaal onbemiddeld zijn 'Exodus' aan te vatten, hé! Nu nog zijn bed hierboven in de roze kamer leegvissen en hij kon voorlopig voort!
Terug in de gang botste hij natuurlijk op Gerda, die zich ondertussen al helemaal voor haar werk had opgedoft, en even met hees gefluister haar charmes op hem wilde uitproberen. Maar toen hij haar negeerde, wierp zij hem een stille sneer na: " Is Trudi je soms béter bevallen ?"
Met zijn raid op de 'roze kamer' dacht hij te wachten tot in de namiddag: misschien zou Axel wel even zijn luie kont uit zijn canapé willen verheffen en met dit mooie weer besluiten de stad in te gaan. Ondertussen kon hij zijn pak en zak voor de reis alvast klaarmaken en daarin een geschikte schuilplaats voor zijn fortuin zoeken. Want als het enigszins kon, wilde hij morgenvroeg al de pijp uit zijn: hoe rapper hoe liever...
Aan de twee oudjes hoefde hij geen uitleg te geven over zijn besluit: die hadden het van bij het opstaan met verbijstering gesnapt en volgden nu verwezen van op hun keukenstoel de minste van zijn bedrijvigheden. Ook tijdens het ontbijt werd nog nauwelijks gesproken en zéker met geen woord over zijn aanstaand vertrek gerept. Het leek wel of Hildegarde hoopte, door niet over dit fatale moment te spreken, het definitieve afscheid alsnog te kunnen vermijden.
Deze gedwongen stilte deed iedereen pijn. Nog nooit tevoren was hun, toch meestal hartelijke relatie, door zo'n gespannen sfeer verpest geworden, en nog minder was er ooit tussen hen een hard woord gevallen. Daarom begon Joseph hoe langer hoe meer spijt te krijgen van zijn woedeuitbarsting van gisteren avond. Hij begreep echter ook dat de Weimars niet énkel neerslachtig waren over de bittere verwijten die hij met betrekking op Trudi over hun hoofd had uitgestort. Neen, het was vooral zijn abrupt vertrek dat hen plots bang maakte voor de toekomst. Voor zover zij op hun leeftijd, in de huidige moeilijke omstandigheden én met een hongerwinter voor de deur, überhaupt nog een toekomst hàdden!
Hij kreeg werkelijk met hen te doen en dacht, in een verwoede poging om die stilte te breken, de verlossende opening gevonden te hebben:
" Kijk, Hildegarde, ik begrijp dat mijn vertrek je beangstigt, en ikzelf ben óók bang voor wat mij misschien in mijn Heimat te wachten staat. Maar ik heb werkelijk geen andere keuze: ik kàn mij niet nog langer tegen mijn repatriëring blijven verzetten. En nu Herr Weintraub mij zijn hulp en bescherming daarbij aanbiedt, moét ik deze reddingsplank grijpen vóór het te laat is, nietwaar ?"
Ze knikte moedeloos van ja. Dus deed hij er nog een schepje bovenop: " Voor gebrek aan eten in de toekomst moet u niet bezorgd zijn: de bakkerin Frau Rudel is mij lijf en leden verschuldigd, en zij zal op eenvoudige vraag zorgen dat u niéts tekort komt..."
Een vermoeide glimlach trok over haar diepgerimpeld gezicht en ze schokschouderde even: " Ach, Herr Joseph, dat zal niet meer nodig zijn..."
Hij klopte bemoedigend op haar harde rug en stapte op naar de tweede verdieping. Ernst deed verwaaid open om onmiddellijk weer knorrig in de keuken te verdwijnen. In de salon van Dahlmann lag de canapé er slordig beslapen bij, wat zonder twijfel het slechte humeur van de heer des huizes verklaarde. Het telefoontoestel op het bureel tegen het dichtgespijkerde venster bleek inderdaad aangesloten, en na wat vergeefs zwengelen kreeg hij dan tóch een opgewekte telefoniste van de "Zentrale Steglitz" aan de lijn.
Op zijn vraag 'Zehlendorf, zwo, fünf, sechs, zwo bitte sehr! ' volgde, na heel wat sinister gekraak, een schelle eendenstem met "Army Intelligence! ". De Xantippe bleek niet van plan op zijn Duits in te gaan en hij moest diep graven in zijn schoolengels voor ze hem met een gesnauwd "Mister Weintraub, desk one-six! " doorverbond.
Deze had geen lange uitleg nodig: " Dus voorlopig geen trouwplannen meer ? En je wil zo vlug mogelijk terug naar de Heimat ? Mooi, dan kom ik je morgenvroeg om acht uur met de jeep ophalen en zet ik je af in het 'D.P.Camp' van Grunewald, okee ? Zorg dat je gepakt en gelaarsd staat hé want véél tijd heb ik niet...En ik kan waarschijnlijk vooraf best een 'doktersbriefje' uitschrijven om je door de eerste controles te loodsen, hé ? Op de naam van Jean-Marie Peters, akkoord ? Geboren...dat zal ik wel op mijn steekkaart vinden...Beroep: hulpkok, ja ? En als functie bij onze dienst zal ik maar 'Informant' schrijven hé: dan moet ik dààr tenminste niet te erg over liegen! "
" Akkoord...En als u misschien Sargeant Kieffer kunt meenemen, want ik heb hier nog een hoop literatuur voor hem liggen om zijn eenzaamheid te stofferen! " Joseph hoorde enkel nog een opgeklopte teringhoest in de hoorn en dan de klik die definitief een punt zette achter zijn Berlijns avontuur.
'Alea jacta est'...De dobbelstenen waren geworpen: er was geen weg terug.
Joseph werkte de rest van de dag in zijn logeerkamer bij de Weimars aan zijn reisuitrusting, de kleren waarin hij zou vertrekken en zijn bepakking. Omdat hij verkoos er eerder als een landloper uit te zien liet hij zijn stevige militaire ransel beter achter en verdeelde al zijn bezittingen en wisselgoed over de twee uiteinden van een grijze matrasovertrek. Dat lag lekker over de schouder, samen met een opgerolde paardendeken.
Hij besloot op krukken te lopen en zijn beenprothese als een soort trofee omgekeerd uit deze 'rugzak' te laten steken. Als daar vragen over gesteld zouden worden, dan had hij dat kunstbeen zogenaamd, na de Russische verovering van zijn fabriek, kunnen recupereren op een dode Duitse onderofficier. Die kon hij zogenaamd nù nog niet gebruiken, maar het was zijn bedoeling dat later in België te laten aanpassen aan zijn eigen verminking...
Van de onderste plank in Dahlmanns boekenkast, waar de man zijn 'Beiers wandelgerief' bewaarde, had hij een tijdje geleden al een reuzevondst gedaan: een grote overtrokken drinkbus en een inéénpassend stel met twee aluminium potten en een diep deksel. Een betere kampeerset kon hij zich moeilijk voorstellen! Een vette schipperspet, een versleten sjaal en de kaki kapootjas die hij aan de moord op Plakpot Martens had overgehouden, maakten zijn vermomming àf.
Hij hield ondertussen wel het trappenhuis in de gaten , maar de heer Axel Ziegler bleef blijkbaar liever de hele dag liggen in zijn warme nest op de mansarde. Dit maakte dus een raid op diens ijzeren ledikant voorlopig onmogelijk en er schoot dus niets ànders over dan geduldig te wachten tot die vent ging avondeten bij de Krügers ...Om de tijd ondertussen toch maar nuttig te gebruiken koos hij alvast wat pikante leesvoer voor Sargeant Kieffer...
Het werd vroeg donker en om zes uur kwam Gerda af met haar brood, op haar hielen gevolgd door...haar bazin Frau Rudel! Die wilde blijkbaar niets aan het toeval overlaten en bracht in twee draagtassen haar eigen traktatie 'Bohnen-kaffee mit Kuchen' mee. Nu moesten de mokkende Weimars wel uit hun schulp komen en Hildegarde deed inderdaad een vermoeide poging om de ongenode gasten toch beleefd op te vangen.
Tegen Joseph deed de bakkerin alsof het emotioneel slot van hun 'Salvarsangesjacher' en de dramatische tussenkomst van haar dochter Trudi tot een ver verleden behoorden. Ze wist dat iedereen in de kamer toch op de hoogte was van het 'leed' dat zijzelf en haar dochter aan die Stink-Russen hadden overgehouden. Daarom hemelde ze ook zonder schroom Joseph op voor de wonderbaarlijke genezing die zij beiden aan hem verdankten en zwoer dure eden dat zij deze redding nooit zou vergeten.
Maar toen Joseph haar vroeg haar gulle gaven in het vervolg rechtstreeks aan Frau Hildegarde te bezorgen omdat hijzelf morgenvroeg terug naar de Heimat moest vertrekken, barstte de bom. De bakkerin leek wel door de bliksem getroffen en realiseerde zich blijkbaar direct dat zijn deportatie te maken had met haar gebrek aan inzet bij het zoeken naar een geschikte bruid. "Ach du Armer! " was alles wat zij medelijdend kon uitbrengen.
Ook Gerda voelde zich waarschijnlijk mee schuldig omdat ze niet vlugger met Joseph was getrouwd toen die nutteloze vent van haar nog officieel vermist was. Nu zat ze met de gebakken peren en moest ze een minnaar laten gaan waar ze normaal nog veel plezier aan had kunnen beleven...
Tijdens de algemene consternatie was ook Hildegarde stil beginnen huilen. Vati kon het niet langer aanzien en nam haar mee naar de slaapkamer. Frau Rudel pakte haastig haar koffiekan in en liet de koekjes achter voor de liefhebbers. Maar toen Gerda stilletjes met haar bazin mee naar buiten wilde glippen, hield Joseph haar tegen.
" Axel zit waarschijnlijk bij je ouders thuis te wachten op het avondeten en ik moet dringend in die slaapkamer op de mansarde nog iets halen dat van mij is. Wil jij even meegaan als getuige dat ik de boel daar niet sluiks heb leeggeroofd ? Vijf minuutjes ?"
De mansarde leek wel een vuilnisbelt met al die rond-slingerende kleren, oude kranten, kartons en drogend wasgoed. In Axels kampement was militaire orde en striktheid inderdaad zódanig ver te zoeken dat Gerda zich liefst niet te ver voorbij de voordeur waagde. Joseph liep onder de waslijn door, recht naar de slaapkamer en zag direct dat die gluiperd hem vóór was geweest! Bij twee hoekstijlen aan het hoofdeinde van het witijzeren ledikant ontbraken de koperen sierbollen, en aan het voeteind waren ze er enkel voorlopig scheef opgeschroefd! Hij wist dat verder zoeken nutteloos was, maar viste toch nog even met de meegebrachte ijzerdraad in de open buizen... Niets natuurlijk!
" Miljaarde, getaarde, gevlamde, geketste, tegen de muur gekotste en weergebotste godverdomme! " De kettingvloek die hij als jonge gast zo dikwijls vol branie had uitgebraakt, rolde nu als vanzelf weer over zijn lippen. Die Duitse klootzak had hem hier stevig bij zijn pietje gepakt! Een gekraak deed hem opschrikken.
" Hebt ge gevonden wat ge zocht ?" Gerda kwam vanuit de 'living' even voorzichtig poolshoogte nemen, en hij dwong zich kalm te antwoorden: " Ik heb geen zin om in die vuilhoop verder te zoeken. Zó belangrijk was het nu ook weer niet...een bepaald boek voor onderweg..."
" Een goeie vette porno om je op reis warm te houden, hé ?" lachte ze: "Of om te ruilen voor vleesblikken ?"
" Kom, laat maar, het is niets..."
De Weimars waren - waarschijnlijk uit discretie - niet meer verschenen voor het avondeten en dus had hij zélf met brood en eierpoeder maar iets ineen gebokst dat op 'pain-perdu' leek. Met blokjes Spam in de pan gebakken was dat vast lekker, ook al drong de smaak niet goed tot hem door. Hij fantaseerde maar druk het ene scenario na het àndere hoé hij die Axel zodanig voor het blok kon zetten dat hij verplicht werd de diefstal te bekennen en die drieduizend mark terug te geven. Maar steeds merkte hij dat het, hoe dan ook, zónder de hulp van de politie hopeloos was...En om de gewapende macht vóór morgenvroeg op de been te krijgen moest er al een wonder gebeuren... Tot hij een totaal àndere denkpiste begon te volgen, die hem een paar uur respijt kon geven...
De rest van de avond legde hij de laatste hand aan zijn bepakking en kroop tegen middernacht in bed. Maar van slapen kwam er niets in huis. Want Gerda had aan tafel bij de Krügers vast verteld dat hij op de roze kamer van Axel had rondgeneusd. En die vent zou natuurlijk direct begrijpen waarover het ging en bij het krieken van de dag de benen nemen voor een paar dagen, of toch voldoende lang om zéker te zijn dat Joseph definitief vertrokken was naar zijn Heimat. Logisch...Enfin, een échte ramp was het wel niet. Als Axel er inderdaad met dat geld vandoor was, had Joseph er toch altijd nog negen over, veilig verborgen in zijn broekpijp en zijn plunjezak...
Voor dag en dauw stond hij klaar. De Weimars sliepen gelukkig nog, zodat ze niet als twee geslagen hondjes voor zijn voeten zouden lopen. Hij kokkerelde dezelfde menu als gisterenavond, maar dan voor drie personen, tegen dat de twee oudjes zouden beslissen de nieuwe dag te komen groeten...
En toen begon het eindeloze wachten. Tweemaal had hij zich al volledig uitgedost en voor de grote spiegel in de gang zijn uiterlijk gefatsoeneerd, en tweemaal had hij zich weer helemaal moeten uitpelsen om naar het toilet te gaan. Die 'pain-perdu' lag lelijk op zijn maag...
Eindelijk, om kwart vóór acht hoorde hij de jeep en rende naar beneden. Kieffer zat verveeld te herkauwen achter het stuur en gunde hem met moeite een "Hay! ". Te vroeg voor meneer, blijkbaar...
" En ? Waar is je bagage ?" Weintraub was ook niet in zijn beste doen, zo te horen. En toen Joseph hem vlug de reden had uitgelegd betrok zijn gezicht nog meer!
" Je wil toch niet dat wij hier nog in de rapte een stukje 'Nat Pinckerton' (held in een reeks Britse detectiveromans) gaan opvoeren, hé vriend ?!"
" Dat is ook niet nodig: ik weet wie het gedaan heeft. Die weggelopen krijgsgevangene die jouw geholpen heeft de man van Gerda bij luitenant Voronov weg te halen. Hij zit boven bij de Krügers te ontbijten. Ik denk dat een beetje chantage van jouw kant over zijn illegale situatie hier en de mogelijkheid hem terug in een krijgsgevangenkamp te laten opsluiten al wonderen zou doen. En als de Krügers mee in het complot zitten hebben ze jouw voorwaarden voor hun voorlopige vrijlating na die Werwolfaanslag flink aan hun laars gelapt...Wat denk je ?...Kan je niet een politie-inval opvoeren ?"
Dat laatste scheen de doorslag te geven: Weintraub had er blijkbaar een hekel aan dat men hem niet ernstig nam. Twee trekken aan zijn pijp en zijn besluit stond vast. Met een paar bevelen, die recht uit een gangsterfilm leken geplukt, toverde hij de herkauwende Kieffer om tot een koelbloedige Chicago-cop en gedrieën vielen ze een minuut later de keuken van de Krügers binnen. De sargeant dwong met getrokken pistool Pa, Axel en Ari in spreidstand tegen de muur, terwijl Weintraub het vrouwvolk naar buiten dreef. En nadat Kieffer het trio met twee handboeien aan elkaar had geketend ging Weintraub er aan de tafel gemakkelijk bij zitten.
Toen de verrassing wat gezakt was klopte hij zijn pijp uit en wees Joseph aan: " Jullie weten waarschijnlijk wel dat Herr Peters - die jullie hier Joseph noemen - een medewerker is van onze dienst, de US Army Intelligence Service. Hij kreeg daarvoor een bepaalde som geld in bewaring die door u gestolen werd." Hij wees met zijn pijp Axel aan, die op slag verstarde. "U bent daarenboven een illegaal ontsnapte Duitse krijgsgevangene, wat u vergrijp nog ernstiger maakt. Reken dus maar minstens op drie jaar hechtenis, nietwaar..."
En terwijl Axel bleek wegtrok, wees Weintraub vader en zoon Krüger aan: " Ik heb u een tijdje geleden, na de gas-aanslag in Grünewald, in voorlopige vrijheid laten stellen op voorwaarde dat u zich als vredelievende burgers zou gedragen. Ik stel echter vast dat u de wet weer overtreedt door een misdadiger onderdak te verlenen, en hem bovendien klaarblijkelijk steunt bij de uitvoering van een misdrijf tegen de Verenigde Staten. Er hangt u dus een nieuwe internering boven het hoofd, akkoord ?"
Pa Krüger kon zijn oren niet geloven en stamelde verbijsterd: " Maar...Herr...Ik zweer het u: ik wist van die diefstal niets af! Nooit..."
Maar Weintraub onderbrak hem: " Luister! Ik heb geen tijd voor spelletjes! U kent mijn methode: ik wil dat geld binnen de vijf minuten op tafel zien liggen en we vergeten heel deze zaak, wat gij gedrieën ook op uw kerfstok moge hebben. Wij laten u hier samen vrijelijk overleggen, de tijd dat wij buiten een pijp gaan roken. Mocht iemand het in zijn hoofd halen te willen vluchten, dan wordt hij neergeschoten. En is die zaak binnen de vijf minuten niét opgelost, dan bel ik de 'Military Police' en laat u in hechtenis nemen! Goed begrepen ?" Hij wierp een blik op zijn polshorloge: " Uw vijf minuten gaan nù in! "
Maar Axel had zich ondertussen wat van zijn schrik hersteld: " Alstublief Herr...Begrijp ik goed dat U alles van de zogenaamde diefstal vergeet en ook de spons veegt over mijn ontsnapping uit krijgsgevangenschap ?"
" Op voorwaarde dat het geld hier binnen de...vier minuten en vijfenveertig seconden ligt, ja..."
" Ik kan het onmiddellijk gaan halen. Maar ik verzeker u dat ik uw diensten niet heb willen bestelen: ik vond het geld in mijn bed, op de mansarde hiernaast, en het ligt nu onder de matras...En Herr Krüger heeft daar niets mee te maken..."
Weintraub stak zijn pijp aan: " Al goed! De sargeant zal de boeien losmaken: u bent vrij. En wij gaan gedrieën met u mee om het bedrag in ontvangst te nemen. U dient wel onmiddellijk dit onderkomen te verlaten en moet u in regel stellen met het bestuur van uw woonplaats! "
Het geld lag inderdaad in krantenpapier onder de vuile matras. Herr Weintraub fronste toch even de wenkbrauwen toen bleek dat het wel een héél fors 'spaarcentje' betrof, maar zei verder niets.
" Nog één minuutje! " riep Joseph opgelucht: " Ik neem vlug mijn pak en zak! En ik moet ook nog even afscheid nemen van mijn hospita! " En terwijl Alex de laatste richtlijnen kreeg vooraleer op te hoepelen, schoof Joseph op zijn vertrouwde manier langs de trapleuning naar beneden.
De Weimars waren nog niet op, en na een ogenblik twijfelen klopte hij maar op hun slaapkamerdeur...zonder enig gevolg. Die oude mensen toch! Zo doof als een pot! Hij vond het wel ongepast, maar klopte nog harder tot de deur open schoof en hij een blik naar binnen kon werpen.
Door de dichtgespijkerde ramen sijpelde maar weinig licht, maar hij kon hen toch op bed zien liggen slapen...
Stijf naast elkaar...slapend óp bed ?
Hij draaide naast de deurstijl het elektrisch licht aan, maar wist al wat hij zou ontdekken.
Hand in hand, in hun zondagse kleren, lagen ze stijf naast elkaar, te slapen.
Voor eeuwig en altijd.
|