" De Afrekening"
Een West-Vlaamse oorlogsthriller in afleveringen
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
31-10-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 374
Klik op de afbeelding om de link te volgen

D09. WRAAKLUST EN GOUDKOORTS.

 

                     Sinte-Kruis, lente '46.

Het interneringskamp van Sinte-Kruis bij Brugge leek op geen énkel 'Lager' dat hij in zijn vroegere militaire loopbaan had gekend. Nochtans over het leven in barakken moesten ze hem niets meer vertellen ! Toen hij als jonge rekruut van het 'Vlaams Legioen' zijn opleiding kreeg in het reusachtige Poolse legerkamp van Debica, of in Arys in Oost-Pruisen, of nadien in die twee ijskoude Letse legeroefenplaatsen: nooit had hij de beklemming gevoeld die hem hier naar de keel greep. Ondanks de moordende tucht die er toén aan het Oostfront heerste, had hij zich altijd door het groepsverband min of meer geborgen gevoeld, aan het handje geleid en beschut...En alhoewel hij destijds geen voet scheef kon zetten zonder door een instructeur bars tot de orde te worden geroepen, was hem van die àndere kampen steeds een vredige gevoel bijgebleven door de eindeloze vrije natuur rondom, de ruisende bossen, de blonde duinen en de purperen hei...Stomme romantiek, besefte hij nu, dàt wel...

Hier in Sinte-Kruis integendeel keek je overal op prikkeldraad en hoge grauwe baksteenmuren. En énkel de afgebladderde camouflageverf op de dertig houten barakken en de oude stenen gebouwen van de administratie kon met veel goede wil de illusie verwekken van een groen decor...Zelfs grassprietjes waren er niet meer te vinden: naar men zei allemaal opgevreten door de gevangenen tijdens de eerste hongerwinter...Maar aangezien hij bij zijn 'entrée' nu wél een gedeukte soldatengamel gekregen had, bood dat toch een vooruitzicht op gratis eten...En daar bovenop gaven ze hem ook nog een slaapplaats: nummer 36 in 'barak 7'...Wat hem van mens kortweg omtoverde tot 'numéro 736', aangezien hier alles rond cijfers en getallen draaide...

Maar buiten eten en onderdak stond hij voor zijn verdere overleving volledig op eigen wankele benen. Bij wijze van spreken toch ,want hij hàd er tenslotte maar één over...Langs de kant van de pensiongasten was er geen enkel groepsverband dat hem opving, om van enige óntvangst nog te zwijgen...Hij kwam bij een massa gore en slonzige individuen terecht, uitgeteerde navelstaarders die énkel wanhopig bezig waren met hun eigen onzeker toekomst en triestige lot.

Voor de 'collega's' was iedere nieuwkomer enkel interessant als bron van vers nieuws uit de buitenwereld. Maar aangezien hij, na een jarenlang verblijf in de verre vreemde, enkel een paar dagen geleden terug in België was aangeland, zakte zijn nieuwswaarde al meteen onder nul ! Erger nog: hij moest verdomme hiér vernemen dat de Ijzertoren onlangs voor de tweede maal ongestraft gedynamieteerd werd door de superpatriotten ! En dat die nog geen maand geleden ook dokter Borms hadden gefusilleerd: een zieke oude man, vastgebonden op een stoel...Geconfronteerd met zoveel bloeddorst kreeg zelfs het kleine grut hiervan koude rillingen op de rug. Als 'Brussel' zelfs voor een verachtelijke moord op een tandeloze Vlaamse leeuw niet meer terugschrok, dan moest de kleine garnaal vanwege de procureur ook op niet veel mededogen hopen.

Het duurde een paar dagen voor hij zich aan het ritme en de geest van het kampleven had aangepast. En voor het eerst in zijn bewogen jeugd drong het tot hem door dat hij écht 'gevangen' zat, niét in het web van een geordende en geroutineerde staatsjustitie ,maar overgeleverd aan de machtsgeile willekeur van een bende losgeslagen debielen...Die gelegenheidsbewakers waren er blijkbaar énkel op uit hun korte machtspositie zo rap mogelijk te verzilveren! Want làng kon dat grapje niet meer duren. Immers, in de buitenwereld groeide, ondanks het overheersende hoera-patriottisme, langzaam de kritiek van eerlijke burgers, die het corrupt geknoei van 'de justice' in de kampen aan de grote klok durfden te hangen...

Jammer genoeg hadden deze verdedigers met hun kritiek geen poot om op te staan, aangezien de geïnterneerden opgesloten zaten in een volledig gerechtelijk vacuüm. Tegen de meesten die destijds door de straatrepressie waren opgepakt moest het dossier met de aanklacht nog worden opgemaakt. Velen waren nog niet eens officieel in verdenking gesteld, laat staan dat een onderzoeksrechter hun 'geval' al eens van dichtbij had bekeken...Maar ondertussen zaten ze wél al bijna twee jaar in het kamp opgesloten ,in "verzekerde bewaring" zogezegd :of "Schützhaft" ,zoals ze dat over de Rijn noemden ! Af en toe werd er wel eens een gelukzak 'gelost', zó maar, door voorspraak van een dorpspotentaat of sluiks vrijgekocht door zijn rijke familie tegen een flinke 'borgsom'...Maar het gros wachtte lijdzaam af wat de dag van morgen zou kunnen brengen...En veel goeds verwachtten zij meestal niet.

Joseph kreeg moeilijk contact met zijn mede-geïnterneerden, omdat niemand wist hoe diep hij in de stront zat, en men er niet op uit was om voor de vriend van een mogelijke massamoordenaar door te gaan ! Wél kwam hij na een discrete benadering van zijn buurman - nummer 734 - te weten dat hij best zo vlug mogelijk een advocaat moest vinden, maar dan enkel één "die-hij-kon-vertrouwen" ! Wat hij daarmee bedoelde ?...Wel, liefst niét zo één die in het kamp klanten kwam ronselen, hé ! Want zohaast je zo'n boef je dossier had toevertrouwd en je handje-contantje zijn mooie voorschot had betaald, hoorde je meestal de eerste paar maanden niéts meer van die oplichter !

Maar hoé Joseph in godsnaam contact kon krijgen met zo'n "betrouwbare" verdediger, wist 734 hem ook niet te vertellen...Die van hém trok in elk geval op niéts, want de laatste maanden leek dat heerschap wel van de aardbodem verdwenen ! Die gasten proberen zoveel mogelijk dossiers te groeperen om maar éénmaal de verplaatsing naar de griffie te moeten doen, en ook te trachten die 'zaken' samen voor de krijgsraad te pleiten. Maar op dié manier verdween je in de eenheidssoep en was er van een persoonlijke verdediging hoe dan ook geen sprake meer !

Doch na nóg een week vruchteloos piekeren, leek de Heilige Voorzienigheid zijn probleem te willen oplossen. Of beter gezegd mevrouw Georgette Neuville. Jetje dus... Want op een regenachtige morgen kreeg hij - "numéro 736" - bij het éérste appel de opdracht om tien uur in de 'parloir' zijn advocaat te spreken ! Van alteratie wilde hij al luidop reageren dat hij zo'n geldwolf niet besteld had ! Maar zijn buurman '734' legde hem het zwijgen op: beter éérst eens gaan luisteren wat die kwibus kwam vertellen...Als het zo'n dossierronselaar bleek te zijn, kon Joseph nog altijd weigeren met het uitvlucht dat zijn naasten al een bevriend verdediger op het oog hadden die binnenkort voeling zou opnemen, niet waar ?...

Joseph was maar half gerustgesteld toen hij, samen met nog een tiental collega's, door een gewapende bewaker de 'parloir' werd ingeduwd: een soort brede gang in het hoofdgebouw...Daar moesten ze eerst een tijdje met het gezicht naar de muur gekeerd staan wachten. Tegen de overliggende muur troonde een vijftal heren in pak, elk aan een apart tafeltje met daarop één of meer dossiers. De zaalwachter riep om beurt het nummer van een gedetineerde af en verdeelde de eerste vijf over de rij tafels. Joseph had geluk: hij mocht meteen naar zijn onbekende 'verdediger' die hem kortaf zei te gaan zitten...

Op 't eerste zicht viel dat ventje hem al héél érg tegen, want inderdaad: méér dan een 'ventje' kon je die stijve student niet noemen. Joseph schatte hem nauwelijks een jaar ouder dan zichzelf: dus waarschijnlijk vérs van de universiteit ! Een melkmuil die pas kwam kijken, daar kon hij moeilijk zijn levenslot aan toevertrouwen, vond hij...

De jongen scheen zijn gedachten te lezen, maar hield zich sterk: " Gij zijt Petré Josephus, ja ?.. .Bon, ik ben meester Florizone, advocaat te Nieuwpoort. Notaris Legein heeft mij aanbevolen bij de juffrouwen Coulier Rachèl en Neuville Georgette om uw verdediging voor de krijgsraad te Brugge te voeren...Eerst weliswaar onder uw schuilnaam van Jean-Marie Peters, maar dié kenden ze hier niet, hé ! Maar na wat persoonlijk speurwerk ontdekte ik dat gij nu in 't echt Petré Josephus heet hé ? Dàt is ook de reden waarom het wat geduurd heeft vóór ik wist wààr ge zat !” Met een scheef glimlachje liet hij verstaan dat hij die valse naamdracht nogal kinderachtig vond...

Joseph ging er niet verder op in want het duizelde hem even: " Heeft mijn tante Jetje u uit eigen beweging gevraagd ?!...Verdomme dat doet deugd zie, te weten dat er dan toch nog iémand zich mijn miserie aantrekt ! ... Maar dat ook Rachel mee aan de kar zou geduwd hebben, kan er bij mij maar moeilijk in..."

" Rachel Coulier ? Dat is toch de secretaresse van Legein hé ? Wel, die zit inderdaad als het ware aan de bron...Ik heb toch begrepen dat zij de notaris heeft ingeschakeld om aan mijn adres te geraken...Bon ! Maar nu terzake: als waarborg op mijn voorlopige honorarium hebben die dames bij mijn vriend de notaris twee Deense goudstukken gedeponeerd, die ons qua kosten al een heel eind op weg zouden helpen, altijd in de veronderstelling natuurlijk dat gij mijn opdracht hier en nu bevestigt en ik van mijn kant uw dossier aanvaard...Wat mij betreft, zie ik geen probleem, daar uw collaboratiedossier volgens mij los staat van de uw eventuele betrokkenheid bij de accidentele dood van de heer Pylieser. Uw incivisme is bewezen, maar dat die man verdronk door uw schuld is compleet uit de lucht gegrepen! Die twee dossiers staan volledig los van elkaar - en niet alleen in oogpunt van tijd - wat een gecumuleerde straf uitsluit. Als ge wilt kan ik dat pleiten...Indien niét, blijven wij even goede vrienden, maar dan eindigt hierbij mijn interventie...Ik heb alle begrip voor uw vrees dat ik te jong zou zijn om door de krijgsraad 'au sérieux' genomen te worden. Maar ik kan u verzekeren dat deze volledig ongegrond is: het winstpercentage van mijn gepleite dossiers ligt even hoog als bij mijn oudere confraters...Daarom stel ik u de vraag: gaan we samen in zee ?"

Als hij Joseph met deze laatste uitspraak had willen overrompelen, was hij alvast hiérbij met glans geslaagd ! Die haalde puffend zijn schouders op: " Ge zegt het zelf hé...Ge komt zowat uit de blauwe lucht gevallen, en trekt daarenboven langs geen kanten op een serieuze advocaat ! In mijn dromen zag ik meer een typ lijk Jakob Van Artevelde, een reus met grijzende baard en vlammende ogen die driftig met zijn armen zwaait !...En wat krijg ik ?..."

" Een melkmuil: ik weet het ! Maar toen ze mij over een SS-er aanspraken, met drie jaar bloedige strijd aan het Oostfront achter de kiezen en gemutileerd voor 't leven, dacht ik ook op een soort Jan Breydel te vallen: een gewetenloze slachter met een ijzige blik, een vervaarlijke vechtjas vol kappen op zijn smoel ! ... En wat krijg IK ?...Een bleek studentje dat zich wegsteekt achter een stoere rosse stoppelbaard, compleet verloren door wat hem overkomt...Zeg nu zélf: wat moet IK daar verdomme mee aanvangen ?!"

Joseph spotte ontgoocheld: " En dan hebt ge mij nog niet zónder baard gezien ! Da's helemaal om te blèten ! Maar IK kan als referenties van mijn misdadig leven - en tegen alle uiterlijke schijn van kinderlijke onschuld - een honderd dooie bolsjevisten presenteren...Weliswaar gespreid over duizend dagen Oostfront, maar allee, toch wel een serieuze collectie jachttrofeeën hé ! ...Daarom zou ik willen weten: hoeveel van die opgezette koppen hangen er in ùw bureel aan de muur ?...Met andere woorden: welke referenties heeft uw prille loopbaan al opgeleverd ? Hoeveel tevreden klanten hebt gij al van het vuurpeloton gered ?"

Meester Florizone scheen dat luchtig gescherts wel te kunnen smaken en schudde lachend het hoofd: " Ik werk nog maar sinds oktober van vorig jaar, uitsluitend met incivieken, en dan vooral in het lichtere genre. Maar ook dié zaken slepen maanden aan vooraleer het vonnis valt, waardoor mijn palmares beperkt is tot zestien pleidooien. Met één daarvan heb ik de vrijspraak bekomen, en bij de rest heb ik de eis van het ministerie steeds kunnen afzwakken tot minder dan de helft..."

" Ha ,dat belooft ! Wat krijgt een SS-er lijk ik tegenwoordig ? Gaan ze mij - dank zij u, wel te verstaan ! - maar halfdood meer schieten ?"

Joseph legde zo de zwarte humor er wat érg dik op, waardoor Florizone plots omsloeg: " De standaard-eis voor een Oostfronter zonder complicaties is twintig jaar, voor zover hij in België geen bloed aan de handen heeft...Voor deelname aan Duitse klopjachten op partizanen hier ten lande en zo meer, bedoel ik...Dat is niet uw geval, heb ik begrepen... Maar er is wél sprake dat gij overlaatst - dus lang nà de oorlog ! - betrokken werd bij de accidentele dood van meneer Gerard Pylieser, een grote naam van de weerstand in onze Westhoek. Ze hebben hem pas drie weken geleden onder grote publieke belangstelling en met veel pracht en praal begraven ! Zelfs als ik uw onschuld in casu bewijs, is alleen het vernoemen van zijn naam in ons dossier een zware handicap voor ons. Maar als ze zijn dood als mogelijk gevolg van uw eventuele wraakneming bij het SS-dossier willen voegen - wat ik toch betwijfel, hoor ! - dan zou het wel eens érg kunnen stinken voor ons ! Dat is dan ook de éérste bekommernis van de twee dames die mij de opdracht gaven: zorgen dat het accident van Pylieser geen roet in 't eten komt gooien...En ik zie wel een mogelijkheid om dat tot een goed einde te brengen..."

" Maar verdomme: twintig jaar énkel en alleen voor drie jaar Oostfront! "

" Zég ,niet flauw doen hé ! De SS heeft daar geen drie jaar op z'n gat gezeten ,dat ik weet ! Maar voor de rest geen paniek man ! Die twintig brengen we met de "wet-Lejeune" wel terug tot zeven, misschien acht...En als binnen drie-vier jaar de koorts gezakt is, vragen we de voorlopige vrijheid..."

" Maar zó lang procederen, dat kan ik van mijn leven niet bekostigen ! " deed Joseph wanhopig, meer bedoeld om de geldhonger van het advocaatje te testen. Doch dat viel onverhoopt mee: " Ten eerste ben ik als beginnend pleiter héél goedkoop. En vertrekkend van de voorafbetaalde goudstukken heb ik de dames Coulier en Neuville wat voorgerekend, waardoor zij van mijn kostenschatting niet écht wakker lagen...En ten tweede verwacht ik niét dat uw proces zo lang zal aanslepen, ook al zijn er dan nog een tienduizend wachtenden vóór u...Maar de achterstand door overbelasting op de West-Vlaamse krijgsraden wordt nu rap ingehaald, waardoor ik hoop nog dit jaar uw zaak te kunnen pleiten...En het beroep zie ik ergens in de lente van volgend jaar, dus valt dat allemaal wel mee...En ten derde is er veel kans dat de 'VZW Berkenkruis', dat de verdediging van Oostfronters steunt, flink tussenkomt in de kosten...Wat denkt ge, steken we van wal ?"

 Joseph knikte gelaten, al bracht de lugubere naam van die 'v.z.w.' hem niet echt op vrolijke gedachten !  BERKENKRUIS'  verdomme, het leek wel of ze hem op een erepark van gesneuvelde Oostfrontstrijders gingen begraven !

 

Florizone had hem beloofd iedere donderdagmorgen even langs te komen, want hij had hier nog drie àndere klanten zitten. Met zijn toezegging tegen volgende week voor zakgeld, briefpapier en wat adressen te zorgen, had hij Joseph écht een hart onder de riem gestoken: de toekomst zag er al wat rooskleuriger uit. En dat hij als doodgeverfde nazisoldenier tóch nog hulp kon verwachten van een Vlaamsgezind steunfonds Berkenkruis, bracht al aardig wat licht aan het einde van de tunnel...

In afwachting wilde hij in het reine komen met het 'Enigma Rachel'. Door haar te bedreigen een brief te gaan schrijven naar Polak, had hij verwacht haar als mogelijke verklikster te kunnen neutraliseren. Tóch nam hij bij zijn arrestatie in Nieuwpoort éérst verkeerdelijk aan dat ZIJ hem verraden had als de SS-er Joseph Petré. Mis dus :zij zat daar blijkbaar voor niéts tussen. Waarom die Steiner dit verraad uiteindelijk voor ZIJN rekening had genomen, snapte hij voorlopig niet, maar dat waren zorgen voor later ! Dat Rachel zich blijkbaar tóch aan haar beloofde zwijgplicht had gehouden, wees er op dat zij nog steeds bang was voor zijn brief naar Polak...Maar dat zij zelfs Jetje geholpen had bij het zoeken van een geschikte advocaat viel helemaal buiten het kader van zijn chantage met Polak ! Haar plotse spontane medewerking aan zijn verdediging kon volgens Joseph maar één reden hebben: Rachel (en waarschijnlijk ook Jetje) had er persoonlijk voordeel bij dat zijn dodelijke wraak op Pylieser zo vlug mogelijk in de doofpot zou belanden ! Vraag was dan: wélk persoonlijk voordeel ?!

Hij had in zijn korte leven wel al ondervonden dat de mens bij zijn handelingen in hoofdzaak gedreven werd door vier motieven: liefde, haat, de drang naar rijkdom en de angst om te sterven...Dat Rachel hem - gezien haar leeftijd - bij zijn verdediging zeker niét ter hulp was gesneld uit hevige liefde of sexuele honger lag nogal voor de hand: haar afkeer van Duitsgezinden zat als een kanker te diep in haar gemartelde lijf uitgezaaid. Maar sinds zij wist dat niét Marie, maar wél Pylieser haar verraden had, kon ze nog moeilijk een haat koesteren tegen de Petré's, en al zéker niet sinds Joseph die vent versmoord had...Het derde motief 'lijfsbehoud', de angst om ten onder te gaan, kon enkel spelen in verband met zijn chantage met 'Polak', haar zogenaamd herrezen echtgenoot , maar kon niet verklaren waarom zij zich plots zo inspande om Joseph wit te wassen in de zaak 'Pylieser'. Want dat zij voor haar leven zou moeten vrezen indien Joseph veroordeeld zou worden voor de dood van die schurk, leek hem compleet uit de lucht gegrepen...Alhoewel ,die show met de flitsende lierenaar voor haar neus ,bij hun eerste ontmoeting in de keuken van Jetje heeft haar misschien die paniekreactie bezorgd ? Nee ,weinig waarschijnlijk...

Bleef dus énkel het vierde motief over: winstbejag..

De zeven dagen die hem scheidden van Florizones volgende bezoek vulde hij met de wildste en meest gedurfde financiële constructies. Dat het schrappen van de moordbeschuldiging op Pylieser de duur van zijn gevangenschap aanzienlijk zou verminderen, lag voor de hand. Vraag was welk geldelijk voordeel de twee dames - en Rachel in het bijzonder - in godsnaam konden puren uit zijn lichtere veroordeling...Of was er misschien een verband met die twee blikken goud die Jupp verborgen had ?...

Plots herinnerde hij zich het gesprek dat hij met Rachel voerde, juist vóór de moord op Pylieser. Hij had haar laten verstaan dat Jupp hem de juiste bergplaats van haar juwelenstock had aangewezen, en dat hij haar onder bepaalde voorwaarden eventueel wel zou kunnen helpen die schat te recupereren...Maar krek op dat spannende moment was Jetje de keuken ingekomen, terug van haar werk in 'Ons Rustoord', en hadden ze dit onderwerp noodgedwongen laten rusten...Ondertussen had Rachel natuurlijk ook liggen piekeren en een middel gezocht om Joseph over te halen hààr de geheime bergplaats van de juwelen aan te wijzen ! Maar zij was slim genoeg om te begrijpen dat heel haar trucjesdoos vol listen, foefjes en vrouwelijk lokaas totaal waardeloos zou blijven zolang hij stevig achter de tralies zat...

Dus begon hij te vermoeden waarom 'de zwarte weduwe' er zo gebrand op was hem zo vlug mogelijk ùit de bak te krijgen ! Dat stuk venijn was er natuurlijk op uit om hem na zijn vrijlating in haar eigen spinnenweb te vangen en er met de juwelen vandoor te gaan !

Hij moest dus serieus uit zijn doppen kijken ! En zoals hij het vroeger zei: " Rijden en omzien, Josefien ! "

Maar dat het Rachel te doen was om heel wat méér dan een verroest blik vol luizige halssnoeren, zou hij pas te weten komen als het vér te laat was...

 

 

 

 

 

 

 

 


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
31-10-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
30-10-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 373
Klik op de afbeelding om de link te volgen

D08:  VERRADERS (m/v).

 

                     Oostende, 12 mei 1946.

In de oude rijkswachtkazerne, waar zijn escorte hem binnenleidde, hadden al die lummelende gendarmen blijkbaar diezelfde dag geen tijd meer om hem te ondervragen...Hij vloog voor de nacht in een donker kelderhok dat bovendien misselijkmakend naar de riolering stonk. Pas tegen achten 's avonds kreeg hij beneden van de planton vier sneden droog brood en een grote emailbeker water: als opkikker óók al niet écht om te gillen ! ...

Onnodig te vertellen dat Joseph dié nacht niét van roze engeltjes droomde ! Maar al zijn piekeren bracht weinig zoden aan de dijk: zijn valse identiteit was dus doorprikt en, eerlijk gezegd, vond hij voor dat probleem geen uitkomst meer...Als ze hem morgen de prang op de neus zouden zetten, kon hij hoogstens voor de sport wat komedie opvoeren...Maar als ze hem met een vriend of kennis van de overleden Peters zouden confronteren, stond nù al vast dat hij binnen de kortste keren smadelijk ten onder zou gaan. Hij kon beter van bij het begin een verhaal opdissen dat hij tijdens hetzelfde bombardement van de Berlijnse fabriek onder het puin bedolven geraakte en sindsdien aan zwaar geheugenverlies leed. Zo'n beetje de verdwaasde debiel uithangen hé...En zeggen dat de redders hem nà het bombardement ter plaatse een been moesten amputeren en hem dan overtuigden dat hij 'Jean-Marie Peters' was, wat hij - bij gebrek aan àndere papieren of tastbare souvenirs - ter goeder trouw aanvaard had...Als nu bleek dat deze identiteit aan iemand ànders toebehoorde: sorry hoor, maar dan kon hij de gendarmen écht niet verder helpen...Met een beetje geluk geloofden ze hem misschien.

Toen hij de volgende morgen voor het verhoor naar boven werd gehaald, leek wonder boven wonder dit bizarre scenario er aanvankelijk ín te gaan als zoete koek... Pijnlijk was wél dat de werkmakker van Peters bij de Duitse firma 'Frits Werner Elektro A.G.' weer speciaal van zijn werk in de vismijn werd gehaald. Die man getuigde met tranen in de ogen dat zijn collega destijds vermorzeld werd onder een betonplaat en in een massagraf gedumpt werd. De échte Peters was kleiner en tengerder geweest dan Joseph en had een groot lidteken gedragen op de voorarm...Rechts of links, dat wist hij niet meer...

" Die mens hier trekt bijlange niet op mijn kameraad Jean-Marie, en ik rappeleer mij niet hem van ze leven op 't fabriek gezien te hebben! "

Joseph voelde de neiging opborrelen om deze vernietigende uitspraak te counteren met allerlei gefantaseerde details over zijn eigen werkkring in die fabriek, maar trapte niet in de val. Hij hief enkel onmachtig de schouders op als een echt slachtoffer van de amnesie en gaf zich blijkbaar in wanhoop over aan de wijsheid van de onderofficier. Die wist er ook zo vlug geen weg mee:

" Bon, dan zitten wij voorlopig vast hé...Ik zal de situatie aan de collega's van Nieuwpoort voorleggen en zien wat zij beslissen. In afwachting laat ik u voorlopig vrij, onder voorwaarde dat ge dagelijks op de noen bij de planton het register komt tekenen..."

Joseph trok een ongelukkig gezicht: " Kan ik niet gaan tekenen in Westende of Nieuwpoort, Chef ? Ik heb daar etens en onderkomst gevonden in een goedkoop pension en heb veel meer kans dààr aan werk te geraken...Hier in Oostende loop ik verloren..."

De Chef greep dit voorstel, om van dat aanslepend dossier verlost te worden, met beide handen aan: " Bon, ik zal bellen naar ginder ! Meld u morgennoen maar dààr aan: zij zullen wel een goede oplossing vinden..." En met een sluikse blik op zijn krukken gaf hij Joseph toch nog een schot voor de boeg: " Maar niét gaan lopen hé ! "

 

Dàt was Joseph juist wél van plan, maar dan moest hij vanzelfsprekend binnen de kortste keren zijn goud opgraven en in de richting van Köln-Porz verdwijnen...Bij Erika Deutinger zou hij zéker ontvangen worden met open armen - én de rest! - tenzij die op één week tijd reeds een àndere vent gevonden zou hebben, natuurlijk...Pa en ma Dieudonné in Duinkerke had hij al vroeger uit de plannen voor zijn terugtocht geschrapt: aan al die louche zaakjes van dat echtpaar zou de politie tóch vroeg of laat een einde stellen. En in zijn huidige wankele situatie werd Joseph daar liever niét bij betrokken!

 

Tante Jetje was écht blij toen hij rond de noen weer vrank en vrij voor haar keukendeur stond. Waarschijnlijk speelde de mogelijke erfenis van Pylieser daar wel een rol bij, maar dàt onderwerp vermeed zij als de pest. Toen hij vertelde dat de rijkswacht zijn valse identiteit had doorprikt, schrok ze wel even maar moest hartelijk lachen met zijn verhaal over zijn voorgewend geheugenverlies. Ondertussen had ze een kom bijgeschoven en sneed tegen haar platte boezem twee extra dikke sneden van het vers gebakken boerenbrood af...

Rachel was gaan werken, zei ze, dus ze hadden het kot voor zich alleen. Daar moest hij vlug van profiteren . Hoe haar vriendin aan dat werk bij notaris Legein was geraakt, wilde Joseph weten.

" Ge weet dat zij, héél op 't einde van de oorlog, door het Zweedse Rode Kruis uit dat kamp van Ravensburg werd gered hé..."

" Ravensbrück ! Ja, Leon heeft mij daar iets over geschreven in zijn dagboek...Hij heeft haar zelfs in de witte bus zien instappen, en haar naam geroepen, maar zij zag niet om.."  

" Misschien , ja...Zij heeft nooit over dat voorval gesproken...Ze zijn dan in een grote colonne van wel vijftig bussen op de smalle stook "Duitsland" tussen de twee fronten - met de Russen réchts en de Britten links - veilig tot in Zweden geraakt, en werden daar in een soort kasteel langen tijd heel goed gesoigneerd. Dat was wel nodig want ze had wel tien dodelijke ziektes in haar lijf en ze heeft er weken tussen leven en sterven gehangen, de sukkel...Maar in de herfst van '45 is ze dan toch geheel hersteld weergekeerd en is hier natuurlijk ontvangen lijk een heldin ! En als vaderlandse geste heeft de notaris haar onmiddellijk in dienst genomen als typiste...Zo'n gebaar straalde ook een beetje op hém af, natuurlijk, want in dié dagen waren er veel die iets goed moesten maken hé ,als ge verstaat "wa'k nie willen zeggen !"... In 't begin bakte Rachel er niet veel van om met het machien te schrijven...Gaandeweg is dat veel verbeterd en nu is ze ook min of meer zijn secretaresse en brengt zij hier schoon geld binnen in het huishouden...En met mijn pree uit de keuken van het 'Rustoord' zijn wij 'au fond' in zéér goeden doen..."

" Hoe reageerde zij feitelijk op de dood van Gerard Pylieser, nu zij weet dat het de schuld van die smeerlap was dat zij gedeporteerd is door de Duitsers ?"

" Och, heel verschillend...Ze blijft zeggen dat het den Duits was die haar onschuldig in dat kamp stak en haar bijna doodmartelde...En ze heeft natuurlijk gelijk ! Daarom haat ze iedereen die met den Duits meewerkte, en kan ze om die reden bijvoorbeeld uw familie niet rieken of zien ! "

" Mijn familie ? Of wie daar van overschiet ! Ze weet toch dat Marie, Leon of ikzélf haar nooit kwaad hebben gedaan ?! Wel integendeel ! En dat het verdomme toch de Pylieser was die haar verklapte ?!"

" Marie was Duitsgezind, punt aan de lijn ! En toen Rachel hoorde dat dié hier bij de bevrijding vermoord werd door 'een weerstander' heeft ze hard geroepen van: 'Just goed! '...Nu zij weet dat Pylieser haar verklapte aan den Duts is ze éven blij met de dood van Gerard, dààr niet van! En misschien zal dat met den tijd haar gevoelens tegenover u verzachten, omdat gij hem om zeep hebt geholpen ! Maar dat verandert weinig aan haar haat tegen àndere collabo's...Ge moet dus van haar voorlopig geen kruiske of vergiffenis verwachten, en als zij u een kloot kan aftrekken zal ze het verdikke niét laten: past maar op ! "

Deze laatste uitspraak kwam Joseph onmiddellijk voor de geest toen hij de volgende middag ging 'pointeren' bij de gendarmerie van Nieuwpoort...'Als ze u een kloot kan aftrekken...'

Want toen Rachel de vorige avond thuis was gekomen van haar werk en Joseph terug aan de keukentafel zag zitten met Jetje, was ze duidelijk onaangenaam verrast geweest en lelijk gesneerd :" Tiens, hebben ze u tóch nog gelost ? Ik dacht dat we een paar jaar hier in huis van uw gezelschap bevrijd zouden zijn ! Wat voor vuile leugens hebt ge ze nù weer verkocht om uit den bak te geraken ?! Want uwen haring, met die valse pas, heeft niet gebraaien hé ! "

Waarop Joseph melig had geschokschouderd: " Ze weten dat ik niét de Jean-Marie ben die op mijn papieren staat. Maar wie ik in 't écht ben, daar hebben ze nog het raden naar...En als gij goed uw verstand gebruikt én zwijgt, kunnen zij zich daar nog een tijdje mee amuseren ! ..."

Ze had enkel wat verachtend gesnoven, en een écht jolige stemming had er die avond nooit in de keuken gehangen...Iedereen was ten andere vroeg gaan slapen. Daarom viel Joseph de volgende middag ook bijna omver toen de chef in Nieuwpoort hem in het register liet tekenen.

" Hier, naast uw naam! 'Petré Joseph', dat zijt gij toch hé ?...Tekent maar ! "

" Hoe komt ge dààrbij ?" lachte hij verbaasd: "Petré ? Wie is dat ? Heet ik zó ? Petré Joseph ?...Die naam zégt mij nu eens niks hé...Zijt ge zéker ?...Ge weet toch dat ik mijn geheugen verloren heb bij een bombardement in Duitsland, in februari van vorig jaar, samen met mijn poot ?..Hebt ge iemand gevonden die iets kan vertellen over mijn vroeger leven, van vóór dat accident ?" Hij vond van zichzelf dat zijn vertoning van onschuldig schaap er best mee door kon...

Maar de pakkeman trapte er niet in: " Vanavond doen wij een confrontatie met de getuige, dan zullen ze u over uw vroeger leven méér vertellen dan u lief is, peins ik.. Gaat ondertussen maar een paar uurtjes mediteren over uw verleden in den amigo, akkoord ? Kwestie van uw geheugen alvast voor te bereiden hé ! ..."

 

Dat zag er maar bleekblauw uit, vond hij, toen de metalen deur van het cachot achter hem dichtsloeg ! Rachel had klaarblijkelijk aan haar notaris, of misschien zelfs rechtstreeks aan de gendarmen, verraden wié hij in werkelijkheid was, maar kon dat waarschijnlijk langs geen kanten bewijzen ! ...Wat echter veel erger was: zij kende zijn verdedigingstactiek en wist dat hij het voorgewend geheugenverlies volledig uit zijn duim had gezogen...Dat gat in zijn kop nog langer volhouden, tot op het ridicule àf, dààr was hij werkelijk wat te fier voor ! ...

Wat hem wél verwonderde was dat zij het aandurfde hun onderling akkoord om te zwijgen over elkaars verleden, éénzijdig te verbreken...Zijn chantage, een briefje te schrijven naar de jood Polak, scheen om één of àndere reden niet meer te werken, en de vraag was natuurlijk: waarom...Was zij misschien te weten gekomen dat die vent al jàren geleden gestorven was in dat Franse kamp ? Maar in minder dan een week tijd het juiste adres vinden van dat kamp en dààr dan de bevestiging krijgen van zijn duistere dood ? Neen, dat was absoluut onmogelijk, zelfs in het huidige moderne tijdperk van de telefonie ! Enfin, als hij straks met Rachel geconfronteerd werd zal ze hem wel honend de reden van haar woordbreuk voor de voeten gooien, hààr kennende ! ...Wéér een bewijs dat hij nooit een vrouw kon vertrouwen !

Hij viel dan ook steil achterover toen hij tegen halfzes niét Rachel in het bureel van de Chef aantrof, maar wél die geheimzinnige 'derde man' die hij tijdens de nacht van de moord voorlopig 'de cowboy' had genoemd. Jetje had hem er toen  bij verteld dat het om Steiner ging, de vroegere schoenlapper van het dorp, die na de dood van Dis naar Spanje was gevlucht, en op wie hij in Rusland tot tweemaal toe was gebotst. Joseph zou hem nooit herkend hebben want de man mankeerde een oor en leek nu stukken dikker en florissanter dan de uitgemergelde en beslijkte rattenkop die hij zich uit de tijd van de Wolchower moerassen vaag voor de geest kon halen...

De Chef viel meteen met de deur in huis: " Ik moet de heren niet aan elkaar voorstellen, zeker ?" En zich naar Steiner richtend: " Zijt gij zéker dat gij die mens hier kunt identificeren, zonder de minste twijfel, en zult gij daar een eed op durven doen ?"

De andere keek Joseph recht in de ogen en schudde het hoofd, wat bij de 'verdachte' even de hoop deed opflakkeren. Maar vergeefs: " Ik twijfel geen moment, Chef. Ik herken hem niet zodanig van vroeger in het dorp, want hij was toens nog te jong...Maar in '42 zijn ik hem twee keer op het lijf gelopen, één keer in het begin van onze zegevierende doorbraak van het Wolchovfront bij Leningrad, en nadien nog een keer toen onze heldhaftige divisies daar in de moerassen omsingeld en uitgemoord werden door de nazi-beesten...Zijn naam is Petré, Josephus Petré, zonder de minste twijfel ! "

Deze identificatie was zo overduidelijk voorgekauwd dat Joseph verontwaardigd uitvloog: " Josephus ?! Waar hebt ge dàt gelezen, miljaarde ! Zo heeft zelfs de paster mij nog nooit genoemd ! Josephus ! Om u een breuk te lachen ! Chef, dat gij u geleend hebt voor zo'n klucht, kan ik écht niet begrijpen ! Dàt voor een lid van de rechtelijke macht ! "

" Hey, Petré ! Het is al goed hé ! ...Geeft gij toe dat de getuige uw ware identiteit heeft onthuld ?"

" Ik zou wel eens meer details willen kennen waarop meneer Steiner zich baseert om zo zeker te zijn ! "

" Och, da's geen probleem ! " sneerde Steiner: " Ja, mijne frank is gevallen toen we die fameuze nacht tot ons sjokkedeizen in 't slijk stonden te dabben om de Gerard uit de miserie te helpen...Ge hebt mij dan uw stokken toegestoken om de ketting te vormen en ik herkende subiet dat het krukken waren van het Duits leger...Metalen, die om de voorarm pakken: normaal loopt iedereen hier met langere houten stokken, met zo'n kussentje voor onder het oksel hé...Maar dat Duits model van u vond ik al raar...En toen we daar in de modder stonden te sleuren, herinnerde ik mij plots mijn gevechten in de moerassen voor Leningrad en riep ik: " Godverdomme, just de Wolchov ! " En ik zag achter mij dat gij het begrepen had en lijk verstijfde ! "

" In een pikkedonkere nacht ziet gij mij verstijven, zegt ge ? En nogal àchter uw gat ! Proficiat Steiner met uw katteogen hé ! "

" Homaar, da's niet àlles ! Had ge u op tijd geschoren was ik er nooit óp gekomen, want het heeft wel twee nachten door mijn kop gespookt: die rosse baard: wààr heb ik die verdomme nóg gezien ?...Tot ik mij plots de winter aan het Wolchovfront herinnerde, hoe wij u gevangen namen in die radiocamion. Tovaritj Kommisar heeft u dan ondervraagd bij het licht van de stormlantaarn en ik heb u goed kunnen bekijken met die markante rosse baart en toen gij uw naam zei hebt gij ook mij herkend. Na de ondervraging moest ik u buiten liquideren, maar ik heb in de grond geschoten en u laten lopen..."

" Neen, in mijn hiel geschoten, waardoor ze later mijn poot hebben moeten afzagen ! Maar al bij al was ik u toch dankbaar voor uw edelmoedige geste...En toen wij op onze beurt in de lente uw eenheid in de ontdooide moerassen gevangen namen heb ik - dat indachtig - u toen niét als bolsjevistisch propagandist verraden en zo uw leven gered door te zorgen dat ge bij de Vlassovtroepen kont aansluiten. Ik zou dus zeggen: wij zijn quitte, stand 1-1... Waarom ge mij dan nù nog moet komen verraden, is mij een compleet raadsel ! "

" Ow Petré ! Niet zo rap, man ! Gij vergeet dat het de schuld is van uw moeder dat ik na het einde van de Spaanse Burgeroorlog niet terug naar België zijn mogen komen  ! Zij had een klacht ingediend voor de moord op uw vader, en op de ambassade van Barcelona hebben ze mij verwittigd dat ik bij terugkeer in België onmiddellijk als hoofdverdachte zou worden aangehouden ! Merci, madam Petré ! Ik heb voor de eer bedankt en zijn noodgedwongen naar Rusland moeten varen, met het gekende miserabel gevolg ! Dat bloedig avontuur dat mij in Rusland is overkomen vergeef ik haar nooit ! "

" En dat mijn moeder bij de bevrijding vermoord werd door uw vriend Pylieser, verandert daar niks aan hé..."

" Ten eerste was Pylieser absoluut mijn vriend niet ! En ten tweede heeft die man daarvoor geboet en is zojuist met veel tralala begraven lijk een grote patriottische held ! Dus zand erover ! ..."

De chef vloog uit: " Dedju Petré ! Ge moogt uw pollen kussen dat ik u meneer Pylieser, die grote held van het verzet, niet heb horen beschuldigen van moord op uw moeder..."

" En op mijn vader , Chef, niet te vergeten ! En als ge mijn beschuldiging nù niet gehoord hebt, zal ik het de volgende maanden nog wel een paar keer herhalen, zodat het goed geweten geraakt wat voor smeerlapperij uw held allemaal heeft uitgehaald ! Ge zijt er nog niet van àf ! "

" Bon ",zei de Chef kalm: " Doet maar wat ge niet kunt laten ! Ondertussen stel ik vast dat gij bekent hebt wel degelijk Petré Josephus te heten ! "

" Josephus mijn gat ,ja ! "

 

Na deze weldoende oprisping hield hij voor eeuwig op een menselijk wezen te zijn, en begon zijn bestaan als het dossiernummer 1-N-347/46. Voorlopig énkel verdacht van landverraad, militaire collaboratie met de vijand, in uniform mét wapendracht, met de bezwarende omstandigheid van valsheid in papieren...Dat was blijkbaar voldoende om mee te starten. Gezondheid

Aan Jetje, die hem nog even kon bezoeken vooraleer hij naar het interneringskamp van Sinte-Kruis werd overgebracht, wist hij duidelijk te maken dat in de dubbele bodem van zijn tabakzak gouden Fredericks waren verborgen waarmee ze een advocaat mocht aannemen.

Maar toen hij haar toefluisterde dat hij nog over veel méér goud beschikte zag hij haar ogen even vertroebelen, waardoor hij instinctief een rem zette op zijn ontboezemingen...

En voor de allereerste keer werd het hem duidelijk dat de goudkoorts niét allen de hersens aanvrat ,maar ook het hart...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
30-10-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
20-10-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 372
Klik op de afbeelding om de link te volgen

D07   HET VENIJN ZIT IN DE STAART...

 

   Westende, 9 mei 1946.

De nacht na de verrassend vlotte eliminatie van Gerard Pylieser kreeg Joseph het gevoel dat hiermee zijn wraakraid al tot een goed einde was gebracht. De grootste misdaden, waarvan zijn gezin het slachtoffer was geweest, waren door de primitieve terechtstelling van de schipper gedelgd. Deze had tijdens het sterven klaar en duidelijk geweten voor welke zonden hij moest boeten en zijn doodstrijd had pijnlijk lang geduurd. Een zoetere wraak had Joseph zich niet kunnen wensen...Temeer omdat de dood van Pylieser voor de buitenwereld énkel het gevolg kon zijn van een zuiver 'accident'...Dit herstelde een beetje het evenwicht met het gelijkaardige 'accident' van twee jaar geleden , waarin Marie door toedoen van dit stuk crapul ,"Gerard-Den-Grooten-Weerstander" , de duimen had moeten leggen...  

De enige schaduw op zijn geluk werd veroorzaakt door de onmogelijkheid zijn lijstje verder af te werken. Want Meester Engelborghs zat in de gevangenis van Brugge, en bleef daardoor, voorlopig althans, buiten schot. En ook François Dupong zou waarschijnlijk nog gedurende lange tijd aan het wrekend zwaard kunnen ontsnappen, zolang hij tenminste bij de negers in de Kongo ondergedoken bleef...

Maar Joseph vond het wél jammer dat hij zijn ludieke ingeving niet had gevolgd om de kruk los te laten toen de garde en de cowboy in de bomtrechter ketting vormden ! Dan waren ze misschien óók verzopen en zouden dié hem alvast later geen last meer kunnen bezorgen...Want vooraleer hij die nacht bij Jetje thuis ging slapen, had ze hem in de keuken bij een hete kop koffie nog verwittigd voor twee gevaren. Ten eerste legde ze hem uit dat 'de cowboy' in feite zijn oude vijand Steiner was, waarvan hij dus de venijnigste streken kon verwachten...Gelukkig had deze hem blijkbaar nog niet herkend. En ten tweede had zij de garde, samen met die Steiner, nà het bergen van het lijk, op "dienen mankepoot" horen afgeven - Joseph dus - als zou het ZIJN schuld zijn dat de schipper verdronken was. En die twee waren vast van plan 'de-vreemde-zwerver-op-z'n-ene-poot' niét te sparen als er een gerechtelijk onderzoek van kwam...

Jetje gaf hem, vóór het slapen, dan ook de raad om er zo vlug mogelijk vanonder te muizen, als hij hier niets dringends meer te doen had ! Joseph had maar van 'ja' geknikt om haar verder geen slapeloze nacht te bezorgen...Want zij wist natuurlijk niets af van zijn hebberig voornemen éérst die twee dozen goud te recupereren, wat volgens zijn voorzichtige schatting nog minstens een tweetal dagen in beslag kon nemen...

Jetje drukte hem daarenboven op het hart mordicus zijn ware identiteit te verzwijgen en bij een eventueel onderzoek vol te houden dat hij al het mogelijke had gedaan om Gerard te redden !

" De garde heeft wel gezien dat ge dien velo naar Gerard zijn kop hebt gesmeten, maar gij moet zeggen dat ge die op vraag van de Pylieser in de poel wierp om hem vaste voet in 't slijk te geven ! "

" Maar dat is ook zo ! Al vond ik het jammer om zo'n schone nieuwe velo weer in 't water te smijten ! Hij had mij die nog geen minuut daarvoor kado gedaan ! "

" Dat kunt ge beter verzwijgen, hé stommerik ! Want ik, van mijn kant, kan getuigen dat gij later uw krukken gegeven hebt om een keten te kunnen maken ! Méér kunnen ze, menselijk gezien, toch niet verwachten hé "...De woorden 'van een invalide' kon ze nog juist inslikken.

Tóch was hij, ondanks deze dreigende rampspoed, met een gelukzalig gevoel rap in de armen van Morpheus weg gezeild...

 

Jetje en Rachel hadden wat méér moeite met dat zeilen.

Vóór ze haar vriendin meer uitleg wilde geven over haar uitroep, deze morgen, dat Pylieser zijn testament inderdaad al gemaakt had, liet Rachel gelden dat dit vanzelfsprekend onder het beroepsgeheim viel ! Als haar baas, de notaris Legein van Nieuwpoort, ooit te weten zou komen dat zijn typiste met buitenstaanders over dossiers van de klanten sprak, vloog ze onmiddellijk aan de deur ! Dus moest Jetje zweren - ja, op wat ? - op het licht van haar ogen, dat ze nooit van haar leven zou piepen over wat Rachel haar hier zou vertellen ! Mmm ! Geheimen onthullen in het donker: lekker spannend, zeg !

Wel, vertelde Rachel haar fluisterend op het oorkussen, ze had in Pylieser zijn dossier gesnold en gelezen dat hij inderdaad al in '43 bij Legein een testament had neergelegd...En er vluchtig uit zijn laatste wil verstaan dat bij zijn overlijden àl zijn bezittingen geërfd zouden worden door de twee zonen van Marie Cattrysse, weduwe Petré, elk voor 50% van de geschatte waarde. De reden stond niet vermeld. Maar de Gerard had toen blijkbaar tóch wroeging gekregen over de verdrinkingsdood van hun peter én nonkel René Cattrysse tijdens die bizarre kanovaart naar Engeland in '41, en het peterschap over beide jongens overgenomen. Er waren nog aanvullende clausules in geval van 'vóórdood', maar die deden weinig terzake...

" Ha ja ? Leon is toch gestorven vóór de Gerard ! "

" Wel, in dàt geval erft Joseph àlles! ...Op voorwaarde natuurlijk dat de erfgenaam zijn identiteit kan bewijzen dat hij zonder de minste twijfel de oudste zoon is van Marie...En, " monkelde Rachel: " bij onze zogezegde Jean-Marie Peters zou dat wel eens op een kleine moeilijkheid kunnen stuiten ! ..."

"Joseph zal zijn oude pas wel ergens bijgehouden hebben, hé...Zoiets smijt ge toch niet weg! "

" Hij natuurlijk juist wél ! Als hij het laatste jaar onder een valse naam leefde én ieder moment gefouilleerd kon worden, mocht hij toch het risico niet lopen dat ze zijn oude papieren zouden ontdekken hé ! Als 'Joseph Petré' zouden ze hem onmiddellijk in verband brengen met de SS en vliegt hij voor minstens tien jaar de bak in ! Om nog niet te spreken van het vermoeden dat hij, als oudste zoon van Marie, zich op de moordenaar van zijn moeder heeft willen wreken: nóg eens tien jaar aan zijn been ! Hij kan zich dus best - lijk wij hem aangeraden hebben - zo lang mogelijk als die 'Jean-Marie Peters' voordoen...Dan komt ook zijn oude vete tegen Pylieser niet ter sprake en kunnen ze geen enkel motief ontdekken waarom hij Gerard hiér en nù zou vermoord hebben..."

" Maar als 'Peters' valt hij dan zo wél naast de erfenis van Gerard, als ik het goed begrijp...” Jetje sloot mijmerend de ogen: ”Drie vissersboten, da's al méér dan een miljoen ,zeg ! "

" Dat weet ik ook ! ” zei Rachel kortaf: ”Maar vooral: ge kunt niet erven van iemand die ge hebt vermoord ; dat komt er dan nog bij ! "

" En wat zegde gij daarjuist ? Als Joseph de erfenis niet kan opeisen, dan vervalt dat fortuin aan de Staat ?! Verdimme Rachel, dan heeft niemand er nog iets aan ! ...

“ Ik weet het, Keuntje: we zitten met een groot probleem!  Maar met straf peinzen gaan we dat wel oplossen ,zekers ?"

 

Joseph had die nacht absoluut geen last van al deze muizenissen, en sliep op de zolderkamer in het huis van Jetje de slaap der onschuldigen. Hij zweefde, na zijn vlotte wraak op Pylieser, in een wolk van gelukzaligheid.

Maar deze euforie kreeg reeds de volgende morgen een ferme opdonder toen de gendarmen juist vóór zonsopgang bij Jetje binnen vielen en hem voor ondervraging meenamen naar de juge in Nieuwpoort. Zijn nieuwe identiteit van Peeters slikten ze zonder verpinken, maar waarom hij als wildvreemde zwerver bij Jetje logeerde deed wél wat wenkbrauwen fronsen...Al vlug bleek dat de gendarmen voortborduurden op de belastende verklaringen die de garde en Steiner vorige nacht nog hadden afgelegd.

Want volgens Cyriel zwierf die landloper al een paar dagen hier rond, sliep in de verlaten barak naast de abri in de Bassevillestraat nummer 174, maar viel voor de rest overdag de mensen uit de buurt niet lastig...Evenwel, toen zij die nacht vanuit het café 'De Lekkerbek' op Pyliesers hulpgeroep toesnelden, riep de drenkeling - steeds volgens de garde - dat die vent hem ter hoogte van de bomtrechter had tegengehouden en geld had geëist. Toen Gerard dat weigerde had de landloper hem met een stomp tegen de borst in de put doen struikelen en hem met slagen van zijn kruk steeds vérder het slijk in gedreven... Zijzelf hadden met eigen ogen gezien dat die mankepoot de drenkeling met zijn eigen velo bekogelde om hem alzo het zwijgen op te leggen !

" Wat hebt gij ter uwer verdediging daartegen nog in te brengen ?" vroeg de wachtmeester pro-forma na de voorlezing van het P.V., want voor hém was de zaak al rond...

" Wel Chef, dat er van héél dat vertelsel weinig van aan is, ja ! Ik ga u de enige échte waarheid vertellen van dat accident, zie...Ik stapte gisterennacht in de Bassevillestraat naar de lege barak waar dat ik ga slapen, toen ik al met eens achter mij een velo hoorde naderen. Ik ben niet zo goed te been, hé Chef, zoals ge kunt zien, en daarmee kon ik mij niet tijdig aan de kant zetten. Hij moet met zijn zatte botten verschoten zijn van mij daar met de lichtstraal van zijn velolamp in de weg te vinden hé, en ineens heeft hij z'n stuur omgegooid om niet op mij te botsen, zo het evenwicht verloren en is met een grote bocht in die gracht gereden, dwars door de afsluiting, kop over staart, tot aan zijn billen in 't sop ! ! Daar is hij dan rap dieper en dieper gezonken, en door mijn invaliditeit kon ik niet méér doen dan hem mijn krukken toe te steken...Ten einde raad heb ik inderdaad de velo van die mens in de poel gesmeten, maar alleenlijk omdat hij daarom vroeg ! Hij was alsmaar dieper in het slijk aan 't zakken en peinsde vaneigens met op die velo te staan alzo opnieuw wat vaste grond onder de voeten te krijgen ! "

" De twee getuigen zien dat enigszins ànders, hé ! " sneerde de wachtmeester.

" Chef, madam Neuville was er op dat moment bij en die kan dat getuigen ! De garde en dien derde mens zijn maar làter gearriveerd en waren te zat om op eigen kracht die sukkelaar te redden ! Die was al ver aan 't verzuipen en zékers niet in staat om hen toens nog efkens heel dien uitleg te doen dat ik hem overvallen had en hem met geweld in die poel had gedreven ! Ziet ge dat voor u chef : Ik, een invalide op krukken !? Dat is totaal onmogelijk en puur uit hunnen duim gezogen...Neen, toen zij af kwamen gelopen heb ik ze seffens maar mijn krukken geleend om samen met hén een ketting te vormen die lang genoeg was om van de vaste vijverkant tot bij die mens te geraken. Maar toen de drenkeling de hand van dien derde man greep, zijn ze ruzie beginnen maken met hem, omdat hij met al zijn gewoel en gespartel dreigde van iedereen de dieperik in te trekken. Ik hoor die derde man nog roepen: " Gerard, mij gaat ge verdomme niet meesleuren naar de hel ! " En daarop heeft hij de drenkeling gelost en hem in feite laten stikken... En het is alleenlijk met hulp van mijn krukken, waar ze pertang héél hard aan sleurden zónder dat ik gelost heb, dat de garde en dien zogezegde redder ook niet verzopen zijn ! Kort daarop is er een cafébaas met een leer komen aandragen en daarmee zijn de twee zatlappen en ikzelf tenslotte op het droge geraakt...Maar voor de drenkeling was het al te laat! ..."

" En hebben de twee getuigen u ter plekke uw misdaad niet verweten ?" vroeg de wachtmeester al wat minder zelfzeker: " Volgens dat zij verklaarden zijt ge onder hun beschuldigingen gaan lopen ! "

" In tegendeel Chef, ze waren zij héél content dat ze er met mijn hulp levend vanaf waren gekomen ! En ook wel wat beschaamd, peins ik, dat ze door hun zatlapperij die mens niet hebben kunnen redden, natuurlijk... Madam Neuville heeft mij dan rap naar haar huis geleid om wat te bekomen en droge kleren aan te trekken. Als ge dat 'wegvluchten' wilt noemen: voor mijn part ! ..."

Over de twee versies werd nog ruim een uur over en weer gekibbeld, maar uiteindelijk vloog Joseph, ondanks zijn luid protest, tóch nog de bak in ! Met een landloper als hij, die ieder ogenblik kon verdwijnen, durfden de pakkemannen geen risico te nemen...

 

Rachel keerde nogal laat terug van haar werk op de studie van notaris Legein. Als ex-gedeporteerde van het kamp Ravensbrück had de notaris haar vorig jaar uit échte vaderlandsliefde in dienst genomen als typiste. Maar kwatongen en kwezels, die onze notaris een flierefluiter noemden, lieten verstaan dat Rachel dit gebaar minder aan haar vingervlugheid of aantal-letter-aanslagen-per-minuut ,dan wél aan haar rondingen te danken had. En het moet gezegd, de vrouw was, sinds haar terugkeer uit het Zweedse hersteloord, weer helemaal open gebloeid tot de smakelijke dame die destijds de mannelijke klanten van haar juwelenwinkel natte dromen bezorgde...

" Ik heb nog eens rap een blik geworpen op het testament van de Gerard: zo te zien is er aan het origineel van 1943 niks veranderd. Dat wil zeggen dat tot nu toe Joseph nog altijd universeel erfgenaam is van al de bezittingen van Pylieser: een waar fortuin, als hij niet teveel schulden nalaat...Als dat allemaal aan de staat vervalt, dan is dat voor iederéén reddeloos verloren... Terwijl, als wij dat aan Joseph zouden kunnen toespelen, dan is er làter voor óns misschien nog een mouw aan te passen. Zo'n jonge gast, en op de koop toe hulpbehoevend door zijn invaliditeit...Als vrouw moet het niet moeilijk zijn die wat te helpen bij het beheer van dat fortuin... Venten zijn toch zo'n onnozelaars ! ..."

Jetje ging niet op deze dagdromen in: " Die erfenis is zorg voor làter ! Nu is onze eerste bekommernis dat wij hem kunnen vrijpleiten van alle schuld in verband met de dood van Gerard...Ik voor mijn part zal al proberen die vechtpartij in de 'Lekkerbek' wat op te blazen ! Dat iedereen daar razend kwaad was op Gerard omdat die zo tegenover échte leiders van de Weerstand stond te pronken met een medalje waar hijzelf helemaal geen recht op had ! Ze konden zijn bloed wel drinken, zal ik zeggen. En dat die twee zogenaamde redders niet liever hadden dan zich op de Pylieser te wreken voor oude openstaande rekeningen...En dat ze hem in de bomtrechter hebben laten verzuipen, zonder écht moeite te doen om hem er uit te trekken! ..."

 

" Ha ? Welke oude openstaande rekeningen ?" wilde de wachtmeester dan wel eens weten, toen hij de volgende morgen Jetje in haar keuken kwam ondervragen.

" Wel, ge weet toch nog Chef, van voor de oorlog: dat de garde een jaar anciënniteit heeft verloren na dat ongeluk met die obussen ?...Die ontploffing, hier in de doorsteek, waar Dis Petré ín gebleven is ?...Hij heeft nadien bewezen dat de Pylieser schuld had aan dat ongeluk, door die fameuze gastang als bewijs binnen te brengen ! Maar daar is op 't gerecht nooit iets van gekomen, en door het verlies van zijn anciënniteit is de garde ook naast die plaats van politiecommissaris gevallen...De garde kan de Gerard zijn bloed wel drinken! "

" Da's inderdaad een oude koe hé, 1938 begot ! ...En die Steiner, had die ook iets tegen meneer Pylieser, soms ?"

" Ha, vaneigens Chef ! En wel door datzelfde accident met den Dis zaliger ! Omdat Steiner de schuld kreeg van die ontploffing - die in feite door Pylieser veroorzaakt werd - is die kloot zo bang geworden van in den bak te vliegen dat hij in paniek naar Spanje is gevlucht en later naar Rusland ! Vier-vijf jaar tegen zijn goesting in allerlei oorlogen mee moeten gaan vechten: ge zoudt verdikke voor minder de kolieken krijgen ! Maar 't ergste moest nog komen: Pylieser heeft hem dan nà de bevrijding op de koop toe nog bedrieglijk aangegeven als Witrussische Kozak, en als verrader aan Stalin willen laten uitleveren...Als dat gelukt was, had het Steiner de kop gekost ! Maar de Canadezen hebben die Steiner alleenlijk oneervol ontslagen uit hun dienst, wat als affront al serieus genoeg is om bloedwraak te willen nemen ! Hoe zoude zélf zijn ! "

" Maar ze hebben samen in het verzet gestaan ! Dat zijn toch vrienden voor het leven !

"Jaag-gij ! Pylieser in 't Verzet gestaan ? Doe mij niet lachen, hé ! Vier jaar aan een stuk onder den Duits in zijn broek gescheten en nu met de medaljes gaan lopen ! Dat aanvaarden de échte weerstanders niet hé ! Nee-nee, vergeet dat maar van die zogezegde vrienden: concurrenten totterdood, ja ! Die twee mannen, Steiner en de garde, hadden reden op overschot om de Gerard om zeep te helpen, en ze zullen het ook wel gedaan hebben ! Terwijl dien jonge kreupele ten eerste Pylieser van haar noch pluim kende en zéker geen pik op hem had ! En ten tweede op gebied van spierkracht vér achter zou liggen, moest het op vechten uitdraaien...Maar voor de twee daders is het natuurlijk héél plezant als er middenin hun moordcomplot toevallig zo'n onnozele landloper passeert die ze met alle zonden van Sirajeel kunnen belasten hé ! Maar neemt het van mij aan, Chef: die mens weet van niks, en heeft met héél dat accident van Gerard niks te maken ! "

 

Het zag er dus voor Joseph niet slecht uit, toen bleek dat ook Maurice, de waard van de 'Lekkerbek', in diezelfde zin een verklaring had afgelegd. De wachtmeester liet zijn arrestant dan ook uit de amigo halen en leidde hem, het onderzoeksdossier onder de arm, tot voor zijn commandant: die moest als hoogste in rang zijn zegen geven over de vrijlating van de 'verdachte', zeg maar...

Na een korte conciliabule tussen de twee kepi's mocht Joseph naar voor stappen en kreeg een genadig glimlachje van de baas: " Meneer Peters, heel die affaire schijnt te berusten op een misverstand, maar ge zult wel verstaan dat wij bij de gewelddadige dood van zo'n voorname en gerespecteerde medeburger geen enkele risico mochten nemen. Wij sluiten dit dossier in de overtuiging dat de Heer Pylieser inderdaad overleden is ten gevolge van een ongelukkig toeval, en laten u hierbij vrij ! "

En als om zijn woorden kracht bij te zetten nam hij een handstempel, sloeg die op het tamponkussen en vervolgens met een ferme klap op het bundel. Nè ! !

En de man bekeek goedkeurend het resultaat van zijn krachtinspanning: "Dossier clos - Dossier gesloten" stond er op, in vette, onuitwisbare rode letters...

Toen belde zijn zwarte telefoontoestel en hij wuifde genadig zijn bezoekers het bureel uit...  

Oef! ...Joseph was vrij ! ...

 

Auw ! Stop ! Niet zo vlug !

Joseph stond in het wachtzaaltje nog even te bekomen van de alteratie toen de deur van het bureel opnieuw openvloog en de rood aangelopen commandant hem weer binnenwenkte :" Meneer... heu...Peters ,goed dat ge nog niet wég zijt ! Hebt ge nog een momentje ?"

Er was een wonder gebeurd, beweerde die kwast: een verrijzenis uit de dood ! "Ik bel daarjuist naar de 'Bevolking' in Oostende voor een uittreksel van uw strafblad en wàt zegt dien mens daar ? Jean-Marie Peters' is een jaar geleden op basis van twéé getuigenverklaringen bij de dienst Bevolking van Oostende opgegeven als:

"Overleden op 8/2/45 bij Amerikaans bombardement op Berlijn-Marienfelde (Duitsland)"...

Joseph kreeg als een stomp in zijn maag ! Wat stom van hem om er destijds hoogmoedig van uit te gaan dat de collega's van Peters in die fabriek uit angst hun bek wel zouden houden ! Maar hij slaagde er tóch in wat ongelovig te glimlachen: " Ik, dood ?!...Allee gij !"

" Ja-ja, meneer Peters: dood en begraven ! En ziet ,het wonder is geschied :plots staat gij hier weer levend en wél vóór mij !  Ik zou zeggen: een écht mirakel moet maar door de Kerk onderzocht worden, maar een officieel dood-verklaard lijk dat niet meer dood is interesseert ook de administratie van Justice hé...Mijn collega van Oostende zou u en uw papieren eens van wat dichterbij willen bezien, dat begrijpt ge wel hé ! Zo'n verrijzenis uit de dood gebeurt tegenwoordig niet meer alle dagen...Ik zou dus voorstellen dat ge braaf effekens terug naar den amigo gaat wachten: ze komen u van de brigade Oostende met de tram van twee uur ophalen, ja ?...Allee, vooruit ! "

Joseph zei niets meer, maar God hoorde hem brommen !


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
20-10-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
14-10-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 371
Klik op de afbeelding om de link te volgen

D06:   DE BOMTRECHTER.

 

                     Westende ,8 mei 1946 's avonds.

Het liep al tegen tienen ,maar in tegenstelling tot de dolle verwachtingen van Jetje leek de gelagzaal van 'De Lekkerbek' bijna leeggelopen. Joseph had zich buiten ,in een donkere hoek aan de overkant van de Zeelaan verdekt opgesteld en telde in het helverlichte café hoogstens een vijf-zes klanten. Een paar waren zo te zien in een hevig dispuut gewikkeld en door de openstaande deur hoorde hij hen vloeken en tieren. Twee klanten schenen het op hun heupen te krijgen van dit geruzie en maakten kregelig aanstalten om af te druipen. Buiten schreeuwden ze naar de kemphanen in het café ten afscheid nog een paar rauwe kwinkslagen ,waar blijkbaar énkel zijzelf om konden lachen...Wat ze dan ook verongelijkt deden.  Buiten sprongen ze wat wankel op hun fiets en peddelden zigzaggend en luid brallend de schaars verlichte Zeelaan af naar de dorpskern...

"De Zeelaan" ,zeg ik ,maar dat is niet juist. In feite hadden de Westendenaars deze hoofdstraat van hun dorp op de plechtige herdenking vanmorgen zojuist omgedoopt tot de 'Essex-Scottish-laan' ,ter ere van het Canadese regiment dat hen in september '44 bevrijdde. Deze goedgemeende bombast beroerde echter nauwelijks het gros van de dorpelingen ,die het nog jarenlang over hun 'Zeelaan' zouden hebben. En ook van de overige plechtigheden ,zoals de uitreiking van eretekens aan zogenaamd 'verdienstelijke patriotten',zouden ze niet lang wakker liggen. Immers :op iedere gedecoreerde hadden ze wel iets aan te merken en volgens de criticasters waren er àndere 'helden' die op dat lintje véél meer recht hadden...

Daarover scheen ook het dispuut in 'De Lekkerbek' te gaan. Toen de zatte fietsers uit het zicht verdwenen waren ,liep Joseph op zijn krukken voorzichtig in een boogje naar het terras aan de overkant en dook weg in de schaduw achter het glazen windscherm. Door het wit-voilen gordijn voor het grote raam had hij nu een duidelijk zicht op de tapkast en driekwart van de zaal ,zónder dat één van de tooghangers hém in het donker buiten kon opmerken...Joseph kreeg het gevoel op de eerste rij in een toneelzaal te zitten waarvan op scène het doek daarjuist was opgetrokken. Zo ,de laatste akte van het drama kon beginnen...

Het viel hem onmiddellijk op dat ,van het oubollige bruine café dat hij zich van vroeger herinnerde ,geen spoor meer overbleef...Nu deden vier moderne TL-buizen tegen het plafond het zaaltje in een zee van helderwit licht baden ,waarin de vernikkelde tafels en stoelen schitterden als in een spiegelpaleis van de foor. In het midden van de achterwand ,waar vroeger het jengelende mortierorgel had gestaan ,pronkte nù een grote glazen pick-up-kast in duizend bonte kleuren met bovenop in driftig fonkelende letters de merknaam 'Würlitzer' ,je kon er niét naast zien ! De 'Kilima Hawaiians' stonden daarop nogal hard met lange tremolo's te zeuren over een paardenhoofdstel dat er aan de muur hing ,maar dat kon de ambiance niet storen. En ambiance wàs er !

Jetje zat aan een tafeltje blijkbaar van een zware discussie uit te blazen ,en de garde nààst haar herkende hij onmiddellijk aan het donkergroene uniform. Maurice ,de waard ,leunde achter de borstwering van zijn taptoog met valse nonchalance tegen de spiegelkast waarin wel dertig lege likeurflessen als in een schietkraam de bezoekers uitdaagden. Al glazenpoetsend leek hij zich van het tumult vóór zijn loopgraaf niet veel aan te trekken. Ten onrechte ,want de twee bekvechters voor zijn neus waren zich flink aan het opboeien. Joseph herkende Pylieser uit de beschrijving die Rachel had gegeven, en het koperen ereteken op de borstzak van zijn zondags kostuum verdreef elke twijfel. Zijn tegenspeler zat met de rug naar Joseph toe en bleef voorlopig onbekend ,maar liet zich daarom allerminst onbetuigd !

" Nondedju ,Gerard ,ik zeg het gelijk ik het peins : ge had die onnozele 'speekmedalje' nooit mogen aanvaarden ,omdat ge't niet waard zijt ! En dat weet ge potverdomme goed genoeg ! Dan zijn er miljaarde héél wat ànder hé , die het duizend keer béter verdienen dan zo'n lafaard lijk gij ! En ik ga géén namen noemen !"

" Wie ? Gij soms ?!...Vuile rotzak ! Ge zijt maar nà den oorlog boven water gekomen toen de Canadiens hoog en breed in 't dorp zaten ! Dan is het verdomme gemakkelijk van de grote weerstander uit te hangen !...Om dan miljaardedju op de koop toe deze morgen met den défilé nog op kop van de stoet te willen lopen ook !... Ik heb godverdomme vier jaar mijn pels geriskeerd ,weet ge dàt ?! Te beginnen met dien Engelsman die we met mijn eigenste schip naar den overkant hebben gebracht ,onder de neus van den Duits ! Hé miljaardedju ,dàt kunnen er nog niet teveel zeggen !"

Dàt ging Jetje een beetje te ver :" Héla Gerard ,niet overdrijven hé ! We-we-we...Gij zoudt de laatste moeten zijn om daarover nog te durven spreken...Gij zijt verdikke dien fameuze dag van de schrik nog geen moment van 't schijthuis àf geweest !...En ge hebt René Cattrysse ,de broer van Marie hier ,opgestookt om dien Engelse piloot over te varen met een veel te kleine kano ! Dat hem erbij verzopen is staat ook op uwen kerfstok...Maar gezien gij bij dien overvaart uw neus niet hebt getoond ,zoudt ge dus over dàt geval beter zwijgen ,hé..."

Joseph hoorde de twee àndere mannen spottend lachen ,maar Pylieser wou z'n punt halen.

" Hoe ? Is 't geen waar zekers ,van dien Engelsman ? Is hem niet met mijn 'Astrid' weggebracht soms ?!"

"Ja ,maar den Groten Gerard was er niet bij hé !" sneerde Jetje :"Gij hebt van de schrik op het laatste moment uw staart ingetrokken en Roger Titteca als schipper het vuil werk laten doen ! Omdat gij, den groten held Pylieser, ocharme dien dag zo verschrikkelijk ziek was ,weet ge nog ?..."

" Hé Georgette ,ge durft veel zeggen ,gij ! En dan nog waar de mensen bij zitten ! Miljaarde ,da's blamage in 't openbaar voor getuigen ,weet ge dat ?!...Daarvoor kunde verdomme tien jaar in den bak vliegen ,voor die stomme wijvenpraat van u ! Al goed dat ik..."

" Stomme wijvenpraat ?" vloog Jetje uit :" Stomme wijvenpraat m'n gat ! Zal ik zeggen wie er die dag op de 'Astrid' zat ,buiten dien Engelsman ,de René en schipper Titteca ? De kleine Leon van Marie ! Maar gij niet ! Gij zat veilig thuis met de poepers ,terwijl kleine Leon en Roger Titteca hun pels riskeerden ,lijk gij komt te zeggen ! Ge zoudt beter uw medalje van de weerstand aan dié mannen geven ,in plaats van er hier in alle cafés mee te lopen stoefen !..."

" Da's de max ! De Leon ! Die zwartzak ! Een medalje van de weerstand ! Voor een gastje van nog geen zestien jaar ! Miljaarde ,moet er nog zand zijn ?!... Georgette ,gij zijt zàt zeker ?...Ten andere ,over Roger Titteca moet ge zwijgen ,die is door uw vrienden vermoord in 't concentratiekamp..."

" Mijn vrienden ,mijn vrienden ?!..."

" Is 't geen waar ? Hebt ge niet heel den oorlog bij den Duits gewerkt ,hierachter in de keuken van de kazerne 'Rustoord' ? De Jupp van hiér en de Jupp van dààr :die baas kon ook geen kwaad doen in uw ogen ,hé Georgette ! Ik zou maar zwijgen moest ik van ù zijn !"

Joseph zag Jetje even razend naar adem happen ,maar dàn vloog ze uit :" En gij dan ! Zijt gij soms vergeten dat ge iedere week verse tongetjes kwam leveren in de officierenkeuken van den Duits ? Of zeepaling ? En maar de Jupp zijn gat lekken ,hé ,want de "Herr Feldwebel" betaalde goed ! Denkt gij dat het keukenpersoneel stront in hun ogen had ? Als ge nù stinkend rijk zijt is het toch zéker niet van haring aan de corporatie van de vismijn te verkopen ,hé vader !...Als dàt zo goed opbracht ,had ge uw mannen aan boord wel wat beter mogen betalen...Marie heeft nooit over de pree van de kleine Leon kunnen stoefen ,dat ik weet !"

" Marie-Marie !...Nog zo'n zwarte hoer !"

" Ge zijt er anders nooit vies van geweest ,van Marie ,hé mijn ventje !" teemde zij :”Tot haar laatste snik op de vest van ‘t Fort Palingbrugge :daar waart ge toch ook omtrent hé vent ! En van moorden gesproken ,Gerard : wat hebt ge feitelijk uitgestoken met de Kleine Leon ,nadat ge hem hier samen met Marie zijt komen aanhouden bij de bevrijding ? Da's raar dat ze zijn lijk de week daarop uit de Geul hebben gevist hé...Verzopen ,zogenaamd ,terwijl die jongen kon zwemmen lijk een vis ! Hoe hebt ge dàt geflikt ,zeg ?..."

" Niks geflikt ! Dat zijn vuile leugens ! Dat heeft Francis Dupong ,die mislukte pastoor ,kunnen getuigen , want hij was erbij :ik zijn aan de Leon niet aangeweest ! Die is gaan lopen ,samen met Marie ,langs de vest van 't oude fort. Ik heb er twee keer achter geschoten ,en de Francis met zijn mitraljet ook ! Dat was ons goed recht ! Héy !" Gerard porde de tooghanger naast hem aan :" Hé ,is 't geen waar dat we recht hadden ? Ge hebt ons de dag voordien nog het bevel gegeven van de zwartzakken die we kenden te gaan aanhouden ,desnoods met geweld !"

" Gerard ,laat mij der buiten hé..." bromde zijn maat nijdig :" Aanhouden ,tot dààr ! Maar ik heb nooit gezegd van ze neer te knallen lijk in de Far-West hé... Dat was een stommiteit van u :dat moet ge niet in mijn schoenen schuiven..."

" Een stommiteit ? Een accident ,ja ! En ik had ocharme een Lüger, terwijl de Francois Dupont met een Sten-mitraljet nog achter de Leon heeft gevlamd lijk zot ! Marie is door één van ons kogels getroffen ,ja ,maar dat was een stom accident ,van op zo'n afstand ! Dat kan de sjampetter hier getuigen ! Hé Cyriel ? Gij zijt bij het onderzoek van de juge geweest :zegt dat het een accident was ,verdomme !"

Joseph zag de veldwachter tegen zijn pint een vaag gebaar maken :" Ik versta niet Gerard waarom ge daarvoor staat te liegen...Fancis Dupong heeft overlaatst ,juist voor hij naar de Kongo vertrok ,een brief naar mij geschreven met heel zijn biecht erin. Hij wilde zijn geweten zuiveren over deze misdaad alvorens naar de missies te gaan werken ,zei hij. Ik heb dat beëdigd document aan de juge bezorgd die indertijd het onderzoek heeft geleid. Daarin was niet veel sprake van een accident ,hé..."

Waarop Jetje weer uitvloog :" Accident ,m'n gat ! Gij zijt zeker vergeten dat ik Marie heb moeten gaan herkennen ,toen ze op den blauwen steen lag in dat kot achter de kliniek ?...Accident ! Heel haar kop was uiteen gesprongen ,ocharme !...De ziekenbroeder zei dat dit kwam door een schot tegen de keel ,zo naar de hersens ! En niét van vér ,hé Gerard ,lijk dat gij wilt doen geloven ,maar van héél dichtbij : het arme schaap haar kin was helegans verbrand !...Mij moeten ze geen blazen wijs maken, hé vent :Marie is vermoord ,geslacht lijk een varken ! Dat hebt gij op uw geweten ,smeerlap ! Gij ,voorzekers, of dien mislukte paster Francis Dupong ,'t is mij al gelijk !...Maar als ze daarvoor al vaderlandse medaljes gaan geven dan is het verdikke vér gekomen !..."

" Gij godverdomse vuile teef !" Pylieser was plots van zijn barkruk gezakt en waggelde dreigend op Jetje af. Maar de veldwachter en de tweede tooghanger waren hem vóór en in een oogwenk lag het vechtend kluwen tussen omvallende stoelen en wild wegschuivende tafels in een uitbarsting van primair geweld.

Met hier en daar een forse ruk aan een kraag maakte de waard vakkundig een eind aan de rel :" Gerard ,'t is al goed geweest ! Tijd om naar huis te gaan, hé vent ! Da's zeventig frank voor alle tourneés vanavond ,rap !" En hij hield de nog wat tegenwringende schipper tegen de tapkast geklemd.

" En dan weet ik nog altijd niet waarom gij indertijd dat ànder accident ,de dood van Dis ,in mijn schoenen hebt willen schuiven !" zei nu de tooghanger van de 'Far-West' kalmerend :"Alles is daarvan geweten na dat onderzoek van de gastang :dat ge aan die ontstekingskoppen hebt staan prutsen ,mij en de garde hebt zien aankomen langs de doorsteek en ons bespioneerd hebt van op de duintop ! En tóch hebben ze u daarover nooit sérieus ondervraagd ,wat toch niet normaal is ! Maar mij hebt ge daarmee wél een ferme kloot afgetrokken ,Gerard ,en dat zal ik nog niet rap vergeten ,weet ge ! Of zat ge méé in de combine van de garde misschien ?"

Pylieser speekte op de grond en riep verachterlijk :" Ikke ? In combine met dat schijthuis !?" Maar de kalmte was weergekeerd. Joseph zag vanachter het windscherm hoe Jetje bleek en stijf ,rechtop tegen de lambrisering het gevecht had gadegeslagen. Ze hielp nu de garde op de been en viste zijn sjako onder de tafels uit. Veel tijd om haar kalmte te bewonderen kreeg Joseph niet ,want plots duwde de 'patron' sussend de wankelende Pylieser bij de kraag naar buiten ,het caféterras op :"En vergeet uw vélo niet ,hé Gerard... Allee gauw ,en wél-thuis !"

Joseph schrok zich een aap door deze plotse verschijning van Gerard Pylieser vlak voor z'n neus S ,en kon zich nog nét op tijd in de schaduw naast de zijgevel terugtrekken. Hij zag de waard koel toekijken hoe de mopperende schipper onzeker zijn rechterbeen over het zadel hees en met zijn voet naar het pedaal zocht... Maar zohaast de kemphaan onvast van start ging ,keerde Maurice kalm terug naar zijn klanten.

Oef !...

In de nevelige schemer van de volle maan zag Joseph hoe de dronkaard traag de bocht naar de Bassevillestraat miste ,uitschoof op het mulle duinzand nààst de kasseien en kletterend tegen de grond smakte. Een vlugge blik in de gelagzaal stelde hem gerust :dààr hadden ze blijkbaar niets van dat lawaai gehoord...Dus haastte hij zich met grote sprongen op z'n krukken naar de sakkerende schipper toe ,die half liggend vergeefs trachtte zijn broekspijp uit de kettingkast van zijn fiets los te rukken en niet eens schrok toen Joseph zo plots voor hem opdook. Joseph tastte in zijn broekzak naar zijn lierenaar en dacht : nù één trek over zijn keel en het varken is er geweest !

Maar dood in tien seconden ,daar had niémand iets aan. Pylieser moest minstens weten wié zijn scherprechter was ,en waaróm hij met zijn leven moest boeten...

Joseph boog zich naar hem toe :" Wel-wel schipper , ik zie dat ge nog altijd uw speekmedalje draagt...Fier zeker ,hé ,dat ge zo de grote Jan kunt uithangen ?!" Hij trok zijn lierenaar en knipte die open. Pylieser liet zich op de grond vallen en hijgde :" Wat is me dàt ?!"

Maar Joseph greep Pylieser zijn voet vast en sneed met één haal de broekspijp los uit de kettingkast :" En niet zeveren over uw zondags kostuum hé vader ! Waar gij naartoe gaat is een nachthemd voldoende ! Kom ,geeft mij de hand dat ik u rechttrek ,want hiér ligt ge teveel in 't zicht en zoudt ge nog overreden kunnen worden...En zó héél vermorzeld wilt ge toch niet sterven hé ?!"

Twijfelend greep Pylieser de toegestoken hand die hem recht hielp :" Zijt gij van dees' kanten ,vriend ?...Ik herken u toch niet...Toerist zeker ?" En hij maakte aanstalten om weer op zijn fiets te kruipen.

" Neen-neen ,geen toerist ,Gerard ! Ik heb hier achttien jaar gewoond ,in die barak daar wat verder , achter de bocht ! Ge zoudt mij goed moeten kennen ,want ge hebt mijn vader én mijn moeder vermoord ! Plus mijn nonkel René en mijn broer Leon ! Is dat soms niet genoeg om iemand nooit meer te vergeten ,Schipper ?" En terwijl Pylieser trachtte de Bassevillestraat verder in te fietsen ,huppelde Joseph met hem mee ,één hand op de bagagedrager :" Niet gaan lopen hé vent ! Wij hebben nog iets te regelen ! Ge weet nu met wie ge te doen hebt zeker ?"

" Joseph Petré ? Den oudste van Marie ? Stief verouderd ,hé vent ! Ik had u nooit herkend !Ik dacht dat gij aan 't Oostfront gevallen waart..." Pylieser lachte wat onzeker :" Ja ,wij hebben vaneigens nog veel te regelen ,vriend ,maar 't is nù de moment niet !" En hij gaf achterwaarts een ezelsstamp tegen Josephs hand op zijn bagagedrager. Verrast moest Joseph lossen en de schipper rechtte zich op de pedalen om weg te spurten. Zijn rechtervoet slipte echter door de plotse krachtinspanning van de trapper àf ,en met enkele wilde bochten poogde de man zijn evenwicht terug te vinden...Vergeefs :met een luid gekraak reed hij door de verrotte houten afsluiting van de ondergelopen bomtrechter aan de wegkant en dook met fiets en àl in de zwarte modderpoel...

Ja ,die fameuze bomtrechter...Joseph herinnerde zich nog héél scherp hoe een Stuka daar in mei '40 ,met een zware bom middenin de gracht ,meteen een stuk uit de wegkant én de wei had gehapt...Langs de straat hadden de Duitsers er met drie-vier planken een 'voorlopig' hek rond laten plaatsen ,om er in het donker niet in te rijden... En langs de weikant hadden de koeien van Charel Dierendonck mettertijd rond deze nieuwe drenkput een leuke slijkpoel getrappeld...

Joseph bleef onbewogen op de rand van de trechter staan kijken hoe Pylieser ,met lang rietwier in zijn gezicht en tot de borst in het zwarte water ,met krachtige crawlslagen vergeefs trachtte de oever te bereiken.      

"Godverdomme Joseph !...Trekt mij hieruit...met uw stok!...Mijn benen zitten vast in 't slijk...Geeft mij uw stok ,miljaarde ,of ik verzuip !"

Zuchtend hurkte zijn kwelgeest op de rand van het riet ,en viste op zijn gemak met zijn omgekeerde kruk naar de fiets ,waarvan enkel het achterwiel nog wat boven het water uitstak.

" Laat die velo gerust ,miljaarde ! Stomme kloot dat ge zijt...Zó kan ik d'er op steunen  !"

" Dat zoudt ge wel willen ,hé Gerard ? Steunen op de velo en er zo uitgeraken ,hé..." Met een paar forse rukken van zijn kruk lukte het hem al dreggend de fiets op het droge te krijgen.

" Smijt hem tot hier ,dat ik erop kruip !...En loopt in de straat bij de Morrice een koord halen !...Rap verdomme !" Het water reikte reeds tot aan zijn oksels.

" Ikke lopen ? Met mijn éne poot ? Dat zal niet meer gaan hé makker !...En die schone nieuwe velo in 't water smijten ? Gij vangt zeker ?...En 't is dan nog de mijne niet..." teemde hij :" Die kost op z'n minst zéker vijfduizend frank...Als ik die zo in 't water smijt ,steken ze mij zeker in den bak !"

" Godvermiljaarde ,ge krijgt hem kado ,onnozelaar ! Maar haalt mij hier nondedju uit voor da'k verzuip !"

" Merçi ,Gerard :ge wordt nog vrijgevig op uwen ouden dag...Maar hebt ge mij al eens goed bezien ? Wat zou ik met mijn éne poot moeten gaan aanvangen met zo'n dure ventenvelo ?...Maar allee ,ik zou hem misschien kunnen verlappen voor een schoon prijsje ,wat denkt ge ?"

" Stomme kloot ! Smijt hem naar hiér !" Zijn rauwe stem sloeg schril over.

" Allee Gerard ,zoude nu écht willen dat ik mijn schone velo ,die ik juist gekregen heb ,voor u in dien poel gaan kappen ? De mensen gaan peinzen dat ik helegans zot zijn !...Ziet dat ze mij in 't gesticht steken !"

Eindelijk leek Pylieser het dóór te krijgen ,want hij hield op met crawlen en staarde Joseph met open mond aan :" Gijsse smeerlap !" hijgde hij ontzet :" Ge wilt mij hier...laten verzuipen...lijk een hond ?... Joseph ! Lijk nen hond ?"

" Ja Gerard :lijk een hond ! Een smerige luizige hond !...En opzettelijk ,hé Gerard :op-zet-te-lijk ! Géén accident ,gelijk met mijn moeder ! Ge gaat er aan ,beste vriend !" siste hij :" Ik laat u creperen zoals ge met Marie hebt gedaan : vechten tot uwen laatste snik !...Maar 't zal ook u niet helpen ,makker !"

" Verdomme Joseph :ik heb u erkend ! Ge kunt van mij al krijgen wat ge wilt ,jongen !...Help !!" schreeuwde hij ,zijn hals stijf boven het stijgende water rekkend.

" Ik heb u ook gelijk herkend daarjuist ,Gerard ,en toen schoot het mij te binnen wat gij allemaal met Marie hebt aangevangen bij de bevrijding ,weet ge nog ?!"

" Help ! Help ! Au secours !"

" Roept maar zoveel ge wilt...'t Is te laat :er zal u niemand meer horen !..."

Maar dààrin vergiste hij zich :"Wat is er gebeurd ?" Joseph schrok op :daar kwam Jetje schreeuwend aangelopen! "Wat is er gebeurd ?!...Wie is 't ?"

" Au secours !" rochelde Pylieser.

" De schipper...in de gracht gereden...Maar ik kan er niet bij " loog hij.

" Help !" gilde Jetje nu ook :" Help !"

Uit de richting van de "Lekkerbek" zag Joseph een fietslamp naderen ,lichtjes zwaaiend over de weg. Cyriel de veldwachter verdomme :dàt mankeerde er nog aan !

" Denkt eraan ,Jetje :ge ként mij niet !",siste Joseph.

" Help !...Mijn velo !" proestte Pylieser.

Juist toen de garde zijn fiets tegen de kasseien kletste ,greep Joseph met één hand het glibberig vehikel van Pylieser en slingerde het ,als een discuswerper op één been ,met een brede zwaai de poel in ! Het plonsde met veel gedruis in het water ,vlak vóór dat vervloekte rode smoelwerk van de schipper ,dat een oogwenk voordien nog nauwelijks boven stak. Had hij doel getroffen ?

Maar Cyriel stootte hem aan en riep aanhoudend : "Ketting maken ! Ketting maken !" terwijl hij de twee krukken van Joseph omhoog hield ! Kwam dié nog even roet in het eten gooien ,verdomme ! De garde waadde echter onverschrokken de bomtrechter in ,reikte één krukeinde naar Joseph die reeds op zijn achterwerk in de gladde blubberrand zat en zich met één hand aan het harde riet vastklampte :" Niet lossen hé !" De àndere stak hij zo ver mogelijk naar de klauwende hand van de drenkeling. Joseph merkte dat de held gelukkig nog een héél stuk tekort kwam.

Als een reddende engel waadde toen, uit het donkere niets verrijzend ,een dérde man de poel in. Joseph herkende hem vluchtig als de nukkige maat van de schipper ,die het zoëven in het café nog had over de 'Far-West'...Hij hield zich vast aan de verste kruk van de garde en met deze bijkomende schakel lukte het nù wél :hij greep de vuist van Pylieser die ondertussen helemaal kopje onder dreigde te gaan. Joseph overwoog in een flits om zijn kruk te lossen ,kwestie van de verwarring nog wat op te drijven ,maar liet deze leutige inval dan toch maar zo...

" Verdomme Gerard ,ge zit goed vast maat !" En tegen Jetje op de straatkant riep hij :" Loopt al rap naar 't café achter een koord en een leer ,want zó gaan we subiet nog allemaal verzuipen !...Rap !"

Daar had het inderdaad alle schijn naar. Want zowel de garde als de 'cowboy' zakten ,bij de pogingen om hun eigen voeten uit de blubber los te werken ,óók gestaag dieper weg...Maar Jetje was nauwelijks in de nevel verdwenen of de situatie sloeg helemaal om.

Joseph hoorde de cowboy duidelijk zeggen :" Gerard jong ,het is hier nu elk voor zich ,hé ! Mij gaat ge niet meesleuren naar de hel ' hé vriend :ik zijn daar al geweest ! Doe ze daar de groeten !" En de vreemdeling liet de vuist van de verzuipende schipper uit zijn hand glippen en poogde ,al trekkend op de kruk die hem met de garde verbond ,zonder verder nog om te zien uit de modderpoel te geraken...

Maar Joseph had enkel oog voor de wild waaiende arm van Pylieser ,die echter even later in een plotse kramp stilviel en onder water verdween...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (11 Stemmen)
14-10-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
13-10-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 370
Klik op de afbeelding om de link te volgen

D05. RACHEL ,DE 'ZWARTE WEDUWE'.

 

                     Westende , 8 mei '46 ,namiddag...

Jetje stevende kwaad de schemerdonkere voorkamer in en trok kordaat het overgordijn open :" Zeg Rachel ! Wat doet gij hier nog ?! Moest gij niet gaan werken vandaag ?!" Vriendelijk klonk ànders !...

Joseph zag ontzet dat een hoogblonde vrouw van een jaar of veertig ,type cafémadam ,zich lui oprichtte uit de 'cosy-corner' en achteloos haar nylons optrok :" Werken ? Dat ziede van hier ! In Nieuwpoort vieren ze opeens óók "V-Day" ,lijk ze zeggen ,de verjaardag van de "Victoria-over-den-Duits" verleden jaar ,en de baas heeft mij congé gegeven voor de rest van de dag ,lijk het elke goeie vaderlander past...En aangezien gij vanmorgen hier niet in uw kot waart toen ik weerkwam ,heb ik maar effekes liggen uitblazen van dat over-en-weer rijden met de velo. En dan zien ik opeens dat gij achter mijn gat vreemd mansvolk in huis haalt ,hé ! Ik was kik nu eens écht curieus wat ge met die vent hier ging uitspoken ,zie !"

Als verdediging klonk dat veel te zwak ,dus liet Jetje niet op haar kop zitten !

" Ten eerste is dat geen vréémd mansvolk ,maar ken ik die jongen al van zijn geboorte ! En ten tweede ontvang ik in MIJN huis nog altijd wien da'kik wil hé !...En ge moet niet klagen ,want gij profiteert daar tot nu toe nog altijd het mééste van ,zou ik zo zeggen ! Dàt effekes tussen haakjes, hé madam ! Voor de rest moet ik hem vaneigens niet meer aan u voorstellen hé ,nadat ge ons heel de morgen hebt liggen afluisteren vanuit de 'cosy-corner ?!"

" Die vent hier ?! Dat is dien zwartzak van hiernaast zeker ?", vroeg ze ,zonder Joseph een blik waardig te gunnen :" De zot die indertijd met den Duits mee is gaan vechten in Rusland ?!...Hoe komt het dat hij niet meer in de bak zit ?...Of is hem soms gaan lopen uit het kamp van Sinte-Kruis ?" (groot interneringskamp voor incivieken van West-Vlaanderen)

Zonder verder op het gekanker van de vrouw te letten ,vroeg Jetje aan Joseph :" Gij herkent haar niet meer ,zeker ,van lank voor den oorlog ?...Ook niet als ik zeg :mijn vriendinne Rachel van destijds ,dat schoon zwart vrouwtje uit de juwelenwinkel in de Wittenonnenstraat van Oostende ? Erg veranderd hé ,ik weet het : na twee jaar kamp Ravensbrück ,wat wilt ge ! Een hele grijze kop gekregen ,dat met blonde verf nog 't best gedekt wordt...'t Is wat verschietachtig in het begin ,die jonge kleur ,maar Ik zijn al aan 't zicht gewend...Ô-contrarie :aan de rimpels is niets meer te doen ,en haar karakter is er sindsdien óók al niet op verbeterd !"

Eén ogenblik dacht Joseph dat die vrouw doof was ,of zwakzinnig ,dat Jetje haar uiterlijk zo kritisch besprak als had ze het over een levenloos beeld... Maar nee ,de blonde sneerde scherp terug :"Uw eigen nog niet goed bezien zeker ?!" Joseph dacht dat die twee elkaar in het haar gingen vliegen ,maar plots schoten ze beiden in een monkellach :

" Maar we zien elkaar nog gaarne ," zei Jetje ,:" En dàt maakt veel goed ,hé m'n Keuntje !"

Vooraleer twee samenhokkende vrouwen ,na wat vreemd gekibbel ,elkaar 'Keuntje' (Konijntje) noemden ,moest er toch méér aan de hand zijn dan alledaagse vriendschap ,vond Joseph... Maar de figuur van zijn 'tante' paste absoluut niét in het zwoele kader met de vrijende meisjes uit zijn natte dromen...Jetje gaf hem echter geen tijd om zijn fantasie op hol te laten slaan en blokte hem meteen af :

" Zo ziet ge maar ,hé Joseph :elk huisje heeft z'n kruisje...Herkent ge mijn vriendin nu niet ?"

Rachel keek hem hard en vrank in de ogen ,en intuïtief voelde hij dat hij beter meteen in tegenaanval ging.

" Ja...Vooral aan de reuk ,hé madam ! Dien parfum ,toen ge 's maandagmorgens in ons tramkotje stond te schuilen om naar Oostende weer te keren :dié is mij in mijn dromen bijgebleven...Maar voor de rest...Gij waart vroeger toch zwart ?"

"Gij toch ook hé :die vuile zwartzak van neffens de deur !" repliceerde zij pinnig en de toon was meteen gezet :" Een rotzak van de SS !"

Bon ,dacht Joseph :dan maar verder zónder fluwelen handschoenen :" En hebt ge nog nieuws van uwen man ?"

" Mijn man ??...Ik héb geen man ,onnozelaar !"

" Wél waar ,madam ! Ik bedoel :de jood Polak ,die gij op 10 mei van '40  ,bij het begin van den oorlog ,als Duitse spion hebt verklikt aan de Belse Staatsveiligheid en die ze toen in een concentratiekamp hebben gestoken in Frankrijk..."

" Ik ? Verklikt ? Wie zegt dat ?!"

" Wel ,uw vent zélf !...Mijn goede vriend Arthur Birnbaum - Jetje moet hem nog kennen van voor den oorlog - is toen samen met uw man opgepakt en gedeporteerd naar een concentratiekamp in Zuid-Frankrijk...Die gevangenen waren er na de bevrijding heel slecht aan toe ,lijk ook gij in Ravensbrück...Maar ondertussen ,waarschijnlijk door het zachte klimaat daar ,én de goede zorgen ,zijn de meesten er weer bovenop..."

Joseph was zélf verbaasd hoe gemakkelijk hij alles uit zijn duim kon zuigen :" Een hele hoop van die sukkelaars zijn apatriden, vaderlandslozen, en die gaan daar blijven ,om te profiteren van de zon... Enkel een pààr ,die hier nog familie of bezittingen hebben ,spreken van weer te keren...En naar 't schijnt heeft uwen vent bij zijn deportatie héél zijn winkelstock van juwelen bij u achtergelaten. Die wilde hij graag komen recupereren ,heb ik van mijn vriend Arthur gehoord..."

Rachel staarde hem versteven aan.

" Hij heeft navraag achter u gedaan langs 't Rood Kruis ,hoorde ik van Arthur. Maar uw vent wist niet of gij Ravensbrück overleefd had of wààr gij voor het ogenblik woonde. Als ge wilt zal ik eens een briefje schrijven naar mijn vriend met uw adres ,en zeggen dat alles met u goed gaat...Dan kan hij het doorgeven hé..."

Rachel trok hoe langer hoe bleker weg en voelde haar langzaam heropgebouwde leefwereld instorten :" Ik wéét van geen juwelenstock meer ! Alles is geplunderd en meegepikt door den Duits ,in '42 ,toen die vrienden van u mijn dure boutiek in beslag namen..." Maar haar bitsigheid begon al ferm weg te smelten in haar steeds stijgende wanhoop ! Wat moest ze nù beginnen met dat ventje  ?!

" Alles gepikt ?" vroeg Joseph schijnheilig :"Allee gij ! Echt waar ? Jupp heeft mij in Keulen nochtans verzekerd dat hij met Jetje hier héél den oorlog conservenvlees heeft geruild tegen ringen en halskettingskes...Die kwamen zonder twijfel uit uwen winkelstock van Oostende ,làng nadat de Feldgendarmen uw luxecommerce hadden gesloten !...Dié juwelen hebt ge dus optijd kunnen redden uit hun klauwen en Jupp mee omgekocht voor conserven gedurende twee jaar ,tot dat ge naar Ravensbrück vertrok..."

" Och ,dat waren zeker de cadeaux die ik voordien aan mijn vriendinne hier heb gegeven ,voor haar verjaardag en zo..." Jetje keek op en trok een blij-verrast grimas ,maar zei niks.

" Ja-ja !" lachte Joseph honend :" Ik wist niet dat Jetje iedere veertien dagen verjaarde ! 't Is dààrmee dat de mensen tijdens de oorlog zo rap verouderden ,zeker ?!"

Rachel wilde nog verward repliceren ,maar haar stem brak in een snik en Jetje vloog haar vlug ter hulp :" Zeg ,den oorlog heeft voor u getweeën nog geen kwaad genoeg aangericht ,zeker ! Gij ,Joseph ,uw been kwijt en voor de rest van uw leven invalide !...En gij ,Rachel ,uw gezondheid om zeep in Ravensbrück ! Gijder zoudt elkaar beter wat bijstaan in plaats van elkaar den duivel aan te doen ! Allée ,komt eten ,en vergeet al die oude koeien !"

Maar Rachel had geen honger ,zei ze ,en ging boven nog wat rusten. En na het eten moest Jetje naar haar werk in 'Ons Rustoord' ,waar nu brusselse stadsmussen logeerden. Blijkbaar had zij daar de plaats van Marie geërfd als kokkin ,met een goede verdienste maar onregelmatige uren...Tegen het avondeten zou ze terugzijn ,en nadien konden ze een pintje gaan drinken in café 'De Lekkerbek' ,hier om de hoek van de straat. Na de feestelijke plechtigheid in het dorp zou daar vanavond wel aardig wat volk zijn. Véél oude bekenden ,voegde zij er voor Joseph nadrukkelijk aan toe...

Terwijl hij zo heel de namiddag het kot voor zich alleen had ,oliede hij zorgvuldig zijn prothese en schiep wat orde in zijn kleerbundel. Hij telde vlug zijn geld en haalde de gouden Fredericks uit de zoom van zijn besmeurde jekker. Door de tolueen stonk die als de pest en was in feite reddeloos verloren :dus in de stoof ermee ! Al bij al voelde hij zich een gelukkig man...

 

Kort vóór Jetje van haar werk terug thuis zou komen ,verscheen Rachel weer in de keuken en begon zwijgend de tafel te dekken. Ze was waarschijnlijk een paar uur met haar opmaak bezig geweest ,want ze zag er inderdaad weer héél smakelijk uit :de brede lokken met hetzelfde parfum ,net zoals vroeger maar dan in 't blond...Verdikke ,dacht hij ,die heeft grote plannen ,zo te zien !

Plots schoof ze een stoel bij en ging tegenover Joseph zitten :" Ik versta niet wat gij tegen mij hébt ,om mij zo af te dreigen met die brief naar Polak...Want dat is het toch hé :chantage ! Terwijl ik u nooit iets in de weg heb gelegd ! Maar dàt zou natuurlijk rap kunnen veranderen ,want IK kan óók schrijven ,hé ! Bij voorbeeld aan de gendarmen het adres opgeven waar gij voor het ogenblik woont..." De dame had blijkbaar haar namiddag niet in intellectuele ledigheid doorgebracht !

Joseph bekeek haar bedachtzaam over zijn pijp heen en zei tenslotte :" Die brieven van ons ,dàt is een hoofdstuk apart dat we nog eens rustig moeten bespreken. Maar voordien moet ik wél iets rechtzetten... Gij doet nu alsof gij het slachtoffer waart van "die vuile zwartzakken van naast de deur" ,en geeft ons de schuld van uw twee jaar deportatie naar Ravensbrück. Ondertussen weet ge héél goed dat Marie of Leon daar voor niets tussen zaten ,en IK nog veel minder ! Ik zat aan het front, op duizenden kilometers hier vandaan... Dus voor uw wraak over Ravensbrück moet ge niét bij mij zijn, maar wél bij Gerard Pylieser hé ,zonder de minste twijfel ! En dat wéét ge ! Waarom ge dan nog altijd op mijn kop zit te kappen ,kan ik onmogelijk begrijpen..."

" De Petré's waren toch Duitsgezind hé ?! Hewél ?!"

" En gij waarschijnlijk Engelsgezind ,wat maakt dat uit ? Elk zijn gedacht ! Wij hebben u daar in elk geval nooit last voor verkocht. Wel integendeel :door de voorspraak van Marie heeft Jupp - dien smerigen Duits ,lijk gij zegt - jullie altijd van eten voorzien en werk aangeboden ,en toen ge opgepakt werd heeft hij getracht u vrij te kopen...Dat het mislukte is niet zijn schuld ,en de ónze nog veel minder."

Rachel schokschouderde wat en staarde naar buiten.

" Maar ik draai het om en zal u eens goed uitleggen waarom GIJ in mijnen hof hebt gescheten !"

Ze keek hem geringschattend aan alsof hij daar een waanzinnige enormiteit uit zijn voeten sloeg ,maar Joseph vervolgde kalm :" Ge weet zéker nog goed dat ik op een schone morgen in het begin van de bezetting ,mei-juni '41 zoiets ,hier aan de 'Lekkerbek' op de tram stond te wachten hé?...Dié nacht hadden de Engelsmans met een zwaar bombardement de FLAK-batterij van Mariakerke plat gesmeten en ook de rails van de kusttram op den dijk geraakt. Na een tijdje kwaamt gij hier in ons tramkot toen zeggen dat ik beter terug naar huis kon gaan want dat er dien dag zéker geen tram meer zou komen. Ik heb uw raad toen opgevolgd ,ben terug naar huis gegaan en heb hier mijn moeder in bed gevonden met de Jupp. Daar is een huiselijk drama van gekomen waardoor ik tenslotte naar Rusland ben getrokken..."

" Omdat uw kinderzieltje ocharme geknakt was door die ontdekking ?" spotte ze :"Daar kan ik toch niets aan doen !"

" In tegendeel ! Gij hebt die morgen ,na dat ik van huis vertrok nààr de tramhalte ,Jupp bij ons zien binnensluipen ,en ge wist héél goed dat hij van mijn afwezigheid zou profiteren om op ons moeder te kruipen ! En door mij terug naar huis te sturen ,wíst gij dat ik deze schokkende situatie zou ontdekken en hebt gij dus met opzet dat drama uitgelokt !"

" Drama-drama !" jende zij :" Ik vond dat juist een goeie grap ! Wat is er aan dat poepen nu zo dramatisch ventje ?!

" Aan poepen niet ,al hebben ze daarvoor nà den oorlog heel wat vrouwen lijk mijn moeder vermoord ,kaalgeschoren ,geschandaliseerd en de bak ingedraaid ,hé...Maar dat ik door die grap vier jaar bij de vreselijkste slachtingen werd betrokken ,honderden mensen heb dood geschoten ,mijn poot verloor en mijn toekomst om zeep hielp ,dàt is een drama! Gij zijt misschien niet de énige schuldige ,maar ge zit wél in slecht gezelschap. Want ik heb gezworen dat ik ,al wie mijn familie in het ongeluk gestort heeft ,de nek ga afsnijden ! Zijt dus maar héél braaf ,en doet u maar zo rap mogelijk vergeten ,want ik heb er een hekel aan om een vrouw te moeten kelen ,goed verstaan hé !"

Rachel sloeg groen uit en stamelde :" Maar ik heb met die farce toch énkel Marie een loer willen draaien , omdat ze vroeger aan mijn vriendin had gezeten :ik had niets tegen u..."

" Dat is dan verkeerd afgelopen hé :mijn moeder heeft aan die bedscène absoluut geen complex over gehouden ,maar IK wél ! En door uw schuld is het met mij nadien helemaal mis gelopen..."

Rachel scheen weer wat van de schrik te bekomen.

"Ge gaat mij toch niet wijsmaken dat al die onnozelaars van hiér naar het Oostfront vertrokken omdat zij hun moeder gesnapt hadden met een Duits in bed ! Zonder die scène waart gij vroeg of laat óók gegaan ,misschien voor iets ànders ,uit eigen stommiteit en helemaal uit vrije wil !"

" Wel ,dat geldt ook voor u ! Ravensbrück hebt gij ook aan uw eigen stommiteit te danken :uit misdadige geldzucht trouwen met een jood ,zuiver voor de centen !"

" Hé gij ! Opgepast ! Toen ik zogenaamd met die rijke jood trouwde was dat nog geen misdaad hé ! Dat hebben de Duitsers er later van gemaakt ! Daar kan ik niets aan doen !

" Ge weet goed genoeg dat den Duits u niet gestraft heeft omdat ge met een jood getrouwd waart..."

" Ha ,en voor wat dan wél ?"

" Omdat ge zogezegd de eer van de Kriegsmarine besmeurd hebt ,door die matrozen valselijk te beschuldigen van roof en verkrachting ! Met heel die overval op uwen winkel destijds in scène te zetten hebt ge uw goudstock trachten te verduiken ,maar in feite op de roulette gespeeld én verloren...Als dat wél gelukt was hadden de Duitsers u heel den oorlog gerust gelaten ,jodenhuwelijk of niét !"

" Maar snotneus ,waar haalt gij al die leugens vandaan ?! Waart gij er soms bij ,toen de Gestapo mij een week lang ondervroeg ?!"

"Neen ,maar de schoonbroer van Oberfeldwebel Heidrich - of zijn neef ,wéét ik veel - die was bij de Feldgendarmen en dié heeft uw dossier kunnen inzien ! Samen hebben ze geld geroken en Jupp ingeschakeld... Want  vergeet niet dat Jupp nadien nog getracht heeft u ,via die persoon ,vrij te kopen met die juwelenstock van de jood...Hij kende uw dossier met het verslag van de ondervraging van binnen en van buiten ! En in Keulen heeft Jupp mij laatst nog verzekerd dat daarin absoluut géén sprake was van een jodenhuwelijk ! Niks !"

Rachel zweeg nukkig ,maar scheen na rijp beraad tot een besluit te komen :" Wie weet er van dat dossier ,volgens u?..."

" Wel :ik ,en Jupp ,en mijn vriend Arthur..." loog hij :" Weet ik veel ! Daarover spreekt men niet zo gemakkelijk..."

" En weet ge soms ook wààr die Jupp met al mijn juwelen gebleven is ,nadien ?..."

" Ja ,ik héb dat geweten ,maar zo'n schat kan rap van plaats en eigenaar verwisselen hé...Méér kan ik daarover niet zeggen...Enkel dàt :Jupp heeft die schat niet verkwist ,en ze zit nog altijd in dezelfde blikken koekendoos van Reine Astrid..."

Rachel keek hem lang onderzoekend aan :" Gij hebt hem dus gezien ,die stock en die koekendoos ,en ge weet hem liggen ?..."

Maar op dit cruciale moment viel Jetje binnen voor een haastige hap :vanavond verwachtte zij heibel in de "Lekkerbek" over het ereteken van 'Weerstander' dat Pylieser vanmorgen gekregen had. De heren hadden heel de dag vrolijk voort gezopen en dat zou in hun vertrouwde 'laatste station' wel eens voor vuurwerk kunnen zorgen !

En langs haar neus weg vroeg ze nog of Joseph en Rachel geen zin hadden om mee te komen kijken ,maar was niet verwonderd dat beiden dat in koor afwimpelden :" Hélaba ! Braaf zijn als moeder van huis is hé ! En Rachel ,ziet dat er geen kinders van komen ,hé ,gelijk gij nieuw in de verf zit !"

Toen Jetje verdwenen was ,vatte Rachel de draad weer op :" Ge hebt waarschijnlijk niet veel goesting om mij te vertellen wààr mijn stock verdoken ligt ,hé ?..."

En toen Joseph eventjes afwijzend snoof ,vervolgde zij onverstoorbaar :" Blijft gij hier bij Jetje of in het omliggende een tijdje wonen ,of trekt ge in't kort verder ?"

" Daar ligt niks vast ,maar in principe kom ik enkel een paar zaken regelen en verdwijn ik weer...Naar Holland ,waar ik gemakkelijker met m'n nieuwe identiteit voort kan. Of terug naar Jupp in Duitsland ,waar ik wél veilig zit en er een plezant vrouwtje op mij wacht...Of mogelijk naar Frankrijk ,waar ik nog familie heb zitten die mij kan voort helpen...Ik kan nog niks zeggen..."

" In feite mag niemand weten dat gij hier zijt ,en leeft gij hier ondergedoken..."

" Ja ,lijk gij hier bij Jetje ,onder de oorlog hé ! En in feite nog steeds ,aangezien Polak niet mag weten dat ge hier woont...Maar moest ge er soms aan denken van mij te kunnen verraden ,weet dan dat ik mijn vel duur zal verkopen ! De laatste jaren in Rusland heb ik daarin veel kunnen oefenen !"

" 't Is daaraan niet dat ik denk ,want akkoord :we hebben er alle twee voordeel aan dat ons adres niet bij Jan en Alleman bekend geraakt...We zouden er dus beter aan doen elkaar niet verder te bedreigen met dat brieven schrijven. We hebben er alle twee veel bij te winnen..."

Ja ,dacht Joseph vals :de juwelenstock van Jupp ! Maar hardop zei hij verzoenend :" Akkoord...Blijft natuurlijk dat Marie van allerlei verklikkingen beschuldigd werd ,waar zij helemaal geen uitstaans mee had ! Paul Hazard ,Briek Erte ,gij en Jetje ,allemaal verklikt door Gerard Pylieser waarvoor die smeerlap schandelijk de schuld in Marie haar schoenen heeft geschoven ! Zelfs zijn moordaanslag op mijn vader heeft hij destijds aan hààr willen aansmeren ! En tenslotte heeft hij ook de dood van mijn nonkel René op zijn geweten ! Eérst laat hij Marie overhalen om die Engelse piloot in onze abri te verduiken ,en dan laat hij de René in zijn plaats met die gast naar Engeland kanoën! Al dat smerig gekonkel van die vent moet wel zo rap mogelijk op één of àndere manier rechtgezet worden...Bijvoorbeeld een openbare bekentenis vóór ik hem de nek afsnij , dàt zou natuurlijk het ideaal zijn...Maar dan pakken ze mij op heterdaad en kan ik de rest van mijn lijstje niet meer afwerken...De goeie oplossing vinden is verdomme niét gemakkelijk !"

" Lijstje ?! Wat zijt gij dan nog allemaal van plan ,zég ? Voor de dood van Pylieser krijgt ge mijn zegen :ik zal blij zijn als die smerige tweezak-van-een-verklikker uit de weg geruimd is ! Maar van nog àndere lijken wil ik niets geweten hebben !"

" Begint dan maar met mij dien Pylieser aan te wijzen ,want na al die jaren weet ik begod niet meer hoe dat vet varken eruit ziet ! En het zou stom zijn moest ik de verkeerde klootzak om zeep helpen..."

"Als ge alvast met Pylieser wilt kennismaken ,moet ge straks maar naar de 'Lekkerbek' gaan...Daar eindigt hij iedere feestdag zijn ronde langs de café's van het dorp...En zeker nu : de dag waarop hij een medaille van de Weerstand heeft gekregen ! Veel kans dat hij daarmee aan de toog zal staan pronken ,de zot ! Maar ook zónder dàt 'blek' kunt ge hem niet missen ,met zijn opgeblazen rode kop van oorlogswoekeraar :hij doet niets anders dan tournées betalen...Zo koopt hij zijn populariteit ,en er zijn er nog altijd die daarin trappen !"

" Bon ,vooruit dan maar !" Hij haalde vliegensvlug zijn lierenaar uit zijn zak en knipte het vóór haar neus open. Ze slaakte een verschrikte kreet en zakte lijkbleek van haar stoel onder tafel ! Joseph lachte spottend.

" Ow-ow Mens ,rustig :'t Is nog niet voor u ! Ik oefen maar een beetje tegen dat ik Pylieser op 't onverwachts tegen moest komen...Maar zo te zien zit gijzelf ook met de poepers ,en hebt gij ook geen erg zuiver geweten ,hé Rachel !"


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
13-10-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
11-10-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 369
Klik op de afbeelding om de link te volgen

D04. KAARTEN OP TAFEL.

 

                               Westende, 8 mei 1946.

Ondanks de duisternis binnen, merkte Joseph aan alle afval onder zijn voeten dat er hem door dit opengebroken keukenvenster al véél indringers waren voorgegaan ! Daarenboven lag alles onder een dikke laag stof en stuifzand. In de voorkamer was zelfs een vuurtje gestookt, en een paar gebroken flessen op de grond maanden hem - op zijn blote voeten - tot uiterste voorzichtigheid aan...Wat eens de slaapkamer van Marie was geweest stonk als de pest naar kots en uitwerpselen, zodat hij dààr niet verder aandrong...Enkel de jongenskamer op de scheerzolder, waar hij jarenlang samen met Leon had geslapen, zag er nog min of meer bewoonbaar uit...Als je tenminste de korsten meeuwenstront op de kapokmatras erbij nam...

Dat deed Joseph dus niét! Met een krachtige zwaai keerde hij die stofnest ondersteboven en liet zich met een wellustige kreun op de propere kant neervallen... Verdomme zég, het was gelukt ! Eindelijk thuis ! Zijn geschramde been en de gezwollen voetzool deden al stukken minder pijn nu hij hier zo vlug een veilig onderkomen had gevonden. Dat het misschien niet erg verstandig was om in zijn oude vertrouwde omgeving onder te duiken - waar een ieder hem onmiddellijk zou herkennen - kon hij zich voorlopig niet erg aantrekken...Jetje woonde hopelijk nog steeds aan de overkant naast de 'Stella Maris', en van hààr verwachtte hij niet direct een vuile streek of een verklikking. De overige bewoners van de Bassevillestraat hadden geen rechtstreeks zicht op de barak. Het waren vooral de àndere zwervers die mogelijk in zijn oude woonst een onderkomen hadden gezocht, of de dorpskinderen die hier binnen kwamen spelen die hem wat verontrustten ! Als dié hem hier op het lijf zouden vallen, én dat aan de grote klok hingen, dan kon hij zijn wraakactie al meteen opdoeken nog vooraleer ze was begonnen !

Hij zocht op zijn gemak wat droge kleren uit zijn bundel en gespte zijn prothese los om het aangekoekte zand uit de scharnieren te wrijven. Ook op de korte metalen krukken, die Erika hem voor zijn vertrek had bezorgd, zaten al roestige zeezoutkorsten die hij driftig schoon begon te poetsen...Dan sloeg hij de laatste twee boterhammen van Ma Dieudonné naar binnen en legde zich vervolgens zalig te dromen in zijn vertrouwde oude nest...

 

Pijnlijke porren van een kruksteel deden hem wakker schrikken, en pas dàn hoorde hij de venijnige stem:

" Allée, oeste ! Buiten ! Ge hebt hier verdikke niks verloren ! " Het was al klaarlichte dag, en hij herkende het hoofd dat boven het trapluik uitstak onmiddellijk.

" Tante Jetje ?...Zeg, mens, houdt eens op met dat stompen ! Ik ben hier tenslotte in mijn eigen kot hé ! "

Ze stopte wel met poken, maar hield de punt van de steel nog steeds dreigend voor zijn gezicht: " Tante Jetje, tante Jetje, mijn gat ! En wie moogde gij dan wel zijn, vuilen Tchoek-tchoek ?!"

Hij rechtte zich met een stijf grimas op zijn bed en merkte tot zijn verbazing dat Jetje bij het zien van zijn beenstomp op de ladder haastig een trede terugweek:

" Kent gij me dan niet meer ?...De kloot die vijf jaar geleden absoluut naar Rusland tegen het bolsjevisme moest gaan vechten ? Denkt maar rap eens goéd na ! ..."

Ze leek eerst verschrikt te verstarren, en weifelend kwam het er uit: " Joseph ?...Joseph Petré ?...Gij hier !?..."

" In hoogsteigen persoon ,ten voeten uit ! " spotte hij: " Misschien , zoals ge ziet ,niet helegaar compleet lijk in de goeie ouden tijd, maar toch nog voor tachtig percent die stomme kloot van vroeger..."

" Mensen toch ! Jesus-Maria-Moeder-Gods ! Joseph Petré ! ...Nu hebt ge mij toch doen verschieten, zie ! "

Het duurde nog even voor ze voldoende religieuze kopstukken had aangeroepen als getuigen bij het mirakel van zijn verrijzenis uit de dood ! Maar eenmaal dit ritueel achter de rug, nam haar praktische aard weer de bovenhand. Hij moest en zou onmiddellijk met haar meekomen voor een grondige poetsbeurt en algemeen nazicht ! ...

 

Vóór hij bij Jetje gewassen en geschoren weer met twee benen onder de keukentafel zat was het al bijna noen. Hij had haar in het kort uitgelegd hoe hij het laatste half jaar vanuit Berlijn tot hiér was gesukkeld, maar niet van plan was lang te blijven. Vlug een paar oude rekeningen vereffenen, en dan weer de pijp uit: terug naar Duinkerke of Keulen...

" Rekeningen ? Wat voor oude rekeningen hebt gij hier nog openstaan, vent ? Na al die jaren..."

" Gij zijt misschien kort van memorie, tante Jetje, maar ik rappeleer mij zoiets dat mijn moeder bij de zogezegde bevrijding door een smeerlap van de Witte Brigade een beetje mismeesterd werd...Ja ?...Waarbij Leon énkel aan die moordenaar is kunnen ontsnappen door naar Duitsland te vluchten, om dan dààr gedood te worden, hé ! En dat een zekere Pylieser langen tijd geleden wél mijn vader om zeep heeft geholpen, maar nù als grote weerstander gevierd wordt en buiten vervolging is gesteld, zó maar...

"Ja, den Pylieser..." zuchtte zij

" En dan is er nog den Engelborghs die mij naar Rusland stuurde en in feite ook mijn leven heeft verkloot ! ... Want zie mij hier zitten: drieëntwintig jaar, kreupel en goed voor de vuilkar! Dié rekeningen kom ik vereffenen: bij schipper Pylieser en zijn maat François Dupong, bij onze tweezak van een garde, bij de zotte Rooie Steiner en tenslotte bij meester Engelborghs ! Zij zijn allemaal op één of àndere manier schuldig aan het kwaad dat aan mijn gezin onterecht is aangedaan ! En dààrvoor zullen ze boeten, allemaal ! De strot àf verdomme ! "

Jetje staarde ontzet in zijn door haat verwrongen gezicht en durfde slecht inhaken nadat hij wat kalmer was geworden: " Ja, ik weet het: er is u veel kwaad gedaan... En dàt gij den oorlog maar nauwelijks overleefd hebt, hoorde ik al van uw vriendin Françoise De Bens uit Middelkerke. Maar dat de Leon daar gestorven is heeft zij ons niet verteld...Dat meisje is hier met Kerstmis vorig jaar op bezoek geweest toen ze pas uit het interneringskamp van Sinte-Kruis werd gelost. Want toen zij uit Duitsland weerkeerde heeft ze daar drie maand vast gezeten, samen met haar vader: zij, omdat ze dactylo was geweest op een bureel in Berlijn, en hij wegens vrijwilligen arbeid in Duitsland...Nu zijn ze vrij in afwachting van een mogelijk proces...dat er waarschijnlijk nooit zal komen, want de ergste jacht op de Zwarten is ondertussen voorbij... Zij heeft mij alles verteld over dat laatste jaar in Berlijn en hoe dat gij hen allemaal hebt kunnen beschermen tegen de beestigheden van de Russen...Maar ook dat gij voordién Leon als soldaat naar het front had gestuurd en in feite al wat hem is overkomen op uw geweten hebt..."

Joseph schrok verbaasd terug: " Dat is de eerste keer dat ik haar zo over mij hoor spreken ! Iedereen vanaf zijn zestien jaar moest daar bij den troep, daar kan ik niets aan doen...Leon is daar inderdaad gesneuveld als Vlaamse soldaat in Duitse dienst, maar weerloze burgers ,vrouwen of kinderen ,stierven daar even goed, met duizenden tegelijk ! Duitse ,of Ostarbeiterinnen ,of van gelijk welk land die daar leefden en werkten ,vrijwillig of verplicht ,al om 't even ! Of denkt ge soms dat de Amerikanen en de RAF, en later de Russen, bij het platbombarderen van al die stadswijken een onderscheid maakten tussen soldaten en burgers ? Vergéét het hé ! Al wie in Duitsland rondliep was in d'ogen van die vliegers een vogel voor de kat ! En Leon was bij de bevrijding in september van '44 totaal vrijwillig naar Berlijn gevlucht ,dat ik weet : daar zat ik voor niéts tussen !...Ik hém bij den SS gestoken ?! M'n gat ! Hij had evengoed als gewone fabrieksarbeider of ziekenverpleger de pijp kunnen uitgaan ! Wat is dàt nu voor zotte praat ! Zijn inlijving bij de SS heeft daar niets mee te maken !"

Jetje leek verveeld te zitten met de wending van het gesprek: " Ik weet het wel...En ik heb haar dan ook héél dringend gevraagd voorts over de Leon te zwijgen...En ik zal u zeggen waarom...Ik heb een paar dagen nà de dood van Marie een aangespoeld lijk zogenaamd gaan herkenen als zijnde 'Leon Petré'...En de Rijkswacht heeft een procesverbaal opgemaakt dat Leon ontsnapte na zijn aanhouding door het Verzet, de Geul heeft willen overzwemmen, en daarbij verdronken is. Hij ligt nu deftig begraven op het kerkhof van Nieuwpoort, niet ver van Marie haar zerk...Ik heb dat vooral gedaan om de opzoekingen achter uw broer te stoppen hé...Nu weet er niemand wat hij in Duitsland later nog heeft uitgespookt...Maar als ze nu gaan rondstrooien dat de échte Leon tien maanden làter in Berlijn is gesneuveld als soldaat van den SS, dat gaat Bibi last krijgen voor een valse verklaring met die zogenaamde herkenning, dat verstaat ge toch zeker..."

Joseph snoof eens spottend: " Tante Jetje, ge hebt dat probleem properkes opgekuist, moet ik zeggen ! Inderdaad :wie op 't kerkhof ligt ,speelt niet meer mee. En ge had zo geen lijk meer liggen dat ge onder mijn naam kont begraven ? Dan zou ik hier meteen een stuk rustiger kunnen rondlopen! Want ge moet weten dat ik nu officieel Jean-Marie Peters heet! Ja-ja :Jean-Marie Peters...Dat was een Oostendse jongen die in een Berlijnse fabriek dood gebomd is en wiens papieren ik heb ingepikt. Maar 'Joseph Petré' is officieel nog niét gestorven en dàt is wel een beetje vervelend..."

Jetje leek opgelucht dat Joseph geen bezwaar opperde tegen haar oplossing om Leon op dié manier grondig te laten verdwijnen, en wierp het over een àndere boeg:

" En gij ?...Geen last van uw been ?"

" Och, dat gaat wel...Ik kan er mee leven...Of er zónder ,al naar gelang ge't beziet ,hé !"

Jetje leek de wat bittere joligheid niet te snappen :" Bekent nu zélf: was het geen reusachtige stommiteit om, voor zo'n gewone ruzie met uw moeder, te gaan lopen naar Rusland ? Had ge wat water in uwen wijn gedaan, dan liept ge er vandaag een stuk gezonder bij ! En Marie en Leon waarschijnlijk óók! "

" Dat kunt ge met het dagelijks leven van nù niet eerlijk beoordelen hé ! Na de mislukking op de Kadettenschool dacht ik toendertijd tóch nog op dié manier officier bij het leger te kunnen worden, op een paard te rijden op kop van mijn troepen en een schoon leventje te kunnen leiden...Dat had den Engelborghs mij toch laten verstaan. Maar mijn carrière bij de SS is de mist in gegaan door mijn twijfelachtige afstamming ! Het familieonderzoek van de Rijkswacht, dat mijn kandidatuur voor de officiersopleiding moest staven, liet verstaan dat mijn vader Dis mogelijk het kind was van een rondzwervende zigeunerin...Ik kan wel raden wié hen die zever heeft ingefluisterd, maar vanuit Rusland kon ik daar weinig tegen inbrengen! En dus mocht ik mijn bevordering tot officier op mijn bil schrijven...Want ik had kameraden, die niet slimmer waren dan ik en wél bevorderd werden ! Het ligt dus van tien-negen zuiver aan die verdachte grootouders dat ik mislukt ben...En toevallig ben ik eergisteren in Duinkerke op de tweelingbroer van Dis gevallen - een zekere Noël Dieudonné - en die heeft mij zíjn kant van dat verhaal verteld, al heeft die man schijnbaar nooit wakker gelegen van zijn kleurrijke voorouders...Hij herinnerde zich wél nog dat gij in den tijd daar gepasseerd waart om dat 'spookvertelsel' van de Leon uit te vlooien...Hoe zit dat ? Ben ik effectief een halve bohemer, zoals ze zegden ?...Kleinkind van een cirk-artiest ?!"

" Wel heu..." twijfelde Jetje, volledig verrast: "'t Is te zeggen..." Om het niet te moeilijk te maken verzweeg ze dat Dis als vondeling eerst met de naam "Vrooman" werd gedoopt ,want dàt kon enkel verwarring zaaien...Maar met horten en stoten bevestigde ze toch de ingekorte versie van het gekende verhaal over de geboorte van "Vader Dis zaliger" ,op kerstdag 1902 , als de halve vondelingen-tweeling in het zwartzusterklooster van Veurne...En vergoeilijkend ronde zij af :" Het is door die moeilijke geboorte op kerstdag dat de nonnen zijn broer in der haast "Noël Dieudonné" hebben gedoopt ,en hémzelve "Desiré Dieudonné"...Maar omdat Dis in 1918 geadopteerd werd door Bompa Petré zijn ze hem voorts altijd zo blijven noemen :"Petré ,Dis Petré"...Want na de Grooten Oorlog waren er zó verschrikkelijk veel weeskinderen waardoor ze op de gemeente voor die adopties geen nodeloze moeilijkheden verkochten ,en blij waren er vanàf te zijn...En al bij al ,ook gij moogt al blij zijn dat ge door deze twijfelachtige afstamming nooit geen officier geworden zijt van de SS, want dié worden al wat zwaarder aangepakt door het gerecht dan een gewone soldaat "...

Doch bij haar gefantaseerde toelichting over de familiestamboom van de Petré's zweeg ze verder eveneens in alle talen over de smerige 'Rudolf Valentino', die Marie verleid had in de bosjes op de vestdijk van het 'Spaans Fort' tijdens de eerste naoorlogse kermis van Nieuwpoort, anno 1922...En die zonder de minste twijfel Josephs échte vader was...

Joseph moet intuïtief toch zoiets gemerkt hebben:

" Het is natuurlijk onnozel, maar ik voél mij absoluut geen kind van den Dis...Heeft ons moeder geen affaire gehad met een àndere vent, toen ze jong was ?"

Maar Jetje blokte vol geveinsde verontwaardiging onmiddellijk deze denkpiste af: " Zeg Joseph, ik vind dat ge verdikke maar weinig respect hebt voor uw vermoorde moeder, om zoiets te durven zeggen ! "

Voor de lieve vrede sneed Joseph dan maar een nieuw onderwerp aan: de moord op Marie...Maar veel wijzer werd hij er niet door, want ook zij hield zich eerst aan de gekuiste versie van Jupp, dat een onbekende weerstander haar neerschoot toen zij uit gevangenschap poogde wég te vluchten! Daarom onderbrak hij haar ongeduldig en confronteerde haar met het ooggetuigenverslag van Leon:

" En dat het Pylieser was die het schot loste, heeft Leon mij onder ede bevestigd: er was niemand ànders in de buurt! ...Maar de moord zélf heeft hij natuurlijk niet echt met eigen ogen gezién hé, want Pylieser sleurde Marie achter den hoek van de vest in de bosjes...Kort daarop klonk één enkel schot en kwam Pylieser verdwaasd vanachter de bocht gelopen met zijn spriet wagenwijd open! Omdat Leon dan de Dupong met de zwengel had neergeslagen is Pylieser lijk een zot vanuit de verte op mijn broer beginnen schieten! Die is al vluchtend over de schorren op het nippertje kunnen ontsnappen! Dàt is de zuivere waarheid Jetje! En mij verwondert het dat Pylieser daarvoor nooit ter verantwoording is geroepen! "

" Wel, er waren toch geen getuigen meer! Leon zélf was zogenaamd verdronken en Dupong zei dat hij zich van héél die affaire, door die slag op zijn kop met de zwengel van de moteur, niéts meer herinnerde...Hém kunnen ze ook niet meer op de rooster leggen, want hij is vorige week naar de Kongo vertrokken als lekenbroeder, lijk een soort missionaris..."

" Verdomme, dat is wat ver om hem de strot over te gaan snijden! ...Dan hoop ik maar dat de kannibalen hem in stukken kappen en levend in de ketel koken! ...Wéér een getuige minder, zal Pylieser gezegd hebben! ...En zonder getuigen ging dus alles in de doofpot ?"

" Ja en nee...Een week of zo nà de bevrijding hebben Steiner en het Duits Friseurtje Hussak, de twee échte kopmannen van de Weerstand, een soort tribunaal willen opzetten om de concurrenten uit te schakelen. Steiner verweet o.a. de garde dat die hem vóór de oorlog valselijk beschuldigd had van moord op den Dis en dat hij daardoor naar Spanje is moeten vluchten, met al de gevolgen vandien. Maar de garde heeft dan bij het vooronderzoek kunnen bewijzen dat hijzelf pas véél later heeft ontdekt hoe niét Steiner, maar wél Pylieser schuld had aan de moord op Dis...Als ge al van 'moord' zoudt spreken..."

" Ja, met de beginletters van zijn naam op de gastang waarmee hij die hoop granaten van Dis op 'scherp' had gezet: G.P. voor 'Gerard Pylieser'...Dat verhaal heeft Jupp Deutinger mij verteld in Keulen...Die sabotage van die oude obussen :dàt was moord ! "

" Alee ,ja...Wel, vanaf het moment dat onze Rooie Steiner witgewassen werd, heeft deze daarvan geprofiteerd om meteen Pylieser ook te beschuldigen van de moord op Marie én de verklikking van mijn vriendin Rachel en mijzelf. Plùs de fotograaf Paul Hazard én loodgieter Briek Erte ! Ge zoudt toch denken dat zoiets graaf genoeg is om iemand voor de rest van zijn leven in de bak te steken hé ! Want daar bovenop kwam ook nog de beschuldiging voor oorlogswoeker en collaboratie! Maar de rijkswacht had in die dagen de handen vol met hun eigen uitzuivering en het oppakken van gekende 'zwarten', en wilden zich niet verbranden aan de ruzies tussen weerstanders onderéén! ...Ze noemden zelfs de aanklacht tegen Pylieser, die 'Held van de Weerstand', een zéér onpatriottische daad! "

" En daarmee was de kous af ?!"

" Ge zoudt zeggen van ja...Pylieser is in elk geval nooit écht ondervraagd geweest, maar is wél een maand of zo gaan 'wandelen-in-de-natuur', tot op het moment dat Steiner en Hussak dienst namen bij de Canadezen en wegtrokken naar het front in Holland...Pas dàn is hij weer opgedoken, maar ditmaal beladen met attesten uit Brussel, dat hij héél den oorlog de grote weldoener en geldschieter geweest was van het verzet. En met geld koopt ge véél hé!...Zélfs een paar juges, naar het schijnt! "

Geld, ja...Plots herinnerde Joseph zich weer het doel van zijn expeditie naar de kust: het recupereren van die twee dozen met goud en juwelen! En met een onschuldig gezicht vroeg hij: " Hoe staat het feitelijk met onze woonst hiernaast, de 'Stella Maris' ? Heeft dat de hele tijd leeg gestaan ? Zonder toezicht ? Is het dan niet geplunderd geworden na de arrestatie van Marie en Leon ?.."

Jetje antwoordde fier: " Niet met mij hé! Pylieser en Dupong hadden met hun zatte botten, vooraleer ze Marie en Leon uit de abri sleurden, hiernaast al lelijk huis gehouden. Nadien zijn ik direct gaan zien: alles overhoop en kapot geslagen! Een échte ruïne! Ik heb toen zoveel mogelijk opgekuist en de beesten eten gegeven, in 't vast gedacht dat Marie binnen de kortste keren ging weerkeren. En de deur goed gesloten met een briefje dat ik het huis bewaakte en de sleutel had...Nadien heb ik daar nooit niemand meer binnen geweten, tot de Brugse huisbazin er een paar maanden later opnieuw bezit van kwam nemen..."

Dat klonk veelbelovend..."Echt niémand ?"

" Toch wel, maar zonder érg...De nacht nà de aanhouding van Marie heb ik er horen rommelen...Soldaten, dacht ik eerst. Maar de volgende morgen heb ik niet gemerkt dat er iets gestolen was, buiten wat zondagse kleren en ondergoed van Marie, zonder veel waarde..."

" Dan zullen het wel géén soldaten geweest zijn hé ! Wat zouden dié met vrouwenkleren moeten aanvangen ! Of ze moesten een vijs los hebben zitten ! "

Jetje glimlachte wat zuur en er viel eventjes een pijnlijke stilte. Maar ze herpakte zich vlug:

" In mei van vorig jaar, op de eerste verjaardag van V-Day is echter alle zever opnieuw begonnen! Het Essex-Scottish regiment dat ons bevrijd heeft, is komen meevieren op de feestelijkheden met een défilé. En ziet, wie was daarbij denkt ge ?! Steiner en Hussak, in Canadezen uniform! Juist op het moment dat de weerstandsgroep van Pylieser op die plechtigheid hoog van de toren blies ! Steiner heeft dan terplekke zijn aanklacht tegen Pylieser hernieuwd, met de gastang als bewijs bovenop ! Maar de schipper liet zich niet doen en klaagde op zijn beurt Steiner aan als Russische Vlassov-soldaat, die de Canadezen volgens de akkoorden na de oorlog al lang aan Stalin hadden moeten uitleveren...De garde heeft dan een schone geste gedaan, als wederdienst omdat Steiner de klacht tegen hem had laten vallen: hij heeft bewezen dat de vroegere schoenlapper van het dorp van oorsprong een Duitser was, die lang vóór de oorlog tot Belg werd genationaliseerd, en dus niét als een Russische Kozak moest uitgeleverd worden ! En voor de rest houdt Steiner zich koest..."

" Wel, die mag dan van geluk spreken ! Want in Rusland hadden ze die 'Vlassov-Steiner' zéker gefusilleerd ! "

" Wacht, 't is nog niet gedaan ! ...Want toen heeft Pylieser zijn twee concurrenten, Steiner en Hussak, bij de Canadese commandant verklikt voor de dubbele moord in .de 'Villa Sybaris' ! Dien officier kón nu niet anders dan die twee vrijwilligers op staande voet te ontslaan ! En zo haalde die smeerlap van een Pylieser tenslotte tóch nog gelijk ! ..."

" Als ik u zo hoor is die vent wel ongenaakbaar..."

" Zeker weten ! Zo heeft de garde ook moeten boeten voor zijn getuigenis ten voordele van Steiner ! Want nà de bevrijding was de plaats van politiekommisaris hier open verklaard en naarvolgens ze zeggen heeft de garde zich toen kandidaat gesteld voor die post. Maar Pylieser zou aan de selectiebaas hebben laten weten dat de garde veel te veel dronk voor zo'n voorname benoeming, en Cyriel kon het vergeten ! "

Juist goed, dacht Joseph, die de garde ook niet in zijn hart droeg. Maar hardop vroeg hij: " En is Steiner hier in het omliggende blijven wonen ?" Hij wou immers graag zijn eerste slachtoffer binnen handbereik krijgen, na het verdwijnen van Dupong naar de Kongo...En dat viel al bij al nog goed mee !

" Die huist hier vlakbij, juist onder het kamp van Lombardzijde...Hij houdt zich niet meer met politiek bezig en werkt bij een aannemer die alle abri's in de duinen voor rekening van de Belgische staat moet afbreken. Ge kent hem misschien: de N.V. Berenbiet, die zélf tijdens de oorlog deze bunkers heeft gebouwd, maar dan voor rekening van den Duits ! Zo blijft die aan het werk hé :eerst bouwen en dans weer afbreken ! Maar Steiner wil zich doen vergeten en dat is maar goed ook ! Want toen mijn vriendin Rachel in september van vorig jaar uit Ravensbrück via het Zweedse Rode Kruis terug kwam, heeft hij nog geprobeerd ons de verklikking van de fotograaf Paul Hazard op de nek te schuiven...Maar wij hebben hem opnieuw de mond kunnen snoeren met zijn twee moorden in de Sybaris, toen hij deserteerde als Vlassov-soldaat...Zoals gezegd : sindsdien houdt hij zich koest, en is alles ondertussen goed en wel..."

" Hoezo, verdomme ?!" riep Joseph schijnbaar verontwaardigd uit: " Alles goed en wel ?! Wordt Marie dan niet meer verdacht van al die verklikkingen ? Dan zou ze toch in eer hersteld kunnen worden ?..."

Jetje dacht een lange tijd na voor ze antwoordde.

" Luistert Jos, laat ons dat potje gedekt houden... IK weet wie Paul Hazard verklikt heeft aan den Duits, en het is zelfs deels mijn eigen schuld. Maar als iemand bij de Gestapo onder foltering dergelijke bekentenissen aflegt, dan is er geen sprake meer van fout of schuld...Verder wil ik daar niets meer over zeggen, enkel dat we nù weten dat Marie onschuldig was, ook al wees vroeger iedereen in haar richting...Zoals we ook nù pas zéker weten, door de ooggetuigenis van Leon, dat de Pylieser Marie vermoordde, en niet één of àndere onbekende weerstander ! Dat zijn wel allemaal nieuwe ontdekkingen, maar daarvoor zal het gerecht geen nieuw proces beginnen. We kunnen die zaak beter laten rusten..."

" Ha, da's gemakkelijk om zo vergevensgezind te zijn als ge er niet rechtstreeks bij betrokken zijt ! ...Maar neemt nu uw arrestatie in '43: ik verzeker u, op basis van Jupps getuigenis, dat Pylieser u en Rachel destijds verklikt heeft ! Hij en niemand ànders ! ...Gijzelf zijt er bij de Duitsrs toen nog tamelijk gemakkelijk met één maand gevang vanaf gekomen. Maar ik vraag mij af of uw vriendin haar twee jaar Ravensbrück óók zo licht zal vergeten...En vergeven ?...Ja ?..."

Jetje trok wat machteloos de schouders op: " Hij verdient ervoor te boeten, da's zeker, maar ja...En zeggen dat zo'n varken juist vandaag, op de tweede viering van V-Day, tijdens de ceremonie in 't dorp een eremedalje van weerstander gaat krijgen, voor z'n diensten bewezen aan het vaderland, lijk ze zeggen ! "

" Bon, als het gerecht hem niet wil straffen voor het om zeep helpen van mijn familie, dan zal ik het zélf moeten doen, hé ! Dat hem zijn testament maar al maakt ! "

Plots klonk een schelle stem door de openstaande glazen deuren van de voorkamer: " Dat heeft hij al lang gedaan, man ! Zonder op u te wachten ! "

Jetje en Joseph schrokken zich een aap ! Die luistervink daar had natuurlijk heel hun vertrouwelijke conversatie letterlijk kunnen volgen !

Tableau zeg !


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
11-10-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
10-10-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 368
Klik op de afbeelding om de link te volgen

D03:  DE LANDING.

 

                  Naar het Sint-Laureinsstrand, 8 mei 1946.

Zo, de avontuurlijke reis naar zijn geboortestreek liep ver op haar einde...Maar in feite had 'het avontuur' zich totnutoe vooral tussen zijn twee oren afgespeeld en was er van beangstige spanning weinig sprake geweest. Of ànders liep de organisatie van de illegale grensovergangen zó gesmeerd, dat hij nergens ook maar de minste dreiging had gevoeld dat de onderneming gevaar liep of op de klippen ging lopen...Tenzij misschien tijdens het onweer na Aken ,en dan nog...

Wél had Dieudonné hem wat zenuwachtig gemaakt door hem de laatste avond zódanig vol te proppen met allerlei raad en leefregels voor onderweg, dat hij de indruk had gekregen te vertrekken voor een fatale 'Himmelfahrtkommando' in de Oekraïne...En de patronne had zijn wild behaard bakkes met scheermes en schaar zó proper en stijlvol bijgewerkt , dat hij morgen wel een goede indruk moést maken, opgebaard in de rouwkamer...Want zoals dié om hem heen draaiden, gaven ze hem stevig de indruk dat ze sterk aan de goede afloop twijfelden ! Hij had van die twee op den duur zó de kriebels gekregen, dat er van slapen weinig in huis was gekomen ! Hij had zich dan maar bezig gehouden met zijn kunstbeen aan en uit te doen ,te oefenen om het vlug los te gespen tegen dat hij onverhoopt in 't water zou vallen tijdens zijn uitstapje op zee. Want zwemmen met dat zware ding aan zijn bil kon hij vergeten...

Om vier uur haalden ze hem met vereende krachten uit zijn eerste droom, staken hem vol eten én in een versleten visserstenue, waarna hij door Pa in een triporteur thuis bij de schipper van de 'D.173' werd afgezet. Deze nachtelijke rit door de lugubere ruïnevelden deed hem sterk denken aan zijn 'Radtax'-tochtjes door Porz...

Jerome, de schipper van de D173 'Ma Poule', zat er duidelijk mee verveeld dat Joseph met z'n éne gezonde been zélf geen fiets kon rijden. Hij nam hem dan maar met pak en zak bij hém op de buis, en samen reden ze ongehinderd de schraal verlichte vissershaven binnen...Veel volk liep er niet op de kaai, maar beneden, onder de schelle carbuurblakers van de scheepsdekken, waren matrozen de warboel van kabels en netten al volop aan het ontwarren...Juist de haven van Nieuwpoort , dacht Joseph ,maar dan in 't groot...

 

Achteraf beschouwd had hij zich de beruchte smokkeltocht met de vissersboot 'D.173 Ma Poule' over de grens naar Westende veel spannender voorgesteld. En vooral beduidend kórter ! Hoogstens drie uur varens...

Daarom had het hem van in de beginne onzinnig geleken rond zes uur uit te varen om op klaarlichte dag, rond negen uur 's morgens dus, te pogen ongezien met een jol op het Sint-Laureinsstrand te landen !  Wat een zottekesspel was me dàt ! Maar al vlug bleek dat ook hélemaal niét de bedoeling van de schipper. Afgaand op de bleke zonsopgang merkte Joseph dat 'Ma Poule', na het ronden van de strekdam, resoluut koers pal noord koos ! Op de boeg, waar ze hem hadden gezet om niet in de weg te lopen, vroeg hij een matroos om uitleg: de Vlaamse kust lag toch meer naar het oosten dacht hij ,dààr waar de vroege zon stond ,of was hij verkeerd ?

Maar de man zei kortaf dat ze van het hoogtij profiteerden om over alle dwarsliggende zandbanken tot op hun visgrond bij de 'Westhinder-bank' te geraken. Nu herinnerde Joseph zich toevallig uit zijn jonge jaren dat een lichtschip ,de 'Westhinder' ,30 kilometer uit de kust van Nieuwpoort lag ! Dus zo te zien zou het nog wel even duren vooraleer hij op de terugweg in de duinen van Westende voet aan wal zou zetten ! En daarbij had hij zéker niet verwacht dat hij de helft van deze lange trip zeeziek zou zijn...

Want al gauw deed de deining haar werk en lag hij kotsend over de boeg. Zijn opstandige maag bedierf de rest van de dag volledig zijn lust om nog voort te leven en pas tegen zonsondergang, na een eindeloze doodsstrijd, zag hij er langzaam weer een gat in...Maar hij had toch bijna twaalf uur op apegapen gelegen, en zo de helft van zijn 'avontuur' gemist !

Tenslotte merkte hij dat ze in de loop van de dag al vissend blijkbaar een brede bocht over stuurboord gemaakt hadden, en nu, bij het vallen van de nacht, met een goed gevuld ruim langs de Vlaamse kust terug naar Duinkerke voeren... En toen aan de donkere einder over bakboord de eerste Vlaamse vuurtorens begonnen te pinken, kreeg hij weer wat smaak in het leven...

" Dààr zie: Cébruges ! " wees dezelfde matroos naar een ver pinklichtje, terwijl hij even op de boeg kwam uitblazen en een straffe pijp opstak: " Binnen vier uur liggen we voor Nieuwpoort en dan zijt gij bijna thuis ! "

" Vier uur nog ?!"

" Ja, we varen nu tegen de opkomende tij uit de 'Pas-de-Calais', en dat vertraagt wel een stuk...Dan nog een uur om je met de jol in het pikkedonker tot op zwemafstand van het strand te brengen, en dan nog drie uur tot bij ons-moeder-de-vrouw..."

" Hoezo, 'zwemafstand' ?...Met mijn houten poot en mijn kleren aan kàn ik helemaal niet zwemmen! ...Ik dacht dat jullie mij op het strand zouden afzetten ?!"

" Als het dàn nog hóge tij is, zou dat kùnnen...Maar als ik je bij eb met de jol op het stand laat lopen, zit ik daar de eerste zes uur vast...En ik kén dat hé: zohaast de passagier dan uitgestapt is, moet ik niet meer op zijn hulp rekenen om terug los te komen! Dus mij niet gezien ,hé copain : een ezel stoot zich geen drie keer aan dezelfde steen hé! "

" Dus ben jij de man die mij naar het strand gaat roeien ?" De matroos knikte. Joseph vervolgde voorzichtig: " Het is mij wel een paar francs waard om met droge voeten aan land te gaan..."

" Een paar hónderd, zal je bedoelen ?! Voor wat Frans geld tegenwoordig nog waard is..."

" Nee, niét een paar, maar één brief! En ik wil zelfs tot twééhonderd gaan als je ook mijn buidel droog aan mijn voeten op het strand legt...Ik kén de zee ,ik ben hier geboren. Je moet me dus niks wijsmaken hé makker :er zijn praktisch geen baren, dus zal voor een stevige zeebonk als gij het loskomen van dat jol wel meevallen zeker ?!"

De man lachte eens smakelijk en klopte zijn korte pijp uit: " Allez, d'accord! Omdat je mij nogal een sympathieke knul lijkt...Mijn naam is Georges, en ik heb ondertussen wel begrepen dat wij 'in het Oosten' aan dezelfde kant hebben gestaan hé ?...Voor een oude wapenbroeder wil ik me nog wel eens in 't zweet werken ..."

Méér woorden moesten zij daar niet aan vuil maken.

 

Nadat ze tergend langzaam eerst de boei van de Wandelaar-bank over stuurboord hadden gerond, sloeg het weer om. De maansikkel ging schuil achter zware wolken, wat de nacht nog donkerder maakte. Maar Joseph zag daarin een goed voorteken: hoe donkerder het bij de landing zou zijn, hoe minder hij pottenkijkers moest vrezen..."Ma Poule" stevende nog een héle poos recht op de vuurtoren van Oostende af en Georges speelde bij dit duister gedoe gratis voor gids...

Op een paar kilometer van de kust volgden ze behoedzaam de rij boeien van de Stroombank en in het zicht van de havenlichten op het staketsel van Nieuwpoort ging de 'Ma Poule' eindelijk voor anker. Joseph dacht inderdaad schuin-links de bleke blokvorm van het Bellevue-hotel te herkennen, op het einde van de zéér schaars verlichte zeedijk van Westende-Bad...Toen hij, na lang turen recht vooruit, het vrijstaande hotel 'Welkom' in de duinen meende te ontwaren schoot zijn gemoed plots vol...Dààr lag dan toch eindelijk, op het einde van zijn lange terugreis, zijn 'Heimat' op nog geen twee kilometer vóór zijn neus op hem te wachten! En nog steeds had geen énkel noemenswaardig incident zijn vlotte 'Heimfahrt' verstoord...Dat geluk kón niet blijven duren, wist hij: zijn gewaagde raid naar de kust, het levensgevaarlijke avontuur dat zes maanden geleden in Steglitz van start was gegaan, kon nog steeds hier op een natte sisser eindigen...Het was alvast wat beginnen regenen, wat de feestvreugde al aardig temperde !

Het laatste uur was de matroos Georges bijna niet van zijn zijde geweken. Nu klopte hij Joseph op de rug en leidde hem spottend over het deinende dek naar de jol bij de achtersteven:" Allez Christoff Colomb, le nouveau monde t'attend! " Twee mannen waren die beangstigend kleine notendop al aan het strijken. Dat hij met zo een onooglijk en kwetsbaar vletje de laatste kilometer branding zou moeten trotseren leek hem érger dan een partij Russische roulette! Hij voelde het in zijn dichtgesnoerde keel: dit moést hier binnen de kortste keren faliekant aflopen! Het venijn stak in de staart, zoals altijd!

Maar vóór hij het wist zat hij al verkrampt op het wiegelende achterzitje van de notendop, zijn klerenbundel op de schoot. Toen ook Georges instapte dreigden ze een ogenblik te kapseizen, maar alle mannen deden alsof dat overspattend water de normaalste zaak van de wereld was!

Versteven merkte hij hoe de matroos op de achterplecht van de reusachtige "Ma Poule" ook de laatste reddingslijn achteloos los wierp en hem als het ware aan de zeegoden offerde. Machteloos dobberden ze weg...Maar toen ze na vier-vijf deiningen nog steeds niét zonken, durfde Joseph hortend weer diep adem te halen. Georges roeide met vaste krachtige slagen ruggelings naar de kust toe, en naarmate hun bootje meer vaart kreeg, scheen er ook minder boegwater over te slaan...Maar hoe dan ook: zijn oude vissersbroek was al behoorlijk nat, en het zeewater stond al een heel stuk in de lekke rubberlaarzen die Dieudonné hem bezorgd had...En alsof dàt nog niet genoeg was, sloeg nu ook de regen in zijn gezicht en liep langs zijn halsdoek in straaltjes over zijn rug... Scheisse !

De rest is rap verteld, al leek het wel alsof zij nog uren op de zee hadden rondgedobberd...Bij de eerste overslaande golf van de branding schoot het sloepje plots vooruit en surfde op de baren recht het strand op. Een schok en ze liepen vast, op een tien meter van het zogenaamde 'droge zand'. Joseph kon niet vlug genoeg over boord stappen en de heerlijke vaste grond voelen, terwijl de uitrollende branding nog kniehoog tegen zijn benen klotste en zijn laarzen nu hélemaal volliepen.

En terwijl hij wild naar de vaste wal waadde, hoorde hij Georges achter zijn rug nog met een hoge vrouwenstem hoerig roepen: " Hey, tu n'oublies pas mon petit cadeau, chéri ! "

 

Och kom, hij had die vent op het strand dan maar z'n zakcentje gegeven...Met dat Franse rotgeld kon hij hier toch niets meer aanvangen, en hij wou bij de Dieudonnés geen reputatieschade of openstaande rekeningen nalaten...En hij had de roeier zelfs geholpen om met de jol weer los te komen in de branding: z'n eigen broekspijpen waren tóch al kletsnat tot aan de knieën! De gewrichten van zijn prothese zaten goed in het vet, dus dié schade zou nog wel meevallen...

Zittend in het fijne witte zand trachtte hij zich in het donker een beetje te oriënteren...Hij kreeg wél het gevoel tamelijk dicht bij de 'Taverne Welkom' te zitten die - vroeger toch - het Sintlaureinsstrand domineerde. Maar in de regensluiers vond hij, buiten de staketsellichten van Nieuwpoort aan zijn rechter hand, en links de lichten op de dijk van het Bad, geen enkel herkenningspunt...

Recht vóór hem ontdekte hij wél een eindeloos lange betonnen muur van de kustverdediging die de toegang tot de duinen had moeten blokkeren voor de aanstormende geallieerde tanks. Dit stuk Atlantikwal bestond nog niet vóór zijn vertrek naar Rusland. Tijdens het voorbije paasseizoen zullen ze voor de vreemde toeristen daarin wel een doorgang gemaakt hebben, dacht hij, maar hij had absoluut geen zin die in het donker blindelings te gaan zoeken. Daarom besloot hij, in afwachting van de eerste klaarte, tegen de anti-tank-muur wat te schuilen onder zijn klerenbuidel, en met een dutje van de doorstane emoties te bekomen...

 

Hij schrok wakker toen de zwerm slapende meeuwen op het strand plots luid krijsend opvloog, blijkbaar op de vlucht geslagen voor een naderende dreiging...Joseph pierde in het omringende duister en vond al vlug de oorzaak van het alarm. Het regende niet meer en in de eerste grijze schemer van de nieuwe dag ontdekte hij op een 500 meter in de richting van Nieuwpoort één - neen, twéé lichtstralen van zaklampen langs de aftrekkende branding flitsen en tergend langzaam dichterbij komen...

Strandvissers, zoals hijzelf en Leon destijds ?...

Onmogelijk, want de rijen vaste haken waarmee schar, pladijs en tong gestroopt werd, kwamen enkel bloot te liggen bij volledige lage tij...Zegge: pas binnen een uur of vier...Dus moesten het wel strandjutters zijn die de hoogwaterlijn afschuimden naar aangespoeld goed, al pasten die sterke zaklampen niet écht bij het beeld van arme dompelaars...

Of zouden het misschien gendarmen zijn, of douaniers die de smokkel van Franse alcohol moesten bestrijden ? Pa Dieudonné had hem verteld dat er weer reuzenwinsten werden gemaakt met de sluikse ruiltrafiek over de 'schreve' van Vlaamse tabak tegen Franse Picon, een smokkel die vér de vooroorlogse folklore overtrof...Dat zelfs vissersboten werden ingehuurd als de controle langs de landsgrens als te streng ervaren werd...En zoals die twee daar langs de branding blijkbaar in het natte zand naar sporen van een smokkeltrafiek leken te zoeken, konden het énkel gendarmen zijn of douaniers van de Nieuwpoortse haven ... Binnen de drie-vier minuten zouden ze op zijn hoogte natuurlijk zijn voetsporen in het natgeregende fijn zand ontdekken, van de landingsplaats tot hier tegen de muur ! En dàn was hij ongetwijfeld een vogel voor de kat! Zie je wel dat zijn slecht voorgevoel nog uit zou komen ! En dàt op een zucht van de eindstreep !

Zonder verder na te denken greep hij op de tast zijn klerenbundel en sloop haastig langs de voet van de hoge antitankmuur weg in de richting van Westende-bad, wég van de verraderlijke zoeklichten !...Nu merkte hij pas écht hoe zijn prothese hem in het fijne zand het lopen praktisch onmogelijk maakte ! Het gíng niet vooruit ! ...Hier moést toch ergens een doorgang in die vervloekte versperring te vinden zijn ! ? Over zijn schouder blikkend merkte hij dat hij nauwelijks iéts op de twee speurders gewonnen had en haastte zich steeds méér in paniek voort. Wég van dat kale vlakke strand waar nergens een grasspriet stond om achter te schuilen ! Wég ! ! Komaan, rap voort ! ...

Wat hij in het donker vlak voor zijn voeten aanzien had als een stevige toef helmgras, bleek tot overmaat van ramp plots een warrige hoop prikkeldraad van opgeruimde strandversperringen. Zijn houten poot zat er ineens met duizend pinnen kniehoog in vast, zijn gezonde been gelukkig veel minder diep...En over zijn schouder zag hij dat zijn achtervolgers op de hoogwaterlijn nu ongeveer op zijn landingsplaats waren aangekomen ! ...Daar zouden ze zo meteen met hun zaklampen in het beregende witzand onvermijdelijk zijn voetsporen in de richting van de antitankmuur gaan ontdekken !...En hij lag hier, nauwelijks driehonderd meter vérder, vastgepind als een levend lokaas bij de leeuwenjacht, drijvend in zijn angstzweet weerloos op hen te wachten!

Met de blote hand slaagde hij er wél in zijn gezonde been uit de wirwar van roestige prikkeldraad te bevrijden, ook al moest hij er zijn rubberlaars achterlaten. Op die paar diepe schrammen in zijn kuit en de pijnlijke prikken in zijn handpalmen kon hij nù geen acht slaan ! Vlug liet hij zich zijdelings op zijn klerenbuidel zakken en poogde nu zijn prothese uit de greep van de honderden pinnen los te wurmen. Maar dààr waar hij er een paar wég kon trekken schenen andere zich nog beter vast te klemmen ! En ondertussen zag hij dat zijn achtervolgers op de landingsplaats waren aangekomen en druk met hun zaklampen in het natte zand de sporen bestudeerden.

In de rondtastende lichtstralen ontdekte Joseph nu dat die twee hun fiets aan de hand meevoerden...En het schoot door zijn hoofd dat de krachtsverhoudingen daarmee wel eens konden omslaan !

" Als ze met die vehikels door het fijne zand achter mij aan gaan sjokken, wens ik hen van harte veel plezier!  "

Dat scheen ook door de schedel van de pakkemannen door te dringen, want na een kort overleg knipten ze hun zaklamp uit. Een eeuwigheid later merkte Joseph dat de rode achterlichtjes van hun fiets zweverig langs de branding verdwenen in de richting van het Nieuwpoortse staketsel...

Oef ! !...

 

Hij rustte uit tot hij in de eerste ochtendschemer tenminste zàg waar het schoentje knelde, en toen ging het ontwarren van de roestige prikkeldraden rond zijn gevangen prothese al een héél stuk makkelijker. De oude vissersbroek hing op den duur wel helemaal aan flarden en ook nù schoot hij er zijn gescheurde rubberlaars bij in. Maar de opluchting om eindelijk weer een vrij man te zijn, borrelde als champagnebellen uit zijn bast omhoog !

Eindelijk !

Nu nog op zijn gemak de doorgang in de muur vinden en dan kon het serieuze werk beginnen !

Na wat rondspeuren in de grijze ochtendnevels ontdekte hij het gat tot zijn ergernis ongeveer dààr waar hij ter hoogte van zijn landingsplaats tegen de muur wat had liggen slapen. In de pikdonkere nacht had hij een paar uur geleden die 'poort' gewoon niet ópgemerkt en, om zijn achtervolgers te ontvluchten, er met zijn stomme kop blindelings van weggelopen ! Het kwam er nu op aan zo rap mogelijk en nog vóór de dag aanbrak, ergens landinwaarts een voorlopige schuilplaats te vinden! Want als hij tóch onderweg iemand zou ontmoeten, zou misschien zijn éne blote pikkel nog geen verwondering opwekken, maar de stalen voet van zijn prothese dés te meer !

Het ruwe gat in de betonnen muur was een kleine vier meter breed en van het strand af eindigde een zachte duinhelling recht op...de Zeelaan ! Tussen het gesloten hotel "Welkom" en een hoge commandobunker door ontwaarde hij op het einde van de pijlrechte baan vaag de kerktoren in het midden van het slapende dorp...Instinctief strompelde hij in die richting, als aangetrokken door een magische magneet. De lage donkere duinen links en rechts lagen nog vijandig afgesloten met hoge prikkeldraad-versperringen en het zeevakantieverblijf voor Brusselse stadsmussen "Les Marchevins" stond er - nog steeds vlekkerig beschilderd met Duitse grijs-blonde camouflagekleuren - zielig te verkommeren...Even schoot het door zijn hoofd om dààrin onder te duiken, maar een ongekende kracht dreef hem verder, de tramrails over !

Café "De lekkerbek" had weer grote nieuwe ramen gekregen, zag hij, en hij herinnerde zich alsof het gisteren was, de bominslag tijdens de meidagen van '40 die hier alle ruiten had vernield...Duizend flitsende souvenirs bestormden zijn geest toen hij als een willoze robot de Bassevillestraat insloeg en er bij wijze van spreken elke kasseisteen herkende...Hier links in de gracht die grote bomtrechter in kwestie, een poel die in de loop der jaren zelfs een hap uit het wegdek had gebeten. Een afspanning met wat rotte planken moest de waarschijnlijk zeldzame weggebruikers voor een gevaarlijke duik behoeden...Zeer binnenkort zou wel blijken dat dit zinnebeeldige hek daartoe niet in staat zou zijn...

En achter de zwakke bocht stond daar nog steeds zijn ouderlijke barak ! Josephs gemoed schoot vol: eindelijk thuis verdomme: " Miljaarde getaarde gevlamde geketste !! Thuis ! " Om dan na een korte ademsnok zijn oude getrouwe kettingvloek verder uit te braken: "...Tegen de muur gekotste en wéérgebotste potverdomme !!...Thuis !! "

Vlug hinkte hij op 'zijn' blote voeten door het natte stuifzand het overwoekerde tuinpad op en zag dat de planken, die hij destijds voor het keukenvenster had getimmerd, afgerukt waren...Geeft niks !

Hij had eindelijk zijn veilige schuilhoek gevonden !


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
10-10-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
09-10-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 367
Klik op de afbeelding om de link te volgen

DO2:   HET SPOOK ONTMASKERD.

 

                               Duinkerke, 6 mei '46.                

Als het de bedoeling was geweest onopgemerkt van de camion te stappen en stilletjes in de donkere havenbuurt te verdwijnen, dan had hij nu zéker de hoofdvogel afgeschoten ! Van discretie gesproken, zég !

Toen hij, met zijn rug op de koude kasseien, weer een beetje bij bewustzijn kwam, merkte hij dat een vrouw één van zijn ogen open trok en er met een zaklamp pardoes in scheen ! Verdomd pijnlijk, bovenop dat bonken in zijn hersenpan ! En waar kwam begot opeens dat rotwijf vandaan !? En die camionette van het Rodekruis !? En die pompier ,en die bende ramptoeristen !? Of had hij hier soms die hele tijd buiten westen gelegen ?

Zijn gekreun scheen de verpleegster gerust te stellen: " Bon, celui-ci est okee ! " En als om dat te bevestigen verkocht ze hem nog vlug een muilpeer en zwaaide met haar hand voor zijn schele blik: " Tu vois mes doigts, hein ? Combien tu en vois ? Allez, dis-le: combien de doigts vois-tu ?! Un ? Deux ? Trois ?..."

Joseph begreep haar basistest op hersenschade:    "Zes vingers..." besloot hij moeizaam.

" Seks Finker ?" vroeg zij geschokt: " T'es boche ?" De Fransen noemden de Duitsers "les Boches".

" Non, c'est du flamand ! " vergoelijkte een àndere vrouw: " Zes vinger ! Il voit double, le pauvre ! "

Maar de verpleegster wou er toch het fijne van weten en meteen de omstaanders imponeren met haar talenkennis:

" Zie zien deutsch hein ?! Zagen zie vieviel finker ?!"

Joseph had er plots de buik van vol: "Putain-merde ! Arrêtez votre cirque ! J'ai mal au dos, c'est tout ! " Zijn losse omgang bij Deutinger met de twee "aangebrande" Elzassers Robert en Bertrand wierp plots onvermoede Franse vruchten af...

" Et il lui manque une jambe aussi ! " stelde een derde vast bij de opgespelde broekspijp: " Mais çà ne date pas de hier..." Goed gezien !

" Laisse-moi voir ton dos..." zei de verpleegster wat gefrustreerd en rolde hem met de hulp van een man op z'n zij. Ze rook wel lekker, vond Joseph...vooral na al die uren naast dat tolueenvat...

Na een oppervlakkige controle besloot zij: " Légère brûlure d'impact à l'omoplate gauche, sans percée..."

Joseph liet zich door dat medisch jargon niet afschepen ,en betastte voorzichtig aan de achterkant van zijn schedel de natte wonde: "Sans persée ?! En dàt hier ?!"

" Oh...Une bosse sans gravité..." wuifde de knorrige verpleegster die buil op zijn achterhoofd weg.

" En hoe stelt de chauffeur het, met zijn copain ?" wou hij nog weten.

" Le chauffeur ? Et son copain ?... Partis à la morgue, brulés vifs.."

" Altegare dood ,in de morge" vertaalde de Vlaamse vrouw op haar beurt: " Les pauvres...Helegans levendig verbrand."

 

Dat hij de enige overlevende getuige van het ongeval was, zal hij geweten hebben ! Verdorie, wat dié hem allemaal vroegen, in dat hospitaal ! Eerst natuurlijk een verklaring voor het medisch dossier: begrijpelijk, ze moesten de kosten voor de interventie toch érgens op kunnen verhalen hé...Maar toen de wonde in zijn rug en op zijn achterschedel verzorgd werd, kwam de politie hem al de pieren uit de neus halen. En terwijl dié nog volop aan 't vissen waren stonden daar plots ook de Britse M.P's van de militaire politie aan zijn bed ! Véél was niet genoeg !

Joseph hield het zéér beknopt , door zijn voorgewend gebrek aan talenkennis. Ja, hij heette Jean-Marie Peters en woonde in Oostende (Belgique), zonder beroep. Hij was hier in de buurt zogezegd op zoek naar los werk en had die dokwerker daarover op de Ringlaan aangeklampt... Terwijl ze wat stonden te praten bolde die Britse camion met z'n laatste druppel benzine tot vlak voor hun voeten. Ze dachten dat de chauffeur de weg ging vragen, maar hij scheepte hen nogal brutaal af en begon zijn tank bij te vullen met een jerrycan. Joseph was, volgens hij zich herinnerde, dan alleen voort gewandeld en had de ontploffing gehoord toen hij al ruim een twintig meter vérder liep...

" Vijftien meter ! " verbeterde de agent streng: "Wij hebben het nagemeten ! "

" Des te beter ! Ik niet ! " zei Joseph adrem. En hij liet voor de rest goed begrijpen dat zijn naam in feite 'Haas' was en hij verder van niets wist...Die klap op z'n achterhoofd ,verdommeb ,en heel die tijd bewusteloos : ze moesten niet tevéél vragen hé !

Het duurde nog wat langer vooraleer ook de Brits M.P's met veel collectieve vertaalhulp hun boekje vol kregen, maar tegen middernacht scheen iedereen er plots genoeg van te hebben...Joseph begon zich juist stil te verkneukelen over zijn sprankelende fantasie, toen één van de agenten bij het afscheidnemen langs zijn neus opmerkte: " Ge moet uw papieren eens laten vernieuwen ,hé Fiston , want in mijn ogen zijn die hier niet veel meer waard...En ik kan zeker maar beter niet vragen van waar die vuile zwarte korsten komen, hier op je handen en in je baard, en dààr op heel de zijkant van je jas ?...Rap iets op je schouder willen verslepen dat onder de olie zat, hé ?..."

Maar Joseph pikte vlug in: " Ik ? Rap een vrachtje verslepen op mijn schouder ? Terwijl ik maar één poot heb en met krukken loop ? Gij denkt verdomme zekers dat ik Tarzan ben ! " De flik scheen de Frans-Vlaamse hutsepot toch te begrijpen en haalde monkelend de schouders op. Over een zielige havendief wilde hij op het einde van zijn nachtdienst niet moeilijk gaan doen...

 

Om tien uur 's morgens werd hij ontslagen uit de spoeddienst, nadat de dagzuster met ether die korsten tolueen van zijn gezicht en handpalmen had geschrobd. Ze wilde ook nog hardnekkig zijn besmeurde jas vervangen door een propere kaki soldatenkapoot ,gratis. Joseph kon dat na een bijbelse spraakverwarring tenslotte afwimpelen, al dacht dat mens natuurlijk dat hij nog niet goed bij zijn hoofd was...Ja, wist zij veel dat zijn laatste drie gouden Fredericks in de zoom van die stinkende jekker waren ingenaaid!

De bezorgde verpleegster legde hem met hand en tand uit wààr hij bus 12 moest nemen om op de Quai des Hollandais te geraken, en vijf minuten later stond hij eindelijk weer buiten ! ...En, wonder boven wonder: nog steeds als vrij man, ondanks alle verwikkelingen van de laatste vierentwintig uur...

Tijdens de busrit viel hij van de ene verbazing in de andere: hele wijken van de stad lagen nog volledig in frut. Het was wel algemeen bekend dat de Fransen aan puin-ruimen een broertje dood hadden, maar deze rotzooi hier klopte toch wel àlles ! ...Gaandeweg drong het echter tot hem door dat de 'Luftwaffe' in mei '40 in deze haven met zware bombardementen de evacuatie van de Britten naar 'de overkant' had willen stoppen..."Kleine" Leon had er met de 'Astrid' destijds nog lelijk in de knel gezeten...En op het einde van de oorlog had het omsingelde Duitse garnizoen van de "Festung Dunkerke" in de stad en de haven stand gehouden van september '44 tot 8 mei '45...Een wapenfeit dat 'Bombercommand' van de RAF waarschijnlijk onder het (bommen)tapijt heeft willen vegen ! Voeg daar tussenin nog vier jaar 'speldeprikjes' van de kwistige U.S.Airforce, dan was het te begrijpen dat in de stad niet veel stenen meer op elkaar stonden...En de vraag drong zich natuurlijk bij Joseph op: " Wat zou er van die fameuze 'Taverne Jean Bart' bij de haven uiteindelijk nog óvergebleven zijn ?!...

 

Van de bushalte ,waar hij afstapte ,de Quai des Hollandais afwandelen ,was maar een korte trek...tussen de ruïnes. Maar het duurde wel even vóór hij midden die vage gronden vol puin en onkruid, afgebrokkelde muurpanden en dichtgespijkerde gevels het huisnummer 21 had ontdekt. En inderdaad, onder een scheefgezakte dakgoot kon je zoiets als een afgeschilferd galjoen ontwaren. De verbleekte tekst rond dit kunstwerk liet veronderstellen dat het waarschijnlijk ging om 'Taverne Jean Bart'...Voor de rest was er in de verre omgeving geen levende kat te ontwaren ! ...Een hond wél. Het beest sloeg plichtsgetrouw aan toen Joseph, na zijn vergeefse speurtocht naar een deurbel, tenslotte op de houten zijpoort bonkte...En nóg eens ! ...En opnieuw ! !

Toen de hond zich op de koer achter de poort bijna gewurgd had met zijn eigen ketting, riep een schrille vrouwenstem: " C'est qui ?!"

Joseph wist niet zo vlug wat zeggen, en deed zich dan maar voor als facteur: " Lettre de Konrad, Allemagne, pour famille Dieudonné ! "

" De qui ?!" vroeg het dove wijf schel...Dus herhaalde hij maar: " Konrad, Allemagne, me donne une lettre pour vous ! ...Famille Dieudonné! " Van de hartelijke ontvangst, die Konrad hem had voorgespiegeld, was nog niet zo veel te merken...

De hond bleef maar hees voort blaffen en de vrouw kreeg het ervan op haar heupen: " Churchill, ta gueule ! Couchez, merde! " En tegen Joseph, al wat minder kort: "Une lettre ? De l' Allemagne ?" Maar toen incasseerde de hond jankend een stamp en zweeg abrupt. Een man opende de poort, geblokt en behaard als een bosaap. Het leek wel alsof nù Joseph op zijn beurt een stamp onder zijn kont kreeg! ...Geheel uit zijn lood geslagen stamelde hij:

" Pa ?...Vader ?...Dis ?...Miljaardedju ! Wat doet GIJ hier verdomme ! "

 

Volgde een verwarde vaudeville. De gorilla in de spleet van de poort wees geschokt, onder de wantrouwige blik van zijn tedere wederhelft, elk vermoeden van buitenechtelijk vaderschap kordaat af. Wat dacht die opdringerige vreemdeling wel dat hij was ? Een vriend van 'Konrad' ? Inconnu au régiment ! ...Uit Keulen, Duitsland ?...Köln ?...Connais-pas !...Cologne ?

Langzaam sloop de twijfel bij alle tegenspelers binnen: 'Cologne' deed blijkbaar bij de bosaap wél een belletje rinkelen. En bij Joseph begon het ongerijmde van dit plotse weerzien met Dis ook langzaam door te dringen: dit kón niet ! Te zot om los te lopen ! ...Maar alles klaarde op nadat hij de brief had afgegeven en de vrouw na een vluchtige blik besloot: " C'est Gustave ! "

De poort ging open, de slotbrug neer...

Want volgens de briefschrijver Gustave was "le soi-disant Jean-Marie" de broer van Leon Petré die hem aan de Oder het leven had gered ! Dus hoogstwaarschijnlijk een kozijn uit de Vlaamse familietak en vanzelfsprekend met de meeste gastvrijheid te ontvangen !

" Entrez, entrez, cher ami! " riepen die twee door elkaar: " En vergeef mij het ruwe wantrouwen van daarjuist, maar wij moeten hier erg uit onze doppen kijken ! De 'poulets' (flikken) embêteren ons om de haverklap voor allerlei futiliteiten, gewoon om ons een borrel of geld af te persen...Du vrai racket ! ...En er zwerft hier veel schorem rond dat de hand niet omdraait voor een kwade slag ! C'est le Far-West ici ! "

Dit slordige duet van stereotype excuses ging zo nog een tijdje door...Maar onderwijl voerden ze hem - op z'n gevoelige schouder kloppend - toch over de koer het huis binnen, voorbij de hond 'Churchill' die, even schuldbewust als zijn baasjes, aan zijn hok wat beschaamd stond te kwispelen...

De patron wou hem direct 'un p'tit rouge' inschenken, maar zij begreep dat 'une bonne jatte' met een flink stuk cake meer aangewezen was...Doch toen ze hongerig wilden weten hoe Gustave het daar stelde moest hij hen even afblokken: Sorry, maar dat wist hij niet! Hij had die Gustave nog nooit gezien en enkel van hem gehoord via de 'passeur' Konrad...Dààr zie ! Op de schouw ! Een foto van die Konrad...,nog in SS uniform !

" Mais non ! " zei de moeder geshockeerd: "çà c'est mon petit Gustave ! " en ze gaf het zilveren kadertje door aan Joseph. Die wou, na nauwkeurig onderzoek van het gezicht op de foto, beginnen strijden dat dit verdomme Konrad was, en niémand ànders ! ...Tot hij plots het absurde van de situatie inzag, en begreep dat zijn 'passeur' hem een paar maand voor de gek had gehouden met dat verhaaltje over 'zijn boezemvriend Gustave'...Die vent was verdomme zélf 'Gustave' ! En had van bij de eerste kennismaking waarschijnlijk goed gewéten dat hij met een kozijn uit de Westhoek te doen had ! Een "p'ti Belge' hé...Zo'n stomme kloot uit de Vlaanders, merde, waaraan ge àlles kont wijsmaken ! ...

Omdat Joseph plots knorrig nog énkel in monosyllaben op hun vragen antwoordde, voelde Pa Dieudonné waar het schoentje wrong: " Hebt gij mij niet voor iemand ànders aanzien, toen ik de poort open trok ?...Het leek wel of je een spook zag ! ...En je noemde mij Pa ?...Of Dis ?... Mijn voornaam is Marie-Joseph, weet je, en het zou mij écht verwonderen mocht ik je vader blijken te zijn ! ... Je hebt mij waarschijnlijk voor iemand ànders aanzien hé, iemand die ik kén ?..."

Joseph was erg gegeneerd, maar zag geen gat meer om nog elegant te ontsnappen. Daarom schokschouderde hij maar wat en bekende met een verontschuldigende glimlach: " Het is idioot, maar je lijkt als twee druppels water op mijn vader...Idioot inderdaad, want die man is al acht jaar dood en begraven ! Of beter gezegd, hij is een jaar of acht geleden - in 1938 - plots verdwenen, in rook opgegaan bij een ontploffing van een hoop oude oorlogsmunitie...Ik was toen een jonge gast van een jaar of vijftien...En omdat de commèren van het dorp beweerden dat ons pa niét dood was, maar integendeel was gaan lopen naar zijn lief in Duinkerke, is van die roddel altijd iets blijven hangen..."

" Allez, bon...Maar ik moet u ontgoochelen: ik ben misschien wel uwen nonkel ,maar ik ben zéker uw vader niet...Alle kinderen die ik heb gemaakt hebben duidelijk mijn trekken: zie maar naar onze Gustave...Mijn twee dochters zijn daar zelfs niet erg over te spreken ,over onze familietrekken ! En onze Francois, van 't zelfde, maar die is in '43 in de 'Kessel van Tcherkassy' gebleven ,diep in Rusland...Zo'n blonderik lijk gij valt compleet buiten mijn pispot, als ik het zo mag zeggen ! " Plots brulden Pa en Ma van het lachen !

Joseph deed beleefd mee, maar dacht wat toelichting te moeten geven: " Ik weet het: thuis trok ik ook totaal niet op ons vader, maar eerder op ons moeder..."

De Dieudonné's schaterden het uit: " Ja-ja, dat zegt men dan in zo'n geval, hé ! ...Ha, die Vlamingen toch ! Ce sont de vrais rigolos, tu sais ! ...Ha, quelle famille qu'on a ! !..."

 

Nadien had Joseph nog wat meer moeten uitweiden over de lotgevallen van de familie Petré in Westende - "C'est tout près de Nieuport en Flandres "- en daarbij werd al wat minder gelachen ! De dood van Dis, zijn eigen wedervaren aan het Oostfront en de moord op zijn moeder tijdens de bevrijding...Bij de dood van zijn broer Leon in Berlijn kreeg ma Dieudonné écht de tranen in de ogen: " Ce pauv' garçon ! C'est lui qui a sauvé Gustave, hein, auparavant ? Un vrai héro, ce Léon ! " En ze greep Josephs arm vast met beide handen: " Merci, Monsieur, merci de tout coeur ! " Alsof hij daar voor iets tussen zat! Daarom gooide Joseph het vlug over een àndere boeg.

" Weten jullie nu precies hoe dat in feite zit met de familieband tussen de Petré's en de Dieudonné's ? Dat heeft iets te maken met de Grote Oorlog, hé, als ik mij niet vergis ? Mijn broer Leon heeft dat in der tijd laten opzoeken en voor zover ik weet zou mijn grootmoeder een zigeunermeisje geweest zijn dat in triestige omstandigheden een tweeling kreeg en bij de geboorte stierf ?... Aangezien gij inderdaad lijk twee druppels water op mijn vader trekt , lijkt mij te bevestigen dat gij zijn tweelingbroer zijt..."

" Daar weet ik niks van..." zei Pa: " Ik herinner mij vaag dat ik als snotter op een hoeve geleefd heb, waarschijnlijk in de Westhoek. In 1914 zijn wij in elk geval op de vlucht geslagen en ben ik daarbij in het krijgsgewoel van de Ijzer verdwaald geraakt. Ik wist mij énkel nog mijn naam te herinneren: Noël Dieudonné of Dieudonné Noël...al kon ik die mensen niet uitleggen welke van de twee mijn familienaam was ! Maar om uit de verwarring te geraken, hebben de Fransen mij dan maar Marie-Joseph Dieudonné genoemd en mij rap in een weeshuis gestoken...'t Is maar sinds juist vóór het begin van de nieuwe oorlog dat ik weet heb van familie in de Vlaanders, omdat er van dààr eens een vrouw is komen horen hoe het hier stond. En ik geloof dat ze ook wat over dààr heeft verteld, maar in feite heeft mij dat nooit heel erg geïnteresseerd: hoe méér familie, hoe meer last ! " Een sneer die Joseph even deed terugschrikken...Ma moet dat zonder twijfel gemerkt hebben, want ze trachtte onmiddellijk de pil wat te verzachten:

" Ge moet dat begrijpen, hé monsieur: het leven was hard , hier in Duinkerke tijdens de laatste oorlog, met al die bombardementen op de vluchtende tommy's in '40...Er kwamen tijdens de bezetting geen autobussen met lieve kindjes meer naar onze schone speeltuin hé: enkel Duitse soldaten en louche dokwerkers om onder elkaar sluiks wat gestolen goed te verpatsen...We liggen hier wat afgelegen van de stad, en dicht tegen de haven: dat maakte discrete transacties wat makkelijker hé..."

" Maar van uw beroemde speeltuin, waarmee mijn broertje Leon indertijd zo hoog opliep, is niet veel meer overgebleven, zie ik..."

" Ach nee..." vervolgde zij plots bitter: " Maar nadat onze twee jongens naar Rusland getrokken waren, verloren we in onze uithoek hier compleet het contact met de mensen van de stad! En tijdens de acht maanden dat we hier in 44-45 belegerd zaten - pal in het niemandsland tussen de twee frontlijnen van de omsingeling :de Duitsers in het havenfort en de Engelsen daarbuiten - hebben we maar met héél véél moeite kunnen overleven door allerlei louche handeltjes met de twee kampen...Al gelukkig dat we na de zogenoemde bevrijding tot nù toe onze zwarthandel met de tommy'ns hebben kunnen voortzetten. Rijk gaan we er zéker niet van worden, al slaan we wél van tijd met onze speciale relaties een mooie slag...Daarom is Pa ook al twee keer kort in de bak gevlogen, maar onze 'vrienden' hebben dat altijd rap kunnen arrangeren. Dat alles om maar te zeggen dat ik in die omstandigheden niet veel tijd of goesting had om uit te pluizen hoé en wààr mijn schoonmoeder veertig jaar geleden de pijp uit was gegaan hé..." Het cynisme dróóp er af !

Joseph had genoeg van de familiale drama's uit het verre verleden en dacht aan zijn moordplannen voor de volgende weken: " Gustave heeft u misschien geschreven dat ik graag rap en ongezien over de grens zou willen geraken. Mij had hij in elk geval laten verstaan dat u mij daarbij zou kunnen helpen ? En dat mag gerust een centje kosten, als het de zaken zou vergemakkelijken..."

Maar Pa vloog uit: " Meneer, daar kan géén sprake van zijn ! " Joseph schrok, maar de man vervolgde: " Wie mijn zoon het leven heeft gered, mag hier in huis niet over centen spreken ! U beledigt ons met dat ook maar te vernoemen ! U bent onze gast tot wij voor u een veilige passage geregeld hebben en daarmee basta ! Daarbij, dat gaat hier géén eeuwigheid duren, akkoord ?!"

Ma Dieudonné installeerde hem in een achterkamer die, buiten een éénmansbed, halfvol stond met een paar staalplaten zeerovers en wat rommel uit de vroegere speeltuin. Het rook er wel muf, maar ze gooide het venster open en voorspelde dat het tegen de avond 'tout-à-fait correct' zou zijn. Over propere lakens sprak ze niet. Hij begreep dat hier af en toe onderduikers van zijn soort een paar nachten mochten slapen, en dus ook telkenmaal geen verse lakens kregen:"A la guerre ,comme à la guerre..."

"Wil dat zeggen dat ge mij binnen de twee dagen of zo over de 'schreef' gaat kunnen helpen ?" vroeg Joseph onzeker.

" Ja-ja! Binnen de 48 uur, mon chou ! Garantie ! "

 

Na het middageten - met aardig wat rode huiswijn in plaats van koffie - staken de twee mannen een pijp op, en eerlijk gezegd: ook aan die Franse tabak moest je even wennen ! Maar het maakte hen wél een stuk gemoedelijker.

"Luister, Joseph: normaal zijn het mijn zaken niet, maar als familie mag ik dat vragen: wat heb je in godsnaam in de Belgique verloren terwijl je, lijk mijn Gustave, nog een hele tijd veilig in Keulen kon blijven ? Binnen een paar jaar zal de heksenjacht op mannen van uw slag in de Vlaanders wél ver uitgewoed zijn, maar voor het ogenblik neem je met je terugkeer naar de Westhoek nog grote risico's voor je gezondheid, weet je..."

" Ja, akkoord..." En terwijl Joseph peinzend voort pafte overwoog hij hoeveel hij aan de neus van Dieudonné kon hangen zonder wie dan ook in verlegenheid te brengen. Hij kon zijn 'nonkel' moeilijk gaan vertellen dat hij rap in Westende een goudschat ging ophalen hé ! En dat hij die raid niet kón uitstellen tot rustiger tijden, want dat ondertussen een kaper op de kust hem wel eens vóór zou kunnen zijn! Neen hij kon zich beter beperken tot zijn wraakneming op Pylieser en C°: daar zou Dieudonné waarschijnlijk minder de wenkbrauwen bij fronsen !

" Heb je een rekening te vereffenen, soms ?"

Deze botte vraag deed Joseph toch nog opschrikken: " Hoe kom je dààrop, verdomme ?!"

"Omdat weerwraak-nemen ver de enige reden is waarom mannen van uw slag dit risico durven nemen, hé...Geloof mij, ge zijt niet de eerste die met zo'n voornemens langs de 'Jean Bart' passeert, en achter u zullen er nog veel komen! Daarvan heb ik geleerd dat niet iederéén de consequenties van een verloren oorlog klakkeloos aanvaardt: velen willen tot de bodem gaan om nog wat openstaande persoonlijke rekeningen te vereffenen...Maar voor zover ik het heb kunnen volgen, liepen deze expedities meestal faliekant af, weet ge ! ..."

"Dat risico zal ik dan maar nemen ! Vergeet niet dat twee mannen rechtstreeks de dood van mijn ouders veroorzaakt hebben ! En dat de toenmalige burgemeester mij en mijn broer naar het Oostfront heeft gestuurd, met alle gevolgen van dien ! "...Dat Joseph wat kort door de bocht ging, moest dan maar de duidelijkheid ten goede komen...

" Gaat ge drié man kelen ?!" vroeg nonkel ontzet :" En een burgemeester nogal ?!

" Als het God belieft, ja...Kelen, doodsteken, verzuipen, wurgen of de kop inslaan: wat toevallig het beste past en het meeste voor de hand ligt...Persoonlijk heb ik geen voorkeur, al zou ik het natuurlijk liefst niet te bloederig maken..."

" En dat alles zonder dat ze je nadien pàkken ?!"

" Dat hoop ik toch ! Het toeristenseizoen gaat volop beginnen, dus moet het mogelijk zijn ongemerkt tussen al die vreemde snuiters onder te duiken. Met een gendarmerie, die altijd zwak bezet is en 's zomers overspoeld van 't werk, moet dat zekerlijk lukken...En zo niét, dan is het maar zó ! "

De man keek hem schattend aan: " Heb je wel een gepaste 'prikker' voor zo'n zwaar werk ? Met een patattenmesje moet je er niet aan beginnen hé ! On n'est pas des boyscouts , weet-je ..."

Joseph haalde afgemeten zijn lierenaar uit de broekzak en knipte het lange lemmet open: " Een eerstklassige 'laguiolle', pas geslepen en aangezet, recht van de slagerij...Wat zegt ge dààr van ? Een patattenmesje ?"

Dieudonné nam het wapen eerbiedig aan en liet de draad van de snede in zijn duimnagel bijten: " Verdomme, veel méér moet ik je niet vertellen, zie ik ! "

 

Terwijl Joseph na de middag naast het hondenhok ging zitten mijmeren en diep in gedachten de kop van Churchill krabde, overliep hij voor het eerst alle haken en ogen van zijn onderneming. Dieudonné had beloofd hem 's nachts per vissersboot voorbij de grens te smokkelen en ergens tussen het staketsel van Nieuwpoort en het Bellevue-hotel van Westende-bad op het strand te zetten. Want dat waren twee landmerken die in het donker van op zee nog goed zichtbaar waren. Het Sint Laureinsstrand lag daar midden tussen, dus met een beetje geluk gingen ze hem als het ware vóór zijn deur ‘droppen’. Maar van dàt moment af stond hij ook op éigen benen, zo gezegd...helemaal aan zichzelf overgeleverd...

Eerste opdracht: een onderdak vinden. Ergens buiten het centrum een anonieme kamer huren met half pension was natuurlijk dé luxe-oplossing ! Financieel bleek dat zelfs goed haalbaar, want hij had uitgerekend dat hij, de drie Fredericks inbegrepen, over een kleine 20.000 Belgische frank kon beschikken. Wat moest hij daar nu tegenover stellen aan kosten ? Als hij voor een discrete kamer in een afgelegen zijstraat een 1.500 fr per maand wilde betalen, dan zou hij écht niet vér moeten zoeken...Voeg daarbij een 500 fr per maand voor persoonlijke uitgaven, dan kon hij het daar makkelijk tot het einde van volgende winter uitzingen. En gedurende zo'n lange periode kreeg hij ruim de gelegenheid om zijn drie klanten één voor één geruisloos naar hun voorvaderen te sturen...Maar hij liep natuurlijk héél die tijd open en bloot in de kijker, en verhoogde zo ook de kans vroeg of laat - en vooral buiten het drukke toeristenseizoen - door iemand herkend te worden ! ...

Alhoewel: herkend ? Erg veel leek hij nù vast niet meer op de frisse knaap die in de zomer van '41 ten strijde trok tegen het bolsjevisme ! Niet enkel vijf jaar oùder geworden, maar ook kortweg 'oud'...Zijn slepende gang op krukken en z'n verwaarloosde uiterlijk, z'n rosse snorrebaard en het verband rond zijn hoofdwonde...En door hortend Frans te spreken zouden de mensen hem sowieso automatisch als "vreemde" beschouwen...Het was zelfs zéér de vraag wie aan zo'n verlopen figuur überhaupt een kamer zou willen verhuren !

Een veiligere oplossing vond hij het onderduiken in een verlaten villa of een oude bunker en er zolang als kluizenaar te leven...Dat paste beter bij zijn gedeukte imago...Maar dan moest hij natuurlijk ook voor zijn eigen potje zorgen, en dus eveneens af en toe boodschappen gaan doen. Met andere woorden: ongunstig gekénd geraken in die pààr winkels die buiten het seizoen nog open bleven, en tenslotte onvermijdelijk door de bazin of de nieuwsgierige dorpscomméren hérkend te worden...En dan stond hij wéér even ver als met zijn luxe-oplossing !

Hij begreep dat bij de twee werkwijzen het venijn zat in de verleiding om voor de moorden àl zijn tijd te nemen. Dat week volledig àf van zijn origineel plan om alles te beslechten in een bliksemraid en onmiddellijk nà de feiten met de noorderzon te verdwijnen...Ja zelfs terug te keren naar de lieve Erika Deutinger in Porz ! ...

Zijn grootste kans op herkenning schuilde natuurlijk bij de vrienden die hem goed gekend hadden en dóór zijn vermomming heen konden kijken. Jetje, bij voorbeeld, of Nadine, en in mindere mate Françoise De Bens. Hij veronderstelde maar voor alle gemak dat die hem nog steeds goed gezind waren, maar wàs dat wel zo ? En woonden die vrouwen nog wel dààr waar hij hen gekend had ?

Jetje vertrouwde hij blindelings, maar woonde die nog wel in dat huis dat ze steeds te groot had gevonden ? En was zij nog alleen ?...Weinig waarschijnlijk...

En Nadine, zou dié wel zo opgezet zijn met zijn verrijzenis uit de dood ? Zij had tenslotte met hem gebroken toen na Stalingrad de krijgskansen keerden en het 'lopen' met een vuile zwartzak of een SS-er niet meer algemeen gesmaakt werd... Zou zij zich nù nog durven verbranden voor een vergeten kalverliefde, terwijl ze, volgens Leon, op het einde van de oorlog veel omging met een Oostendse aannemerszoon... Eveneens: weinig waarschijnlijk !

Bleef over: Françoise De Bens...Weinig kans dat die nog in Middelkerke zou wonen, na haar late terugkeer uit Duitsland en de internering die daar hoogstwaarschijnlijk op was gevolgd...Toen hij in Steglitz van de familie afscheid nam, had haar wrok tegenover hém er duimdik óp gelegen! Dus een goede vriendin kon hij haar nog moeilijk noemen, moest hij toegeven...

Deze drie vrouwen medeplichtig maken door bij zijn moordplannen op hun hulp te rekenen, vond hij ten eerste nogal riskant, en ten tweede niet erg fair ! Hij kon béter zijn eigen streng trekken en zien hoe het afliep...

Dat hij er van nù af alleen voorstond werd hem bij het avondeten pas goéd duidelijk. Pa Dieudonné kwam erg tevreden én lichtjes aangeschoten van zijn prospectietocht langs bevriende vissers terug.

" Morgenvroeg om zes uur vertrekken ! "  


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
09-10-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
08-10-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 366
Klik op de afbeelding om de link te volgen

 

 

 Boekdeel D1 : DOOD EN VERNIELING...

Beslaat de periode van mei 1946 tot januari ’47 en verhaalt Josephs terugreis van Köln-Porz naar Westende, de moord in de bomtrechter van de Bassevillestraat, de goudkoorts van Rachel en het verraad van Rooie Steiner...  

 

 

D01. DE VLUCHT VOORUIT...

 

                 Op weg naar Duinkerke, 4 mei 1946.

Zo ,ze waren vertrokken ,juist op tijd zoals Konrad voorzien had. Deze stiptheid stelde Joseph gerust in het verdere vlotte verloop van zijn reis naar zijn Vlaamse kust. Ware het niet van die chemische stank in de lange ruime kist waarin de Britse chauffeur hem verstopt had ,hij zou zich in een couchette van de nachttrein gewaand hebben...Maar die lucht pakte danig op de adem ,en lànger dan een paar uur zou hij dat zéker niet uithouden. Als ze eenmaal veilig over de Duits-Belgische grens waren moest hij zorgen weer aan frisse buitenlucht te geraken...

Het regelmatige schokken in de kist gaf Joseph een sterk gevoel van herkenning. Het leek wel of hij opnieuw zes maanden in de tijd teruggezakt was en, met de bedenkelijke 'hulp' van Hélène, vanuit 'Adlershorst' op weg was naar Luik.

Die feeks had destijds gehoopt hem aan de grens bewusteloos aan de Belgische gendarmen te kunnen uitleveren, als een menselijk zoenoffer aan de godin Justitia, een soort tolgeld om de rest van haar smokkelwaar probleemloos uit te klaren. Maar hij was dat serpent toen godzijdank te slim af geweest en had juist vóór Köln de camion van haar Canadese handlangers ongezien kunnen verlaten! Uit wraak voor haar vuig verraad had hij echter vlak voor het afstappen met een paar brandende kaarsen een tijdbom tussen de kisten zilverwerk kunnen ontsteken en een uurtje later van op afstand het bittere genoegen gesmaakt heel de vracht in vlammen te zien opgaan! Een leuke stoot waar hij nog steeds met plezier aan terug dacht...

Tijdens de huidige rit hoefde hij zo'n verraderlijke valstrik niet te vrezen. Ditmaal had de lieve Erika écht tranen met tuiten gehuild toen hij gisteren avond - eveneens een beetje ontroerd - afscheid van haar nam. Daarbij had ze hem nogmaals nadrukkelijk laten beloven dat hij zo vlug mogelijk naar haar terug zou komen...Hij had wél even raar opgekeken toen zij hem dat pak boterhammen met leverpastei in de hand duwde! Hij was nog niet vergeten dat die gluiperige Hélène destijds óók geprobeerd had hem onderweg met zo'n broodsmeersel te bedwelmen, hé! ...Maar zojuist had hij héél voorzichtig van die paté geproefd en op eerste zicht leek déze hier wél koosjer...Neen-neen hoor, Erika mocht hij voor honderd procent vertrouwen!... Dacht hij toch...

Ook voor Konrad en zijn 'vluchtlijn' stak hij zonder voorbehoud zijn hand in het vuur. Vooral toen deze hem vóór het avondeten een brief voor de ouders van Gustave Dieudonné in de hand stopte met de vraag die in Duinkerke te posten of aan hen persoonlijk af te geven. Het adres kwam hem bekend voor: Taverne 'Jean Bart', op de Quai des Hollandais nummer 21..." Wees maar gerust", had de jonge man gezegd: " Ge zult er goed ontvangen worden! " Dat wees er toch duidelijk op dat hij er vast op rekende Joseph daar veilig te zien toekomen, nietwaar ?!

Neen, Joseph had nooit getwijfeld aan de degelijkheid van Konrads organisatie. Alles was tot nu toe minutieus en stipt verlopen, zoals voorzien op het uurrooster dat deze hem gegeven had. Om 21.20 uur: laatste briefing vóór het vertrek, en tien minuten later: afscheid van het personeel en de snotterende Erika...Om 21.40 uur stonden ze buiten in de steeg en tien minuten làter kwamen ze, na een korte wandeling, aan bij de bushalte van de 312. Opgestapt om 22.03 uur, en na een kwartier er weer af aan de terminus bij de Engelse vliegbasis 'Wesseling'.

" Denk er aan, " had Konrad hem nog eens op het hart gedrukt : " dat je in Duinkerke niet met de Britse camion het afgegrendelde militaire havendok binnen rijdt, want op je ééntje kom je daar niet ongezien meer uit ! Taverne 'Jean Bart' ligt op de rand van de stad, tegen de vrije handelsdokken, en om daar te geraken moet je dus tijdig vàn de camion stappen en stadsbus B3 pakken. Onze Britse chauffeur wéét van wanten en zal in een stille buitenwijk van de stad een 'panne' voorwenden, zodat hij de militaire colonne kan verlaten en gij in de natuur kunt verdwijnen...Dat is al een paar maal goed gelukt en zal nu ook wel probleemloos verlopen..."

In een pikzwarte bosdreef naast de busterminus "Wesseling" had de Britse camion al staan wachten. Konrad had de chauffeur stil gegroet en hem ,bijgelicht met een zaklamp ,ostentatief de gouden Frederik gegeven die hij voordien samen met Joseph op de bus nog eens bewonderd had. De militair had tevreden geknikt en Joseph lachend een stevige hand gegeven: " Welcome on board, mate! But don't you dare shit on my goods, hey, or I kill you fuckin' bastard you! " Niet kwaad bedoeld, schijnbaar, maar hij had tóch Joseph een opgerolde krant toegestoken... tegen noodgevallen...

Hij had nog nauwelijks de tijd gekregen om Konrad te bedanken. De Brit had hem vlug de laadbak in geholpen en met zijn zaklamp tegen de achterkant van de stuurcabine de grote kist belicht waarin hij zich moest verbergen. Die stonk wel een beetje door morsplekken van de vorige lading - benzine of een dergelijk vluchtig product dat hij niet direct kon thuis brengen - maar als ze eenmaal reden zou dat wel vervliegen...Joseph hoorde even nadien hoe de soldaat het dekzeil dicht sjorde en vijf minuten daarna reden ze ongestoord voorbij de wachtpost basis Wesseling binnen... Echt lijk een fluitje van een cent, wat hij al een goed voorteken vond!

 

Joseph had gedacht, toen hij zich in foeutushouding in de wat onfrisse kist installeerde, dat het urenlange wachten vóór het vertrek eindeloos zou duren. Maar in feite schrok hij wakker toen de colonne zich schijnbaar kort daarna klaar maakte voor het vertrek. Het dutje in deze gewrongen houding had zijn lichaam echter geen deugd gedaan, en zijn kop bonkte als een stoomketel...Harde stemmen, dichtslaande portieren en motoren die brullend opgejaagd werden... Buiten was het al volop dag, merkte hij door de spleet van het deksel, maar op de kaki huif roffelde een stortvlaag neer. Hij pierde op de verlichte wijzerplaat van zijn polshorloge: vijf voor zeven...Volgens de uurtabel, die Konrad hem thuis gedicteerd had voor de reis, vertrokken ze om zeven uur uit Wesseling, en na een tiental gechronometreerde tussenstations was de aankomst in Duinkerke voorzien om 22.00 uur...Vijftien uur in één trek achter het stuur ,voor één chauffeur :als dàt maar goed afloopt ! De meest gevreesde haltes op de trip waren natuurlijk de Duits-Belgische grensovergang juist nà Aken, om 10 uur en, tegen de achten 's avonds, de Franse douanepost tussen Doornik en Rijsel...Daar hing telkens zijn toekomst af van vijf seconden geluk! Maar daarover wou hij zich nog niet druk maken...En om het lot te bezweren overtuigde hij zichzelf dat hij, in afwachting van die sprong in het duister, nog ruimschoots de tijd had om even voort te slapen...Om de koppijn te verdrijven...

Hij voelde en hoorde vaag hoe ze via de pontonbrug van Rodenkirchen de Rijn overstaken, maar dat was dan ook àlles...

 

Na een schok en harde stemmen buiten viel het hem op dat de motor niet meer draaide. Met moeite kon hij zijn ogen infocussen op zijn horloge: tien voor tien reeds! Ze stonden dus hoogstwaarschijnlijk juist voor de grenscontrole, dacht hij wazig...Verdomme, nu was het eróp of erónder hé, maar vreemd genoeg slaagde hij er niet in zich daarover zorgen te maken! ..Het regende nog steeds pijpestelen, hoorde hij op het dekzeil van de huif...Hopelijk zou dit hondenweer de beroepsijver van de Britse MP-grenswacht en de Belgische douaniers wat bekoelen...In feite zouden deze laatsten zich redelijkerwijze niet mogen moeien met het Britse militair transítverkeer dóór België, vond hij. Maar ja, wist Joseph uit jarenlange ondervinding : redelijkheid was in héél die administratieve rompslomp soms vér te zoeken...

Stemmen golfden op en neer, plots hard vlak naast de laadbak, dan weer vaag in de verte...Af en toe hield hij geschrokken de adem in, dan weer voelde hij opgelucht de koude zweetdruppels langs zijn nekhaar biggelen. En tussendoor schoten gefantaseerde ritsen film door zijn hoofd waarin hij zichzelf zag reageren op die brutale M.P. die hem zojuist bij het nazicht van de lading geklist had! Van een ogenblik onoplettendheid gebruik maken om te voet van die Cerberus weg te vluchten, vond hij als stunt van de scenarist té erg bij het haar getrokken! Met zijn houten poot moest hij zich daar omtrent geen illusies maken, hé...Maar toen hij dat corrupte varken in zijn verbeelding één van zijn gouden Fredericks voorhield, knikte dat zwijn hebberig, maar stak toen kwijlend twéé vingers op ! Ja zeg: op het gemak hé!

Deze beangstigende film brak flikkerend stuk toen hij de chauffeur bij de achterklep hard hoorde sakkeren tegen een ongevoelige betweter. Blijkbaar moest hij het koord van de huif losknopen voor een inspectie van de lading door een M.P.! Nu hing zijn leven écht aan een zijden draadje! Als die vent het werkelijk meende en alle kisten wilde openen, dan was Joseph binnen de vijf minuten een vogel voor de kat! Die koppijn maakte hem misselijk. Het koude zweet drupte van zijn neus en verstard hield hij de adem in...Het losknopen van het koord rond de huif scheen wel een eeuwigheid te duren, en ondertussen deed hij verwoede pogingen om toch maar niét te kotsen...Die vervloekte stank ook!

Een verblindende flits, onmiddellijk gevolgd door een oorverdovende ontploffing deed Joseph één ogenblik aan een inslaande bom denken! ...Of waarschijnlijk een bomaanslag ?... Maar toen daarop de gutsende regen met verdubbelde kracht op de huif neerpletste, en de ruziënde stemmen bij de achterklep plots weg ijlden, begreep hij opgelucht dat hier vlakbij de bliksem was ingeslagen! En dat - zoals hij gehoopt had - de stortbui het voorlopig op de overborrelende beroepsijver van de M.P. had gehaald.

Versteven van de angst wachtte hij roerloos op een luwte in de storm, die het de controleur zou toelaten zijn voorgenomen inspectie van de lading te hervatten. Maar met korte tussenpozen sloeg de ene bliksemschicht na de andere krakend in op de onmiddellijke omgeving van de grenspost. En eindelijk hoorde hij tussen dit oorverdovend natuurgeweld verderop in de colonne de motoren weer één voor één aanslaan. Toen tenslotte ook zijn eigen camion opnieuw startte, wist hij dat hij zojuist aan een ramp was ontsnapt...

Het duurde wel even vooraleer hij écht overtuigd was dat de colonne inderdaad de grenspost verlaten had en nu op Belgisch grondgebied onder de pletsende onweersbui de rit naar Duinkerke voortzette...En ook al was de crisis bij de douane nu bezworen, hij realiseerde zich tóch dat hij vanaf nú voor de Belgische gendarmen loslopend wild was...En dat de eerste de beste zot met een képi óp hem ongestraft kon neerknallen ! Niet erg geruststellend, maar dàt zou wel wennen, hoopte hij...Hij had tenslotte, na een jaar van twijfel, bewust voor deze oplossing gekozen: rotst het niet, dan botst het maar! En hoe dan ook: nú was het sowieso te laat om nog van gedacht te veranderen...

 

Hij voelde al een hele tijd aan zijn gekneusde zij dat niet alleen de vering van de vrachtwagen danig versleten was, maar dat ook de weg er verdomd slecht bijlag. Helemaal stuk gereden en blijkbaar vol voorlopig dicht geworpen hennepoelen. Maar regenen deed het niet meer. En om zich wat beter tegen het schokken van de camion te verzetten én een frisse neus te halen, kroop hij moeizaam uit zijn kist en schoorde zich in de vrije ruimte tegen de achterklep met zijn gezonde been vast...Drijfnat van het zweet kwam hij daar weer langzaam op zijn positieven en trok voorzichtig een spleet van de achterflap open... Eindelijk toch wat verse lucht! Toen hij redelijk klaar uit zijn ogen zag, wilde hij ook wel wat door de opening naar buiten loeren, kwestie van zich een beetje te kunnen oriënteren...

Achter hem reden nóg drie-vier camions in de colonne. Die zouden dus onmiddellijk zien dat hij zijn kop buiten stak en dat kon wel eens een probleem worden als hij in het havengebied van Duinkerke sluiks de benen wilde nemen... Maar dat waren zorgen voor làter.

Door de spleet loerde hij naar het wegschuivende landschap, maar erg begeesterend was zijn uitzicht niet. Eindeloze donkere dennenbossen werden maar zelden onderbroken door hier en daar een vervallen boerenhof. En in de paar miezerige dorpjes waar ze doorreden lag het gros van de grijze huizen nog in puin...Dat sloeg ferm tégen ! Want in zijn verbeelding had hij altijd aan 'zijn' België teruggedacht als aan een zonnige welvarend land, zoiets als Westende-Bad in het hoogseizoen...Maar plots realiseerde hij zich dat het Ardennenoffensief hier ergens in de buurt nog niet zo lang geleden lelijk had huisgehouden. En inderdaad, als je er op lette: bij heel wat kruispunten en in de wegkanten stonden nog regelmatig uitgebrande karkassen van tanks onder het overwoekerende onkruid op te roesten: Duitse Tigers en Amerikaanse Shermans, zonder onderscheid...

Van Eupen bleef zo te zien niet veel meer over en ook Verviers had een lelijke veeg uit de pan gekregen van de U.S.Airforce...Maar naarmate ze naar Luik afzakten scheen het landschap minder van het krijgsgeweld geleden te hebben, ook al kon je de streek moeilijk erg florissant noemen. Het enige wat een beetje kleur gaf aan het grauwe straatbeeld van de fabriekswijken waren de grote reclameborden van Coca-cola, waarop zeemzoete meisjes in zonnige pasteltinten gelukzalig aan zo'n flesje lagen te sabbelen! Joseph had dat apothekersdrankje éénmaal geproefd bij Hélène, in de kantine van 'Adlershorst', maar was vlug weer overgeschakeld op het oer-degelijke Duitse Apfelsaft! Zo'n dure monsterreclame voor dat walgelijk Amerikaans spoelsel vond hij écht weggegooid geld! Dat kregen ze vast in een ‘bierland’ als België nog niet aan de straatstenen verkocht ! Dacht hij...    

 

Eenmaal buiten Luik volgden ze nu de rechteroever van een brede stroom: de Maas zonder twijfel...Hij was hier nog nooit geweest, maar wist van horen-zeggen dat deze vallei de parel van het Walenland moest zijn...Had er nu een beetje zon op de rotsige oevers gestaan, dan kon hij zich wél een écht toeristisch trekpleister voorstellen...Maar die natte nevel bedierf àlles...En tenslotte had hij de laatste jaren aardig wat mooiere plekken van de wereld gezien...

 

Plots schrok hij uit zijn zwaarmoedig gemijmer op! De colonne verliet de baan en draaide een breed sintelplein in, schijnbaar de parkeerruimte van een verlaten steengroeve...'Carrières de Tihange' kon hij op een vuil verroest uithangbord ontcijferen, maar dat maakte hem niet wijzer...Wéér een controle ??...Tot hij op zijn polshorloge zag dat het al tegen twaalven liep en hij begreep dat de heren aan een hapje toe waren...Hij zag hoe de chauffeurs van de drie camions àchter hem uitstapten en rekkend de stijve spieren ontspanden. Met hun rammelende gamel in de hand slenterden ze naar de kop van de colonne...Die gingen dus dààr ergens aanschuiven voor een stevige hete goulash of een worst met witte bonen in tomatensaus! Joseph voelde dat hij al helemaal was opgeknapt, want het water kwam hem in de mond bij deze verre gastronomische herinneringen...Maar noodgedwongen moest hij zich tevreden stellen met lauwe koffie en zijn eigen 'Butterbrot' belegd met leverpaté...Enfin, het had een stuk slechter gekund.

Terwijl hij daar in het halfduister zat te kauwen, vroeg hij zich af hoe hij in Westende aan eten zou kunnen geraken. Hij had de laatste weken menen te verstaan dat de voedselvoorziening in België er flink op vooruit was gegaan en veel zaken niet meer op de bon waren. Maar voor de rest zou hij zijn plan moeten trekken 'in 't zwart', want rantsoenzegels bezat hij natuurlijk niet...In de praktijk, de Belgische mentaliteit kennende, verwachtte hij daar geen moeilijkheden mee, al moest hij toch vermijden bij de bakker of de kruidenier met zijn totaal gebrek aan 'bonnetjes' de aandacht te trekken...Maar als er zélfs in Porz vorige maand al een 'Imbiss' geopend werd waar je zonder zegeltjes kon eten - groentesoep en dergelijke - dan kon dat in een toeristische badplaats als Westende al helemaal geen probleem zijn, hé! ...Enkel met zijn nieuwe belgische bankbriefjes kon hij nog last krijgen ,al had Konrad hem verzekerd dat die koosjer waren ,en het zéker geen 'Guttgeld' was. Maar hélemaal gerust ben je nooit...

 

Om halféén vertrokken ze opnieuw. De zon kwam er een beetje door en de baan lag er véél beter bij, met lange stukken macadam. Ze schoten goed op...Huy, Andenne, Namur: van deze Waalse steden had hij nog nooit gehoord, maar hij vermoedde dat meester Denolf hen destijds de Vlaamse namen van buiten had laten leren..."De Maas ontspringt in Frankrijk en bespoelt Dijnant, Namen, Hoei en Luik..." Joseph kon van alle stromen en rivieren nog de rijmen met de boordsteden afdreunen, maar deze hier in het Walenland bleken dan toch niet te kloppen...Enfin, missen is menselijk, al had hij de oude meester Denolf ,eerlijk gezegd ,nooit een groot licht gevonden...

Dat deed hem weer aan meester Engelborghs denken, waar hij lange tijd wél naar opgekeken had als naar een god...Ondertussen had hij tot zijn eigen scha en schande moeten ondervinden wat voor een blaaskaak dat feitelijk was! Een grootprater en een arrivist, die letterlijk over lijken ging! De dood van de broertjes Berkenout had hij al zéker op zijn geweten! Op zijn aanstoken waren die twee naar het Oostfront getrokken om dààr lijk honden te creperen! En hijzélf had zich door die vent eveneens lijk een onnozelaar laten opdraaien om - zoals het toén heette - Europa tegen het bolsjevisme te beschermen...

"En zie mij hier nu zitten! " dacht Joseph vol zelfbeklag: "Een kreupele invalide twintiger met een houten poot! Een wrak zónder de minste toekomst! En heel mijn familie uitgemoord door dat zinloze flamingantisme van die roekeloze Streber! En wie weet hoeveel rampen die vent nog allemaal op zijn kerfstok heeft staan! Natuurlijk zal die gladde weerhaan zich op tijd aan het nieuw bewind aangepast hebben , die vuile politieke tafelspringer , en heeft hij van het Verzet ondertussen wel ergens een mooi postje gekregen! Voor wat, hoort wat! Al goed dat niet iederéén die kazakkendraaierij zomaar slikt! " Want zohaast Joseph terug in Westende zou zijn, mocht meneer de burgemeester Engelborghs zich aan een gepeperde rekening verwachten! Een éindafrekening, wel te verstaan!

Zijn verbeten gepieker, hoe hij zijn vroegere mentor om zeep zou helpen, deed hem de tijd volledig vergeten. De troosteloze industriestreek buiten was niet van aard om hem op vrolijker gedachten te brengen. Zelfs de opgepepte meisjes van Coca-cola gingen schuil achter een grauwe sluier van vuile roettranen. En ook het reclamebord aan de stadsrand, met "Bienvenue à Charleroi", hing beschamend scheef in zijn hengsels...Kom, jongens, een beetje gas geven, dat we deze verpauperde bedoening zo vlug mogelijk kunnen vergeten!

Maar in plaats van op te schieten stokte de vaart van de colonne! Wéér reden ze een fabrieksplein op en even later stapten de chauffeurs met dezelfde rék-oefeningen opnieuw uit hun cabine. Ditmaal voor een theepauze, merkte hij al gauw. En inderdaad, het was klokslag 16.00 uur! Four o'clock tea! Mensen toch! Hoe dit janettenvolkje ooit de oorlog had kunnen winnen ging Joseph boven zijn petje! Maar voor alle zekerheid kroop hij toch maar weer in zijn stinkende kist, want tijdens zo'n stomme halte kon er van àlles gebeuren!

En inderdaad, toen de chauffeurs terugkwamen van hun kopje troost, bleven er een viertal druk staan palaveren vlak bij Josephs hoofdeinde. Hij hoorde hen een paar keer tegen de brandstoftank stampen en vlak vóór zijn eigen chauffeur terug in zijn cabine kroop, hoorde hij deze vlak tegen het dekzeil roepen: " No smoking, hey lad, no smoking! "...Het duurde even vooraleer Joseph begreep dat die man het tegen hém had...Zou dat misschien te maken hebben met die benzinestank in de laadbak ?...Was er mogelijk ergens een lek in de leiding ? En was hij dààrdoor al gedurende heel de rit zo misselijk geweest en bedwelmd door de dampen ?...Benzinedampen nog wel, die ieder ogenblik konden ontploffen ?! Maar ondanks hij zich vaag realiseerde dat hij op een tijdbom meereed, kon hij toch de moeite niet opbrengen om voor meer veiligheid naar achter bij de 'nooduitgang' te gaan zitten...Al voelde hij zich voor een herhaling van de misdadige brand op de autobahn in Leverkusen ,vorig jaar , absoluut niet geroepen.

 

Waarschijnlijk was hij door de gaslucht weer even in slaap gesukkeld, want toen hij instinctief wakker schoot van de 'grote pipi', waren ze weer volop aan het rijden. Nu moést hij wel uit zijn kist kruipen, wilde hij zijn broek niet schandelijk bevuilen. Maar tot bij de achterklep geraakte hij niet tijdig en deed het dan maar tussen de kisten...Dié stank kon er nog maar bij! ...Want hij merkte inderdaad dat de benzinewalmen zwaar op de adem begonnen te pakken...En dít ondanks het flinke gangetje dat de colonne er op nahield, waardoor het onder de huif toch aanhoudend wat tochtte...Dat lek moest de laadbak al goed besproeid hebben, zo te zien...En de minste vonk kon het hele zootje in de lucht blazen...En juist nù ze midden door een drukke stad reden! 'Tournai-Centre 1 km' las hij in de vlucht op een wegwijzer: Stadtmitte-Doornik dus, vertaalde hij vlug...Dat kon een ramp worden voor deze historische stad, als het boeltje juist hiér in de lucht zou vliegen, overwoog hij nogal idioot... En hoe het kwam was hem een raadsel, maar plots zag hij die Canadese vrachtwagen, met al dat zilverwerk van Hélène, brandend door de brugleuning van de Autobahn hangen in Leverkusen! En de twee verkoolde chauffeurs die hem tartend toegrijnsden...Pas toén viel het hem te binnen dat hij onder deze toegeknoopte huif zélf gevangen zat als een rat in de val!

Alsof ook de colonne het gevaar had gemerkt, begon het tempo plots te zakken. Was de chef op de kop met een walkietalkie verwittigd en zouden ze hier zo vlug mogelijk een noodstop houden ?...Maar het vertragen bleek énkel bedoeld om met een aangepast slakkengangetje de Baileybrug over de Schelde te kunnen nemen, want op de andere oever dreven ze met veel geschakel de snelheid weer op! Eenmaal buiten de stadswallen reden ze dan tóch een plein op, ditmaal de binnenkoer van een kazerne, zo te zien... Dus was het gevaar tóch tot de kop doorgedrongen ?!... Maar neen hoor: het was al tien na zes, de heren gingen gewoon op hun gemak wat avondeten...

Juist op het moment toen de àndere chauffeurs voorbij zijn schuilplaats stapten, kreeg hij een kotsende aandrang om zijn longen uit zijn lijf te hoesten! Zijn ogen traanden als bij een nijlpaard en het bonken in zijn bol was écht niet meer te harden! Verdomme, dacht Joseph, als ik hier niet vlug wat frisse lucht ga krijgen, is het met mij gedaan! En als mijn chauffeur er niet voor zorgt, zal ik het straks maar rap zélf doen zeker ?...Het kromme 'Laguiole' knipmes, dat hij uit de beenhouwerij had 'geleend', was een ideaal gerief om een flinke winkelhaak in het dekzeil te ritsen...Maar om geen onnodige schade aan te richten en zijn chauffeur niet in nesten te brengen, kon hij zich misschien voorlopig beperken tot het doorsnijden van het rijgkoord rond de huif ?...

Hij pijnigde zijn hersenen om te berekenen wààr en hoe groot hij die opening het beste maakte. Aan de voorzijde, tegen de cabine ? Dààr ving hij tijdens het rijden, door dat verluchtingsgat, natuurlijk de meeste frisse wind. En deze plek bood nog het voordeel dat de achteroprijdende chauffeurs er niets van konden merken. Zijn eigen 'driver' natuurlijk wél, maar die zat tenslotte méé in het complot...En van dààr kon Joseph, via de achterruit van de stuurcabine, met de man ook beter contact opnemen, moest het plots dringend nodig blijken...Niets dan voordelen dus...Hij moest enkel nog een beetje wachten tot de colonne weer vertrok...

Toen de vier chauffeurs na het eten terugkeerden, bleven ze nog een tijdje palaveren bij de lekkende brandstofleiding. Waarschijnlijk voerden ze nog vlug een noodherstelling uit,veronderstelde Joseph naïef, die destijds opgeleid werd met een heilige afschuw voor verspilling van 'Sprit'...

Pas waren ze opnieuw gestart of Joseph werkte zich walgend van de stank weer naar zijn kist toe om op de kop van de huif het rijgkoord los te snijden. Maar dat was rapper gezegd dan gedaan! Want juist in beide hoeken van de laadbak, links en rechts van zijn kist, versperden twee oliedrums van 250 liter de toegang tot het koord. Hij moest al ver achter dat vettige vat reiken om stevig greep te krijgen op het henneptouw. Maar dan: twee halen met zijn kromme 'laguiole' en het koord was er geweest... Hij reeg het moeizaam los en door de opening stroomde nu eindelijk wild de frisse lucht in zijn gezicht!...Maar in het binnenvallend licht zag hij dat het grote vat in de rechter hoek flink lekte en de boden van zijn kist doorweekt had. En al snuffelend besefte hij dat de plas stroperige vloeistof verantwoordelijk was voor de verstikkende chemische stank die hem al heel de rit lang zo'n koppijn had bezorgd. Op de zijwand ontdekte hij het geponste logo 'ontvlambaar' , met daaronder 'TOLUEEN'. Deze benaming deed hem denken aan 'Tri-Nitro-Tolueen', de basisgrondstof voor T.N.T.... Verdomme, nog gevaarlijker dan die benzine! ...

Plots merkte de chauffeur zijn bedoening door het gat in de huif en schudde kwaad de gebalde vuist.

Maar Joseph maakte met dramatische wurg-mimiek duidelijk dat hij dreigde te stikken in die stinkende laadbak.

De chauffeur scheen het te begrijpen want hij haalde de schouders op en reed nukkig voort...

 

Joseph installeerde zich nu liggend óp zijn kist met zijn hoofd door het gat en keek door de achterruit en het windscherm van de cabine naar de baan vóór hem. Verre van gerustgesteld schatte hij de afstand tot Duinkerke nog op een 100 km...Dus zonder tegenslag moet hij nog drie uur naast die vervaarlijk klotsende tijdbom liggen!

Aan de Belgisch-Franse grens vertraagden ze wel, maar stopten gelukkig niet. Wéér zoveel tijd gewonnen!

Een wegwijzer! "Lille 14 km". Nog een half uur...

 

Het werd ànders een mooie avond...Toen ze Lille binnenreden was het 20.10 u en ging de zon vuurrood onder... Nadien, buiten de stad, was de steenweg godzijdank kaarsrecht met weinig verkeer...Het had verder een gezapige rit kunnen worden, ware het niet dat het klutsen van het tolueen hem danig op de zenuwen begon te werken. Hij dacht te weten dat deze stinkende chemische rommel, in tegenstelling tot nitroglycerine, niét bij de minste schok ontplofte, maar daarvoor eerder een ontstekingsvlam of een aanzetlading nodig had...Dat zou een geruststelling moeten zijn...Bij de Kriegsmarine gebruikten ze dat goedje voor zover hij wist in hun zeemijnen...Maar dan wél verzopen in een speciaal soort zand, juist tegen dat verdomde klotsen!

 

In het licht van de koplampen dook weer een wegwijzer op: "Duinkerke 75 km"! Nog twee uur, als alles goed ging! Verdomme, dat blééf maar duren!

Hij trachtte zijn zinnen te verzetten door hardnekkig na te denken hoe hij het straks bij zijn aankomst ging aanpakken. Dat het er feitelijk al pikkedonker zou zijn was nooit in hem opgekomen. Vreemd...En midden in de nacht door de verlaten havenbuurt op zoek gaan naar de 'Jean Bart' of een àndere 'Zimmer Frei' was onbegonnen werk! Dus werd dat, in afwachting van de nieuwe dageraad, waarschijnlijk een nachtje onder de sterren...In Rusland had hij dat maandenlang meegemaakt en ondervonden dat een beschutting tegen de regen of een scherm tegen de wind al voor veel comfort kon zorgen... Een autowrak bijvoorbeeld zou hier al een luxueuse slaapplaats kunnen geven...om van een schuilhok met stro voor de koebeesten in de wei nog te zwijgen! En morgenvroeg, als er wat meer volk op straat liep, kon hij veel makkelijker en zonder erg op te vallen iemand de weg vragen...

Door zich in gedachten stevig op zijn overnachting te concentreren, kon hij dat smerige vat tolueen naast zich een hele tijd negeren. De vlakke baan nam beetje bij beetje de beangstigende spanning van het klotsen weg. Tot aan de voet van de Casselberg ging alles goed...Een wegwijzer gaf zojuist 'Duinkerke 28 km' aan, toen, op iets minder dan een uur van zijn doel, plots de hel losbrak! De baan begon onverwacht steile bochten te maken en golfde kort op en neer door het heuvellandschap. Tot zijn wurgende schrik voelde Joseph het ijzeren vat plots een heel eind schuiven op de glibberige bodem van de laadbak!

"Miljaarde! " flitste het door zijn hoofd: "Als deze metalen drum door de wrijving op het stalen beslag van de vloer een vonk durfde trekken...midden in de plas gemorste tolueen! ...Dan is het er hier mee gedaan! "

En terwijl hij verkrampt in elke bocht trachtte het schuiven van het vat met zijn schouder op te vangen, bekroop hem de drang om de chauffeur te alarmeren voor het dreigende ontploffingsgevaar. Gelukkig werd de baan buiten de dorpskom van Cassel geleidelijk weer vlakker en rechter en kon hij, zwaar bezweet en kleverig van de gemorste tolueen, eindelijk uitgeput op adem komen. Zo, het ergste gevaar scheen bezworen...En nu maar hopen dat de chauffeur niet plots alles moest dicht gooien voor een overlopende schurftige hond!

 

In een buitenwijk van Duinkerke kreeg de motor van de Bedford plots zijn eerste haperingen. Een prachtig gespeelde 'panne', moest Joseph toegeven: net écht!

Wie niet beter wist zou vragen: " Vuiltjes in de brandstoftoevoer, maat ?!" Twee knallen in de uitlaatpijp moesten de achteropkomende 'drivers' verwittigen dat het erg met ons gesteld was. Als theatraal toemaatje joeg zijn chauffeur de motor nog een paar maal brullend op, om zó schokkend en knallend nog een eindje verder te hossen.

" Ik voel wel aan dat je de situatie erg vernederend vindt, " dacht Joseph spottend: " Je beroepsernst staat op het spel...Maar zó is het wel okee hoor! Iedereen heeft begrepen dat het niét jouw schuld is: dat lek in de brandstoftank kan jou niet verweten worden! !"

Voor de goede orde joeg de chauffeur de motor nog een paar keer op, als om het vuiltje in de leiding weg te pompen. Zo slaagde hij er telkens in een paar honderd meter verder te sukkelen...Hopelijk liet hij zich niet door zijn eigen spel meeslepen en was hij niet vergeten dat Joseph eraf moest vooraleer hij het afgegrendelde militaire deel van de haven inreed! Want Konrad had hem nog zó op het hart gedrukt: dààr op eigen kracht weer ongezien ùit geraken kon hij vergeten!  

Op een totaal verlaten soort ringlaan viel de motor dan toch schokkend stil. Alle brandstof was blijkbaar op. De wagen kon nog lamlendig uitlopen tot onder een van de zeldzame straatlantarens, maar dan was het er ook definitief mee gedaan! Voor de show pleegde de chauffeur nog een paar moordende aanslagen op zijn stotterende starter, maar moest zich tenslotte ontmoedigd gewonnen geven...

Na een korte aarzeling reden de achterop komende collega's hem wuivend voorbij...Zo, dacht Joseph gespannen, dan gaat het hier moeten gebeuren hé...Terminus! En alles volbracht zonder noemenswaardige kleerscheuren...In de verte, op hoogstens twee-drie kilometer, kon hij al verlichte walkranen zien staan: zijn einddoel, de havendokken van Duinkerke! ...Dus niet langer treuzelen hé: hij moest hiér en nù van deze 'noodstop' profiteren om de camion te verlaten en een veilig onderkomen te zoeken voor de nacht. Er stond wel een stevige zeewind, maar het was absoluut niet koud: eventueel kon hij dus, zoals hij al overwogen had, zelfs in open lucht gaan slapen...

Door zijn luchtgat op het dak van de cabine kruipen én zijn rugzak meetrekken ging niet vanzelf, maar het lukte. Pas toen merkte hij dat de Bedford geen vooruitstekende motorkap had waarop hij zich had kunnen laten zakken. De chauffeur gaf hem onder zijn voeten dat hij, zoals élk beschaafd mens, via de achterklep had moeten uitstappen en hielp hem wat onwillig op de begane grond. Om zijn goede wil te tonen wou Joseph nog even helpen om een reserve jerrycan uit de ligplaats onder de laadbak te trekken. Maar deze bus was verdomd glibberig van de doorgedrupte tolueen en de weggelekte benzine, merkte hij...En wat gebeuren móést, gebeurde natuurlijk ook: tijdens het bijvullen van zijn brandstoftank ontglipt de jerrycan uit de handen van de chauffeur en donderde klokkend op de kasseien!

Het was al 'fucking' en 'damned' wat de klok sloeg en de bus was al half leeggelopen vooraleer de man wat bedaarde! Een dokwerker die juist kwam aangefietst, schoot opdringerig ter hulp, duidelijk met de bedoeling uit deze toevallige ontmoeting een slaatje te slaan! Immers: bij stilstaande militaire vrachtwagens viel in de haven altijd wel iets te verpatsen!

"Je peux t'aider ?... I can you help ?" probeerde de Fransman: " Panne sèche, hé copain ?!"

Maar terwijl de Brit de boot afhield, zag hij de gloeiende sigarettenpeuk aan 's mans onderlip hangen en riep bevelend: " Attention! No smoking here! "

Julot schrok even terug, maar schoot dan bereidwillig zijn peuk weg. Joseph volgde, als in een vertraagde film, de vlucht van het dodelijke projectiel: zag hoe de frisse zeewind er greep op kreeg, het even speels opwierp en vervolgens stuiterend terug blies...Tot ónder de vrachtwagen, inderdaad!

Geen seconde later schoot een klein blauw vlammetje omhoog tussen de kasseien en in een wip stond heel de onderkant van de camion in de fik. Gillend kafferde de Brit die stomme 'Frog' uit, maar moest na een korte poging tot blussen zielig en ontzet achteruit wijken.

Joseph zag in een flits dat vat tolueen voor zijn ogen! In een oogwenk greep hij zijn rugzak en zette het in paniek op een lopen.

Nog vier eindeloze seconden, en dan BANG! !... ontplofte de camion met een helse knal! De klap smakte Joseph tegen de kasseien, terwijl een regen van ijzeren brokstukken rinkelend om hem heen stortte!

En dàn floepte plots het licht uit...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
08-10-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
06-05-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 364
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C69.   ALLE BALLAST OVERBOORD.

 

                                   Porz, 1 mei '46.

Het delirium van Opa kon natuurlijk niet voor het personeel van de Metzgerei verborgen blijven. Telkenmaal Joseph hem op de kamer, onder het mom van eten, weer een nieuwe voorraad sluikalcohol bracht, hoorden zij het dierlijk geschreeuw van de waanzinnige door het huis galmen. Maar omdat de Elzassers dachten dat hun illegaal brouwsel, waarmee zij zo bandeloos 'Führergeburtstag’ gevierd hadden, verantwoordelijk was voor deze geestelijke instorting, vreesden zij de schuld te krijgen voor de fatale afloop die zéker zou volgen... Want ze hadden destijds achter het front, na soortgelijke 'feestjes', al meermaals zo'n incident meegemaakt om nu niet aan de dodelijke uitkomst te moeten twijfelen. Opa was onherroepelijk een vogel voor de kat, dat wisten ze...

Reeds de tweede dag na de viering merkte Erika ook al de eerste tekenen van paniek bij de Russinnen, toen Ninya haar vroeg of ze een getuigschrift kon krijgen dat zij steeds goed en eerlijk werk had geleverd... Bleek dat de twee vrouwen de benen wilden nemen om niet nog méér bij dat 'incident' met Opa betrokken te worden...Joseph vond hun vertrek niet eens zo'n slecht idee: dat waren dan al twee getuigen mínder om roet in het eten te gooien op het ogenblik dat Erika de 'verdwijning' van de ouwe zou aangeven! Maar zijzelf wilde die betrouwbare werkkrachten niet verliezen ,nu samen met opa ook de bedreiging met vreemde aanspraken op haar erfenis zouden verdwijnen. Dus stelde ze Ninya gerust: Opa zou overmorgen héél diskreet worden opgenomen in een gespecialiseerde kliniek, en van een politieonderzoek was hoe dan ook geen sprake! ..Hen trof geen enkele schuld aan dit ongeluk...

Deze kalmerende boodschap deed rap de ronde bij de rest van het personeel. Toen ook Robert en Bertrand te horen hadden gekregen dat Erika op hen rekende om deze zaak kies tussen hun vier muren af te handelen, zwoeren zij ontroerend dankbaar daarbij hun onvoorwaardelijke medewerking te verlenen! Zo, dat was dan geregeld...En ,vreemd genoeg , leek ook Krista zich neer te leggen bij het verdwijnen van Opa en meteen ook de mogelijke erkenning van haar ongeboren kind door een Duitse vader...

 

Erika zette geen voet meer op de kamer van Opa. Ook toen Joseph de vierde morgen kwam zeggen dat de "Kartoffelschnaps" met de giftige methylalcohol zijn werk had volbracht, weigerde zij de ouwe nog te zien. Wel verwittigde zij Konrad onmiddellijk per telefoon van de fatale afloop, en deze beloofde nog diezelfde nacht de zaak definitief af te handelen...Oef !

Onnodig te zeggen hoe zenuwslopend traag de minuten die dag voort kropen. Het werd zelfs ondraaglijk toen een buurvrouw in de winkel haar bezorgdheid uitte over het bleke gezicht van Erika. Ze begreep wel dat de dood van zo'n goede Vati als Jupp voor iedere dochter zwaar aan zou komen, maar het leven gaat nu eenmaal verder hé: ze moest écht proberen dat zo vlug mogelijk van zich àf te zetten, hoor kind...En de ouwe Herr Deutinger, heeft dié zich al wat hersteld van die slag ? "Arme man...Het is immers niet normaal dat zonen een natuurlijke dood sterven vóór hun ouders, hé ? Al hebben we door die verdomde oorlog wel véél van onze mooie jongeren voortijdig verloren, nietwaar ? Mijn lieve kleinzoon Gerhard was nog maar 19 toen hij viel in Stalingrad...En de terreurbombardementen van die zwarte rot-Amerikanen op onze weerloze kultuurstad :misdadig gewoon ! Al die babies in het ziekenhuis levend verbrand !" ...En patati, en patata.

Het werd in de winkel een eindeloze begankenis van bedroefde buurvrouwen die, samen met hun medeleven met het afsterven van Jupp, ook hun bezorgdheid over die lieve Opa betuigden, die ze al een paar dagen niet meer gezien hadden. En Erika maar verzekeren dat Opa zeer moe was, maar binnenkort wel weer boven water zou komen... Al wilde zij, eerlijk gezegd en diep in haar binnenste, dat boven-water-komen liefst zo lang mogelijk vermijden!

En laat de ouwe bij zijn 'Rheinfahrt' stroomàfwaarts asjeblief pas na 250 kilometer in Scheveningen opduiken hé...

 

Eindelijk konden ze dan toch avondeten. Maar de geurige goulash van Krista, waar Robert en Bertrand zich onbeschaamd aan volvraten, had weinig aantrek bij Erika en Joseph...De spanning, waarschijnlijk...Tegen tienen telefoneerde Konrad nog even om de achterpoort van de slagerij open te zetten, waardoor hij rond middernacht ongemerkt met zijn ‘Radtax’ langs deze dienststeeg zou kunnen binnenrijden...

Wéér twee slopende uren wachten...

Gelukkig ging het personeel vroeg slapen, zodat dié tenminste niet in de weg zouden lopen!

Om halftwaalf besloot Joseph, om de spanning te verdrijven, dan maar alvast de achterpoort open te zetten om onder het afdakje op uitkijk te gaan staan en een sigaret te roken...Wél schrok hij nog toen, een half uur later, dan tóch een driewieler met één miezerig koplampje licht ratelend uit de pikdonkere steeg opdoemde. Vlug een teken met zijn aansteker en de 'taxi' reed zwierig de half verduisterde slagerij binnen.

Zwijgend gaf hij Konrad de hand en leidde hem via de gang de zitkamer binnen...

Veel uitleg over het hoe en het waar van de operatie wilde hij Erika niet geven. Hij garandeerde haar énkel dat haar Opa nog vóór de morgen geruisloos en voor altijd zou verdwijnen. Ook hoefde hij niet te vrezen bij de politie op te vallen met zijn vrachtje: 1 mei was voor het eerst weer een écht volksfeest, en dus zouden er tot laat in de nacht veel Radtaxis met zatteriken rondrijden...Maar toen ze hem alvast 50 mark als eerste afbetaling wilde toestoppen, lachte hij haar spottend weg: dat had de freule toch verkeerd begrepen! Daarbij, hij had nog een ànder voorstel...

" Binnenkort komen hier tóch twee kamers vrij, hé, als ik goed kan tellen: die van onze Josse hier - of heet je vanaf nu geen Jean-Marie ? - en die van onze ouwe 'klant' daarboven..Die twee bedden interesseren mij allebei...Eén voor mij als uitwijkadres, moesten ze achter mijn veren zitten, wat nogal vaak gebeurd...En één als laatste schuilplaats voor mijn onderduikers vooraleer ik ze over de grens smokkel...Want de Metzgerei ligt heel praktisch vlak bij de buslijn 312, die vijf kilometer verder haar eindpunt heeft bij de Britse vliegbasis Wesseling. Van daaruit vertrekken hun bevoorradingscolonnes naar Duinkerke, waarmee ik nu iedere week sluiks een klant wegstuur..."

" Ik hoor u al afkomen Herr Konrad! Maar ik moet u teleurstellen: ik verhuur geen kamers..."

" Dat komt dan goed uit, Fraulein Deutinger, want ik ben ook niet van plan huur te betalen! U stelt mij die kamers gratis ter beschikking, één nacht per week gedurende zes maanden! Als wederdienst in natura, begrijpt u ? Want ik verlos u, als goede vriend, gratis van dat compromitterende lijk van uw Opa, nietwaar ?...Akkoord hé : sam-sam ?...Indien wij onze overeenkomst na zes maanden nog willen verlengen, dàn kan er eventueel gesproken worden over een huurprijs. Maar u begrijpt wél dat niémand zover in de toekomst kan kijken, hé ? En moest u onverhoopt niét akkoord kunnen gaan, dan rij ik met mijn Radtax hier binnen de vijf minuten naar huis: even goede vrienden...Moet u daar effen over nadenken ?"

Erika was blijkbaar wel wat overrompeld, want ze zat Konrad met open mond aan te staren. Hij liet zich echter daardoor niet stuiten en zei opgewekt: " Bon, ik zie dat u hebt nagedacht en volmondig akkoord gaat..."

" U zet mij wél het mes op de keel! "

" Een més ? Nee-nee, dat zal niet nodig zijn, denk ik ! Ik voorzie dat wij  in de toekomst best goede vrienden gaan worden, hoor! " Als geruststelling niet écht een topper, vond Joseph...

" Maar nu terzake " vroeg hij wat ongeduldig: "Waar ligt dat lijk ?"

 

De rest is vlug verteld. Konrad was een sterke beer die qua houding en postuur iets wég had van Leon zaliger. Nadat Joseph de ouwe in een winterjas van de Wehrmacht had gewurmd, gooide Konrad het lijk over zijn schouders en stapte kordaat de trap af naar de half verduisterde slachtvloer. De vracht stevig rechtop in de zetel van de driewieler vastsjorren vroeg hoogstens vijf minuten. Ze spraken fluisterend af dat Konrad morgenvroeg om negen uur zou telefoneren en énkel het codewoord 'Bismarck' zou zeggen indien het lijk goed en wel in de Rijn gezonken was. Maar als hij daarentegen een tegenslag had opgelopen zou de code de naam zijn van ex-wereldkampioen zwaargewichten 'Max Schmeling' , met de ‘Sch’ van ‘Scheisse’ !...En zonder er verder nog een woord aan vuil te maken, stapte hij op de bakfiets en verdween met zijn 'klant' in de duistere dienststeeg...

De rest van de nacht had het koppel in bed niet veel opbeurends meer te vertellen. Erika bouwde het ene rampscenario na het andere, en Joseph had maar werk om daar telkens een gelukkige afloop voor te verzinnen...Om maar te zeggen dat er van vrijen ook niet veel in huis kwam...

 

Om negen uur kwam dan het verlossende bericht dat de 'Bismarck' goed en wel gezonken was. Erika kreeg een late uitbarsting van sentimentele droefenis en stond de rest van de dag met rode ogen in de winkel. Daar mocht ze uren achtereen de jeremiades van de treurvrouwen uit de buurt aanhoren, maar hield zich sterk en versprak zich niet éénmaal! Ondertussen voerde Joseph voor de ogen van het personeel de show op om zogenaamd eten naar de ouwe te brengen. En terwijl hij ten behoeve van de luistervinken luidop met de afwezige converseerde, snolde hij achter de gesloten slaapkamerdeur grondig in laden en kasten of de ouwe er niets verborgen had dat hij op zijn reis kon gebruiken... Tot de stank hem bijna deed kotsen.

 

Tijdens zijn laatste nacht bij Erika haalde zij toch nog eens alles uit haar pijp om een onuitwisbare indruk na te laten. En op de valreep perste zij hem nog de plechtige belofte af, dat hij alles in het werk zou stellen om na zijn raid onmiddellijk naar hààr terug te keren...En vlug zou schrijven moest er iets tegenvallen...

Eerlijkheidshalve trachtte hij haar voorzichtig aan het verstand te brengen dat ze, na - laat ons zeggen - zes maanden 'radiostilte', tóch moest aanvaarden dat hem misschien iets érgs was overkomen hé...En zij er zich dan maar mee moest verzoenen haar verdere leven zónder hem in te richten...Mogelijk vond zij wel een knappe vent, met alles erop en eraan, die haar voor de rest van haar dagen gelukkig zou maken ?...

Erika huilde. En scheen helemaal niet door te hebben wat voor klinkklare onzin ze daar op het natte kopkussen lagen uit te kramen!

 

De volgende morgen belde Konrad dat hij met hen zou avondeten, alvorens Joseph met bus 312 tegen een uur of tien op de Britse basis af te zetten. Met nog wat richtlijnen voor reiskledij en bagage gaf hij zijn 'passagier' voldoende beslommeringen om de rest van de dag zoet te zijn. Joseph kwam met Erika overeen dat zij tot 24 uur nà zijn vertrek zou wachten alvorens 'in paniek vast te stellen' dat Opa 'verdwenen' was en een speurtocht in de omgeving zou organiseren. Ook kon ze het beste in samenspraak met het personeel beslissen wanneer ze haar seniele grootvader als 'officieel vermist' zou opgeven. Misschien was zondagmorgen wel het meest geschikt: dan bleef de winkel gesloten en kon het multi-nationaal personeel eventjes discreet uit het zicht gaan 'wandelen' terwijl de Polizei hier rondneusde...Die wilden altijd maar "papieren" zien , wat de inwonende hulpkrachten van Huize Deutinger zeker in verlegenheid zou brengen...

 

De rest van de dag trachtte Joseph nog met iedereen - maar vooral met Krista en Ninya - een hartelijk gesprek te voeren, om zéker geen wrevel na te laten. Hij herinnerde zich maar àl te goed hoe een wrokkige Françoise De Bens hem in Steglitz een pad in de korf had gezet...Aan Gerda Krüger had hij ook al geen leuke souvenir overgehouden, om van die hoerige Hélène in 'Adlershorst' nog te zwijgen! Die had hem zelfs bij de Rijkswacht willen thuisbezorgen! En dat allemaal omdat deze haatdragende dames meenden dat ze door hem in de liefde waren bedrogen! ... Van de twee Russinnen hoefde hij zoiets hoogstwaarschijnlijk niet te vrezen, want hén had hij nooit iets beloofd. En van Erika nam hij immers geen definitief afscheid. In het slechtste geval zou zij haar 'verlies' pas binnen een paar maanden beginnen voelen en dan zou zij hem, negen kansen op tien, wel vlug vergeten!

Maar daarin vergiste hij zich toch een beetje. Erika zou hem nog binnen het jaar wel dégelijk flink te grazen nemen ! Doch dat zou hij pas véél later ontdekken...

 

 

 

                                      EINDE DERDE DEEL.

 


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (12 Stemmen)
06-05-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
05-05-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 363
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C68   BLOEDIG AFSCHEID.

 

                                               Porz, april '46.

De cynische bekentenis van Joseph viel midden het gezin Deutinger als een ferme steen in een kikkerpoel en golfde er nog dagenlang na. Ze konden maar niet geloven dat hij al sinds september '44 exact wist wààr Jupp zijn goudschat in de abri begraven had, en zich tóch hier in Porz zolang van de domme had gehouden.

Vooral Jupp voelde zich een onnozelaar-van-dienst-eerste-klas omdat hij zo zwaarwichtig had gedaan over de ruil van zijn gouden munten tegen de marken van Joseph. Wat al pompeuze kruisbeveiligingen en geheime grendels had hij niet bij deze transactie ingebouwd, om de wederzijdse betrouwbaarheid te waarborgen! Man-man! ...Die kreupele snotaap moet om al dat zinloze geknoei nogal in zijn vuistje gelachen hebben zeg! En zelfs hardop geschaterd, nu Jupp in de ogen van zijn familie zo openlijk voor schut werd gezet! Hij voelde zich nét Charly Chaplin, die onverschrokken een gevaarlijke inbreker in bedwang houdt met een imposante revolver, dat echter een ogenblik later slechts een waterpistooltje blijkt te zijn...Echt iets om 's nachts zwetend wakker te schieten !

Ook Opa was er niet goed van. Hij vond dat er een luchtje zat aan die ruil...Welk normaaldenkend mens geeft er nu tienduizend mark voor een 'verdoken' goudschat, die hij net zo goed gratis mee kan nemen ?! Dat bestaat toch niet! Er was vast iets met dat geld aan de hand dat het daglicht niet mocht zien!...Vals waarschijnlijk ! Hoe komt anders zo'n schamele armoedzaaier uit een verslagen leger aan dit bedrag, hé ?!...Hij had altijd al iets verdachts aan dat ventje gevonden ! Zijn smoesje, dat hij ermee Erika de kans wilde geven om de Metzgerei te moderniseren, was ocharme zó doorzichtig ! .. Die vent was natuurlijk van plan het meisje daarmee aan zich te binden...Werkelijk te binden, hé, met de huwelijksband ! En zó vanzelf het familiebedrijf Deutinger binnen te rijven voor een handvol rotte marken ! Zo dàcht dat ventje misschien, maar dààr zou de oude Opa wel op tijd een stokje voor steken, zie !    

Erika was eerst nét zo verbluft als haar voorvaderen, maar al vlug opende dit royaal gebaar van Joseph in haar ogen totaal nieuwe perspectieven. Zo'n reusachtig cadeau deed een man niet aan een vrouw, als hij van plan was haar binnen de maand voor eeuwig te verlaten...Bewust of onbewust moest die schuchtere jongen met het idee rondlopen om nà zijn raid naar Westende terug bij hààr te kunnen komen. Of méér nog: hoopte hij misschien op een duidelijk teken van haar om zonder gezichtsverlies die gevaarlijke reis naar de kust voor langere tijd uit te stellen ?...Mensen toch, als hij dààr op wachtte, kon ze hem in de kortste keren zijn verhoopte 'duidelijk teken' helder en luid aan het verstand brengen, hoor ! Verdomme, niet later dan vanavond zou ze er eens voor zorgen dat de blindste blinde het licht zou zien ! Wacht maar !

En inderdaad, toen Joseph tegen tien uur aanstalten maakte op naar bed te gaan, riep Erika hem 'helder en luid ,vijf op vijf ' na, terwijl ze haar vader brutaal aankeek:

" Ja geh' schon, Liebling: ich komme gleich nach ! "

Tableau !

Toen Joseph schijnbaar verbaasd omkeek, zag hij nog juist hoe Jupp wild naar adem leek te happen, maar na een ogenblik weer schuimbekkend neerzeeg in zijn leren zetel, totaal uitgeblust...Opa voelde zich blijkbaar plots moreel verplicht in te springen voor het falend vaderlijk gezag en stond dreigend van tafel op: " Erika! Zo'n ontucht zal ik nooit in mijn huis tolereren, verstaan ! Zo'n loopse sloerie ! Waar is je fatsoen gebleven, zeg ! "

Maar Joseph zag dat Erika helemaal niet onder de indruk was van deze woedeuitbarsting. Kil zei ze: " Opa, ik begrijp dat je jaloers bent, en dat - in plaats van onze huisvriend Joseph - jíj liever bij mij zou slapen, zoals vroeger ! En aan mijn tepels wil trekken om mijn borsten dikker te maken hé ! En met je volle hand voelen of ik al haar heb op mijn buik ! En al de rest van je smeerlapperij, die mij nog altijd nachtmerries bezorgt, maar die jij blijkbaar vergeten bent. Beste man, als je wil dat ík dat ook vergeet, zou je beter wat minder schermen met woorden als 'ontucht' en 'fatsoen' ! ...Dat roept héél nare herinneringen bij mij op, weet je ! "

Joseph zag stomverbaasd hoe de oude man dichtklapte, zich als een robot omkeerde en lijkbleek de 'Stube' uitstapte !  Erika glimlachte stijf naar haar 'Liebling' en riep hard opdat Vati en Opa het goed zouden verstaan:

"Kom, lekker stuk, nu gaan WIJ kindjes maken ! "

En ze volgde Joseph mee naar boven, zonder haar kreunende vader in zijn zetel nog één blik te gunnen.

Verdomme, dacht hij gepakt, dan bleek haar schokkend verhaal over die geile vieze grootvader tóch te kloppen ?!...

Maar veel tijd om over het verderf van de familiale zeden te mediteren kreeg hij niet, want Erika scheen het nu werkelijk te menen met dat 'kindjes maken' ! Die flauwe kul om “vóór het zingen de kerk uit te gaan” moest nu maar eens gedaan zijn !

                                      

De volgende morgen vonden ze Vati onderuit gezakt in zijn zetel liggen, de borst vol bloedig braaksel... Dood.

Kanker, een maagbloeding en een beroerte, zei de dokter: hij had dat wel zien aankomen, maar ja...Joseph gisteravond eveneens, maar die was vervolgens boven té druk bezig geweest met het vervullen van meisjesdromen om zich het slechte humeur van zijn gastheer aan te trekken. En om nu te zeggen, dat de 'Liebling' door dit overlijden krom lag van verdriet, zou overdreven zijn: Jupp had tenslotte tijdens de bezetting héél wat onheil over het gezin Petré gebracht. Dat had Joseph hem laatst nog openlijk en met niét mis te verstane woorden voor de voeten geworpen ! Deze totaal onverwachte verwijten waren blijkbaar toén al voor Jupps eigendunk een zware opdonder geweest, en de ruzie van gisterenavond zal zijn zieke hart ook vast geen deugd gedaan hebben !

Erika besefte wel dat ze de dood van haar vader voor haar rekening mocht nemen, maar trok zich dat zo te zien niet erg aan. Als 'vader' had ze hem sowieso nauwelijks gekend. Daarbij was zij, zoals iedereen, al een paar maanden met zijn aangekondigde dood verzoend geraakt en had zelfs op den duur zijn langzame aftakeling met steeds stijgend ongeduld gevolgd...

 

Nu ze hem daar in de Stube opgebaard zag liggen voelde ze naast opluchting enkel spijt dat hij niet véél eerder was gestorven...Had dit bijvoorbeeld kunnen gebeuren tijdens zijn laatste hospitalisatie, dan stond zij nu al héél wat verder met de modernisering van de zaak! Al die poespas van buren en kennissen, die hun stereotype medeleven kwamen betuigen, met gesprenkelde wijwaterkruisjes en de versleten zinledige woorden waarmee zij die schijnheilige klaplopers dan nog moest bedanken ook ! Mensenlief, als je eens wist hoe heel deze circus  haar de keel uithing !

 

Twee dagen duurde die begankenis. En wat nog érger was: twee dagen lang, tijdens héél de voorbereiding van de uitvaart, bleef de winkel officieel gesloten...Dat dreigde een financiële strop van jewelste te worden ! Niet uit piëteit, maar uit angst voor het debâcle, liep iedereen op de toppen van de tenen...Opa had zich met een fles Schnaps op zijn kamer teruggetrokken, en liet zich de hele tijd niet zien. Waar hij die drank vandaan haalde was voorlopig een raadsel...De Russinnen echter trachtten naarstig zoveel mogelijk vlees van bederf te redden door het in worsten en pasteien te verwerken. En het koppel Robert & Bertrand stouwde de ijskelder vol met de half uitgebeende kwartieren die ze met pekel hadden afgewassen om ze langer fris te houden. Ondertussen legde Erika, tussen alle beslommeringen door, via de herstelde telefoon de eerste contacten met de zeldzame 'aannemers' die hààr zaak misschien grondig zouden kunnen moderniseren ?... Héél misschien, want geschikt werkvolk - meestal ex-Ostarbeiterinnen - en gepaste grondstoffen lagen nog niet erg dik gezaaid. Mannelijke werfleiders nog minder...

En 's nachts poogde Joseph, tussen zijn verplichte 'numero's' door, zijn eigen situatie wat uit te klaren. Dat Erika absoluut een kind van hem wou, was ondertussen voor iedereen wel duidelijk, en op zích had hij daar geen bezwaar tegen. Dat zij daarenboven met hem wilde trouwen, zei ze ook open en bloot, maar dààr was hij het al minder mee eens. Erika wist echter handig de pil te vergulden... Het liefst van al, zei ze koel, zou ze nog hebben , dat Joseph dat kind niét als het zijne zou erkennen: dan kreeg het de naam van de moeder, Deutinger...En zo was Opa meteen verzekerd dat de naam van het geslacht werd voortgezet...

Maar Joseph had ondertussen reeds lang begrepen dat al haar constructies er natuurlijk op gericht waren hém van zijn wraakraid naar Westende te doen afzien...Ofwel deze minstens voor langere tijd uit te stellen...Want, herhaalde zij in verschillende toonaarden, zou het misschien niet beter zijn om die twee dozen goud pas op te halen als het wat rustiger was geworden ?...Al dan niet samen met haar...? Liefst sàmen ,natuurlijk. Er onder verstaan :als een vast koppel...

Maar dààr zei Joseph kordaat 'Njet Mariètte'! Hij had aan Jupp - dus ook aan hààr - zijn marken afgegeven, en dus in ruil het alleenrecht verworven op de dubbele goudschat. Om die op te halen had hij heus van niémand geen hulp nodig! En hoe langer hij dat ophalen uitstelde, hoe groter de kans werd dat een Westendse snuiter met die munten en juwelen zou gaan lopen! Dus hoe dan ook: begin mei vertrok hij!  Punt, aan de lijn !

Haar hartewens was natuurlijk dat hij nà zijn gelukte raid - dat wil zeggen: eens zijn bloeddorst gelest en mét Jupps fortuin op zak - naar Porz terug zou keren. Dat wilde hij liever niét toezeggen, maar evenmin brutaal afketsen. Het welslagen van deze gok hing nog van teveel fatale onzekerheden af...Op het eerste zicht leek het aanbod verleidelijk: de Metzgerei was inderdaad een veilig toevluchtsoord om na zijn geslaagde reis nog een tijdje in onder te duiken: hier werd hij immers niét door de Belgische justitie gezocht...Maar met haar trouwen vond hij té definitief en vooral té riskant. Want als Erika haar moordplannen zou uitvoeren, kon dat leuke schuiloord hier ook vlug een gevaarlijk wespennest worden, vol rondneuzende 'Polizei'...

Anderzijds leek haar aandrang om met hem te trouwen en hier een nieuw leven te beginnen, wél de moeite waard om even bij stil te staan. Tot nu toe zag hij in haar énkel het jonge hete mokkel waarmee hij in bed fors mocht stoeien, zonder verplichtingen en met een duidelijke vervaldag: 1 mei 1946! ...Maar misschien kon binnen kort ook tussen hén de 'Grote Liefde' wel eens plots oplaaien. Wat dàn hé , Kleine Man ?...Zijn en haar hart breken en tóch brutaal vertrekken op deze vastgestelde dag ?...Of het nog een paar maanden aanzien ? Was het dan niet verstandiger haar met wat zoete woordjes en vage beloften zolang aan het losse lijntje te houden ?

Hoe dan ook: hij moest haar énkel zover krijgen dat zij akkoord zou gaan met zijn vertrek naar de kust op de afgesproken datum, en haar doen slikken dat hij, na ongeveer een maand 'werk' ter plaatse, zijn uiterste best zou doen om bij haar terug te komen...Ook al wist hij dat dit goede voornemen totaal afhing van een hele reeks gelukkige toevalligheden. Zo was hij op zijn gevaarlijke reis naar Duinkerke, als blinde passagier, de speelbal van een harteloze bende mensensmokkelaars... En 'Konrad' kennende, draaiden die gasten hun hand niet om voor een moord méér of minder! ...Zijn illegale grensovergang via Adinkerke was ook al niet zonder risico...Daarbij kwamen nog zijn drie geplande wraakacties, die eveneens vol valkuilen zaten, om over zijn onzekere bestaan als onderduiker nog te zwijgen! En dan moest hij, na het welslagen van deze onderneming, op de koop toe ook nog zonder kleerscheuren terug in Porz geraken ?...Wie aan heel dit waagspel zijn erewoord durfde verbinden, moest wel lichtelijk gek zijn! En wie er geloof aan hechtte, nog méér!

 

De begrafenis van Jupp liet bij Joseph geen diepe indruk na. Hij had er de laatste jaren zo al tientallen meegemaakt aan het front. Soms helemaal volgens het boekje: op een soldatenkerkhof, met aan de groeve een groet van de kameraden en een eresalvo. Maar ook soms haastig, tijdens een gevechtspauze, rond een verse bomtrechter en zonder berkenkruis: hop en weg! Tóch had hij er steeds het gevoel bij gehad dat, met het dicht werpen van het graf, daar iets verloren ging, uit zijn leven verdween...

Jupps graf deed hem niks. Ten eerste kwam het Duitse begrafenisritueel heel vreemd over en voelde hij zich als een hond in een kegelspel. En ten tweede wist hij dat er onder de gezinsleden en de buren geen kat de dood van de beenhouwer betreurde. De man was in feite al zes jaar uit hun harde dagelijkse leven verdwenen, wat wilt ge...Al die uitgestalde ingetogenheid van mensen die hij van haar noch pluim kende was pure show! En waarschijnlijk liepen ze enkel in de stoet mee om op een goed blaadje te komen bij Erika, de nieuwe bazin van de beenhouwerij...Enfin: écht een rotdag om liefst zo rap mogelijk te vergeten...

 

Laat op de avond nà de begrafenis kreeg Erika het op haar heupen van het brallend geschreeuw in de kamers van het personeel. En de eerste die ze er op de trap tegen het lijf liep was de zwangere Krista, gehuld in wat men zou kunnen beschrijven als 'onverzorgde kledij'...Krijtwit en zwetend strompelde die als een spook de treden af, maar haalde de wc niet meer en zakte brakend op de slachtvloer ineen. Erika wist dus al min of meer wat ze kon verwachten toen ze de deur naar de mansarde opende, maar schrok toch toen ze bijna over haar comateuze opa struikelde. De twee knechten waren, elk met een fles zwaaiend, op de rand van hun bed in een schreeuwerige discussie verwikkeld met Ninya, die als een vod tussen hun voeten lag en verwezen alle verdere traktaties afweerde...

Bon, ze had genoeg gezien. Hier nog proberen orde op zaken te brengen was een zelfmoordmissie die enkel voor de zware cavalerie was weggelegd. Ze kon slechts hopen dat tegen morgenvroeg de katers zo lelijk zouden tekeer gaan, dat die zatlappen zich hun dure dronkemanseden - verdomme, dàt nóóit meer! - een tijdje gestand bleven! Ze vroeg zich echter wél bezorgd af waar al die drank vandaan kwam: zo'n zeldzaam artikel!

Joseph van zijn kant moest niet lang zoeken. Achter de ketels voor de vetsmelterij vond hij de distilleerkolf, zoals hij er in Rusland tientallen had gekend. De ene installatie was nog primitiever geweest dan de andere, maar allemaal hadden ze maïs en aardappelschillen omgetoverd in een branderig alkoolbrouwsel van boven de 90°. Aangelengd met sneeuw of hun eigen urine - zuiver een kwestie van persoonlijke smaak en plaatselijke mogelijkheden! - kon je daarmee de ellende van het front een paar uur vergeten. En of het naar ethyl- of methylalcool zweemde, merkte je enkel de volgende dag aan de pijn achter je ogen...

Erika wachtte dus ook maar tot de volgende dag vooraleer het personeel een paar huisregels te herinneren. De SS-ers en de twee vrouwen schenen weinig last te hebben van hun uitspattingen en beloofden nederig beterschap. Met Opa echter verliep de preek niét zo vlot: hij mocht zich toch gotvermiljaarde in zijn eigen kot lazarus zuipen, zonder dat aan wie dan ook te moeten vragen, schreeuwde hij! En als dat haar soms niet beviel, kon zij haar valiezen pakken! En die hoerenbok van haar idem dito! Een man zijn borrel afpakken ?? Verdomme wijf, hoe haal je het in je hoofd ?!

Erika bleef ijzig kalm: " Opa, ik wil geen geheime drankstokerij in mijn huis, verstaan ? Daar komen enkel ongelukken van. Ik heb de SS-ers de keus gelaten: die kolf afbreken of de Metzgerei verlaten. Ze willen graag blijven en hebben spijt dat een heildronk voor 'Führergeburtstag' op deze 20 april zo uit de hand is gelopen: het zal nooit meer gebeuren. Dat geldt ook voor u, of ik laat u oppakken door de Polizei! En dat zal niet enkel op klacht van illegaal drankstoken zijn, goed verstaan ?? Dat oud zeer is nog lang niet vergeten en evenmin verjaard! Dus Opa, gedraag je en we gooien zand erover! "

" Als ik bij de dood van mijn zoon nog geen borrel troost mag nemen is het vér gekomen! Je bent een slechte dochter om je vader zo schamel te eren, en je zal nergens gelijk krijgen op dat gebied, ook niet bij de Polizei! "

" Mooi zo! Dan zal die slechte dochter je maar in één adem verkondigen dat ze jouw achterkleinkind draagt! En dat ze van plan is nog vóór de geboorte van deze engel met Joseph te trouwen! Zohaast hij van zijn reis naar de kust terugkomt gaan wij samen dat bedrijf eens een flinke verjongingskuur laten ondergaan. Dan is onze Metzgerei in stevige handen en kunnen wij tenminste vol vertrouwen aan onze toekomst bouwen! "

Opa had haar met stijgende verbijstering aangestaard maar barstte toen los: " ONZE Metzgerei ? De MIJNE, zal je bedoelen! En met die kreupele Paljas trouwen kan je vergeten! Die is hier illegaal, en als hij niet binnen de maand zijn boeltje pakt, geef ik hém en heel zijn smokkelbende aan bij het gerecht, heb je dat goed verstaan ?!...En van dat bastaardkind van jou komt ook niks in huis, meisje! Zoek maar als de gesmeerde bliksem een vuile aborteur, want zo'n moedwillige schandvlek op de naam van de familie Deutinger zou jij niét overleven! ...Morgen ga ik alvast naar de Anwalt om je te onterven! Dat meen ik! Krista zal mij wel een opvolger bezorgen! "

Erika keek het oude drankorgel medelijdend aan en schudde triest het hoofd. Ze zag in dat Opa met deze tirade in feite zélf de strop rond eigen hals had aangetrokken. Hij had enkel nog een klein gemeen stootje nodig om van de schopstoel te donderen en zijn nek te breken. Kil sprak ze voor zich uit: " Bon, je hebt erom gevraagd, smeerlap! Dan is het voor morgen..."

Opa grimlachte. Maar de sukkel begreep haar verkeerd.

 

In de late namiddag viel Konrad nog even binnen om te bevestigen dat het vertrek van Joseph vaststond op 3 mei 's avonds. Hij verwachtte blijkbaar een uitbarsting van vreugde maar de gespannen gezichten van het jonge koppel deden hem aarzelen: "Of ben je misschien van gedacht veranderd en heb je nu spijt om te vertrekken ? L'amour, toujours l'amour ?"

" In tegendeel! Hoe rapper, hoe beter! Ik vrees zelfs dat 3 mei te laat zal zijn..." En Erika vertelde haar moeilijkheden met Opa, en zijn dreigementen om haar 'Chéri' als illegaal bij de politie aan te geven, en ook heel die mensensmokkel van Konrad te verklikken...Zuchtend voegde zij er aan toe: " Ik wou echt dat die zatlap zijn nek brak! "

Konrad dacht even na, en zei toen gekkend, maar met harde ogen: " Je weet, tegenwoordig is met geld alles mogelijk hé, Fraulein Erika...Vooral in mijn bedrijf : La maison ne reculle devant aucun sacrifice! "

"Dat versta ik niet, maar ik begrijp je wel...Zie jij misschien een oplossing ? Die zatlap heeft tenslotte ook jouw organisatie bedreigd, hé..."

" Dan begrijpen wij het alle twee! Dus, wanneer je maar wil, voor jou sta ik altijd klaar...Ook nadien, als Joseph met de noorderzon verdwenen is..." Met deze spottende pirouette brak hij meteen het ijs en verdreef hij op slag de hinderlijke spanning uit haar gedachten.

" Is dat een aanzoek ?" vroeg ze koket, maar Joseph kon er niet mee lachen en wierp plomp in het midden:

" Heb jij een idee hoe we zoiets best zouden aanpakken ?...Wij hadden aan een struikeldraad gedacht bovenaan de keldertrap, of een zelfmoord simuleren door ophanging , met een simpele strop aan een vleeshaak in de slagerij of aan een plafondbalk in zijn slaapkamer... Maar er loopt hier teveel volk rond om dat veilig en ongestoord te kunnen voorbereiden..."

"Maar man toch! Je zoekt het veel te ver! Je zegt dat die kerel aan de drank is ? Wel, zorg dan dat hij zich dood zuipt, dat is toch simpel! Voer hem vanavond zat en sluit hem op in zijn kamer met een paar flessen reserve ;de rest doet hij zélf wel...Binnen een paar dagen is hij van de plank! Leg hem dan in de bouwval hier aan de overkant van de straat, en geef zijn verdwijning aan...Als nadien een wandelaar hem vindt met nog een halve fles in zijn jaszak, zal er nooit iemand jullie verdenken van kwaad opzet..."

"Maar dat zou wel een héél slechte reclame zijn voor de zaak..." opperde Erika: " Kunnen we hem niet beter definitief laten verdwijnen ?"

" Zoals je verkiest, Madame la Marquise! Dan moeten we hem op een 'Rheinfahrt' vergasten...Het lijk simpelweg 's nachts in de Rijn gooien: de bezetters hebben vanaf 1 april de avondklok afgeschaft, zodat wij ongehinderd urenlang in het donker kunnen gaan wandelen! ...De stroom is voor het ogenblik erg gezwollen door de sneeuwdooi in de Alpen en het water loopt minstens aan 3 meter per seconde...Dat is een snelheid van 10 kilometer per uur, als ik mij niet vergis, of 250 kilometer op één etmaal! Binnen een paar dagen spoelt hij onherkenbaar aan in Holland, op het mooie strand van Scheveningen! ...Zo, mijn liefje, wat wil je nog méér ?!"

Joseph en Erika staarden hem perplex aan.

" Akkoord, maar hoe krijgen wij het lijk ongezien van hieruit naar de Rijn ? Da's drie-vier kilometer ver! Zelfs midden in de nacht moet dat toch opvallen! "

" Ja, op mijn schoft ga ik hem niet dragen hé! Maar ik heb een eigen 'Radtax' (bakfiets) waarmee mijn vriend al eens een strontzatte passagier thuis gebracht heeft. Die liggen ook voor dood in de zetel en hij snoert die vast aan de rugleuning ,diep tegen het wegzakken: 's nachts stelt zo'n ritje geen problemen. En die vracht vanaf de aanlegsteiger van de oude jachthaven in het water laten rollen evenmin...Als jullie maar zorgen dat de man diep in de coma ligt, zorg ik wel voor de rest...Maar begin zo vlug als mogelijk met dat zatvoeren, vanavond nog! Dan is hij morgen al niet meer in staat om ons aan te geven bij de politie. En sluit hem op in zijn slaapkamer met een paar flessen binnen zijn bereik, dan zuipt hij zichzelf wel een ongeluk...Binnen een dag of drie telefoneer ik om te weten of hij al om zeep is, en dan spreken we verder af."

" Ik snap niet waarom je dat voor ons doet ?..."

" Och, ik heb nog een schuld bij Joseph: voor hém doe ik het gratis...Maar voor jouw deel zal het je 500 mark kosten, Erika, te vereffenen in tien maandelijkse afbetalingen..." En hij lachte zó vettig, dat zij niet wist wat ze ervan moest denken...Tien maanden ?...

 

Die nacht klopte Joseph op de slaapkamerdeur van Opa om hem ter verzoening een borrel aan te bieden. De ouwe ging er eerst slechts knorrig op in, maar toen de heildronken vlotjes opeen volgden, ontspande ook de stemming tussen de twee feestvarkens verbazend snel. Na een paar uur lagen ze al vrolijk te lallen, maar toen Opa zijn lijflied aanhief kreeg Joseph toch een schok. Het was of hij vijf jaar in de tijd terug schoot, toen Jupp met Freddy in de barak van de Petré's Weihnachten 1940 kwamen vieren. De weemoedige tekst rolde als het ware zó van zijn tong...

         Alle Tage ist kein Sonntag,

         Alle Tage gibts kein Wein...

         Aber du sollst alle Tage,

         Recht lieb zu mir sein...

 

             Und wenn ich eimal tot bin,

             Sollst du denken an mich,

             Alle Tage in Weinglut,

             Aber weinen darfst du nicht! ...

 

De zatte ontroering werd Joseph te machtig en de hete tranen liepen langs zijn neus. Vijf jaren al! ... Als hij aan die mooie tijd terugdacht van zijn onbezorgde jeugd in dat warme nest in de duinen kreeg hij een krop in de keel...Ravotten met zijn broertje en de tweeling Berkenout...Dat hitsig gluren naar de meisjes...Leuke mokkels als Solange en Huguette Lemot die hij, buiten in zijn natte dromen, nooit had aangeraakt...En later zijn schuchtere kalverliefde voor Nadientje...Haar eerste tongzoen...Man-man! En de warme, compromisloze vriendschap met Arthur Birnbaum...Ach wat een heerlijke tijd was dat toen!

Maar ook: wàt een verkwisting sindsdien! Wat al doden door zijn schuld! Indien hij braaf thuis gebleven was inplaats van met zijn zotte kop naar het Oostfront te trekken! Waar hij niets verloren was, hé! Dan had Marie waarschijnlijk nog geleefd, en was Leon niet gesneuveld.. En al die mensen die hij de laatste vijf jaar aan het front om zeep had geholpen om zijn eigen vel te redden...

.En ook nu wéér: die ouwe Opa die zich voor de mooie ogen van Joseph dood ging zuipen...Per slot van rekening: waarom ?  


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
05-05-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
04-05-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 362
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C67. 

AFTELLEN VOOR HET STARTSCHOT.

 

                               PORZ, 7 maart 1946

Het was nu al een jaar geleden dat de Yanks Köln hadden veroverd en sindsdien was dat smeulende ruïnenveld langzaam weer tot leven gekomen. Nu leek het wel alsof iedereen met het naderen van de lente 'schoon-schip' wilde maken :alle straten waren weer schoongeveegd en het baksteenpuin lag ordelijk in kubussen naast de voetpaden gestapeld. Het ergste hadden ze dus ondertussen wel gehad. Alle 'ausgebombten' en ontheemden zaten nu wel weer ergens onder dak en hadden min of meer regelmatig iets te eten. Ook over het lot van de afwezige mannen geraakte men langzaam in het reine: de krijgsgevangenen van de westerse geallieerden werden binnen hoogstens één jaar weer thuis verwacht, maar wie bij de Russen zat kon nog makkelijk tot een stuk nà 1950 wég blijven...Of, wie weet, ergens in een Siberisch kamp creperen. Veel van die sukkels werden, net zoals hun officieel 'vermiste' kameraden, door hun echtgenoten afgeschreven. De foto's van de vaders en broers, die in de loop van deze bijna zes jaar oorlog aldus in de 'mist' verdwenen of gesneuveld waren, konden nu rustig verder verbleken op de buffetkast: veel tijd om te rouwen hadden de getroffen gezinnen niet .En nog langer op hun gedeukte mannen wachten kónden of wílden de meeste vrouwen niet meer ! Elke burger, die in de ruïnes van het ineengestorte naziregiem de harde winter had overleefd, wist dat het vroeg of laat enkel béter kon worden. Hier in Köln dan toch...Nog even op de tanden bijten...

Ook Jupp, die er zich erg van bewust was dat hij met de dag meer aftakelde, wilde blijkbaar met een schone lei uit dit leven vertrekken en voordien nog vlug zijn overeenkomst met Joseph afronden. En bij élke gelegenheid toonde hij nadrukkelijk zijn goede wil door gemeenschappelijke herinneringen aan Westende op te halen. Daarbij had hij rap gemerkt dat vooral de afloop van de concurrentieslag tussen de verschillende groepjes 'weerstanders' Joseph interesseerde. Na het avondmaal werd daarover dikwijls voort geboomd.

" Tijdens mijn middagdutje viel mij iets te binnen dat feitelijk nog nooit ter sprake is gekomen: die stomme affaire met de gastang! ...Provoost Heydrich heeft mij daar veel over verteld...Want daarmee is naar het schijnt heel die ruzie begonnen tussen Ustinov - of laten we de man in het vervolg maar bij zijn échte naam "Steiner" noemen - en zijn concurrenten ,schipper Pylieser en garde Calcoen..."

"Over een gastang heb ik inderdaad nog niet veel horen spreken...Wat is daar zo bijzonder aan ?"

" Méér dan je zou denken ! Dat heb ik tijdens de bezoekuurtjes in het lazaret in Den Haan van mijn drie nieuwe 'Tsjechse vrienden' vernomen ,beetje bij beetje. Wel, juist vóór je vader in '38 stierf door de ontploffing van een hoop munitie, die hij de avond voordien had uitgegraven, had Steiner die gastang naast de gedolven put gevonden. Hij zag aan de koperresten op de bek dat daarmee aan de ontstekingskoppen van die granaten was gewrongen en veronderstelde dat die tang je vader toebehoorde. Er stonden immers initialen op geschilderd, waaronder de P, voor Petré ,dacht hij... Nà de ontploffing confisqueerde de garde die tang en dié wist onmiddellijk dat het stuk gereedschap niét van Petré, maar wél van Pylieser was. Deze had daarmee sluiks de tijdsontsteking van de stapel obussen op scherp gezet en zo nadien de ontploffing veroorzaakt! "

" Maar allez ,Jupp ," wierp Joseph op: " Pylieser was een rijke schipper, die gaat toch in de duinen zijn leven niet op het spel zetten voor een paar kilo koper! "

" Koper ?! Maar man ! Daar was het hem ook helemaal niet om te doen " spotte Jupp, die van opwinding weer een pijnlijke hoestbui kreeg. Na een korte rustpause vervolgde hij krochend: " Friseur Hussak ,die alle geheimen kende van zijn klanten ,heeft me dat tijdens zijn bezoekjes in het lazaret  van Den Haan haarfijn uit de doeken gedaan...Nà de bevrijding heeft de garde, bij het gerechtelijk onderzoek tegen Pylieser, verklaard dat deze al jarenlang een oogje op je moeder had. Maar tegen mij zei Marie dat zij die vent, sinds haar huwelijk met Dis, haatte als de pest. Dat heeft Pylieser evenwel nooit belet te volharden...De schipper had blijkbaar een stevige erotische fixatie op haar, en vond met zijn zatte kop dat je vader hem de weg naar het geluk versperde! ...Hij heeft dus deze stapel granaten destijds gesaboteerd met de duidelijke bedoeling je vader te doden, en is daar blijkbaar ook glansrijk in geslaagd...Na de aanslag was je vader plots verdwenen: waarschijnlijk volledig vermorzeld en in rook opgegaan. Maar als je de achterklap van de garde mocht geloven: in paniek op de vlucht geslagen en ondergedoken bij de hoeren in Duinkerke, veilig over "de schreeve" ,de grens met Frankrijk..."

Joseph knikte gelaten :" Ik weet het: die roddel van de garde heeft ons hele gezin destijds naar de kloten geholpen. Een vader, die plots vrouw en kinderen in de steek liet, riep natuurlijk veel vragen op, niet alleen bij de dorpelingen maar ook binnen ons gezin! Leon heeft dan nog maandenlang een spoor van onze pa of van zijn moordenaars trachten te volgen, maar vergeefs...Een kind, hé: die kan zoiets nooit uitklaren..."

" Natuurlijk niet! Na een ontploffing in één klap van twintig zware artilleriegranaten blijven er niet veel sporen over en de garde had de énige materiële aanwijzing naar de moordenaar meegenomen en verdoken! Die gastang! Dat stuk gereedschap was onbetwistbaar gebruikt bij de sabotage van die hoop munitie en de beide initialen G. P. van Gerard Pylieser stonden er duidelijk op geschilderd...De garde heeft dan nog tot het laatst getracht de gendarmen te overtuigen dat die vent schuldig was aan moord, maar voor zover ik weet is de Rijkswacht, onder druk van de weerstand, daar nooit serieus op ingegaan..."

Een verstikkende hoestbui maakte een bruusk eind aan het verhaal.

 

Die zondag nodigde Erika Joseph uit om mee te gaan naar de énige bioskoopzaal van Porz waarvan het dak niet was ingestort. Ze speelden er 'Der Blaue Engel' met Marlène Dietrich en Emil Jannings. Deze oude draak uit de beginjaren '30, die destijds door het Hitlerregiem verboden werd, had wel de reputatie mee gekregen tamelijk aangebrand over te komen...Wat voor Joseph zékerlijk geen reden was om de verrassende invitatie af te slaan. En zij vond alvast dat zij, als jonge juffer, daar uit welvoeglijkheid niet alléén naartoe kon gaan...

Om de spanning wat op te drijven kregen ze als voorfilm 'Le Grand Retour' - 'Der Grosse Heimkehr' -  te slikken, de Franse documentaire in het Duits ondertiteld, over de terugkeer van twee miljoen werkslaven en krijgsgevangenen uit de nazikampen naar la douce France...Alhoewel deze operatie al een jaar aan de gang was, verliep ze bij gebrek aan transport nog steeds even chaotisch en...in hoofdzaak te voet! Volgens de film hadden de autoriteiten ook nog altijd de grootste moeite om uit die onoverzichtelijke colonnes gerepatrieerden de verraderlijke Elzassers en de gluiperige collabo's te scheiden van de patriottische weggevoerden. Joseph overwoog in stilte dat, als in België de terugkeer ook zo slordig georganiseerd was, hij wel door de mazen van het net zou kunnen glippen...  

Over de hoofdfilm zou hij niet veel voortvertellen, want Erika stak van bij de aanvang heel gewoon haar hand in zijn broekzak alvorens haar hoofd tegen zijn schouder te vleien. Toen hij verschrikt om zich heen keek, merkte hij in het halfduister dat deze verstrengeling tot de plaatselijke folklore bleek te horen! En, zeg nu zelf: wie was hij om daartegen zijn stem te verheffen ?...

Die nacht werkte Erika tot ieders tevredenheid bij hem in bed het begonnen stuk verder af. En de nachten daarop van 't zelfde, heel de week lang. Onnodig te zeggen dat ze in deze vertrouwelijke sfeer al vlug op elkaar ingespeeld geraakten, ook bij het gewone werk overdag. Alles ging goed tot Erika op een morgen, toen ze hem na het ontwaken nog even stevig omvatte, het door iedere minnaar gevreesde zinnetje eruit wierp:

" Ach du lieber, lieber Joseph, du könntest doch für immer bei mir bleiben ! "

Ja watte! Daar heb ge 't spel !...

 

Jupp en Opa hadden blijkbaar achter de rug van iedereen beslist dat de zaak dringend mankracht nodig had om te overleven, want tegen het einde van de maand kwamen plots twee kerels zich bij Erika aanbieden. Die wist van niks en het duurde wel even vooraleer Jupp uit zijn diepe siësta wakker werd en uitleg kon geven.

Inderdaad, vond hij, voor de zaak was hijzelf enkel nog een lastpost. En ook Opa kon na zijn verwonding zijn werk hoe langer hoe minder ààn. Als op de koop toe 'Jos' binnenkort zou vertrekken, kon Erika met haar twee Russinnen onmogelijk de Metzgerei nog voort open houden. Dus had Opa op de veemarkt de oproep laten rondgaan dat hij twee man zocht als slager en dito leerling, en dat hij voor de rest niet veel vragen zou stellen...Er onder verstaan: hij zocht twee politieke onderduikers (maar géén criminelen) met poten aan hun lijf (maar niét helemaal debiel) die tegen wat spuitend bloed bestand waren. Met àndere woorden: juist het profiel van ontsnapte oud-SSers met een paar jaar frontervaring...En tenslotte moesten ze respectvol kunnen omgaan met de twee Russinnen die hen de knepen van het vak zouden leren, want met aversies over en weer was niemand gediend.

Het resultaat van de rondvraag stond dus nu voor hun neus: twee pezige kerels, maar sterk vermagerd en met holle ogen die wat schichtig rondkeken...Duidelijk ontsnapte krijgsgevangenen, hoogstwaarschijnlijk van de SS. Opa voerde het woord, zei dat hij aan gezonde krachten zwaar werk aanbood tegen stevige kost, veilig onderdak en een laag beginloon: voilà jongens: dat was het ongeveer. Zonder verder veel te zeveren : te nemen of te laten.

Na nog wat detailvragen over en weer en een rondblik op de slachtvloer en in hun mansarde, werden ze een week op proef genomen. Het bleken Duits-Franstalige Elzassers te zijn, en overduidelijk blij dat ze van straat waren. Dat ze ook een mondje Russisch spraken kwam bij de twee 'meisjes' wel sympathiek over, maar bevestigde meteen het vermoeden dat ze de laatste jaren heel wat steppenstof hadden geslikt. En gezien zij met een strak uitgestreken gezicht beweerden 'Robert' en 'Bertrand' te heten, vond Opa het in die omstandigheden nutteloos verder naar hun valse familienaam te vragen...Ze kregen de zolderkamer àchter de mansarde van de Russinnen, met het uitdrukkelijk verzoek daar 's nachts hun manieren te houden. Of tenminste stil te zijn als de rest wilde slapen...

 

Toen die mannen drie dagen later hun eerste koe slachtten en die vuurproef glansrijk doorstonden, leed het geen twijfel dat de Elzassers zouden blijven. Ze hadden naadloos het gat gevuld tussen de Deutingers en de Russinnen en het kwijnende familiebedrijf plots weer op de rails gezet. Jupp en Opa waren zichtbaar opgelucht dat de dreigende teloorgang hiermee was afgewend, maar de Russinnen twijfelden nog of die mannen hun werkzekerheid niet zouden ondermijnen. Opa stelde hen echter gerust: terwijl de twee 'slagers' zorgden dat het levende beest omgevormd werd tot vier propere kwartieren, konden de vrouwen zich meer specialiseren in de verdere verwerking van de kwalitatief mindere stukken tot allerlei worsten en pasteien.

Erika bekeek de intocht van de twee 'slagers' echter met een heel ànder oog! Haar werk in de winkel werd op eerste zicht daardoor weinig getroffen, maar tóch leek ze de toekomst somber in te zien. En Joseph kreeg bij zijn volgende nachtelijke vrijage in hààr bed de primeur van haar duistere beslommeringen voorgeschoteld. Met de nadruk op hààr bed, want met al dat vreemd volk op de mansardes had Erika het fatsoenlijker gevonden dat híj in het vervolg bij hààr op verplaatsing kwam spelen...

" Verdomme, 't is om zeep hé! Hoe kunnen we voor de ouwe nu een deftige duik van de keldertrap voorbereiden met al dat volk dat hier op de vloer rondloopt! ? Als het in al die drukte toch nog zou lukken ongezien op één van de bovenste treden zo'n struikeldraad te spannen, riskeren we dat ofwel Vati, ofwel één van onze laatste aanwinsten er hun nek op zou breken! Zo is dat niet meer te doen hé! Veel te riskant! "

Natuurlijk was Joseph heimelijk blij dat zij als een springpaard vóór de plotse hindernis scheen te steigeren. Maar schijnheilig als alle minnaars troostte hij haar vlug met de dooddoener, dat de toekomst wel één of andere oplossing zou bieden als ze maar wat geduld wou opbrengen en niéts zou forceren! Ze hadden immers nog alle tijd...

Dacht hij toch.

 

Door de aankomst van Robert en Bertrand kon nu tweemaal per week geslacht worden en dat verhoogde voor de Russinnen aanzienlijk de werkdruk. En kregen ook de moordplannen van ons zondig koppel plots felle tegenwind.

Opa nam Joseph op 1 april even apart. Die stomme Ninya had bij hem haar beklag gemaakt dat haar maandloon ontoereikend werd. Zij liet verstaan dat zij - op het moment van haar indiensttreding bij de slagerij - door de naweeën van de oorlog zoals iedereen met een Spartaanse levenswijze genoegen had genomen. Maar met de stijgende welvaart wilde een mens van wat meer comfort genieten, en met haar karig loon viel zij uit de boot, beweerde zij.

" En kan je niet wat méér bijverdienen langs de kant van 'Herr Josef' ?" had Opa meesmuilend gevraagd:" Iedere avond zijn haren gladstrijken, dat brengt toch ook al wat op, zeker ? Voor een verstandige vrouw als jij is zo'n welstellende heer toch een goudmijn hé! "

Maar Ninya had gezucht dat Herr Josef voor haar al ruim een maand zijn deur gesloten hield...En daarbij wél een geshockeerd gezicht getrokken maar verder niets had willen zeggen...Bon, Opa had niet aangedrongen, maar wilde toch graag van Joseph weten of er soms iets niet in orde was...Onder mannen van de wereld kon zo'n vraag toch niet taboe zijn, hé...

Joseph had vlug iets verzonnen over het complete gebrek aan fantasie bij die Russinnen. En vooral dan bij Ninya, die al van bij het begin niet had overgelopen van wellust. Zo'n ijskoude homp vlees in zijn bed kon hij missen als kiespijn hé! ...Opa kon daar wel begrip voor opbrengen, maar een officiële loonsverhoging voor de twee vrouwen zat hem duidelijk niet lekker.

Hij moet Jupp van dit seksueel versagen op de hoogte gebracht hebben, samen met zijn gezonde achterdocht, want op een goede morgen zette de geschokte vader zijn Erika voor het blok. Onnodig af te strijden, brieste hij: hij wist dat Joseph bij haar de nacht had doorgebracht! Wat had dat verdammt nochmal te betekenen zeg ?! Zich als jong meisje zo te vergooien met de eerste de beste schooier die voor haar voeten loopt! Was dàt dan soms het resultaat van de moeizame opvoeding die hij haar had gegeven ?

" Opvoeding Vati ?! Jij ??...Welke opvoeding dan ?! Ach Mensch, höre doch auf! ...Vanaf mijn twaalfde heb je mij niet meer bekeken! In die laatste zes jaar zat je bij het leger en heb ik je hoop en al zes weken gezien, man! Was dat dan soms een speciale snelcursus pedagogie die jij me gaf ? Dan moet je nù niet over het resultaat komen klagen hé! "

Joseph was op het lawaai van hun ruzie afgekomen en nam Erika beschermend onder de arm: " Hey Jupp! Vind je mij dan werkelijk maar de eerste de beste schooier die voor haar voeten loopt ? Een beetje méér respect voor een mogelijke geldschieter zou je misschien geen pijn doen, weet je! ...En als je soms schrikt bij het idee dat je dochter in bed kruipt bij een wildvreemde, moet je maar eens terugdenken aan je eigen vunzige jaren in Westende! Of ben je dat vergeten ?"

" Wat was daar verdomme zo vunzig aan ?! Marie was meerderjarig, als ik mij niet vergis, en zelfs heel blij om met mij op te trekken! "

" Blij ? Misschien, ja: als jonge werkloze weduwe met twee jonge kinderen, die door de voedselschaarste doorlopend honger hadden, zal ze zéker blij geweest zijn met een postje in de Duitse keuken, inderdaad...En wat morele compromissen gesloten hebben om op te klimmen tot ploegoverste, okee! Maar geef toe dat jij van je positie schandelijk misbruik hebt gemaakt om hààr in bed te krijgen, zonder ook maar op z'n minst rekening te houden met de gevoelige zieltjes van haar kinderen! "

" Maar Marie was achtendertig, en Erika is pas achttien! "

" Ik was ook maar achttien toen ik jou in je blote kont op mijn moeder zag liggen pompen hé! Dat jij met die schaamteloze poepscène ons gezin om zeep hebt geholpen, heeft jou gevoel voor fatsoen blijkbaar nooit verstoord! Want wàs je met je vuile poten van mijn moeder afgebleven, dan zou ze nù waarschijnlijk nog leven, niet waar ?...En dan was ik van frustratie niet naar Rusland getrokken, met hiér het gekende resultaat! " En hij klopte nijdig op zijn houten been: " Ook de dood van onze Leon kunt ge gerust op uw rekening schrijven, hé! ...Zo bekeken vind ik dat je aardig bij mij in het krijt staat, en niet écht in de positie om mij lessen in moraal te geven, akkoord ?!"

Jupps gezicht was bleek weggetrokken, en duidelijk bezorgd dat deze zoveelste ruzie zijn financieel akkoord met Joseph zou kelderen. Met een verkrampt gezicht fluisterde hij tenslotte schor: " Laten we dan niet te lang meer wachten om onze overeenkomst te verzilveren, zodat wij beiden met een gerust geweten kunnen vertrekken, okee ? Hoe vlugger je hier je matten rolt, hoe liever ik het heb! "

Nog dezelfde avond ruilden de twee mannen, in bijzijn van Opa en Erika, hun waardevolste troeven om. Nadrukkelijk telde Joseph zijn tienduizend Reichsmark vóór hen op tafel uit, en bij iedereen scheen dat een eeuwigheid te duren. Jupp schoof hem over tafel nadien twee nauwkeurige liggingsschetsen toe ,waaraan hij blijkbaar lang had gewerkt.

Op de eerste stond: " Westende - Stella Maris - Erster Stock - Schlafzimmer der Maria." Met een vooraanzicht van de schoorsteenmantel en een detail van de gietijzeren schuif die de roetpot van het rookkanaal afdekte.

"Daarachter steekt de ronde blikken doos met de juwelenstock van de jood Polak." Opmerkelijk, dacht Joseph, dat hij die schat niet aan echtgenote Rachel toeschreef...

Op de tweede tekening stond de plattegrond van de abri onder de titel " Westende - Blockhaus der Familie Petré", met in de westelijke hoek, de gecoteerde ligging van zijn eigen goudschat. Toen Jupp daar nog wat verduidelijkingen aan wilde toevoegen, wimpelde Joseph die weg.

" Ik weet het al. Je doos zit in een metalen kist voor M.G.-kogelbanden, samen met twee handgranaten...Leon heeft er mij alles al over verteld! Ik liet het je maar uitleggen om je eerlijkheid te testen. Maar dat tweede plan mag je houden: ik heb dat niet van doen."

" Hoezo ?...Dan had je ook mijn nauwkeurige uitleg niet nodig om die schat op te graven ?...Dan had je dat toch sowieso, achter mijn rug, bij je aankomst in Westende kunnen doen, zonder mij die tienduizend mark in ruil te geven?..."

" Inderdaad Jupp. Dat heb ik vroeger ook overwogen ,weet je , want ik ben tenslotte niet hélemaal debiel. Maar noch jij noch Opa heeft het eeuwige leven en ik wil dat Erika - en niét één of andere Russische feutus - de kans krijgt die ze verdient om de Metzgerei in volle eigendom  terug op poten te zetten. En onder andere de slachterij aan te passen aan de eisen van de Gezondheidsinspectie. Zonder mijn tienduizend mark kon ze dat wel vergeten, nietwaar ?"

"Hey ! Héla ! Niet zo vlug ! Die tienduizend mark ,na de ruil ,die horen mij toe ! Gezondheidsinspectie mijn gat ja ! IK beslis wat daarmee gebeurd ,met dat geld ,und nicht die Erika ! Donnerwetter ! Ik ben nog niet dood hé !" 

"Toch bijna hé Jupp ! In elk geval ,ik geef dat geld aan Erika ! En ik heb jou niet nodig om in Westende wat graafwerk te doen ,begrijp je ? In alle vriendschap hoor..."

Niemand zei nog een woord...   

 

 


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
04-05-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
03-05-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 361
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C66.  ERIKA.

 

                                 Porz, februari '46

Konrad was een man van zijn woord: een week nadat hij als een Feniks weer uit zijn as was opgestaan, verscheen hij opnieuw in de winkel. Joseph, die in de Stube stomweg rantsoenbonnen zat in te plakken, ving hem hoopvol op: " En ? Wat voor nieuws ?"

Lachend toonde de Fransman een gouden munt in zijn open handpalm, maar kneep zijn vuist vijf seconden later weer dicht: " Tu le reconnais ?"

Joseph keek ongelovig op: " Mijn dubbele Frederik ?! Hoe kom je daar aan verdomme ?! Die Belgische korporaal heeft me die ontfutseld in ruil voor waardeloze Gutt-franken...Ik kan het bewijzen, want ik heb er nóg zo één..."

" Laat maar: ik geloof je wel. Toen ik dit stuk bij onze Belg recupereerde zei hij dat hij die gekregen had als voorschot op je reis. Ik zal hem houden onder dezelfde voorwaarden: hij is 270 mark waard. Dat dekt juist het bibbergeld van de chauffeur...Zoals afgesproken, moet je mij niéts betalen, omdat je broer aan de Oder de gewonde Gustave Dieudonné uit de vuurlijn heeft gered...Ik heb de 1000 mark, die onze Belgische vriend voor jou moest wisselen, ook teruggekregen en meteen omgezet in gezonde franken. Hier zie: 8000 Belgische en 20.000 Franse. Want de Britse colonne rijdt op Duinkerke: als je dààr afstapt zal je wel wat gepast geld kunnen gebruiken om terug in België te geraken hé...Tenzij je in Mons zou uitstappen en de rest naar Nieuwpoort op eigen kracht aflegt !"

" Neen-neen, Duinkerke is okee ! Ik heb daar ten ander nog verre familie wonen: aan de Quai du Commerce, als ik mij goed herinner..." Konrad scheen plots iets te willen zeggen, maar schudde toen het hoofd. Waarop Joseph vervolgde: " Maar hoe komt het dat die korporaal zo losjes m'n geld en m'n goudstuk teruggaf ?"

"Dat kan je beter niét vragen, vriend ! Weet énkel dat die oplichter je nooit meer zal lastig vallen..."

En hij voegde er kil aan toe: " Plus jamais !"

Er viel even een genante stilte en Joseph moest moeite doen om gewoon verder te vragen: " En wanneer zal dat snoepreisje doorgaan ? De week voor Pasen, zoals afgesproken ? Het begin van het toeristenseizoen aan de kust: dat zou mij goed uitkomen..."

" Oei-oei ! Voor het ogenblik sta je de 26e op mijn lijst, en normaal kan ik er één per week óver krijgen: dat brengt ons al direct naar...half augustus, of zoiets. Als aankomstdatum ook niet slecht ,vind ik :middenin het toeristenseizoen ben je daar makkekijk onzichtbaar...Maar moest dat telaat zijn ?...Als er ééntje van je voorgangers tussenuit valt - en dat is nóg gebeurd - dan kan ik je daar in dat gat schuiven...Maar dat wil zeggen dat je doorlopend klaar moet staan om binnen de twaalf uur te vertrekken..."

" En als ik je nóg een dubbele Frederick geef, zou er dan niemand van mijn voorgangers akkoord gaan om ,rond Pasen ,een stap opzij te zetten ? Wat denk je ?..."

Konrad grinnikte geringschattend: " Je weet toch dat ik mij niet laat omkopen hé ? Anders wordt dat een soep.. Maar we hebben nog wel even de tijd om ons óm te draaien vóór Pasen, en wie weet...Ik spring nog wel eens binnen, volgende week...Denk jij ondertussen maar even héél goed na hoe dat zit met die familie van jou, in Duinkerke, want een 'Quai du Commerce' bestaat daar niet...Wél een 'Bassin du Commerce' ,het handelsdok : de familie van Gustave woont daar in de omgeving, op de Quai des Hollandais, waar ze al jarenlang het café 'Jean Bart' uitbaten...Ook ik ben van die kant: dus als jouw familie daar óók moest wonen zou ik ze normaal moeten kennen. Hoe heten ze ?"

" Ik weet het niet zeker...'Vrooman' of zoiets, veronderstel ik...Mijn broer Leon is daar indertijd mee afgekomen, maar ik heb er toen geen aandacht aan besteed."

" Bon, als ik die ook moest kennen, kan er misschien aan dat reisplan wel iets gewijzigd worden...Salut !"

 

Over de 'liefde', die Ninya hem de laatste tijd betuigde, kon Joseph écht niet klagen. Wel niet télkens, maar toch regelmatig, ging ze in op de stilzwijgende uitnodiging van de open deur, fris gewassen en gewillig. Maar knuffelen stond blijkbaar niet in haar repertoire, al liet ze hem wél rustig zijn gang gaan...Buiten wat krolse onomatopeeën kwam het zelden tot verstaanbare ontboezemingen, want aan Duits had Ninya duidelijk een broertje dood. En na de 'ontlading' slofte ze, gehuld in haar eigen deken, zwijgend terug naar de mansarde die zij met Krista deelde...Af en toe hoorde hij de vrouwen nog gedempt giechelen bij de nabespreking...Erg begeesterend kon je dat allemaal niet noemen, maar kom...

Terwijl Erika toch duivels goed wist wat er zich onder haar dakpannen afspeelde, verbaasde het Joseph hoe ze desondanks met de dag meer ontdooide. Met een onschuldige dubbelzinnigheid kon ze reeds smakelijk lachen, en durfde zij in een zotte bui hem al eens een speelse stomp te geven...Méér niet...voorlopig...En tóch deed haar hele bedoening hem aanhoudend aan zijn blonde Nadientje terugdenken: hem éérst uit zijn schelp lokken en een bloedopdrang bezorgen ,om hem dan voor schut te zetten hé !...Ditmaal besloot hij béter uit z'n doppen te kijken...

Toch was het niet haar vrolijk gedoe dat hen de laatste weken dichter bijeen bracht. Het vooruitzicht op de toekomstige erfgenaam, die Krista aan het uitbroeden was, werkte Erika dikwijls danig op de zenuwen. Dan zocht ze bij Joseph in een vertrouwelijke bui troost en toeverlaat. En opperde ze in haar radeloosheid soms sinistere plannen die ze beter niét aan zijn neus had gehangen. Want door die met hem in gedekte termen te bespreken, leek het wel, hoe langer hoe meer,  alsof ze daarbij op Josephs hulp rekende...Tenslotte was zij maar een zwakke vrouw, hé, zonder de minste ervaring in het ombrengen van een persoon...Een loopse Russin ,zo'n hoer uit de steppen ,was weliswaar geen volwaardig mens maar toch...Vooral als zoiets vlug en pijnloos moest verlopen...Terwijl híj, met zijn jàren aan het front en de genadeloze partizanenjacht waarbij toch ook veel vrouwen omkwamen...Wié de kleine Erika juist om zeep wilde brengen bleef door haar vage zinspelingen nog in het duister: ze leek nog maar pas de mogelijkheden van één en ànder af te wegen. Als ze het op Krista had gemunt, moest ze natuurlijk zorgen dat de vrucht die haar hele erfenis dreigde te verzwelgen, 'opgeruimd' werd vooraleer dit geboren werd...Wat inhield dat de Russin binnen de twee-drie maanden een misval moest krijgen, en béter nog: er liefst zélf het leven bij zou laten...Want ànders begon dat spelletje nadien van vooraf aan.

" Krista uitschakelen is geen oplossing hé" gekte Joseph tijdens één van haar moorddadige constructies: "Want als je Opa zo geobsedeerd is door het voortbestaan van 'Metzgerei Deutinger', belet er hem toch niets zijn vaderschap aan te bieden aan iedere zwangere vrouw uit de buurt ! Zolang die maar qua fysiek en ingesteldheid aan zijn smaak beantwoordde en voor een mannelijke nakomeling kon zorgen blijft dat gevaar bestaan ! De enige goede oplossing is het kwaad bij de wortel uitroeien en je Opa het zwijgen opleggen !..." De rest van zijn spottende opmerking bleef in zijn keel steken toen hij haar duistere blik zag.

" Die oude vetzak om zeep helpen, bedoel je ? Och man, met dat idee loop ik al jaren rond, sinds hij met zijn vuile poten aan mijn lijf zat te prutsen . Maar ik kàn het gewoon niet nuchter plannen ! En het moet dan ook nog duidelijk op een ongeluk lijken ! Tijdens de geallieerde bombardementen had dit makkelijk gekund, maar de nazi's zouden mij bij het minste vermoeden van moord probleemloos ophangen, wist ik. En ook die schouderwond na zijn inzet bij de 'Volksturm' ware een goede gelegenheid geweest om hem om het hoekje te helpen: een ontsteking met miltvuur is theoretisch héél courant in ons beroep...Maar ik kon het niet in de praktijk brengen..."

" God, Erika ! Je schijn het zelfs te ménen ! Wat kan die oude man je dan jarenlang misdaan hebben ?!"

" Kan jij je dat niet inbeelden ? Mijn vader is al van '38 bij het leger en mijn moeder is in september '39 verongelukt. Sindsdien heeft Opa mij opgevoed... Op zijn manier dan: streng, met af en toe een knuffel, maar hoe dan ook overdreven...Voor het minste legde hij mij over de knie...een pak op mijn blote billen ! Maar de tranen op mijn gezicht zoende hij dan weer nadrukkelijk af...Die ouwe gek behandelde mij zowat als zijn speelpop, kwam op de meest ongelegen momenten mijn kamer binnen en zat regelmatig aan mijn lijf te frutselen...Ik was elf toen dat begon, en ik wist niet beter of het hoorde zo. Maar bij de eerste bombardementen op Köln in '41 liet hij een tweepersoonsbed plaatsen in de kelder hieronder en daar hebben we samen geslapen tot Vati vorig jaar - in de zomer van '45 -  onverwachts uit gevangenschap terugkeerde. Toen heeft die genante situatie tot een reuzenkrach geleid, maar de mannen besloten tóch dat binnen de familie te houden. Door zijn ziekte had Vati geen vrouw meer nodig, maar hij zorgde wél dat Opa aan zijn trekken kwam door de twee Russinnen binnen te halen, en zo mij gerust kon laten. Maar omdat hij kwaad is dat ik die vuile was destijds heb uitgehangen, kan Opa mij sindsdien niet meer luchten !"

" Dat is misschien ook de reden waarom hij jou met een nieuwe mannelijke 'Deutinger' wil onterven en zoveel moeite doet om het vaderschap over de borelingen van de Russinnen te verwerven..."

" Nou-nou, heb je dat alléén gevonden ?! Flink zeg ! Begrijp je nu ook waarom ik mij daartegen tot mijn laatste snik zal verzetten ? Ik werk al jarenlang dag en nacht in deze zaak en heb die in de moeilijkste omstandigheden draaiende gehouden, zelf alléén met mijn twee Franse krijgsgevangenen toen Opa bij de 'Volksturm' werd opgeroepen ! Daarom beschouw ik de Metzgerei als mijn wettelijk erfdeel en zal nooit toestaan dat die oude zot deze zaak aan twee Russische hoeren verkwanselt ! Nooit verdomme ! Wat er ook van moge komen !"

 

Ondanks zijn gezonde achterdocht merkte Joseph nauwelijks hoe de kleine Erika hem met haar 'verhaaltjes' beetje bij beetje om haar vinger wond. Haar geregelde hints, over die vieze oude vent die haar jarenlang misbruikt had, druppelden tóch gestaag als gif in zijn hersens, ook al durfde hij soms twijfelen of het allemaal wel wààr was...Misschien had zij dat verhaal wel grotendeels verzonnen om hém bij haar moordcomplot te kunnen betrekken...Maar dat zij hem mogelijk voor de fatale afloop van haar sinistere plannen zou laten opdraaien, was nog niet tot hem doorgedrongen.. En al bij al vond hij het nogal vreemd dat zij bij haar dagelijkse omgang met Opa niéts van haar dodelijke intenties liet blijken...

Ondertussen ging het met Jupp gestaag bergàf. Hij kwam overdag nog maar zelden uit zijn zetel in de 'Stube', als hij überhaupt al uit zijn bed geraakte. Erika had een bejaarde ex-verpleegster uit de buurt bereid gevonden, in ruil voor een lapje vlees, dagelijks driemaal langs te komen om haar vader te verzorgen. Hij sliep soms heel de namiddag door, maar na het avondeten hing Joseph eraan om zijn herinneringen aan Westende te aanhoren.

" Het is pas nù dat ik ten volle de smerige rol begrijp die Provoost-Oberfeldwebel Heydrich tijdens de Bezetting in al de plaatselijke intriges gespeeld heeft. Hij was immers via 'Pappy', de Ortskommantant, volledig op de hoogte van alle verklikkingen door de mensen van het dorp. En via zijn broer bij de Gestapo van Brugge kende hij het resultaat van al de 'vragenuurtjes' waaraan de opgepakte verdachten onderworpen werden. Dat maakte hem, na de overgave van de batterij en de intocht van de Canadezen, in het krijgsgevangenkamp van Koksijde tot een zéér gevreesd man voor iedere 'dorpsgenoot' die bij de Canadezen een wit voetje wilden halen ,zowel burgers als militairen...Hij wist teveel van iedereen ,zowel van de dorpelingen als van zijn wapenbroeders..."

"Ja" beaamde Joseph: "Na vier jaar gedwongen samenleven zullen de dorpelingen al hun militaire toeristen wel grondig gekend hebben ! En omgekeerd...Daarbij, door die vele relaties had niét alleen de helft van de vróúwen boter op het hoofd ! De venten idem dito ! In de dorpscafées werden aardig wat internationale zwarthandeltjes opgezet ! Ik kén dat !"

" Inderdaad: de ene al meer dan de andere ! Zo moesten Hussak en Ustinov er rekening mee houden dat Heydrich alles wist over hun moorddadige desertie via die sombere villa 'Sybaris'. En de garde werd niet graag herinnerd hoe vlot hij met Heydrich samenwerkte bij het onderzoek van stomme incidenten tussen zatte burgers en Duitse soldaten...En ook voor Pylieser vormde de provoost een bedreiging, omdat deze wist hoe de loslippigheid van de schipper aan de basis had gelegen van verschillende aanhoudingen ! Niet alleen die van Jetje en Rachel, maar ook die van fotograaf Paul Hazard en Briek Erte..."

" Hussak, de garde en Pylieser !" sneerde Joseph: " Allemaal elkaars doodsvijanden ! En Heydrich zat daar middenin, en trok aan de touwtjes als een vette spin in het centrum van het web ! Plezant zég ! Het verwonderdt mij dat hij deze dreigende situatie zélf overleeft heeft ! In zo'n kamp is een "ongeluk" rap gebeurd...Dat ware iedereen goed uitgekomen..."

" Ja...Maar zijn slachtoffers waren wel geen moordenaars ,maar ook geen willoze marionetten hé, verre van ! In de duistere leefomstandigheden van dat gevangenkamp speelde hij met zijn chantage een zéér gevaarlijk spel ! Hij bezat veel invloed maar weinig bescherming...Hij had het dan ook onrechtstreeks aan deze vreemde machtspositie te danken dat zijn slachtoffers al vlug bij de Canadezen aandrongen hem vervroegd vrij te laten en hem zelfs onder gewapende escorte terug naar Duitsland lieten begeleiden: hij wist inderdaad teveel ! Maar inderdaad :voor hetzelfde geld hadden ze hem zonder problemen de nek kunnen afsnijden !"

" Zo'n bedreigingen over en weer zijn toch niet lang vol te houden, hé ?!"

" Natuurlijk niet ! Want reeds de derde dag van de bevrijding barstte er een vete los onder de plaatselijke groepjes van nieuwe en oude weerstanders. De 'échte verzetstrijders' Hussak en Ustinov wilden toen een soort 'Volksrechtbank' oprichten, zogenaamd om de uitwassen en de chaos van de epuratie in toom te houden. Maar in werkelijkheid was het hun bedoeling om de concurrentie van Pylieser en de garde uit te schakelen. De eerste, door hem te berechten voor zijn vele verklikkingen van medeburgers tijdens de bezetting, plus de moord op Marie ! En de tweede voor een vuile streek in verband met de moord op je vader Dis Petré, in maart '38. Ze wilden daarbij mij en Heydrich als getuigen oproepen..."

" De moord op mijn vader ? Daar hebben de Gendarmen zes jaar op gezocht en nooit iets gevonden !"

" Dan hebben ze vergeten de échte misdadigers te ondervragen, want die vier kopstukken van het verzet wisten verdomd goed waarover het ging ! Maar toen Pylieser er mee dreigde de Canadese commandant in te lichten over de moorden in de Sybaris, hebben Hussak en Ustinov hun plan laten varen...Pylieser was hen ten andere vóór geweest en had Heydrich de keus gegeven tussen, ofwel een vervroegde vrijlating door de Canadezen als hij beloofde definitief zijn mond te houden, of ànders een ...heu...'ongelukkig schot tijdens een vluchtpoging' - zoals dat dan heet - indien hij het tóch zou wagen tégen hem te getuigen...Ik heb nadien van onze Heydrich niets meer gehoord...Maar toen Hussak en Ustinov mij làter in het hospitaal van Den Haan kwamen bezoeken hebben ze mij verzekerd dat onze Oberfeldwebel-Provoost gezond en wel naar een ànder kamp werd overgeplaatst in afwachting dat zijn geboortestad Aken volledig werd bevrijd...Of dat ook wérkelijk waar is zal ik wel nooit te weten komen..."

 Tegen het einde van de maand februari wipte Konrad nog even binnen om te zeggen dat hij zijn planning had kunnen aanpassen en dat Joseph aan de beurt zou komen op 3 mei in plaats van half augustus. Dat was wel een heel stuk nà de verhoopte paasvakantie, en anoniem onderduiken in de naamloze massa vreemde toeristen was er dus ook niet bij. Voorlopig toch niet, al kon er vroeger met Sinksen aan de kust al wat vreemd volk rondlopent. Maar moest er onverwacht tóch een gat openvallen begin april, dan zou hij het wel vroeg genoeg laten weten...

Wie nog het meeste schrok van dit aangekondigde vertrek was Erika. Zij realiseerde zich blijkbaar nù pas dat ze niet ééuwig de tijd had om Joseph stilletjes voor haar kar te spannen en dat ze nu vlug nagels met koppen moest beginnen slaan. Gedaan dus met dat zweverig geflirt: het werd tijd om kleur te bekennen !

De volgende avond, toen hij de slaapkamerdeur hoopvol had laten openstaan voor Ninya, wipte ze in nachtpon rap even binnen om te vertellen dat ze zojuist een mooie manier had gevonden om Opa om zeep te helpen: een struikelkoord bovenaan de steile stenen trap naar de kelder waar het smeltvet stond opgeslagen ! Zo'n klap zou die oude vent zéker niet overleven, en dat was gemakkelijk als een stom ongeluk te versieren ! Plus: ze konden hem daar lang laten liggen doodbloeden, vooraleer hem 'toevallig' te ontdekken als geen hulp meer zou baten...

" Denk er maar eens goed over na !" had zij dwingend gefluisterd, alvorens weer leuk trippelend te verdwijnen.

Bij het ontbijt verweet hij haar sissend, dat ze met haar onbeschaamd flitsbezoek achter gesloten deuren het voorgenomen nummertje met Ninya verpest had. Maar dààr lag ze niet van ondersteboven, zo te zien: " Vind je het geen reuze idee ?! Misschien kan ik vannacht wat langer bij je blijven om de gaten te vullen, wat denk je ? De gaten in ons plan, bedoel ik hé, stoute jongen !.." Zo opgedraaid en krols had hij haar nog nooit meegemaakt ! En zoals dié doordraafde zég ! Alsof ze er nog deze week aan wou beginnen !

" Hélaba ! Je wacht toch met de uitvoering tot ik veilig op wég ben naar de kust hé ?" spotte hij wat onvast: " Zoniet sta ik bij de politie onmiddellijk bovenaan de lijst van verdachten ! Wie zou aan mijn schuld durven twijfelen, als ik - de ongenode gast die de dochter des huizes verkracht heeft - in een centenkwestie met het slachtoffer verwikkeld zit en bedrogen werd met een onbestaande goudschat ! Méér moet dat niet zijn om iemand onmiddellijk hoog op het schavot te krijgen !"

" Natuurlijk zal ik zolang wachten tot je wég bent, gij bangschijter ! Als je me eerst maar helpt alles uit te kienen en klaar te zetten, zodat ik énkel maar het touw moet spannen...De rest doe ik wel in mijn eentje de dag nà je vertrek !..."

Maar hij kreeg tóch een beetje de indruk dat hij haar op ideeën had gebracht met die verdachtmakingen over 'mogelijke verkrachting' en 'dozen vol goud'..En ze het al héél gewoon vond dat hij de fatale val van Opa zou voorbereiden...

Opgepast hé ! Nie memmen ,mor remmen Gerard ! Denk aan die krolse Nadine !

 

Maar voor remmen was het blijkbaar al te laat.                      

Iedere nacht kwam Erika vóór het slapengaan eventjes buurten bij Joseph, schrijlings zittend op zijn stoel of gezellig ineen gedraaid aan zijn voeteneind. Dat tot dààr toe...Maar haar nachtponnen leken steeds korter te worden en het décolleté steeds losser open te vallen. En daarenboven kreeg ze de onhebbelijke gewoonte met haar volle hand in die halsuitsnijding te zitten en kwasi onnadenkend in haar oksel te moeten krabben. Dat daarbij soms een bruine tepel kwam piepen, moest hij maar lijdzaam op de koop toe nemen. Het was té duidelijk waar zij op aanstuurde, en tenslotte dacht hij: " Verdomme, waarom ook niét ?!"

En vanaf de eerste week van maart kon hij Ninya de bons geven: de slaapkamerdeur ging op slot zohaast Erika binnen was, en ging pas weer open nadat de valse maagd zwetend haar bekomst had gekregen...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (11 Stemmen)
03-05-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
02-05-2015
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 360
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C65 .  EN WEERAL NIEUW LEVEN.

 

    Porz, januari '46.

Vreemd genoeg lag het plotse wegvallen van de mensensmokkelaar Konrad aan de basis van de geleidelijke verzoening in het gezin Deutinger, en Joseph speelde daarbij welwillend voor de 'postillon d'amour'. Hij begon al met tegen de drie kemphanen duidelijk te zeggen, dat de afgesproken geldruil énkel zou doorgaan indien hij tegen Pasen naar de Vlaamse kust kon vertrekken...Om dit plan te doen lukken mocht iedereen dus wel een stevig tandje bijsteken, hé !

En op dàt gebied zat Opa al in nauwe schoentjes omdat van zijn frivole inbreng in de overeenkomst - de beloofde vlotte inwonende "animeermeisjes" - niets meer te merken viel. Joseph had hem een paar dagen na nieuwjaar nog gevraagd hoe het daar nu feitelijk mee zat: kreeg hij vanavond nog een gretige vrouw in zijn bed of niét ?! Als de twee Russinnen onvoldoende geestdrift toonden ten overstaan van zwoele nachtarbeid, had de Ouwe ze verdomme maar buiten te gooien ! Of was hij soms bang van het 'Syndicaat-Der-Preutse-Ostarbeiterinnen' ?? Er dwaalden toch genoeg gezonde vrouwen rond die graag aan deze voorwaarden - kost, inwoon en 'gezelligheid' - in de Metzgerei zouden willen werken ! Maar Opa kon enkel zweren dat hij zijn uiterste best zou doen om Ninya over te halen tot meer spontane leute met de welstellende leden van gastgezin Deutinger. Krista, die zogenaamd zijn kind droeg, kwam daar echter sowieso niet meer voor in aanmerking, vond hij...Zielig...

Erika zat ook in de tang. Zij had zichzelf immers opgeworpen als de 'Grote Reisorganisator' die zijn tocht naar de kust op poten ging zetten. Deze trip vormde de basis om de geldruil überhaupt mogelijk te maken. Doch ook in hààr hoek heerste, sinds de arrestatie van Konrad, complete radiostilte, misschien in de hoop dat bij hém de 'drang naar het Westen' wel zou wegebben. Het was natuurlijk goed te begrijpen dat zij zijn hulp bij de administratie niet graag zou verliezen en daarom niet gehaast was om een nieuwe 'Konrad' te zoeken...Maar Joseph kreeg de indruk dat zij hem evenééns als kameraad steeds meer waardeerde. En de manier waarop zij de laatste dagen glimlachend naar zijn blik viste, soms de rug rechtte en met haar leuke bumpers tegen haar witte schort duwde... Echt "flirten" kon je het nog niet noemen, maar tóch...Moest hijzelf wat willen aandringen ,ze lag zó bij de solden ,gegarandeerd ! Maar hij had zich voorgenomen om bij de vrouwen niet meer onnozelweg achter zijn fluit te lopen  :parool was "Rijden en omzien" ,en met de handrem op !

Die situatie deed hem onweerstaanbaar aan Nadientje denken, zijn ex-liefje van Westende...Die had hem ook eerst uit zijn reserve gelokt met haar koplampen, om hem nadien des te beter met een knobbel in zijn broekspriet voor schut te kunnen zetten ! Oppassen dus met die prille Erika, ook al was hij nù niet meer de naïeve melkmuil van weleer ! Maar zou hij, met zijn 'vrouwenkennis' van de laatste jaren, niet toch eens héél voorzichtig een visje kunnen uitgooien en zien hoe ze reageerde ?... Louter voor het spel, natuurlijk, want voor de stevige boerenkost, die Krista normaal in bed opdiende, kwam zij vanzelfsprekend niet in aanmerking...De eerste weken toch niet...Wel jammer, want dat zou verdomme verrassende perspectieven kunnen openen...Zoiets in de zin van: na de volbrachte wraakraid op Westende, letterlijk beladen mét goud naar hier terugkeren om dan als alom gegeerde partij met Erika te trouwen ??...Want tenslotte :het kind was niet zonder middelen ,gezond van lijf en leden en niét van de lelijkste ,waar nog geen Russen op hadden gezeten...En hoe dan ook ,zij was zonder twijfel de toekomstige bazin van een veelbelovende beenhouwerij waar hij veilig in het achterland de Belgische Justitie een neus kon zetten...Aanlokkelijk op eerste zicht, al viel dat moeilijk te rijmen met haar plan om hém het kind van Krista in de schoenen te schuiven ! Die wijven met hun streken ook altijd :nooit kunt ge die eens eerlijk vertrouwen verdomme !

Ook Jupp stond volledig bij hem in de schuld, nu Konrad was weggevallen. Maar door de terminale ziekte van de man kon Joseph hem moeilijk aan zijn beloftes houden. Jupp had in zijn ogen enkel nog wat waarde als de allerlaatste getuige ten laste van de misdaden die een paar 'Witten' bij de bevrijding van Westende hadden gepleegd. En telkens de gelegenheid zich voordeed trachtte hij dan ook hem over te halen om te vertellen hoe deze kluwen van intriges tot de moord op zijn moeder hadden geleid.

Op een donkere namiddag na nieuwjaar kreeg Joseph Jupp weer aan de praat.

"Hoe zat dat ?" vroeg hij: "Volgens Leon kreeg schipper Pylieser het vanaf eind '43 regelmatig aan de stok met die haarkapper Hussak en die 'Kozak' Ustinov, en zou die laatste hem dikwijls in plat Nieuwpoorts uitgescholden hebben ? Wat is daar van aan ?"

" Ja, de brutale uitvallen van de schipper  tegen die zogenaamde 'Duitsers' zullen de populariteit van Pylieser bij de lokale bevolking wel erg opgekrikt hebben. Of hem minstens in de ogen van de àndere caféklanten tot een soort superweerstander verheven hebben. Helemaal ten onrechte trouwens, want Hussak wàs helemaal geen Duitser maar een Tsjech ,terwijl Ustinov voor 'Kozak' doorging maar verdacht goed "Westends" brabbelde ,wat dat ook mocht betekenen...Bovendien draaide hun geschil  enkel rond een soort 'verzetsbelasting', die de clandestiene communistische cel van die 'Kozakken' wilde opleggen aan de plaatselijke oorlogswoekeraars om daarmee hun eigen krijgskas te spekken. Zo hadden ze een paar rijke boeren en vette rederijbazen in de tang . In het begin had Pylieser inderdaad betaald, zogenaamd uit sympathie en steeds via tussenpersonen en onwetende kinderen. Maar op den duur werd dat een ware afpersing en deed de schipper bij mij zijn beklag tegen het 'Onduits' gedrag van Hussak en Ustinov...Daarop heb ik die twee onnozelaars tot meer voorzichtigheid aangemaand: als hun ondergronds gedoe ter ore kwam van een nazi of van onze commandant dan vlogen zij onmiddellijk tegen de muur ! Ik heb met mijn discretie hun erkentelijkheid verworven, wat mij nadien geen windeieren heeft gelegd...Later hoorde ik van Pylieser dat ze hém met de dood hadden bedreigd als hij over die afpersing nog met één woord durfde reppen ! Want zo'n engeltjes waren die gasten nu ook weer niet..."

" Als ik jou zo hoor, krijg ik de indruk dat er daar bij ons in Westende nogal wat 'Witten' rondliepen, zeg !"

" Ow-ow, niet overdrijven hé ! Wat noem je 'Witten' ? Mensen die na de Britse invasie in Normandië aan den toog steeds openlijker hun sympathie voor de Tommy's lieten blijken ? Die werden steeds talrijker, ja, maar die toonden tegen ons geen openlijke vijandigheid hoor ! In de café's kenden wij praktisch de meeste schreeuwers van het dorp, maar tegenover ons bleef dat bij wat lacherig plagen en twijfelachtige humor...Maar als je met die 'Witten' de gewapende weerstanders bedoelt - de "Banditen" zoals wij ze noemden - mannen die aanslagen en sabotage pleegden...Nee, die kon je in heel de kustregio op je tien vingers tellen...Onze Chef-Provoost Oberfeldwebel Heydrich kreeg die namen via zijn broer die op de Gestapo in Brugge werkte, én via de Feldgendarmerie in Oostende, kwestie van die personen discreet in 't oog te houden... Maar Heydrich zal ze natuurlijk niet allemààl gekend hebben, hé ! Zo was hij blijkbaar erg verrast toen na de moorden in de 'Sybaris' bleek dat Friseur Hussak een bende gevaarlijke desperados leidde waar hij niets van vermoed had..."

" Maar wie had er dan bij de intocht van de Canadezen de leiding over de weerstand in Westende ?"

" Leiding ?! Doe me niet lachen ! Van één of andere "hogere leiding" bij de Witten hebben wij nooit iets gemerkt ,ondanks de joviale loslippigheid waarmee we na de uren met de drinkebroers omgingen. We wisten natuurlijk wél dat nà de landing in Normandië elk café met zijn vier-vijf stamgasten stoer een eigen 'bezopen colonne' had opgericht, die na de bevrijding aangedikt werd met iedere dorstige klant die er toevallig een pint kwam drinken op de goede afloop ! Meestal om zichzélf wit te wassen ! Die café's trachtten elkaar in manhaftige baldadigheid te overtroeven, maar trokken zelden aan hetzelfde zeel. Zo heeft Ustinov nog tijdens het bevrijdingsgevecht de garde van Westende aangeklaagd, omdat die hem jaren vóór de oorlog valselijk beschuldigd had van een moord... Het had iets te maken met de Spaanse Burgeroorlog, maar niemand begreep er het fijne van...Het is dan ook niks geworden."

Joseph schrok op, alsof hij een belletje hoorde rinkelen: " Wat is dat van die moord en de Burgeroorlog ?! Leg dat nog eens uit !"

" Och, ik weet het niet zo goed meer...Het was allemaal zo verward en ik ben nu te moe om me nog ernstig te kunnen concentreren...Morgen misschien...Ik weet wél dat je énkel Hussak met zijn 'Kozakken' een echte eenheid kon noemen ,gewapend bovendien. Maar door de algemene chaos bij de Bevrijding gaven die er al na een week de brui aan, en lijfden zich vrijwillig in bij hun Canadese bevrijders, de 'Essex-Scottish Riffles' om mee te gaan vechten voor de verovering van de Scheldemonding...Daar zijn zelfs nog drie van die 'Kozakken' gesneuveld, dat ik weet..."

 

Die nacht, toen die geheimzinnige uitspraak over de Spaanse Burgeroorlog nog door Josephs hersens spookte, kreeg Ninya het plots in haar kop om aan de dwingende oproep van Opa gevolg te geven. Waarschijnlijk had ze het ook te koud in haar eigen bed, want ze schoof zonder veel complimenten en half bevroren bij Joseph onder de wol. Maar als je er het fijne van wil weten: een échte romantische hoogvlieger werd het niet, hoor...

 

Vreemd genoeg bleek Erika bij het ontbijt al op de hoogte van zijn nachtelijke diepvriesprestatie met Ninya, want ook hààr humeur leek getroffen door een koudegolf.    

Kil viel ze met de deur in huis: " Ben je nog altijd van plan om eind maart naar je Vlaamse kust te vertrekken ?"

" Natuurlijk ! Als jij tenminste op tijd een nieuwe smokkelaar op de kop kunt tikken die me over de grens helpt. Dat heb je toch beloofd, weet je nog ?! Damals..."

Die stoot onder de gordel leek ze niet te horen.

" Dus je laat hier alles in de steek, ook je liefjes van één nacht en het kind dat je bij hen maakt ?! Wat een fijne meneer ben jij, zeg ! En alsof één kleine bij die Krista nog niet genoeg is, bespring je nu ook die Ninya als een beest ! Ik schaam me in jou plaats !"

Joseph viel van hoog: " Wat krijgen we nu ?! Je weet heel goed dat Krista niét mij, maar wél je Opa chanteert met een zwangerschap die, tussen haakjes, misschien niet eens bestaat ! Want tot nu toe hebben we énkel haar woord voor die blijde gebeurtenis, maar geen énkel bewijs ! En aangezien jouw Opa al a-priori akkoord is om het vaderschap op zich te nemen indien zij een zoon zou baren, zie ik niet goed wat je mij daarin wil verwijten !...Wat heb ik daar in godsnaam mee te maken ?!"

" Je hebt toch bij Krista geslapen hé ?!"

"Natuurlijk ! Verschillende keren zelfs, maar nog veel te weinig ! Vergeet niet dat deze 'Gemütlichkeit' deel uit maakte van de overeenkomst waaraan jij je steentje hebt bijgedragen en je garantie hebt gegeven. Onnodig nu de preutse maagd uit te hangen hé ! Of geloof je soms nog in de bloemkool ? De bloempjes en de bijtjes ? Ik begrijp niet wat je me wil verwijten !"

" Wat ik je verwijt ?! Dat je, na Krista bevrucht te hebben, nu je driften op Ninya botviert, goed wetend dat je sowieso binnen drie maanden met de noordenwind gaat vertrekken ! Haar laffelijk in de steek laat, of ze nu óók zwanger wordt of niet ! Mooi hoor !"

" Maar meisje toch ! Begrijp je het spel nog altijd niet ? Ten eerste is Ninya een tien jaar ouder dan jij, en weet ze héél goed waar Abraham de mosterd haalt ! En ten tweede kan niemand haar écht verplichten bij mij in bed te duiken ! Als ze bij mij komt, weet ze dat ze daar zwanger van kan worden. Ik veronderstel zelfs dat ze het opzettelijk doet óm zwanger te worden ! Want eerlijk gezegd kan ze om een kind te krijgen ,technisch niet rotsvast op die oude Opa rekenen, hé, en op de stervende Jupp al helemààl niet. Dus welke stijve piet blijft er hier nog over in huis ?...Bibi ! En stel dat ik er in slaag haar zwanger te maken, wie zal er dan zielsblij zijn met dat tweede kind, denk je ? En wie zal, als het een jongen wordt, daarvan onmiddellijk het vaderschap opeisen, denk je ?...Juist, je Opa ! Want die man is bezeten door de drang om de naam 'Metzgerei Deutinger' te laten voortbestaan...Op jou kan hij daarvoor niet rekenen...Tenzij " voegde hij er spottend aan toe: "je een mannelijk kind zou krijgen van een onbekende vader - zoals ik bij voorbeeld hé ! - of van een smeerlap die het weigert te erkennen. Dan kan die kleine je eigen naam Deutinger dragen..."

" Nou-nou, je schrikt voor geen nachtwerk terug, zo te zien: nu moet je al het nageslacht van drie vrouwen verzekeren !" gekte zij: " In elk geval bedankt voor het aanbod: ik zal het in gedachten houden...Maar nu even ernstig: als ik het goed begrijp tel ik in Opa's ogen al niet meer mee om bazin te worden van zijn slagerij? En rekent hij énkel op de Russinnen waarbij jij als fokstier een jongentje moet verwekken aan wie Opa zijn naam en zijn bedrijf kan nalaten ?..."

" Nalaten, nalaten ! Jij denkt dat die Russinnen op je erfenis azen, maar daar geloof ik geen blaas van !... Luister, in eerste instantie willen die vrouwen hiér een kind krijgen dat door een Duitse vader erkend wordt, énkel en alleen om zó aan gedwongen repatriëring naar Rusland te kunnen ontsnappen. Ze hebben 50 % kans dat Opa voor dat vaderschap wil tekenen, want die wil enkel een jóngen. Als het een meisje wordt, zoeken ze wel een àndere peer om te tekenen. Ik kom daarvoor niet in aanmerking want ik ben geen Duitser, en de dames zijn daar zéér goed van op de hoogte...Daarom doen ze ook geen énkele poging om mij óp te vrijen - noch vóór, tijdens of nà - en gebruiken ze mij énkel als een gieter om af en toe hun bloempje te besproeien. En daar kan ik mee leven: beter zó aan mijn trekken komen dan buitenshuis naar de hoeren te moeten lopen ?!"

" Daarmee is jou probleem mooi opgelost hé ! Maar ik blijf zitten met één of twee vreemde foetussen die de helft van mijn erfenis gaan opvreten !!"

" Zover hoeft het toch niet te komen...Ik durf te wedden dat het mogelijk moet zijn het bedrijf tijdig - bijvoorbeeld bij de dood van Jupp - om te vormen tot een naamloze vennootschap 'Metzgerei Deutinger'. Dan blijft de naam bestaan zoals je Opa wil. En als jij daarin 99 % van de aandelen bezit, kan die erkende Russische zuigeling met zijn 1% de vloer aanvegen ! Indien je Opa jou deze oplossing zou weigeren, bestaat de kans nog altijd dat hij op één of andere manier dat kind tóch niet erkent...Bijvoorbeeld, ik zeg maar iets: indien hij vóór de geboorte gewoon in de onmogelijkheid zou verkeren dat document te ondertekenen...Hij is niet meer van de jongste, en die zware wonde aan zijn schouder heeft zijn gezondheid volledig geknakt. Zo'n man kan ieder ogenblik ongelukkig vallen of een beroerte krijgen...Of zelfs gewoon voortijdig sterven..."

Zo, het fatale woord was gesproken en het zaad voor een gezinsdrama uitgestrooid. Laat de spanningen nog wat stijgen en binnen de zestig dagen vallen er doden...

 

Het 'nieuwe leven' in Krista's buikje legde zodanig beslag op alle normale toekomstplannen van de Deutingers, dat de verdere aftakeling van Jupps gezondheid er bijna door vergeten werd. De donkerste wintermaand had hem nu ook nog met een verkoudheid opgescheept, die zijn teloorgang nog zieliger maakte. Misschien juist omdat de man zijn einde voelde naderen, nam hij iedere van zijn zeldzame opflakkeringen te baat om zijn geweten te zuiveren en zijn herinneringen door te geven. Joseph profiteerde ervan om dat laatste raadsel over de Spaanse Burgeroorlog en de valse beschuldiging van moord weer op te rakelen.

" Wat je me laatst vertelde, over een vent die ruzie kreeg met de garde van Westende en daarom naar Spanje vluchtte, heeft bij mij een belletje doen rinkelen...Kan je me dat wat beter uitleggen ?...Heeft die Kozak Ustinov onze garde van een moord beschuldigd, of hoe zit dat ?"

" Neen, in tegendeel ! De garde moet vroeger die Ustinov gekend hebben - ik weet niet waar en hoé ,maar wél een héél stuk voor de oorlog - en hij heeft er toen serieus ruzie mee gekregen, vermoed ik. De reden lag naar het schijnt bij een dodelijk ongeluk dat de garde zou veroorzaakt hebben en dat hij in de schoenen van die vent heeft geschoven. Die is toen in paniek op de vlucht geslagen en in de Spaanse Burgeroorlog beland. Na lange omzwervingen is die Ustinov jaren later als 'Kozak-in-Duitse-dienst' tenslotte weer op dezelfde garde gevallen in Westende. En bij de bevrijding bleek onze Kozak plots de chef van 'Echte Weerstanders' te zijn en die heeft de garde op het matje geroepen voor dat vroégere ongeval waarvoor hij naar Spanje was moeten vluchten..."

Joseph had met stijgende afkeer naar Jupps verhaal geluisterd en onderbrak hem met een verbeten snauw: "Verdomme ! Nu zién ik het ! Da's onze schoenlapper van voor de oorlog ! Dinges ,verdomme ja ,hoe heet die weer...Steinmann of zoiets ? Of Stein ? Ja Steiner ! Steiner natuurlijk  ,dien Ustinov van m'n kloten !! Ongelooflijk !... Dat verklaart meteen waarom die zogenaamde Ustinov in het platste Nieuwpoorts tegen Pylieser kon uitvliegen ! Dien Steiner had daar voor de oorlog verdomme twee jaar gewoond ! Is er dan niemand geweest in Westende die in Ustinov hun vroegere schoenmaker heeft herkend ? Steiner ? Nooit horen vernoemen ? Ik kan het zelf nauwelijks slikken, maar jouw verhaal klopt als een bus met wat ik als jonge gast persoonlijk beleefd heb ! Onze garde en die Steiner waren alle twee betrokken bij de dood van mijn vader, bij toeval misschien, en een échte moord zal het ook wel niet geweest zijn. Maar onze garde liet wél uitschijnen dat die Rooie Steiner onze 'zwartzak' van een vader had vermoord...Als anarchist, die in ons boerengat reeds zo'n slechte reputatie had, was Steiner de ideale verdachte ,en om aan het gevang te ontsnappen is die toen voor alle zekerheid naar Spanje gevlucht...Maar wat ge zéker niet zult geloven: jaren later heb ik die vent nog tweemaal teruggezien in Rusland !! Eerst toen hij mij aan de Wolchov gevangen nam, maar mij herkende en opzettelijk weer liet ontsnappen. En nadien toen hijzelf, als Russische krijgsgevangene in die Wolchov-kessel, met mijn hulp overliep naar troepen van de Wit-Russische generaal Vlassov...Om maar te zeggen dat ik met die kerel een zeer complexe relatie heb..."

" Je zult wel niet de enige zijn ! Want die Ustinov, - of noem hem Steiner als ge wilt - is mij in het hospitaal van Den Haan nog een paar maal komen bezoeken. Sjiek nietwaar ?! Maar toen ik hoorde dat hij zijn vrienden in de 'Villa Sybaris' had vermoord heb ik hem wat op afstand gehouden. Toch heeft hij mij aan mijn ziekbed uit de doeken gedaan hoe die ruzies tussen hém, de garde en schipper Pylieser is ontstaan. Want bij de bevrijding bleek dat zij alledrie rivaliserende groepjes van de Weerstand aanvoerden ! Hij ,met zijn 'Kozakken' waren het best bewapend ,de garde vertegenwoordigde zowat het officiële gezag onder leiding van de Rijkswacht, en reder Pylieser voerde het hoge woord bij de 'Vaderlandse Vissers' van Nieuwpoort, waarvan hij beweerde de grote geldschieter te zijn geweest..."

" Pylieser verdomme ! Nóg zoéén ! De Grote Weerstander ?!"

" Ja, die heeft zich tijdens de bezetting langs alle kanten goed ingedekt ! In mijn ogen was hij eerder een karakterloze leverancier van vis voor mijn keukens die mij altijd naar de mond praatte. En ook een lafaard die, om zichzelf te redden, gewetenloos ànderen verklikte, zoals Jetje en haar vriendin Rachel...Maar met zijn woekerwinsten heeft hij, naar het schijnt, ook veel onderduikers geholpen, en zich met zijn zwart geld een onkwetsbare positie verworven bij de 'Vaderlandse Vissers'..."

" Maar wat heeft hij met de dood van mijn vader te maken. Die twee kenden elkaar nauwelijks !"

" Wacht, nu herinner ik mij wat de garde beweerde ! Lang voor de oorlog heeft Pylieser vergeefs geprobeerd uw moeder te charmeren en daarbij stond uw vader ,Dis ,hem in de weg...En jaren làter moet  Pylieser in een zatte bui dan in de duinen met een gastang een hoop oude munitie gesaboteerd hebben, die je vader had uitgegraven. Hij hoopte daarmee uw vader als liefdesrivaal met een ontploffing uit te schakelen en dat is effectief gelukt. Maar ook als weduwe moest uw moeder niets van die Pylieser hebben en is ze een relatie met mij begonnen, wat bij de bevrijding tot haar dood heeft geleid. Wraak van een afgewezen minnaar..."

" Maar wat komen Steiner - of noem hem Ustinov - en de garde dan verdomme in deze duistere affaire doen ?"

Jupp schudde moe het hoofd :" Ik heb het daarjuist toch al in grote lijnen uitgelegd! De garde had uit drankzucht nagelaten die hoop oude granaten, die door uw vader waren opgegraven en door Pylieser gesaboteerd werden, veilig af te schermen... Steiner wist van dat schuldig plichtsverzuim van de garde - maar niets van de sabotage door Pylieser - en toen dat boeltje ontplofte, dreigde de garde in zijn leugens te stikken. Uit vrees dat Steiner hem zou verraden heeft hij die aangezet naar Spanje te vluchten, en kon nadien gemakkelijk alle schuld in diens schoenen schuiven. Steiner werd dan hier bij verstek van moord beschuldigd, kon daardoor na het einde van de Spaanse burgeroorlog niet terugkomen naar België en zocht als communist zijn toevlucht in Rusland. Dat jij hem daar tot tweemaal toe tegen het lijf liep, is dus geen vérgezocht mirakel, maar wél een bovenwonderlijk toeval ! En dat hij met zijn Kozakkeneenheid -infeite lauter samengesteld uit Russische overlopers - tenslotte weer in Westende aanlandde, grenst helemaal aan het waanzinnige...Je moét daarin wél de tussenkomst van de Almachtige erkennen !"

Joseph zag in die laatste devote oprisping van Jupp een teken dat de man zijn einde voelde naderen en drong daarom uit tact niet verder aan.

 

Maar de wonderen waren inderdaad de wereld nog niet uit ! Dat bleek ook al toen Opa op de veemarkt vernam dat de Franse 'mensensmokkelaar',- in dat grijze milieu gekend als 'Konrad' -, ontsnapt was aan het gerecht ,waarschijnlijk door omkoping. De ouwe heer Deutinger had nog de tegenwoordigheid van geest om onmiddellijk te lanceren dat hij de jonge man graag zo vlug mogelijk wilde ontmoeten...Een fles in de branding...

Maar twee dagen later stond die Konrad effectief in de winkel. Of Joseph nog in zijn "reisdiensten" geïnteresseerd was ? Want hij wist dat tijdens zijn voorhechtenis een ànder smokkelnetwerk zijn klanten had afgesnoept...

" Meine Ehre ist Treue !" zei Joseph theatraal, en de oud SS-er knikte goedkeurend: " Volgende week laat ik je over onze afgesproken reis meer details weten, want ik werk nu met de Tommy's. De Belgen waren te onbetrouwbaar en ik heb héél dat net opgeruimd. Zéér grondig opgeruimd !"

Zo, er kwam opnieuw leven in de brouwerij !


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
02-05-2015, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
15-10-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 359
Klik op de afbeelding om de link te volgen

           C64    

HET KERSTEKIND EN DE DRIE KONINGEN.

 

                      Porz, 24 december 1945.

De dag voor Kerstmis sloeg het nieuw in als een bom ! Opa was er compleet van onder de voeten. Want zijn pogingen, om Krista tot wat meer erotische geestdrift aan te porren ten overstaan van 'Herr Joseph', hadden wel een zéér verrassend staartje gekregen. Hoe meer hij aandrong, hoe bokkiger zij werd in haar afwijzing. Tot hij haar teneinde raad bedreigde met ontslag en zij daarop plots in huilen uitbarstte !

Nu wist iedereen wel dat ontslag voorlopig zo goed als uitgesloten was, om de eenvoudige reden dat de twee Russinnen in de slachterij driekwart van het zware werk verrichtten. Hen vervangen door ànder geschikt werkvolk was voor het ogenblik praktisch onmogelijk, toch zéker zolang de Duitse krijgsgevangenen niet werden gelost...Krista's tranen moesten dus wel uit een dieper gemoedsconflict voort spruiten, maar zij weigerde mordicus dat aan Opa bloot te leggen.

Ten einde raad legde Opa Ninya op het rooster: als Krista zo bokkig bleef weigeren, moest zijzelf maar wat meer uit haar pijp komen, hé ! Immers ,Joseph was hier kind aan huis en hoorde bij het gezin, dus moesten de twee vrouwen, in onderling overleg, maar zorgen dat ook hij aan zijn trekken kwam ! Dat complexloze 'animeren van de heren' maakte tenslotte deel uit van hun job in de Metzgerei Deutinger hé...Dat wisten ze al sinds de dag dat hij hen - illegale 'Ost-arbeiterinnen' op de vlucht - van de straat had geplukt en werk had aangeboden tegen kost, inwoon...en 'Gemütlichkeit'...Hij begreep werkelijk niet dat hun relatie, die al maanden tot ieders tevredenheid vlot was verlopen, nu plots begon te haperen, zonder ruzie of kwaad gepest vooraf !

Tenslotte had Ninya het hoge woord eruit gegooid: "Krista hat Kind !" en op haar eigen onderbuik gewezen ! En blozend met veel verontschuldigend schouderschokken en gezwaai van handen aangevuld: " Du Opa fik-fik, Herr Jupp fik-fik, Herr Joseph fik-fik ! Krista muss fik-fik jeder Abend ! Und jetzt: ... Krista hat Kind !" Dat alles met een mimiek die duidelijk bedoelde: " Voilà, dat komt ervan ! Jullie verdomde stomme honden ! Dat vogelt er zonder omzien maar op los, en doet dan verbaasd als daar vroeg of laat kinderen van komen ! Nooit gehoord dat je vóór het zingen de kerk uit moet, hé, onnozelaars ?!"...

Opa wist niet waar hij het had: die brave, ingetogen, ja zelfs slààfse Ninya had nog nooit zo'n brutale bek tegen hem opgezet !...Een kind, verdomme ! Van alteratie vergat hij zijn oer-Duits schreeuwkanon boven te halen om haar weer in de houding te bulderen !... Verdorie zeg: hij werd weer vàder ! Als Jupp onvermijdelijk binnenkort zou sterven, bestond er dus nog een kansje dat de naam Deutinger tóch nog zou voortbestaan...Op Erika moest hij daarop niet rekenen :hààr eventuele kinderen zouden de naam van haar vent dragen ,en zijn persoonlijk levenswerk ,de gerespecteerde "Metzgerei DEUTINGER" ,zou in de mist verdwijnen...Maar stel je voor: als belegen zestiger kreeg hij nog de kans om zijn schriele stamboom, die door de oorlog bijna was uitgestorven, nieuw leven in te blazen ! Met dat lekkere jonge gladde lijf van Krista, die hem in bed geregeld een halve beroerte had bezorgd !... Maar daarenboven een wijf dat in de slagerij ook van aanpakken wist, hé !... En veel, véél slimmer was dan zij zich als gewezen 'Ostarbeiterin' - of met andere woorden: als Russische Untermensch - wilde voordoen... Allee, Untermensch, da's feitelijk een stom gezegde...: wedden verdomme, dat ze er met een beetje gelaatscrème en een krulletje in  't haar nog béter uit zou zien dan Marika Röck ?! Terwijl dié vlotte filmster toch al jarenlang een wat aangebrande hoofdrol speelde in al zijn natte dromen ! Man-man, een kind van die hupse Marika Röck !! Daar zal dat stomme kreng van een 'lieve kleindochter' Erika nogal een kop bij trekken, zeg !

 

Vlak vóór het middageten stond die Franse ex-SS-er weer in de winkel, en Joseph kon niets ànders dan hem mee te laten aanschuiven. Veel tafelmanieren had die jonge man niet, zo met zijn twee ellebogen stevig naast z'n bord ,maar omdat het hem wél vreselijk scheen te smaken, zagen de Deutingers dat door de vingers...

Toen ze alleen aan de rommelige dis achterbleven haalde de bezoeker een ansichtkaart uit zijn binnenzak en legde die voor Joseph neer. Het was de klassieke groepsfoto van een tiental soldaten, die gekkend bijeen drumden 'om er zéker óp te staan !': liggend, geknield of fier rechtop, een foto zoals er de laatste jaren al miljoenen waren geschoten...

" Ziet ge: dàt ben ik !" Inderdaad goed herkenbaar én in SS uniform..." En die gast hier naast mij rechts is mijn beste vriend Gustave, Gustave Dieudonné...Genomen in een rustkantonnement ergens in Estland bij de Peipusmeer...Juli '44 denk ik: na de slachting in Tcherkassy hadden ze onze oude Sturmbrigade - of wat daar van overbleef - nog maar pas nieuw omgevormd tot de SS-Division 'Wallonie'...Op volle sterkte een 12.000 man...Maar véél heeft het niet meer mogen baten hé..."

" Bon " lachte Joseph: " Ik zal nu ook van mijn kant proberen ù gerust te stellen...Gisteren nog heb ik in het dagboek van mijn broer Leon de passage van de Oderdoorbraak teruggevonden, waar hij over die gekwetste 'Waal' Dieudonné spreekt...Maar ik verwittig u: een érg grote schrijver is er met hem niet verloren gegaan..."

Hij nam het schrift van de schouw en sloeg het voorgemerkte blad open: "Ik zal zijn telegramstijl vertalen."

"Lees maar, ik versta voldoende Vlaams om te kunnen volgen: mijn familie is van Duinkerke..."

" Tiens, zoals die Dieudonné dan, hij was ook van die kanten...Ge kent elkaar misschien van huis uit ?...Hoe heet gij feitelijk ?"

" Ha-ça fiston ! Bien essayé ! Noem mij maar Konrad ! Dat klinkt véél mooier Duits !...En gij: Herr Joseph ?"

" Ik heet Jean-Marie Peters, schijnbaar..."

" Bon, voor mijn part...En je broer heet Leon Petré, zie ik, zoals hier vooraan op zijn schrift staat..."

Ze schoten beiden in een lach, en sloegen toen samen aan het ontcijferen van Leons notities. 'Konrad' was heel erg ontroerd toen hij las hoe Leon, bij de slappe tegenaanval van Langemarck op de Oderbrug, die zotte Dieudonné op zijn pantserauto 'Astrid' meenam om diens gewonde 'kozze' uit het niemandsland te redden. Vergeefs... En hoe hij daarbij gekwetst werd en Leon hem op zijn schoft achter de dijk in veiligheid droeg. Dat Leon daarbij zélf een schampschot door zijn helm kreeg, maakte deze heldendaad des te mooier. Konrad knikte alsof hij het zélf had meegemaakt en zich de verdere evacuatie op de '2cm' naar de verbandpost levendig kon voorstellen...

De Fransman bleef een poosje in gedachten verzonken: " Oui, je me rappelle: ça s'est bien passé comme ça..." En plots weer opkijkend, zei hij plechtig:" Kameraad, ge moogt mij vragen wat je maar wil: ik sta volledig bij jou in de schuld...Enfin, ik bedoel mijn vriend Dieudonné, bij jouw broer Leon, natuurlijk ! Maar wij zijn toch hun erfgenamen hé: hun exécuteurs testamentaires !..."

Joseph maakte vlug van de verwarring gebruik: " Zorgt gij  dan maar rap dat ik een weekje vóór Pasen in Westende geraak !"

"Pas de problèmes, Fiston, ...heu...Jean-Marie !"

 

Erika was allesbehalve opgezet met de kinderwens van die ouwe lul. Ze had door vlees te 'tauschen' met de bakkerin en de kruidenier een aardig kerstmaal in elkaar gebokst voor héél het 'gezin', Russinnen incluis. En Opa had de hoofdvogel afgeschoten door bij de heildronk zijn glas te heffen op het komend geslacht Deutinger, dat 'die liebe Krista' voor hem aan het uitbroeden was...Chapeau !

De beleefde glimlach bestierf op Erika's gezicht en ze vroeg verbaasd of hij dat nog eens wilde verduidelijken, daar zij vreesde verkeerd verstaan te hebben. 'Lieve Krista ? En een kind ? Of was hij soms nù al bezopen ?!

" Die liebe Krista wird mir nächstes Jahr ein Kind , ein Sohn ,schenken, damit der Baum der Deutinger weiter blüht !" herhaalde de oude man plechtig en kordaat. Krista, die wél meteen begrepen had waarover het ging, las met een rode kop de lettertjes in haar vermicellisoep. Ninya keek reikhalzend uit naar de climax en Joseph vroeg zich af of Erika de terrine over Opa's kop zou uitgieten of er hem alleen maar de hersens  mee zou inslaan...

Maar ze siste enkel: "Du Schweinhund !" en liep toen stijf de trap op naar haar slaapkamer.

Ninya diende weliswaar de rest van het 'feestmaal' op, maar de échte zalige kerstsfeer ontbrak een beetje... En in 't laat probeerde de oude nog een aangepast lied aan te heffen: "Ein Kristkind ist uns geboren..." dat echter op een abortus uitliep:

"Opa, hou je kop of ik hang me op !!" schreeuwde zijn kittelorige kleindochter boven op de trap...

 

Een paar dagen voor nieuwjaar stortte Josephs droomwereld in. Een vreemde man kwam hem in de winkel verwittigen dat 'Konrad' ontmaskerd werd als oud SS-er en aangehouden was voor mensensmokkel...Hij veronderstelde dat hij verraden werd door de Belgische korporaal uit Lüdenscheid, die Joseph had opgelicht met waardeloos Guttgeld. Blijkbaar een kleine wraakneming van de verschillende smokkelbendes, die elkaar het licht in de ogen niet gunden...De man zei dat hij de organisatie van 'Konrad' had overgenomen, maar dat Joseph daarin pas in de zomer aan de beurt zou komen...En dan nog énkel als hij akkoord ging met de verhoogde prijs: duizend mark, alles inbegrepen tot aan het eindstation Duinkerke. Hij kreeg een week bedenktijd.

De tweede ramp gebeurde na de middag. Jupp werd totaal onverwacht voor de deur afgezet met een Rad-Tax, waarschijnlijk om z'n laatste Silvesterfeest in de huiskring door te brengen. En binnen de kortste keren werd hij door Erika pinnig op de hoogte gebracht van Opa's uitschuiver: Jupp kon zich volgend jaar - bij leven en welzijn - aan de geboorte van een broertje of een zustertje verwachten ! Doch dochterlief kreeg het deksel op de neus, waardoor van dat ogenblik af deze zaak een vreemde wending nam... Jupp betwistte namelijk botweg het vaderschap waarmee de ouwe zo hoog opliep: hijzélf had tenslotte vóór zijn hospitalisatie ook af en toe geofferd op het altaar van zijn Russische Venus...Of in klare taal: ook hij had vorige maanden regelmatig Krista een onderhoudsbeurt gegeven, en een ongeluk zit in een klein hoekje ! Onder de vorm van een klein halfbroertje of -zusje van Erika !

Klein halfbroertje of -zusje ,dat klonk op de schaal van Richter al wat minder rampzalig ,vond ze...maar tóch !

Joseph stond er een beetje bij voor Pietje Snot... Maar dan gaf Erika de klap op de vuurpijl: "Nou-nou zeg ! Als jullie het vaderschap zo vlot opeisen, dan geef ik die kroon liever aan Joseph hier ! Die staat tenminste nog stevig op z'n poten, bij wijze van spreken ! Enfin een dekhengst éérste klas ,stralend van gezondheid ! En als ik mij niet vergis, heb jij, Joseph, de laatste weken bij de twee dames ook ferm katoen gegeven hé !? Met, als ik mag wedden: méér gezond resultaat dan wat mijn twee wankelende voorvaders van de familie Deutinger zouden kunnen presteren ! Want ziet ze daar zitten: een grijsaard die nog altijd uitgeteld ligt van een kapot geschoten schouder en een maaglijder met terminale kanker ! Van de drie kandidaten voor het vaderschap staan jullie twee maar zeer laag gecoteerd, weet je ! Joseph slaat jullie op alle vlakken en geeft jullie geen énkele kans !"

" Pardon " zei Jupp: " Joseph is er bij Krista maar veel later bijgekomen, toen één van ons Deutingers haar waarschijnlijk al lang zwanger hadden gemaakt !"

" Pappy, dàt zijn vrouwenzaken waar gij niks van af weet ! Maar ik zal het u héél simpel uitleggen ! Als een vrouw zwanger wordt, krijgt ze geen maandstonden meer, en zolang ze die wél krijgt is ze niet zwanger ! En als ge niet héél zeker weet wanneer Krista voor het eerst niét bloedde, dan moet ge u in deze discussie niet moeien ! Want ik heb altijd de vuile was nagekeken , en ben de énige hier die exact weet dat Krista haar laatste regels kreeg op 2 november, en dat die van eind november niét zijn doorgekomen. De fabricage van dat wurm dateert dus van midden november ! Punt !" Ze loog dat het kletterde, en fantaseerde er maar op los, maar de twee nukkige mannen lieten als betrapte schooljongens de genante donderpreek van Erika zwijgend over hun hoofd glijden. Joseph zat zo te zien veilig buiten schot.

" Maar er is méér !" vervolgde zij: "Jij, Pappy, lag sinds eind oktober in het hospitaal, en gezien Krista op 2 november nog ongesteld werd, kom jij dus sowieso niet in aanmerking voor dat vaderschap ! Dat is één ! En ook jij, Opa, moet niet zo hoog van de toren blazen, want in die maand oktober had je Krista al aan Joseph verpatst, als deel van de goudruil...De énige die bijna zeker verantwoordelijk is voor Krista's zwangerschap is onze goede vriend Joseph hier, God zegene hem !"

" Hey-hey, kalm aan hé !" schrok deze: " Ik ben officieel onvruchtbaar verklaard door een legerdokter !"

" Ja, dàt zal wel !" sneerde Erika

"En Krista is in november nog viér keer, iedere zondagnacht bij mij gekomen !" protesteerde Opa: " Pas begin december heb ik haar totaal aan Joseph afgestaan en mij van toen af tot Ninya beperkt...Maar ik ben nog goed in staat om in vier pogingen een kind te maken, hoor !"

" Man-man, wat een prestatie zég !" spotte Erika: " Maar het getuigt niét van veel verstand, hé ! En érg rap van begrip blijken jullie twee niet te zijn ! Daarom zal ik u de kern van het probleem eventjes uitleggen zie. Opa en Pappy, weet je waarom Krista mordicus dat kind aan één van jullie twee wil opsolferen ? Omdat zij, door vijf minuten met haar benen open te liggen, haar baby de halve slagerij Deutinger cadeau doet ! Als één van jullie twee dat kind durft erkennen, verlies ik aan Krista - als mijn papa hier de dader is - minstens de helft van mijn wettelijke erfenis ! Jawel, het familiebedrijf Deutinger ,waarin ik al sinds mijn twaalf jaar gratis tien uur per dag mijn nestel afdraai: foetsie ! Partie ! Verschwunden ! Cadeau gedaan aan een Russische hoer voor vijf minuten schunnigheid !...Met alle respect, vadertjes: dat zal ik nooit toestaan ! Knoop dat goed in je beide oren: NOOIT !! Dat mormel erkennen kan je vergeten, mijne heren !  Ik snij je nog liever de hals af !"

De 'Drie Koningen' waren er even stil van. Dat dit ongeboren 'Kristkind' al voor zo'n hoogoplaaiende herrie zorgde, beloofde nog spetterende drama's in de toekomst. Hoe Erika haar Opa kon beletten dat kind te erkennen was voorlopig nog een raadsel. Al was de man in wezen wél een oude krakende knar waarvan niemand zou opzien als die plots bezweek...alsof hij een mes in de hals had steken ! En ook een zwangere vrouw was - net zoals haar ongeboren kind - teer en kwetsbaar...Haar hoofd stoten bovenaan de keldertrap, één duik en het was ermee gedaan, zónder dat iemand daarover vervelende vragen zou stellen...Daarbij: een illegale dooie "Ost-arbeiterin"...wie maakt zich daar druk over, hé...

 

Joseph lag er wél een paar nachten van wakker hoe vanzelfsprekend Erika haar familiale problemen voorlopig oploste door hém dat kind in de schoenen te schuiven ! Natuurlijk, zolang hij zijn vaderschap niet erkende kon niemand hem iets doen, ook al ging zij op haar kop staan! En aangezien Krista geen enkel voordeel had om hém als dader aan te wijzen, zat hij voorlopig nog veilig...Dé vraag van het ogenblik was of, na al die trammelant, één van de vrouwen nog geïnteresseerd zouden zijn in zijn openstaande slaapkamerdeur...En mocht dat niét zo zijn, dan werd het hoogtijd om de organisatie van terugreis naar de kust zélf eens grondig te bekijken. Want als hij niet vlug een nieuwe 'Konrad' vond, moest hij het maar op eigen houtje wagen, vond hij...

Op een boogscheut hier vandaan, in de geniekazerne van Westhofen, lag de transportgroep van de Belgische 'Brigade Piron'. Die reden heen en weer op Luik en waren beruchte smokkelaars. Té berucht, volgens Konrad, omdat zij samenwerkten met de douane. Die lieten ze in afspraak regelmatig een kleine garnaal ontdekken, om ongestoord met de vette vissen voorbij het net te glippen ! En als ze die dag Joseph toevallig als kleine garnaal beschouwden, zat 'dien smerige SS-er' binnen de kortste keren in de klauwen van de Belgische Rijkswacht ! Plus als hij al in Luik moest afstappen ,was hij infeite nog nérgens ! Niét dus...De roemrijke "Brigade Piron" kon hij vergeten !

De Britten, had Erika laatst verteld, opereerden van uit hun basis 'Wesseling' op de rechter Rijnoever, naast het gelijknamige vliegveldje op vijf kilometer ten zuidwesten van Porz. Die reden voor hun bevoorrading dwars door België op Calais of Duinkerke. Hij zou wel kunnen uitstappen ergens in de buurt van Mons, veronderstelde hij, en de rest naar Westende op eigen kracht afleggen. Of helemaal meerijden tot de kust :dat was nóg makkelijker ,want van Duinkerke tot Westende was nauwelijks een boogscheut...De Franse grens overkruisen in Adinkerke was een minpunt...Maar het grote probleem was in contact te komen met een bereidwillige Britse chauffeur en dàt zou wel eens een lange voorzichtige prospectie kunnen vragen...

Hij had ook gehoord van een Frans konvooi Köln-Metz, en mannen die zonder moeite via de kerk van Bon-Secours terug in België geraakten. Dat gebouw stond juist op de grens, met de ingangspoort op Frans grondgebied en de zijuitgang in België...De leuke truc om even ter communie te gaan was waarschijnlijk al tot op de draad versleten.. Maar tijdens het toeristisch seizoen lag bijvoorbeeld een strandwandeling van Bray-Dunes naar De Panne toch heel natuurlijk voor de hand...

Hij had even de mogelijkheid overwogen om gewoon te voet door de bossen van de Eiffel en Hoge Venen te trekken. Maar met zijn handicap was dat niet te doen, en bovendien lag het daar waarschijnlijk nog vergeven met onopgeruimde mijnen van het Ardennenoffensief...Heel zijn wraakraid naar de kust was al waanzinnig genoeg om niet in de debiliteit te vervallen. 'Le ridicule tue'. Zoals wijlen John Aspeslaghs heel ad rem had gezegd, toen een jonge opschepper van een recruut bovenop de borstwering van hun loopgraaf zijn bloot gat aan de Russen liet zien. En er op slag drie bij kreeg, gaten in zijn kont...'Le ridicule tue'...Oppassen dus !

 

     De 'Silvesterabend', zoals Duitsers het nieuwjaarsfeest vroom noemden, stelde ditmaal bij de Deutingers niet veel voor. De twee Russinnen hadden verstek laten gaan, omdat ze met bevriende landgenoten eens flink wilden doorzakken...Erika liep er nog steeds wrokkig bij en had de keuken links laten liggen. Jupp zaagde maar dat hij zich, bij gebrek aan deftig eten, een stuk in zijn kraag ging drinken, maar schrok toch voor deze pijnlijke zelfmoord terug. En Opa speelde de gekwetste onschuld omdat niemand zijn pril vaderschap écht sérieus nam.

     Joseph zag er erg tegen op al die verbitterde mensen strak uitgelaten een 'Prost Neujahr !' te moeten wensen en trok zich tegen elven stilletjes op zijn ijskoude zolderkamer terug. En als om het lot uit te dagen liet hij zijn deur wijd openstaan...

     Om vier uur maakten de dames hem met hun luidruchtige rentree brutaal wakker. Ze waren zodanig aangeschoten dat de frigide Ninya zelfs jankend bij hém in bed wilde kruipen. Toen ze daar niets van terecht bracht, viel ze maar als een blok in slaap op zijn karpetje. Ondanks haar gesnurk moet Joseph ook even weggesluimerd zijn. Want toen hij weer uit een hazenslaapje ontwaakte, was dat stinkend drankorgel goddank reeds verdwenen...

     Geen beloftevol begin voor 1946...    


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
15-10-2014, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
09-10-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 358
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C63.     JUPP MAAKT SCHOON SCHIP..

 

                       Porz, december '45.

Het duurde niet lang of Joseph begon wat spijt te krijgen over zijn toezegging. Vooral omdat hij in feite gezwicht was onder de druk van die tweede 'schat' waar Jupp zo gul mee deed. En waarvan hij schaamteloos toegaf dat het inderdaad gestolen goed betrof. "Maar, " vergoeilijkte hij: " dan wél gestolen van een dievegge die de juwelen zélf onrechtmatig had weggenomen uit de winkel van haar joodse echtgenoot !"

"Ga jij nu een jood wreken ,Jupp ? Daarbij ,die man is gestorven in een concentratiekamp in Zuid-Frankrijk, dus was zij de wettige erfgename !"

" Daar ben ik nog zo zeker niet van...Maar de kans is wél héél groot dat die Rachél zélf in Duitse deportatie gestorven is: véél zullen er daaruit niet terugkeren !"

" Mis, beste vriend ! Want Leon beweert in zijn dagboek haar tijdens de chaos van de laatste oorlogsdagen in Ravensbrück of Oranieenburg gezien te hebben, terwijl ze op een bus van het Zweedse Rode Kruis stapte. Dus lééfde ze nog in april '45, twee jaar nadat jij haar juwelen op je bil sloeg !"

" Wat had ik dan moeten doen ? Die doos zo plomp aan Marie geven ? Die had er evenmin als ik een wettelijk recht op. Maar zoals ik het toén zag was je moeder mijn toekomstige vrouw, dus zou zij die sieraden vroeg of laat tóch van mij gekregen hebben, hé, zij het beetje bij beetje !...Hoe dan ook, zodra je deze juwelen in Westende gevonden hebt en ze zouden in je handen branden, kan je er misschien Jetje mee plezieren ?"

Dat vond Joseph niet eens zo'n slecht idee: die jodin vormde met zijn "tante" toch samen een zogezegd koppel...En in feite had hijzelf die Rachel slechts héél vaag gekend, en voelde hij tegenover dat mens - àls ze nog zou leven - geen enkele morele verplichting. Terwijl Jetje... Daarenboven had het weinig zin om Jupp nù nog een geweten te schoppen, als de goede man nog hoogstens een paar maand te leven had. Daarom lokte hij het gesprek naar een rustiger onderwerp, waarvan hijzelf nog weinig wist en gemerkt had dat Jupp er graag over sprak.

" Had je na je desertie écht gehoopt met dat goud naar hier te kunnen ontsnappen ? En dan nog sàmen met mijn moeder en Leon ? Dat was nog een stuk riskanter dan de tocht die ik nu in de àndere richting ga maken, hé !"

" Bah, je zegt dat...Ik had het goed voorbereid, weet je...Al een paar weken voordien was ik in het geheim begonnen met in de abri eten, drinken en slaapgerief te verzamelen, voldoende om er de eerste maand ondergedoken te leven. Iedereen in de batterij wist sinds augustus dat we aan de kust niet in staat zouden zijn ons lang te verdedigen tegen een Britse aanval in onze rug, komend uit het binnenland. Al onze zware kanonnen stonden immers ingebunkerd in de richting van de zee :dié loskappen en omkeren zou een héle karwei worden, en op de koop toe zinloos... Het was dus niét uit vrees om te sneuvelen dat ik gedeserteerd ben...Wél omdat ik met mijn maagzweer niet een paar jaar in gevangenschap wilde wegkwijnen, en ondertussen Marie aan haar lot zou moeten overlaten. Een dag of drie vóór de aankomst van de Canadezen ben ik dus in jullie abri ondergedoken, en toen de vijand het dorp binnenrukte, zijn ook Marie en Leon bij mij gekomen...Daar zaten we voorlopig veilig..."

" Hoe is dat dan in godsnaam nog kunnen mislopen ?"

" Och, gewoon uit hebzucht...Ik wist dat er in de mess van de onderofficieren, die jullie de 'Marchevins' noemden, nog massa's fijne conserven lagen opgeslagen en dat de dorpelingen niet lang zouden wachten om deze voorraad te plunderen. Ik wilde hen dus vóór zijn en ben er de eerste nacht naartoe getrokken. In het donker een veilige weg door het mijnenveld vinden nam veel tijd in beslag, en voor ik in de provisiekelder mijn draagzak gevuld had met de beste selectie begon de dag al te klaren. Juist toen ik weg wilde gaan, viel ik op een patrouille Canadezen, gegidst door een vent van het dorp. Die gast, 'Francis ,kwam mij bekend voor, maar pas veel later heb ik hem kunnen plaatsen...In '41-'42 was hij de leider van een soort Vlaamse Hitlerjeugdgroep die telkens hun zomerkamp opsloeg in de duinen van de batterij en hun eten kwam halen in onze keuken. Leon was daar ook bij..."

" Toch François Dupong niet, zeker ?! Die mislukte ,valse tweezak werd destijds nog afgekeurd als kandidaat voor het Vlaams Legioen ! En Leon vertelde mij dat die na uw arrestatie, als heldhaftige weerstander, meegeholpen heeft bij de moord op mijn moeder. Dat stuk stront staat ten andere als tweede op mijn wraaklijst ! Nù zéker !"

" Ja, je doet maar...De rest is rap verteld. Ik werd naar het gevangenlager op het vliegveld van Koksijde gebracht, maar werd er op mijn vraag als deserteur apart van mijn kameraden opgesloten...Al goed, want anders hadden mijn fanatieke nazi-collega's mij misschien wegens vaandelvlucht gelynched ! Na een paar dagen werd ik bij de Canadezen 'gezuiverd' door mijn vriend Hussak, die in het kamp samen met nóg een paar àndere antifascistische 'Kozakken' de plak zwaaiden. Dat hij mij een gifmengsel te slikken gaf om mij in de ziekenboeg van het kamp te krijgen, héb ik al verteld: het paardenmiddel bleek te sterk en uiteindelijk belandde ik in het militair hospitaal van Den Haan. Ondertussen kreeg ik wél zijn aangepaste versie te horen over het 'stomme dodelijk ongeluk' van Marie en de zogenaamde verdrinking van je broer Leon..."

De bel luidde het einde van het bezoekuur: niks te vroeg want Jupp was weer uitgeput.

"Bon, "suste Joseph: " Vertel me die details maar volgende week, als we meer tijd hebben om schoon schip te maken ! En ook over de bloedige desertie van Hussak en zijn vrienden had ik dan graag wat meer vernomen...Graaf maar alvast diep in je geheugen !"

 

Joseph wilde er na een paar dagen toch zeker van zijn, dat het nachtelijk hoogstandje van blonde Krista geen éénmalige vertoning was geweest. Als Opa dat enkel bedoeld had als een soort lokaas om hem de voorgestelde ruil probleemloos te laten aanvaarden, dan voelde Joseph zich 'genomen'...In zijn ogen maakte een wekenlang genot van Krista's charmes, samen met de twee hypothetische dozen goud, deel uit van het pakket dat hij kreeg in ruil voor zijn Dahlmann-fortuin...

Opa had dat aanbod inderdaad enkel als een eenmalige vriendendienst bedoeld. Maar toen Joseph daar nogal blafferig over begon, bleek hij weinig bezwaar te hebben tegen een herhaling van dat festijn. En toen ook dàt aanbod wat te licht werd bevonden, liet hij verder alle beperkingen varen: Joseph kreeg Krista met ingang van vandaag cadeau, buiten één nacht om de veertien dagen...Joseph vond het nogal vreemd dat de 'ouwe' zo gemakkelijk zijn alleenrecht op de vrouw liet varen en zelfs de Russin op staande voet van die nieuwe regeling ging verwittigen !...Maar Opa vroeg wel met aandrang haar geen hele nacht meer bij te houden, want dan was dat mens de volgende dag te moe om deftig te werken in de slachterij ! Toch een raséchte gentleman, die oude heer !

 

De truc met de slaapkamerdeur-op-een-kier werkte feilloos en de dame verscheen al ten tonele nog vóór Joseph goed en wel onder het pluimendek lag. Ze deed dan ook minder giechelig dan de eerste keer, maar liet zich nu wél gewillig zoenen. Zó gewillig zelfs, dat ze hem daarmee wat van de eerste handtastelijkheden afhield om het voorspel nog een beetje te rekken. Mevrouw leek verdomme op den duur méér zin te hebben in romantisch geflikflooi dan in een totale overgave aan zijn lusten ! Dat afremmen hitste hem echter zodanig op dat hun vrijpartij al vlug in worstelen overging...De stevige Russin gaf daarbij maar geleidelijk toe aan zijn aandrang, om tenslotte tóch, juist vóór zijn toppunt, blij-brommend klaar te komen...

Zo'n roes had Joseph nog nóóit beleefd ! Ondanks de vrieskou op de kamer lagen ze beiden nat van het zweet dicht tegeneen na te hijgen. Tot zij zich plots uit zijn tedere omhelzing losmaakte, hem nog een stevige natte zoen gaf en bruusk verdween. En daarmee duidelijk aangaf dat enkel zijzelf in de toekomst het ritme, de duur en de frequentie van hun escapades zou bepalen !

Dat ondervond hij reeds de volgende avond, toen zij druk fluisterend tegen Ninya, zijn uitnodigende open deur straal voorbij liep. En hem 's morgens liet verstaan dat hij er voor twee dagen een knoop in kon leggen wegens maandelijkse sluiting. Een drogreden, zoals later zou blijken, want op dat ogenblik wàs ze al zwanger...Of toch zo goed àls...

 

Wegens de sneeuwstorm had hij eerst niet veel zin om Jupp te gaan bezoeken: het vroor stevig en de voetpaden lagen er glad bij...Maar dan herinnerde hij zich zijn eigen hunkering naar een gekend gezicht bij de bezoekers toen hij in Praag herstelde van zijn amputaties. En de laatste maand de hongerende blikken van de dubbele rij bedlegerige patiënten die, telkens hij hiér de zaal betrad, reikhalzend uitkeken of er dan misschien vandààg ook naar hén iemand zou omzien.. Hij maakte dus maar van zijn hart een steen en dook de sneeuwstorm in. Daar zou er zéker geen spijt van krijgen, want Jupp had voor die dag stevig in zijn herinneringen gegraven en heel wat te vertellen !

Zoals ze vorige zondag hadden afgesproken zou hij nu de raadselachtige desertie van Hussak en C° uit de doeken doen en de kille moordpartij in 'Villa Sybaris' die daarop volgde. Jupp beweerde niet destijds de volle waarheid ontdekt te hebben, want hij had het verhaal slechts met stukken en brokken uit verschillende medeplichtigen gekregen en dan waarschijnlijk nog sterk verkleurd...

" Ik heb je laatst al de personages reeds min of meer gesitueerd, hé...De Tsjech, Friseur Gefreiter Hussak, een vrijgevochten plantrekker die boven zijn 'kapsalon' met de zegen van de commandant een soort Engels taallabo had ingericht dat echter in 't geheim al vlug uitgroeide tot een clubje van communistische 'Kozakken'...Hij had twee Praagse maten: Svoboda en Dubcek die hij als zijn loopjongens gebruikte en die verder niet te veel potten braken...En omdat het coiffeurtje ook bij burgers ,die op of voor de batterij werkten ,de haren knipte kreeg hij op den duur eveneens contact met plaatselijke zogezegde antifascisten zoals Briek Erte...Ge weet dat deze huisbewaarder was in de Lac-aux-Dames en de zwemdok daar onderhield in dienst van de Ortskommandant..."

" Natuurlijk ken ik Briek ! Mijn broer Leon is nog lang verliefd geweest op zijn dochtertje Olga. Maar het verwondert mij dat de goede vaderlander, waarvoor Erte zich in het begin van de oorlog uitgaf, een jaar later reeds voor de Duitsers werkte !"

" Och, in zo'n klein gat aan de kust, dat vroeger leefde van de toeristen, was nu de Wehrmacht vér de enige werkgever. Daardoor kende ik ook het halve dorp...Maar nu terug naar Hussak en C° !...Een ànder communistisch kopstuk van die rare bende was de 'Kozak' Ustinov, die buiten Russisch en Spaans even vlot Duits als Vlaams sprak. Ik heb die vent nooit deftig kunnen plaatsen: in alle geval een zéér vals personage !...En wie ook nóg een vuile rol heeft gespeeld in het moordonderzoek was onze Chef-Provoost: Oberfeldwebel Heydrich !"

" Ja, Leon heeft verteld dat die Heydrich nog ons huis heeft afgezocht, toen jij pas gedeserteerd was !"

" Ja, een dienstklopper, maar die mij als collega in het krijgsgevangenkamp veel duistere hoeken van al zijn onderzoeken heeft opgehelderd...Onder andere de aanhouding van Briek Erte. Dit vloeide echter voort uit de aanhouding in Brussel van een weerstandgroep rond de baas van Erte, meneer Martial Van Schelle, de eigenaar van de Lac-aux-Dames die later gefusilleerd werd. Men verdacht Erte er van hulp verleend te hebben aan deze groep, maar Papy, de Ortskommandant kon hen vrijpleiten...Oberfeldwebel Heydrich bewees mij onder andere ook dat Marie ten onrechte door de dorpelingen verdacht werd Jetje en Rachel verklikt te hebben: in werkelijkheid was Pylieser daarvoor verantwoordelijk...En ook dat Pylieser Marie tenslotte vermoordde om het onderzoek van deze verklikkingen in de kiem te smoren !"

" Nà de bevrijding, bedoel je...Wat een soep zeg !"

" Ja, maar nu terzake over de broedermoorden in de 'Sybaris' ! Toen de invasie van Normandië gelukt was en duidelijk werd dat de geallieerden niet meer op de Belgische kust zouden landen, bleek al vlug dat onze zeewaarts gerichte batterij er nog enkel stond voor het decor. Na de doorbraak van Patton in Bretanje , richting Parijs ,midden juli '44, moesten we dan ook rap-rap de helft van ons personeel naar de Seine sturen om daar vlug een verdediging op te werpen. Maar toen die kampfgruppe vertrok ontbraken er vier man op het appèl: de drie Tsjechen Hussak, Dubcek en Svoboda, plus de 'Kozak' Ustinov. Die mannen waren er vandoor in een lichte vrachtwagen met alle marsrantsoenen van de kampfgruppe...Dat voertuig hebben we later teruggevonden in een verlaten stal naast het kanaal van Plassendale, wat er volgens de Feldgendarmen op wees dat de deserteurs naar het binnenland gevlucht waren...Pas een week nadien werden we via Briek Erte en de veldwachter verwittigd dat er twee lijken van soldaten werden gevonden in de 'Villa Sybaris'...Het waren Dubcek en Svoboda: met een overgesneden keel...Duidelijk een interne afrekening..."

" En van Hussak en Ustinov geen spoor ?"

" Neen natuurlijk ! Maar toen die twee mij later bezochten in het hospitaal van Den Haan heb ik de rest vernomen. Na hun desertie zijn ze gevieren een korte tijd in de kelders van de Lakodam ondergedoken, achter de pompen van het zwemdok. Dat schuilhok had Erte voordien voor hen ingericht, compleet met oude burgerkleren. Maar ze kregen daar ruzie over de veiligheidsregeling en besloten te splitsen. Dubcek en Svoboda verhuisden via de ondergrondse loopgraven naar de ‘Villa Sybaris’, maar ze hielden wel contact met elkaar. Tijdens de speurtocht van de Feldgendarmen in alle leegstaande villa's zijn die twee mannen, ook al zaten ze veilig in de 'Sybaris', plots in paniek geslagen en wilden ze op eigen houtje wegvluchten. Ustinov bekende mij koudweg dat hij die twee niet meer vertrouwde en gekeeld heeft, en dat hij en Hussak nadien een nieuwe schuilplaats betrokken in een villakelder bij de ‘Belle-Vue’, helemaal aan het àndere uiteinde van de badplaats...Maar toen Erte van de twee moorden hoorde, heeft hij elk contact met die mannen verbroken...Zijzelf hebben de Canadezen bij de verovering van de batterij als gidsen geholpen en hebben een paar dagen later ook officieel in dat regiment dienst genomen als vrijwilliger. Na een dikke week zijn ze vertrokken naar Zeeuws-Vlaanderen om daar onze troepen aan de Scheldemonding te bekampen en verder heb ik hen uit het oog verloren..."

" En heeft de Witte Brigade daar lelijk huis gehouden na de aankomst van de Canadezen ?"

" Dat geloof ik niet...Ze hebben een paar 'zwarten' in 'Schutzhaft' genomen, dat ik weet: hoop en al een tiental mannen, waaronder Burgemeester Engelborghs...En een zes-zeven vrouwen waaronder mijn Mariette van de keuken en moeder Berkenout: die werden bij de bevrijding door het volk wat geschoffeerd ,kaal geschoren , en daarna geïnterneerd in een kamp te Sinte-Kruis Brugge. Maar in feite heeft de dood van Marie niets met Wit of Zwart te maken ; het is gewoon een 'crime passionnel' van een zatte gefrustreerde minnaar..."

" En die zogenaamde verdrinking van Leon, hoe zit het dààr mee ?..."

" Wel, terwijl hij ,nà zijn aanhouding door de partizanen , wegvluchtte over de schorren langs de Geul, hebben zowel Pylieser als Francis op hem geschoten ,heb ik gehoord...En een paar dagen later spoelde er een lijk aan dat door Jetje werd geïdentificeerd als zijnde Leon ! Daarmee kon de zoektocht naar hem definitief stoppen en was iedereen content hé..."

"Ja ,de rest heeft Leon mij zélf verteld , toen ik hem in dat Jugendheim ben gaan oppikken ,vorig jaar september. Dus zal dat wel kloppen ,al is dat toch een rare geschiedenis..."


Thuis deed hij bij Opa zijn beklag over de onverklaarbare rantsoenering die blonde Krista de laatste tijd op haar charmes had ingesteld. Die dame leek te denken dat hij met éénmaal per week ruimschoots kon toekomen, zég !...Dat was verdomme niét wat hij zich had voorgesteld toen Opa die vrouw, als deel van de geldwissel, zo gul "in bruikleen" had gegeven ! Eénmaal per week ! En dàt juist nu hij de smaak zo goed te pakken had ! Zonder die vrouw in bed ging de ruil niet door, verstaan ?!

Opa zat duidelijk verveeld met het gebrek aan geestdrift van Blonde Krista. Maar hij beweerde heel moeilijk zo'n subtiele conversatie met die Russin te kunnen voeren en stelde Joseph slapjes voor haar 'petit cadeau' gevoelig te verhogen en ook Ninya nog eens te proberen. Kwestie van de gaten te vullen. En hij corrigeerde vettig lachend: "De gaten in de liefdeskalender van Krista hé !"

Maar afwisselend twee weerspannige wijven in zijn bed zag Joseph zo direct niet zitten...

 

Erika nam haar opdracht, om de raid van Joseph naar Westende voor te bereiden, ernstig ter harte. Van allerhande 'Gasthofen' en 'Gästezimmer' in en om Porz kende ze al vlug de gemiddelde prijs van een éénpersoonskamer mét ontbijt, in half- en volpension. Zoals Joseph haar toeristisch Westende-bad beschreven had, veronderstelde zij voorzichtig dat Joseph - wél met Pasen, doch ietwat van de kust verwijderd - een deftig onderkomen zou kunnen vinden bij de burger voor tweehonderdvijftig mark per maand. Maar aangezien hij voor het ogenblik in 'Huize Deutinger' daar driehonderd voor betaalde, besloot zij uit schaamte haar geschatte pensionprijs een beetje op te trekken. Dat was dus al drieduizend Belgische frank.

Ze spande Opa voor haar kar om in het louche milieu van de veemarkt contact te krijgen met een bende die mensen smokkelde over de Duits-Belgische grens. En na twee weken discrete mondreclame stond er plots een gast van een jaar of twintig in de winkel: stevig geblokt en met een weelderig behaarde kop. Duidelijk en kortaf zei hij dat hij "Herr Deutinger wenste te spreken over een geplande reis naar Brussel"... Erika schrok zich een aap, en in de verwarring duurde het even vooraleer die jonge man en Joseph wat wantrouwig tegenover elkaar zaten in de 'Stube'. Hij bleek Fransman te zijn, ook al sprak hij vloeiend Duits, en hij opende het vuur met de rechtstreekse vraag of Joseph de 'reiziger-in-kwestie' was. Ja? En waarom ging hij niet gewoon met de trein naar Brussel, wilde de jongen weten...

" Bon, " zei Joseph: " Ik ga geen tijd verspillen met stomme vragen van de loopjongen te beantwoorden hé ! Ik wil met je baas spreken en had graag van hem wat stevige referenties gekregen. Ik werd al één keer opgelicht en dat vind dat ik voldoende leergeld betaalde om dat in de toekomst te vermijden ! Okee ?!"

De gast bleef gewoon zitten en krabde in zijn snor:

" Le patron, c'est moi !" zei hij in het Frans, als om te testen dat hij werkelijk met een Belg te doen had. En sinds half juni had hij al iedere week een reiziger in Brussel kunnen afzetten, zonder incidenten. Brutaal vroeg hij: " La division 'Wallonie', ça vous dit quelques chose ?"

" De SS Sturmgrenadier Division zal je bedoelen ? Ik ken die zéér goed, en ook Kommandeur Leon Degrelle... En ken jij soms de 'Langemarck' ?"

" De 27. SS Sturmgrenadier Division 'Langemarck ?" antwoordde hij in het Duits: " Met de SS-Standartenführer Schellong, nietwaar ? Laatste gevechten aan de Oder , juist voor de instorting ?"

Deze uitwisseling van 'visitekaartjes' stelde iedereen gerust dat hij aan het juiste adres was, en ze elkaar goed begrepen, ook al vond Joseph dat absoluut nog geen waarborg tegen een nieuwe oplichting. Daarom vervolgde hij voorzichtig: " Mijn broer vocht inderdaad aan de Oder, maar is later in Berlijn gesneuveld. Ikzelf heb altijd in Rusland en de Oekraïne gezeten, tot ze mij in maart '44 aan de Dnjester een poot afschoten." En hij klopte met zijn kneukels op zijn prothese. "En gij ?"

" Ik was bij de 'Wallonie' sinds de omsingeling van Tcherkassy, januari '44, waar onze Brigade driekwart van zijn mankracht verloor. Maar ben overal goed doorgerold. Tot de Rus in april '45 het Oderfront doorbrak en ik gewond werd afgevoerd, onder andere geholpen door een paar Vlamingen van de 'Langemarck'...Want op het laatste liep het daar allemaal dooreen: een echte soep zoals gij ook wel enkele beleefd hebt waarschijnlijk!"

Joseph bleef hem peinzend aanstaren, en vroeg toen abrupt of hij aan de Oder geen Dieudonné had gekend:

" Voornaam Gustave, als ik mij goed herinner..."

" Gustave Dieudonné ?" Nu bleef de Fransman hem onderzoekend aanstaren..." Waarom vraagt ge dat ?"

" Omdat mijn broer Leon bij de Oderdoorbraak op 20 april ook een gekwetste van de 'Wallonie' uit de vuurlijn heeft gedragen ! Gustave Dieudonné heette die, afkomstig ergens van Duinkerke of omstreken, geloof ik..."

De Fransman schudde ongelovig het hoofd: " Kunt gij deze bewering bewijzen, vriend ? Zoiets kan iedereen wel zeggen !"          

" Waaróm zou ik dat in godsnaam moeten bewijzen ?"

" Wel, als dat waar is van die redding, kan ik je wel een korting geven op de prijs van de oversteek naar de kust..."

" Het énige bewijs dat ik heb is het dagboek van Leon, waarin hij onder andere die redding kort vermeldt. Hijzelf is gesneuveld en kan het dus niet navertellen ! Maar als ge wilt zal ik het je laten lezen bij ons volgend contact. Waarom is die Dieudonné voor jou feitelijk zo belangrijk ?"

Zijn bezoeker leek te twijfelen :" Nogal simpel: Gustave was lange tijd mijn slapie, mijn onafscheidelijke vriend...Maar op 20 april ,al vanaf de eerste salvo's van die doorbraakgevechten aan de Oder werd hij gekwetst en afgevoerd naar het westen. Een paar uur later had ik ook het spek aan mijn been, en werd ver genoeg achteruit gevoerd om nooit in de handen van de sovjets te vallen. En na mijn herstel ben ik zonder te veel moeite uit het Britse hospitaal ontsnapt en hier in Köln ondergedoken...Maar van Gustave is nooit meer iets gehoord..."  

" Inderdaad een mooi verhaal, maar op mijn beurt vraag ik jou: kunt gij dat bewijzen ? Heb jij je soldijboek nog van de 'Wallonie' ? Want ik herhaal het: mijn voorgaand contact heeft mij voor duizend mark en een gouden munt opgelicht. Je zult dus wel begrijpen dat ik met geld wat voorzichtiger ben geworden hé !..."

" Man, als het verhaal van je broer klopt, dan moet je voor mijn diensten, die normaal vijfhonderd mark kosten, nù niets betalen ! Is dàt duidelijk ? Blijft natuurlijk het bibbergeld voor de chauffeur, tweehonderd mark: daar kan ik niets aan doen...En als legitimatie zal ik je een foto laten zien van ons peloton, waar ik en Gustave naast elkaar staan in ons SS-uniform, akkoord ? Tot binnen een dag of vier...?! Hiér, zelfde tijd...?"

Na het vertrek van de Fransman moest hij aan Erika en Opa heel de uitleg overdoen, al zweeg hij als vermoord over de mogelijke korting die de smokkelaar hem had voorgespiegeld.

Die twee moeiden zich al genoeg met zijn centen !


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
09-10-2014, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
08-10-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 357
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C62     SLOERIES EN GELDWOLVEN...

 

                                 Porz, november '45

De Belgische korporaal, die hem voor zijn duizend Reichsmark zesduizend frank had gegeven, leek het nadien héél druk te hebben. Tweemaal keerde Joseph naar de kazerne in Porz terug om een koop af te sluiten voor de rest van zijn marken, maar steeds was die kwast niet te bereiken. Toen hij een derde maal aandrong bleek die vent, die Fauconier Justin heette, bij tuchtmaatregel te zijn overgeplaatst naar een andere eenheid verder naar het oosten, in de buurt van Lüdenscheid. Hij was in allerlei louche smokkelzaakjes verwikkeld geweest, zei men, onder andere wisseltrucs met waardeloos Belgisch geld. 'Gutt-geld' noemden de Eerste-Sergeant het verkeerdelijk. En toen Joseph het blijkbaar nóg niet begreep, gaf de goede man een kort verslag van de naoorlogse geldzuivering in België...

Tijdens de bezetting was er teveel bankpapier uitgegeven dat niet meer gedekt werd door de goudvoorraad. Om het reusachtig bedrag aan zwarte winst van de oorlogswoekeraars uit omloop te halen, werden alle bankbrieven van 100 Fr en hoger waardeloos verklaard. Maar speculanten hadden die vervallen briefjes toch opgekocht tegen een belachelijke percent van de nominale waarde, in de hoop - naar goede Belgische gewoonte én wat achterpoortjes - ze later nog ingewisseld te krijgen tegen nieuw Gutt-geld. De korporaal had al verschillende sullen opgelicht met dat waardeloos bankpapier, zei de brave Eerste-Sergeant vol vals medeleven...Meer moest Joseph niet meer weten, en droop beschaamd af.

Toen hij de Deutingers over zijn fiasco vertelde, kreeg hij al even weinig morele steun. 'De Opa' wist over waardeloos geld mee te spreken ! Na de vorige oorlog kon hij tijdens de bezetting van het  Rijnland door de Belgen en Fransozen met een kruiwagen bankpapier naar de bakker rijden om een brood te kopen ! Allemaal de schuld van de toenmalige geallieerden - waaronder ook de Wallonen - die zo'n reusachtige herstelbetalingen eisten voor de geleden oorlogsschade, dat de Reichsbank failliet ging ! Nu kreeg Joseph enkel van hetzelfde laken een broek ! Nét goed !

Erika zag het al wat praktischer: hiér was Jos met zijn (gevonden-gestolen) Dahlmann-fortuin nog een welstellend man, terwijl dit geld in België zo goed als waardeloos zou zijn...Het sluiks omwisselen in franken hield ook grote risico's in, zoals hij reeds aan den lijve had gevoeld ! Wel, de oplossing lag toch voor de hand hé ! "Hiér blijven, vent ! Je geld niét omwisselen en met dat fortuin hier een nieuw bestaan beginnen ! Wat voor zin heeft het je leven te wagen met een wraakraid naar de kust, als je daar niemand genoegdoening mee geeft ? Alle betrokkenen die je wil wreken zijn immers al dood...je moeder, je broer: wat hebben die aan zo'n stunt ?!"  Hiér kon hij veilig en rustig aan zijn toekomst bouwen...Door dat pleidooi van haar kreeg Joseph zo'n flauw vermoeden dat zijzelf wel graag zou hebben dat hij bij haar bleef...En dan niet enkel om rantsoenbonnen in te plakken ! Wel-wel...

Toen hij nadien Jupp bezocht in het hospitaal had deze het probleem al verder uitgebeend, tot op het bot , echt 'mit Deutsche Gründlichkeit' ! Hij wist nu blijkbaar hoe het gesteld was met zijn maagbloedingen, en was op de hoogte dat hij nog maar een paar maanden te leven had.

" Ik moet er dus niet aan denken om, al dan niet met jou sàmen, naar Westende te reizen, er mijn spaarpot op te graven, en er ook nog veilig mee naar hier te keren... Uitgesloten: jij wil er mee wachten tot de lente, en dat is te laat voor mij. En nu op mijn eentje de reis wagen, die kracht héb ik niet meer...Opa evenmin, ook al denkt hij nog altijd over dezelfde conditie te beschikken als in zijn soldatentijd, de sukkel...Dan blijft enkel Erika over...In theorie zou zij die karwei in mijn plaats kunnen doen, maar voor een jonge Duitse vrouw in vijandig gebied is dat te gevaarlijk...Daarbij, ze heeft er ook absoluut geen zin in, tenzij jij haar ook terug naar hier zou begeleiden...En dan nóg !"

Dat "En dan nóg" was er voor Joseph een beetje teveel aan ! Hij was er van overtuigd dat Erika geen moment, maar dan ook absoluut géén énkel moment zou twijfelen om einde maart mee te gaan, indien hij zou beloven haar ook onmiddellijk terug te brengen en nadien bij haar te blijven. Maar dat was totaal uitgesloten ! Daarbij voelde hij zich fameus in zijn gat gebeten over de manier waarop, zonder zijn inspraak, hier over zijn persoontje werd beslist ! Dat hij in Westende minstens een paar weken op de loer zou moeten liggen om zijn drie slachtoffers netjes om zeep te helpen, kwam bij hun plannen al helemaal niet aan bod. Enkel hun stomme centen waren van tel ! Jupp kon verdomme de pot op met zijn begeleide reizen naar de kust ! Joseph had niemands hulp nodig om die schat zélf op te graven en er rap mee in de natuur te verdwijnen ! Terugkomen naar Porz ? M'n gat, ja !!

" Jupp, ik heb je al uitgelegd dat het voor mij te gevaarlijk is, de raid te wagen vóór de lente. En ik ben er absoluut niet op uit één van de Deutingers onderweg aan het handje te houden, omdat die bij gevaar niet onvoorwaardelijk mijn bevelen zouden opvolgen, en zo'n eigengereid optreden de kans om gepakt te worden minstens verdubbelt. Zet je eens in mijn plaats: waarom zou ik dat risico moeten lopen, als ik geen enkel belang heb in het al dan niet slagen van jullie schattenjacht !" Het liegen ging hem goed af...

Eindelijk kwam de verwachte aap uit de mouw: " En moest je er wél belang bij hebben ?" Joseph keek hem gemaakt verbaasd aan, en Jupp vervolgde voorzichtig: " Stel dat ik je een kwart van de schat geef, als jij die hier samen met Erika veilig en wel zou terug brengen ?"

" Wat is me dàt voor een afspraak ! Wat noemt gij veilig ? Wat krijg ik voor het gelopen risico, als Erika, laat ons het noemen: 'beschadigd' terugkomt ? Zónder, of slechts met een gedeelte van de schat ? Honderd mark beloning, of duizend ? Een bank vooruit en een kus van de juf ? Wie gaat dat afwegen ?...Jupp, ik heb in Westende een vuile karwei te volbrengen, en deze heeft geen énkel verband met wat jullie daar willen uitspoken. Dus sàmen reizen als een koppel is sowieso uitgesloten, hoogstens mag Erika mij van op afstand volgen. Ter plaatse wil ik haar oriënteren opdat zij, op basis van een mooie schets, je zogenaamde schat zou kunnen recupereren...Méér kan ik écht niet doen !"

Jupp liet zich niet afwimpelen: " Ik heb nog een ànder voorstel: veel eenvoudiger...Jij gaat in je eentje die schat opgraven, wanneer je maar wil, volgens het plan dat ik je zal geven. En je hoeft dat fortuin zelfs niét aan ons terug te bezorgen..." Joseph fronste verbaasd de wenkbrauwen. "...Maar in ruil geef jij ons hier en nù jouw totale vermogen aan Reichsmarken - minstens tienduizend, als ik je mag geloven - en waarmee jij in België tóch niets kunt aanvangen...Wat dénk je daarvan ?! Simpeler kan het niet !..."

Maar Joseph was ook niet van gisteren: " Dus je wil hier en nu graag mijn fortuin inpalmen, tegen de belofte dat ik binnen een paar maanden - en mits goed de duinen af te graven - een schat zal opdelven ? Hoe groot die schat is en of ze überhaupt nog bestaat, daar heb ik het raden naar ! Jupp, je beledigt mijn intelligentie, man ! Denk je nu werkelijk dat ik op mijn kop ben gevallen ?!"

" Ow, niet zo vlug, Joseph ! Wat ik je wil geven is stukken méér waard dan die 10.000 mark van jou, misschien wel het dubbele, als je het goed uitrekent. Daarenboven volledig inflatie-vast...En ik doe het enkel van de hand omdat ik die schat tóch niet binnen afzienbare tijd zélf kan bemachtigen en te gelde maken. Voor de heropstart van het bedrijf is die schat dus sowieso compleet waardeloos, begrijp je ? Anderzijds heeft het bedrijf nù dringend baargeld nodig om slachtvee te kopen - jouw baargeld ! - zoniet gaan we over de kop ! Die Reichsmarken van jou, waarmee jij in België enkel je gat kunt afvegen, zijn hiér voor ons van levensbelang ! Dan ligt een ruil toch voor de hand, man: een ruil waar wij beiden groot voordeel aan hebben !"

Joseph deed alsof hij al wat minder afkerig was en vroeg schijnheilig: " En wat stelt die fameuze schat in feite voor ? Gouden munten ? Over hoeveel gaat het en wat zijn die waard ? En vooral: van wie heb je die gestolen ? Want ik wil wel voor een driedubbele eremoord in de bak vliegen, maar niet voor een vulgaire diefstal, hé !"

" Niks gestolen ! Eerlijk gekregen smeergeld, of steekpenningen, als je wil: een kleine honderd Belgische gouden 'Louis', Britse ponden en Hollandse Tienguldens dooreen...Van mijn twee grote fournisseurs gekregen, die levensmiddelen aan mijn batterij-keuken leverden: zij factureerden grotere hoeveelheden dan zij in werkelijkheid afzetten, ik tekende die opgeblazen facturen voor ontvangst, en de Belgische staatskas vereffende...Wat ze bij mij uitspaarden, verkochten ze op de zwarte markt, en met hun winst gaven ze mij iedere maand een gouden munt. Nooit rechtstreeks, natuurlijk, maar via je moeder. Dat heeft volle vier jaar geduurd, of achtenveertig maanden met mijn twee fournisseurs, en dat bracht mij dus een kleine honderd munten op...De rest, wat mannenringen en zo, kwam van Pylieser, want die leverde de vis...Ik heb uitgerekend dat daar voor 700 gram goud in die doos zit...Dat corrupt korporaaltje van jou gaf je twintig mark per gram, zei je ? De smerige oplichter ! Want dat is véél te weinig volgens mij, ook al zit je daarmee toch al aan 14.000 Reichsmark hé ! Ik schat de waarde zelfs makkelijk op 20.000...misschien zelfs méér ! Hé ,wat denk je ?"

" Lucht !" Joseph bracht de sukkel brutaal met beide voetjes terug op de grond. Want hij was hoe dan ook niet van plan één Kopek te betalen voor de schat die hij sluiks net zo goed gratis kon opgraven...

" Lucht ,hé Jupp, zeg nu zelf ! Niet dat ik aan je goede trouw twijfel hoor: verre van ! Maar die doos ligt daar al meer dan een jaar in de duinen, en je weet zélf toch ook hoe de wind daar tekeer kan gaan...Op één winter schuurt die geulen uit van meer dan een meter diep en verplaatst bérgen zand: je schat kan al lang bloot gewaaid zijn en misschien speelt een strandjutter er nu schoon weer mee bij de hoeren in Oostende !"

Jupp kreeg een hoestbui van ergernis en stak toen bevelend de hand op: " Nu is het toch mijn beurt om je te vragen of je mij voor debiel houdt ! Wie heeft je ooit gezegd dat ik dat goud zómaar in de duinen begraven heb ? Denk je nu werkelijk dat ik krankjorem ben ! Natùùrlijk ligt het in het zand begraven, en natùùrlijk ook in de duinen ! Maar niet in open lucht hé vader ! Ergens binnen, diep in een ondergewaaide bunker, waar ondertussen waarschijnlijk nog wat zand bovenop is gestoven. Dat komt nooit bloot te liggen, hoe zot de wind ook draait !"

Nu wist Joseph genoeg. Het verhaal van Leon werd hier duidelijk bevestigd. De komedie nog langer trekken zou verdacht kunnen overkomen. Daarom maakte hij aanstalten om te vertrekken: " Je basisidee zit wel goed inéén, vriend, maar je zal er toch heel wat méér zekerheden moeten bijvoegen vóór ik het risico van de ruil kan overwegen. Ofwel moet je mijn mogelijke winstmarge bij die riskante gok fameus verhogen. Die veertig procent is wat aan de magere kant voor een bijkomende karwei die mij feitelijk allerminst interesseert en mij hoogstens van mijn hoofddoel kan afleiden. Want ik maak die gevaarlijke raid naar dààr énkel om mijn wraaklust te bevredigen en niet om rijk te worden, begrijp je ?! Als het niet was om mijn bloeddorst te lessen, kon ik beter hiér blijven en bij de vrouwen van mijn Reichsmarken genieten ! Want ik heb al gehoord dat die hiér nu stukken goedkoper zijn dan destijds aan de kust ! Vrouwen, bedoel ik hé !..."

En hij monkelde eens vuil :"Schuss Pappy ! Hou je goed hé , en tot volgende week !"

 

Joseph had nooit gedacht dat zijn afwijzing zo vlug vruchten zou afwerpen, en dan nog wel 'verboden vruchten' op de koop toe ! De ronk van een mogelijk akkoord en zijn bijkomende eisen moest in 'Huize Deutinger' wel héél vlug zijn rond gegaan. En vreemd genoeg was het 'oude Opa' die na het avondeten de eerste zet deed.

" Zo, het is weer volle maan..." lanceerde hij opgewekt: " De wolven huilen in het bos...Heb je dat op de Russische steppe ook gemerkt hoe de wilde dieren bij volle maan elkaar toeroepen dat het tijd is voor de liefde ? Machtig hé, hoe op zo'n moment de driften ontwaken ? En natuurlijk ook bij de mens hé ! In alle liefdesliedjes rijmt maneschijn op rode wijn: dat zal wel geen toeval zijn hé !"

Hij grinnikte wat vettig zoals mannen ondereen, maar Joseph begreep niet waar hij naartoe wilde...Die ouwe ging hem toch zijn kleindochter niet aanprijzen, zeker !? Al schoven ze wél vervaarlijk in die richting toen Opa tactloos vroeg of die beenamputatie geen groot beletsel was bij het...je weet wel...vrijen ? "Schrikt zo'n dikke dijstomp de gewillige vrouwtjes niet wat af ? En belemmert dat de man niet in zijn...heu...veroveringsdrang en onderwerpingsdrift...?" De ouwe had er werkelijk zijn allerduurste woorden voor bovengehaald.

" Och Opa, de loslopende meisjes hebben tijdens de oorlog waarschijnlijk wel àndere schrikbeelden gezien dan mijn dijstomp! En wat mijn opeenvolgende vaste vriendinnen betreft : sinds mijn amputatie heb ik zéker al drie vrouwen op rij maandenlang gelukkig gemaakt en ik heb er geen enkele weten terugschrikken hoor ! Misschien gaf die beenstomp hen zelfs een speciale kick, wie weet hé...En de betovering van mijn uniform, natuurlijk ,al trok ik die daarbij meestal uit hé...Zij waren in elk geval van mijn persoon en mijn prestaties blijkbaar steeds zeer tevreden...Al moet ik er eerlijkheidshalve bij vertellen dat, dààr en toén, de sterkere, mooiere en leukere mannetjesputters eerder dun gezaaid waren. Maar bijvoorbeeld tijdens mijn herstel heeft een lieve verpleegster haar borrelend moederinstinct op mij kunnen botvieren...En later zochten mijn twee opeenvolgende bedgenoten vooral bescherming bij mij door mijn graad in het leger en tenslotte, bij de Russische inval in Berlijn, door mijn statuut van 'niet-Duitser'...Maar als man ben ikzelf ,hoe dan ook ,nooit iets tekort gekomen, als je dat bedoelt..."

Opa lachte eens fijntjes: " Maar de laatste twee maanden was de spoeling maar dunnetjes, heb ik begrepen ! Heel pijnlijk voor een jonge kerel als jij, kan ik mij voorstellen...vooral omdat jij je daarmee onnodig kwelt!"

Wat krijgen we nu ?! Zou die oude koppelaar het écht wagen zijn kleindochter bij de aanbiedingen te zetten ?

Hij vervolgde: "Onze twee Russische meisjes zitten ongeveer in dezelfde situatie als jij, weet je..."

Oef ! Wat een opluchting ! Alsof er een kogel vlak naast zijn oor voorbij was gezoefd en hem op een haar had gemist ! Hij kon weer wat lachen met de oude man, ook al had hij van alteratie een deel van zijn voorstel gemist !

"...Vooral Ninya, de brunette, schijnt je een toffe kerel te vinden. Maar ze heeft tot nu toe niets durven laten merken omdat ze dacht dat mijn kleindochter Erika misschien interesse zou hebben in zo'n knappe man...Niet dus: en ik heb het eerlijk gezegd ook liever zo...Maar als Ninya je iets zegt als vrouw, laat dan vanavond de deur van je kamertje op een kier staan en hou wat schnaps achter de hand hé ! Galant bezoek gewaarborgd, man !..."

Joseph was wel een beetje overrompeld door dit voorstel, maar liet niets merken: " En, verwacht ze betaling of is het enkel voor mijn blauwe ogen en mijn blonde haar ?"

" Och, een kleinigheid...Tien mark of zo, of twintig als ze heel de nacht moest blijven...Méér geef ik ook nooit aan de blonde Krista, die af en toe bij mij eens komt babbelen..." Dat Erika in dit verband over vijf mark had gesproken, liet Joseph maar blauw-blauw...

 

Ninya had kennelijk van Opa de opdracht gekregen om het klassieke animeermeisje te spelen dat bij stroeve handelstransacties gratis weerstanden komt gladstrijken. Maar van enige speelsheid was er geen sprake, toen zij door Opa met de gekende Teutoonse finesse nog dezelfde nacht bij Joseph voor de leeuwen werd gegooid. De vrouw deed haar vrouwenwerk zwijgend en koel - om niet te zeggen zo koud als de vrieslucht buiten - en verdween na volbrachte arbeid even plomp als ze gekomen was. Met de beste wil van de wereld kon Joseph het geen hoogstandje noemen en dat maakte hij bij het ontbijt aan de monkelende koppelbaas ook duidelijk. Die leek fameus in zijn beroepseer van "Juul" gekwetst en beloofde als compensatie de blonde Krista te sturen, waar hij altijd héél tevreden van was geweest...Joseph mocht dan wel zeggen dat het op geen dag stak, de oude wilde kennelijk zijn nieuwe carrière als pooier niet voortijdig met een natte sisser beëindigen. Nog dezelfde avond moest en zou hij blonde Krista eens proberen: spektakel gegarandeerd !

Tijdens zijn werk op het 'bureel' deed Erika nogal koeltjes, wat Joseph op twee bedenkingen bracht. Eén, ze was van de voze vrouwenhandel op de hoogte, en twéé, zijn uitspattingen schokten blijkbaar haar rozerode meisjesdromen méér dan ze wou toegeven ! En aangezien hij goed wist hoe wereldwijs ze geworden was door de lopende verhalen van seksuele brutaliteiten op alle fronten, kon hij enkel besluiten dat zij voordien een boontje voor hem had gekoesterd, en nù niet meer...Allee, voorlopig toch...

 

Tijdens het avondeten kwam Opa met een pijnlijke vraag. Hij had bij de autoriteiten een papieren toewijzing los gepeuterd om op de veemarkt een rund te kopen bestemd voor de officiële voedselvoorziening. Iedereen blij natuurlijk, want dat wees er eens te meer op dat de toestand langzaamaan regulariseerde...Maar één ding was, zacht uitgedrukt, vervélend: hij had er het geld niet voor...Na grondig schrapen kwam hij nog een dikke duizend mark te kort, vreesde hij...Kon Joseph die niet voorschieten op de afgesproken logeervergoeding voor de volgende vier maanden ?...

Bij het begin van zijn uitleg was de fiere Erika al met een rode kop naar de keuken verdwenen, zodat Joseph zonder schroom open kaart kon spelen.

" Vier maanden ? En ik heb er al twee betaald, dan is mijn schuld met deze som tot eind maart geregeld hé ? Je bent dus akkoord dat ik daarmee tot mijn vertrek naar België geen huishoudgeld meer moet betalen, ja ?...Mij goed..." En alsof het de gewoonste zaak ter wereld was, stroopte hij zijn broekspijp op boven zijn prothese en legde zijn kunstvoet met een brede zwaai op tafel. Opa schrok wat achteruit. Joseph deed of hij niets merkte en graaide met een vork in de holte van de houten kuit. Na wat gepruts schoof daar het eerste rolletje bankbrieven uit, tot grote opluchting van de ouwe...

" Bon, " deed Joseph zonder verpinken: " Twaalfhonderd mark, hebben we gezegd..." En rustig telde hij de brieven van vijftig vóór zich op tafel en deed het rode elastiekje opnieuw rond de rest.

"Zo, Opa, we gaan daar geen kwijtschrift of àndere papierkraam bij sleuren, hé, maar ik had wel graag dat Erika eventjes kwam zien dat ik die betaling ook daadwekelijk doe. Als Krista je morgen van pure opwinding een hartinfarct bezorgt, wil ik toch graag dat je erfgenamen op de hoogte zijn van mijn vrijgevigheid hé !"

De stamvader lachte wat zuur, maar riep toch Erika erbij toen Joseph het geld vóór hen uittelde en er duidelijk bij zei waarvoor hij het bedrag betaalde en wat Opa van plan was ermee te doen. Maar méér dan een beleefde "Herzlichen Dank" kon er bij haar niet af...

Die nacht kreeg Joseph van blonde Krista wél waar voor zijn geld. Ze leek er zelfs plezier aan te beleven en vulde de dode momenten op met een getaterd koeterwaals waar hij slechts af en toe een paar Duitse woorden uit opving. De draad van haar eigen uitleg zal ze zelf ook niet erg belangrijk gevonden hebben, want telkens hij op haar prachtige lijf een nieuw domein innam, was ze er als de kippen bij om hem met "Gut-Gut !" luid aan te moedigen. Van Opa geleerd, waarschijnlijk...

Maar mooie liedjes duren niet lang. Drie dagen later kreeg in Metzgerei Deutinger het eerste naoorlogse rund de genadeslag en begon het bedrijf op volle toeren te draaien...Met het spijtige gevolg dat Krista 's avonds steendood was, en Joseph op zijn kin kon kloppen...

Erika moest in de winkel ook erg uit haar pijp komen, maar voelde intuïtief aan dat Josephs nachtelijke uitspattingen op een laag pitje stonden. Ze scheen daaruit een serene vreugde te scheppen en werd bij momenten écht het zonnetje in huis ! Alle administratieve rompslomp schoof ze neuriënd op hem af in het burootje, alsof het haar bedoeling was hem geen zonlicht meer te gunnen...En Opa had het meer dan druk om samen met de Russinnen alle slachtafval netjes in worsten en pasteien te verwerken. Met andere woorden: de kassa rinkelde en de aankoop van een tweede slachtrund op de volgende gecontroleerde veemarkt zou normaal geen problemen meer stellen. Als ze natuurlijk éérst de onontbeerlijke toewijzingsbrief zouden kunnen los krijgen...En dit hing meer en meer af van de algemene hygiëne van het bedrijf en het advies van de gezondheidsinspectie. Voorlopig zagen die nog veel tekortkomingen door de vingers, maar vroeg of laat zou Opa toch moeten beslissen zijn slachterij aan te passen aan de nieuwe administratieve vereisten...En daarvoor had hij het resterende geld van zijn betalende logé dringend nodig.

Toen Joseph op zondag namiddag even bij Jupp in het hospitaal langs liep was deze al op de hoogte van de goede gang van zaken en bedankte Joseph voor zijn inschikkelijkheid. Maar hijzelf had ook goed nieuws, zei hij kordaat: hij kon een nieuw bod op het Dahlmann-fortuin doen, dat zijn Vlaamse vriend nu zéker niet meer kon weigeren !...

" Ik ben eens benieuwd hoe je mij nù gaat rollen !"

" Niks rollen ! Ik bied je niet alleen mijn munten aan, waarover wij het al hadden, maar ik geef je daar bovenop nog zowat de volledige stock juwelen van Rachel haar boetiekje in Oostende ! Wat zeg je daarvan !?"

Joseph viel van hoog: " Rachel ? De stock van haar juwelenwinkel ? Hoe kom je dààraan verdomme ?"

" Och, dat is een lang verhaal, maar in het kort komt het hier op neer...Die Rachel kreeg medio '41 last met de Kriegsmarine in Oostende en moest onderduiken bij Jetje. Ze had uit voorzorg wel heel haar stock juwelen meegenomen. Jetje heeft bij mij af en toe wat kettinkjes geruild tegen eten om haar geheime logé te onderhouden. Maar toen die twee verklikt werden door Pylieser en de Feldgendarmen hen oppakte wegens zogenaamde smaad aan de Kriegsmarine, vertelde Jetje mij de schuilplaats van die gouden spullen. Ze vroeg mij te trachten hen er mee vrij te kopen...Zijzelf werd echter gelost vooraleer ik de juiste man had kunnen benaderen, en voor haar vriendin Rachel was het toen al te laat: die was al gedeporteerd naar een KZ-Lager in Duitsland...Ik heb die doos met juweeltjes dan maar bewaard tot een volgende gelegenheid, en verborgen in de 'Stella Maris' zonder Marie op de hoogte te brengen. Zij heeft altijd verondersteld dat die vent van de Krijgsraad er mee ging lopen, en ik heb haar in de waan gelaten...Ze heeft bij mijn weten de doos ook nooit in de 'Stella Maris' ontdekt en dus moeten die juwelen nog steeds in dezelfde schuilplaats liggen..."

Joseph schudde glimlachend het hoofd: " Jupp-man, als verkoper van gebakken lucht schiet jij de hoofdvogel af, weet je ! Ontroerend van naïviteit ! Dus wéér een schat waarvan ik maar moet aannemen dat ze: primo, inderdaad bestaat, secundo: veel waard is, en tertio: nog steeds op de plaats ligt waar jij ze hebt verborgen ! Terwijl de kans groot is dat een uitgewoond krocht als de 'Stella Maris' ondertussen werd afgebroken om plaats te ruimen voor een modernere villa !

" Maar wat wil je dan dat ik je aanbied ?!" riep Jupp geïrriteerd uit, vooraleer bijna in een zware hoestbui te stikken.

Toen de rust was weergekeerd greep Joseph hem kalmerend bij de arm: " Luister, ik twijfel niet aan je goede trouw, en misschien zal het mij lukken met jouw inlichtingen die twee dozen goud te vinden, misschien ook niet, of slechts gedeeltelijk. In feite kan mij dat ook niet veel schelen. Mij interesseert enkel mijn wraakraid deftig te kunnen volbrengen vooraleer ze mij pakken en als oud-SSer een tiental jaar in de bak steken. Want dààr ontsnap ik tóch niet aan, dat weet ik..."

" Ik begrijp niet dat, ondanks dit slechte vooruitzicht, je mordicus tóch die afrekening wil uitvoeren..."

" Omdat het een erezaak is, Jupp, en daar moet àlles voor wijken ! Zelfs mijn leven, als het moet ! Maar deze operatie kost geld, véél geld ! Eerst en vooral moet een smokkelaar mij sluiks over de  grens helpen naar België. En de reis naar de kust is op zich ook al niet goedkoop...In Westende moet ik waarschijnlijk een maand kunnen verblijven om rustig mijn ding te doen: voor kost en inwoon aan seizoenprijs rekenen de pensionhouders daar flink door... Dat zal het zowat zijn, want voor de daaropvolgende jaren zal ons Vadertje Staat wel in mijn onderhoud voorzien, met gratis kost en inwoon achter de tralies... Laat je Erika dus maar eens uitrekenen met hoeveel baargeld ik moet vertrekken. Als dàt in orde is, kan je de rest van mijn marken krijgen in ruil voor jouw goud, maar eerder ook niet. Jammer Jupp, maar het is te nemen of te laten ! En beschouw het als een vriendendienst !"

Jupp leek na de geleverde inspanning langzaam leeg te lopen maar glimlachte toch moedig: " Je zult het je niet beklagen, vriend...Laat ons echter de details làter uitwerken...We hebben nog wel éven de tijd..."

Maar véél blijkbaar niet ,als je hem daar zo zag liggen...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
08-10-2014, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
07-10-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 356
Klik op de afbeelding om de link te volgen

           C61

FREDDY, HUSSAK & USTINOV...

 

                               Porz, november '45.

Vanaf het ogenblik dat de dokter Opa over de vermoedelijke maagkanker van zijn zoon Jupp had ingelicht en hem daar bovenop nog hoogstens zes maanden te leven had gegeven, was er als een loden deksel over de Deutingers gevallen. Hun hoopvolle toekomstplannen hadden ze altijd gesteund op de zonnige veronderstelling dat Jupp ,na zijn vrijlating uit het krijgsgevangenkamp, wel vlug weer 'de oude' zou worden en de maagklachten - mits aangepast eten - ook vlug zouden verdwijnen...Na die brutale ramptijding echter liep iedereen er een week lang verwezen bij, en het spookbeeld dat ze de beenhouwerij bij gebrek aan geld én een drijvende kracht zouden moeten sluiten ontnam hen ieder perspectief.

Uit wanhoop had Opa al voorgesteld om de twee Russinnen Krista en Nina wat meer bij het bedrijf te betrekken. Het waren stevige jonge meiden en ze kostten bijna niks. Maar Erika was daar vlakaf tégen. Ze vond al een tijdje dat 'der Alte' te familiair met de twee gezonde natuurkrachten omging...Voor een meisje van 18 had ze een verdomd klare kijk op de mannelijke drijfveren, en voelde met haar klompen aan dat vooral de blonde Krista niet erg met haar gat zou moeten draaien of met geile Opa was het koekenbak ! 't Was nu wel een oude vent van vijfenzestig ,maar toch...'t Zou de eerste bompa niet zijn die nog papa werd...En tegen Joseph had ze al sakkerend gezegd dat ze allesbehalve verlangend uitzag naar een jonge Russische tak aan de familiale stamboom !

Neen, als er überhaupt nog een beetje toekomst in de Metzgerei stak, zou zijzelf wel zorgen dat die overleefde, ook al zou het niet gemakkelijk gaan. Met een vleugje geluk kon ze het misschien trekken tot er bij de eerste vrijgelaten krijgsgevangenen een jonge geschikte kracht zou opduiken...Joseph kon mooi herhalen dat bij de eerste vrijlatingen hoofdzakelijk invaliden zoals hij zouden zitten ,mankepoten en teringlijders ,en dat 'ze' de sterke mannen pas binnen een paar jaar gingen lossen, het drong niet tot haar door...

Wél wist ze dat dit wachten geld zou kosten, geld dat ze voorlopig niet bezat. Op lenen bij een bank of een Sparkasse moest ze niet hopen, want die wankele instellingen waren zélf ver failliet of eisten een stevige onderpand in gezonde bakstenen. Ze vreesden daarenboven ieder ogenblik dat de westerse overwinnaars de Reichsmark zouden devalueren. Maar Vati had haar verteld, tijdens haar eerste bezoek in het hospitaal, dat hij in Vlaanderen nog ergens een kapitaaltje had staan dat nooit zou devalueren... Juwelen veronderstelde zij...Sindsdien was hij daar heel discreet over gebleven, maar hij zat duidelijk op z'n ei te broeden hoe hij die Vlaamse schat kon gaan ophalen !

" Hij !" sakkerde ze wanhopig tegen Joseph: " Hij, om godswil ! Een verkankerd wrak, met nog geen zes maand meer te leven !"...Door die vervloekte kanker vervielen zijn fantastische plannen om dat fortuin te recupereren tot louter verspilde energie...Zij besloot bij een van haar volgende bezoeken de koe bij de horens te vatten en hem te overtuigen de recuperatie van die schat aan iemand ànders over te laten. Aan Opa, bijvoorbeeld: die had niet zoveel last meer van zijn zware schouderverwonding en was voor de rest toch nog een flinke zestiger...Want de tijd drong... Ze wist ook wel dat dit erg wazig klonk en er nog veel details geregeld moesten worden, maar een àndere oplossing zag zij niet...

Joseph snapte wel over welke centen zij het had, maar hield zich voor de domme. Want het éérste wat hij bij zijn terugkeer in Westende hoopte te doen was juist die schat van Jupp uit de abri op te graven ! Voor eigen gebruik ,wel te verstaan ! Leon had hem de juiste ligging binnen onder het stuifzand beschreven, dus voor veel moeilijkheden moest hij daarbij niet vrezen...Als ze er nog onaangeroerd lag, natuurlijk...

 

Toen Opa gisteren van zijn ziekenbezoek terugkwam, was hij nogal somber gestemd. Jupp was er zélf begonnen over de mogelijkheid dat hij vreesde misschien aan een begin van een soort maagkanker te lijden...Héél aftastend geformuleerd...Veel medepatiënten op de zaal waren in dat geval, zei hij, en een jonge verpleegster had erg verward gereageerd toen hij dat opwierp. En Opa had dan maar bekend dat de dokter inderdaad met deze mogelijkheid rekening hield, maar nog lang niet zéker was...Tableau ! Vanaf dit ogenblik had het bezoek een heel pijnlijke wending genomen. En bij het afscheid had Jupp gevraagd of Joseph niet eens langs wilde komen: hij wou nog zoveel mogelijk ophelderingen geven over de gebeurtenissen in Westende nà de inval van de Canadezen. En zélf had hij graag gedetailleerd vernomen wat Leon had beleefd vanaf zijn ontsnapping uit de klauwen van Pylieser tot zijn dood bij de straatgevechten in Berlijn...Blijkbaar begon Jupp dan tóch te vrezen dat zijn tijd vér op was...

 

Van het Stedelijk Ziekenhuis van Porz lag nog steeds één vleugel in puin, maar voor de rest had het gebouw relatief weinig geleden. Een ploeg glazeniers was zelfs druk in de weer om de ramen van de tweede verdieping te herstellen en binnen heerste er reeds een aangename temperatuur. Toch deed de sfeer van tuchtvolle drukte en de formollucht hem onmiddellijk denken aan zijn hospitalisatie in Praag waar ze hem voor de tweede maal onder het mes hadden genomen...En waar Monika haar best had gedaan de snerpende pijnscheuten in zijn been te verzachten... Lieve Monika...Beschamend feitelijk, dat hij zich nu zo moeilijk de trekken van haar wezen voor ogen kon halen...

Zaal H-4, bed 12, hadden ze aan de receptie gezegd. Vervelend, die ontgoochelde blikken van de patiënten waar hij langs moest en die in hem geen bezoekend familielid herkenden...Jupp lag tamelijk achteraan in een duistere hoek, want zijn raam was nog met triplexplaten gedicht. Toen hij Joseph herkende gleed er toch een vriendelijke glimlach over zijn gezicht: bon, dat was alvast een goed begin.

Het duurde wel even vóór ze op de juiste golflengte zaten en een neutraal onderwerp konden aansnijden. Jupp wierp 'Freddy' in de groep. Freddy verdomme !? Ja, die had Joseph toch ook gekend ? Opa had hem eergisteren verteld dat hij een brief had gekregen van Freddys vrouw met de officiële bevestiging dat haar man op 26 augustus 1944 aan de Seine gesneuveld was. Hij lag begraven op het Duits militair kerkhof van Fleury, dicht bij Rouen... Sakkerse Freddy ! Hij had het dus niet gehaald, ondanks zijn maniakale voorzichtigheid...

" Ik heb hem in feite enkel maar een paar maanden gekend ,vaag dan nog ,als jouw vriend bij het pintenpakken...Hoe hij mij voor het eerst zat voerde op het feestje van Weihnachten '40-'41 in onze barak...En dan herinner ik mij hem natuurlijk van zijn lachwekkende obsessie over gasgranaten, uit zijn diensttijd gedurende de oorlog '14-'18. Man toch ! Er kon geen enkel incident gebeuren in de batterij en omliggende, of de oorzaak lag volgens hem bij de gasgranaten uit de Grote Oorlog !..."

Jupp lachte niet mee: " Weet je, ik vrees al bij al dat onze Freddy in veel gevallen gelijk had met zijn belachelijke angst voor dat mosterdgas...Want na de landing van de Canadezen in Dieppe - in de zomer van '42, als ik mij goed herinner - moesten wij in de batterij geleidelijk aan een grotere reserve munitie aanleggen. Om die veilig te stockeren besloten ze de oude bunkers van '14-'18 weer in dienst te nemen: ingewaaid zand uitscheppen en de toegang vrij te maken. Maar we zijn daar rap mee moeten ophouden, want de meeste zaten nog vol met van die half verteerde en lekkende gasgranaten. Een lang verblijf in zo'n bunker was levensgevaarlijk wegens de giftige dampen. En ook in open lucht hebben we verschillende ondergewaaide stapels van die rotzooi gevonden...In feite zit heel het duinengebied van de batterij vol vergif". Door zijn legerdienst in de zomer van '18 wist Freddy dus wel degelijk waar hij over sprak !"

" Maar allee, jij hebt als menagemeester toch nooit bij die gasopruiming moeten helpen, en tóch zit je lijf vol van die bruine vlekken..."

" Ik heb al gezegd dat gas daar niets mee te maken heeft. Mijn vriend Hussak heeft mij dat gelapt, toen ik bij hem een drankje bestelde om als doodzieke uit het gevangenkamp te geraken en in het hospitaal van Den Haan te worden opgenomen. Eén van ons beiden heeft wat overdreven vrees ik..."

" Toch nogal gewaagd, hé, om uw leven en gezondheid te laten afhangen van een wildvreemde giftmenger ! Als ik mij goed herinner wat Leon mij vertelde, was die meneer Hussak een Tsjechische deserteur die bij zijn vlucht nog een paar kameraden heeft vermoord ?..."

" Nee , dat heeft die rare Kozak Ustinov gedaan...Maar akkoord, zonder mijn stilzwijgende hulp zou Hussak zijn desertie, samen met zijn vriend Ustinov, nooit gelukt zijn. Daar is hij mij heel dankbaar voor geweest, en heeft mij nadien met alle macht geholpen om van de Canadezen mijn ontslag voor medische redenen te bekomen. Die Ustinov was wel van een heel ànder kaliber: die betrouwde ik voor geen cent ! Toen hij mij op een dag in het hospitaal kwam bezoeken en de dood van Marie kwam ter sprake, heeft hij mij koudweg gezegd dat het hem veel plezier deed dat zij haar gerechte straf had gekregen. Ik heb ook nooit begrepen wat hij daarmee bedoelde, en waarom hij blijkbaar zo'n haat koesterde tegen je moeder..."

" Die Ustinov zal toch niet de 'onbekende weerstander' zijn, in wiens schoenen ze de moord op Marie willen schuiven ? Het is vreemd, maar heel dat verhaal van haar dood hangt met haken en ogen aanéén. Echte getuigen zijn er niet...Op den duur zou een mens nog gaan twijfelen of zij überhaupt wel gestorven ís !"

" Ustinov beweert in elk geval van wél...Die vent heeft nadien nog openlijk bekend dat HIJ zijn twee vrienden, die samen met hem deserteerden, om zeep heeft gebracht uit angst dat ze zouden doorslaan...Een vies personage, waar ik niet veel mee ophad ! Maar Hussak en Ustinov vormden nu eenmaal een koppel: wel jammer, want daardoor kon ik onmogelijk de éne helpen en de àndere laten stikken..."

" Die Ustinov, was dat écht een Rus ?"

" Nee, hij sprak heel goed Duits, en zélfs Vlaams ! Wij noemden die Vlassov-vrijwilligers 'onze Kozakken', maar in die hulptroepen zaten zowat alle nationaliteiten. Raar volk...Dus laat ons over die vent maar zwijgen..."

Joseph was onmiddellijk akkoord, want het verhaal over die vroegere vrienden van Jupp bezorgde hem een vreemde afkeer, die hij niet kon thuis brengen. Maar Jupp liet hem niet veel tijd om zijn eigen gevoelens te analyseren en hervatte voorzichtig het gesprek.

" Eén van de redenen waarom ik graag eens met je had gesproken gaat in feite over een gevoelige kwestie, maar die ik toch graag had uitgeklaard...Je werkt nu al lang samen met Erika, en zij schijnt je hulp erg te waarderen. Maar zij is pas achttien en is nog niet veel met jonge mannen omgegaan...Ik wed dat jij waarschijnlijk al over haar hebt gefantaseerd, wat natuurlijk normaal is voor een gast van tweeëntwintig. Maar ik weet dat je sowieso binnen een paar maanden de sprong naar Vlaanderen gaat wagen...Laat me daarom heel eerlijk het volgende zeggen: ik zou niet willen dat er tussen jullie twee een emotionele band zou ontstaan, die bij je vertrek tot een drama zou leiden, als je begrijpt wat ik bedoel..."

Joseph haalde monkelend de schouders op. Niet erg gerust gesteld vervolgde Jupp :

" Bon, ik heb misschien te vroeg gesproken...Maar je moet wél weten dat er àndere mogelijkheden zijn, om een vrouw te omhelzen...Met een beetje moeite zou Krista waarschijnlijk wel te overhalen zijn, tegen een kleine vergoeding...Opa geeft haar vijf mark...En als ik het goed voor heb is geld bij jou geen probleem, hé..."

" Zeg komaan hé Jupp ! Wil je soms weten hoeveel keer per week ik een ritje met Krista kan bekostigen ? Aan vijf mark ?...Dat zal ik je eens rap zeggen, zie ! Zes maand is ongeveer honderdtachtig dagen, hé..." Hij gaf even een demonstratie hoofdrekenen ten beste: " Wat zou ze denken van vijftig mark per dag, tién ritten ruw geschat ?... Wees gerust Jupp, ik heb genoeg centen om, als het moet, zelfs doorlópend bij haar in bed te blijven ! Tien keer per dag, tot ik in duigen val ! En ook dàn is er nog genoeg over voor de afgesproken vergoeding om zes maanden bij jou te eten. Je mag dus op je twee oren slapen: ik zal je dochter niet verkrachten in een uitbarsting van opgekropte wellust ! Bij gebrek aan ànder vrouwelijk schoon zal ik die blonde Krista eens van dichterbij bekijken ! Alvast bedankt voor de tip !"

Jupp lachte wat zuur: " Maar hoe ga jij in godsnaam in zes maanden al dat geld besteden, als je het niet aan de hoeren wil verkwisten ?! Volgend jaar kan je er in België tóch niets meer mee aanvangen: Reichsmarken zijn daar waardeloos ! Juist omdàt ze dààr totaal waardeloos waren, heb ik bij mijn vrijlating zo gemakkelijk van de Witte Brigade mijn geconfisceerde marken terug gekregen !"

Joseph leek te twijfelen of hij Jupp nog meer tekst en uitleg zou geven maar besloot open kaart te spelen.

" Luister, Erika vertelde mij dat er hier vlakbij in Westhofen een transporteenheid van de Belgische 'Brigade Piron' ligt, en ik heb een tip gekregen dat daar een korporaal een ruilhandeltje doet in het wisselen van marken tegen Belgisch geld... Weliswaar aan een koers van één mark tegen zes frank, terwijl ik vroeger wisselde aan één tegen twaalf, maar ja...Ik ga het éérst eens, om te testen, met een duizend mark proberen, en pas làter, als alles goed verloopt, de rest omruilen...En die man is ook geïnteresseerd in mijn gouden munten, maar geeft slechts de helft van het bedrag dat een Pool mij er in Berlijn voor wilde geven..."

" Verdomme zeg Joseph ! Duizenden marken en gouden munten ! Heb jij in Berlijn soms een rijke weduwe om zeep geholpen ?! Dat fortuin kan je toch nooit van je soldij gespaard hebben, hé vent ! Je weet toch: gestolen goed gedijt niet !... Luister, ik heb een voorstel: beleg dat geld in de beenhouwerij, tegen een mooi percentage...Of wordt mijn vaste vennoot...En vergeet heel die waanzinnige wraakexpeditie naar Westende: dat loopt tóch nooit goed af...Daarbij, als je hier blijft kan het misschien tóch nog iets worden met Erika, wie weet..."

" Hoezo ?!" lachte Joseph: " Omdat ik in het geld zwem, mag ik plots wél met je dochter vrijen ?! Jij verandert wel héél vlug van mening hé !"

" Ja, maar niét omdat je plots geld hebt ! Wél omdat je plots niet meer binnen de zes maanden de benen neemt ! Aan zó iemand geef ik mijn dochter niet weg ! Maar als je van plan zou zijn om voor lange tijd hier in Porz te blijven, verandert dat de situatie compleet ! En mag ik dus ook over jouw plaats in mijn gezin van mening veranderen, nietwaar..."

Joseph stond lachend op: " Kom, jammer voor de maagdelijkheid van Erika, maar mijn wraakexpeditie naar de kust krijg bij mij absolute voorrang...Nadien zien we wel weer: misschien kom ik wel terug als de afrekening volbracht is."

" Maar waar denk je daar ergens te kunnen logeren, als niemand het mag weten ? In dat boerengat word je toch onmiddellijk herkend en ontmaskerd ?"

" Waar ergens ? Maar man, in één van de honderd leegstaande villa's natuurlijk !" Over zijn plan om gewoon één of twee nachten maximum in de abri te slapen, sprak hij liever niét met Jupp: enkel de tijd om het blik vol gouden Louis uit te graven, waar Leon het over had..." En ik laat mijn baard groeien...Daarbij, geen enkele Westendenaar heeft mij al gezien als een invalide op krukken en één been: het zal niet gemakkelijk voor hen zijn om ook maar enig verband te leggen met de frisse jongeling die ze vier jaar vroeger gekend hebben...En vergeet niet dat rond einde maart het paasseizoen begint: tussen al die vreemde rare kwasten zal ik écht niet opvallen !"

" Maar om te eten moet je toch buiten komen uit je hol ?! Of ga je een maand beschuiten eten ?"

" Beschuiten ?! Vergeet het ! Je kent misschien mijn oud lief, daar: Nadine De Handt ? Van die groentenwinkel op de hoek van de Meeuwenlaan ? Die zal mij wel bevoorraden, wed ik..."

" Daar zou ik maar niet teveel op rekenen ! Ik kén die winkel en dat meisje...Halverwege de oorlog zat zij in pensionaat op een soort verpleegsterschool in Gent, als ik mij goed herinner, en paradeerde tijdens de weekends graag in uniform. Die heeft ondertussen vast al een dokter aan de haak geslagen ! En hoe lang zou je in het slechtste geval wég blijven, denk je ?" Het was duidelijk dat Jupp aan zijn kanker dacht: het tot mei trekken zag hij blijkbaar niet zitten.

" Ik heb drie man op mijn zwarte lijst staan: binnen de maand moet dat lukken, om die te kelen...Maar als ze me snappen krijg ik de kogel...Dus tussen één maand en de eeuwigheid kan ik je niets beloven..."

" De eeuwigheid ?! Waanzin !" bromde Jupp en draaide zich nors op de àndere zij.


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
07-10-2014, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
09-12-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 355
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C60.   JUPP DEUTINGER.

 

                                                                 Köln-Portz, begin oktober '45.

Makkelijk was het niet geweest, om zich aan het gezin Deutinger op te dringen, maar eerlijk gezegd had hij dat ook niet verwacht. De vrouw, die hij vanaf de straat even achter de toonbank met het oude heertje had zien praten, bleek uiteindelijk Jupps dochter te zijn, en stukken jonger dan hij eerst had geschat. Toen ze om twee uur de winkel weer opende, had hij samen met haar een stukje komedie opgevoerd. Hij gebaarde alsof zij hem uit een verkwikkend middagdutje had gewekt, en zij deed alsof ze verrast was hem slapend op haar deurmat te vinden !

"Man, hier kan je toch niet blijven liggen !"

"Was ik ook niet van plan ,Fraülein , maar blijven stààn was stukken vermoeiender. Als u om twaalf uur de deur niet vlug-vlug voor mijn neus had gesloten, was ik misschien al lang weer wég geweest !" En toen ze daarop niet onmiddellijk reageerde besloot hij het wat eleganter op te nemen: " Mijn naam is Joseph Petré uit België, en heb de Oberfeldwebel Jupp Deutinger goed gekend toen hij bij ons aan de Vlaamse kust dienst deed tijdens de oorlog en ondertussen vier jaar met mijn moeder "sjanste"...Begrijp je ,kind ?...  Neen ?..."Zusammen  geschlafen" mit meine Mutter ,wie Mann und Frau ,Okee ?! Die Grosse Liebe ,wass ! Vier jaar ! Of moet ik er soms een tekeningetje bij maken verdomme !?... Ik ben nu op de terugweg naar huis en had graag eerst eens met Jupp gesproken...Rustig ,in alle vriendschap okee ?!"

" Maar mijn vader is ziek, beste man, en kan voor het ogenblik niemand ontvangen !"

" Ook goed, " zei Joseph: " Dan blijf ik hier wel liggen tot hij genezen is...Ik wens hem een prompt herstel en doe hem ondertussen de groeten van zijn stiefzoon Joseph, ja ?" Maar terwijl hij weer op zijn plunjezak ging zitten verscheen de gegroefde kop van een opa achter haar, die uit de hoogte vroeg wat hier 'loss' was. Na een uitleg door de twee acteurs, en een blik op de deels ontblootte prothese zei de opa: " Aber kommen Sie doch ein Augenblick herein, Herr Petrus..."  Petré--Petrus :Joseph stak die verbastering van zijn naam genadig op de hardhorigheid van de ouwe...

In het burotje achter de winkel kreeg hij zelfs een stoel: " So, Sie haben mein Sohn gut gekannt ?" Haben gekannt, in de 'Voltooid-Verleden tijd': dat voorspelde niets goeds! " Vier Jahre an der Flämische Küste ?...Westende, ja-ja ..." Tijdens de Grote Oorlog had hijzelf ook nog in het slijk van Vlaanderen gevochten: ...Houthulst...Diksmuide..." Kennen Sie ? Bestaan die plaatsen nog ? Want destijds stonden daar geen twee stenen meer op elkaar, ha-ha !"

Joseph verwachtte nu overspoeld te worden door het jeugdsentiment van een oud-strijder, maar wilde de grijsaard - die blijkbaar wel van goede wil was - niet voor het hoofd stoten. Na vijf minuten draaien rond de hete brei viel dan toch eindelijk de beslissende vraag: wat de bedoeling was van zijn bezoek , als Jupp dan toch daar aan de kust geen buitenechtelijke kinderen had gemaakt ?...

" Ik zou graag van Jupp alles vernemen wat met de moord op mijn moeder verband houdt: hij was de laatste getuige die haar in leven heeft gezien en mij de gemoedsrust kan bezorgen om mij met haar dood te verzoenen..."

De oude knikte begrijpend :"Ermordet ,ja...Partizanen..." en zei toen tegen de jonge vrouw: " Ga eens even zien of je vader wakker is en Herr Petrus te woord kan staan..." En hij wenkte Joseph mee: " Komt u toch verder in de 'Stube', want als ik dat goed begrijp kan die uitleg wel even duren ! En als Jupp u niet te woord kan staan, had ikzelf toch graag wat meer over die zaak vernomen..."

 

De rest is vlug verteld. Jupp kwam vijf minuten later ook de woonkamer binnen en Joseph schrok van het afgetakeld uitzicht van Marie's oude vrijer. Zijn gegroefde bleke gelaat en gebochelde houding ruïneerde de herinnering die hij zo lang van de flinke Oberfeldwebel had meegedragen. Zijn zelfzekere 'stiefvader' van vroeger was een nukkige, afstandelijke oude man geworden die hem met tegenzin van ver een slap handje gaf en onmiddellijk met een kreunende zucht in een lederen zetel neerzonk. De dochter scheen de spanning aan te voelen in verband met de komende familiale indiscreties en verdween naar de winkel. Opa bleef.

Over elkaars catastrofale gezondheid waren ze vlug uitgesproken: Jupp had een maagzweer die maar niet wilde genezen en zijn lijf stond vol bruine eczeem waar de dokters ook geen raad mee wisten. En toen Opa het gesprek wilde afleiden naar de vraag wie verantwoordelijk was voor de dood van 'die Marie' antwoordde Jupp pinnig:

" Wel Joseph hier natuurlijk ! Als hij niet vrijwillig was gaan vechten naar het Oostfront zou Marie zich nooit de haat van de Witte Brigade op de hals gehaald hebben !"

Joseph viel haast omver ! "Voor zover ik weet had haar dood met politiek niks te maken, maar is ze vermoord door een oude vrijer van haar, Pylieser, uit jaloersheid, omdat gij open en bloot met haar aanhield ! Vier jaar lang hebt ge van haar geprofiteerd en de mensen van het dorp op stang gejaagd met uw openlijke relatie ! Daarmee hebt ge lichtzinnig een groot risico genomen...

"Ik heb haar niét verplicht hé ! Marie was oud en wijs genoeg om te weten wàt ze deed en wat daarvan de gevolgen zouden kunnen zijn ! Ze heeft het vier jaar goéd gehad bij mij."

"Dat zal dan wel. Maar je wist toch van bij het begin dat zo'n relatie nooit goed kon aflopen ,en je hebt nooit voorzorgen genomen om haar tegen de breuk te beschermen ,hé man ! Ik zou bijna zeggen, zoals een trapezist zijn vrouw in de nok halsbrekende toeren laat uitvoeren, zonder voor haar een vangnet te spannen ! En bij de intocht van de Canadezen hebt ge haar laten vallen als een baksteen, Jupp ,zonder omzien: ten prooi van het gepeupel van Westende en de beestachtige wraakzucht van die jaloerse Pylieser !"

" Héla Joseph ! Pardon hé man, ik heb haar lang voordien voorgesteld om samen met Leon op tijd naar hier in Köln te vluchten, maar ze heeft die bedreigingen van de Witte Brigade weggelachen !"

"Zeg Jupp, draai zo niet rond de pot ! Je wist al van bij de aanvang van je vrijage - zeg maar Weihnachten '40 - dat jullie de oorlog zouden verliezen, en dat je haar nooit tegen de nefaste gevolgen van die nederlaag zou kunnen beschermen..Je wist dat je zou sneuvelen of krijgsgevangen geraken. En tóch heb je haar in je val meegesleurd, in plaats van die relatie met haar wat discreter af te schermen !"...

" Discretie ! In een dorp lijk Westende, waar ieder van de ànder weet met welk papier die hun gat afvegen !"

" Jupp, je hebt het leven van mijn moeder lichtzinnig in gevaar gebracht, en dat je daardoor zonder twijfel medeverantwoordelijk bent voor haar dood, is nogal duidelijk ! Daarom vind ik het laf dat ge die schuld nu wilt afschuiven op een soldaat die duizend kilometer vérder met een geamputeerde poot in het lazaret lag !"

Jupp haalde verveeld de schouders op, als ging heel die historie hem verder niet meer aan. Maar zó verstond Opa het niet: de goede naam van zijn familie stond op het spel en hij begreep dat er een ereschuld te vereffenen viel.

" Herr Petrus, ik wil daar het fijne van weten ! En als wij in deze spijtige geschiedenis iets recht te zetten hebben, zal ik er persoonlijk op toezien dat dit ook gebeurd ! Maar hiér en nù kan dat niet opgeklaard worden. Zeg mij daarom waar u verblijft of waar wij u kunnen treffen, en dan zullen we dat de komende dagen regelen !"

Joseph lachte spottend: "Herr Deutinger, mijn laatste slaapplaats was hier in het portiek voor uw deur : met een beetje geluk kunt u mij daar morgen misschien nog treffen...Voor de volgende dagen heb ik nog geen hotelsuite gevonden, maar ik blijf naarstig zoeken tot ik iets van mijn stand kan vinden !"

"Ja-ja ,seh mal an !" bromde Jupp :"Und wass noch mehr..." ,wat een plaatselijke variant moest zijn voor "we zèn nog nie an de niev patatjes !"

Het lag voor de hand dat Opa dat niet over zijn kant zou laten gaan: een uur later kreeg Joseph voorlopig onderdak in een ruime zolderkamer boven het slagersatelier en kon hij een heerlijk bad nemen in een grote roestvrije kuip waar in betere tijden de varkentjes werden gewassen. Het enige 'werkvolk' van de slagerij bestond uit twee stevige Russinnen, die geen zin hadden om naar Vadertje Stalin terug te keren en hier min of meer ondergedoken verbleven. Opa dreef het bedrijf, samen met zijn zoon Jupp, maar geen van beiden was fysisch nog tot veel in staat: de oude had in maart '45 een zwaar schouderschot gekregen toen hij met de 'Volksturm' in Köln tegen de Yanks vocht. Jupp zelf lag met zijn maagzweer dikwijls buiten strijd, terwijl die bruine eczeemvlekken Joseph deden denken aan de kleine Miel De Bens met zijn mosterdgasvergiftiging...

Het enige lid van het gezin Deutinger dat zo-te-zien het wankele schip varende hield was juffrouw Erika, Jupps dochter, die voor de verkoop in de winkel zorgde. De twee Franse 'Fremdarbeiter' die hier tijdens de oorlog hadden gewerkt waren zes maand geleden met de noorderzon verdwenen...Of zeg maar 'Zuiderzon', terug naar La Douce France ! De zaak draaide dus niet erg vlot, waardoor er geen geld was om de hulp van geschikte beroepsslagers te verwerven, voor zover er nog dergelijke specimen vrij rondliepen. Erika hoopte een goede kracht te kunnen aantrekken zohaast de Amerikanen binnen een paar maanden zouden beginnen met de vrijlating van hun krijgsgevangenen uit het overvolle "Rheinlager"...Zo'n jonge gast die in het begin wilde werken voor kost en inwoon...Want, bijvoorbeeld, óók voor hààr werd het werkelijk te zwaar: het huishouden draaiend houden én de winkel, én de administratie, én zorgen voor aanvoer van nieuwe beesten om te slachten...

Dat viel bij Joseph niet in dovemansoren: "Als je wil, zou ik je al kunnen helpen met de administratie...Ik heb toch mijn middelbaar gedaan, en het is niet omdat ik een poot mankeer dat er iets aan mijn hersens ontbreekt! Je Opa heeft me voor de volgende dagen een opvang beloofd wegens de morele chantage die ik op uw vader uitoefen... Maar ik zoek hier in Köln een vast onderdak voor de volledige duur van de winter, en dan zou mijn werk in de Metzgerei daarvoor al een gezondere basis leveren, in plaats van de afpersing waar niemand gelukkig mee is..."

"Hier in Köln ga je na al die bombardementen van de laatste jaren voor zo'n lange periode nog moeilijk een kamer vinden ,tenzij je er meteen bij de vrouw-des-huizes mee in bed zou schuiven en stevig presteert voor kost en inwoon..."...und Gemütlichkeit !"

Joseph keek wat verrast op : zo'n speelse dubbelzinnigheid had hij niet direct verwacht bij de schijnbaar nog maagdelijke dochter van Jupp ,maar ging er niet op in :"Als jullie nog een jaar of zo willen wachten op de vrijgelaten krijgsgevangenen om een hulpkracht onderdak te bieden ,kan ik misschien ondertussen dat gat vullen ,wie weet... Daarbij, ik ben niet helemaal onbemiddeld, en zou eventueel kunnen tussenkomen in de kosten van mijn levensonderhoud..."

Inwonende BETALENDE gast ?!...Nu was het de beurt aan Erika om de oren te spitsen, zag hij..." Dat moeten we dan vanavond eens aan de twee heren voorleggen, hé ! Mijn zegen heb je natuurlijk al, en indien je wil kan je meteen beginnen ! Denk maar dat je in de Kindergarten zit: al de rantsoenbonnen uit dat doosje moeten per soort zorgvuldig in die boekjes worden geplakt: alle bladzijden netjes vol. Mij vraagt dat uren werk, omdat ik steeds onderbroken word door de klanten in de winkel, maar als je daar rustig aan kunt voortdoen, schiet dat goed op...Soms helpen Krista of Nina mij daarbij, de twee Russinnen uit de slachterij, maar die zijn niet te betrouwen. Ze drukken regelmatig een paar bonnen achterover, en tauschen die op de markt tegen ànder voedsel waarmee ze in het atelier hun eigen potje koken ! Ik hoop dat ik je hiermee niet op gedachten breng !..."

Tijdens het avondeten merkte Joseph dat 'de heren' al op de hoogte waren van zijn voorstel. En net zoals bij de oude Weimars destijds wilde hij het initiatief in eigen handen houden, ook al liep dat hierbij de Deutingers wat minder vlot.

Waarom hij tot de lente wilde wachten vooraleer verder te trekken naar zijn Heimat, wilde Opa weten.

" Nogal simpel ! Leest u geen krant ? Voor het ogenblik, nu de overlevenden van de concentratiekampen met hun gruwelverhalen nog volop de pers halen, woedt er een heksenjacht in België op iedereen die met jullie heeft meegewerkt tijdens die vier jaren bezetting. En ex-Oostfrontvrijwilligers of oud-SS-ers zijn er momenteel bij de executiepelotons zeer gegeerd ! Voorlopig is het er voor mij nog veel te gevaarlijk! Maar dat zal wel vlug slijten als ze zien dat wij met die kampen niets te maken hebben: wij zaten aan het front en riskeerden tenslotte onze pels voor een hoger ideaal... Vandaar dat ik de eerste zes maanden niet terug ga...Ik zou natuurlijk ook ergens in Aachen op kamers kunnen gaan, moest het hier niet passen, maar had toch graag eerst nog van Jupp geweten wat er gebeurd is nadat mijn broer Leon mijn moeder zag vermoorden door Pylieser en hij op de vlucht sloeg..."

" Heb jij nog iets van Leon gehoord, nadien ?" vroeg Jupp plots geïnteresseerd: " Ik heb hem altijd graag gehad ,Leon : een flinke jongen !"

" Ja, na zijn vlucht naar Duitsland vorig jaar ,in september '44 ,heb ik hem op mijn bureel in Berlijn een tijdje opgevangen, tot hij ook ingelijfd werd en tijdens de laatste gevechten in de Reichshauptstadt is gevallen." Eén zin als In Memoriam voor broertje: meer hoefde hij niet aan Jupp zijn neus te hangen, vond hij...

" Ach, der verdammter Krieg !" Als grafschrift nogal schijnheilig voor een Duitser, maar Joseph wist hoe kort van geheugen dat volk wel was. "Aber zur Sache !" Opa dacht wel dat ze over een langer verblijf van Joseph akkoord zouden kunnen geraken, eens de pijnlijke misverstanden van het verleden uit de weg waren geruimd...Waarop Joseph vlug weer het roer in handen nam:

" Laat ons zeggen dat ik hier naar beste vermogen werk als tegenprestatie voor een onderdak, en dat ik geldelijk deelneem in de kosten voor het eten: wat denkt ge ? Ik kan tien mark per dag betalen. Of anders gezegd: ik geef de eerste van de maand driehonderd mark, met een optie voor zes maanden... Akkoord ? Tenzij je mij liever naar Aachen ziet gaan..."

Jupp zat er wat verrast bij, maar Opa bloeide helemaal open: " Herr Petrus, u heeft uw roeping gemist ! U had in de veehandel moeten gaan ! Natuurlijk zijn wij akkoord: tien mark per dag is een eerlijke prijs ! En voor zover de wrijving met mijn zoon is bijgelegd en er tijdens uw aanwezigheid geen nieuwe wrevel ontstaat, kunt gij voor mijn part ook tot volgende zomer blijven !... Enfin, we zien wel hé !" De Deutingers schenen de centen inderdaad goed nodig te hebben...

 

De volgende morgen bleef hij even natafelen met Jupp en Opa, en merkte dat ze zijn dilemma onder elkaar al hadden besproken: waarom ging hij feitelijk naar België terug, als ze hiér zoveel mannen tekort kwamen ?

" Ik moet absoluut naar Westende, natuurlijk ! Ik heb daar nog een oude rekening te vereffenen !" Hij kon Jupp moeilijk gaan uitleggen dat hij van plan was de goudschat van zijn gastheer in de abri op te graven !

" Pylieser ?" vroeg Jupp: " Maar daar loop je toch onmiddellijk tegen de lamp, in zo'n klein gat !"

" Ik ken dat daar toch als mijn broekzak, hé ! Ik weet een schuilplaats waar men mij niet zo vlug vindt..."

" De abri met de konijnenkoten ? Daar heb ik samen met Marie en Leon ook verdoken gezeten, want een paar dagen voordien was ik gedeserteerd uit de batterij. Een rare situatie: ik schuilde er tegen de speurtocht van mijn kameraden, en Marie tegen de klopjacht van hààr landgenoten ! De eerste nacht nà het weerzien ben ik eten gaan zoeken in het officierscasino van de "Marchevins" en werd daar ontdekt door de Canadezen, na verraad van een valse vriend, die Schweinhund François Dupong ! Terwijl Marie en Leon er verraden werden door hun éigen hond, die trouwe Tourrah !"...

" En die ziekte met de bruine eczeemvlekken heb je waarschijnlijk in onze abri opgescharreld, hé ? Ik ken nog mensen die daar een tijdje in verbleven en met dezelfde uitslag geplaagd zaten. De Britse piloot Braai-Jan Bolton onder andere, en ook Leon...Een Amerikaanse dokter in Berlijn beweerde dat het een vergiftiging betrof door mosterdgas..."

" Flauwe kul !" kuchte Jupp: " Ik kreeg de ziekte door mijn eigen stomme schuld...Toen de Canadezen mij gevangen namen, wilde ik als deserteur niet samen met mijn oude kameraden van de batterij in hetzelfde kamp zitten...Daarom heb ik een giftig brouwsel geslikt om in de ziekenboeg te worden opgenomen... Waarschijnlijk daarbij wat overdreven, want ik kreeg een oncontroleerbare eczeem !"

Hij kromp onder een onbedaarlijke hoestbui, maar vervolgde na een pijnlijke stilte: " Met de hulp van een paar Tsjechische communisten,...die ik voordien geholpen had bij hun desertie uit de batterij...en die toen bij de Canadezen dienst hadden genomen...,werd ik met een maagbloeding in het militair hospitaal van Den Haan opgenomen...en in mei '45 vervroegd vrijgelaten." Hij glimlachte wat vermoeid: " Ik kreeg zelfs mijn bundel Reichsmarken terug,...die dezelfde Canadezen bij mijn gevangenname hadden geconfisceerd... In hun ogen waren die marken niets meer waard...Dat geld heb ik nadien goed kunnen gebruiken...om deze kapotte Metzgerei weer wat op te bouwen..." Uit een nieuwe hoestbui maakte Opa op dat Jupp graag een eind aan het verhaal wilde maken en stuurde Joseph naar Erika, in de winkel...

 

De samenwerking met dochter Erika verliep heel vlot, niet alleen bij het inplakken van de rantsoenbonnen - een tijdrovende en infantiele bezigheidstherapie - maar ook bij het opmaken van de dagelijkse verkoopsstaten en de controle op de kassa. En tijdens de koffiepauzes samen met Jupp vertelde zij hoe zij de verschrikkelijke laatste oorlogsmaanden was doorgekomen.

" Voordien hadden we wel af en toe een veeg uit de pan meegekregen van de honderden geallieerde bombardementen op Köln, want onze lange Welserstrasse verbindt een rangeerstation met het plaatselijk vliegveld...Juist achter de huizen aan de overkant viel in de zomer van vorig jaar een lange resem bommen, die veel schade aanrichtten. En bij de verovering van onze rechter Rijnoever door de Amerikanen ,in maart vorig jaar ,werd hier nog erg gevochten en is Opa als soldaat van de "Volkssturm" zwaar gewond geraakt. Ik had toen, door zijn verzorging, geen tijd meer om de zaak draaiend te houden, vooral omdat kort daarop onze twee Franse krijgsgevangenen naar hun Heimat terugkeerden en er ook geen beesten meer werden aangevoerd. De zaak dreigde helemaal te vervallen...Maar met het geld dat Vati kort daarop uit België meebracht hebben we veel kunnen herstellen..."

" Ik vraag mij af hoe mijn barak in de Bassevillestraat er zal uitzien, als ik terug in Westende kom..."

Jupp reageerde vermoeid :" Ze zag er toch nog goed uit toen ik vertrok en Marie nog leefde..."

Nu zijn "stiefvader" zélf die naam had opgedolven kon Joseph zonder schroom verder graven: " Heb jij een idee hoe het verder met haar is verlopen, nadien ?..."

" Ook maar van horen vertellen, natuurlijk...Hussak en Ustinov, mijn twee 'Tsjechische vrienden', zeg maar ,zijn mij de derde dag in het kamplazaret komen bezoeken om mijn transfert naar het hospitaal van Den Haan te bepleiten. Die wisten te vertellen dat de 'Grote Weerstander' Pylieser haar in 'Schützhaft' heeft willen nemen, maar dat zij ontsnapte en op de vlucht door een àndere - onbekende - weerstander werd neergeschoten. Leon, die wél kon gaan lopen, verdronk later in de Ijzermonding...Maar aangezien jij beweert dat Leon in werkelijkheid in Berlijn sneuvelde, zal het begin van hun verhaal ook wel niet helemaal kloppen...Ik weet dus zelfs niet zéker of Marie werkelijk vermoord werd ,al wordt dat vanzelf wél de officiële versie, waarin Pylieser zelfs niet vernoemd wordt..."

" Welke is dan de officiële reden voor haar aanhouding door de Witte brigade ?"

" Ze was Duitsgezind hé, en moeder van een SS-er !"

" Maar iedereen in het dorp wist toch dat zij tégen mijn vrijwillige dienstneming was ! En ik ben bij het Vlaams Legioen gegaan ,en niét bij de SS !"

" Misschien, maar men verdacht hààr ook van verklikkingen: eerst Jetje en haar hartsvriendin uit Oostende, en later die fotograaf Hasard en Jean van de Société... Helemaal ten onrechte, overigens, want ik was erbij toen Pylieser met zijn zatte botten per ongeluk de vrouwen aan de Feldgendarmen verklikte, nadat hij op een avond met mij te diep was doorgezakt. Na de Sperrstunde werd hij door onze Provoost Oberfeldwebel Heydrich onderweg naar Nieuwpoort gearresteerd en heeft hij van alles uit zijn voeten geslagen om zich vrij te pleiten. Ook dat ik hem strontzat gevoerd had. Heydrich heeft mij dan met hem geconfronteerd en daar heb ik hem de joodse vriendin van Jetje stomweg horen verklikken..."

" Maar in het dorp verdacht men Marie toch ook de spionnen rond Paul Hasard te hebben verraden ?"

" Ja, maar wéér zat zij er voor niets tussen ! Want toen Jetje en haar vriendin in Brugge door de Gestapo werden ondervraagd, heeft één van de twee vrouwen Hasard verklikt in de hoop aan deportatie naar Duitsland te ontsnappen. En aangezien Jetje kort daarop werd vrijgelaten, gok ik op hààr..."

" Wat een smeerlapperij is me dat allemaal !"

" Ja, maar dat zou allemaal niet gebeurd zijn, als jij braaf was thuis gebleven !"

Vlam ! Binnen een paar vinnige replieken zat het er tussen die twee kemphanen weer zó bovenarms op dat Opa er moest tussenkomen. Joseph zag zijn verblijf in de familie Deutinger niet meer zitten en sprak van zijn biezen te pakken. Maar toen Erika begon te wenen en snotterde dat zij het zonder de hulp van Joseph ook niet meer zag zitten, brak de spanning.

In de loop van de namiddag kreeg Jupp een nieuwe maagbloeding en werd in paniek met een bakfiets naar het hospitaal afgevoerd.

Kanker, dacht de dokter, en gaf hem nog hoogstens een half jaar...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
09-12-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
08-12-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 354
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C59.   ...MELAATSE ZWERVER...

 

                         PORZ, einde september 1945.

Hiermee had hij dus letterlijk de schepen achter zich verbrand: het rokende karkas van de camion dat half door de leuning van de Autobahnbrug over de Düsseldorfer Strasse hing...De Feuerwehr van Leverkusen was het roestige wrak nog aan het nablussen, maar Joseph zag met één oogopslag dat hij met glans in zijn examen van terrorist was geslaagd. Alles wat aan deze vrachtwagen enigszins brandbaar was geweest lag nog een beetje verkoold te dampen, maar van de laadbak en de reeks kisten bleef geen spaander over. Verdwenen, gesmolten en in rook opgegaan !

 

Achteraf bekeken kon hij nog altijd niet geloven dat zijn wraakneming zo probleemloos was verlopen ! Als hij aan het amateurisme van de voorbereiding terugdacht, bleek het opvissen van zijn Zwitsers combinatie-zakmes uit zijn klerenbundel daarvan nog het moeilijkste onderdeel. De beperkte ruimte van zijn 'couchette' had zijn bewegingen sterk gehinderd. Maar de rest was als een fluitje van een cent verlopen: de kaarsstompen uit de zilveren kandelaars recupereren en testen hoe lang een schijfje van één centimeter dik kon branden vooraleer het de kartonnen 'schotel' eronder in de fik zette...Besluit: een kwartier tot twintig minuten. In die tussentijd had hij al tien kaarsjes van drie centimeter klaar gesneden en de meest geschikte plaatsen tussen de kisten gekozen. Daar zouden ze, ééns aangestoken, gedurende maximum één uur langzaam kunnen opbranden, vooraleer ze het pakje stro eronder in vuur zouden zetten...

Hij was bij de eerste klaarte wel even in paniek geraakt toen de colonne het 'P.O.L.Station' van Wuppertal voorbij reed. Volgens zijn berekeningen hadden ze hier moeten stoppen, maar in de plaats daarvan verhoogde de snelheid. Tot hij zich realiseerde dat de heren overgeschakeld waren op 'Rijtucht Overdag', waarbij de snelheid van de colonne met 10 kilometer verhoogd werd en de tussenafstanden met 100 meter.

Een half uur later waren ze dan tóch de parking van Leverkusen opgedraaid. Dat kwam hem zelfs beter uit, want die lag nog een héél stuk dichter bij de Rijn. Zohaast ze stil stonden en de chauffeurs in de kantine verdwenen waren, had hij de tien kaarsjes aangestoken, het dekzeil boven zijn hoofd opengesneden, zijn rugzak op de grond gesmeten en zich naar beneden laten zakken. Tien minuten later stond hij te wachten aan de bushalte richting Köln...en moest vaststellen dat hij daar verdomme niet alleen stond ! Na de derde overvolle bus, en de derde vechtpartij om te trachten eróp te geraken moest hij zich gewonnen geven: mét zijn bagagebundel, zijn vuil hoofdverband en zijn houten poot was dat een verloren zaak... Vroeger zou hij als z.g. 'Kriegsbeschädigter' of oorlogsinvalide moeiteloos voorrang gekregen hebben, maar dié tijd was blijkbaar al lang voorbij !

Hij had dan maar zijn toevlucht gezocht in dat duister café aan de overkant. De waardin, die hem zijn 'Kölcher Braü' bracht, kon hem enkel aanraden met zijn rit naar Porz te wachten tot de verkeersspits rond tien uur voorbij zou zijn...Of, als hij écht haast had en zich de luxe kon permiteren, een 'Rad-tax' te nemen...Dat bleek een soort bakfiets te zijn, de moderne Duitse versie van de Oosterse 'Riksja', maar kostte wél één Reichsmark per kilometer. De Britse militairen waren erop verzot, zei ze, en zij kon hem wel binnen het kwartier zo'n fietsslaaf bezorgen...Ondertussen zou ze eens in het telefoonboek nakijken of er überhaupt in Porz nog wel een Metzgerei Deutinger bestónd ! Zonder garantie, natuurlijk, want de laatste editie van die gids dateerde van 1941: zelfs àls die Deutinger er toén in stond wilde dat nog niet zeggen dat die mens daar nù nog steeds woonde hé. Joseph moest toch begrijpen dat er sinds '41 in het klantenbestand van 'Fernsprech-Köln en omstreken', om het héél voorzichtig uit te drukken, wel één en ànder veranderd was, hé..."Ausgebombt und abgereist" grijnsde ze moedeloos ,juist nog attent genoeg om niet te zeggen "Tot"...

Deutinger stond er inderdaad in onder "Metzgerei": Welserstrasse 10 A in Porz. Maar dat wou nog niets zeggen ,hé ! Daarbij ,privébellen was pas mogelijk vanaf de middag, verwittigde de waardin, en het net was nog niet overal hersteld. Naar de rest van haar radde uitleg luisterde hij al niet meer, want helemaal uit de verte ving hij het golvend geklepel op van een aanstormende brandweerwagen...Eindelijk !

Ze merkte dat hij gebiologeerd zat te luisteren naar de siréne, maar blijkbaar met zijn kunstbeen bang was om van zijn barkruk op te staan, de sukkel. Daarom trok ze zelf de deur open om even poolshoogte te nemen.

" Waarschijnlijk een botsing gebeurd op de viaduct van de Autobahn." meldde ze onbewogen: " Die negers rijden als gekken ! En het is er flink aan 't branden !" Maar van zijn opgeluchte reactie "Mooi zo !" keek ze toch even raar op...En toen hij vrolijk vroeg of ze soms iets te eten had, leek ze nog meer op haar hoede. De brief van twintig Reichsmark veegde haar argwaan echter van tafel: " Hühnersuppe mit Speckknödel ?" stelde zij voor, als hij het tenminste daarvoor niet te vroeg vond ? Met brood erbij: 3,75 Mark...En nog een tweede Kölscher om door te spoelen, maakt alles samen 5 Mark rond ! Ze leek niet van plan zo'n vroege klant-met-een-briefje-van-twintig vlug te willen lossen...

Terwijl hij op zijn feestbanket zat te wachten kwam er een tweede vrouw binnen: sjaal in tulband om het hoofd gewonden, praktisch in roltrui en golfbroek uitgedost, en een Feldgrauwe regenponcho open over de schouders geworpen. Lichtjes zwetend en duidelijk op alle weer voorzien...

" Ha, je taxi is een beetje te vroeg !" stelde de waardin vast: " Luister Jongen, trakteer haar maar op een hete melk, dan wacht ze wel zo lang, hé Louise ,mein Schatz?!" ...Waarschijnlijk familie van de patronne...

"No problem !" lachte Louise polyglot: " und eine Löfel Kandiszucker !" Wel wat ongewoon als traktatie voor een 'dame' in een bar, maar ja: tijden veranderen !

 

Een half uur later nam hij afscheid van de vriendelijke waardin. Zeggen dat hij lekker had gegeten aan die 'gelardeerde' meelbal in bouillon, zou overdreven zijn: de kippensoep kwam uit een crisispakje en dicht bij die meelbal was er nog nooit een spekvarken gepasseerd...Gelukkig dat hij het bruine brood er in kon soppen, anders had zijn gebit het begeven...Maar och kom, échte 'Gemütlichkeit' is onbetaalbaar...De rit naar Porz was dat eveneens: bijna twintig Mark. Want ze hadden het op de kaart nagekeken: het was recht-op-recht tegen de vijftien kilometer ! Met halverwege een rustpauze in Buchheim moest ze tóch rekenen met een trek van twee uur óp en twee uur om weer thuis te geraken...Joseph voelde wel dat de dames duchtig van zijn wereldvreemdheid en zijn vermoedelijke rijkdom misbruik maakten, maar kon het zich verder niet aantrekken...

De omgebouwde bakfiets zàt comfortabel en Louise trapte er lustig op los. Maar reeds na vijf minuten raakten ze in een opstopping, waar de dappere Feuerwehr van Leverkusen onder grote belangstelling het wrak van een legercamion aan het nablussen was...Het hing in wankel evenwicht half over de rand van de Autobahnbrug, boven de Dortmunder Strasse, die voor het verkeer versperd was. Joseph voelde in een warme golf van uitzinnig geluk dat Hélène haar louche handeltje nu wel definitief kon vergeten ! Bovenop de viaduct stonden nog een paar negerchauffeurs van de stilstaande colonne beteuterd te gapen, maar de mensen beneden keken tevreden. De brandweer had naar het scheen twee lijken geborgen...

Toen Joseph dàt hoorde, was voor hem de lol eraf: hij had z'n bekomst en liet Louise blokje óm rijden...

 

De Dortmunder Stasse was een brede rechte dubbelbaan met bomen in het midden die, net als de huizen en fabrieken links en rechts, aardig door de bombardementen waren toegetakeld. Van die verwoestingen keek Joseph niet op, want in Berlijn had hij doorlopend veel erger gezien. Al het puin stond hier evenwel reeds in ordelijke kubussen tegen de straatrand gestapeld. Ook het verkeer gaf hem een heel àndere indruk. Op het voetpad liepen geen slierten afgepeigerde vluchtelingen obstinaat naar het westen, zoals in Steglitz, maar wél in hoofdzaak warmgeklede vrouwen die zich naar hun werk haastten. Ook veel fietsers: blijkbaar waren de Amerikaanse veroveraars minder verzot geweest op deze vehikels dan hun Russische collega's...En tussen de vele kaki voertuigen en stadsbussen reed er af en toe al eentje 'in burgerkleren'...

Louise peddelde achter zijn rug lustig voort, en voelde zich geroepen bijwijlen wat toeristisch commentaar te spuien..." De stad Köln met de dom zie je daar aan de overkant, op de linkeroever van de Rijn ",zei ze " en de agglomeratie werd tijdens de volledige duur van de oorlog door 262 massale bombardementen voor 70% vernietigd..."

     De rechteroever waar ze reden was, volgens haar uitleg, tot maart '45 grotendeels gespaard gebleven. Pas toen de Amerikanen vanaf 7 maart de stroom via de spoorbrug van Remagen overstaken, begonnen ze ook de Duitse stellingen op deze oever systematisch plat te schieten, vijf eindeloze weken aan één stuk...En alhoewel de verdedigers hier in het Ruhrgebied omsingeld werden, hebben ze de strijd volgehouden tot 18 april, ook al wist iedereen dat de oorlog praktisch voorbij was. Want toen onze troepen zich uiteindelijk overgaven, waren de Anglo-Amerikaanse tankspitsen al een 500 kilometer vérder opgerukt, tot tegen Bremen in het noorden, tot op de Elbe in het oosten en op de lijn Stuttgart-Nürnberg in het zuiden...

     " Dus zijn alle vernielingen die je hier ziet totaal zinloos geweest, " zuchtte Louise: " al die levens voor niéts gebroken...Ik werkte toen als sociaalassistente in het 'Kreislazaret' van Köln-Kalk, hier wat verderop, en heb dus al die miserie van zéér dichtbij meegemaakt. Afgrijselijk, wat de Amerikanen hier hebben aangericht... Terwijl wij hén toch niéts hadden misdaan !"  Het gekende afgezaagde refrein...

Joseph wilde haar niet lastig vallen met het begrijpelijk excuus van de Yanks. Die hielpen liever duizend fanatieke nazi's om zeep, dan het risico te lopen in de laatste weken van de oorlog, door de schuld van die verdwaasden, nog één kameraad 'zinloos' te verliezen. Daarbij verdacht hij Louise ervan haar 'toeristisch commentaar' aan te passen bij de aard van haar cliënteel...Ze had waarschijnlijk uit zijn houten poot ter goeder trouw afgeleid dat de Yanks daar voor iets tussen zaten...En halverwege de rit durfde hij de hard werkende vrouw niet voor schut zetten uit angst dat ze hem uit haar bakfiets zou kappen !

 

In Buchheim, na één uur rijden, besloot ze even uit te blazen bij een Bierstube waar ze blijkbaar vaste klant was. Voor Joseph kwam die stop niets te vroeg, want de 'Hühnersuppe mit Speckknödel' begon in zijn maag te 'borrelen'. Vóór hij naar achteren vluchtte, kon ze hem nog rap haar tweede glas warme melk-met-kandij afluizen: verdomme, haar taxi draaide wel op een héél vreemde brandstof ! En toen hij wat bleek in de kroeg terugkeerde en zélf niet veel zin in een consumptie kon opbrengen, bestelde zij haar derde glas om de waard een verliespost te besparen...

Toen ze opnieuw verder reden vroeg Joseph met een kwinkslag of ze soms zwanger was met al die melk consumptie?

" Neen, man, godzijdank, zeg !" Maar ze had wel een zoontje van drie maanden, en daar had ze voor het ogenblik al last genoeg mee !

Drie maanden, dacht Joseph, dus is haar kleine een jaar geleden 'gemaakt'...Niet door een Yank, want dié stonden toen nog in de Ardennen op het Ründstedt-offensief te wachten...Een Duitse jongen, dus...

"Und der Vati ist wohl Kriegsgefangener, ja ?"....

"Nein, gefallen an der Oder.."

Tableau zeg ! Ook verrekt slim van hem om met een compleet onbekende vrouw een losse sociale kout op te willen zetten ! Om zich uit de pijnlijke impasse te werken vroeg hij dan maar of de kleine het goed stelde...Wéér een stommiteit natuurlijk om aan een jonge moeder zoiets te vragen, want nu stond haar kwebbel geen ogenblik meer stil ! Al goed dat hij niet verondersteld werd op alle heldendaden van dat wurm commentaar te geven en kon hij stilletjes in zijn eigen gedachten wegzinken...

Hij vroeg zich langzaamaan wat beklemd af hoe Jupp op zijn plotse verrijzenis zou reageren...Niet waanzinnig geestdriftig, kon hij zich voorstellen...Hun relatie in Westende was nooit erg hartelijk geweest, en in Josephs ruzie met zijn moeder had Jupp altijd de kant van Marie gekozen...Begrijpelijk in feite: hij wilde enkel lekker bij haar slapen en kon natuurlijk daarbij gekibbel over familievetes missen als de pest ! Toch herinnerde hij zich de moeite die Jupp zich getroost had om Joseph van een vrijwillige dienstneming bij het Vlaams Legioen af te houden. En, wat veel erger was: óók de eigenwijze en hooghartige manier waarop hijzelf alle goede raad van die man had afgewimpeld...Neen, erg warme omhelzingen moest hij niet verwachten als hij straks lijk een schurftige schooier voor de deur van slagerij Deutinger zou staan, met een stoppelbaard van twee weken en een vunzig verband rond zijn kop ! En waarschijnlijk stonken ook zijn lijf en kleren nog een uur voor de wind ! Neen ,mooie vooruitzichten kon hij vergeten.

Altijd vooropgesteld dat die slagerij Deutinger nog rechtstond, natuurlijk ,en dat Jupp nog leefde, én daar nog woonde...Als ,als ,als !...Maar mocht de vrijer van zijn moeder hem wérkelijk binnenlaten, dan zou hij dat toch aanvoelen als een soort thuiskomst...Want tenslotte kon hij de man beschouwen als een stuk familie: Jupp was ondanks alle ups en downs toch vier jaar met Marie opgetrokken...Indien Joseph destijds naar de man had willen luisteren en niet kwaad naar 't Oostfront was gevlucht, zou Jupp waarschijnlijk een vader voor hem geworden zijn, waarom niet ? Daarom voelde het des te pijnlijker aan, dat hij nu als een berooid misbaksel, als een stinkende melaatse zwerver, hulp en mededogen moest afsmeken bij een man die hij destijds hooghartig had afgewezen.

Melaatse zwerver, inderdaad...Deze geheugensprong naar het gedicht dat hij destijds in het atheneum van Oostende had afgedreund lag zó voor de hand, dat hij het eerst wat tastend, maar geleidelijk vlotter weer uit zijn onderbewustzijn kon opvissen...

...MAAR TOEN, NA JAREN, MELAATSE ZWERVER

TER POORTE KLAAGDE: " UW ZOON KEERT WEER..."

Het leek wel of hij in een soort trance wegzonk en alle benul van de realiteit om hem heen verloor: steeds opnieuw dreinde dat stomme gedicht van Geerten Gossaert door zijn hoofd...'DE MOEDER'...Jaren geleden op het atheneum van Oostende uit 'De Gouden Poort' van buiten moeten leren, en het in de garage van Arthur, samen met zijn vriend, met veel pathos gedeclameerd...Verdomme dààr hadden ze toch dikwijls een ferme scheet gelachen !

Als die hoogdravende verzen nu voortdurend door zijn geest dramden, was het waarschijnlijk omdat hij onbewust zichzelf daarin terug vond...Een hovaardige pretentieuze jonker, die het met veel show thuis 'voor eeuwig en altijd' aftrapt...en nadien met hangende pootjes weerkeert.

HIJ SPRAK EN ZEIDE, IN 'T ZÂEL ZICH WENDEND:

   "VAARWEL, O MOEDER, NOOIT KEER IK WEER !"

Hijzelf had dan wel niet in het zadel gezeten toen hij Marie in Westende het nakijken gaf, maar er tóch altijd van gedroomd. Als officier op een schimmel aan het hoofd van zijn troepen de Zeelaan af te marcheren en uit de hoogte al die kwijlende boerenpummels rondom weg te wuiven: dàt vond hij écht als egotrip hét van hét...En in de garage van Arthur hadden ze bij het declameren van dat gedicht beurtelings op de stoel gestaan, om wat misprijzend op 'dat blèrende mens' neer te kijken !...

...EN DOOR DE LANEN ZAG ZIJ HEM GAAN,

   EN SPRAK GEEN VERVLOEKING, MAAR WEENDE ZEER...

Dat Marie hem toén niet naar de duivel had gewenst, kwam énkel omdat zij niet echt in zijn vertrek geloofde...En àls ze die zomerse morgen al geweend zou hebben, waren het zéker tranen van woede ! Neen, in de rest van het gedicht kon hij ZIJN moeder moeilijk plaatsen !

...ZE SPRAK GEEN VERVLOEKING, DOCH BIJNA BLIJDE

       BEVAL DE MAAGDEN: "LAAT IMMER MEER

           DE LAMPEN AAN, DE ZETELS STAAN,

             DE POORT GEOPEND, DE SLOT BRUG NEER !"

Holà, ze had hem misschien wel binnen de week terug verwacht uit dat recruteringscentrum van Antwerpen, maar Marie zou zéker niet in blijde verwachting hebben staan uitzien ! En op een hartelijk welkom had hij zéker niet moeten rekenen, wél op zure wrok en pinnig leedvermaak ! Hijzelf voelde dan ook de schaamte in zich opkomen als hij zich tóch in die verloren zoon terugvond:

...MAAR TOEN, NA JAREN, MELAATSE ZWERVER

   TER POORTE KLAAGDE: "UW ZOON KEERT WEER..."

       ZAG ZIJ HEM AAN, EN VOND GEEN TRANEN,

           VOOR ZóVEEL VREUGDE, GEEN TRANEN MEER !

Inderdaad, in zijn verbeelding zag hij zichzelf daar al staan, aan de keukendeur van de 'Stella Maris': een melaatse zwerver in lompen, met één been en op krukken ! Tableau zeg !

" Al geluk dat Marie op tijd gestorven is !" dacht hij hardop: " Dat is er tenminste één minder om mij uit te lachen !..."

Tante Jetje van naast de deur paste in feite béter in de moederfiguur van dat gedicht: zij zou hem waarschijnlijk wél barmhartig in de armen drukken...Maar al bij al kon hij ook dàt risico niet nemen en was het verstandiger voorlopig de kat uit de boom te kijken. Door ondertussen een tijdje in Köln te overwinteren: bij Jupp Deutinger, bijvoorbeeld...

Als die vrijer tenminste nog leefde !...Dat blééf maar door zijn hersens spoken :àls hij nog leeft...

En àls die, wat van nog groter belang was, akkoord zou gaan hem voor een tijdje onderdak te bezorgen. Niet noodzakelijk in eigen huis of gezin, maar misschien in een hok of kelder dichtbij...En hem zou helpen werk te vinden, ook al was dat van minder belang, gezien de rollen bankbriefjes in de kuit van zijn prothese...

Maar eerst was het afwachten hoe de man zou reageren op de smeekbeden van de melaatse zwerver, dat berooid misbaksel, die opgeblazen kikker die zo onverwacht aan zijn deur kwam kloppen. Joseph zag het alsmaar somberder in schrok zich een aap toen Louise de bakfiets tegen de stoep stopte. Waren ze er nu reeds ? Het liep inderdaad al tegen twaalven. De tweede helft van de rit, die toch ook ongeveer een uur zou duren, was door al zijn zalige jeugdherinneringen, bijna ongemerkt voorbij gevlogen...

"Endstation Welserstrasse 10A in Porz ! Metzgerei Deutinger ! Alle aussteigen !" Louise was blijkbaar de enige die deze situatie leuk genoeg vond om even voor trambestuurster te spelen. Joseph staarde vanuit de bakfiets als versteend naar het winkelraam: een grote triplexplaat met daarin, zoals de lijst van een schilderij, een smalle doorkijk van glas. Hij zag licht in de winkel, en een witte vrouwenfiguur die hem van achter de toonbank even verwonderd aankeek, om dan een onzichtbare klant voort te bedienen... Verdomme, wat nu ? Hij had in zijn dromen niet verwacht in de winkel eerst op een vrouw te stoten !...

Terwijl Louise blij haar twintig mark mee graaide en Joseph hielp bij het uitstappen, kwam de klant naar buiten: een grijs heertje met een oude ruwharige teckel aan de lijn. Hij hield het beestje kort, als om elk contact met iets vuils te vermijden, en haastte zich sloffend voort. Ook de 'Taxi-girl' zwaaide een bonjourtje en peddelde weg. Daar stond hij dus: alleen, en moest erdoor...Hij had nog even oogcontact met de winkeldame en klemde dan al zijn moed bijeen als voor de stormaanval, stapte het portiek in en ...merkte dat de deur gesloten was. Het kaartje met de 'Geschäftstunden' slingerde aan de binnenkant van het ruitje nog traag na...Zijn polshorloge duidde echter op twee vóór twaalf: de dame had wel érg veel haast gehad !

Hij tikte nog een paar keer beleefd op het glas, maar kreeg geen respons: toen wist hij het wel...

" Bon, dan maar de harde confrontatie hé !" En hij liet zijn plunjezak tegen de deur zakken en legde zich op de mat te slapen...

Als madam in hem een melaatse zwerver zag, kon ze een melaatse zwerver krijgen !  


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
08-12-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
Archief per week
  • 18/11-24/11 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 27/11-03/12 2017
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !
    Inhoud blog
  • Deel 400
  • Deel 399
  • Deel 398
  • Deel 397
  • Deel 396

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!