" De Afrekening"
Een West-Vlaamse oorlogsthriller in afleveringen
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
17-12-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 379
Klik op de afbeelding om de link te volgen

               Boekdeel D2.

 

Beslaat de periode van februari ’47 tot december ’47 en vertelt over "De Nieuwe Jood" ,vreemde bezoeksters in het Pandreitje, het geknoei met een testament, de gouden valstrik en de eindafrekening...

 

 C61BIS

"EXODUS 47", de WANDELENDE JOOD komt thuis.


                                                                                                                                           

 

                               Mei '45-mei'48

De Amerikan en en Britten wilden de Duitse concentratiekampen zo vlug mogelijk opruimen en de overlevenden terugvoeren naar hun vaderland ,maar voor veel joden was dat een probleem. Ze kónden niet naar hun vorige woonplaats terug wegens o.a. gebrek aan 'papieren' ,of weigerden dat om niet opnieuw slachtoffer te worden van allerlei vervolgingen. Vooral de jongeren werden betoverd door de Zionistische propaganda voor emigratie naar het "Beloofde Land" ,want in dat Britse mandaatgebied Palestina was ondertussen een genadeloze opstand uitgebroken. Onder druk van de Anglo-Arabische petroleummaatschappijen hadden de Britten er met hun Witboek van 1939 de joodse inwijking beperkt tot 1.500 "zielen" per maand. Deze beperking was voor de Hagana, die nu in de Duitse kampen voor "Displaced Persons" met een 200.000 joodse overlevenden zat opgescheept die allen naar het ‘Beloofde Land’ wilden uitwijken, een uitgemaakte zaak ,een zuivere kwestie van transport en beveiliging. Dus voerden die met alle middelen een ongeziene forcing om hun 'stock' kampjoden daar illegaal binnen te smokkelen ,en kwamen zo voortdurend in botsing met de Britse mandaathouders. Anderzijds vreesden de Palestijnse arabieren door een joodse invasie overspoeld te worden en weigerden de quota te verhogen. De speciale V.N.commissie voor Palestina zag geen uitkomst uit deze patstelling, waardoor Engeland verplicht werd er verder met ijzeren hand "law and order" te verzekeren.                

Meer en meer zaaiden joodse en arabische terreurgroepen wederzijds met bomaanslagen en overvallen dood en verderf over het platteland en in de steden. Al waren de eersten beter georganiseerd, de tweeden beschikten over een zwaardere bewapening, binnengesmokkeld uit de Arabische buurlanden. En terwijl de joodse terreurgroepen Stern, Irgun en Palmach de strijd tegen de Britten nog opvoerden, concentreerde de Hagana zich vanaf eind '46 bijna uitsluitend op de clandestiene immigratie. Onder leiding van Ben Goerion, de latere president van Israel, zette de Hagana het Plan "Aluyat Bet" op poten om zo vlug mogelijk 120.000 jonge joden uit de D.P.kampen per schip naar Palestina te smokkelen. De eerste negen schepen werden echter allemaal onderschept door de Britse Navy vóór ze de Palestijnse kust konden bereiken en de 8.000 opvarenden op Cyprus geïnterneerd. In Europa waren verder geen boten meer te vinden. Bleef dus Amerika. En hier begon het epos van het Hagana-schip "Exodus '47"                      

Een groepje van 42 zeer jonge Amerikaanse joden kon er in februari '47 met ingezameld geld bij een schroothandelaar voor 40.000 dollar de hand leggen op een oude riviercruiser "President Garfield" die sinds het begin van de eeuw pleziertochtjes voer op de Chesapeake Bay. Er was accommodatie voor 400 passagiers maar met wat kunst en vliegwerk werd dit eventjes verélfvoudigd ! Geen enkel lid van de bemanning had ook maar enige zeemanservaring maar tóch slaagden ze er in ,eind april ,na een avontuurlijke overtocht ,via de Azoren ,Marseille te bereiken. Daar trachtte de Britse regering de boot aan de ketting te laten leggen ,doch de "President Garfield" kon tijdig ontsnappen. Na een wekenlange zwerftocht langs Zuid-Franse en Italiaanse havens belandde de roestbak eindelijk op 12 juli '47 in Sète...      

Nu toonden de Hagana-organisatoren wat ze waard waren. Uit verschillende Duitse D.P.kampen voerden ze met geheime vrachtwagencolonnes in drie dagen 4.530 joodse emigranten aan die op 16 juli aan boord werden "gesmokkeld" onder het welwillend oog van de Franse autoriteiten. Die waren wàt blij zò deze armoedzaaiers àf te geraken ! Maar de Britse premier Bevin verzette hemel en aarde om de boot nog te laten blokkeren. Vergeefs, ook al weigerde de havenkapitein een sleepboot ter beschikking te stellen om het overvolle wrak buitengaats te slepen. In de nacht van de 17de voer het tot "Exodus '47" omgedoopte schip op eigen kracht zonder veel broks de smalle kronkelende havengeul van Séte uit met zijn 4530 passagiers en 23 bemanningsleden. Evenwel niet onopgemerkt, want een paar handige jongens trommelden de Amerikaanse pers op die uit deze scoop met enkele tranerige artikels een winstgevend slaatje sloeg. Franse bladen, die destijds slechts op twee bladzijden verschenen, beperkten zich tot 10 regels...                

In open zee werd de roestbak echter opgewacht door twee Britse destroyers, die met hun seinlampen de waaghalzen aanhoudend poogden te overhalen hun uitzichtloze onderneming op te geven. Vijf dagen lang schaduwden ze de "Exodus '47", die wegens het slechte weer ieder ogenblik kon zinken, op zijn roekeloze overtocht naar het Beloofde Land. Dank zij het doorlopend pompen geraakte het op 22 juli tot voor de Egyptische kust en stoomde toen noordwaarts richting Haïfa: een schijnmaneuver, want het was de bedoeling in Bat Yam op de kust te lopen. In deze badplaats had de Hagana 30.000 gewapende stoottroepen van de Palmach geconcentreerd om de ‘geheime’ ontscheping te beschermen.            

Dit was evenwel de Britse inlichtingendienst niet ontgaan en om aan land een veldslag in regel te vermijden besloot de Navy de "Exodus" in volle zee, buiten de territoriale wateren, te enteren. De oude bak werd door de twee destroyers "gesandwicht" en na een vier uur durend gevecht overmeesterd. Daarbij vielen 3 doden en 146 gewonden...De uitgeputte passagiers werden manu militari overgebracht naar drie gevangenisschepen in de haven van Haïfa, in afwachting van hun internering op Cyprus...            

De wereldpers had echter ondertussen aan dit - voor die tijd toch banaal - incident zo'n ruchtbaarheid gegeven en premier Bevin dermate gediscrediteerd, dat deze besloot het hard te spelen en een voorbeeld te stellen: de joden zouden terug naar Marseille worden gevoerd. Daarmee hoopte hij eveneens de schuldige laksheid van de Franse autoriteiten aan de kaak te stellen, maar het liep verkeerd af. Hoe dichter de drie gevangenisschepen Marseille naderden, hoe sterker de anti-Britse hetze in wereldpers aanzwol. Met het gevolg dat alle kranten - op aanstoken van de Hagana - de passagiers toejuichten toen die weigerden in de Franse haven van boord te gaan.          

Terwijl de V.N.-kommissie voor Palestina drie weken koortsachtig naar een uitweg zocht, bleven de vluchtelingen in steeds benardere omstandigheden in hun schepen voor de kust liggen. Uiteindelijk vond premier Bevin het welletjes en stelde hen een 24 uren-ultimatum: óf vrijwillig ontschepen in Marseille, óf teruggevoerd worden naar een vroeger concentratiekamp in Duitsland !                

Slechts 21 vluchtelingen gaven toe. De rest vertrok op 22 augustus met hun drijvende gevangenissen naar Hamburg. Daar aangekomen weigerden ze eveneens te ontschepen en gingen in zitstaking: ze werden één voor één van hun schip gesleept en in kampen gevangen gezet ! Daarop startte de Amerikaanse pers een vernietigende campagne tegen premier Bevin en eisten het beëindigen van het Britse mandaat over Palestina. Het vechten beu, stemde Engeland begin september in met het plan van de V.N. om Palestina te verdelen in een joodse en een arabische staat en trok zich op 29 november '47 uit dit wespennest terug.                            

Het "Aluyat Bet"-plan van Ben Goerion om 120.000 joodse D.P's het land binnen te smokkelen was jammerlijk mislukt: 64 Hagana-schepen hadden wel 60.000 inwijkelingen aangevoerd, maar daarvan was slechts een verwaarloosbaar percentage werkelijk het land Palestina in geraakt. De rest zat op Cyprus gevangen.                  

Maar het "Exodus"-epos had toch, dank zij de pers, de vorming van de staat Israel in een stroomversnelling gesleurd die door niemand of niets nog verhinderd kon worden. De Verenigde Naties erkende het Joodse deel van het vroegere Palestina als de staat 'Israël' ,ook al was dat in het begin slechts een lappendeken van losse nederzettingen. Nu ontbrandde de strijd tussen de twee plaatselijke gemeenschappen pas goed ,maar de loop van de geschiedenis lag vast: de Wandelende Jood Ahasverus had eindelijk een 'eigen' thuis veroverd...En zou dat tot zijn laatste snik blijven verdedigen ,zonder omkijken :"Right or wrong ,my country !"

 


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
17-12-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 380
Klik op de afbeelding om de link te volgen

D14      ONTGOOCHELING EN BEDROG.

 

                                     Februari 1947.

Fred Bonheure, ja verdomme ,die naam zei hem inderdaad iets. Maar hij was in de 'Langemarck' zoveel Vlaamse jongens tegengekomen, zelfs mannen uit de streek hier...En later nog in de SS-Kulturstelle op de Fehrbelliner Platz...Maar met de beste wil van de wereld zag hij daar géén Bonheure tussen...Of...Toch ?

Tot hij plots als een lichtflits door z'n hersens kreeg ! Natuurlijk, verdomme ! Sammellager Grunewald ! Daar was hij, vóór zijn vertrek naar het Canadese 'D.P.Camp Adlershorst', toch nog rap-rap op zijn vroegere wapenbroeder Penny gevallen, zeker ! Die zei getekend te hebben voor het Frans vreemdelingenlegioen ?! En toen hijzelf zich al lachend voorgesteld had als 'De Nieuwe Jean-Marie Peters' had die zotte, onverwoestbare Penny toch gezegd dat hij 'verdween' naar de Sahara onder de schuilnaam van 'Fredje Bonheure'...Maar aangezien Penny toen zei uit de' beschaafde' wereld te willen verdwijnen, en Joseph dus ook dacht zijn ex-wapenbroeder nooit meer terug te zien, was die naam van 'Bonheure' als vanzelf uit zijn herinneringen wéggedeemsterd...

Zo-zo, die sakkerse Penny leefde dus blijkbaar nog ! Bij de para's in Saigon nog wel ! Van avontuur gesproken zeg ! En aan vrouwen geen gebrek, natuurlijk ! Daarbij nog wat bossen van wuivende palmen: dat was weer eens iets ànders dan de stoffige steppen van Rusland hé ! ...Verdomde Penny toch ! Is waarschijnlijk nog fier ook dat hij het in de wereld zover geschopt heeft, de klootzak, om pochend uit het Verre Oosten nog ansichtkaartjes te sturen naar de vrienden en kennissen in dat verzopen keutellandje hier...Zeker om mij een beetje jaloers te maken, hé ?...Al wist Joseph niet direct of hij zijn oude slapie wel écht moest benijden, daar in de verre Indochine...

Immers ,het laatste wat hij ervan gehoord had, was toch dat het de Fransen in hun opstandige kolonie niet echt voor de wind ging...Akkoord, hijzelf zat hier in de bak en Penny liep in Saigon als een vrij man rond, voor zover je dan serieus vrij kon zijn als legionair ! Maar zijn vriend riskeerde toch ieder moment gekeeld te worden door zo'n gluiperige waterchinees, of een giftige pijl in zijn kont te krijgen van een gedrogeerde rijstkakker! ...Neen, eerlijk gezegd en alles goed bekeken: hij wilde niet ruilen met die kwibus...Ook al liep deze dan zogenaamd vrij rond tussen de soldatenhoeren van het broeierige Saigon !

Maar blijkbaar was zijn vriend daar niét alleen: ene Jos Maes had de kaart mee ondertekend en wie dàt dan wel kon zijn, mocht de lieve god weten ! Waarschijnlijk ging onder dié naam een àndere oude kennis schuil ? Hij kon als vriend énkel nog aan John Aspeslaghs denken, maar hij herinnerde zich vaag dat Penny gezegd had dat de John gesneuveld was in de herfst van '44, aan de Narwa-rivier in Estland...Joseph besloot dan maar die Jos Maes even in de ijskast van zijn geheugen te zetten in afwachting van een betere hint. Voorlopig had hij nog wel een paar àndere problemen om zijn kop op te breken !

Want het was nu bijna een maand geleden dat hij zijn smeekbede gericht had naar Bolton, en nog steeds had die niets van zich laten horen. Waarschijnlijk te ziek, of wie weet: misschien zelfs overleden. Uit z'n eigen prille jeugd herinnerde hij zich vaag dat bij Bompa Cattrysse die vergiftiging met mosterdgas destijds ook lang had aangesleept. Maar op 't laatste was één enkele hoestbui voldoende geweest om hem erin te doen stikken...Die grote bloedvlek op de zetel voor het venster van de barak: hij griezelde nog als hij daaraan terugdacht...En stinken , Mariètte !

Ook van Arthur Birnbaum had hij niets meer gehoord, al beweerde diens zuster in New-York dat ze hem onze aanvraag had overgemaakt. Die kloot had het waarschijnlijk véél te druk met het organiseren van aanslagen tegen het Britse bezettingsleger in Palestina ! Nochtans, de hulp die Joseph op gevaar van eigen leven aan Arthur geboden had door hem te verschuilen in de kelder van het Hauptamt op de Fehrbelliner Platz, had zijn vriend toch ongetwijfeld van de dood gered, nietwaar ? Als je nù tenminste de verhalen mocht geloven over de wijze waarop de Duitsers met hun joodse gevangenen hadden omgesprongen...Maar blijkbaar beschouwde Arthur dat hij zijn ereschuld tegenover Joseph vereffend had, door hem onder een valse identiteit veilig langs de controle van het 'Sammellager Grunewald' te loodsen ?...

En inderdaad, in feite wàren ze quitte, hij en Arthur Birnbaum...En als hij achteraf alles eerlijk overdacht moest hij wat beschaamd toegeven dat hij zich in Berlijn erg op de vlakte had gehouden toen Arthur in moeilijke papieren zat...Daarom besloot hij, met pijn in 't hart, zich er maar bij neer te leggen dat hij van zijn vroegere vriend niet teveel meer moest verwachten...

Maar al met al: als zijn advocaat, meester Florizone, die twee getuigen niet ten tonele kon voeren, zag het er voor Joseph op de krijgsraad niet erg rooskleurig uit ! Vooral omdat zijn ondervragers hem nu al twee keer aan de tand hadden gevoeld over vermeende oorlogsmisdaden die Vlamingen aan het Oostfront zouden bedreven hebben. Flauwe kul, natuurlijk ! Dat die heren niet het minste benul hadden van de ware krijgsomstandigheden in Rusland, bewezen ze door regelmatig 'Vlaams Legioen' en 'Langemarck' met elkaar te verwarren. Terwijl iedereen toch wist - of als ondervrager toch hóórde te weten - dat het 'Legioen' enkel gevochten had in de Wolchovmoerassen en aan de Neva voor Leningrad ! Die heren kénden zelfs de juiste data niet: van december '41 tot april '43 ! Joseph moest hen met hand en tand uitleggen dat van de vierhonderdvijftig Vlamingen, die aan deze laatste gevechten aan de Neva begonnen, er na twee weken geen vijftig meer op hun benen stonden ! In april '43 werd dit overschot van het Vlaams Legioen uit het front weggetrokken naar Praag voor een lange rustperiode, en in een nieuwgevormde eenheid, de SS-Stormbrigade 'Langemarck', ondergebracht.

" Deze stormbrigade werd viermaal sterker dan het oude 'Legioen', dankzij de snelle aanvoer van tweeduizend nieuwe Vlaamse vrijwilligers..." poneerde Joseph. Maar z'n ondervragers konden moeilijk geloven dat er nog zoveel zotten vrijwillig naar het Oostfront trokken toen de Duitsers al volop de oorlog aan het verliezen waren ! En dat de stormbrigade van de Kerst '43 tot de zomer van '44 onophoudelijk in Estland en de Ukraïne vocht tot ze er opnieuw 90% van de manschappen verloor, verwierpen ze als pure propaganda.

" Toch-toch ! En het is nog niet gedaan ! De povere resten van de stormbrigade werden in september '44 op de Lüneburger Heide ondergebracht in de nieuw gevormde SS-Division Langemarck, ditmaal samengesteld uit 12.000 Vlamingen die uit België waren gevlucht voor de westerse geallieerde 'bevrijders'. Maar vrijwilligers kont ge dat niet meer noemen: die mannen hadden geen keus meer...En tóch hebben zij nog verbeten tegen de Rus gevochten in Noord-Duitsland, van februari tot mei '45, onder andere aan de Oder... Ikzelf was daar het laatste jaar niet meer bij, want in de Ukraïne kreeg ik koudvuur in mijn oude voetwonde en moesten ze uiteindelijk heel mijn been afzagen. Ik werd dan uit gewapende dienst ontslagen en in Berlijn op een bureel gezet..."

" Maar ge waart er wél bij toen de Langemarck voor Leningrad, tot vijfmaal toe, Russische vrijheidstrijders bij een zogenaamde 'Partizanenjacht' heeft opgehangen !"

" Meneer, ik herhaal dat de 'Langemarck' nooit bij Leningrad omtrent is geweest !Ten tijde van de Partizanenkampf dààr heeft alleen het 'Vlaams Legioen' daar gevochten, want 'Langemarck' werd pas zes maanden làter opgericht ! Enkel het Legioen vocht bij Leningrad, en dan nog uitsluitend als achterwaartse steun voor de 2. Polizei-division. Wij kwamen nooit in vuurcontact met die partizanen in de frontlijn omdat wij geen enkele gevechtservaring hadden en daar in de weg zouden lopen...Maar ik heb daar inderdaad af en toe een stijf bevroren boer zien hangen, ja ! Doch die waren terechtgesteld door de Duitsers zonder dat daar een Vlaming omtrent was, daar steek ik mijn hand voor in het vuur ! "

" Ge liegt ! Wij hebben foto's gezien van Vlamingen die poseerden naast zo'n gehangene ! ..."

"...Die al dagenlang dood was: inderdaad ! ...Er waren van die gasten bij ons die het stoer vonden zich naast zo'n bevroren lijk te laten 'trekken'. Maar ge moet er al een tijdje hangen bij minus 30° Celcius vooraleer ge er zo witbestoven uitziet hé ! Die foto's, waarvan gij spreekt, heb ik ook gezien: die zijn minstens drie-vier dagen nà de terechtstelling van die Russen genomen...Maar uw conclusie houdt geen steek ! Want als ik mij  eens laat 'trekken', zittend op een dikke boomstam, is dat toch geen bewijs dat ik die heb omgezaagd, zeker ! En nog minder dat ik schuld zou hebben aan alles wat die houtkapper daar uitstak, hé ! Wel dan ! ..."

 

Dergelijke absurde discussies brachten tijdens de ondervragingen wel wat leven in de brouwerij, en soms kon er ook al eens een lachje af, maar voor Joseph waren het zenuwslopende dagen. Want als hij nadien bij het bezoek van Florizone verslag uitbracht, gaf die hem op de koop toe altijd onder z'n voeten omdat hij beter zus of zo had moeten antwoorden ! Zéér frustrerend ! Maar de man had natuurlijk overschot van gelijk: die huichelaars zouden ieder spontaan gegeven antwoord, daar waar het hén paste, wel uit het verband trekken en totaal in zijn nadeel uitleggen ! Al goed dat het slopende onderzoek tegen eind februari werd afgesloten: nu was het énkel nog wachten op het proces, en natuurlijk de uitspraak van het vonnis...

 

Rond die tijd ontving hij ook de brief van Jetje, die een rare draai aan zijn leven zou geven.

Ze had namelijk bezoek gekregen van Nancy Penjaert, scheef ze, de 'verloofde' van zijn goede vriend Penny uit Oostende. Zij had haar een recente brief van Penny laten zien, verzonden uit een chinees boerengat, en haar daarvan de laatste regels voorgelezen:

" Doet ook de groeten van mijn kameraad Leon Petré aan zijn tante Jetje en weet mij te zeggen hoe het met zijn broer Joseph is afgelopen. Ikzélf heb Joseph, rond 15 september van '45, nog levend en wél tegengekomen in een Berlijns Sammellager, kort voordat hij naar België ging terugkeren en wij naar Marseille vertrokken..."

Joseph wist meteen dat deze zogenaamd herrezen broer een oplichter was: hij had Leon immers zien begraven op het kerkhof van Steglitz ! Wel niet met eigen ogen ,maar toch :als in een Duits kerkhofregister staat dat je begraven ligt in Grube 3 dan IS dat zo ! Wat hem wél even deed twijfelen was het feit dat die 'Leon' hém niét de beste groeten stuurde, en daarmee een duidelijke wrok tegen 'zijn oude broer' liet blijken... De échte Leon was immers óók zo'n haatdrager geweest, die Joseph steeds openlijk de schuld had gegeven voor zijn gedwongen inlijving bij de Kriegsmarine en de 'Langemarck'... Maar het idee zélf dat zijn Leon nu plots gezond en wel in de Indochine zou rondlopen, was té absurd om er veel woorden aan vuil te maken. Hij besloot dan ook Jetje zo vlug mogelijk te schrijven zich vooral niet door die bedrieger te laten inpalmen...

Jetje schreef ook in haar brief - zo van-god-geen-erg - dat de 'Stella Maris' voor de duur van de kerstweek verhuurd werd aan een jonge Duitse vrouw...Dat een Duitse het waagde in vijandelijk gebied haar vakantie door te brengen, vond Jetje op zích al raar. Maar de vrouw was na één dag al weer vertrokken, en had in de oude slaapkamer van Marie een échte zwijnestal achtergelaten ! Dat mens had in het rookkanaal van de schouw zitten prutsen, en héél de vloer besmeurd met vettig roet: onmogelijk die balatum nog proper te krijgen !... Dus moest hij niét verschieten, als hij binnenkort terug in zijn oude woonst ging kijken: het eerste jaar was die brandlucht er vàst niét uit te krijgen !

Leuk, dat zij erop rekende hem 'binnenkort' vrij te zien en zijn bezoek verwachtte in zijn oude thuishaven... Maar hij meende Jetje voldoende te kennen om niet te vermoeden dat zij met haar verhaal van haar 'grote kuis' méér bedoelde... Dat die Duitse vrouw hoogstwaarschijnlijk Erika Deutinger was geweest stond voor hem als een paal boven water. En ook, dat zij alvast met de juwelenstock van Rachel was gaan lopen, die haar vader in die schouw had verborgen ! Jupp had immers - niet alleen aan Joseph, maar hoogstwaarschijnlijk ook aan zijn dochter Erika - een plannetje gegeven wààr juist de twee dozen met goud en juwelen verborgen zaten: één in de schouw van de 'Stella Maris' en één diep onder het stuifzand van de abri. Ze wist, door zijn eigen naïef briefje, dat hij voorlopig vast zat in de gevangenis en mogelijk nog geen tijd gekregen had om het goud te recupereren... En gezien ondertussen de vijandige gevoelens van de Belgen tegen de Duitsers wat afgekoeld waren, had Erika haar kans gewaagd, en zélf een raid uitgevoerd naar de kust ! Waarschijnlijk met de hulp van haar vriend 'Konrad', alias Gustave Dieudonné ! ...

Al deze details kende Jetje waarschijnlijk niet, al wist hijzelf, door al die intriges van de laatste tijd, ook niet goed meer wié de àndere bedroog en vice versa ! Maar Jetje zal toch wel iets in die aard vermoed hebben, anders had ze hem dat stomme verhaal van die Duitse toeriste niet zo nauwkeurig uitgespeld... Natuurlijk kon zij wegens de censuur niet open en bloot naar een gevangene schrijven dat zij zojuist waarschijnlijk van een grote partij juwelen beroofd werd... Hoe dan ook: Joseph voelde zich door Erika bestolen, en géén klein beetje ! Tenslotte had hij het eigendomsrecht op de goudpotten van Jupp verworven, door in ruil aan de Deutingers zijn contant fortuin van 10.000 Reichsmark te overhandigen ! Al goed dat hij nooit geobsedeerd werd door een mogelijke toekomstige rijkdom: hij kon leven zonder dat goud. Maar vroeg of laat zou hij Erika daarvoor de rekening presenteren ! En nu maar hopen dat zij geen tijd gekregen had om ook de doos, die in de abri verborgen lag, op te graven...

 

De plotse mogelijkheid dat Leon nog leefde, kwam ook voor Rachel aan als een bliksem bij een heldere hemel. Dat zou verdomme al haar plannen, om Pyliesers erfenis aan Joseph te ontfutselen, naar de kloten helpen ! Maar zij klampte zich vast aan Josephs overtuiging dat het om een oplichter ging... Vermoedelijk was iemand op één of àndere manier te weten gekomen dat Leon erfrecht had op de helft van Pyliesers fortuin en poogde hij deze wetenschap nu op bedrieglijke wijze te verzilveren. Gelukkig scheen Joseph zélf nog niets te weten van Pyliesers erfenis en dus nog minder te vermoeden dat de oplichter bijna zéker op centen uit was, héél véél centen...

Wél wist Rachel dat Joseph Jetje opdracht had gegeven via Nancy Penjaert een vragenlijst naar Indochina te sturen. Zuiver om te testen hoeveel de oplichter van Leons vroegere leven te weten was gekomen. Daarin vroeg hij niet alleen allerlei details over hun gezamenlijke jeugdherinneringen, maar stelde hij ook strikvragen die nergens op sloegen. Zo wilde hij weten hoe de hond heette van nonkel René, terwijl die nooit zo'n beest had gehouden ! Of hoe de naam van Olgatjes oudste zuster luidde, terwijl dat eerste lief van Leon enkel twee broers had ! En tenslotte, wat hem weerhouden had in mei '45, nà zijn laatste bezoek aan de apotheek in de Albrechtstrasse, om even bij de Antwerpse familie 'Bens' binnen te springen ? Aangezien het lijk van Leon, volgens de Duitse kerkhofadministratie, in dié apotheek werd gevonden kon hij moeilijk nà zijn overlijden op visite gaan bij de Oostendse familie De Bens, nietwaar ! Rachel had begrepen dat er in zijn teksten voldoende valkuilen verborgen zaten om de meest geslepen oplichter te doen struikelen. En ze hoopte uit de grond van haar hart dat deze list zou lukken en de bedrieger vlug ontmaskerd zou worden ! ...

Ondertussen was ze druk bezig, achter de rug van haar vriendin Jetje, de jonge notaris Marcel rond haar vinger te draaien. Het hotelletje in De Panne kwam er niet meer bij te pas, nu vader Legein uit de weg was geruimd. Véél te omslachtig, en duur op de koop toe...Daarbij vreesde Marcel toch doorlopend er door een indiscrete stadsgenoot betrapt te worden en over de tong te gaan...Op hun eigen bureel  daarentegen moesten ze niet bang zijn voor pottenkijkers en hadden ze tijdens de middaguren alle tijd om hun zondige lusten bot te vieren...Rachel waakte er echter streng over daar geen gewoonte van te maken, kwestie van haar minnaar scherp en alert te houden. En vooral Jetje niet te verontrusten, ook al beschouwde ze haar fikfakkerijen met haar nieuwe baas absoluut niet als liefdesbedrog ten overstaan van haar hartsvriendin. Maar twéé ijzers in het vuur houden vond ze in haar situatie stukken veiliger ! Want je wist maar nooit of ze Marcel - die overjaarse puber - op den duur wel écht aan de haak zou kunnen slaan...Hij was nu een rijke vrijgezel met klasse, en een gegeerde prooi voor trouwlustig vrouwvolk van heel de Westhoek ! Dus vooraleer dit tot zijn simpele geest doordrong, wilde Rachel graag haar eigen financiële toekomst veilig stellen. En niét uitsluitend te rekenen op de vage mogelijkheid Joseph op te lichten met zijn erfenis van wijlen Gerard Pylieser...

Daarom had ze eens nagepluisd hoe haar minnaar ervoor stond, en dat was, voor zover zij kon zien, picobello in orde ! Ze had al een glimp opgevangen van een paar goedgevulde bankrekeningen, en een dikke stapel waardepapieren in de brandkast... Maar haar ventje bezat ook een tiental mooie huizen in de stad én in Nieuwpoort-bad, waarvoor ze regelmatig brieven naar de huurders moest sturen... En daar bovenop bezat hij nog éénderde van de aandelen in de rederij van Pylieser, met vier schepen in de vaart... Op de huizen van de schipper in de Langestraat had vader Legein destijds al een oogje laten vallen en de zoon zou daar zéker vroeg of laat de hand op kunnen leggen... Gezien deze overvloed was Rachel er zeer gerust in dat ze met haar charmes deze kip met de gouden eieren binnenkort wel wat statig vastgoed zou kunnen ontfutselen, desnoods als "maintenée" ! Al zei haar het leiden van de rederij, als ‘Madame Legein’, óók wel iets ,natuurlijk...En als ze daarbij riskeerde met Jetje te moeten breken, god, dan was dat maar zo...

Alles goed bekeken, vond ze het niet meer zo dringend om die kloot van een Joseph van zijn erfenis te beroven... Dat moest Jetje maar flikken, als ze daar zin in had...

Marcelleke vooraf een beetje pluimen kwam voor haar nu op de eerste plaats.  Beter nù één pietevogeltje stevig in de hand dan tién wazige slappelingen in haar dromen...      


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
17-12-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
18-12-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 381
Klik op de afbeelding om de link te volgen

D15:   BLINDE JUSTITIA....

 

                                 Brugge, maart 1947.

" Goed nieuws, man ! " glunderde meester Florizone in de spreekzaal van het interneringskamp, bij het laatste werkbezoek dat hij aan Joseph bracht vóór het proces: " Die Birnbaum heeft mij geantwoord ! Wel niet helemààl zoals ik had gehoopt, maar toch genoeg om het moraliteitsverslag in gunstige zin te staven...Ik heb het onmiddellijk ter griffie in ons dossier neergelegd onder toevoeging van een beëdigde vertaling. Dit zal zeker zijn effect op de heren van de Krijgsraad niet missen ! "

Het viel Joseph op dat zijn advocaat nogal hoogdravende taal uitsloeg, waarschijnlijk als voorbereiding van zijn pleidooi...en zijn afrekening !

" Wat vertelt hij dan allemaal ?" wou hij weten.

" Wel, woordelijk kan ik het niet herhalen, maar hij begint met te zeggen dat gij vóór de oorlog zijn beste vriend waart in Westende : dat is al iéts ! En dat gij, ondanks uw rechtse sympathie, nooit aanstoot genomen hebt aan het feit dat hij als Duitse jood voor de nazi's was gevlucht. Dan komt er iets dat niet zo gelukkig zal klinken in de oren van de krijgsraad want hij zegt letterlijk: " Nadat ik en mijn familie op 10 mei 1940 onschuldig als staatsgevaarlijk verdacht werd en door de Belgische veiligheid op onwaardige wijze naar een Frans interneringskamp werd versleept, heeft mijn vriend Joseph Petré mij nog steeds goed geholpen om mijn verstrooide familie op te sporen." Dat gaan die heren rechters natuurlijk niet graag horen..."

" Waarom niet ? Het is toch de waarheid ?!"

" Een waarheid die kwetst kan ik missen als de pest, Joseph ! Ik moet die mannen zeem aan de baard strijken, géén azijn ! ...Hij zegt dan in 't kort dat hij vanuit dat Franse kamp gedeporteerd werd naar Duitsland, maar gelukkig onderweg kon ontsnappen en uiteindelijk, vermomd als een Italiaanse krijgsgevangene, in de kelder van een Berlijns kantoor te werk werd gesteld. Daar hebt gij hem toevallig ontdekt en via een tussenpersoon een veiliger schuiloord bezorgd, waarin hij de oorlog heeft overleefd. En hij besluit krachtig met: " Ik ben mijn vriend Joseph Petré eeuwig dankbaar dat hij mij daarmee het leven heeft gered ! " Dat is voor 90% een zeer gunstige getuigenis: nu maar hopen dat de krijgsraad dat ook zo ziet ! ...

"Ja, inderdaad..." Joseph kreeg van ontroering een krop in de keel bij de gedachte dat hij bij Arthur toch nog zo'n goede herinnering had achtergelaten...

" En van de heer Bolton heb ik indien mogelijk nog een betere verklaring ontvangen. Hij heeft de tekst, die ik hem had voorgekauwd, in grote trekken bevestigd, en die zit ook al met een vertaling in het dossier! Maar er is méér: hij zegt op het proces aanwezig te willen zijn en beschikbaar om als getuige te worden opgeroepen ! Het volstaat dat ik hem een week vooraf de juiste plaats en datum laat weten waar ik hem kan opvangen, en hij zal er zijn, hij en zijn vrouw...Maar dan moet het gerecht een beëdigde vertaler Engels-Nederlands aanstellen, en ik weet niet of ze die kosten gaan willen doen...En wie de reis en het verblijf van het echtpaar Bolton gaat betalen is ook niet erg duidelijk..."

Joseph moest er niet lang over nadenken: " Ik verdomme, als het moet ! Maar dan wél in de hoop dat die getuigenis het waard is, natuurlijk...Laat ons zeggen: als ik minder dan drie jaar krijg, en de krijgsraad in zijn overwegingen bij dat vonnis zegt dat ze met de verklaring van Bolton rekening heeft gehouden...Indien er een goede ziel dat bedrag voorlopig wil voorschieten, dan zal ik bij mijn vrijlating het nodige geld wel...heu...'vinden' ! " Hij dacht monkelend aan Jupps goudschat in de abri.      

" Ach zo...'Vinden'..." lachte Florizone: "Goed, ik zal onmiddellijk contact opnemen met het 'N.V. Berkenkruis'...Die zitten meestal goed bij kas ! "

 

De tweede donderdag van maart was het dan eindelijk zover. De eerste kamer van de krijgsraad zou die dag vier zaken behandelen, twee in de voormiddag en twee na de noen. 'Zaak Petré' stond als derde op de rol, na het middagreces. "De beste plaats in de rangschikking ",was zijn advocaat gisteren nog rap komen vertellen: "Na het eten staan de heren al niet meer zo scherp, en als er na het vieruurtje gedelibereerd moet worden, hebben ze alle feiten nog goed in het geheugen...Het is dan aan ons om met onze getuigen een onvergetelijke indruk na te laten hé ! " spotte hij.

" Dus wij krijgen een uurtje om alles uit te leggen ? Veel is dat niet hé, voor die onvergetelijke indruk !"...

" Een uurtje ?! Was het maar waar ! Een heel stuk minder zelfs ! Langer dan twintig minuten gaan ze mij nooit laten pleiten. Als ze al om twee uur beginnen moet de griffier eerst de zaak voorstellen en dan pas start de krijgsraad met uw ondervraging. Als ze het simpel houden, zijn we al een half uur verder. Dan komt de substituut met zijn beschuldiging en de geëiste strafmaat - pak nog een vijftal minuten - en pas daarna mag ik het gaan uitleggen en eventueel Bolton nog aan het woord laten... Vergeet niet dat er àchter ons nog een zaak beoordeeld moet worden, en de krijgsraad wil om vier uur altijd met de deliberatie van de vier behandelde zaken beginnen... Dat neemt meestal twintig minuten in beslag, en nóg eens zoveel voor de uitspraak van de vier vonnissen...Veel speling zit daar niet in, want om vijf uur willen die heren in 'De Leeuw' een pint gaan pakken ! "

" In feite is dat snelrecht ,hé ,en erg serieus kan ik dat niet vinden ,zo vier rechtszaken op één dag !

"Zijt al blij dat ze uw geval niét serieus nemen ,en uw misdaad beschouwen als kattepis ! Zo kunt ge er nog licht vanaf komen !

"Ja ,misschien...En nog iets van Bolton gehoord ?"

" Die ga ik straks met zijn madam in Oostende van de mailboot halen en hier in Brugge onderbrengen. Maar verschiet niet hé, want érg gezond zal hij er niet uitzien, veronderstel ik ! Ik hoop maar dat hij de spanningen van het proces zal aankunnen en niet pardoes van zijn stokken valt, midden in zijn getuigenis  "

 

Erg goed had hij niet geslapen toen hij om zes uur gewekt werd. De vier man die voor de krijgsraad moesten verschijnen, zagen er bleek en gespannen uit toen ze na hun schraal 'ontbijt' in de gang zaten te wachten op de gendarmen die hen met de dievenkar naar het Pandreitje zouden voeren. Omdat er in 't oud gerechtshof voor de gedetineerden géén middagmaal was voorzien, had de kok hen als toemaatje elk een dikke homp brood toegeschoven. Daar zaten Joseph en zijn collega's nu al zenuwachtig aan te pulken. Veel werd er niet gezegd.

Toen de gendarmen eindelijk luid pratend binnenvielen, kregen Joseph en zijn lotgenoten zonder complimenten de handboeien aan. Bij hemzelf wierp dat wél eventjes een probleem op, omdat hij dan zijn krukken niet meer normaal kon gebruiken. Tot de bewaker op het lumineus idee kwam de handboei dan maar aan Josephs broekband vast te klikken...Een aftands busje voerde hen van het landelijke Sinte Kruis de ontwakende stad in. Door de vele krassen in de blauw geschilderde zijruit ving Joseph een paar flitsen van het verkeer op, ook al was het buiten nog donker. Maar aangezien hij Brugge niet kende, maakte dat hem niet veel wijzer. De gendarmen hadden het onder elkaar over de voetbal en rookten smakelijk hun pijpje: de gevangenen waren duidelijk lucht voor hen...

Plots reden ze de binnenkoer van een middeleeuws gebouw op. Elke gendarm nam zijn geboeide gevangene bij de leiband vast alsof hij met zijn hond ging wandelen en in een rij achter elkaar werden ze naar een gewelfde kelder gebracht, in de cellengang op een bank geduwd en met de handboei in een ring aan de muur geklonken. Eén bewaker blééf, maar de drie anderen verdwenen weer de trap op, waarschijnlijk om buiten nog een pijp te roken. En toen begon het lange wachten...

 

Tegen negen uur werd de eerste naar boven geleid. Joseph schrok wakker toen die om halfelf terug binnenkwam en lachend "Zes jaar !" zei. Dat was minder dan de eis van de substituut: de man had zich blijkbaar aan aardig wat méér verwacht...

Terwijl nummer twee naar boven werd gebracht, kwam er van slapen niets meer in huis. De eerste veroordeelde moest duidelijk wat stoom afblazen en had Joseph als zijn pispaal uitgekozen. Ook al blafte de Rijkswachter af en toe dat hij zijn bakkes moest houden, toch deed de man alle moeite om hard fluisterend zijn toekomstplannen toe te lichten. Als hij vanavond effectief tot zes jaar veroordeeld werd zou hij er hoogstens maar drie moeten doen, rekende hij voor, misschien maar twéé als hij vrijwillig in de koolmijn van Zwartberg ging werken ! En nadien kon hij bij zijn onkel beginnen in de garage...

Joseph was meer geïnteresseerd waaróm hij die zes jaar gekregen had, kwestie van af te kunnen wegen wat hém te wachten stond. De man bleek ex-lid van 'SS-Vlaanderen' te zijn, en had heel de oorlog hiér dienst gedaan... Bij razzia's geholpen en zo...Vlak voor de bevrijding naar Duitsland uitgeweken en óók in de 'Langemarck' gevochten, maar dan wél bij het zware veldgeschut, ver àchter de eerste lijn...Voor deze frontperiode had de krijgsraad niet de minste belangstelling getoond, maar vooral de razzia's op landgenoten en 'terroristen' waren hem zwaar aangerekend.

" Communistische partizanen en ontsnapte Russen uit de koolmijn, dat waren destijds in Limburg echte bandieten en moordenaars ! Die kwibussen van het gerecht hebben niet het minste idee dat wij met onze razzia's enkel de bevolking trachtten te beschermen tegen dat crapuul ! ...Die verdienden verdomme toch niet beter dan geliquideerd te worden, hé ! ...En aangezien de gendarmen er toendertijd te laf voor waren, moesten wij het vuile werk wel doen ! ...Maar dat verstaan die paljassen natuurlijk niet ! "

Zijn bewaker bekeek hem eens vies, maar liet begaan.

 

Het was al over twaalven toen verdachte nummer twee uit de rechtszaal teruggebracht werd. Eis: vijf jaar, wat de man blijkbaar nogal zwaar vond...Zijn bewaker loste 'de blaffende hond' af voor het middageten en maakte zich niet druk toen ze gevieren al fluisterend wat van gedachten wisselden. Joseph meende te verstaan dat 'Nummertje Twee' oorlogsburgemeester geweest was van Middelkerke en hopman (of luitenant) van de plaatselijke 'Dietse Militie /Zwarte Brigade'. Normaal zou Joseph hem moeten herkennen als voornaam personage uit een buurgemeente. Maar die kop zei hem niets...Tenslotte had die man zijn functie daar uitgeoefend terwijl Joseph onophoudelijk aan het Oosfront zat, en praktisch geen énkel contact meer onderhield met zijn geboortestreek...

" En wat verwijten ze u, om die vijf jaar te rechtvaardigen " wou Joseph weten.

De man rammelde minachtend een vijftal paragrafen van het Strafwetboek af, maar toen hij zag dat Joseph er geen barst van begreep, verduidelijkte hij welwillend:

" Met andere woorden, als Belgische reserveofficier verraad te hebben gepleegd door in uniform van de Zwarte Brigade vijandelijke propaganda te hebben gevoerd, plus het ambt van burgemeester te hebben aanvaard op voorstel van de bezetter...Die mannen zijn zot ! Ik zit hier al drie jaar geïnterneerd, en dan gaan ze mij voor zo'n normale zaak nog eens vijf jaar bovenop geven ?! Als dat straks bevestigd wordt, geef ik mijn raadsman opdracht onmiddellijk beroep aan te tekenen !"

De man bleef gedurende heel het middagreces voort mokken en voor Joseph was het een hele opluchting toen 'zijn' rijkswachter hem om twee uur eindelijk van dat gezaag kwam verlossen ! Maar er schoten zoveel verwarde gedachten door zijn hoofd, dat hij zich pas bij het binnenvoeren in de rechtszaal realiseerde dat de show van zijn leven nu pas écht begon. Hij had zowaar een volle zaal getrokken, zag hij gevleid, en alle ogen waren strak gericht op Kwatta: man-man, nog nooit had hij zo'n publieke belangstelling genoten ! Tot het bij hem doordrong dat minstens driekwart van het publiek was opgekomen voor de strafzaken van zijn drie collega's...

Terwijl de zielloze griffier schor en schrapend zijn geval in onbegrijpelijke paragrafen van het Burgerlijk Strafwetboek codeerde, speurde Joseph vluchtig opzij de gezichten van het publiek af...Iedereen was uitgedost in zijn zondagse kleren, waardoor Jetje ver de énige was die hij onmiddellijk herkende, vooral omdat ze hem glimlachend een schuchter bonjourtje toewuifde... Misschien zaten er nog twee-drie koppen bij die hem vaag iets zegden, maar iemand die hem aan Bolton deed denken, kon hij niet ontdekken. Meester Florizone, ditmaal indrukwekkend in groot ornaat, beantwoordde echter zijn vragende blik met een geruststellende teutmond: Bolton was op post.  

Met een routineus 'Beschuldigde-sta-op! ' opende de voorzitter de vertoning. Nu pas kon Joseph zijn aandacht op de heren achter het podium richten. Een majoor van het leger, die door Joseph onmiddellijk als 'de bulldog' werd aanzien, voerde kennelijk het hoge woord. Naast hem zat een wat dommelende burgerrechter, en aan de àndere kant een lagere officier, die er als een venijnig keffertje uitzag. De substituut, op de linkervleugel van het panel, leek nog iets te zoeken in zijn dossier en de griffier, op uiterst rechts, legde fluisterend nog iets uit aan de bode...Toen de majoor Joseph gevraagd had, wie hij juist wàs, en ze zéker waren hun tijd niet te verspillen aan de verkeerde Petré, mocht hij gaan zitten. Niets te vroeg, want Joseph droop al van het zweet en moest zich met één hand aan de leuning van zijn box vastklampen om niet over zijn krukken te struikelen! Hij zag er waarschijnlijk niet erg gezond uit, want Florizone gaf hem nogal theatraal een bemoedigende tik op de hand. Zo, nu waren ze écht vertrokken...

De substituut las op een drafje de akte van beschuldiging voor, doorspekt met 'paragrafen' en de 'secties' waar geen kat iets van verstond. Maar Florizone volgde nauwkeurig, stipte telkens iets aan in zijn papieren en leek vlug tevreden met de gang van zaken. Toen de voorzitter met zijn vragen begon moest Joseph wéér rechtstaan en de onhandige show met zijn krukken opvoeren...Pijnlijk.

Verrassend genoeg moest de man eerst weten welke studies hij had gedaan...Koninklijke Cadettenschool ?... Weggestuurd wegens inbreuk op de verkiezingswetgeving ? Wel-wel...Rest van middelbare studies in Oostende met een beurs van het Verdinaso ? Zo-zo...Vader vechtjas bij de D.M.O., de Dietse Militanten Orde ? En omgekomen bij het illegaal ontmantelen van oude oorlogsmunitie ? De man trok bedenkelijk de wenkbrauwen op...En hoe het gezin Petré er uitzag, politiek dacht en er financieel voorzat in het begin van de oorlog moest Joseph ook al uitleggen...Je zàg duidelijk de man besluiten: 'onnozel proletariaat...'

Toen kwam hij meer terzake: dat hij zich als achttienjarige vrijwillig gemeld had voor het Oostfront na een ruzie met z'n moeder ontlokte de bulldog een meewarig grimas. Aan alle gevechten deel genomen aan de zijde van de Duitsers tegen de Sovjetunie, eerst met het 'Vlaams Legioen' en later als lid van de 'SS Stormbrigade Langemarck', en dit tot aan zijn beenamputatie in mei '44 ? Inderdaad, alle data klopten, zoals Joseph destijds met hand en tand had uitgelegd aan zijn debiele ondervragers. Vervolgens nog een jaar gewerkt op een Berlijnse 'Kultur Dienststelle' en er wàt gedaan ? Als hoofd van de dactylografie, Vlaamse en Duitse prominenten kaartjes bezorgd voor culturele en sportieve evenementen ? "En is dat alles wat ge op uw secretariaat deed ?..."

Toen hij wat benepen bekende dat zijn typistes zich in hoofdzaak bezig hielden met het 'organiseren' onder het personeel van een ruilhandel in schaarse artikelen en voedingswaren, werd er voor het eerst in de zaal smakelijk gelachen. Ook bij de heren op het podium kon er een verraste grijns af, al tikte de voorzitter vermanend met zijn hamer om de orde te herstellen. Over het samenstellen van propagandablaadjes zoals 'De Vlaamse SS-man' werd niet meer gesproken. Wél dat hij na de inval van de Russische troepen in Berlijn een tijdje onderdook tot hij, bij de aankomst van de Amerikanen in hun sector, even informant was bij hun militaire inlichtingendienst ...

" Betaald informant ?" wou de voorzitter weten.

" Ja, tegen wit brood en dozen 'cornedbeef'..."

Weer barstte er gelach uit in de zaal, maar ditmaal deden de heren niét mee. De voorzitter bladerde wat nors in zijn dossier en viel plots uit: " Wat is dat hier voor een vertelsel van de Duitse jood Birnbaum, dat gij zijn leven hebt gered ?! Iedere nazi had zo wel zijn jood, hé, die hij op gevaar van eigen leven geholpen heeft ! " Een sneer die kon tellen ! Maar Joseph liet zich niet van de wijs brengen...

" Arthur Birnbaum was tijdens mijn laatste jaar op het atheneum van Oostende mijn beste vriend, maar werd in mei '40 door de Staatsveiligheid gedeporteerd naar een kamp in Zuid-Frankrijk. Tot mijn vertrek naar het Oostfront in de zomer van '41 heb ik geprobeerd contact met hem en zijn familie in Engeland te krijgen, maar dat is grotendeels mislukt. Tot april '44 zat ik praktisch ononderbroken aan het front en verloor hem dan ook uit het oog...Na mijn beenamputatie in Praag werd ik dus uit de gewapende dienst ontslagen, en zoals ik al zei, op een bureau in Berlijn geplaatst. Op 't einde van '44 ontdekte ik toevallig dat Arthur in de kelder van mijn burogebouw verdoken zat tussen de Italiaanse krijgsgevangenen van de onderhoudsploeg... Een duizendste chance, natuurlijk, want wij hadden elkaar van heel de oorlog niet meer gezien...Ik heb hem toen een veiliger onderkomen bezorgd, da's al...Mijn advocaat kan dat beter uitleggen..."

Men kon een naald in de zaal horen vallen ,en Joseph kon van veel gezichten lezen "Een jood ,weeral verdomme...". Maar de voorzitter vervolgde onverstoorbaar: " En van die Britse vlieger is dat ook zoiets zeker ?...Bolton ?"

Nu sprong Florizone op: " Als de Heer Voorzitter het toelaat zal ik de Heer Bolton straks als getuige aan de krijgsraad voorstellen. Hij is persoonlijk uit Engeland overgekomen om zijn redding door leden van het Belgisch verzet en in bijzonder door de familie Petré toe te lichten...Bijkomend zal ik dan het risico uitleggen waaraan wij ons in de paranoïde chaos van het laatste Berlijnse oorlogsjaar tot mei 1945 hebben blootgesteld om onze herrezen boezemvriend Arthur Birnbaum een betere schuilplaats te bezorgen...Mijn cliënt gaat in al zijn bescheidenheid nogal licht over deze echte heldendaden, maar in feite riskeerde héél de familie Petré tijdens de bezetting, en in het bijzonder mijn cliënt tijdens het laatste oorlogsjaar in Berlijn letterlijk hun leven ! De nonkel van mijn cliënt, de genaamde  René Cattrysse, heeft ten andere het leven verlóren bij de poging om vliegenier Bolton met een kano naar Engeland over te varen ! En ik moet er de heren van de Krijgsraad niet aan herinneren dat bij de bezetter op het verduiken van een geallieerde soldaat de doodstraf stond ! De heer Bolton zal dus mijn kroongetuige zijn !"

De bulldog maakte een genadig gebaar: " Meester, ik zie dat de heer Bolton Brian op uw lijst van getuigen staat...Hij zal dus ten gepaste tijd door ons opgeroepen worden om zijn verklaring in het dossier voor ons toe te lichten. Want eerlijk gezegd, meester: ik vind zijn verhaal nogal vreemd ! Maar enfin, wij zullen zien...!" Toen vroeg hij pro forma aan de leden van de raad of er nog vragen waren voor de beschuldigde. Maar iedereen hield een beetje beduusd de mond dicht, en dàt was dàt...

" Bon, dan kan éérst de heer substituut zijn getuige naar voor roepen. Ik lees hier: ...meneer Steiner Rudy! "

" Steiner Rudolf ! " riep de bode naar het publiek.

Het was alsof Joseph een bonk op z'n hersens kreeg ! Steiner ,verdomme !


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
18-12-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
19-12-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 382
Klik op de afbeelding om de link te volgen

D16 ...MET DE BALANS.

 

                                         Maart '47.

Het zweet brak Joseph weer uit toen hij de man naar voor zag stappen: één van die gezichten die hem in het publiek vaag bekend was voorgekomen. Dat zondags kostuum van die vent had hem wel even op een dwaalspoor gebracht. Maar nu hij hem daar midden in de zaal met zijn klak zag staan draaien, viel alle twijfel weg. Dat was inderdaad de 'cowboy van de Far-West' die met het verzuipen van Gerard Pylieser in de bomtrechter had meegeholpen...En dezelfde kerel die hem tijdens de confrontatie bij de chef van de rijkswacht in Nieuwpoort als Petré Josephus had geïdentificeerd. Niet uit wrok tegen Joseph zélf, had deze smerige huichelaar gezegd ,want nadat ze elkaar aan de Wolchow wederzijds het leven hadden gered, waren ze beiden zogenaamd quitte...Neen verdomme: énkel uit wraak tegen Marie die hem blijkbaar, met haar klacht voor de 'moordaanslag' op Dis, de terugkeer uit Spanje naar België onmogelijk had gemaakt ! Een totaal leugenachtig verzinsel, waarmee de ambassade in Barcelona destijds hoopte van die zotte anarchist Steiner àf te geraken ! En met dié oude koe komt die kloot hier acht jaar later nog aandraven zeg ?!...Echt een vuile stoot van de procureur !

Ondertussen was de voorzitter al aan de weet gekomen dat die paljas 'Steiner Rudy' heette, geboren als Duitser ergens in het Ruhrgebied, sinds begin van de jaren dertig genaturaliseerd tot Belg en wonende in Westende...

"Ik zie dat ook gij aan het Oostfront hebt gevochten, maar dan aan de kant van de Russen...Leg dat eens uit! "

" Wel toen wij ons in maart van '39 met de "Internationale Brigades" uit Franco-Spanje moesten terugtrekken, werd ik eerst in Frankrijk geïnterneerd, maar kon later met een Russisch vrachtschip naar de Sovjet-unie vluchten. Daar werd ik samen met mijn strijdmakkers in werkkampen opgevangen...En toen de fascisten in juni '41 de Sovjetunie laffelijk overrompelden, werden wij kameraadschappelijk opgenomen in het Russische Tweede Stormleger en hielpen wij bij de heldhaftige verdediging van Moskou."

De substituut keek goedkeurend naar zijn getuige, die duidelijk zijn lesje flink van buiten had geleerd. Maar de voorzitter deed de man teken verder te gaan.

" Heu…Hielpen wij bij de heldhaftige verdediging van Moskou…Ha ja :"Toen wij daar de fascisten hadden teruggedreven, werd het roemrijke Tweede Stormleger waarin wij vochten overgeplaatst naar de sector Leningrad om de Duitse omsingeling rond deze heldhaftige stad te doorbreken. In januari '42 maakten wij daar na zware gevechten een diepe bres in het Wolchowfront van de nazi’s ,op een bevroren moerasgebied, maar konden de Duitse tang rond Leningrad toch niet geheel doorbreken en geraakten ter plaatse zelf weer afgesneden van onze vertrekbasis. In die winter heb ik lang tegenover de Vlaamse fascisten gestaan en heb ik twee keer persoonlijk te doen gehad met de genaamde Petré Josephus...heu...Petré Josephus..." Hij was weer even de draad van zijn betoog kwijt.

" Dat is de man die daar voor u staat hé ?" onderbrak de voorzitter hem. Steiner knikte met een rode kop: "...Heu...heb ik twee keer persoonlijk te doen gehad met de genaamde Petré Josephus...Ha-ja !...Want toen de lente de moerassen deed smelten hebben wij ons moeten overgeven of wij verzopen ter plekke in het slijk. De sterksten onder ons kregen van den Duits de keus zich in te lijven in het leger van de afvallige Witrus Generaal Vlassov. De rest werd krijgsgevankelijk afgevoerd en ze stierven allen de trage hongerdood in het kamp van Starja Russa, dat het zegevierende sovjet-leger een jaar later kon bevrijden. De Vlaamse fascisten van het Legioen zijn medeplichtig aan mijn gedwongen inlijving bij het leger van de verrader Vlassov en de beestachtige uitroeiing van mijn krijgsgevangen kameraden."

Zo, Steiner was aan het einde van zijn lesje. Ook de substituut knikte weer goedkeurend lijk een schoolmeester bij de declamatie op de prijsuitdeling. Hij liet de voorzitter verstaan dat de Moor zijn plicht had gedaan: de Moor kon gaan...

Maar voor de vorm vroeg deze of de verdediging soms nog vragen had...

Florizone stond op: " Inderdaad meneer de voorzitter, had ik graag geweten of getuige persoonlijk gezién heeft dat deze Vlaamse fascisten zijn gevangen kameraden naar dat kamp hebben gesleept en hen daar opgesloten hebben gehouden tot de laatste man van honger stierf ?"

" Bah neen, ik zat in een àndere groep hé! "

" En hoe is getuige dan zélf aan deze hongerdood ontsnapt ? Toch door dienst te nemen in het leger van de verrader Vlassov en de rest van de oorlog aan de zijde van de Duitse fascisten te strijden, nietwaar ?"

De voorzitter fronste even de wenkbrauwen maar liet Steiner toch antwoorden.

"Bah-ja, ik moést wel ,hé meneire ! Het was dàt, of van honger creveren als krijgsgevangene..."

" Maar op het moment dat de Duitser uit heel dien hoop krijgsgevangenen de sterkste mannen uitkoos en gij soldaat werd in het leger van collaborateur Vlassov, wist ge toch nog niet dat uw ongelukkige kameraden in dat krijgsgevangenkamp een maand later gingen sterven van de honger, nietwaar ?"

Daar had Steiner zo direct geen antwoord op. Maar Florizone besloot langs zijn neus weg :" Dus hebt gij ook vrijwillig aan het Oostfront gestreden aan de Duitse kant, juist lijk mijn kliënt ,nietwaar ?...."

Het plotse rumoer op de tribune werd door de voorzitter met een roffel van zijn hamer neergeslagen :" Meester ! Meester, de getuige staat hier niét ter verdenking ! Ik wijs u terecht !"

De pleiter boog deemoedig ,met een vals lachje ,en kreeg genadig toestemming verder te gaan.

" Meneer de voorzitter, mag ik aan getuige vragen welke functie hij voordien uitoefende in het Russische 2.Stormleger, vooraleer naar de Duitsers over te lopen, en in welke sectie hij toen diende bij de Sovjets?"

" Ik was bij de 'Agitprop' en ik riep over de zware hautparleurs naar de overkant, zuiver om die mannen te doen deserteren ! Want ik sprak in vijf talen hé: onder andere in 't Spaans tegen de fascisten van de 'Division Azul' en in 't Vlaams tegen die van 't Legioen ! "

" Meneer de voorzitter, de Duitsers fusilleerden onmiddellijk alle leden van 'Agitprop' die ze krijgsgevangen namen. Hoe verklaart getuige dan dat hij nu nog leeft en blijkbaar in goede gezondheid verkeert ? Is het niet zo dat mijn cliënt hem bij de gevangenname herkende en hem onmiddellijk en met nadruk verwittigde om over zijn specialisatie te zwijgen ?"

Steiner knikte :" Wel, dat ging zo: ons omsingelde Tweede Stormleger heeft zich in de lente niet in één blok overgegeven hé. Wij vielen in kleine groepjes van een tien man uiteen: sommige liepen recht naar de vijand om zich over te geven, andere probeerden 's nachts in het moeras door de omsingeling te sluipen om terug in eigen linies te geraken. Dat was met mijn sectie zo het geval, maar ik zijn op 't laatste met nog twee kameraden tóch gevangen genomen geweest...Petré was daar omtrent toen ze mij vingen en heeft mij subiet herkend. Voordien had hij, volgens zijn zeggen, door mijnen 'Vlaamse uitleg' in de hautparleurs, al een gedacht gehad mij van vroeger te kennen...Tijdens de afvoer heeft hij mij kort ondervraagd en mij uitgelegd wat ik moest doen om bij de triage niet subiet gefusilleerd te worden door den Duits...Ik..."

" Ja, dank u! " onderbrak Florizone de woordenvloed: " Geen vragen meer, meneer de voorzitter! '

De substituut kon met de afgang van zijn getuige absoluut niet lachen. De voorzitter al evenmin en hamerde kwaad om het geroezemoes in de zaal af te stoppen.

" Meester, ík bepaal of de getuige is uitgesproken ! Hij keek vragend naar de substituut, maar deze schudde knorrig het hoofd. "Goed dan, de verdediging mag haar eigen getuige oproepen...Meneer Bolton, Brian! "

 

Het duurde even voor Joseph van de commotie hersteld geraakte toen hij zag hoe een uitgeteerde man door de bode naar voor werd geholpen en daar op een stoel werd neergeplant. Tijdens de verwarring, die met de aanstelling van de tolk gepaard ging, trachtte hij vergeefs in dat levend lijk de pittige piloot te herkennen waarmee hij destijds in de abri zo dikwijls over een betere wereld had liggen bomen. Nu begreep hij de vroegere bittere bedenking van Florizone: " Als hij maar niet van zijn stokken draait midden in zijn verklaring ! "...

De identificatie via de tolk verliep wat hortend, tot de voorzitter besloot Boltons geschreven verklaring voor te lezen en hem tenslotte te vragen of hij bij zijn standpunt bleef. Had de familie Petré daadwerkelijk mee geholpen aan zijn poging om, na het neerhalen van zijn vliegtuig, terug naar Engeland te ontsnappen ? Na een ogenblik antwoordde de Brit met fluitende stem: " Yes, without their help it would never had been possible...At that moment I did'nt realise in what a terrible mess and lifedanger I had put them, by taking refuge in their home...And only long after the war I heard that their uncle René, my partner in the canoe, had drown during his last search for help...Terrible! Really, Joseph, I beg you on my knees to forgive me for all the trouble I caused to your family...And I think it's a shame that good people like you are now treated the way you are! " En zich in een laatste snik tot de voorzitter wendend, echode hij: " It's a real shame! "

Daarop zakte hij ineen. De tolk die naast hem stond kon nog juist verhinderen dat hij van zijn stoel schoof. In de zaal bleef het een ogenblik doodstil, maar toen de mensen zagen hoe Boltons schouders schokten onder zijn ingehouden snikken, barstte een luid gewoel los. Ook al had het publiek waarschijnlijk niks verstaan van Boltons uitval ,toch leek het blij dat er eindelijk iets  rebels de slaapverwekkende gang van zaken verstoorde ! De voorzitter hamerde er flink op los om de orde te herstellen, maar het duurde nog wel even vooraleer de debatten konden worden verder gezet !

De voorzitter maakte er toen korte metten mee: " Is de verdediging klaar met haar getuige ?" En zonder op een antwoord te wachten: " En heeft de heer substituut soms nog vragen ? Neen ? Dan kan de getuige terug plaats nemen en geef ik nu het woord aan de heer substituut voor zijn requisitoir ! Stilte in de zaal ! "

Joseph zat er verslagen op te kijken. Bolton werd door de tolk en Florizone terug naar zijn plaats in de publieke tribune geholpen, en de heer substituut nam al z'n tijd om van wal te steken tot alle ogen weer gericht waren op Kwatta.    

" Meneer de Voorzitter, meneer de burgerlijke rechter, heren van de krijgsraad. Ik ben akkoord dat de zaak van de Belgische Staat tegen beschuldigde Petré Josephus meerdere facetten heeft...Enerzijds leg ik hem wapendracht in dienst van de vijand en militaire hulp aan de vijand ten laste, zoals bepaald in paragraaf 113 secties van het Strafwetboek. Daarbij beschuldig ik hem van lidmaatschap van een criminele organisatie, zijnde de Waffen SS...De Staat eist daarvoor vier jaar gewone hechtenis... Anderzijds aanvaardt de wet verzachtende omstandigheden in hoofde van zijn jeugdige leeftijd en het feit dat de aangehaalde misdrijven uitsluitend op vreemd grondgebied en nooit tegen landgenoten werden bedreven. Ik dank de heren van de Krijgsraad voor hun aandacht."

Verdomme, dacht Joseph: vier jaar ! En geen woord over Birnbaum of Bolton, zelfs niet over die kloot van een Steiner, die toch zojuist bekende zijn leven te danken aan de tussenkomst van Joseph na het opruimen van de Wolchovkessel ! Verbijsterd keek hij Florizone aan, maar die wierp hem vol vertrouwen een knipoog toe...Wat krijgen we nou !?...Maar veel bedenktijd kreeg Joseph niet, want de voorzitter riep bits, terwijl hij op zijn horloge keek: " Het woord is aan de verdediging! "

Florizone stond statig recht en, na de klassieke show met de té lange mouwen van zijn toga en het schikken van zijn papieren op zijn tafel, stak hij van wal.

" Meneer de voorzitter, de verdediging aanvaardt de beschuldigingen van wapendracht en hulp aan de vijand zoals de heer substituut ze verwoordde. Deze zijn genoegzaam bewezen, al leg ik sterk de nadruk op de jeugdige onbezonnen manier waarop mijn cliënt in dit avontuur verzeild is geraakt. Na een vlammende ruzie met zijn moeder-weduwe loopt hij van huis weg en, om haar met al zijn branie een hak te zetten, tekent hij een uur later in Oostende een dienstneming bij het 'Vlaams Legioen'. En niét bij de Waffen-SS zoals verkeerdelijk wordt beweerd ! Want pas in het voorjaar van '43 werden de overlevende vrijwilligers van het 'Vlaams Legioen' automatisch overgeheveld naar de SS-Stormbrigade, zonder dat hun mening werd gevraagd ! "

De substituut sprong ertussen: " Kom meester, hij had die overheveling toch kunnen weigeren hé ! "

" Vergeet het maar ! Mijn cliënt had in Oostende getekend als vrijwilliger van het 'Vlaams Legioen' "voor de duur van de oorlog tegen de bolsjevistische Sovjet-unie", in het gedacht dat de Duitsers het daar binnen het jaar gingen opkuisen. Maar dat viel lelijk tegen: de oorlog duurde viér jaar en er was geen sprake van om uw dienstverbintenis halverwege op te zeggen omdat de krijgskansen keerden hé ! Zo werkt dat niet in het Duitse leger ! "

" Dan had hij maar beter uit zijn ogen moeten zien vooraleer te tekenen ! " sneerde de substituut.

" Och " vergoelijkte Florizone: " Zijn kop was zot gedraaid door zijn beschermheer, de burgemeester van het dorp, dat het zijn heilige Vlaamse plicht was de bolsjevistische bedreiging van zijn heimat te gaan bestrijden. Niet zodanig ter bescherming van België, want zoals u weet was toen de mening algemeen verspreid dat België, na het debacle van de achttiendaagse veldtocht en de politieke verwarring die daarop volgde, niet meer bestond. Algemeen werd aangenomen - en door alle gezagdragers en media van dat ogenblik bevestigd - dat wij een deel zouden worden van het onoverwinnelijke Derde Rijk, en dat onze jeugd de heilige plicht had zich daarvoor totaal in te zetten. Deze defaitistische mentaliteit, die toen tot in de hoogste kringen van onze samenleving was doorgedrongen, wordt nu officieel doodgezwegen, maar is binnenkamers genoegzaam bekend om daar niet te veel de nadruk op te moeten leggen...Dàt een snotaap van nauwelijks achttien jaar door deze giftige tijdssfeer misleid werd, kunnen wij enkel betreuren. Maar dat mag ons niet beletten daar begrip voor op te brengen, begrip dat ik nadrukkelijk aan de krijgsraad vraag in overweging te willen nemen ! "

     De substituut onderbrak hem: " En Meester, moeten wij soms ook begrip opbrengen voor de duizenden slachtoffers die onze brave jeugd daar in Rusland aan de zijde van het misdadige fascistische Duitsland heeft vermoord ?!"  

         Florizone zwaaide verontwaardigd met zijn brede mouwen: " Meneer de voorzitter, de heer substituut heeft blijkbaar slecht geluisterd naar de uitleg van zijn eigen getuige ! Deze bevestigde zoëven dat het 'Vlaams Legioen', waarbij mijn cliënt vocht, niets te verwijten valt voor de latere hongerdood van de krijgsgevangenen in het kamp van Starya Russa, dat ver buiten zijn gevechtszone lag ! Maar dat er bij de verbitterde gevechten aan de Wolchov aan beide zijden veel soldaten gesneuveld zijn is eigen aan de oorlog ! Om dan bij het doden van een vijand te spreken van moord is zó ver gezocht dat ik deze lapsus voor rekening laat van de onbevoegden !"

De voorzitter deed een sussend gebaar: " Gaat u verder meester ! "

Florizone hervatte: " Laten we ons er dus bij neerleggen dat de krijgsverrichtingen in Rusland beoordeeld zullen worden door de geschiedkundigen. Al moet ik er toch op wijzen dat de verbittering van het gevecht mijn cliënt zijn humane inborst niet deed verliezen en hij een krijgsgevangen vijand - in casu uw getuige, meneer de substituut - het leven heeft gered door hem aan te raden vrijwillig dienst te nemen in het leger van de afvallige Russische generaal Vlassov. Met als resultaat dat uw getuige Steiner als vrijwilliger aan Duitse zijde de oorlog heeft overleefd en hier een zeer duidelijke verklaring heeft kunnen afleggen ten gunste van mijn cliënt ! Waarvan akte ! "

Florizone pauzeerde even door theatraal een slok water te drinken...Het was doodstil in de zaal.

" Om op de diepmenselijke inborst van mijn cliënt verder te gaan, wil ik even terugkomen op de getuigeverklaring van de jood Arthur Birnbaum, die weliswaar in het dossier zit, maar waar men nogal licht is overgegaan... Ook deze jood verklaart letterlijk - en ik citeer - "Ik ben mijn vriend Joseph Petré eeuwig dankbaar dat hij mij daarmee het leven heeft gered ! " En daar bedoelt hij mee dat mijn cliënt hem, nà de aanslag op Hitler en in volle heksenjacht van het laatste oorlogsjaar, een veilige schuilplaats heeft bezorgd op gevaar van zijn eigen leven ! Want inderdaad, nà die aanslag op Hitler in juli '44 hebben de nazi's op afvalligen in eigen rangen zo onverbiddelijk jacht gemaakt, dat de minste verdenking van ontrouw gelijk stond met de strop of het executiepeloton ! Met als resultaat zegge en schrijve 4.000 terechtstellingen ! Vierduizend, mijne heren ! Hulp bieden aan een joodse onderduiker in dié omstandigheden stond voor een lid van de krijgsmacht gelijk met zelfmoord ! En tóch heeft mijn cliënt dit dodelijk risico genomen uit vriendschap voor de jood Birnbaum ! Waarvan akte, meneer de voorzitter ! Ik druk er op ! "

Juist op dit ogenblik kreeg iemand in de publieke tribune een verstikkende hoestbui en trok zo even de aandacht naar zich toe. Het bleek Bolton te zijn. Zijn vrouw trachtte hem te kalmeren, maar ondertussen schoven de mensen rond hem in afgrijzen opzij toen ze het bloed op zijn zakdoek bemerkten. De voorzitter hamerde wat onnozel om stilte. Maar toen de bode hem verwittigde dat de getuige onwel was geworden, zei hij hardop: " Qu'on le fasse soigner dans le couloir, allez ! "

Een rijkswachter en de bode hielpen Bolton naar buiten, en toen de rust in de rechtszaal enigszins was hersteld, kon Florizone voortgaan.

" U ziet, meneer de voorzitter, dat mijn getuige, de heer Bolton, werkelijk met zijn laatste krachten speciaal van Engeland naar hier is gekomen om te vermijden dat zijn verklaring ten gunste van mijn cliënt zou verdwijnen tussen de paperassen van het dossier. Ook hij heeft benadrukt hoe héél het gezin Petré, in volle oorlogstijd, hun leven in de waagschaal hebben gesteld om hem te helpen terug in Engeland te geraken..."

Weer onderbrak de substituut het betoog: " Pardon meester, uw cliënt had bij deze gewaagde beslissing van zijn moeder niets in de pap te brokken ! Het is dan nu bedrieglijk hém daar voordeel uit te laten trekken! "

" Meneer de voorzitter, de heer substituut is misschien nog wat jong om over de bezetting met kennis van zaken te spreken ! Maar iedere volwassene die het heeft meegemaakt weet dat de Duitsers zich nooit iets aantrokken van dergelijke haarklieverij ! Indien ze Brian Bolton in het huis van de Petré's hadden ontdekt, zouden ze zonder pardon het hele gezin Petré naar het concentratiekamp hebben versleept ! Waar negen op tien een pijnlijke dood hen wachtte !...Al de rest is larie !"

De voorzitter wierp weer nadrukkelijk een blik op zijn polshorloge en Florizone begreep dat hij moest besluiten: " Tot slot druk ik de hoop uit dat u bij uw strafafweging goed het beeld van mijn cliënt voor ogen zou houden . Het was een snotneus die, opgejut door de notabelen van zijn dorp, in een bevlieging onbezonnen dienst nam om naar het Oostfront te gaan vechten. Hij kwam daar heel buiten zijn bedoeling in een ware hel terecht waar hij twee jaar lang iedere seconde in vreselijke omstandigheden moest proberen te overleven en dreigde te sterven. De kogel, die uw getuige in zijn hiel schoot, bezorgde hem uiteindelijk koudvuur waardoor zijn been op barbaarse wijze in tweemaal moest worden afgezaagd, zonder veel verdoving... Ik vraag u, is deze knaap zo nog niet genoeg gestraft voor de onbezonnen misstap die hij beging ? Zijn zware invaliditeit zal hem iedere dag van zijn verdere leven daaraan herinneren ! Wat kan een effectieve veroordeling daaraan nog toevoegen ? Ik vraag dus dat uw wijsheid genoegen zou nemen met een voorwaardelijke straf. Dank u ! "

Zo, dat was het dan! Over het verder verloop van de afhandeling wist Joseph zich 's avonds niets meer te herinneren, buiten het feit dat de volgende zaak uitgesteld werd tot volgende week. De heren wilden, door het uitlopen van de zaak Petré waarschijnlijk hun pint niet missen in 'De Leeuw'...Feit is dat Joseph tegen de avond veroordeeld werd tot vier jaar, waarvan drie voorwaardelijk, en met de mogelijkheid tot vervroegde vrijlating...En aangezien meester Florizone heel uitbundig reageerde, had hij waarschijnlijk nooit zo'n gunstig resultaat verwacht...

Iedereen blij dus.

Pas de week daarop, toen Florizone in de gevangenis van het Pandreitje poolshoogte kwam nemen hoe hij het daar stelde, vernam Joseph dat Bolton, na zijn hoestbui op het gerechtshof, toen ook in de wandelgang was overleden.    


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
19-12-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
20-12-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 383
Klik op de afbeelding om de link te volgen

         D17: HET PANDREITJE.

                                  Brugge, april '47.

" Verdomme! Ze smijten hier weer wat binnen ! "

De sfeer zat meteen goed ,als je doof was ! Al bij de inboeking in de administratie van de gevangenis als "entrant" had het er tegen gezeten: waar moesten ze in godsnaam blijven met een zwaar invalide logé-op-één-been ?! In al de zijvleugels van het complex lagen de cellen, waar ze desnoods nog een veroordeelde bij konden duwen, op de eerste of de tweede verdieping. Maar een kreupele kon je nu toch moeilijk die ijzeren trappen opjagen, hé ! En zijn krukken mocht hij sowieso niet meenemen in de cel: véél te gevaarlijk voor de cipiers !

Na veel vijven en zessen hadden ze hem tenslotte dan maar op het gelijkvloers in de infirmerie gestopt. "Ten voorlopigen titel ! " had de chef schoorvoetend toegegeven, tegen beter weten in: " Die charels van de krijgsraad peinzen zeker dat wij van de vuilkar zijn ! " En voor alle zekerheid hadden ze hem eerst maar eens grondig ontluisd en door de douche gejaagd tot hij blonk als 't kinneke Jezus.

Ook op de ziekenzaal werd hij allesbehalve hartelijk ontvangen. De twaalf bedden waren allemaal belegen. Als dertiende zou hij ofwel op een 'paillasse-par-terre' moeten slapen de eerste nachten, ofwel één van het dozijn 'carottetrekkers' wegdrummen, terug naar die rotcel daar boven. En de volgende morgen wàs het al zover: na het doktersbezoek mocht er een ancien zijn boeltje pakken... Weliswaar onder luid protest, maar zonder veel morele steun van de collega's, die al blij waren dat zíj aan de hakbijl waren ontsnapt. Een half uur later was Joseph de nieuwe eigenaar van 's mans bed bij het venster, zeg maar de beste van de zaal...Met twee propere lakens en heel de bataclan  ! En er bovenop kreeg hij nog een smalle hoge kleerkast van het leger, ook al bezat hij voor het ogenblik nog niets om erin te hangen...Toen de verpleger zelfs een handje toestak om de ene pijp van zijn pyamabroek hoog op te spelden, wist Joseph dat hij het hier goed zou kunnen uithouden ! Hopen maar dat dit mooie liedje nog een tijdje kon blijven duren...Alhoewel , een héél jaar ?...

Het vroeg een paar dagen voor hij werkelijk contact kreeg met zijn kamergenoten, maar na een week was het al Sooi, Pol, Twanne en andere Charels wat de klok sloeg. Zo vernam hij al vlug dat er geen vrouwen in de buurt rondliepen: niks dan mannen...Ook dat er in feite drié ziekenzalen waren. In de zijne werden de fysieke gekwetsten verzorgd met sneden, botbreuken en brandwonden. De zaal links herbergde de zogenaamde 'bassers' (Westvlaams voor 'hoesten lijk een hond') met hun inwendige ziekten, vooral T.B.C...En in de rechtse zaal zaten de 'zotten' en de zelfmoordenaars, kortom iedereen die een vijs los had staan. In zijn eigen groep was de verloop jammer genoeg het grootste: wiens wonden genezen waren vloog zonder pardon terug naar de cel, maar uit de twee àndere afdelingen werd zelden een patiënt levend gelost...Enkel onder een laken met de voeten vooruit...

Ook al verwachte hij niet dat z'n poot er met de tijd weer zou aangroeien en z'n invaliditeit zou verdwijnen ,toch vreesde hij dat zijn verblijf hier in de paradijselijke infirmerie maar van korte duur zou zijn. Daarom was hij vast besloten te genieten van elke seconde. In het kamp was het overal ijskoud geweest, hier voelde het soms warm genoeg aan om even in pyjama rond te lopen. In Sinte Kruis kon je op de duur dat rotte vreten bijna niet meer door je strot krijgen - altijd die gerstepap met gekapte koolblaren ! - terwijl hij hiér op die paar dagen al drie verschillende soepen met stoofvlees had gekregen, lekker dik ! En brood à volonté, mét confituur ! Neen, van honger zou hij hier niet omkomen ! Maar aan het verblijf in de infirmerie zat één groot nadeel vast: je kon niet naast de plakkaten met "Défense de Fumer-Verboden te Rooken" zien ! En wie het op het w.c. tóch waagde, zette zijn verder verblijf in dit paradijselijk oord sterk op de helling...

De dokter had al bij het eerste onderzoek gesnopen dat Joseph in feite geen verzorging nodig had, en tijdens zijn verblijf hier best een handje kon toesteken. Bij de paperasserij, bijvoorbeeld hé ? Met een diploma van ‘Hoger Middelbaar’ kon dat geen probleem zijn...Voor Joseph niet gelaten, natuurlijk: alles wat zijn statuut hier een beetje kon verstevigen was mooi meegenomen ! Hij kreeg er zelfs nog een rolstoel bovenop !

Maar zoals iedereen keek hij wél uit naar nieuws uit de buitenwereld. Ook al gonsde de gevangenis van allerlei geruchten - en zéker in de infirmerie waar ze zo vrij konden rondlopen en babbeltjes slaan - toch wist iedereen dat die vertelsels dikwijls gewoon uit de duim waren gezogen, of minstens ferm aangedikt. Ze waren dan ook meer bedoeld om de patiënten geestelijk alert te houden of om uit te vissen hoe de anderen er over dachten. De laatste kwakkel beweerde dat koning Leopold, bij zijn terugkeer uit ballingschap op de troon, onmiddellijk een algemene amnestie zou uitvaardigen ten gunste van de politieke gevangenen.. Maar vreemd genoeg kon geen enkele advocaat van de veroordeelden dit hoopvol bericht bevestigen, wat er toch op wees dat die heren minder alwetend waren dan ze zich wilden voordoen !

Joseph kon aan zijn advocaat niet vragen wat daar van ààn was, want hij had Florizone sinds de veroordeling niet meer gezien. Misschien wou die even de druk opvoeren om zijn ereloon uitbetaald te krijgen ? Joseph had toch van bij de aanvang laten verstaan dat hij het honorarium zonder moeite kon vereffenen, al was het dan via tante Jetje...Die wist dat zijn vermogen in Franse en Belgische bankbriefjes in de holte van zijn kunstbeen verborgen zat. Eén seintje van hem en dat probleem was van de baan hé ! Dààrvoor hoefde Florizone niet moeilijk te doen !

Maar hij vond wél dat die meneer dat vonnis minstens even kon komen uitleggen, ook al had Joseph hem reeds op de avond van de uitspraak gezegd zéker niet in beroep te willen gaan...Stel je voor: binnen nauwelijks een jaar was hij weer een vrij man, en kon hij gaan en staan waar hij wou ! Bij voorbeeld zijn barak in Westende weer betrekken: prachtig gelegen om op zijn gemak die goudschat van Jupp uit de abri op te graven ! ...Of zelfs zonder belemmering eventueel terug naar Erika Deutinger trekken in Porz: eens testen of dat lekker mokkel nog vrij was... Alhoewel, zoals die 'Konrad' – alias Gustave Noël-Dieudonné of hoe die kerel ook mocht heten - daar nog steeds rond haar vodden draaide, kon een voortzetting van zijn relatie met Erika wel eens problematisch worden...En mocht dat zo zijn, kon hij het jonge koppel altijd even een flitsbezoek brengen, al was het énkel maar om daar zijn stock juwelen te recupereren die dat blonde mokkel hier was komen pikken !...Want die geit dacht toch niet dat ze hem eventjes een dikke honderdduizend frank lichter kon maken, hé, zónder dat hij haar stevig aan de oren ging trekken ?! Alhoewel: op de rechtbank was er in het vonnis sprake geweest van zes jaar 'verlies van burgerrechten': zou dat ook inhouden dat hij geen reispas meer kon krijgen ?...Verdomme, waar bleef die kloot van een Florizone toch ?! Die werd toch betaald om dergelijke vragen te beantwoorden, hé !

Al deze problemen wemelden door zijn hoofd, telkens hij zich overdag mentaal van zijn omgeving probeerde af te sluiten. En vooraleer écht in te slapen verloor hij zich 's nachts in de meest bizarre oplossingen...Het was dan ook een hele opluchting toen de verpleger hem op een donderdag verwittigde dat zijn verdediger hem opwachtte in de verbandruimte, die ook als privé-spreekkamer werd gebruikt voor de niet-ambulante patiënten...

" Gij komt uw rekening presenteren, zeker ?" viel Joseph hem bij de begroeting abrupt in de rede: " Met al die getuigenissen ten mijnen gunste heb ik het u ànders wél héél gemakkelijk gemaakt om 't proces te winnen hé ! "

Maar Florizone viel direct op zijn pootjes: " Meneer Petré, had ik al die moeite niet gedaan om die vage getuigen van u uit het verleden op te vissen, dan had ge met de beste advocaat nog altijd vier volle jaren hechtenis aan uw been gekregen ! ...Heu, bij wijze van spreken..",voegde hij er wat gegeneerd aan toe ,met een sluikse blik op zijn opgespelde broekspijp.

Joseph glimlachte sarcastisch: dat éne been van hem begon langzamerhand een sterk moreel wapen te worden ! Tenslotte had het hem al een prinsenbed bij het venster van de infirmerie bezorgd, om nog te zwijgen over de strafvermindering van minstens één jaar die hij aan een medelijdende krijgsraad had te danken ! Voortdoen zo !

" Ten andere, "vervolgde Florizone zijn aanval: " Ge weet het misschien nog niet, maar meneer Bolton is na zijn getuigenis in de gang van het gerechtshof ingestort en kort daarop overleden ! Dat heeft nog aardig wat voeten in de aarde gehad om zijn stoffelijk overschot naar zijn vaderland over te brengen, weet ge ! "

Als schot voor de boeg kon dat tellen. Door de schok raakte Joseph helemaal van zijn melk en hoorde maar half wat de advocaat daar nog allemaal over vertelde. Wél begreep hij dat Florizone de Britse ambassade had kunnen inschakelen en dat die voor de verdere afhandeling had gezorgd, ook financieel...Hij verwachtte dus niet dat de kosten aan Joseph zouden worden doorgerekend, hoogstens wél aan de Belgische Staat.

"Al kan dit administratief monster zich later in het slechtste geval nog altijd tegen ons keren..."

Joseph schoot verontwaardigd wakker: " Zeg, wat een schande ! Dat de heldhaftige geste van die mens om het recht te doen zegevieren moet uitdraaien op een ordinaire discussie over centen ! Moest ik bij mijn geld kunnen, ik betaalde dat verdomme direct uit mijn eigen zak ! "

" Hey stop ! Vergeet dat maar ! Zo'n begrafenis met een zinken kist kost een fortuin ! Daar zoudt ge de rest van uw leven voor mogen afbetalen ! " Dit scheen Joseph inderdaad wat te kalmeren.

"Maar 't is niet dààrvoor dat ik hier gekomen ben." vervolgde Florizone: " Gezien wij niet in beroep zijn gegaan, is tien dagen na de uitspraak het vonnis nu definitief. Ik neem aan dat wij tevreden mogen zijn met die afloop. Ge krijgt dus vier jaar gevangenis, waarvan drie voorwaardelijk wegens verzachtende omstandigheden. Die slaan enerzijds op uw jeugdige leeftijd, en anderzijds op uw humane tussenkomsten die het leven gered hebben van drie door de vijand vervolgde personen. Drie, dat wil zeggen dat de krijgsraad ook de redding van de heer Steiner aan de Wolchov in rekening heeft genomen...Dit doet mij bijna denken aan opgezet spel van de substituut, die zijn eigen getuige dingen heeft laten vertellen die onze zaak ten goede zijn gekomen ! Maar hoe dan ook, ten laatste op 30 maart 1948 komt gij vrij, en misschien zelfs vroeger, wegens goed gedrag..."

" Zoiets had ik ook al berekend, "onderbrak Joseph dit zegebulletin: " Maar hoe zit dat met die zes jaar 'verlies van burgerrechten' ? Kan ik dan in die periode nog een reispas krijgen ? Want nà mijn vrijlating zou ik zo rap mogelijk naar Duitsland moeten om een geldkwestie te regelen, en misschien blijf ik daar wel aan een vrouw plakken, wie weet...Hoe zit dat ?"

" In elk geval: wie geen burgerrechten heeft, krijgt geen reispas, zo is de toestand nù ! Maar tegen dat ge vrij komt kunnen we wel een verzoekschrift indienen, en zéker winnen moest ge van plan zijn daarna niet meer naar het vaderland terug te keren...Ze zijn u blijkbaar liever kwijt dan rijk...Maar dat is zorg voor later ! Voor het ogenblik moeten wij zien dat ge deze strafperiode zo goed mogelijk doorkomt. Ik neem aan dat deze opname in de infirmerie u nogal bevalt, maar hoe lang die gaat duren hangt af hoe braaf, opgewekt en dienstwillig ge zijt. Met een humeur als vandaag staan uw kansen slecht, ik zeg het u maar beter vlakaf. Zohaast ze de minste agressiviteit bespeuren hebt ge er gelegen ! Gebruik dus uw gezond verstand! ...Bon, mijn tijd zit er op...Madame Georgette Neuville vroeg om volgende donderdag op bezoek te mogen komen...Geen bezwaar ?...Okee dan: houdt u goed ! "        

Tante Jetje ? Wat zou dié hier komen doen ? Toch geen pakje boterhammen komen afgeven, hé ! Dat zou echt iets voor haar zijn !...Of een taart met een vijl in ! Nee-nee, die wilde natuurlijk weten wat ze met het geld uit zijn prothese moest aanvangen...En dan kon hij meteen eens uitvissen wat er juist gebeurd was met die schouw op Marie's slaapkamer in de 'Stella Maris', en een nauwkeurige beschrijving vragen van die haastige, jonge Duitse toeriste...Een week huren, en na één dag al terug wég: daar klopte iets niet ! Maar vooraleer hij Erika het mes op de keel zette, moest hij er natuurlijk helemaal zéker van zijn dat die brutale teef er inderdaad met zijn juwelenstock vandoor was ! Want mocht dat niét zo zijn, moest hij opletten dat hij met te nadrukkelijke vragen Jetje - of erger nog, Rachel - niet op leuke gedachten zou brengen...Die waren ook niet op hun kop gevallen hé !

 

De eerste week vloog om. Zo, nog hoogstens vijftig te gaan...En terwijl hij voortdurend overwoog of hij misschien beter een brief zou schrijven naar dat kreng in Porz, twijfelde hij over de juiste aanpak. Al stond één ding vast: hij moest laten verstaan dat hij kortelings vrij zou komen, zonder te specifiëren wanneer ! En hij mocht niet meer zo stom zijn als in zijn eerste epistel, waarin hij verklapt had dat hij voor jàren vast zat ! Dat was natuurlijk haar vrijkaartje geweest om ongestoord in haar eentje het initiatief voor de 'goldrush' te nemen, goed wetend dat ze van zijn kant voorlopig geen weerwerk moest vrezen !... Of, béter nog: hij moest zéker laten uitschijnen dat hij de goudschat in de abri reeds gerecupereerd hàd. Zoniet zou zij de volgende vakantie wel eens met een grote spade terug naar Westende kunnen komen, de feeks ! En verdomme niét om kleine zandkasteeltjes op het nat strand te bouwen, maar om diépe putten te graven!  En niét in 't fijn zand langs de branding ,maar in zijn abri ,verdomme !...Doch eerst eens zien wat Jetje over het flitsbezoek van Erika te vertellen had...

 

En wàt Jetje hem die donderdag te vertellen had, was zekers niet niks ! Om haar op bezoek te ontvangen moest hij met zijn rolstoel naar de refter, want enkel de niet-ambulante patiënten van de infirmerie kregen visite van hun familie aan hun bed. Het was druk in de zaal en het duurde even vooraleer hij haar in het gewoel van blèrende of spelende kinderen gevonden had...

Jetje pinkte een traan weg, maar beweerde toch dat hij er goed uitzag. En zou hij niet gemakkelijker rondlopen met zijn kunstbeen in plaats van met die onhandige invalidenkar overal tegen te botsen ?

Maar Joseph zei kortaf: " Tante Jetje, zwijgt daarover ! Zolang ik hiér zit mag er geen sprake meer zijn van die poot ! Moesten ze hier te weten komen dat ik een beenprothese heb, dan moet ik die aandoen en vlieg ik met mijn klieken en klakken buiten uit de infirmerie ! En dan is't voor eeuwig gedaan met het schoon leven...Nee-neen, houdt gij die poot maar stillekes bij, totdat ze mij lossen: normaal binnen vijftig weken, bij goed gedrag...Ten andere, mijn centen zitten erin verstoken, dat weet ge...En ik heb aan Florizone laten verstaan dat hij de afrekening voor al zijn moeite maar aan u moet geven: dat gij dat wel voor mij gaat betalen...Misschien dat hij zich tegenover een vrouwmens wat gaat inhouden ! ...Maar vertelt eens: wàt voor nieuws in de wereld daarbuiten ?"

" Ja, ventje, verschiet niet hé ! Ik heb weer bezoek gekregen van Nancy Penjaert van Oostende. Zij had al de antwoorden bij op de lijst met vragen die wij langs hààr naar den Indochine hadden gestuurd, ge weet wel: een dikke maand geleden...En verdikke allemaal juist hé ! Ik heb geen foutje kunnen ontdekken. Maar ge moet zélf maar eens zien: ik heb hem hier bij, zie..."

Ze wilde vlug in haar handtas beginnen graaien, maar Joseph hield haar tegen: " Stop ! Niet als de bewaking het kan zien, want alles wat het bezoek aan de gevangenen wil geven, moet langs de 'Surveille' passeren ! Vouw die brief tot in een bolletje en schuif het verdoken onder uw hand over tafel: ik zal het strak in de infirmerie wel bestuderen. Maar ik kàn het niet geloven dat die maat van Penny de Leon zou zijn ! "

" Pertang, Nancy kreeg van hààr ventje, de Penny, al de bevestiging dat die zogenaamde 'Jos Maes' wel degelijk onze Leon was. Hij noemde in zijn brief wel geen namen, maar schreef toch letterlijk - en ik heb het speciaal overgepend - " het betreft het ventje van 18 jaar dat in de winter van '44-'45 bij mijn afdeling '2cm-ers' aan de Oder vocht. Of ànders gezegd: garantie de jonge broer van de strijdmakker waarmee ik aan de Wolchov stond en die in april '44 het koudvuur in zijn voetwonde kreeg toen wij de Dnjester overstaken. Samen met de John Aspeslaghs zaliger "...Dat schijnt mij toch een serieuze getuige..."

" Ja, als Penny dat zo formuleert, dan is er bijna geen twijfel mogelijk...Maar als de Leon nù nog leeft, daar in de Indochine, wie heb ik dan in godsnaam onder zijn naam zien begraven in "Grube Drei" ,dat massagraf van Steglitz ?


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
20-12-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
Archief per week
  • 18/11-24/11 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 27/11-03/12 2017
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !
    Inhoud blog
  • Deel 400
  • Deel 399
  • Deel 398
  • Deel 397
  • Deel 396

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!