" De Afrekening"
Een West-Vlaamse oorlogsthriller in afleveringen
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
17-12-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 380
Klik op de afbeelding om de link te volgen

D14      ONTGOOCHELING EN BEDROG.

 

                                     Februari 1947.

Fred Bonheure, ja verdomme ,die naam zei hem inderdaad iets. Maar hij was in de 'Langemarck' zoveel Vlaamse jongens tegengekomen, zelfs mannen uit de streek hier...En later nog in de SS-Kulturstelle op de Fehrbelliner Platz...Maar met de beste wil van de wereld zag hij daar géén Bonheure tussen...Of...Toch misschien ?

Het leek wel of hij plots als een lichtflits door z'n hersens kreeg ! Natuurlijk, verdomme ! Sammellager Grunewald ! Daar was hij, vóór zijn vertrek naar het Canadese 'D.P.Camp Adlershorst', toch nog rap-rap op zijn vroegere wapenbroeder Penny gevallen, zeker ! Die zei getekend te hebben voor het Frans vreemdelingenlegioen ?! En toen hijzelf zich al lachend voorgesteld had als 'De Nieuwe Jean-Marie Peters' had die zotte, onverwoestbare Penny toch gezegd dat hij 'verdween' naar de Sahara onder de schuilnaam van 'Fredje Bonheure'...Maar aangezien Penny toen zei uit de' beschaafde' wereld te willen verdwijnen, en Joseph dus ook dacht zijn ex-wapenbroeder nooit meer terug te zien, was die naam van 'Bonheure' als vanzelf uit zijn herinneringen wéggedeemsterd...

Zo-zo, die sakkerse Penny leefde dus blijkbaar nog ! Bij de Franse para's in Saigon nog wel ! Van avontuur gesproken zeg ! En aan vrouwen geen gebrek, natuurlijk ! Daarbij nog wat bossen van wuivende palmen: dat was weer eens iets ànders dan de stoffige steppen van Rusland hé ! ...Verdomde Penny toch ! Is waarschijnlijk nog fier ook dat hij het in de wereld zover geschopt heeft, de klootzak, om pochend uit het Verre Oosten nog ansichtkaartjes te sturen naar de vrienden en kennissen in dat verzopen keutellandje hier...Zeker om mij een beetje jaloers te maken, hé ?...Al wist Joseph niet direct of hij zijn oude slapie wel écht moest benijden, daar in de verre Indochine...

Immers ,het laatste wat hij ervan gehoord had, was toch dat het de Fransen in hun opstandige kolonie niet echt voor de wind ging...Akkoord, hijzelf zat hier in de bak en Penny liep in Saigon als een vrij man rond, voor zover je dan serieus vrij kon zijn als legionair ! Maar zijn vriend riskeerde toch ieder moment gekeeld te worden door zo'n gluiperige waterchinees, of een giftige pijl in zijn kont te krijgen van een gedrogeerde rijstkakker! ...Neen, eerlijk gezegd en alles goed bekeken: hij wilde niet ruilen met die kwibus...Ook al liep deze dan zogenaamd vrij rond tussen de soldatenhoeren van het broeierige Saigon !

Maar blijkbaar was zijn vriend daar niét alleen: ene Jos Maes had de kaart mee ondertekend en wie dàt dan wel kon zijn, mocht de lieve god weten ! Waarschijnlijk ging onder dié naam een àndere oude kennis schuil ? Hij kon als vriend énkel nog aan John Aspeslaghs denken, maar hij herinnerde zich vaag dat Penny gezegd had dat de John gesneuveld was in de herfst van '44, aan de Narwa-rivier in Estland...Joseph besloot dan maar die Jos Maes even in de ijskast van zijn geheugen te zetten in afwachting van een betere hint. Voorlopig had hij nog wel een paar àndere problemen om zijn kop op te breken !

Want het was nu bijna een maand geleden dat hij zijn smeekbede gericht had naar Bolton, en nog steeds had die niets van zich laten horen. Waarschijnlijk te ziek, of wie weet: misschien zelfs overleden. Uit z'n eigen prille jeugd herinnerde hij zich vaag dat bij Bompa Cattrysse die vergiftiging met mosterdgas destijds ook lang had aangesleept. Maar op 't laatste was één enkele hoestbui voldoende geweest om hem erin te doen stikken...Die grote bloedvlek op de zetel voor het venster van de barak: hij griezelde nog als hij daaraan terugdacht...En stinken , Mariètte !

Ook van Arthur Birnbaum had hij niets meer gehoord, al beweerde diens zuster in New-York dat ze hem onze aanvraag had overgemaakt. Die kloot had het waarschijnlijk véél te druk met het organiseren van aanslagen tegen het Britse bezettingsleger in Palestina ! Nochtans, de hulp die Joseph op gevaar van eigen leven aan Arthur geboden had door hem te verschuilen in de kelder van het Hauptamt op de Fehrbelliner Platz, had zijn vriend toch ongetwijfeld van de dood gered, nietwaar ? Als je nù tenminste de verhalen mocht geloven over de wijze waarop de Duitsers met hun joodse gevangenen hadden omgesprongen...Maar blijkbaar beschouwde Arthur dat hij zijn ereschuld tegenover Joseph vereffend had, door hem onder een valse identiteit veilig langs de controle van het 'Sammellager Grunewald' te loodsen ?...

En inderdaad, in feite wàren ze quitte, hij en Arthur Birnbaum...En als hij achteraf alles eerlijk overdacht moest hij wat beschaamd toegeven dat hij zich in Berlijn erg op de vlakte had gehouden toen Arthur in moeilijke papieren zat...Daarom besloot hij, met pijn in 't hart, zich er maar bij neer te leggen dat hij van zijn vroegere vriend niet teveel meer moest verwachten...

Maar al met al: als zijn advocaat, meester Florizone, die twee getuigen "à-décharge" niet ten tonele kon voeren, zag het er voor Joseph op de krijgsraad niet erg rooskleurig uit ! Vooral omdat zijn ondervragers hem nu al twee keer aan de tand hadden gevoeld over vermeende oorlogsmisdaden die Vlamingen aan het Oostfront zouden bedreven hebben. Flauwe kul, natuurlijk ! Dat die heren niet het minste benul hadden van de ware krijgsomstandigheden in Rusland, bewezen ze door regelmatig 'Vlaams Legioen' en 'Langemarck' met elkaar te verwarren. Terwijl iedereen toch wist - of als ondervrager toch hóórde te weten - dat het 'Legioen' enkel gevochten had in de Wolchovmoerassen en aan de Neva voor Leningrad ! Die heren kénden zelfs de juiste data niet: van december '41 tot april '43 ! Joseph moest hen met hand en tand uitleggen dat van de vierhonderdvijftig Vlamingen, die aan deze laatste gevechten aan de Neva begonnen, er na twee weken geen vijftig meer op hun benen stonden ! In april '43 werd dit overschot van het Vlaams Legioen uit het front weggetrokken naar Praag voor een lange rustperiode, en in een nieuwgevormde eenheid, de SS-Stormbrigade 'Langemarck', ondergebracht.

" Deze stormbrigade werd viermaal sterker dan het oude 'Legioen', dankzij de snelle aanvoer van tweeduizend nieuwe Vlaamse vrijwilligers..." poneerde Joseph. Maar z'n ondervragers konden moeilijk geloven dat er nog zoveel zotten vrijwillig naar het Oostfront trokken toen de Duitsers al volop de oorlog aan het verliezen waren ! En dat de stormbrigade van de Kerst '43 tot de zomer van '44 onophoudelijk in Estland en de Ukraïne vocht tot ze er opnieuw 90% van de manschappen verloor, verwierpen ze als pure propaganda.

" Toch-toch ! En het is nog niet gedaan ! De povere resten van de stormbrigade werden in september '44 op de Lüneburger Heide ondergebracht in de nieuw gevormde SS-Division Langemarck, ditmaal samengesteld uit 12.000 Vlamingen die uit België waren gevlucht voor de westerse geallieerde 'bevrijders'. Maar vrijwilligers kont ge dat niet meer noemen: die mannen hadden geen keus meer...En tóch hebben zij nog verbeten tegen de Rus gevochten in Noord-Duitsland, van februari tot mei '45, onder andere aan de Oder... Ikzelf was daar het laatste jaar niet meer bij, want in de Ukraïne kreeg ik koudvuur in mijn oude voetwonde en moesten ze uiteindelijk heel mijn been afzagen. Ik werd dan uit gewapende dienst ontslagen en in Berlijn op een bureel gezet..."

" Maar ge waart er wél bij toen de Langemarck voor Leningrad, tot vijfmaal toe, Russische vrijheidstrijders bij een zogenaamde 'Partizanenjacht' heeft opgehangen !"

" Meneer, ik herhaal dat de 'Langemarck' nooit bij Leningrad omtrent is geweest !Ten tijde van de Partizanenkampf dààr heeft alleen het 'Vlaams Legioen' daar gevochten, want 'Langemarck' werd pas zes maanden làter opgericht ! Enkel het Legioen vocht bij Leningrad, en dan nog uitsluitend als achterwaartse steun voor de 2. Polizei-division. Wij kwamen nooit in vuurcontact met die partizanen in de frontlijn omdat wij geen enkele gevechtservaring hadden en daar in de weg zouden lopen...Maar ik heb daar inderdaad af en toe een stijf bevroren boer zien hangen, ja ! Doch die waren terechtgesteld door de Duitsers zonder dat daar een Vlaming omtrent was, daar steek ik mijn hand voor in het vuur ! "

" Ge liegt ! Wij hebben foto's gezien van Vlamingen die poseerden naast zo'n gehangene ! ..."

"...Die al dagenlang dood was: inderdaad ! ...Er waren van die gasten bij ons die het stoer vonden zich naast zo'n bevroren lijk te laten 'trekken'. Maar ge moet er al een tijdje hangen bij minus 30° Celcius vooraleer ge er zo witbestoven uitziet hé ! Die foto's, waarvan gij spreekt, heb ik ook gezien: die zijn minstens drie-vier dagen nà de terechtstelling van die Russen genomen...Maar uw conclusie houdt geen steek ! Want als ik mij  eens laat 'trekken', zittend op een dikke boomstam, is dat toch geen bewijs dat ik die heb omgezaagd, zeker ! En nog minder dat ik schuld zou hebben aan alles wat die houtkapper daar uitstak, hé ! Wel dan ! ..."

 

Dergelijke absurde discussies brachten tijdens de ondervragingen wel wat leven in de brouwerij, en soms kon er ook al eens een lachje af, maar voor Joseph waren het zenuwslopende dagen. Want als hij nadien bij het bezoek van Florizone verslag uitbracht, gaf die hem op de koop toe altijd onder z'n voeten omdat hij beter zus of zo had moeten antwoorden ! Zéér frustrerend ! Maar de man had natuurlijk overschot van gelijk: die huichelaars zouden ieder spontaan gegeven antwoord, daar waar het hén pastte, wel uit het verband trekken en totaal in zijn nadeel uitleggen ! Al goed dat het slopende onderzoek tegen eind februari werd afgesloten: nu was het énkel nog wachten op het proces, en natuurlijk de uitspraak van het vonnis...

 

Rond die tijd ontving hij ook de brief van Jetje, die een rare draai aan zijn leven zou geven.

Ze had namelijk bezoek gekregen van Nancy Penjaert, scheef ze, de 'verloofde' van zijn goede vriend Penny uit Oostende. Zij had haar een recente brief van Penny laten zien, verzonden uit een chinees boerengat, en haar daarvan de laatste regels voorgelezen:

" Doet ook de groeten van mijn kameraad Leon Petré aan zijn tante Jetje en weet mij te zeggen hoe het met zijn broer Joseph is afgelopen. Ikzélf heb Joseph, rond 15 september van '45, nog levend en wél tegengekomen in een Berlijns Sammellager, kort voordat hij naar België ging terugkeren en wij naar Marseille vertrokken..."

Joseph wist meteen dat deze zogenaamd herrezen broer een oplichter was: hij had Leon immers zien begraven op het kerkhof van Steglitz ! Wel niet met eigen ogen ,maar toch :als in een Duits kerkhofregister staat dat je begraven ligt in Grube 3 dan IS dat zo ! Wat hem wél even deed twijfelen was het feit dat die 'Leon' hém niét de beste groeten stuurde, en daarmee een duidelijke wrok tegen 'zijn oude broer' liet blijken... De échte Leon was immers óók zo'n haatdrager geweest, die Joseph steeds openlijk de schuld had gegeven voor zijn gedwongen inlijving bij de Kriegsmarine en de 'Langemarck'... Maar het idee zélf dat zijn Leon nu plots gezond en wel in de Indochine zou rondlopen, was té absurd om er veel woorden aan vuil te maken. Hij besloot dan ook Jetje zo vlug mogelijk te schrijven zich vooral niet door die bedrieger te laten inpalmen...

Jetje schreef ook in haar brief - zo van-god-geen-erg - dat de 'Stella Maris' voor de duur van de kerstweek verhuurd werd aan een jonge Duitse vrouw...Dat een Duitse het waagde in vijandelijk gebied haar vakantie door te brengen, vond Jetje op zích al raar. Maar de vrouw was na één dag al weer vertrokken, en had in de oude slaapkamer van Marie een échte zwijnestal achtergelaten ! Dat mens had in het rookkanaal van de schouw zitten prutsen, en héél de vloer besmeurd met vettig roet: onmogelijk die balatum nog proper te krijgen !... Dus moest hij niét verschieten, als hij binnenkort terug in zijn oude woonst ging kijken: het eerste jaar was die brandlucht er vàst niét uit te krijgen !

Leuk, dat zij erop rekende hem 'binnenkort' vrij te zien en zijn bezoek verwachtte in zijn oude thuishaven... Maar hij meende Jetje voldoende te kennen om niet te vermoeden dat zij met haar verhaal van haar 'grote kuis' méér bedoelde... Dat die Duitse vrouw hoogstwaarschijnlijk Erika Deutinger was geweest stond voor hem als een paal boven water. En ook, dat zij alvast met de juwelenstock van Rachel was gaan lopen, die haar vader in die schouw had verborgen ! Jupp had immers - niet alleen aan Joseph, maar hoogstwaarschijnlijk ook aan zijn dochter Erika - een plannetje gegeven wààr juist de twee dozen met goud en juwelen verborgen zaten: één in de schouw van de 'Stella Maris' en één diep onder het stuifzand van de abri. Ze wist, door zijn eigen naïef briefje, dat hij voorlopig vast zat in de gevangenis en mogelijk nog geen tijd gekregen had om het goud te recupereren... En gezien ondertussen de vijandige gevoelens van de Belgen tegen de Duitsers wat afgekoeld waren, had Erika haar kans gewaagd, en zélf een raid uitgevoerd naar de kust ! Waarschijnlijk met de hulp van haar vriend 'Konrad', alias Gustave Dieudonné ! ...

Al deze details kende Jetje waarschijnlijk niet, al wist hijzelf, door al die intriges van de laatste tijd, ook niet goed meer wié de àndere bedroog en vice versa ! Maar Jetje zal toch wel iets in die aard vermoed hebben, anders had ze hem dat stomme verhaal van die Duitse toeriste niet zo nauwkeurig uitgespeld... Natuurlijk kon zij wegens de censuur niet open en bloot naar een gevangene schrijven dat zij zojuist waarschijnlijk van een grote partij juwelen beroofd werd... Hoe dan ook: Joseph voelde zich door Erika bestolen, en géén klein beetje ! Tenslotte had hij het eigendomsrecht op de goudpotten van Jupp verworven, door in ruil aan de Deutingers zijn contant fortuin van 10.000 Reichsmark te overhandigen ! Al goed dat hij nooit geobsedeerd werd door een mogelijke toekomstige rijkdom: hij kon leven zonder dat goud. Maar vroeg of laat zou hij Erika daarvoor toch de rekening presenteren ! En nu maar hopen dat zij geen tijd gekregen had om ook de doos, die in de abri verborgen lag, op te graven...

 

De plotse mogelijkheid dat Leon nog leefde, kwam ook voor Rachel aan als een bliksem bij een heldere hemel. Dat zou verdomme al haar plannen, om Pyliesers erfenis aan Joseph te ontfutselen, naar de kloten helpen ! Maar zij klampte zich vast aan Josephs overtuiging dat het om een oplichter ging... Vermoedelijk was iemand op één of àndere manier te weten gekomen dat Leon erfrecht had op de helft van Pyliesers fortuin en poogde hij deze wetenschap nu op bedrieglijke wijze te verzilveren. Gelukkig scheen Joseph zélf nog niets te weten van Pyliesers erfenis en dus nog minder te vermoeden dat de oplichter bijna zéker op centen uit was, héél véél centen...

Wél wist Rachel dat Joseph Jetje opdracht had gegeven via Nancy Penjaert een vragenlijst naar Indochina te sturen. Zuiver om te testen hoeveel de oplichter van Leons vroegere leven te weten was gekomen. Daarin vroeg hij niet alleen allerlei details over hun gezamenlijke jeugdherinneringen, maar stelde hij ook strikvragen die nergens op sloegen. Zo wilde hij weten hoe de hond heette van nonkel René, terwijl die nooit zo'n beest had gehouden ! Of hoe de naam van Olgatjes oudste zuster luidde, terwijl dat eerste lief van Leon enkel twee broers had ! En tenslotte, wat hem weerhouden had in mei '45, nà zijn laatste bezoek aan de apotheek in de Albrechtstrasse, om even bij de Antwerpse familie 'Bens' binnen te springen ? Aangezien het lijk van Leon, volgens de Duitse kerkhofadministratie, in dié apotheek werd gevonden kon hij moeilijk nà zijn overlijden op visite gaan bij de Oostendse familie De Bens, nietwaar ! Rachel had begrepen dat er in zijn teksten voldoende valkuilen verborgen zaten om de meest geslepen oplichter te doen struikelen. En ze hoopte uit de grond van haar hart dat deze list zou lukken en de bedrieger vlug ontmaskerd zou worden ! ...

Ondertussen was ze druk bezig, achter de rug van haar vriendin Jetje, de jonge notaris Marcel rond haar vinger te draaien. Het hotelletje in De Panne kwam er niet meer bij te pas, nu vader Legein uit de weg was geruimd. Véél te omslachtig, en duur op de koop toe...Daarbij vreesde Marcel toch doorlopend er door een indiscrete stadsgenoot betrapt te worden en over de tong te gaan...Op hun eigen bureel  daarentegen moesten ze niet bang zijn voor pottenkijkers en hadden ze tijdens de middaguren alle tijd om hun zondige lusten bot te vieren...Rachel waakte er echter streng over daar geen gewoonte van te maken, kwestie van haar minnaar scherp en alert te houden. En vooral Jetje niet te verontrusten, ook al beschouwde ze haar fikfakkerijen met haar nieuwe baas absoluut niet als liefdesbedrog ten overstaan van haar hartsvriendin. Maar twéé ijzers in het vuur houden vond ze in haar situatie stukken veiliger ! Want je wist maar nooit of ze Marcel - die overjaarse puber - op den duur wel écht aan de haak zou kunnen slaan...Hij was nu een rijke vrijgezel met klasse, en een gegeerde prooi voor trouwlustig vrouwvolk van heel de Westhoek ! Dus vooraleer dit tot zijn simpele geest doordrong, wilde Rachel graag haar eigen financiële toekomst veilig stellen. En niét uitsluitend te rekenen op de vage mogelijkheid Joseph op te lichten met zijn erfenis van wijlen Gerard Pylieser...

Daarom had ze eens nagepluisd hoe haar minnaar ervoor stond, en dat was, voor zover zij kon zien, picobello in orde ! Ze had al een glimp opgevangen van een paar goedgevulde bankrekeningen, en een dikke stapel waardepapieren in de brandkast... Maar haar ventje bezat ook een tiental mooie huizen in de stad én in Nieuwpoort-bad, waarvoor ze regelmatig brieven naar de huurders moest sturen... En daar bovenop bezat hij nog éénderde van de aandelen in de rederij van Pylieser, met vier schepen in de vaart... Op de huizen van de schipper in de Langestraat had vader Legein destijds al een oogje laten vallen en de zoon zou daar zéker vroeg of laat de hand op kunnen leggen... Gezien deze overvloed was Rachel er zeer gerust in dat ze met haar charmes deze kip met de gouden eieren binnenkort wel wat statig vastgoed zou kunnen ontfutselen, desnoods als "maintenée" ! Al zei haar het leiden van de rederij, als ‘Madame Legein’, óók wel iets ,natuurlijk...En als ze daarbij riskeerde met Jetje te moeten breken, god, dan was dat maar zo...

Alles goed bekeken, vond ze het niet meer zo dringend om die kloot van een Joseph van zijn erfenis te beroven... Dat moest Jetje maar flikken, als ze daar zin in had...

Marcelleke vooraf een beetje pluimen kwam voor haar nu op de eerste plaats.  Beter nù één pietevogeltje stevig in de hand dan tién wazige slappelingen in haar dromen...      


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
17-12-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 379
Klik op de afbeelding om de link te volgen

               Boekdeel D2.

 

Beslaat de periode van februari ’47 tot december ’47 en vertelt over "De Nieuwe Jood" ,vreemde bezoeksters in het Pandreitje, het geknoei met een testament, de gouden valstrik en de eindafrekening...

 

 C61BIS

"EXODUS 47", de WANDELENDE JOOD komt thuis.


                                                                                                                                           

 

                               Mei '45-mei'48

De Amerikan en en Britten wilden de Duitse concentratiekampen zo vlug mogelijk opruimen en de overlevenden terugvoeren naar hun vaderland ,maar voor veel joden was dat een probleem. Ze kónden niet naar hun vorige woonplaats terug wegens o.a. gebrek aan 'papieren' ,of weigerden dat om niet opnieuw slachtoffer te worden van allerlei vervolgingen. Vooral de jongeren werden betoverd door de Zionistische propaganda voor emigratie naar het "Beloofde Land" ,want in dat Britse mandaatgebied Palestina was ondertussen een genadeloze opstand uitgebroken. Onder druk van de Anglo-Arabische petroleummaatschappijen hadden de Britten er met hun Witboek van 1939 de joodse inwijking beperkt tot 1.500 "zielen" per maand. Deze beperking was voor de Hagana, die nu in de Duitse kampen voor "Displaced Persons" met een 200.000 joodse overlevenden zat opgescheept die allen naar het ‘Beloofde Land’ wilden uitwijken, een uitgemaakte zaak ,een zuivere kwestie van transport en beveiliging. Dus voerden die met alle middelen een ongeziene forcing om hun 'stock' kampjoden daar illegaal binnen te smokkelen ,en kwamen zo voortdurend in botsing met de Britse mandaathouders. Anderzijds vreesden de Palestijnse arabieren door een joodse invasie overspoeld te worden en weigerden de quota te verhogen. De speciale V.N.commissie voor Palestina zag geen uitkomst uit deze patstelling, waardoor Engeland verplicht werd er verder met ijzeren hand "law and order" te verzekeren.                

Meer en meer zaaiden joodse en arabische terreurgroepen wederzijds met bomaanslagen en overvallen dood en verderf over het platteland en in de steden. Al waren de eersten beter georganiseerd, de tweeden beschikten over een zwaardere bewapening, binnengesmokkeld uit de Arabische buurlanden. En terwijl de joodse terreurgroepen Stern, Irgun en Palmach de strijd tegen de Britten nog opvoerden, concentreerde de Hagana zich vanaf eind '46 bijna uitsluitend op de clandestiene immigratie. Onder leiding van Ben Goerion, de latere president van Israel, zette de Hagana het Plan "Aluyat Bet" op poten om zo vlug mogelijk 120.000 jonge joden uit de D.P.kampen per schip naar Palestina te smokkelen. De eerste negen schepen werden echter allemaal onderschept door de Britse Navy vóór ze de Palestijnse kust konden bereiken en de 8.000 opvarenden op Cyprus geïnterneerd. In Europa waren verder geen boten meer te vinden. Bleef dus Amerika. En hier begon het epos van het Hagana-schip "Exodus '47"                      

Een groepje van 42 zeer jonge Amerikaanse joden kon er in februari '47 met ingezameld geld bij een schroothandelaar voor 40.000 dollar de hand leggen op een oude riviercruiser "President Garfield" die sinds het begin van de eeuw pleziertochtjes voer op de Chesapeake Bay. Er was accommodatie voor 400 passagiers maar met wat kunst en vliegwerk werd dit eventjes verélfvoudigd ! Geen enkel lid van de bemanning had ook maar enige zeemanservaring maar tóch slaagden ze er in ,eind april ,na een avontuurlijke overtocht ,via de Azoren ,Marseille te bereiken. Daar trachtte de Britse regering de boot aan de ketting te laten leggen ,doch de "President Garfield" kon tijdig ontsnappen. Na een wekenlange zwerftocht langs Zuid-Franse en Italiaanse havens belandde de roestbak eindelijk op 12 juli '47 in Sète...      

Nu toonden de Hagana-organisatoren wat ze waard waren. Uit verschillende Duitse D.P.kampen voerden ze met geheime vrachtwagencolonnes in drie dagen 4.530 joodse emigranten aan die op 16 juli aan boord werden "gesmokkeld" onder het welwillend oog van de Franse autoriteiten. Die waren wàt blij zò deze armoedzaaiers àf te geraken ! Maar de Britse premier Bevin verzette hemel en aarde om de boot nog te laten blokkeren. Vergeefs, ook al weigerde de havenkapitein een sleepboot ter beschikking te stellen om het overvolle wrak buitengaats te slepen. In de nacht van de 17de voer het tot "Exodus '47" omgedoopte schip op eigen kracht zonder veel broks de smalle kronkelende havengeul van Séte uit met zijn 4530 passagiers en 23 bemanningsleden. Evenwel niet onopgemerkt, want een paar handige jongens trommelden de Amerikaanse pers op die uit deze scoop met enkele tranerige artikels een winstgevend slaatje sloeg. Franse bladen, die destijds slechts op twee bladzijden verschenen, beperkten zich tot 10 regels...                

In open zee werd de roestbak echter opgewacht door twee Britse destroyers, die met hun seinlampen de waaghalzen aanhoudend poogden te overhalen hun uitzichtloze onderneming op te geven. Vijf dagen lang schaduwden ze de "Exodus '47", die wegens het slechte weer ieder ogenblik kon zinken, op zijn roekeloze overtocht naar het Beloofde Land. Dank zij het doorlopend pompen geraakte het op 22 juli tot voor de Egyptische kust en stoomde toen noordwaarts richting Haïfa: een schijnmaneuver, want het was de bedoeling in Bat Yam op de kust te lopen. In deze badplaats had de Hagana 30.000 gewapende stoottroepen van de Palmach geconcentreerd om de ‘geheime’ ontscheping te beschermen.            

Dit was evenwel de Britse inlichtingendienst niet ontgaan en om aan land een veldslag in regel te vermijden besloot de Navy de "Exodus" in volle zee, buiten de territoriale wateren, te enteren. De oude bak werd door de twee destroyers "gesandwicht" en na een vier uur durend gevecht overmeesterd. Daarbij vielen 3 doden en 146 gewonden...De uitgeputte passagiers werden manu militari overgebracht naar drie gevangenisschepen in de haven van Haïfa, in afwachting van hun internering op Cyprus...            

De wereldpers had echter ondertussen aan dit - voor die tijd toch banaal - incident zo'n ruchtbaarheid gegeven en premier Bevin dermate gediscrediteerd, dat deze besloot het hard te spelen en een voorbeeld te stellen: de joden zouden terug naar Marseille worden gevoerd. Daarmee hoopte hij eveneens de schuldige laksheid van de Franse autoriteiten aan de kaak te stellen, maar het liep verkeerd af. Hoe dichter de drie gevangenisschepen Marseille naderden, hoe sterker de anti-Britse hetze in wereldpers aanzwol. Met het gevolg dat alle kranten - op aanstoken van de Hagana - de passagiers toejuichten toen die weigerden in de Franse haven van boord te gaan.          

Terwijl de V.N.-kommissie voor Palestina drie weken koortsachtig naar een uitweg zocht, bleven de vluchtelingen in steeds benardere omstandigheden in hun schepen voor de kust liggen. Uiteindelijk vond premier Bevin het welletjes en stelde hen een 24 uren-ultimatum: óf vrijwillig ontschepen in Marseille, óf teruggevoerd worden naar een vroeger concentratiekamp in Duitsland !                

Slechts 21 vluchtelingen gaven toe. De rest vertrok op 22 augustus met hun drijvende gevangenissen naar Hamburg. Daar aangekomen weigerden ze eveneens te ontschepen en gingen in zitstaking: ze werden één voor één van hun schip gesleept en in kampen gevangen gezet ! Daarop startte de Amerikaanse pers een vernietigende campagne tegen premier Bevin en eisten het beëindigen van het Britse mandaat over Palestina. Het vechten beu, stemde Engeland begin september in met het plan van de V.N. om Palestina te verdelen in een joodse en een arabische staat en trok zich op 29 november '47 uit dit wespennest terug.                            

Het "Aluyat Bet"-plan van Ben Goerion om 120.000 joodse D.P's het land binnen te smokkelen was jammerlijk mislukt: 64 Hagana-schepen hadden wel 60.000 inwijkelingen aangevoerd, maar daarvan was slechts een verwaarloosbaar percentage werkelijk het land Palestina in geraakt. De rest zat op Cyprus gevangen.                  

Maar het "Exodus"-epos had toch, dank zij de pers, de vorming van de staat Israel in een stroomversnelling gesleurd die door niemand of niets nog verhinderd kon worden. De Verenigde Naties erkende het Joodse deel van het vroegere Palestina als de staat 'Israël' ,ook al was dat in het begin slechts een lappendeken van losse nederzettingen. Nu ontbrandde de strijd tussen de twee plaatselijke gemeenschappen pas goed ,maar de loop van de geschiedenis lag vast: de Wandelende Jood Ahasverus had eindelijk een 'eigen' thuis veroverd...En zou dat tot zijn laatste snik blijven verdedigen ,zonder omkijken :"Right or wrong ,my country !"

 


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
17-12-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
21-11-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 378
Klik op de afbeelding om de link te volgen

D13      INTRIGES EN GEKONKELFOES.

 

                             Kerstmis 1946.

Meester Florizone had het toch maar mooi voor elkaar gekregen: kort voor de feestdagen vertelde hij Joseph dat er géén proces meer tegen 'Jean-Marie Peters' gevoerd zou worden. Het parket van Veurne had, op vraag van de Gewestelijke Verzetsleiding, het onderzoek naar de verdrinking van Pylieser stilletjes geseponeerd. Als vriendendienst, zeg maar...Zogenaamd omdat er toch geen benadeelde familieleden of rechthebbenden waren, die bezwaar zouden kunnen laten gelden, maar ook bij gebrek aan een mogelijke beklaagde. Want de griffie van Veurne had moeten vaststellen dat die échte 'Peters' volgens getuigen in een Berlijns bombardement was gebleven ,en zijn valse-naam-drager totaal van de aardbol verdwenen was..De gendarmen van Nieuwpoort hadden blijkbaar vergeten de "ontmaskering van Petré Gerardus" aan Veurne door te spelen... En toen de Gewestelijke Verzetsleiding discreet bij het parket had laten verstaan dat op een mogelijk proces de morele reputatie van hun patriottisch idool zou kunnen besmeurd worden, was iedereen vlug akkoord om deze pijnlijke zaak discreet van de rol te schrappen...Ze hadden zó al werk genoeg !

" Maar gaan Steiner en de garde zich daar zó maar bij neerleggen ?" wilde Joseph weten: " Als ze op het parket van Veurne die 'Pseudo-Peters' niet meer vervolgen als mogelijke dader, riskeren zijn twee kwelgeesten toch zélf aansprakelijk gesteld te worden voor die verdrinking ?"

" Als er tóch een onderzoek zou geopend worden: ja ! Maar aangezien zowel de huidige leiding van het verzet als de onderzoeksrechter onze twee lastposten ervan overtuigd hebben dat het voor iedereen beter is deze zaak te seponeren, is dàt voor die twee krawaten een voldoende garantie dat ze buiten schot zullen blijven. En in feite vragen ze dus niet liever ! "

" Je hebt hen dus niet moéten chanteren met hun misstappen tijdens de oorlog ? De garde voor zijn collaboratie met Oberfeldwebel Heidrich en Steiner voor de moord op zijn mededeserteurs in 'Villa Sybaris' ?"

" Ik niét, maar mijn bediende heeft hen daags vóór de beslissing van het parket geconfronteerd met het moraliteitsverslag dat wij van hen op het proces zouden voorleggen...Ikzélf heb daar mijn handen niet willen aan vuil maken. Maar via het parket heb ik nadien toch vernomen dat beide heren als bij toverslag collectief een volledige blackout gekregen hebben over wat er juist die nacht in de Bassevillestraat is gebeurd. Met als excuus: alle twee poepeloere zat na de herdenking van V-Day ! Een bekentenis die hun eventuele belastende getuigenis sowieso waardeloos zou maken ! "  

" Dus ben ik die lastposten definitief kwijt ?"

" Definitief ! En zo kunnen wij ons van nù af volledig concentreren op de ondervragingen door de krijgsauditeur die volgende week gaan beginnen. Zorg daar vooral voor drié dingen: ge moet er proper voorkomen, uw invaliditeit moet zwaar doorwegen, en ge zijt uit jeugdige onbezonnenheid naar het Oostfront getrokken na een banale ruzie met uw moeder ! ...Dus geen politiek gezwets over een christelijke kruistocht tegen het bolsjevisme : mogelijk is de juge één van de loge die het niet zo hééft voor kruistochten ! En zwijgt over misleiding door de bevriende burgemeester Engelborghs: daar zal ik làter wel op terugkomen... Laat ook duidelijk verstaan dat ge àl die jaren zonder onderbreking aan het front hebt gestaan en gedurende héél de oorlog nóóit naar België zijt weergekeerd. Verstaan ?"

" Ja-ja: ik ben dus een berouwvolle onnozelaar, ik wéét het ! Dank u ! Maar hebt ge ondertussen nog niets gehoord van Arthur en die Britse piloot Braai-Jan Bolton ?"

" Bij Birnbaum tasten wij volledig in het duister. Naar het schijnt zou hij volledig illegaal naar Palestina vertrokken zijn en nu meewerken met terreurorganisaties als 'Stern' of 'Irgun', waarvan de gazetten spreken... Of misschien zelfs de 'Haganna'.. Zoiets liet in elk geval zijn zuster uit New York verstaan... Zij wil wél bevestigen dat Arthur met u vóór de oorlog bevriend was, maar weet niks af van de bescherming die gij hem gaf toen hij tijdens de winter van '44-'45 als Italiaanse krijgsgevangene in Berlijn ondergedoken zat...En aangezien de huidige terreuracties van de joden in Palestina hiér niet erg populair zijn, kan ik voor de rechter met zo'n getuigenis niet veel aanvangen..."

"Jammer, want Arthur zou wel een mooie getuige in mijn voordeel geweest zijn...En Bolton ? Leeft die nog ?"

" Voorlopig nog wél, al schreef zijn moeder dat hij zwaar ziek in een militair sanatorium ligt en ze vraagt hem daar niet lastig te vallen met die 'oude koeien'... Blijkbaar begrijpt ze de situatie van vroeger niet goed, en vermoed zij dat wij de vijand zijn omdat haar jongen ons kwam bombarderen in Oostende. Ik zal haar dus opnieuw contacteren en proberen het adres van haar zoon te pakken te krijgen. Hopelijk is hij een beetje béter bij zijn verstand dan dat oude mens, ànders zijn wij in de aap gelogeerd... En de tijd begint te dringen..."

 

Na het vrijen stak Rachel een Engelse sigaret op en inhaleerde diep: " Het ziet er niet zo goed uit met onze...heu..."erfenis" ,Keuntje...Als wij niet "héél stief" oppassen ,gaan we met ons gat nààst de centen vallen ,vrees ik ! M'n baas heeft mij het dossier van Pylieser gevraagd en dat is een slecht voorteken...De akte, waarin de schipper zijn persoonlijk fortuin aan Joseph en Leon Petré nalaat en als zijn énige erfgenamen erkent, zit daarin. En dààr begint de zever ! Leon ligt zogenaamd begraven op het kerkhof van Nieuwpoort, omdat gij hem in september '44 officieel herkend hebt in het aangespoelde lijk dat ze uit de Geul hadden opgevist. Zijn helft van Pyliesers fortuin gaat dan normaal naar zijn broer Joseph. Maar Legein weet al lang dat dié als SS-er in de bak zit in Brugge, en als de krijgsraad hem veroordeelt is de kans groot dat de staat op héél zijn erfenis beslag legt.. En dan kunnen wij al onze slimme combines vergeten ."

Jetje luisterde,diep in gedachten verzonken. Daarom vervolgde Rachel :"Maar Marcel, de zoon van notaris Legein die op mijn buro werkt, heeft mij zonder te willen op een ander gedacht gebracht. Die sukkel denkt van bij mij aan te pappen en klapt dikwijls uit de biecht. Hij vermoedt dat zijn vader àndere plannen heeft met dat dossier, en het stommelings met het sequester op een akkoord wil gooien. Hij zou de erfenis van Joseph, vóór de veroordeling, aan de staat bekend willen maken, op voorwaarde dat hij de huizen van Gerard Pylieser in de Langestraat van Nieuwpoort aan een klein prijsje van het sequester kan terugkopen...De details van deze smerige combine kénde zoon Legein nog niet, maar hoe dan ook zou Joseph naar zijn fortuin kunnen fluiten !... En wij na hem ,dàt spreekt vanzelf. Dus als we dat op één of àndere manier willen vermijden, zijn er geen zesenzestig oplossingen ! "

Jetje spotte bitter: " Denkt ge nog altijd dat ge de oude Legein zo gemakkelijk aan de kant kunt zetten ?"

" Van-kant-màken, wilt ge zeggen, hé ? Ge moet een kat een kat noemen, Jetje, en niet rond de pot draaien: ja, dàt wil ik zeggen ! Of het gemakkelijk zal gaan, is een àndere zaak...Maar er zijn nog méér mogelijkheden om dat erfenisdossier op de lange baan te schuiven, minstens tot na de uitspraak van Joseph zijn vonnis..."

" Zeg het maar kind: gíj hebt gestudeerd, ik niét ! "

" Wel, door bijvoorbeeld Leon weer tot leven te wekken, of minstens aan de Rijkswacht te verklaren dat de drenkeling, die in Nieuwpoort begraven ligt, zéker de Leon niét is ! Dat ge die zogenaamde identificatie van het lijk van Leon, tijdens de chaos van de bevrijding en na de moord op uw vriendin Marie Petré, enkel gedaan hebt onder de druk van Pylieser, of zoiets in dien aard... En Joseph zou op zijn beurt kunnen verklaren dat hij Leon in Berlijn maanden later nog onderdak heeft verleend: dat die stomme kloot daar gesneuveld is, moet hij er natuurlijk niet bij vertellen ! En ik kan zorgen dat ge één dezer dagen zogezegd een telegram van Leon krijgt waarin hij weldra zijn terugkeer naar huis aankondigt. Dat Leon dus blijkbaar nog leeft zal al voldoende verwarring veroorzaken, én bij notaris Legein én op de dienst 'Bevolking', om het openen van de erfenis minstens voor onbepaalde tijd uit te stellen. Ik zou zeggen: minstens tot nà de veroordeling van Joseph door de krijgsraad. Als dan bij de uitspraak niet geweten is dat hij het fortuin gaat erven van de schipper, dan zullen ze in het vonnis ook de verbeurdverklaring niet uitspreken..."

" Allemaal nogal ingewikkeld, hé... En dan moet ik eerst bij de gendarmen gaan staan liegen dat de Gerard mij destijds gedwongen heeft een valse verklaring af te leggen ?! Als die mij dan niet onmiddellijk geloven, en mij op de rooster leggen, dan zak ik zó door de mand ! "

" Voor één keer dat ik u iets vraag, verdomme ! IK zorg al voor die valse telegram, en zal ook wel Joseph overhalen om over Leon zijn logement in Berlijn te getuigen. Het énige wat gij moet doen is dat telegram aan de gendarmen tonen en wijlen de Pylieser de schuld geven ! Da's toch niet moeilijk hé ! "

" Maar 't is toch veel gemakkelijker in de notaris zijn koffie een slaapmiddel te doen, vooraleer hij met zijn chique voiture volle petrol naar de hoeren van de 'Cambrinus' rijdt ?! Of in zijn cognac ?! Dan vlamt hij onderweg met zijn zijn stijf pietje in alle haast gegarandeerd te pletter op een boom, of verzuipt hij door van de Langebrug in de Geul te duiken. M'n kop eraf dat daar verder geen haan nog naar kraait ! Ge hebt zélf verteld dat hij iedere dinsdag, na zijn zogenaamde 'four o'clock tea' op de buro, daar bij de vuile madammen van de 'Cambrinus' op de lappen gaat ! Vooraf een sterk pilletje in zijn cognac draaien is toch óók zo moeilijk niet !...De mensen steken het op een attacque van een ouwe hoerenloper en vragen geen rest..."

Rachel bleef haar even verbaasd aanstaren en zei toen koudweg: " Weet ge, Keuntje, wat zo verdomd irritant is bij u ?...Ge ziét er veel stommer uit dan ge zijt ! "

Waarop ze beiden in een schaterlach uitbarstten.

 

Maar Rachel zou Rachel niet zijn, als ze aan een eenvoudig, rechtlijnig plan niet een paar leuke tintjes zou toevoegen...En Marcel, de zoon van de notaris, die evenveel naar haar onderlijf als naar de burozetel van zijn vader smachtte, sméékte als het ware om haar duister complot wat bij te kleuren !

Dus, zohaast haar voornemen vaststond om de oude Legein, min of meer volgens de suggestie van Jetje, van het schaakbord te laten verdwijnen, begon ze Marcel op te jutten. Eerst door hem volop onder haar rok te laten gluren telkens zij meermaals per dag haar nylons aanspande, en de week daarop regelmatig vooroverbuigend diepe inzichten gunde in haar leuke décolleté... En de zaterdag dààrop kreeg ze de slijmerd al zover dat hij een chique suite huurde in een discreet hotelletje van De Panne ,dat ze kende van horen-zeggen...

Toen ze hem lovend de vier hoeken van de slaapkamer had laten zien en hij ver in z'n eentje twee flessen champy soldaat had gemaakt, bleven ze wat doezelig mijmeren over de wreedheden van hun klerkenbestaan... Rachel opperde daarbij voorzichtig dat ze hun heimelijke liefde in feite door de schuld van vader Legein hier in een hotelletje moesten verbergen, terwijl zij tenslotte een béter lot verdienden... En als er niet vlug met de ouwe iéts gebeurde, zou deze nog jarenlang de notariële aspiraties van zijn zoon en haar verdienstelijke minnaar beknotten... Zo, het zaad was uitgestrooid ,het zijne toch ! En toen hij tegen de avond van uitputting en drank ver van zijn stokken viel, begon - opgestookt door dubbelzinnigheden van Rachel - in zijn benevelde geest een weelderige wildgroei van gewaagde toekomstmogelijkheden te ontkiemen... Onder andere drong het plots tot hem door - eindelijk ! - dat een ongeluk met Papa hém niet alleen de notaristitel kon opleveren, maar hem misschien ook zou toelaten zijn erotische aspiraties met Rachel in een vastere vorm te gieten... Nou-nou, flink hoor ,jongen !

Om een lang verhaal kort te maken: na nog twee van die amoureuze retraites in De Panne en tussenin een week brainstormen op het kantoor, kwakte de notaris met zijn 'schoon voiture' inderdaad door de houten reling van de Langebrug. Hij dreef, gestuwd door de leeglopende spuikom, zóver in zee dat zijn lijk pas begin januari '47 terug aanspoelde op het strand van de Krokodiele.

Het dossier van Josephs erfenis zou daardoor pas màànden later weer op tafel komen, want door dit tragisch voorval duurde het even vooraleer de jonge notaris Legein een beetje zicht kreeg in de complexe zaken van wijlen zijn Papa...Zoals reeds gezegd was onze Marcel niet erg rap van aannemen en kwamen de hand- en spandiensten van zijn schrandere Venus goed van pas om wat krom was recht te trekken ,en omgekeerd. Gelukkig konden de meeste van zijn klanten begrip opbrengen voor deze spijtige vertragingen...

Rachel en Jetje in de eerste plaats...

 

De 'feestdagen' waren in het kamp van Sintekruis wat troosteloos verlopen en de geïnterneerden vestigden met de moed der wanhoop hun blikken op 1947...Eén kon de feestvreugde niet langer aan en verhing zich in het schijthuis.

Ondertussen had Joseph zijn eerste ondervraging achter de rug: verteld wié hij was, wàt hij tijdens de oorlog allemaal had uitgestoken, en wààr hij nadien zo lang was ondergedoken. In één woord: goed meegewerkt. Hij had, zoals Florizone hem had opgelegd, gezorgd dat hij proper voorkwam, erg op zijn krukken doorgehangen en alle ideologische drijfveren geminimaliseerd... De twee ondervragers hadden hem niet vijandig bejegend en hem bijna gecondoleerd met de moord op zijn moeder en zijn broer Leon tijdens de chaos van de bevrijding... Maar, zeiden ze, die spijtige voorvallen kon hij nooit als excuus voor zijn misdaden laten gelden. Immers, deze waren gebeurd lang nà zijn vertrek naar het Oostfront ,en zijn engagement aan de zijde van de vijand kon door de moordenaars - wie ze ook waren - zelfs als verschoning voor hun misdaad worden ingeroepen... Dus kon hij daar verder beter over zwijgen.

Tijdens de tweede ondervraging mocht hij kort de elementen aanhalen die in zijn voordeel pleitten: zijn jeugdige leeftijd, het verbergen van - primo - de Britse piloot Bolton achter hun konijnenkot in Westende en - segundo - van zijn joodse vriend Arthur in de kelder van zijn Berlijns bureel...Vreemd genoeg werd zijn vriendschappelijke relatie met een jood hem door de ondervragers niet erg in dank afgenomen...Maar die Brit interesseerde hen wel. Had hij soms bewijzen die zijn verhaaltje konden staven ?... Nog niet ?... Dat is dan heel jammer hé...

Toen hij nadien zijn advocaat daarvan op de hoogte bracht, vond deze het spijtig dat Joseph de voornaamste elementen van zijn verdediging al had verraden. Maar hij had ook goed nieuws: Bolton had teruggeschreven !  

" Veel precieze verwijzingen over zijn onderduiking in de abri van uw moeder schrijft hij niet, maar wel in 't algemeen zijn belevenissen sinds hij boven Oostende werd neergeschoten. Hoe hij schuilde bij de boer in de polder van Mannekesvere en daar na twee dagen door de weerstand naar een oude bunker in de duinen werd gebracht, in afwachting van zijn avontuurlijke kanovaart naar Engeland, die dan jammerlijk mislukte. Maar geen details over hoe uw gezin hem daar een week verstopte en verzorgde, zelfs geen namen of precieze data, zodat wij deze getuigenis in feite niet kunnen gebruiken...Ik heb hem onmiddellijk terug geschreven en hem het nauwkeurig verhaal van zijn verblijf bij uw moeder voorgekauwd, met de vraag die tekst met zijn eigen woorden te herschrijven en duidelijk te ondertekenen. Als we dat antwoord op tijd terugkrijgen, zijn we gered ! ... Maar de man is erg ziek, en het is erg de vraag of het zal lukken..."

" Schrijft hij ook iets hoe mijn nonkel René daarbij verdronken is ?"

" Neen, want dat wist hij zelfs niet ! Wél dat ze voor de storm moesten schuilen op een scheepswrak voor de kust, en dat de kano daarbij beschadigd werd. Na twee dagen op dat stinkend wrak is uwe nonkel dan met de lekkende kano terug naar de kust gevaren om het scheurtje te laten repareren en Bolton heeft daar zonder eten nog vier dagen op zijn terugkeer gewacht. De Kriegsmarine heeft hem daar uiteindelijk opgepikt en in een lazaret verzorgd voor een vergiftiging door mosterdgas die hij, naar zijn zeggen, in dat wrak had opgescharreld...Na vijf maanden hebben de Duitsers hem dan - bij een gevangenenruil via het Rode Kruis - naar Engeland laten gaan...Ziet ge: wel een mooi verhaal, maar véél hebben wij er niet aan..."

" Zou het helpen moest ik hem persoonlijk een schoon briefje sturen, denkt ge ? Ik heb daar bij de abri hele raisons met hem gehouden: die moet hij zich toch kunnen herinneren zeker ? Of minstens mijn persoon ?..."

" Misschien... Hiér is zijn adres, al vrees ik dat het te laat zal komen voor het proces... Maar chot, wie weet... Of het is nog béter dat gij uw brief zo rap als ge kunt in het Vlaams opstelt en morgen aan mij laat bezorgen via de geïnterneerde Verstappen Aloïs, die ik morgen bezoek. Kampnummer 542, uit barak vijf dus... Dan kan ik hem nog deftig vertalen en laten overschrijven. Want ik veronderstel dat uw school-Engels met de oorlogsjaren ook wel wat haargroei gekregen heeft, ondertussen... Als ik hem dan per express naar Bolton opstuur, kómt er mogelijk nog iets van... Op hoop van zegen, zeg maar ! "

  

Diezelfde avond nog herlas Joseph zijn smeekbede, en kon zich geen ogenblik indenken dat deze zonder gevolg zou blijven.

Geachte Heer Bolton, beste vriend Brai-Yan,

Vergeef mij deze dubbele aanhef, maar ik weet niet goed hoe ik u moet benaderen. Tenslotte hebben wij elkaar maar tien dagen gekend. Maar uw kort verblijf bij ons in april 1941 verliep in zo'n emotioneel en levensbedreigend kader - niet enkel voor u, maar ook voor ons, zoals de verdrinkingsdood van mijn nonkel René bewijst - dat het zonder diepmenselijke gebondenheid nooit tot een goed einde had kunnen komen. Daarom noem ik u mijn vriend, en verstout ik mij, nu de oorlog voorbij is, met deze brief op uw menselijke gevoelens een beroep te doen.

Onze beider vrijwillige inzet in deze oorlog heeft ons, elk aan onze kant, veel bloed en tranen gekost. Gij, een RAF-vrijwilliger, ligt naar ik hoorde met een longziekte in het sanatorium, terwijl ik, als ex-Oostfrontstrijder, nu kreupel in de gevangenis verblijf. Ik verwacht het vonnis binnen twee à drie maanden, en de strafmaat (vijf jaar óf minder) zal volledig afhangen van de gunstige getuigenis die gij àl dan niet over mijn persoon zult willen schrijven. Mijn advocaat heeft u de punten herinnerd die voor mij van levensbelang zijn, en ik smeek u deze te willen bevestigen. Inderdaad 'levensbelang', want nóg vijf jaar in deze stinkende gevangenis hou ik niet uit: ik moet op véél kortere termijn weer vrije lucht kunnen ademen...

Ik vertrouw mijn toekomst hiermee volledig aan u toe, beste vriend Braai-Yan, zoals ook gij uw leven aan ons hebt toevertrouwd in de donkere dagen van april '41...

Dat God ons moge bijstaan...

 

Zo, een handtekening en klaar was kees ! Morgen, na het morgenappel zou hij zijn smeekbede aan die Verstappen geven, met het gevoel op een tropisch eiland een noodkreet in een fles aan de branding toe te vertrouwen !

De week daarop leek het alsof diezelfde branding een àndere fles met een àndere noodkreet op zijn strand wierp, ook al stond Joseph compleet voor een raadsel wie dan wel de afzender kon zijn... Meester Florizone schoof hem die ansichtkaart sluiks toe bij zijn volgende werkbezoek.

" Beziet ze straks maar eens op uw gemak en zeg mij later maar wat ge er van denkt... Uw zogenaamde 'Tante Jetje', Georgette Neuville ontving die twee weken geleden en weet niet goed wat ze ermee moet aanvangen. Het is een zicht van Saigon, een grote stad in den Indochine, waar voor de moment de Fransen bezig zijn een communistische opstand neer te slaan... Het schrift is wel wat verwaterd, maar ik heb het toch ontcijferd als: " Bien bonjour aux familles et amis de Fred Bonheure et Jos Maes. 2.R.E.P... Maar Jetje kent niemand met die naam die haar juist adres zou moeten weten. Toen ze mij daar over sprak heb ik wat opzoekingen gedaan en ontdekt dat 2.R.E.P. staat voor het 'Deuxième Régiment Etranger Parachutiste', of zeg maar de para's van het Franse Vreemdelingenlegioen... Die zijn daar tegen de chinezen aan 't vechten in den Indochine. En in 't vreemdelingenlegioen zitten veel oud SS-ers, ook Vlamingen van de 'Langemark'... Maar gij zijt de énige oud-Langemarker die madam Neuville kent en dus denkt zij dat die kaart, langs een omweg, mogelijk voor u bestemd is... Een soort geheim teken-van-leven van uw oude kameraden... Kent gij die afzenders soms, Fred Bonheure en Jos Maes ?..."

Joseph trok een bedenkelijk grimas: " Bonheure, dat zegt mij iets, al kan ik dat niet direct plaatsen... Maar Jos Maes verdomme ! Zo zijn er misschien wel duizend met die naam, lijk Jansens en Peters: daar moet ik eens goed over nadenken... En voor de rest nog nieuws ?"

" Ja, als ge wilt: ge hebt mij in de tijd gevraagd eens te horen hoe het met oud-burgemeester Engelborghs is afgelopen, hé ? Wel, die heeft hier heel de tijd geïnterneerd gezeten sinds september '44, zelfs de laatste acht maanden samen met u zonder dat ge hem tegen het lijf gelopen zijt ! Maar vorige week is hij veroordeeld tot vijf jaar en zit nu in 't Pandreitje, de stadsgevangenis van Brugge...Met een beetje chance gaat ge hem na uw proces dààr nog terugzien ! "

" Chance ?! Godverdomme, zéker niet voor hém, want dat zal zijn beste dag nog niet zijn ! "

" Zég ! Kalmkens aan hé man! Ik wil geen tweede zaak Pylieser aan mijn been, verstaan !... Laat die vent gerust: met vijf jaar heeft die al genoeg om spijt te krijgen over zijn zondig verleden ! "

En omdat Joseph wrokkig dichtklapte vervolgde Florizone gemaakt jolig: " Weet ge van wie ik ook goed nieuws kreeg ?... Van Juffrouw Birnbaum, de zuster van uw vriend Arthur ! Ze schreef mij dat ze haar broer van uw situatie op de hoogte bracht en dat gij van hém een gunstige verklaring moogt verwachten... Speciaal dan over uw bescherming bij zijn onderduiking in Berlijn. We kunnen nu enkel hopen dat hij daar rap op reageert, vooraleer wij berecht worden door de krijgsraad..."

" En al iets gehoord van Bolton ?"

" Dat zou wel héél rap zijn hé! Vóór veertien dagen mogen we daar niets van verwachten. Geduld dus maar ! "

Vreemd, dacht Joseph, de dagen in het kamp leken zo eindeloos traag voort te kruipen, terwijl er anderzijds waarschijnlijk tijd tekort zal zijn om zijn verdediging rond te krijgen...

      


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
21-11-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 377
Klik op de afbeelding om de link te volgen

D12 : DE STROOMVERSNELLING.

 

                              November '46

De publieke schaamte had dan tóch het pleit gewonnen en het weldenkend establishment gedwongen de beerput van de repressie open te gooien. De kranten durfden steeds meer de wetteloosheid van de interneringskampen aan de kaak te stellen. Twee jaar nà de bevrijding zaten daar immers nog steeds een tienduizend mannen en vrouwen opgesloten, te wachten of men hen nu zou beschuldigen van enig inciviek misdrijf, dan wel gewoon zonder vorm van proces weer op straat zou gooien. De meeste huidige geïnterneerden waren opgepakt bij hun terugkeer uit Duitsland in de zomer van '45, maar enkelen die bij de bevrijding niét met de bezetter meegevlucht waren ,zaten hier al sinds het Ardennenoffensief van december ’44 of zelfs nog vroeger...

" Het zal nu wel wat rapper gaan." opperde meester Florizone jolig: " Ge verstaat wel dat het in september van '44 onmogelijk was vlug het kaf van het koren te scheiden... Die paar krijgsraden van toén kregen vlak na de bevrijding plots een immense stortvloed van klachten op hun nek tegen alle soorten incivieken, zowel échte als vermeende. Van gewone Vlaamsgezinden tot authentieke landverraders en rascriminelen: al wie tijdens de bezetting naar een Duitser had gelonkt kreeg het spek aan z'n been ! Dit was dan, bij wijze van spreken ,ook het gedroomde moment om van een medeminnaar of een handelsconcurrent àf te geraken hé ! Op simpele klacht werden toens méér dan vierhonderdduizend dossiers opgesteld, heb ik gelezen! En honderdduizend mensen opgesloten ,zomaar ! Een onmogelijke zaak! ”

“Dat kan dan nog een paar jaar duren vooraleer ze MIJN geval gaan bekijken ! ”

“Neen, niet overdrijven hé...Want sindsdien werd het aantal militaire rechtbanken vertiénvoudigd en vanaf de zomer van '45 stelde men ook geleidelijk heelder categorieën geïnterneerden gewoon buiten vervolging. Zoals simpele V.N.V-ers, bijvoorbeeld: in 't begin zaten er hier in het kamp wel een paar honderd van die gevallen, maar die zijn sindsdien allemaal gelost ,of zonder proces op straat gesmeten ...En ook de strafmaat is het laatste jaar fel afgesleten en alle verdachten, die voor de krijgsraad nog hoogstens twee jaar zouden gekregen hebben, worden nu simpelweg afgeschoven naar de burgerrechter voor een boete of een verlies van burgerrechten..."

" Zit ik daar niet bij ? Als ze mijn burgerrechten willen afnemen, kunnen ze die gerust steken waar da'k denk! En achter een boete kunnen ze fluiten ! "

Maar Florizone kon er niet mee lachen: " Uw groep, de gewone Oostfronters, die vlàk na de bevrijding nog werden gefusilleerd ,komt er nu meestal vanaf met een simpele straf van rond de vijf jaar...Maar vooraleer uw strafeis tot twee jaar is afgesleten en gij in aanmerking zoudt komen voor een burgerprocedure, kan het inderdaad nog wel een tijdje duren..."

" Okee dan: buiten het slechte eten is het hier wel vol te houden...Want als ik het goed begrijp: hoe later mijn zaak voorkomt, hoe minder straf ik ga krijgen! En hoe meer voorarrest ze kunnen aftrekken ! "

" Oow! Niet te rap hé! Dat eerste is misschien wel juist, maar ge zit hier niét in voorarrest hé Petré ! Die begint pas te lopen als uw dossier voor de 'commissie' is verschenen, die u al dan niet in beschuldiging stelt ! Voor  het ogenblik zijt gij gewoon geïnterneerd, zeg maar :in verzekerde bewaring... Hoofdzakelijk bedoeld om u bij de hand te hebben tegen dat ze tijd en goesting krijgen om uw biecht te beluisteren ! Want het is hier inderdaad een beetje lijk in de kerk hé: de pastoor houdt met zijn penitentie ook geen rekening met de tijd die gij vóór zijn biechtstoel op uw knieën hebt zitten wachten ! "

Joseph was plots zijn goed humeur kwijt: " Maar uw ereloon en de kosten voor mijn verdediging, hoe zit het dààr mee ? Lopen die niet óp als mijn instructie zo lang duurt ? En hebt ge al contact opgenomen met de vereniging "Berkenkruis", waar hier zoveel over gesproken wordt ?"

" Maakt u geen zorgen over geld, Petré ! Die twee goudstukken die Madam Georgette mij in het begin gaf, helpen ons al flink op weg. En inderdaad, ik heb met de V.Z.W "Berkenkruis" gesproken. Die vereniging behartigt financieel de verdediging van alle oud-SSers en was op mijn vraag onmiddellijk akkoord om onze kosten te dragen...Vooral toen bleek dat gij onvermogend zijt..."

Dat laatste kwam er wel wat twijfelend uit, maar Joseph ging er niet op in. Zwijgen is goud ,dacht hij :éérst zien of hij die fameuze "Schat in de Duinen" van Jupp tijdig zou kunnen opgraven...

" Dan is er nóg iets waar we op moeten letten als de eerste ondervragingen binnenkort beginnen: ons imago is van het grootste belang. Die wilde rosse stoppelbaard moet er volledig àf en wij zorgen dat ons haar altijd fris geknipt is ! Ik hoorde ook van madam Georgette dat ge om uw beenprothese gevraagd hebt: vergeet het hé ! Hoe zieliger ge u op uw krukken naar uw rechters sleept, hoe milder de eis van de substituut kan worden: onthoud dat maar ! ...En ik zou het haast vergeten: hoe zit dat met die Britse piloot die in 't begin van de oorlog bij u thuis verdoken zat ? Is dat wààr ? Madam Georgette kwam met dat vertelsel af..."

" Dien Engelsman ? Ponton ? Neen: Bolton ! Brij-Jan Bolton ! Inderdaad: die vlieger heeft in de lente van '41 een dikke week bij ons achter het konijnenkot in de abri verdoken gezeten...Wat is daarmee ? Leeft die nog ?"

" Dat weet ik niet...Maar als wij kunnen bewijzen dat uw gezin effectief een neergeschoten Britse vlieger voor de bezetter verdoken heeft gehouden..."

" Maximum tien dagen hé: niet overdrijven ! Juist de tijd dat ze nodig hadden om zijn overtocht naar Engeland te regelen, meer niet. En lijk ge dat van die amateurs kunt verwachten: die overtocht ook zéér slécht geregeld hebben ! Stelt u voor: mijn nonkel René moest die piloot met een kano naar de overkant varen ! Een kano verdomme ,zo'n zeildoeken geval op een houten gespante :zes meter lang op één meter breed ! ...Op hoge zee !...René is onderweg dan ook verzopen, natuurlijk ! Maar Bolton zélf werd door de Kriegsmarine uit 't sop opgepikt, naar het schijnt...In zéér slechte staat, heb ik gehoord: gans vol puisten, en gepakt door mosterdgas...Ik weet het: geen kat die dat begrijpt, maar Jupp, de vrijer van mijn moeder, heeft het verzekerd: mosterdgas ! Dus zou het mij zéér verwonderen moest die arme sukkel vier jaar krijgsgevangenschap overleefd hebben om het nù nog te kunnen navertellen ! "

" Zeg Petré-vent ! Word eens wakker ! Begrijpt ge verdomme niet dat die Bolton voor onze verdediging een waar geschenk uit den hemel is ?!...Ge gaat mij tegen volgende week àlles wat ge u van die affaire herinnert schoon op papier zetten hé ! Alle details over identiteit en data, waarmee we die man misschien nog kunnen opsporen, plus alle getuigen die dat verhaal kunnen stijven ! "

" Getuigen ?! Maar mijn beste vriend, die zijn dóód hé ! Allemaal ! Marie, m'n moeder: dood ! ...M'n broer Leon: dood ! ...Wie nog ? Mijn nonkel René: dood ! Zelfs Pylieser kan niet meer voortvertellen dat hij de René overhaalde om, samen met een vriend, die Bolton bij ons te dumpen. Ook al was dat waarschijnlijk zijn énige heldendaad van héél den oorlog ! ...Stelt u voor: René en zijn onbekende vriend hebben getweeën die piloot vanaf dat boerenhof in Mannekesvere - waar hij met de parachute gevallen was - per velo naar ons huis gebracht...In klaarlichten dag ! Misschien kunt gij die stomme Nieuwpoortse weerstander terugvinden als getuige ?...En mogelijk leeft schipper Titteca nog, die Bolton met de 'Astrid' op zee heeft weggebracht tot de grens van onze visgronden...Al heb ik menen te verstaan dat dié op 't laatste van den oorlog nog in 't concentratie kamp is gevlogen !... Getuigen, man ! ...Zovéél volk stond daar niet op te zien hé, in die tijd ! Ik versta zelfs niet hoe Jetje dat aan de weet is gekomen ! ...Hoogstens van horen-zeggen, zekers, want een rechtstreekse getuige is dat niet...”

“Niemand ànders dat gij weet ?”

“Wie er misschien nóg iets van wist ?...Wel, via mijn toenmalig liefje, Nadine De Handt, heb ik bij dokter Leunders laten nagaan of die geen bericht van Bolton naar zijn moeder in Londen kon zenden op een postkaart van het Rode Kruis...Kort nadien ben ik dan naar Rusland getrokken, maar voor zover ik weet is al die moeite toen op niets uitgedraaid..."

" Niet aantrekken, Petré ! Alles noteren verdomme ! ! De rest doe ik wel...En dan moet er in Berlijn ook iets gebeurd zijn met een joodse jongen die daar verstoken zat en die ge van vroeger kende..."

" Arthur Birnbaum ?"

" Opschrijven man ! Alsof je leven er van afhangt ! De speeltijd is gedaan ! "

 

Hij had weinig contact met de andere bewoners van barak 7, ook al was dat moeilijk te vermijden bij dat doorlopende opeengepakt gewriemel ondereen. Want nu het langzaam winter werd zaten ze vanaf acht uur 's avonds tot zeven uur 's morgens met een zestigtal 'nummers' opgesloten in dat kille houten kot. Twintig dubbele stapelbedden langs de twee lange wanden konden normaal plaats bieden aan een tachtig man. Maar hier en daar mankeerde een strozak omdat de eigenaar, ofwel onlangs 'gelost' was in de vrije natuur, ofwel voor een paar jaar boetedoening verhuisd was naar de Brugse gevangenis 'Het Pandreitje'..

De enige lotgenoot waarmee hij tot nu toe graag een babbeltje sloeg was zijn overbuur nummer 783. Een man van een jaar of vijfenveertig, zo mager als een plank en verwonderlijk genoeg tóch altijd opgewekt. Hij keerde, net als Joseph, ook in het begin van 't jaar uit Duitsland terug, waar hij sinds 'V-day' op een Beierse hoeve ondergedoken had geleefd in 'goede verstandhouding' met de boerin...Hij heette Pier De Cloedt, was Kortrijkzaan en sinds kort weduwnaar met nog zeven van zijn twaalf kinderen in leven. Zijn vrouw was na de winter van '45 in het interneringskamp van Waregem gestorven aan onverzorgde T.B.C. en zijn oudste dochter beviel er drie maanden later - na een verkrachting ? - van een jongentje dat zij vergeefs 'Fidelio' had willen laten dopen...Als souvenir aan "de witte" die haar dat gelapt had...

" Op de gemeente vonden ze dat die naam te sterk deed denken aan de verzetsgroep die haar bij de bevrijding zogenaamd in bescherming nam tegen 'de wettige toorn van de goede Belgen', lijk de gazetten dat noemen...En toen ze zei dat die kleine haar eeuwig aan die beschermers zou herinneren, smeten ze haar bijna van de trappen naar beneden ! Nadien heeft de paster er bij het doopsel dan maar 'Fideel' van gemaakt, sterk tegen zijn goesting. Maar ze kreeg, samen met haar kind, van hem toch een goede post in 't klooster van Wijnendale, en mag dus niet klagen..."

Niet klagen ?! Verdorie zeg, die Pier was wel héél positief ingesteld, vond Joseph !

" En wie zorgt er voor de rest van uw gezin ?" wou Joseph weten: zes kinderen, dat vroeg toch nog wat zorgen in deze moeilijke dagen...

" Och, die vallen wel op hun pootjes ! " wuifde Pier weg: " De vier kakkernestjes zitten goed verzorgd bijeen in ’t weeshuis van Kortrijk. En de twee jongens werken op leercontract bij een aannemer. Een geschikten tiep, want als ik binnenkort vrij kom, mag ik ook bij die aannemer beginnen, zonder 'attest van burgertrouw'! "

" Wel Pier, ge hebt nogal dikke chance zeg ! " spotte Joseph: " Hoe heet dat bouwbedrijf ? Misschien kan ik er ook aan de slag als ze mij binnen een jaar of vijf lossen ?"

" Entreprises Berenbiet Frères uit Harelbeke...Ik heb daar vóór den oorlog ook gewerkt, toen dat nog een klein affaire was, maar met het bouwen van de Atlantik-wal zijn die ferm gegroeid en rijk geworden. En nu breken ze langs de kust alle bunkers weer af die ze tijdens de Duitse bezetting in de duinen hebben gebouwd..."

" Ja, ik ken die firma: in '41 is mijn broer daar ook een paar maanden bij gaan metselen...Zit die baas dan nu niet vast voor economische collaboratie ?"

" Effekens, bij de bevrijding, heb ik gehoord...Maar hij is na een reusachtige boete vrij gekomen en sindsdien werd het bedrijf overgenomen door zijn kozijntje. En nu werken ze gewoon voorts onder sekwester..."

 

De luchtigheid waarmee De Cloedt de wisselvalligheden van het leven opnam, verwonderde Joseph doorlopend. De man scheen allerminst gebukt te gaan onder enige zin voor verantwoordelijkheid: wie twaalf kinderen op de wereld schopt wordt toch verondersteld daar zorg voor te dragen, vond Joseph. Maar Pier wimpelde dat weg: " Die kwamen toen der tijd vanzelf ! " lachte hij een beetje idioot. "En de paster stoefte in de congregatie altijd met ons schoon Vlaams gezin, lijk hij dat noemde...Dat stoefen is wel verminderd toen ik in de herfst van '43 op de chantier van Berenbiet een waterfleures opscharrelde en na herstel bij de 'Fabriekswacht' ging. Maar dat was gemakkelijker werk en mijn wachtkot bij de ingang van mijn nieuw bedrijf was in de winter verwarmd. "Weverijen Belleville", ge kent ze misschien ?...Plus een gratis uniform: toen ze mij die post aanboden heb ik geen moment getwijfeld ! "

" Nooit gedacht dat ge uw land daarmee verraadde hé, door zo straf voor den Duits te werken ?!"

" Ik werkte niet voor den Duits, maar voor 'Mesieu Savié', lijk dat wij den baas noemden: Xavier Belleville. Zijn grote firma uit Wevelgem maakte vóór de oorlog sjieke Perzische tapijten, maar is tijdens de bezetting moeten overschakelen op camouflagenetten voor den Duts. Vast werk, in winter en zomer, op een boogscheut van mijn kot en met de velo was ik er op twintig minuten ! We waren daar van de 'Fabriekswacht' met drie ploegen van twee man, en het enige wat we moesten doen was het geweer presenteren als 'Mesieu Savié' binnen of buiten reed met de voiture... Niét dat hij ons zag staan, hé, maar den Dutsen officier die dikwijls naast hem zat salueerde altijd vriendelijk terug...En 's nachts iedere twee uur een patrouille lopen rond het fabriek tegen mogelijke sabotage, daar gingt ge niet van dood...Een sjiekere post kon ik mij niet dromen, dat kan ik u verzekeren ! "

" Hoe zijt ge dan verdomme in Duitsland beland ?"

" Dat ik het niet weet man ! De nacht van 2 september '44 had ik de late shift en zijn ze mij en mijn kameraad rap-rap op het werk met een camion komen ophalen. En vóór ik het goed wist zat ik op de trein naar de Hannover, zonder dat ik tijd gekregen had mijn gezin nog te zien ! En tien dagen later hebben ze ons op de Luneburger Heide zonder veel complimenten in de SS divisie 'Langemarck' gestoken, samen met de mannen van de 'Vlaamse Wacht' en al de zware chauffeurs van de NSKK...Plus heel de hutsekluts van Vlamingen die samen met ons naar Duitsland gevlucht waren: V.N.V.-ers, de gastjes van de Vrijwillige Arbeidsdienst, Organisatie Todt, De Vlag en wat weet ik nog allemaal ! Heel die hutsepot kreeg op de Lüneburger Heide het spek aan hun kloten ! Hop, in den SS !"

" Ik weet het: mijn broer was daar ook bij...Chauffeur van de gepantserde 2cm Flak..."

" Petré hé ? Het is daarom dat die naam mij van bij onze ontmoeting iets zei ! Beerke Petré ! Wij noemden hem altijd 'Den Beer', wegens zijn fors postuur...En is dat ùw broer ? Ge zijt twee koppen kleiner dan hém, man ! Dan is hem thuis met alle soep gaan lopen zeker ?! Of heeft de mama soms naast de pot gepist, in der tijd ?..."

Joseph kon er niet mee lachen: " Meneer De Cloedt, 't is niet omdat gij lijk een 'keunebuk' met uw vrouw zaliger omsprong dat gij u moogt permitteren mijn moeder te blameren hé ! Kuist liever voor uw éigen dorpel, vriend ! Of denkt gij werkelijk dat heel die resem kinderen op uwen trouwboek van ù zijn, soms ?"...Zo, dié zàt !... Maar De Cloedt kon er enkel wat mee lachen ,de onnozelaar.

De notities, die Joseph over mogelijke getuigen van zijn relatie met een joodse jeugdvriend en een Engelse vlieger gemaakt had, waren ver klaar. Hij vond ze zelf héél nauwkeurig, helder en zakelijk. Maar naarmate hij dieper in zijn vage herinneringen aan 'Brij-Jan' (Brian) Bolton en Arthur Birnbaum had moeten graven, hoe neerslachtiger hij geworden was. En hoe meer het tot hem was doorgedrongen welk een verschrikkelijke idioot hijzélf geweest was met zijn beslissing om vrijwillig naar het Oostfront te trekken...Jupp had inderdaad gelijk gehad: met zijn puberale hoogmoed had hij héél het gezin Petré naar de verdoemenis geholpen ! Onnodig de schuld voor moeders dood en die van Leon in de schoenen van Pylieser te schuiven: énkel hijzelf, en hijzelf alléén ,had met zijn misdadige branie hun leven vernield, begreep hij nu...Nu het veel te laat was, natuurlijk !

 

Dié week nog werd De Cloedt op een morgen naar de griffie gevoerd om kennis te nemen van de feiten die hem ten laste werden gelegd. Tegen zijn gewoonte in was hij er toch niet erg gerust op: dat werd waarschijnlijk 'wapendracht' en 'hulp aan de vijand' plus daar bovenop 'SS-Langemarck' ,genoeg om van hém een volbloed fascist te maken...Als ze tegen hem maximum vier jaar zouden eisen, mocht hij van geluk spreken: er waren er vlak na de bevrijding voor véél mínder gefusilleerd! ...

Ook Joseph zag hem met lede ogen gaan, want hij had werkelijk met de simpele man te doen. De laatste dagen had de naïeveling nog wat verteld over zijn plezant werk als fabriekswachter: hoe de arbeiders hem - klak in de hand - in zijn uniform bij het binnen- en buitengaan eerbiedig groetten aan zijn verwarmd wachtlokaaltje. En hoe de Duitse officier, die samen met 'messieu Savié' het bedrijf bestuurde, altijd correct salueerde als De Cloedt het geweer presenteerde... Maar dat de baas hem nooit een knikje gunde, had onze vriend hem niet in dank afgenomen. Hij had dan ook in zijn vuistje gelachen toen die blaaskaak eind vorig jaar ook hier even in het kamp werd opgesloten, al was het dan maar voor een week-end...

" Eén week-end ?!" vroeg Joseph: " Da's niet erg veel hé ...En dan naar het gevang zeker ?..."

" Bijlange niet: de maandag nadien hebben ze hem al gelost en heeft hij een soort huisarrest gekregen in afwachting van zijn proces voor economische collaboratie... Zijn advocaten hadden het op een akkoordje gesmeten met de krijgsauditeur: hij moest uit Spanje weerkeren en zich persoonlijk ter beschikking stellen van het gerecht om de beslagname van zijn bedrijf te laten opheffen...Met een boete van een paar miljoen is hij er later vanaf gekomen ,maar in den bak heet 'em nooit grezeten..."

" Was Xavier Belleville naar Spanje gevlucht bij de bevrijding ? Waarom niet zoals iedereen naar Duitsland verdikke ?! Niet chique genoeg zeker ?"

" Nee-nee, hij is niet gevlucht hé ! Toch niet bij mijn weten...Maar hij moest dikwijls met zijn Duitse officier naar Spanje op zakenreis, officieel om kleurstoffen en sisalvezels aan te kopen voor zijn camouflagenetten... Maar in feite heeft hij al die tijd, volgens dat ze zeggen, met zijn zwart geld daar langs de kust grote stukken duin opgekocht...En toen messieu Savié dààr was, tijdens de laatste reis in de zomer van '44, is den Engelsman geland in Normandië en den Amerikaan in Zuid-Frankrijk en hebben die op korte tijd zijn terugweg naar België afgesneden ! Hij was toen wel verplicht dààr te blijven. Wel niet helemaal tegen zijn goesting, naar het schijnt...Want zijn Duitse compagnon had blijkbaar expres zo lang getreuzeld tot ze daar afgesneden waren en het te laat was, om veilig in Spanje te kunnen blijven...

" Dus uw baas betaalt een belachelijke boete voor de fabricage van legeruitrusting voor de Wehrmacht - iets waarmee hij miljoenen winst heeft gemaakt..."

" Belachlijke boete ! Mijn gat !" onderbak De Cloedt hem :"zékers een paar miljoenen !"...

..." en gij, die aan zijn poort in weer en wind de wacht optrok, vliegt voor een paar jaren de bak in ?..."

" Niet in weer en wind, hé! " zei de onnozelaar: " In een goed verwarmd wachtlokaal ! "

 

Joseph had De Cloedt nadien niet meer teruggezien, maar Florizone wist te vertellen dat de man inderdaad vier jaar had gekregen en tien jaar verlies van burgerrechten...Met aftrek van zijn voorhechtenis en de gunst van de 'Wet-Lejeune' mocht hij niettemin hopen binnen het jaar vrij te komen...

" Voor u zal het waarschijnlijk ook dààrop uitdraaien, als we er niet in slagen uw joodse vriend Birnbaum en de Britse vlieger Bolton als getuigen ter ontlasting op te voeren. Maar zoals ge zegt: de kans is heel groot dat die laatste zijn krijgsgevangenschap niet heeft overleefd...Uw vriendin, Mejuffer Nadine De Handt, heeft mij wel nog het oude adres van zijn moeder in Londen kunnen geven, en dié heb ik het in mijn beste Engels uitgelegd...Al verwacht ik niet dat de vrouw daar, vijf jaar nà datum, nog steeds woont: misschien is ze ondertussen ook al overleden, wie weet ! Het is écht een schot in de nacht...En voor Birnbaum heb ik het Rode Kruis aangeschreven, maar ik weet uit ondervinding dat het maanden gaat duren vóór die antwoorden.."

" Verdomme Meester, vorige maand liet ge verstaan dat die twee getuigen àlles gingen oplossen, en nù komt ge mij gelijk vertellen dat het maar een scheet in een fles was ?! Hebt ge daarvoor geleerd of is het aangeboren: die gave om iemand tot wanhoop te drijven ?!"

Florizone zuchtte diep: " Ik weet het: ik gaf u daarmee misschien teveel hoop, maar zo gaat het nu éénmaal...Veel ups en downs: in een proces moet ge wat geluk hebben...Maar we boekten toch al wat vooruitgang: ik heb zowel de garde Calcoen als die Rudolf Steiner er van kunnen overtuigen dat ze hun getuigenverklaring over de verdrinking van de heer Pylieser dringend zouden moeten herzien ,als ze zélf geen last willen krijgen...En uw chantage schijnt goed te werken, want de Gewestelijke Leiding van de Weerstand heeft mij gisteren al om uitleg gevraagd over onze beschuldigingen ten laste van hun Nieuwpoortse 'Held'...Mij gedacht gaat die zaak geseponeerd worden en een stille dood sterven..."

" Bon " beaamde Joseph: " Dan zijn we toch al een béétje op de goede weg ! "

 


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (9 Stemmen)
21-11-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
02-11-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 376
Klik op de afbeelding om de link te volgen

          D11   GEDWONGEN ADEMPAUZE.

 

                                       Herfst 1946.

Een briefje schrijven naar Erika ? Allemaal goed en wel, maar wàt moest hij haar in godsnaam gaan vertellen?! Met zijn avonturen van de laatste maanden kon hij natuurlijk een boek vullen, maar dat zou haar maar matig interesseren, vreesde hij...Zij zou vanzelfsprekend wel willen weten of zijn wraakraid naar de kust 'gunstig' was verlopen, in de eerste plaats wat het 'afwerken van zijn lijstje' betrof. Maar, haar kennende, zou ze toch vooral op hete kolen zitten over de recuperatie van Jupps goudschat: zeg nu zélf! En omdat het zijn ego streelde, veronderstelde hij ook dat Erika - ziek van liefdeshonger en met de dag ongeduldiger - smachtte naar zijn spoedige terugkeer...

Vervelend, natuurlijk, dat hij haar nóch over het goud, nóch over zijn voorziene 'Heimkehr' iets zinnigs kon vertellen. Of de schat nog lag waar hij hoorde te liggen en wanneer hij die überhaupt tijdig zou kunnen opgraven, kon enkel Ons Heer gissen. Aan de abri, waarin Jupps munten begraven lagen, had hij de morgen van zijn landing niets abnormaals gemerkt. Heel de zijkant langs de ingang was nu zelfs volledig overwoekerd met de vlierstruiken, méér nog dan in de tijd toen die Britse piloot er verdoken had gezeten. En wat Rachels juwelenstock betrof, weggeborgen in de schouwpijp van de 'Stella Maris': daarvan had Jetje hem verzekerd dat het huis nog maar heel zelden bewoond was geworden...

Maar hoe dan ook: als hij binnenkort voor een paar jaren in de bak vloog, kon er achter zijn rug met dat goud van alles gebeuren dat niet pluis was! Bij voorbeeld: als de Brugse eigenaresse van de 'Stella Maris', na al die jaren van verwaarlozing, op het lumineus idee zou komen om de schouw te laten vegen...Met als gevolg dat de zwarte klusjesman de wonderbaarlijke vondst op zijn bil zou slaan, natuurlijk! Dan mocht ons Jeftje in de eerste plaats - maar eveneens Erika, en tenslotte ook Rachel - op hun kop staan dansen: achter die juwelenstock zouden ze kunnen fluiten!

De doos goudmunten van Jupp lag onder kubieke meters zand stukken beter beveiligd tegen graaizucht van een oneerlijke vinder...Weinig kans dat iemand het in z'n kop zou halen de ondergewaaide abri helemaal uit het duin op te graven. Tenzij misschien de gemeente Westende geld teveel zou hebben en na het opruimen in de duinen van de betonnen Atlantikwal ook de bunkers van '14-'18 zou aanpakken...Maar gezien ze pas twee jaar nà het einde van de oorlog heel schuchter aan de afbraak van de meest recente versterkingen begonnen waren, hoefde hij de eerste jaren niet voor zo'n krachttoer van de gemeente te vrezen! En tegen de tijd dat het menens werd, zou hij al lang in voorlopige vrijheid rondlopen...Wat de burgemeester echter wél vlug en met weinig kosten kon doen was die betonnen gedrochten laten toemetselen opdat in het seizoen de toeristen er niet in zouden verongelukken...In dàt geval was Joseph natuurlijk in de aap gelogeerd...

Hoe dan ook, over die verborgen blikken goud kon hij in zijn brief naar Erika beter zwijgen als vermoord. Zo liet hij haar in het ongewisse of deze dozen nog steeds op dezelfde plaatsen verdoken zaten die Jupp haar in zijn liggingschetsen had aangeduid. Logischerwijze zou Erika aannemen dat hijzelf, onmiddellijk bij zijn aankomst in Westende, het goud in een nieuwe schuilplaats had verborgen. Dit lag zodanig voor de hand dat hij zich nog steeds verweet zo stom geweest te zijn om dit toen nà te laten. Maar haar nù schrijven dat hij de schat pas nà zijn vrijlating zou recupereren zou nóg stommer zijn: zo'n naïeve eerlijkheid zou dat kind enkel op slechte gedachten kunnen brengen! Dus dat potje kon hij beter gedekt laten...

 

Toen hij zijn briefje herlas, vond hij het inderdaad kort, krachtig en strikt terzake...Om er toch een beetje franje aan toe te voegen, besloot hij: " Het noodlot, m'n lieve Erika, drijft ons hierbij wreed uiteen, alvast voor jaren en, als we eerlijk zijn, waarschijnlijk zelfs voor eeuwig. Gezien ik hier een hele tijd van de buitenwereld zit afgesloten, moet ik mij node neerleggen bij het langdurig gemis van uw geliefde persoon. Ik mag mij derhalve over een eventuele gezamenlijke toekomst voor ons beiden geen enkele illusie maken...Want gij staat daar in Porz volop in het drukke sociale leven en zal wel vlug gecharmeerd worden door een flinke verliefde man...Daarom schenk ik je dan ook met droefenis in het hart je vroegere vrijheid terug om met deze Witte Ridder een nieuw geluk op te kunnen bouwen...

Vaarwel, lieve zoete Erika...Je blijft voor altijd en eeuwig de bron van mijn tederste gedachten.

Uw diep bedroefde,

Jean-Marie."

 

Zo, dat was dan duidelijk. En ook troostend, vond hij...En het sloot niet uit dat hij later, na een mogelijke vervroegde vrijlating en al dan niet met goud beladen, toch opnieuw contact zou kunnen opnemen, of ze ondertussen een àndere vrijer had of niét...Hoe meer hij zijn zalvende volzinnen herlas, hoe meer hij met zichzelf opgezet geraakte. Enkel jammer dat ze dat mooie epistel, in een vlaag van razende zinsverbijstering, waarschijnlijk half gelezen in de haard ging gooien! Maar ja, wat wil je: tijdens de oorlog was er zovéél moois onherroepelijk verloren gegaan...

Enfin, het dééd hem toch iets toen hij de brief sluiks aan Florizone toevertrouwde om op de post te doen. En vroeg hem het epistel liefst onder een officiële omslag van zijn kantoor op te sturen, hé...Want ànders kon Erika nog denken dat hij haar een tranerig drama voorloog om ongestoord met het goud te kunnen verdwijnen! ...De brief gewoon afgeven aan de censuur van het kamp mocht hij niet riskeren: dié zouden de correspondentie van een 'incivieke verdachte' naar een adres in het schurkachtige Duitsland zéker tot op het bot uitpluizen! En daarenboven leuk de mooiste passages doorstrepen met hun vettig zwart inktpenseel! Neen, dank u! Deze barbaarse verkrachting van zijn geesteskind wilde hij graag vermijden!

 

De advocaat had zijn huiswerk goed gemaakt en het web van onderlinge beschuldigingen tussen Joseph, Steiner, Pylieser en de garde duidelijk in kaart gebracht. Hij overliep met zijn klant vlot wàt daarvan echt wààr was en wàt gefantaseerd. En vooral: welke getuige daarvan een bewijs zou willen aanvoeren...

Tot slot kwam hij nog met een opbeurend nieuwsje: het dossier 'Pylieser' lag ter griffie van de rechtbank in Veurne, als een gewone burgerlijke strafzaak nog steeds op naam van Jean-Marie Peters ,zijnde een onbekende landloper ! Geen énkele verwijzing naar een SS-dossier op de krijgsraad van Brugge! Kleine vergetelheid van de Nieuwpoortse rijkswacht, die blijkbaar geen rekening had gehouden met de opheldering van zijn ware identiteit...Op het gerechtshof van Veurne was nog niet beslist of er uit hoofde van de verdachte 'Peters' sprake was van 'schuldig verzuim bij accidentele verdrinking' dan wel of het 'slagen en verwondingen met de dood tot gevolg' betrof...Want bij een eerste lezing was het de griffier tóch opgevallen dat die Peters - een wildvreemde zwerver - zo te zien geen enkel motief had om meneer Pylieser iets aan te doen...En daarenboven had de beambte geen flauw idee waar die vagebond van een Peters ergens mocht uithangen: die leek wel in rook opgegaan! Zolang daar geen klaarheid in gebracht werd, vond de goede man dat hij aardig wat àndere katten te geselen had!  Tenandere, de overleden Pylieser had toch geen familie om hem met dat dossier op te jagen, dus...

Mr Florizone stelde dan ook aan Joseph voor dat hij zich op het gerecht van Veurne voorlopig niet meer zou vertonen om die heren daar rustig voort te laten slapen en vooral geen hint in de goede richting te geven! Zo kon veel tijd gewonnen worden om in het geniep het slachtoffer Pylieser te compromitteren en de doofpotoperatie uit te lokken...

" Akkoord voor Pylieser, maar vergeet de aantijgingen van Steiner en Calcoen niet hé! Cyriel beweert dat Pylieser hem, alvorens te verzuipen, toegeroepen heeft dat ik hem opzettelijk in het water had geduwd en met de krukken geslagen! Of ik dat al dan niet gedaan heb, zal hij nooit kunnen bewijzen, maar Jetje die er bij stond heeft de Pylieser dat in elk geval nooit horen roepen! De garde heeft dat nà het accident in paniek uit zijn duim gezogen om zijn eigen schuld te verdoezelen..."

" Mogelijk, maar met zo'n uitroepen, die door andere getuigen tegengesproken worden, zal de rechtbank - en zéker de krijgsraad - normaal tóch geen rekening houden..."

" Laat ons dat maar hopen! Maar als ge hem voor deze leugenachtige beschuldiging een kloot wilt aftrekken kunt ge hem misschien alvast confronteren met wat Oberfeldwebel Heydrich, de Sergeant-Provoost van de batterij, 'hun hartelijke samenwerking' zou hebben genoemd ? Ge moet er natuurlijk niet bij vertellen dat de getuigen die deze bezwarende uitspraak zogenaamd hoorden en zouden kunnen bevestigen – zoals Jupp onder andere - al maandenlang dood zijn, hé, en dat Herr Heydrich zélf onbereikbaar in de Russische bezettingszone van Duitsland zit! Maar de garde in een klein briefje vragen naar zijn antwoord op deze, voor hém belastende verdachtmaking van collaboratie zou hem al minstens een paar slaaploze nachten bezorgen! Zijn valse moreel ondergraven: dààr is het mij om te doen! "

" Maar zijn klacht zal hij daarvoor niet intrekken!"

" Misschien niet. Maar vraag hem ook eens of het wel klopt dat hij in café 'Het Paard' tegen een àndere drinkebroer gezegd zou hebben 'wreed content te zijn dat die smeerlap van een Pylieser verzopen is'! Ik durf er mijn kop op verwedden dat hij tijdens één van zijn zwelgpartijen iets in dien aard heeft uitgekraamd! Immers sinds Gerard er destijds voor zorgde dat Cyriel nààst die post van politiecommissaris viel, kon hij het bloed van de schipper wel drínken! En ge kunt die uitspraak gerust voor waarheid verkondigen, aangezien hij meestal toch te zat is om zich te herinneren wat hij in de dorpscafé's zoal uit zijn botten slaat! Ik garandeer u dat zo'n vervelende vragen al rap zijn nachtrust gaan ondermijnen, en hem op den duur wel alle goesting zullen ontnemen om betrokken te worden in een proces dat hem geen enkel voordeel kan bezorgen! ..."

Florizone noteerde een paar sleutelwoorden in de marge van een document en zuchtte: " Bon, ik zal doen wat ge vraagt, maar véél verwacht ik daar niet van...

 

Jetje zat met een gewetensprobleem. Haar hartsvriendin Rachel was een ingewikkelde machinatie aan het uitbroeden om de erfenis van Pylieser langs een grote omweg tóch in eigen handen te krijgen. Zij vond daar recht op te hebben - of minstens op een groot deel daarvan - na al het kwaad dat Pylieser haar had aangedaan met zijn verklikking! Twee jaar Ravensbrück veeg je niet uit met een verslenst boeketje rozen en een oorkonde, zoals het gemeentebestuur van Westende had gedacht...Zij eiste hààr deel van de koek, of wilde minstens beletten dat de Staat ermee ging lopen als zou blijken dat er geen wettelijke erfgenamen rechten konden laten gelden.

" Maar Joseph kan toch zijn rechten laten gelden! Ge zegt zélf dat ge in Gerard zijn testament hebt gelezen dat hij onze Joseph Petré als zijn algemene erfgenaam heeft aangewezen! En aangezien die jongen onder zijn échte naam in Sinte-Kruis gevangen zit, kan de Staat toch geen beslag meer leggen op Pylieser zijn geld! "

" Oow, m'n Keuntje! Niet zo rap! Tegenwoordig spreken de krijgsraden bijna altijd vonnissen uit 'met verval van burgerrechten' of 'confiscatie van goederen'! Dan blijft de veroordeelde inciviek achter als een dooie pier: zonder een cent en met verbod nog een beroep uit te oefenen! Een levend lijk, met andere woorden! "

" Voor de oorlogswoekeraars kan ik dat verstaan, akkoord! Maar van Joseph is toch geweten dat hij geen nagel heeft om aan z'n gat te krabben! Wat voor goederen zou de Staat al kunnen aanslaan bij zo een kale luis! "

" Maar Keuntje toch ! Zijn erfenis van Pylieser, tiens! Zegge een paar miljoenen, los geschat! Vier-vijf schoon huizen in de Langestraat van Nieuwpoort, gekocht door die smeerlap tijdens de oorlog met zijn zwart geld! Notaris Legein heeft op tijd gezorgd dat de 'operatie Gutt' daar na de bevrijding geen greep op kreeg...En dan erft hij ook nog een deel van Pylieser zijn rederij, met minstens de vier vissersboten, die Gerard van den Duits had overgenomen toen Hitler in '41 zijn plan opgaf om "gegen Engeland te fahren"...Vader Legein is wel voor een derde aandeelhouder in de rederij van Gerard, maar de overblijvende twee derden presenteren toch nog een aardig fortuin voor een snotneus van drieëntwintig lijk Joseph! "

" Dus riskeert hij dat te verliezen bij zijn veroordeling, wilt ge zeggen ?"

" Die kans zit er dik in! ...Tenzij natuurlijk de erfenis pas geopend wordt als de veroordeling al lang en breed definitief is uitgesproken, zónder dat daarbij sprake is van 'confiscatie van goederen'! Wat op zich geen probleem zou mogen zijn. Vergeet vooral niet dat die klootgendarmen van Nieuwpoort nog altijd denken dat ze Jean-Marie Peters in de bak hebben gestoken! Vooraleer Legein achter dat scherm de gezochte erfgenaam Jos Petré officieel heeft opgespoord, kan er wel nog een jaar of twee verlopen"

" Twee jaar! Dan hebben we toch ruim de tijd! "

" Misschien, ja...Ware het niet dat notaris Legein voor een derde in die erfenis tussenzit en dat misschien rap ten gelde zal willen maken! Of bij voorbeeld goesting heeft om die huizen van Pylieser op te kopen: dan zal hij over het openen van de erfenis geen gras laten groeien! "

" Enfin Zoet, ge zijt gij op dat bureel toch goed geplaatst om Legein zijn plannen van dichtenbij te kunnen volgen, hé ?! Kunt gij die goesting van uw baas niet wat afremmen voor een paar jaar ?"

Rachel keek haar spottend aan: " Enkel voor een paar jaar ? Of voor eeuwig ? Is het dàt wat ge daarmee wilt zeggen, Keuntje: "Om zeep brengen"...? Moeilijk is dat niet, weet ge: het volstaat van een goede reden te hebben...Denk maar aan Pylieser! Had Joseph hem niet om zeep geholpen, IK zou het met alle plezier gedaan hebben! Die vent heeft ons verklikt aan den Duits en ik heb door zijn schuld twee jaar lang lijk op een schavot gestaan met de strop rond mijn nek, wachtend op het moment dat de beul goesting had mij van de tabouret te stampen...”

“Ja Keuntje," beaamde Jetje :" Ik peins ook niet dat iemand wakker gaat liggen omdat Joseph de Pylieser verzopen heeft...”

“Wel, met vader Legein is het van 't zelfde: hij zou het fortuin van Gerard aan een SS-er gaan geven, terwijl die landverrader zélf weigert mij mijn eigen goudstock terug te bezorgen ?! Na de verschrikkingen van Ravensbrück heb ik recht om de rest van mijn leven zonder zorgen door te brengen, is het niet met mijn eigen goud, dan maar met de oorlogswinsten van Pylieser! En als de oude Legein denkt mij dat met vuile streken te beletten, dan moet hij verdomme rap zijn éigen testament in orde brengen! Ook bij hém zullen er ten andere maar héél weinig zijn dood betreuren, zijn zoon Marcel nog het minste van al! Die aast al eeuwen lang op de studie van de ouwe! Als 'Monsieur Papa' de pijp uit is zal het niet moeilijk zijn de afhandeling van Pylieser zijn erfenis een beetje op de lange baan te schuiven, tot na de definitieve veroordeling van Joseph! Zoontje Marcel Legein is namelijk niet erg rap van begrip..."

Zo, "de pijp uit! ": het grote woord was gevallen. En Rachel wist van haar tijd in Ravensbrück: zohaast ondereen was afgesproken, dat een hinderlijk persoon moest verdwijnen, wende men vlug aan het idee van zijn dood...

" En vooral ",sneerde zij: "die vuile ouwe vent zou het bij Sinte-Pieter érg moeilijk hebben om zich uit al zijn louche zaken en scheve schaatsen vrij te pleiten! "

" Maar enfin, Keuntje, ge hebt toch altijd gezegd dat uw baas u goed kan verdragen! "

" Ja-ja: een beetje té goed! Want ik vertel hier thuis ook niet àlles hé! ...Een wijvenzot is't, ja! En een vuile hoerenbok! ...Moest hij niet wat bang van mij zijn en van mijn scherpe tong, hij zou mij met mijn bloot gat al lang over zijn bureau getrokken hebben! En er passeert geen énkel dossier door zijn handen of hij neemt er in ’t zwart zijn deel van! Al het geld dat hij iedere week aan de hete meiden van de 'Cambrinus' verbrast moet toch van érgens komen hé! ?...Een écht witgepleisterd graf is hij, nog erger dan er staat in de bijbel van Mattheus ! "

En het moet gezegd: Rachel kende haar bijbelteksten nog goed vanbuiten! Tijdens haar zwarte jaren in 't kamp had haar vriendin Truus, de Zeeuwse in de bovenliggende brits, er doorlopend verzen uit gedeclameerd, maar vreemd genoeg nooit willen verklaren hoe ze aan dat Heilig Boek was gekomen. Waarschijnlijk gestolen van een dode Nederlandse medegevangene, maar wie zou daarover vallen ? Hoe dan ook, het was twee jaar lang hun énige bedlectuur geweest, en die lieve Truus had er iedere avond zo mooi en gevoelig uit voorgelezen..

Tot die rotzakken van een kampbeulen haar tenslotte ,tijdens de laatste hongerwinter ,na een regenachtig morgenappel hadden opgehangen...    

Sindsdien lag Rachel van andermans dood niet meer wakker: als de tijd gekomen was, dan moést het maar...

 

En 'tijd' hàd ze nog wel even. Tijd om van alles te bekokstoven dat geen daglicht mocht zien, en die ze zéker niet aan Jetjes neus zou hangen! Zoals haar charmeoffensief tegen de jonge Marcel Legein, zoon vàn : een verlegen veertiger die samen met haar de zaak van zijn vader rechthield terwijl dié aan de dames van de 'Cambrinus' zat te prutsen. Marcel was nog steeds vrijgezel, zo'n sukkel die ondanks zijn stand en zijn centen bij de vrouwen geen initiatief durfde te nemen...Maar Rachel had van bij haar indiensttreding onmiddellijk gemerkt dat ze hem ongetwijfeld iedere nacht natte dromen bezorgde en op buro met de minste hint een rode kop kon bezorgen! Van achter haar nieuwe Remington schrijfmachien kon ze hem, via de grote wandspiegel, in profiel naar haar zien gluren. En hem als bij toverslag een stijve bezorgen door, zogenaamd diep in haar werk verzonken, met haar tongspits op haar bovenlip te titsen of dromend traag met een paar vingers over de boezem te strelen...Laatst spande ze voorovergebogen onder haar opgeschorte rok haar nylons aan: man-man, die vent kreeg bijna een beroerte! En als ze die kousen met lange halen van de volle handen tot boven de knie glad durfde te strijken terwijl hij keek, verdween hij op slag voor een kwartier naar het W.C.!...

Neen, om zoon Marcel voor haar kar te spannen zou ze geen énkele moeite moeten doen! En om hem in de nabije toekomst naar een discreet hotelletje in Veurne of De Panne te lokken zou ze enkel met de vingers hoeven te knippen. Wel plezant als je wist dat Marcel bij de dood van zijn vader niet alleen zijn studie maar ook zijn hele vermogen zou erven! Met daarin begrepen ,via verschillende hypotheken ,één derde van het fortuin 'Pylieser'...En om dàt in handen te krijgen hoefde ze niet ééns met die kwal van een Marcel te trouwen ,want daarmee zou ze last kunnen krijgen met Jetje. Het zou volstaan hem een paar jaar heftig op te vrijen en lucratief uit te zuigen...Met een beetje geluk hoefde Jetje daar zelfs niets van te weten...

Maar als het uitlekte, dan was dat ook maar zo. Jetje was verstandig genoeg om leute en labeur gescheiden te houden en zou vlug begrijpen dat Marcel in hun driehoeksverhouding niét de rol van minnaar maar wél van melkkoe speelde.

En als Rachel haar kon laten slikken dat Joseph op dié manier ,langs een omweg via de twee harts vriendinnen ,rijkelijk van Pyliesers fortuin kon blijven profiteren, dan zouden de gewetensproblemen van haar 'Keuntje' wel vlug verdampen...

Daaraan twijfelde zij geen ogenblik. In bed had ze nog nooit een nederlaag geleden...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
02-11-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
01-11-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 375
Klik op de afbeelding om de link te volgen

              D10  TOUWTREKKEN...

    Sinte-Kruis, zomer 1946.

Met het zakgeld en het pochètje briefpapier dat zijn verdediger Meester Florizone hem bezorgd had, geraakte Joseph weer wat in contact met de beschaafde wereld buiten de muren van het kamp. Al vond hij de benaming van 'beschaafde wereld' voor de bloeddorstige vaderlandse instanties een zeer bedrieglijk eufemisme ! Binnen het nest angsthazen, waarbij hij nu achter prikkeldraad zat opgesloten, weergalmde elk salvo van een vuurpeloton, van élke terechtstelling wààr ook ten lande, nog weken in de gesprekken luid na...Zoals gisteren, toen bekend werd dat de 16 beulen van Breendonck waren gefusilleerd...Al was dat natuurlijk geen verrassing. Maar het was vooral het doodschieten van illustere onbekenden die ons volkje steeds opnieuw de daver op het lijf joeg. Akkoord, de sadistische concentratiekampwachters die daar jarenlang hun lusten hadden botgevierd, of de grote politieke pieten die door hun collaboratie met Duitsland zo hoog op de ladder van de roem en de welvaart waren opgeklommen: dié hadden tenslotte hun eigen lot gezocht. Dat dié de kogel kregen voor hun 'landverraad': tot daar toe...A la guerre comme à la guerre...

Maar wat had dat onbekénd grut wel moeten uitsteken om nu zo berooid en roemloos tegen de muur te eindigen ?... Méér en zwaardere vergrijpen dan wat Joseph en zijn collega's op hun kerfstok hadden ?...Dat hoopte natuurlijk iedereen...Maar aan de àndere kant: véél kon dat nooit geweest zijn, zoniet zou toch iémand van de huidige geïnterneerden één van die sukkelaars tijdens de oorlog gekend moeten hebben...Maar neen, ze waren stuk voor stuk "Inconnu au régiment", en juist dàt was zo beangstigend. Vooral omdat de bloeddorst van Justitie blijkbaar nog làng niet was gelest: nog dagelijks werden mensen ter dood veroordeeld. Zoals vorige week professor Daels, de kankerspecialist die beloofd had de medische dienst van het Vlaams Legioen te leiden, maar nadien zijn kat stuurde...Josephs overbuur, 'Nummer 783', wist van zijn advocaat dat de teller nu al op méér dan 2000 doodvonnissen stond, en dat er evenveel al levenslang hadden gekregen...

Al deze geruchten waren dus niet van aard om de angstige spanning bij Joseph veel af te zwakken. Maar de week daarop bracht het bezoek van zijn advocaat, meester Florizone, toch wat soelaas. Volgens hem had de minister van Justitie een omzendbrief verstuurd naar de krijgsraden om 'militaire collaboratie' en 'wapendracht-in-het-buitenland" veel bedachtzamer en met de nodige nuance te beoordelen. Zéker als dit wapengeweld nooit tegen onze landgenoten werd bedreven...

" Wat wil dat zeggen, in praktijk ? Voor mij ?..." vroeg Joseph.

" Wel, in uw geval, dat tien jaar ongeveer het maximumd wordt, en de eis zelfs tot vijf jaar kan zakken! En aangezien uw proces waarschijnlijk pas binnen een jaar zal voorkomen, moogt gij u nog aan minder verwachten, want de procureurs worden mét de dag vergevensgezinder. Dàt natuurlijk in de veronderstelling dat we de zaak 'Pylieser' volledig van uw SS-dossier kunnen loskoppelen, of het zelfs helemaal in de doofpot kunnen krijgen! Maar op dàt gebied staan de twee getuigen van het dodelijk accident met Pylieser - t'is te zeggen de heer Steiner en veldwachter Calcoen - ons toch lelijk in de weg..."

" Zitten die dan nog altijd op mijn kap ?! Ik heb die mannen toch niks misdaan! Ik zou dan wél eens willen weten waaróm en waarvàn ze mij mordicus willen beschuldigen, terwijl het toch grotendeels hùn eigen schuld was dat Pylieser verzoop! Dat kan Jetje toch getuigen ?! En zou het niet mogelijk zijn die twee zatlappen het zwijgen op te leggen door hen met van alles af te dreigen ?"

" Ja, zoals ?" vroeg Florizone zuinig. Het chanteren van getuigen scheen te botsen met zijn jeugdige idealen. Wat was me dàt ! Hij was toch geen advocaat van de maffia ,dat hij wist !

" Wel, Steiner bij voorbeeld, met de dubbele moord op zijn medevluchters tijdens zijn desertie in de zomer van '44 ! Hij was zonder twijfel de dader of de mededader van dat bloedbad in 'Villa Sybaris'! En waren zijn slachtoffers Duitse soldaten geweest, zoudt ge nog zeggen: tot dààr toe : 't is oorlog voor iedereen...Maar het waren beiden Tsjechische staatsburgers die hij koelbloedig in de villa 'Sybaris' heeft vermoord, dus in feite vrienden van de geallieerden...En had hij dat in militaire dienst gedaan, dan kon dat nog onder de calamiteiten van de krijgsverrichtingen vallen. Maar hij pleegde die misdaden tijdens zijn desertie om zijn vlucht te dekken, en was dus niét beschermd door het oorlogsrecht! "

" Ge gaat mij toch niet vertellen dat het gerecht die moorden nooit onderzocht heeft hé ?"

" Nooit, meester! Want bij de bevrijding bleek de moordenaar Steiner plots een kopstuk van de weerstand te zijn en werd dat bloedbad in 'Villa Sybaris' rap-rap als een 'verzetsdaad tegen de vijand' geklasseerd, zonder te zeuren of die vermoorde Tsjechen wel écht de vijand wàren! ...Als ge nu Steiner er mee zoudt bedreigen dat ge de families van die vermoorde deserteurs gaat overhalen om hem een proces aan te doen, dan houdt hij zijn bek wel! ...Idem-dito voor de garde: Calcoen is gedurende heel de bezetting het loopjongetje geweest van Oberfeldwebel Heydrich, zeg maar de politieofficier van de batterij! Hij moest vooral op diens aanwijzing de dorpelingen beteugelen die het in de café's aan de stok hadden gekregen met de soldaten...En als ge de garde laat verstaan dat dit optreden in feite 'vrijwillige medewerking met de vijand' betekent, dan zal ook Cyriel wel zijn staart intrekken! "

" Vergeet het! Tijdens het proces ga ik daar nooit de tijd voor krijgen! Daarbij, hoe langer ik zo'n zitting rek, hoe slechter het humeur van de rechter wordt! "

" Natuurlijk! " beaamde Joseph: " Op het proces zélf is het daarvoor veel te laat! Ge moet die twee zatlappen nog tijdens het vóóronderzoek daarmee chanteren, zodat ze hun klacht op tijd inslikken! Noemt het voor mijn part 'lastige getuigen weren'...Of stond dat soms niet in uw cursus ?...Ik ga u toch uw job niet leren, hé meester! "

Florizone was niet erg opgezet met deze uitval:

" Getuigen afdreigen doe ik niet, meneer Petré! Dàt zijn maffia-practijken !... Ik richt mijn pijlen op de aanklager: dat haalt meer uit. Daarom: tegen mijn bezoek van volgende week moet gij mij een lijst geven van alle gerechtelijke misstappen die Pylieser volgens u ooit beging, misstappen die ervoor zorgden dat hij zo slecht gezien was bij veel dorpelingen in het algemeen, én bij u in het bijzonder...Voor oorlogswoeker en handel met de vijand bij voorbeeld...Misstappen die zogezegd een held van de weerstand onwaardig zijn...Daar kan ik bij de procureur misschien méér mee aanvangen, dan met wat modder te gooien naar twee zatlappen! Hoe meer vuile details hoe liever! En als het kan ook de getuigen vermelden, want ànders klasseert de rechter dat als achterklap en flauwe kul !

Joseph schuddebolde ongeduldig :" Mag ik ook de móórden vermelden die hij beging ? Op mijn vader, mijn moeder en mijn broer ? En de verklikkingen aan den Duits van zogenaamde 'goede vaderlanders', telt dat ook ? Jetje en Rachel, u beter bekend als de opdrachtgeefsters Neuville en Coulier, kunnen er van meespreken en zullen u zelfs nog meer details kunnen geven dan ik ! En als ge Steiner en de garde wat steviger aanpakt dan ge van plan waart, zult ge nogal verschieten wat die allemaal kunnen vertellen over de zogenaamde misstappen van Pylieser ! Waarom denkt ge ànders dat ze hem hebben verzopen lijk een schurftige hond, daar in dien bomtrechter ?!"

" Mijn opdrachtgeefsters hebben mij over deze scabreuze aspecten nooit gesproken...Moorden en verklikkingen ?...Maar zelfs dàn zal het niet gemakkelijk gaan om van al die verzetshelden plots ordinaire boeven te maken hé ! "

" Het is nochtans zó voor veel van hen ! En aangezien gij het proces maar verwacht tegen volgende lente, hebt ge al den tijd om vooràf die gasten onder druk te zetten, zodat er geen 'proces Pylieser' van komt ! Het zijn alle twee lafaards ,die dachten dat accident bij de bomtrechter zonder veel risico in de schoenen te kunnen schuiven van een onbekende zwerver, lijk ik hé ! Maar die twee zijn niet weinig verschoten toen ze te weten kwamen wie ik in werkelijkheid was: een soort wreker uit het verleden die uit zijn assen opstaat en met een vlammend zwaard recht zal zoeken tot de onderste steen boven komt !”

Joseph schoot zélf in een lach om de bombastische beeldspraak die hij uitkraamde, maar vervolgde dan wat rustiger: ” Nu ik zéker weet dat ze mij achter mijn proces niét gaan doodschieten, maar dat ik na hoogstens vijf jaar weer vrij zal zijn, heb ik ruim de tijd om mijn wraak voor te bereiden...Want ik zijn wél van de maffia ! Die twee vieze Charels kunnen dus best niét met hun valse getuigenissen tegen mijn kar rijden, maar er in tegendeel beter voor zorgen dat de stinkende zaak Pylieser nù rap en stil in de doofpot verdwijnt. Als ge hen met uw chantage een eervolle uitweg aanbiedt, zullen ze rap eieren voor hun geld kiezen ! Want als ik bij mijn vrijlating in dat potje moet gaan roeren, zullen veel van die zogenaamde helden van de Weerstand er lelijk besmeurd uitkomen ! "

Florizone had zijn uitleg met stijgende interesse gevolgd, en knikte tenslotte instemmend: " Ik denk dat ik deze week eens met mijn dames ga klappen voor wat meer uitleg...En als de verwikkelingen rond de persoon van Pylieser inderdaad zo belastend blijken als u zegt, dan ga ik onze twee leugenaars inderdaad eens voor de keus zetten: voort liegen tot ze barsten met als gevolg dat ik ze op het proces te schande maak, of héél discreet lang vóór het proces hun klacht intrekken en braaf op de tribune blijven zitten. Want waarschijnlijk zal de hogere leiding van de Weerstand er ook niet op uit zijn om hun zopas gelauwerde held Pylieser ineens van zijn voetstuk te zien donderen als smerige verklikker... Hun zogezegde Vaderlandsliefde mag in oorlogstijd geen dekmantel zijn voor het plegen van misdaden !"

De bel rinkelde onnodig hard: einde van het bezoek ! Joseph stond stijf op: " Volgende week hebt ge uw lijst ! En, meester, probeer ook eens te achterhalen wat er met burgemeester Engelborghs aan de hand is...Met dié vent heb ik ook nog een eitje te pellen ! ..."

" Ha ja ?...Hou dan bij uw plannen rekening dat de gemeente Westende die bomtrechter waar Pylieser in verdronk aan het opvullen is hé ! Als zwemvijver voor uw 'vriendjes' zal die dan niet meer kunnen dienen: 't is maar dat ge 't weet ! "

" Och meester, Hamlet zei destijds: " Er is méér tussen hemel en aarde dan gij voor mogelijk houdt ! Verzuipen is niet de énige manier om met de slechteriken af te rekenen, hé... "

Zie-zo, Joseph voelde zich weer goed op dreef...

 

Af en toe sijpelde ook wat wereldnieuws binnen in het kamp, als de wakers al eens een gazet lieten rondslingeren. Zo dreef de joodse terreur in Palestina de Britse mandaathouder langzaam maar zeker in de hoek, en de burgeroorlog in Griekenland nam zo te zien steeds wredere vormen aan. Niét dat de meeste geïnterneerden zich die ver afgelegen bloedbaden erg aantrokken, maar dat de Amerikaan met zijn atoomproeven in de Stille Oceaan de wereld dreigde op te blazen bleef natuurlijk wél in de geesten hangen. Nu gingen die blaaskaken een waterstofbom, duizendmaal krachtiger dan die op Hirosjima, laten ontploffen in het Bikini-atol en de halve wereldpers vreesde voor een kettingreactie die ook de hele aarde zou verpulveren !

Maar wat nog drukker besproken werd op de koer tussen de barakken was de val van de regering Van Acker... 'Den Achiel' (Premier Van Acker) had tot nu toe de wraaklust van de verzetsgroepen goed in toom weten te houden, maar wie weet hoe zijn opvolger dat ging klaarspelen...Bij al die kommer en kwel was er echter ook goed nieuws: er was sprake dat vanaf augustus de tabak vàn de bon zou gaan, wat die natuurlijk veel goedkoper zou maken. Want nù werd die in 't zwart ook praktisch vrij verkocht, maar dan wél nog tegen een opgefokte prijs...Zo: hoop deed leven !

De dag vóór het bezoek van zijn advocaat kreeg hij tot zijn grote verbazing op het morgenappel een échte brief. Afzender: Neuville Georgette ! Tiens, en Joseph die dacht dat dat mens niet deftig kon schrijven ! ...Uiteindelijk bleek dat Rachel de brieftekst van Jetje op haar werk had overgetypt, wat het leescomfort waarschijnlijk heel wat verbeterd had, ondanks de vele vette inktstrepen van de censuur. Hij maakte daar vooral uit op dat de twee vrouwen nog steeds aan één zeel trokken, een ééndracht die hem nog het meest verwonderde. Want 'normaal' kon je dat moeilijk noemen, gezien de moederlijke liefde die Jetje voor hem voelde, frontaal botste met de aversie die Rachel altijd tegenover de 'smerige zwartzakken' had geuit. Het zou dus eerder voor de hand liggen moesten die twee elkaar over zijn persoontje regelmatig in de haren vliegen! Maar niét dus! Wat hem stijfde in de overtuiging dat primo: zijn chantage met de brief naar Polak nog altijd werkte en zo de wraakzucht van Rachel binnen redelijke perken hield. En secundo: dat hun beider hunkering naar de verdoken goudpotten de neuzen in dezelfde richting dwong.

Des te beter, dacht hij, terwijl hij de tekst overvloog...

'Beste Joseph...Meester Florizone liet mij weten dat gij dringend nieuwtjes van ONS-EIGEN en van 't dorpsleven had vernomen. Weet dan dat wij het goed stellen en van u hetzelfde hopen, gezien de omstandigheden.

'De brieven waarmee gij rondliep zijn veilig in onze handen. In noodgeval zal Flor er een paar lezen om uw eenzaamheid op te fleuren en in te korten, als ge wilt'..

Joseph moest zwaar nadenken voor hij begreep wat zij bedoelde...Maar zohaast hij in zijn geest de knoppen goed had afgesteld vielen de puzzelstukjes vlot inéén...'De brieven waarmee gij rondliep' verwezen natuurlijk naar de bankbriefjes in zijn kunstbeen dat hij bij Jetje had achtergelaten: zij stelde dus voor om eventueel met een deel van dat bedrag de advocaat te betalen, opdat deze met een bloemrijk pleidooi zijn opsluiting zou kunnen inkorten...

Zo liet Jetje ook in omfloerste volzinnen weten dat 'de steenkapper' - Steiner dus - haar op straat had aangesproken en 'om te beginnen niet content was met het bezoek van de Flor', maar later bijdraaide: een eerste contact was dus alvast gelegd...'Ik peins dat wij met de kalkoenen (garde Cyriel Calcoen) niet zoveel last gaan hebben, want met vuile pluimen zijn die veel minder waard'...Wat met andere woorden betekende dat de garde rapper door de knieën zou gaan, want die kon zich geen nieuwe smet op zijn staat van dienst permiteren !

Het laatste nieuws uit het dorp werd blijkbaar helemaal bepaald door de veroordeling tot tien jaar hechtenis van Mariètje Algoet. " Gij gaat die misschien niet meer kennen, maar dat kind heeft nog een hele tijd bij Jupp in de keuken gewerkt. En - navolgens Marie zaliger destijds geshockeerd aan mij heeft verteld - ook voor zijn smerige speciale foto's heeft geposeerd...Maar 't is niet dààrvoor dat ze nu tien jaar heeft gekregen, maar omdat ze haar eigen broer, die haar binst de oorlog een kind had gemaakt, met de koterhaak de kop heeft ingeslagen. IK kan niet alle details op papier zetten, maar de Flor zal u bij gelegenheid wel de hele triestige historie uit de doeken doen, want 't is nogal ingewikkeld."

Joseph herinnerde zich vaag dat Leon hem in Berlijn daar iets over verteld had: een jonge collega van Marie die regelmatig door haar eigen broer werd gekneveld en mishandeld, of toch iets in die aard...En dat zelfs Jupp in Porz nog een toespeling had gemaakt op een 'doodgeboren' kind dat ze hém in Westende op z'n nek wilden schuiven, en waarvan hij het vaderschap steeds met hand en tand had ontkend... Als Florizone bij zijn volgend bezoek even tijd had, zou hij hem tóch om wat meer details vragen ! Want stél dat Herr Deutinger aan onze kust nóg wat kinderen had lopen, dan kon de Metzgerei van dochter Erika alsnog door een hele bende vreemde snuiters geclaimd worden...

Wat hem er aan deed denken dat zijn heetgebakerde Duitse hartsvriendin misschien wel op wat nieuws van zijn wraakraid zat te wachten. Het was tenslotte al drie maanden geleden dat hij haar achterliet...Haar verhoopte hunkering streelde éven zijn ijdelheid, al begreep hij onmiddellijk dat Erika's interesse vooral uitging naar de doos gouden munten die hij op haar aanwijzingen ging recupereren...Bon, zohaast meester Florizone hem wat meer houvast kon geven over zijn toekomst zou hij Erika iets laten weten...

 

De advocaat bracht hem inderdaad hoopgevend nieuws. Uit het eerste onderhoud met Jetje en Rachel, en op basis van het nauwkeurig lijstje dat Joseph hem bezorgde, had hij een volledig nieuwe kijk gekregen op de persoon van Pylieser en de misdaden die hem nooit werden aangerekend. Hij zou zich, de eerstvolgende dagen of weken, eveneens grondig bezighouden met het ontwarren van het web vol wraakzuchtige motieven en vetes die de drie hoofdpersonen onderling verbond. Dan zou vanzelf wel duidelijk worden hoe de verklikkingen van Pylieser hem als 'verzetsheld' volledig onmogelijk zouden maken...En meteen blijken hoe wij de garde én Steiner de prang op de neus konden zetten om hen voortijdig tot de aftocht te dwingen...

Dat zag er dus alvast niet slecht uit !

Over Mariette Algoet was meester Florizone heel wat minder spraakzaam en Joseph begreep al vlug waaróm ! Hij had, met één van de eerste pleidooien van zijn carrière, de geïnterneerde jonge vrouw destijds zélf verdedigd en was verstrikt geraakt in de voorgeschiedenis die hij onvoldoende doorgrond had. Hij dacht dat hij met een banale liefdesgeschiedenis te maken had: Mariette had zogezegd op het einde van de bezetting met een Duitser 'gelopen' en er een doodgeboren kind aan overgehouden. Zij was dan bij de bevrijding door de goede vaderlanders opgepakt, kaal geschoren en geïnterneerd in Veurne...Simpel, dacht destijds de jonge advocaat. Tot zij op het proces, na een vol jaar opsluiting, mordicus volhield dat het kind helemaal niet van die Duitser - in casu Jupp Deutinger - was. En dat de dorpspastoor dat kwam bevestigen, maar door het biechtgeheim niet mocht verklappen wie dan wél de vader was... Mariette verloor haar burgerrechten voor tien jaar en werd vrijgelaten..."Eind goed, al goed" beaamde Joseph !

" Misschien...Maar het tweede bedrijf van dat drama loopt minder vlot af ! Want toen zij thuis kwam, nam zij onmiddellijk de pook van de stoof en sloeg haar broer achtmaal op het hoofd tot de dood erop volgde, om zich dan vrijwillig bij de garde te gaan aangeven. Bij het onderzoek van deze moord was ik niet meer betrokken ,omdat Algoet een àndere verdediger kreeg toegewezen. Maar ik hoorde dat de vóórgeschiedenis van dit zogenaamde éénvoudige liefdesdrama plots een héél ànder licht op de schuldvraag wierp. Mariette was namelijk als jong meisje dikwijls afgeranseld, eerst door haar zatte vader en na diens dood, door haar broer. En daarbij ook...ehum...seksueel mishandeld. Op perverse wijze, verstaat ge : ik kan het niet verder verduidelijken...Op het proces is Georgette Neuville zelfs komen getuigen dat zij op hun werk in de kazernekeuken dikwijls blauwe kneuzingen op Mariettes polsen had opgemerkt. Deze bevestigden de bewering van beschuldigde dat zij door haar broer in de kelder aan de plafondbalk werd gebonden vóór de martelingen en het ...ehum...misbruik begon. Zij werd zwanger. Maar haar broer, die haar als énige bij de thuisbevalling hielp, beweerde dat het kind doodgeboren werd, wat zij evenwel ten stelligste ontkende..."

" En hier verschijnt de Jupp ten tonele, zeker ?"

" Inderdaad, haar broer heeft dan geprobeerd met wat roddels die Duitse onderofficier daarbij te betrekken, maar die heeft Mariette gewoon uit de keuken ontslagen en daarmee was voor hém de kous af...Bij de bevrijding echter zijn die roddels een eigen leven gaan leiden en hebben haar rechtstreeks als 'Duitse hoer' overgeleverd aan de kwijlende straatrepressie. Met het gekende gevolg...En vorige week is Mariette Algoet dus in Assisen voor moord op haar broer veroordeeld tot tien jaar...”

“Tien jaar ?!” riep Joseph verbaasd uit.

“Ja, als inciviek hé ,wegens dat "Vogelen met de Vijand" en bezwaard met het vermoeden van kindermoord : dan schrijven de rechters altijd met dubbel krijt...Maar ze aanvaardden in haar geval ook een hoop verzachtende omstandigheden !..."

" Ha, tóch ?” sneerde Joseph: ”Wel-wel ,ziet eens aan ! ..."

Florizone haalde de schouders op voor deze steek onder water: "In beroep komt ze garantie véél vroeger vrij...Waarmee ik maar wil zeggen dat een uitspraak nooit op voorhand vastligt...Ook de uwe niet ,Petré...Dat is altijd veel eerder een duistere kwestie van touwtrekken..."


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
01-11-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
31-10-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 374
Klik op de afbeelding om de link te volgen

D09. WRAAKLUST EN GOUDKOORTS.

 

                     Sinte-Kruis, lente '46.

Het interneringskamp van Sinte-Kruis bij Brugge leek op geen énkel 'Lager' dat hij in zijn vroegere militaire loopbaan had gekend. Nochtans over het leven in barakken moesten ze hem niets meer vertellen ! Toen hij als jonge rekruut van het 'Vlaams Legioen' zijn opleiding kreeg in het reusachtige Poolse legerkamp van Debica, of in Arys in Oost-Pruisen, of nadien in die twee ijskoude Letse legeroefenplaatsen: nooit had hij de beklemming gevoeld die hem hier naar de keel greep. Ondanks de moordende tucht die er toén aan het Oostfront heerste, had hij zich altijd door het groepsverband min of meer geborgen gevoeld, aan het handje geleid en beschut...En alhoewel hij destijds geen voet scheef kon zetten zonder door een instructeur bars tot de orde te worden geroepen, was hem van die àndere kampen steeds een vredige gevoel bijgebleven door de eindeloze vrije natuur rondom, de ruisende bossen, de blonde duinen en de purperen hei...Stomme romantiek, besefte hij nu, dàt wel...

Hier in Sinte-Kruis integendeel keek je overal op prikkeldraad en hoge grauwe baksteenmuren. En énkel de afgebladderde camouflageverf op de dertig houten barakken en de oude stenen gebouwen van de administratie kon met veel goede wil de illusie verwekken van een groen decor...Zelfs grassprietjes waren er niet meer te vinden: naar men zei allemaal opgevreten door de gevangenen tijdens de eerste hongerwinter...Maar aangezien hij bij zijn 'entrée' nu wél een gedeukte soldatengamel gekregen had, bood dat toch een vooruitzicht op gratis eten...En daar bovenop gaven ze hem ook nog een slaapplaats: nummer 36 in 'barak 7'...Wat hem van mens kortweg omtoverde tot 'numéro 736', aangezien hier alles rond cijfers en getallen draaide...

Maar buiten eten en onderdak stond hij voor zijn verdere overleving volledig op eigen wankele benen. Bij wijze van spreken toch ,want hij hàd er tenslotte maar één over...Langs de kant van de pensiongasten was er geen enkel groepsverband dat hem opving, om van enige óntvangst nog te zwijgen...Hij kwam bij een massa gore en slonzige individuen terecht, uitgeteerde navelstaarders die énkel wanhopig bezig waren met hun eigen onzeker toekomst en triestige lot.

Voor de 'collega's' was iedere nieuwkomer enkel interessant als bron van vers nieuws uit de buitenwereld. Maar aangezien hij, na een jarenlang verblijf in de verre vreemde, enkel een paar dagen geleden terug in België was aangeland, zakte zijn nieuwswaarde al meteen onder nul ! Erger nog: hij moest verdomme hiér vernemen dat de Ijzertoren onlangs voor de tweede maal ongestraft gedynamieteerd werd door de superpatriotten ! En dat die nog geen maand geleden ook dokter Borms hadden gefusilleerd: een zieke oude man, vastgebonden op een stoel...Geconfronteerd met zoveel bloeddorst kreeg zelfs het kleine grut hiervan koude rillingen op de rug. Als 'Brussel' zelfs voor een verachtelijke moord op een tandeloze Vlaamse leeuw niet meer terugschrok, dan moest de kleine garnaal vanwege de procureur ook op niet veel mededogen hopen.

Het duurde een paar dagen voor hij zich aan het ritme en de geest van het kampleven had aangepast. En voor het eerst in zijn bewogen jeugd drong het tot hem door dat hij écht 'gevangen' zat, niét in het web van een geordende en geroutineerde staatsjustitie ,maar overgeleverd aan de machtsgeile willekeur van een bende losgeslagen debielen...Die gelegenheidsbewakers waren er blijkbaar énkel op uit hun korte machtspositie zo rap mogelijk te verzilveren! Want làng kon dat grapje niet meer duren. Immers, in de buitenwereld groeide, ondanks het overheersende hoera-patriottisme, langzaam de kritiek van eerlijke burgers, die het corrupt geknoei van 'de justice' in de kampen aan de grote klok durfden te hangen...

Jammer genoeg hadden deze verdedigers met hun kritiek geen poot om op te staan, aangezien de geïnterneerden opgesloten zaten in een volledig gerechtelijk vacuüm. Tegen de meesten die destijds door de straatrepressie waren opgepakt moest het dossier met de aanklacht nog worden opgemaakt. Velen waren nog niet eens officieel in verdenking gesteld, laat staan dat een onderzoeksrechter hun 'geval' al eens van dichtbij had bekeken...Maar ondertussen zaten ze wél al bijna twee jaar in het kamp opgesloten ,in "verzekerde bewaring" zogezegd :of "Schützhaft" ,zoals ze dat over de Rijn noemden ! Af en toe werd er wel eens een gelukzak 'gelost', zó maar, door voorspraak van een dorpspotentaat of sluiks vrijgekocht door zijn rijke familie tegen een flinke 'borgsom'...Maar het gros wachtte lijdzaam af wat de dag van morgen zou kunnen brengen...En veel goeds verwachtten zij meestal niet.

Joseph kreeg moeilijk contact met zijn mede-geïnterneerden, omdat niemand wist hoe diep hij in de stront zat, en men er niet op uit was om voor de vriend van een mogelijke massamoordenaar door te gaan ! Wél kwam hij na een discrete benadering van zijn buurman - nummer 734 - te weten dat hij best zo vlug mogelijk een advocaat moest vinden, maar dan enkel één "die-hij-kon-vertrouwen" ! Wat hij daarmee bedoelde ?...Wel, liefst niét zo één die in het kamp klanten kwam ronselen, hé ! Want zohaast je zo'n boef je dossier had toevertrouwd en je handje-contantje zijn mooie voorschot had betaald, hoorde je meestal de eerste paar maanden niéts meer van die oplichter !

Maar hoé Joseph in godsnaam contact kon krijgen met zo'n "betrouwbare" verdediger, wist 734 hem ook niet te vertellen...Die van hém trok in elk geval op niéts, want de laatste maanden leek dat heerschap wel van de aardbodem verdwenen ! Die gasten proberen zoveel mogelijk dossiers te groeperen om maar éénmaal de verplaatsing naar de griffie te moeten doen, en ook te trachten die 'zaken' samen voor de krijgsraad te pleiten. Maar op dié manier verdween je in de eenheidssoep en was er van een persoonlijke verdediging hoe dan ook geen sprake meer !

Doch na nóg een week vruchteloos piekeren, leek de Heilige Voorzienigheid zijn probleem te willen oplossen. Of beter gezegd mevrouw Georgette Neuville. Jetje dus... Want op een regenachtige morgen kreeg hij - "numéro 736" - bij het éérste appel de opdracht om tien uur in de 'parloir' zijn advocaat te spreken ! Van alteratie wilde hij al luidop reageren dat hij zo'n geldwolf niet besteld had ! Maar zijn buurman '734' legde hem het zwijgen op: beter éérst eens gaan luisteren wat die kwibus kwam vertellen...Als het zo'n dossierronselaar bleek te zijn, kon Joseph nog altijd weigeren met het uitvlucht dat zijn naasten al een bevriend verdediger op het oog hadden die binnenkort voeling zou opnemen, niet waar ?...

Joseph was maar half gerustgesteld toen hij, samen met nog een tiental collega's, door een gewapende bewaker de 'parloir' werd ingeduwd: een soort brede gang in het hoofdgebouw...Daar moesten ze eerst een tijdje met het gezicht naar de muur gekeerd staan wachten. Tegen de overliggende muur troonde een vijftal heren in pak, elk aan een apart tafeltje met daarop één of meer dossiers. De zaalwachter riep om beurt het nummer van een gedetineerde af en verdeelde de eerste vijf over de rij tafels. Joseph had geluk: hij mocht meteen naar zijn onbekende 'verdediger' die hem kortaf zei te gaan zitten...

Op 't eerste zicht viel dat ventje hem al héél érg tegen, want inderdaad: méér dan een 'ventje' kon je die stijve student niet noemen. Joseph schatte hem nauwelijks een jaar ouder dan zichzelf: dus waarschijnlijk vérs van de universiteit ! Een melkmuil die pas kwam kijken, daar kon hij moeilijk zijn levenslot aan toevertrouwen, vond hij...

De jongen scheen zijn gedachten te lezen, maar hield zich sterk: " Gij zijt Petré Josephus, ja ?.. .Bon, ik ben meester Florizone, advocaat te Nieuwpoort. Notaris Legein heeft mij aanbevolen bij de juffrouwen Coulier Rachèl en Neuville Georgette om uw verdediging voor de krijgsraad te Brugge te voeren...Eerst weliswaar onder uw schuilnaam van Jean-Marie Peters, maar dié kenden ze hier niet, hé ! Maar na wat persoonlijk speurwerk ontdekte ik dat gij nu in 't echt Petré Josephus heet hé ? Dàt is ook de reden waarom het wat geduurd heeft vóór ik wist wààr ge zat !” Met een scheef glimlachje liet hij verstaan dat hij die valse naamdracht nogal kinderachtig vond...

Joseph ging er niet verder op in want het duizelde hem even: " Heeft mijn tante Jetje u uit eigen beweging gevraagd ?!...Verdomme dat doet deugd zie, te weten dat er dan toch nog iémand zich mijn miserie aantrekt ! ... Maar dat ook Rachel mee aan de kar zou geduwd hebben, kan er bij mij maar moeilijk in..."

" Rachel Coulier ? Dat is toch de secretaresse van Legein hé ? Wel, die zit inderdaad als het ware aan de bron...Ik heb toch begrepen dat zij de notaris heeft ingeschakeld om aan mijn adres te geraken...Bon ! Maar nu terzake: als waarborg op mijn voorlopige honorarium hebben die dames bij mijn vriend de notaris twee Deense goudstukken gedeponeerd, die ons qua kosten al een heel eind op weg zouden helpen, altijd in de veronderstelling natuurlijk dat gij mijn opdracht hier en nu bevestigt en ik van mijn kant uw dossier aanvaard...Wat mij betreft, zie ik geen probleem, daar uw collaboratiedossier volgens mij los staat van de uw eventuele betrokkenheid bij de accidentele dood van de heer Pylieser. Uw incivisme is bewezen, maar dat die man verdronk door uw schuld is compleet uit de lucht gegrepen! Die twee dossiers staan volledig los van elkaar - en niet alleen in oogpunt van tijd - wat een gecumuleerde straf uitsluit. Als ge wilt kan ik dat pleiten...Indien niét, blijven wij even goede vrienden, maar dan eindigt hierbij mijn interventie...Ik heb alle begrip voor uw vrees dat ik te jong zou zijn om door de krijgsraad 'au sérieux' genomen te worden. Maar ik kan u verzekeren dat deze volledig ongegrond is: het winstpercentage van mijn gepleite dossiers ligt even hoog als bij mijn oudere confraters...Daarom stel ik u de vraag: gaan we samen in zee ?"

Als hij Joseph met deze laatste uitspraak had willen overrompelen, was hij alvast hiérbij met glans geslaagd ! Die haalde puffend zijn schouders op: " Ge zegt het zelf hé...Ge komt zowat uit de blauwe lucht gevallen, en trekt daarenboven langs geen kanten op een serieuze advocaat ! In mijn dromen zag ik meer een typ lijk Jakob Van Artevelde, een reus met grijzende baard en vlammende ogen die driftig met zijn armen zwaait !...En wat krijg ik ?..."

" Een melkmuil: ik weet het ! Maar toen ze mij over een SS-er aanspraken, met drie jaar bloedige strijd aan het Oostfront achter de kiezen en gemutileerd voor 't leven, dacht ik ook op een soort Jan Breydel te vallen: een gewetenloze slachter met een ijzige blik, een vervaarlijke vechtjas vol kappen op zijn smoel ! ... En wat krijg IK ?...Een bleek studentje dat zich wegsteekt achter een stoere rosse stoppelbaard, compleet verloren door wat hem overkomt...Zeg nu zélf: wat moet IK daar verdomme mee aanvangen ?!"

Joseph spotte ontgoocheld: " En dan hebt ge mij nog niet zónder baard gezien ! Da's helemaal om te blèten ! Maar IK kan als referenties van mijn misdadig leven - en tegen alle uiterlijke schijn van kinderlijke onschuld - een honderd dooie bolsjevisten presenteren...Weliswaar gespreid over duizend dagen Oostfront, maar allee, toch wel een serieuze collectie jachttrofeeën hé ! ...Daarom zou ik willen weten: hoeveel van die opgezette koppen hangen er in ùw bureel aan de muur ?...Met andere woorden: welke referenties heeft uw prille loopbaan al opgeleverd ? Hoeveel tevreden klanten hebt gij al van het vuurpeloton gered ?"

Meester Florizone scheen dat luchtig gescherts wel te kunnen smaken en schudde lachend het hoofd: " Ik werk nog maar sinds oktober van vorig jaar, uitsluitend met incivieken, en dan vooral in het lichtere genre. Maar ook dié zaken slepen maanden aan vooraleer het vonnis valt, waardoor mijn palmares beperkt is tot zestien pleidooien. Met één daarvan heb ik de vrijspraak bekomen, en bij de rest heb ik de eis van het ministerie steeds kunnen afzwakken tot minder dan de helft..."

" Ha ,dat belooft ! Wat krijgt een SS-er lijk ik tegenwoordig ? Gaan ze mij - dank zij u, wel te verstaan ! - maar halfdood meer schieten ?"

Joseph legde zo de zwarte humor er wat érg dik op, waardoor Florizone plots omsloeg: " De standaard-eis voor een Oostfronter zonder complicaties is twintig jaar, voor zover hij in België geen bloed aan de handen heeft...Voor deelname aan Duitse klopjachten op partizanen hier ten lande en zo meer, bedoel ik...Dat is niet uw geval, heb ik begrepen... Maar er is wél sprake dat gij overlaatst - dus lang nà de oorlog ! - betrokken werd bij de accidentele dood van meneer Gerard Pylieser, een grote naam van de weerstand in onze Westhoek. Ze hebben hem pas drie weken geleden onder grote publieke belangstelling en met veel pracht en praal begraven ! Zelfs als ik uw onschuld in casu bewijs, is alleen het vernoemen van zijn naam in ons dossier een zware handicap voor ons. Maar als ze zijn dood als mogelijk gevolg van uw eventuele wraakneming bij het SS-dossier willen voegen - wat ik toch betwijfel, hoor ! - dan zou het wel eens érg kunnen stinken voor ons ! Dat is dan ook de éérste bekommernis van de twee dames die mij de opdracht gaven: zorgen dat het accident van Pylieser geen roet in 't eten komt gooien...En ik zie wel een mogelijkheid om dat tot een goed einde te brengen..."

" Maar verdomme: twintig jaar énkel en alleen voor drie jaar Oostfront! "

" Zég ,niet flauw doen hé ! De SS heeft daar geen drie jaar op z'n gat gezeten ,dat ik weet ! Maar voor de rest geen paniek man ! Die twintig brengen we met de "wet-Lejeune" wel terug tot zeven, misschien acht...En als binnen drie-vier jaar de koorts gezakt is, vragen we de voorlopige vrijheid..."

" Maar zó lang procederen, dat kan ik van mijn leven niet bekostigen ! " deed Joseph wanhopig, meer bedoeld om de geldhonger van het advocaatje te testen. Doch dat viel onverhoopt mee: " Ten eerste ben ik als beginnend pleiter héél goedkoop. En vertrekkend van de voorafbetaalde goudstukken heb ik de dames Coulier en Neuville wat voorgerekend, waardoor zij van mijn kostenschatting niet écht wakker lagen...En ten tweede verwacht ik niét dat uw proces zo lang zal aanslepen, ook al zijn er dan nog een tienduizend wachtenden vóór u...Maar de achterstand door overbelasting op de West-Vlaamse krijgsraden wordt nu rap ingehaald, waardoor ik hoop nog dit jaar uw zaak te kunnen pleiten...En het beroep zie ik ergens in de lente van volgend jaar, dus valt dat allemaal wel mee...En ten derde is er veel kans dat de 'VZW Berkenkruis', dat de verdediging van Oostfronters steunt, flink tussenkomt in de kosten...Wat denkt ge, steken we van wal ?"

 Joseph knikte gelaten, al bracht de lugubere naam van die 'v.z.w.' hem niet echt op vrolijke gedachten !  BERKENKRUIS'  verdomme, het leek wel of ze hem op een erepark van gesneuvelde Oostfrontstrijders gingen begraven !

 

Florizone had hem beloofd iedere donderdagmorgen even langs te komen, want hij had hier nog drie àndere klanten zitten. Met zijn toezegging tegen volgende week voor zakgeld, briefpapier en wat adressen te zorgen, had hij Joseph écht een hart onder de riem gestoken: de toekomst zag er al wat rooskleuriger uit. En dat hij als doodgeverfde nazisoldenier tóch nog hulp kon verwachten van een Vlaamsgezind steunfonds Berkenkruis, bracht al aardig wat licht aan het einde van de tunnel...

In afwachting wilde hij in het reine komen met het 'Enigma Rachel'. Door haar te bedreigen een brief te gaan schrijven naar Polak, had hij verwacht haar als mogelijke verklikster te kunnen neutraliseren. Tóch nam hij bij zijn arrestatie in Nieuwpoort éérst verkeerdelijk aan dat ZIJ hem verraden had als de SS-er Joseph Petré. Mis dus :zij zat daar blijkbaar voor niéts tussen. Waarom die Steiner dit verraad uiteindelijk voor ZIJN rekening had genomen, snapte hij voorlopig niet, maar dat waren zorgen voor later ! Dat Rachel zich blijkbaar tóch aan haar beloofde zwijgplicht had gehouden, wees er op dat zij nog steeds bang was voor zijn brief naar Polak...Maar dat zij zelfs Jetje geholpen had bij het zoeken van een geschikte advocaat viel helemaal buiten het kader van zijn chantage met Polak ! Haar plotse spontane medewerking aan zijn verdediging kon volgens Joseph maar één reden hebben: Rachel (en waarschijnlijk ook Jetje) had er persoonlijk voordeel bij dat zijn dodelijke wraak op Pylieser zo vlug mogelijk in de doofpot zou belanden ! Vraag was dan: wélk persoonlijk voordeel ?!

Hij had in zijn korte leven wel al ondervonden dat de mens bij zijn handelingen in hoofdzaak gedreven werd door vier motieven: liefde, haat, de drang naar rijkdom en de angst om te sterven...Dat Rachel hem - gezien haar leeftijd - bij zijn verdediging zeker niét ter hulp was gesneld uit hevige liefde of sexuele honger lag nogal voor de hand: haar afkeer van Duitsgezinden zat als een kanker te diep in haar gemartelde lijf uitgezaaid. Maar sinds zij wist dat niét Marie, maar wél Pylieser haar verraden had, kon ze nog moeilijk een haat koesteren tegen de Petré's, en al zéker niet sinds Joseph die vent versmoord had...Het derde motief 'lijfsbehoud', de angst om ten onder te gaan, kon enkel spelen in verband met zijn chantage met 'Polak', haar zogenaamd herrezen echtgenoot , maar kon niet verklaren waarom zij zich plots zo inspande om Joseph wit te wassen in de zaak 'Pylieser'. Want dat zij voor haar leven zou moeten vrezen indien Joseph veroordeeld zou worden voor de dood van die schurk, leek hem compleet uit de lucht gegrepen...Alhoewel ,die show met de flitsende lierenaar voor haar neus ,bij hun eerste ontmoeting in de keuken van Jetje heeft haar misschien die paniekreactie bezorgd ? Nee ,weinig waarschijnlijk...

Bleef dus énkel het vierde motief over: winstbejag..

De zeven dagen die hem scheidden van Florizones volgende bezoek vulde hij met de wildste en meest gedurfde financiële constructies. Dat het schrappen van de moordbeschuldiging op Pylieser de duur van zijn gevangenschap aanzienlijk zou verminderen, lag voor de hand. Vraag was welk geldelijk voordeel de twee dames - en Rachel in het bijzonder - in godsnaam konden puren uit zijn lichtere veroordeling...Of was er misschien een verband met die twee blikken goud die Jupp verborgen had ?...

Plots herinnerde hij zich het gesprek dat hij met Rachel voerde, juist vóór de moord op Pylieser. Hij had haar laten verstaan dat Jupp hem de juiste bergplaats van haar juwelenstock had aangewezen, en dat hij haar onder bepaalde voorwaarden eventueel wel zou kunnen helpen die schat te recupereren...Maar krek op dat spannende moment was Jetje de keuken ingekomen, terug van haar werk in 'Ons Rustoord', en hadden ze dit onderwerp noodgedwongen laten rusten...Ondertussen had Rachel natuurlijk ook liggen piekeren en een middel gezocht om Joseph over te halen hààr de geheime bergplaats van de juwelen aan te wijzen ! Maar zij was slim genoeg om te begrijpen dat heel haar trucjesdoos vol listen, foefjes en vrouwelijk lokaas totaal waardeloos zou blijven zolang hij stevig achter de tralies zat...

Dus begon hij te vermoeden waarom 'de zwarte weduwe' er zo gebrand op was hem zo vlug mogelijk ùit de bak te krijgen ! Dat stuk venijn was er natuurlijk op uit om hem na zijn vrijlating in haar eigen spinnenweb te vangen en er met de juwelen vandoor te gaan !

Hij moest dus serieus uit zijn doppen kijken ! En zoals hij het vroeger zei: " Rijden en omzien, Josefien ! "

Maar dat het Rachel te doen was om heel wat méér dan een verroest blik vol luizige halssnoeren, zou hij pas te weten komen als het vér te laat was...

 

 

 

 

 

 

 

 


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
31-10-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
30-10-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 373
Klik op de afbeelding om de link te volgen

D08:  VERRADERS (m/v).

 

                     Oostende, 12 mei 1946.

In de oude rijkswachtkazerne, waar zijn escorte hem binnenleidde, hadden al die lummelende gendarmen blijkbaar diezelfde dag geen tijd meer om hem te ondervragen...Hij vloog voor de nacht in een donker kelderhok dat bovendien misselijkmakend naar de riolering stonk. Pas tegen achten 's avonds kreeg hij beneden van de planton vier sneden droog brood en een grote emailbeker water: als opkikker óók al niet écht om te gillen ! ...

Onnodig te vertellen dat Joseph dié nacht niét van roze engeltjes droomde ! Maar al zijn piekeren bracht weinig zoden aan de dijk: zijn valse identiteit was dus doorprikt en, eerlijk gezegd, vond hij voor dat probleem geen uitkomst meer...Als ze hem morgen de prang op de neus zouden zetten, kon hij hoogstens voor de sport wat komedie opvoeren...Maar als ze hem met een vriend of kennis van de overleden Peters zouden confronteren, stond nù al vast dat hij binnen de kortste keren smadelijk ten onder zou gaan. Hij kon beter van bij het begin een verhaal opdissen dat hij tijdens hetzelfde bombardement van de Berlijnse fabriek onder het puin bedolven geraakte en sindsdien aan zwaar geheugenverlies leed. Zo'n beetje de verdwaasde debiel uithangen hé...En zeggen dat de redders hem nà het bombardement ter plaatse een been moesten amputeren en hem dan overtuigden dat hij 'Jean-Marie Peters' was, wat hij - bij gebrek aan àndere papieren of tastbare souvenirs - ter goeder trouw aanvaard had...Als nu bleek dat deze identiteit aan iemand ànders toebehoorde: sorry hoor, maar dan kon hij de gendarmen écht niet verder helpen...Met een beetje geluk geloofden ze hem misschien.

Toen hij de volgende morgen voor het verhoor naar boven werd gehaald, leek wonder boven wonder dit bizarre scenario er aanvankelijk ín te gaan als zoete koek... Pijnlijk was wél dat de werkmakker van Peters bij de Duitse firma 'Frits Werner Elektro A.G.' weer speciaal van zijn werk in de vismijn werd gehaald. Die man getuigde met tranen in de ogen dat zijn collega destijds vermorzeld werd onder een betonplaat en in een massagraf gedumpt werd. De échte Peters was kleiner en tengerder geweest dan Joseph en had een groot lidteken gedragen op de voorarm...Rechts of links, dat wist hij niet meer...

" Die mens hier trekt bijlange niet op mijn kameraad Jean-Marie, en ik rappeleer mij niet hem van ze leven op 't fabriek gezien te hebben! "

Joseph voelde de neiging opborrelen om deze vernietigende uitspraak te counteren met allerlei gefantaseerde details over zijn eigen werkkring in die fabriek, maar trapte niet in de val. Hij hief enkel onmachtig de schouders op als een echt slachtoffer van de amnesie en gaf zich blijkbaar in wanhoop over aan de wijsheid van de onderofficier. Die wist er ook zo vlug geen weg mee:

" Bon, dan zitten wij voorlopig vast hé...Ik zal de situatie aan de collega's van Nieuwpoort voorleggen en zien wat zij beslissen. In afwachting laat ik u voorlopig vrij, onder voorwaarde dat ge dagelijks op de noen bij de planton het register komt tekenen..."

Joseph trok een ongelukkig gezicht: " Kan ik niet gaan tekenen in Westende of Nieuwpoort, Chef ? Ik heb daar etens en onderkomst gevonden in een goedkoop pension en heb veel meer kans dààr aan werk te geraken...Hier in Oostende loop ik verloren..."

De Chef greep dit voorstel, om van dat aanslepend dossier verlost te worden, met beide handen aan: " Bon, ik zal bellen naar ginder ! Meld u morgennoen maar dààr aan: zij zullen wel een goede oplossing vinden..." En met een sluikse blik op zijn krukken gaf hij Joseph toch nog een schot voor de boeg: " Maar niét gaan lopen hé ! "

 

Dàt was Joseph juist wél van plan, maar dan moest hij vanzelfsprekend binnen de kortste keren zijn goud opgraven en in de richting van Köln-Porz verdwijnen...Bij Erika Deutinger zou hij zéker ontvangen worden met open armen - én de rest! - tenzij die op één week tijd reeds een àndere vent gevonden zou hebben, natuurlijk...Pa en ma Dieudonné in Duinkerke had hij al vroeger uit de plannen voor zijn terugtocht geschrapt: aan al die louche zaakjes van dat echtpaar zou de politie tóch vroeg of laat een einde stellen. En in zijn huidige wankele situatie werd Joseph daar liever niét bij betrokken!

 

Tante Jetje was écht blij toen hij rond de noen weer vrank en vrij voor haar keukendeur stond. Waarschijnlijk speelde de mogelijke erfenis van Pylieser daar wel een rol bij, maar dàt onderwerp vermeed zij als de pest. Toen hij vertelde dat de rijkswacht zijn valse identiteit had doorprikt, schrok ze wel even maar moest hartelijk lachen met zijn verhaal over zijn voorgewend geheugenverlies. Ondertussen had ze een kom bijgeschoven en sneed tegen haar platte boezem twee extra dikke sneden van het vers gebakken boerenbrood af...

Rachel was gaan werken, zei ze, dus ze hadden het kot voor zich alleen. Daar moest hij vlug van profiteren . Hoe haar vriendin aan dat werk bij notaris Legein was geraakt, wilde Joseph weten.

" Ge weet dat zij, héél op 't einde van de oorlog, door het Zweedse Rode Kruis uit dat kamp van Ravensburg werd gered hé..."

" Ravensbrück ! Ja, Leon heeft mij daar iets over geschreven in zijn dagboek...Hij heeft haar zelfs in de witte bus zien instappen, en haar naam geroepen, maar zij zag niet om.."  

" Misschien , ja...Zij heeft nooit over dat voorval gesproken...Ze zijn dan in een grote colonne van wel vijftig bussen op de smalle stook "Duitsland" tussen de twee fronten - met de Russen réchts en de Britten links - veilig tot in Zweden geraakt, en werden daar in een soort kasteel langen tijd heel goed gesoigneerd. Dat was wel nodig want ze had wel tien dodelijke ziektes in haar lijf en ze heeft er weken tussen leven en sterven gehangen, de sukkel...Maar in de herfst van '45 is ze dan toch geheel hersteld weergekeerd en is hier natuurlijk ontvangen lijk een heldin ! En als vaderlandse geste heeft de notaris haar onmiddellijk in dienst genomen als typiste...Zo'n gebaar straalde ook een beetje op hém af, natuurlijk, want in dié dagen waren er veel die iets goed moesten maken hé ,als ge verstaat "wa'k nie willen zeggen !"... In 't begin bakte Rachel er niet veel van om met het machien te schrijven...Gaandeweg is dat veel verbeterd en nu is ze ook min of meer zijn secretaresse en brengt zij hier schoon geld binnen in het huishouden...En met mijn pree uit de keuken van het 'Rustoord' zijn wij 'au fond' in zéér goeden doen..."

" Hoe reageerde zij feitelijk op de dood van Gerard Pylieser, nu zij weet dat het de schuld van die smeerlap was dat zij gedeporteerd is door de Duitsers ?"

" Och, heel verschillend...Ze blijft zeggen dat het den Duits was die haar onschuldig in dat kamp stak en haar bijna doodmartelde...En ze heeft natuurlijk gelijk ! Daarom haat ze iedereen die met den Duits meewerkte, en kan ze om die reden bijvoorbeeld uw familie niet rieken of zien ! "

" Mijn familie ? Of wie daar van overschiet ! Ze weet toch dat Marie, Leon of ikzélf haar nooit kwaad hebben gedaan ?! Wel integendeel ! En dat het verdomme toch de Pylieser was die haar verklapte ?!"

" Marie was Duitsgezind, punt aan de lijn ! En toen Rachel hoorde dat dié hier bij de bevrijding vermoord werd door 'een weerstander' heeft ze hard geroepen van: 'Just goed! '...Nu zij weet dat Pylieser haar verklapte aan den Duts is ze éven blij met de dood van Gerard, dààr niet van! En misschien zal dat met den tijd haar gevoelens tegenover u verzachten, omdat gij hem om zeep hebt geholpen ! Maar dat verandert weinig aan haar haat tegen àndere collabo's...Ge moet dus van haar voorlopig geen kruiske of vergiffenis verwachten, en als zij u een kloot kan aftrekken zal ze het verdikke niét laten: past maar op ! "

Deze laatste uitspraak kwam Joseph onmiddellijk voor de geest toen hij de volgende middag ging 'pointeren' bij de gendarmerie van Nieuwpoort...'Als ze u een kloot kan aftrekken...'

Want toen Rachel de vorige avond thuis was gekomen van haar werk en Joseph terug aan de keukentafel zag zitten met Jetje, was ze duidelijk onaangenaam verrast geweest en lelijk gesneerd :" Tiens, hebben ze u tóch nog gelost ? Ik dacht dat we een paar jaar hier in huis van uw gezelschap bevrijd zouden zijn ! Wat voor vuile leugens hebt ge ze nù weer verkocht om uit den bak te geraken ?! Want uwen haring, met die valse pas, heeft niet gebraaien hé ! "

Waarop Joseph melig had geschokschouderd: " Ze weten dat ik niét de Jean-Marie ben die op mijn papieren staat. Maar wie ik in 't écht ben, daar hebben ze nog het raden naar...En als gij goed uw verstand gebruikt én zwijgt, kunnen zij zich daar nog een tijdje mee amuseren ! ..."

Ze had enkel wat verachtend gesnoven, en een écht jolige stemming had er die avond nooit in de keuken gehangen...Iedereen was ten andere vroeg gaan slapen. Daarom viel Joseph de volgende middag ook bijna omver toen de chef in Nieuwpoort hem in het register liet tekenen.

" Hier, naast uw naam! 'Petré Joseph', dat zijt gij toch hé ?...Tekent maar ! "

" Hoe komt ge dààrbij ?" lachte hij verbaasd: "Petré ? Wie is dat ? Heet ik zó ? Petré Joseph ?...Die naam zégt mij nu eens niks hé...Zijt ge zéker ?...Ge weet toch dat ik mijn geheugen verloren heb bij een bombardement in Duitsland, in februari van vorig jaar, samen met mijn poot ?..Hebt ge iemand gevonden die iets kan vertellen over mijn vroeger leven, van vóór dat accident ?" Hij vond van zichzelf dat zijn vertoning van onschuldig schaap er best mee door kon...

Maar de pakkeman trapte er niet in: " Vanavond doen wij een confrontatie met de getuige, dan zullen ze u over uw vroeger leven méér vertellen dan u lief is, peins ik.. Gaat ondertussen maar een paar uurtjes mediteren over uw verleden in den amigo, akkoord ? Kwestie van uw geheugen alvast voor te bereiden hé ! ..."

 

Dat zag er maar bleekblauw uit, vond hij, toen de metalen deur van het cachot achter hem dichtsloeg ! Rachel had klaarblijkelijk aan haar notaris, of misschien zelfs rechtstreeks aan de gendarmen, verraden wié hij in werkelijkheid was, maar kon dat waarschijnlijk langs geen kanten bewijzen ! ...Wat echter veel erger was: zij kende zijn verdedigingstactiek en wist dat hij het voorgewend geheugenverlies volledig uit zijn duim had gezogen...Dat gat in zijn kop nog langer volhouden, tot op het ridicule àf, dààr was hij werkelijk wat te fier voor ! ...

Wat hem wél verwonderde was dat zij het aandurfde hun onderling akkoord om te zwijgen over elkaars verleden, éénzijdig te verbreken...Zijn chantage, een briefje te schrijven naar de jood Polak, scheen om één of àndere reden niet meer te werken, en de vraag was natuurlijk: waarom...Was zij misschien te weten gekomen dat die vent al jàren geleden gestorven was in dat Franse kamp ? Maar in minder dan een week tijd het juiste adres vinden van dat kamp en dààr dan de bevestiging krijgen van zijn duistere dood ? Neen, dat was absoluut onmogelijk, zelfs in het huidige moderne tijdperk van de telefonie ! Enfin, als hij straks met Rachel geconfronteerd werd zal ze hem wel honend de reden van haar woordbreuk voor de voeten gooien, hààr kennende ! ...Wéér een bewijs dat hij nooit een vrouw kon vertrouwen !

Hij viel dan ook steil achterover toen hij tegen halfzes niét Rachel in het bureel van de Chef aantrof, maar wél die geheimzinnige 'derde man' die hij tijdens de nacht van de moord voorlopig 'de cowboy' had genoemd. Jetje had hem er toen  bij verteld dat het om Steiner ging, de vroegere schoenlapper van het dorp, die na de dood van Dis naar Spanje was gevlucht, en op wie hij in Rusland tot tweemaal toe was gebotst. Joseph zou hem nooit herkend hebben want de man mankeerde een oor en leek nu stukken dikker en florissanter dan de uitgemergelde en beslijkte rattenkop die hij zich uit de tijd van de Wolchower moerassen vaag voor de geest kon halen...

De Chef viel meteen met de deur in huis: " Ik moet de heren niet aan elkaar voorstellen, zeker ?" En zich naar Steiner richtend: " Zijt gij zéker dat gij die mens hier kunt identificeren, zonder de minste twijfel, en zult gij daar een eed op durven doen ?"

De andere keek Joseph recht in de ogen en schudde het hoofd, wat bij de 'verdachte' even de hoop deed opflakkeren. Maar vergeefs: " Ik twijfel geen moment, Chef. Ik herken hem niet zodanig van vroeger in het dorp, want hij was toens nog te jong...Maar in '42 zijn ik hem twee keer op het lijf gelopen, één keer in het begin van onze zegevierende doorbraak van het Wolchovfront bij Leningrad, en nadien nog een keer toen onze heldhaftige divisies daar in de moerassen omsingeld en uitgemoord werden door de nazi-beesten...Zijn naam is Petré, Josephus Petré, zonder de minste twijfel ! "

Deze identificatie was zo overduidelijk voorgekauwd dat Joseph verontwaardigd uitvloog: " Josephus ?! Waar hebt ge dàt gelezen, miljaarde ! Zo heeft zelfs de paster mij nog nooit genoemd ! Josephus ! Om u een breuk te lachen ! Chef, dat gij u geleend hebt voor zo'n klucht, kan ik écht niet begrijpen ! Dàt voor een lid van de rechtelijke macht ! "

" Hey, Petré ! Het is al goed hé ! ...Geeft gij toe dat de getuige uw ware identiteit heeft onthuld ?"

" Ik zou wel eens meer details willen kennen waarop meneer Steiner zich baseert om zo zeker te zijn ! "

" Och, da's geen probleem ! " sneerde Steiner: " Ja, mijne frank is gevallen toen we die fameuze nacht tot ons sjokkedeizen in 't slijk stonden te dabben om de Gerard uit de miserie te helpen...Ge hebt mij dan uw stokken toegestoken om de ketting te vormen en ik herkende subiet dat het krukken waren van het Duits leger...Metalen, die om de voorarm pakken: normaal loopt iedereen hier met langere houten stokken, met zo'n kussentje voor onder het oksel hé...Maar dat Duits model van u vond ik al raar...En toen we daar in de modder stonden te sleuren, herinnerde ik mij plots mijn gevechten in de moerassen voor Leningrad en riep ik: " Godverdomme, just de Wolchov ! " En ik zag achter mij dat gij het begrepen had en lijk verstijfde ! "

" In een pikkedonkere nacht ziet gij mij verstijven, zegt ge ? En nogal àchter uw gat ! Proficiat Steiner met uw katteogen hé ! "

" Homaar, da's niet àlles ! Had ge u op tijd geschoren was ik er nooit óp gekomen, want het heeft wel twee nachten door mijn kop gespookt: die rosse baard: wààr heb ik die verdomme nóg gezien ?...Tot ik mij plots de winter aan het Wolchovfront herinnerde, hoe wij u gevangen namen in die radiocamion. Tovaritj Kommisar heeft u dan ondervraagd bij het licht van de stormlantaarn en ik heb u goed kunnen bekijken met die markante rosse baart en toen gij uw naam zei hebt gij ook mij herkend. Na de ondervraging moest ik u buiten liquideren, maar ik heb in de grond geschoten en u laten lopen..."

" Neen, in mijn hiel geschoten, waardoor ze later mijn poot hebben moeten afzagen ! Maar al bij al was ik u toch dankbaar voor uw edelmoedige geste...En toen wij op onze beurt in de lente uw eenheid in de ontdooide moerassen gevangen namen heb ik - dat indachtig - u toen niét als bolsjevistisch propagandist verraden en zo uw leven gered door te zorgen dat ge bij de Vlassovtroepen kont aansluiten. Ik zou dus zeggen: wij zijn quitte, stand 1-1... Waarom ge mij dan nù nog moet komen verraden, is mij een compleet raadsel ! "

" Ow Petré ! Niet zo rap, man ! Gij vergeet dat het de schuld is van uw moeder dat ik na het einde van de Spaanse Burgeroorlog niet terug naar België zijn mogen komen  ! Zij had een klacht ingediend voor de moord op uw vader, en op de ambassade van Barcelona hebben ze mij verwittigd dat ik bij terugkeer in België onmiddellijk als hoofdverdachte zou worden aangehouden ! Merci, madam Petré ! Ik heb voor de eer bedankt en zijn noodgedwongen naar Rusland moeten varen, met het gekende miserabel gevolg ! Dat bloedig avontuur dat mij in Rusland is overkomen vergeef ik haar nooit ! "

" En dat mijn moeder bij de bevrijding vermoord werd door uw vriend Pylieser, verandert daar niks aan hé..."

" Ten eerste was Pylieser absoluut mijn vriend niet ! En ten tweede heeft die man daarvoor geboet en is zojuist met veel tralala begraven lijk een grote patriottische held ! Dus zand erover ! ..."

De chef vloog uit: " Dedju Petré ! Ge moogt uw pollen kussen dat ik u meneer Pylieser, die grote held van het verzet, niet heb horen beschuldigen van moord op uw moeder..."

" En op mijn vader , Chef, niet te vergeten ! En als ge mijn beschuldiging nù niet gehoord hebt, zal ik het de volgende maanden nog wel een paar keer herhalen, zodat het goed geweten geraakt wat voor smeerlapperij uw held allemaal heeft uitgehaald ! Ge zijt er nog niet van àf ! "

" Bon ",zei de Chef kalm: " Doet maar wat ge niet kunt laten ! Ondertussen stel ik vast dat gij bekent hebt wel degelijk Petré Josephus te heten ! "

" Josephus mijn gat ,ja ! "

 

Na deze weldoende oprisping hield hij voor eeuwig op een menselijk wezen te zijn, en begon zijn bestaan als het dossiernummer 1-N-347/46. Voorlopig énkel verdacht van landverraad, militaire collaboratie met de vijand, in uniform mét wapendracht, met de bezwarende omstandigheid van valsheid in papieren...Dat was blijkbaar voldoende om mee te starten. Gezondheid

Aan Jetje, die hem nog even kon bezoeken vooraleer hij naar het interneringskamp van Sinte-Kruis werd overgebracht, wist hij duidelijk te maken dat in de dubbele bodem van zijn tabakzak gouden Fredericks waren verborgen waarmee ze een advocaat mocht aannemen.

Maar toen hij haar toefluisterde dat hij nog over veel méér goud beschikte zag hij haar ogen even vertroebelen, waardoor hij instinctief een rem zette op zijn ontboezemingen...

En voor de allereerste keer werd het hem duidelijk dat de goudkoorts niét allen de hersens aanvrat ,maar ook het hart...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
30-10-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
20-10-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 372
Klik op de afbeelding om de link te volgen

D07   HET VENIJN ZIT IN DE STAART...

 

   Westende, 9 mei 1946.

De nacht na de verrassend vlotte eliminatie van Gerard Pylieser kreeg Joseph het gevoel dat hiermee zijn wraakraid al tot een goed einde was gebracht. De grootste misdaden, waarvan zijn gezin het slachtoffer was geweest, waren door de primitieve terechtstelling van de schipper gedelgd. Deze had tijdens het sterven klaar en duidelijk geweten voor welke zonden hij moest boeten en zijn doodstrijd had pijnlijk lang geduurd. Een zoetere wraak had Joseph zich niet kunnen wensen...Temeer omdat de dood van Pylieser voor de buitenwereld énkel het gevolg kon zijn van een zuiver 'accident'...Dit herstelde een beetje het evenwicht met het gelijkaardige 'accident' van twee jaar geleden , waarin Marie door toedoen van dit stuk crapul ,"Gerard-Den-Grooten-Weerstander" , de duimen had moeten leggen...  

De enige schaduw op zijn geluk werd veroorzaakt door de onmogelijkheid zijn lijstje verder af te werken. Want Meester Engelborghs zat in de gevangenis van Brugge, en bleef daardoor, voorlopig althans, buiten schot. En ook François Dupong zou waarschijnlijk nog gedurende lange tijd aan het wrekend zwaard kunnen ontsnappen, zolang hij tenminste bij de negers in de Kongo ondergedoken bleef...

Maar Joseph vond het wél jammer dat hij zijn ludieke ingeving niet had gevolgd om de kruk los te laten toen de garde en de cowboy in de bomtrechter ketting vormden ! Dan waren ze misschien óók verzopen en zouden dié hem alvast later geen last meer kunnen bezorgen...Want vooraleer hij die nacht bij Jetje thuis ging slapen, had ze hem in de keuken bij een hete kop koffie nog verwittigd voor twee gevaren. Ten eerste legde ze hem uit dat 'de cowboy' in feite zijn oude vijand Steiner was, waarvan hij dus de venijnigste streken kon verwachten...Gelukkig had deze hem blijkbaar nog niet herkend. En ten tweede had zij de garde, samen met die Steiner, nà het bergen van het lijk, op "dienen mankepoot" horen afgeven - Joseph dus - als zou het ZIJN schuld zijn dat de schipper verdronken was. En die twee waren vast van plan 'de-vreemde-zwerver-op-z'n-ene-poot' niét te sparen als er een gerechtelijk onderzoek van kwam...

Jetje gaf hem, vóór het slapen, dan ook de raad om er zo vlug mogelijk vanonder te muizen, als hij hier niets dringends meer te doen had ! Joseph had maar van 'ja' geknikt om haar verder geen slapeloze nacht te bezorgen...Want zij wist natuurlijk niets af van zijn hebberig voornemen éérst die twee dozen goud te recupereren, wat volgens zijn voorzichtige schatting nog minstens een tweetal dagen in beslag kon nemen...

Jetje drukte hem daarenboven op het hart mordicus zijn ware identiteit te verzwijgen en bij een eventueel onderzoek vol te houden dat hij al het mogelijke had gedaan om Gerard te redden !

" De garde heeft wel gezien dat ge dien velo naar Gerard zijn kop hebt gesmeten, maar gij moet zeggen dat ge die op vraag van de Pylieser in de poel wierp om hem vaste voet in 't slijk te geven ! "

" Maar dat is ook zo ! Al vond ik het jammer om zo'n schone nieuwe velo weer in 't water te smijten ! Hij had mij die nog geen minuut daarvoor kado gedaan ! "

" Dat kunt ge beter verzwijgen, hé stommerik ! Want ik, van mijn kant, kan getuigen dat gij later uw krukken gegeven hebt om een keten te kunnen maken ! Méér kunnen ze, menselijk gezien, toch niet verwachten hé "...De woorden 'van een invalide' kon ze nog juist inslikken.

Tóch was hij, ondanks deze dreigende rampspoed, met een gelukzalig gevoel rap in de armen van Morpheus weg gezeild...

 

Jetje en Rachel hadden wat méér moeite met dat zeilen.

Vóór ze haar vriendin meer uitleg wilde geven over haar uitroep, deze morgen, dat Pylieser zijn testament inderdaad al gemaakt had, liet Rachel gelden dat dit vanzelfsprekend onder het beroepsgeheim viel ! Als haar baas, de notaris Legein van Nieuwpoort, ooit te weten zou komen dat zijn typiste met buitenstaanders over dossiers van de klanten sprak, vloog ze onmiddellijk aan de deur ! Dus moest Jetje zweren - ja, op wat ? - op het licht van haar ogen, dat ze nooit van haar leven zou piepen over wat Rachel haar hier zou vertellen ! Mmm ! Geheimen onthullen in het donker: lekker spannend, zeg !

Wel, vertelde Rachel haar fluisterend op het oorkussen, ze had in Pylieser zijn dossier gesnold en gelezen dat hij inderdaad al in '43 bij Legein een testament had neergelegd...En er vluchtig uit zijn laatste wil verstaan dat bij zijn overlijden àl zijn bezittingen geërfd zouden worden door de twee zonen van Marie Cattrysse, weduwe Petré, elk voor 50% van de geschatte waarde. De reden stond niet vermeld. Maar de Gerard had toen blijkbaar tóch wroeging gekregen over de verdrinkingsdood van hun peter én nonkel René Cattrysse tijdens die bizarre kanovaart naar Engeland in '41, en het peterschap over beide jongens overgenomen. Er waren nog aanvullende clausules in geval van 'vóórdood', maar die deden weinig terzake...

" Ha ja ? Leon is toch gestorven vóór de Gerard ! "

" Wel, in dàt geval erft Joseph àlles! ...Op voorwaarde natuurlijk dat de erfgenaam zijn identiteit kan bewijzen dat hij zonder de minste twijfel de oudste zoon is van Marie...En, " monkelde Rachel: " bij onze zogezegde Jean-Marie Peters zou dat wel eens op een kleine moeilijkheid kunnen stuiten ! ..."

"Joseph zal zijn oude pas wel ergens bijgehouden hebben, hé...Zoiets smijt ge toch niet weg! "

" Hij natuurlijk juist wél ! Als hij het laatste jaar onder een valse naam leefde én ieder moment gefouilleerd kon worden, mocht hij toch het risico niet lopen dat ze zijn oude papieren zouden ontdekken hé ! Als 'Joseph Petré' zouden ze hem onmiddellijk in verband brengen met de SS en vliegt hij voor minstens tien jaar de bak in ! Om nog niet te spreken van het vermoeden dat hij, als oudste zoon van Marie, zich op de moordenaar van zijn moeder heeft willen wreken: nóg eens tien jaar aan zijn been ! Hij kan zich dus best - lijk wij hem aangeraden hebben - zo lang mogelijk als die 'Jean-Marie Peters' voordoen...Dan komt ook zijn oude vete tegen Pylieser niet ter sprake en kunnen ze geen enkel motief ontdekken waarom hij Gerard hiér en nù zou vermoord hebben..."

" Maar als 'Peters' valt hij dan zo wél naast de erfenis van Gerard, als ik het goed begrijp...” Jetje sloot mijmerend de ogen: ”Drie vissersboten, da's al méér dan een miljoen ,zeg ! "

" Dat weet ik ook ! ” zei Rachel kortaf: ”Maar vooral: ge kunt niet erven van iemand die ge hebt vermoord ; dat komt er dan nog bij ! "

" En wat zegde gij daarjuist ? Als Joseph de erfenis niet kan opeisen, dan vervalt dat fortuin aan de Staat ?! Verdimme Rachel, dan heeft niemand er nog iets aan ! ...

“ Ik weet het, Keuntje: we zitten met een groot probleem!  Maar met straf peinzen gaan we dat wel oplossen ,zekers ?"

 

Joseph had die nacht absoluut geen last van al deze muizenissen, en sliep op de zolderkamer in het huis van Jetje de slaap der onschuldigen. Hij zweefde, na zijn vlotte wraak op Pylieser, in een wolk van gelukzaligheid.

Maar deze euforie kreeg reeds de volgende morgen een ferme opdonder toen de gendarmen juist vóór zonsopgang bij Jetje binnen vielen en hem voor ondervraging meenamen naar de juge in Nieuwpoort. Zijn nieuwe identiteit van Peeters slikten ze zonder verpinken, maar waarom hij als wildvreemde zwerver bij Jetje logeerde deed wél wat wenkbrauwen fronsen...Al vlug bleek dat de gendarmen voortborduurden op de belastende verklaringen die de garde en Steiner vorige nacht nog hadden afgelegd.

Want volgens Cyriel zwierf die landloper al een paar dagen hier rond, sliep in de verlaten barak naast de abri in de Bassevillestraat nummer 174, maar viel voor de rest overdag de mensen uit de buurt niet lastig...Evenwel, toen zij die nacht vanuit het café 'De Lekkerbek' op Pyliesers hulpgeroep toesnelden, riep de drenkeling - steeds volgens de garde - dat die vent hem ter hoogte van de bomtrechter had tegengehouden en geld had geëist. Toen Gerard dat weigerde had de landloper hem met een stomp tegen de borst in de put doen struikelen en hem met slagen van zijn kruk steeds vérder het slijk in gedreven... Zijzelf hadden met eigen ogen gezien dat die mankepoot de drenkeling met zijn eigen velo bekogelde om hem alzo het zwijgen op te leggen !

" Wat hebt gij ter uwer verdediging daartegen nog in te brengen ?" vroeg de wachtmeester pro-forma na de voorlezing van het P.V., want voor hém was de zaak al rond...

" Wel Chef, dat er van héél dat vertelsel weinig van aan is, ja ! Ik ga u de enige échte waarheid vertellen van dat accident, zie...Ik stapte gisterennacht in de Bassevillestraat naar de lege barak waar dat ik ga slapen, toen ik al met eens achter mij een velo hoorde naderen. Ik ben niet zo goed te been, hé Chef, zoals ge kunt zien, en daarmee kon ik mij niet tijdig aan de kant zetten. Hij moet met zijn zatte botten verschoten zijn van mij daar met de lichtstraal van zijn velolamp in de weg te vinden hé, en ineens heeft hij z'n stuur omgegooid om niet op mij te botsen, zo het evenwicht verloren en is met een grote bocht in die gracht gereden, dwars door de afsluiting, kop over staart, tot aan zijn billen in 't sop ! ! Daar is hij dan rap dieper en dieper gezonken, en door mijn invaliditeit kon ik niet méér doen dan hem mijn krukken toe te steken...Ten einde raad heb ik inderdaad de velo van die mens in de poel gesmeten, maar alleenlijk omdat hij daarom vroeg ! Hij was alsmaar dieper in het slijk aan 't zakken en peinsde vaneigens met op die velo te staan alzo opnieuw wat vaste grond onder de voeten te krijgen ! "

" De twee getuigen zien dat enigszins ànders, hé ! " sneerde de wachtmeester.

" Chef, madam Neuville was er op dat moment bij en die kan dat getuigen ! De garde en dien derde mens zijn maar làter gearriveerd en waren te zat om op eigen kracht die sukkelaar te redden ! Die was al ver aan 't verzuipen en zékers niet in staat om hen toens nog efkens heel dien uitleg te doen dat ik hem overvallen had en hem met geweld in die poel had gedreven ! Ziet ge dat voor u chef : Ik, een invalide op krukken !? Dat is totaal onmogelijk en puur uit hunnen duim gezogen...Neen, toen zij af kwamen gelopen heb ik ze seffens maar mijn krukken geleend om samen met hén een ketting te vormen die lang genoeg was om van de vaste vijverkant tot bij die mens te geraken. Maar toen de drenkeling de hand van dien derde man greep, zijn ze ruzie beginnen maken met hem, omdat hij met al zijn gewoel en gespartel dreigde van iedereen de dieperik in te trekken. Ik hoor die derde man nog roepen: " Gerard, mij gaat ge verdomme niet meesleuren naar de hel ! " En daarop heeft hij de drenkeling gelost en hem in feite laten stikken... En het is alleenlijk met hulp van mijn krukken, waar ze pertang héél hard aan sleurden zónder dat ik gelost heb, dat de garde en dien zogezegde redder ook niet verzopen zijn ! Kort daarop is er een cafébaas met een leer komen aandragen en daarmee zijn de twee zatlappen en ikzelf tenslotte op het droge geraakt...Maar voor de drenkeling was het al te laat! ..."

" En hebben de twee getuigen u ter plekke uw misdaad niet verweten ?" vroeg de wachtmeester al wat minder zelfzeker: " Volgens dat zij verklaarden zijt ge onder hun beschuldigingen gaan lopen ! "

" In tegendeel Chef, ze waren zij héél content dat ze er met mijn hulp levend vanaf waren gekomen ! En ook wel wat beschaamd, peins ik, dat ze door hun zatlapperij die mens niet hebben kunnen redden, natuurlijk... Madam Neuville heeft mij dan rap naar haar huis geleid om wat te bekomen en droge kleren aan te trekken. Als ge dat 'wegvluchten' wilt noemen: voor mijn part ! ..."

Over de twee versies werd nog ruim een uur over en weer gekibbeld, maar uiteindelijk vloog Joseph, ondanks zijn luid protest, tóch nog de bak in ! Met een landloper als hij, die ieder ogenblik kon verdwijnen, durfden de pakkemannen geen risico te nemen...

 

Rachel keerde nogal laat terug van haar werk op de studie van notaris Legein. Als ex-gedeporteerde van het kamp Ravensbrück had de notaris haar vorig jaar uit échte vaderlandsliefde in dienst genomen als typiste. Maar kwatongen en kwezels, die onze notaris een flierefluiter noemden, lieten verstaan dat Rachel dit gebaar minder aan haar vingervlugheid of aantal-letter-aanslagen-per-minuut ,dan wél aan haar rondingen te danken had. En het moet gezegd, de vrouw was, sinds haar terugkeer uit het Zweedse hersteloord, weer helemaal open gebloeid tot de smakelijke dame die destijds de mannelijke klanten van haar juwelenwinkel natte dromen bezorgde...

" Ik heb nog eens rap een blik geworpen op het testament van de Gerard: zo te zien is er aan het origineel van 1943 niks veranderd. Dat wil zeggen dat tot nu toe Joseph nog altijd universeel erfgenaam is van al de bezittingen van Pylieser: een waar fortuin, als hij niet teveel schulden nalaat...Als dat allemaal aan de staat vervalt, dan is dat voor iederéén reddeloos verloren... Terwijl, als wij dat aan Joseph zouden kunnen toespelen, dan is er làter voor óns misschien nog een mouw aan te passen. Zo'n jonge gast, en op de koop toe hulpbehoevend door zijn invaliditeit...Als vrouw moet het niet moeilijk zijn die wat te helpen bij het beheer van dat fortuin... Venten zijn toch zo'n onnozelaars ! ..."

Jetje ging niet op deze dagdromen in: " Die erfenis is zorg voor làter ! Nu is onze eerste bekommernis dat wij hem kunnen vrijpleiten van alle schuld in verband met de dood van Gerard...Ik voor mijn part zal al proberen die vechtpartij in de 'Lekkerbek' wat op te blazen ! Dat iedereen daar razend kwaad was op Gerard omdat die zo tegenover échte leiders van de Weerstand stond te pronken met een medalje waar hijzelf helemaal geen recht op had ! Ze konden zijn bloed wel drinken, zal ik zeggen. En dat die twee zogenaamde redders niet liever hadden dan zich op de Pylieser te wreken voor oude openstaande rekeningen...En dat ze hem in de bomtrechter hebben laten verzuipen, zonder écht moeite te doen om hem er uit te trekken! ..."

 

" Ha ? Welke oude openstaande rekeningen ?" wilde de wachtmeester dan wel eens weten, toen hij de volgende morgen Jetje in haar keuken kwam ondervragen.

" Wel, ge weet toch nog Chef, van voor de oorlog: dat de garde een jaar anciënniteit heeft verloren na dat ongeluk met die obussen ?...Die ontploffing, hier in de doorsteek, waar Dis Petré ín gebleven is ?...Hij heeft nadien bewezen dat de Pylieser schuld had aan dat ongeluk, door die fameuze gastang als bewijs binnen te brengen ! Maar daar is op 't gerecht nooit iets van gekomen, en door het verlies van zijn anciënniteit is de garde ook naast die plaats van politiecommissaris gevallen...De garde kan de Gerard zijn bloed wel drinken! "

" Da's inderdaad een oude koe hé, 1938 begot ! ...En die Steiner, had die ook iets tegen meneer Pylieser, soms ?"

" Ha, vaneigens Chef ! En wel door datzelfde accident met den Dis zaliger ! Omdat Steiner de schuld kreeg van die ontploffing - die in feite door Pylieser veroorzaakt werd - is die kloot zo bang geworden van in den bak te vliegen dat hij in paniek naar Spanje is gevlucht en later naar Rusland ! Vier-vijf jaar tegen zijn goesting in allerlei oorlogen mee moeten gaan vechten: ge zoudt verdikke voor minder de kolieken krijgen ! Maar 't ergste moest nog komen: Pylieser heeft hem dan nà de bevrijding op de koop toe nog bedrieglijk aangegeven als Witrussische Kozak, en als verrader aan Stalin willen laten uitleveren...Als dat gelukt was, had het Steiner de kop gekost ! Maar de Canadezen hebben die Steiner alleenlijk oneervol ontslagen uit hun dienst, wat als affront al serieus genoeg is om bloedwraak te willen nemen ! Hoe zoude zélf zijn ! "

" Maar ze hebben samen in het verzet gestaan ! Dat zijn toch vrienden voor het leven !

"Jaag-gij ! Pylieser in 't Verzet gestaan ? Doe mij niet lachen, hé ! Vier jaar aan een stuk onder den Duits in zijn broek gescheten en nu met de medaljes gaan lopen ! Dat aanvaarden de échte weerstanders niet hé ! Nee-nee, vergeet dat maar van die zogezegde vrienden: concurrenten totterdood, ja ! Die twee mannen, Steiner en de garde, hadden reden op overschot om de Gerard om zeep te helpen, en ze zullen het ook wel gedaan hebben ! Terwijl dien jonge kreupele ten eerste Pylieser van haar noch pluim kende en zéker geen pik op hem had ! En ten tweede op gebied van spierkracht vér achter zou liggen, moest het op vechten uitdraaien...Maar voor de twee daders is het natuurlijk héél plezant als er middenin hun moordcomplot toevallig zo'n onnozele landloper passeert die ze met alle zonden van Sirajeel kunnen belasten hé ! Maar neemt het van mij aan, Chef: die mens weet van niks, en heeft met héél dat accident van Gerard niks te maken ! "

 

Het zag er dus voor Joseph niet slecht uit, toen bleek dat ook Maurice, de waard van de 'Lekkerbek', in diezelfde zin een verklaring had afgelegd. De wachtmeester liet zijn arrestant dan ook uit de amigo halen en leidde hem, het onderzoeksdossier onder de arm, tot voor zijn commandant: die moest als hoogste in rang zijn zegen geven over de vrijlating van de 'verdachte', zeg maar...

Na een korte conciliabule tussen de twee kepi's mocht Joseph naar voor stappen en kreeg een genadig glimlachje van de baas: " Meneer Peters, heel die affaire schijnt te berusten op een misverstand, maar ge zult wel verstaan dat wij bij de gewelddadige dood van zo'n voorname en gerespecteerde medeburger geen enkele risico mochten nemen. Wij sluiten dit dossier in de overtuiging dat de Heer Pylieser inderdaad overleden is ten gevolge van een ongelukkig toeval, en laten u hierbij vrij ! "

En als om zijn woorden kracht bij te zetten nam hij een handstempel, sloeg die op het tamponkussen en vervolgens met een ferme klap op het bundel. Nè ! !

En de man bekeek goedkeurend het resultaat van zijn krachtinspanning: "Dossier clos - Dossier gesloten" stond er op, in vette, onuitwisbare rode letters...

Toen belde zijn zwarte telefoontoestel en hij wuifde genadig zijn bezoekers het bureel uit...  

Oef! ...Joseph was vrij ! ...

 

Auw ! Stop ! Niet zo vlug !

Joseph stond in het wachtzaaltje nog even te bekomen van de alteratie toen de deur van het bureel opnieuw openvloog en de rood aangelopen commandant hem weer binnenwenkte :" Meneer... heu...Peters ,goed dat ge nog niet wég zijt ! Hebt ge nog een momentje ?"

Er was een wonder gebeurd, beweerde die kwast: een verrijzenis uit de dood ! "Ik bel daarjuist naar de 'Bevolking' in Oostende voor een uittreksel van uw strafblad en wàt zegt dien mens daar ? Jean-Marie Peters' is een jaar geleden op basis van twéé getuigenverklaringen bij de dienst Bevolking van Oostende opgegeven als:

"Overleden op 8/2/45 bij Amerikaans bombardement op Berlijn-Marienfelde (Duitsland)"...

Joseph kreeg als een stomp in zijn maag ! Wat stom van hem om er destijds hoogmoedig van uit te gaan dat de collega's van Peters in die fabriek uit angst hun bek wel zouden houden ! Maar hij slaagde er tóch in wat ongelovig te glimlachen: " Ik, dood ?!...Allee gij !"

" Ja-ja, meneer Peters: dood en begraven ! En ziet ,het wonder is geschied :plots staat gij hier weer levend en wél vóór mij !  Ik zou zeggen: een écht mirakel moet maar door de Kerk onderzocht worden, maar een officieel dood-verklaard lijk dat niet meer dood is interesseert ook de administratie van Justice hé...Mijn collega van Oostende zou u en uw papieren eens van wat dichterbij willen bezien, dat begrijpt ge wel hé ! Zo'n verrijzenis uit de dood gebeurt tegenwoordig niet meer alle dagen...Ik zou dus voorstellen dat ge braaf effekens terug naar den amigo gaat wachten: ze komen u van de brigade Oostende met de tram van twee uur ophalen, ja ?...Allee, vooruit ! "

Joseph zei niets meer, maar God hoorde hem brommen !


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
20-10-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
14-10-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 371
Klik op de afbeelding om de link te volgen

D06:   DE BOMTRECHTER.

 

                     Westende ,8 mei 1946 's avonds.

Het liep al tegen tienen ,maar in tegenstelling tot de dolle verwachtingen van Jetje leek de gelagzaal van 'De Lekkerbek' bijna leeggelopen. Joseph had zich buiten ,in een donkere hoek aan de overkant van de Zeelaan verdekt opgesteld en telde in het helverlichte café hoogstens een vijf-zes klanten. Een paar waren zo te zien in een hevig dispuut gewikkeld en door de openstaande deur hoorde hij hen vloeken en tieren. Twee klanten schenen het op hun heupen te krijgen van dit geruzie en maakten kregelig aanstalten om af te druipen. Buiten schreeuwden ze naar de kemphanen in het café ten afscheid nog een paar rauwe kwinkslagen ,waar blijkbaar énkel zijzelf om konden lachen...Wat ze dan ook verongelijkt deden.  Buiten sprongen ze wat wankel op hun fiets en peddelden zigzaggend en luid brallend de schaars verlichte Zeelaan af naar de dorpskern...

"De Zeelaan" ,zeg ik ,maar dat is niet juist. In feite hadden de Westendenaars deze hoofdstraat van hun dorp op de plechtige herdenking vanmorgen zojuist omgedoopt tot de 'Essex-Scottish-laan' ,ter ere van het Canadese regiment dat hen in september '44 bevrijdde. Deze goedgemeende bombast beroerde echter nauwelijks het gros van de dorpelingen ,die het nog jarenlang over hun 'Zeelaan' zouden hebben. En ook van de overige plechtigheden ,zoals de uitreiking van eretekens aan zogenaamd 'verdienstelijke patriotten',zouden ze niet lang wakker liggen. Immers :op iedere gedecoreerde hadden ze wel iets aan te merken en volgens de criticasters waren er àndere 'helden' die op dat lintje véél meer recht hadden...

Daarover scheen ook het dispuut in 'De Lekkerbek' te gaan. Toen de zatte fietsers uit het zicht verdwenen waren ,liep Joseph op zijn krukken voorzichtig in een boogje naar het terras aan de overkant en dook weg in de schaduw achter het glazen windscherm. Door het wit-voilen gordijn voor het grote raam had hij nu een duidelijk zicht op de tapkast en driekwart van de zaal ,zónder dat één van de tooghangers hém in het donker buiten kon opmerken...Joseph kreeg het gevoel op de eerste rij in een toneelzaal te zitten waarvan op scène het doek daarjuist was opgetrokken. Zo ,de laatste akte van het drama kon beginnen...

Het viel hem onmiddellijk op dat ,van het oubollige bruine café dat hij zich van vroeger herinnerde ,geen spoor meer overbleef...Nu deden vier moderne TL-buizen tegen het plafond het zaaltje in een zee van helderwit licht baden ,waarin de vernikkelde tafels en stoelen schitterden als in een spiegelpaleis van de foor. In het midden van de achterwand ,waar vroeger het jengelende mortierorgel had gestaan ,pronkte nù een grote glazen pick-up-kast in duizend bonte kleuren met bovenop in driftig fonkelende letters de merknaam 'Würlitzer' ,je kon er niét naast zien ! De 'Kilima Hawaiians' stonden daarop nogal hard met lange tremolo's te zeuren over een paardenhoofdstel dat er aan de muur hing ,maar dat kon de ambiance niet storen. En ambiance wàs er !

Jetje zat aan een tafeltje blijkbaar van een zware discussie uit te blazen ,en de garde nààst haar herkende hij onmiddellijk aan het donkergroene uniform. Maurice ,de waard ,leunde achter de borstwering van zijn taptoog met valse nonchalance tegen de spiegelkast waarin wel dertig lege likeurflessen als in een schietkraam de bezoekers uitdaagden. Al glazenpoetsend leek hij zich van het tumult vóór zijn loopgraaf niet veel aan te trekken. Ten onrechte ,want de twee bekvechters voor zijn neus waren zich flink aan het opboeien. Joseph herkende Pylieser uit de beschrijving die Rachel had gegeven, en het koperen ereteken op de borstzak van zijn zondags kostuum verdreef elke twijfel. Zijn tegenspeler zat met de rug naar Joseph toe en bleef voorlopig onbekend ,maar liet zich daarom allerminst onbetuigd !

" Nondedju ,Gerard ,ik zeg het gelijk ik het peins : ge had die onnozele 'speekmedalje' nooit mogen aanvaarden ,omdat ge't niet waard zijt ! En dat weet ge potverdomme goed genoeg ! Dan zijn er miljaarde héél wat ànder hé , die het duizend keer béter verdienen dan zo'n lafaard lijk gij ! En ik ga géén namen noemen !"

" Wie ? Gij soms ?!...Vuile rotzak ! Ge zijt maar nà den oorlog boven water gekomen toen de Canadiens hoog en breed in 't dorp zaten ! Dan is het verdomme gemakkelijk van de grote weerstander uit te hangen !...Om dan miljaardedju op de koop toe deze morgen met den défilé nog op kop van de stoet te willen lopen ook !... Ik heb godverdomme vier jaar mijn pels geriskeerd ,weet ge dàt ?! Te beginnen met dien Engelsman die we met mijn eigenste schip naar den overkant hebben gebracht ,onder de neus van den Duits ! Hé miljaardedju ,dàt kunnen er nog niet teveel zeggen !"

Dàt ging Jetje een beetje te ver :" Héla Gerard ,niet overdrijven hé ! We-we-we...Gij zoudt de laatste moeten zijn om daarover nog te durven spreken...Gij zijt verdikke dien fameuze dag van de schrik nog geen moment van 't schijthuis àf geweest !...En ge hebt René Cattrysse ,de broer van Marie hier ,opgestookt om dien Engelse piloot over te varen met een veel te kleine kano ! Dat hem erbij verzopen is staat ook op uwen kerfstok...Maar gezien gij bij dien overvaart uw neus niet hebt getoond ,zoudt ge dus over dàt geval beter zwijgen ,hé..."

Joseph hoorde de twee àndere mannen spottend lachen ,maar Pylieser wou z'n punt halen.

" Hoe ? Is 't geen waar zekers ,van dien Engelsman ? Is hem niet met mijn 'Astrid' weggebracht soms ?!"

"Ja ,maar den Groten Gerard was er niet bij hé !" sneerde Jetje :"Gij hebt van de schrik op het laatste moment uw staart ingetrokken en Roger Titteca als schipper het vuil werk laten doen ! Omdat gij, den groten held Pylieser, ocharme dien dag zo verschrikkelijk ziek was ,weet ge nog ?..."

" Hé Georgette ,ge durft veel zeggen ,gij ! En dan nog waar de mensen bij zitten ! Miljaarde ,da's blamage in 't openbaar voor getuigen ,weet ge dat ?!...Daarvoor kunde verdomme tien jaar in den bak vliegen ,voor die stomme wijvenpraat van u ! Al goed dat ik..."

" Stomme wijvenpraat ?" vloog Jetje uit :" Stomme wijvenpraat m'n gat ! Zal ik zeggen wie er die dag op de 'Astrid' zat ,buiten dien Engelsman ,de René en schipper Titteca ? De kleine Leon van Marie ! Maar gij niet ! Gij zat veilig thuis met de poepers ,terwijl kleine Leon en Roger Titteca hun pels riskeerden ,lijk gij komt te zeggen ! Ge zoudt beter uw medalje van de weerstand aan dié mannen geven ,in plaats van er hier in alle cafés mee te lopen stoefen !..."

" Da's de max ! De Leon ! Die zwartzak ! Een medalje van de weerstand ! Voor een gastje van nog geen zestien jaar ! Miljaarde ,moet er nog zand zijn ?!... Georgette ,gij zijt zàt zeker ?...Ten andere ,over Roger Titteca moet ge zwijgen ,die is door uw vrienden vermoord in 't concentratiekamp..."

" Mijn vrienden ,mijn vrienden ?!..."

" Is 't geen waar ? Hebt ge niet heel den oorlog bij den Duits gewerkt ,hierachter in de keuken van de kazerne 'Rustoord' ? De Jupp van hiér en de Jupp van dààr :die baas kon ook geen kwaad doen in uw ogen ,hé Georgette ! Ik zou maar zwijgen moest ik van ù zijn !"

Joseph zag Jetje even razend naar adem happen ,maar dàn vloog ze uit :" En gij dan ! Zijt gij soms vergeten dat ge iedere week verse tongetjes kwam leveren in de officierenkeuken van den Duits ? Of zeepaling ? En maar de Jupp zijn gat lekken ,hé ,want de "Herr Feldwebel" betaalde goed ! Denkt gij dat het keukenpersoneel stront in hun ogen had ? Als ge nù stinkend rijk zijt is het toch zéker niet van haring aan de corporatie van de vismijn te verkopen ,hé vader !...Als dàt zo goed opbracht ,had ge uw mannen aan boord wel wat beter mogen betalen...Marie heeft nooit over de pree van de kleine Leon kunnen stoefen ,dat ik weet !"

" Marie-Marie !...Nog zo'n zwarte hoer !"

" Ge zijt er anders nooit vies van geweest ,van Marie ,hé mijn ventje !" teemde zij :”Tot haar laatste snik op de vest van ‘t Fort Palingbrugge :daar waart ge toch ook omtrent hé vent ! En van moorden gesproken ,Gerard : wat hebt ge feitelijk uitgestoken met de Kleine Leon ,nadat ge hem hier samen met Marie zijt komen aanhouden bij de bevrijding ? Da's raar dat ze zijn lijk de week daarop uit de Geul hebben gevist hé...Verzopen ,zogenaamd ,terwijl die jongen kon zwemmen lijk een vis ! Hoe hebt ge dàt geflikt ,zeg ?..."

" Niks geflikt ! Dat zijn vuile leugens ! Dat heeft Francis Dupong ,die mislukte pastoor ,kunnen getuigen , want hij was erbij :ik zijn aan de Leon niet aangeweest ! Die is gaan lopen ,samen met Marie ,langs de vest van 't oude fort. Ik heb er twee keer achter geschoten ,en de Francis met zijn mitraljet ook ! Dat was ons goed recht ! Héy !" Gerard porde de tooghanger naast hem aan :" Hé ,is 't geen waar dat we recht hadden ? Ge hebt ons de dag voordien nog het bevel gegeven van de zwartzakken die we kenden te gaan aanhouden ,desnoods met geweld !"

" Gerard ,laat mij der buiten hé..." bromde zijn maat nijdig :" Aanhouden ,tot dààr ! Maar ik heb nooit gezegd van ze neer te knallen lijk in de Far-West hé... Dat was een stommiteit van u :dat moet ge niet in mijn schoenen schuiven..."

" Een stommiteit ? Een accident ,ja ! En ik had ocharme een Lüger, terwijl de Francois Dupont met een Sten-mitraljet nog achter de Leon heeft gevlamd lijk zot ! Marie is door één van ons kogels getroffen ,ja ,maar dat was een stom accident ,van op zo'n afstand ! Dat kan de sjampetter hier getuigen ! Hé Cyriel ? Gij zijt bij het onderzoek van de juge geweest :zegt dat het een accident was ,verdomme !"

Joseph zag de veldwachter tegen zijn pint een vaag gebaar maken :" Ik versta niet Gerard waarom ge daarvoor staat te liegen...Fancis Dupong heeft overlaatst ,juist voor hij naar de Kongo vertrok ,een brief naar mij geschreven met heel zijn biecht erin. Hij wilde zijn geweten zuiveren over deze misdaad alvorens naar de missies te gaan werken ,zei hij. Ik heb dat beëdigd document aan de juge bezorgd die indertijd het onderzoek heeft geleid. Daarin was niet veel sprake van een accident ,hé..."

Waarop Jetje weer uitvloog :" Accident ,m'n gat ! Gij zijt zeker vergeten dat ik Marie heb moeten gaan herkennen ,toen ze op den blauwen steen lag in dat kot achter de kliniek ?...Accident ! Heel haar kop was uiteen gesprongen ,ocharme !...De ziekenbroeder zei dat dit kwam door een schot tegen de keel ,zo naar de hersens ! En niét van vér ,hé Gerard ,lijk dat gij wilt doen geloven ,maar van héél dichtbij : het arme schaap haar kin was helegans verbrand !...Mij moeten ze geen blazen wijs maken, hé vent :Marie is vermoord ,geslacht lijk een varken ! Dat hebt gij op uw geweten ,smeerlap ! Gij ,voorzekers, of dien mislukte paster Francis Dupong ,'t is mij al gelijk !...Maar als ze daarvoor al vaderlandse medaljes gaan geven dan is het verdikke vér gekomen !..."

" Gij godverdomse vuile teef !" Pylieser was plots van zijn barkruk gezakt en waggelde dreigend op Jetje af. Maar de veldwachter en de tweede tooghanger waren hem vóór en in een oogwenk lag het vechtend kluwen tussen omvallende stoelen en wild wegschuivende tafels in een uitbarsting van primair geweld.

Met hier en daar een forse ruk aan een kraag maakte de waard vakkundig een eind aan de rel :" Gerard ,'t is al goed geweest ! Tijd om naar huis te gaan, hé vent ! Da's zeventig frank voor alle tourneés vanavond ,rap !" En hij hield de nog wat tegenwringende schipper tegen de tapkast geklemd.

" En dan weet ik nog altijd niet waarom gij indertijd dat ànder accident ,de dood van Dis ,in mijn schoenen hebt willen schuiven !" zei nu de tooghanger van de 'Far-West' kalmerend :"Alles is daarvan geweten na dat onderzoek van de gastang :dat ge aan die ontstekingskoppen hebt staan prutsen ,mij en de garde hebt zien aankomen langs de doorsteek en ons bespioneerd hebt van op de duintop ! En tóch hebben ze u daarover nooit sérieus ondervraagd ,wat toch niet normaal is ! Maar mij hebt ge daarmee wél een ferme kloot afgetrokken ,Gerard ,en dat zal ik nog niet rap vergeten ,weet ge ! Of zat ge méé in de combine van de garde misschien ?"

Pylieser speekte op de grond en riep verachterlijk :" Ikke ? In combine met dat schijthuis !?" Maar de kalmte was weergekeerd. Joseph zag vanachter het windscherm hoe Jetje bleek en stijf ,rechtop tegen de lambrisering het gevecht had gadegeslagen. Ze hielp nu de garde op de been en viste zijn sjako onder de tafels uit. Veel tijd om haar kalmte te bewonderen kreeg Joseph niet ,want plots duwde de 'patron' sussend de wankelende Pylieser bij de kraag naar buiten ,het caféterras op :"En vergeet uw vélo niet ,hé Gerard... Allee gauw ,en wél-thuis !"

Joseph schrok zich een aap door deze plotse verschijning van Gerard Pylieser vlak voor z'n neus S ,en kon zich nog nét op tijd in de schaduw naast de zijgevel terugtrekken. Hij zag de waard koel toekijken hoe de mopperende schipper onzeker zijn rechterbeen over het zadel hees en met zijn voet naar het pedaal zocht... Maar zohaast de kemphaan onvast van start ging ,keerde Maurice kalm terug naar zijn klanten.

Oef !...

In de nevelige schemer van de volle maan zag Joseph hoe de dronkaard traag de bocht naar de Bassevillestraat miste ,uitschoof op het mulle duinzand nààst de kasseien en kletterend tegen de grond smakte. Een vlugge blik in de gelagzaal stelde hem gerust :dààr hadden ze blijkbaar niets van dat lawaai gehoord...Dus haastte hij zich met grote sprongen op z'n krukken naar de sakkerende schipper toe ,die half liggend vergeefs trachtte zijn broekspijp uit de kettingkast van zijn fiets los te rukken en niet eens schrok toen Joseph zo plots voor hem opdook. Joseph tastte in zijn broekzak naar zijn lierenaar en dacht : nù één trek over zijn keel en het varken is er geweest !

Maar dood in tien seconden ,daar had niémand iets aan. Pylieser moest minstens weten wié zijn scherprechter was ,en waaróm hij met zijn leven moest boeten...

Joseph boog zich naar hem toe :" Wel-wel schipper , ik zie dat ge nog altijd uw speekmedalje draagt...Fier zeker ,hé ,dat ge zo de grote Jan kunt uithangen ?!" Hij trok zijn lierenaar en knipte die open. Pylieser liet zich op de grond vallen en hijgde :" Wat is me dàt ?!"

Maar Joseph greep Pylieser zijn voet vast en sneed met één haal de broekspijp los uit de kettingkast :" En niet zeveren over uw zondags kostuum hé vader ! Waar gij naartoe gaat is een nachthemd voldoende ! Kom ,geeft mij de hand dat ik u rechttrek ,want hiér ligt ge teveel in 't zicht en zoudt ge nog overreden kunnen worden...En zó héél vermorzeld wilt ge toch niet sterven hé ?!"

Twijfelend greep Pylieser de toegestoken hand die hem recht hielp :" Zijt gij van dees' kanten ,vriend ?...Ik herken u toch niet...Toerist zeker ?" En hij maakte aanstalten om weer op zijn fiets te kruipen.

" Neen-neen ,geen toerist ,Gerard ! Ik heb hier achttien jaar gewoond ,in die barak daar wat verder , achter de bocht ! Ge zoudt mij goed moeten kennen ,want ge hebt mijn vader én mijn moeder vermoord ! Plus mijn nonkel René en mijn broer Leon ! Is dat soms niet genoeg om iemand nooit meer te vergeten ,Schipper ?" En terwijl Pylieser trachtte de Bassevillestraat verder in te fietsen ,huppelde Joseph met hem mee ,één hand op de bagagedrager :" Niet gaan lopen hé vent ! Wij hebben nog iets te regelen ! Ge weet nu met wie ge te doen hebt zeker ?"

" Joseph Petré ? Den oudste van Marie ? Stief verouderd ,hé vent ! Ik had u nooit herkend !Ik dacht dat gij aan 't Oostfront gevallen waart..." Pylieser lachte wat onzeker :" Ja ,wij hebben vaneigens nog veel te regelen ,vriend ,maar 't is nù de moment niet !" En hij gaf achterwaarts een ezelsstamp tegen Josephs hand op zijn bagagedrager. Verrast moest Joseph lossen en de schipper rechtte zich op de pedalen om weg te spurten. Zijn rechtervoet slipte echter door de plotse krachtinspanning van de trapper àf ,en met enkele wilde bochten poogde de man zijn evenwicht terug te vinden...Vergeefs :met een luid gekraak reed hij door de verrotte houten afsluiting van de ondergelopen bomtrechter aan de wegkant en dook met fiets en àl in de zwarte modderpoel...

Ja ,die fameuze bomtrechter...Joseph herinnerde zich nog héél scherp hoe een Stuka daar in mei '40 ,met een zware bom middenin de gracht ,meteen een stuk uit de wegkant én de wei had gehapt...Langs de straat hadden de Duitsers er met drie-vier planken een 'voorlopig' hek rond laten plaatsen ,om er in het donker niet in te rijden... En langs de weikant hadden de koeien van Charel Dierendonck mettertijd rond deze nieuwe drenkput een leuke slijkpoel getrappeld...

Joseph bleef onbewogen op de rand van de trechter staan kijken hoe Pylieser ,met lang rietwier in zijn gezicht en tot de borst in het zwarte water ,met krachtige crawlslagen vergeefs trachtte de oever te bereiken.      

"Godverdomme Joseph !...Trekt mij hieruit...met uw stok!...Mijn benen zitten vast in 't slijk...Geeft mij uw stok ,miljaarde ,of ik verzuip !"

Zuchtend hurkte zijn kwelgeest op de rand van het riet ,en viste op zijn gemak met zijn omgekeerde kruk naar de fiets ,waarvan enkel het achterwiel nog wat boven het water uitstak.

" Laat die velo gerust ,miljaarde ! Stomme kloot dat ge zijt...Zó kan ik d'er op steunen  !"

" Dat zoudt ge wel willen ,hé Gerard ? Steunen op de velo en er zo uitgeraken ,hé..." Met een paar forse rukken van zijn kruk lukte het hem al dreggend de fiets op het droge te krijgen.

" Smijt hem tot hier ,dat ik erop kruip !...En loopt in de straat bij de Morrice een koord halen !...Rap verdomme !" Het water reikte reeds tot aan zijn oksels.

" Ikke lopen ? Met mijn éne poot ? Dat zal niet meer gaan hé makker !...En die schone nieuwe velo in 't water smijten ? Gij vangt zeker ?...En 't is dan nog de mijne niet..." teemde hij :" Die kost op z'n minst zéker vijfduizend frank...Als ik die zo in 't water smijt ,steken ze mij zeker in den bak !"

" Godvermiljaarde ,ge krijgt hem kado ,onnozelaar ! Maar haalt mij hier nondedju uit voor da'k verzuip !"

" Merçi ,Gerard :ge wordt nog vrijgevig op uwen ouden dag...Maar hebt ge mij al eens goed bezien ? Wat zou ik met mijn éne poot moeten gaan aanvangen met zo'n dure ventenvelo ?...Maar allee ,ik zou hem misschien kunnen verlappen voor een schoon prijsje ,wat denkt ge ?"

" Stomme kloot ! Smijt hem naar hiér !" Zijn rauwe stem sloeg schril over.

" Allee Gerard ,zoude nu écht willen dat ik mijn schone velo ,die ik juist gekregen heb ,voor u in dien poel gaan kappen ? De mensen gaan peinzen dat ik helegans zot zijn !...Ziet dat ze mij in 't gesticht steken !"

Eindelijk leek Pylieser het dóór te krijgen ,want hij hield op met crawlen en staarde Joseph met open mond aan :" Gijsse smeerlap !" hijgde hij ontzet :" Ge wilt mij hier...laten verzuipen...lijk een hond ?... Joseph ! Lijk nen hond ?"

" Ja Gerard :lijk een hond ! Een smerige luizige hond !...En opzettelijk ,hé Gerard :op-zet-te-lijk ! Géén accident ,gelijk met mijn moeder ! Ge gaat er aan ,beste vriend !" siste hij :" Ik laat u creperen zoals ge met Marie hebt gedaan : vechten tot uwen laatste snik !...Maar 't zal ook u niet helpen ,makker !"

" Verdomme Joseph :ik heb u erkend ! Ge kunt van mij al krijgen wat ge wilt ,jongen !...Help !!" schreeuwde hij ,zijn hals stijf boven het stijgende water rekkend.

" Ik heb u ook gelijk herkend daarjuist ,Gerard ,en toen schoot het mij te binnen wat gij allemaal met Marie hebt aangevangen bij de bevrijding ,weet ge nog ?!"

" Help ! Help ! Au secours !"

" Roept maar zoveel ge wilt...'t Is te laat :er zal u niemand meer horen !..."

Maar dààrin vergiste hij zich :"Wat is er gebeurd ?" Joseph schrok op :daar kwam Jetje schreeuwend aangelopen! "Wat is er gebeurd ?!...Wie is 't ?"

" Au secours !" rochelde Pylieser.

" De schipper...in de gracht gereden...Maar ik kan er niet bij " loog hij.

" Help !" gilde Jetje nu ook :" Help !"

Uit de richting van de "Lekkerbek" zag Joseph een fietslamp naderen ,lichtjes zwaaiend over de weg. Cyriel de veldwachter verdomme :dàt mankeerde er nog aan !

" Denkt eraan ,Jetje :ge ként mij niet !",siste Joseph.

" Help !...Mijn velo !" proestte Pylieser.

Juist toen de garde zijn fiets tegen de kasseien kletste ,greep Joseph met één hand het glibberig vehikel van Pylieser en slingerde het ,als een discuswerper op één been ,met een brede zwaai de poel in ! Het plonsde met veel gedruis in het water ,vlak vóór dat vervloekte rode smoelwerk van de schipper ,dat een oogwenk voordien nog nauwelijks boven stak. Had hij doel getroffen ?

Maar Cyriel stootte hem aan en riep aanhoudend : "Ketting maken ! Ketting maken !" terwijl hij de twee krukken van Joseph omhoog hield ! Kwam dié nog even roet in het eten gooien ,verdomme ! De garde waadde echter onverschrokken de bomtrechter in ,reikte één krukeinde naar Joseph die reeds op zijn achterwerk in de gladde blubberrand zat en zich met één hand aan het harde riet vastklampte :" Niet lossen hé !" De àndere stak hij zo ver mogelijk naar de klauwende hand van de drenkeling. Joseph merkte dat de held gelukkig nog een héél stuk tekort kwam.

Als een reddende engel waadde toen, uit het donkere niets verrijzend ,een dérde man de poel in. Joseph herkende hem vluchtig als de nukkige maat van de schipper ,die het zoëven in het café nog had over de 'Far-West'...Hij hield zich vast aan de verste kruk van de garde en met deze bijkomende schakel lukte het nù wél :hij greep de vuist van Pylieser die ondertussen helemaal kopje onder dreigde te gaan. Joseph overwoog in een flits om zijn kruk te lossen ,kwestie van de verwarring nog wat op te drijven ,maar liet deze leutige inval dan toch maar zo...

" Verdomme Gerard ,ge zit goed vast maat !" En tegen Jetje op de straatkant riep hij :" Loopt al rap naar 't café achter een koord en een leer ,want zó gaan we subiet nog allemaal verzuipen !...Rap !"

Daar had het inderdaad alle schijn naar. Want zowel de garde als de 'cowboy' zakten ,bij de pogingen om hun eigen voeten uit de blubber los te werken ,óók gestaag dieper weg...Maar Jetje was nauwelijks in de nevel verdwenen of de situatie sloeg helemaal om.

Joseph hoorde de cowboy duidelijk zeggen :" Gerard jong ,het is hier nu elk voor zich ,hé ! Mij gaat ge niet meesleuren naar de hel ' hé vriend :ik zijn daar al geweest ! Doe ze daar de groeten !" En de vreemdeling liet de vuist van de verzuipende schipper uit zijn hand glippen en poogde ,al trekkend op de kruk die hem met de garde verbond ,zonder verder nog om te zien uit de modderpoel te geraken...

Maar Joseph had enkel oog voor de wild waaiende arm van Pylieser ,die echter even later in een plotse kramp stilviel en onder water verdween...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (11 Stemmen)
14-10-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
13-10-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 370
Klik op de afbeelding om de link te volgen

D05. RACHEL ,DE 'ZWARTE WEDUWE'.

 

                     Westende , 8 mei '46 ,namiddag...

Jetje stevende kwaad de schemerdonkere voorkamer in en trok kordaat het overgordijn open :" Zeg Rachel ! Wat doet gij hier nog ?! Moest gij niet gaan werken vandaag ?!" Vriendelijk klonk ànders !...

Joseph zag ontzet dat een hoogblonde vrouw van een jaar of veertig ,type cafémadam ,zich lui oprichtte uit de 'cosy-corner' en achteloos haar nylons optrok :" Werken ? Dat ziede van hier ! In Nieuwpoort vieren ze opeens óók "V-Day" ,lijk ze zeggen ,de verjaardag van de "Victoria-over-den-Duits" verleden jaar ,en de baas heeft mij congé gegeven voor de rest van de dag ,lijk het elke goeie vaderlander past...En aangezien gij vanmorgen hier niet in uw kot waart toen ik weerkwam ,heb ik maar effekes liggen uitblazen van dat over-en-weer rijden met de velo. En dan zien ik opeens dat gij achter mijn gat vreemd mansvolk in huis haalt ,hé ! Ik was kik nu eens écht curieus wat ge met die vent hier ging uitspoken ,zie !"

Als verdediging klonk dat veel te zwak ,dus liet Jetje niet op haar kop zitten !

" Ten eerste is dat geen vréémd mansvolk ,maar ken ik die jongen al van zijn geboorte ! En ten tweede ontvang ik in MIJN huis nog altijd wien da'kik wil hé !...En ge moet niet klagen ,want gij profiteert daar tot nu toe nog altijd het mééste van ,zou ik zo zeggen ! Dàt effekes tussen haakjes, hé madam ! Voor de rest moet ik hem vaneigens niet meer aan u voorstellen hé ,nadat ge ons heel de morgen hebt liggen afluisteren vanuit de 'cosy-corner ?!"

" Die vent hier ?! Dat is dien zwartzak van hiernaast zeker ?", vroeg ze ,zonder Joseph een blik waardig te gunnen :" De zot die indertijd met den Duits mee is gaan vechten in Rusland ?!...Hoe komt het dat hij niet meer in de bak zit ?...Of is hem soms gaan lopen uit het kamp van Sinte-Kruis ?" (groot interneringskamp voor incivieken van West-Vlaanderen)

Zonder verder op het gekanker van de vrouw te letten ,vroeg Jetje aan Joseph :" Gij herkent haar niet meer ,zeker ,van lank voor den oorlog ?...Ook niet als ik zeg :mijn vriendinne Rachel van destijds ,dat schoon zwart vrouwtje uit de juwelenwinkel in de Wittenonnenstraat van Oostende ? Erg veranderd hé ,ik weet het : na twee jaar kamp Ravensbrück ,wat wilt ge ! Een hele grijze kop gekregen ,dat met blonde verf nog 't best gedekt wordt...'t Is wat verschietachtig in het begin ,die jonge kleur ,maar Ik zijn al aan 't zicht gewend...Ô-contrarie :aan de rimpels is niets meer te doen ,en haar karakter is er sindsdien óók al niet op verbeterd !"

Eén ogenblik dacht Joseph dat die vrouw doof was ,of zwakzinnig ,dat Jetje haar uiterlijk zo kritisch besprak als had ze het over een levenloos beeld... Maar nee ,de blonde sneerde scherp terug :"Uw eigen nog niet goed bezien zeker ?!" Joseph dacht dat die twee elkaar in het haar gingen vliegen ,maar plots schoten ze beiden in een monkellach :

" Maar we zien elkaar nog gaarne ," zei Jetje ,:" En dàt maakt veel goed ,hé m'n Keuntje !"

Vooraleer twee samenhokkende vrouwen ,na wat vreemd gekibbel ,elkaar 'Keuntje' (Konijntje) noemden ,moest er toch méér aan de hand zijn dan alledaagse vriendschap ,vond Joseph... Maar de figuur van zijn 'tante' paste absoluut niét in het zwoele kader met de vrijende meisjes uit zijn natte dromen...Jetje gaf hem echter geen tijd om zijn fantasie op hol te laten slaan en blokte hem meteen af :

" Zo ziet ge maar ,hé Joseph :elk huisje heeft z'n kruisje...Herkent ge mijn vriendin nu niet ?"

Rachel keek hem hard en vrank in de ogen ,en intuïtief voelde hij dat hij beter meteen in tegenaanval ging.

" Ja...Vooral aan de reuk ,hé madam ! Dien parfum ,toen ge 's maandagmorgens in ons tramkotje stond te schuilen om naar Oostende weer te keren :dié is mij in mijn dromen bijgebleven...Maar voor de rest...Gij waart vroeger toch zwart ?"

"Gij toch ook hé :die vuile zwartzak van neffens de deur !" repliceerde zij pinnig en de toon was meteen gezet :" Een rotzak van de SS !"

Bon ,dacht Joseph :dan maar verder zónder fluwelen handschoenen :" En hebt ge nog nieuws van uwen man ?"

" Mijn man ??...Ik héb geen man ,onnozelaar !"

" Wél waar ,madam ! Ik bedoel :de jood Polak ,die gij op 10 mei van '40  ,bij het begin van den oorlog ,als Duitse spion hebt verklikt aan de Belse Staatsveiligheid en die ze toen in een concentratiekamp hebben gestoken in Frankrijk..."

" Ik ? Verklikt ? Wie zegt dat ?!"

" Wel ,uw vent zélf !...Mijn goede vriend Arthur Birnbaum - Jetje moet hem nog kennen van voor den oorlog - is toen samen met uw man opgepakt en gedeporteerd naar een concentratiekamp in Zuid-Frankrijk...Die gevangenen waren er na de bevrijding heel slecht aan toe ,lijk ook gij in Ravensbrück...Maar ondertussen ,waarschijnlijk door het zachte klimaat daar ,én de goede zorgen ,zijn de meesten er weer bovenop..."

Joseph was zélf verbaasd hoe gemakkelijk hij alles uit zijn duim kon zuigen :" Een hele hoop van die sukkelaars zijn apatriden, vaderlandslozen, en die gaan daar blijven ,om te profiteren van de zon... Enkel een pààr ,die hier nog familie of bezittingen hebben ,spreken van weer te keren...En naar 't schijnt heeft uwen vent bij zijn deportatie héél zijn winkelstock van juwelen bij u achtergelaten. Die wilde hij graag komen recupereren ,heb ik van mijn vriend Arthur gehoord..."

Rachel staarde hem versteven aan.

" Hij heeft navraag achter u gedaan langs 't Rood Kruis ,hoorde ik van Arthur. Maar uw vent wist niet of gij Ravensbrück overleefd had of wààr gij voor het ogenblik woonde. Als ge wilt zal ik eens een briefje schrijven naar mijn vriend met uw adres ,en zeggen dat alles met u goed gaat...Dan kan hij het doorgeven hé..."

Rachel trok hoe langer hoe bleker weg en voelde haar langzaam heropgebouwde leefwereld instorten :" Ik wéét van geen juwelenstock meer ! Alles is geplunderd en meegepikt door den Duits ,in '42 ,toen die vrienden van u mijn dure boutiek in beslag namen..." Maar haar bitsigheid begon al ferm weg te smelten in haar steeds stijgende wanhoop ! Wat moest ze nù beginnen met dat ventje  ?!

" Alles gepikt ?" vroeg Joseph schijnheilig :"Allee gij ! Echt waar ? Jupp heeft mij in Keulen nochtans verzekerd dat hij met Jetje hier héél den oorlog conservenvlees heeft geruild tegen ringen en halskettingskes...Die kwamen zonder twijfel uit uwen winkelstock van Oostende ,làng nadat de Feldgendarmen uw luxecommerce hadden gesloten !...Dié juwelen hebt ge dus optijd kunnen redden uit hun klauwen en Jupp mee omgekocht voor conserven gedurende twee jaar ,tot dat ge naar Ravensbrück vertrok..."

" Och ,dat waren zeker de cadeaux die ik voordien aan mijn vriendinne hier heb gegeven ,voor haar verjaardag en zo..." Jetje keek op en trok een blij-verrast grimas ,maar zei niks.

" Ja-ja !" lachte Joseph honend :" Ik wist niet dat Jetje iedere veertien dagen verjaarde ! 't Is dààrmee dat de mensen tijdens de oorlog zo rap verouderden ,zeker ?!"

Rachel wilde nog verward repliceren ,maar haar stem brak in een snik en Jetje vloog haar vlug ter hulp :" Zeg ,den oorlog heeft voor u getweeën nog geen kwaad genoeg aangericht ,zeker ! Gij ,Joseph ,uw been kwijt en voor de rest van uw leven invalide !...En gij ,Rachel ,uw gezondheid om zeep in Ravensbrück ! Gijder zoudt elkaar beter wat bijstaan in plaats van elkaar den duivel aan te doen ! Allée ,komt eten ,en vergeet al die oude koeien !"

Maar Rachel had geen honger ,zei ze ,en ging boven nog wat rusten. En na het eten moest Jetje naar haar werk in 'Ons Rustoord' ,waar nu brusselse stadsmussen logeerden. Blijkbaar had zij daar de plaats van Marie geërfd als kokkin ,met een goede verdienste maar onregelmatige uren...Tegen het avondeten zou ze terugzijn ,en nadien konden ze een pintje gaan drinken in café 'De Lekkerbek' ,hier om de hoek van de straat. Na de feestelijke plechtigheid in het dorp zou daar vanavond wel aardig wat volk zijn. Véél oude bekenden ,voegde zij er voor Joseph nadrukkelijk aan toe...

Terwijl hij zo heel de namiddag het kot voor zich alleen had ,oliede hij zorgvuldig zijn prothese en schiep wat orde in zijn kleerbundel. Hij telde vlug zijn geld en haalde de gouden Fredericks uit de zoom van zijn besmeurde jekker. Door de tolueen stonk die als de pest en was in feite reddeloos verloren :dus in de stoof ermee ! Al bij al voelde hij zich een gelukkig man...

 

Kort vóór Jetje van haar werk terug thuis zou komen ,verscheen Rachel weer in de keuken en begon zwijgend de tafel te dekken. Ze was waarschijnlijk een paar uur met haar opmaak bezig geweest ,want ze zag er inderdaad weer héél smakelijk uit :de brede lokken met hetzelfde parfum ,net zoals vroeger maar dan in 't blond...Verdikke ,dacht hij ,die heeft grote plannen ,zo te zien !

Plots schoof ze een stoel bij en ging tegenover Joseph zitten :" Ik versta niet wat gij tegen mij hébt ,om mij zo af te dreigen met die brief naar Polak...Want dat is het toch hé :chantage ! Terwijl ik u nooit iets in de weg heb gelegd ! Maar dàt zou natuurlijk rap kunnen veranderen ,want IK kan óók schrijven ,hé ! Bij voorbeeld aan de gendarmen het adres opgeven waar gij voor het ogenblik woont..." De dame had blijkbaar haar namiddag niet in intellectuele ledigheid doorgebracht !

Joseph bekeek haar bedachtzaam over zijn pijp heen en zei tenslotte :" Die brieven van ons ,dàt is een hoofdstuk apart dat we nog eens rustig moeten bespreken. Maar voordien moet ik wél iets rechtzetten... Gij doet nu alsof gij het slachtoffer waart van "die vuile zwartzakken van naast de deur" ,en geeft ons de schuld van uw twee jaar deportatie naar Ravensbrück. Ondertussen weet ge héél goed dat Marie of Leon daar voor niets tussen zaten ,en IK nog veel minder ! Ik zat aan het front, op duizenden kilometers hier vandaan... Dus voor uw wraak over Ravensbrück moet ge niét bij mij zijn, maar wél bij Gerard Pylieser hé ,zonder de minste twijfel ! En dat wéét ge ! Waarom ge dan nog altijd op mijn kop zit te kappen ,kan ik onmogelijk begrijpen..."

" De Petré's waren toch Duitsgezind hé ?! Hewél ?!"

" En gij waarschijnlijk Engelsgezind ,wat maakt dat uit ? Elk zijn gedacht ! Wij hebben u daar in elk geval nooit last voor verkocht. Wel integendeel :door de voorspraak van Marie heeft Jupp - dien smerigen Duits ,lijk gij zegt - jullie altijd van eten voorzien en werk aangeboden ,en toen ge opgepakt werd heeft hij getracht u vrij te kopen...Dat het mislukte is niet zijn schuld ,en de ónze nog veel minder."

Rachel schokschouderde wat en staarde naar buiten.

" Maar ik draai het om en zal u eens goed uitleggen waarom GIJ in mijnen hof hebt gescheten !"

Ze keek hem geringschattend aan alsof hij daar een waanzinnige enormiteit uit zijn voeten sloeg ,maar Joseph vervolgde kalm :" Ge weet zéker nog goed dat ik op een schone morgen in het begin van de bezetting ,mei-juni '41 zoiets ,hier aan de 'Lekkerbek' op de tram stond te wachten hé?...Dié nacht hadden de Engelsmans met een zwaar bombardement de FLAK-batterij van Mariakerke plat gesmeten en ook de rails van de kusttram op den dijk geraakt. Na een tijdje kwaamt gij hier in ons tramkot toen zeggen dat ik beter terug naar huis kon gaan want dat er dien dag zéker geen tram meer zou komen. Ik heb uw raad toen opgevolgd ,ben terug naar huis gegaan en heb hier mijn moeder in bed gevonden met de Jupp. Daar is een huiselijk drama van gekomen waardoor ik tenslotte naar Rusland ben getrokken..."

" Omdat uw kinderzieltje ocharme geknakt was door die ontdekking ?" spotte ze :"Daar kan ik toch niets aan doen !"

" In tegendeel ! Gij hebt die morgen ,na dat ik van huis vertrok nààr de tramhalte ,Jupp bij ons zien binnensluipen ,en ge wist héél goed dat hij van mijn afwezigheid zou profiteren om op ons moeder te kruipen ! En door mij terug naar huis te sturen ,wíst gij dat ik deze schokkende situatie zou ontdekken en hebt gij dus met opzet dat drama uitgelokt !"

" Drama-drama !" jende zij :" Ik vond dat juist een goeie grap ! Wat is er aan dat poepen nu zo dramatisch ventje ?!

" Aan poepen niet ,al hebben ze daarvoor nà den oorlog heel wat vrouwen lijk mijn moeder vermoord ,kaalgeschoren ,geschandaliseerd en de bak ingedraaid ,hé...Maar dat ik door die grap vier jaar bij de vreselijkste slachtingen werd betrokken ,honderden mensen heb dood geschoten ,mijn poot verloor en mijn toekomst om zeep hielp ,dàt is een drama! Gij zijt misschien niet de énige schuldige ,maar ge zit wél in slecht gezelschap. Want ik heb gezworen dat ik ,al wie mijn familie in het ongeluk gestort heeft ,de nek ga afsnijden ! Zijt dus maar héél braaf ,en doet u maar zo rap mogelijk vergeten ,want ik heb er een hekel aan om een vrouw te moeten kelen ,goed verstaan hé !"

Rachel sloeg groen uit en stamelde :" Maar ik heb met die farce toch énkel Marie een loer willen draaien , omdat ze vroeger aan mijn vriendin had gezeten :ik had niets tegen u..."

" Dat is dan verkeerd afgelopen hé :mijn moeder heeft aan die bedscène absoluut geen complex over gehouden ,maar IK wél ! En door uw schuld is het met mij nadien helemaal mis gelopen..."

Rachel scheen weer wat van de schrik te bekomen.

"Ge gaat mij toch niet wijsmaken dat al die onnozelaars van hiér naar het Oostfront vertrokken omdat zij hun moeder gesnapt hadden met een Duits in bed ! Zonder die scène waart gij vroeg of laat óók gegaan ,misschien voor iets ànders ,uit eigen stommiteit en helemaal uit vrije wil !"

" Wel ,dat geldt ook voor u ! Ravensbrück hebt gij ook aan uw eigen stommiteit te danken :uit misdadige geldzucht trouwen met een jood ,zuiver voor de centen !"

" Hé gij ! Opgepast ! Toen ik zogenaamd met die rijke jood trouwde was dat nog geen misdaad hé ! Dat hebben de Duitsers er later van gemaakt ! Daar kan ik niets aan doen !

" Ge weet goed genoeg dat den Duits u niet gestraft heeft omdat ge met een jood getrouwd waart..."

" Ha ,en voor wat dan wél ?"

" Omdat ge zogezegd de eer van de Kriegsmarine besmeurd hebt ,door die matrozen valselijk te beschuldigen van roof en verkrachting ! Met heel die overval op uwen winkel destijds in scène te zetten hebt ge uw goudstock trachten te verduiken ,maar in feite op de roulette gespeeld én verloren...Als dat wél gelukt was hadden de Duitsers u heel den oorlog gerust gelaten ,jodenhuwelijk of niét !"

" Maar snotneus ,waar haalt gij al die leugens vandaan ?! Waart gij er soms bij ,toen de Gestapo mij een week lang ondervroeg ?!"

"Neen ,maar de schoonbroer van Oberfeldwebel Heidrich - of zijn neef ,wéét ik veel - die was bij de Feldgendarmen en dié heeft uw dossier kunnen inzien ! Samen hebben ze geld geroken en Jupp ingeschakeld... Want  vergeet niet dat Jupp nadien nog getracht heeft u ,via die persoon ,vrij te kopen met die juwelenstock van de jood...Hij kende uw dossier met het verslag van de ondervraging van binnen en van buiten ! En in Keulen heeft Jupp mij laatst nog verzekerd dat daarin absoluut géén sprake was van een jodenhuwelijk ! Niks !"

Rachel zweeg nukkig ,maar scheen na rijp beraad tot een besluit te komen :" Wie weet er van dat dossier ,volgens u?..."

" Wel :ik ,en Jupp ,en mijn vriend Arthur..." loog hij :" Weet ik veel ! Daarover spreekt men niet zo gemakkelijk..."

" En weet ge soms ook wààr die Jupp met al mijn juwelen gebleven is ,nadien ?..."

" Ja ,ik héb dat geweten ,maar zo'n schat kan rap van plaats en eigenaar verwisselen hé...Méér kan ik daarover niet zeggen...Enkel dàt :Jupp heeft die schat niet verkwist ,en ze zit nog altijd in dezelfde blikken koekendoos van Reine Astrid..."

Rachel keek hem lang onderzoekend aan :" Gij hebt hem dus gezien ,die stock en die koekendoos ,en ge weet hem liggen ?..."

Maar op dit cruciale moment viel Jetje binnen voor een haastige hap :vanavond verwachtte zij heibel in de "Lekkerbek" over het ereteken van 'Weerstander' dat Pylieser vanmorgen gekregen had. De heren hadden heel de dag vrolijk voort gezopen en dat zou in hun vertrouwde 'laatste station' wel eens voor vuurwerk kunnen zorgen !

En langs haar neus weg vroeg ze nog of Joseph en Rachel geen zin hadden om mee te komen kijken ,maar was niet verwonderd dat beiden dat in koor afwimpelden :" Hélaba ! Braaf zijn als moeder van huis is hé ! En Rachel ,ziet dat er geen kinders van komen ,hé ,gelijk gij nieuw in de verf zit !"

Toen Jetje verdwenen was ,vatte Rachel de draad weer op :" Ge hebt waarschijnlijk niet veel goesting om mij te vertellen wààr mijn stock verdoken ligt ,hé ?..."

En toen Joseph eventjes afwijzend snoof ,vervolgde zij onverstoorbaar :" Blijft gij hier bij Jetje of in het omliggende een tijdje wonen ,of trekt ge in't kort verder ?"

" Daar ligt niks vast ,maar in principe kom ik enkel een paar zaken regelen en verdwijn ik weer...Naar Holland ,waar ik gemakkelijker met m'n nieuwe identiteit voort kan. Of terug naar Jupp in Duitsland ,waar ik wél veilig zit en er een plezant vrouwtje op mij wacht...Of mogelijk naar Frankrijk ,waar ik nog familie heb zitten die mij kan voort helpen...Ik kan nog niks zeggen..."

" In feite mag niemand weten dat gij hier zijt ,en leeft gij hier ondergedoken..."

" Ja ,lijk gij hier bij Jetje ,onder de oorlog hé ! En in feite nog steeds ,aangezien Polak niet mag weten dat ge hier woont...Maar moest ge er soms aan denken van mij te kunnen verraden ,weet dan dat ik mijn vel duur zal verkopen ! De laatste jaren in Rusland heb ik daarin veel kunnen oefenen !"

" 't Is daaraan niet dat ik denk ,want akkoord :we hebben er alle twee voordeel aan dat ons adres niet bij Jan en Alleman bekend geraakt...We zouden er dus beter aan doen elkaar niet verder te bedreigen met dat brieven schrijven. We hebben er alle twee veel bij te winnen..."

Ja ,dacht Joseph vals :de juwelenstock van Jupp ! Maar hardop zei hij verzoenend :" Akkoord...Blijft natuurlijk dat Marie van allerlei verklikkingen beschuldigd werd ,waar zij helemaal geen uitstaans mee had ! Paul Hazard ,Briek Erte ,gij en Jetje ,allemaal verklikt door Gerard Pylieser waarvoor die smeerlap schandelijk de schuld in Marie haar schoenen heeft geschoven ! Zelfs zijn moordaanslag op mijn vader heeft hij destijds aan hààr willen aansmeren ! En tenslotte heeft hij ook de dood van mijn nonkel René op zijn geweten ! Eérst laat hij Marie overhalen om die Engelse piloot in onze abri te verduiken ,en dan laat hij de René in zijn plaats met die gast naar Engeland kanoën! Al dat smerig gekonkel van die vent moet wel zo rap mogelijk op één of àndere manier rechtgezet worden...Bijvoorbeeld een openbare bekentenis vóór ik hem de nek afsnij , dàt zou natuurlijk het ideaal zijn...Maar dan pakken ze mij op heterdaad en kan ik de rest van mijn lijstje niet meer afwerken...De goeie oplossing vinden is verdomme niét gemakkelijk !"

" Lijstje ?! Wat zijt gij dan nog allemaal van plan ,zég ? Voor de dood van Pylieser krijgt ge mijn zegen :ik zal blij zijn als die smerige tweezak-van-een-verklikker uit de weg geruimd is ! Maar van nog àndere lijken wil ik niets geweten hebben !"

" Begint dan maar met mij dien Pylieser aan te wijzen ,want na al die jaren weet ik begod niet meer hoe dat vet varken eruit ziet ! En het zou stom zijn moest ik de verkeerde klootzak om zeep helpen..."

"Als ge alvast met Pylieser wilt kennismaken ,moet ge straks maar naar de 'Lekkerbek' gaan...Daar eindigt hij iedere feestdag zijn ronde langs de café's van het dorp...En zeker nu : de dag waarop hij een medaille van de Weerstand heeft gekregen ! Veel kans dat hij daarmee aan de toog zal staan pronken ,de zot ! Maar ook zónder dàt 'blek' kunt ge hem niet missen ,met zijn opgeblazen rode kop van oorlogswoekeraar :hij doet niets anders dan tournées betalen...Zo koopt hij zijn populariteit ,en er zijn er nog altijd die daarin trappen !"

" Bon ,vooruit dan maar !" Hij haalde vliegensvlug zijn lierenaar uit zijn zak en knipte het vóór haar neus open. Ze slaakte een verschrikte kreet en zakte lijkbleek van haar stoel onder tafel ! Joseph lachte spottend.

" Ow-ow Mens ,rustig :'t Is nog niet voor u ! Ik oefen maar een beetje tegen dat ik Pylieser op 't onverwachts tegen moest komen...Maar zo te zien zit gijzelf ook met de poepers ,en hebt gij ook geen erg zuiver geweten ,hé Rachel !"


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
13-10-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
11-10-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 369
Klik op de afbeelding om de link te volgen

D04. KAARTEN OP TAFEL.

 

                               Westende, 8 mei 1946.

Ondanks de duisternis binnen, merkte Joseph aan alle afval onder zijn voeten dat er hem door dit opengebroken keukenvenster al véél indringers waren voorgegaan ! Daarenboven lag alles onder een dikke laag stof en stuifzand. In de voorkamer was zelfs een vuurtje gestookt, en een paar gebroken flessen op de grond maanden hem - op zijn blote voeten - tot uiterste voorzichtigheid aan...Wat eens de slaapkamer van Marie was geweest stonk als de pest naar kots en uitwerpselen, zodat hij dààr niet verder aandrong...Enkel de jongenskamer op de scheerzolder, waar hij jarenlang samen met Leon had geslapen, zag er nog min of meer bewoonbaar uit...Als je tenminste de korsten meeuwenstront op de kapokmatras erbij nam...

Dat deed Joseph dus niét! Met een krachtige zwaai keerde hij die stofnest ondersteboven en liet zich met een wellustige kreun op de propere kant neervallen... Verdomme zég, het was gelukt ! Eindelijk thuis ! Zijn geschramde been en de gezwollen voetzool deden al stukken minder pijn nu hij hier zo vlug een veilig onderkomen had gevonden. Dat het misschien niet erg verstandig was om in zijn oude vertrouwde omgeving onder te duiken - waar een ieder hem onmiddellijk zou herkennen - kon hij zich voorlopig niet erg aantrekken...Jetje woonde hopelijk nog steeds aan de overkant naast de 'Stella Maris', en van hààr verwachtte hij niet direct een vuile streek of een verklikking. De overige bewoners van de Bassevillestraat hadden geen rechtstreeks zicht op de barak. Het waren vooral de àndere zwervers die mogelijk in zijn oude woonst een onderkomen hadden gezocht, of de dorpskinderen die hier binnen kwamen spelen die hem wat verontrustten ! Als dié hem hier op het lijf zouden vallen, én dat aan de grote klok hingen, dan kon hij zijn wraakactie al meteen opdoeken nog vooraleer ze was begonnen !

Hij zocht op zijn gemak wat droge kleren uit zijn bundel en gespte zijn prothese los om het aangekoekte zand uit de scharnieren te wrijven. Ook op de korte metalen krukken, die Erika hem voor zijn vertrek had bezorgd, zaten al roestige zeezoutkorsten die hij driftig schoon begon te poetsen...Dan sloeg hij de laatste twee boterhammen van Ma Dieudonné naar binnen en legde zich vervolgens zalig te dromen in zijn vertrouwde oude nest...

 

Pijnlijke porren van een kruksteel deden hem wakker schrikken, en pas dàn hoorde hij de venijnige stem:

" Allée, oeste ! Buiten ! Ge hebt hier verdikke niks verloren ! " Het was al klaarlichte dag, en hij herkende het hoofd dat boven het trapluik uitstak onmiddellijk.

" Tante Jetje ?...Zeg, mens, houdt eens op met dat stompen ! Ik ben hier tenslotte in mijn eigen kot hé ! "

Ze stopte wel met poken, maar hield de punt van de steel nog steeds dreigend voor zijn gezicht: " Tante Jetje, tante Jetje, mijn gat ! En wie moogde gij dan wel zijn, vuilen Tchoek-tchoek ?!"

Hij rechtte zich met een stijf grimas op zijn bed en merkte tot zijn verbazing dat Jetje bij het zien van zijn beenstomp op de ladder haastig een trede terugweek:

" Kent gij me dan niet meer ?...De kloot die vijf jaar geleden absoluut naar Rusland tegen het bolsjevisme moest gaan vechten ? Denkt maar rap eens goéd na ! ..."

Ze leek eerst verschrikt te verstarren, en weifelend kwam het er uit: " Joseph ?...Joseph Petré ?...Gij hier !?..."

" In hoogsteigen persoon ,ten voeten uit ! " spotte hij: " Misschien , zoals ge ziet ,niet helegaar compleet lijk in de goeie ouden tijd, maar toch nog voor tachtig percent die stomme kloot van vroeger..."

" Mensen toch ! Jesus-Maria-Moeder-Gods ! Joseph Petré ! ...Nu hebt ge mij toch doen verschieten, zie ! "

Het duurde nog even voor ze voldoende religieuze kopstukken had aangeroepen als getuigen bij het mirakel van zijn verrijzenis uit de dood ! Maar eenmaal dit ritueel achter de rug, nam haar praktische aard weer de bovenhand. Hij moest en zou onmiddellijk met haar meekomen voor een grondige poetsbeurt en algemeen nazicht ! ...

 

Vóór hij bij Jetje gewassen en geschoren weer met twee benen onder de keukentafel zat was het al bijna noen. Hij had haar in het kort uitgelegd hoe hij het laatste half jaar vanuit Berlijn tot hiér was gesukkeld, maar niet van plan was lang te blijven. Vlug een paar oude rekeningen vereffenen, en dan weer de pijp uit: terug naar Duinkerke of Keulen...

" Rekeningen ? Wat voor oude rekeningen hebt gij hier nog openstaan, vent ? Na al die jaren..."

" Gij zijt misschien kort van memorie, tante Jetje, maar ik rappeleer mij zoiets dat mijn moeder bij de zogezegde bevrijding door een smeerlap van de Witte Brigade een beetje mismeesterd werd...Ja ?...Waarbij Leon énkel aan die moordenaar is kunnen ontsnappen door naar Duitsland te vluchten, om dan dààr gedood te worden, hé ! En dat een zekere Pylieser langen tijd geleden wél mijn vader om zeep heeft geholpen, maar nù als grote weerstander gevierd wordt en buiten vervolging is gesteld, zó maar...

"Ja, den Pylieser..." zuchtte zij

" En dan is er nog den Engelborghs die mij naar Rusland stuurde en in feite ook mijn leven heeft verkloot ! ... Want zie mij hier zitten: drieëntwintig jaar, kreupel en goed voor de vuilkar! Dié rekeningen kom ik vereffenen: bij schipper Pylieser en zijn maat François Dupong, bij onze tweezak van een garde, bij de zotte Rooie Steiner en tenslotte bij meester Engelborghs ! Zij zijn allemaal op één of àndere manier schuldig aan het kwaad dat aan mijn gezin onterecht is aangedaan ! En dààrvoor zullen ze boeten, allemaal ! De strot àf verdomme ! "

Jetje staarde ontzet in zijn door haat verwrongen gezicht en durfde slecht inhaken nadat hij wat kalmer was geworden: " Ja, ik weet het: er is u veel kwaad gedaan... En dàt gij den oorlog maar nauwelijks overleefd hebt, hoorde ik al van uw vriendin Françoise De Bens uit Middelkerke. Maar dat de Leon daar gestorven is heeft zij ons niet verteld...Dat meisje is hier met Kerstmis vorig jaar op bezoek geweest toen ze pas uit het interneringskamp van Sinte-Kruis werd gelost. Want toen zij uit Duitsland weerkeerde heeft ze daar drie maand vast gezeten, samen met haar vader: zij, omdat ze dactylo was geweest op een bureel in Berlijn, en hij wegens vrijwilligen arbeid in Duitsland...Nu zijn ze vrij in afwachting van een mogelijk proces...dat er waarschijnlijk nooit zal komen, want de ergste jacht op de Zwarten is ondertussen voorbij... Zij heeft mij alles verteld over dat laatste jaar in Berlijn en hoe dat gij hen allemaal hebt kunnen beschermen tegen de beestigheden van de Russen...Maar ook dat gij voordién Leon als soldaat naar het front had gestuurd en in feite al wat hem is overkomen op uw geweten hebt..."

Joseph schrok verbaasd terug: " Dat is de eerste keer dat ik haar zo over mij hoor spreken ! Iedereen vanaf zijn zestien jaar moest daar bij den troep, daar kan ik niets aan doen...Leon is daar inderdaad gesneuveld als Vlaamse soldaat in Duitse dienst, maar weerloze burgers ,vrouwen of kinderen ,stierven daar even goed, met duizenden tegelijk ! Duitse ,of Ostarbeiterinnen ,of van gelijk welk land die daar leefden en werkten ,vrijwillig of verplicht ,al om 't even ! Of denkt ge soms dat de Amerikanen en de RAF, en later de Russen, bij het platbombarderen van al die stadswijken een onderscheid maakten tussen soldaten en burgers ? Vergéét het hé ! Al wie in Duitsland rondliep was in d'ogen van die vliegers een vogel voor de kat ! En Leon was bij de bevrijding in september van '44 totaal vrijwillig naar Berlijn gevlucht ,dat ik weet : daar zat ik voor niéts tussen !...Ik hém bij den SS gestoken ?! M'n gat ! Hij had evengoed als gewone fabrieksarbeider of ziekenverpleger de pijp kunnen uitgaan ! Wat is dàt nu voor zotte praat ! Zijn inlijving bij de SS heeft daar niets mee te maken !"

Jetje leek verveeld te zitten met de wending van het gesprek: " Ik weet het wel...En ik heb haar dan ook héél dringend gevraagd voorts over de Leon te zwijgen...En ik zal u zeggen waarom...Ik heb een paar dagen nà de dood van Marie een aangespoeld lijk zogenaamd gaan herkenen als zijnde 'Leon Petré'...En de Rijkswacht heeft een procesverbaal opgemaakt dat Leon ontsnapte na zijn aanhouding door het Verzet, de Geul heeft willen overzwemmen, en daarbij verdronken is. Hij ligt nu deftig begraven op het kerkhof van Nieuwpoort, niet ver van Marie haar zerk...Ik heb dat vooral gedaan om de opzoekingen achter uw broer te stoppen hé...Nu weet er niemand wat hij in Duitsland later nog heeft uitgespookt...Maar als ze nu gaan rondstrooien dat de échte Leon tien maanden làter in Berlijn is gesneuveld als soldaat van den SS, dat gaat Bibi last krijgen voor een valse verklaring met die zogenaamde herkenning, dat verstaat ge toch zeker..."

Joseph snoof eens spottend: " Tante Jetje, ge hebt dat probleem properkes opgekuist, moet ik zeggen ! Inderdaad :wie op 't kerkhof ligt ,speelt niet meer mee. En ge had zo geen lijk meer liggen dat ge onder mijn naam kont begraven ? Dan zou ik hier meteen een stuk rustiger kunnen rondlopen! Want ge moet weten dat ik nu officieel Jean-Marie Peters heet! Ja-ja :Jean-Marie Peters...Dat was een Oostendse jongen die in een Berlijnse fabriek dood gebomd is en wiens papieren ik heb ingepikt. Maar 'Joseph Petré' is officieel nog niét gestorven en dàt is wel een beetje vervelend..."

Jetje leek opgelucht dat Joseph geen bezwaar opperde tegen haar oplossing om Leon op dié manier grondig te laten verdwijnen, en wierp het over een àndere boeg:

" En gij ?...Geen last van uw been ?"

" Och, dat gaat wel...Ik kan er mee leven...Of er zónder ,al naar gelang ge't beziet ,hé !"

Jetje leek de wat bittere joligheid niet te snappen :" Bekent nu zélf: was het geen reusachtige stommiteit om, voor zo'n gewone ruzie met uw moeder, te gaan lopen naar Rusland ? Had ge wat water in uwen wijn gedaan, dan liept ge er vandaag een stuk gezonder bij ! En Marie en Leon waarschijnlijk óók! "

" Dat kunt ge met het dagelijks leven van nù niet eerlijk beoordelen hé ! Na de mislukking op de Kadettenschool dacht ik toendertijd tóch nog op dié manier officier bij het leger te kunnen worden, op een paard te rijden op kop van mijn troepen en een schoon leventje te kunnen leiden...Dat had den Engelborghs mij toch laten verstaan. Maar mijn carrière bij de SS is de mist in gegaan door mijn twijfelachtige afstamming ! Het familieonderzoek van de Rijkswacht, dat mijn kandidatuur voor de officiersopleiding moest staven, liet verstaan dat mijn vader Dis mogelijk het kind was van een rondzwervende zigeunerin...Ik kan wel raden wié hen die zever heeft ingefluisterd, maar vanuit Rusland kon ik daar weinig tegen inbrengen! En dus mocht ik mijn bevordering tot officier op mijn bil schrijven...Want ik had kameraden, die niet slimmer waren dan ik en wél bevorderd werden ! Het ligt dus van tien-negen zuiver aan die verdachte grootouders dat ik mislukt ben...En toevallig ben ik eergisteren in Duinkerke op de tweelingbroer van Dis gevallen - een zekere Noël Dieudonné - en die heeft mij zíjn kant van dat verhaal verteld, al heeft die man schijnbaar nooit wakker gelegen van zijn kleurrijke voorouders...Hij herinnerde zich wél nog dat gij in den tijd daar gepasseerd waart om dat 'spookvertelsel' van de Leon uit te vlooien...Hoe zit dat ? Ben ik effectief een halve bohemer, zoals ze zegden ?...Kleinkind van een cirk-artiest ?!"

" Wel heu..." twijfelde Jetje, volledig verrast: "'t Is te zeggen..." Om het niet te moeilijk te maken verzweeg ze dat Dis als vondeling eerst met de naam "Vrooman" werd gedoopt ,want dàt kon enkel verwarring zaaien...Maar met horten en stoten bevestigde ze toch de ingekorte versie van het gekende verhaal over de geboorte van "Vader Dis zaliger" ,op kerstdag 1902 , als de halve vondelingen-tweeling in het zwartzusterklooster van Veurne...En vergoeilijkend ronde zij af :" Het is door die moeilijke geboorte op kerstdag dat de nonnen zijn broer in der haast "Noël Dieudonné" hebben gedoopt ,en hémzelve "Desiré Dieudonné"...Maar omdat Dis in 1918 geadopteerd werd door Bompa Petré zijn ze hem voorts altijd zo blijven noemen :"Petré ,Dis Petré"...Want na de Grooten Oorlog waren er zó verschrikkelijk veel weeskinderen waardoor ze op de gemeente voor die adopties geen nodeloze moeilijkheden verkochten ,en blij waren er vanàf te zijn...En al bij al ,ook gij moogt al blij zijn dat ge door deze twijfelachtige afstamming nooit geen officier geworden zijt van de SS, want dié worden al wat zwaarder aangepakt door het gerecht dan een gewone soldaat "...

Doch bij haar gefantaseerde toelichting over de familiestamboom van de Petré's zweeg ze verder eveneens in alle talen over de smerige 'Rudolf Valentino', die Marie verleid had in de bosjes op de vestdijk van het 'Spaans Fort' tijdens de eerste naoorlogse kermis van Nieuwpoort, anno 1922...En die zonder de minste twijfel Josephs échte vader was...

Joseph moet intuïtief toch zoiets gemerkt hebben:

" Het is natuurlijk onnozel, maar ik voél mij absoluut geen kind van den Dis...Heeft ons moeder geen affaire gehad met een àndere vent, toen ze jong was ?"

Maar Jetje blokte vol geveinsde verontwaardiging onmiddellijk deze denkpiste af: " Zeg Joseph, ik vind dat ge verdikke maar weinig respect hebt voor uw vermoorde moeder, om zoiets te durven zeggen ! "

Voor de lieve vrede sneed Joseph dan maar een nieuw onderwerp aan: de moord op Marie...Maar veel wijzer werd hij er niet door, want ook zij hield zich eerst aan de gekuiste versie van Jupp, dat een onbekende weerstander haar neerschoot toen zij uit gevangenschap poogde wég te vluchten! Daarom onderbrak hij haar ongeduldig en confronteerde haar met het ooggetuigenverslag van Leon:

" En dat het Pylieser was die het schot loste, heeft Leon mij onder ede bevestigd: er was niemand ànders in de buurt! ...Maar de moord zélf heeft hij natuurlijk niet echt met eigen ogen gezién hé, want Pylieser sleurde Marie achter den hoek van de vest in de bosjes...Kort daarop klonk één enkel schot en kwam Pylieser verdwaasd vanachter de bocht gelopen met zijn spriet wagenwijd open! Omdat Leon dan de Dupong met de zwengel had neergeslagen is Pylieser lijk een zot vanuit de verte op mijn broer beginnen schieten! Die is al vluchtend over de schorren op het nippertje kunnen ontsnappen! Dàt is de zuivere waarheid Jetje! En mij verwondert het dat Pylieser daarvoor nooit ter verantwoording is geroepen! "

" Wel, er waren toch geen getuigen meer! Leon zélf was zogenaamd verdronken en Dupong zei dat hij zich van héél die affaire, door die slag op zijn kop met de zwengel van de moteur, niéts meer herinnerde...Hém kunnen ze ook niet meer op de rooster leggen, want hij is vorige week naar de Kongo vertrokken als lekenbroeder, lijk een soort missionaris..."

" Verdomme, dat is wat ver om hem de strot over te gaan snijden! ...Dan hoop ik maar dat de kannibalen hem in stukken kappen en levend in de ketel koken! ...Wéér een getuige minder, zal Pylieser gezegd hebben! ...En zonder getuigen ging dus alles in de doofpot ?"

" Ja en nee...Een week of zo nà de bevrijding hebben Steiner en het Duits Friseurtje Hussak, de twee échte kopmannen van de Weerstand, een soort tribunaal willen opzetten om de concurrenten uit te schakelen. Steiner verweet o.a. de garde dat die hem vóór de oorlog valselijk beschuldigd had van moord op den Dis en dat hij daardoor naar Spanje is moeten vluchten, met al de gevolgen vandien. Maar de garde heeft dan bij het vooronderzoek kunnen bewijzen dat hijzelf pas véél later heeft ontdekt hoe niét Steiner, maar wél Pylieser schuld had aan de moord op Dis...Als ge al van 'moord' zoudt spreken..."

" Ja, met de beginletters van zijn naam op de gastang waarmee hij die hoop granaten van Dis op 'scherp' had gezet: G.P. voor 'Gerard Pylieser'...Dat verhaal heeft Jupp Deutinger mij verteld in Keulen...Die sabotage van die oude obussen :dàt was moord ! "

" Alee ,ja...Wel, vanaf het moment dat onze Rooie Steiner witgewassen werd, heeft deze daarvan geprofiteerd om meteen Pylieser ook te beschuldigen van de moord op Marie én de verklikking van mijn vriendin Rachel en mijzelf. Plùs de fotograaf Paul Hazard én loodgieter Briek Erte ! Ge zoudt toch denken dat zoiets graaf genoeg is om iemand voor de rest van zijn leven in de bak te steken hé ! Want daar bovenop kwam ook nog de beschuldiging voor oorlogswoeker en collaboratie! Maar de rijkswacht had in die dagen de handen vol met hun eigen uitzuivering en het oppakken van gekende 'zwarten', en wilden zich niet verbranden aan de ruzies tussen weerstanders onderéén! ...Ze noemden zelfs de aanklacht tegen Pylieser, die 'Held van de Weerstand', een zéér onpatriottische daad! "

" En daarmee was de kous af ?!"

" Ge zoudt zeggen van ja...Pylieser is in elk geval nooit écht ondervraagd geweest, maar is wél een maand of zo gaan 'wandelen-in-de-natuur', tot op het moment dat Steiner en Hussak dienst namen bij de Canadezen en wegtrokken naar het front in Holland...Pas dàn is hij weer opgedoken, maar ditmaal beladen met attesten uit Brussel, dat hij héél den oorlog de grote weldoener en geldschieter geweest was van het verzet. En met geld koopt ge véél hé!...Zélfs een paar juges, naar het schijnt! "

Geld, ja...Plots herinnerde Joseph zich weer het doel van zijn expeditie naar de kust: het recupereren van die twee dozen met goud en juwelen! En met een onschuldig gezicht vroeg hij: " Hoe staat het feitelijk met onze woonst hiernaast, de 'Stella Maris' ? Heeft dat de hele tijd leeg gestaan ? Zonder toezicht ? Is het dan niet geplunderd geworden na de arrestatie van Marie en Leon ?.."

Jetje antwoordde fier: " Niet met mij hé! Pylieser en Dupong hadden met hun zatte botten, vooraleer ze Marie en Leon uit de abri sleurden, hiernaast al lelijk huis gehouden. Nadien zijn ik direct gaan zien: alles overhoop en kapot geslagen! Een échte ruïne! Ik heb toen zoveel mogelijk opgekuist en de beesten eten gegeven, in 't vast gedacht dat Marie binnen de kortste keren ging weerkeren. En de deur goed gesloten met een briefje dat ik het huis bewaakte en de sleutel had...Nadien heb ik daar nooit niemand meer binnen geweten, tot de Brugse huisbazin er een paar maanden later opnieuw bezit van kwam nemen..."

Dat klonk veelbelovend..."Echt niémand ?"

" Toch wel, maar zonder érg...De nacht nà de aanhouding van Marie heb ik er horen rommelen...Soldaten, dacht ik eerst. Maar de volgende morgen heb ik niet gemerkt dat er iets gestolen was, buiten wat zondagse kleren en ondergoed van Marie, zonder veel waarde..."

" Dan zullen het wel géén soldaten geweest zijn hé ! Wat zouden dié met vrouwenkleren moeten aanvangen ! Of ze moesten een vijs los hebben zitten ! "

Jetje glimlachte wat zuur en er viel eventjes een pijnlijke stilte. Maar ze herpakte zich vlug:

" In mei van vorig jaar, op de eerste verjaardag van V-Day is echter alle zever opnieuw begonnen! Het Essex-Scottish regiment dat ons bevrijd heeft, is komen meevieren op de feestelijkheden met een défilé. En ziet, wie was daarbij denkt ge ?! Steiner en Hussak, in Canadezen uniform! Juist op het moment dat de weerstandsgroep van Pylieser op die plechtigheid hoog van de toren blies ! Steiner heeft dan terplekke zijn aanklacht tegen Pylieser hernieuwd, met de gastang als bewijs bovenop ! Maar de schipper liet zich niet doen en klaagde op zijn beurt Steiner aan als Russische Vlassov-soldaat, die de Canadezen volgens de akkoorden na de oorlog al lang aan Stalin hadden moeten uitleveren...De garde heeft dan een schone geste gedaan, als wederdienst omdat Steiner de klacht tegen hem had laten vallen: hij heeft bewezen dat de vroegere schoenlapper van het dorp van oorsprong een Duitser was, die lang vóór de oorlog tot Belg werd genationaliseerd, en dus niét als een Russische Kozak moest uitgeleverd worden ! En voor de rest houdt Steiner zich koest..."

" Wel, die mag dan van geluk spreken ! Want in Rusland hadden ze die 'Vlassov-Steiner' zéker gefusilleerd ! "

" Wacht, 't is nog niet gedaan ! ...Want toen heeft Pylieser zijn twee concurrenten, Steiner en Hussak, bij de Canadese commandant verklikt voor de dubbele moord in .de 'Villa Sybaris' ! Dien officier kón nu niet anders dan die twee vrijwilligers op staande voet te ontslaan ! En zo haalde die smeerlap van een Pylieser tenslotte tóch nog gelijk ! ..."

" Als ik u zo hoor is die vent wel ongenaakbaar..."

" Zeker weten ! Zo heeft de garde ook moeten boeten voor zijn getuigenis ten voordele van Steiner ! Want nà de bevrijding was de plaats van politiekommisaris hier open verklaard en naarvolgens ze zeggen heeft de garde zich toen kandidaat gesteld voor die post. Maar Pylieser zou aan de selectiebaas hebben laten weten dat de garde veel te veel dronk voor zo'n voorname benoeming, en Cyriel kon het vergeten ! "

Juist goed, dacht Joseph, die de garde ook niet in zijn hart droeg. Maar hardop vroeg hij: " En is Steiner hier in het omliggende blijven wonen ?" Hij wou immers graag zijn eerste slachtoffer binnen handbereik krijgen, na het verdwijnen van Dupong naar de Kongo...En dat viel al bij al nog goed mee !

" Die huist hier vlakbij, juist onder het kamp van Lombardzijde...Hij houdt zich niet meer met politiek bezig en werkt bij een aannemer die alle abri's in de duinen voor rekening van de Belgische staat moet afbreken. Ge kent hem misschien: de N.V. Berenbiet, die zélf tijdens de oorlog deze bunkers heeft gebouwd, maar dan voor rekening van den Duits ! Zo blijft die aan het werk hé :eerst bouwen en dans weer afbreken ! Maar Steiner wil zich doen vergeten en dat is maar goed ook ! Want toen mijn vriendin Rachel in september van vorig jaar uit Ravensbrück via het Zweedse Rode Kruis terug kwam, heeft hij nog geprobeerd ons de verklikking van de fotograaf Paul Hazard op de nek te schuiven...Maar wij hebben hem opnieuw de mond kunnen snoeren met zijn twee moorden in de Sybaris, toen hij deserteerde als Vlassov-soldaat...Zoals gezegd : sindsdien houdt hij zich koest, en is alles ondertussen goed en wel..."

" Hoezo, verdomme ?!" riep Joseph schijnbaar verontwaardigd uit: " Alles goed en wel ?! Wordt Marie dan niet meer verdacht van al die verklikkingen ? Dan zou ze toch in eer hersteld kunnen worden ?..."

Jetje dacht een lange tijd na voor ze antwoordde.

" Luistert Jos, laat ons dat potje gedekt houden... IK weet wie Paul Hazard verklikt heeft aan den Duits, en het is zelfs deels mijn eigen schuld. Maar als iemand bij de Gestapo onder foltering dergelijke bekentenissen aflegt, dan is er geen sprake meer van fout of schuld...Verder wil ik daar niets meer over zeggen, enkel dat we nù weten dat Marie onschuldig was, ook al wees vroeger iedereen in haar richting...Zoals we ook nù pas zéker weten, door de ooggetuigenis van Leon, dat de Pylieser Marie vermoordde, en niet één of àndere onbekende weerstander ! Dat zijn wel allemaal nieuwe ontdekkingen, maar daarvoor zal het gerecht geen nieuw proces beginnen. We kunnen die zaak beter laten rusten..."

" Ha, da's gemakkelijk om zo vergevensgezind te zijn als ge er niet rechtstreeks bij betrokken zijt ! ...Maar neemt nu uw arrestatie in '43: ik verzeker u, op basis van Jupps getuigenis, dat Pylieser u en Rachel destijds verklikt heeft ! Hij en niemand ànders ! ...Gijzelf zijt er bij de Duitsrs toen nog tamelijk gemakkelijk met één maand gevang vanaf gekomen. Maar ik vraag mij af of uw vriendin haar twee jaar Ravensbrück óók zo licht zal vergeten...En vergeven ?...Ja ?..."

Jetje trok wat machteloos de schouders op: " Hij verdient ervoor te boeten, da's zeker, maar ja...En zeggen dat zo'n varken juist vandaag, op de tweede viering van V-Day, tijdens de ceremonie in 't dorp een eremedalje van weerstander gaat krijgen, voor z'n diensten bewezen aan het vaderland, lijk ze zeggen ! "

" Bon, als het gerecht hem niet wil straffen voor het om zeep helpen van mijn familie, dan zal ik het zélf moeten doen, hé ! Dat hem zijn testament maar al maakt ! "

Plots klonk een schelle stem door de openstaande glazen deuren van de voorkamer: " Dat heeft hij al lang gedaan, man ! Zonder op u te wachten ! "

Jetje en Joseph schrokken zich een aap ! Die luistervink daar had natuurlijk heel hun vertrouwelijke conversatie letterlijk kunnen volgen !

Tableau zeg !


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
11-10-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
10-10-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 368
Klik op de afbeelding om de link te volgen

D03:  DE LANDING.

 

                  Naar het Sint-Laureinsstrand, 8 mei 1946.

Zo, de avontuurlijke reis naar zijn geboortestreek liep ver op haar einde...Maar in feite had 'het avontuur' zich totnutoe vooral tussen zijn twee oren afgespeeld en was er van beangstige spanning weinig sprake geweest. Of ànders liep de organisatie van de illegale grensovergangen zó gesmeerd, dat hij nergens ook maar de minste dreiging had gevoeld dat de onderneming gevaar liep of op de klippen ging lopen...Tenzij misschien tijdens het onweer na Aken ,en dan nog...

Wél had Dieudonné hem wat zenuwachtig gemaakt door hem de laatste avond zódanig vol te proppen met allerlei raad en leefregels voor onderweg, dat hij de indruk had gekregen te vertrekken voor een fatale 'Himmelfahrtkommando' in de Oekraïne...En de patronne had zijn wild behaard bakkes met scheermes en schaar zó proper en stijlvol bijgewerkt , dat hij morgen wel een goede indruk moést maken, opgebaard in de rouwkamer...Want zoals dié om hem heen draaiden, gaven ze hem stevig de indruk dat ze sterk aan de goede afloop twijfelden ! Hij had van die twee op den duur zó de kriebels gekregen, dat er van slapen weinig in huis was gekomen ! Hij had zich dan maar bezig gehouden met zijn kunstbeen aan en uit te doen ,te oefenen om het vlug los te gespen tegen dat hij onverhoopt in 't water zou vallen tijdens zijn uitstapje op zee. Want zwemmen met dat zware ding aan zijn bil kon hij vergeten...

Om vier uur haalden ze hem met vereende krachten uit zijn eerste droom, staken hem vol eten én in een versleten visserstenue, waarna hij door Pa in een triporteur thuis bij de schipper van de 'D.173' werd afgezet. Deze nachtelijke rit door de lugubere ruïnevelden deed hem sterk denken aan zijn 'Radtax'-tochtjes door Porz...

Jerome, de schipper van de D173 'Ma Poule', zat er duidelijk mee verveeld dat Joseph met z'n éne gezonde been zélf geen fiets kon rijden. Hij nam hem dan maar met pak en zak bij hém op de buis, en samen reden ze ongehinderd de schraal verlichte vissershaven binnen...Veel volk liep er niet op de kaai, maar beneden, onder de schelle carbuurblakers van de scheepsdekken, waren matrozen de warboel van kabels en netten al volop aan het ontwarren...Juist de haven van Nieuwpoort , dacht Joseph ,maar dan in 't groot...

 

Achteraf beschouwd had hij zich de beruchte smokkeltocht met de vissersboot 'D.173 Ma Poule' over de grens naar Westende veel spannender voorgesteld. En vooral beduidend kórter ! Hoogstens drie uur varens...

Daarom had het hem van in de beginne onzinnig geleken rond zes uur uit te varen om op klaarlichte dag, rond negen uur 's morgens dus, te pogen ongezien met een jol op het Sint-Laureinsstrand te landen !  Wat een zottekesspel was me dàt ! Maar al vlug bleek dat ook hélemaal niét de bedoeling van de schipper. Afgaand op de bleke zonsopgang merkte Joseph dat 'Ma Poule', na het ronden van de strekdam, resoluut koers pal noord koos ! Op de boeg, waar ze hem hadden gezet om niet in de weg te lopen, vroeg hij een matroos om uitleg: de Vlaamse kust lag toch meer naar het oosten dacht hij ,dààr waar de vroege zon stond ,of was hij verkeerd ?

Maar de man zei kortaf dat ze van het hoogtij profiteerden om over alle dwarsliggende zandbanken tot op hun visgrond bij de 'Westhinder-bank' te geraken. Nu herinnerde Joseph zich toevallig uit zijn jonge jaren dat een lichtschip ,de 'Westhinder' ,30 kilometer uit de kust van Nieuwpoort lag ! Dus zo te zien zou het nog wel even duren vooraleer hij op de terugweg in de duinen van Westende voet aan wal zou zetten ! En daarbij had hij zéker niet verwacht dat hij de helft van deze lange trip zeeziek zou zijn...

Want al gauw deed de deining haar werk en lag hij kotsend over de boeg. Zijn opstandige maag bedierf de rest van de dag volledig zijn lust om nog voort te leven en pas tegen zonsondergang, na een eindeloze doodsstrijd, zag hij er langzaam weer een gat in...Maar hij had toch bijna twaalf uur op apegapen gelegen, en zo de helft van zijn 'avontuur' gemist !

Tenslotte merkte hij dat ze in de loop van de dag al vissend blijkbaar een brede bocht over stuurboord gemaakt hadden, en nu, bij het vallen van de nacht, met een goed gevuld ruim langs de Vlaamse kust terug naar Duinkerke voeren... En toen aan de donkere einder over bakboord de eerste Vlaamse vuurtorens begonnen te pinken, kreeg hij weer wat smaak in het leven...

" Dààr zie: Cébruges ! " wees dezelfde matroos naar een ver pinklichtje, terwijl hij even op de boeg kwam uitblazen en een straffe pijp opstak: " Binnen vier uur liggen we voor Nieuwpoort en dan zijt gij bijna thuis ! "

" Vier uur nog ?!"

" Ja, we varen nu tegen de opkomende tij uit de 'Pas-de-Calais', en dat vertraagt wel een stuk...Dan nog een uur om je met de jol in het pikkedonker tot op zwemafstand van het strand te brengen, en dan nog drie uur tot bij ons-moeder-de-vrouw..."

" Hoezo, 'zwemafstand' ?...Met mijn houten poot en mijn kleren aan kàn ik helemaal niet zwemmen! ...Ik dacht dat jullie mij op het strand zouden afzetten ?!"

" Als het dàn nog hóge tij is, zou dat kùnnen...Maar als ik je bij eb met de jol op het stand laat lopen, zit ik daar de eerste zes uur vast...En ik kén dat hé: zohaast de passagier dan uitgestapt is, moet ik niet meer op zijn hulp rekenen om terug los te komen! Dus mij niet gezien ,hé copain : een ezel stoot zich geen drie keer aan dezelfde steen hé! "

" Dus ben jij de man die mij naar het strand gaat roeien ?" De matroos knikte. Joseph vervolgde voorzichtig: " Het is mij wel een paar francs waard om met droge voeten aan land te gaan..."

" Een paar hónderd, zal je bedoelen ?! Voor wat Frans geld tegenwoordig nog waard is..."

" Nee, niét een paar, maar één brief! En ik wil zelfs tot twééhonderd gaan als je ook mijn buidel droog aan mijn voeten op het strand legt...Ik kén de zee ,ik ben hier geboren. Je moet me dus niks wijsmaken hé makker :er zijn praktisch geen baren, dus zal voor een stevige zeebonk als gij het loskomen van dat jol wel meevallen zeker ?!"

De man lachte eens smakelijk en klopte zijn korte pijp uit: " Allez, d'accord! Omdat je mij nogal een sympathieke knul lijkt...Mijn naam is Georges, en ik heb ondertussen wel begrepen dat wij 'in het Oosten' aan dezelfde kant hebben gestaan hé ?...Voor een oude wapenbroeder wil ik me nog wel eens in 't zweet werken ..."

Méér woorden moesten zij daar niet aan vuil maken.

 

Nadat ze tergend langzaam eerst de boei van de Wandelaar-bank over stuurboord hadden gerond, sloeg het weer om. De maansikkel ging schuil achter zware wolken, wat de nacht nog donkerder maakte. Maar Joseph zag daarin een goed voorteken: hoe donkerder het bij de landing zou zijn, hoe minder hij pottenkijkers moest vrezen..."Ma Poule" stevende nog een héle poos recht op de vuurtoren van Oostende af en Georges speelde bij dit duister gedoe gratis voor gids...

Op een paar kilometer van de kust volgden ze behoedzaam de rij boeien van de Stroombank en in het zicht van de havenlichten op het staketsel van Nieuwpoort ging de 'Ma Poule' eindelijk voor anker. Joseph dacht inderdaad schuin-links de bleke blokvorm van het Bellevue-hotel te herkennen, op het einde van de zéér schaars verlichte zeedijk van Westende-Bad...Toen hij, na lang turen recht vooruit, het vrijstaande hotel 'Welkom' in de duinen meende te ontwaren schoot zijn gemoed plots vol...Dààr lag dan toch eindelijk, op het einde van zijn lange terugreis, zijn 'Heimat' op nog geen twee kilometer vóór zijn neus op hem te wachten! En nog steeds had geen énkel noemenswaardig incident zijn vlotte 'Heimfahrt' verstoord...Dat geluk kón niet blijven duren, wist hij: zijn gewaagde raid naar de kust, het levensgevaarlijke avontuur dat zes maanden geleden in Steglitz van start was gegaan, kon nog steeds hier op een natte sisser eindigen...Het was alvast wat beginnen regenen, wat de feestvreugde al aardig temperde !

Het laatste uur was de matroos Georges bijna niet van zijn zijde geweken. Nu klopte hij Joseph op de rug en leidde hem spottend over het deinende dek naar de jol bij de achtersteven:" Allez Christoff Colomb, le nouveau monde t'attend! " Twee mannen waren die beangstigend kleine notendop al aan het strijken. Dat hij met zo een onooglijk en kwetsbaar vletje de laatste kilometer branding zou moeten trotseren leek hem érger dan een partij Russische roulette! Hij voelde het in zijn dichtgesnoerde keel: dit moést hier binnen de kortste keren faliekant aflopen! Het venijn stak in de staart, zoals altijd!

Maar vóór hij het wist zat hij al verkrampt op het wiegelende achterzitje van de notendop, zijn klerenbundel op de schoot. Toen ook Georges instapte dreigden ze een ogenblik te kapseizen, maar alle mannen deden alsof dat overspattend water de normaalste zaak van de wereld was!

Versteven merkte hij hoe de matroos op de achterplecht van de reusachtige "Ma Poule" ook de laatste reddingslijn achteloos los wierp en hem als het ware aan de zeegoden offerde. Machteloos dobberden ze weg...Maar toen ze na vier-vijf deiningen nog steeds niét zonken, durfde Joseph hortend weer diep adem te halen. Georges roeide met vaste krachtige slagen ruggelings naar de kust toe, en naarmate hun bootje meer vaart kreeg, scheen er ook minder boegwater over te slaan...Maar hoe dan ook: zijn oude vissersbroek was al behoorlijk nat, en het zeewater stond al een heel stuk in de lekke rubberlaarzen die Dieudonné hem bezorgd had...En alsof dàt nog niet genoeg was, sloeg nu ook de regen in zijn gezicht en liep langs zijn halsdoek in straaltjes over zijn rug... Scheisse !

De rest is rap verteld, al leek het wel alsof zij nog uren op de zee hadden rondgedobberd...Bij de eerste overslaande golf van de branding schoot het sloepje plots vooruit en surfde op de baren recht het strand op. Een schok en ze liepen vast, op een tien meter van het zogenaamde 'droge zand'. Joseph kon niet vlug genoeg over boord stappen en de heerlijke vaste grond voelen, terwijl de uitrollende branding nog kniehoog tegen zijn benen klotste en zijn laarzen nu hélemaal volliepen.

En terwijl hij wild naar de vaste wal waadde, hoorde hij Georges achter zijn rug nog met een hoge vrouwenstem hoerig roepen: " Hey, tu n'oublies pas mon petit cadeau, chéri ! "

 

Och kom, hij had die vent op het strand dan maar z'n zakcentje gegeven...Met dat Franse rotgeld kon hij hier toch niets meer aanvangen, en hij wou bij de Dieudonnés geen reputatieschade of openstaande rekeningen nalaten...En hij had de roeier zelfs geholpen om met de jol weer los te komen in de branding: z'n eigen broekspijpen waren tóch al kletsnat tot aan de knieën! De gewrichten van zijn prothese zaten goed in het vet, dus dié schade zou nog wel meevallen...

Zittend in het fijne witte zand trachtte hij zich in het donker een beetje te oriënteren...Hij kreeg wél het gevoel tamelijk dicht bij de 'Taverne Welkom' te zitten die - vroeger toch - het Sintlaureinsstrand domineerde. Maar in de regensluiers vond hij, buiten de staketsellichten van Nieuwpoort aan zijn rechter hand, en links de lichten op de dijk van het Bad, geen enkel herkenningspunt...

Recht vóór hem ontdekte hij wél een eindeloos lange betonnen muur van de kustverdediging die de toegang tot de duinen had moeten blokkeren voor de aanstormende geallieerde tanks. Dit stuk Atlantikwal bestond nog niet vóór zijn vertrek naar Rusland. Tijdens het voorbije paasseizoen zullen ze voor de vreemde toeristen daarin wel een doorgang gemaakt hebben, dacht hij, maar hij had absoluut geen zin die in het donker blindelings te gaan zoeken. Daarom besloot hij, in afwachting van de eerste klaarte, tegen de anti-tank-muur wat te schuilen onder zijn klerenbuidel, en met een dutje van de doorstane emoties te bekomen...

 

Hij schrok wakker toen de zwerm slapende meeuwen op het strand plots luid krijsend opvloog, blijkbaar op de vlucht geslagen voor een naderende dreiging...Joseph pierde in het omringende duister en vond al vlug de oorzaak van het alarm. Het regende niet meer en in de eerste grijze schemer van de nieuwe dag ontdekte hij op een 500 meter in de richting van Nieuwpoort één - neen, twéé lichtstralen van zaklampen langs de aftrekkende branding flitsen en tergend langzaam dichterbij komen...

Strandvissers, zoals hijzelf en Leon destijds ?...

Onmogelijk, want de rijen vaste haken waarmee schar, pladijs en tong gestroopt werd, kwamen enkel bloot te liggen bij volledige lage tij...Zegge: pas binnen een uur of vier...Dus moesten het wel strandjutters zijn die de hoogwaterlijn afschuimden naar aangespoeld goed, al pasten die sterke zaklampen niet écht bij het beeld van arme dompelaars...

Of zouden het misschien gendarmen zijn, of douaniers die de smokkel van Franse alcohol moesten bestrijden ? Pa Dieudonné had hem verteld dat er weer reuzenwinsten werden gemaakt met de sluikse ruiltrafiek over de 'schreve' van Vlaamse tabak tegen Franse Picon, een smokkel die vér de vooroorlogse folklore overtrof...Dat zelfs vissersboten werden ingehuurd als de controle langs de landsgrens als te streng ervaren werd...En zoals die twee daar langs de branding blijkbaar in het natte zand naar sporen van een smokkeltrafiek leken te zoeken, konden het énkel gendarmen zijn of douaniers van de Nieuwpoortse haven ... Binnen de drie-vier minuten zouden ze op zijn hoogte natuurlijk zijn voetsporen in het natgeregende fijn zand ontdekken, van de landingsplaats tot hier tegen de muur ! En dàn was hij ongetwijfeld een vogel voor de kat! Zie je wel dat zijn slecht voorgevoel nog uit zou komen ! En dàt op een zucht van de eindstreep !

Zonder verder na te denken greep hij op de tast zijn klerenbundel en sloop haastig langs de voet van de hoge antitankmuur weg in de richting van Westende-bad, wég van de verraderlijke zoeklichten !...Nu merkte hij pas écht hoe zijn prothese hem in het fijne zand het lopen praktisch onmogelijk maakte ! Het gíng niet vooruit ! ...Hier moést toch ergens een doorgang in die vervloekte versperring te vinden zijn ! ? Over zijn schouder blikkend merkte hij dat hij nauwelijks iéts op de twee speurders gewonnen had en haastte zich steeds méér in paniek voort. Wég van dat kale vlakke strand waar nergens een grasspriet stond om achter te schuilen ! Wég ! ! Komaan, rap voort ! ...

Wat hij in het donker vlak voor zijn voeten aanzien had als een stevige toef helmgras, bleek tot overmaat van ramp plots een warrige hoop prikkeldraad van opgeruimde strandversperringen. Zijn houten poot zat er ineens met duizend pinnen kniehoog in vast, zijn gezonde been gelukkig veel minder diep...En over zijn schouder zag hij dat zijn achtervolgers op de hoogwaterlijn nu ongeveer op zijn landingsplaats waren aangekomen ! ...Daar zouden ze zo meteen met hun zaklampen in het beregende witzand onvermijdelijk zijn voetsporen in de richting van de antitankmuur gaan ontdekken !...En hij lag hier, nauwelijks driehonderd meter vérder, vastgepind als een levend lokaas bij de leeuwenjacht, drijvend in zijn angstzweet weerloos op hen te wachten!

Met de blote hand slaagde hij er wél in zijn gezonde been uit de wirwar van roestige prikkeldraad te bevrijden, ook al moest hij er zijn rubberlaars achterlaten. Op die paar diepe schrammen in zijn kuit en de pijnlijke prikken in zijn handpalmen kon hij nù geen acht slaan ! Vlug liet hij zich zijdelings op zijn klerenbuidel zakken en poogde nu zijn prothese uit de greep van de honderden pinnen los te wurmen. Maar dààr waar hij er een paar wég kon trekken schenen andere zich nog beter vast te klemmen ! En ondertussen zag hij dat zijn achtervolgers op de landingsplaats waren aangekomen en druk met hun zaklampen in het natte zand de sporen bestudeerden.

In de rondtastende lichtstralen ontdekte Joseph nu dat die twee hun fiets aan de hand meevoerden...En het schoot door zijn hoofd dat de krachtsverhoudingen daarmee wel eens konden omslaan !

" Als ze met die vehikels door het fijne zand achter mij aan gaan sjokken, wens ik hen van harte veel plezier!  "

Dat scheen ook door de schedel van de pakkemannen door te dringen, want na een kort overleg knipten ze hun zaklamp uit. Een eeuwigheid later merkte Joseph dat de rode achterlichtjes van hun fiets zweverig langs de branding verdwenen in de richting van het Nieuwpoortse staketsel...

Oef ! !...

 

Hij rustte uit tot hij in de eerste ochtendschemer tenminste zàg waar het schoentje knelde, en toen ging het ontwarren van de roestige prikkeldraden rond zijn gevangen prothese al een héél stuk makkelijker. De oude vissersbroek hing op den duur wel helemaal aan flarden en ook nù schoot hij er zijn gescheurde rubberlaars bij in. Maar de opluchting om eindelijk weer een vrij man te zijn, borrelde als champagnebellen uit zijn bast omhoog !

Eindelijk !

Nu nog op zijn gemak de doorgang in de muur vinden en dan kon het serieuze werk beginnen !

Na wat rondspeuren in de grijze ochtendnevels ontdekte hij het gat tot zijn ergernis ongeveer dààr waar hij ter hoogte van zijn landingsplaats tegen de muur wat had liggen slapen. In de pikdonkere nacht had hij een paar uur geleden die 'poort' gewoon niet ópgemerkt en, om zijn achtervolgers te ontvluchten, er met zijn stomme kop blindelings van weggelopen ! Het kwam er nu op aan zo rap mogelijk en nog vóór de dag aanbrak, ergens landinwaarts een voorlopige schuilplaats te vinden! Want als hij tóch onderweg iemand zou ontmoeten, zou misschien zijn éne blote pikkel nog geen verwondering opwekken, maar de stalen voet van zijn prothese dés te meer !

Het ruwe gat in de betonnen muur was een kleine vier meter breed en van het strand af eindigde een zachte duinhelling recht op...de Zeelaan ! Tussen het gesloten hotel "Welkom" en een hoge commandobunker door ontwaarde hij op het einde van de pijlrechte baan vaag de kerktoren in het midden van het slapende dorp...Instinctief strompelde hij in die richting, als aangetrokken door een magische magneet. De lage donkere duinen links en rechts lagen nog vijandig afgesloten met hoge prikkeldraad-versperringen en het zeevakantieverblijf voor Brusselse stadsmussen "Les Marchevins" stond er - nog steeds vlekkerig beschilderd met Duitse grijs-blonde camouflagekleuren - zielig te verkommeren...Even schoot het door zijn hoofd om dààrin onder te duiken, maar een ongekende kracht dreef hem verder, de tramrails over !

Café "De lekkerbek" had weer grote nieuwe ramen gekregen, zag hij, en hij herinnerde zich alsof het gisteren was, de bominslag tijdens de meidagen van '40 die hier alle ruiten had vernield...Duizend flitsende souvenirs bestormden zijn geest toen hij als een willoze robot de Bassevillestraat insloeg en er bij wijze van spreken elke kasseisteen herkende...Hier links in de gracht die grote bomtrechter in kwestie, een poel die in de loop der jaren zelfs een hap uit het wegdek had gebeten. Een afspanning met wat rotte planken moest de waarschijnlijk zeldzame weggebruikers voor een gevaarlijke duik behoeden...Zeer binnenkort zou wel blijken dat dit zinnebeeldige hek daartoe niet in staat zou zijn...

En achter de zwakke bocht stond daar nog steeds zijn ouderlijke barak ! Josephs gemoed schoot vol: eindelijk thuis verdomme: " Miljaarde getaarde gevlamde geketste !! Thuis ! " Om dan na een korte ademsnok zijn oude getrouwe kettingvloek verder uit te braken: "...Tegen de muur gekotste en wéérgebotste potverdomme !!...Thuis !! "

Vlug hinkte hij op 'zijn' blote voeten door het natte stuifzand het overwoekerde tuinpad op en zag dat de planken, die hij destijds voor het keukenvenster had getimmerd, afgerukt waren...Geeft niks !

Hij had eindelijk zijn veilige schuilhoek gevonden !


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
10-10-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
09-10-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 367
Klik op de afbeelding om de link te volgen

DO2:   HET SPOOK ONTMASKERD.

 

                               Duinkerke, 6 mei '46.                

Als het de bedoeling was geweest onopgemerkt van de camion te stappen en stilletjes in de donkere havenbuurt te verdwijnen, dan had hij nu zéker de hoofdvogel afgeschoten ! Van discretie gesproken, zég !

Toen hij, met zijn rug op de koude kasseien, weer een beetje bij bewustzijn kwam, merkte hij dat een vrouw één van zijn ogen open trok en er met een zaklamp pardoes in scheen ! Verdomd pijnlijk, bovenop dat bonken in zijn hersenpan ! En waar kwam begot opeens dat rotwijf vandaan !? En die camionette van het Rodekruis !? En die pompier ,en die bende ramptoeristen !? Of had hij hier soms die hele tijd buiten westen gelegen ?

Zijn gekreun scheen de verpleegster gerust te stellen: " Bon, celui-ci est okee ! " En als om dat te bevestigen verkocht ze hem nog vlug een muilpeer en zwaaide met haar hand voor zijn schele blik: " Tu vois mes doigts, hein ? Combien tu en vois ? Allez, dis-le: combien de doigts vois-tu ?! Un ? Deux ? Trois ?..."

Joseph begreep haar basistest op hersenschade:    "Zes vingers..." besloot hij moeizaam.

" Seks Finker ?" vroeg zij geschokt: " T'es boche ?" De Fransen noemden de Duitsers "les Boches".

" Non, c'est du flamand ! " vergoelijkte een àndere vrouw: " Zes vinger ! Il voit double, le pauvre ! "

Maar de verpleegster wou er toch het fijne van weten en meteen de omstaanders imponeren met haar talenkennis:

" Zie zien deutsch hein ?! Zagen zie vieviel finker ?!"

Joseph had er plots de buik van vol: "Putain-merde ! Arrêtez votre cirque ! J'ai mal au dos, c'est tout ! " Zijn losse omgang bij Deutinger met de twee "aangebrande" Elzassers Robert en Bertrand wierp plots onvermoede Franse vruchten af...

" Et il lui manque une jambe aussi ! " stelde een derde vast bij de opgespelde broekspijp: " Mais çà ne date pas de hier..." Goed gezien !

" Laisse-moi voir ton dos..." zei de verpleegster wat gefrustreerd en rolde hem met de hulp van een man op z'n zij. Ze rook wel lekker, vond Joseph...vooral na al die uren naast dat tolueenvat...

Na een oppervlakkige controle besloot zij: " Légère brûlure d'impact à l'omoplate gauche, sans percée..."

Joseph liet zich door dat medisch jargon niet afschepen ,en betastte voorzichtig aan de achterkant van zijn schedel de natte wonde: "Sans persée ?! En dàt hier ?!"

" Oh...Une bosse sans gravité..." wuifde de knorrige verpleegster die buil op zijn achterhoofd weg.

" En hoe stelt de chauffeur het, met zijn copain ?" wou hij nog weten.

" Le chauffeur ? Et son copain ?... Partis à la morgue, brulés vifs.."

" Altegare dood ,in de morge" vertaalde de Vlaamse vrouw op haar beurt: " Les pauvres...Helegans levendig verbrand."

 

Dat hij de enige overlevende getuige van het ongeval was, zal hij geweten hebben ! Verdorie, wat dié hem allemaal vroegen, in dat hospitaal ! Eerst natuurlijk een verklaring voor het medisch dossier: begrijpelijk, ze moesten de kosten voor de interventie toch érgens op kunnen verhalen hé...Maar toen de wonde in zijn rug en op zijn achterschedel verzorgd werd, kwam de politie hem al de pieren uit de neus halen. En terwijl dié nog volop aan 't vissen waren stonden daar plots ook de Britse M.P's van de militaire politie aan zijn bed ! Véél was niet genoeg !

Joseph hield het zéér beknopt , door zijn voorgewend gebrek aan talenkennis. Ja, hij heette Jean-Marie Peters en woonde in Oostende (Belgique), zonder beroep. Hij was hier in de buurt zogezegd op zoek naar los werk en had die dokwerker daarover op de Ringlaan aangeklampt... Terwijl ze wat stonden te praten bolde die Britse camion met z'n laatste druppel benzine tot vlak voor hun voeten. Ze dachten dat de chauffeur de weg ging vragen, maar hij scheepte hen nogal brutaal af en begon zijn tank bij te vullen met een jerrycan. Joseph was, volgens hij zich herinnerde, dan alleen voort gewandeld en had de ontploffing gehoord toen hij al ruim een twintig meter vérder liep...

" Vijftien meter ! " verbeterde de agent streng: "Wij hebben het nagemeten ! "

" Des te beter ! Ik niet ! " zei Joseph adrem. En hij liet voor de rest goed begrijpen dat zijn naam in feite 'Haas' was en hij verder van niets wist...Die klap op z'n achterhoofd ,verdommeb ,en heel die tijd bewusteloos : ze moesten niet tevéél vragen hé !

Het duurde nog wat langer vooraleer ook de Brits M.P's met veel collectieve vertaalhulp hun boekje vol kregen, maar tegen middernacht scheen iedereen er plots genoeg van te hebben...Joseph begon zich juist stil te verkneukelen over zijn sprankelende fantasie, toen één van de agenten bij het afscheidnemen langs zijn neus opmerkte: " Ge moet uw papieren eens laten vernieuwen ,hé Fiston , want in mijn ogen zijn die hier niet veel meer waard...En ik kan zeker maar beter niet vragen van waar die vuile zwarte korsten komen, hier op je handen en in je baard, en dààr op heel de zijkant van je jas ?...Rap iets op je schouder willen verslepen dat onder de olie zat, hé ?..."

Maar Joseph pikte vlug in: " Ik ? Rap een vrachtje verslepen op mijn schouder ? Terwijl ik maar één poot heb en met krukken loop ? Gij denkt verdomme zekers dat ik Tarzan ben ! " De flik scheen de Frans-Vlaamse hutsepot toch te begrijpen en haalde monkelend de schouders op. Over een zielige havendief wilde hij op het einde van zijn nachtdienst niet moeilijk gaan doen...

 

Om tien uur 's morgens werd hij ontslagen uit de spoeddienst, nadat de dagzuster met ether die korsten tolueen van zijn gezicht en handpalmen had geschrobd. Ze wilde ook nog hardnekkig zijn besmeurde jas vervangen door een propere kaki soldatenkapoot ,gratis. Joseph kon dat na een bijbelse spraakverwarring tenslotte afwimpelen, al dacht dat mens natuurlijk dat hij nog niet goed bij zijn hoofd was...Ja, wist zij veel dat zijn laatste drie gouden Fredericks in de zoom van die stinkende jekker waren ingenaaid!

De bezorgde verpleegster legde hem met hand en tand uit wààr hij bus 12 moest nemen om op de Quai des Hollandais te geraken, en vijf minuten later stond hij eindelijk weer buiten ! ...En, wonder boven wonder: nog steeds als vrij man, ondanks alle verwikkelingen van de laatste vierentwintig uur...

Tijdens de busrit viel hij van de ene verbazing in de andere: hele wijken van de stad lagen nog volledig in frut. Het was wel algemeen bekend dat de Fransen aan puin-ruimen een broertje dood hadden, maar deze rotzooi hier klopte toch wel àlles ! ...Gaandeweg drong het echter tot hem door dat de 'Luftwaffe' in mei '40 in deze haven met zware bombardementen de evacuatie van de Britten naar 'de overkant' had willen stoppen..."Kleine" Leon had er met de 'Astrid' destijds nog lelijk in de knel gezeten...En op het einde van de oorlog had het omsingelde Duitse garnizoen van de "Festung Dunkerke" in de stad en de haven stand gehouden van september '44 tot 8 mei '45...Een wapenfeit dat 'Bombercommand' van de RAF waarschijnlijk onder het (bommen)tapijt heeft willen vegen ! Voeg daar tussenin nog vier jaar 'speldeprikjes' van de kwistige U.S.Airforce, dan was het te begrijpen dat in de stad niet veel stenen meer op elkaar stonden...En de vraag drong zich natuurlijk bij Joseph op: " Wat zou er van die fameuze 'Taverne Jean Bart' bij de haven uiteindelijk nog óvergebleven zijn ?!...

 

Van de bushalte ,waar hij afstapte ,de Quai des Hollandais afwandelen ,was maar een korte trek...tussen de ruïnes. Maar het duurde wel even vóór hij midden die vage gronden vol puin en onkruid, afgebrokkelde muurpanden en dichtgespijkerde gevels het huisnummer 21 had ontdekt. En inderdaad, onder een scheefgezakte dakgoot kon je zoiets als een afgeschilferd galjoen ontwaren. De verbleekte tekst rond dit kunstwerk liet veronderstellen dat het waarschijnlijk ging om 'Taverne Jean Bart'...Voor de rest was er in de verre omgeving geen levende kat te ontwaren ! ...Een hond wél. Het beest sloeg plichtsgetrouw aan toen Joseph, na zijn vergeefse speurtocht naar een deurbel, tenslotte op de houten zijpoort bonkte...En nóg eens ! ...En opnieuw ! !

Toen de hond zich op de koer achter de poort bijna gewurgd had met zijn eigen ketting, riep een schrille vrouwenstem: " C'est qui ?!"

Joseph wist niet zo vlug wat zeggen, en deed zich dan maar voor als facteur: " Lettre de Konrad, Allemagne, pour famille Dieudonné ! "

" De qui ?!" vroeg het dove wijf schel...Dus herhaalde hij maar: " Konrad, Allemagne, me donne une lettre pour vous ! ...Famille Dieudonné! " Van de hartelijke ontvangst, die Konrad hem had voorgespiegeld, was nog niet zo veel te merken...

De hond bleef maar hees voort blaffen en de vrouw kreeg het ervan op haar heupen: " Churchill, ta gueule ! Couchez, merde! " En tegen Joseph, al wat minder kort: "Une lettre ? De l' Allemagne ?" Maar toen incasseerde de hond jankend een stamp en zweeg abrupt. Een man opende de poort, geblokt en behaard als een bosaap. Het leek wel alsof nù Joseph op zijn beurt een stamp onder zijn kont kreeg! ...Geheel uit zijn lood geslagen stamelde hij:

" Pa ?...Vader ?...Dis ?...Miljaardedju ! Wat doet GIJ hier verdomme ! "

 

Volgde een verwarde vaudeville. De gorilla in de spleet van de poort wees geschokt, onder de wantrouwige blik van zijn tedere wederhelft, elk vermoeden van buitenechtelijk vaderschap kordaat af. Wat dacht die opdringerige vreemdeling wel dat hij was ? Een vriend van 'Konrad' ? Inconnu au régiment ! ...Uit Keulen, Duitsland ?...Köln ?...Connais-pas !...Cologne ?

Langzaam sloop de twijfel bij alle tegenspelers binnen: 'Cologne' deed blijkbaar bij de bosaap wél een belletje rinkelen. En bij Joseph begon het ongerijmde van dit plotse weerzien met Dis ook langzaam door te dringen: dit kón niet ! Te zot om los te lopen ! ...Maar alles klaarde op nadat hij de brief had afgegeven en de vrouw na een vluchtige blik besloot: " C'est Gustave ! "

De poort ging open, de slotbrug neer...

Want volgens de briefschrijver Gustave was "le soi-disant Jean-Marie" de broer van Leon Petré die hem aan de Oder het leven had gered ! Dus hoogstwaarschijnlijk een kozijn uit de Vlaamse familietak en vanzelfsprekend met de meeste gastvrijheid te ontvangen !

" Entrez, entrez, cher ami! " riepen die twee door elkaar: " En vergeef mij het ruwe wantrouwen van daarjuist, maar wij moeten hier erg uit onze doppen kijken ! De 'poulets' (flikken) embêteren ons om de haverklap voor allerlei futiliteiten, gewoon om ons een borrel of geld af te persen...Du vrai racket ! ...En er zwerft hier veel schorem rond dat de hand niet omdraait voor een kwade slag ! C'est le Far-West ici ! "

Dit slordige duet van stereotype excuses ging zo nog een tijdje door...Maar onderwijl voerden ze hem - op z'n gevoelige schouder kloppend - toch over de koer het huis binnen, voorbij de hond 'Churchill' die, even schuldbewust als zijn baasjes, aan zijn hok wat beschaamd stond te kwispelen...

De patron wou hem direct 'un p'tit rouge' inschenken, maar zij begreep dat 'une bonne jatte' met een flink stuk cake meer aangewezen was...Doch toen ze hongerig wilden weten hoe Gustave het daar stelde moest hij hen even afblokken: Sorry, maar dat wist hij niet! Hij had die Gustave nog nooit gezien en enkel van hem gehoord via de 'passeur' Konrad...Dààr zie ! Op de schouw ! Een foto van die Konrad...,nog in SS uniform !

" Mais non ! " zei de moeder geshockeerd: "çà c'est mon petit Gustave ! " en ze gaf het zilveren kadertje door aan Joseph. Die wou, na nauwkeurig onderzoek van het gezicht op de foto, beginnen strijden dat dit verdomme Konrad was, en niémand ànders ! ...Tot hij plots het absurde van de situatie inzag, en begreep dat zijn 'passeur' hem een paar maand voor de gek had gehouden met dat verhaaltje over 'zijn boezemvriend Gustave'...Die vent was verdomme zélf 'Gustave' ! En had van bij de eerste kennismaking waarschijnlijk goed gewéten dat hij met een kozijn uit de Westhoek te doen had ! Een "p'ti Belge' hé...Zo'n stomme kloot uit de Vlaanders, merde, waaraan ge àlles kont wijsmaken ! ...

Omdat Joseph plots knorrig nog énkel in monosyllaben op hun vragen antwoordde, voelde Pa Dieudonné waar het schoentje wrong: " Hebt gij mij niet voor iemand ànders aanzien, toen ik de poort open trok ?...Het leek wel of je een spook zag ! ...En je noemde mij Pa ?...Of Dis ?... Mijn voornaam is Marie-Joseph, weet je, en het zou mij écht verwonderen mocht ik je vader blijken te zijn ! ... Je hebt mij waarschijnlijk voor iemand ànders aanzien hé, iemand die ik kén ?..."

Joseph was erg gegeneerd, maar zag geen gat meer om nog elegant te ontsnappen. Daarom schokschouderde hij maar wat en bekende met een verontschuldigende glimlach: " Het is idioot, maar je lijkt als twee druppels water op mijn vader...Idioot inderdaad, want die man is al acht jaar dood en begraven ! Of beter gezegd, hij is een jaar of acht geleden - in 1938 - plots verdwenen, in rook opgegaan bij een ontploffing van een hoop oude oorlogsmunitie...Ik was toen een jonge gast van een jaar of vijftien...En omdat de commèren van het dorp beweerden dat ons pa niét dood was, maar integendeel was gaan lopen naar zijn lief in Duinkerke, is van die roddel altijd iets blijven hangen..."

" Allez, bon...Maar ik moet u ontgoochelen: ik ben misschien wel uwen nonkel ,maar ik ben zéker uw vader niet...Alle kinderen die ik heb gemaakt hebben duidelijk mijn trekken: zie maar naar onze Gustave...Mijn twee dochters zijn daar zelfs niet erg over te spreken ,over onze familietrekken ! En onze Francois, van 't zelfde, maar die is in '43 in de 'Kessel van Tcherkassy' gebleven ,diep in Rusland...Zo'n blonderik lijk gij valt compleet buiten mijn pispot, als ik het zo mag zeggen ! " Plots brulden Pa en Ma van het lachen !

Joseph deed beleefd mee, maar dacht wat toelichting te moeten geven: " Ik weet het: thuis trok ik ook totaal niet op ons vader, maar eerder op ons moeder..."

De Dieudonné's schaterden het uit: " Ja-ja, dat zegt men dan in zo'n geval, hé ! ...Ha, die Vlamingen toch ! Ce sont de vrais rigolos, tu sais ! ...Ha, quelle famille qu'on a ! !..."

 

Nadien had Joseph nog wat meer moeten uitweiden over de lotgevallen van de familie Petré in Westende - "C'est tout près de Nieuport en Flandres "- en daarbij werd al wat minder gelachen ! De dood van Dis, zijn eigen wedervaren aan het Oostfront en de moord op zijn moeder tijdens de bevrijding...Bij de dood van zijn broer Leon in Berlijn kreeg ma Dieudonné écht de tranen in de ogen: " Ce pauv' garçon ! C'est lui qui a sauvé Gustave, hein, auparavant ? Un vrai héro, ce Léon ! " En ze greep Josephs arm vast met beide handen: " Merci, Monsieur, merci de tout coeur ! " Alsof hij daar voor iets tussen zat! Daarom gooide Joseph het vlug over een àndere boeg.

" Weten jullie nu precies hoe dat in feite zit met de familieband tussen de Petré's en de Dieudonné's ? Dat heeft iets te maken met de Grote Oorlog, hé, als ik mij niet vergis ? Mijn broer Leon heeft dat in der tijd laten opzoeken en voor zover ik weet zou mijn grootmoeder een zigeunermeisje geweest zijn dat in triestige omstandigheden een tweeling kreeg en bij de geboorte stierf ?... Aangezien gij inderdaad lijk twee druppels water op mijn vader trekt , lijkt mij te bevestigen dat gij zijn tweelingbroer zijt..."

" Daar weet ik niks van..." zei Pa: " Ik herinner mij vaag dat ik als snotter op een hoeve geleefd heb, waarschijnlijk in de Westhoek. In 1914 zijn wij in elk geval op de vlucht geslagen en ben ik daarbij in het krijgsgewoel van de Ijzer verdwaald geraakt. Ik wist mij énkel nog mijn naam te herinneren: Noël Dieudonné of Dieudonné Noël...al kon ik die mensen niet uitleggen welke van de twee mijn familienaam was ! Maar om uit de verwarring te geraken, hebben de Fransen mij dan maar Marie-Joseph Dieudonné genoemd en mij rap in een weeshuis gestoken...'t Is maar sinds juist vóór het begin van de nieuwe oorlog dat ik weet heb van familie in de Vlaanders, omdat er van dààr eens een vrouw is komen horen hoe het hier stond. En ik geloof dat ze ook wat over dààr heeft verteld, maar in feite heeft mij dat nooit heel erg geïnteresseerd: hoe méér familie, hoe meer last ! " Een sneer die Joseph even deed terugschrikken...Ma moet dat zonder twijfel gemerkt hebben, want ze trachtte onmiddellijk de pil wat te verzachten:

" Ge moet dat begrijpen, hé monsieur: het leven was hard , hier in Duinkerke tijdens de laatste oorlog, met al die bombardementen op de vluchtende tommy's in '40...Er kwamen tijdens de bezetting geen autobussen met lieve kindjes meer naar onze schone speeltuin hé: enkel Duitse soldaten en louche dokwerkers om onder elkaar sluiks wat gestolen goed te verpatsen...We liggen hier wat afgelegen van de stad, en dicht tegen de haven: dat maakte discrete transacties wat makkelijker hé..."

" Maar van uw beroemde speeltuin, waarmee mijn broertje Leon indertijd zo hoog opliep, is niet veel meer overgebleven, zie ik..."

" Ach nee..." vervolgde zij plots bitter: " Maar nadat onze twee jongens naar Rusland getrokken waren, verloren we in onze uithoek hier compleet het contact met de mensen van de stad! En tijdens de acht maanden dat we hier in 44-45 belegerd zaten - pal in het niemandsland tussen de twee frontlijnen van de omsingeling :de Duitsers in het havenfort en de Engelsen daarbuiten - hebben we maar met héél véél moeite kunnen overleven door allerlei louche handeltjes met de twee kampen...Al gelukkig dat we na de zogenoemde bevrijding tot nù toe onze zwarthandel met de tommy'ns hebben kunnen voortzetten. Rijk gaan we er zéker niet van worden, al slaan we wél van tijd met onze speciale relaties een mooie slag...Daarom is Pa ook al twee keer kort in de bak gevlogen, maar onze 'vrienden' hebben dat altijd rap kunnen arrangeren. Dat alles om maar te zeggen dat ik in die omstandigheden niet veel tijd of goesting had om uit te pluizen hoé en wààr mijn schoonmoeder veertig jaar geleden de pijp uit was gegaan hé..." Het cynisme dróóp er af !

Joseph had genoeg van de familiale drama's uit het verre verleden en dacht aan zijn moordplannen voor de volgende weken: " Gustave heeft u misschien geschreven dat ik graag rap en ongezien over de grens zou willen geraken. Mij had hij in elk geval laten verstaan dat u mij daarbij zou kunnen helpen ? En dat mag gerust een centje kosten, als het de zaken zou vergemakkelijken..."

Maar Pa vloog uit: " Meneer, daar kan géén sprake van zijn ! " Joseph schrok, maar de man vervolgde: " Wie mijn zoon het leven heeft gered, mag hier in huis niet over centen spreken ! U beledigt ons met dat ook maar te vernoemen ! U bent onze gast tot wij voor u een veilige passage geregeld hebben en daarmee basta ! Daarbij, dat gaat hier géén eeuwigheid duren, akkoord ?!"

Ma Dieudonné installeerde hem in een achterkamer die, buiten een éénmansbed, halfvol stond met een paar staalplaten zeerovers en wat rommel uit de vroegere speeltuin. Het rook er wel muf, maar ze gooide het venster open en voorspelde dat het tegen de avond 'tout-à-fait correct' zou zijn. Over propere lakens sprak ze niet. Hij begreep dat hier af en toe onderduikers van zijn soort een paar nachten mochten slapen, en dus ook telkenmaal geen verse lakens kregen:"A la guerre ,comme à la guerre..."

"Wil dat zeggen dat ge mij binnen de twee dagen of zo over de 'schreef' gaat kunnen helpen ?" vroeg Joseph onzeker.

" Ja-ja! Binnen de 48 uur, mon chou ! Garantie ! "

 

Na het middageten - met aardig wat rode huiswijn in plaats van koffie - staken de twee mannen een pijp op, en eerlijk gezegd: ook aan die Franse tabak moest je even wennen ! Maar het maakte hen wél een stuk gemoedelijker.

"Luister, Joseph: normaal zijn het mijn zaken niet, maar als familie mag ik dat vragen: wat heb je in godsnaam in de Belgique verloren terwijl je, lijk mijn Gustave, nog een hele tijd veilig in Keulen kon blijven ? Binnen een paar jaar zal de heksenjacht op mannen van uw slag in de Vlaanders wél ver uitgewoed zijn, maar voor het ogenblik neem je met je terugkeer naar de Westhoek nog grote risico's voor je gezondheid, weet je..."

" Ja, akkoord..." En terwijl Joseph peinzend voort pafte overwoog hij hoeveel hij aan de neus van Dieudonné kon hangen zonder wie dan ook in verlegenheid te brengen. Hij kon zijn 'nonkel' moeilijk gaan vertellen dat hij rap in Westende een goudschat ging ophalen hé ! En dat hij die raid niet kón uitstellen tot rustiger tijden, want dat ondertussen een kaper op de kust hem wel eens vóór zou kunnen zijn! Neen hij kon zich beter beperken tot zijn wraakneming op Pylieser en C°: daar zou Dieudonné waarschijnlijk minder de wenkbrauwen bij fronsen !

" Heb je een rekening te vereffenen, soms ?"

Deze botte vraag deed Joseph toch nog opschrikken: " Hoe kom je dààrop, verdomme ?!"

"Omdat weerwraak-nemen ver de enige reden is waarom mannen van uw slag dit risico durven nemen, hé...Geloof mij, ge zijt niet de eerste die met zo'n voornemens langs de 'Jean Bart' passeert, en achter u zullen er nog veel komen! Daarvan heb ik geleerd dat niet iederéén de consequenties van een verloren oorlog klakkeloos aanvaardt: velen willen tot de bodem gaan om nog wat openstaande persoonlijke rekeningen te vereffenen...Maar voor zover ik het heb kunnen volgen, liepen deze expedities meestal faliekant af, weet ge ! ..."

"Dat risico zal ik dan maar nemen ! Vergeet niet dat twee mannen rechtstreeks de dood van mijn ouders veroorzaakt hebben ! En dat de toenmalige burgemeester mij en mijn broer naar het Oostfront heeft gestuurd, met alle gevolgen van dien ! "...Dat Joseph wat kort door de bocht ging, moest dan maar de duidelijkheid ten goede komen...

" Gaat ge drié man kelen ?!" vroeg nonkel ontzet :" En een burgemeester nogal ?!

" Als het God belieft, ja...Kelen, doodsteken, verzuipen, wurgen of de kop inslaan: wat toevallig het beste past en het meeste voor de hand ligt...Persoonlijk heb ik geen voorkeur, al zou ik het natuurlijk liefst niet te bloederig maken..."

" En dat alles zonder dat ze je nadien pàkken ?!"

" Dat hoop ik toch ! Het toeristenseizoen gaat volop beginnen, dus moet het mogelijk zijn ongemerkt tussen al die vreemde snuiters onder te duiken. Met een gendarmerie, die altijd zwak bezet is en 's zomers overspoeld van 't werk, moet dat zekerlijk lukken...En zo niét, dan is het maar zó ! "

De man keek hem schattend aan: " Heb je wel een gepaste 'prikker' voor zo'n zwaar werk ? Met een patattenmesje moet je er niet aan beginnen hé ! On n'est pas des boyscouts , weet-je ..."

Joseph haalde afgemeten zijn lierenaar uit de broekzak en knipte het lange lemmet open: " Een eerstklassige 'laguiolle', pas geslepen en aangezet, recht van de slagerij...Wat zegt ge dààr van ? Een patattenmesje ?"

Dieudonné nam het wapen eerbiedig aan en liet de draad van de snede in zijn duimnagel bijten: " Verdomme, veel méér moet ik je niet vertellen, zie ik ! "

 

Terwijl Joseph na de middag naast het hondenhok ging zitten mijmeren en diep in gedachten de kop van Churchill krabde, overliep hij voor het eerst alle haken en ogen van zijn onderneming. Dieudonné had beloofd hem 's nachts per vissersboot voorbij de grens te smokkelen en ergens tussen het staketsel van Nieuwpoort en het Bellevue-hotel van Westende-bad op het strand te zetten. Want dat waren twee landmerken die in het donker van op zee nog goed zichtbaar waren. Het Sint Laureinsstrand lag daar midden tussen, dus met een beetje geluk gingen ze hem als het ware vóór zijn deur ‘droppen’. Maar van dàt moment af stond hij ook op éigen benen, zo gezegd...helemaal aan zichzelf overgeleverd...

Eerste opdracht: een onderdak vinden. Ergens buiten het centrum een anonieme kamer huren met half pension was natuurlijk dé luxe-oplossing ! Financieel bleek dat zelfs goed haalbaar, want hij had uitgerekend dat hij, de drie Fredericks inbegrepen, over een kleine 20.000 Belgische frank kon beschikken. Wat moest hij daar nu tegenover stellen aan kosten ? Als hij voor een discrete kamer in een afgelegen zijstraat een 1.500 fr per maand wilde betalen, dan zou hij écht niet vér moeten zoeken...Voeg daarbij een 500 fr per maand voor persoonlijke uitgaven, dan kon hij het daar makkelijk tot het einde van volgende winter uitzingen. En gedurende zo'n lange periode kreeg hij ruim de gelegenheid om zijn drie klanten één voor één geruisloos naar hun voorvaderen te sturen...Maar hij liep natuurlijk héél die tijd open en bloot in de kijker, en verhoogde zo ook de kans vroeg of laat - en vooral buiten het drukke toeristenseizoen - door iemand herkend te worden ! ...

Alhoewel: herkend ? Erg veel leek hij nù vast niet meer op de frisse knaap die in de zomer van '41 ten strijde trok tegen het bolsjevisme ! Niet enkel vijf jaar oùder geworden, maar ook kortweg 'oud'...Zijn slepende gang op krukken en z'n verwaarloosde uiterlijk, z'n rosse snorrebaard en het verband rond zijn hoofdwonde...En door hortend Frans te spreken zouden de mensen hem sowieso automatisch als "vreemde" beschouwen...Het was zelfs zéér de vraag wie aan zo'n verlopen figuur überhaupt een kamer zou willen verhuren !

Een veiligere oplossing vond hij het onderduiken in een verlaten villa of een oude bunker en er zolang als kluizenaar te leven...Dat paste beter bij zijn gedeukte imago...Maar dan moest hij natuurlijk ook voor zijn eigen potje zorgen, en dus eveneens af en toe boodschappen gaan doen. Met andere woorden: ongunstig gekénd geraken in die pààr winkels die buiten het seizoen nog open bleven, en tenslotte onvermijdelijk door de bazin of de nieuwsgierige dorpscomméren hérkend te worden...En dan stond hij wéér even ver als met zijn luxe-oplossing !

Hij begreep dat bij de twee werkwijzen het venijn zat in de verleiding om voor de moorden àl zijn tijd te nemen. Dat week volledig àf van zijn origineel plan om alles te beslechten in een bliksemraid en onmiddellijk nà de feiten met de noorderzon te verdwijnen...Ja zelfs terug te keren naar de lieve Erika Deutinger in Porz ! ...

Zijn grootste kans op herkenning schuilde natuurlijk bij de vrienden die hem goed gekend hadden en dóór zijn vermomming heen konden kijken. Jetje, bij voorbeeld, of Nadine, en in mindere mate Françoise De Bens. Hij veronderstelde maar voor alle gemak dat die hem nog steeds goed gezind waren, maar wàs dat wel zo ? En woonden die vrouwen nog wel dààr waar hij hen gekend had ?

Jetje vertrouwde hij blindelings, maar woonde die nog wel in dat huis dat ze steeds te groot had gevonden ? En was zij nog alleen ?...Weinig waarschijnlijk...

En Nadine, zou dié wel zo opgezet zijn met zijn verrijzenis uit de dood ? Zij had tenslotte met hem gebroken toen na Stalingrad de krijgskansen keerden en het 'lopen' met een vuile zwartzak of een SS-er niet meer algemeen gesmaakt werd... Zou zij zich nù nog durven verbranden voor een vergeten kalverliefde, terwijl ze, volgens Leon, op het einde van de oorlog veel omging met een Oostendse aannemerszoon... Eveneens: weinig waarschijnlijk !

Bleef over: Françoise De Bens...Weinig kans dat die nog in Middelkerke zou wonen, na haar late terugkeer uit Duitsland en de internering die daar hoogstwaarschijnlijk op was gevolgd...Toen hij in Steglitz van de familie afscheid nam, had haar wrok tegenover hém er duimdik óp gelegen! Dus een goede vriendin kon hij haar nog moeilijk noemen, moest hij toegeven...

Deze drie vrouwen medeplichtig maken door bij zijn moordplannen op hun hulp te rekenen, vond hij ten eerste nogal riskant, en ten tweede niet erg fair ! Hij kon béter zijn eigen streng trekken en zien hoe het afliep...

Dat hij er van nù af alleen voorstond werd hem bij het avondeten pas goéd duidelijk. Pa Dieudonné kwam erg tevreden én lichtjes aangeschoten van zijn prospectietocht langs bevriende vissers terug.

" Morgenvroeg om zes uur vertrekken ! "  


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
09-10-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
08-10-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 366
Klik op de afbeelding om de link te volgen

 

 

 Boekdeel D1 : DOOD EN VERNIELING...

Beslaat de periode van mei 1946 tot januari ’47 en verhaalt Josephs terugreis van Köln-Porz naar Westende, de moord in de bomtrechter van de Bassevillestraat, de goudkoorts van Rachel en het verraad van Rooie Steiner...  

 

 

D01. DE VLUCHT VOORUIT...

 

                 Op weg naar Duinkerke, 4 mei 1946.

Zo ,ze waren vertrokken ,juist op tijd zoals Konrad voorzien had. Deze stiptheid stelde Joseph gerust in het verdere vlotte verloop van zijn reis naar zijn Vlaamse kust. Ware het niet van die chemische stank in de lange ruime kist waarin de Britse chauffeur hem verstopt had ,hij zou zich in een couchette van de nachttrein gewaand hebben...Maar die lucht pakte danig op de adem ,en lànger dan een paar uur zou hij dat zéker niet uithouden. Als ze eenmaal veilig over de Duits-Belgische grens waren moest hij zorgen weer aan frisse buitenlucht te geraken...

Het regelmatige schokken in de kist gaf Joseph een sterk gevoel van herkenning. Het leek wel of hij opnieuw zes maanden in de tijd teruggezakt was en, met de bedenkelijke 'hulp' van Hélène, vanuit 'Adlershorst' op weg was naar Luik.

Die feeks had destijds gehoopt hem aan de grens bewusteloos aan de Belgische gendarmen te kunnen uitleveren, als een menselijk zoenoffer aan de godin Justitia, een soort tolgeld om de rest van haar smokkelwaar probleemloos uit te klaren. Maar hij was dat serpent toen godzijdank te slim af geweest en had juist vóór Köln de camion van haar Canadese handlangers ongezien kunnen verlaten! Uit wraak voor haar vuig verraad had hij echter vlak voor het afstappen met een paar brandende kaarsen een tijdbom tussen de kisten zilverwerk kunnen ontsteken en een uurtje later van op afstand het bittere genoegen gesmaakt heel de vracht in vlammen te zien opgaan! Een leuke stoot waar hij nog steeds met plezier aan terug dacht...

Tijdens de huidige rit hoefde hij zo'n verraderlijke valstrik niet te vrezen. Ditmaal had de lieve Erika écht tranen met tuiten gehuild toen hij gisteren avond - eveneens een beetje ontroerd - afscheid van haar nam. Daarbij had ze hem nogmaals nadrukkelijk laten beloven dat hij zo vlug mogelijk naar haar terug zou komen...Hij had wél even raar opgekeken toen zij hem dat pak boterhammen met leverpastei in de hand duwde! Hij was nog niet vergeten dat die gluiperige Hélène destijds óók geprobeerd had hem onderweg met zo'n broodsmeersel te bedwelmen, hé! ...Maar zojuist had hij héél voorzichtig van die paté geproefd en op eerste zicht leek déze hier wél koosjer...Neen-neen hoor, Erika mocht hij voor honderd procent vertrouwen!... Dacht hij toch...

Ook voor Konrad en zijn 'vluchtlijn' stak hij zonder voorbehoud zijn hand in het vuur. Vooral toen deze hem vóór het avondeten een brief voor de ouders van Gustave Dieudonné in de hand stopte met de vraag die in Duinkerke te posten of aan hen persoonlijk af te geven. Het adres kwam hem bekend voor: Taverne 'Jean Bart', op de Quai des Hollandais nummer 21..." Wees maar gerust", had de jonge man gezegd: " Ge zult er goed ontvangen worden! " Dat wees er toch duidelijk op dat hij er vast op rekende Joseph daar veilig te zien toekomen, nietwaar ?!

Neen, Joseph had nooit getwijfeld aan de degelijkheid van Konrads organisatie. Alles was tot nu toe minutieus en stipt verlopen, zoals voorzien op het uurrooster dat deze hem gegeven had. Om 21.20 uur: laatste briefing vóór het vertrek, en tien minuten later: afscheid van het personeel en de snotterende Erika...Om 21.40 uur stonden ze buiten in de steeg en tien minuten làter kwamen ze, na een korte wandeling, aan bij de bushalte van de 312. Opgestapt om 22.03 uur, en na een kwartier er weer af aan de terminus bij de Engelse vliegbasis 'Wesseling'.

" Denk er aan, " had Konrad hem nog eens op het hart gedrukt : " dat je in Duinkerke niet met de Britse camion het afgegrendelde militaire havendok binnen rijdt, want op je ééntje kom je daar niet ongezien meer uit ! Taverne 'Jean Bart' ligt op de rand van de stad, tegen de vrije handelsdokken, en om daar te geraken moet je dus tijdig vàn de camion stappen en stadsbus B3 pakken. Onze Britse chauffeur wéét van wanten en zal in een stille buitenwijk van de stad een 'panne' voorwenden, zodat hij de militaire colonne kan verlaten en gij in de natuur kunt verdwijnen...Dat is al een paar maal goed gelukt en zal nu ook wel probleemloos verlopen..."

In een pikzwarte bosdreef naast de busterminus "Wesseling" had de Britse camion al staan wachten. Konrad had de chauffeur stil gegroet en hem ,bijgelicht met een zaklamp ,ostentatief de gouden Frederik gegeven die hij voordien samen met Joseph op de bus nog eens bewonderd had. De militair had tevreden geknikt en Joseph lachend een stevige hand gegeven: " Welcome on board, mate! But don't you dare shit on my goods, hey, or I kill you fuckin' bastard you! " Niet kwaad bedoeld, schijnbaar, maar hij had tóch Joseph een opgerolde krant toegestoken... tegen noodgevallen...

Hij had nog nauwelijks de tijd gekregen om Konrad te bedanken. De Brit had hem vlug de laadbak in geholpen en met zijn zaklamp tegen de achterkant van de stuurcabine de grote kist belicht waarin hij zich moest verbergen. Die stonk wel een beetje door morsplekken van de vorige lading - benzine of een dergelijk vluchtig product dat hij niet direct kon thuis brengen - maar als ze eenmaal reden zou dat wel vervliegen...Joseph hoorde even nadien hoe de soldaat het dekzeil dicht sjorde en vijf minuten daarna reden ze ongestoord voorbij de wachtpost basis Wesseling binnen... Echt lijk een fluitje van een cent, wat hij al een goed voorteken vond!

 

Joseph had gedacht, toen hij zich in foeutushouding in de wat onfrisse kist installeerde, dat het urenlange wachten vóór het vertrek eindeloos zou duren. Maar in feite schrok hij wakker toen de colonne zich schijnbaar kort daarna klaar maakte voor het vertrek. Het dutje in deze gewrongen houding had zijn lichaam echter geen deugd gedaan, en zijn kop bonkte als een stoomketel...Harde stemmen, dichtslaande portieren en motoren die brullend opgejaagd werden... Buiten was het al volop dag, merkte hij door de spleet van het deksel, maar op de kaki huif roffelde een stortvlaag neer. Hij pierde op de verlichte wijzerplaat van zijn polshorloge: vijf voor zeven...Volgens de uurtabel, die Konrad hem thuis gedicteerd had voor de reis, vertrokken ze om zeven uur uit Wesseling, en na een tiental gechronometreerde tussenstations was de aankomst in Duinkerke voorzien om 22.00 uur...Vijftien uur in één trek achter het stuur ,voor één chauffeur :als dàt maar goed afloopt ! De meest gevreesde haltes op de trip waren natuurlijk de Duits-Belgische grensovergang juist nà Aken, om 10 uur en, tegen de achten 's avonds, de Franse douanepost tussen Doornik en Rijsel...Daar hing telkens zijn toekomst af van vijf seconden geluk! Maar daarover wou hij zich nog niet druk maken...En om het lot te bezweren overtuigde hij zichzelf dat hij, in afwachting van die sprong in het duister, nog ruimschoots de tijd had om even voort te slapen...Om de koppijn te verdrijven...

Hij voelde en hoorde vaag hoe ze via de pontonbrug van Rodenkirchen de Rijn overstaken, maar dat was dan ook àlles...

 

Na een schok en harde stemmen buiten viel het hem op dat de motor niet meer draaide. Met moeite kon hij zijn ogen infocussen op zijn horloge: tien voor tien reeds! Ze stonden dus hoogstwaarschijnlijk juist voor de grenscontrole, dacht hij wazig...Verdomme, nu was het eróp of erónder hé, maar vreemd genoeg slaagde hij er niet in zich daarover zorgen te maken! ..Het regende nog steeds pijpestelen, hoorde hij op het dekzeil van de huif...Hopelijk zou dit hondenweer de beroepsijver van de Britse MP-grenswacht en de Belgische douaniers wat bekoelen...In feite zouden deze laatsten zich redelijkerwijze niet mogen moeien met het Britse militair transítverkeer dóór België, vond hij. Maar ja, wist Joseph uit jarenlange ondervinding : redelijkheid was in héél die administratieve rompslomp soms vér te zoeken...

Stemmen golfden op en neer, plots hard vlak naast de laadbak, dan weer vaag in de verte...Af en toe hield hij geschrokken de adem in, dan weer voelde hij opgelucht de koude zweetdruppels langs zijn nekhaar biggelen. En tussendoor schoten gefantaseerde ritsen film door zijn hoofd waarin hij zichzelf zag reageren op die brutale M.P. die hem zojuist bij het nazicht van de lading geklist had! Van een ogenblik onoplettendheid gebruik maken om te voet van die Cerberus weg te vluchten, vond hij als stunt van de scenarist té erg bij het haar getrokken! Met zijn houten poot moest hij zich daar omtrent geen illusies maken, hé...Maar toen hij dat corrupte varken in zijn verbeelding één van zijn gouden Fredericks voorhield, knikte dat zwijn hebberig, maar stak toen kwijlend twéé vingers op ! Ja zeg: op het gemak hé!

Deze beangstigende film brak flikkerend stuk toen hij de chauffeur bij de achterklep hard hoorde sakkeren tegen een ongevoelige betweter. Blijkbaar moest hij het koord van de huif losknopen voor een inspectie van de lading door een M.P.! Nu hing zijn leven écht aan een zijden draadje! Als die vent het werkelijk meende en alle kisten wilde openen, dan was Joseph binnen de vijf minuten een vogel voor de kat! Die koppijn maakte hem misselijk. Het koude zweet drupte van zijn neus en verstard hield hij de adem in...Het losknopen van het koord rond de huif scheen wel een eeuwigheid te duren, en ondertussen deed hij verwoede pogingen om toch maar niét te kotsen...Die vervloekte stank ook!

Een verblindende flits, onmiddellijk gevolgd door een oorverdovende ontploffing deed Joseph één ogenblik aan een inslaande bom denken! ...Of waarschijnlijk een bomaanslag ?... Maar toen daarop de gutsende regen met verdubbelde kracht op de huif neerpletste, en de ruziënde stemmen bij de achterklep plots weg ijlden, begreep hij opgelucht dat hier vlakbij de bliksem was ingeslagen! En dat - zoals hij gehoopt had - de stortbui het voorlopig op de overborrelende beroepsijver van de M.P. had gehaald.

Versteven van de angst wachtte hij roerloos op een luwte in de storm, die het de controleur zou toelaten zijn voorgenomen inspectie van de lading te hervatten. Maar met korte tussenpozen sloeg de ene bliksemschicht na de andere krakend in op de onmiddellijke omgeving van de grenspost. En eindelijk hoorde hij tussen dit oorverdovend natuurgeweld verderop in de colonne de motoren weer één voor één aanslaan. Toen tenslotte ook zijn eigen camion opnieuw startte, wist hij dat hij zojuist aan een ramp was ontsnapt...

Het duurde wel even vooraleer hij écht overtuigd was dat de colonne inderdaad de grenspost verlaten had en nu op Belgisch grondgebied onder de pletsende onweersbui de rit naar Duinkerke voortzette...En ook al was de crisis bij de douane nu bezworen, hij realiseerde zich tóch dat hij vanaf nú voor de Belgische gendarmen loslopend wild was...En dat de eerste de beste zot met een képi óp hem ongestraft kon neerknallen ! Niet erg geruststellend, maar dàt zou wel wennen, hoopte hij...Hij had tenslotte, na een jaar van twijfel, bewust voor deze oplossing gekozen: rotst het niet, dan botst het maar! En hoe dan ook: nú was het sowieso te laat om nog van gedacht te veranderen...

 

Hij voelde al een hele tijd aan zijn gekneusde zij dat niet alleen de vering van de vrachtwagen danig versleten was, maar dat ook de weg er verdomd slecht bijlag. Helemaal stuk gereden en blijkbaar vol voorlopig dicht geworpen hennepoelen. Maar regenen deed het niet meer. En om zich wat beter tegen het schokken van de camion te verzetten én een frisse neus te halen, kroop hij moeizaam uit zijn kist en schoorde zich in de vrije ruimte tegen de achterklep met zijn gezonde been vast...Drijfnat van het zweet kwam hij daar weer langzaam op zijn positieven en trok voorzichtig een spleet van de achterflap open... Eindelijk toch wat verse lucht! Toen hij redelijk klaar uit zijn ogen zag, wilde hij ook wel wat door de opening naar buiten loeren, kwestie van zich een beetje te kunnen oriënteren...

Achter hem reden nóg drie-vier camions in de colonne. Die zouden dus onmiddellijk zien dat hij zijn kop buiten stak en dat kon wel eens een probleem worden als hij in het havengebied van Duinkerke sluiks de benen wilde nemen... Maar dat waren zorgen voor làter.

Door de spleet loerde hij naar het wegschuivende landschap, maar erg begeesterend was zijn uitzicht niet. Eindeloze donkere dennenbossen werden maar zelden onderbroken door hier en daar een vervallen boerenhof. En in de paar miezerige dorpjes waar ze doorreden lag het gros van de grijze huizen nog in puin...Dat sloeg ferm tégen ! Want in zijn verbeelding had hij altijd aan 'zijn' België teruggedacht als aan een zonnige welvarend land, zoiets als Westende-Bad in het hoogseizoen...Maar plots realiseerde hij zich dat het Ardennenoffensief hier ergens in de buurt nog niet zo lang geleden lelijk had huisgehouden. En inderdaad, als je er op lette: bij heel wat kruispunten en in de wegkanten stonden nog regelmatig uitgebrande karkassen van tanks onder het overwoekerende onkruid op te roesten: Duitse Tigers en Amerikaanse Shermans, zonder onderscheid...

Van Eupen bleef zo te zien niet veel meer over en ook Verviers had een lelijke veeg uit de pan gekregen van de U.S.Airforce...Maar naarmate ze naar Luik afzakten scheen het landschap minder van het krijgsgeweld geleden te hebben, ook al kon je de streek moeilijk erg florissant noemen. Het enige wat een beetje kleur gaf aan het grauwe straatbeeld van de fabriekswijken waren de grote reclameborden van Coca-cola, waarop zeemzoete meisjes in zonnige pasteltinten gelukzalig aan zo'n flesje lagen te sabbelen! Joseph had dat apothekersdrankje éénmaal geproefd bij Hélène, in de kantine van 'Adlershorst', maar was vlug weer overgeschakeld op het oer-degelijke Duitse Apfelsaft! Zo'n dure monsterreclame voor dat walgelijk Amerikaans spoelsel vond hij écht weggegooid geld! Dat kregen ze vast in een ‘bierland’ als België nog niet aan de straatstenen verkocht ! Dacht hij...    

 

Eenmaal buiten Luik volgden ze nu de rechteroever van een brede stroom: de Maas zonder twijfel...Hij was hier nog nooit geweest, maar wist van horen-zeggen dat deze vallei de parel van het Walenland moest zijn...Had er nu een beetje zon op de rotsige oevers gestaan, dan kon hij zich wél een écht toeristisch trekpleister voorstellen...Maar die natte nevel bedierf àlles...En tenslotte had hij de laatste jaren aardig wat mooiere plekken van de wereld gezien...

 

Plots schrok hij uit zijn zwaarmoedig gemijmer op! De colonne verliet de baan en draaide een breed sintelplein in, schijnbaar de parkeerruimte van een verlaten steengroeve...'Carrières de Tihange' kon hij op een vuil verroest uithangbord ontcijferen, maar dat maakte hem niet wijzer...Wéér een controle ??...Tot hij op zijn polshorloge zag dat het al tegen twaalven liep en hij begreep dat de heren aan een hapje toe waren...Hij zag hoe de chauffeurs van de drie camions àchter hem uitstapten en rekkend de stijve spieren ontspanden. Met hun rammelende gamel in de hand slenterden ze naar de kop van de colonne...Die gingen dus dààr ergens aanschuiven voor een stevige hete goulash of een worst met witte bonen in tomatensaus! Joseph voelde dat hij al helemaal was opgeknapt, want het water kwam hem in de mond bij deze verre gastronomische herinneringen...Maar noodgedwongen moest hij zich tevreden stellen met lauwe koffie en zijn eigen 'Butterbrot' belegd met leverpaté...Enfin, het had een stuk slechter gekund.

Terwijl hij daar in het halfduister zat te kauwen, vroeg hij zich af hoe hij in Westende aan eten zou kunnen geraken. Hij had de laatste weken menen te verstaan dat de voedselvoorziening in België er flink op vooruit was gegaan en veel zaken niet meer op de bon waren. Maar voor de rest zou hij zijn plan moeten trekken 'in 't zwart', want rantsoenzegels bezat hij natuurlijk niet...In de praktijk, de Belgische mentaliteit kennende, verwachtte hij daar geen moeilijkheden mee, al moest hij toch vermijden bij de bakker of de kruidenier met zijn totaal gebrek aan 'bonnetjes' de aandacht te trekken...Maar als er zélfs in Porz vorige maand al een 'Imbiss' geopend werd waar je zonder zegeltjes kon eten - groentesoep en dergelijke - dan kon dat in een toeristische badplaats als Westende al helemaal geen probleem zijn, hé! ...Enkel met zijn nieuwe belgische bankbriefjes kon hij nog last krijgen ,al had Konrad hem verzekerd dat die koosjer waren ,en het zéker geen 'Guttgeld' was. Maar hélemaal gerust ben je nooit...

 

Om halféén vertrokken ze opnieuw. De zon kwam er een beetje door en de baan lag er véél beter bij, met lange stukken macadam. Ze schoten goed op...Huy, Andenne, Namur: van deze Waalse steden had hij nog nooit gehoord, maar hij vermoedde dat meester Denolf hen destijds de Vlaamse namen van buiten had laten leren..."De Maas ontspringt in Frankrijk en bespoelt Dijnant, Namen, Hoei en Luik..." Joseph kon van alle stromen en rivieren nog de rijmen met de boordsteden afdreunen, maar deze hier in het Walenland bleken dan toch niet te kloppen...Enfin, missen is menselijk, al had hij de oude meester Denolf ,eerlijk gezegd ,nooit een groot licht gevonden...

Dat deed hem weer aan meester Engelborghs denken, waar hij lange tijd wél naar opgekeken had als naar een god...Ondertussen had hij tot zijn eigen scha en schande moeten ondervinden wat voor een blaaskaak dat feitelijk was! Een grootprater en een arrivist, die letterlijk over lijken ging! De dood van de broertjes Berkenout had hij al zéker op zijn geweten! Op zijn aanstoken waren die twee naar het Oostfront getrokken om dààr lijk honden te creperen! En hijzélf had zich door die vent eveneens lijk een onnozelaar laten opdraaien om - zoals het toén heette - Europa tegen het bolsjevisme te beschermen...

"En zie mij hier nu zitten! " dacht Joseph vol zelfbeklag: "Een kreupele invalide twintiger met een houten poot! Een wrak zónder de minste toekomst! En heel mijn familie uitgemoord door dat zinloze flamingantisme van die roekeloze Streber! En wie weet hoeveel rampen die vent nog allemaal op zijn kerfstok heeft staan! Natuurlijk zal die gladde weerhaan zich op tijd aan het nieuw bewind aangepast hebben , die vuile politieke tafelspringer , en heeft hij van het Verzet ondertussen wel ergens een mooi postje gekregen! Voor wat, hoort wat! Al goed dat niet iederéén die kazakkendraaierij zomaar slikt! " Want zohaast Joseph terug in Westende zou zijn, mocht meneer de burgemeester Engelborghs zich aan een gepeperde rekening verwachten! Een éindafrekening, wel te verstaan!

Zijn verbeten gepieker, hoe hij zijn vroegere mentor om zeep zou helpen, deed hem de tijd volledig vergeten. De troosteloze industriestreek buiten was niet van aard om hem op vrolijker gedachten te brengen. Zelfs de opgepepte meisjes van Coca-cola gingen schuil achter een grauwe sluier van vuile roettranen. En ook het reclamebord aan de stadsrand, met "Bienvenue à Charleroi", hing beschamend scheef in zijn hengsels...Kom, jongens, een beetje gas geven, dat we deze verpauperde bedoening zo vlug mogelijk kunnen vergeten!

Maar in plaats van op te schieten stokte de vaart van de colonne! Wéér reden ze een fabrieksplein op en even later stapten de chauffeurs met dezelfde rék-oefeningen opnieuw uit hun cabine. Ditmaal voor een theepauze, merkte hij al gauw. En inderdaad, het was klokslag 16.00 uur! Four o'clock tea! Mensen toch! Hoe dit janettenvolkje ooit de oorlog had kunnen winnen ging Joseph boven zijn petje! Maar voor alle zekerheid kroop hij toch maar weer in zijn stinkende kist, want tijdens zo'n stomme halte kon er van àlles gebeuren!

En inderdaad, toen de chauffeurs terugkwamen van hun kopje troost, bleven er een viertal druk staan palaveren vlak bij Josephs hoofdeinde. Hij hoorde hen een paar keer tegen de brandstoftank stampen en vlak vóór zijn eigen chauffeur terug in zijn cabine kroop, hoorde hij deze vlak tegen het dekzeil roepen: " No smoking, hey lad, no smoking! "...Het duurde even vooraleer Joseph begreep dat die man het tegen hém had...Zou dat misschien te maken hebben met die benzinestank in de laadbak ?...Was er mogelijk ergens een lek in de leiding ? En was hij dààrdoor al gedurende heel de rit zo misselijk geweest en bedwelmd door de dampen ?...Benzinedampen nog wel, die ieder ogenblik konden ontploffen ?! Maar ondanks hij zich vaag realiseerde dat hij op een tijdbom meereed, kon hij toch de moeite niet opbrengen om voor meer veiligheid naar achter bij de 'nooduitgang' te gaan zitten...Al voelde hij zich voor een herhaling van de misdadige brand op de autobahn in Leverkusen ,vorig jaar , absoluut niet geroepen.

 

Waarschijnlijk was hij door de gaslucht weer even in slaap gesukkeld, want toen hij instinctief wakker schoot van de 'grote pipi', waren ze weer volop aan het rijden. Nu moést hij wel uit zijn kist kruipen, wilde hij zijn broek niet schandelijk bevuilen. Maar tot bij de achterklep geraakte hij niet tijdig en deed het dan maar tussen de kisten...Dié stank kon er nog maar bij! ...Want hij merkte inderdaad dat de benzinewalmen zwaar op de adem begonnen te pakken...En dít ondanks het flinke gangetje dat de colonne er op nahield, waardoor het onder de huif toch aanhoudend wat tochtte...Dat lek moest de laadbak al goed besproeid hebben, zo te zien...En de minste vonk kon het hele zootje in de lucht blazen...En juist nù ze midden door een drukke stad reden! 'Tournai-Centre 1 km' las hij in de vlucht op een wegwijzer: Stadtmitte-Doornik dus, vertaalde hij vlug...Dat kon een ramp worden voor deze historische stad, als het boeltje juist hiér in de lucht zou vliegen, overwoog hij nogal idioot... En hoe het kwam was hem een raadsel, maar plots zag hij die Canadese vrachtwagen, met al dat zilverwerk van Hélène, brandend door de brugleuning van de Autobahn hangen in Leverkusen! En de twee verkoolde chauffeurs die hem tartend toegrijnsden...Pas toén viel het hem te binnen dat hij onder deze toegeknoopte huif zélf gevangen zat als een rat in de val!

Alsof ook de colonne het gevaar had gemerkt, begon het tempo plots te zakken. Was de chef op de kop met een walkietalkie verwittigd en zouden ze hier zo vlug mogelijk een noodstop houden ?...Maar het vertragen bleek énkel bedoeld om met een aangepast slakkengangetje de Baileybrug over de Schelde te kunnen nemen, want op de andere oever dreven ze met veel geschakel de snelheid weer op! Eenmaal buiten de stadswallen reden ze dan tóch een plein op, ditmaal de binnenkoer van een kazerne, zo te zien... Dus was het gevaar tóch tot de kop doorgedrongen ?!... Maar neen hoor: het was al tien na zes, de heren gingen gewoon op hun gemak wat avondeten...

Juist op het moment toen de àndere chauffeurs voorbij zijn schuilplaats stapten, kreeg hij een kotsende aandrang om zijn longen uit zijn lijf te hoesten! Zijn ogen traanden als bij een nijlpaard en het bonken in zijn bol was écht niet meer te harden! Verdomme, dacht Joseph, als ik hier niet vlug wat frisse lucht ga krijgen, is het met mij gedaan! En als mijn chauffeur er niet voor zorgt, zal ik het straks maar rap zélf doen zeker ?...Het kromme 'Laguiole' knipmes, dat hij uit de beenhouwerij had 'geleend', was een ideaal gerief om een flinke winkelhaak in het dekzeil te ritsen...Maar om geen onnodige schade aan te richten en zijn chauffeur niet in nesten te brengen, kon hij zich misschien voorlopig beperken tot het doorsnijden van het rijgkoord rond de huif ?...

Hij pijnigde zijn hersenen om te berekenen wààr en hoe groot hij die opening het beste maakte. Aan de voorzijde, tegen de cabine ? Dààr ving hij tijdens het rijden, door dat verluchtingsgat, natuurlijk de meeste frisse wind. En deze plek bood nog het voordeel dat de achteroprijdende chauffeurs er niets van konden merken. Zijn eigen 'driver' natuurlijk wél, maar die zat tenslotte méé in het complot...En van dààr kon Joseph, via de achterruit van de stuurcabine, met de man ook beter contact opnemen, moest het plots dringend nodig blijken...Niets dan voordelen dus...Hij moest enkel nog een beetje wachten tot de colonne weer vertrok...

Toen de vier chauffeurs na het eten terugkeerden, bleven ze nog een tijdje palaveren bij de lekkende brandstofleiding. Waarschijnlijk voerden ze nog vlug een noodherstelling uit,veronderstelde Joseph naïef, die destijds opgeleid werd met een heilige afschuw voor verspilling van 'Sprit'...

Pas waren ze opnieuw gestart of Joseph werkte zich walgend van de stank weer naar zijn kist toe om op de kop van de huif het rijgkoord los te snijden. Maar dat was rapper gezegd dan gedaan! Want juist in beide hoeken van de laadbak, links en rechts van zijn kist, versperden twee oliedrums van 250 liter de toegang tot het koord. Hij moest al ver achter dat vettige vat reiken om stevig greep te krijgen op het henneptouw. Maar dan: twee halen met zijn kromme 'laguiole' en het koord was er geweest... Hij reeg het moeizaam los en door de opening stroomde nu eindelijk wild de frisse lucht in zijn gezicht!...Maar in het binnenvallend licht zag hij dat het grote vat in de rechter hoek flink lekte en de boden van zijn kist doorweekt had. En al snuffelend besefte hij dat de plas stroperige vloeistof verantwoordelijk was voor de verstikkende chemische stank die hem al heel de rit lang zo'n koppijn had bezorgd. Op de zijwand ontdekte hij het geponste logo 'ontvlambaar' , met daaronder 'TOLUEEN'. Deze benaming deed hem denken aan 'Tri-Nitro-Tolueen', de basisgrondstof voor T.N.T.... Verdomme, nog gevaarlijker dan die benzine! ...

Plots merkte de chauffeur zijn bedoening door het gat in de huif en schudde kwaad de gebalde vuist.

Maar Joseph maakte met dramatische wurg-mimiek duidelijk dat hij dreigde te stikken in die stinkende laadbak.

De chauffeur scheen het te begrijpen want hij haalde de schouders op en reed nukkig voort...

 

Joseph installeerde zich nu liggend óp zijn kist met zijn hoofd door het gat en keek door de achterruit en het windscherm van de cabine naar de baan vóór hem. Verre van gerustgesteld schatte hij de afstand tot Duinkerke nog op een 100 km...Dus zonder tegenslag moet hij nog drie uur naast die vervaarlijk klotsende tijdbom liggen!

Aan de Belgisch-Franse grens vertraagden ze wel, maar stopten gelukkig niet. Wéér zoveel tijd gewonnen!

Een wegwijzer! "Lille 14 km". Nog een half uur...

 

Het werd ànders een mooie avond...Toen ze Lille binnenreden was het 20.10 u en ging de zon vuurrood onder... Nadien, buiten de stad, was de steenweg godzijdank kaarsrecht met weinig verkeer...Het had verder een gezapige rit kunnen worden, ware het niet dat het klutsen van het tolueen hem danig op de zenuwen begon te werken. Hij dacht te weten dat deze stinkende chemische rommel, in tegenstelling tot nitroglycerine, niét bij de minste schok ontplofte, maar daarvoor eerder een ontstekingsvlam of een aanzetlading nodig had...Dat zou een geruststelling moeten zijn...Bij de Kriegsmarine gebruikten ze dat goedje voor zover hij wist in hun zeemijnen...Maar dan wél verzopen in een speciaal soort zand, juist tegen dat verdomde klotsen!

 

In het licht van de koplampen dook weer een wegwijzer op: "Duinkerke 75 km"! Nog twee uur, als alles goed ging! Verdomme, dat blééf maar duren!

Hij trachtte zijn zinnen te verzetten door hardnekkig na te denken hoe hij het straks bij zijn aankomst ging aanpakken. Dat het er feitelijk al pikkedonker zou zijn was nooit in hem opgekomen. Vreemd...En midden in de nacht door de verlaten havenbuurt op zoek gaan naar de 'Jean Bart' of een àndere 'Zimmer Frei' was onbegonnen werk! Dus werd dat, in afwachting van de nieuwe dageraad, waarschijnlijk een nachtje onder de sterren...In Rusland had hij dat maandenlang meegemaakt en ondervonden dat een beschutting tegen de regen of een scherm tegen de wind al voor veel comfort kon zorgen... Een autowrak bijvoorbeeld zou hier al een luxueuse slaapplaats kunnen geven...om van een schuilhok met stro voor de koebeesten in de wei nog te zwijgen! En morgenvroeg, als er wat meer volk op straat liep, kon hij veel makkelijker en zonder erg op te vallen iemand de weg vragen...

Door zich in gedachten stevig op zijn overnachting te concentreren, kon hij dat smerige vat tolueen naast zich een hele tijd negeren. De vlakke baan nam beetje bij beetje de beangstigende spanning van het klotsen weg. Tot aan de voet van de Casselberg ging alles goed...Een wegwijzer gaf zojuist 'Duinkerke 28 km' aan, toen, op iets minder dan een uur van zijn doel, plots de hel losbrak! De baan begon onverwacht steile bochten te maken en golfde kort op en neer door het heuvellandschap. Tot zijn wurgende schrik voelde Joseph het ijzeren vat plots een heel eind schuiven op de glibberige bodem van de laadbak!

"Miljaarde! " flitste het door zijn hoofd: "Als deze metalen drum door de wrijving op het stalen beslag van de vloer een vonk durfde trekken...midden in de plas gemorste tolueen! ...Dan is het er hier mee gedaan! "

En terwijl hij verkrampt in elke bocht trachtte het schuiven van het vat met zijn schouder op te vangen, bekroop hem de drang om de chauffeur te alarmeren voor het dreigende ontploffingsgevaar. Gelukkig werd de baan buiten de dorpskom van Cassel geleidelijk weer vlakker en rechter en kon hij, zwaar bezweet en kleverig van de gemorste tolueen, eindelijk uitgeput op adem komen. Zo, het ergste gevaar scheen bezworen...En nu maar hopen dat de chauffeur niet plots alles moest dicht gooien voor een overlopende schurftige hond!

 

In een buitenwijk van Duinkerke kreeg de motor van de Bedford plots zijn eerste haperingen. Een prachtig gespeelde 'panne', moest Joseph toegeven: net écht!

Wie niet beter wist zou vragen: " Vuiltjes in de brandstoftoevoer, maat ?!" Twee knallen in de uitlaatpijp moesten de achteropkomende 'drivers' verwittigen dat het erg met ons gesteld was. Als theatraal toemaatje joeg zijn chauffeur de motor nog een paar maal brullend op, om zó schokkend en knallend nog een eindje verder te hossen.

" Ik voel wel aan dat je de situatie erg vernederend vindt, " dacht Joseph spottend: " Je beroepsernst staat op het spel...Maar zó is het wel okee hoor! Iedereen heeft begrepen dat het niét jouw schuld is: dat lek in de brandstoftank kan jou niet verweten worden! !"

Voor de goede orde joeg de chauffeur de motor nog een paar keer op, als om het vuiltje in de leiding weg te pompen. Zo slaagde hij er telkens in een paar honderd meter verder te sukkelen...Hopelijk liet hij zich niet door zijn eigen spel meeslepen en was hij niet vergeten dat Joseph eraf moest vooraleer hij het afgegrendelde militaire deel van de haven inreed! Want Konrad had hem nog zó op het hart gedrukt: dààr op eigen kracht weer ongezien ùit geraken kon hij vergeten!  

Op een totaal verlaten soort ringlaan viel de motor dan toch schokkend stil. Alle brandstof was blijkbaar op. De wagen kon nog lamlendig uitlopen tot onder een van de zeldzame straatlantarens, maar dan was het er ook definitief mee gedaan! Voor de show pleegde de chauffeur nog een paar moordende aanslagen op zijn stotterende starter, maar moest zich tenslotte ontmoedigd gewonnen geven...

Na een korte aarzeling reden de achterop komende collega's hem wuivend voorbij...Zo, dacht Joseph gespannen, dan gaat het hier moeten gebeuren hé...Terminus! En alles volbracht zonder noemenswaardige kleerscheuren...In de verte, op hoogstens twee-drie kilometer, kon hij al verlichte walkranen zien staan: zijn einddoel, de havendokken van Duinkerke! ...Dus niet langer treuzelen hé: hij moest hiér en nù van deze 'noodstop' profiteren om de camion te verlaten en een veilig onderkomen te zoeken voor de nacht. Er stond wel een stevige zeewind, maar het was absoluut niet koud: eventueel kon hij dus, zoals hij al overwogen had, zelfs in open lucht gaan slapen...

Door zijn luchtgat op het dak van de cabine kruipen én zijn rugzak meetrekken ging niet vanzelf, maar het lukte. Pas toen merkte hij dat de Bedford geen vooruitstekende motorkap had waarop hij zich had kunnen laten zakken. De chauffeur gaf hem onder zijn voeten dat hij, zoals élk beschaafd mens, via de achterklep had moeten uitstappen en hielp hem wat onwillig op de begane grond. Om zijn goede wil te tonen wou Joseph nog even helpen om een reserve jerrycan uit de ligplaats onder de laadbak te trekken. Maar deze bus was verdomd glibberig van de doorgedrupte tolueen en de weggelekte benzine, merkte hij...En wat gebeuren móést, gebeurde natuurlijk ook: tijdens het bijvullen van zijn brandstoftank ontglipt de jerrycan uit de handen van de chauffeur en donderde klokkend op de kasseien!

Het was al 'fucking' en 'damned' wat de klok sloeg en de bus was al half leeggelopen vooraleer de man wat bedaarde! Een dokwerker die juist kwam aangefietst, schoot opdringerig ter hulp, duidelijk met de bedoeling uit deze toevallige ontmoeting een slaatje te slaan! Immers: bij stilstaande militaire vrachtwagens viel in de haven altijd wel iets te verpatsen!

"Je peux t'aider ?... I can you help ?" probeerde de Fransman: " Panne sèche, hé copain ?!"

Maar terwijl de Brit de boot afhield, zag hij de gloeiende sigarettenpeuk aan 's mans onderlip hangen en riep bevelend: " Attention! No smoking here! "

Julot schrok even terug, maar schoot dan bereidwillig zijn peuk weg. Joseph volgde, als in een vertraagde film, de vlucht van het dodelijke projectiel: zag hoe de frisse zeewind er greep op kreeg, het even speels opwierp en vervolgens stuiterend terug blies...Tot ónder de vrachtwagen, inderdaad!

Geen seconde later schoot een klein blauw vlammetje omhoog tussen de kasseien en in een wip stond heel de onderkant van de camion in de fik. Gillend kafferde de Brit die stomme 'Frog' uit, maar moest na een korte poging tot blussen zielig en ontzet achteruit wijken.

Joseph zag in een flits dat vat tolueen voor zijn ogen! In een oogwenk greep hij zijn rugzak en zette het in paniek op een lopen.

Nog vier eindeloze seconden, en dan BANG! !... ontplofte de camion met een helse knal! De klap smakte Joseph tegen de kasseien, terwijl een regen van ijzeren brokstukken rinkelend om hem heen stortte!

En dàn floepte plots het licht uit...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
08-10-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
06-05-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 364
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C69.   ALLE BALLAST OVERBOORD.

 

                                   Porz, 1 mei '46.

Het delirium van Opa kon natuurlijk niet voor het personeel van de Metzgerei verborgen blijven. Telkenmaal Joseph hem op de kamer, onder het mom van eten, weer een nieuwe voorraad sluikalcohol bracht, hoorden zij het dierlijk geschreeuw van de waanzinnige door het huis galmen. Maar omdat de Elzassers dachten dat hun illegaal brouwsel, waarmee zij zo bandeloos 'Führergeburtstag’ gevierd hadden, verantwoordelijk was voor deze geestelijke instorting, vreesden zij de schuld te krijgen voor de fatale afloop die zéker zou volgen... Want ze hadden destijds achter het front, na soortgelijke 'feestjes', al meermaals zo'n incident meegemaakt om nu niet aan de dodelijke uitkomst te moeten twijfelen. Opa was onherroepelijk een vogel voor de kat, dat wisten ze...

Reeds de tweede dag na de viering merkte Erika ook al de eerste tekenen van paniek bij de Russinnen, toen Ninya haar vroeg of ze een getuigschrift kon krijgen dat zij steeds goed en eerlijk werk had geleverd... Bleek dat de twee vrouwen de benen wilden nemen om niet nog méér bij dat 'incident' met Opa betrokken te worden...Joseph vond hun vertrek niet eens zo'n slecht idee: dat waren dan al twee getuigen mínder om roet in het eten te gooien op het ogenblik dat Erika de 'verdwijning' van de ouwe zou aangeven! Maar zijzelf wilde die betrouwbare werkkrachten niet verliezen ,nu samen met opa ook de bedreiging met vreemde aanspraken op haar erfenis zouden verdwijnen. Dus stelde ze Ninya gerust: Opa zou overmorgen héél diskreet worden opgenomen in een gespecialiseerde kliniek, en van een politieonderzoek was hoe dan ook geen sprake! ..Hen trof geen enkele schuld aan dit ongeluk...

Deze kalmerende boodschap deed rap de ronde bij de rest van het personeel. Toen ook Robert en Bertrand te horen hadden gekregen dat Erika op hen rekende om deze zaak kies tussen hun vier muren af te handelen, zwoeren zij ontroerend dankbaar daarbij hun onvoorwaardelijke medewerking te verlenen! Zo, dat was dan geregeld...En ,vreemd genoeg , leek ook Krista zich neer te leggen bij het verdwijnen van Opa en meteen ook de mogelijke erkenning van haar ongeboren kind door een Duitse vader...

 

Erika zette geen voet meer op de kamer van Opa. Ook toen Joseph de vierde morgen kwam zeggen dat de "Kartoffelschnaps" met de giftige methylalcohol zijn werk had volbracht, weigerde zij de ouwe nog te zien. Wel verwittigde zij Konrad onmiddellijk per telefoon van de fatale afloop, en deze beloofde nog diezelfde nacht de zaak definitief af te handelen...Oef !

Onnodig te zeggen hoe zenuwslopend traag de minuten die dag voort kropen. Het werd zelfs ondraaglijk toen een buurvrouw in de winkel haar bezorgdheid uitte over het bleke gezicht van Erika. Ze begreep wel dat de dood van zo'n goede Vati als Jupp voor iedere dochter zwaar aan zou komen, maar het leven gaat nu eenmaal verder hé: ze moest écht proberen dat zo vlug mogelijk van zich àf te zetten, hoor kind...En de ouwe Herr Deutinger, heeft dié zich al wat hersteld van die slag ? "Arme man...Het is immers niet normaal dat zonen een natuurlijke dood sterven vóór hun ouders, hé ? Al hebben we door die verdomde oorlog wel véél van onze mooie jongeren voortijdig verloren, nietwaar ? Mijn lieve kleinzoon Gerhard was nog maar 19 toen hij viel in Stalingrad...En de terreurbombardementen van die zwarte rot-Amerikanen op onze weerloze kultuurstad :misdadig gewoon ! Al die babies in het ziekenhuis levend verbrand !" ...En patati, en patata.

Het werd in de winkel een eindeloze begankenis van bedroefde buurvrouwen die, samen met hun medeleven met het afsterven van Jupp, ook hun bezorgdheid over die lieve Opa betuigden, die ze al een paar dagen niet meer gezien hadden. En Erika maar verzekeren dat Opa zeer moe was, maar binnenkort wel weer boven water zou komen... Al wilde zij, eerlijk gezegd en diep in haar binnenste, dat boven-water-komen liefst zo lang mogelijk vermijden!

En laat de ouwe bij zijn 'Rheinfahrt' stroomàfwaarts asjeblief pas na 250 kilometer in Scheveningen opduiken hé...

 

Eindelijk konden ze dan toch avondeten. Maar de geurige goulash van Krista, waar Robert en Bertrand zich onbeschaamd aan volvraten, had weinig aantrek bij Erika en Joseph...De spanning, waarschijnlijk...Tegen tienen telefoneerde Konrad nog even om de achterpoort van de slagerij open te zetten, waardoor hij rond middernacht ongemerkt met zijn ‘Radtax’ langs deze dienststeeg zou kunnen binnenrijden...

Wéér twee slopende uren wachten...

Gelukkig ging het personeel vroeg slapen, zodat dié tenminste niet in de weg zouden lopen!

Om halftwaalf besloot Joseph, om de spanning te verdrijven, dan maar alvast de achterpoort open te zetten om onder het afdakje op uitkijk te gaan staan en een sigaret te roken...Wél schrok hij nog toen, een half uur later, dan tóch een driewieler met één miezerig koplampje licht ratelend uit de pikdonkere steeg opdoemde. Vlug een teken met zijn aansteker en de 'taxi' reed zwierig de half verduisterde slagerij binnen.

Zwijgend gaf hij Konrad de hand en leidde hem via de gang de zitkamer binnen...

Veel uitleg over het hoe en het waar van de operatie wilde hij Erika niet geven. Hij garandeerde haar énkel dat haar Opa nog vóór de morgen geruisloos en voor altijd zou verdwijnen. Ook hoefde hij niet te vrezen bij de politie op te vallen met zijn vrachtje: 1 mei was voor het eerst weer een écht volksfeest, en dus zouden er tot laat in de nacht veel Radtaxis met zatteriken rondrijden...Maar toen ze hem alvast 50 mark als eerste afbetaling wilde toestoppen, lachte hij haar spottend weg: dat had de freule toch verkeerd begrepen! Daarbij, hij had nog een ànder voorstel...

" Binnenkort komen hier tóch twee kamers vrij, hé, als ik goed kan tellen: die van onze Josse hier - of heet je vanaf nu geen Jean-Marie ? - en die van onze ouwe 'klant' daarboven..Die twee bedden interesseren mij allebei...Eén voor mij als uitwijkadres, moesten ze achter mijn veren zitten, wat nogal vaak gebeurd...En één als laatste schuilplaats voor mijn onderduikers vooraleer ik ze over de grens smokkel...Want de Metzgerei ligt heel praktisch vlak bij de buslijn 312, die vijf kilometer verder haar eindpunt heeft bij de Britse vliegbasis Wesseling. Van daaruit vertrekken hun bevoorradingscolonnes naar Duinkerke, waarmee ik nu iedere week sluiks een klant wegstuur..."

" Ik hoor u al afkomen Herr Konrad! Maar ik moet u teleurstellen: ik verhuur geen kamers..."

" Dat komt dan goed uit, Fraulein Deutinger, want ik ben ook niet van plan huur te betalen! U stelt mij die kamers gratis ter beschikking, één nacht per week gedurende zes maanden! Als wederdienst in natura, begrijpt u ? Want ik verlos u, als goede vriend, gratis van dat compromitterende lijk van uw Opa, nietwaar ?...Akkoord hé : sam-sam ?...Indien wij onze overeenkomst na zes maanden nog willen verlengen, dàn kan er eventueel gesproken worden over een huurprijs. Maar u begrijpt wél dat niémand zover in de toekomst kan kijken, hé ? En moest u onverhoopt niét akkoord kunnen gaan, dan rij ik met mijn Radtax hier binnen de vijf minuten naar huis: even goede vrienden...Moet u daar effen over nadenken ?"

Erika was blijkbaar wel wat overrompeld, want ze zat Konrad met open mond aan te staren. Hij liet zich echter daardoor niet stuiten en zei opgewekt: " Bon, ik zie dat u hebt nagedacht en volmondig akkoord gaat..."

" U zet mij wél het mes op de keel! "

" Een més ? Nee-nee, dat zal niet nodig zijn, denk ik ! Ik voorzie dat wij  in de toekomst best goede vrienden gaan worden, hoor! " Als geruststelling niet écht een topper, vond Joseph...

" Maar nu terzake " vroeg hij wat ongeduldig: "Waar ligt dat lijk ?"

 

De rest is vlug verteld. Konrad was een sterke beer die qua houding en postuur iets wég had van Leon zaliger. Nadat Joseph de ouwe in een winterjas van de Wehrmacht had gewurmd, gooide Konrad het lijk over zijn schouders en stapte kordaat de trap af naar de half verduisterde slachtvloer. De vracht stevig rechtop in de zetel van de driewieler vastsjorren vroeg hoogstens vijf minuten. Ze spraken fluisterend af dat Konrad morgenvroeg om negen uur zou telefoneren en énkel het codewoord 'Bismarck' zou zeggen indien het lijk goed en wel in de Rijn gezonken was. Maar als hij daarentegen een tegenslag had opgelopen zou de code de naam zijn van ex-wereldkampioen zwaargewichten 'Max Schmeling' , met de ‘Sch’ van ‘Scheisse’ !...En zonder er verder nog een woord aan vuil te maken, stapte hij op de bakfiets en verdween met zijn 'klant' in de duistere dienststeeg...

De rest van de nacht had het koppel in bed niet veel opbeurends meer te vertellen. Erika bouwde het ene rampscenario na het andere, en Joseph had maar werk om daar telkens een gelukkige afloop voor te verzinnen...Om maar te zeggen dat er van vrijen ook niet veel in huis kwam...

 

Om negen uur kwam dan het verlossende bericht dat de 'Bismarck' goed en wel gezonken was. Erika kreeg een late uitbarsting van sentimentele droefenis en stond de rest van de dag met rode ogen in de winkel. Daar mocht ze uren achtereen de jeremiades van de treurvrouwen uit de buurt aanhoren, maar hield zich sterk en versprak zich niet éénmaal! Ondertussen voerde Joseph voor de ogen van het personeel de show op om zogenaamd eten naar de ouwe te brengen. En terwijl hij ten behoeve van de luistervinken luidop met de afwezige converseerde, snolde hij achter de gesloten slaapkamerdeur grondig in laden en kasten of de ouwe er niets verborgen had dat hij op zijn reis kon gebruiken... Tot de stank hem bijna deed kotsen.

 

Tijdens zijn laatste nacht bij Erika haalde zij toch nog eens alles uit haar pijp om een onuitwisbare indruk na te laten. En op de valreep perste zij hem nog de plechtige belofte af, dat hij alles in het werk zou stellen om na zijn raid onmiddellijk naar hààr terug te keren...En vlug zou schrijven moest er iets tegenvallen...

Eerlijkheidshalve trachtte hij haar voorzichtig aan het verstand te brengen dat ze, na - laat ons zeggen - zes maanden 'radiostilte', tóch moest aanvaarden dat hem misschien iets érgs was overkomen hé...En zij er zich dan maar mee moest verzoenen haar verdere leven zónder hem in te richten...Mogelijk vond zij wel een knappe vent, met alles erop en eraan, die haar voor de rest van haar dagen gelukkig zou maken ?...

Erika huilde. En scheen helemaal niet door te hebben wat voor klinkklare onzin ze daar op het natte kopkussen lagen uit te kramen!

 

De volgende morgen belde Konrad dat hij met hen zou avondeten, alvorens Joseph met bus 312 tegen een uur of tien op de Britse basis af te zetten. Met nog wat richtlijnen voor reiskledij en bagage gaf hij zijn 'passagier' voldoende beslommeringen om de rest van de dag zoet te zijn. Joseph kwam met Erika overeen dat zij tot 24 uur nà zijn vertrek zou wachten alvorens 'in paniek vast te stellen' dat Opa 'verdwenen' was en een speurtocht in de omgeving zou organiseren. Ook kon ze het beste in samenspraak met het personeel beslissen wanneer ze haar seniele grootvader als 'officieel vermist' zou opgeven. Misschien was zondagmorgen wel het meest geschikt: dan bleef de winkel gesloten en kon het multi-nationaal personeel eventjes discreet uit het zicht gaan 'wandelen' terwijl de Polizei hier rondneusde...Die wilden altijd maar "papieren" zien , wat de inwonende hulpkrachten van Huize Deutinger zeker in verlegenheid zou brengen...

 

De rest van de dag trachtte Joseph nog met iedereen - maar vooral met Krista en Ninya - een hartelijk gesprek te voeren, om zéker geen wrevel na te laten. Hij herinnerde zich maar àl te goed hoe een wrokkige Françoise De Bens hem in Steglitz een pad in de korf had gezet...Aan Gerda Krüger had hij ook al geen leuke souvenir overgehouden, om van die hoerige Hélène in 'Adlershorst' nog te zwijgen! Die had hem zelfs bij de Rijkswacht willen thuisbezorgen! En dat allemaal omdat deze haatdragende dames meenden dat ze door hem in de liefde waren bedrogen! ... Van de twee Russinnen hoefde hij zoiets hoogstwaarschijnlijk niet te vrezen, want hén had hij nooit iets beloofd. En van Erika nam hij immers geen definitief afscheid. In het slechtste geval zou zij haar 'verlies' pas binnen een paar maanden beginnen voelen en dan zou zij hem, negen kansen op tien, wel vlug vergeten!

Maar daarin vergiste hij zich toch een beetje. Erika zou hem nog binnen het jaar wel dégelijk flink te grazen nemen ! Doch dat zou hij pas véél later ontdekken...

 

 

 

                                      EINDE DERDE DEEL.

 


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (12 Stemmen)
06-05-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
05-05-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 363
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C68   BLOEDIG AFSCHEID.

 

                                               Porz, april '46.

De cynische bekentenis van Joseph viel midden het gezin Deutinger als een ferme steen in een kikkerpoel en golfde er nog dagenlang na. Ze konden maar niet geloven dat hij al sinds september '44 exact wist wààr Jupp zijn goudschat in de abri begraven had, en zich tóch hier in Porz zolang van de domme had gehouden.

Vooral Jupp voelde zich een onnozelaar-van-dienst-eerste-klas omdat hij zo zwaarwichtig had gedaan over de ruil van zijn gouden munten tegen de marken van Joseph. Wat al pompeuze kruisbeveiligingen en geheime grendels had hij niet bij deze transactie ingebouwd, om de wederzijdse betrouwbaarheid te waarborgen! Man-man! ...Die kreupele snotaap moet om al dat zinloze geknoei nogal in zijn vuistje gelachen hebben zeg! En zelfs hardop geschaterd, nu Jupp in de ogen van zijn familie zo openlijk voor schut werd gezet! Hij voelde zich nét Charly Chaplin, die onverschrokken een gevaarlijke inbreker in bedwang houdt met een imposante revolver, dat echter een ogenblik later slechts een waterpistooltje blijkt te zijn...Echt iets om 's nachts zwetend wakker te schieten !

Ook Opa was er niet goed van. Hij vond dat er een luchtje zat aan die ruil...Welk normaaldenkend mens geeft er nu tienduizend mark voor een 'verdoken' goudschat, die hij net zo goed gratis mee kan nemen ?! Dat bestaat toch niet! Er was vast iets met dat geld aan de hand dat het daglicht niet mocht zien!...Vals waarschijnlijk ! Hoe komt anders zo'n schamele armoedzaaier uit een verslagen leger aan dit bedrag, hé ?!...Hij had altijd al iets verdachts aan dat ventje gevonden ! Zijn smoesje, dat hij ermee Erika de kans wilde geven om de Metzgerei te moderniseren, was ocharme zó doorzichtig ! .. Die vent was natuurlijk van plan het meisje daarmee aan zich te binden...Werkelijk te binden, hé, met de huwelijksband ! En zó vanzelf het familiebedrijf Deutinger binnen te rijven voor een handvol rotte marken ! Zo dàcht dat ventje misschien, maar dààr zou de oude Opa wel op tijd een stokje voor steken, zie !    

Erika was eerst nét zo verbluft als haar voorvaderen, maar al vlug opende dit royaal gebaar van Joseph in haar ogen totaal nieuwe perspectieven. Zo'n reusachtig cadeau deed een man niet aan een vrouw, als hij van plan was haar binnen de maand voor eeuwig te verlaten...Bewust of onbewust moest die schuchtere jongen met het idee rondlopen om nà zijn raid naar Westende terug bij hààr te kunnen komen. Of méér nog: hoopte hij misschien op een duidelijk teken van haar om zonder gezichtsverlies die gevaarlijke reis naar de kust voor langere tijd uit te stellen ?...Mensen toch, als hij dààr op wachtte, kon ze hem in de kortste keren zijn verhoopte 'duidelijk teken' helder en luid aan het verstand brengen, hoor ! Verdomme, niet later dan vanavond zou ze er eens voor zorgen dat de blindste blinde het licht zou zien ! Wacht maar !

En inderdaad, toen Joseph tegen tien uur aanstalten maakte op naar bed te gaan, riep Erika hem 'helder en luid ,vijf op vijf ' na, terwijl ze haar vader brutaal aankeek:

" Ja geh' schon, Liebling: ich komme gleich nach ! "

Tableau !

Toen Joseph schijnbaar verbaasd omkeek, zag hij nog juist hoe Jupp wild naar adem leek te happen, maar na een ogenblik weer schuimbekkend neerzeeg in zijn leren zetel, totaal uitgeblust...Opa voelde zich blijkbaar plots moreel verplicht in te springen voor het falend vaderlijk gezag en stond dreigend van tafel op: " Erika! Zo'n ontucht zal ik nooit in mijn huis tolereren, verstaan ! Zo'n loopse sloerie ! Waar is je fatsoen gebleven, zeg ! "

Maar Joseph zag dat Erika helemaal niet onder de indruk was van deze woedeuitbarsting. Kil zei ze: " Opa, ik begrijp dat je jaloers bent, en dat - in plaats van onze huisvriend Joseph - jíj liever bij mij zou slapen, zoals vroeger ! En aan mijn tepels wil trekken om mijn borsten dikker te maken hé ! En met je volle hand voelen of ik al haar heb op mijn buik ! En al de rest van je smeerlapperij, die mij nog altijd nachtmerries bezorgt, maar die jij blijkbaar vergeten bent. Beste man, als je wil dat ík dat ook vergeet, zou je beter wat minder schermen met woorden als 'ontucht' en 'fatsoen' ! ...Dat roept héél nare herinneringen bij mij op, weet je ! "

Joseph zag stomverbaasd hoe de oude man dichtklapte, zich als een robot omkeerde en lijkbleek de 'Stube' uitstapte !  Erika glimlachte stijf naar haar 'Liebling' en riep hard opdat Vati en Opa het goed zouden verstaan:

"Kom, lekker stuk, nu gaan WIJ kindjes maken ! "

En ze volgde Joseph mee naar boven, zonder haar kreunende vader in zijn zetel nog één blik te gunnen.

Verdomme, dacht hij gepakt, dan bleek haar schokkend verhaal over die geile vieze grootvader tóch te kloppen ?!...

Maar veel tijd om over het verderf van de familiale zeden te mediteren kreeg hij niet, want Erika scheen het nu werkelijk te menen met dat 'kindjes maken' ! Die flauwe kul om “vóór het zingen de kerk uit te gaan” moest nu maar eens gedaan zijn !

                                      

De volgende morgen vonden ze Vati onderuit gezakt in zijn zetel liggen, de borst vol bloedig braaksel... Dood.

Kanker, een maagbloeding en een beroerte, zei de dokter: hij had dat wel zien aankomen, maar ja...Joseph gisteravond eveneens, maar die was vervolgens boven té druk bezig geweest met het vervullen van meisjesdromen om zich het slechte humeur van zijn gastheer aan te trekken. En om nu te zeggen, dat de 'Liebling' door dit overlijden krom lag van verdriet, zou overdreven zijn: Jupp had tenslotte tijdens de bezetting héél wat onheil over het gezin Petré gebracht. Dat had Joseph hem laatst nog openlijk en met niét mis te verstane woorden voor de voeten geworpen ! Deze totaal onverwachte verwijten waren blijkbaar toén al voor Jupps eigendunk een zware opdonder geweest, en de ruzie van gisterenavond zal zijn zieke hart ook vast geen deugd gedaan hebben !

Erika besefte wel dat ze de dood van haar vader voor haar rekening mocht nemen, maar trok zich dat zo te zien niet erg aan. Als 'vader' had ze hem sowieso nauwelijks gekend. Daarbij was zij, zoals iedereen, al een paar maanden met zijn aangekondigde dood verzoend geraakt en had zelfs op den duur zijn langzame aftakeling met steeds stijgend ongeduld gevolgd...

 

Nu ze hem daar in de Stube opgebaard zag liggen voelde ze naast opluchting enkel spijt dat hij niet véél eerder was gestorven...Had dit bijvoorbeeld kunnen gebeuren tijdens zijn laatste hospitalisatie, dan stond zij nu al héél wat verder met de modernisering van de zaak! Al die poespas van buren en kennissen, die hun stereotype medeleven kwamen betuigen, met gesprenkelde wijwaterkruisjes en de versleten zinledige woorden waarmee zij die schijnheilige klaplopers dan nog moest bedanken ook ! Mensenlief, als je eens wist hoe heel deze circus  haar de keel uithing !

 

Twee dagen duurde die begankenis. En wat nog érger was: twee dagen lang, tijdens héél de voorbereiding van de uitvaart, bleef de winkel officieel gesloten...Dat dreigde een financiële strop van jewelste te worden ! Niet uit piëteit, maar uit angst voor het debâcle, liep iedereen op de toppen van de tenen...Opa had zich met een fles Schnaps op zijn kamer teruggetrokken, en liet zich de hele tijd niet zien. Waar hij die drank vandaan haalde was voorlopig een raadsel...De Russinnen echter trachtten naarstig zoveel mogelijk vlees van bederf te redden door het in worsten en pasteien te verwerken. En het koppel Robert & Bertrand stouwde de ijskelder vol met de half uitgebeende kwartieren die ze met pekel hadden afgewassen om ze langer fris te houden. Ondertussen legde Erika, tussen alle beslommeringen door, via de herstelde telefoon de eerste contacten met de zeldzame 'aannemers' die hààr zaak misschien grondig zouden kunnen moderniseren ?... Héél misschien, want geschikt werkvolk - meestal ex-Ostarbeiterinnen - en gepaste grondstoffen lagen nog niet erg dik gezaaid. Mannelijke werfleiders nog minder...

En 's nachts poogde Joseph, tussen zijn verplichte 'numero's' door, zijn eigen situatie wat uit te klaren. Dat Erika absoluut een kind van hem wou, was ondertussen voor iedereen wel duidelijk, en op zích had hij daar geen bezwaar tegen. Dat zij daarenboven met hem wilde trouwen, zei ze ook open en bloot, maar dààr was hij het al minder mee eens. Erika wist echter handig de pil te vergulden... Het liefst van al, zei ze koel, zou ze nog hebben , dat Joseph dat kind niét als het zijne zou erkennen: dan kreeg het de naam van de moeder, Deutinger...En zo was Opa meteen verzekerd dat de naam van het geslacht werd voortgezet...

Maar Joseph had ondertussen reeds lang begrepen dat al haar constructies er natuurlijk op gericht waren hém van zijn wraakraid naar Westende te doen afzien...Ofwel deze minstens voor langere tijd uit te stellen...Want, herhaalde zij in verschillende toonaarden, zou het misschien niet beter zijn om die twee dozen goud pas op te halen als het wat rustiger was geworden ?...Al dan niet samen met haar...? Liefst sàmen ,natuurlijk. Er onder verstaan :als een vast koppel...

Maar dààr zei Joseph kordaat 'Njet Mariètte'! Hij had aan Jupp - dus ook aan hààr - zijn marken afgegeven, en dus in ruil het alleenrecht verworven op de dubbele goudschat. Om die op te halen had hij heus van niémand geen hulp nodig! En hoe langer hij dat ophalen uitstelde, hoe groter de kans werd dat een Westendse snuiter met die munten en juwelen zou gaan lopen! Dus hoe dan ook: begin mei vertrok hij!  Punt, aan de lijn !

Haar hartewens was natuurlijk dat hij nà zijn gelukte raid - dat wil zeggen: eens zijn bloeddorst gelest en mét Jupps fortuin op zak - naar Porz terug zou keren. Dat wilde hij liever niét toezeggen, maar evenmin brutaal afketsen. Het welslagen van deze gok hing nog van teveel fatale onzekerheden af...Op het eerste zicht leek het aanbod verleidelijk: de Metzgerei was inderdaad een veilig toevluchtsoord om na zijn geslaagde reis nog een tijdje in onder te duiken: hier werd hij immers niét door de Belgische justitie gezocht...Maar met haar trouwen vond hij té definitief en vooral té riskant. Want als Erika haar moordplannen zou uitvoeren, kon dat leuke schuiloord hier ook vlug een gevaarlijk wespennest worden, vol rondneuzende 'Polizei'...

Anderzijds leek haar aandrang om met hem te trouwen en hier een nieuw leven te beginnen, wél de moeite waard om even bij stil te staan. Tot nu toe zag hij in haar énkel het jonge hete mokkel waarmee hij in bed fors mocht stoeien, zonder verplichtingen en met een duidelijke vervaldag: 1 mei 1946! ...Maar misschien kon binnen kort ook tussen hén de 'Grote Liefde' wel eens plots oplaaien. Wat dàn hé , Kleine Man ?...Zijn en haar hart breken en tóch brutaal vertrekken op deze vastgestelde dag ?...Of het nog een paar maanden aanzien ? Was het dan niet verstandiger haar met wat zoete woordjes en vage beloften zolang aan het losse lijntje te houden ?

Hoe dan ook: hij moest haar énkel zover krijgen dat zij akkoord zou gaan met zijn vertrek naar de kust op de afgesproken datum, en haar doen slikken dat hij, na ongeveer een maand 'werk' ter plaatse, zijn uiterste best zou doen om bij haar terug te komen...Ook al wist hij dat dit goede voornemen totaal afhing van een hele reeks gelukkige toevalligheden. Zo was hij op zijn gevaarlijke reis naar Duinkerke, als blinde passagier, de speelbal van een harteloze bende mensensmokkelaars... En 'Konrad' kennende, draaiden die gasten hun hand niet om voor een moord méér of minder! ...Zijn illegale grensovergang via Adinkerke was ook al niet zonder risico...Daarbij kwamen nog zijn drie geplande wraakacties, die eveneens vol valkuilen zaten, om over zijn onzekere bestaan als onderduiker nog te zwijgen! En dan moest hij, na het welslagen van deze onderneming, op de koop toe ook nog zonder kleerscheuren terug in Porz geraken ?...Wie aan heel dit waagspel zijn erewoord durfde verbinden, moest wel lichtelijk gek zijn! En wie er geloof aan hechtte, nog méér!

 

De begrafenis van Jupp liet bij Joseph geen diepe indruk na. Hij had er de laatste jaren zo al tientallen meegemaakt aan het front. Soms helemaal volgens het boekje: op een soldatenkerkhof, met aan de groeve een groet van de kameraden en een eresalvo. Maar ook soms haastig, tijdens een gevechtspauze, rond een verse bomtrechter en zonder berkenkruis: hop en weg! Tóch had hij er steeds het gevoel bij gehad dat, met het dicht werpen van het graf, daar iets verloren ging, uit zijn leven verdween...

Jupps graf deed hem niks. Ten eerste kwam het Duitse begrafenisritueel heel vreemd over en voelde hij zich als een hond in een kegelspel. En ten tweede wist hij dat er onder de gezinsleden en de buren geen kat de dood van de beenhouwer betreurde. De man was in feite al zes jaar uit hun harde dagelijkse leven verdwenen, wat wilt ge...Al die uitgestalde ingetogenheid van mensen die hij van haar noch pluim kende was pure show! En waarschijnlijk liepen ze enkel in de stoet mee om op een goed blaadje te komen bij Erika, de nieuwe bazin van de beenhouwerij...Enfin: écht een rotdag om liefst zo rap mogelijk te vergeten...

 

Laat op de avond nà de begrafenis kreeg Erika het op haar heupen van het brallend geschreeuw in de kamers van het personeel. En de eerste die ze er op de trap tegen het lijf liep was de zwangere Krista, gehuld in wat men zou kunnen beschrijven als 'onverzorgde kledij'...Krijtwit en zwetend strompelde die als een spook de treden af, maar haalde de wc niet meer en zakte brakend op de slachtvloer ineen. Erika wist dus al min of meer wat ze kon verwachten toen ze de deur naar de mansarde opende, maar schrok toch toen ze bijna over haar comateuze opa struikelde. De twee knechten waren, elk met een fles zwaaiend, op de rand van hun bed in een schreeuwerige discussie verwikkeld met Ninya, die als een vod tussen hun voeten lag en verwezen alle verdere traktaties afweerde...

Bon, ze had genoeg gezien. Hier nog proberen orde op zaken te brengen was een zelfmoordmissie die enkel voor de zware cavalerie was weggelegd. Ze kon slechts hopen dat tegen morgenvroeg de katers zo lelijk zouden tekeer gaan, dat die zatlappen zich hun dure dronkemanseden - verdomme, dàt nóóit meer! - een tijdje gestand bleven! Ze vroeg zich echter wél bezorgd af waar al die drank vandaan kwam: zo'n zeldzaam artikel!

Joseph van zijn kant moest niet lang zoeken. Achter de ketels voor de vetsmelterij vond hij de distilleerkolf, zoals hij er in Rusland tientallen had gekend. De ene installatie was nog primitiever geweest dan de andere, maar allemaal hadden ze maïs en aardappelschillen omgetoverd in een branderig alkoolbrouwsel van boven de 90°. Aangelengd met sneeuw of hun eigen urine - zuiver een kwestie van persoonlijke smaak en plaatselijke mogelijkheden! - kon je daarmee de ellende van het front een paar uur vergeten. En of het naar ethyl- of methylalcool zweemde, merkte je enkel de volgende dag aan de pijn achter je ogen...

Erika wachtte dus ook maar tot de volgende dag vooraleer het personeel een paar huisregels te herinneren. De SS-ers en de twee vrouwen schenen weinig last te hebben van hun uitspattingen en beloofden nederig beterschap. Met Opa echter verliep de preek niét zo vlot: hij mocht zich toch gotvermiljaarde in zijn eigen kot lazarus zuipen, zonder dat aan wie dan ook te moeten vragen, schreeuwde hij! En als dat haar soms niet beviel, kon zij haar valiezen pakken! En die hoerenbok van haar idem dito! Een man zijn borrel afpakken ?? Verdomme wijf, hoe haal je het in je hoofd ?!

Erika bleef ijzig kalm: " Opa, ik wil geen geheime drankstokerij in mijn huis, verstaan ? Daar komen enkel ongelukken van. Ik heb de SS-ers de keus gelaten: die kolf afbreken of de Metzgerei verlaten. Ze willen graag blijven en hebben spijt dat een heildronk voor 'Führergeburtstag' op deze 20 april zo uit de hand is gelopen: het zal nooit meer gebeuren. Dat geldt ook voor u, of ik laat u oppakken door de Polizei! En dat zal niet enkel op klacht van illegaal drankstoken zijn, goed verstaan ?? Dat oud zeer is nog lang niet vergeten en evenmin verjaard! Dus Opa, gedraag je en we gooien zand erover! "

" Als ik bij de dood van mijn zoon nog geen borrel troost mag nemen is het vér gekomen! Je bent een slechte dochter om je vader zo schamel te eren, en je zal nergens gelijk krijgen op dat gebied, ook niet bij de Polizei! "

" Mooi zo! Dan zal die slechte dochter je maar in één adem verkondigen dat ze jouw achterkleinkind draagt! En dat ze van plan is nog vóór de geboorte van deze engel met Joseph te trouwen! Zohaast hij van zijn reis naar de kust terugkomt gaan wij samen dat bedrijf eens een flinke verjongingskuur laten ondergaan. Dan is onze Metzgerei in stevige handen en kunnen wij tenminste vol vertrouwen aan onze toekomst bouwen! "

Opa had haar met stijgende verbijstering aangestaard maar barstte toen los: " ONZE Metzgerei ? De MIJNE, zal je bedoelen! En met die kreupele Paljas trouwen kan je vergeten! Die is hier illegaal, en als hij niet binnen de maand zijn boeltje pakt, geef ik hém en heel zijn smokkelbende aan bij het gerecht, heb je dat goed verstaan ?!...En van dat bastaardkind van jou komt ook niks in huis, meisje! Zoek maar als de gesmeerde bliksem een vuile aborteur, want zo'n moedwillige schandvlek op de naam van de familie Deutinger zou jij niét overleven! ...Morgen ga ik alvast naar de Anwalt om je te onterven! Dat meen ik! Krista zal mij wel een opvolger bezorgen! "

Erika keek het oude drankorgel medelijdend aan en schudde triest het hoofd. Ze zag in dat Opa met deze tirade in feite zélf de strop rond eigen hals had aangetrokken. Hij had enkel nog een klein gemeen stootje nodig om van de schopstoel te donderen en zijn nek te breken. Kil sprak ze voor zich uit: " Bon, je hebt erom gevraagd, smeerlap! Dan is het voor morgen..."

Opa grimlachte. Maar de sukkel begreep haar verkeerd.

 

In de late namiddag viel Konrad nog even binnen om te bevestigen dat het vertrek van Joseph vaststond op 3 mei 's avonds. Hij verwachtte blijkbaar een uitbarsting van vreugde maar de gespannen gezichten van het jonge koppel deden hem aarzelen: "Of ben je misschien van gedacht veranderd en heb je nu spijt om te vertrekken ? L'amour, toujours l'amour ?"

" In tegendeel! Hoe rapper, hoe beter! Ik vrees zelfs dat 3 mei te laat zal zijn..." En Erika vertelde haar moeilijkheden met Opa, en zijn dreigementen om haar 'Chéri' als illegaal bij de politie aan te geven, en ook heel die mensensmokkel van Konrad te verklikken...Zuchtend voegde zij er aan toe: " Ik wou echt dat die zatlap zijn nek brak! "

Konrad dacht even na, en zei toen gekkend, maar met harde ogen: " Je weet, tegenwoordig is met geld alles mogelijk hé, Fraulein Erika...Vooral in mijn bedrijf : La maison ne reculle devant aucun sacrifice! "

"Dat versta ik niet, maar ik begrijp je wel...Zie jij misschien een oplossing ? Die zatlap heeft tenslotte ook jouw organisatie bedreigd, hé..."

" Dan begrijpen wij het alle twee! Dus, wanneer je maar wil, voor jou sta ik altijd klaar...Ook nadien, als Joseph met de noorderzon verdwenen is..." Met deze spottende pirouette brak hij meteen het ijs en verdreef hij op slag de hinderlijke spanning uit haar gedachten.

" Is dat een aanzoek ?" vroeg ze koket, maar Joseph kon er niet mee lachen en wierp plomp in het midden:

" Heb jij een idee hoe we zoiets best zouden aanpakken ?...Wij hadden aan een struikeldraad gedacht bovenaan de keldertrap, of een zelfmoord simuleren door ophanging , met een simpele strop aan een vleeshaak in de slagerij of aan een plafondbalk in zijn slaapkamer... Maar er loopt hier teveel volk rond om dat veilig en ongestoord te kunnen voorbereiden..."

"Maar man toch! Je zoekt het veel te ver! Je zegt dat die kerel aan de drank is ? Wel, zorg dan dat hij zich dood zuipt, dat is toch simpel! Voer hem vanavond zat en sluit hem op in zijn kamer met een paar flessen reserve ;de rest doet hij zélf wel...Binnen een paar dagen is hij van de plank! Leg hem dan in de bouwval hier aan de overkant van de straat, en geef zijn verdwijning aan...Als nadien een wandelaar hem vindt met nog een halve fles in zijn jaszak, zal er nooit iemand jullie verdenken van kwaad opzet..."

"Maar dat zou wel een héél slechte reclame zijn voor de zaak..." opperde Erika: " Kunnen we hem niet beter definitief laten verdwijnen ?"

" Zoals je verkiest, Madame la Marquise! Dan moeten we hem op een 'Rheinfahrt' vergasten...Het lijk simpelweg 's nachts in de Rijn gooien: de bezetters hebben vanaf 1 april de avondklok afgeschaft, zodat wij ongehinderd urenlang in het donker kunnen gaan wandelen! ...De stroom is voor het ogenblik erg gezwollen door de sneeuwdooi in de Alpen en het water loopt minstens aan 3 meter per seconde...Dat is een snelheid van 10 kilometer per uur, als ik mij niet vergis, of 250 kilometer op één etmaal! Binnen een paar dagen spoelt hij onherkenbaar aan in Holland, op het mooie strand van Scheveningen! ...Zo, mijn liefje, wat wil je nog méér ?!"

Joseph en Erika staarden hem perplex aan.

" Akkoord, maar hoe krijgen wij het lijk ongezien van hieruit naar de Rijn ? Da's drie-vier kilometer ver! Zelfs midden in de nacht moet dat toch opvallen! "

" Ja, op mijn schoft ga ik hem niet dragen hé! Maar ik heb een eigen 'Radtax' (bakfiets) waarmee mijn vriend al eens een strontzatte passagier thuis gebracht heeft. Die liggen ook voor dood in de zetel en hij snoert die vast aan de rugleuning ,diep tegen het wegzakken: 's nachts stelt zo'n ritje geen problemen. En die vracht vanaf de aanlegsteiger van de oude jachthaven in het water laten rollen evenmin...Als jullie maar zorgen dat de man diep in de coma ligt, zorg ik wel voor de rest...Maar begin zo vlug als mogelijk met dat zatvoeren, vanavond nog! Dan is hij morgen al niet meer in staat om ons aan te geven bij de politie. En sluit hem op in zijn slaapkamer met een paar flessen binnen zijn bereik, dan zuipt hij zichzelf wel een ongeluk...Binnen een dag of drie telefoneer ik om te weten of hij al om zeep is, en dan spreken we verder af."

" Ik snap niet waarom je dat voor ons doet ?..."

" Och, ik heb nog een schuld bij Joseph: voor hém doe ik het gratis...Maar voor jouw deel zal het je 500 mark kosten, Erika, te vereffenen in tien maandelijkse afbetalingen..." En hij lachte zó vettig, dat zij niet wist wat ze ervan moest denken...Tien maanden ?...

 

Die nacht klopte Joseph op de slaapkamerdeur van Opa om hem ter verzoening een borrel aan te bieden. De ouwe ging er eerst slechts knorrig op in, maar toen de heildronken vlotjes opeen volgden, ontspande ook de stemming tussen de twee feestvarkens verbazend snel. Na een paar uur lagen ze al vrolijk te lallen, maar toen Opa zijn lijflied aanhief kreeg Joseph toch een schok. Het was of hij vijf jaar in de tijd terug schoot, toen Jupp met Freddy in de barak van de Petré's Weihnachten 1940 kwamen vieren. De weemoedige tekst rolde als het ware zó van zijn tong...

         Alle Tage ist kein Sonntag,

         Alle Tage gibts kein Wein...

         Aber du sollst alle Tage,

         Recht lieb zu mir sein...

 

             Und wenn ich eimal tot bin,

             Sollst du denken an mich,

             Alle Tage in Weinglut,

             Aber weinen darfst du nicht! ...

 

De zatte ontroering werd Joseph te machtig en de hete tranen liepen langs zijn neus. Vijf jaren al! ... Als hij aan die mooie tijd terugdacht van zijn onbezorgde jeugd in dat warme nest in de duinen kreeg hij een krop in de keel...Ravotten met zijn broertje en de tweeling Berkenout...Dat hitsig gluren naar de meisjes...Leuke mokkels als Solange en Huguette Lemot die hij, buiten in zijn natte dromen, nooit had aangeraakt...En later zijn schuchtere kalverliefde voor Nadientje...Haar eerste tongzoen...Man-man! En de warme, compromisloze vriendschap met Arthur Birnbaum...Ach wat een heerlijke tijd was dat toen!

Maar ook: wàt een verkwisting sindsdien! Wat al doden door zijn schuld! Indien hij braaf thuis gebleven was inplaats van met zijn zotte kop naar het Oostfront te trekken! Waar hij niets verloren was, hé! Dan had Marie waarschijnlijk nog geleefd, en was Leon niet gesneuveld.. En al die mensen die hij de laatste vijf jaar aan het front om zeep had geholpen om zijn eigen vel te redden...

.En ook nu wéér: die ouwe Opa die zich voor de mooie ogen van Joseph dood ging zuipen...Per slot van rekening: waarom ?  


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
05-05-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
04-05-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 362
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C67. 

AFTELLEN VOOR HET STARTSCHOT.

 

                               PORZ, 7 maart 1946

Het was nu al een jaar geleden dat de Yanks Köln hadden veroverd en sindsdien was dat smeulende ruïnenveld langzaam weer tot leven gekomen. Nu leek het wel alsof iedereen met het naderen van de lente 'schoon-schip' wilde maken :alle straten waren weer schoongeveegd en het baksteenpuin lag ordelijk in kubussen naast de voetpaden gestapeld. Het ergste hadden ze dus ondertussen wel gehad. Alle 'ausgebombten' en ontheemden zaten nu wel weer ergens onder dak en hadden min of meer regelmatig iets te eten. Ook over het lot van de afwezige mannen geraakte men langzaam in het reine: de krijgsgevangenen van de westerse geallieerden werden binnen hoogstens één jaar weer thuis verwacht, maar wie bij de Russen zat kon nog makkelijk tot een stuk nà 1950 wég blijven...Of, wie weet, ergens in een Siberisch kamp creperen. Veel van die sukkels werden, net zoals hun officieel 'vermiste' kameraden, door hun echtgenoten afgeschreven. De foto's van de vaders en broers, die in de loop van deze bijna zes jaar oorlog aldus in de 'mist' verdwenen of gesneuveld waren, konden nu rustig verder verbleken op de buffetkast: veel tijd om te rouwen hadden de getroffen gezinnen niet .En nog langer op hun gedeukte mannen wachten kónden of wílden de meeste vrouwen niet meer ! Elke burger, die in de ruïnes van het ineengestorte naziregiem de harde winter had overleefd, wist dat het vroeg of laat enkel béter kon worden. Hier in Köln dan toch...Nog even op de tanden bijten...

Ook Jupp, die er zich erg van bewust was dat hij met de dag meer aftakelde, wilde blijkbaar met een schone lei uit dit leven vertrekken en voordien nog vlug zijn overeenkomst met Joseph afronden. En bij élke gelegenheid toonde hij nadrukkelijk zijn goede wil door gemeenschappelijke herinneringen aan Westende op te halen. Daarbij had hij rap gemerkt dat vooral de afloop van de concurrentieslag tussen de verschillende groepjes 'weerstanders' Joseph interesseerde. Na het avondmaal werd daarover dikwijls voort geboomd.

" Tijdens mijn middagdutje viel mij iets te binnen dat feitelijk nog nooit ter sprake is gekomen: die stomme affaire met de gastang! ...Provoost Heydrich heeft mij daar veel over verteld...Want daarmee is naar het schijnt heel die ruzie begonnen tussen Ustinov - of laten we de man in het vervolg maar bij zijn échte naam "Steiner" noemen - en zijn concurrenten ,schipper Pylieser en garde Calcoen..."

"Over een gastang heb ik inderdaad nog niet veel horen spreken...Wat is daar zo bijzonder aan ?"

" Méér dan je zou denken ! Dat heb ik tijdens de bezoekuurtjes in het lazaret in Den Haan van mijn drie nieuwe 'Tsjechse vrienden' vernomen ,beetje bij beetje. Wel, juist vóór je vader in '38 stierf door de ontploffing van een hoop munitie, die hij de avond voordien had uitgegraven, had Steiner die gastang naast de gedolven put gevonden. Hij zag aan de koperresten op de bek dat daarmee aan de ontstekingskoppen van die granaten was gewrongen en veronderstelde dat die tang je vader toebehoorde. Er stonden immers initialen op geschilderd, waaronder de P, voor Petré ,dacht hij... Nà de ontploffing confisqueerde de garde die tang en dié wist onmiddellijk dat het stuk gereedschap niét van Petré, maar wél van Pylieser was. Deze had daarmee sluiks de tijdsontsteking van de stapel obussen op scherp gezet en zo nadien de ontploffing veroorzaakt! "

" Maar allez ,Jupp ," wierp Joseph op: " Pylieser was een rijke schipper, die gaat toch in de duinen zijn leven niet op het spel zetten voor een paar kilo koper! "

" Koper ?! Maar man ! Daar was het hem ook helemaal niet om te doen " spotte Jupp, die van opwinding weer een pijnlijke hoestbui kreeg. Na een korte rustpause vervolgde hij krochend: " Friseur Hussak ,die alle geheimen kende van zijn klanten ,heeft me dat tijdens zijn bezoekjes in het lazaret  van Den Haan haarfijn uit de doeken gedaan...Nà de bevrijding heeft de garde, bij het gerechtelijk onderzoek tegen Pylieser, verklaard dat deze al jarenlang een oogje op je moeder had. Maar tegen mij zei Marie dat zij die vent, sinds haar huwelijk met Dis, haatte als de pest. Dat heeft Pylieser evenwel nooit belet te volharden...De schipper had blijkbaar een stevige erotische fixatie op haar, en vond met zijn zatte kop dat je vader hem de weg naar het geluk versperde! ...Hij heeft dus deze stapel granaten destijds gesaboteerd met de duidelijke bedoeling je vader te doden, en is daar blijkbaar ook glansrijk in geslaagd...Na de aanslag was je vader plots verdwenen: waarschijnlijk volledig vermorzeld en in rook opgegaan. Maar als je de achterklap van de garde mocht geloven: in paniek op de vlucht geslagen en ondergedoken bij de hoeren in Duinkerke, veilig over "de schreeve" ,de grens met Frankrijk..."

Joseph knikte gelaten :" Ik weet het: die roddel van de garde heeft ons hele gezin destijds naar de kloten geholpen. Een vader, die plots vrouw en kinderen in de steek liet, riep natuurlijk veel vragen op, niet alleen bij de dorpelingen maar ook binnen ons gezin! Leon heeft dan nog maandenlang een spoor van onze pa of van zijn moordenaars trachten te volgen, maar vergeefs...Een kind, hé: die kan zoiets nooit uitklaren..."

" Natuurlijk niet! Na een ontploffing in één klap van twintig zware artilleriegranaten blijven er niet veel sporen over en de garde had de énige materiële aanwijzing naar de moordenaar meegenomen en verdoken! Die gastang! Dat stuk gereedschap was onbetwistbaar gebruikt bij de sabotage van die hoop munitie en de beide initialen G. P. van Gerard Pylieser stonden er duidelijk op geschilderd...De garde heeft dan nog tot het laatst getracht de gendarmen te overtuigen dat die vent schuldig was aan moord, maar voor zover ik weet is de Rijkswacht, onder druk van de weerstand, daar nooit serieus op ingegaan..."

Een verstikkende hoestbui maakte een bruusk eind aan het verhaal.

 

Die zondag nodigde Erika Joseph uit om mee te gaan naar de énige bioskoopzaal van Porz waarvan het dak niet was ingestort. Ze speelden er 'Der Blaue Engel' met Marlène Dietrich en Emil Jannings. Deze oude draak uit de beginjaren '30, die destijds door het Hitlerregiem verboden werd, had wel de reputatie mee gekregen tamelijk aangebrand over te komen...Wat voor Joseph zékerlijk geen reden was om de verrassende invitatie af te slaan. En zij vond alvast dat zij, als jonge juffer, daar uit welvoeglijkheid niet alléén naartoe kon gaan...

Om de spanning wat op te drijven kregen ze als voorfilm 'Le Grand Retour' - 'Der Grosse Heimkehr' -  te slikken, de Franse documentaire in het Duits ondertiteld, over de terugkeer van twee miljoen werkslaven en krijgsgevangenen uit de nazikampen naar la douce France...Alhoewel deze operatie al een jaar aan de gang was, verliep ze bij gebrek aan transport nog steeds even chaotisch en...in hoofdzaak te voet! Volgens de film hadden de autoriteiten ook nog altijd de grootste moeite om uit die onoverzichtelijke colonnes gerepatrieerden de verraderlijke Elzassers en de gluiperige collabo's te scheiden van de patriottische weggevoerden. Joseph overwoog in stilte dat, als in België de terugkeer ook zo slordig georganiseerd was, hij wel door de mazen van het net zou kunnen glippen...  

Over de hoofdfilm zou hij niet veel voortvertellen, want Erika stak van bij de aanvang heel gewoon haar hand in zijn broekzak alvorens haar hoofd tegen zijn schouder te vleien. Toen hij verschrikt om zich heen keek, merkte hij in het halfduister dat deze verstrengeling tot de plaatselijke folklore bleek te horen! En, zeg nu zelf: wie was hij om daartegen zijn stem te verheffen ?...

Die nacht werkte Erika tot ieders tevredenheid bij hem in bed het begonnen stuk verder af. En de nachten daarop van 't zelfde, heel de week lang. Onnodig te zeggen dat ze in deze vertrouwelijke sfeer al vlug op elkaar ingespeeld geraakten, ook bij het gewone werk overdag. Alles ging goed tot Erika op een morgen, toen ze hem na het ontwaken nog even stevig omvatte, het door iedere minnaar gevreesde zinnetje eruit wierp:

" Ach du lieber, lieber Joseph, du könntest doch für immer bei mir bleiben ! "

Ja watte! Daar heb ge 't spel !...

 

Jupp en Opa hadden blijkbaar achter de rug van iedereen beslist dat de zaak dringend mankracht nodig had om te overleven, want tegen het einde van de maand kwamen plots twee kerels zich bij Erika aanbieden. Die wist van niks en het duurde wel even vooraleer Jupp uit zijn diepe siësta wakker werd en uitleg kon geven.

Inderdaad, vond hij, voor de zaak was hijzelf enkel nog een lastpost. En ook Opa kon na zijn verwonding zijn werk hoe langer hoe minder ààn. Als op de koop toe 'Jos' binnenkort zou vertrekken, kon Erika met haar twee Russinnen onmogelijk de Metzgerei nog voort open houden. Dus had Opa op de veemarkt de oproep laten rondgaan dat hij twee man zocht als slager en dito leerling, en dat hij voor de rest niet veel vragen zou stellen...Er onder verstaan: hij zocht twee politieke onderduikers (maar géén criminelen) met poten aan hun lijf (maar niét helemaal debiel) die tegen wat spuitend bloed bestand waren. Met àndere woorden: juist het profiel van ontsnapte oud-SSers met een paar jaar frontervaring...En tenslotte moesten ze respectvol kunnen omgaan met de twee Russinnen die hen de knepen van het vak zouden leren, want met aversies over en weer was niemand gediend.

Het resultaat van de rondvraag stond dus nu voor hun neus: twee pezige kerels, maar sterk vermagerd en met holle ogen die wat schichtig rondkeken...Duidelijk ontsnapte krijgsgevangenen, hoogstwaarschijnlijk van de SS. Opa voerde het woord, zei dat hij aan gezonde krachten zwaar werk aanbood tegen stevige kost, veilig onderdak en een laag beginloon: voilà jongens: dat was het ongeveer. Zonder verder veel te zeveren : te nemen of te laten.

Na nog wat detailvragen over en weer en een rondblik op de slachtvloer en in hun mansarde, werden ze een week op proef genomen. Het bleken Duits-Franstalige Elzassers te zijn, en overduidelijk blij dat ze van straat waren. Dat ze ook een mondje Russisch spraken kwam bij de twee 'meisjes' wel sympathiek over, maar bevestigde meteen het vermoeden dat ze de laatste jaren heel wat steppenstof hadden geslikt. En gezien zij met een strak uitgestreken gezicht beweerden 'Robert' en 'Bertrand' te heten, vond Opa het in die omstandigheden nutteloos verder naar hun valse familienaam te vragen...Ze kregen de zolderkamer àchter de mansarde van de Russinnen, met het uitdrukkelijk verzoek daar 's nachts hun manieren te houden. Of tenminste stil te zijn als de rest wilde slapen...

 

Toen die mannen drie dagen later hun eerste koe slachtten en die vuurproef glansrijk doorstonden, leed het geen twijfel dat de Elzassers zouden blijven. Ze hadden naadloos het gat gevuld tussen de Deutingers en de Russinnen en het kwijnende familiebedrijf plots weer op de rails gezet. Jupp en Opa waren zichtbaar opgelucht dat de dreigende teloorgang hiermee was afgewend, maar de Russinnen twijfelden nog of die mannen hun werkzekerheid niet zouden ondermijnen. Opa stelde hen echter gerust: terwijl de twee 'slagers' zorgden dat het levende beest omgevormd werd tot vier propere kwartieren, konden de vrouwen zich meer specialiseren in de verdere verwerking van de kwalitatief mindere stukken tot allerlei worsten en pasteien.

Erika bekeek de intocht van de twee 'slagers' echter met een heel ànder oog! Haar werk in de winkel werd op eerste zicht daardoor weinig getroffen, maar tóch leek ze de toekomst somber in te zien. En Joseph kreeg bij zijn volgende nachtelijke vrijage in hààr bed de primeur van haar duistere beslommeringen voorgeschoteld. Met de nadruk op hààr bed, want met al dat vreemd volk op de mansardes had Erika het fatsoenlijker gevonden dat híj in het vervolg bij hààr op verplaatsing kwam spelen...

" Verdomme, 't is om zeep hé! Hoe kunnen we voor de ouwe nu een deftige duik van de keldertrap voorbereiden met al dat volk dat hier op de vloer rondloopt! ? Als het in al die drukte toch nog zou lukken ongezien op één van de bovenste treden zo'n struikeldraad te spannen, riskeren we dat ofwel Vati, ofwel één van onze laatste aanwinsten er hun nek op zou breken! Zo is dat niet meer te doen hé! Veel te riskant! "

Natuurlijk was Joseph heimelijk blij dat zij als een springpaard vóór de plotse hindernis scheen te steigeren. Maar schijnheilig als alle minnaars troostte hij haar vlug met de dooddoener, dat de toekomst wel één of andere oplossing zou bieden als ze maar wat geduld wou opbrengen en niéts zou forceren! Ze hadden immers nog alle tijd...

Dacht hij toch.

 

Door de aankomst van Robert en Bertrand kon nu tweemaal per week geslacht worden en dat verhoogde voor de Russinnen aanzienlijk de werkdruk. En kregen ook de moordplannen van ons zondig koppel plots felle tegenwind.

Opa nam Joseph op 1 april even apart. Die stomme Ninya had bij hem haar beklag gemaakt dat haar maandloon ontoereikend werd. Zij liet verstaan dat zij - op het moment van haar indiensttreding bij de slagerij - door de naweeën van de oorlog zoals iedereen met een Spartaanse levenswijze genoegen had genomen. Maar met de stijgende welvaart wilde een mens van wat meer comfort genieten, en met haar karig loon viel zij uit de boot, beweerde zij.

" En kan je niet wat méér bijverdienen langs de kant van 'Herr Josef' ?" had Opa meesmuilend gevraagd:" Iedere avond zijn haren gladstrijken, dat brengt toch ook al wat op, zeker ? Voor een verstandige vrouw als jij is zo'n welstellende heer toch een goudmijn hé! "

Maar Ninya had gezucht dat Herr Josef voor haar al ruim een maand zijn deur gesloten hield...En daarbij wél een geshockeerd gezicht getrokken maar verder niets had willen zeggen...Bon, Opa had niet aangedrongen, maar wilde toch graag van Joseph weten of er soms iets niet in orde was...Onder mannen van de wereld kon zo'n vraag toch niet taboe zijn, hé...

Joseph had vlug iets verzonnen over het complete gebrek aan fantasie bij die Russinnen. En vooral dan bij Ninya, die al van bij het begin niet had overgelopen van wellust. Zo'n ijskoude homp vlees in zijn bed kon hij missen als kiespijn hé! ...Opa kon daar wel begrip voor opbrengen, maar een officiële loonsverhoging voor de twee vrouwen zat hem duidelijk niet lekker.

Hij moet Jupp van dit seksueel versagen op de hoogte gebracht hebben, samen met zijn gezonde achterdocht, want op een goede morgen zette de geschokte vader zijn Erika voor het blok. Onnodig af te strijden, brieste hij: hij wist dat Joseph bij haar de nacht had doorgebracht! Wat had dat verdammt nochmal te betekenen zeg ?! Zich als jong meisje zo te vergooien met de eerste de beste schooier die voor haar voeten loopt! Was dàt dan soms het resultaat van de moeizame opvoeding die hij haar had gegeven ?

" Opvoeding Vati ?! Jij ??...Welke opvoeding dan ?! Ach Mensch, höre doch auf! ...Vanaf mijn twaalfde heb je mij niet meer bekeken! In die laatste zes jaar zat je bij het leger en heb ik je hoop en al zes weken gezien, man! Was dat dan soms een speciale snelcursus pedagogie die jij me gaf ? Dan moet je nù niet over het resultaat komen klagen hé! "

Joseph was op het lawaai van hun ruzie afgekomen en nam Erika beschermend onder de arm: " Hey Jupp! Vind je mij dan werkelijk maar de eerste de beste schooier die voor haar voeten loopt ? Een beetje méér respect voor een mogelijke geldschieter zou je misschien geen pijn doen, weet je! ...En als je soms schrikt bij het idee dat je dochter in bed kruipt bij een wildvreemde, moet je maar eens terugdenken aan je eigen vunzige jaren in Westende! Of ben je dat vergeten ?"

" Wat was daar verdomme zo vunzig aan ?! Marie was meerderjarig, als ik mij niet vergis, en zelfs heel blij om met mij op te trekken! "

" Blij ? Misschien, ja: als jonge werkloze weduwe met twee jonge kinderen, die door de voedselschaarste doorlopend honger hadden, zal ze zéker blij geweest zijn met een postje in de Duitse keuken, inderdaad...En wat morele compromissen gesloten hebben om op te klimmen tot ploegoverste, okee! Maar geef toe dat jij van je positie schandelijk misbruik hebt gemaakt om hààr in bed te krijgen, zonder ook maar op z'n minst rekening te houden met de gevoelige zieltjes van haar kinderen! "

" Maar Marie was achtendertig, en Erika is pas achttien! "

" Ik was ook maar achttien toen ik jou in je blote kont op mijn moeder zag liggen pompen hé! Dat jij met die schaamteloze poepscène ons gezin om zeep hebt geholpen, heeft jou gevoel voor fatsoen blijkbaar nooit verstoord! Want wàs je met je vuile poten van mijn moeder afgebleven, dan zou ze nù waarschijnlijk nog leven, niet waar ?...En dan was ik van frustratie niet naar Rusland getrokken, met hiér het gekende resultaat! " En hij klopte nijdig op zijn houten been: " Ook de dood van onze Leon kunt ge gerust op uw rekening schrijven, hé! ...Zo bekeken vind ik dat je aardig bij mij in het krijt staat, en niet écht in de positie om mij lessen in moraal te geven, akkoord ?!"

Jupps gezicht was bleek weggetrokken, en duidelijk bezorgd dat deze zoveelste ruzie zijn financieel akkoord met Joseph zou kelderen. Met een verkrampt gezicht fluisterde hij tenslotte schor: " Laten we dan niet te lang meer wachten om onze overeenkomst te verzilveren, zodat wij beiden met een gerust geweten kunnen vertrekken, okee ? Hoe vlugger je hier je matten rolt, hoe liever ik het heb! "

Nog dezelfde avond ruilden de twee mannen, in bijzijn van Opa en Erika, hun waardevolste troeven om. Nadrukkelijk telde Joseph zijn tienduizend Reichsmark vóór hen op tafel uit, en bij iedereen scheen dat een eeuwigheid te duren. Jupp schoof hem over tafel nadien twee nauwkeurige liggingsschetsen toe ,waaraan hij blijkbaar lang had gewerkt.

Op de eerste stond: " Westende - Stella Maris - Erster Stock - Schlafzimmer der Maria." Met een vooraanzicht van de schoorsteenmantel en een detail van de gietijzeren schuif die de roetpot van het rookkanaal afdekte.

"Daarachter steekt de ronde blikken doos met de juwelenstock van de jood Polak." Opmerkelijk, dacht Joseph, dat hij die schat niet aan echtgenote Rachel toeschreef...

Op de tweede tekening stond de plattegrond van de abri onder de titel " Westende - Blockhaus der Familie Petré", met in de westelijke hoek, de gecoteerde ligging van zijn eigen goudschat. Toen Jupp daar nog wat verduidelijkingen aan wilde toevoegen, wimpelde Joseph die weg.

" Ik weet het al. Je doos zit in een metalen kist voor M.G.-kogelbanden, samen met twee handgranaten...Leon heeft er mij alles al over verteld! Ik liet het je maar uitleggen om je eerlijkheid te testen. Maar dat tweede plan mag je houden: ik heb dat niet van doen."

" Hoezo ?...Dan had je ook mijn nauwkeurige uitleg niet nodig om die schat op te graven ?...Dan had je dat toch sowieso, achter mijn rug, bij je aankomst in Westende kunnen doen, zonder mij die tienduizend mark in ruil te geven?..."

" Inderdaad Jupp. Dat heb ik vroeger ook overwogen ,weet je , want ik ben tenslotte niet hélemaal debiel. Maar noch jij noch Opa heeft het eeuwige leven en ik wil dat Erika - en niét één of andere Russische feutus - de kans krijgt die ze verdient om de Metzgerei in volle eigendom  terug op poten te zetten. En onder andere de slachterij aan te passen aan de eisen van de Gezondheidsinspectie. Zonder mijn tienduizend mark kon ze dat wel vergeten, nietwaar ?"

"Hey ! Héla ! Niet zo vlug ! Die tienduizend mark ,na de ruil ,die horen mij toe ! Gezondheidsinspectie mijn gat ja ! IK beslis wat daarmee gebeurd ,met dat geld ,und nicht die Erika ! Donnerwetter ! Ik ben nog niet dood hé !" 

"Toch bijna hé Jupp ! In elk geval ,ik geef dat geld aan Erika ! En ik heb jou niet nodig om in Westende wat graafwerk te doen ,begrijp je ? In alle vriendschap hoor..."

Niemand zei nog een woord...   

 

 


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
04-05-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
03-05-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 361
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C66.  ERIKA.

 

                                 Porz, februari '46

Konrad was een man van zijn woord: een week nadat hij als een Feniks weer uit zijn as was opgestaan, verscheen hij opnieuw in de winkel. Joseph, die in de Stube stomweg rantsoenbonnen zat in te plakken, ving hem hoopvol op: " En ? Wat voor nieuws ?"

Lachend toonde de Fransman een gouden munt in zijn open handpalm, maar kneep zijn vuist vijf seconden later weer dicht: " Tu le reconnais ?"

Joseph keek ongelovig op: " Mijn dubbele Frederik ?! Hoe kom je daar aan verdomme ?! Die Belgische korporaal heeft me die ontfutseld in ruil voor waardeloze Gutt-franken...Ik kan het bewijzen, want ik heb er nóg zo één..."

" Laat maar: ik geloof je wel. Toen ik dit stuk bij onze Belg recupereerde zei hij dat hij die gekregen had als voorschot op je reis. Ik zal hem houden onder dezelfde voorwaarden: hij is 270 mark waard. Dat dekt juist het bibbergeld van de chauffeur...Zoals afgesproken, moet je mij niéts betalen, omdat je broer aan de Oder de gewonde Gustave Dieudonné uit de vuurlijn heeft gered...Ik heb de 1000 mark, die onze Belgische vriend voor jou moest wisselen, ook teruggekregen en meteen omgezet in gezonde franken. Hier zie: 8000 Belgische en 20.000 Franse. Want de Britse colonne rijdt op Duinkerke: als je dààr afstapt zal je wel wat gepast geld kunnen gebruiken om terug in België te geraken hé...Tenzij je in Mons zou uitstappen en de rest naar Nieuwpoort op eigen kracht aflegt !"

" Neen-neen, Duinkerke is okee ! Ik heb daar ten ander nog verre familie wonen: aan de Quai du Commerce, als ik mij goed herinner..." Konrad scheen plots iets te willen zeggen, maar schudde toen het hoofd. Waarop Joseph vervolgde: " Maar hoe komt het dat die korporaal zo losjes m'n geld en m'n goudstuk teruggaf ?"

"Dat kan je beter niét vragen, vriend ! Weet énkel dat die oplichter je nooit meer zal lastig vallen..."

En hij voegde er kil aan toe: " Plus jamais !"

Er viel even een genante stilte en Joseph moest moeite doen om gewoon verder te vragen: " En wanneer zal dat snoepreisje doorgaan ? De week voor Pasen, zoals afgesproken ? Het begin van het toeristenseizoen aan de kust: dat zou mij goed uitkomen..."

" Oei-oei ! Voor het ogenblik sta je de 26e op mijn lijst, en normaal kan ik er één per week óver krijgen: dat brengt ons al direct naar...half augustus, of zoiets. Als aankomstdatum ook niet slecht ,vind ik :middenin het toeristenseizoen ben je daar makkekijk onzichtbaar...Maar moest dat telaat zijn ?...Als er ééntje van je voorgangers tussenuit valt - en dat is nóg gebeurd - dan kan ik je daar in dat gat schuiven...Maar dat wil zeggen dat je doorlopend klaar moet staan om binnen de twaalf uur te vertrekken..."

" En als ik je nóg een dubbele Frederick geef, zou er dan niemand van mijn voorgangers akkoord gaan om ,rond Pasen ,een stap opzij te zetten ? Wat denk je ?..."

Konrad grinnikte geringschattend: " Je weet toch dat ik mij niet laat omkopen hé ? Anders wordt dat een soep.. Maar we hebben nog wel even de tijd om ons óm te draaien vóór Pasen, en wie weet...Ik spring nog wel eens binnen, volgende week...Denk jij ondertussen maar even héél goed na hoe dat zit met die familie van jou, in Duinkerke, want een 'Quai du Commerce' bestaat daar niet...Wél een 'Bassin du Commerce' ,het handelsdok : de familie van Gustave woont daar in de omgeving, op de Quai des Hollandais, waar ze al jarenlang het café 'Jean Bart' uitbaten...Ook ik ben van die kant: dus als jouw familie daar óók moest wonen zou ik ze normaal moeten kennen. Hoe heten ze ?"

" Ik weet het niet zeker...'Vrooman' of zoiets, veronderstel ik...Mijn broer Leon is daar indertijd mee afgekomen, maar ik heb er toen geen aandacht aan besteed."

" Bon, als ik die ook moest kennen, kan er misschien aan dat reisplan wel iets gewijzigd worden...Salut !"

 

Over de 'liefde', die Ninya hem de laatste tijd betuigde, kon Joseph écht niet klagen. Wel niet télkens, maar toch regelmatig, ging ze in op de stilzwijgende uitnodiging van de open deur, fris gewassen en gewillig. Maar knuffelen stond blijkbaar niet in haar repertoire, al liet ze hem wél rustig zijn gang gaan...Buiten wat krolse onomatopeeën kwam het zelden tot verstaanbare ontboezemingen, want aan Duits had Ninya duidelijk een broertje dood. En na de 'ontlading' slofte ze, gehuld in haar eigen deken, zwijgend terug naar de mansarde die zij met Krista deelde...Af en toe hoorde hij de vrouwen nog gedempt giechelen bij de nabespreking...Erg begeesterend kon je dat allemaal niet noemen, maar kom...

Terwijl Erika toch duivels goed wist wat er zich onder haar dakpannen afspeelde, verbaasde het Joseph hoe ze desondanks met de dag meer ontdooide. Met een onschuldige dubbelzinnigheid kon ze reeds smakelijk lachen, en durfde zij in een zotte bui hem al eens een speelse stomp te geven...Méér niet...voorlopig...En tóch deed haar hele bedoening hem aanhoudend aan zijn blonde Nadientje terugdenken: hem éérst uit zijn schelp lokken en een bloedopdrang bezorgen ,om hem dan voor schut te zetten hé !...Ditmaal besloot hij béter uit z'n doppen te kijken...

Toch was het niet haar vrolijk gedoe dat hen de laatste weken dichter bijeen bracht. Het vooruitzicht op de toekomstige erfgenaam, die Krista aan het uitbroeden was, werkte Erika dikwijls danig op de zenuwen. Dan zocht ze bij Joseph in een vertrouwelijke bui troost en toeverlaat. En opperde ze in haar radeloosheid soms sinistere plannen die ze beter niét aan zijn neus had gehangen. Want door die met hem in gedekte termen te bespreken, leek het wel, hoe langer hoe meer,  alsof ze daarbij op Josephs hulp rekende...Tenslotte was zij maar een zwakke vrouw, hé, zonder de minste ervaring in het ombrengen van een persoon...Een loopse Russin ,zo'n hoer uit de steppen ,was weliswaar geen volwaardig mens maar toch...Vooral als zoiets vlug en pijnloos moest verlopen...Terwijl híj, met zijn jàren aan het front en de genadeloze partizanenjacht waarbij toch ook veel vrouwen omkwamen...Wié de kleine Erika juist om zeep wilde brengen bleef door haar vage zinspelingen nog in het duister: ze leek nog maar pas de mogelijkheden van één en ànder af te wegen. Als ze het op Krista had gemunt, moest ze natuurlijk zorgen dat de vrucht die haar hele erfenis dreigde te verzwelgen, 'opgeruimd' werd vooraleer dit geboren werd...Wat inhield dat de Russin binnen de twee-drie maanden een misval moest krijgen, en béter nog: er liefst zélf het leven bij zou laten...Want ànders begon dat spelletje nadien van vooraf aan.

" Krista uitschakelen is geen oplossing hé" gekte Joseph tijdens één van haar moorddadige constructies: "Want als je Opa zo geobsedeerd is door het voortbestaan van 'Metzgerei Deutinger', belet er hem toch niets zijn vaderschap aan te bieden aan iedere zwangere vrouw uit de buurt ! Zolang die maar qua fysiek en ingesteldheid aan zijn smaak beantwoordde en voor een mannelijke nakomeling kon zorgen blijft dat gevaar bestaan ! De enige goede oplossing is het kwaad bij de wortel uitroeien en je Opa het zwijgen opleggen !..." De rest van zijn spottende opmerking bleef in zijn keel steken toen hij haar duistere blik zag.

" Die oude vetzak om zeep helpen, bedoel je ? Och man, met dat idee loop ik al jaren rond, sinds hij met zijn vuile poten aan mijn lijf zat te prutsen . Maar ik kàn het gewoon niet nuchter plannen ! En het moet dan ook nog duidelijk op een ongeluk lijken ! Tijdens de geallieerde bombardementen had dit makkelijk gekund, maar de nazi's zouden mij bij het minste vermoeden van moord probleemloos ophangen, wist ik. En ook die schouderwond na zijn inzet bij de 'Volksturm' ware een goede gelegenheid geweest om hem om het hoekje te helpen: een ontsteking met miltvuur is theoretisch héél courant in ons beroep...Maar ik kon het niet in de praktijk brengen..."

" God, Erika ! Je schijn het zelfs te ménen ! Wat kan die oude man je dan jarenlang misdaan hebben ?!"

" Kan jij je dat niet inbeelden ? Mijn vader is al van '38 bij het leger en mijn moeder is in september '39 verongelukt. Sindsdien heeft Opa mij opgevoed... Op zijn manier dan: streng, met af en toe een knuffel, maar hoe dan ook overdreven...Voor het minste legde hij mij over de knie...een pak op mijn blote billen ! Maar de tranen op mijn gezicht zoende hij dan weer nadrukkelijk af...Die ouwe gek behandelde mij zowat als zijn speelpop, kwam op de meest ongelegen momenten mijn kamer binnen en zat regelmatig aan mijn lijf te frutselen...Ik was elf toen dat begon, en ik wist niet beter of het hoorde zo. Maar bij de eerste bombardementen op Köln in '41 liet hij een tweepersoonsbed plaatsen in de kelder hieronder en daar hebben we samen geslapen tot Vati vorig jaar - in de zomer van '45 -  onverwachts uit gevangenschap terugkeerde. Toen heeft die genante situatie tot een reuzenkrach geleid, maar de mannen besloten tóch dat binnen de familie te houden. Door zijn ziekte had Vati geen vrouw meer nodig, maar hij zorgde wél dat Opa aan zijn trekken kwam door de twee Russinnen binnen te halen, en zo mij gerust kon laten. Maar omdat hij kwaad is dat ik die vuile was destijds heb uitgehangen, kan Opa mij sindsdien niet meer luchten !"

" Dat is misschien ook de reden waarom hij jou met een nieuwe mannelijke 'Deutinger' wil onterven en zoveel moeite doet om het vaderschap over de borelingen van de Russinnen te verwerven..."

" Nou-nou, heb je dat alléén gevonden ?! Flink zeg ! Begrijp je nu ook waarom ik mij daartegen tot mijn laatste snik zal verzetten ? Ik werk al jarenlang dag en nacht in deze zaak en heb die in de moeilijkste omstandigheden draaiende gehouden, zelf alléén met mijn twee Franse krijgsgevangenen toen Opa bij de 'Volksturm' werd opgeroepen ! Daarom beschouw ik de Metzgerei als mijn wettelijk erfdeel en zal nooit toestaan dat die oude zot deze zaak aan twee Russische hoeren verkwanselt ! Nooit verdomme ! Wat er ook van moge komen !"

 

Ondanks zijn gezonde achterdocht merkte Joseph nauwelijks hoe de kleine Erika hem met haar 'verhaaltjes' beetje bij beetje om haar vinger wond. Haar geregelde hints, over die vieze oude vent die haar jarenlang misbruikt had, druppelden tóch gestaag als gif in zijn hersens, ook al durfde hij soms twijfelen of het allemaal wel wààr was...Misschien had zij dat verhaal wel grotendeels verzonnen om hém bij haar moordcomplot te kunnen betrekken...Maar dat zij hem mogelijk voor de fatale afloop van haar sinistere plannen zou laten opdraaien, was nog niet tot hem doorgedrongen.. En al bij al vond hij het nogal vreemd dat zij bij haar dagelijkse omgang met Opa niéts van haar dodelijke intenties liet blijken...

Ondertussen ging het met Jupp gestaag bergàf. Hij kwam overdag nog maar zelden uit zijn zetel in de 'Stube', als hij überhaupt al uit zijn bed geraakte. Erika had een bejaarde ex-verpleegster uit de buurt bereid gevonden, in ruil voor een lapje vlees, dagelijks driemaal langs te komen om haar vader te verzorgen. Hij sliep soms heel de namiddag door, maar na het avondeten hing Joseph eraan om zijn herinneringen aan Westende te aanhoren.

" Het is pas nù dat ik ten volle de smerige rol begrijp die Provoost-Oberfeldwebel Heydrich tijdens de Bezetting in al de plaatselijke intriges gespeeld heeft. Hij was immers via 'Pappy', de Ortskommantant, volledig op de hoogte van alle verklikkingen door de mensen van het dorp. En via zijn broer bij de Gestapo van Brugge kende hij het resultaat van al de 'vragenuurtjes' waaraan de opgepakte verdachten onderworpen werden. Dat maakte hem, na de overgave van de batterij en de intocht van de Canadezen, in het krijgsgevangenkamp van Koksijde tot een zéér gevreesd man voor iedere 'dorpsgenoot' die bij de Canadezen een wit voetje wilden halen ,zowel burgers als militairen...Hij wist teveel van iedereen ,zowel van de dorpelingen als van zijn wapenbroeders..."

"Ja" beaamde Joseph: "Na vier jaar gedwongen samenleven zullen de dorpelingen al hun militaire toeristen wel grondig gekend hebben ! En omgekeerd...Daarbij, door die vele relaties had niét alleen de helft van de vróúwen boter op het hoofd ! De venten idem dito ! In de dorpscafées werden aardig wat internationale zwarthandeltjes opgezet ! Ik kén dat !"

" Inderdaad: de ene al meer dan de andere ! Zo moesten Hussak en Ustinov er rekening mee houden dat Heydrich alles wist over hun moorddadige desertie via die sombere villa 'Sybaris'. En de garde werd niet graag herinnerd hoe vlot hij met Heydrich samenwerkte bij het onderzoek van stomme incidenten tussen zatte burgers en Duitse soldaten...En ook voor Pylieser vormde de provoost een bedreiging, omdat deze wist hoe de loslippigheid van de schipper aan de basis had gelegen van verschillende aanhoudingen ! Niet alleen die van Jetje en Rachel, maar ook die van fotograaf Paul Hazard en Briek Erte..."

" Hussak, de garde en Pylieser !" sneerde Joseph: " Allemaal elkaars doodsvijanden ! En Heydrich zat daar middenin, en trok aan de touwtjes als een vette spin in het centrum van het web ! Plezant zég ! Het verwonderdt mij dat hij deze dreigende situatie zélf overleeft heeft ! In zo'n kamp is een "ongeluk" rap gebeurd...Dat ware iedereen goed uitgekomen..."

" Ja...Maar zijn slachtoffers waren wel geen moordenaars ,maar ook geen willoze marionetten hé, verre van ! In de duistere leefomstandigheden van dat gevangenkamp speelde hij met zijn chantage een zéér gevaarlijk spel ! Hij bezat veel invloed maar weinig bescherming...Hij had het dan ook onrechtstreeks aan deze vreemde machtspositie te danken dat zijn slachtoffers al vlug bij de Canadezen aandrongen hem vervroegd vrij te laten en hem zelfs onder gewapende escorte terug naar Duitsland lieten begeleiden: hij wist inderdaad teveel ! Maar inderdaad :voor hetzelfde geld hadden ze hem zonder problemen de nek kunnen afsnijden !"

" Zo'n bedreigingen over en weer zijn toch niet lang vol te houden, hé ?!"

" Natuurlijk niet ! Want reeds de derde dag van de bevrijding barstte er een vete los onder de plaatselijke groepjes van nieuwe en oude weerstanders. De 'échte verzetstrijders' Hussak en Ustinov wilden toen een soort 'Volksrechtbank' oprichten, zogenaamd om de uitwassen en de chaos van de epuratie in toom te houden. Maar in werkelijkheid was het hun bedoeling om de concurrentie van Pylieser en de garde uit te schakelen. De eerste, door hem te berechten voor zijn vele verklikkingen van medeburgers tijdens de bezetting, plus de moord op Marie ! En de tweede voor een vuile streek in verband met de moord op je vader Dis Petré, in maart '38. Ze wilden daarbij mij en Heydrich als getuigen oproepen..."

" De moord op mijn vader ? Daar hebben de Gendarmen zes jaar op gezocht en nooit iets gevonden !"

" Dan hebben ze vergeten de échte misdadigers te ondervragen, want die vier kopstukken van het verzet wisten verdomd goed waarover het ging ! Maar toen Pylieser er mee dreigde de Canadese commandant in te lichten over de moorden in de Sybaris, hebben Hussak en Ustinov hun plan laten varen...Pylieser was hen ten andere vóór geweest en had Heydrich de keus gegeven tussen, ofwel een vervroegde vrijlating door de Canadezen als hij beloofde definitief zijn mond te houden, of ànders een ...heu...'ongelukkig schot tijdens een vluchtpoging' - zoals dat dan heet - indien hij het tóch zou wagen tégen hem te getuigen...Ik heb nadien van onze Heydrich niets meer gehoord...Maar toen Hussak en Ustinov mij làter in het hospitaal van Den Haan kwamen bezoeken hebben ze mij verzekerd dat onze Oberfeldwebel-Provoost gezond en wel naar een ànder kamp werd overgeplaatst in afwachting dat zijn geboortestad Aken volledig werd bevrijd...Of dat ook wérkelijk waar is zal ik wel nooit te weten komen..."

 Tegen het einde van de maand februari wipte Konrad nog even binnen om te zeggen dat hij zijn planning had kunnen aanpassen en dat Joseph aan de beurt zou komen op 3 mei in plaats van half augustus. Dat was wel een heel stuk nà de verhoopte paasvakantie, en anoniem onderduiken in de naamloze massa vreemde toeristen was er dus ook niet bij. Voorlopig toch niet, al kon er vroeger met Sinksen aan de kust al wat vreemd volk rondlopent. Maar moest er onverwacht tóch een gat openvallen begin april, dan zou hij het wel vroeg genoeg laten weten...

Wie nog het meeste schrok van dit aangekondigde vertrek was Erika. Zij realiseerde zich blijkbaar nù pas dat ze niet ééuwig de tijd had om Joseph stilletjes voor haar kar te spannen en dat ze nu vlug nagels met koppen moest beginnen slaan. Gedaan dus met dat zweverig geflirt: het werd tijd om kleur te bekennen !

De volgende avond, toen hij de slaapkamerdeur hoopvol had laten openstaan voor Ninya, wipte ze in nachtpon rap even binnen om te vertellen dat ze zojuist een mooie manier had gevonden om Opa om zeep te helpen: een struikelkoord bovenaan de steile stenen trap naar de kelder waar het smeltvet stond opgeslagen ! Zo'n klap zou die oude vent zéker niet overleven, en dat was gemakkelijk als een stom ongeluk te versieren ! Plus: ze konden hem daar lang laten liggen doodbloeden, vooraleer hem 'toevallig' te ontdekken als geen hulp meer zou baten...

" Denk er maar eens goed over na !" had zij dwingend gefluisterd, alvorens weer leuk trippelend te verdwijnen.

Bij het ontbijt verweet hij haar sissend, dat ze met haar onbeschaamd flitsbezoek achter gesloten deuren het voorgenomen nummertje met Ninya verpest had. Maar dààr lag ze niet van ondersteboven, zo te zien: " Vind je het geen reuze idee ?! Misschien kan ik vannacht wat langer bij je blijven om de gaten te vullen, wat denk je ? De gaten in ons plan, bedoel ik hé, stoute jongen !.." Zo opgedraaid en krols had hij haar nog nooit meegemaakt ! En zoals dié doordraafde zég ! Alsof ze er nog deze week aan wou beginnen !

" Hélaba ! Je wacht toch met de uitvoering tot ik veilig op wég ben naar de kust hé ?" spotte hij wat onvast: " Zoniet sta ik bij de politie onmiddellijk bovenaan de lijst van verdachten ! Wie zou aan mijn schuld durven twijfelen, als ik - de ongenode gast die de dochter des huizes verkracht heeft - in een centenkwestie met het slachtoffer verwikkeld zit en bedrogen werd met een onbestaande goudschat ! Méér moet dat niet zijn om iemand onmiddellijk hoog op het schavot te krijgen !"

" Natuurlijk zal ik zolang wachten tot je wég bent, gij bangschijter ! Als je me eerst maar helpt alles uit te kienen en klaar te zetten, zodat ik énkel maar het touw moet spannen...De rest doe ik wel in mijn eentje de dag nà je vertrek !..."

Maar hij kreeg tóch een beetje de indruk dat hij haar op ideeën had gebracht met die verdachtmakingen over 'mogelijke verkrachting' en 'dozen vol goud'..En ze het al héél gewoon vond dat hij de fatale val van Opa zou voorbereiden...

Opgepast hé ! Nie memmen ,mor remmen Gerard ! Denk aan die krolse Nadine !

 

Maar voor remmen was het blijkbaar al te laat.                      

Iedere nacht kwam Erika vóór het slapengaan eventjes buurten bij Joseph, schrijlings zittend op zijn stoel of gezellig ineen gedraaid aan zijn voeteneind. Dat tot dààr toe...Maar haar nachtponnen leken steeds korter te worden en het décolleté steeds losser open te vallen. En daarenboven kreeg ze de onhebbelijke gewoonte met haar volle hand in die halsuitsnijding te zitten en kwasi onnadenkend in haar oksel te moeten krabben. Dat daarbij soms een bruine tepel kwam piepen, moest hij maar lijdzaam op de koop toe nemen. Het was té duidelijk waar zij op aanstuurde, en tenslotte dacht hij: " Verdomme, waarom ook niét ?!"

En vanaf de eerste week van maart kon hij Ninya de bons geven: de slaapkamerdeur ging op slot zohaast Erika binnen was, en ging pas weer open nadat de valse maagd zwetend haar bekomst had gekregen...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (11 Stemmen)
03-05-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
02-05-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 360
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C65 .  EN WEERAL NIEUW LEVEN.

 

    Porz, januari '46.

Vreemd genoeg lag het plotse wegvallen van de mensensmokkelaar Konrad aan de basis van de geleidelijke verzoening in het gezin Deutinger, en Joseph speelde daarbij welwillend voor de 'postillon d'amour'. Hij begon al met tegen de drie kemphanen duidelijk te zeggen, dat de afgesproken geldruil énkel zou doorgaan indien hij tegen Pasen naar de Vlaamse kust kon vertrekken...Om dit plan te doen lukken mocht iedereen dus wel een stevig tandje bijsteken, hé !

En op dàt gebied zat Opa al in nauwe schoentjes omdat van zijn frivole inbreng in de overeenkomst - de beloofde vlotte inwonende "animeermeisjes" - niets meer te merken viel. Joseph had hem een paar dagen na nieuwjaar nog gevraagd hoe het daar nu feitelijk mee zat: kreeg hij vanavond nog een gretige vrouw in zijn bed of niét ?! Als de twee Russinnen onvoldoende geestdrift toonden ten overstaan van zwoele nachtarbeid, had de Ouwe ze verdomme maar buiten te gooien ! Of was hij soms bang van het 'Syndicaat-Der-Preutse-Ostarbeiterinnen' ?? Er dwaalden toch genoeg gezonde vrouwen rond die graag aan deze voorwaarden - kost, inwoon en 'gezelligheid' - in de Metzgerei zouden willen werken ! Maar Opa kon enkel zweren dat hij zijn uiterste best zou doen om Ninya over te halen tot meer spontane leute met de welstellende leden van gastgezin Deutinger. Krista, die zogenaamd zijn kind droeg, kwam daar echter sowieso niet meer voor in aanmerking, vond hij...Zielig...

Erika zat ook in de tang. Zij had zichzelf immers opgeworpen als de 'Grote Reisorganisator' die zijn tocht naar de kust op poten ging zetten. Deze trip vormde de basis om de geldruil überhaupt mogelijk te maken. Doch ook in hààr hoek heerste, sinds de arrestatie van Konrad, complete radiostilte, misschien in de hoop dat bij hém de 'drang naar het Westen' wel zou wegebben. Het was natuurlijk goed te begrijpen dat zij zijn hulp bij de administratie niet graag zou verliezen en daarom niet gehaast was om een nieuwe 'Konrad' te zoeken...Maar Joseph kreeg de indruk dat zij hem evenééns als kameraad steeds meer waardeerde. En de manier waarop zij de laatste dagen glimlachend naar zijn blik viste, soms de rug rechtte en met haar leuke bumpers tegen haar witte schort duwde... Echt "flirten" kon je het nog niet noemen, maar tóch...Moest hijzelf wat willen aandringen ,ze lag zó bij de solden ,gegarandeerd ! Maar hij had zich voorgenomen om bij de vrouwen niet meer onnozelweg achter zijn fluit te lopen  :parool was "Rijden en omzien" ,en met de handrem op !

Die situatie deed hem onweerstaanbaar aan Nadientje denken, zijn ex-liefje van Westende...Die had hem ook eerst uit zijn reserve gelokt met haar koplampen, om hem nadien des te beter met een knobbel in zijn broekspriet voor schut te kunnen zetten ! Oppassen dus met die prille Erika, ook al was hij nù niet meer de naïeve melkmuil van weleer ! Maar zou hij, met zijn 'vrouwenkennis' van de laatste jaren, niet toch eens héél voorzichtig een visje kunnen uitgooien en zien hoe ze reageerde ?... Louter voor het spel, natuurlijk, want voor de stevige boerenkost, die Krista normaal in bed opdiende, kwam zij vanzelfsprekend niet in aanmerking...De eerste weken toch niet...Wel jammer, want dat zou verdomme verrassende perspectieven kunnen openen...Zoiets in de zin van: na de volbrachte wraakraid op Westende, letterlijk beladen mét goud naar hier terugkeren om dan als alom gegeerde partij met Erika te trouwen ??...Want tenslotte :het kind was niet zonder middelen ,gezond van lijf en leden en niét van de lelijkste ,waar nog geen Russen op hadden gezeten...En hoe dan ook ,zij was zonder twijfel de toekomstige bazin van een veelbelovende beenhouwerij waar hij veilig in het achterland de Belgische Justitie een neus kon zetten...Aanlokkelijk op eerste zicht, al viel dat moeilijk te rijmen met haar plan om hém het kind van Krista in de schoenen te schuiven ! Die wijven met hun streken ook altijd :nooit kunt ge die eens eerlijk vertrouwen verdomme !

Ook Jupp stond volledig bij hem in de schuld, nu Konrad was weggevallen. Maar door de terminale ziekte van de man kon Joseph hem moeilijk aan zijn beloftes houden. Jupp had in zijn ogen enkel nog wat waarde als de allerlaatste getuige ten laste van de misdaden die een paar 'Witten' bij de bevrijding van Westende hadden gepleegd. En telkens de gelegenheid zich voordeed trachtte hij dan ook hem over te halen om te vertellen hoe deze kluwen van intriges tot de moord op zijn moeder hadden geleid.

Op een donkere namiddag na nieuwjaar kreeg Joseph Jupp weer aan de praat.

"Hoe zat dat ?" vroeg hij: "Volgens Leon kreeg schipper Pylieser het vanaf eind '43 regelmatig aan de stok met die haarkapper Hussak en die 'Kozak' Ustinov, en zou die laatste hem dikwijls in plat Nieuwpoorts uitgescholden hebben ? Wat is daar van aan ?"

" Ja, de brutale uitvallen van de schipper  tegen die zogenaamde 'Duitsers' zullen de populariteit van Pylieser bij de lokale bevolking wel erg opgekrikt hebben. Of hem minstens in de ogen van de àndere caféklanten tot een soort superweerstander verheven hebben. Helemaal ten onrechte trouwens, want Hussak wàs helemaal geen Duitser maar een Tsjech ,terwijl Ustinov voor 'Kozak' doorging maar verdacht goed "Westends" brabbelde ,wat dat ook mocht betekenen...Bovendien draaide hun geschil  enkel rond een soort 'verzetsbelasting', die de clandestiene communistische cel van die 'Kozakken' wilde opleggen aan de plaatselijke oorlogswoekeraars om daarmee hun eigen krijgskas te spekken. Zo hadden ze een paar rijke boeren en vette rederijbazen in de tang . In het begin had Pylieser inderdaad betaald, zogenaamd uit sympathie en steeds via tussenpersonen en onwetende kinderen. Maar op den duur werd dat een ware afpersing en deed de schipper bij mij zijn beklag tegen het 'Onduits' gedrag van Hussak en Ustinov...Daarop heb ik die twee onnozelaars tot meer voorzichtigheid aangemaand: als hun ondergronds gedoe ter ore kwam van een nazi of van onze commandant dan vlogen zij onmiddellijk tegen de muur ! Ik heb met mijn discretie hun erkentelijkheid verworven, wat mij nadien geen windeieren heeft gelegd...Later hoorde ik van Pylieser dat ze hém met de dood hadden bedreigd als hij over die afpersing nog met één woord durfde reppen ! Want zo'n engeltjes waren die gasten nu ook weer niet..."

" Als ik jou zo hoor, krijg ik de indruk dat er daar bij ons in Westende nogal wat 'Witten' rondliepen, zeg !"

" Ow-ow, niet overdrijven hé ! Wat noem je 'Witten' ? Mensen die na de Britse invasie in Normandië aan den toog steeds openlijker hun sympathie voor de Tommy's lieten blijken ? Die werden steeds talrijker, ja, maar die toonden tegen ons geen openlijke vijandigheid hoor ! In de café's kenden wij praktisch de meeste schreeuwers van het dorp, maar tegenover ons bleef dat bij wat lacherig plagen en twijfelachtige humor...Maar als je met die 'Witten' de gewapende weerstanders bedoelt - de "Banditen" zoals wij ze noemden - mannen die aanslagen en sabotage pleegden...Nee, die kon je in heel de kustregio op je tien vingers tellen...Onze Chef-Provoost Oberfeldwebel Heydrich kreeg die namen via zijn broer die op de Gestapo in Brugge werkte, én via de Feldgendarmerie in Oostende, kwestie van die personen discreet in 't oog te houden... Maar Heydrich zal ze natuurlijk niet allemààl gekend hebben, hé ! Zo was hij blijkbaar erg verrast toen na de moorden in de 'Sybaris' bleek dat Friseur Hussak een bende gevaarlijke desperados leidde waar hij niets van vermoed had..."

" Maar wie had er dan bij de intocht van de Canadezen de leiding over de weerstand in Westende ?"

" Leiding ?! Doe me niet lachen ! Van één of andere "hogere leiding" bij de Witten hebben wij nooit iets gemerkt ,ondanks de joviale loslippigheid waarmee we na de uren met de drinkebroers omgingen. We wisten natuurlijk wél dat nà de landing in Normandië elk café met zijn vier-vijf stamgasten stoer een eigen 'bezopen colonne' had opgericht, die na de bevrijding aangedikt werd met iedere dorstige klant die er toevallig een pint kwam drinken op de goede afloop ! Meestal om zichzélf wit te wassen ! Die café's trachtten elkaar in manhaftige baldadigheid te overtroeven, maar trokken zelden aan hetzelfde zeel. Zo heeft Ustinov nog tijdens het bevrijdingsgevecht de garde van Westende aangeklaagd, omdat die hem jaren vóór de oorlog valselijk beschuldigd had van een moord... Het had iets te maken met de Spaanse Burgeroorlog, maar niemand begreep er het fijne van...Het is dan ook niks geworden."

Joseph schrok op, alsof hij een belletje hoorde rinkelen: " Wat is dat van die moord en de Burgeroorlog ?! Leg dat nog eens uit !"

" Och, ik weet het niet zo goed meer...Het was allemaal zo verward en ik ben nu te moe om me nog ernstig te kunnen concentreren...Morgen misschien...Ik weet wél dat je énkel Hussak met zijn 'Kozakken' een echte eenheid kon noemen ,gewapend bovendien. Maar door de algemene chaos bij de Bevrijding gaven die er al na een week de brui aan, en lijfden zich vrijwillig in bij hun Canadese bevrijders, de 'Essex-Scottish Riffles' om mee te gaan vechten voor de verovering van de Scheldemonding...Daar zijn zelfs nog drie van die 'Kozakken' gesneuveld, dat ik weet..."

 

Die nacht, toen die geheimzinnige uitspraak over de Spaanse Burgeroorlog nog door Josephs hersens spookte, kreeg Ninya het plots in haar kop om aan de dwingende oproep van Opa gevolg te geven. Waarschijnlijk had ze het ook te koud in haar eigen bed, want ze schoof zonder veel complimenten en half bevroren bij Joseph onder de wol. Maar als je er het fijne van wil weten: een échte romantische hoogvlieger werd het niet, hoor...

 

Vreemd genoeg bleek Erika bij het ontbijt al op de hoogte van zijn nachtelijke diepvriesprestatie met Ninya, want ook hààr humeur leek getroffen door een koudegolf.    

Kil viel ze met de deur in huis: " Ben je nog altijd van plan om eind maart naar je Vlaamse kust te vertrekken ?"

" Natuurlijk ! Als jij tenminste op tijd een nieuwe smokkelaar op de kop kunt tikken die me over de grens helpt. Dat heb je toch beloofd, weet je nog ?! Damals..."

Die stoot onder de gordel leek ze niet te horen.

" Dus je laat hier alles in de steek, ook je liefjes van één nacht en het kind dat je bij hen maakt ?! Wat een fijne meneer ben jij, zeg ! En alsof één kleine bij die Krista nog niet genoeg is, bespring je nu ook die Ninya als een beest ! Ik schaam me in jou plaats !"

Joseph viel van hoog: " Wat krijgen we nu ?! Je weet heel goed dat Krista niét mij, maar wél je Opa chanteert met een zwangerschap die, tussen haakjes, misschien niet eens bestaat ! Want tot nu toe hebben we énkel haar woord voor die blijde gebeurtenis, maar geen énkel bewijs ! En aangezien jouw Opa al a-priori akkoord is om het vaderschap op zich te nemen indien zij een zoon zou baren, zie ik niet goed wat je mij daarin wil verwijten !...Wat heb ik daar in godsnaam mee te maken ?!"

" Je hebt toch bij Krista geslapen hé ?!"

"Natuurlijk ! Verschillende keren zelfs, maar nog veel te weinig ! Vergeet niet dat deze 'Gemütlichkeit' deel uit maakte van de overeenkomst waaraan jij je steentje hebt bijgedragen en je garantie hebt gegeven. Onnodig nu de preutse maagd uit te hangen hé ! Of geloof je soms nog in de bloemkool ? De bloempjes en de bijtjes ? Ik begrijp niet wat je me wil verwijten !"

" Wat ik je verwijt ?! Dat je, na Krista bevrucht te hebben, nu je driften op Ninya botviert, goed wetend dat je sowieso binnen drie maanden met de noordenwind gaat vertrekken ! Haar laffelijk in de steek laat, of ze nu óók zwanger wordt of niet ! Mooi hoor !"

" Maar meisje toch ! Begrijp je het spel nog altijd niet ? Ten eerste is Ninya een tien jaar ouder dan jij, en weet ze héél goed waar Abraham de mosterd haalt ! En ten tweede kan niemand haar écht verplichten bij mij in bed te duiken ! Als ze bij mij komt, weet ze dat ze daar zwanger van kan worden. Ik veronderstel zelfs dat ze het opzettelijk doet óm zwanger te worden ! Want eerlijk gezegd kan ze om een kind te krijgen ,technisch niet rotsvast op die oude Opa rekenen, hé, en op de stervende Jupp al helemààl niet. Dus welke stijve piet blijft er hier nog over in huis ?...Bibi ! En stel dat ik er in slaag haar zwanger te maken, wie zal er dan zielsblij zijn met dat tweede kind, denk je ? En wie zal, als het een jongen wordt, daarvan onmiddellijk het vaderschap opeisen, denk je ?...Juist, je Opa ! Want die man is bezeten door de drang om de naam 'Metzgerei Deutinger' te laten voortbestaan...Op jou kan hij daarvoor niet rekenen...Tenzij " voegde hij er spottend aan toe: "je een mannelijk kind zou krijgen van een onbekende vader - zoals ik bij voorbeeld hé ! - of van een smeerlap die het weigert te erkennen. Dan kan die kleine je eigen naam Deutinger dragen..."

" Nou-nou, je schrikt voor geen nachtwerk terug, zo te zien: nu moet je al het nageslacht van drie vrouwen verzekeren !" gekte zij: " In elk geval bedankt voor het aanbod: ik zal het in gedachten houden...Maar nu even ernstig: als ik het goed begrijp tel ik in Opa's ogen al niet meer mee om bazin te worden van zijn slagerij? En rekent hij énkel op de Russinnen waarbij jij als fokstier een jongentje moet verwekken aan wie Opa zijn naam en zijn bedrijf kan nalaten ?..."

" Nalaten, nalaten ! Jij denkt dat die Russinnen op je erfenis azen, maar daar geloof ik geen blaas van !... Luister, in eerste instantie willen die vrouwen hiér een kind krijgen dat door een Duitse vader erkend wordt, énkel en alleen om zó aan gedwongen repatriëring naar Rusland te kunnen ontsnappen. Ze hebben 50 % kans dat Opa voor dat vaderschap wil tekenen, want die wil enkel een jóngen. Als het een meisje wordt, zoeken ze wel een àndere peer om te tekenen. Ik kom daarvoor niet in aanmerking want ik ben geen Duitser, en de dames zijn daar zéér goed van op de hoogte...Daarom doen ze ook geen énkele poging om mij óp te vrijen - noch vóór, tijdens of nà - en gebruiken ze mij énkel als een gieter om af en toe hun bloempje te besproeien. En daar kan ik mee leven: beter zó aan mijn trekken komen dan buitenshuis naar de hoeren te moeten lopen ?!"

" Daarmee is jou probleem mooi opgelost hé ! Maar ik blijf zitten met één of twee vreemde foetussen die de helft van mijn erfenis gaan opvreten !!"

" Zover hoeft het toch niet te komen...Ik durf te wedden dat het mogelijk moet zijn het bedrijf tijdig - bijvoorbeeld bij de dood van Jupp - om te vormen tot een naamloze vennootschap 'Metzgerei Deutinger'. Dan blijft de naam bestaan zoals je Opa wil. En als jij daarin 99 % van de aandelen bezit, kan die erkende Russische zuigeling met zijn 1% de vloer aanvegen ! Indien je Opa jou deze oplossing zou weigeren, bestaat de kans nog altijd dat hij op één of andere manier dat kind tóch niet erkent...Bijvoorbeeld, ik zeg maar iets: indien hij vóór de geboorte gewoon in de onmogelijkheid zou verkeren dat document te ondertekenen...Hij is niet meer van de jongste, en die zware wonde aan zijn schouder heeft zijn gezondheid volledig geknakt. Zo'n man kan ieder ogenblik ongelukkig vallen of een beroerte krijgen...Of zelfs gewoon voortijdig sterven..."

Zo, het fatale woord was gesproken en het zaad voor een gezinsdrama uitgestrooid. Laat de spanningen nog wat stijgen en binnen de zestig dagen vallen er doden...

 

Het 'nieuwe leven' in Krista's buikje legde zodanig beslag op alle normale toekomstplannen van de Deutingers, dat de verdere aftakeling van Jupps gezondheid er bijna door vergeten werd. De donkerste wintermaand had hem nu ook nog met een verkoudheid opgescheept, die zijn teloorgang nog zieliger maakte. Misschien juist omdat de man zijn einde voelde naderen, nam hij iedere van zijn zeldzame opflakkeringen te baat om zijn geweten te zuiveren en zijn herinneringen door te geven. Joseph profiteerde ervan om dat laatste raadsel over de Spaanse Burgeroorlog en de valse beschuldiging van moord weer op te rakelen.

" Wat je me laatst vertelde, over een vent die ruzie kreeg met de garde van Westende en daarom naar Spanje vluchtte, heeft bij mij een belletje doen rinkelen...Kan je me dat wat beter uitleggen ?...Heeft die Kozak Ustinov onze garde van een moord beschuldigd, of hoe zit dat ?"

" Neen, in tegendeel ! De garde moet vroeger die Ustinov gekend hebben - ik weet niet waar en hoé ,maar wél een héél stuk voor de oorlog - en hij heeft er toen serieus ruzie mee gekregen, vermoed ik. De reden lag naar het schijnt bij een dodelijk ongeluk dat de garde zou veroorzaakt hebben en dat hij in de schoenen van die vent heeft geschoven. Die is toen in paniek op de vlucht geslagen en in de Spaanse Burgeroorlog beland. Na lange omzwervingen is die Ustinov jaren later als 'Kozak-in-Duitse-dienst' tenslotte weer op dezelfde garde gevallen in Westende. En bij de bevrijding bleek onze Kozak plots de chef van 'Echte Weerstanders' te zijn en die heeft de garde op het matje geroepen voor dat vroégere ongeval waarvoor hij naar Spanje was moeten vluchten..."

Joseph had met stijgende afkeer naar Jupps verhaal geluisterd en onderbrak hem met een verbeten snauw: "Verdomme ! Nu zién ik het ! Da's onze schoenlapper van voor de oorlog ! Dinges ,verdomme ja ,hoe heet die weer...Steinmann of zoiets ? Of Stein ? Ja Steiner ! Steiner natuurlijk  ,dien Ustinov van m'n kloten !! Ongelooflijk !... Dat verklaart meteen waarom die zogenaamde Ustinov in het platste Nieuwpoorts tegen Pylieser kon uitvliegen ! Dien Steiner had daar voor de oorlog verdomme twee jaar gewoond ! Is er dan niemand geweest in Westende die in Ustinov hun vroegere schoenmaker heeft herkend ? Steiner ? Nooit horen vernoemen ? Ik kan het zelf nauwelijks slikken, maar jouw verhaal klopt als een bus met wat ik als jonge gast persoonlijk beleefd heb ! Onze garde en die Steiner waren alle twee betrokken bij de dood van mijn vader, bij toeval misschien, en een échte moord zal het ook wel niet geweest zijn. Maar onze garde liet wél uitschijnen dat die Rooie Steiner onze 'zwartzak' van een vader had vermoord...Als anarchist, die in ons boerengat reeds zo'n slechte reputatie had, was Steiner de ideale verdachte ,en om aan het gevang te ontsnappen is die toen voor alle zekerheid naar Spanje gevlucht...Maar wat ge zéker niet zult geloven: jaren later heb ik die vent nog tweemaal teruggezien in Rusland !! Eerst toen hij mij aan de Wolchov gevangen nam, maar mij herkende en opzettelijk weer liet ontsnappen. En nadien toen hijzelf, als Russische krijgsgevangene in die Wolchov-kessel, met mijn hulp overliep naar troepen van de Wit-Russische generaal Vlassov...Om maar te zeggen dat ik met die kerel een zeer complexe relatie heb..."

" Je zult wel niet de enige zijn ! Want die Ustinov, - of noem hem Steiner als ge wilt - is mij in het hospitaal van Den Haan nog een paar maal komen bezoeken. Sjiek nietwaar ?! Maar toen ik hoorde dat hij zijn vrienden in de 'Villa Sybaris' had vermoord heb ik hem wat op afstand gehouden. Toch heeft hij mij aan mijn ziekbed uit de doeken gedaan hoe die ruzies tussen hém, de garde en schipper Pylieser is ontstaan. Want bij de bevrijding bleek dat zij alledrie rivaliserende groepjes van de Weerstand aanvoerden ! Hij ,met zijn 'Kozakken' waren het best bewapend ,de garde vertegenwoordigde zowat het officiële gezag onder leiding van de Rijkswacht, en reder Pylieser voerde het hoge woord bij de 'Vaderlandse Vissers' van Nieuwpoort, waarvan hij beweerde de grote geldschieter te zijn geweest..."

" Pylieser verdomme ! Nóg zoéén ! De Grote Weerstander ?!"

" Ja, die heeft zich tijdens de bezetting langs alle kanten goed ingedekt ! In mijn ogen was hij eerder een karakterloze leverancier van vis voor mijn keukens die mij altijd naar de mond praatte. En ook een lafaard die, om zichzelf te redden, gewetenloos ànderen verklikte, zoals Jetje en haar vriendin Rachel...Maar met zijn woekerwinsten heeft hij, naar het schijnt, ook veel onderduikers geholpen, en zich met zijn zwart geld een onkwetsbare positie verworven bij de 'Vaderlandse Vissers'..."

" Maar wat heeft hij met de dood van mijn vader te maken. Die twee kenden elkaar nauwelijks !"

" Wacht, nu herinner ik mij wat de garde beweerde ! Lang voor de oorlog heeft Pylieser vergeefs geprobeerd uw moeder te charmeren en daarbij stond uw vader ,Dis ,hem in de weg...En jaren làter moet  Pylieser in een zatte bui dan in de duinen met een gastang een hoop oude munitie gesaboteerd hebben, die je vader had uitgegraven. Hij hoopte daarmee uw vader als liefdesrivaal met een ontploffing uit te schakelen en dat is effectief gelukt. Maar ook als weduwe moest uw moeder niets van die Pylieser hebben en is ze een relatie met mij begonnen, wat bij de bevrijding tot haar dood heeft geleid. Wraak van een afgewezen minnaar..."

" Maar wat komen Steiner - of noem hem Ustinov - en de garde dan verdomme in deze duistere affaire doen ?"

Jupp schudde moe het hoofd :" Ik heb het daarjuist toch al in grote lijnen uitgelegd! De garde had uit drankzucht nagelaten die hoop oude granaten, die door uw vader waren opgegraven en door Pylieser gesaboteerd werden, veilig af te schermen... Steiner wist van dat schuldig plichtsverzuim van de garde - maar niets van de sabotage door Pylieser - en toen dat boeltje ontplofte, dreigde de garde in zijn leugens te stikken. Uit vrees dat Steiner hem zou verraden heeft hij die aangezet naar Spanje te vluchten, en kon nadien gemakkelijk alle schuld in diens schoenen schuiven. Steiner werd dan hier bij verstek van moord beschuldigd, kon daardoor na het einde van de Spaanse burgeroorlog niet terugkomen naar België en zocht als communist zijn toevlucht in Rusland. Dat jij hem daar tot tweemaal toe tegen het lijf liep, is dus geen vérgezocht mirakel, maar wél een bovenwonderlijk toeval ! En dat hij met zijn Kozakkeneenheid -infeite lauter samengesteld uit Russische overlopers - tenslotte weer in Westende aanlandde, grenst helemaal aan het waanzinnige...Je moét daarin wél de tussenkomst van de Almachtige erkennen !"

Joseph zag in die laatste devote oprisping van Jupp een teken dat de man zijn einde voelde naderen en drong daarom uit tact niet verder aan.

 

Maar de wonderen waren inderdaad de wereld nog niet uit ! Dat bleek ook al toen Opa op de veemarkt vernam dat de Franse 'mensensmokkelaar',- in dat grijze milieu gekend als 'Konrad' -, ontsnapt was aan het gerecht ,waarschijnlijk door omkoping. De ouwe heer Deutinger had nog de tegenwoordigheid van geest om onmiddellijk te lanceren dat hij de jonge man graag zo vlug mogelijk wilde ontmoeten...Een fles in de branding...

Maar twee dagen later stond die Konrad effectief in de winkel. Of Joseph nog in zijn "reisdiensten" geïnteresseerd was ? Want hij wist dat tijdens zijn voorhechtenis een ànder smokkelnetwerk zijn klanten had afgesnoept...

" Meine Ehre ist Treue !" zei Joseph theatraal, en de oud SS-er knikte goedkeurend: " Volgende week laat ik je over onze afgesproken reis meer details weten, want ik werk nu met de Tommy's. De Belgen waren te onbetrouwbaar en ik heb héél dat net opgeruimd. Zéér grondig opgeruimd !"

Zo, er kwam opnieuw leven in de brouwerij !


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
02-05-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
Archief per week
  • 18/11-24/11 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 27/11-03/12 2017
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !
    Inhoud blog
  • Deel 400
  • Deel 399
  • Deel 398
  • Deel 397
  • Deel 396

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!