" De Afrekening"
Een West-Vlaamse oorlogsthriller in afleveringen
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
20-08-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 109
Klik op de afbeelding om de link te volgen

A75Bis  HET DUITSE 'VREDESOFFENSIEF'...

 

Vanaf oktober '39 bracht Hitler zijn divisies uit Polen over naar het westelijk "front" waar sinds de oorlogsverklaring van de geallieerden nauwelijks een schot werd gelost. Geen van beide kampen durfde een incident uitlokken om de kansen op een mogelijk vredesverdrag niet te verpesten: Polen was nu toch reeds onherroepelijk van de kaart geveegd, daaraan viel niets meer te veranderen.

De Führer liet evenwel uitschijnen niet het onderste uit de kan te willen. Dat lag aan het feit dat zijn z.g. "Siegfriedlinie" nog lang niet klaar was. Deze vestinggorgel had van Aken tot de Zwitserse grens elke inval vanuit het westen in de kiem moeten smoren. Doch dit Duitse spiegelbeeld van de Franse Maginotlinie bestond tot nu toe voor een groot gedeelte enkel op papier. Het O.K.W. suggereerde dus beleefd of de Führer het misschien een beetje kalmer aan kon doen...                  

Ook de Duitse duikbootoorlog werd op een laag pitje gezet, na de eerste sensationele resultaten van september waarbij reeds een tiental cargo's gekelderd werden en het slagschip "Graf Spee" paniek had gezaaid in de Zuidatlantische Oceaan...                

Met veel tamtam volgde nu het ene Duitse vredesvoorstel na het andere. De Fransen waren daar niet ongevoelig voor maar op 7/10 eiste premier Daladier toch ijzersterke Duitse garanties vooraleer hij zijn nek wenste uit te steken. Dus verklaarde Hitler op 10/10 tijdens een toespraak in het Berlijnse Sportpalast dat Duitsland geen enkele reden had om oorlog te voeren tegen het Westen, indien dit begrip op kon brengen voor het onrecht dat het "Diktat von Versailles" Duitsland had aangedaan...

Twee dagen later antwoordde Chamberlain als een volbloed puriteinse zendeling dat - indien er al sprake kon zijn van onrecht - hij eerst solide Duitse suggesties verwachtte om het onrecht van Hitlers inval in Tsjechoslovakije en Polen te herstellen! Heel de diplomatieke wereld stond verstomd om zoveel naïviteit bij een verantwoordelijk regeringshoofd ,die blijkbaar nog steeds meende de machtspolitiek van de "Führer" te kunnen bestrijden met morele argumenten.

Op 13/10 beschouwde de Führer zijn vredesaanbod dan ook als verworpen en legde daarvoor de volledige verantwoordelijkheid op de schouders van "die stijve Britse Zeurpiet": als ze werkelijk oorlog wilden, konden ze die gerust krijgen..."De Duitse mannen hadden in Polen bewezen deze uitdaging aan te kunnen !" Dat dit geen woorden in de wind waren bleek reeds op 14/10:  die dag voerde duikbootcommandant Günter Prien een waar huzarenstuk op door met zijn U-47 ongemerkt binnen te dringen in de zeer sterk verdedigde Britse vlootbasis Scapa Flow. En er als aandenken het aangemeerde slagschip ROYAL OAK te torpederen, waarbij 786 officieren en matrozen het leven verloren. Wàt een dolkstoot in de rug van de laatste goedgelovige vredesapostels! Want nu kon men alle hoop op onderhandelingen wel definitief vergeten...

Tijdens de maand oktober begon dan de z.g. "Drole de guerre" ,de "Schaduwoorlog". De Franse troepen werden na een mislukt offensiefje opnieuw uit Saarland verdreven en trokken zich in verdediging terug in hun Maginotlinie. Daladier papte aan met Mussolini in de hoop via hem toch nog tot een eerzame vrede te komen. Achter de rug van zijn Britse bondgenoot schoof hij zijn ambassadeur in Madrid, de alom geëerbiedigde Maarschalk Pétain, als pacifist naar voor om het terrein af te tasten...Maar Hitler, die voor de show nog een paar vredelievende redevoeringen afstak, had ondertussen reeds de inval in de Benelux vaststelt op 12 november '39...                                 

Chamberlain hield ditmaal hooghartig de boot af:  hij likte nog steeds verongelijkt zijn wonden na het diplomatiek débacle van München en zijn onpopulaire, moraliserende uitspraken van 12 oktober.          

Hitler zocht dan, om zijn Britse opponent te compromitteren, een geldig voorwendsel voor de geplande inval in de Benelux. Hij liet op 8/11 door de Gestapo en de Abwehr een aanslag op zijn eigen persoon organiseren in de beruchte Bürgerbräukeller in München, waarbij 7 hoge partijleden werden gedood en 63 gewond. De schuld werd in de schoenen geschoven van twee Britse geheimagenten waarmee de SS, vermomd als "Duitse weerstanders", in Nederland besprekingen voerde. Ze werden op 9/11 in Venlo tijdens een vuurgevecht gekidnapt en in Duitsland als zondebokken opgevoerd. De schuchtere Duitse "weerstands-kringen" voelden zich voor schut gezet, want ze bleken niet eens op de hoogte van de z.g. door hen geplande aanslag!          

     Maar ondertussen waren Hitlers plannen voor een inval in de Benelux uitgelekt en Leopold pleegde in allerijl overleg met Koningin Wilhelmina van Nederland. Ze gaven nog juist vóór de aanslag in de Bürgerbräukeller van München een gemeenschappelijke vredesoproep uit.      

      Door al deze verontrustende berichten werd bij het Belgische leger op 10 november groot alarm geblazen. Maar toen er na een paar dagen niets gebeurde, trok men dit zonder zinnige uitleg in de grootste wanorde weer in. Voor de gewone soldaat was al dat geheimzinnig gedoe zeer frustrerend en zette hem opnieuw aan om zich bij een volgend alarm nog minder in te spannen.                 

      De koninklijke reacties brachten Hitlers zelfzekerheid sterk aan het wankelen. Tot vijfmaal toe zal hij in de loop van de volgende maanden de aanval uitstellen,  ofwel wegens het slechte weer (!) ofwel wegens het uitlekken van zijn plannen na het incident van Maasmechelen op 10 januari 1940. Maar daarover later meer...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (6 Stemmen)
20-08-2012, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
21-08-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 110
Klik op de afbeelding om de link te volgen

A76:      DODE TIJD...

         Westende, 1 oktober 39.     

Aan het eerste échte tentenkamp van Jong Dinaso zou Leon zijn leven lang een rampzalige herinnering overhouden, terwijl het toch allemaal zo veelbelovend was begonnen. Maar die rotsoldaten hadden alles bedorven!

Normaal zou hij nooit aan dat driedaags avontuur kunnen deelnemen, want schipper Pylieser kon hem vast niet zo lang missen. Maar - geluk bij een ongeluk - nét zoals de meeste vissers van de Vlaamse havens durfde de baas plots niet meer uitvaren met zijn 'Astrid' wegens het gevaar van de drijvende mijnen. Vorige week had een Franse strandvisser van Bray-Dunes zijn overmoed nog met de dood moeten bekopen. Het tuig waar die boot opbotste was waarschijnlijk losgeslagen uit de mijnenvelden waarmee de geallieerden het Nauw van Kales hadden afgesloten. Een gelijkaardig exemplaar was gisteren op het strand van Koksijde aangespoeld. Het leger had er onmiddellijk twee schildwachten bij gezet om 't volk weg te houden. Maar van op de dijk kon je die schrikaanjagende zwarte bol goed zien liggen, halverwege de hoogwaterlijn, en de ramptoeristen telden op de kroon duidelijk zes voelsprieten, zoals ze de schokbuizen noemden...       

" Dus is 't voorzekers een Engelsman! " wist een oud-strijder: " Want den Duits heeft er maar vijf! " Er onder verstaan: de krotzakken!  Hoe dan ook: een mof hàd gekund, sinds het algemeen geweten was dat de Luftwaffe vanaf de eerste dag van de oorlog volop losse magnetische mijnen in de Franse vaargeulen dropte, de lafaards!  En Pylieser vond dat een goede reden te meer om de evolutie van het conflict even van op de veilige vaste wal te volgen, zonder overhaast en onnodig  veel risico's te gaan nemen. Want na het Duitse 'bliksemoffensief' en het plotse Poolse débacle kon die oorlog nooit lang meer duren, ditmaal...

Dus zat Leon ondertussen zonder werk en kon hij  - dankzij de zeemijnen - mee op Jongdinaso-kamp. De leiding had het begroeide duindal uitgekozen op 't einde van de Doorsteek, juist naast de Apenberg: een plat stuk, ruim genoeg voor vier tenten rond een kampvuur plus een open keuken! Hij was al van vrijdagmiddag met nóg twee jongens van zijn roedel flink in de weer om de zakken met zeilen en palen van de baan naar de kampplaats te sjouwen, een dikke tweehonderd meter door het mulle zand. De tenten roken wel een beetje muf - waarschijnlijk nat gestapeld na het vorig kamp - maar kregen nu drie dagen om grondig uit te waaien!  En die reuk deed Leon zo'n beetje met weemoed aan de bruine zeilen van de 'Astrid' terugdenken...

Tegen de avond kregen ze twee tenten récht en ze hadden gedrieën toelating er die eerste nacht in te slapen, kwestie van de boel wat te bewaken. Joseph en Arthur waren in 't laat nog langs gekomen, er duidelijk op uit daar ook de nacht door te brengen...Maar hun haring braadde niet: géén buitenstaanders in het kamp!

Die nacht bevroren ze bijna in hun dunne deken, hoe dicht bijeen ze ook kropen. Hun manmoedig voornemen om buiten beurtelings de wacht op te trekken geraakte na middernacht in de vergeethoek, ook al bleven ze tot het eerste hanegekraai klaar wakker. Om dan om negen uur brutaal uit een diepe slaap te worden geschopt door roedelleider Dupong die daar als een gek stond te kelen van plichtsverzuim en postverlaten alsof ze de dood met de kogel verdienden!  Als straf mochten ze uit het café 'Lekkerbek' - een kilometer gaans - elk twee boordevolle emmers pompwater aanslepen: " Ge krijgt een half uur!  En vól, goed verstaan hé ?! Of ge keert terug!  Looppas!"

Tegen de noen stonden alle tenten recht en konden ze, vóór het slurpen van de lichtjes aangebrande erwtensoep, met een flepse 'Wilhelmus' nog vlug de groet aan de vlag brengen. De halve middag sleepten ze van heinde en verre bussels sprokkelhout aan voor het feestelijk kampvuur van deze avond. Tot plots die vreemde vent daar stond met zijn mooie fiets en hen aanmaande als een gesmeerde bliksem op te hoepelen met die tenten!  Bleek dat hij de jachtwachter van baron Crommelinckx was, de eigenaar van heel het duingebied tussen het Laureinsstrand en de IJzergeul!  Dat dit een officieel kamp was onder gezag van de Verdinasoleider Joris van Severen maakte geen verpletterende indruk: " Vous avez une demi-heure! " Wel-wel, waar had Leon dat nóg gehoord ?

Leider Dupong besloot aan dit bevel, in het zicht van zijn troepen, grandioos zijn voeten te vegen en zette iedereen aan het werk om het avondmaal klaar te stomen. En juist toen ze met hun eetketeltjes wilden aanschuiven bij de gebakken-haringen-in-ajuinsaus vielen hen vanuit het donker én met geveld geweer een tiental soldaten op de nek!  Dupong, die volgens het boekje nog 'alaaarm' riep, botste ongelukkig tegen een kolf en tien minuten later werden de gevangen 'espions fascistes' in kolom-per-één langs de baan naar de nieuwe kazerne tegen Lombardzijde-strand afgevoerd. Aan het wachtlokaal stond dat pretentieus stuk jachtopziener nonchalant lachend een cigarillo te roken met de postoverste en het duurde niet lang of heel het roedel zat verdeeld over drie cellen in het cachot...

De rest is te beschamend om te vertellen. De ondervragingen duurden heel de nacht, kwestie van de lange wachturen van die zandstuivers wat op te fleuren...Dat de jongens zogenaamd niet wisten dat héél de kust nu onder militair gezag stond werd niet als excuus aanvaard, zéker niet van zo'n bende Vlaamse 'excités'. Hun nachtelijk paramilitair gekuip in een gevoelige zone kon het leger niet gedogen!  En zo nóg veel vijven en zessen!

Pas tegen zevenen smorgens kwamen de gendarmen van Nieuwpoort hen verlossen én PV opstellen voor 'weerspannigheid'. Eigen schuld, dikke bult: met een Meneer de Baron viel niet te spotten, lieten ze verstaan!  Maar dat zo'n  Hoge Piet ook het leger voor zijn kar kon spannen, was volkomen nieuw...En een les voor het plebs :"Circulez! ".

            

Ook Joseph en Arthur vielen begin oktober in een zwart gat. De twee families Birnbaum hadden heel de maand met afgrijzen de Duitse pletrol over Polen zien walsen en Joseph voelde dagelijks bij zijn vriend de redeloze paniek stijgen. Met zijn sussende verklaringen dat Hitler tenslotte enkel de gebieden terugnam die de Polen hem in '19 hadden ontstolen, goot hij ongewild enkel olie op het vuur.

" Jippy, ik dacht dat je slimmer was!  Als hij nu Frankrijk aanvalt om de Elzas terug te krijgen, verklaart hij morgen toch België de oorlog voor Eupen-Malmedy, begrijp je dat niet ? Dan staat hij binnen de week hier voor de deur, als je ziet hoe rap het in Polen is gegaan!  Enig idee wat míj dan te wachten staat ? Of zou Pylieser dan al wakker geschoten zijn, denk je ?"

" Ik denk niet dat je op hem erg mag rekenen..."

" Wie zegt dat ? Iedereen is te koop! "

" Angsthazen niet, vriend!  Nog voor geen honderdduizend frank, vooral omdat hij al geld genoeg heeft! "

" En voor een miljoen ?!...Zie je wel dat je begint te twijfelen!  Ik herhaal het: iedereen heeft z'n prijs, hoe bang hij ook mag zijn...Al wat we je vragen is ons in contact brengen met die schipper: dat was jouw deel van onze overeenkomst, remember ? Mijn deel is vervuld."

"Hoezo vervuld ? Weet jij iets van meneer Hasard?"

" Ja, natuurlijk, dàt probleem is definitief opgelost!  Maar ik vertel je niks, vóór je Onkel Theodor bij Pylieser hebt gebracht! "

" Ongehoord!  Is dàt vriendschap ?! Je weet hoe belangrijk ik het vind, te weten wie mijn vader is!  En jij wil mij daarmee chanteren ?! Werkelijk ongehoord! "

" En voor óns is die boot van lévensbelang!  Verstaat ge mij goed ? Lé-vens-be-lang!  Schiet dus op! "

 

Joseph was kwaad met slaande deur vertrokken. Maar vóór hij thuis van de fiets sprong wist hij dat Arthur gelijk had. En 's avonds op de scheerzolder sprak hij zó lang op Leon in tot deze zijn wrok tegen de joden - de moordenaars van Christus ! - opzij schoof en beloofde nonkel René met de boodschap te belasten. Het duurde nog wel een paar dagen, maar eindelijk ging Pylieser akkoord om Onkel Theodor Birnbaum op een zondagavond te ontmoeten in Taverne Cambrinus,  met Arthur erbij als vertaler.

De kille vertroebelde sfeer tussen de twee vrienden klaarde onmiddellijk op toen Joseph hem op de tram het goede nieuws bracht. Nadine en Françoise zaten op een àndere bank over meisjesgeheimen te fezelen, dus was de kust vrij:

" En nu jij!  Hoe zit dat met Hasard ? Is hij mijn vader of niet ?!"

" Hém mag je vergeten, vriend!  Hij heeft met die fameuze Rudolf géén uitstaans, zoveel is zeker! " En zonder de minste onderbreking vertelde hij hoe de twee gezinnen Birnbaum bij Hasard een familieportret hadden laten maken om de gelukkige hereniging te vereeuwigen. Arthur was nadien naar de fotograaf teruggekeerd om te vragen of de kunstenaar ook zijn werk wilde tekenen:

" Met uw volledige naam, als het kan: Paul, Rudolf, Hasard ?" Arthur keek hem vragend aan: " Alstublieft ?"

" Ik teken altijd met mijn initialen P.H..."

" Maar wij hadden graag uw volledige handtekening,  zo van Paul,Rudolf, Hasard, ja ?"

" Paul Hasard dan. Okee ?"

" Waarom zónder Rudolf ? Hebt u iets tegen deze naam, misschien ? Hoort u die niet graag ?"

" Maar ik heet helemaal zo niet!  Of wilt u er soms ook Adolf Benito Franco bij ?" vroeg hij gekkend, maar toch wat geïrriteerd...

 

Nu hij de sympathieke fotograaf kon schrappen stond Joseph dus weer op een dood punt: een nieuwe kandidaat-vader zag hij niet zo direct zitten. Jammer, want Hasard had écht voor de hand gelegen: hij hoorde bij het clubje van de Grote Bamberg en was destijds verliefd geweest op moeder...En bovenal was het een sympathieke man, verstandig en kunstzinnig: écht het type vader van zijn dromen...

Misschien kon Arthur een nieuw slachtoffer vinden want dat het speuren naar Rudolf hem làg had hij ondertussen wel bewezen!  Maar hem daarvoor wàrm krijgen zou niet zo makkelijk gaan, nu de bespreking met Pylieser waren mislukt en de Birnbaums hoogdringend een àndere vluchtweg moesten vinden...Alhoewel: de oorlogsdreiging scheen wel wat te verzwakken, sinds Hitler in alle talen liet verstaan niet afkerig te zijn van een nieuw en aangepast "Akkoord van München"... Joseph moest dus een lokaas vinden om de angst van zijn vriend te sussen en zijn aandacht terug naar zich toe te halen.

En dat vond hij bij Leon. Sinds deze méér dan tijd zàt had en op het strand geen vis meer durfde stropen na zijn botsing met het leger, legde hij zich toe op het strikken van konijnen. In de duinen bezuiden de Grote Baan moest hij geen soldaten vrezen en tussen die struiken wist hij vanouds alle pijpen liggen. En aangezien Joseph daar omtrent in de lente met Arthur een indianenhut was beginnen bouwen viel het niet zo moeilijk het Winnetoevuur bij zijn romantische vriend weer aan te wakkeren.

Twee losse opmerkingen op de tram over hun oude kamp en de overvloedige vangsten van Leon volstonden om 'greenhorn' Arthur weer in de greep van de wijdse prairie en het Wilde Westen te krijgen. En voor deze het goed besefte lag hij die woensdagmiddag bij hun hut het vuur aan te blazen onder een gespietst konijntje dat Leon - op aanvraag van zijn grote broer - speciaal voor hen gevild en gekuist had...

Het duurde ruim twee uur voor ze aan eten konden denken, en zagen daar na een paar keer proeven tenslotte definitief van af. Is niet Winnetoe of Cordon-Bleu wie wil: dàt hadden ze alvast begrepen!  En volgende week mochten ze om te beginnen zéker het zout niet vergeten...En eerst in de Karl May's nog eens goed herlezen hoe woudlopers als Old Shatterhand dat flikten met die geroosterde prairiehond...

Maar tijdens het trage verkolen van hun brochette hadden ze ruim de tijd gekregen hun eigen problemen en die van de buurlanden ernstig onder de loep te nemen. Om te beginnen: de liefde. Die stond op dode tij: de meisjes hadden vorige zondag alle twee onophoudelijk een lange teut getrokken. Enkel en alleen omdat de heren hen naar de lachfilm van Laurel en Hardy "Way out West" hadden gesleurd, terwijl zíj véél liever "The 39 Steps" van Hitchcock hadden gezien met de verleidelijke Robert Donat. Zelfs nadien hun vergissing bekennen had geen opklaring gebracht: de meisjes hielden kop en lieten duidelijk verstaan dat ze de volgende keer wel alléén naar de cinema zouden gaan. Daar was dus werk aan de winkel!

Terwijl ze - draaiend aan het spit - volop bezig waren een zoethoudertje voor hun mokkels te bedenken kwam plots Leon hun stoute plannen verstoren met een sarcastisch: " Miljaarde, dat ziet zwart, zeg!  Gaat ge dat éten ? Niet aan Tourrah geven hé!  Dat beest is die indianenkost niet zo gewoon en hij riskeert het vliegend schijt te krijgen! " De dodelijke blikken van de twee doorwinterde woudlopers schenen hem niet te deren want theatraal tipte hij de as van zijn sigaret op hun exotische fijnkost...

" Sinds wanneer smoort gij die zoete vuiligheid ?" vroeg Joseph en Arthur sloot aan: " Welk merk is dat ?"

Leon haalde pronkend het pakje uit zijn hemdzak: "Players Flag, en eronder staat Navy Cut: échte Engelsmans!  Eentje proeven ?" vroeg hij gul...

Toen ze gedrieën smekkend zaten te paffen vergaten ze hun konijntje met de gekende tragische gevolgen. Leon vertelde dat 'ze' in Nieuwpoort geen àndere sigaretten meer rookten, sinds die 'Flags' in de havencafé's 'zwart' verkocht werden aan de halve prijs van de Belga's: " Deels opgevist uit zee en deels aangespoeld, in grote blikken bidons van tweehonderdvijftig pakjes. Waarschijnlijk van een schip dat in 't Kanaal op een mijn liep...Daarom zijn er hier en daar een beetje nat geworden: die gaan nóg goedkoper omdat ze wat zout smaken...Deze hier hebben er ook wat van, proeft ge't ? Héél speciaal! "

Deze pittige vredespijp leek voor Joseph het geschikte moment om broerlief in hun complot op te nemen: " Naarvolgens Arthur hier zegt heeft Pylieser geweigerd om met de Astrid naar de overkant te varen. Daarmee speelt hij natuurlijk een aardige cent kwijt, maar dat moet hijzelf weten!  Vraag is of er onder de vissers geen àndere kandidaat te vinden zou zijn voor dat karweitje...Gij die daar iedereen kent: moest ge zo iemand vinden dan hebt ge duizend frank verdiend!  En misschien wil nonkel René wel helpen zoeken tegen een stuk van die premie ?"

" Vergeet dat maar, vader!  Zolang we geen zicht hebben wààr die mijnenvelden juist liggen, gaat ge geen énkele visser vinden die daarvoor zijn pels wil riskeren!  Maar ik val op mijn gat, Arthur, dat gijder dat risico wilt lopen op gevaar van uw leven, en daar bovenop nog een fortuin betaalt! "

Arthur zuchtte: " Wij moéten hier weg!  Want als Hitler ons kan pakken vliegen we in een strafkamp en dat is vroeg of laat ons einde! "

" Maar verdomme, wat hebt ge dan misdaan, om zo in de bak te vliegen ?...Buiten de moord op Christus dan! "

Arthur snoof eens minachtend :"Ochgot ! Ja natuurlijk, die moord op Christus! Hebt ge soms nóg zoiets ?!" En om de pijnlijke stilte te verbreken: " Neen Leon, ik ben jood zoals gij kristen zijt: hebt gij daar soms ook iets voor misdaan ?! Ik stam ,làng-lang geleden, af van een herdersvolkstam uit Egypte, zoals gij van een vissersgemeenschap uit de duinstreek die zich vroeger de Menapiërs noemden. Wij geloven alle twee in dezelfde god, maar mijn volk kreeg de openbaring door Abraham terwijl jullie hier het geloof ingelepeld kregen door Sint Laurentius... Wij moesten in de woestijn trachten te overleven en gij in de moerassen: dan is het toch te begrijpen dat onze levensregels, onze wetten en gebruiken lichtelijk verschillen, of niét soms, denk je ook niet ?!"

Joseph en Leon zwegen als vermoord.

" Op de weidegronden van mijn voorouders stond bijna geen gras, dus moesten ze altijd met hun kudden verder trekken en hadden ze geen tijd om kerken te bouwen voor de bedienaars van hun god. Jullie wél, en rond die kerken bouwden jullie steden en havens, want de vis bleef naar hier komen en één stukje land volstond om van te leven. Jullie betrachting was een rijk geslacht met veel landerijen op te bouwen en dat kon énkel met een erfrecht langs mannelijke lijn. Wij moesten daarentegen een sterk,  gezond en zuiver geslacht kweken om te overleven, en dat kon enkel door de bloedlijn te bewaren van moeder op dochter. De vader heeft bij ons veel minder belang dan bij de christenen hier..."

Nu vond Joseph de gepaste opening om dit geratel af te stoppen: " Van vaders gesproken!  Nu meneer Hasard als kandidaat geschrapt kan worden, moet er toch iemand ànders te vinden zijn die mij stommelings op de wereld heeft gestampt. De Rudolf die wij zoeken werkte nà den oorlog - volgens die zotte Germaine Vermote zei - hoogst waarschijnlijk in het kamp op de Grote Bamberg of daar rond. Tante Jetje en nonkel René hebben iedereen van dat clubje goed gekend: die moeten toch kunnen zeggen of daar een Rudolf bij was, hé!  En of die nog leeft en waar die woont. Want aan een dooie hébben we niks, en aan een Duitse krijgsgevangene die zo heette nog veel minderÂ…"

" Ik dàcht het al!  't Is weer aan Leonneke om René de pieren uit de neus te halen, hé ?!"

" Geeft toe: gij zijt daarvoor het best geplaatst. Ik zal mij tijdterwijl wel over Jetje ontfermen..."

 Door de vredespijp kreeg Arthur het aan z'n maag en zwierden ze het verkoolde konijntje met een wijde boog in de struiken. Een uitdaging voor Tourrah, die het een hele tijd vertikte om die smakelijke vondst zo maar tussen de ondoordringbare wirwar van duindoornen achter te laten...

 

Jetje toonde niet veel interesse voor die nieuwe speurtocht in het verleden: de jeugdbende van de Grote Bamberghoeve begot ! Na de spookgeschiedenis van Leon had ze daar zowat de buik van vol. Daarbij, met de huwelijksperikelen van haar Oostendse vriendin kreeg ze haar dagen meer dan gevuld!  

Die "hartsvriendin" verwachtte ieder moment een Duitse inval in België en vond het plots niet zo leuk meer om met een jood getrouwd te zijn, ook al was het dan nog een rijke juwelier!  Rachel zou er zogenaamd àlles voor geven om van die vent verlost te geraken. Alles, maar niét haar mooie winkeltje, natuurlijk!  En niét haar maandtoelage of haar winstdeelname!  Want nu ze al een tijdje haar nieuwe status van gesettelde juwelierster had gesmaakt, zou een contractbreuk met 'echtgenoot Polak' haar compleet ruïneren en terug voor de wolven gooien.

Daarom hadden ze getweeën al vluchtig met het idee gespeeld wat er op zakelijk gebied kon gebeuren moest de Heer des Huizes een ongelukje krijgen, zo'n klein ietsiepietsie dodelijk ongelukje maar...

En met zo'n probleempje kreeg je inderdaad moeiteloos je dagen gevuld. Daar had ze Joseph écht niet voor nodig!  De "Bende van de Bamberg" in 1919 ,de ploeg ontmijners van de verzopen IJzerpolders verdomme, waar hààlt hij het!


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (6 Stemmen)
21-08-2012, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
24-08-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 111
Klik op de afbeelding om de link te volgen

A77:    GESHANGHAAID...

         Sète, 15 oktober 1939.

Het duurde ruim een week vóór Marco weer wat vast op zijn poten stond en dat hadden ze dan nog voornamelijk te danken aan het rare volkje dat in allerlei krotten onder de struiken achter het brede strand vegeteerde. 'Verworpenen der Aarde', beter kon je ze niet typeren, strandjutters die overleefden van alles wat ze links en rechts kregen, vonden, visten, leenden of gapten. Werken in loondienst was daar zelden of nooit bij. Ze hielpen elkaar door de ergste moeilijkheden heen en voor de rest rekenden ze op God.

Of beter gezegd: op de Heilige Drievuldigheid.  Zijnde primo de verpleger van het Maltezer Kruis (plaatselijke medische hulporganisatie te vergelijken met het Rodekruis) die regelmatig langs kwam voor 'les petits bobos', zeg maar de blutsen en de builen en de kleine messteekjes. Secundo de sociale dienst van de stad Sète, waar ze iedere week hun geldelijke steun plus een voedselpakket gingen halen...En tenslotte de machinist van de kolentrein die op de landtong traag genoeg langs reed om een paar lenige jongens onder hen toe te laten op de wagons te klimmen en wat briketten naar beneden te gooien...De winternachten konden frisjes zijn in Sète...

Een paar van die schooiers had hen blijkbaar bij zonsopgang sluiks aan land zien komen en direct gemerkt welk vlees ze in de kuip hadden: verstotenen als zijzelf, ziek en hulpbehoevend, met heel hun bezit in een bundel geknoopt...En nauwelijks had Steiner zijn vriend in de schaduw van een truik geïnstalleerd of de eerste holbewoners kwamen al rond hem staan, wat eerbiedig op afstand door die revolver achter zijn broeksriem.

Ook hun Bargoens belemmerde in den beginne elk vlot contact, maar toen ze merkten dat Marco dringend hulp nodig had sprong een verwilderde Mowgli meteen op een verroest vehikel en peddelde piepend naar de hulppost van de Maltezers aan de stadsrand. Een àndere bosaap bood meesmuilend onderdak aan in een hut waarvan 'de eigenaar voorlopig tóch niet terug zou komen'...

De verpleger kon enkel bevestigen wat Steiner al wist: een zware zonnesteek dus. De jonge man smeerde wat olie op de ergste brandwonden en liet aspirines plus richtlijnen na voor de komende dagen: in hoofdzaak rustig en koel in het donker houden was de boodschap. Een spichtig 'buurvrouwtje' bracht de eerste avond zelfs gratis eten - een brouwsel afgeleid van vis - maar verbeterde 's anderdaags haar menu aanzienlijk toen bleek hoe kapitaalkrachtig haar gasten waren.

Achtenveertig uur bleef Marco met zware koorts in 'bed' maar na een tweede bezoek van de verpleger kwam er vlug beterschap en een week later was alle leed vergeten. Wél vrat het aan zijn ego dat juist híj door de knieën was gegaan en hun zeetocht had doen mislukken.

Maar Steiner troostte hem: " Verdomme man, wat wil je ?! Eerst lig je maanden in het hospitaal te bleken,  en daarna kruip je weg in het bureeltje van de Salins! Terwijl wij, Martini nét zo goed als Günter en ik, al die tijd buiten in de zon hebben staan bakken! En op die boot had iedereen een bandana op z'n kop, uitgenomen de Grote Kapitein Marco! Zo'n ouwe-wijven-sjaaltje om je hersens staat niet mans genoeg hé! Wel, dikke nek, het zal je goed doen te weten dat je niet zo roestvrij bent als Stalin, de Temmer Van Het Vuur! Welkom in de club van de bangschijters en de zwakkelingen! "

Hoe dan ook, die dagen kregen ze rustig de tijd om eens grondig na te denken hoe het nu verder moest met hun tocht naar de onderwereld van Marseille, waar het ras van de gendarmen zogezegd was uitgestorven...

Hun buurman, een soort caféfilosoof met heldere momenten en zéér vlug van begrip, snapte het probleem vóór er ook maar één woord over gevallen was. De havenstad Sète, poneerde hij ongevraagd, was voor kerels van hun soort minstens zo interessant als Marseille: hiér waagde zich evenmin een pakkeman binnen de muren van het milieu en nog nooit had er iemand naar zijn papieren gevraagd. Hiér vertrokken ook boten naar alle hoeken van de wereld, en je geraakte er - al dan niet legaal - makkelijker aan boord dan in de goed bewaakte metropool...

"Voor het geval je mij niet zou geloven: ga zélf eens kijken, al ware het enkel voor de sfeer. Een uurtje stappen, dat kost niets... En moest je tóch lust krijgen om vérder te reizen, loop dan binnen in de zeemanskroeg 'Mombassa' aan de Handelskaai: de patronne, zo'n Sénégalees manwijf, helpt je wel op een schip, als je dat vriendelijk vraagt. Jullie boedelzak kan je wel zolang hier laten, indien je dat wil: dan val je wat minder op in de stad. Moesten jullie na een maand nóg niet terug zijn dan verlap ik heel die rotzooi en bouwen we een feestje met de buren. Maar neem wél dat schietijzer van je mee: hiér zouden er enkel ongelukken mee gebeuren..."

 

Met hun beste kleren aan en elk een kleine schoofzak om de schouder vielen ze inderdaad niet op tussen het volk langs de drukke kaaien. Sète ligt dwars over de landtong en verbindt in feite twee havens: één grote aan de zeekant, met een zwaaikom beschermd door lange strekdammen, en een kleine langs de oever van het binnenmeer. Drie-vier verbindingskanalen met sierlijke boogbruggen doorsnijden de stad voor de binnenscheepvaart. Dagjestoeristen vinden deze bedrijvigheid zéér aantrekkelijk. Onze vrienden iets minder...

Die waren midden de zorgeloze, ongebonden Provençaalse menigte allesbehalve op hun gemak. Het was dan ook ruim een jaar geleden dat ze nog in een stad zo nonchalant tussen de burgers hadden rondgelopen: voor het laatst in Barcelona, schatte Steiner, na de ontbinding van de I.B.'s. Maar toén heerste er een volledig àndere sfeer op straat : allemaal uitgeteerde hongerige mensen, bleek van de schrik voor de Italiaanse bombardementen...Hiér, in de Provence, liet niéts vermoeden dat ook in dít land-van-honing de oorlog heerste. Iedereen wandelde hier opgewekt over straten en pleintjes, met af en toe een luide kwinkslag naar dichte vrienden of verre kennissen... Zelfs de bedelaars en de straatmuzikanten liepen er losjes bij te zwanzen. Deze opgepepte vrolijkheid beviel Steiner allerminst. Dit kon niet écht zijn! Twee gendarmen die samen met een fietser stonden te lachen, stel je voor!

De havenbuurt was gelukkig al wat goorder, met een pikante stank van teer, aangebrande vis in frituurolie en hier en daar een omgekiepte vuilnisbak. Ook het werkvolk op straat leek meer van hun soort, vergrond en met een te grote vette klak schuin op één oor. Telkens ze de weg vroegen naar de taverne 'Mombassa' zag je die familiaire blik in hun ogen, zo van 'ons kent ons'...

Angeline, zoals de feestelijk bevlagde Senegalese achter de tapkast door een eenzame tooghanger werd genoemd, wist direct van wanten. Eén oogopslag op ons twijfelend duo en ze barstte uit in een onbedaarlijke schelle schaterlach: of ze zich voor hààr zo hadden opgedoft ? Of gingen ze soms op reis ? En twee anisettes nog vóór de middag, op de nuchtere maag ?

"Bon Dieu, putain, mais ils vont se soûler, ma parole! Et moi je bois quoi, mon grand loup de mer! ? Château-la-Pompe, hein ?! Alors je ne te parle plus! Sers-les, toi! " riep ze tegen de tooghanger, die niet enkel haar compagnon bleek te zijn, maar ook haar 'Brother-In-Crime'...

Toen hij al sloffend de drankjes had gebracht, zeeg hij uitgeput neer aan hun tafeltje. Van welk land zij afkomstig waren, vroeg hij vertrouwelijk ? België ?! Kop op, mannen: er zijn ergere ziektes! ...Angeline vond die afgezaagde mop zó geestig dat ze door haar verrukt geschater onder de reusachtige luchtballonnen in haar bonte boeboe dreigde te stikken! Zoals zij daar achter de tapkast uit de bol ging leek er wel een kortsluiting te zitten in haar elektrische installatie. De man had alle moeite zich boven het gillende oerwoud verstaanbaar te maken: als ze soms het Légion zochten moesten ze in Marseille zijn hé, en niét hier: " Nous, on ne fait que les bateaux..." Het woord was gevallen.

Zo startte de lange wedstrijd schaduwboksen die tot de late namiddag zou voortduren. Ze hadden rap door dat de zwarte Angeline niét de uitzuipster was waarvoor zij zich in het begin had uitgegeven. Zij liet haar 'Jules' het woord doen om zélf binnen de wet te blijven, maar hield wél de afstandsbediening bij de hand. Zij herkende ook de twee identieke schoudertassen als onderdeel van het Spaans-republikeins uniform en ontmaskerde onze beteuterde vrienden al vlug als oud-Spanjestrijders, zoals zij er hier al zoveel had zien passeren...Bon, dan hoefden ze daarover óók niet meer te liegen.

De mogelijkheid om in Sète of Marseille in het milieu aan de slag te gaan veegde Jules vlug van de cafétafel: dié kanalen waren reeds lang verstropt. Restte dus enkel de wijk nemen over de plas...Maar de boten die van hieruit vertrokken bleven binnen de Middellandse Zee: als je vérder wou - Midden Afrika, Guyanne of de Antillen - kon je het inderdaad beter in Marseille proberen... Ach zo, de heren wilden naar Corsica ? Kenden ze daar soms een ingezetene bij wie ze konden onderduiken ? Neen ?! Waren ze dan hun leven beu, misschien ?! Want de Corsikaanse maffia liet geen vreemde schooiers van het vasteland bij hen binnen :zij elimineerden de kwijlende profiteurs die ongenodigd mee kwamen likken aan hun verborgen vleespotten in het ondergronds circuit... En om dat verbod duidelijk te illustreren streek Angeline met rollende bologen kirrend met de wijsvinger onder haar driedubbele kin. Niet mis te begrijpen en weinig aanmoedigend! Misschien had Martini juist dààrom zo benadrukt dat hij wél z'n entrees had in het maquis...

Maar buiten Corsica zagen ze zo niet onmiddellijk een ànder land aan de Middellandse Zee waar ze ongestoord aan de slag zouden kunnen gaan. De fascisten zaten in Italië, Sicilië en Lybië ;Franco in Spanje en Marokko. En Frankrijk, waar ze juist wég wilden, bezette in Noord-Afrika de rest van de kustlanden...

Jules merkte hun lichte ontreddering en opperde langs de neus weg: " Dan blijft van de beschaafde wereld enkel nog Griekenland over, maar dié pédé's komen hier zelden...En als je de taal niet spreekt kan je in dat apenland niet veel gaan doen, vrees ik! "

Verslagenheid op alle banken.

Als om hen wat op te beuren leek Jules - na een blik van de patronne - plots een opgewekte bui te krijgen: " Kom, 't is op de zaak: we doen ze nog eens vol! We zullen wel ergens een gaatje vinden! "

Angeline hield even op met het afstoffen van de batterij drankflessen tegen de spiegel: " Jullie vochten toch tégen Franco, bij de republikeinen, hé ?" Marco knikte weifelend, als wilde hij dàt liever vergeten.

En Jules haakte in terwijl de patronne plots haar luchtballonnen op de tapkast schoof en geboeid het uitgeworpen aas beloerde: " Dus bij de communisten samen met de Russen ?..." Weer beaamde Marco zwijgend, al vond hij de gedachtensprong nogal gedurfd.

" Je ként ze dus, de Ruski's, vermits het je kameraden waren aan het front, en je spreekt natuurlijk de taal een beetje..." Maar Marco durfde zich niet langer laten inpakken: " Waar wil je feitelijk naartoe ?"

" Omdat hier een Rus in de haven ligt die volk zoekt, twee man...Een gezond schip, goed in de witte verf en de drie officieren spreken Frans...Serieus volk dat hier al langer over de vloer komt. Een vaste lijn op Odessa: vroeger voerden ze rommel aan voor de burgeroorlog, nu schepen ze alles terug in wat niet verkocht geraakte... Zou dat geen uitkomst zijn voor onze ' Petits Belges' ?! Matroos op een eerlijk schip, en in ieder stadje een ànder schatje ?"

Het bevlagd stadion achter de tapkast deed verrast en barstte in juichen los alsof er nét een wereldrecord was gebroken: " Maar natuurlijk! De 'Pjotr Bolchoij'! Dat ik daar niet eerder aan gedacht heb! Ik moet dringend met mijn arme kop eens naar de maraboe voor een grote zuivering! Die strontalcool en de kif vreten mijn hersens vol gaten, putain de bon Dieu! "

Maar Jules zag dat zijn klanten niét zo geestdriftig waren in het vooruitzicht op een Russisch schip te gaan travakken, hoe gezond en mooi geschilderd ook...

" Allee, neem er nog ééntje op de goede afloop! Want we mogen deze énige kans niet laten schieten: ik zou geen àndere uitweg weten, voor het moment...En niet treuzelen, want ik meen dat de 'Pjotr' morgenvroeg uitvaart...Ten andere, ik verwacht dat stuurman Andrei en de officier-machinist hier binnen een uurtje nog eens langs komen voor een laatste borrel, als naar gewoonte. Misschien een goede gelegenheid om van die gasten bij pot en pint wat meer inlichtingen te krijgen zonder u tot iets te verbinden, hé ? Wat dénk je dààrvan ?!"

Steiner hield zich neutraal en onzichtbaar op de achtergrond als ging heel deze situatie hem geen barst aan. Marco leek door die paar waterige borrels al 'fond te voelen', waarschijnlijk omdat hij al een half jaar geen druppel meer gedronken had en nog niet helemaal bekomen was van zijn zonnesteek. Nu, bij zijn derde pastis, begon hij een héél verhaal over zijn vorige slechte ervaringen op die doorgeroeste Portugese doodskist, waarmee hij in april '37 van Antwerpen naar Barcelona was gevlucht. Vooral Jules leek erg geïnteresseerd, maar de patronne loste af en toe een schot voor de boeg telkens Marco de miserie op de stookplaat té sterk overdreef:

" Dàt is uit de slaventijd, man! " - " De 'Pjotr' is een modern schip, vanbinnen wit gelakt en vol elektrische lampen! " - " Ratten bestààn niet meer! " - " De matrozen zijn nu beschermd door het syndicaat, hé, en zéker op een Russisch schip! " Marco kreeg geen tijd op iets in te brengen en Steiner kon zich op den duur niet van de indruk ontdoen dat Angeline een zeker belang had bij hun eventuele aanmonstering...

Juist toen hij in deze richting wat weerwerk wilde opbouwen vielen er nóg twee klanten binnen: stevige mannen, flink afgeborsteld. Maar hun rode kop en de manier waarop ze op een stoel ploften liet vermoeden dat café 'Mombassa' waarschijnlijk hun laatste station was vóór ze weer aan boord moesten. Nog vóór de patronne in een geestdriftige welkomstritueel losbarstte begreep Steiner onmiddellijk dat dit de Russen waren die Jules verwachtte...Wat een toeval, hé!

" Tournée générale! " riep Andrei, na een voorzichtige rondblik in de lege café. Angelina sneerde naar Marco dat díé mannen tenminste hun wereld kenden...

 

Twee uur en zes tournees later was Marco van de plank en wist Steiner nog nauwelijks waar zijn neus zat. Die Russen toostten razendsnel, op alles en nóg wat,  schijnbaar zonder veel acht te slaan of iedereen hen wel kon volgen. Schijnbaar, want ondertussen wisten ze al héél precies welk vlees ze in de kuip hadden met ons koppeltje  lichtmatrozen. Door hun zwaar gepoch met de kwaliteiten van de 'SS Pjotr Bolchoij' en het voortdurend bewieroken van het Sovjetparadijs-van-arbeiders-en-boeren hadden ze de weerstand van 'les petits Belges' volledig gesloopt. En na de 'échte Senegalese koffie', die Angeline hen opdrong ondanks de rare smaak, tuimelden onze helden in een bodemloos zwart gat.

 

Héél traag kreeg Steiner weer enig besef dat er in zijn naaste omgeving allerlei vreemde zaken bewogen die normaal stil moesten blijven staan... Maar het bonken in zijn hersens leek iets te verminderen als hij er in slaagde zijn gemartelde hoofd op te heffen van die ijskoude trillende vloer waarop hij blijkbaar geslapen had. Of had liggen kotsen, want zijn stoppelbaard en de kraag van zijn beste hemd zaten onder de stinkende smurrie...Na lang focussen drong het door dat de volle maan die langzaam over en weer schoof door het firmament héél erg op een kleine patrijspoort leek. En aan de hand van nóg een paar moeizame bevindingen raakte hij overtuigd dat hij ergens binnen in een schip moest liggen, een metalen hok dicht bij de machines...

Marco lag voor dood in de àndere hoek en reageerde niet op zijn geroep. Als hij wérkelijk dood is, redeneerde Steiner, is het de moeite niet dat ik mij tot daar sleep, en als hij énkel slaapt zal hij vroeg of laat wel vanzelf wakker worden...

 

Een hele tijd later riep het wegschuiven van een grendel hem weer tot de werkelijkheid terug en het aanfloepen van het plafondlicht trof zijn pijnlijke hersens als een bliksemschicht. Twee mannenstemmen riepen achter zijn dichtgeknepen ogen nogal jolig iets onverstaanbaars tegen elkaar - of misschien tegen hém, maar dat kon hij zich niet aantrekken. Tot hij het Frans van Andrei herkende: hoe de 'petits Belges' hun eerste Russisch drinkgelag hadden overleefd ?! Hoorde hij verbazing of ongeloof in die vraag waarom hij nog niet dood was ? Sterven schrikte Steiner niet af, tot hij de milde spot begreep en het afschrikkend vooruitzicht dat hij in de toekomst nog meer van die slemperijen zou meemaken. En dus nog een toekomst hàd. Bon, het zij zo...

Andrei zette zijn monoloog ongestoord verder en langzaamaan lukte Steiner er in af en toe aan te haken. Ze voeren dus inderdaad op de 'Pjotr Bolchoiy' mee naar Odessa, als speciale gunst van de kapitein, en dat vroeg wel een beetje uitleg...

Omdat ze in de 'Mombassa' zo hard hadden aangedrongen om dat fantastische schip, geniaal product van de sovjetwerf 'Komosolskaya Navrod' - of iets in die aard - te mogen bezoeken, had de schipper voor hen genadig een uitzondering gemaakt. De ontvangst was schitterend verlopen

Naar het schijnt zouden ze nadien nog gesmeekt hebben om te mógen aanmonsteren op dat ultramoderne Sovjetschip...En Andrei hield hem inderdaad de ondertekende aanvragen voor de neus: onleesbare documenten in cyrillisch schrift...En 'uit vriendschap voor hen' had hij de kapitein omgepraat, want officieel mochten ze helemaal geen westerlingen in de bemanning van een Russische boot opnemen. Maar aangezien zij zo'n overtuigde communisten waren had de schipper een oogje dicht geknepen: akkoord dan, maar slechts voor één reis, kwestie van hen uit de klauwen van de kapitalistische klassejustitie te redden. In Piraeus, de vaste tussenstop in Griekenland op de weg naar Odessa, moesten ze er onverbiddelijk àf!

Steiner had van heel dat verhaal geen jota geloofd. Hij was nog nóóit zo onderuit gegaan, zelfs niet na de zwaarste zwelgpartij: een zwart gat van ruim twaalf uur, stel je voor! Dat had met ouder worden niets te maken, maar àlles met die smerige koffie van zwarte Madam Angeline, natuurlijk. Die leutige luchtballon van de 'Mombassa' had hen wat Afrikaanse hocus-pocus van haar maraboe laten drinken: zoveel was zeker! En tien-negen tegen betaling, op speciale aanvraag van Andrei, om die twee matrozen te vervangen die voordien gedeserteerd waren...

Toen Andrei de deur weer achter zich sloot, opende Marco de ogen: blijkbaar had hij de hele uitleg van de Rus stil aanhoord. Hij staarde stom naar Steiner en zei toen schor: " We zijn geshanghaaid, man! "

" Wat bedoel je, geshanghaaid ?"

" Och ,een smerig ,eeuwenoud zeemanskunstje om een uitgedunde scheepsbemanning aan te vullen...Eerst wat schooiers in de estaminets van de haven of de hoerenkasten strontzat gevoerd en dan verplicht aangemonsterd! En eens op open zee is het van datte :travakken of de zweep ,en als je nóg tegenwringt vlieg je overboord...Ik kén dat nog van mijn Portugese doodskist...Santé makker! We zijn gezien !"


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
24-08-2012, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
Archief per week
  • 18/11-24/11 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 27/11-03/12 2017
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !
    Inhoud blog
  • Deel 400
  • Deel 399
  • Deel 398
  • Deel 397
  • Deel 396

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!