De volgende morgen nà zijn aankomst in Breskens vertrok Leon bij zonsopgang met de treiler 'Johanna' voor zijn proefvaart van veertien dagen naar de Ierse zee. En pas toen hij ,op 4 januari van het jaar 1948 ,daarvan terug kwam en enthousiast naar de rederij in Nieuwpoort belde, vertelde Marie hem in stukken en brokken dat Joseph ,juist op de dag van Leons vertrek op proefvaart ,'gelost' werd uit het Brugse 'Pandreitje'...
"Maar houd u vast ,m'n arme jongen : naarvolgens Rachel mij verklapte - en ze stond er vlakbij toen het gebeurde - heeft hij zich nog dienzelfden avond van uw vertrek met de 'Johanna' verdaan door van den hoogsten abri naast de "Welkom" naar beneden te springen en zijn nek te breken...Terwijl de Chef van de gendarmen ,die d'er ook bijstonden ,verklaart dat Joseph daarboven op het dak van dien abri in het donker per ongeluk gestrunkeld is over de steenslag van de afbraak en de gletsigheid van de sneeuw ,en alzo naar beneden is gestuikt ,acht meters diep...Op slag dood ,ocharme...Da's een properder verslag dan de zogezeide zelfmoord waar die stomme geit van een Rachel het eerst over had ,en 'k heb haar gezegd van te zwijgen. Want éérst had de jongste gendarm nog beweert dat Rachel ,boven op dat dak de Joseph - opzettelijk of niét - een duw had gegeven zodat hij naar beneden stuikte ,en dat is moord of 't scheelt niet veel ! Maar de Chef heeft direct gezegd dat z'n adjunct zich miszien had in den donkeren,en dat het officieel een spijtig accident betrof . En dat iedereen voorts z'n bebbel moest houden :niemand had iets gezien met die sneeuwjacht :Joseph was spijtig verongelukt ,en daarmee gedaan !"
"De kloot ! " was Leons enige commentaar en daarmee was voor hem de kous af, tot grote opluchting van de twee vrouwen. Hij verweet Joseph vooral diens vertrek naar het Oostfront met het Vlaams Legioen in de zomer van '41 : dat was de bron van alle rampspoed die het gezin Petré de rest van de oorlog over zich heen had gekregen. En hij had zijn broer nooit vergeven dat deze hem drie jaar làter in Berlijn bij de SS had doen inlijven. In zijn ogen droeg die klootzak ook de verantwoordelijkheid voor alle miserie die hijzelf later bij het vreemdelingenlegioen amper had overleefd. Hij is bij zijn sluikse bezoeken aan Jetje het graf van Joseph nooit gaan bekijken. Maar door zijn valse-naamdracht - Jos Maes - is hem over zijn erfrecht op Pyliesers fortuin ook nooit iets ter ore gekomen...Jammer hé !... Of niét soms ??
Jetje speelde daarbij niet zo'n mooie rol, door te zwijgen over die erfenis ,ook al bezorgde ze Leon maandelijks een toelage van twee Engelse goudponden. Op die manier vonden de munten die ze in Josephs rugzak had ontdekt dan toch geleidelijk aan hun 'rechtmatige' bestemming terug. Ze kon Rachel na wat aandringen overtuigen Leon ook dezelfde toelage te geven, zodat die arme jongen niet van honger zou omkomen ! Nodeloze bezorgdheid, want die munten bovenop zijn vissersloon maakten van hem een 'Rijken Boeffer'...
Wél bezorgde de door Meester Florizone voorgestelde verdeling van Pyliesers nalatenschap Jetje in het begin nog aardig wat oprispingen. Dat Rachel voort bazig bedrijfsleider speelde van de rederij met de geërfde 40% van Pyliesers aandelen, kon zij zonder veel moeite slikken, maar dat Marcel Legein sluiks haar vijf huizen in de Langestraat op zijn bil had geslagen, - zogenaamd omdat Pylieser de hypotheek nooit volledig had afgelost - bleef haar lang in de strot steken. Tot de advocaat haar uiteindelijk kon overhalen deze huizen in volle eigendom aan de notaris af te staan in ruil voor diens aandelen in de rederij. Zo werd zij tenslotte de eigenares van dit bedrijf en kon zij Rachel van dichtbij wat in de gaten houden...Daar leerde ze vlug veel knepen bij en zorgde ze er mee voor dat de visserij een bloeiende zaak werd.
Leon haalde in 1951 zijn kapiteinsbrevet en kocht de 'Johanna' over met de lening die Jetje hem renteloos gaf. Voorwaarde was wél dat hij zijn schip liet varen onder de vlag van haar rederij, en dus als thuishaven voor Nieuwpoort koos. Datzelfde jaar trouwde hij ook met Rika De Bens, de jongste zus van Françoise , hoofdzakelijk omdat ze in de gesloten kring van uitgestoten incivieken voor elk sociaal contact enkel op elkaar waren aangewezen. Erg gelukkig werden ze niet, mede door de bemoeizucht van Ma de Bens, en in 1967 viel dit huwelijk na 16 vreugdeloze jaren kinderloos uiteen.
In Oostende was hij toevallig nog eens op Nancy gebotst, die met de baas van Hotel Imperial was getrouwd. Over Joseph werd daarbij pudiek gezwegen ,wat een vlotte conversatie niet erg bevorderde. En van 'haar Roger' had ze al jàren niets meer gehoord: die was eind '61 in Katanga als huurling voor Tjombé gaan vechten en er spoorloos verdwenen..."Waarschijnlijk in de kookpot door de échte zwarten opgefret", zei ze spottend...Als grafschrift voor zo'n jarenlange vrijage vond Leon dat van haar nogal aan de ranzige kant, al begreep hij ook wel dat Nancy zo'n avontuurlijke losbol als Penny niet ééuwig kon blijven verafgoden...
Maar als hij nu ,op z'n oude dag ,aan zijn eigen avontuurtjes terug dacht ,had hij tenslotte ook niet zoveel geluk gehad in de liefde...Olgatje Erte weigerde hij zelfs als 'avontuurtje' te beschouwen :dat was nog pure kalverliefde geweest waar hij soms nog ontroerd aan terugdacht. Hadden de Amerikanen haar niet vermoord ,dan was zij misschien de vrouw van zijn leven geworden ,wie weet...Maar voor de rest zag zijn trofeeënkast er maar droevig uit :dat leuke Agnéstje van cafe 'Zannekin' had hem met zijn eerste stoot een druiper bezorgd ,en die Zeeuwse Hete Hélène met haar vergiftigde leverpaté kon je moeilijk een 'verovering' noemen ! En aan dat vluggertje met de pokdalige Phil had hij misschien wél zijn broer horens gezet ,maar mocht er ook zijn gedwongen inlijving bij de SS aan danken ! De vijfdaagse romance met Ilse, die adelijke boerendochter op ‘Gut Witzleberhof’ in Pommeren, had hem met haar zelfmoord ook al een bittere nasmaak bezorgd. En de sluikse 'overgave' van Schwester Monika op die mansarde in Steglitz kaderde helemaal in de totale ineenstorting van hun toenmalig wereldbeeld. Maar ook de zielige Gertruda, de Silezische vluchtelinge waarmee hij in Berlijn aan de Russische barbarij ontsnapte, had zich enkel uit puur lijfsbehoud aan hem gegeven :beestige sex ,waarmee ze zijn bescherming had afgekocht ,en die hij liefst zou vergeten...Allemaal niet zo mooi...
En in het zwoele oerwoud van Indochina was de liefde al helemaal een koortsig waanbeeld geweest: hij herinnerde zich enkel wat zweterig gesmos in muffe hutten..."Mé klein wuvetjes zoender tetten" ,zoals hij deze periode samenvatte :"Kinders bijkans"...Waar hij met zijn berenlijf helemaal niet bij paste...
Al bij al niets om fier over naar huis te schrijven...Want tenslotte ,hé...Ware het niet dat hij tegenwoordig naar de jaloerse buitenwereld toe de schijn van ware liefde ophield met z'n inwonende "Siamese Tweeling" ,hélemaal gelukkig wàs hij niet met die jonge exotische zusjes ,eerlijk gezegd...Alhoewel ,ze hielden in zijn ruim appartement op de dijk van Nieuwpoort-Bad al een paar jaar zijn wintervoeten warm in bed :een "gemütlichkeit" waarvan al zijn kaartmaten van de "Floreal-Bar" nog doorlopend driftig droomden ,wist hij...En dàt is veel waard.
Maar dat is weer een ànder hoofdstuk ,dat ik wegens de actualiteit in alle discretie hierachter uit de doeken doe.
Meester Florizone was blijkbaar héél fier op het compromis dat hij had uitgedokterd: " Gelooft mij ,gijder gaat er allemaal stukken béter van worden, met een klein beetje water in uwen wijn te doen..."
" Vooral dan Rachel hier ! " viel Joseph hem in de rede: " Wat zij bij die verdeling komt doen, is mij niet helemaal duidelijk ! Zij heeft geen énkele band met Pylieser, dat ik weet ! "
Rachel grijnsde eens minachtend, doch hield de tanden opeen. Maar Florizone verdedigde bitsig zijn geesteskind: " Zeg Joseph verdomme ! Ik heb het u al uitgelegd ! De verdeling van de nalatenschap onder u gedrieën steunt op twéé poten en verloopt in twéé schuifkens. Ten eerste, Madam Coulier kan beslissen of ze die erfenis aan ù gunt, of aan de Staat. Ze heeft een wrok tegen u wegens uw politiek verleden, én het feit dat gij zwijgend meegewerkt hebt om haar de stock van haar juwelenwinkel te onthouden... Neen, Petré, onderbreekt mij alstublief niet ! ...Ze heeft dus reden genoeg om u de erfenis van een groot vaderlander te misgunnen...Want als zij tegen de autoriteiten, met verwijzing naar ù, één woord zegt over een vermeende vadermoord, dan slaat de staat alles ààn: 'confisqué ! ' En dan kan iedereen op zijn kin kloppen ! "
" Maar man ! Ik heb mijn vader niet vermoord ! Wie gaat zoiets belachelijks bewijzen ?! De zatte garde, of Rode Steiner ? Of madam Rachel, hier ?"
" Meneer Petré ! Het gaat er niet over of Pylieser uw vader is of niét ! In erfeniskwesties spreken ze van 'vadermoord' als een erfgenaam verantwoordelijk is voor de dood van de erflàter ! In 't algemeen :ge kunt maar van iemand erven als ge niét verantwoordelijk zijt voor zijn overlijden ! En in ons geval zit daar een reuksken aan ,lijk iedereen weet :gij stond erbij toen Pylieser verzoop hé. En "Bewijzen" ? Daar zal het gerecht zelfs geen moeite voor doen ! Als inciviek zijt gij bij een eventueel nieuw proces sowieso een vogel voor de kat ! Tegen de bewering van een oud-gevangene uit het concentratiekamp kunt gij niéts inbrengen, óf ge zijt vertrokken voor een jarenlange procedureslag, wat op hetzelfde neerkomt. Wij moeten het stilzwijgen van mevrouw Coulier – hier tegenwoordig - dus afkopen ! En de beste manier is nog altijd haar te laten delen in de nalatenschap, ook al heeft ze er geen recht op...Noemt het alletwee "een pakt met den duivel" ,maar 't is tenminste een pakt waar iedereen rijker van wordt ! Zij heeft, door haar positie van zaakvoerster van de rederij, er een groot financieel belang bij dat deze zaak verder floreert, en ze zaagt best niét de tak af waarop haar positie en al haar welvaart steunt. Anderzijds, en dat is het tweede aspect, kan ik goed begrijpen - door al de miserie die uw familie heeft meegemaakt na de bevrijding en vooral gijzelf tijdens uw gevangenschap - dat gij niet hoog oploopt met grote patriotten-die-in-het-kamp-hebben-gezeten! En met lede ogen aanziet dat zij met een deel van uw erfenis gaan lopen! 't Is daarom dat ik u beiden aanraad wat water in uwen wijn te doen ! Maakt een kruis over alle oude zever en een afrekening over dat triestige verleden ! Daar staat of valt ons akkoord mee: zo simpel is het ! "
" Gij noemt dat simpel ? Dus moet ik voor hun schone ogen alles aan hén overlaten, zo maar! ?"
" Petré, hoe dikwijls moet ik het nog zeggen ! Gij zoudt sowieso niks krijgen, want de Staat zou al uw bezittingen confisqueren ! ...Maar als gij - tegen weliswaar een ruime maandelijkse toelage, geschonken door madam Coulier en uw tante Jetje - akkoord gaat om in hùn voordeel aan deze nalatenschap te verzaken, dan is de Staat buiten spel gezet ! ...Het is dàt, of niks ! "
Joseph bleef mokkend voor zich uit staren: " En wat is dat: een ruime maandelijkse toelage ?"
Florizone voelde dat hij gewonnen had: " Maandelijks vier Britse goudponden, levenslang ! Daarmee kunt gij van uw renten gaan leven, en ruim ! ...En inflatievast hé ! "
Joseph keek de tafel nog eens rond. Enkel tante Jetje sloeg de ogen neer..." Bon, waar moet ik tekenen ?"
De advocaat had nog nooit een document zó vlug opengeplooid: " Hier zie, en schrijft erbij: gelezen en..."
Plots deed een harde knal de ruiten rinkelen en heél het gezelschap bijna van hun stoel donderen !. Stijf van de schrik keken ze elkaar aan, tot ze plots door elkaar begonnen te roepen: " Een bom ! Vlak naast de deur ! Den abri ! Steiner ! Die kloot ! Past op voor de ga-as ! "... Maar ondanks hun angst drong toch iedereen naar buiten !
Ook buren kwamen aangelopen...Inderdaad, uit de kale vlierstruiken aan de voet van de abri dreef nog een vuile mistige wolk de straat op: dààr was het gebeurd ! Twee moedige mannen waagden zich schoorvoeten dichter bij de ingang van de bunker en riepen toen tegen hun kennissen die op veilige afstand toekeken: " Een vent ! Lelijk vermassacreerd ! " En als lopend vuur ging het plots de kring rond: " Steiner ! Hij heeft het aan zijn fles ! "
Nadien keek iedereen als gehypnotiseerd toe hoe de twee helden het slachtoffer elk bij een been grepen en uit de smalle toegang van de buinker tot onder de open hemel trokken. De armen en het achterhoofd waren half weggeslagen en lieten een bloedig dubbelspoor na op het halfbevroren zand.
Niemand zag Joseph de Bassevillestraat uit hinken... Enkel Rachel ving nog een flits van hem op, toen hij gehaast op zijn krukken de bocht achter 'De Lekkerbek' rondde...Verdomme, flitste het door haar hoofd, dien zwarten smeerlap trapt het àf ! En hij heeft nog niks getekend ! Daar gààn m'n centen !"
Oef ! Even het wilde bonzen van zijn hart laten bedaren: " Zo ! Alles is volbracht ! ” lachte hij grimmig: ” Op Engelborghs nà dan, maar die stond in feite pas als derde op mijn zwarte lijst...Eerst Pylieser, en nu Steiner ! Dat ze mij straks maar proberen weer in de bak te steken: ze gaan verdomme van een kale reis thuiskomen ! Mij krijgen ze niet meer !"
In de duinen op het einde van de Zeelaan stak de zwarte commandobunker van de batterij af tegen de grauwe einder boven zee...
" Nicht raisonieren !" dacht hij: " Weert u scherp, en eind als een soldaat ! Al die klootzakken van mijn dorp zullen mij nog lang gedenken als straks het mosterdgas uit den abri zal beginnen ontsnappen ! Dat ze verdomme allemaal creperen met hun muil open: dat is hun verdiende loon ! "
In de verlichte gelagzaal van 'De Lekkerbek' zag hij geen kat meer...Allemaal gaan gapen naar de resten van die zotte Steiner, natuurlijk ! Kwijlend lijk bloedhonden !
" En nondedju zeggen dat ik voor dat volk drie rottige jaren van mijn jonge leven mijn kloten heb afgedraaid in dat smerige Rusland ! Bevroren in ijs en sneeuw, gestikt in stinkend stof en opgevreten door de luizen en de muggen ! En ieder moment in flarden kunnen vliegen, midden duizend bommen en granaten ! Allemaal om hùn christelijke heimat te beschermen tegen de vuige bolsjevieken, lijk die smeerlap van een Engelborghs mij heeft wijsgemaakt ! En ik, tiendubbele onnozelaar, ben daarin getrapt godvermiljaarde !.. Ik heb dat geslikt ! "
Bij het oversteken van de verlaten Grote Baan struikelde hij van woede met zijn krukken bijna over de gladde zwarte tramrails: dat moest er verdomme nog bijkomen dat hij hier z'n laatste poot brak ! ...In de kinderkolonie 'Les Marchevins' brandde een armzalig lichtje bij de conciërge, maar voor de rest viel ook dààr geen kat te bespeuren. En een stuk verder, tegen het strand, leek café 'De Welkom' eveneens uitgestorven...
Buiten adem bereikte hij de naastliggende commandobunker op de duintop. De aannemer was al met de afbraak van het bovenste platform begonnen, zag hij: aan de voet lag het rondom vol hopen betonbrokken met de afgeknapte ijzerstaven dreigend omhoog. Maar de natte ijzeren trap, die langs de achtergevel tot aan de tweede verdieping liep, was nog grotendeels intact.
Het bleek een zwaardere karwei dan hij gedacht had om op zijn krukken tot boven te geraken, vooral met al dat rot steengruis op de treden...
Eens op het dak voelde hij nauwelijks de ijzige wind die hem in het gezicht sloeg, maar het zicht op de grauwe zee kalmeerde hem wel. Hier zouden ze hem voorlopig zo rap nog niet vinden...De vuurtoren van Duinkerke en die van Oostende waren nog nauwelijks te zien door de binnendrijvende sneeuwvlagen. Nieuwpoort zwaaide wél met forse slagen ritmisch zijn priemende lichtstralen over de baren...Buiten wat witte scholen meeuwen, hier en daar uitrustend tegen de groen oplichtende branding, viel in de vale schemer geen hond te bespeuren. Een vreemde kalmte daalde over hem neer...
Hij stak zijn pijp aan, en stond lang te mijmeren over al de kansen die hij de laatste tijd had verspeeld. Die stomme Spaanse cursus waaraan hij màànden zijn tijd had verprutst in de hoop een nieuw leven te kunnen opbouwen in Brazilië...waar ze portugees spraken ,verdomme ! De miskleun van het jààr ! ...En ook de roze toekomst die Nancy hem zo wulps en aanlokkelijk had voorgespiegeld, bleek nu niets dan vulgair bedrog ! ... Dan hadden zowel Nadine en Erika duidelijk aangetoond dat die kreupele schooier in hun leven nog minder betekende dan een vuile luier ! En als klap op de vuurpijl was hij nu op de vlucht, terwijl hij zijn gouden munten, waaraan hij zich de laatste jaren had vastgeklampt, onnozelweg vergat mee te nemen ! ...Enfin Jetje zou ze wel vinden in zijn rugzak, en ze kon er maar goed mee zijn...
Plots schrok hij op: dreigende stappen op de ijzeren trap ! ...Wie kon dat nu verdomme zijn! ?...Vlug trok hij zich terug onder het deel van de donkere overkapping dat nog niet was afgebroken en tuurde als gehypnotiseerd naar het bovenste uiteinde van de trillende trapleuning...En ja, een zwarte schim rees er langzaam uit de schemer op en leek het rommelige platform af te speuren...Joseph perste zijn lijf helemaal in de smalle muurnis en loerde versteven naar het dreigende silhouet !
Plots flitsten een reeks oude beelden door z'n kop. De 'Zwarte Weduwe' die hem in zijn jeugd zo geobsedeerd had met haar geparfumeerde lijf...De verleidelijke hoer die destijds samen met hem de vroege tram naar Oostende nam, na haar liefdesnachten met tante Jetje...De valse intrigante die hem op een sombere morgen, na het moordende Britse R.A.F.-bombardement op de Flak-batterij van Raversijde, terug naar huis stuurde omdat volgens haar de tram tóch niet reed...Het vuile serpent, dat wist hoe hij daar Jupp zou aantreffen terwijl deze in bed Marie een fikse smeerbeurt gaf. En tenslotte overduidelijk, als het flikkerende beeld op een bioscoopscherm, de geile jodin Rachel die zijn tante Jetje schaamteloos opvrijde en hem al jarenlang het leven had verpest ! Al deze beelden waren enkel facetten van één en dezelfde kwelgeest !
" Joseph ! Joseph Petré ! " De kreet schalde als een trompetstoot door de lege bunker. Geen twijfel mogelijk: het was inderdaad Rachel Coulier !
" Wat hebt gij hier verdomme verloren ?!" riep hij vanuit zijn zwarte hol: " Of komt ge mij nog wat méér geld afluizen ?!"
" Ik zag dat ge wegliep naar de tramstatie en heb Jetje gezegd dat ik zou proberen u terug naar huis te halen: ge moet die akte nog tekenen ! "
" Akte tekenen ?! Ge hebt al heel mijn erfenis naar de kloten geholpen met die verzonnen vadermoord en nu komt ge mij zeker nog met wat ànders chanteren ?"
" Verzonnen vadermoord ? Hoezo, verzonnen ? Gij vergeet zeker dat IK u dien avond dat goed gedacht heb ingefluisterd om de Gerard Pylieser om zeep te helpen ?...En dat ge met volle goesting mijn raad hebt gevolgd ?...Daar is niks verzonnen aan, hé makker ! De oplossing, om hem met zijn zatte botten in die poel te duwen en langzaam te laten verzuipen, hebt ge zélf uitgevonden: bravo ! Maar dat hij door uw toedoen de pijp uit is, moet ge nù niet proberen te ontkennen ! "
" En dàn ? Ik wist toen toch niet dat hij mijn vader was, hé! ? En zéker niet dat ik van hem zou erven ! "
" Dat maakt geen énkel verschil of hij uw vader is of niét. Gij had tóch nooit kunnen erven van de mens die gij vermoord hebt, punt gedaan ! Dan is het toch beter zoals Florizone voorstelt: verzaakt stilletjes aan die erfenis ten voordele van Jetje en mij, en wij betalen u maandelijks een ruime lijfrente zolang gij leeft ! ? Iedereen gelukkig en de Staat kan de pot op ! " Zo slijmerig verzoenend had hij haar nog nooit bezig gehoord !
Joseph bleef mokkend uitkijken over de branding, die langzaam verdween achter het grauwe gordijn van de naderende sneeuwbui. Rachel trachtte hem te paaien: " Allee, komt terug naar huis en tekent die 'akte van verzaking', man ! Dan is alles achter de rug..."
Joseph snoof verachtelijk: " Nù nog ?! Gij denkt zeker dat ik zot zijn ! Van als de gendarmen mijn kop zien, steken ze mij in de bak, verdacht van de moord op Steiner ! "
" Steiner ?...Onze aannemer Steiner ?" sneerde zij verwonderd: " Maar vent, waar haalt ge dàt nu weer uit dat die smeerlap dood zou zijn ?!...Verdomme Joseph, was dat maar waar! Al de geburen zouden zich zat zuipen ! "
" Hey zég! Ik heb zijn bloedend lijf nog geen uur geleden uit de abri zien trekken ! Veel leven zat daar zo op eerste zicht niet meer in, als ge 't mij vraagt ! "
" Ha dié ?! Da's juist ! ...Dàt slachtoffer had het lelijk zitten ! Doktoor Loenders ging hem nog met de oude ambulance naar Nieuwpoort laten voeren, ook al zal die sukkelaar onderweg wel creveren...Maar wat heeft dàt met Steiner te maken ?..."
" Hoe ?...Was dat Steiner niet die ze uit de abri getrokken hebben ? Iedereen die kwam toegelopen, zei toch dat het Steiner was ?"
" Bijlange niet ! Het was de vent van dat jong Frans koppel dat de 'Stella Maris' kwam huren ! De garde heeft mij zijn pas laten lezen, omdat hij zijn bril van 't verschieten in de 'Lekkerbek' had vergeten...Een oude pas, nog van in de oorlog: het schrift was wat uitgelopen... Dieudonné heette hij, Dieudonné Gustave uit Duinkerke. Ons Jetje zei dat haar huurder zo heette...Die vuile smeerlap van een Steiner heeft het jonge vrouwtje van die gast nog geholpen bij het instappen naast de chauffeur van de ambulance, zeker om nog eens wat jong vrouwenvlees te betasten ! ...Om maar te zeggen dat die smerige hond van een Steiner nog altijd springlevend is ! "
Joseph luisterde niet langer en voelde zich plots onwel worden ! Dan was héél zijn listig plan, om die smerige schurk definitief uit te schakelen, op een natte sisser uitgelopen ?...Alles wat hij met zijn vuile valstrik bereikt had, was zijn oude vriend Konrad doen verongelukken ! ...Enfin, 'oude vriend', dat was misschien wat té sterk uitgedrukt ?...En hem als 'wapenbroeder' beschouwen was ook niet helemaal correct.. .'Medeminnaar' kon hij hem ook niet noemen, want Konrad had hem bij Erika enkel opgevolgd nà Josephs vertrek, niet verdrongen terwijl hij daar logeerde...Verdomme, Erika ! Wat moest diè wel van hem denken als zou blijken dat hij haar man dat ongelukkig accident had bezorgd ?! Opzettelijk, nog wel ! ...Dus haar chérie in feite laf vermoord had lijk een hond ?!...
Het diepe schaamrood leek een verdovend waas over zijn bewustzijn te leggen en het bizarre peilen in eigen gevoelens deed hem elk contact met zijn naaste omgeving verliezen...Sprak Rachel nu tegen hém, of tegen iemand beneden op straat ?...En toen zij stil bovenaan de trap in een opwaartse lichtstraal gevat werd, dacht Joseph even een verschijning van de heilige Moeder Maria te beleven...Pas toen zij door de sluier van de sneeuwjacht langzaam naar hem toe zweefde en hem als een kind bij de arm naar de trap leidde, leek hij half uit zijn droom te ontwaken...
Beneden, scherp afgetekend tegen het witbesneeuwde wegdek, stonden twee zwarte schimmen, de fiets aan de hand. Bij nader toezien: gendarmen...Ze kwamen hem dus aanhouden, flitste het door zijn hoofd...Nù pogen te ontsnappen door weg te lopen, grensde aan het ridicule: daar stond hij boven! ...Zijn Lüger uit z'n broeksriem trekken en die twee arme dienders uit de weg ruimen ?...Hij kon het niet over zijn hart krijgen, écht niet...En dan nog, wat zou dat uithalen ? Voort vluchten als een opgejaagde rat ?...
Neen, als hij dan toch aan verdere vernederingen wilde ontsnappen, was er maar één manier: de zijne !
Hij strompelde stijf op zijn krukken naar de eerste treden van de trap, keek even twijfelend om of Rachel hem nog volgde, leek te struikelen en viel toen, als in een vertraagde film, zonder een schreeuw naar beneden.
Zowel de rijkswachters als Rachel zélf, stonden één moment versteend naar het neergeplofte lichaam te staren. Op de manier waarop Joseph daar verwrongen tussen de grote betonblokken afbraakpuin aan de voet van de bunker lag, twijfelde Rachel geen ogenblik: haar kwelgeest was zo dood als een pier ! In de schijn van de zaklamp van Chef Remy zag ze hoe het hoofd van Joseph in een scheve hoek over zijn schouder keek. En rond het verroeste betonijzer dat door zijn kaki vestzak omhoog stak, merkte ze zelfs in het halfduister de snel zwellende zwarte vlek van de fatale bloeding.
" Zo, van die vuile fascist zijn we dan eindelijk verlost ! " flitste het door haar hoofd: " Maar achter zijn handtekening kunnen we fluiten ! "
Plots kreeg ze de verblindende straal van de zaklamp in haar gezicht: " Ge hebt hem weggeduwd hé ! " blafte de andere gendarm: " Ik heb het wel gezien ! "
Rachel schermde haar ogen af met de hand: " Ik ? Hem geduwd ? Maar vent toch! Ik heb hem nog niet eens aangeraak ! Ik was minstens een méter achter hem ! ...Hij is zéker in het duister met zijn krukken gestruikeld over al dat steengruis hier en de sneeuw op de treden ! Ik heb nog mijn hand uitgestoken om hem bij zijn kraag te attraperen, maar 'k was te vér àchter en hij schoof al onderuit ! En Ik een vallende vent van honderd kilo tegenhouden in de vlucht ? Allee serieus hé !"
Chef Remy, die blijkbaar aan één vermoedelijke moord per dag ruim genoeg had, smoorde de repliek van zijn ijverige adjunct in de kiem: " 't Is een ongeluk, punt ! Vaststelling van de juiste omstandigheden en de ondervraging van de getuige kunnen wachten tot de P.V. later op de avond.. Of beter nog: morgen op den buro ! Verdikke, wij gaan madam Coulier hier toch geen fleures laten opscharrelen zeker ! Gij pakt uw velo en rijdt al rap terug naar café 'Lekkerbek', daar op den hoek aan 't eind van de straat, waar ze een telefon hebben en belt om de ziekenkar en doktoor Loenders. En als ge geen antwoord krijgt, zijn die misschien nog bij dat eerste accident van daarjuist, in de abri. Zegt dat ze langs hiér komen, maar houdt het nondedju stil voor de mensen hé! Ik wil hier straks géén zotte bende curieuzeneuzen op mijn vel krijgen, verstaan ?! Ik blijf hier voor de eerste vaststellingen...Maar treuzelt niet hé ! "
En zich naar Rachel wendend, die stil stond te bibberen van alteratie: " Ga maar rap naar huis, Vrouw Coulier ,maar zwijgt over wat hier gebeurd is, verstaan ! ? Ik zie u morgen om tien uur op de buro in Nieuwpoort...Allee, zal 't gaan , peis-de ?"
Voor de abri stonden nog wat buren geschokt te kwebbelen rond de paal van de straatverlichting. Toen Rachel Jetje stil bij de arm wegtrok uit de kring, vroeg deze verwonderd: " Hebt ge Joseph nog gevonden ?"
" Ja, bij de grote kommandobunker tegen 't strand aan café 'De 'Welkom'...Die twee gendarmen hébben hem..."
" En wat gaan ze met hem doen ?" vroeg Jetje benepen terwijl ze het hekje van haar voortuin openduwde.
" Meenemen naar Nieuwpoort, tiens ! " Maar in de pikkedonkere doorloop naar de achterkeuken barste ze plots los: " In de lijkenkar, verstaat ge ! Hij is dood ! "
" Hoezo, dood ?...Joseph ?" stamelde Jetje versteend. Maar haar vriendin duwde haar met de rug tegen de muur en siste in haar gezicht:
" Wel ja: morsdood ! Die kloot heeft zich misstapt ! Verblind door de straffe lichtstraal uit de zaklamp van de gendarmen ! Van 't tweede verdiep boven die hoge bunker naar beneden gestuikt en zijn nek gebroken ! Morsdood ! Verstaat ge wat dat wil zeggen, Keuntje ?...We zijn rijk, meisje, schatrijk als we willen !! Maar zwijgt lijk een graf hé ,dat Joseph dood is !"
" Joseph dood ? Zo ineens ? Dat geloof ik niet ! "
Rachel scheen haar niet te horen: " En als we 't goed spelen is alles wat hij van Pylieser erfde nu van óns ! Héél de rederij met de vier schepen ! En àl zijn los geld: tégen het miljoen, als het niet méér is ! "
Toen Rachel haar plots wild begon te zoenen, wrong Jetje zich bruusk los :"Zeg, zotte ! Zal 't gaan ,ja !!" Ze liep als verblind kwaad verder naar de achterdeur.
Plots struikelde ze in het donker over een bundel kleren en viel met een gil pardoes op een vent ! Zeker een zatlap die daar in 't donker zijn roes lag uit te slapen...
In de verwarring kon ze nog vlug de keuken binnenglippen, het licht aandraaien en het slagersmes grijpen.
De landloper richtte zich slaperig op en kroop kreunend recht in het verlichte deurgat...Een beangstigende beer van een vent, met een verwarde snorrebaard en een indrukwekkende kop haar. En die zwarte ogen die gloeiden als karbonkels in het getaande gezicht ! Jetje loste een wanhopige schreeuw: " Dis ?!...Dis, zijt gij het ?!"
Maar dàt was natuurlijk onmogelijk: Dis was al eeuwen dood ! Ontploft en in het niets verdwenen ! Juist, in het niets verdwenen, zonder een spoor na te laten...
De landloper rochelde een rokersfluim op en spuwde op de grond: " Wel-wel ,Tante Jetje ! ...Herkent ge mij niet meer ? 't Is ik: Leon ! ...Leon Petré van naast de deur ! "
Rachel liep rap om hem heen en ging manmoedig naast haar hartsvriendin staan: " Wééral een SS-er zeker ?"
Zohaast iedereen van de verrassing was bekomen, kon Leon aan tafel zijn verhaal doen wat hij de laatste jaren had meegemaakt en waar hij heel die tijd was gebleven.
" Bij de laatste gevechten in Berlijn zijn ik onder een ingestort huis bedolven geraakt. Maar niet geplet hé ; ik kon daar vrij rondkruipen onder dat puin....Ik heb mij daar een tijdje stillekens verdoken tot den oorlog gedaan was en heb daar in die zelfste ruïne burgerkleren kunnen vinden...Toen het weer kalm werd en de stroom vluchtelingen opnieuw in gang schoot, heb ik mij aangesloten bij een vrouw met een kind...Gertruda, heette ze...Dan zijn ik zogenaamd als haar vent verder naar het westen van de stad getrokken in de hoop voor ons bij Joseph en zijn lief onderdak te vinden...Maar zijn huis lag in puin en niemand van de geburen wist of ze nog leefden of waar ze waren! ...Dan zijn wij verder in die straat maar in het verlaten huis van Ward Hermans ingetrokken dat nog half recht stond en de kelder vol weckpotten conserven stak..."
" Ward Hermans ?" onderbrak Rachel met zichtbaar leedvermaak: " Die smeerlap hebben ze een paar maand geleden juist veroordeeld tot levenslang! "
" Juist goed ! " vond Leon, tot verbazing van Rachel. " Wij zijn daar dan blijven plakken tot al het eten, dat wij er vonden, op was en de Amerikanen eindelijk in hun Berlijnse sector binnentrokken. Ze hebben daar alle huizen geconfisceerd om in te kwartieren en ons daar weggejaagd uit Dahlem en mij gedwongen naar België terug te keren. Later, in het verzamelkamp heb ik kunnen tekenen voor het vreemdelingenlegioen en onderweg in Sidi-Bel-Abbès in den Afrique zijn ik op de Penjaert van Oostende gevallen..."
" Ja, dat wisten we al..." zei Jetje: " Uit uw antwoorden op de vragenlijst, die Joseph u opstuurde...Maar van uw laatste vlucht uit het legioen wisten wij niks."
" Ha ja...In het begin was dat daar nog plezant, omdat het regiment nog aaneengesloten vocht. Maar nadien hebben ze ons in groepjes van zes verdeeld over al die dorpen in het oerwoud, om een bende rijstkakkers op te leiden die in feite geen goesting hadden om te vechten...Eén vuile rotboel, ja ! ... Op 't laatste besloot de Penjaert om het af te trappen, en ik zijn dan maar mee gelopen... Na zeven nachten stappen door de bossen en overdag met één oog te slapen zijn we dan in Siam geraakt. Daar hebben we een tijdje uitgerust bij vriendelijke mensen en zijn dan achteréénvolgens met verschillende boten als stoker of matroos tot in Rotterdam geraakt..."
" Ja, het laatste kaartje dat Joseph kreeg kwam van Kaapstad, als ik mij niet vergis..."
" Ja, Joseph! ..." bromde hij: " Hoe stelt die het nog in de bak ?"
Maar vooraleer Jetje zich kon verspreken, haakte Rachel al in: " Die zou een dezer weken vervroegd gaan vrijkomen uit het gevang van Brugge ! Hij heeft veel strafvermindering gekregen omdat hij naar het schijnt toch zo'n goeie vaderlander was geweest en joden heeft geholpen"
Leon merkte de blikken van verstandhouding blijkbaar niet die Rachel naar Jetje wierp en vervolgde duidelijk vermoeid: " Al bij al zijn ik toch content dat ik voor het vreemdelingenlegioen heb gekozen, in plaats van heel die tijd in het gevang weg te rotten ! "
" Vooral omdat gij waarschijnlijk géén strafvermindering zoudt gekregen hebben ! " sneerde Rachel: " Want véél levens van weerstanders gaat gij wel niet gered hebben, gelijk die held van uw broer ! ..'t Kon niet meer óp : Een Duitse jood en een Engelse vlieger ! Jawatte hé " grijnsde ze vals.
Twee uur later, toen iedereen rap gegeten had, trok Jetje naar bed, óp van de zenuwen. Joseph dood...,ze kon het niet geloven ! Zo'n goeie jongen ! Zo triest aan zijn einde gekomen, na al de miserie die hij de laatste jaren had meegemaakt. En nog zo jong, Jezus-Maria-Jozef ! Ze zou morgen vroeg, éérste werk, bij de garde gaan vragen waar zij kon gaan groeten en hoe het stond met de mogelijke begrafenis...Maar vreemd genoeg raakte de plotse heropstanding van Leon haar koude kleren niet...Waarschijnlijk omdat zij zijn dood in Steglitz mentaal nooit aanvaard had ?...
Toen Jetje was vertrokken, bleef Rachel nog een hele poos met die ongenode gast napraten. Ze legde het er dik op dat hij inderdaad óók een gezochte SS-er was, al liep hij dan al jaren met valse papieren rond...Want dan zou hij ook wel eens voor vier jaar de bak in kunnen vliegen hé ! Gelukkig dat er in feite niéts hem aan de persoon van Leon Petré kon linken, tenzij de geburen hem zouden herkennen, natuurlijk! ..."
" Wat dan nog ? 't Vreemdelingen Legioen heeft mij witgewassen hé ! Maar neen, zijt al gerust, mij gaan ze niet herkennen ! Hiér blijf ik niet rondlopen hé ! En zelfs dàn kan niemand echt bewijzen dat ik de Leon Petré van vroeger zijn..."
" Al goed, want in feite ligt dié Leon Petré begraven op het kerkhof van Nieuwpoort ! "
En Rachel vertelde over het goedbedoelde bedrog van Jetje met het aangespoelde lijk in de Geul, na de bevrijding in september '44: " Als ge nù moest willen beweren niét dood te zijn, zoudt ge nog veel last hebben om dat te bewijzen, met uw valse papieren...En Jetje zou veel ambras krijgen wegens de valse aangifte van uw dood ! Van hààr moet ge dus niet vrezen dat ze u gaat verraden als de oud-SS-er Leon Petré! "
" En gij zélf, madam Rachel ?"
" Och, mij hebt ge niets misdaan, als ge maar niet te lang voor mijn voeten loopt...Neen, voor ons is de Leon zo dood als een pier ! ...Daarbij, ik heb heel goede relaties met een rederij in Breskens, In Holland , waar ge rap aan de slag zoudt kunnen gaan op een vissersboot...een treiler."
" Een treiler ? Zo'n moderne metalen schip ?! Dedju Rachel: liever vandaag dan morgen ! Als dàt zou lukken, zal ik u eeuwig dankbaar zijn ! ..."
Wel-wel, da's nieuw, dacht ze...
In bed verraste Rachel haar vriendin met de mogelijke ontwarring van het kluwen, veroorzaakt door de dood van Joseph en de verrijzenis van Leon. Hoofdzaak was dat, primo, deze laatste nooit mocht weten dat zijn oudste broer precies vandààg was gestorven...En segundo, dat Leon nooit iets mocht vernemen dat hij de nieuwe erfgenaam was van Pyliesers nalatenschap. Daarom moesten ze zo rap mogelijk zorgen voor een discrete verdwijning van dit laatste overlevende petekind van de Gerard! ..De 'échte' Leon lag voor het oog van de wereld immers veilig begraven op het kerkhof van Nieuwpoort, en daarmee uit ! ...En binnenkort zou Joseph daar ook liggen en konden ze eindelijk eens deftig over de verdeling van die nalatenschap gaan spreken bij de notaris Legein ! ...Het voorstel van Florizone kwam iedereen goed uit...En ook Joseph had er, juist vóór de abri ontplofte, zijn instemming mee betuigd...In bijzijn van viér getuigen nogwel ! Enkel mondeling, weliswaar, en nog niét getekend, maar dààr moesten de levenswijze heren maar een "praktische mouw aan passen" ! Als Jetje en zijzelf alle twee akkoord gingen om onderhands maandelijks wat gouden ponden aan Leon te geven, zoals ze ook voor Joseph van plan waren geweest, hoefde er geen haan te kraaien naar de vervelende verrijzenis van die kwibus !
De volgende morgen kraaide er inderdaad géén haan toen, vóór dag en dauw, Rachel en Leon met de eerste tram richting Knokke naar Breskens vertrokken...Daar hielp ze hem tegen de middag aanmonsteren bij rederij Maes, toevallig dezelfde naam als die hij zélf opgaf...En voor de dag om was, had Leon een proefcontract voor drie maanden op zak en zat hij knus 'op kamers' bij een oude Zeeuwse weduwe.
Bij het afscheid dien avond vroeg Rachel nog of hij het gewoon zou kunnen worden bij die kaaskoppen.
" Geen énkel probleem, madam Rachel ! Per slot van rekening, Nieuwpoort of Breskens: een boot is een boot !
Het liep nu tegen vijven...In het licht van de kaars pakte hij vlug maar nauwgezet heel zijn hebben en houden in zijn rugzak. Buiten regende het niet meer, maar het was wel nog pikkedonker...Verscholen achter de werfkeet speurde hij in de lichtkring van de straatlantaarn de gevels aan de overkant af...Toen zijn oog op de 'Stella Maris' viel, borrelde als vanzelf de goesting op om zijn vroegere woonst nog eens van dichterbij te bekijken. En tenslotte, in afwachting van een hotel kon hij net zo goed dààr pogen een dutje te doen...
De kust leek veilig. Heel de buurt lag in diepe slaap verzonken. Dus deed hij maar wat aan het front een automatisme was geworden: uit dekking opspringen, dertig meter spurten en weer in dekking vallen! Maar nu op één been en met krukken !...Mentaal telde hij af: drei, zwo, eins en hop! Met snelle sprongen huppelde hij op zijn stokken de Bassevillestraat over en verdween achter de hoge haag van zijn oude voortuin...Alle luiken zaten dicht...Niets wees erop dat er binnen mensen zouden kunnen wonen...
Voorzichtig tastend in het donker schuifelde hij langs de zijgevel van de ‘Stella Maris’ achterom naar het koertje...
Uit gewoonte voelde hij aan de klink van de achterdeur, maar schrok toch toen die niet op slot bleek te zijn...Dan herinnerde hij zich dat Jetje het huis zou schoonmaken voor het jonge Franse koppel huurders van de kerstweek...Waren die al zó vroeg aangekomen ?...
Binnen was het aangenaam warm, maar in het licht van zijn aansteker zag hij tegen het buffet nog een heel arsenaal kuisgerief staan: Jetje was blijkbaar nog niet klaar met haar grote schoonmaak...En na een sluipende verkenning van heel het gelijkvloers wist hij dat hier voor het ogenblik nog geen 'vreemd volk' was ingetrokken, ook al zorgde de vulhaard in de voorkamer dan reeds voor een huiselijke warmte. Dat was duidelijk weer een blijk van Jetjes aangeboren gastvrijheid...die hij met een grijns onmiddellijk voor zichzelf met open armen aanvaardde !
In de zachtrosse gloed van de 'feu-continu' herkende hij nog zijn oude meubels...De twee versleten leren zetels rond de haard en de met een dikke sprei afgedekte canapé in de hoek lonkten naar zijn afgepeigerd lijf... Maar zonder tijd te verliezen schoof hij de zetels dicht bijeen, wikkelde zich rechtopstaand in de sprei, over de met zand besmeurde parka heen, en liet zich dan als een mummie in zijn geïmproviseerde beddenbak glijden...
Vijf minuten later droomde hij al wild van een luxe-hoer die al zijn gouden ponden luid smakkend één voor één inslikte en ze op tijd en stond ging uitbraken in haar brandkast...
Hij werd wakker van de jeuk op zijn lijf. Zo dacht hij toch, tot hij even later buiten stemmen hoorde en autodeuren hoorde dichtklappen. Vanuit de keuken viel het zonlicht tot tegen zijn zetel: een snelle blik op zijn polshorloge zei hem dat het verdomme al ’s morgens over elven was! Dat was toch daarbuiten dat Frans koppel niet, hé! Normaal kwamen nieuwe huurders pas nà de middag aan, toch ?
Hij ontworstelde zich moeizaam uit de omarming van zijn lijkwade en verwachtte ieder ogenblik iemand de keuken te horen binnenstappen.. Maar ze gaven hem nog even respijt...En toen hij zich van de sprei had bevrijd en de bezoekers nog steeds voor het huis stonden te kwebbelen, waagde hij het voorzichtig een blik te werpen door het hartvormige kijkgaatje in het vensterluik van de huiskamer...
Voor het tuinhek stond een blinkende gele Amerikaanse slee, met brede nikkelen sierstrips op de flank. De passagiersdeur stond open...Een duurgeklede jonge vrouw, waarvan hij enkel het achterwerk en de mooie kousebenen zag, leunde voorover door het geopende portier en had op de voorbank juist een baby verschoond. Toen ze de kinderkleertjes herschikte, hield de kleine op met huilen...Mama opende het achterportier en legde het wicht in een wieg op de achterbank...Een pronte blondine, zo op de rug gezien, in een getailleerd bordeau mantelpak. Ze vouwde de vuile luier dicht, keek eens rond en wierp toen met een achteloze zwaai die strontboel in de voortuin van de 'Stella Maris', vlak vóór Josephs neus!
Het was alsof hij een vuistslag in de maag kreeg toen hij als gehypnotiseerd in haar knappe gezicht keek ! Nadine ?...Ja ! Nadine verdomme ! Zijn oud-lief, Nadine De Handt ! ...Met een vreemd kind ! ...En een vent ! ...
De chauffeur was ondertussen vanachter het stuur gekropen, een dikke sigaar in zijn rode ballonnenkop...Ze lachten luid, véél te luid ! Ordinair zelfs: ze waren zeker wat zat ! ...Nadine nam z'n arm en samen liepen ze vrolijk babbelend schuin naar de overkant, nu niet meer te zien door de zijhaag van de voortuin...Verdomme !
Zijn bloed klopte in zijn oren en hijgend van spanning wipte Joseph op één been tussen tafel en buffetkast de gang op, klauterde wild op handen en één knie de trap op en Marie's slaapkamer binnen, recht naar het venster. Wild rukte hij het overgordijn opzij en loerde door het hartvormige luikgaatje over de bouwwerf aan de overkant van de straat...Daar stonden ze, hij met zijn arm over haar schouders, met zijn sigaar breed wijzend naar de dichtgewaaide funderingen van zijn bouwsel en de kale duinkam op de achtergrond, en zij, monkelend, haar hand vast om zijn heup geklemd...Even leken ze de werf op te willen lopen, maar bedachten zich wegens het natte zand, en verdwenen toen rechts uit zijn gezichtsveld...
Verdomme ! Dat hoerenjong ! Hij kon zijn ogen niet geloven ! Dàt was het dus ! Dààrom had hij sinds midden '43 geen antwoord meer gekregen op zijn brieven ! Toen de krijgskansen keerden hadden haar ouders Josephs epistels waarschijnlijk in de vuilbak gekiept, beschaamd om de Duitse Feldpostbrieven die hun dochter bij de buren in een kwalijk daglicht plaatsten...Stel je voor: hun Nadine met een bronstig kwijlende SS-er ! Een armzalige soldenier zonder toekomst, die de familie niets dan scha en schande kon brengen ! En toen wisten die kazakdraaiers nog niet eens dat hij het jaar daarop ook nog z'n poot zou kwijtspelen ! Zuiver uit lafheid hadden haar ouders - maar in de eerste plaats zijzélf - hem laten vallen als een baksteen, wéggesmeten...ja, nét als die bescheten luier van daarjuist !
Hij schrok toen die vent het portier terug dichtsloeg: Joseph had hen niet terug zien komen...Nadine stond met haar rug naar Joseph gekeerd te wachten tot haar man de voordeur ontgrendelde en zij elegant kon instappen...Verdomme, wat een prachtwijf was dat toch ! De vent startte en de gele slee gleed geluidloos rechts uit het beeld...
Plots begreep hij de tekst op het reclamebord vóór de bouwwerf aan de overkant. Zó stond er:
" Entreprises AURORA...
bouwt hier voor de GEMEENTE WESTENDE…
TWEE SOCIALE WONINGEN.
Algemeen Bouwbedrijf Berenbiet-De Handt"
Voilà, klaar en duidelijk: juffrouw De Handt was getrouwd met Berenbiet Junior, zoon van de grootste aannemer van de kust ! De firma die tijdens de oorlog de duinen had volgegoten met betonnen bunkers en schietstellingen voor de Duitsers, en er toén al stinkend rijk mee was geworden. En dàt zonder in de bak te vliegen, zoals stomme Joseph ! Op de koop toe sticht meneer nù een nieuw bedrijf en noemt het onbeschaamd 'AURORA' ,de dageraad van een nieuw fortuin ! Je moet maar dùrven !...
Maar onwillekeurig moest hij Nadine bewonderen: had ze me met die vetzak dààr eventjes een slag geslagen ! Chapeau Madame ! Nogal wiedes dat ze die volgevreten oorlogsprofiteur verkoos boven hemzelf, een kreupel zwart stinkdier dat liever de Grote Jan had uitgehangen in de Russische steppe dan haar het hof te maken hé...
Hij werd steeds woedender op zichzelf. Een arrogante klootzak was hij geweest, ja ! ...Een stomme steenezel die dan nog de pretentie had zijn lief te verwijten dat ze niet samen met hém in de afgrond wilde springen ! ...De enormiteit van zijn flater drong nu pas goed tot hem door: wat had hem in godsnaam bezield om zijn jonge leven te vergooien in die rottige Russische steppe ?!
De natte ogen stijf gesloten leunde hij met zijn voorhoofd tegen het ijskoude venster tot zijn hart wat tot rust kwam. Al goed dat Nadine hem nù niet gezien had, want dan zou haar onverschilligheid - om niet te zeggen 'haar afkeer' voor zijn persoontje - hem waarschijnlijk nog pijnlijker getroffen ! En hij vroeg zich af of er feitelijk op deze stomme aardkloot nog wel één mens rondliep voor wie hij nog maar iéts betekende. Alle leden van zijn familie waren dood: zijn zogenaamde vader Dis was ontploft, zijn moeder Marie werd vermoord, nonkel René was verzopen en zijn broer vermist bij het vreemdelingen legioen! Ook van al zijn lieven waren de meesten dood, en de rest had hem uitgespuwd of laten vallen: Monika, Phil, Gerda in Berlijn ,Erika in Portz , gisteren morgen Nancy...en nu Nadine!
En toen hij zich mistroostig van het venster afkeerde, zag hij plots hoe Jetje stil naar hem stond te staren in het deurgat van de slaapkamer ! Verdomme, was dàt even schrikken !
Hij had een ware scheldtirade van haar verwacht, maar ze zei enkel: " Hebben ze u nooit geleerd uw voeten te vegen als het huis gekuist is ? Of hebt ge in de zandbak gespeeld, soms ?...Heel de vloer van de keuken en de living ligt er vol van ! "
" Ik heb gisterenavond met mijn natte kleren eerst een tijdje in de abri proberen te slapen, maar 't was er veel te kil...Dan zag ik vannacht met de straatverlichting hier de schouw roken en dacht dat ik net zo goed in mijn eigen bed kon gaan slapen, in plaats van dààr een fleures op te doen !..."
" Ge had toch bij mij kunnen komen, zot ! Al was het maar om één nacht wat op de canapé te liggen, in afwachting dat we uw kamer in orde brengen ! ...En hebt ge al gegeten deze noen ?!...Neen ?...Als ge belooft vanmiddag te helpen uw vuile boel hier op te ruimen, dan moogt ge eerst meekomen aanschuiven...En ge gaat dan zo rap als de bliksem uw prothese aandoen, want ik kan dat zotte hinkepatinken van u niet langer aanzien ! "
" Dat zal nog effekes duren, want ik geloof dat mijn bil ontstoken is van het vochtige zand in de abri: het is helemaal rood en het jeukt lijk de pest..." Maar bij het uitspreken van die laatste zin, zag hij als in een flits weer de opgezwollen vlekken op de armen van Jupp voor zijn ogen...En dezelfde ontsteking op het lijf van Leon.. En de 'rode pest' waaraan Lowietje Maenhout en Dreetje Trotsaert waren gestorven...Verdomme, die mosterdgas ! Blijkbaar had hij hetzelfde grapje aan z'n fles !
" Wat is 't, mijn jongen ?" vroeg Jetje bezorgd: " Ge ziet zo bleek...Voelt ge u soms niet goed ?"
" Laat maar, Tante Jetje..." wimpelde hij af: " Ik zal het straks wel uitleggen..."
Bij Jetje in de keuken begon hij op de koop toe nog te zweten door de warme stoof, en dat kwam de irritatie op zijn bovenlijf nog versterken.
" Rachel komt na de hoogmis op visite, lijk elke zondag, maar daar moet gij u niets van aantrekken: ze is erg gekalmeerd nu zij niet meer bij de notaris werkt..."
" Blijft ze nog hier slapen ?" vroeg Joseph gemaakt naïef, maar Jetje deed of haar neus bloedde: " In de weekends, ja...Maar door haar job op het bureau van de rederij waar ze zaakvoerder is, woont ze op werkdagen op haar appartement in Nieuwpoort-Bad...Da's praktischer..."
Haar woorden waren nog niet koud, of 'Madam Coulier' stapte de keuken binnen. Ze schok zichtbaar toen ze bij nader toezien in die rosse schooier Joseph herkende !
" Ha, de zwartzak ! ...Hebben ze u dan tóch vroeger gelost ?" En tegen Jetje zei ze bestraffend: " Wat hebt ge nu weer binnen gepakt ?!"
" Kalmeert maar wat, hé madam Polak ! " vloog Joseph uit: "De zwartzak, lijk gij zegt heeft zijn straf uitgezeten en ik kan weer met een wit blad beginnen ! Mij valt niks meer te verwijten, wat we van u niet kunnen zeggen hé, madam Polak ! "
" Ha, en wat valt er MIJ dan te verwijten, als ik dat mag vragen ?!" Rachel stond weer helemaal in de startblokken voor een robbertje bekvechten, maar Joseph was niet geneigd "op z'n kop te laten schijten".
" Hebben ze u soms al in de bak gestoken voor de valse verklikking van uw echtgenoot , zogezegd als Duitse spion, in mei '40 ? En van de diefstal van zijn juwelenstock ? En van het verraad van de weerstander Hasard ? Ik zou maar stilletjes zwijgen moest ik van u zijn ! Zo wit zijt gij ook niet, als ik er goed over nadenk ! "
Rachel hapte even naar adem, maar vooraleer zij kon reageren vloog Jetje ertussen: " Zeg, is het nu gedaan met die oude koeien uit de gracht te halen ? Wat zijn we daarmee vooruit ?! In mijn huis is het verleden begraven, en wie daarmee niet content is: dààr is het gat van de timmerman ! Ga het maar op de koer uitvechten ! "...
Terwijl de twee kemphanen elkaar nog een wijle nukkig negeerden schonk zij de koffie alvast op: " Hebt ge nog zes rozijnenkoeken bij, en een kleine kramiek, lijk van gewoonte ?" vroeg ze bits aan Rachel.
" Zes, juist genoeg voor ons getweeën ! "
" Da 's ook deelbaar door drie, als ik nog goed kan tellen ! Joseph eet met ons mee, punt gedaan ! "
Erg vrolijk kon je het middagmaal niet noemen, maar geleidelijk aan kwam de normale conversatie toch op gang. Joseph vertelde dat hij in feite terug was gekomen om na te gaan of Steiner nog geen onherstelbare stommiteiten had aangevangen bij de afbraak van de abri. En hij legde nóg maar eens uit dat ze een gasramp riskeerden als die kwibus zijn 'Wassersprengung' ook hiér zou toepassen...
"Herinnert gij u nog die kameraad van de Jupp - Ferdy of Freddy heette hij, als ik mij niet vergis - die tot in den treure zeverde over zijn diensttijd in 1918, hier bij de marineartillerie in onze duinen ?...Dié heeft mij uitgelegd waar het gevaar zit bij die oude gasgranaten, die ze destijds gingen gebruiken tegen een mogelijke landingspoging van de Britse marine hier op onze kust. Dat was een laatste verbetering van hun gasarsenaal. Hij vertelde mij dat in een normale gasgranaat twee blikken met een verschillende vloeistof staken, die apart niet gevaarlijk waren. Maar als ze werden afgeschoten en op het doel insloegen, klutsten die twee vloeistoffen dooreen en vormden met de zuurstof van de lucht het mosterdgas dat ze jarenlang op het front hadden gebruikt. Tegen schepen waren die obussen echter waardeloos, omdat ze in zee insloegen en geen tijd hadden om te reageren met de zuurstof van de lucht...Daarom waren de granaten die de marinekanonnen tegen de landingsschepen gingen afvuren van een nieuw type: zij hadden geen lùcht nodig om te reageerden, maar vormden mosterdgas van zodra er zeewater - waar tenslotte ook veel zuurstof in zit - aan het mengsel werd toegevoegd..."
" En hoe weet gij dat er onder de abri van dat soort obussen liggen ?" vroeg Rachel agressief: " Hebt gij ze soms gezien ? Ik heb nooit ànders geweten of die abri stak helemaal onder het duin ! "
" Dan hebt ge die trouwfoto van mijn moeder, daar op de kast, toch nog niet goed bezien ! Ze staat daar gearmd met tante Jetje in de lens van fotograaf Hazard - u wel-bekend hé - te lachen op haar trouwdag met Dis: najaar 1922...En zie maar eens goed op de achtergrond hé...:daar staat onze abri zoals de Duitsers hem indertijd hebben achter gelaten...Een gelijkvloers dat nadien rap metersdiep in het zand is verzonken, een eerste verdiep waar wij in de jaren '30 onze konijnenkoten hielden, en een schietstelling op het dak...Nu is heel die blok verder in de grond weggezakt en door die schuivende duinkam verzwolgen, ja...Maar volgens de Freddy stak heel het toenmalige gelijkvloers in 1918 vol met dat nieuwe type gasgranaten...Die zijn ondertussen natuurlijk al lang verroest, en de twee componenten dooreen gevloeid...Door het condenswater ontsnapt er af en toe een kluts mosterdgas, zonder dat wij daarvan hier buiten veel last hebben...Maar daar binnenin zijn tweemaal al onze konijnen gecreveerd - weet ge nog, tante Jetje ? - en werden die Britse piloot Bolton en de Jupp door de gas dodelijk besmet. Ikzelf zijn er vannacht maar een paar uur in blijven slapen, en mijn lijf zit ook al vol rooi plekken ! Ook de metsers, die aan de overkant de kelders van die nieuwbouw hebben uitgegraven, zijn erbij ziek geworden van de stank! En dan wil die kloot van een Steiner dat spel vol pompen met een twintig kubieke meter water alvorens het in de lucht te laten vliegen! Kunt ge u de ramp voorstellen ? 't Is toch curieus dat niemand zich er iets van aantrekt wanneer ik zeg dat heel Westende voor jaren vergiftigd gaat zijn als ze die vuile smeerlap niet gaan tegenhouden hé..."
De twee vrouwen bleken tóch wat onder de indruk van zijn pleidooi, want het duurde een hele tijd voor Jetje durfde op te werpen: " Ik heb die waarschuwing, die gij mij in 't gevang hebt gegeven, nog eens tegen de Steiner herhaald, toen hij hier van de week met zijn schepkraan is beginnen werken...Maar hij heeft mij weggelachen lijk een onnozel Trien..."
" Al chance dat ik vannacht zijn voorbereidingen binnenin de abri wat heb gesaboteerd...Voorlopig is er geen gevaar dat hij dat spel achter ons gat rap-rap in de lucht laat vliegen ! Maar ik vind dat gij, én de vrouwen uit de straat, van uw oren moet gaan maken bij de garde en de burgemeester, als Steiner er morgenvroeg aan voort doet ! Ik kan mij daar voorlopig niet verder mee bemoeien..."
" En wij mogen weer het vuile werk doen hé !" wierp Rachel hem voor de voeten. Maar juist toen de discussie in de keuken weer dreigde op te laaien, werd op het keukenraam getikt.
" Ha, daar is hem ! " zei Jetje opgelucht: "Dat zal mijn huurder zijn, voor de sleutel van hiernaast ! Eén momentje hé " Ze stond op en scharrelde wat in de la van het buffet, stak triomfantelijk haar vondst omhoog en opende de keukendeur. Een jongeman in dikke winterjas stond er vriendelijk te glimlachen.
" C'est pour louer à côté hé ?" kraait ze, van alle markten thuis.
" En effèt, madame Neuville ! ...Maar ge moogt de Vlaamsche klappen tegen mij, want ik zijn van Dunkerque en ik versta de Vlaamsche ! "
Plots is Joseph één en al oor ! Hij draait zich naar de struise man in het deurgat, maar kan hem door het tegenlicht niet nauwkeurig bekijken. Doch de bromstem kwam hem bekend voor, en ook die paternalistische toon van "Ik-versta-jullie-boerentaaltje-wel" had hij al meer gehoord...
Dunkerque ?...Maar de man was al blijgezind met Jetje vertrokken vooraleer zijn frank viel: " Natuurlijk, verdomme ! Zijn vriend Konrad ! ...Nou ja, vriend ?...En heette die niet Dieudonné, van Duinkerke ?..."
Hij lette niet op Rachel, die zwijgend haar biezen pakte, zo erg had deze plotse verschijning hem gegrepen. Erika was waarschijnlijk voor de 'Stella Maris' blijven wachten om een herkenning door Jetje te vermijden...Eén ogenblik kreeg hij de aandrang om op zijn krukken naar buiten te stormen en er schandaal te schoppen :Erika verdomme ,die diefegge die zijn doos juwelen had scheefgeslagen !.... Maar zijn remmen sloegen onmiddellijk dicht: Zie dat ik mij eens vergist heb, wat een modderfiguur zou ik dan niet slaan !
Als versteend bleef hij staan...
Toen Jetje terugkwam leek ze opgelucht dat Rachel er niet meer was: " Die is even stoom gaan afblazen, waarschijnlijk...Straks zal ze wel weer verschijnen, want om drie uur komt de Florizone spreken over de nalatenschap van Pylieser, en daar moest zij bij zijn, ik weet ook niet waarom...Nog een tas koffie ?..."
De vredige sfeer die ze daarmee poogde te herstellen werd ruw verstoord toen er weer een man aan de keukendeur klopte en voorts ongevraagd binnen stapte. Joseph herkende hem nu onmiddellijk: Rooie Steiner !
" Zeg snotneus ! Wat hoor ik hier juist van Rachel Coulier ?! Ge gaat de mensen van de straat tegen mij opzetten met leugens over een gasramp, als ik de abri in de lucht laat vliegen ?!...Weet ge wel wat dat u gaat kosten, onnozel ventje, als ge daardoor mijn werken vertraagt ?! Duizend frank per dag verlies ? Gaat gij dat betalen ?"
" En weet gij wel wat dat u gaat kosten als ge niet met uw lompe poten van mijn abri afblijft ?"
" Uw abri, ùw abri ?!...Gij hebt daar niks meer aan te zeggen ! ...Die stond onder sequester, klootzak ! ...De Staat heeft die al drie jaar geleden onteigend: de grond, de barak én de abri, als ge 't nog niet moest weten ! "
Dreigend deed Steiner nog een stap naar Joseph toe, maar als uit instinkt haalde die plots de Lüger uit zijn zak en legde die kalm voor zich op tafel ! De woedende stier bond als bij toverslag verrast in: " Wat zijn dàt voor streken, verdomme ! Met een revolver staan zwaaien waar getuigen bij zijn ! Op uw kop gevallen, soms ! "
" Geen revolver, Steiner: een pistool ,een Lüger ! Die kent ge toch uit de tijd dat ge met de Duitsers meevocht hé ! ... Denkt maar eens aan de Wolchov ! ...Er zitten nog acht kogels in: dodelijk tot op vijftig meter, moest ge 't vergeten zijn ! Ik zou dus maar een beetje mijn manieren houden, als ik van u was !"
Jetje stond er lijkbleek bij: " Jeses-Maria ! Alee , Joseph ,doet dat ding weg, straks gebeuren er nog ongelukken ! " Maar Joseph lette niet op haar. Wel zag hij dat Steiner plots inbond en zich op een stoel liet zakken: " Weet ge wel dat ge mij ruïneert, als ik mijn contract niet kan nakomen ?..."
" Als ge voort doet, en de gasbommen die daar in de kelder liggen ontploffen méé, dan zijt ge sowieso geruïneerd ! Ge gaat met uw stomme werkmethode - de 'Wassersprengung' die gij van den Duits hebt afgekeken - een reactie in gang zetten die heel het dorp om zeep gaat helpen ! En aangezien ge daartegen van-tien-negen niet verzekerd zijt, kunt gij u beter voor de kop schieten..Ik zal met plezier mijn Lüger hier lenen, moest ge nog niet gecreveerd zijn van de gas ! "
Vreemd genoeg verzonk Steiner even in diep gepeins en staarde dan Joseph zonder haat in de ogen, als twee oude frontratten onder elkaar: " Wel, slimmerik ,wat zoudt gij dan doen in dat geval ? Eerst die kelder legen van de obussen ?"
" Ja, maar dat staat waarschijnlijk niét in uw contract. Uw opdrachtgever kan daar beter rap een speciale firma voor aantrekken, als ge hem de mogelijke ramp beschrijft...Tenslotte gaat het om verborgen gebreken van de bouwgrond op uw chantier, waarmee ge uw contract kunt laten vernietigen...Of minstens een nieuwe expertise kunt eisen om u te dekken ! Want als ge stomweg voortgaat lijk dat er geen vuiltje aan de lucht zit, dan wordt dat een ramp ! En niet alleen voor uw bedrijf ,hé man , maar voor heel het dorp ! Spreekt maandag met de burgemeester en vraagt een expert van de Staat, voor het te laat is ! ..."
Steiner staarde Joseph een hele poos aan, en knikte tenslotte. Hij moest toegeven :die vuile fascist had dik gelijk met zijn lugubere voorspelling...Zwijgend stond hij recht en trok zijn klak wat dieper voor de ogen :"Ge hoort nog van mij ,Jetje...Elk z'n goeien dag !"
En bij het buitenstappen botste hij bijna op een nietsvermoedende Florizone die plots in het deurgat was verschenen en vrolijk inhaakte :"Ha Steiner ! Gij ook hé :een goeie dag !
Hij was dan ,na wijs beraad ,toch maar niét in de Oostendse havengeul gesprongen...Want alles goed bekeken :waarom zou hij ,verdomme ? Omdat Nancy plots een misplaatst besef van fatsoen had gekregen om een oude vrijer op te vangen ,die haar al jàren had laten stikken? Of omdat ze gewoon te bang was voor een bandeloze bon-vivant als Penny ? Dat was verdomme toch hààr probleem hé !
En na een te lange wezenloze dwaaltocht door de stad ,vol zelfbeklag en met het verstand op nul ,had de hete Oxo-met-beschuit in het lege 'Café du Parc' op de 'Place Marie-José' hem weer op z'n poten gezet, als ik het zo mag uitdrukken. Indien hij dan toch doorging met dat kreupele leventje van hem, kon hij net zo goed éérst zijn schat gaan opgraven in Westende... Tijd heelt alle wonden, zei men toch, en met een pak goud op zak zou dat waarschijnlijk stukken vlugger gaan. En moest Steiner of een àndere strandjutter hem per ongeluk vóór zijn geweest met de graafwerken, dan kon hij nadien nog altijd zien of een moord op die snoodaard de beste oplossing was...Maar zelfmoord was dàt alvast nièt ,zéker weten ! Nù er vandaag stomweg zélf 'uitstappen' ,na al de moeite die hij de laatste jaren had gedaan om die rotzooi te overleven :salut ! Goe zot ,ja ! Bedankt Constant ,merçi Eulalie !... Zie maar eens hoe verlokkelijk die pronte werkloze serveuse hier naar hem glimlacht en met haar gat draait ,verdomme ! Dàt belooft ! Er zijn vast nog meer Nancy's op de wereld ,en als hij eenmaal zijn schat had opgegraven ,zou hij wel keus genoeg hebben.
De warme pittige drank deed hem goed en hij leek langzaam uit een kwade droom te ontwaken...De serveuse hield zich bij het beregende venster schijnbaar gedachtenloos bezig met het voortdurend gladstrijken van haar spannende zwartzijden rok ,als om de lijnen van haar ondergoed beter te laten uitkomen ,de sloerie ! Toen hij sluiks meende te zien hoe zij doorheen de dunne stof ook aan haar jarretel prutste schrok hij pas écht wakker :ik moet hier verdomme ,met al dat vrijgevochten vrouwvolk om me heen ,goed op m'n tellen passen ,of er gebeuren nog ongelukken ! Sinds Nancy hem in Sinte-Kruis over de reftertafel ,verdoken in de holte van haar hand ,dat geurige kanten niemendalletje had toegeschoven was hij écht een kwijlende fetishist geworden ! En de lingeriereclames op de kéérzijde van die sepia waternimfen uit de 'Ciné-revue' (waarin een modehuis als 'Scandale' schaamteloos haar "Cache-sexe en NYLON multi-colore ,3 pcs , à partir de 19,99 frs" aanprees) hadden hem op den duur heftiger doen dromen dan de provocante foto's zélve ! Wedden dat die serveuse hier ook van die wufte gladde 'dessous' droeg ! Dat was allemaal niet gezond hé ,om zó het braaf kristelijk mansvolk op te jutten ! Den Amerikaan wist niet wat al maleuren hij aanrichtte met zijn nieuwe uitvindingen op gebied van vrouwenondergoed en waterdichte kunststoffolies ,het ene al glattiger dan het àndere...
Komaan zeg ,vooraleer ik zot word :betalen en weg wezen !...
Joseph had ,door zijn ruwe frontleven in Rusland ,zijn rattenbestaan in de ruïnes van Duitsland en dat jaar gevang in 't Pandreitje ,zich blijkbaar nog niet erg kunnen verdiepen in de Parijse nuances van het begrip "sexy" ,de sukkel ! Hij voelde zich zo'n beetje als een boerenpummel in een blote-billen-cabaret : absoluut niét op z'n plaats !...
De frisse lucht buiten en een zachte regen hielpen hem vlug terug bij zijn positieven. Er liep opvallend veel kaki op straat, en langs de stoep stonden heel wat auto's van Amerikaanse makelij protserig te pronken onder een belachelijke overdaad van chroom. Wel mooi om zien ,dàt wél...Maar daartussen trippelde weer al dat veelkleurig vrouwvolk ,nieuwmodisch uitgedost in doorschijnende plastic regenjassen en rubberlaarsjes ,dat zich haastig onder een paraplu uit de voeten maakte ! Ze leken wel bang voor hem ,en terecht ! Want hij moest zich ,schuilend onder de luifel van een schoenenwinkel ,écht bedwingen om niet eens met de volle hand ,als bij toeval ,over zo'n natte gladde rug te strijken ! Het bezorgde hem na al die maanden van opsluiting zo'n opdringerige vizioenen van klamme slips en zweterige borsten, dat de snerpende aankomst van de vaalgele kusttram een ware opluchting bleek.
Pas was hij opgestapt ,of het schoot hem tebinnen (maar wél te laat) dat hij hier in Oostende ,aan de Visserskaai wel een hoerenkast had gevonden om eens ferm stoom af te blazen. Want verder ,naar Westende toe ,was zo'n gelegenheid - als hij zich goed herinnerde - niet te vinden . Alhoewel ,tijden veranderen ,en met al die losbandige militairen tegenwoordig zullen de café's van Nieuwpoort zich wel aan de nieuwe noden én mode aangepast hebben. Misschien kon hij zelfs bij het leuke dienstertje Agnèstje ,in de 'Zannekin' , terecht voor een stoot ,zoals Leon destijds...Dat mokkel zal ondertussen wel van haar verdachte ontsteking genezen zijn ,zeker ? Dan was daarmee meteen de cirkel gesloten ,monkelde hij.
Het kleffe lunchpakket van de gevangenis at hij op tijdens de tramrit langs de kust, gedachteloos kauwend als een koe...De dijk in Mariakerke lag er desolaat en verwaarloosd bij, vol stuifzand en putten waar voorheen de overdekte loopgraven en schietstellingen van de Duitsers hadden gestaan. Bij veel verlaten villa's waren de deuren en vensters nog dichtgemetseld en andere droegen triest de verweerde sporen van nutteloze camouflageverf. De massieve bunkers van het marinegeschut in Raversijde stonden daar nu half afgebroken in de duinenrij: nat, grauw en griezelig in al hun lelijkheid ,ontdaan van hun pudieke groene sluiers en verduiknetten...In de doortocht van Middelkerke viel ook al niets opwekkends te beleven...En pas in de bocht van de 'Belle-Vue' veegde hij de vuile bruine damp van de ruit om Westende-Bad wat beter te bekijken...
Verloren moeite: met dàt weer was er geen kat op straat, buiten drie-vier mensen die vlug uit de beschutting van het tramhuisje kwamen gelopen om op te stapten...waaronder - of wat dàcht je ! - wéér zo'n plastic-meisje ! Het harde fluo-rose van haar regenmanteltje gaf haar iets hoerachtigs dat hem in z'n kruis greep ! Verdomme ,hij moest hier dringend iets aan doen of hij maakte zich ten schande !
Wat verderop lag het eens zo riante openluchtbad 'Lac-aux-Dames', waar hij bij Nadientje zijn eerste avances had gemaakt, grijs afgebladderd te verkommeren in de mist...Ook al niets om vrolijker van te worden...
Aan de volgende halte van de 'Welkom' was hij de énige die afstapte...Bon, wat nù ?...Pardoes bij Jetje binnenvallen had hij al lang afgeschreven: eerst eens kijken hoe zijn abri ervoorstond ! ...Onderweg kwam hij achter het café 'Lekkerbek' nog een onbekende fietser tegen die hem het vertrouwde "Tjui ! " toeriep: als blijde thuiskomst had hij heimelijk méér verwacht...Maar ja, op een zaterdag middag en met zo'n hondenweer bleef iedereen blijkbaar liever in zijn warme hol schuilen !
Even stond hij verward voor zijn oude stek te staren, maar alles zag er zo ànders uit...De barak was inderdaad verdwenen, en op de plaats staken een paar vers-gemetselde muurpanden en wat aannemersgerief nauwelijks boven de bergen stuifzand uit...Daarnaast stond een kleine bouwkeet van de 'Ets. Berenbiet Frères', hem welbekend... Een grote verroeste schepkraan domineerde dreigend een tamelijk vers gegraven put, vlak naast de abri. En dié ging , zoals Jetje al had verteld, inderdaad half schuil onder de weggeschoven duinkam...Van de vlierstruikhaag, die vroeger hun hof achteraan beschermde tegen het stuifzand, staken enkel nog wat kale takken halverwege de helling uit...Mensen toch, wat een verwoesting !
De straat zélf was volledig uitgestorven en bij de huisjes aan de overkant - Jetjes woonst, zijn vroegere 'Stella Maris' en de naaste buren - waren alle gelijkvloerse vensterluiken dicht tegen de kou. Dus weinig kans dat er iemand hem hier had zien staan. Toch hinkte hij maar rap op zijn krukken tot achter de schepkraan en wierp een blik in de put naast de ingang van de bunker. Het deurgat was volledig vrijgemaakt en op de bodem van de gegraven trechter lagen een hoop snelbouwstenen, waarschijnlijk bedoeld om de deuropening na het plaatsen van de springladingen dicht te metselen. Verdomme, zo te zien was Steiner dan tóch in gang geschoten met de voorbereidingen om dat spel hier op te blazen ! ...Maar aan de meterdikke laag stuifzand binnenin de abri scheen hij nog niet geraakt te hebben...Oef ! ...Dat zou dus een échte wedloop tegen de tijd worden: vóór die kerel maandagmorgen vérder deed, moest Bibi zijn appeltje tegen de dorst opgegraven hebben of het was te laat !
Het was nu halfdrie: als hij daar binnen ononderbroken een twaalftal uren kon werken, zou dat wel lukken,zeker ?.. Maar dan moest hij eerst aan eten geraken, en wat kaarsen, want vóór de vijven zou het al donker worden. En het was zeer de vraag of in dat boerengat hier de bakker en de kruidenier op een zaterdagnamiddag nog open bleven ! ... Vlug dan, de Bassevillestraat uit, naar Lombardzijde-dorp, dààr was er weinig kans dat iemand hem zou herkennen ! ..
Naast het vroegere café 'De Post' - dat nu plots 'Nova-Scotia' bleek te heten - waarschijnlijk ter ere van de Canadese 'bevrijders' - herkende hij van ouds de banketbakker Soete. En die bleek inderdaad open...
" Tien koeken ! "...Julia, de winkeldochter, die vóór de oorlog nog een kleurloze puber was geweest, stond te stralen achter haar nieuwe glazen toonbank vol taarten: een pront net wijfje met een zeurende zuigeling in de achterkamer. Ze herkende hem niet toen ze de zak boterkoeken in zijn rugzak hielp, maar ze begluurde gegeneerd zijn beenstomp en zijn krukken. Hij had voor alle zekerheid schools-beschaafd gesproken. Hij wist niet of die zoete lucht van hààr kwam of van haar gebak, maar toen z'n beer plots begon te grollen, had ze luid gelachen..." G' èt percies goesting hé vint !"
"Jà-àk ,verdomme !" ,grinnikte hij plat met een loense blik op haar gevulde bloes ,en gaf vanuit de zak van zijn parka sluiks de knobbel in zijn kruis wat meer ruimte :"Ge moest een keers weten Mens !"
Kruidenier Berteloot wat verderop had blijkbaar minder goed geboerd. De bovenste helft van zijn vitrine was nog steeds afgeslagen met grijs-verweerde triplexplaten, maar binnen brandde ijzig neonlicht als enig bewijs dat de tijd toch ook hiér niet was blijven stilstaan.
Vader Berteloot had hem wat wantrouwig-nors gemonsterd: " En wa go 't zien vo menère ?" Ja, hij had een doos kaarsen en een fles limonade, maar schoof ze pas over de toonbank nadat hij het briefje van honderd had bezien...Verder geen enkel teken van herkenning, al herinnerde Joseph zich toch dat de winkelier in '41 erg Duitsgezind was geweest. Zo van 'Bitte schön, mein Herr, und auf Wiedersehen! '... Type knipmes. Was blijkbaar na '43 niet vlug genoeg bijgedraaid en had na de bevrijding wat last gekregen...Enfin...
Op de terugweg kwam hij maar drie mensen tegen, die hij allen toch vaag herkende omdat ze hem bij het kruisen als een buitenaards wezen zo tactloos keurden. Dat staren naar zijn opgespelde broekspijp kon hem niet schelen, maar dat ze hem in zijn eigen dorp als een vreemde schuwden, deed hem wél zeer. In 't voorbijstappen zag hij hier en daar een paar gordijntjes nieuwsgierig opzij schuiven, wat hem nog meer de indruk gaf uitgesloten te zijn. En hij voelde niéts van de vreugde, die hij volgens zijn verhitte gevangenisdromen bij zijn 'thuiskomst' had kunnen verwachten...
" Een meter uit de hoek van de voorste bunkerkamer ,rechtover 't kot van de Blacky" ,stamvader van zijn konijnenfamilie ,had Leon hem in Berlijn verteld: " Rechtsachter, als ge door de smalle spleet van het deurgat onder het plafond binnenkruipt...En de conserven liggen er bovenop, maar een halve meter minder diep ! " Doch dat verhaal van zijn broer sloeg op de toestand van drie jaar geleden...Ondertussen hadden de stormen van drie winters die de spleet tot het plafond bijna overal volgestoven, zag hij. En toen hij moeizaam op zijn buik op dit kille zand naar binnen kroop en zijn ogen aan het duister waren aangepast, merkte hij direct dat de maagdelijkheid daarbinnen fameus verstoord was en er hem al iemand vóór was geweest !
Langs de vier wanden liep nu een diep uitgeschepte greppel, en bij nader toezien ontdekte hij hoe onderaan die muren rondomrond een witte gladde kabel was vastgepind. Op de tast herkende hij onmiddellijk het slagkoord, waarmee de Duitsers verspreide springladingen met elkaar verbonden om die samen te laten ontploffen ! Zo snel hij kon tastte hij dit slagkoord over de volle lengte af: in de hoeken voelde hij wel de losse lussen, waaraan later de blokken dynamiet gehecht zouden worden...Maar tot zijn grote opluchting viel van die springstof nog nergens iets te bespeuren...Oef ! zeg !...
Steiner zat blijkbaar nog helemaal in het begin van zijn operatie, want in dat slagkoord zat té weinig T.N.T. verwerkt om de bunker ook maar lichtjes te beschadigen ! Doch voor alle zekerheid trok hij toch maar de witte kabel van de muren los en rolde hem zorgvuldig op: een ongeluk zat in een klein hoekje !
Een vlugge inspectie van de diepe greppel rechtsachter wees er op dat Steiner niét tot op de schat van Jupp had gegraven...Dus er was nog niets dramatisch gebeurd, dacht hij...Maar hij voelde het koude zweet langs zijn lijf lopen en besloot het nu wat kalmer en bedachtzamer aan te pakken...Zoniet zou hij het urenlange zware werk, dat nog voor de boeg lag, nooit tot een goed einde kunnen brengen...Hij had tijd tot maandagmorgen...
Achter de werkkeet van de aannemer had hij een zinken emmer gevonden, een eind ijzerdraad en een stuk triplex: ruim voldoende om een gehaaide frontrat gelukkig te maken ! Nu stond er een kaars te branden op het geïmproviseerd tafelblad vlak onder het betonnen plafond en hurkte hij in de greppel om, schrapend met zijn emmer, de rechterhoek wat verder vrij te maken...Ongewild had Steiner hem met zijn graafwerk aardig geholpen: de greppel was de énige plek waar Joseph op de knie kon zitten, waardoor het volschrapen van de emmer al een beetje makkelijker ging. Maar elke volle emmer moest nadien in de tegenoverliggende hoek geledigd worden, en daarbij kwam de ijzerdraad goed van pas...Vlug ging dat allemaal wel niet, vooral omdat het gegraven putje steeds weer volliep met het omliggende fijne droge zand. Daarom had het ook geen zin te pogen de put rap diéper te maken. Enkel door een soort brede trechter uit te graven, kon hij hopen diep genoeg te geraken...Hij schatte dat de kist met Jupps goud bijna twee meter ónder het zandoppervlak zat, dan moest die trechter bovenaan ook een straal krijgen van ongeveer dezelfde afmeting ,om bij het diépergraven geleidelijkaan te versmallen. Dat zou heel wat werk eisen, maar daar was nu eenmaal niets aan te doen ! ...
Rond zes uur 's avonds moest hij toch weer even naar buiten om op adem te komen. Hij had er nu zo ongeveer een honderd emmers opzitten en de kaars was ver opgebrand... Het was pikdonker buiten ,maar het regende niet meer...Vlug profiteerde hij ervan om de helft van zijn koeken met de limonade door te spoelen, zonder er veel van te proeven... Na een pijpje als dessert kon hij er weer tegen...Terug in zijn hol stak hij een nieuwe kaars aan en hervatte als een robot zijn slavenlabeur...
Maar toen de bougie tegen elven 's nachts weer spetterend begon te doven, had hij juist uit de put een opgerolde matras en een deken vanonder het zand kunnen trekken. En hij herinnerde zich dat, volgens Leon, Jupp daar in '44 op geslapen had na zijn desertie. Hij besloot dan maar dit als een teken van God te aanzien dat het tijd werd om zijn avondgebedje te zeggen en de oogjes dicht te doen...Hij klopte buiten zo goed of zo kwaad het ging het zand uit de klamme vermufte bedspullen en legde zich binnen geradbraakt te slapen...Morgen was zondag ,juist gepast om na een verkwikkende slaap nog een paar uur rustig door te werken...
Daar kwam natuurlijk niets van in huis. Het was zó ijzig koud onder de dunne vochtige deken dat zelfs het zweet op zijn gemartelde karkas leek te bevriezen ! Na een uurtje woelen gaf hij het op. Eén ogenblik overwoog hij om hier een vuurtje te stoken met de houtspaanders die hij links en rechts op de bouwwerf had zien liggen, maar liet dit waanzinnige plan vlug varen. Veel warmte zou dat niet geven, maar de rook zou het verder-werken wél onmogelijk maken ! Dus besloot hij maar met de moed der wanhoop voort te graven tot hij er bij neerviel...En misschien brachten twee nieuwe kaarsen wat soelaas ?...
Ruim nà middernacht stootte hij voor het eerst op iets metaalachtigs ! Het was of hij zijn hart in zijn keel voelde bonken ! Maar het bleken slechts een paar verroeste sardienenblikjes en twee dozen paté...Tóch was het een aanwijzing dat hij op de juiste plek zat ! Als hij nu nog de kracht uit zijn stijf verkleumde leden kon persen om ongeveer een halve meter diéper te graven, hé ? Méér dan twintig emmers kon dat toch niet vragen ?...
Maar het zand begon steeds meer op een harde korst te lijken, en om zijn emmer een béétje te vullen moest hij eerst flink met zijn hiel kappen om het wat los te krijgen...Totaal uitgeput besloot hij tenslotte de rest van zijn koeken naar binnen te werken vooraleer aan de eindsprint te beginnen...
Iets nà tweeën ’s nachts schraapte hij met de rand van de emmer over een metalen plaat ! Met zijn verkleumde knuisten groef hij wild verder en kon op de tast de vier hoeken van het deksel vrijmaken. Het bloed schoot naar zijn hersenen: hij herkende de contouren van een munitiekist voor de kogelbanden van het Duitse S.M.G.42 ! Met zo'n vertrouwde 'Schweres Machinen Gewehr 1942' hadden ze half Rusland afgezeuld...Maar het zat muurvast als in beton gegoten, en dit verroeste ding als uit zijn graf trekken kon hij wel vergeten ! Toen herinnerde hij zich het stuk gaspijp die hij naast de werfkeet had zien liggen...
Het had nog een uur zwoegen geëist vooraleer hij de verwrongen container met die staaf had losgekregen, maar het loonde wél de moeite ! Hij woog slechts een kilo of tien, en toch kon hij het bijna niet tot op de rand van de kuil tillen, zó was hij totaal aan het einde van zijn krachten...Hij trok het plankje met de kaarsen naar zich toe om de zwaar verroeste vergrendeling te onderzoekende, maar na een paar stoten met de gaspijp viel dat er gewoon af ! En na een paar flinke hengsten met de buis kreeg hij tenslotte ook het deksel omhoog...
Hij schrok zich een appelflauwte ! Het eerste waar zijn oog op viel waren twee Duitse steelgranaten, nog goed in de verf en blijkbaar klaar voor gebruik ! En hij had daar met die pijp op staan kloppen als een debiel ! Nu kónden die wel tegen een stootje, wist hij, maar toch, na al die jaren in vocht en roest had de beveiliging het wel eens kunnen begeven !
Voorzichtig nam hij ze één voor één bij de houten steel en legde ze wat uit de buurt...Oef ! Er onder lag in het kistje een vette vod met iets zwaars in...Maar nog vóór hij het doek had afgewikkeld wist hij op de tast al wat het was: een Lüger, het automatische pistool van de Duitse onderofficieren ! Het glom nog van de olie en een snelle controle toonde ook een volle kogellader in de kolf ! ...Bon, die kon misschien nog van pas komen ! ...
Vlug tastte hij dieper ! En inderdaad: op de bodem zat een in vetpapier verpakte blikken doos, zwaar als lood...Hij zakte hijgend met zijn wang in het ijskoude zand om met gesloten ogen even het bonkend bloed in zijn slapen tot bedaren te brengen...Toen trok hij de matras naast zich op de rand van de kuil en klikte het blik open...Zijn handen bibberden van de zenuwen en de vermoeidheid !
Bovenop lag een gemzenleren zakje vol zware gouden juwelen: twee dikke armbanden, een paar colliers en vier zegelringen met een steen ! ...Hij kon z'n ogen écht niet geloven ! Het rinkelende kasregister in zijn hoofd stokte plots: hij had geen flauw idee hoeveel dit wel waard kon zijn, maar een écht fortuin was het zéker !
En er was nog méér ! Vier rolletjes verpakt in oliepapier: dat moesten de beruchte gouden munten zijn die Jupp van zijn leveranciers had afgeluisd ! ...En ja hoor ! Tweeëntwintig dof glanzende gele 'frangeskes', wel kleiner dan zijn 'Frederiks' die Leon in Pommeren had gekregen van die 'Freule von Leberwurst', maar toch ! ...En een vlug nazicht van de drie àndere rolletjes toonde ongeveer een gelijkaardige oogst ! ...
Een dikke tachtig-negentig gouden munten, zoals Jupp het had voorspeld: zéker over de honderdduizend frank, schatte hij...Neen: MINSTENS ! Misschien wel het dubbele, want met die goudkoers wist je maar nooit ! Een ware schat ! Leon had het goed gezien: ze waren rijk ! Of beter gezegd: HIJ was rijk ! ...De verdoving veroorzaakt door de uitputting ging nu rap over in een gelukzalige tinteling die heel zijn lijf overspoelde...Hij was rijk ! ...Verdomme, rijk, rijk, rijk ! Een dierlijke kreun borrelde uit zijn buik omhoog en hij schreeuwde het uit, z'n kop in de nek werpend ! Een bonk tegen het ruwe betonnen plafond joeg een witte flits door zijn oogbollen en deed hem verschrikt naar zijn schedelhuid grijpen. Versuft tastte hij in zijn natte bezwete haren of hij soms bloed voelde, snikkend en grinnikend tegelijk...Maar het viel wel mee: enkel het topje van zijn wijsvinger was wat rood gekleurd, en met zijn vuile zakdoek op z'n kruin gedrukt bleef hij even roerloos liggen.
Na een paar minuten trok de pijn weg en kon hij weer helder denken. Nu hij de schat van Jupp gevonden had, wilde hij niet langer in deze ijskoude bunker blijven treuzelen...Hij kon zich nu een hotelkamertje permitteren of in een familiepension intrekken...Kom, dacht hij, inpakken en wegwezen ! Hij vond in zijn rugzak zijn enige paar reservesokken zonder gaten: de munten bond hij in de ene en de juwelen in de andere sok...Hij keek op zijn horloge: tien voor vier...Natuurlijk véél te vroeg om ergens in een hotel onderdak te zoeken. Dus had hij nog zeeën de tijd om op adem te komen...Even dacht hij aan Jetje, maar dié zou hem in het holst van de nacht zeker niet met open armen ontvangen, nu Rachel daar waarschijnlijk logeerde. En ook zijn graafwerken zo maar achterlaten tot Steiner maandagmorgen de ravage zou ontdekken stak hem tegen...
Steiner...Verdomme, ja: die vuile verrader zou hij tot afscheid toch graag een poot uitvijzen ! ...Zoals die kloot eigenmachtig met deze abri - het laatste eigendom van de Petré's - omsprong, kon écht niet meer door de beugel ! Dat meneertje verdiende wel een lesje, vond hij...Eens zien wie van hen twee het beste met springstoffen kon omgaan ?...
Lang moest hij niet nadenken: de twee handgranaten spraken voor zichzelf ! Eens zien of Herr Steiner bij de Kozakken ook de klassieke techniek van de valstrik had geleerd, samen met zijn 'Wassersprengung' !
Joseph vees op het einde van de houten steel bij de twee handgranaten het dopje af: de witte porseleinen parels vielen eruit, bengelend aan het dunne trekkoordje. Daar bleek alles nog okee, dus het spel kon beginnen ! Hij schepte de emmer vol zand en bond het uiteinde van het witte slagkoord er met een paar wikkels omheen: als anker diep in de gedolven kuil zou dat wel volstaande... Nu drie meter verder de trekkoordjes van de granaten aan de witte kabel vastknopen en klaar was Kees! Kruipend op zijn buik nam hij de granaten en de munitiekist mee naar het deurgat tot de kabel spande aan zijn verankering. De granaten sloot hij in de verroeste kist en kroop ermee achterwaarts tot de uitgang van de bunker. Als die kloot van een Steiner maandagmorgen die kist in de spleet van de deuropening zag liggen, zou zijn eerste stomme reactie natuurlijk zijn de kist uit de weg te trekken, met het leuke resultaat dat hij daarmee de handgranaten zou ontsteken ! ..." Auf Wiedersehen, Kamerad ! "...
Joseph was er dagenlang van onder de voeten: in dat Brazilië van die vervloekte aalmoezenier zouden ze géén Spaans spreken ?! Zó-òt !...Neen , hij kón het niet geloven ! Vooral omdat hij nooit gehoord had dat ze in Amerika uberhaupt ergens Portugéés zouden klappen !... In Afrika, akkoord, maar dan nog énkel ten zuiden van de evenaar hé : Angola en natuurlijk Portugees Oost-Afrika, plus nog zowat eilandjes. Maar in Amerika ? Portugees ?? Nooit van gehoord !
Maar door hier en daar de meer gecultiveerde medegevangenen te ondervragen, kalfde gestaag zijn trotse zelfzekerheid af...En de genadeslag kreeg hij van de bibliothecaris, een grijze crimineel met levenslang, en waarschijnlijk juist daarom ook zeer belezen. Die wist àlles over de meridiaan van Tordesillas, met jaartallen, punten en komma's, en die liet er geen twijfel over bestaan: in Brazilië spraken ze wel degelijk Portugees !
Daar zat hij dan met zijn mond vol tanden en zijn uit het hoofd geblokte Spaanse vervoegingen ! De stommekloot van dienst ! De paljas van de klas ! En wat hem nog het meeste ergerde was dat die wijsneus van een aalmoezenier gelijk zou krijgen: als fiere afgestudeerde van het Koninklijk Atheneum van Oostende had hij dat ongetwijfeld moéten weten ! Maar Nancy had ook nooit specifiek over Brazilië gesproken, en het altijd vaag over Zuid-Amerika gehad. Indien ze van bij het begin dàt land had vernoemd, was er vast wel bij hem een lichtje gaan branden !
Zijn wrevel over de oerdomheid van Nancy en haar debiele visserskliek groeide met de dag en sloeg tenslotte om in woede. Toen ze hem de volgende donderdag kwam bezoeken, kreeg ze dan ook onmiddellijk de wind van voren ! Een begroeting kon er slechts met moeite af.
" Zeg, hoe zit dat ?! Trekken wij naar Brazilië ?"
Ze schrok blijkbaar van zijn uitval: " Ha, ja zeker? Dat waren wij toch zo overeen gekomen hé ?..."
" En 't is daarom dat gij mij al maanden aan een stuk Spaans laat blokken ?!" Ze voelde blijkbaar nattigheid, want hield zich geschrokken in.
" Weten die stomme visboeren in Oostende dan niet dat ze daar Portugéés klappen ?!...En dat ik er met al mijn Spaans geen kloten kan aanvangen ?!"
Nancy herpakte zich vlug: " De meeste mensen daar verstaan wél Spaans ! Dat trekt goed op Portugees ,zeiden ze op de avondschool !"
" Misschien ,dat kan goed zijn ! Maar waarom kon ik dan verdomme niet beter ineens dié taal leren ? Of was dat te moeilijk ?"
" Wel, in het begin dachten ze naar Argentinië te trekken, omdat de baas van dààr - Generaal Peron - ons ging steunen ,maar dat is niet doorgegaan...En ik was ondertussen op de Berlitz-school al voor Spaans ingeschreven...Portugese cursus géven ze daar niet...En toen de vissers zich decideerden voor Brazilië, heb ik gewoon voort gestudeerd omdat ge daarmee ginder óók u plan kunt trekken...Die twee landen liggen toch neffens één..."
" Da's een uitleg van m'n gat ! Had ge dat van bij het begin gezegd, dan was ik nooit lijk een zot aan dat Spaans begonnen ! "...
Zwijgend bleven ze elkaar een wijle gekwetst aanstaren, tot Nancy een pijnlijk besluit leek te nemen: " Het is blijkbaar een verkeerd moment om het u te vertellen, maar ik heb nog méér slecht nieuws..."
" Ha ja ? Gaat ge met de Penny trouwen misschien ?"
" Dié ? God beware mij ! ...Neen, maar ik heb bericht gekregen van de ambassade...Uw aanvraag is geweigerd, ten minste, voorlopig toch ! ..."
" Hoezo, voorlopig geweigerd ?! En voor welke reden, als ik mag vragen ?"
" Voorlopig ? Verwachten ze dan dat die poot er weer aan gaat groeien, binnen kort ?! Wat is me dàt voor een onnozele uitleg ! En ik dacht dat ze die knappe kop van mij daar zo goed konden gebruiken !" De sneer deed pijn, zag hij, en dat was blijkbaar ook de bedoeling.
" Neen, maar ge kunt nog een nieuwe lichamelijke keuring aanvragen om te bewijzen dat ge, ondanks die amputatie, in tiptop forme zijt. En met die prothese voor 100 % uw plan kunt trekken..."
" Luistert kind, als ze mij niet willen binnenlaten zoals ik zijn - gezond van lijf en leden, maar met een houten poot waar niemand last van heeft - wel, dan kunnen ze m'n gat lekken ! Ik ga daarvoor niet staan bedelen hé ! "
" Maar zo'n hérkeuring is niet meer dan een formaliteit, Joseph ! Vanals die u zién - een jonge vent lijk gij ,propvol energie en met een goed stel hersens , - dan laten ze er u immers zonder verdere problemen door ! "
" Zonder vérdere problemen ? En de problemen vooràf, wat doet ge daar mee ? Ik zit namelijk in den bak, moest ge't vergeten zijn ! En misschien kom ik pas in maart '48 vrij: tegen die tijd is héél die vissersvloot al lang de piste in ! En gij erbij ! En dan zou ik mij op dàt moment nog moeten laten herkeuren, om hen nadien lijk een zot misschien tóch nog achterna te kunnen reizen ?...Neen, Nancy, bedankt voor het aanbod, maar ik speel niét in de reserveploeg !"
Ze keek hem verslagen aan en kwam dan vastberaden tot een besluit: " Luistert goed, Joseph: als gij niet meegaat, blijf ik ook hier ! We hebben gezegd: samen uit, samen thuis ;wel, het zij zo ! Ik zal alles proberen om die van de ambassade van gedacht te doen veranderen. Maar als het mislukt, dan blijven wij twee samen in Oostende, akkoord ? Gij bij mij thuis ! Wij getweeën bijeen kunnen ook hiér aan een nieuw leven beginnen, niet waar ?..."
Veel viel daar niet meer bij te zeggen. Nancy deed alle moeite om de hele tijd voort te borduren op hun toekomstig geluk, maar hij geraakte moeilijk zijn ontgoocheling kwijt. Op den duur kreeg ze er dikke tranen van in de ogen. En door de ontroering vergat ze hem bij het afscheid sluiks het kerstpakje toe te schuiven waarin ze haar roze satijnen broekje met een groene strik had omwikkeld...
"Vert, j'espère." had ze op het kaartje geschreven.
Heel de week zwalpte zijn humeur tussen ontmoediging en bitterheid. Hij had voor het ogenblik al genoeg morele opdoffers gekregen, vond hij. Eerst die snerende zwartrok, die hem dat affront gelapt had slechts een triestige clown te zijn die verstandelijk wat achterop hinkte ! En dan de weigering van zijn emigratieaanvraag omdat hij ook lichamelijk zwaar gehandicapt was...Debiel en kreupel, als spiegelbeeld niet erg opwekkend om naar te kijken... Het onverholen aanzoek dat Nancy hem deed, was ver het énige lichtpuntje in zijn zwartgallige gedachten...Maar dan nóg: één bemoedigend woordje van een vrouw was écht geen rots om je kerk op te bouwen !
Jetje deed er nog een schepje bovenop. Florizone had haar laten verstaan dat hij best niet té vast rekende op een vervroegde vrijlating...Immers de wilde linkse betogingen in Brussel tegen de 'milde repressiepolitiek' begonnen op de regering Spaak te wegen, en véél risico's durfde de justitieminister Struye niet meer te nemen... Daarbij, de aanvraag tot vrijlating was gesteund op zijn emigratie naar Zuid-Amerika hé...En aangezien dié waarschijnlijk niét doorging, zat er weinig kans in gelost te worden vóór nieuwjaar...
" Kan die lafaard dat verdomme niet zélf komen vertellen, zeg ?!...Bang van afgeblaft te worden, zeker ?... Maar zijt gerust: ze zijn me nu al van alle kanten in de grond aan 't kloppen ; dàt kan er dan ook maar bij ! "...
Jetje wierp het over de andere boeg: de abri...De haag van vlierstruiken, op het einde van de hof, had het begeven onder de druk van de wandelende duinkam. Daardoor lag de bouw van de twee sociale woningen helemaal stil, want de aannemer was aan het bekvechten met de gemeente omdat die te weinig deed om de chantier te beschermen tegen het stuifzand. En wegens die onzekere toestand stopte ook Steiner met de voorbereidingen om de abri op te blazen...Oef ! Hier dus eindelijk wat goed nieuws !
Maar niet voor lang. Want een paar dagen later wipte Florizone in hoogsteigen persoon even binnen. Hun klacht tegen de afbraak van de abri, en bedoeld als vertragingsmaneuver, werd door het gerecht onontvankelijk verklaard. Jammer natuurlijk, maar hij verwachtte niet dat Steiner nu vliegensvlug aan de abri zou voortdoen, omdat de aannemer een proces tegen de gemeente overwoog wegens 'verborgen gebreken van de bouwgrond'...Als Steiner de abri in de lucht liet vliegen zou dat achterliggende duin waarschijnlijk nog harder beginnen schuiven !
Maar Joseph was niet in een stemming om nu in luid gejuich uit te barsten...In tegendeel, hij wilde die blaaskaak ook wat van zijn bittere kelk laten proeven.
" Meester, nu ik hoogstwaarschijnlijk toch niét ga emigreren, heeft die borgstelling van tante Jetje in feite ook geen zin meer, nietwaar ?...Het spijt mij, maar het weinige, dat ik voor het ogenblik bezit, zal ik zélf wel broodnodig hebben, hé ? Van die dikke gouden collier voor tante Jetje zal dus niet veel in huis komen, vrees ik... Zéker niet als ik niet vervroegd vrij kan komen om tijdig die doos juwelen rond de abri uit te graven...En u weet dat ik daarop rekende om onder andere ùw kosten voor mijn klacht tegen Steiner te betalen..."
Florizone zag door deze wending het kunstig bouwwerk wankelen, dat hij samen met notaris Legein had opgezet om de nalatenschap van Pylieser op een winstgevende manier af te werken. Op slag werd de man veel coulanter: " Och, meneer Petré, ik stel voor om met deze rechtzetting te wachten tot u inderdaad vrij komt...Misschien hebben wij op dàt moment met betrekking op de afbraak van de abri een duidelijker toekomstperspectief, nietwaar ?..."
Verdomme, dacht Joseph, als dié zo'n dure woorden begint te stuwen, dan heeft hij vast ergens geld geroken !
Nancy kon bij haar tweewekelijks bezoek nog steeds geen goed nieuws brengen. Ze had wél naar de Braziliaanse ambassade in Brussel geschreven om tegen de immigratieweigering te protesteren, maar nog steeds geen antwoord gekregen...Op het stadhuis van Oostende vertelden ze dat dit nog een hele tijd kon duren: " Die zuiderlingen hebben geen vuur in hun gat als het op werken aankomt ! " sneerde de loketbediende: " En ze zijn veel te fier om van mening te veranderen als ze dan uiteindelijk een beslissing hebben genomen..." Veel hoop konden ze haar daar dus niet geven...
En dan had ze op de koop toe nog een prentkaart gekregen uit Dar-es-Salaam, waarschijnlijk een haven op de kust van Arabië in de Rode Zee ,ergens op weg naar het kanaal van Suez. Maar op de landkaart van het Nabije Oosten had ze het niet kunnen situeren...
" Bijlange niet, zotte ! Dat ligt ergens aan de kanten van het eiland Zanzibar, op de oostkust van Afrika, een vroegere Duitse kolonie ! Maar dan heeft hij verdomme de laatste weken wel een héél grote sprong gemaakt, van Colombo op Ceylon helemaal naar dààr...Als hij zó voort doet, staat hij binnen de twee maanden hier voor uw deur !"
" Pertang, die mens van de Vlaamse Viscentrale, die de emigratie naar Brazilië dirigeert, die heeft gezegd dat Roger vanuit Afrika veel beter recht naar Brazilië zou oversteken ! Eerst nog langs hiér passeren zou een fameuze omweg betekenen...Daarom verwacht ik dezer dagen toch van hem een woordje uitleg wat hij van plan is te doen. En hem kennende denkt hij nog altijd dat ik lijk een loopse teef achter zijn gat ga koersen ! Maar hij kan verdimme de pot op ! Ik zijn dat wachten beu ! "
" Zeg, meistje, ge deed mij verschieten hé ! Ge liet gelijk verstaan dat hij nog altijd welkom is bij u...Niet op twee paarden wedden, hé Nancy ! 't Is hém of ik, ge moet kiezen ! Ik laat mij niet voor de zot houden hé ! Ik heb mij de laatste tijd opgetrokken aan het vooruitzicht van met u een nieuw leven te beginnen hé ! Als ge nu uwen staart intrekt, gebeuren er ongelukken ! "
" Maar ik zeg toch dat hij de pot op kan ! Het is alleen ambetant dat ik hem geen brief kan schrijven om het uit te leggen...Al wat er tussen mij en hém geweest is de laatste jaren - en god weet dat het maar een mager beestje was, buiten wat brieven en kaartjes - dat is nù definitief amen en uit! Ik weet in het diepste van mijn hart dat ik geen gevoelens meer voor hem heb...Maar 'k zeg: 't is alleen ambetant dat HIJ het nog niet weet ! "
Joseph bleef haar somber aanstaren.
" Gelooft ge mij niet ?" Ze glimlachte twijfelend: " Van nù af kunnen wij de Roger uit al onze gedachten schrappen...Ik zijn helegans van u, Joseph, met lijf en leden... Komt, zie niet zo triestig: binnenkort zijn wij voor altijd bijeen ! En in bed zal ik klaar en duidelijk laten verstaan dat gij de énige vent zijt in mijn leven ! Is het zo goed ?..."
Zijn wangen kregen weer wat kleur en zij voelde dat het geschikte moment was aangebroken om haar pleidooi te bezegelen. Ze schoof, verdoken onder haar twee handpalmen, het pakje in de kerstverpakking over tafel naar hem toe.
" Hier zie, steek dat weg...En weet mij de volgende keer te zeggen wat ge er van denkt ! "...
Joseph was niet weinig verrast toen hij, terug in de infirmerie, haar pakje met het geheimzinnige kerstkado voorzichtig openscheurde. Al tastend had hij al een vaag vermoeden gekregen wat erin kon zitten, maar bij het ontdekken van dat zachte, glimmend rose niemendalletje kreeg hij toch een ferme bloedopdrang ! Haar provocerende wens op het kaartje aan de groene strik liet niets aan de verbeelding over: " Vert, j'espère"! "...Als uitnodiging tot de dans kon dat tellen ! Hij onderdrukte de neiging om er, in het zicht van de medepatiënten, sluiks het parfum van op te snuiven en moffelde het meest intieme onderdeel van Nancy's lingerie vlug onder zijn hoofdkussen...De nacht beloofde weer uitputtend te worden...
De volgende morgen maakte Florizone al verrassend vroeg zijn opwachting. Heel zijn houding straalde een verwarrend goed humeur uit, wat voor de verandering ook wel mócht, na al de ramptijdingen die Joseph de laatste tijd van hem had gekregen.
" Ik moest hier tóch zijn voor een ànder dossier en dacht van eerst maar even bij u langs te komen...Notaris Legein vroeg mij u deze brief persoonlijk te bezorgen, omdat ge u daar waarschijnlijk veel vragen bij zult stellen en misschien ook nodeloos grote illusies zoudt maken. Ik weet al wat erin staat, maar leest hem eerst maar op uw gemak..." Hij lachte geheimzinnig.
En inderdaad, als verrassing mocht die er zijn !
Joseph overvloog de beleefde aanhef, maar verslikte zich bijna toen de grond van de zaak tot hem doordrong.
"...Mijn vader heeft zijn studie wegens ziekte tijdens de laatste jaren vóór zijn dood onvoldoende kunnen beheren. Nu ik zijn liggende dossiers heb overgenomen is gebleken dat de nalatenschap van uw peter, de heer Gerard Pylieser, nog steeds niet is afgewerkt. U was daarin vermeld, maar bleek tot voor kort onvindbaar, "vermoedelijk vermist in Rusland". Ik heb dan kunnen achterhalen dat u onder een valse identiteit weer bent opgedoken, geïdentificeerd werd als 'Petré Joseph' en veroordeeld werd voor oorlogsfeiten tot vier jaar gevangenisstraf.
Ik verzoek u om met mij contact op te nemen om deze zaak uit te klaren zohaast u daartoe in de mogelijkheid verkeert, en teken in afwachting...Bla-bla-bla..."
Joseph keek verbaasd op naar Florizones nietszeggend gezicht: " Nalatenschap van Pylieser ?!...En waarom wordt die vent mijn peter genoemd ?!...Voor zover ik weet was nonkel René mijn peter, de broer van mijn moeder ! ...Ik heb met die Pylieser geen enkele band, en zou dat ook nooit willen ! Die smeerlap heeft heel mijn familie uitgemoord, wat zou ik dan nog van hem moeten erven ! "
" Of ge veel zult erven wéét ik niet, en eerlijk gezegd twijfel ik daaraan. Daarom ben ik hier om alle verwachtingen binnen de perken te houden...Maar dat hij uw peter is staat vast: Pylieser heeft deze morele voogdij van uw nonkel overgenomen toen deze in de oorlog min of meer door ZIJN schuld met dien kano verdronk...En dat ge met die man geen énkele band hebt, zou ik maar stil houden ! Vergeet niet dat ik u verdedigd heb onder de naam van Jean-Marie Peters, die verdacht werd van betrokkenheid bij de ongelukkige verdrinkingsdood van Pylieser ! ...Akkoord ?"
Joseph bleef hem aanstaren. " Bon, en wat is dat van die erfenis ?...Toch niet die oude auto's die hij in '4O van die joden heeft afgeluisd bij hun vlucht naar Engeland...Daar kan ik niets mee aanvangen ! Of is het..."
Florizone onderbrak hem geërgerd: " Zeg, Petré, alstublieft hé ! We gaan onze tijd niet verdoen met allerlei gissingen niewaar ...Officieel was Pylieser een welstellend man, maar wàt uw deel is in zijn nalatenschap is énkel geweten door de notaris ! Ik heb wél gehoord dat de man veel schulden had, zoals hypotheken op onroerend goed die hij na zijn overlijden natuurlijk niet verder heeft afgelost...Zijn rederij was ook maar gedeeltelijk van hém, en de ronk gaat dat dit bedrijf nù voor een failliet staat.. Dan is het zo, dat al wie een erfenis aanvaardt, ook zijn deel van de schuldenlast overneemt ! ...Dus ik verwittig u maar voor alle zekerheid, en dat was waarschijnlijk ook de bedoeling van de notaris om u, via mij, tot voorzichtigheid aan te manen. Want vergeet niet dat een erfenis dikwijls een vergiftigd kado is ! En dat ge daarom steeds de mogelijkheid hebt deze te weigeren, zonder kosten...Maar als ge wilt kan ik mijn oor eens te luisteren leggen bij mijn vriend Legein en dan weten we binnenkort wel waar we aan toe zijn...Bon, ik moet nu naar mijn volgende klant: gij hebt nog alle tijd om tot een doordacht besluit te komen hé ! "
Oef, dacht Florizone, daar zijn we van af ! Die zal de volgende dagen genoeg stof hebben om te wennen aan het idee dat het niet àl goud is dat blinkt ! Nog een pààr bezoekjes in dezelfde trant en meneer Petré was gaar gestoofd voor de combine die hij met de notaris had uitgedokterd...De voorbereiding van het complot had anders al genoeg voeten in de aarde gehad !
Om dat haatdragend wijf Coulier over de streep te trekken, had hij al héél wat water en bloed gezweet ! Die zat vol wraakgevoelens tegen 'de fascisten' in het algemeen en tegen Petré in het bijzonder ! Nog liever over haar lijk dan die snotter de nalatenschap van Pylieser te gunnen ! En op de koop toe lag ze dan óók nog overhoop met haar ex-minnaar, de notaris zélf ! Ze wist dat dié van plan was in dat dossier een stevig graantje mee te pikken en ze bleef die tot op het uiterste stokken in de wielen steken. De brief aan Petré had ze tot voor kort met alle middelen tegengehouden, en pas toegegeven nadat ze deze kennisgeving tot een nietszeggend berichtje had kunnen herleiden...Het was ook om deze sabotage te neutraliseren dat Legein hem gevraagd had het epistel persoonlijk bij Petré toe te lichten en aftezwakken...Enfin, dat was nu achter de rug !
Ook Jetje was door Rachel deftig de les gelezen: als ze Joseph van verder onheil én de schuldenberg van Gerard Pylieser wilde behoeden, moest ze hem goed laten verstaan dat die zogenaamde erfenis een vergiftigd kado was, waar hij best zijn handen afhield ! Erg gelukkig was Jetje niet met deze opdracht en over die hypotheeklast begreep ze ook al niet veel. Maar als een leugentje om bestwil Joseph veel onheil zou besparen, kón ze niet anders dan meewerken...
Toen ze bij Joseph uitgesproken was over de peripetieën van de bouwwerf, de Steiner met zijn abri en het wandelende duin, duwde hij haar de brief van de notaris onder de neus. Begreep zij waarom Pylieser hém op zijn testament had gezet ? Ze had die pijnlijke vraag al làng verwacht en besloot dan maar ineens schoonschip te maken.
" Wel, ziet ge...Ge moet weten dat de Gerard niet zómaar het peterschap over u van de René heeft overgepakt toen die stierf...Van die moment af voelde hij zich ineens voor u verantwoordelijk, verstaat ge, lijk een echte vader...En ook omdat hij niet kon verdragen dat Marie met de Jupp 'ging', wilde hij haar op die manier terug voor zích winnen...Want in feite had hij al héél lang een oog op haar...Al van juist nà de Groten Oorlog, toen zij nog heel jong was ...met moeite achttien...Om maar te zeggen hé...Hij heeft toen zelfs een tijdje écht met haar gevreeën, verstaat ge: op de eerste grote kermis in Nieuwpoort in '22...Om juist te zijn :september '22, verstaat ge...En gij zijt van juni '23, verstaat ge...Negen maanden later..."
" Ja-ja Jetje ! Ik versta het! Ik zijn verdomme toch niet doof, hé ! En kinds nog minder ! Vaneigens dat ik kan tellen...Negen maanden, verdomme ! En gij hebt dat al die jaren geweten ! En mij nooit iets gezegd al heb ik het wel duzend keren gevraagd wie dat mijn échte vader was ! ” Hij keek haar woedend aan: ”Pylieser dus, de smeerlap ! ...Na al die jaren werd het wel tijd dat ge mij eindelijk de naam van mijn vader verklapte ! ...Al goed dat ik hem heb helpen verzuipen ! ...Maar waarom hebben ze dan altijd met die naam van Rudolf geschermd, als ik achter de naam van mijn vader viste, gij Jetje nog in de eerste plaats hé ?!"
" Och, Rudolf, ja...Dat was een speelse zotternij tijdens kermis, in die tijd. Al dat jonge volkje gaf zichzelf uit voor een filmster of een gekende artiest. De Gerard stelde zich, na een paar toertjes op de molens, aan Marie en mij voor als de grote verleider 'Rudolf Valentino'...Rudolf, verstaat ge ?...En Dis, zijn maat van toen, was zogenaamd 'Douglas Fairbanks'...Ik noemde mijneigen 'Gloria Swanson' en Marie 'Martha Harry'...Allemaal filmsterren van toén ! Daarmee hebben wij destijds nog hard gelachen...Maar onder óns zijn we Gerard Pylieser altijd 'Rudolf' blijven noemen, ook toen hij ons Marie na die korte straffe vrijage ineens liet stikken...Vanals ze zwanger bleek te zijn, en Pylieser van Krommenaas gebaarde, hebben Marie en ik het zo aan boord gelegd dat Dis in de boskes van de Doorsteek uw vermoedelijke vader werd, en die is dan ook nog rap-rap met Marie getrouwd...Ik weet wel: heel proper is dat allemaal niet, maar het kind moest een naam hebben hé...En voor nog veel langer zeveren was er geen tijd meer ,hé vent..."
" Dus als ik het goed begrijp, heb ik, door Pylieser te verzuipen, inderdaad mijn échte vader vermoord !"
" Ja, en Rachel is dat aan de weet gekomen omdat ze in het dossier van de nalatenschap een akte vond waarin Pylieser u als zijn bloedeigen zoon erkent..."
" Verdomme, nu valt mijn frank ! Toen Pylieser in die poel aan 't stikken was, heeft hij de hele tijd naar mij geroepen 'Ik heb u herkend ! '. Ik dacht dat hij mij zo wilde chanteren om hem uit dat slijk te trekken...Maar in feite bedoelde hij 'érkend! ' en hoopte hij dat die late familieband hem zou redden, de kloot ! En nu zou ik met die erkenning nog voor zijn achtergelaten schulden mogen opdraaien ? Hij mag ze in z'n hol steken !"
Jetje bleef even sprakeloos zitten. Plots gaf ze het op om nog veel weerwerk te bieden: " Daarbij, Rachel zegt dat ge door die moord op uw vader tóch niet van hem kunt erven...De Staat zou alles wat gij krijgt aanslaan...De schulden zéker, maar ook de rest die overschiet..."
" Wel, geluk ermee ! ...Anders nog nieuws ?"
" Niet veel hé, het is kalm...In Westende verwachten ze met nieuwjaar niet veel toeristen door het slechte weer. Maar de 'Stella Maris' naast mij is toch nog verhuurd geraakt voor een week: een jong Frans koppel uit Duinkerke...Hopelijk beter dan dat Duits lief van u, vorig jaar. Ik heb op vraag van de eigenares het huis gelucht en grote kuis gedaan, en een zak kolen laten komen voor de kook en de verwarming...Een mens moet wat doen om brood op de plank te krijgen !"
Florizone straalde nu écht: " Allee, 't is gelukt ! Onze aanvraag tot vervroegde vrijstelling is aanvaard ! Binnen dàt en een paar dagen gaan ze u lossen: dat hangt een beetje van de goede wil van de directeur af...Het is omdat ik u hier nog tref dat ik er nog rap van profiteer om die zaak van Pyliesers nalatenschap in het reine te trekken. Want moest ge tóch naar Amerika trekken, zal ik niet achter u gat lopen hé ! Ik heb gehoord van uw tante Jetje dat ge verkiest die netelige erfenis te weigeren, en ik geef u groot gelijk. Madam Rachel Coulier zou door haar dreiging met 'Vadermoord' u in uw eventuele erfgoed toch altijd blijven chanteren. Daarom stel ik voor haar schaakmat te zetten door aan deze nalatenschap te verzaken in het voordeel van uw tante Jetje. De notaris en ik hebben zo eens rap de balans opgemaakt van wat Pylieser zou kunnen nalaten, schulden en bezit dooreen, en wij komen toch tot een schoon positief resultaat, waar ditmaal de Staat niet ààn kan...Georgette Neuville zal er haar broek niet aan scheuren...En misschien kan zij u van de opbrengst maandelijks een kleine toelage uitkeren, waar de Staat evenmin de hand op kan leggen. In feite hébt ge al iets in die aard getekend, toen zij zich in uw emigratiedossier borg stelde 'met lasten en lusten'...Wat denkt ge ? Zal ik zo'n 'Akte van Verzaking' opmaken ? Dan zal ik u die nà uw vrijlating in Westende brengen, vooraleer wij naar de notaris gaan, okee ?
De rest ging héél vlug. Vóór hij het wist werd hij op een avond op de griffie van de gevangenis geroepen en verwittigd dat hij de volgende morgen om 09.00 uur zou worden vrijgelaten. Zijn boeltje was vlug gepakt en die nacht sliep hij zeer onrustig. En pas toen hij zijn vale burgerkleren terugkreeg, viel het hem op dat hij daarin buiten zou doodvriezen. Aan de balie gaven ze hem dan ook de raad een straat verder in de 'Stock Americain' een kapootjas te kopen. Het bleek inderdaad voor het mansvolk erg modieus en stoer te zijn in allerlei afdankertjes van de geallieerde legers rond te lopen.
Voor hem werd het dus een zandkleurige parka-met-kap een zwarte wollen zeemansmuts en werkhandschoenen, alles samen géén honderd frank. En met het gratis treinticket geraakte hij kort na de middag in Oostende. Er viel een ijskoude regen, maar de warme kap over zijn hoofd en het vooruitzicht zijn lief straks stevig te omhelzen, deden hem alle winterse narigheid vergeten. Nancy woonde ergens achter het afgebrande stadhuis, in de Sint-Franciscusstraat, op geen tien minuten stappen met zijn krukken... Onderweg droomde hij hoe ze hem om de hals zou vliegen en binnen trekken in de gang. Hoe hij haar zou kussen en het zwoele parfum uit haar haren zou opsnuiven...En haar hete lijf en bolle borsten zou voelen dwars door haar satijnen peignoir...Man-man !...En hoe zij hem zonder omhaal de trap om zou trekken, recht naar haar slaapkamer...
Hier en daar lagen nog wat huizen in puin, verdoken achter reclameschuttingen vol kleurige affiches met suikerzoete coca-cola-meisjes en een verleidelijke dame met een brede zwarte hoed die wulps aan een Belga-sigaret lurkte...Zo te zien was de ontvoogding van de vrouw er in de wereld buiten de gevangenis stukken op vooruit gegaan tijdens de voorbije jaren...
Met bonzend hart telde hij de huisnummers af: 43... 41...39...37...Dààr moest het zijn !...Hij zag nauwelijks hoe erg de gevel was afgeschilferd en de voordeur ook wel een laagje vernis kon gebruiken...Toen hij naar de bel reikte viel zijn rechter kruk op het voetpad, maar een jonge man achter hem hielp die oprapen...Hij hoorde van binnen geen enkele reactie komen...Tien eindeloze tellen later probeerde hij het nóg eens...Misschien was ze boodschappen doen ?...Tegen beter weten in belde hij toch maar weer...En juist toen hij zich afvroeg of hij in afwachting van haar thuiskomst niet een pint zou gaan pakken op de hoek, hoorde hij boven een venster open trekken: Nancy keek met een verwaaide kop naar beneden ! Hij zwaaide met zijn kruk, maar het scheen een hele poos te duren vooraleer het tot haar doordrong dat hij, hààr Joseph, daar stond te trappelen om haar de beurt van haar leven te geven ! Half verblind door een paar regendroppen in zijn ogen, merkte hij niet hoe traag zij van de verrassing bekwam en het venster weer sloot...
Een eeuwigheid later hoorde hij in het slot morrelen en ging de deur open. Als versteven stond zij zwijgend even naar hem te gapen. En toen hij lachend over de dorpel stapte om haar stevig te omhelzen, week zij afwerend terug de donkere gang in, de Chinese peignoir met beide knuisten om haar hals dicht gesnoerd.
" Wat is 't, m'n schatteke, waart ge nog aan 't slapen ?...Gisteren laat op gebleven, misschien ?" Maar toen hij naar haar schouders grabbelde, kromp zij ineen en gebood hem te zwijgen, de wijsvinger stijf op de lippen geperst: " Hij is boven !" fluisterde ze schor.
Het rampzalige vermoeden trof hem als een bliksem: "Wie verdomme ? Een àndere vent ?!"
" De Roger ! Gisteren avond hier ineens binnen gevallen, héél op 't onverwachts ! Ik was helegans overrompeld ! Hij deed alsof hij juist terug was van sigaretten halen ! Hij slaapt nog voor de moment ! Maar Joseph, ik heb liever dat hij u hier niet ziet, verstaat ge...Hij weet van niks, of doet alsof, maar dàt van ons kan ik hem voor de moment niet uitleggen...Hij heeft de hele nacht op mij liggen vrijen, lijk dat hij nooit is weg geweest de laatste zes jaar ! ...Ik zijn kapot van zijn driften ! En ik heb de kracht niet om mij er tegen te verzetten, en misschien ook de wil niet: zo'n sterke vent ! Moest ik hem dat van óns uitleggen, dan gebeuren er ongelukken ! Làter misschien, over een paar weken, als hij wat meer uitgeraasd is en ik met hem een deftig gesprek zou kunnen voeren...Maar nù is het beter dat hij u niet ziet...Het spijt me van ons, Joseph, maar daar is niets tegen te doen: als de Roger zijn oude plaats opeist, dan zal ik moeten bukken..."
Wat er verder door Nancy nog vergoelijkt werd, of zacht met zeem gestreken: het drong niet écht meer tot hem door...
De regen bracht hem pas weer tot bezinning toen hij in de stijve bries op het havenhoofd als een vod over de dikke borstwering lag te braken in de wild schuimende golven... Dàt was dan toch dé genadeslag...Nóg zo'n mep in zijn gezicht kon hij écht niet meer aan...Was het dan niet beter er hier en nù een eind aan te maken ?... Waarom zich niet over deze druipende borstwering van hetstaketsel laten glijden ? Plons, en het was gedaan ! ...
Hij perste zijn handen diep in de broekzakken tegen de kou...en voelde plots met een pijnlijke steek in zijn hart de warme zijde van Nancy's ondergoed tussen zijn vingers ! Aarzelend trok hij het te voorschijn en staarde er wat verwezen naar...Verdomme, dat wijf had de hele tijd met hem gespeeld als met een willoze hansworst: je moet het maar kùnnen ! Hij veegde er zijn natte gezicht mee af en merkte dat het oorspronkelijk parfum totaal vervlogen was...Kom, wég ermee !
Met een krachtige zwaai wierp hij het roze vod met de wind mee fladderend naar de kolkende vaargeul. Even nog bleef het - twintig,dertig meter ver - wild drijven...
Nancy toonde Joseph met een scheve glimlach de postkaart die ook zij uit Bangkok had gekregen met dezelfde felgekleurde foto van het 'Palais Gouvernemental'. Maar op de keerzijde stond - buiten de onleesbare exotische pôstzegels en een onbegrijpelijke datumafstempeling - zoals ze reeds gewoon waren, enkel haar adres...
" Voor 'Zonnige Groeten van Roger' had hij geen geld genoeg bij, zeker ! " sneerde ze: " Akkoord, hij is geen grote schrijver, maar om zijn naam en drie kruisjes te zetten moet ge toch geen litteraire studies volgen hé ! "
Joseph zei liever niets. Hij bewonderde de mooie postzegels en trachtte de vreemde datumafstempeling te ontcijferen, maar Nancy trok de kaart uit zijn hand.
" Doe geen moeite, ik heb het al onderzocht: die kaart is meer dan een maand onderweg geweest ! Wie weet wat er ondertussen allemaal gebeurd is met hem ! "
" En met Leon, vergeet ge er bij te zeggen ! Want van die kloot heb ik al bijna een half jaar niets gehoord hé... 't Is niet dat ik daar wakker van lig, maar het zou toch wat plezanter zijn als we wisten dat ze nog getweeën bijeen waren na hun desertie en de vlucht uit de Franse kolonie...Maar met dat stomme zwijgen houdt de afzender ons alletwee voor de zot ! Enfin, als ze al in Siam zitten, wijst dat er in elk geval op dat hun desertie gelukt is. Dààr zitten ze veilig: de Fransmans hebben in dat onafhankelijke koninkrijk niks in de pap te brokken. En als onze dierbaren het daar aangenaam leven vinden, blijven zij in een opiumtent misschien aan zo'n Oosterse buikdanseres plakken...Dan zijn wij er vanaf ! "
Nancy snoof eens: " Dat zou me van de Roger niets verwonderen ! En weet ge, Joseph: ik zou het op den duur een bevrijding vinden, moest hij zich eindelijk voor één bepaalde vrouw decideren, gelijk dewelke ! Want ik ben dat eindeloze wachten op die vent langzamerhand zo beu als koude pap, weet ge ! Maar dat héb je met hem: hij bindt zicht nooit..."
Even leek ze toe te geven aan haar melancholie, maar herpakte zich vlug met een kwinkslag:" Bon, om over iets ànders te klappen: uw dossier is ingediend bij de ambassade. Dus ventje: nu is er geen weg meer terug, hé ! Wij zijn met de slavenketens aan elkaar verbonden en ik los u pas als we dààr goed en wel zijn aangekomen ! "
" Jetje heeft dus geen moeilijkheden meer gemaakt over die borgstelling ?"
" Neen, Florizone heeft haar gerustgesteld dat gij geen schulden hebt, waarvoor zij zou kunnen opdraaien... Ook niet aan die Duitse..." voegde ze er veelbetekenend bij. Joseph begreep dat zij het wist, van dat kind bij Erika, maar ging er niet op in.
Daarom vervolgde ze maar, na een korte stilte, in vertrouwelijk 'plat': "En ik zijn wreed content dat ze misschien nog iets van u zal erven, heb ik verstaan..." Ook nù liet hij niet in zijn kaarten kijken, zodat ze wel verplicht werd het over een andere boeg te werpen...
" Och jongen, ge kunt niet geloven hoe blij ik ben dat we daar samen een nieuw leven gaan kunnen beginnen ! "
" Met de Roger, wilt ge zeggen..." wierp hij op.
" Och dié ! Ik geloof nooit dat hij die definitieve sprong zal wagen: dat is te beklemmend voor hem...Neen, wij samen...Ik bedoel natuurlijk niet 'trouwen', dat zou te zot zijn. Maar het avontuur delen, en op elkaar kunnen rekenen in goede en slechte tijden..."
Terwijl zij maar doorraasde werd het hem wat ijl in het hoofd: dat was toch een niet mis te verstane aanzoek dat ze hem daar deed, of niet ?! Bood zij hier niet onversluierd aan in hun Zuid-Amerikaans paradijs wel en wee met hem te delen ? Niet zo'n vlugge amourette, maar een leven lang, duizenden dagen en nachten ?...En eerlijk gezegd waren het voor het ogenblik vooral de nachten die zijn gedachten op hol deden slaan ! Want Nancy was al jarenlang een habituée van zijn nachtelijke fantasieën, al van de eerste keer dat hij haar op het perron van het station in Oostende afscheid van Penny had zien nemen... Waw zeg ! De ongecompliceerde manier waarop ze in die tongzoen toen haar hunkering naar haar vent aan jan en alleman ten toon spreidde...En nu zou hijzélf dus aan de beurt komen bij dit goddelijk wijf ? Met haar goddelijk lijf ? Ongelooflijk !
Alles wat ze verder tijdens het bezoek nog vertelde, hóórde hij zelfs niet, zó was hij van de kaart! Pas toen ze hem tegen het einde nadrukkelijk verwittigde dat ze bij de 'surveille' een omslag met nieuwe foto's van waternimfen uit de 'Ciné-Revue' voor hem had afgegeven, kwam hij weer een beetje tot bezinning. En bij het plotse afscheid gaf ze hem met een vette knipoog zo'n lange handdruk tot hij zich realiseerde dat ze daarmee, verdoken in haar handpalm, sluiks een zakdoekje doorgaf...
Dat zwaar geparfumeerde broderietje bezorgde hem die nacht een voorproefje van de orgieën die Nancy hem met kinderlijke naturel had voorgespiegeld.
Maar de volgende morgen kwam de wrekende aartsengel Gabriël hem uit zijn zondige dromen verdrijven, in de zwartgerokte persoon van de heer aalmoezenier. Die wierp op zijn werktafel tussen de drie ziekenregisters, die Joseph aan het bijhouden was, een dikke bruine omslag aan hem geadresseerd: " Ik kan u niet feliciteren Petré ! "
Het bleken de pikante foto's uit de 'Ciné-Revue'... Maar nu waren alle aantrekkelijke curven en onderdelen van de 'Schone Baadsters' met vette zwarte penseelstreken Chinese inkt gecensureerd !
" Ik moet een beetje over de moraal en de goede zeden van mijn schapen waken, hé vriend! Zo'n halfnaakte foto's zijn zeer slecht voor uw innerlijke rust, weet ge..." En toen Joseph tegelijk kwaad en beschaamd naar hem opkeek, vervolgde de pilarenbijter bestraffend: " En vanwege de directeur moet ik u verwittigen dat hij uw taalcursus Spaans zal laten confisqueren ! Hij wil met alle macht beletten dat gij u na uw vrijlating in dat fascistische land in uw ongeluk stort ! "
Joseph was zó verbouwereerd dat hij eerst een paar rijmende vloeken moest braken vooraleer uit zijn woorden te geraken. Maar die machtige man nog verder schofferen vond hij plots niet de goede manier van reageren...Na een diepe ademhaling zei hij daarom ijzig kalm: " Padre mio! Kunt ge aan uwen vriendelijken baas eens uitleggen dat Generaal Franco ,den nieuwen baas van Spanje ,een puren katholiek is : een pilarenbijter van het zuiverste soort ,ja ? Just gelijk gij ?! En dat Spaans een échte wereldtaal is ? En dat ik bovendien na mijn vrijlating niet naar uw triestige ex-vriend Franco ga emigreren, maar naar Zuid-Amerika ?! Binnen een paar maanden beginnen de Oostendse vissers namelijk aan hun oversteek naar dààr, en ik zou graag op tijd gereed zijn om méé te gaan. Ik vertel u vast geen geheim, want twee weken geleden heb ik bij de autoriteiten hier mijn emigratiedossier laten aanvullen en dat zal zékerlijk niet aan uw aandacht ontsnapt zijn ! En aan die van de directeur nog minder ! En die foto's moogt ge terug meenemen: gijzélf kunt er misschien nog iets mee aanvangen hé ! Of aan de nonnen tonen wat ze missen ! "
De man bekeek hem eens laatdunkend over zijn halve brilletje en grimlachte toen vol lijzige spot :"Zo jong en al zo verdorven ,Petré ! Om met uw smerige verdenkingen van lust en onkuisheid het blazoen van gods dienaren te besmeuren ! Weet ,snotventje van twintig jaar ,dat alle geestelijken en nonnen die ik ken iedere uur van dag of nacht vullen met de verdediging van het ware geloof !"
"Goed voor u ,almoezenier ! En wat denkt ge dat ik en mijn kameraden in Rusland zijn gaan doen ,de laatste jaren ,als het niet was de verdediging van uw waar geloof tegen het Bolsjewisme ?! En dan nogwel op uw aanvraag ,verdomme ! De helft is er voor gesneuveld ,voor uw waar geloof ! !" Hij kwijlde van opwinding !
"How-how ,ventje :gij zijt niet de eerste Oostfronter die ik de biecht afneem ,hé ! Ik wéét hoe het daar werkelijk aan toe ging ! Met platbranden van dorpen en steden ,het kelen van vrouwen en kinderen lijk échte lustmoordenaars. Dàt hebben wij u niet gevraagd ,hé ! Hoe ze bij zogenaamde zuiveringsakties als in trance geraakten van al dat lijden ,zwijmelend van sadistische bloeddorstigheid. En zich zelfs lieten fotograferen bij een opgehangen bolsjevisten partizaan ! En dat beeld op hun hart droegen lijk een amulet om zichzelve te overtuigen dat ze het ware geloof beschermden tegen het 'Rode Gevaar' ,hé Petré !"
"Ja ,almoezenier ,ik weet het :als een soort tamlisman ,een geluksbrenger om in die hel daar te overleven...Stom... Maar er waren er ook die zich vastklampten aan een konijnenpoot ,of aan een beeltje van een vent die vastgenageld aan een kruis hangt te sterven...Een urenlange doodstrijd ,gemarteld met een doornenkroon op z'n kop ,heeft de onderpaster ons verteld in de catechismusles ,destijds...Da's als sadistisch geheugensteuntje bij het moorden stukken wreder dan een foto van dien opgeknoopte Rus ,vindt gij ook niet ,meneer den almoezenier ?"
Het temerig lachje van Joseph deed de man even verstijven.
Die snoof toen eens verachtelijk ,keerde zich om en zeilde met de neus omhoog waardig weg.
Joseph begreep dat hij er een machtige vijand had bij gekregen. Stom ,want die vent had vast veel te vertellen als zijn vervroegde vrijlating besproken moest worden...
Vreemd genoeg maakte de overwinning van 'Flandrien' Briek Schotte in de wielerkoers Paris-Tours méér indruk op de West-Vlaamse patiënten van de infirmerie dan gelijk welk politiek nieuws. Ook toen het Krijgshof de terdoodveroordeling van Dr. Elias, de laatste leider van de wazige Eenheidsbeweging V.N.V., bevestigde, lag bij wijze van spreken niémand daar wakker van. Enkel de gewelddadige linkse betoging in Brussel tegen de zogenaamde 'milde repressiepolitiek' van de regering Spaak III werd druk besproken. Iedereen voelde dat de vervroegde vrijlating, waarop ze allen hoopten, wel eens in het gedrang kon komen...
Jetje bevestigde echter dat Florizone nog steeds verwachtte Josephs aanvraag tot vervroegde vrijlating er zonder verdere moeilijkheden door te krijgen. En ze had nog meer goed nieuws: ook de verzanding van de chantier naast den abri ging onverminderd voort. De schutting, die de aannemer op de duinkam had gebouwd om het stuifzand tegen te houden, was ondertussen omver gewaaid. En twee metsers, die de kelders van de nieuwbouw opnieuw vrij wilden graven, waren ziek geworden van de gaslucht die er hing. Nu was de gemeente bezig het trekgat in de doorsteek boven de werf vol takkebossen te planten om de verdere verschuiving van de duinkam te bekampen.
" Maar ik moet u wel verwittigen dat Steiner mordicus beweert met zijn nieuwe Amerikaanse schepkraan op één dag al het opgewaaide zand rond de abri te kunnen weggraven...Hoe diep en hoe ver hij gaat schrapen, weet ik niet, maar al wat gij daar misschien verdoken hebt, zou wel eens aan 't licht kunnen komen ! En een week later zou hij de zaak kunnen laten springen met zijn watervulling, zonder de minste schaai aan de huizen in de straat ! Hij betrouwt nu blindelings op zijn werkwijze, waarmee hij al meer dan tien bunkers in de lucht heeft doen vliegen, zonder één tegenslag tegen te komen..."
" En waar zou hij al dat water dan moeten gaan halen, als hij het niet meer uit de zee kan pompen ?"
" Hij betrouwt er op van voldoende water uit de bomtrechter in de straat te kunnen halen, als het nog wat voort regent lijk de laatste dagen..."
" Hoezo, Florizone heeft gezegd dat de gemeente die bomtrechter had laten opvullen, nadat Pylieser erin verzopen is, vorig jaar! "
" Deels, ja: de weggeslagen zijberm van de straat is daar ondertussen helemaal gerepareerd. Maar het deel van de trechter in de wei van boer Dierendonck is gebleven lijk vroeger. Die wil de drassige put aan zijn weikant behouden als drenkplaats voor zijn beesten in de zomer, omdat die regelmatig volloopt uit de beschadigde gracht. Maar voorlopig staat die poel nog half leeg en da's te weinig om de abri in één trek vol te pompen..."
" Verdomme, voorlopig misschien, ja...Dan hoop ik maar dat ik tegen nieuwjaar thuis geraak om die smeerlap vóór te zijn..."
Even trok Jetje een twijfelend grimas, en zei toen voorzichtig: " Ja Joseph, van thuiskomen gesproken: ik zit toch wel een beetje gewrongen, weet ge...Ik heb u beloofd dat ge bij mij kunt komen logeren vanals ge vrij komt...Maar Rachel ligt de laatste tijd zwaar overhoop met haar baas ,notaris Legein, en waarschijnlijk om dié reden papt ze weer met mij aan, verstaat ge...Daardoor blijft ze nogal dikwijls bij mij logeren op haar oude kamer...Ik heb haar indertijd verwittigd dat gij zoudt komen, maar voor het ogenblik maakt ze absoluut geen aanstalten om die kamer af te geven, verstaat ge..."
" Bon, ik zie het al komen" zei Joseph koel.
" Maar trekt het u niet aan, jongen: tegen dat het zo ver dat gij vrij komt, zullen wij daar wel een mouw aan passen ! Ge zult niet onder de blote hemel moeten slapen, daar zorg ik wel voor..."
Joseph had nadien spijt dat hij haar niets verteld had van zijn wulpse vooruitzichten in verband met Nancy. Die kille kamer bij Jetje kon hem voor zijn part gestolen worden ! Het warme liefdesnestje dat Nancy hem voorgespiegeld had, stelde alles wat Jetje hem als onderkomen kon aanbieden glorieus in de schaduw !
Wat hem stukken méér hoofdbrekens bezorgde was het optimisme van Steiner ! Zijn zaken schenen te floreren en die schurk leek steeds zwaarder materiaal te laten aanrukken om zijn afbraakwerken in een hogere versnelling uit te voeren ! Zohaast er water genoeg in de bomtrechter zat, zou er na één weekje geen sprake meer zijn van de abri ! Een doffe knal in die verzopen bunker en alles was om zeep ! En ondertussen moest hij hier in dat rotgevang met zijn duimen zitten draaien en machteloos toezien hoe die smeerlap er met zijn gouden munten vandoor ging !
Er moest toch ergens een middel bestaan om die vuile verklikker af te stoppen, hé ?! Twee-drie donkere dagen en nachten piekerde hij over het vinden van een saboteur die deze vervloekte kraan in de fik zou kunnen steken ! Want alle middelen waren goed als hij die nagel van zijn doodskist maar een poot kon uitvijzen ! Die vent had hem tenslotte na de dood van Pylieser als oud-SSer bij het gerecht aangegeven en hem voor anderhalf jaar laten opsluiten! Alle middelen waren dus goed om die vervloekte branieschopper met kraan en al naar de verdoemenis te jagen...
Het simpelste was nog hem gewoon zijn gang te laten gaan, hem de abri met al die mosterdgasgranaten in de lucht te laten vliegen en zodoende zijn eigen graf te delven. Maar dan kon Joseph natuurlijk fluiten naar de doos met Jupps gouden munten ,en dàt kon niét de bedoeling zijn...Maar als hij hier niet tijdig buiten geraakte, was er van het recupereren van die schat sowieso geen sprake meer. Alles stond of viel dus met de utopie dat hij hier vóór nieuwjaar gelost zou worden. Want tot maart zou die rotzak natuurlijk niet wachten om zijn gram te halen...
Toen Florizone nog eens langs kwam om te zeveren over de linkse druk van de straat tegen de politiek van vervroegde vrijlatingen, kreeg Joseph plots een ingeving. Kon hij via het gerecht geen verzet aantekenen tegen de afbraak van de abri ? Hém werd immers nooit officieel betekend dat het grondstuk van de Petré's onteigend werd hé ! Want als hij dan tóch nog de eigenaar was van het perceel met de abri, wenste hij vooral vrijgesteld te worden van elke verantwoordelijkheid voor ongevallen die tégen zijn wil door de afbraak veroorzaakt konden worden. En hij schetste beangstig duidelijk het rampscenario dat onherroepelijk volgde uit de inwerking van tonnen water uit de bomtrechter op de verroeste gasgranaten in de kelder van de abri...
Florizone hoorde heel die uitleg wat ironisch aan en begreep onmiddellijk waar Joseph op aanstuurde: een vertragingsmaneuver om nog op tijd de goudschat te kunnen opdelven die hij daar, volgens zijn zeggen, rond die bunker bedolven had. Zogenaamd de tweede helft van Rachels juwelenstock, als hij hem mocht geloven...
" Luister, meneer Petré, ik weet niet of gij ,verdacht van incivisme en opgesloten in de gevangenis met vijf jaar verlies van burgerrechten ,wettelijk in staat zijt een proces aan te spannen tegen de overheid ,hé. En of deze nieuwe procedure een opschortend karakter zal hebben, met àndere woorden: of de werken zullen stilgelegd worden tot deze zaak uitgesproken wordt. Ik weet echter wél dat dit u een aardige cent zal kosten, indien wij het verliezen !"
" Meester, ik heb mijn laatste frank veil om mijn dorp voor zo'n gasramp te behoeden ! "
Bombastischer kón niet, vond Florizone. Want als het opzet mislukte zou Joseph zijn doos juwelen mislopen, dat begrepen ze heimelijk allebei. Maar de advocaat wist nog méér dan zijn bajesklant: Joseph zou in het slechtste geval toch iéts uit Pyliesers nalatenschap krijgen, voldoende om de kosten van dit nieuwe proces te dekken...Dus toonde hij zich 'grand seigneur' en aanvaardde de dubbelzinnige opdracht...
" Ik moet er wél bij zeggen dat onze aanvraag tot vervroegde vrijlating, gebaseerd op uw emigratieplannen naar Zuid-Amerika, waarschijnlijk tóch ingewilligd zal worden. En dit ondanks de politieke beroering tegen het zogenaamde 'te milde repressiebeleid van minister Paul Struye.' Met een beetje chance zoudt gij misschien al vóór Kerstmis thuis kunnen zijn..."
Joseph sprong een gat in de lucht: da's drie maanden vroéger dan hij verwacht had! Nu kreeg het vertragingsmaneuver plots wél zin !
"Er is echter iets waar ik uw aandacht op wil trekken, Petré ! De borgstelling van uw tante Jetje was een essentieel document voor uw uitwijking naar Zuid-Amerika en dus ook voor uw vrijlating ! Maar ge moet mij niet voor stommer aanzien dan ik al ben hé! ...Wij samen weten dat gij, zohaast ze u lossen, maar één ding hoopt, en dat is zo rap mogelijk die doos met de rest van Rachels juwelenstock op te graven ! In dat verhaaltje van die gasgranaten trap ik niet, excuseer ! Daarom stel ik vriendelijk voor dat uw tante Jetje vergoed wordt voor haar borgstelling ,kwestie van latere wrevel van harentwege te vermijden ,hé. En haar een mooie gouden collier schenken zou al een grote stap in de goede richting betekenen, akkoord ?"
Daar had Joseph zo vlug niets van terug.
Nancy was de eerste aan wie hij het goede nieuws van zijn verhoopte vrijlating kon vertellen. Nu zouden ze misschien al begin volgend jaar samen kunnen vertrekken naar Zuid-Amerika, zonder zich nog iets aan te trekken van een mogelijke terugkeer van Roger ! ...
Maar zij was niét zo optimistisch: " Hier zie: ik kreeg zojuist deze kaart uit Colombo...Ik heb het nagezien op de atlas. Dat is een grote haven op het eiland Ceylon, vlak naast de punt van Brits Indië. Dus denk ik dat Roger nu met een boot is meegevaren, en niét in Siam aan een oosterse buikdanseres is blijven plakken zoals wij hadden gehoopt...Of Leon daar ook nog bij is, weet ik niet, want er staan wéér geen énkel afzender op..."
Joseph bekeek even de gouden boeddhatempel aan de voorzijde en dàn de poststempel op de achterkant.
" Ja, ik heb het ook gezien." zei Nancy: " Wéér een maand oud ! Die gast begint ferm mijn voeten uit te hangen met zijn geheimzinnige spelletjes ! Ik zou nog liefst hebben dat wij al wég zijn, tegen dat hij eventueel goesting krijgt tóch nog langs hiér te passeren..."
Zonder op zijn reactie te wachten vervolgde zij met glinsterende ogen :" En het zit er inderdaad dik in dat hij achter het net gaat vissen! Ik heb uitgerekend dat een boot, die bij die rijstkakkers vertrekt en onderweg nooit zou stoppen, tien weken nodig heeft om hier te geraken ,in Antwerpen of Rotterdam. Maar met al die rustpauzen in de tussenhavens kan dat nog gemakkelijk een half jaar duren ! Dan zitten wij al hoog en breed in de Pampas..."
Even overspoelde hem een golf van gelukzaligheid, maar Nancy bracht hem vlug tot de werkelijkheid terug.
" En hoever staat ge met uw Spaans ?...Is het dan feitelijk nog de moeite dat ik de volgende keer deel 2 meebreng van mijn Berlitz-cursus ?"
" Da's een probleem, want voor de moment kan ik alleen nog 's avonds wat leren...José kreeg al langer verbod om mij met de uitspraak te helpen, maar nu lig ik ook overhoop met de aalmoezenier ! " En hij vertelde over de laaghartige censuur door de pilarenbijter op de leuke foto's uit de 'Ciné-Revue' en het misverstand over zijn mogelijke emigratie naar Franco-Spanje...
" Met het vervolg van uw cursus zou het enkel nog erger worden ! Maar met wat ik nu al onder de knie heb, zal ik na mijn vrijlating dààr toch al mijn plan kunnen trekken ! "
" Ha, van vrijlating gesproken: die Rachel heeft mij eergisteren onverwacht een bezoek gebracht...En ze heeft mij in vertrouwen gevraagd of ik u niet zou kunnen opvangen als ge gelost wordt. Ik heb niet gezegd hoe ver het al met ons staat, want daar heeft ze geen zaken mee, maar ik dacht dat wij dat onder ons al geregeld hadden, of vergis ik mij, Joseph ?"
" Neen gij ! Maar ik wist niet hoe serieus gij dat meende hé, en daarom heb ik hààr aanbod in reserve gehouden...Nu schijnt het opnieuw al koek en ei te zijn tussen die twee hartsvriendinnen, en zal Jetje waarschijnlijk liever Rachel dan mij bij haar onder dak nemen...of in haar beddenbak !"
" Bon, dat is dan afgesproken hé ventje! Gij slaapt dus bij mij ! Ten andere, die boot vertrekt dikwijls hals over kop, en daarom moeten de passagiers altijd gereed in de startblokken staan ! "
" En ge zijt héél zeker dat ge niet op de Roger wilt wachten ? Want ik heb geen goesting om het met hem aan de stok te krijgen hé ! "
" Zeg, ik ben tenslotte niet met de Roger getrouwd hé ! En op die laatste zes jaar heeft hij al véél meer naast de pot gepiest dan erin, als ge 't wilt weten ! "
" Als gij het zó ziet, Nancy, en er is geen belet, dan kom ik héél graag bij u logeren: zeker weten ! "
" Bon ! " lachte ze blij: " Dat is dan in de pocket hé ! ...En tussen haakjes: hoe vond ge mijn parfum en mijn pochetteke ? Goed van gedroomd ? Lijk dat we nù staan, zal ik de volgende keer maar iets pikanters meebrengen zeker ? Iets écht van mij ? Wat denkt ge ?..."
" Waw! " deed Joseph terwijl hij wat rood aanliep: " Eén van uw zijden kousen, zou dat gaan ?...Geen nieuwe hé: één die ge toch niet meer kunt aandoen...En er mogen ladders in zitten, wat denkt ge ?"
Nancy lachte met zijn puberale gretigheid: " Ge durft het niet vragen, maar ge zoudt nog véél liever een broekje krijgen hé! ...Wel ik heb er nog een schoon nieuw satijnen in de schuif liggen ,voor speciaal gelegenheden ! "
" Nee-nee ! Niet nieuw ! Eentje dat ge al gedragen hebt ! Echt een van u ! ..."
" Ach zo ! Ik moet zeggen dat mijn grote jongen verdimme rap bijleert ! En wat geeft ge mij in de plaats ?"
" Al wat ge maar wilt ! Geld spielt keine Rolle ! "
" Een pelsen pots ! Daar laat ik verdimme mijn bloot gat voor zien ! "
Plots overstemde de bel alle gesprekken. En vóór de luidspreker alle verdere ontboezemingen onmogelijk maakte, kon Joseph nog juist roepen: " Eerste aankoop na mijn vrijlating ! Beloofd ! "
Voor één of àndere duistere reden kwam de aalmoezenier die avond tóch nog zoete broodjes bakken. Van een dik vel gesproken !! Hij had eens inlichtingen laten nemen, zei hij schijnheilig, over de emigratieplannen van die Oostendse vissers. En inderdaad, er was écht sprake dat die een Vlaamse basis aan het oprichten waren in Brazilië: 'Nuevo Puerto de Vitoria', op 300 kilometer ten noorden van Rio de Janeiro...
" Ziet ge wel ! Als ik op tijd vrij kom, vertrek ik mee naar dààr ! Op de administratie van dat bedrijf gaan werken , mét mijn lief ! "
" Wel, bonne chance ! Maar dan zijn er tóch een paar zaken die ge niét goed gestudeerd hebt, hé Petré, toen der tijd op dat atheneum van u !...Bij ons, en zéker op het Oostends college ook, leren wij onze studenten niet alleen de naakte feiten en data over de ontdekking van Zuid-Amerika door de Spaanse en Portugese zeevaarders, maar wij vertellen er ook 'la petite histoire' bij...En zo herinner ik mij dat de katholieke koningen van die twee landen eeuwen geleden dreigden in conflict te komen over al die stukken kust die de conquistadores hér en dér in hun naam inpalmden..."
" En leegplunderden in de naam van hun god, nietwaar ?!"
" Ja, ook dàt...Maar om de vrede te bewaren, zijn die twee vorsten dan bijeen gekomen op het kasteel van Tordesillas,in 't noorden van Spanje , en hebben de Nieuwe Wereld complexloos onder elkaar verdeeld. Ze hebben op een grote globe een rechte lijn getrokken van de noord- tot de zuidpool, ongeveer waar nù de meridiaan van 50 graden westerlengte ligt, dwars door Zuid-Amerika !...Ziet ge dat voor u ?...Wel, al het land ten wésten van deze zogenaamde 'meridiaan van Tordesillas' ging naar de Spaanse kroon, en alles ten oosten daarvan bleef Portugees...Dat laatste omvatte in praktijk héél Brazilië, met als resultaat dat ze voor de moment in Brazilië uitsluitend Portugees klappen..."
" Portugees ?! In Brazilië ?!..."
" Inderdaad, Petré ! " lachte hij gespeeld meewarig: " En het spijt mij dus écht u te moeten zeggen, dat ge dààr met uw kennis van het Spaans dan ook geen knijt kunt aanvangen ! Rien de knots ! Zéro, noppes, niks ! ...Of misschien verstaat ge dat beter: NADA ! "
En verbaasd nagestaard door alle patiënten van de infirmerie schreed de man vrolijk hinnikend het zaaltje uit.
Meester Florizone besloot de onnozele te spelen toen de jonge notaris Legein hem schijnheilig over de telefoon uitnodigde om een dringende zaak van gemeenschappelijk belang discreet op zijn studie te komen bespreken. Eerst eens uitvissen of alles wat die Madam Rachel hem daarover had verteld wel klopte...En dat begon al goed :hij kreeg al direct een cigaar bij de cognac aangeboden !
" Meester, ze hebben mij, na het schielijk overlijden van mijn vader, een delicate kwestie op mijn rug geschoven, waar ik zo rap mogelijk vanaf zou willen geraken..."
" Tiens, "Meneer-uw-Papa" heeft ons toch al een héél tijdje geleden verlaten hé! " Met deze lichte steek onder de gordel ,over de relatieve snelheid waaraan zoon Marcel Legein zijn vaders "delicate dossiers" opkuiste ,liet hij de notaris goed verstaan dat deze hém ,Meester Florizone , ondanks zijn jeugdige leeftijd, geen 'blaaskens' kon wijsmaken !
De notaris grijnsde als een boer met kiespijn.
" Bon Meester ,ik heb u indertijd bij de dames Coulier en Neuville gerecommandeerd om de verdediging op u te nemen van een zekere Jean-Marie Peters, een landloper die er sterk van verdacht werd verantwoordelijk te zijn voor de verdrinkingsdood van de heer Gerardus Pylieser, een zakenrelatie van mij..."
Florizone knikte op z'n hoede: " Ja, inderdaad..."
" Deze zaak is door politieke tussenkomst van hogerhand in alle stilte afgevoerd om de reputatie van de heer Gerard Pylieser niet te schaden...Soit ,iedereen content...Pas veel later is mij ter ore gekomen dat die verdachte landloper in feite een ondergedoken SS-er was die ondertussen in het 'Pandreitje' zijn straf uitzit onder de naam van Petré Josephus..."
" Inderdaad, ik heb hem met succes verdedigd en wij verwachten dat hij met een beetje chance nog vóór deze Kerstmis vervroegd vrij zal komen..."
" Chance voor hém ,wilt ge zeggen ,maar mijn probleem is dat die Josephus Petré het petekind is van mijn client ,en,samen met zijn broer Leon ,door de overleden Pylieser als zijn erfgenamen werden erkent. En dat Joseph nu ,door het overlijden van Leon ,ook aangeduid werd als zijn universele erfgenaam. Er staat hem dus , normaal gezien ,een schoon fortuin te wachten..."
" Ha, dat is dan nóg méér goed nieuws voor MIJN cliënt! " deed de advocaat verheugd ,in het vooruitzicht op een smerig spelletje ping-pong. "Den éne zijn dood is den ànder z'n brood hé !" Maar hij bond onmiddellijk in toen hij het ongelukkige gezicht van de notaris zag: " Maar er zit een addertje onder het gras, als ik u goed begrijp..."
" Ja " zuchtte Legein: " En geen klein beetje...Hoe moet ik het zeggen? Die Josephus is van de SS geweest ! Er wordt opnieuw vanuit patriottische kringen geageerd om deze inciviek niet te laten genieten van een fortuin dat door een ware vaderlander als Pylieser eerlijk werd vergaard..."
" Haaaa ? Ware vaderlander ? Eerder een oorlogswoekeraar ,hé ,die héél de bezetting lang vis leverde aan den Duits en er schatrijk mee werd ! Zo "eerlijk" is dat niet ,hé !... En gij gaat zijn petekind Petré dus dààrvoor onterven ? Met welk wettelijk argument, alstublieft! ?"
" Wel, de gelukkige erfgenaam zou verantwoordelijk geweest zijn voor de dood van de erflater ,z'n peter...Door de initiële valse naamdracht van de verdachte is dat niet eerder aan het licht gekomen...En zoals u weet vervalt in dergelijk geval de erfenis aan de Staat..."
" Als ,primo ,hij al schuld zou hebben aan die verdrinking ,hé ,en segundo ,zijn schuld bewezen is, wel te verstaan! "viel Florizone in: " Maar ik heb de betrokkene persoon in zijn twee dossiers bijgestaan, zowel onder de naam van de landloper Peters als làter onder de naam van de SS-er Petré. En ik kan u verzekeren dat destijds ook vanuit dezelfde patriottische hoek geageerd werd om de zaak 'Peters-Pylieser' een stille dood te doen sterven! Wie deze zaak nu wil héropenen - Madam Rachel Coulier ,om haar niet te noemen - een wraakzuchtig slachtoffer van de Nazies ,maar naar het schijnt zélf niet heel zuiver op de graat..."
De notaris onderbrak hem kordaat :"Ow-ow Meester ,dàt zeggen van een sukkel die juist uit het Duits kamp bevrijd werd en als mijn secretaresse mijn volste vertrouwen geniet !"
"Mijn nederige verontschuldigingen ,maar de wereld is klein en uw vertrouwensband met Madam Rachel Polak is hier tenlande algemeen gekend: dat zijn voor de rest mijn zaken niet. Maar ge weet toch ,meneer de notaris ,dat uw blanke maagd Rachel Coulier in '40 rap-rap met een uit Duitsland gevluchte juwelier is getrouwd - een zekere Polak - een vette jood op de koop toe !? Een schijnhuwelijk voor véél centen waarmee die jood onwettig onze nationaliteit kocht ?! En dat die Schone Madam hem ,een paar maanden later op 10 mei ,via-via ,stoemelings aan de Staatsveiligheid heeft aangegeven als een Duitse spion ,om er vanaf te zijn ? Met als gevolg dat dien mens in een concentratiekamp is gevlogen en madam héél zijn juwelenstock op haar bil heeft geslagen ! Waardoor ,O ironie ,ook zijzélf drie jaar làter in een KZ-lager belandde ,met dàt verschil dat hij er niét uit is teruggekeerd en zij wél ! Dàt bedoelde ik met niet-zuiver-op-de-graat ! Wilt ge dààrmee naar den oorlog gaan en onrechtstreeks de goede reputatie van een grote patriot ondergraven ? Met haar eventuele klacht is niémand gediend ,zijzélf niet ,de erfgenamen van Pylieser niet ,en zéker niet de voornoemde "Patriottische Kringen ! Een modderproces met hààr als tegenpartij is voor élke jonge advocaat zoals Bibi 'Gefundenes Fressen' ,en zal opnieuw op veel ‘Weerstand’ botsen, om dat modewoord nog eens te misbruiken hé! ” Met een grimas pauzeerde Florizone even om zijn leuke woordspeling te laten bezinken. Vergeefs... Hij zuchtte mistroostig en vervolgde.
“Daarbij heb ik altijd de indruk gehad dat de twee medebetrokken getuigen in deze verdrinkingszaak destijds niet helemaal vrijuit gingen. En dat ze vooral deze onbekende landloper wilden belasten met de dood van Pylieser om zélf buiten schot te blijven ! Een gerespecteerde veldwachter van een klein dorp én een hardwerkende middenstander nù - zijdelings en tegen hun wil - in een nutteloos nieuw proces betrekken zal niét van een leien dak lopen ! Geloof mij ,meneer de notaris ,mijn cliënt voor een erfeniskwestie opnieuw van een soort vadermoord beschuldigen zal op een fiasco uitlopen, garantie! "
De jonge notaris leek wél wat onder de indruk van dit onverwachte pleidooi en zuchtte :
" Ik wéét het, Meester, ik wéét het! Zoals in mijn aanvang gezegd zou ik niets liever willen dan dat dossier dringend af te werken en Joseph Petré zijn erfdeel te geven... Maar de tegenpartij - Madame Polak zogezegd - zwaait met die zogezegde "vadermoord" om heel de transactie te kelderen ! En ik kan haar begrijpen Meester ,wat gij allemaal ook zo onvriendelijk over mijn persoonlijke betrokkenheid moge suggereren ! Wij zullen dus ergens tot een Salomonsoordeel moeten komen waarmee alle partijen zich discreet akkoord kunnen verklaren ,en dit fortuin niet aan de staat vervalt. Wij beiden staan alletwee aan het begin van onze carrière en kunnen een mismeesterd dossier missen als de pest...Daarom doe ik beroep op u tot wat soepelheid...Maar ik moet er vooraf bij zeggen dat - voor zover ik weet - de betrokkene Petré nog niét op de hoogte is van deze eventuele erfenis, en dat het voor onze zaak van het allerhoogste belang is dat hij zo lang mogelijk onwetend blijft...Wie niks verwacht ,kan niks verliezen"...
Als verdoken 'hint' moeilijk te negeren.
Florizone moest inwendig lachen om de bocht van de notaris ,maar knikte begrijpend en hoorde de kassa rinkelen...
In de refter van de gevangenis zat Nancy duidelijk verslagen op hem te wachten.
" Wat is 't ? Gaat onze reis naar Zuid-Amerika niet door ?"
" O, toch wel...Jetje heeft getekend voor akkoord, en ik heb het dossier gisteren volledig kunnen binnenbrengen op het stadhuis... Dat is voor 't ogenblik geen probleem... Maar hierzie: dat is mijn laatste brief van 15 juli aan Roger die ik heb teruggekregen van het Legioen... Ongeopend, zoals ge ziet, en met een zware stempel op: "INCONNU AU RéGIMENT"... Wat zou dat kunnen betekenen ?"
Joseph draaide de gesloten omslag peinzend om en om vooraleer hij iets durfde te zeggen: " Luistert Nancy, moést hij dood zijn - wat gij schijnbaar vreest maar ik niét verwacht, hem kennende - dan zouden ze minstens een bericht laten, of hiér een stempel op slaan in de aard van "Tombé pour la France"... Eerlijk gezegd denk ik eerder dat hij er vanonder is gemuisd... Gedeserteerd hé... Het feit dat ze doen alsof ze hem niet kennen, wijst volgens mij op een oneervol ontslag... een sluikse schrapping uit de registers van het Legioen... Zo van: die smeerlap kénnen wij hier niet !... Ja-ja meisje, uw schone vrijer is daar gaan lopen, zijt maar gerust !... Wij weten natuurlijk niet in wélke toestand, maar gesneuveld als legionair is hij in elk geval niét ! "
Nancy glimlachte opgelucht: " Ik wist het ! Diep in mijn hart kon ik niet geloven dat hij zo in éénkeer dood gevallen was ! "
" Heeft hij dan nooit laten verstaan dat hij zijn vijf jaar bij het Legioen niet zou uitdoen ?"
" Toch wel ! Vanals er sprake was van te emigreren met de Oostendse vissers naar Zuid-Amerika, heb ik uit vanalles verstaan dat hij zo rap als mogelijk wilde méégaan met die vloot...Maar open en bloot kon hij dat vaneigens niet zeggen voor de censuur op de brieven, want dan zouden ze hem teveel in 't oog houden.. .Uw woorden zijn voor mij in elk geval een grote opluchting ! Mensen toch, Joseph, moest ge hier niet zitten, ik trok u eens goed tegen mijne gilée ! " Maar toen ze zag wat een rode kop hij plots kreeg, begreep ze direct dat ze bij deze gefrustreerde knaap op haar woorden moest passen.
Daarom vervolgde ze neutraal: " Ik vond het al raar dat ik twee pakjes foto's van de 'Ciné-Revue', die ik hem regelmatig opstuur om hem warm te houden, vorige week al terugkreeg met de vermelding "Adresse incomplète"... Dat was nog nooit gebeurd ! Terwijl ik op de omslag toch geen fout geschreven had... Hier zie, ik heb het bij... " En ze haalde een verkreukelde bruine enveloppe vol stempels en postzegels uit haar handtas.
Joseph voelde de heimelijke spanning stijgen, maar deed of hij de zaak van dichterbij bestudeerde.
" Zie maar vanbinnen: er zit niks privé bij..." moedigde ze hem aan :" Enkel wat schoon vrouwvolk in badkostuum... Die bijten niet ! "
En inderdaad: toen hij de opgevouwen bladen met een zestal sepia foto's gladstreek kreeg hij nog een rodere kop...Weliswaar onbekende 'starlets', die er echter àlles aan deden om niet langer onbekend te blijven...En duidelijk hun best deden in provocerende poses Betty Grable na te apen. Maar de beruchte originele pin-up foto van de Amerikaanse filmartieste, waar deze in spannend wit badpak plagerig over haar schouder lonkte, konden ze moeilijk evenaren...
" Houdt gij ze maar, " fluisterde Nancy vertrouwelijk: " Dan vergeet gij bij gelegenheid niet hoe een schoon vrouwmens er uit ziet hé..."
" Och, " flapte hij er manmoedig uit: " Ik heb maar goed naar u te zien om 's nachts mijn geheugen wat op te frissen, weet ge ! "
Ze scheen blijkbaar zoiets te verwachten, want ze haakte schertsend in: " Ha, ge zoudt liever een foto van míj hebben in badkostuum ! Gijsse vuile pitoe ! Begint al met voorlopig die meisjes onder uw kopkussen te leggen, en laat mij nog wat rustig slapen ! Ik zal zien wat ik kan doen voor meneer ! "
In de infirmerie sijpelde af en toe nog ànder nieuws binnen van de buitenwereld. Dat Ward Hermans veroordeeld was tot levenslang kon Joseph niet deren. Dat kopstuk bij de Vlaamse SS-leiding had met zijn pro-Duitse propaganda genoeg leed gebracht bij goedgelovige zielen, en mocht al van geluk spreken dat ze hem niet tegen de muur hadden gezet !
De saga van het joodse emigrantenschip 'Exodus 47' had een week lang heel tegenstrijdige gevoelens losgeweekt, zelfs nu het eindelijk door de Navy voor de kust van Palestina werd gepraaid. Even moest Joseph aan zijn oude vriend Arthur Birnbaum terugdenken, die vast ergens bij deze mensensmokkel betrokken was, en vond het voor hem wel triest dat die zaak op de klippen was gelopen...Ook de meeste medegevangenen hadden liever gehad dat die illegale joodse immigratiestunt gelukt ware ,want "dan zijn wij er hiér van verlost" !
Door de algemene anti-britse sfeer onder de gevangenen verkneukelden zij zich om iedere brand in het Gemenebest waarbij de Engelsen op hun kop kregen. Ook de bloedige burgeroorlog, die na de onafhankelijkheid van Brits Indië daar was losgebarsten, zou Joseph gewoon als een ver-van-mijn-bed-show hebben afgedaan, ware het niet dat dit misschien uitlopers zou krijgen naar het buurland Indochina van Penny en Leon...Want Nancy mocht hem nu wel betrekken bij de liefdesperikelen van haar wispelturige vrijer, van zijn broer was er óók al een hele tijd geen sprake meer geweest...Niet dat hij daar wakker van lag, maar tóch! Als de Leon al samen met Penny gedeserteerd was, bleef dat toch een hachelijke onderneming...
Een paar dagen later kreeg zijn wrevel een nieuwe opstoot toen de verpleger hem met de postbedeling een aan hem geadresseerde ansichtkaart gaf in exotische kleuren. 'Palais Gouvernemental de BANGKOK' stond op de foto, maar de postzegels waren er door één of andere verzamelaar afgeweekt, zodat hij geen idee kreeg wanneer en van wààr die mogelijk was verstuurd. Een tekst met de gebruikelijke 'groetjes' of de naam van de afzender ontbraken evenzeer...Niets... Al kon hij natuurlijk wel uit het handschrift afleiden dat Penny daar achter zat. Maar van Leon ontbrak weer elk spoor...
Bangkok, dat lag in Siam, wist hij, vlak nààst het Franse Indochina. In elk geval buiten de Franse invloedssfeer...Dus als de deserteurs al gezond en wel tot dààr geraakt waren, zaten ze voorlopig veilig...
Aan Jetje kon hij die kaart beter niét laten zien want die zou er nog minder van begrijpen en haar onrust over Leon nog vergroten.
Maar ze wist hem wel bemoedigend nieuws te geven over zijn abri. Tijdens de eerste stormen uit het westen was er veel stuifzand van de duinkam op de geplande werf gewaaid en stonden de werken voorlopig op een laag pitje. De aannemer had er, bij het afbranden van Josephs barak, geen rekening mee gehouden dat daar, door deze nieuwe opening in de duinenrij, een natuurlijk 'trekgat' naar de Bassevillestraat zou ontstaan, die heel de achterliggende duinkam in beweging dreigde te zetten. De man had sindsdien daarboven een houten schutting geplaatst, maar véél scheen dat niet te helpen. Want terwijl er rechts van de abri een hele hoop zand was opgewaaid, had de wind er aan de linkerkant een diepe sleuf uitgeschuurd...Een héél diepe sleuf, benadrukte zij...
" Wie weet wat de strandjutters daar nog allemaal gaan vinden..." viste Jetje dubbelzinnig. Maar Joseph gaf geen krimp en glimlachte enkel wat onnozel mee.
Ze gooide het dan maar over een andere boeg en begon over Steiner. Ze had die nog maar eens verwittigd voor het gevaar van dat mosterdgas bij het opblazen van de abri, maar die zot had haar bezorgdheid weer weggehoond. Doch de bomtrechter achter de 'Lekkerbek' stond momenteel nog altijd vér droog, zodat die vliegende zot geblokkeerd zat om aan de abri verder te werken met zijn geplande "Wassersprengung"...
" En hoe staat het met mijn papieren ?"
Jetje vertelde nogal koeltjes dat 'die Nancy’ een week geleden persoonlijk de 'borgstelling' was komen halen om zijn emigratiedossier te vervolledigen :"Ge hebt toch geen oogje op dat mens, hé jongen ?...Oppassen hé...Die zit al lang niet meer op de terugkeer van haar vrijer te wachten, weet ge! ...Ik kan haar natuurlijk geen ongelijk geven, want - dat heeft ze mij zélf verteld - die Charel is in de laatste zes jaar dat hij in de vreemde zat, maar twéé keer van het Oostfront bij haar op verlof gekomen...Begrijpelijk dat ze haar brood bij een àndere bakker is gaan halen, maar tóch...En zeggen dat ze voor die vent nog een jaar geïnterneerd heeft gezeten, als lief van een SS-er nog wel ! Maar ik hoorde dat ze sindsdien deeltijds werkt als receptioniste van 'Hotel Imperial', en 's nachts waarschijnlijk niet altijd alleen slaapt, al mag ik dat niet zeggen..."
" Wij zijn allemaal meerderjarig, hé Jetje ! " zei hij kortaf.
Zo wist ze genoeg. Al mocht ze zélf op dat gebied ook niet klagen, maar dat hield ze liever voor zichzelf. Want voor één of andere reden had Rachel ruzie gekregen met haar notaris en was de laatste week weer druk aan het aanpappen bij haar vroegere hartsvriendin...Over een ontruiming van haar oude kamer, als mogelijke toekomstige logies voor 'die fascist' , werd wijselijk niet meer gesproken...
Florizone had zijn huiswerk naar behoren gemaakt. Hij had tweemaal met Legein overlegd en zoete broodjes gaan bakken bij Rachel in Nieuwpoort-Bad en kon nu zijn definitief compromisvoorstel aan de notaris voorleggen.
" Kijk, in feite is het simpel. Madam Rachel Polak-Coulier dreigt uit wrok 'die fascist' te laten onterven ten voordele van de Staat. Om dat te ontkrachten, moeten we er over waken dat Petré geen goederen erft die door de Staat zouden kunnen aangeslagen worden. En anderzijds moeten we er voor zorgen dat deze dame zélf genoeg binnenhaalt om van haar plan af te zien. U ,meneer de notaris ,zijt goed geplasseerd om haar wrevel alvast wat wèg te masseren..Over de vijf huizen in de Langestraat, waar gij een zware hypotheek op hebt lopen, zullen wij voorlopig best niet spreken. Làter kan daar altijd nog een bijkomende onderhandse regeling voor getroffen worden, hé...
De notaris knikte wel, maar duidelijk gereserveerd.
" Nu: van Pyliesers rederij bezit gij reeds éénderde van de aandelen, en ook dàt blijft onveranderd...De resterende tweederden van de aandelen zouden naar de twee vrouwen gaan: Madam Coulier is akkoord om, met veertig procent van Pylieser zijn aandelen plus de functie van zaakvoerder van de rederij, haar kak in te slikken...De resterende zestig procent van Pyliesers aandelen zouden dan naar Georgette Neuville gaan.. Jetje ,zogezegd...Wat vindt ge daarvan ?"
"Die Neuville zal nogal een gat in de lucht springen, zég...En ik hoor u niets zeggen van Petré ? Die zou dan helemaal gepluimd worden ?"
" Wacht-wacht, het is nog niet gedaan ! Ge moet weten dat Petré wil emigreren naar Zuid-Amerika en een borg moest aanwijzen. Georgette Neuville - z'n "tante Jetje" zogenaamd - is akkoord om dat te tekenen. En in het kader van deze borgstelling 'met lasten en lusten' heeft hij deze vrouw aangeduid als enige begunstigde van al zijn achtergelaten bezittingen. Dat is, voor zover hijzelf én Neuville goed weten, een totaal lege doos, aangezien hij voor het ogenblik nog geen nagel heeft om aan zijn gat te krabben, en ze in de onwetendheid verkeren van Pyliesers nalatenschap...Zoals de zaken nù staan zou Neuville dus, volgens de borgstelling, enkel lùcht erven, moest Petré nù overlijden. Maar moest in tegendeel het originele testament van Pylieser gekend geraken én nù uitgevoerd worden, zou Petré dus Pyliesers complete fortuin erven ! En door die wettelijke borgstelling bij zijn vertrek àlles nalaten aan Neuville!"
" Akkoord...",zei de notaris geïnteresseerd :" Samengevat: volgens uw nieuw voorstel zal Georgette Neuville slechts een deel van Pyliesers fortuin krijgen...Al scheurt ze er nog altijd haar broek niet aan, gezien ze nooit iets had verwacht...Madame Rachel Coulier krijgt plots ook een rijkelijke beloning voor haar toegeeflijkheid, méér dan ze ooit had kunnen dromen... Dus dàt ziet er goed uit...voor haar. Maar hoe zit dat nù met Petré Joseph ? Normaal zou die héél het fortuin van Pylieser moeten krijgen, maar na uw voorgestelde verdeling blijft er niets meer voor hem over ! "
"Dat klopt! Zo kan de Staat van hem ook niets onteigenen als gevolg van zijn zogenaamde vadermoord, moest daar ooit tóch een proces van komen. Maar in mijn ontwerp is wél een opschortende voorwaarde ingebouwd ! ...Namelijk dat beide vrouwen, die in feite met zijn erfenis gaan lopen, hem levenslang een maandelijkse toelage uitbetalen waarvan hij ruimschoots kan rentenieren..Bij voorbeeld elk twee à drie Britse goudponden...Dat is zéér goed betaald om niks te doen, én inflatievast ! ..."
" Als die jonge man dàt maar slikt ! "
" Kijk notaris, dàt is ùw taak ! Ik stel voor dat u hem kort voor zijn vrijlating een vage uitnodiging stuurt tot een onderhoud in verband met de nalatenschap van zijn peter Gerard Pylieser. Ik zal hem die in de gevangenis wel overhandigen en hem meteen verwittigen zich daar niet te veel bij voor te stellen. En ik zal hem twee redenen voorleggen. Ten eerste dat Pylieser kreunde onder de hypotheken die verder moeten afbetaald worden of door de verstrekker terug geëist kunnen worden, zonder evenwel uw naam te noemen...En dat zijn tante Jetje door haar borgstelling deze schulden op haar boterham zou kunnen krijgen na zijn emigratie..."
" Dat is inderdaad zo." bevestigde Legein.
" Ja ! En ten tweede, dat het proces wegens de verdrinking van Pylieser wel in de vergeetput geraakte, maar nà Petré's vrijlating weer boven water gehaald kan worden. Ik zal hem uitleggen dat hij riskeert, na een veroordeling bij verstek, toch alles aan de Staat te verliezen wegens deze zogenaamde 'Vadermoord'..."
De notaris knikte goedkeurend: " Dat alles is niet eens erg gelogen, al wil ik absoluut niet vernoemd worden als verstrekker van deze hypotheken hé ! ...En dàn ?"
" Dan zal ik hem voorstellen tegen een stevige maandelijkse toelage aan de erfenis van de heer Pylieser te verzaken ten voordele van zijn tante Jetje...Over de andere begunstigden zal ik voorlopig zwijgen: dat interesseert hem toch niet ! "
" Laat ons het hopen ! ” bromde de notaris die plots aan zijn bezoeker Van de Casteele dacht: ”En dàn ?"
" Dan stuur ik u de rekening voor mijn ereloon ! "
Zoals ze Joseph had beloofd, na zijn toezegging om eventueel mee te emigreren naar de Vlaamse vissersbasis in Zuid-Amerika, had Nancy er duidelijk geen gras over laten groeien. Daar zat ze dan te stralen in de refter bij haar volgende bezoek aan het 'Pandreitje', compleet tevreden met zichzelf. Ze viel dan ook direct met de deur in huis en spreidde drie documenten vóór hem op tafel.
" Hier, die papieren moet ge laten invullen door de directie van het gevang...Eerst en vooral een medisch attest dat ge gezond zijt en geen besmettelijke ziektes daar mee naar binnen gaat brengen. Ze noemen er hier een hele reeks op, waarvan ik enkel longtuberculose en syfilis heb onthouden die voor een soldaat lijk gij écht van belang zouden kunnen zijn..."
" Zeg, madam, bedankt voor het vertrouwen hé ! "
" Jongen, ge moet mij geen blaaskes wijsmaken hé ! Door de vertelsels van Roger heb ik nogal een helder zicht hoe het daar in Rusland in zijn werk ging, weet ge ! Die bordelen in de rustkantonnementen achter het front kont ge toch niet van de properste noemen hé ! Naarvolgens ik gehoord heb stonden ze daar bij die grieten aan te schuiven, elkeen voor zijn tien minuten vogelen, en hop, gedaan ! Op zo'n manier moét ge wel iets opscharrelen ! "
" Misschien, al werden die meisjes streng door de Duitse diensten gekeurd vooraleer ze in zo'n tent aan het werk werden gezet....En veel tijd om besmet te geraken kregen ze niet, want alle twee drie dagen werden ze aan de lopende band vervangen..." Wat er nadien met die vrouwen gebeurde, had hij ook maar van horen zeggen: daar wijdde hij liever niet over uit...
" Ik weet ook wel dat ze in het leger straffe medicamenten gaven aan diegene die het wél aan zijn pietje kreeg, maar tóch..."
" Bon ! " kapte hij, en wou er juist jolig de slogan aan toevoegen "Alles kits achter de rits". Maar schakelde dan deftig over op :" Ge kunt gerust zijn: onder de gordel is bij Bibi alles okée ! Als ze tenminste mijn voeten niet gaan tellen..."
Ze glimlachte wat gemaakt: " Dat is waarschijnlijk niet besmettelijk, want van amputaties staat in elk geval niets op de lijst...Enfin, in uw infirmerie ziet ge de doktoor toch iedere dag: die kan dat papier gemakkelijk tekenen. Dan zijn we dààr al vanaf ! ...Dan hebt ge hier.. een verklaring die gijzélf moet tekenen dat ge ginder bij de plaatselijke overheden nooit beroep zult doen op dóp of àndere sociale hulp. Dat is niet moeilijk, want in geval van nood wordt ge automatisch opgevangen door onze eigen sociale dienst...En dan tot slot is dit hier een verklaring van borgstelling...Er moet hier in België iemand borg voor u staan - 'in lasten en lusten' zoals dat heet...Niet alleen om op te draaien voor de schulden die ge bij uw vertrek eventueel zoudt nalaten, maar die mens moet ook gerechtigd zijn om uw persoonlijke tegoeden te beheren ten opzichte van de fiscus...Da's natuurlijk ver gezocht, want zoveel huizen en goederen zult ge wel niet bezitten, veronderstel ik..."
" Mijn abri toch, hé ! Al brengt die voor het ogenblik nog niet veel op ! "
Ze schoten beiden in een lach, maar Joseph haakte onmiddellijk in: " En met mijn schulden zal dat ook wel meevallen...Al vraag ik mij toch af wié er voor mij borg zal willen staan...Gij misschien ?"
" Dat gaat niet, want ik vertrek immers ook: het moet iemand zijn die hier achterblijft...Mijn borg is mijn pa, maar gij hébt zo geen familie meer, zei Jetje... Ik heb wel weet dat een paar emigranten de advocaat van de groep als borg hebben aangesteld omdat ze die goed kenden...Gij zoudt het misschien aan meester Florizone kunnen vragen, of aan Jetje: da's toch halve familie, heb ik menen te verstaan..."
" Mijn relatie met Florizone is nogal naar de strikt zakelijke kant, de laatste tijd...Maar Jetje, ja, die zal dat misschien wel doen. Al zou ik niet willen dat ze daar ooit last mee zou krijgen, want ze heeft zélf geen nagel om aan haar gat te krabben !"
" Ha, van gat gesproken: ziet ge al een gat in die cursus Spaans dat ik u gegeven heb ? Moeilijk hé ! "
" Integendeel, met de hulp van José, de infirmier van de àndere zaal, ging dat vlot vooruit. Maar de directeur van het gevang heeft laten verstaan dat hij absoluut niet akkoord is dat ik Spaans leer, omdat hij vreest dat ik na mijn vrijlating zal emigreren naar het fascistische Spanje van Franco ! José is bij hem op het matje geroepen en werd verplicht forfait te geven...Ik weet niet wié ons verraden heeft, maar waarschijnlijk een oud lief van José, die vond dat wij te dikwijls bijeen zaten te fezelen. Want in 't begin wíst ik zelfs niet dat José 'zó' was...'t Is pas overlaatst dat hij bij mij 'iets' geprobeerd heeft, maar ik heb hem direct op z'n pollen geklopt en goed laten verstaan dat ik daar niet mee gediend was. Van de weerslag sta ik er nu ook meestal alleen voor om de juiste uitspraak te leren...Maar het is voor de rest goed te doen..."
" Ja, die José, lijk ge zegt...Ik kan mij dat voorstellen: allemaal jonge mannen die al jarenlang dag en nacht met drie-vier bijeen hokken in een cel, dromend van een vrouw, zonder er één bij de hand te hebben...Daar moet een stukske àfgekwijld worden hé ! " Ze lachte met duidelijk vrouwelijk leedvermaak terwijl Joseph wat gegeneerd de schouders ophaalde.
" Zeg man, ge moet dat niet wegsteken, hé! Ik heb óók een jaar in het vrouwenkamp geïnterneerd gezeten, tussen al die geëmotioneerde wijven...Weet ge dat er soms écht blij waren dat er eens een bewaker op hen kroop ! ? Ja, ik versta wat het is, om zo'n lange tijd verstoken te zitten van elk mannelijk contact. Toen de Roger in 't begin aan het Oostfront zat, heb ik ook een héle tijd op mijn kin mogen kloppen ! ..."
Vooraleer het gesprek verder uit de hand liep, wierp Joseph het al rap over een andere boeg: " Ha ja, hoe gaat het feitelijk met de Penny...heu...de Roger ?"
Ze trok een bedenkelijk grimas: " Niet zo erg goed, vrees ik, want het is nu al twee maanden dat ik niets meer van hem gehoord heb. Normaal schrijft hij iedere veertien dagen een kattebelletje met wat onnozelheden, telkens hij in de gevechtspost wordt afgelost en in een dorp op rust ligt. Dikwijls enkel wat plagerige moppen over het wijf dat op dat moment aan zijn lijf ligt te prutsen. Ja, zo is hem ! ...Maar nu al acht weken niks...Akkoord, die stiltes zijn wel méér voorgekomen, en ik zou mij in feite niet ongerust mógen maken. Maar 't ergste is nog dat de kaartjes er ruim een maand over doen om tot bij mij te geraken! In dien tussentijd kan er van alles gebeuren ! ..."
" Luistert, moest er hem iets serieus zijn overkomen, dan had het Legioen u al lang verwittigd ! " loog hij.
Maar ze trapte er niet in: " Allee, zot! Ge weet toch ook dat wie in het 't Frans Legioen wordt opgenomen, eerst zijn familie moet afzweren, hé ! En dan zijn ik nog niet eens met de Roger getrouwd ! Die commandant daar heeft wel iets ànders te doen dan na elke veldslag àl die lieven aan te schrijven ! "
De week daarop was Jetje weer aan de beurt. Met drie krentenbollen in een zakje, zoals gewoonlijk, en wat roddelnieuwtjes uit hun geburen...Maar het enige wat Joseph wilde horen was hoe ver het stond met Steiners plannen om de abri op te blazen...
" Nog nergens, dat ik weet ! Het water dat hij nodig heeft om die bunker mee te vullen moet uit de zee komen en hij krijgt geen toelating om met zijn darmen de Grote baan te kruisen en de tramroute. Ik heb verstaan dat hij op de regens van het najaar rekent om het dan uit de bomtrechter achter de 'Lekkerbek' te pompen, maar voor het ogenblik staat alles daar nog droog. Wat niet wil zeggen dat Steiner voor het ogenblik met zijn duimen staat te draaien: iedere twee-drie weken laat hij een blockhaus in de lucht vliegen in de duinen van de nieuwe kazerne, dichter bij de hoogwaterlijn ! "
" Twee-drie weken ? Dus moest hij vandaag aan de mijne kunnen beginnen, dan is dat daar binnen de veertien dagen opgekuist ?! Jetje verdomme, ik zou iets moeten vinden om die kloot te stoppen hé ! Maar zie mij hier zitten ! Miljaarde-dju ! "
" Wij in de straat zouden ook niet liever hebben dat hij met zijn experimenten een eindje vérder ging spelen ! Maar hij heeft de burgemeester en alle heren van 'Bruggen en Wegen' kunnen overtuigen met zijn vakmanschap dat er absoluut geen schaai zal zijn aan de huizen in de buurt.. En daar staan wij dan hé ! "
" Of ik zou misschien een klacht kunnen indienen dat hij met zijn poten van 'mijn' abri moet blijven, kwestie van hem wat tegen te houden tot na mijn vrijlating...Dat spel staat toch op mijn grond, en ik heb nog nooit een bericht gekregen dat ze die onteigend hebben ! Maar ik weet niet wat zo'n proces zou kunnen kosten, want voor de moment zit ik er niet zo breed meer voor..."
" Voor de moment ? Hebt ge dan later nog zoveel te verwachten, misschien ? Want ik heb gehoord dat ge met die Nancy van plan zijt naar Amerika te trekken...Daar ligt toch geen goudmijn voor 't grijpen hé ?...En moest ge dààr een nieuw leven willen beginnen, wat kan u die stomme abri in uw oude Bassevillestraat dan nog bommen ! Of zit ge soms op iets ànders te broeden ?...Wel, als ge wilt weten wat zo'n proces gaat kosten, zult ge dat aan Florizone moeten vragen hé "
" Kunt gíj hem dat niet vragen ? Want - ik weet niet waaróm - onze relatie is voor één of andere reden nogal bekoeld, ziet ge...Misschien is de waarde van zijn twee goudstukken, die ik als ereloon betaalde, weer wat verder gezakt, maar daar kan ik niets aan doen...Hij had ze maar eerder moeten verlappen."
Jetje dacht even na: " Weet ge wàt ? Ik zal het hem vragen of hij daar een mogelijkheid in ziet...En moesten de kosten meevallen, dan kunnen de geburen misschien een centje bijdragen...Die hebben er tenslotte óók belang bij dat hun huis geen barsten oploopt als dat spel ontploft!"
" Barsten, tot dààr toe...Maar ik vrees dat de kelder van die abri vol met verroeste obussen van dat speciaal mosterdgas steekt ! En als Steiner die boel met water in de lucht laat vliegen, is misschien het halve dorp vergiftigd ! Zegt dàt maar aan de mensen ! "
Even liet hij zwijgend dit rampscénario doordringen.
" En dan is er nóg iets wat ik u wil vragen...Ge weet waarschijnlijk dat ik erover denk na mijn vrijlating uit te wijken naar Zuid-Amerika. Nancy is met de papieren bezig, en dat zal binnenkort wel in orde komen. Maar er is één ding dat nog wringt: ik moet een borg opgeven die garant staat om mijn schulden te betalen die zouden opduiken nà mijn vertrek. Voor zover ik weet, moét ik aan niemand geld, dus is dat meer een formaliteit...Probleem is, dat ik geen familie meer heb om dat aan te vragen..."
"En dus hebt ge aan uw Tante Jetje gedacht, zeker ? Ik voel u al afkomen op uw klompen ! Ik zou vereerd moeten zijn dat ge mij daarvoor uitkiest, maar jammer genoeg heb ik geen rotte frank opzij staan voor dergelijke gevallen ! Het zal dus voor een àndere keer moeten zijn..."
" Tante Jetje, er is géén àndere keer ! En ik verzeker u dat ge voor mij nooit een cent zult moeten betalen ! Het is zelfs mogelijk dat ik, vóór mijn vertrek, ruim voldoende kapitaal kan vergaren om bij u een reserve achter te laten..."
" Ja vent :dromen staat vrij ! Voldoende kapitaal ? Als gij hoopt dat die Duitse mamzelle u die juwelenstock van Rachel zal terugbezorgen, gelooft gij zeker nog in Sinterklaas...Ik heb dat mens ten andere van de zomer niet meer weergezien !"
Joseph haalde geringschattend de schouders op. Maar Jetje gaf niet op.
" Neen ? Is het dàt niet ?...Dan heeft het iets met de abri te maken ! Daar rond zit iets verdoken: zo zeker als één en één twéé is ! Ik zijn niet op mijn kop gevallen, hé makker ! Waarom zit ge er anders zo mee in, dat de Steiner die vóór uw vrijlating zou laten springen ?! Of dat het duin die hoek van uwen grond iedere dag een beetje meer onderwaait ?!...Ge wilt die vent vóór zijn, tegen dat hij al dat zand daar rond de abri met zijn kraan weg graaft ! Joseph, een blinde ziét dat ge met een ei zit ,ventje ! "
" Neen, Jetje, ge zit er naast: zo is het niet... Maar ik verzeker u op mijn erewoord dat ge aan die borgstelling nooit uw broek gaat scheuren. Er staat hier ten andere een clausule in, dat ge mij na mijn vertrek 'in rechte vervangt voor lasten en lusten'. Dat wil zeggen: de bluts met de buil. Moest er mij, na mijn vertrek, nog iets toevallen, dan moogt gij dat op uwen bil slaan...En wie weet: misschien krijgt die Duitse Erika wel wroeging en brengt ze die juwelen met een beetje chance wel achter mijn gat terug ! "
Jetje lachte wat zuur: " Ik zal er eens een weekje over nadenken...Al versta ik nog altijd niet waarom ge na uw vrijlating opeens zover wegtrekt...Naar Zuid-Amerika verdomme ! En dan nog met die Nancy ! Terwijl ge toch op uw gemak bij mij zoudt kunnen logeren in afwachting van in de streek nieuw werk te vinden. Ik héb u dat al aangeboden: nu Rachel weg is, heb ik plaats zàt in huis..."
" En als ze terugkomt, zit ik op een schopstoel ! "
" Neen, die komt niet meer terug...Enkel op visite de zondag na de mis. Maar dan kunt ge altijd wat in café ‘Lekkerbek’ blijven plakken tot ze weer weg is. Al begrijp ik uw schrik niet goed: dat mens gaat u toch niet opeten hé ! "
Opeten misschien niét. Maar zijn bloed kon ze wél drinken ! Sinds Jetje haar verwittigd had dat ze volgens Joseph nooit rechten kon laten gelden op de juwelenstock van haar jood Polak, broedde ze op wraak. Ze zou kost wat kost die manke fascist zijn tweede poot uitdraaien ! En nu haar ‘vriend’ Marcel-de-notaris aanstalten maakte om die vuile oorlogsmisdadiger de erfenis van Pylieser toe te spelen, besloot zij tot het uiterste te gaan.
Ze had lang genoeg met de oude Legein meegewerkt om zo langzamerhand de klappen van de zweep te kennen. Letterlijk en figuurlijk. Of om het met betrekking tot zijn zoon Marcel minder goedkoop uit te drukken: de vuile knepen van het vak. En die wilde ze, op een late zomeravond in haar appartement-met-volle-zicht-op-zee, toch even uittesten op haar minnaar.
Ze sloeg de krant dicht: " Tiens, ik heb ergens gelezen dat een moordenaar niet kan erven van zijn slachtoffer...Klopt dat ?"
Marcel keek verwonderd op: " Ja, natuurlijk...Een veroordeelde mag nooit voordeel halen uit zijn misdaad, dat is een basis van het strafrecht...Waarom vraagt ge dat ?" En toen ze niet direct antwoordde, zei hij al gekkend:" Gaat ge mij vermoorden misschien ? Ik verwittig u dat ik alles nalaat aan 't klooster van de Arme Klaren. Van mijn dood gaat ge niet rijker worden..."
Maar Rachel was al opgestaan en zette de radio aan.
Een paar dagen later loste ze een tweede schot voor de boeg.
" Ge weet toch dat Joseph Petré er, na zijn terugkeer uit Duitsland, in het begin van verdacht werd die avond Pylieser versmoord te hebben in die bomtrechter van de Bassevillestraat ?..."
" Nee, ge zijt mis: dat was een landloper, en daar is nadien niets meer van gehoord..."
" Nee sukkelaar, GIJ zijt mis ! Die zogenaamde landloper was wel degelijk Joseph Petré, maar hij gaf bij zijn aanhouding een valse naam op. En als ge er nadien niets meer van gehoord hebt, is 't omdat de Weerstand die moord in de doofpot heeft laten steken ! Want op het proces kon de naam van hun held Pylieser wel eens door het slijk worden gesleurd, hé ?...En moest ge mij soms niet geloven, vraagt het dan aan meester Florizone: die zat mee in het complot..."
Het derde schot, een week later, was een dodelijke voltreffer, toen Rachel langs haar neus weg vroeg of hij al met Florizone gesproken had.
Marcel liet enkel een gebrom horen.
" Dus als ik het goed begrijp kan Joseph, de moordenaar van Pylieser, niét van hem erven ?"
" 't Is niet bewezen dat Joseph hem verzoop hé ! De garde en Steiner waren er ook bij betrokken ! "
" Dat kan een lang proces worden, inderdaad ! Maar als iedereen in dezelfde zin ons Joske beschuldigt, dan heeft hij het spek aan z'n been ! En dan gaat de nalatenschap van Pylieser naar de Staat hé ?! Niet alleen de rederij, maar ook de vijf huizen in de Langestraat die gij op uwen bil wilt slaan..."
Marcel staarde haar met open mond aan: " Wat wilt ge daarmee nu zeggen ? Er is niemand die dat weet ,van die huizen ! "
Rachel lachte gemeen: " Maar sukkelaar, IK weet het ! En IK zou mij wel eens kunnen verspreken hé ! Want ik wil niet dat die fascist, die in den oorlog eerst mijn juwelen heeft scheef geslagen, ook nog eens met het fortuin van Pylieser gaat lopen ! Dan nog liever de Staat ! Neen, wat ik wil zeggen is dat ge best wat naar mama zoudt luisteren vooraleer lijk een zot rap uw kop door te drijven ! ...Als ge naar Joseph laat weten dat hij kan erven, riskeert ge iedereen in het ongeluk te storten ! Ik, akkoord, maar in de eerste plaats gijzelf ! En ook Florizone, die heel die combine met die zogenaamde landloper op poten heeft gezet ! Om nog niet te spreken van de Weerstand die de moord op Pylieser in de doofpot heeft willen steken ! ...Dus gaat mijn zoeteke eerst eens braaf met Florizone spreken, hé, vooraleer zijn kop in de strop te steken, verstaan ?!"
De vrouwen bezorgden Florizone nog drukke dagen. Eerst vroeg Jetje hem raad welk risico zij kon lopen als zij de borgstelling van Joseph zou tekenen. Waarop de advocaat Joseph polste over zijn eventuele geldelijke verantwoordelijkheid voor het kind van Erika.
Joseph toonde hem Erika's brief: " Volgens mij ontheft zij mij van elke verplichting tegenover die kleine. Tegenover haar heb ik geen enkele schuld meer..."
Florizone streek eens nadenkend over zijn jeugdig baardje.
" Maar hoe zit dat met die doos 'Schmuck', die juwelen waarvan zij hier spreekt ? Dat moet nogal een waardevol cadeau geweest zijn, als zij dat beschouwt als een 'afkoopsom' voor de opvoeding van haar kind, hé...Ik kan mij voor alle zekerheid natuurlijk rechtstreeks tot deze dame richten om daar het fijne van te weten, maar dan duurt het misschien te lang, hé..."
" Meester, daar kan ik u niets méér over zeggen !"
De advocaat fronste even verrast de wenkbrauwen, maar sloeg onmiddellijk terug: " Meneer Petré, in dat geval heb ik ook niets meer te zeggen. Ik zal dus mijn klant afraden de borgbrief in kwestie te tekenen ! "
En terwijl hij langzaam zijn dossier dicht knoopte keken ze elkaar schattend aan als twee gladiatoren. Tot Joseph het opgaf: " Dat is een héél lang verhaal, weet ge, meester, en doet in feite niets ter zake..."
Toen hij zijn gekuiste versie van Rachels juwelendiefstal had afgehaspeld, bleef Florizone even demonstratief in gedachten verzonken.
" Ja, het onderzoek naar de rechtmatige eigenaar van deze schat wordt een ingewikkelde klus. Maar die Duitse Erika kunnen we alvast schrappen. Madam Coulier, die met de jood Polak getrouwd was, staat er tamelijk goed voor, alhoewel...Uw tante Jetje heeft die juwelen in 't jaar '43, al dan niet met de toestemming van de aangehouden Rachel Coulier, aan de Duitser Jupp Deutinger gegéven om bij de Gestapo haar vrijlating af te kopen. Na de mislukking van deze trieste corruptie heeft deze Duitser de juwelen achtergehouden en het betwistbare eigendomsrecht later aan u doorverkocht. Dat stinkt al naar heling. En vooraleer gij van dit gestolen goed bezit kunt nemen, 'recupereert' - om niet te zeggen 'steelt' - die Erika de buit terùg en verdwijnt er weer mee naar Keulen...Dat is het type voorbeeld van "De Bedrieger Bedrogen", als ge het mij vraagt ! ...In het kader van de borgstelling, die gij uw Tante Jetje wilt laten tekenen, moet ze niet op deze juwelen rekenen om uw eventuele schulden te vergoeden, dàt is zeker ! ...Maar zij liet mij verstaan dat gij nog àndere waardevolle zaken rond de abri had verborgen, die ge na uw vrijlating zoudt kunnen opdelven, en waarmee gij haar borgstelling zoudt kunnen dekken...Ja ?..."
Verdomme, hier moest hij opletten wat hij vertelde ! Het flitste door zijn hoofd dat hij over Jupps munten moest zwijgen als vermoord. Maar aangezien hij met de juwelenstock van Polak min of meer op veilig speelde, flapte hij verontwaardigd uit: "Aan die wijven kunt ge nu tocht eens niéts toevertrouwen ! "
Florizone knikte zelfvoldaan: ' Kijk, gij zijt dus potentieel een vermogend man...Of de juwelen die gij gaat opdelven ook eerlijk uw eigendom zijn, laat ik klaar en duidelijk gezegd in het midden...Ik wil wél Jetje als borg laten tekenen voor uw eventuele schulden, op voorwaarde dat zij àlles mag recupereren wat gij na uw vertrek nog zoudt achterlaten. En ik raad u aan er voor te zorgen dat er inderdaad wat voor haar achterblijft dat de moeite waard is, zodat ze door haar goed hart haar broek niet scheurt hé! Als gebaar van mijn kant, en op basis van uw emigratiedossier, zal ik een verzoek indienen opdat gij wat vervroegd zoudt vrijkomen...Zo is iedereen content... Akkoord, meneer Petré ?"
De naam van zijn vreemde bezoeker zei hem totaal niks:" Van de Casteele Jean-Paul, Fiduciair Agent" ?...En de notariszoon Legein kon zweren dat hij die man nog nooit van zijn leven had ontmoet. Juist daarom stootte dat samenzweerderig air van zijn klant hem zo tegen de borst. Die was er duidelijk op uit hem in één of andere louche zaak te betrekken en daar had Marcel zo langzamerhand zijn buik van vol ! Z'n vader had hem al genoeg rotte vis nagelaten in zijn onafgewerkte dossiers !
" Meneer de Notaris, sta mij eerst toe u mijn innige deelneming te betuigen voor het afsterven van uw vader.."
" Dank u, meneer...heu...Van de Casteele, maar Papa is al een hele tijd geleden van ons heen gegaan, en ik ben de fatale schok al aardig te boven gekomen ! "
Als de man al het sarcasme voelde, liet hij toch niets blijken: " Ja, meneer de notaris, tijd heelt alle wonden, ik weet het...Maar wij hebben met uw vader steeds goede zaken gedaan in het verleden, en ik hoop dat wij met u even vruchtbaar zullen kunnen samenwerken..."
" Met uw 'wij' doet u mij vermoeden dat u spreekt in naam van een klant...Mag ik weten wie dat is, meneer ?"
De bezoeker trok even pompeus aan zijn gekregen sigaar en wierp toen nonchalant "Wel ,de Weerstand hé" op tafel: "Zegt dat u niets ?"
" Nogal vaag hé, meneer Van de Casteele ! Gelijk 'de politie', of 'het leger', of 'het gerecht' ,of de voetbal...Vaag hé ! "
" Hoe vager hoe beter, meneer de notaris...Want wat ik u ga voorstellen moet onder onze vier ogen blijven: zonder notulen. Als uw papa u in onze zaak niet persoonlijk heeft ingewijd, zult ge normaal in zijn archieven daar ook geen spoor van gevonden hebben. Een vertrouwelijk akkoord tussen partijen, zonder de minste papieren neerslag !"
" Niet overdrijven, meneer ! Zelfs als er van de zaak in kwestie geen dossier werd aangelegd, dan zal er in een schuif wel ergens een papiertje liggen als geheugensteuntje, hé ! Maar verklaart u zich nader..."
Van de Casteele ging even verzitten: " Wel voilà: een ex-klant van u, de heer Pylieser Gerardus zaliger, was tijdens de Duitse bezetting als geldschieter goed gekend in de weerstandskringen van de provincie, en zelfs in de Nationale Koepel. Daarom hebben deze kringen hem nadien, via uw vader, uit de nood geholpen tijdens de 'Operatie Gutt'...U weet dat na de bevrijding de regering de inflatie van de frank heeft afgestopt door al het circulerende geld van particulieren te blokkeren in verplichte Staatsleningen. Iedere burger moest zijn grote bankbrieven binnenbrengen en kreeg tweeduizend frank van Gutt om opnieuw te starten. Ja, iedereen viel onder deze nieuwe regeling, behalve bepaalde instellingen van openbare orde, zoals op d'eerste plaats de Kerk en de kloostergemeenschappen maar ook de erkende Nationale Weerstandsorganisaties..."
" Ja-ja, meneer Van de Casteele: ik weet wel wat er gebeurd is ! Een paar dikke burgers die tijdig verwittigd werden, hebben rap hun zwart geld en hun oorlogswinsten in leen gegeven aan deze instellingen, mits aftrek van een voorafgaande ‘gift’ van 25%. Dat is voldoende gekend, zelfs hier bij de boerkes van ‘Bachten-de-Kuppe’ ,dank u ! Maar wat heeft dat in godsnaam te maken met een klant van mijn overleden vader, de heer Gerardus Pylieser…heu…zaliger ?!"
" Zà-àliger, inderdaad nietwaar, meneer de notaris ! De heer Pylieser zà-àliger, van dewelke de nalatenschap door u nog niet werd geopend, heb ik verstaan...En ik begrijp goed waaróm: u heeft immers geen juist zicht op de activa van deze nalatenschap hé ! Want meneer Pylieser heeft juist vóór de 'operatie Gutt' in het geheim een aanzienlijk bedrag aan oorlogswinsten - via uw vader en mijzelf - in leen gegeven aan mijn klant tegen de gekende voorwaarden: 25% aftrek voor zijn administratiekosten, zoals dat heette ! Vanaf het derde jaar van de neerlegging van dit bedrag zou mijn klant jaarlijks 10% van deze lening terugbetalen, zonder enige intrest. De eerste terugstorting aan de heer Pylieser zou doorgaan op 1 oktober toekomend...Maar...”
De bezoeker blies monkelend een paar rookkringen in de lucht en keek Legein junior vanuit zijn ooghoek spottend aan: ” Er is een dikke ‘maar’ hé, meneer de notaris ! De heer Pylieser ís niet meer onder ons: dood en begraven ! Dus zou dat geld bij ù terecht moeten komen, om de erfenis te spekken, nietwaar ? Erfenis ten gunste van een inciviek, als ik goed ben ingelicht: een oud SS-er die voor het ogenblik in 't Pandreitje zijn straf uitzit ! Pijnlijk hé, dat het fortuin van een goede patriot opgesoupeerd zal worden door een gluiperige oorlogsmisdadiger ! Ik zeg méér: dat is niet alleen pijnlijk, maar compleet ON-AAN-VAARD-BAAR ! "
" Nogal een curieuze speling van het lot, inderdaad meneer Van de Casteele ,maar daar is nu eenmaal niets aan te doen...Pylieser is gestorven zonder familiale nakomelingen en heeft voordien zijn twee petekinderen als universele erfgenamen aangeduid ! De jongste van de twee broers is bij de bevrijding gestorven, zodat énkel Josephus Petré overblijft. Een veroordeelde inciviek, akkoord... maar wat wilt ge..."
" Meneer de notaris, ik zal u zeggen wat ik wil. Van deze onderhandse Guttlening - laat ons het zo noemen - zijn er nu nog slechts drie personen op de hoogte...Ten eerste ik, en nu ook gij, da's twéé, en daarbuiten énkel het hoofd van de financiële afdeling van de organisatie, die persoonlijk de destijds 'geschonken' bedragen beheert...Andere mogelijke ingewijden zijn overleden. Ook de Heer Pylieser zélf, eigenaar van dit geld, dat hij in feite op een strafbare manier heeft verkregen en op een wederrechtelijke wijze aan de fiscus heeft onttrokken: ook dit individu is ondertussen dood en begraven...Verstaat ge mij ?...Buiten óns geeft daar geen kat wéét van, en dat bedrag staat nergens in een boekhouding vermeld. Ik verwed er mijn kop op dat u in de afhandeling van Gerard Pyliesers nalatenschap daar tot nu toe ook geen rekening mee hebt gehouden..."
" Neen, inderdaad..." zei Legein voorzichtig: " Ik was daar immers nog niet van op de hoogte..."
" Wel, ik heb een voorstel om te vermijden dat dit bedrag onterecht bij een verderfelijke inciviek beland. Moet ge eens goed luisteren…” en hij boog zich vertrouwelijk naar de geschrokken notaris toe: ” Als ik u – zuiver ten persoonlijken titel hé - nu eens...Heu... 40% van het resterende bedrag overhandigde, de la main à la main...Ou sur un compte en Suisse , ni vu ni connu, hé... Da's tegen de twee miljoen, die 40%...Goed gezond geld in nieuwe franken, gedrukt nà de Operatie Gutt ! U doet daarmee wat u maar wilt, en kunt er uw geheimste dromen mee verwezenlijken...En om te beginnen zou u er de kwaliteit van uw sigaren al een stuk mee kunnen verbeteren, weet ge..." Hij lachte wat hooghartig.
Legein tuitte een wijle nadenkend de mond en zei toen schor: " Meneer...heu...Van de Casteele...Als ge nu eens 50% zoudt zeggen..."
Toen zijn bezoeker een uur later uitgebreid afscheid had genomen, drong het tot Marcel door dat hij als de bliksem moest zorgen dat die nalatenschap van Pylieser afgehandeld raakte. Als dat stinkende potje zonder horten gesloten kon worden, kraaide geen haan meer naar het duister gefoefel van zijn vader met Pyliesers oorlogswinsten. Want Van de Casteele had hem wel laten verstaan dat er niemand gediend zou zijn met het openbaar maken van deze illegale transactie. Als deze ontduiking van de 'Guttoperatie' aan de grote klok werd gehangen, dan kon Marcelleke zijn winkel wel sluiten ! ...Gesteld dat hij het al zou overleven, want in het betrokken milieu was een 'ongeluk' rap gebeurd ,had hij begrepen ! ...En de vrienden van de heer Van de Casteele kenden onder hun voetvolk en vroegere relaties waarschijnlijk mannen genoeg die voor geen vuile slag verlegen zaten...
Doch toen hij die avond in bed nogal triomfantelijk aan Rachel vertelde dat hij - om te beginnen - Joseph wilde aanschrijven om hem het verrassende nieuws van zijn erfenis te melden, kreeg hij plots de harde wind van voren ! Of hij nu soms hélemaal zot was geworden ?! Die zwartzak een paar huizen in de Langestraat kado doen ?! En hem baas maken van de rederij waarvan ZIJ voor het ogenblik de vet betaalde zaakvoerder was ?! Het eerste wat die smeerlap zou doen was haar daar met haar klikken en klakken buitensmijten, natuurlijk ! Waar hààlt een mens in godsnaam zo'n stommiteit ?
" Gij kieken ! Ge zijt zeker vergeten wat die vent mij heeft aangedaan ?! Heel de stock van mijn juwelenwinkel verdonkeremaand ! En nu gaat gij hem nog mijn werk en mijn positie laten afnemen ?!"
" Maar lieveke, die stock juwelen heeft de Joseph toch niet zélf op zijn bil geslagen...Daar is dien Duitse vrijer toch mee gaan lopen, terwijl hij ocharme in Sinte-Kruis in de bak zit...Daar kon hij toch niks aan doen...Daarbij, heel die erfeniskwestie van Pylieser sleept al veel te lang aan...Daar moet nu een eind aan komen of ik ga daar last mee krijgen"
" Marcel ! " zei Rachel dreigend: " Ge hebt mij goed verstaan hé ! Als ge durft naar Joseph te schrijven, dan gaat ge met MIJ last krijgen en géén klein beetje ! Dan is het gedaan tussen ons, begrepen ?! En dan is de paster niet meer de énige die zal weten van dat vuil gesmos in de kelder van de 'Cambrinus' hé ! ...Ik zou mij in een zat moment zo eens kunnen verspreken, weet ge dat ?!...En ik wed dat dan héél de stad en omstreken zich een maagbreuk lacht met de onnozele fratsen van hun meneer de notaris ! Denkt goed na, hé ventje, want vóór dat ge't weet staat ge voor schande in uw bloot gat op de Grote Markt ! ... Gijsse stomme kloot ! "
Zijn rode kop kreeg een verbeten trek: " Ja, lijk ge zegt: ik zijn een stomme kloot ! Ik had u nooit mogen mee nemen naar de 'Cambrinus' ! Dat was een spel tussen mij en mijn meesteres waar gij geen kloten van verstaat ! "
" Een spél ?! U in uwen bloten vastgebonden laten aftroeven door die hoerenmadam ?! Ik kan mij plezantere spelletjes voorstellen, hé sukkelaar ! En uw lijf laten verbranden met kokend kaarsvet: mensen toch ! "
" Als ge dat zo extravagant vindt, waarom hebt ge het dan van de meesteres willen overnemen ?! Met hààr alleen in de 'Cambrinus' was ik heel content, maar met u op uw appartement trokken die scéances op geen botten ! Ge verstaat niks van de diepere bedoeling van dat spel, maar tóch moest madam er zich mee moeien ! Als ge denkt dat ge er met schreeuwen en slaan iets van bakt, verander dan maar rap van gedacht ! ...Als amateurmeesteres zijt ge een grote nul, weet ge dat ?! Een héle grote nùl ! En in 't vervolg ga ik héélalleen naar de 'Cambrinus' en kunt gij voor mijn part soep koken in uw pot bij die Jetje: daar zijt ge misschien wat béter in ! En als het u met mij inderdaad zo tegensteekt, moogt ge in uw appartement met zicht op zee de rest van uw leven alléén gaan slapen ! Ik zal wel op mijn éigen manier aan m'n trekken komen ! Of denkt ge dat er geen mensen zijn die zottere dingen doen om tot rust te komen ?"
Daar schrok Rachel toch even van...Die gast stuurde récht af op een breuk, zo te horen ! Van de slaafs volgzame minnaar, die ze tot nu toe met een vingerknip ín en ook ùit het bed kon jagen, bleef zo te zien plots niet veel meer over ! Haar makke mopshondje liet verdomme zijn tandjes zien ! Miljaarde, dat was wel het laatste wat zij van hem had verwacht ! Even dacht zij er aan het zweepje uit de kast boven te halen om de opstand in de kiem te smoren, maar begreep gelukkig in een flits dat het gedaan was met spelen...
Dus barstte ze dan maar in een schaterlach uit.
" Maar mijn Marcelleke toch ! Wat is 't ? Kunt ge niet meer lachen met een goeie mop ? Dan wordt het hoog tijd dat ik nog eens lief onder uw dik buikske kietel, zeker ?...Allée, komt eens hier bij mama..."
Maar als haar Marcelleke dacht dat daarmee de kous àf was, kende hij haar toch nog niet goed. Want nog geen twee dagen later stond Rachel volledig in de oorlogskleuren en een lage décolleté in de studie van advocaat Florizone !
" Meester, het is voor een inlichting..."
" Wel-wel, Madam Coulier, "spotte hij mild: " Zo beginnen alle beruchte processen, weet ge ! Zeg het maar, ik sta in de startblokken ! "
" Ik zit met een zwaar probleem...Het is in verband met de zaak Petré, die gij juist verdedigd hebt..."
" Dat is achter de rug, hé...De man is veroordeeld tot een lichte straf en we zijn niet in beroep gegaan: iedereen content, zou ik zeggen ! "
" Hélemaal achter de rug ? Gij zijt dus totaal niet meer gebonden om een àndere zaak aan te vatten ?"
" Zo vrij als een vogeltje, madam Coulier..." Al scheen hij tóch al wat nattigheid te voelen, want bij hààr kon er geen lachje af.
" Het zit namelijk zó...Zoals ge wel weet, werk ik deeltijds op het bureel van notaris Legein, zeg maar als zijn engelbewaarder en zijn compagnon..."
" Ja-ja, madam Coulier, ik vermoed min of meer hoe de zaken in elkaar steken hé...Om het gezellig uit te drukken: ik heb mijn ogen niet op mijn gat, nietwaar ! "
Rachel negeerde deze stoot en vervolgde onbewogen: "En ik ben eveneens de zaakvoerder van de 'Rederij Pylieser', die een groot deel uitmaakt van de nalatenschap van Gerard-zaliger, nietwaar...Maar aangezien dit vervelende dossier nog steeds niet vereffend is door de notaris ,zit ik daar min of meer op een schopstoel, verstaat ge mij ?..."
Florizone knikte nu plots ernstig, want hij rook iets dat geld in 't laatje kon brengen. Rachel voelde beet en haalde de lijn voorzichtig in: " Nu kén ik toevallig dat dossier op mijn duimpje, en moet bekennen dat het stinkt in de kop ! Legein wil dat nu inééns die zaak, die hij van zijn vader-zaliger op zijn nek kreeg, rap-rap op zijn manier er door jagen, zonder aan de nefaste gevolgen te denken...En 't is om hem van een catastrofe te vrijwaren dat ik uwen goede raad kom vragen..."
Hij knikte schijnheilig, maar zei niets.
" Het zit hem namelijk zo dat Pylieser, die geen familiale erfgenamen heeft, bij testament alles nalaat aan zijn zogenaamde petekinderen ,de gebroeders Joseph en Leon Petré. Maar aangezien de jongste broer bij de bevrijding verdronk in de Geul, gaat àlles nu naar Joseph, verstaat ge. En door een oude vrijage met de moeder van Joseph, heeft Pylieser die jongen ook erkend als zijn wettelijke zoon. Die akte van erkenning zit in het notarieel dossier, en normaal zou er dus geen vuiltje aan de lucht mogen zitten..."
" Inderdaad..." beaamde Florizone voorzichtig.
Rachel snoof sarcastisch: " Waar het echter begint te stinken ligt bij de persóón van Joseph. Als Legein, mijn zogenaamde compagnon, dat dossier zó laat doorgaan en Joseph wordt de baas over de rederij, dan vlieg ik de volgende dag daar buiten ! Gij weet hoe wij tegenover elkaar staan, sinds gij Joseph verdedigd hebt: ik in het kamp van Ravensbrück en hij in de SS! ...Ge zult dus wel verstaan dat ik mij met alle middelen ga wapenen om dat bedreigende ontslag aan te vechten, hé ! Onder andere door te laten gelden dat Joseph, als ik goed ben ingelicht, bij zijn veroordeling ook gedurende zés jaar zijn burgerrechten verloren heeft ! Wat misschien niet voldoende is om zijn erfenis totaal te verliezen, maar die wel voor zolang te doen blokkeren, hé ?! Hoe noemen ze dat: onder sekwester plaatsen ?...De vraag is of gij mij daarbij kunt steunen ?..."
De jonge advocaat trok plots een bedenkelijk gezicht en sputterde voorzichtig tegen: " Ja maar, madam Coulier, nu komen we toch een beetje in vreemd vaarwater hé...Ik kan moeilijk een oude klant van mij nu in het nauw gaan drijven, en mij baseren op een gerechtsuitspraak waarin ik betrokken partij was, niet waar...Vooral dat ik daarmee slapende honden ga wakker maken ! De krijgsraad heeft in haar vonnis ten laste van Petré géén in beslagname van goederen uitgesproken, omdat ik heb laten gelden dat mijn klant toén onvermogend was. Als deze lacune nu plots ter sprake zou komen, is het niet uitgesloten dat de krijgsraad op haar stappen terug komt en héél de erfenis verbeurdverklaart ! Dat kan ik niet met mijn ethiek in overeenstemming brengen, dat moet ge begrijpen ! "
Rachel grijnsde: " Gij niét, meester Florizone ! ... Maar als ik een àndere raadsman zou nemen, dan kan ik op die manier dus wél die nalatenschap laten blokkeren, als ik het goed begrijp, hé! ...Vooral dat ik nog wel een paar ijzers in het vuur heb liggen die hetzelfde effect zouden hebben...Want was Joseph Petré niet een tijdje als vermoedelijke dader betrokken bij de verdachte verdrinking van zijn biologische vader Gerard Pylieser ?... Daar is niks meer van gehoord hé ! "
" Maar enfin, madam, waar wilt ge nu feitelijk naartoe ?! Wat moet ik daaruit gaan opmaken,! "
" Het volgende, meester ! Marcel Legein denkt van mij een poot uit te vijzen door dat dossier er door te jagen. Hij zal u zékerlijk daarover raadplegen, want ik ga hem dat stevig aanraden ! Als ge verstandig zijt gaat ge die opdracht aanvaarden, zónder hem over mijn consult te spreken...Maar onder ons weet ge nù al dat ik mijn vel duur zal verkopen ! Buiten het feit dat ik door de schuld van die smerige SS-beul héél mijn juwelenstock kwijt gespeeld heb, zal ik nooit toestaan, na mijn twee jaar in Ravensbrück, dat die fascist van een Petré één centiem van Pylieser zijn fortuin op zijn bil zal slaan ! Niet één centiem, begrepen ?!...Een vrioendelijken goedendag nog, meester ! "
Het plotse verschijning van Nancy Penjaert in de bezoekerszaal had hem helemaal van zijn melk gebracht. Hij had zoals gewoonlijk verwacht Jetje te zien zitten aan één van de reftertafels. Maar die frisse blonde klampte hem aan, stelde zich voor en zei gewoon dat de vrouwen onderling hadden afgesproken dat zíj ,Nancy ,het lief (?) van de Penny ,nu Jetje eens zou aflossen...
" Verandering van spijs doet eten hé jongen ! " En deze mokkel zag er inderdaad héél smakelijk uit...Ze deed hem direct aan Erika Deutinger denken !
Verdomme, dacht Joseph, en juist nù hij tegen Jetje over de dwaze experimenten van Steiner met zijn "Wassersprengungen" eens flink zijn gal wou spuwen ! Maar al bij al: na de moederlijke bezorgdheid van zijn 'tante' mocht er al eens een fris jong lachebekje trachten zijn rothumeur wat op te fleuren !... Want véél had hij de laatste week niet geslapen. En als hij dan midden tussen de snurkers en de rochelaars tóch eens wegdoezelde, kreeg hij krék nachtmerries over zijn zogenaamde zoontje...Dat mormel zat in zijn dromen doorlopend met een veel te grote spade driftig al het stuifzand uit zijn abri weg te scheppen...Nat van het zweet was hij godzijdank steeds op tijd wakker geschoten vooraleer dat schoftje er met zijn goud vandoor kon gaan ! Maar Joseph voelde dat hij vroeg of laat machteloos zou moeten toezien hoe die kwaadaardige dwerg zijn schat zou wegkapen, en daarmee meteen zijn laatste houvast in dit leven !
En als dàt gebeurde, dan kon hij zich net zo goed hier ophangen met zijn beddelaken...In de verbandkamer liep er een dikke buis van de verwarming langs het plafond. Hij had die de laatste dagen al dikwijls sluiks bekeken of die zijn gewicht zou kunnen dragen...
" Zijt gij Madam Penjaert ?" vroeg hij wat verbaasd.
" Bah ,ja, als ge wilt...Zeg maar Nancy, dat doen alle vrienden van Roger."
Roger ? Wie is dàt nou weer ? Tot het hem te binnen schoot dat Penny in 't écht inderdaad zo heette...Roger Penjaert.
" Pardon, maar ik was effekens in de war...Die koppijn van de laatste dagen...Ik slaap slecht..."
"Ge hebt toch geen zware zorgen hé ? Allee jongen, vergeet al die zever ! Ik heb juist gehoord dat ze weer een hele klad van de vrienden vervroegd vrij gaan laten ! Ge zijt er misschien bij, wie weet! Hoop en àl nog een maand of drie-vier en ge zijt er vanaf..."
Joseph glimlachte als een boer met kiespijn: " Dat zal wel niet meer voor mij zijn, want van mijn viér jaar hebben ze al driekwart voorwaardelijk gegeven...Nog méér kado's moet ik niet verwachten..."
" Bah, ge zegt dat." lachte ze: " De duivel kakt altijd op de grootste hoop hé ! " Hij deed geen moeite haar kwinkslag te begrijpen. En om het gesprek weer op gang te trekken begon ze over 'de Roger' en Leon.
" Ge zijt zeker content dat die binnenkort terug gaat komen hé ?"
" Wie ? Leon ? Dat zal nog een tijdje duren zeker ?! En nadien zal ik weer aan hem moeten wennen, want in mijn ogen was die al jaren geleden gesneuveld, hé...Ons Jetje heeft u waarschijnlijk die historie van zijn laatste gevechten in Berlijn verteld. Want ik heb daar aan zijn graf gestaan, verstaat ge...Dan is zo'n plotse verrijzenis uit het niét moeilijk te geloven."
Ze moest lachen :" Ik vrees ten andere dat ge niet lang plezier gaat hebben van die verrijzenis...Die twee krawaten spreken van mee uit te wijken naar Zuid-Amerika, als dat avontuur in Indochina achter de rug is. Immers, er zijn een paar Oostendse visserfamilies die ginds ver over de oceaan een nieuw leven willen beginnen, en ze vragen veel volk mee om er een Vlaamse basis op te richten. De Van Gyzeghem doet mee ,en veel zwarten ,en Karel Sys ,de bokskampioen van Europa...Ze zijn al met zeven schepen en volgend jaar doen die de grote oversteek met al hun hebben en houden. Leon droomt naar 't schijn al lang van niets anders meer: weer de zee op te gaan en eindelijk bevrijd te zijn van die zeveraars die hem hier in de bak willen steken ! "
" En de Penny...de Roger ? Die ként toch niks van vissen ? Of gaat hij soms in die bananenrepubliek voort vechten en revoluties organiseren ? Echt iets voor hém ! "
Nancy glimlachte die sneer weg: " Neen, ik denk dat hij nù zijn wilde haren wel kwijt is...Hij plant om dààr ,samen met mij ,de commercialisering van de vangst te verzorgen. Ik doe hier al jaren boekhouding en hij zou met zijn gladde tong en zijn energiek karakter voor de verkoop kunnen zorgen...Die twee mannen leren nu al volop Spaans van een àndere legionair en ik volg avondschool op de Berlitz ! "
" Wel, dan zal dat wel lukken hé " zei Joseph mat.
Het gesprek stokte even tot Nancy voorzichtig een visje uitwierp: " En gij ? Zou dat u niks zeggen, een nieuw leven beginnen in Zuid-Amerika ? Een knappe kop als gij zouden we daar goed kunnen gebruiken, weet ge ! Of hebt ge soms al àndere plannen ?..."
Over Erika zweeg hij liever. Dus lachte hij eens triest en wees op zijn krukken: " De Himalaya beklimmen zeker, en nadien zien we wel hé..."
Die avond draaide haar bedekte invitatie eindeloos rondjes door zijn hoofd: " Zo'n knappe kop als gij zouden we daar goed kunnen gebruiken, weet ge ! "...Loos gefleem, natuurlijk, enkel bedoeld om hem over zijn zwarte gedachten heen te helpen...Of misschien tóch om hem iet of wat toekomstperspectief voor te spiegelen ? Want wàt hij na zijn vrijlating en zijn problemen met Erika in zijn geboortestreek zou moeten aanvangen, was voor het ogenblik één groot zwart gat ! En zéker als hij door die vervloekte graafwerken van Steiner naast zijn doos goudstukken zou vallen...Dan had hij sowieso geen poot meer om op te staan, bij wijze van spreken ! En van dat spookbeeld schrok hij wel even: geen poot meer ! ...Verdomme, alles zat hem fameus tegen, de laatste tijd !
Maar Zuid-Amerika?! 't Was bij de deur, zeg ! Dan nog liever deemoedig bij Erika aankloppen, mét of zónder Jupps goudschat uit de abri. Ze was destijds werkelijk verliefd op hem geweest, en had in bed heftig van hem genoten...En wat in haar ogen ook zeer belangrijk was: in de beenhouwerij hadden ze goed samengewerkt. Als koppel zouden ze er zéker in slagen daar een bloeiende zaak van te maken. Neen, ondanks zijn twee onnozele brieven zou het hem niet veel moeite kosten die jammerlijke misverstanden uit de weg te ruimen...
En moest het tegen alle verwachtingen in met Erika tóch mislukken was het nog altijd mogelijk Zuid-Amerika in overweging te nemen...Hij had vroeger wel altijd aan die stinkende vislucht van Leon een grondige hekel gehad. Maar bureauwerk, of in de handel, zoals Nancy had laten verstaan: daar zag hij wel iets in "met zijn knappe kop"...En met zijn prothese was hij toch mobiel genoeg om in het normale dagelijkse leven van zo'n bedrijfje mee te draaien: urenlange nachtmarsen kwamen daar normaal niet meer bij kijken hé...Bleef natuurlijk de handicap van de taal...Maar als 'Roger' - en zéker een halve analfabeet als de Leon ! - op zo'n korte tijd voldoende Spààns konden leren, dan hij zéker !
Neen, als tweede optie mocht hij Zuid-Amerika zeker niet uitsluiten...Maar het was wél verdomd ver ! En ééns daar, was er geen weg-terug meer...
Juist toen hij na een paar dagen piekeren er weer een gat in begon te zien, speelde Florizone hem het antwoord van Erika in handen.
Lieve Josef (of Jean-Marie: ik weet niet of je nog meer schuilnamen hebt om je te verbergen) En, voortgaand op de ondertoon van je laatste brief, begin ik sterk te twijfelen of het adjectief 'lief' nog langer op jou van toepassing is...
Want eerlijk gezegd ben ik er nogal van geschrokken zoiets van jou te ontvangen na deze maandenlange stilte! Wat moeten deze openlijke dreigementen ?! Vind je het wérkelijk zó abnormaal dat ikzelf op verkenning naar de kust ben gegaan ? Na je vertrek liet je eerst vier lange maanden niets van je horen, zo dat ik vreesde dat je onderweg gestorven was ! Tot ik in september éindelijk een kattebelletje van je kreeg, waarin je definitief met mij brak, weet je nog ? Je verwachtte voor jàren gevangen te zitten en gaf mij de volledige vrijheid terug...Het tijdstip kon niet slechter worden gekozen, geloof mij ! ... Want je weet het, of je weet het niét, maar op dàt ogenblik was ik al zwaar zwanger ! Tel het maar na !
Mijn zoon Josef-Maria Deutinger is dan op 4 december geboren. Konrad, die sindsdien mijn leven deelt, wilde de kleine als zijn zoon erkennen. Ik heb deze leugen geweigerd, en dat niet alléén omdat ik de naam 'Deutinger' wil laten voortbestaan. Ik vind dat die man zich niet moet belasten met de verantwoordelijkheid van een ànder. Punt. De jouwe ,moest je het nog niet begrepen hebben !
Wat de doos 'Schmuck' aangaat, beschouw ik dat als een kado van de biologische vader. Een afscheidskado van een ongelukkige geliefde, om het woord 'afkoopsom' niet te gebruiken...Voor Josef-Maria zal het een steuntje in de rug zijn, indien er voor ons nog veel moeilijke jaren in het verschiet zouden liggen. Want het bedrijf van zijn moeder heeft het moeilijk om te overleven in het huidige Duitsland, ook al kan zij volop steunen op de totale inzet van Konrad. Die verdient nog goed bij, maar de aard van zijn werkkring is, zoals ge weet, niet vrij van zekere risico's...Toch is hij vast besloten zijn huidig geluk met alle middelen te vrijwaren...
Laat deze ophelderingen over mijn toestand je vooral niét aanzetten tot een bezoek aan mijn freel gezin. Ik verwacht je niét meer terug te zien: dat zou een mooie herinnering enkel verpesten. Met mijn zoon hebt je mij de waardevolste schat geschonken die een vrouw kan verhopen. Ook zónder jouw verdere bemoeienissen zal hij zijn weg in het leven wel vinden.
In deze hoop op een goede verdere verstandhouding
teken ik,
Erika Deutinger.
Zo, dat was dàt...Zij had dus inderdaad een kind gekregen. Dat deel van haar complot was blijkbaar glansrijk gelukt: een zoon krijgen die haar naam zou voortzetten en het bedrijf in de familie zou houden. Dat die kleine van hém was, zoals zij poneerde, wou hij grif geloven, ook al raakte dat zijn koude kleren niet...In Rusland liepen er misschien van hem nóg zo'n paar exemplaren rond: daar kon hij zijn slaap niet voor laten. Maar wat hem méér ergerde was de manier waarop zij zijn doos juwelen zonder de minste wroeging op haar bil sloeg, als startkapitaal voor haar zuigeling ! Nogal grof hé madam ! En dan nog dreigen de gangsterbende van Konrad op zijn dak te sturen als hij zich daar niet goedschiks bij neer zou leggen ! Want 'meneer' is vast besloten zijn huidig geluk aan de zijde van Erika met alle middelen te vrijwaren ! Ja watte ! En Konrad kennende...
En het ergste was nog dat hij haar waarschuwing wel ernstig moést nemen: die teef ging over lijken als zij zich bedreigd voelde ! Zéker nu ze de belangen van haar jong moest verdedigen ! Haar oversekste grootvader, die destijds overwoog zijn erfgoed aan de Russische foetus na te laten, kon er van meespreken ! Of juist niét ! Een overdosis methylalkool, een bons op de bol, en hupsakee: de ouwe vloog de Rijn in ! ...En zeggen dat ze steeds moeiteloos venten vond die voor haar het vuile werk opknapten ! ...Nù speelde Konrad voor Witte Ridder...
Neen, als Erika niet spontaan met die doos goud over de brug kwam, kon hij daar maar beter voorlopig een kruis over maken...Misschien kon hij haar later als wraak nog een poot uitvijzen of het huis sluiks in brand steken, maar voor het ogenblik moest hij maar proberen dit fiasco te overleven...Tenslotte, één ramp meer of minder...
Maar wat hem in haar brief nog het hardste trof, was die éne zin: 'Ik verwacht je niet meer terug te zien...' Al zijn mooie dromen, om na zijn vrijlating uit te wijken naar Duitsland en met Erika een nieuw leven op te bouwen, kon hij dus definitief vergeten. Hoe deemoedig hij ook bij haar zou aanbellen, de deur kreeg hij sowieso op zijn neus ! Erika had de herinnering aan hun mooie liefde en hun stomende seks resoluut uit haar geheugen geschrapt: dàt was meer dan duidelijk ! Het voelde écht alsof hij in een zwart gat viel ! Nu was hij wel gedoemd het voorstel van Nancy Penjaert wat serieuzer te overwegen...
Het duurde een paar dagen vooraleer hij deze dreun op zijn hersenpan te boven was gekomen. Maar toen Jetje hem bij haar volgende bezoek vroeg of hij goed nieuws had gekregen met die brief uit Duitsland, zei hij kortaf: "Dat is gedaan ! "
" Ha ?" schrok Jetje: " En wat moet ik doen als die madam straks opnieuw op congé komt in Westende ?"
" Haar strot afsnijden verdomme ! !" blafte hij.
" Dat zal ik dan aan Rachel overlaten ! " grijnsde zij: " Want die is razend op dat wijf, die er met heel haar stock juwelen vandoor is ! En gij, Joseph, hebt in haar ogen óók de boter gevreten, weet ge ! Want gij wist toen gij van Duitsland terug kwaamt, waar Jupp haar goud verdoken had, zónder dat aan haar te willen verklappen ! "
" Ik zou wel zot zijn ! Dat was mijn enig lokaas om haar te beletten mij als SS-er bij de gendarmen aan te geven ! En in de ogen van de Jupp waren die juwelen zelfs niet van haar ! Rachel had die immers gestolen van haar ex-man, die jood Polak, nadat zijzelf die vent in mei '40 als duitse spion verraden had aan de Belgische Staatsveiligheid !"
" Wat van haar vent was, heeft zij toch geërfd zeker ! "
" Geërfd ?! Weet zij zéker dat Polak dood is ? En als ik goed zijn ingelicht, heeft zij zich direct in het begin van de bezetting van die jood laten scheiden, hé ! Die vent zat toen wel gevangen in Zuid-Frankrijk, maar was toch nog volop in leven ! En bij gebrek aan een officieel overlijdensattest, gedateerd vóór de scheiding, of bij gebrek aan een testament in haar voordeel, kan Rachel het vergeten ! Die juwelen zijn niet van hààr ! Misschien wél van Jupp, aangezien gij ze aan hem gegeven hebt om Rachel vrij te kopen ! Maar IK heb ze van Jupp gekocht vooraleer naar België terug te komen: dat kan ik bewijzen met een onderhandse akte die Jupp en ik in april '46 hebben opgesteld. En dus heeft zijn dochter Erika - want zo heet die Duitse - door met die juwelen te gaan lopen, maar bij één onnozelaar een kloot afgetrokken, en dat is bij Bibi ! "
Jetje had zijn nijdig betoog met stijgende verbazing gevolgd, en bleef hem nog even aanstaren vooraleer de hamvraag te stellen: " En nu ? Gaat ge dat zó laten ? Of gaat ge dat in Duitsland terugeisen ?"
" Ik heb u toch van in 't begin gezegd: Duitsland is gedaan ! Als ik daar mijn kop laat zien, snijden ze MIJ de strot af ! En als zij naar hier durft komen, doe ik bij haar hetzelfde ! Dus kunnen we er beter allemaal een punt achter zetten! "
Na een pijnlijke stilte vond ze toch een onderwerp om zijn moorddadig rothumeur wat te verzachten: " Bon, laat ons hopen dat het allemaal wel zal koelen zonder blazen. Niks is zo erg als het in 't begin voorkomt! Zie maar naar Steiner: die dreigde met het dynamiteren van de abri héél de straat te verruïneren. We zijn wel fel van ons oren gaan maken bij de gemeente, maar officieel haalde dat niet veel uit! Maar naar het schijnt gaat Steiner nu tóch afhaken, omdat de abri te ver van de zee ligt: zeshonderd meter van de hoogwaterlijn...Zijn darmen zijn niet lang genoeg, en zijn pomp is te zwak voor die lange afstand...En hij moest met zijn darm de Grote baan en de tramroute kruisen en krijgt geen toelating om die te ondergraven. En gezien er dichterbij huis geen serieuze beek loopt die genoeg water kan leveren, weet ik niet of de bouw van die twee huizen wel zal doorgaan...Heel dien bunker vullen met kraantjeswater in zo'n korte tijd schijnt niet te gaan vanwegens de lekken....Plus dat het veelst te duur is, zeit hem...Al zal dat voor u niet veel veranderen, want uw barak is in de nacht van verleden donderdag helegans afgebrand : aangestoken door de aannemer, zeggen ze..."
" Niet veel veranderen ?!" vloog hij uit: " Weet ge wel wat ge zegt ?! Ik zijn dakloos ! Waar moet ik gaan slapen, denkt ge, als ik vrijkom ? In 't kerkportaal ?"
Maar Jetje zag geen probleem: " Bij mij, natuurlijk: ik heb plaats zàt ! "
Daar had hij even niets van terug.
" En Rachel dàn ? Peinst ge dat dié met een oud-SSer aan tafel wil zitten ? En dan nog wel één die het op haar goudstock gemunt had ! Ze zal mij gèren zien kómen ! "
" Rachel ? Die woont niet meer bij mij: die is een maand geleden verhuisd..."
" Hoezo, verhuisd ? Is 't ambras in 't kiekenkot ?"
" Niet écht...Maar ze is haar baas aan 't opvrijen, en ze heeft haar Marcelleke al een schoon appartement afgeluisd midden op den dijk in Nieuwpoort-bad, op het vierde, met volle zicht op zee: geen last van nieuwsgierige overburen..."
" Ik versta dat niet: Rachel hàd het toch niet voor de mannen ? En dat notariszoontje is tenslotte toch een vent ! Wel niet honderd procent een Hercuul, maar toch...Wat wil ze daar mee aanvangen ?!"
" Ja, een vént is véél gezegd, want zij draagt de broek, heb ik verstaan... Maar Rachel haar mes heeft altijd al langs twee kanten gesneden, weet ge...Herinnert u haar jood: ze sliep er misschien niet bij, maar was er tóch officieel mee getrouwd...Voor 't geld, okee...Maar voor 't geld zou zij de raarste dingen doen met haar geflipt Marcelleke. En dat hééft ze zekers al gedaan, want ze heeft hem goed in d'and ! En dat hij geflipt is, heeft hij van zijn vader: die was gekend in alle chique hoerenkasten van de streek, te beginnen met de 'Cambrinus' ! Ze hebben daar naar het schijnt een kelder: ik zeg maar dàt ! ..."
" Ja-ja, al goed ! " onderbrak Joseph haar achterklap: " Maar meent ge dat, van mij in huis te nemen ?"
" Vaneigens, vent !
" Ik zal misschien niet veel kunnen betalen, nu dat Erika met die juwelenstock is gaan lopen..."
" Dan zet ge mij maar in uw testament ! " flapte zij er spottend uit.
Ze lachten allebei de spanning weg. Gelukkig zou Joseph er nooit àchter komen dat zijn lieve tante Jetje het niét zo speels bedoelde, van dat testament...
De week daarop was Nancy weer aan de beurt: " Ik heb gelijk verstaan van Jetje dat ge niet meer rekent van naar die Duitse weer te keren ?"
Hij herhaalde voor de zoveelste maal zijn somber besluit: " Neen, Duitsland dat is gedaan ! "
" En hebt ge al iets ànders op 't oog, tegen dat ge hier buiten komt ?"
" Van mijn renten leven of mij ophangen ! " flapte hij er uit: " Dat staat nog niet vast ! "
Ze schrok even van zijn uitgestreken gezicht, maar besloot het als een soort soldatenhumor op te nemen: "Die uitersten liggen wat ver uiteen hé ! ...Ik weet iets daar tussenin, en ik heb er u, geloof ik, verleden keer al een woordje over verteld...Emigreren naar Zuid-Amerika, hé ? Al eens over nagedacht ?"
" Gelooft mij, Nancy, ik heb de laatste week niets anders gedaan...Er is niets dat mij nog hiér houdt, maar ook niets dat mij speciaal aantrekt in wat gij voorstelt. Van avontuur heb ik de laatste jaren genoég gekregen, en uitwijken naar het eind van de wereld zou mijn zoveelste sprong in het onbekende worden, vol verrassingen...Onaangename verrassingen, negen kansen op tien, en daar heb ik mijn buik van vol ! Het liefst zou ik nog in onze duinen een kot bouwen en er lijk een bohemer leven op gestroopte konijnen ! Want, eerlijk gezegd, ik zie mij niet met mijn éne poot mijn kloten afdraaien in de Argetijnse Pampa: ge kent de taal niet, de zeden en gebruiken van dat volk evenmin..."
Ze lachte zijn verweer weg. In hun kolonie zouden ze daar immers een zelfstandig dorp vormen, en leven tussen éigen volk, allemaal Vlaamse ondernemers. Enkel een paar onder hen had dat Spaans werkelijk nódig: hetzij om het plaatselijk werkvolk te dirigeren, hetzij voor hun betrekkingen met de lokale autoriteiten. De rest kon bij de start volstaan met een klein mondjevol, en nadien al doende bijleren... En die prothese zou hem zéker niet hinderen bij het administratief werk op de boekhouding, waar haar de leiding was beloofd. En van het pionier-spelen in de Pampa was al helemaal geen sprake, want de autoriteiten zorgden voor onderdak in afwachting dat de groep haar eigen gebouwen zou optrekken..De nieuwe president van dat immense land ,Generaal Peròn ,zou de nieuwe Europese immigranten voor 100% steunen. En een bevriende Vlaamse bank stond garant om de eerste schokken op te vangen...
Ja watte ! Gaandeweg geraakte Joseph toch wat in de ban van dat nieuwe toekomstperspectief. Hij opperde zelfs dat José, één van de verplegers, hem wel zou kunnen helpen met het aanleren van de taal. Die was als kind tijdens de Spaanse burgeroorlog door de 'Rode Hulp' uit San Sebastian naar België geëvacueerd...Dat was wel al tien jaar geleden, maar die gast had zijn Spaans nog niet verleerd...
" Voilà! " zei Nancy: " Ge zijt vertrokken ! "
José Amilcar Costas heette de verpleger in kwestie. Afgekort weliswaar, lachte hij, want normaal droeg hij ook nog de naam van zijn moeder ! En hij voelde zich zeer gevleid dat hij Joseph de taal van zijn voorvaderen mocht aanleren. Doch énkel maar de sprééktaal, wel te verstaan, want hij had geen flauw benul meer hoé die woorden geschreven werden! Of Joseph zélf niet voor een leerboek kon zorgen, vroeg hij wat gegeneerd. Niét dus. Tot de aalmoezenier van de gevangenis met een soort missiecathechismus kwam aandraven. Rooje José was er niet erg gelukkig mee, want als papenvreter gruwde hij van die katholieke geloofsregeltjes. Maar nood breekt wet.
Doch alles wat in dat godsdienstboekje geponeerd werd, bezorgde José doorlopend ideologische oprispingen en Joseph koppijn van zijn eindeloze protesten...Het was dan ook een hele opluchting toen Nancy hen deel 1 van haar eigen Berlitz-cursus "Spaans voor Beginners" bezorgde. Nu konden ze tenminste serieus starten...
Het werd warmer buiten. De kastanjelaars op de binnenkoer stonden dik in blad, vol mooie trossen witte bloemen waar mussen en bijen blijkbaar niet genoeg van kregen... En met de intrede van de zomer leken ook alle ongemakken van het gevangenisleven veel lichter te dragen. In de gangen en de zaal was alles veel rustiger geworden, in hoofdzaak omdat er weer een golf van vervroegde vrijlatingen beetje bij beetje de overbevolking van de gevangenis afzwakte. Cellen met 'slechts' drie man werden de norm, waardoor ook de drang om in de 'hemelse' infirmerie te worden opgenomen fel afzwakte. Soms was er zelfs in het zaaltje van Joseph dagenlang een bed vrij. Onder de patiënten werd het verloop steeds groter, en zij die door de dokter als 'sortant' werden verklaard om terug naar hun cel te vliegen, maakten daar niet een drama van zoals een paar maanden geleden.
Maar juist door dat grotere verloop kreeg Joseph het veel drukker met zijn administratie. Het voortdurend in- en uitschrijven van de 'patiënten' met hun diagnoses en medicatie hield hem een goed deel van zijn lange dagen in de weer. Hij legde er zich op toe zijn klerkenwerk zeer nauwkeurig uit te voeren, waardoor de verplegers hem als een waardevolle collega begonnen te beschouwen en hem ten overstaan de 'zieken' een status van 'chef' bezorgden. En zo merkte hij gaandeweg dat zijn problemen met de buitenwereld niet langer zijn nachtrust verstoorden...
Okee, zijn broer Leon was nog in leven, so what ?! Als die verkoos aan het einde van de wereld zijn jonge bestaan nog eens op het spel te zetten, moest hij het zélf maar weten! Hij was blijkbaar de eerste twee jaren van zijn dienstverbintenis bij het vreemdelingenlegioen heelhuids door gekomen ;misschien liep de rest ook nog goed af...Alhoewel, een ongeluk zat in een klein hoekje. En Joseph wist uit ondervinding dat elitetroepen, zoals die "Franse" legionairs, steeds op de zwaarste frontsecties werden ingezet, waar de legerstaf koudweg met verliezen van 20 % rekende...Om de nog resterende drie jaar zónder letsel door te komen in zo'n omstandigheden, moest je wel een héél goede engelbewaarder hebben! Of een hoerenchance, anders gezegd! Al bij al gaf hij Leon, diep in zijn hart, weinig kans die stommiteit te overleven...
Hijzelf had in zijn drie jaar Oostfront teveel jongens door de vleesmolen zien draaien om zich op dat gebied nog illusies te maken...En hij wist dat er maar één middel bestond om zich tegen de emotionele schok van zo'n verlies te wapenen, en dat was: afstand houden en vriendschapsbanden mijden als de pest ! Hij had het beeld van Leon al éénmaal uit zijn gemoed en gedachten moeten verbannen, toen hij op Friedhof Steglitz zijn naam in het register zag staan met de vermelding 'Grube Drei' ,en zijn afsterven emotioneel verwerkt...De 'nieuwe' Leon, die in het oerwoud van de Indochine de paljas uithing, kon hem eerlijk gezegd niet veel meer schelen. Schluss !!
Telkenmale tante Jetje hem kwam bezoeken en 'zijn broer' ter sprake bracht, ging hij er dan ook nooit dieper op in en kon het niet verder brengen dan een vaag "Laat Nancy Penjaert hem in haar volgende brief mijn groeten doen, hé..." Zélf was hij niet van plan te schrijven...
Jetje merkte al vlug dat Joseph in feite niét in Leon geïnteresseerd was. Maar wél in die jonge Duitse vrouw die met de kerstweek van vorig jaar de 'Stella Maris' had gehuurd, en na één dag met de noorderzon was verdwenen...
" Gij hebt die gekend, hé, in Duitsland, ik voel dat wel ! Da's nu al de derde keer dat ge ,hier bij mij ,achter dat mens staat te vissen ! "
Tenslotte moest Joseph toegeven: " Wel ja, lijk gij haar beschrijft zijn ik bijna zéker ik dat het de dochter is van Jupp Deutinger, de vrijer van mijn moeder tijdens de oorlog.."
" Zeg Joseph, ik weet wel wie de Jupp was hé: daar moet ge geen uitleg bij geven ! En ge hebt met dat meisje te doen gehad, hé, terwijl ge bij de Jupp logeerde, ik zie het aan uw ogen ! ...Er bij geslapen, vaneigens ! ... Verdikke, alle venten zijn gelijk !...En haar kleine is toch niet van u, zeker ?...Dat mankeerde er nog aan ! "
" Welke kleine ?! Had zij een kleine bij ?!"
" Nee, maar ze zei wel, toen ze bij mij de sleutel kwam halen, dat ze een zoontje had van één maand! Die bubbel was nu nog te klein om te reizen, zei ze ,en werd door een inwonende meid goed verzorgd. Maar ze kwam hier feitelijk eerder op verkenning voor de jongen, om in de zomer wéér te keren voor een volle maand strandvakantie. Omdat ze "das Meer so schön und gesund" vond, zei ze: ik zal het verdikke nooit vergeten ! Dat schijnheilig varken ! Ge had die kamer moeten zién toen ze na één dag verdween ! Jesus-Maria ! Heel dien schonen balatum om zeep ! Heel de vloer pekzwart van het 'zoet' uit de schouw ! Als ge dààrmee denkt te trouwen, vent, zult ge haar ferm moeten leren kuisen, ik zeg maar dàt ! "
" Dan heeft ze dus aan die schouw zitten prutsen..."
" Vaneigens ! En er het schuiftje van de schouwpijp niet goed meer ín gekregen ! Of zodanig gepresseerd geweest om wég te geraken dat ze er zelfs de moeite niet meer voor deed ! Ik heb lang staan peinzen achter de reden, maar ik zijn nu zéker dat zij wist dat er in dat gat iets verdoken zat. En nu ik weet dat Jupp haar vader was, lijk gij zegt, is het nogal klaar dat HIJ daar iets in verdoken heeft vooraleer te deserteren...Iets geheims van den oorlog, heb ik eerst gedacht...Ofwel iets dat veel waard was: zwart geld dat hij op die vier jaar gespaard had, hé, de vuile pietoe ! " Ze keek Joseph onderzoekend aan.
" Ja, da's goed mogelijk..."probeerde deze vaag...
Maar Jetje vloog uit: " Zeg gijsse komediant ! Zou dat meisje helemaal van Duitsland naar hiér reizen en haar bébé zolank achterlaten ,alleen om een pak bezettingsmarken te pikken die nu niets meer waard zijn ? Of Belgisch oorlogsgeld waar ge, nà Gutt, nog just de stoof mee kunt aansteken ?...Gij weet wel béter hé ! Als gij daar óók zo achter aast, is het iets dat ook nù nog, lang nà de oorlog, zijn waarde heeft behouden...Goud, zal ik maar zeggen, of de stock juwelen van Rachel haren winkel ,die hij op z'n bil heeft geslagen lijk zij denkt ,en ik zit er zéker niet veel naast ! "
Joseph hield zich van de domme.
" Ge valt me tegen, Joseph Petré ! Ik zijn niét op mijn kop gevallen hé, als ge dat moest peinzen ! Ik zie het zo vóór mij ! ...Rachel had na de sluiting van haar juwelierswinkel in Oostende heel haar goudstock naar mij verhuisd. Een deel hebben wij twee jaar lang beetje bij beetje aan Jupp gegeven in ruil voor eten, maar nadien de grote hoop aan hém toevertrouwd om Rachel uit de klauwen van de Gestapo los te kopen. Dat is mislukt omdat Rachel toens al op de trein naar het kamp van Ravensbrück zat, zogezegd...En volgens hém is die smeerlap van de Gestapo nadien met dat goud gaan lopen, maar bewézen heeft Jupp dat natuurlijk nóóit ! En weet ge wàt ik met mijn slecht karakter zijn gaan peinzen ?"...
" Bon, zeg het maar..."
" Dat Jupp dat goud op z'n bil heeft geslagen ! En weggestoken heeft in de schouw van Marie haar slaapkamer, dàt peins ik ! Hij zat daar toch gezaaid en gebraaien, de vuile vogelaar, vier jaar lang ! ...En negen kansen op de tien wíst Marie van dat goud, maar ze heeft geen tijd gekregen om daarvan te profiteren, de arme slore ! En nu dat gij daar ook achter aast, en zo curieus zijt over die smerige zwarte balatum, wist gij dat óók van die schouw ! Maar aangezien gij heel de oorlog aan het Oostfront hebt gezeten, kunt ge de inlichting over die schat in Marie haar schouw alleen nadién van Jupp gekregen hebben, terwijl ge verleden jaar bij hem logeerde ! Dàt peins ik ! "
Joseph grinnikte: " Ge zit er inderdaad niét ver naast, nee..."
"Ziet ge wel...En Jupp heeft u dat goud aangeboden omdat ge met z'n dochter zoudt willen trouwen en haar kind erkennen hé ? Of zijt ge er misschien al mee getrouwd ? Dan had ge mij dat wél eens mogen vertellen ! "
" Nee, tante Jetje: ge hebt teveel boekjes van die Courths-Mahler (vooroorlogse populaire stationromans) gelezen, mens...Ik wist zelfs niet dat ze zwanger was ! Want we zijn maar bijeen beginnen slapen in maart van vorig jaar, twee maand vooraleer ik terug naar hiér vertrok...En van trouwen is er nooit sprake geweest: zo'n schoon meisje pakt geen vent met een houten poot hé..." Hij zuchtte wat bitter.
" Maar Joseph jongen ! Gij kunt toch ieder vrouwmens krijgen dat ge wilt ! Kunstbeen of niet ! "
" Was dàt maar waar..."
" In elk geval, als dat wijf het zou wagen effectief met haar kleine in de zomervakantie terug te komen, dan verwittig ik de gendarmen ! Een huurhuis dat ik moet kuisen zó abimeren en dan gaan lopen: daar zal ze verdikke niét goed van zijn ! Zij denkt zij zeker dat zij zich als Duitse hier nog van àlles kan permitteren! ?...De oorlog is gedaan hé ! En zij hebben hem verloren ! "
Na een paar dagen piekeren besloot Joseph toch maar de koe bij de horens te vatten en die brief naar Erika te schrijven die al zo lang op zijn maag lag...Want als hij haar nog langer de tijd gaf, was ze in staat om tijdens deze zomercongé ook nog zijn schat uit de abri op te graven ! Hij had Jetje nu wél voldoende opgejut om te blijven uitkijken naar de mogelijke terugkeer van 'dat wijf'... Erika reisde hoogst waarschijnlijk met een vals visum dat 'Konrad' haar bezorgd had. En als Jetje haar deze zomer direct als vandaal en vermoedelijke diefegge kon laten oppakken met die valse papieren, dan vloog Erika zéker onmiddellijk manu militari terug naar de Heimat !
Dus zette hij zich aan het schrijven.
" Erika,
Ik kreeg in april op mijn proces vier jaar, waarvan drie voorwaardelijk wegens verzachtende omstandigheden, maar werd begin deze maand vervroegd vrijgelaten."
Die eerste leugen zou haar reislust al wat temperen ,hoopte hij...Dus fantaseerde hij lustig voort
" Mijn eerste bekommernis was natuurlijk de doos uit te graven die in het blockhaus verborgen zat. Dat is ondertussen gelukt en daar is alles mee okee. Evenwel ,naar Porz terugkeren kan ik vergeten ,want door het verlies van mijn burgerrechten krijg ik geen paspoort meer ,en kan ik dus niet naar het buitenland reizen.
Maar met de doos, die in de slaapkamer van mijn moeder verborgen zat, heb ik een groot probleem, als je begrijpt wat ik bedoel...Ik heb ontdekt dat je mijn oude woonst tijdens de kerstweek onder een valse naam gehuurd hebt, de bewuste doos uit de schouw haalde en overhaast na de eerste dag weer vertrok, met achterlating van een waar slagveld. De eigenares heeft klacht neergelegd tegen onbekenden wegens vandalisme. Ik zou, van mijn kant, hetzelfde kunnen doen wegens diefstal, en daarbij de wàre identiteit van de dader(es) bekend maken.
Ge weet welke dramatische gevolgen zo'n klacht voor uw gezin en uw bedrijf zou hebben, ook al is die dan misschien niet gegrond...Als Duitse - en burger van een verloren land, na een verloren oorlog en nu onder militaire bezetting - staat gij immers bloot aan de grootste juridische willekeur. Een aanklacht van mij is voldoende om u voor màànden in voorhechtenis te laten nemen. En als dievegge zal geen enkele wet u beschermen, moest ik mijn eigendom met geweld komen terughalen. Want ge weet dat de TWEE dozen mij wettelijk toebehoren. Ik kocht ze onderhands van uw vader Jupp voor de som van tienduizend Duitse Reichsmark, en uw handtekening staat als getuige op de verkoopovereenkomst die ik als een kostbaar bezit bewaar.
Ik geef u dus dertig dagen om mij een voorstel tot minnelijke schikking te doen, via mijn advocaat de heer Florizone, Langestraat 123, Nieuwpoort, West-Vlaanderen, BELGIË.
Ik hoop dat ge uw verstand gaat gebruiken en mijn verzoenend gebaar aanvaardt, zodat wij nadien in goede verstandhouding kunnen voortleven.
In afwachting teken ik,
Joseph Petré.
Bij het volgende bezoek van Florizone vroeg hij hem om dit epistel aangetekend naar Köln-Porz op te sturen. Maar na een vlugge lezing liet die direct zijn afkeuring blijken. Al die afdreigende woorden: dit was chantage, en daar wilde hij niéts mee te maken hebben ! Pas na veel aandringen ging hij tenslotte akkoord om de brief énkel onder een gesloten en geadresseerde omslag te aanvaarden. Dan wist hij zogenaamd niets van de inhoud...Nu hij zijn ereloon gekregen had, scheen hij plots heel wat minder inschikkelijk...Voor Joseph was dat wel een bittere ontgoocheling, maar geen écht probleem: dan moest hij over die 'dozen' ook niet teveel tekst en uitleg geven...
De man bracht echter nog méér onaangenaam nieuws... Hij herinnerde er Joseph nogal afstandelijk aan dat de Staat de barak van het 'gezin Petré' in de Bassevillestraat reeds sinds de bevrijding in '44 onder sekwester had geplaatst. Nu werd de woonst met bijhorende grond onteigend zonder vergoeding, om er twee sociale woningen op te bouwen: Joseph kon één van de volgende weken de officiële kennisgeving verwachten...
" Hey zeg ! Waar moet ik dan verdomme wonen als ik vrij kom ?! Kàn dat zo maar in beslag genomen worden ? Zonder vergoeding ?!"
" Wel heu...Die barak was in feite een schenking van het Fonds 'Roi Albert Premier' aan uw oorlogsinvalide grootvader en zijn gezin, hé...Geldig tot uitsterven van zijn rechtstreekse nakomelingen in de eerste graad: die zijn nu allemaal dood hé...Normaal zou een kleinkind lijk gij nog op een vergoeding kunnen hopen, ware het niet dat gij inciviek zijt verklaard en voor jàren uw burgerrechten kwijt speelde. Procederen heeft dan nog weinig zin, weet ge...Dat duurt een eeuwigheid en lost niets op."
" Dus ben ik straks dakloos als ik vrij kom ?!"
" Wel, ge zult iets moeten huren, of op kamers gaan wonen lijk zoveel mensen...En moest ge nog geen inkomen hebben, dan kunt ge misschien steun aanvragen van de Openbare Onderstand ?...Of misschien kunt ge voorlopig intrekken bij uw tante, Georgette Neuville..."
" Dat is mijn tante niet, dat weet gij ook ! En ziet ge mij, oud-SSer, al mee aanschuiven aan tafel met die inwonende boezemvriendin van haar ?! Die Rachel Coulier, ex-gevangene van het sinistere vrouwenconcentratiekamp van Ravensbrück !... Dat mens kan mijn bloed wel drinken ! "
Florizone keek wat verveeld rond en zuchtte: " Bon, ge weet het nu...En het probleem stelt zich pas binnen tien maanden hé: ge hebt nog alle tijd om u eens óm te draaien, zou ik zo zeggen..."
Omdraaien deed hij inderdaad: de hele nacht, in zijn bed ! Zeg, verdomme, de zwarte wolken begonnen zich al aardig boven zijn hoofd op te stapelen hé ! Tot nu toe dacht hij dat, met het uitzitten van zijn straf, alle verdere wrok vanwege de maatschappij zou wegkwijnen... Vergeet het maar ! Ze wilden van hem hélemaal een verschoppeling maken, zag hij...Straks belandde hij nog in een winderig kerkportaal, centjes afbedelend van de 'diep christelijke' gelovigen, met zijn beenstomp duidelijk in 't zicht ! Met éénmaal per dag een kom lauwe soep in 't klooster van de Arme Klaren ! Godver miljaarde nondedju ! !
En nu hij eraan dacht: als ze hem de barak én de hof afnamen, hoe zat het dan met de abri ? Stond die op zijn grond of niét ? En als ze op zijn lap twéé huizen gingen bouwen, stond die bunker dan niet in de weg ? Met andere woorden, riskeerde hij niet dat die klootzakken, samen met de barak, óók nog de abri zouden afbreken ? De abri waar, naar hij hoopte, nog steeds zijn fortuin verdoken lag...Straks speelde één of andere proleet er nog mooi weer mee ! En dat alles terwijl hij hier lijk een onnozelaar machteloos opgesloten zat ! Miljaarde getaarde godverdomme ! Om gek te worden, zeg ! !
Bij het volgende bezoek van Jetje vroeg hij vlakaf of zij óók gehoord had dat ze van plan waren zijn barak af te breken. Op de abri maakte hij geen enkele allusie om geen ongezonde nieuwsgierigheid uit te lokken.
Ja, inderdaad, Jetje wist dat allang, maar lachte zijn bezorgdheid weg: " Da's praat voor de verkiezingen, hé jongen ! De gemeente heeft daar geen centen voor ! De plannen voor die huizen moeten nog getekend worden en dàn eerst zouden ze nog een aannemer moeten vinden ! Wat niet gemakkelijk zal gaan, want aan die goedkope woningen valt niets te verdienen hé ! Plus dat éérst die stomme abri zou moeten afgebroken worden, wat de kosten nog méér zou opdrijven ! En op de koop toe zou er naar het schijnt vergif in de grond zit...Daar blijven ze liever met hun poten van àf hé..."
Ha, nu ze er zélf over begon, kon hij moeiteloos inhaken: " Ja, aan die stomme abri gaan ze nog veel werk hebben, als die in de weg moest staan voor die nieuwbouw ! " lachte Joseph met een onnozel gezicht: " Ik dacht er vannacht juist aan dat ik dààr in zou kunnen trekken als ze mijn barak plat smijten ! Kwestie van bij mijn vrijlating toch een dak boven mijn kop te hebben...Maar staat die wel op onze grond, dat gij weet ?"
" Ja zeker...Die ligt op de linker hoek van den hof, en valt er binnen. Een haag met vlierstruiken vormde vroeger de grens in de fond, en die omvatte toen héél die bunker. Maar door al het stuifzand is het duin met de jaren opgeschoven en heeft die haag meer en meer naar de straat geduwd...Nu staan de vlierstruiken al in het midden aan de zijgevel van de abri, en zoudt ge moeite hebben nog bij uw konijnenkoten te geraken ! Maar naar het schijnt is tot nu toe alléén Steiner met zijn bouwbedrijfje min of meer geïnteresseerd om heel dat spel af te breken..."
" Steiner ?! Heeft die een bouwbedrijf, nu ?!"
" Ja, met twee man en een peerdekop ! Hij werkt met wat zwaar occasie machines van de 'Stock Americain': een drilboor en een grijpkraan...Hij heeft in de duinen van de Lac-aux-Dames al een stuk of drie bunkers opgeruimd met dynamiet, maar die stonden helemaal vrij, ver van de huizen...Toch zegt hij het vlak voor mijn deur te durven riskeren, omdat hij een nieuwe methode heeft uitgevonden die geen schade veroorzaakt in 't omliggende en veel goedkoper is dan het werk van de grote aannemers...Ik zijn eens gaan zien toen hij er elders één in de lucht liet vliegen. Hij plaatst éérst binnen in de bunker een kleine lading en metselt dan alle vensters en gaten dicht vooraleer die vol te pompen met zeewater. Dan laat hij die lading springen en héél die abri valt inéén in fijn gruis, zonder dat ge rook ziet of een vlam. Ik had verwacht dat er met een zware knal héélder brokstukken in de lucht zouden wegvliegen, maar er 'bougeerde' juist niks ! Wij, op honderd meter, voelden enkel een zware klop in de grond en dat was àl ! En toen we nadien naar 't resultaat gingen zién lag daar alleen een groten hoop natte kiezel met een wirwar van ijzerdraad ! De burgemeester was daar ook bij met ingenieurs van 'Bruggen en Wegen' en iedereen stond te gapen met zijn mond vol tanden ! Naar zijn volgende ontploffingen zijn ik niet meer gaan zien, want in feite was het een scheet in een fles ! Ge zag niks geen spektakel..."
Nu pas merkte ze dat Joseph er stil en bleek bijzat en niet eens meer leek te luisteren. Bezorgd greep Jetje zijn hand: " Wat is 't mijn jongen ? Voelt ge u niet goed ,soms... ?"
Verdomme, je zou voor mínder gaan kotsen ! Die avond begon Joseph plots de omvang van de ramp te vermoeden die boven zijn hoofd hing ! Die stomme kloot van een Steiner gaf in de duinen leuk demonstraties weg van wat ze bij de pioniersopleiding van de Wehrmacht 'Wasser-Sprengung' hadden genoemd ! Bij het dynamiteren van bunkers werd gewoon de wet van Archimedes toegepast, die iedere student in zijn eerste lessen van fysica door de strot wordt geduwd ! Hoe zeiden ze het ook weer ?
" Een druk, uitgeoefend in een gesloten vloeistofvat, verspreidt zich gelijkmatig op alle wanden..."
De Duitsers wisten dat de betonnen muren van een volle citerne moeiteloos verpulverden als ze met een snok uiteen geduwd werden. Immers beton kan weerstaan aan een enorme samendrukking, maar barst en verkruimelt als eraan getrokken wordt ! Of met andere woorden: als deze met water gevulde en onsamendrukbare ruimte plots zoals een ballon werd opgeblazen worden de wanden uitéén gerokken tot het honderdvoudige van hun oppervlakte. Dat 'opblazen' gebeurde simpelweg door middenin deze volle vloeistofkamer een kleine lading TNT te laten ontploffen. Zo'n blok vaste springstof van 1 à 2 dm3 vergrootte onder water bij het ontploffen zijn volume tot het duizendvoudige in gasvorm, en onder de plotse enorme druk van deze bol gas en de hete stoom van het water vergruisden de omhullende wanden ! Simple comme bonjour !
Maar het bijkomstige voordeel van Steiners systeem verontrustte Joseph nog het meest: door de afgedempte klap onder water werd geen breukmateriaal weggeslingerd ! Daardoor werd de beschadiging van omliggende gebouwen vermeden en kon deze werkwijze zogezegd toegepast worden in volle dorpskern. En dus zéker in de Bassevillestraat, waar de abri toch op dertig-veertig meter van de huizen stond !
Enkel tijdens zijn pioniersopleiding in Dresden had Joseph een paar keer met deze werkmethode kunnen experimenteren, maar later tijdens zijn drie jaar front nóóit meer. Waarschijnlijk heeft Steiner, tijdens zijn inzet bij het Vlassovleger, deze theorie dikwijls in de praktijk kunnen toepassen en verfijnen. Want om de explosie van de abri in de Bassevillestraat op zo'n korte afstand van de huizen met een gerust hart te durven uitvoeren, moest je wél een beetje ondervinding hebben...Of helemaal gék zijn ! Immers, alle voorwaarden moesten nauwkeurig vervuld worden, zoniet liepen in de praktijk deze experimenten vaak faliekant af ! ...En het was zéér de vraag of Steiner met zijn één-mans bedrijfje tegen zo'n mislukking verzekerd was...
Al deze mogelijke catastrofen moest hij Jetje bij haar volgende bezoek goéd voorspiegelen ! En dan kon hij ook dat gerucht over de vergiftigde grond wat aandikken ! Haar laten verstaan dat de kelder van de abri, die nu bijna volledig was onder gewaaid, vol oude gasgranaten stak...Die door te ontploffen, wel eens het halve dorp konden doen stikken ! Bij het woord 'mosterdgas' moest je voor die mensen daar verder geen tekeningetje maken !
Hopelijk kon hij met al deze rampscenario's Jetje nog tijdig de stuipen op het lijf jagen. De tam-tam zou dan wel de buurt voldoende mobiliseren tegen de roekeloosheid waarmee Steiner met zijn springstof niet alleen haar eigen woonst kon kraken ,maar met het giftgas ook het hele dorp bedreigde ! En beroering genoeg veroorzaken om 'zijn' abri voorlopig te redden... Of om die afbraak tenminste lang genoeg tegen te houden, tot hij er na zijn vrijlating de schat kon opgraven !
Dat was het énige wat hem nog recht hield: zijn schat ! En als zijn opzet onverhoopt niét moest lukken, mochten voor zijn part al die koppige klootzakken van zijn vroegere dorp stikken lijk beesten ! Hij had ze verwittigd: méér kon hij niet doen ! Door hem hier in de bak te steken, hadden ze meteen hun eigen doodsvonnis getekend. Eigen schuld, dikke bult !
De volgende dagen blééf hij maar geobsedeerd verder broeden op de gevolgen van de gasramp die zijn dorpelingen boven het hoofd hing. Want dàt de kelder van de abri vol Yperiet stak, daarvan geraakte hijzélf meer en meer overtuigd. Vroeger had hij gewoon met dit idee gespeeld en de besmetting van zijn konijnen en die van de piloot Bolton losjes op één hoop gegooid met de 'Rode Pest' van kleine Dré Trotsaert ,jàren voor de oorlog. Daaraan had hij destijds, in één moeite door, de geheimzinnige dood van die Lowietje Maenhout en zijn pestkop Roger De Ceuster geknoopt...
Maar nu begonnen ook de onheilsverhalen van Jupps vriend Ferdi door te dringen. Die had het steeds over 'zijn' gasgranaten, die in 1917 de Britse landing op de kust van Westende in de kiem zouden gesmoord hebben...Dat waren speciale chemische obussen, die niét zoals gewone mosterdgas reageerden met de zuurstof van de lucht, maar énkel met dat van de zee...Water bevatte immers ook voor éénderde zuurstof. Als die gasobussen afgevuurd werden naar de naderende vloot en de duo-containers zouden er openspatten in de golven, dan ontstond er plots een gaswolk die de bemanningen van die schepen onmiddellijk zou doden...
Dààr zat dus de knoop: een vermenging met zeewater zette de chemische reactie van Ferdi's gasgranaten in werking...En het systeem van die stomme Steiner stond of viel met het volpompen van de dichtgemetselde bunkers met...jawel: zeewater ! Dus als het toeval nu wil dat in de kelder van zo'n abri een hoop van Ferdi's gasgranaten liggen te roesten, en het genie Steiner laat daarboven een citerne zeewater ontploffen...Hij moest er niet aan dénken
Het kleinste kind begreep dat hier A plus B samen de Apocalyps veroorzaken, het einde van de wereld ! ...
Het uurtje bezoek van tante Jetje was als een flits voorbij gevlógen ,maar had hem de twee volgende weken wél goed bezig gehouden. Was hij nu zót aan 't worden ,of hoe zat dat ?! De beantwoorde vragenlijst ,die zij hem over de reftertafel sluiks had toe geschoven ,had het mysterie van Leons verrijzenis nog eerder verduisterd dan het er opheldering in bracht. Akkoord ,alle antwoorden klopten ,en de briefschrijver had zelfs de oude versleten moppen ,waarmee hij zijn jonge broertje destijds op hun scheerzolder zo diklwijls had gejend ,daarin verwerkt. Die kennis kon hoe dan ook énkel van Leon afkomstig zijn...
Zo beantwoordde 'Jos Maes' de strikvraag "hoe heet de jongste zuster van uw eerste lief ?" met de sneer :" Holgaatje had enkel twee pestkoppen van broers ,Roland en Robert !" Zo stond het er :Holgaatje ! Terwijl het kind in feite Olga Erte had geheten. Maar tijdens hun vertrouwelijke fluistergesprekken in bed op hun scheerzolder had Joseph het kalverliefje van zijn broer steeds plagend 'Holgat' genoemd ,of 'Hholgàààtje' ,met een fel aangeblazen Westvlaamse 'Haa'...Zo'n gebrek aan respect vanwege je oudere broer ,hoe mild de spot ook bedoeld was ,schreeuw je toch niet van de daken ! Zoiets zou Leon nooit aan een vreemde verteld hebben...
Ook de categorische verklaring van Penny verplichtte Joseph tenslotte er zich met zijn verstand bij neer te leggen dat de briefschrijver inderdaad énkel zijn gesneuvelde broer Leon kon zijn ,en dit epistel een bericht uit het hiernamaals...Spoken lijden een apart leven ,wordt er altijd gezegd : misschien had hij hier wel met iets soortgelijks te maken. Want hoe hard hij ook probeerde zich voor te stellen dat Leon 'ergens' - ver in een tropisch oerwoud of tussen een hoop exotisch vrouwvolk - aan een tweede leven zou zijn begonnen ,met zijn gemoed kon hij er absoluut niet bij. In zijn hart en zijn herinneringen was Leon dood en begraven :Friedhof Steglitz ,Grube drei ,weet je nog ? Rijkelijk bestrooid met bluskalk en ondertussen waarschijnlijk compleet in het niets opgelost... En moest er in zijn leven nog ooit een tweede Leon opduiken ,dan kon dat niet ànders dan een wildvreemde zijn, iemand die met Josephs jeugdherinneringen niet de minste uitstaans had...Dus " Schluss !" zouden de Duitsers zeggen.
Maar zó gemakkelijk raakte hij het spook van zijn broertje niet kwijt !
Want de week daarop bracht Florizone hem een bezoek ,zogenaamd om zijn ereloon te bespreken. De koers van het goud was volgens zijn zeggen het laatste jaar met bijna de helft gezakt ,en van de oorspronkelijke waarde van die twee 'Fredericks' - toén 5.000 Belgische frank - bleef er nù slechts een povere 2.600 frank over ! Dat vergoedde nauwelijks zijn ereloon ,maar dekte natuurlijk de bijkomende kosten niet die hij had moeten doen om de heren Bolton en Birnbaum internationaal op te sporen en te overhalen om op het proces te getuigen...
" Bon ,wat moet dat dan kosten ?" vroeg Joseph korzelig:" Akkoord als ik je koersverlies bijpas ?"
" Daar komt het zo ongeveer op neer ,ja..."
" Goed. Helemaal zuiver op de graat kan ik dat niet vinden ,want bij de aanvang van ons akkoord had je voor die munten het volle pond kunnen krijgen...Maar okee ,ik zal Tante Jetje zeggen u bij de eerste gelegenheid die ontbrekende 2.400 frang te overhandigen...Tenslotte mag ik niet klagen over het resultaat van uw inzet..."
" Dat dacht ik ook." meesmuilde Florizone.
Even viel er een stilte. Toen nam Joseph de draad weer op :" Hoe is dat feitelijk afgelopen met die Brian Bolton ? Nog iets gehoord over de kosten van zijn begrafenis ? Moet ik daarvoor nog een factuur verwachten ?"
" Neen ,alles is door de Britse ambassade geregeld."
" En hoe is het mogelijk dat hij hier zo ineens doodstuikt ? De spanning van de reis misschien ? Ik vond dat hij er tijdens het proces al heel slecht uitzag..."
" Ja ,die man was al lang doodziek. Maar tóch wilde hij persoonlijk komen getuigen uit erkentelijkheid voor de inzet van uw moeder tijdens die week dat hij in uwen abri ondergedoken zat. En vooral uit schaamte dat hij met zijn roekeloze poging om de bezetters een neus te zetten door terug in Engeland te geraken in feite verantwoordelijk was voor de verdrinkingsdood van uw nonkel René. Van dat drama heeft hij vroeger nooit iets geweten...Maar toen ik hem dat schreef om hem wat onder druk te zetten ,is hij compleet omgeslagen en wou mordicus zélf komen getuigen om zijn fout goed te maken. Een échte stijfkop ,die vent !"
" Heeft hij ook details gegeven hoe die vlucht destijds feitelijk verlopen is ? Want wij hebben énkel uit tweede hand de versie gehoord die hij aan de Duitsers verteld heeft bij zijn gevangenneming. Dat hij zogezegd bij een verkenningsvlucht langs de kust door de Flak neergeschoten werd en in zee terecht kwam. En dat hij na een tijdje zwemmen op dat scheepswrak is kunnen klimmen om vandaar met een spiegel de aandacht van een patroeljeerende Duitse snelboot te trekken...Zoiets in dien aard heb ik destijds gehoord van de Duitse vrijer van mijn moeder..."
" Enkel dat van die snelboot klopt. Bolton heeft mij ZIJN waarheid verteld ,maar wist toen nog niets van de dood van uw nonkel René...Volgens hém zijn zij getweeën ,toen schipper Titteca hen van op de vissersboot "Astrid" loste op een paar mijl buitengaats van De Panne ,gedurende tien uur met de kano noordwest de zee opgevaren. In het begin was het mistig kalm ,maar in de late namiddag klaarde het op en kregen ze steeds straffere wind op kop. Tijdens de nacht hebben ze de kano noodgedwongen mee laten drijven met de storm ,en kregen steeds meer buiswater binnen. Bij het krieken van de dag zagen ze dichtbij de bovenbouw van een scheepswrak boven de golven uitsteken ,dat René direct herkende als de 'Yucon Gold' op de zandbank voor Oostende."
" Ja ,de 'Yucon Gold' ,die naam zegt mij iets..."
" Ze zijn er met hun laatste krachten in geslaagd langszij te komen ,er op te kruipen en de halfverzopen kano op de brug te trekken. Ze waren van plan in die stevige beschutting een paar dagen kalmer weer af te wachten en het dàn opnieuw te wagen. Maar in de namiddag merkten ze een scheurtje in de huid van de kayak. René kon dat voorlopig herstellen met wat zeildoek en teer die ze op de 'Yucon' vonden. Maar Bolton begreep dat dit de belasting van twee personen nooit zou houden gedurende een zware , geschatte vaart van zesendertig uren. Daarom besloten zij dat René de volgende nacht alleen terug zou peddelen naar Nieuwpoort om een deftige herstelling uit te voeren - dat was maar vijftien kilometer - en de nacht nadien terug te komen met meer eten en drinken..."
" Onder de neus van de Duitse kustbewaking ?!..."
" Ja ,René betrouwde er op dat zo'n grijs-blauwe kano 's nachts ongemerkt de haven van Nieuwpoort kon invaren ,en er na de herstelling ook de volgende nacht weer sluiks wég kon geraken. De 'Yucon' in het donker of de eerste klaarte terugvinden leek hem geen probleem ,omdat hij al een jaar lang bijna dagelijks tot vlaknaast dat wrak had gevist. Wat er ook van zij ,toen Brian Bolton hem die avond afduwde ,straalde René van zelfvertrouwen. Nadien heeft hij hem nooit meer teruggezien..."
" Mijn nonkel is ook nooit meer terug in Nieuwpoort geraakt. Een week na zijn vertrek is zijn lijk op het strand van de Krokodiel aangespoeld...Mét een reddingsvest van de 'Yucon Gold' aan ,wat indertijd voor héél wat vraagtekens heeft gezorgd !"
" Ja ,die hadden ze op de brug van dat schip gevonden ,omdat de bovenbouw ervan altijd ver boven de golven uitstak. Bolton heeft dààr nadien drie-vier dagen op René gewacht en op het laatst dat wrak onderzocht op eten en warme kledij. Hij vond er wél een paar dikke overals maar geen eten en de mosselen in het ruim smaakten naar olie. Hij denkt dat hij dààr die vergiftiging heeft opgelopen. Want later is gebleken dat het wrak vol oorlogsmunitie stak ,en meer bepaald granaten mosterdgas...Het was hem wél opgevallen dat in het overstroomde ruim dezelfde stank hing als in het kleine kamertje van uwen bunker ,waar hij juist voordien een dikke week had geslapen..."
" Ja ,ik heb altijd gedacht dat hij in onze abri die ziekte had opgedaan. De Duitsers vertelden namelijk dat ze in de oorlog van '14-'18 alle bunkers in onze duinen gebruikten om hun Yperietobussen te stockeren. Daar zijn bij ons in de buurt dikwijls onverklaarbare sterfgevallen voorgevallen van kinderen die er in speelden en zelfs grote mensen die er te lang in verbleven...Jupp ,de vrijer van mijn moeder ,onder andere ,en nog twee vriendjes van Leon. En onze konijnen ,die wij in de abri kweekten ,zijn ook twee keer plots allemaal samen gecreveerd..."
" Bon ,wat er ook van zij :Bolton voelde zich op de 'Yucon' al langer hoe zieker worden ,en na een week is hij begonnen met een spiegel noodseinen uit te sturen naar de schepen op den einder...Het resultaat weet ge : opgepikt door een Duitse snelboot en krijgsgevangen in Duitsland. Wegens zijn ziekte werd hij uiteindelijk door het Internationale Rode Kruis via Zweden uitgewisseld tegen zieke Duitse krijgsgevangenen en is zo in '43 terug thuis geraakt...Maar héél de oorlog heeft hij gedacht dat uw nonkel René hem in de steek had gelaten..."
" Zomaar ? Zonder enig bewijs ?...Da's nogal proper hé !" sneerde Joseph :" Was er nóg iets ?"
" Ja ,twee zaken :Bolton vertelde ook dat hij bij zijn laatste zoektocht naar eten onderdeks plots massa's geraamtes van soldaten had gevonden ,terwijl het schip bijna geen bomschade vertoonde...Dus zijn die mannen waarschijnlijk gestikt door een paar gescheurde gasgranaten. Maar al het volk dat bovendeks in die giftwolk versmachtte , werd natuurlijk door de winterstormen van '40 overboord gespoeld. Na de vondst van al dat gebeente in het ruim was zijn honger al met ééns over ! Dat is volgens hem de ware reden waarom hij absoluut van dat wrak wég wou en met zijn gevonden spiegel op de brug als een razende begon noodsignalen rond te flitsen naar die zeldzame schepen op de horizon !"
" Dus heeft hij waarschijnlijk tóch op dat wrak zijn ziekte opgescharreld ?"
" Mogelijk ,maar er is méér ! Vlak na de bevrijding is de Britse Navy begonnen met het lichten van de lading munitie uit dat wrak ,terwijl ze de vele àndere gezonken schepen in de buurt ongemoeid lieten...De Nieuwpoortse vissers vonden dat verdacht ,omdat ze uit de omgeving van de berging werden geweerd ,maar zouden wél gezien hebben dat de bergingswerkers allemaal gasmaskers droegen. Daardoor is het verhaal ontstaan dat de Britten inderdaad die granaten met mosterdgas sluiks aan 't ophalen waren ,een munitie die door de conventie van Genève verboden was... Misschien hielden de Britten in '40 die smeerlapperij achter de hand tegen dat den Duits weer met Yperiet zou beginnen op het Westelijk front...Maar of dat allemaal wel wààr is valt nu niet meer te bewijzen..."
" En zeggen dat Leon in mei '40 ,bij de ontruiming van de Engelsen uit de zak van Duinkerke ,met de 'Astrid' vlak nààst dat schip is komen te liggen ! De Pylieser moest de tommy's met zijn vissersboot van het strand naar de 'Yucon' voeren ,dieper in zee. Maar toen dat plots gemitrailleerd werd door Duitse jachtbommenwerpers van de 'Luftwaffe' is de Pylieser er rap terug naar Nieuwpoort vanonder gemuisd !
" Wat ook vreemd is aan de schipbreuk van de 'Yucon' zijn de verhalen dat een schip boordevol geëvacueerde tommy's zonder merkbare averij stuurloos strandt op de Oostendebank...Waarschijnlijk zijn niet alleen de passagiers ,maar ook de bemanning tijdens de terugreis gepakt geraakt door het gas ,waardoor het schip al rap stuurloos afdreef..."
" Bon !" besloot Joseph :" We hebben genoeg lijken ! Kunt ge niet iets vrolijkers vertellen ?"
" Ja ,ik breng ook goéd nieuws hé ! Men vroeg mij u deze brief uit China te bezorgen...Afkomstig van uw broer ,naar het schijnt ,al dacht ik dat ge mij verteld had dat die jongen gesneuveld was in Berlijn..."
" Voor zover ik wist ,wàs dat ook zo ! Ik heb daar zijn graf bezocht. En ik heb het een beetje moeilijk met sprookjes over verrijzenis en dergelijke !"
Toen rinkelde de bel voor het "Einde Bezoek !"
Maar sprookje of niét ,hoe méér hij de volgende dagen de brief ook herlas ,hoe méér hij gaandeweg een paar van zijn zekerheden verloor ! Er was geen twijfel meer mogelijk :die moést wel van Leon afkomstig zijn...Zó stond er :
Beste Broer Joseph ,
Ik laat 'Fredje Bonheure' deze brief schrijven voor redenen die gij kent ,maar met mijn antwoorden op uw vragenlijst heb ik u ondertussen waarschijnlijk wel overtuigd dat ik zijn wie ik beweer te zijn. Gezond en wel , al hangt ons leven hier dikwijls aan een dun draadje.
Nancy liet ons weten dat ik volgens u gesneuveld zijn in mei '45 ,en begraven in Berlijn. En volgens tante Jetje versmoorde ik in de Geul een half jaar voordien bij de bevrijding van Westende ,en lig ik begraven op het kerkhof van Nieuwpoort ! Maar ge ziet :lijk een kat moet ik minstens drie levens hebben !
Bij het laatste nieuws dat ik u van het Oostfront stuurde lagen wij aan de Oder. Ik kreeg daar een schampschot in mijn kop en werd door Schwester Monika ,uw oud lief ,afgevoerd naar een noodlazaret in Berlijn. Bij het laatste straatgevecht daar heeft die Hollandse jonker van de Nederlandse SS-Kulturstelle ons lazaret daar uitgekamd en wie nog op z'n poten stond ingezet op een weerstandsnest in Steglitz ,hoog boven een apoteker :ik ,Monika en Gust Tierentijn. Wij waren vast akkoord om daar samen te sterven ,en Monika wilde zéker niet levend aan die beesten ten prooi vallen. Maar een T-34 heeft héél dat huis met een paar rake schoten doen instuiken ,en àl wat ik verder weet is dat ik ,samen met de volledige vierde etage ,mee naar beneden zijn gezakt ! Toen ik weer wakker werd ,zat ik in een holte tussen de zoldervloer en de dakspanten ,en zijn daar een paar dagen in die puinhoop blijven schuilen tot het laatste krijgsgewoel was overgedreven. Beneden vond ik dan genoeg eten en burgerkleren. Op een goede morgen zijn ik naar buiten gestapt en zijn ik mij bij de vluchtelingenstroom gaan aansluiten. Ik papte er rap aan bij een onbekende vrouw met een kind. Gedrieën wilden wij gaan schuilen bij u thuis in Dahlem ,maar dat lag verlaten en helemaal in puin. Dan zijn wij maar ingetrokken in de lege villa van Ward Hermans op 't einde van de straat. Door al wat we daar vonden te verlappen hebben we het daar twee maanden volgehouden tot aan de komst van de Amerikanen. Op een 'Tauschmarkt' hebben die mij tenslotte aangehouden en na veel vijven en zessen overgedragen aan een Franse recruteur van het ‘Légioen étrangère’. In het verzamelkamp van Metz - in Frankrijk - trof ik er ook 'Fredje Bonheure' aan die mij zei dat hij u nog gesproken had ,een paar dagen voordien in kamp Adlershorst ,bij die blonde pokkenhoer Hélène ,maar dat gij liever thuis in 't gevang vloog dan nog langer soldaatje te spelen. Ik koos juist anders om. Samen met 'Fred' zijn wij dan vertrokken ,over Marseille en Sidi-bel-Abès in Algerije naar Saigon van de Indochine.
Maar nu wij hier in de stront zitten ,vragen wij ons af ofdat wij wel de goede keus hebben gedaan. Het kan hier met die gele rotzakken van tijd stijf stinken ,en ook de harde disciplien van 't legioen begint ons ferm de kloten uit te hangen. Maar ik zit hier nog voor drie jaar vast ,juist gelijk gij daar in Brugge, naar ik verneem. Maar gij krijgt nog iedere dag eten ,en wij moeten onze fret stelen van de rijstkakkers. Al 't jonkvolk uit de dorpen hier zit ondergedoken bij de Chinezen ,alleenlijk d' ouwe zijn gebleven ,samen met heel zwermen blote kinderen !De resterende wijven zijn meestal ziek met rotte tanden ,en tetten hebben ze omzeggens ook al niet ,wat ze er niet bijverteld hebben toen wij tekenden bij "la Légion" voor onze vijf jaar !
Enfin ,tegen dat gij vrij komt ,hopen wij oprecht aan uw poort te mogen staan ,samen in goede gezondheid. Dit wenst u ,uw liefhebbende broeder
Alias 'Jos Maes' !
P.S. Hartelijke groet van Penny ,pardon ,de 'Fred' !
Inderdaad ,dien uitleg over Leons laatste dagen in Berlijn kon kloppen. De twee lijken die hij in de trapzaal op de vierde verdieping van de apotheek had gevonden waren dus Monika en een zekere Gust Tierentijn geweest... Zelfmoord ,heel begrijpelijk...Maar waarom die 'Gust' dan in 'Grube Drei' begraven werd onder de naam van Leon Petré ,moest zijn herrezen broertje toch eens uitleggen ! Zo 'n fout maken was niéts voor de duitse administratie. Plus het feit dat Joseph het dagboek van Leon en andere persoonlijke bezittingen destijds terugvond in de broodzak van een zeker 'Van Rennen' ! Een broodzak is toch het lààtste wat een soldaat achterlaat ! Tenzij natuurlijk die ‘Van Rennen’ een tijdje voordien gesneuveld was en Leon diens broodzak erfde om zijn persoonlijke spullen in op te bergen ?...Wie zal het zeggen ?...
En al-bij-al verdomme : wie maalt daarom ?
Maar het feit dat Leon nog leefde moest hij nu wél aanvaarden !
De sfeer zat meteen goed ,als je doof was ! Al bij de inboeking in de administratie van de gevangenis als "entrant" had het er tegen gezeten: waar moesten ze in godsnaam blijven met een zwaar invalide logé-op-één-been ?! In al de zijvleugels van het complex lagen de cellen, waar ze desnoods nog een veroordeelde bij konden duwen, op de eerste of de tweede verdieping. Maar een kreupele kon je nu toch moeilijk die ijzeren trappen opjagen, hé ! En zijn krukken mocht hij sowieso niet meenemen in de cel: véél te gevaarlijk voor de cipiers !
Na veel vijven en zessen hadden ze hem tenslotte dan maar op het gelijkvloers in de infirmerie gestopt. "Ten voorlopigen titel ! " had de chef schoorvoetend toegegeven, tegen beter weten in: " Die charels van de krijgsraad peinzen zeker dat wij van de vuilkar zijn ! " En voor alle zekerheid hadden ze hem eerst maar eens grondig ontluisd en door de douche gejaagd tot hij blonk als 't kinneke Jezus.
Ook op de ziekenzaal werd hij allesbehalve hartelijk ontvangen. De twaalf bedden waren allemaal belegen. Als dertiende zou hij ofwel op een 'paillasse-par-terre' moeten slapen de eerste nachten, ofwel één van het dozijn 'carottetrekkers' wegdrummen, terug naar die rotcel daar boven. En de volgende morgen wàs het al zover: na het doktersbezoek mocht er een ancien zijn boeltje pakken... Weliswaar onder luid protest, maar zonder veel morele steun van de collega's, die al blij waren dat zíj aan de hakbijl waren ontsnapt. Een half uur later was Joseph de nieuwe eigenaar van 's mans bed bij het venster, zeg maar de beste van de zaal...Met twee propere lakens en heel de bataclan ! En er bovenop kreeg hij nog een smalle hoge kleerkast van het leger, ook al bezat hij voor het ogenblik nog niets om erin te hangen...Toen de verpleger zelfs een handje toestak om de ene pijp van zijn pyamabroek hoog op te spelden, wist Joseph dat hij het hier goed zou kunnen uithouden ! Hopen maar dat dit mooie liedje nog een tijdje kon blijven duren...Alhoewel , een héél jaar ?...
Het vroeg een paar dagen voor hij werkelijk contact kreeg met zijn kamergenoten, maar na een week was het al Sooi, Pol, Twanne en andere Charels wat de klok sloeg. Zo vernam hij al vlug dat er geen vrouwen in de buurt rondliepen: niks dan mannen...Ook dat er in feite drié ziekenzalen waren. In de zijne werden de fysieke gekwetsten verzorgd met sneden, botbreuken en brandwonden. De zaal links herbergde de zogenaamde 'bassers' (Westvlaams voor 'hoesten lijk een hond') met hun inwendige ziekten, vooral T.B.C...En in de rechtse zaal zaten de 'zotten' en de zelfmoordenaars, kortom iedereen die een vijs los had staan. In zijn eigen groep was de verloop jammer genoeg het grootste: wiens wonden genezen waren vloog zonder pardon terug naar de cel, maar uit de twee àndere afdelingen werd zelden een patiënt levend gelost...Enkel onder een laken met de voeten vooruit...
Ook al verwachte hij niet dat z'n poot er met de tijd weer zou aangroeien en z'n invaliditeit zou verdwijnen ,toch vreesde hij dat zijn verblijf hier in de paradijselijke infirmerie maar van korte duur zou zijn. Daarom was hij vast besloten te genieten van elke seconde. In het kamp was het overal ijskoud geweest, hier voelde het soms warm genoeg aan om even in pyjama rond te lopen. In Sinte Kruis kon je op de duur dat rotte vreten bijna niet meer door je strot krijgen - altijd die gerstepap met gekapte koolblaren ! - terwijl hij hiér op die paar dagen al drie verschillende soepen met stoofvlees had gekregen, lekker dik ! En brood à volonté, mét confituur ! Neen, van honger zou hij hier niet omkomen ! Maar aan het verblijf in de infirmerie zat één groot nadeel vast: je kon niet naast de plakkaten met "Défense de Fumer-Verboden te Rooken" zien ! En wie het op het w.c. tóch waagde, zette zijn verder verblijf in dit paradijselijk oord sterk op de helling...
De dokter had al bij het eerste onderzoek gesnopen dat Joseph in feite geen verzorging nodig had, en tijdens zijn verblijf hier best een handje kon toesteken. Bij de paperasserij, bijvoorbeeld hé ? Met een diploma van ‘Hoger Middelbaar’ kon dat geen probleem zijn...Voor Joseph niet gelaten, natuurlijk: alles wat zijn statuut hier een beetje kon verstevigen was mooi meegenomen ! Hij kreeg er zelfs nog een rolstoel bovenop !
Maar zoals iedereen keek hij wél uit naar nieuws uit de buitenwereld. Ook al gonsde de gevangenis van allerlei geruchten - en zéker in de infirmerie waar ze zo vrij konden rondlopen en babbeltjes slaan - toch wist iedereen dat die vertelsels dikwijls gewoon uit de duim waren gezogen, of minstens ferm aangedikt. Ze waren dan ook meer bedoeld om de patiënten geestelijk alert te houden of om uit te vissen hoe de anderen er over dachten. De laatste kwakkel beweerde dat koning Leopold, bij zijn terugkeer uit ballingschap op de troon, onmiddellijk een algemene amnestie zou uitvaardigen ten gunste van de politieke gevangenen.. Maar vreemd genoeg kon geen enkele advocaat van de veroordeelden dit hoopvol bericht bevestigen, wat er toch op wees dat die heren minder alwetend waren dan ze zich wilden voordoen !
Joseph kon aan zijn advocaat niet vragen wat daar van ààn was, want hij had Florizone sinds de veroordeling niet meer gezien. Misschien wou die even de druk opvoeren om zijn ereloon uitbetaald te krijgen ? Joseph had toch van bij de aanvang laten verstaan dat hij het honorarium zonder moeite kon vereffenen, al was het dan via tante Jetje...Die wist dat zijn vermogen in Franse en Belgische bankbriefjes in de holte van zijn kunstbeen verborgen zat. Eén seintje van hem en dat probleem was van de baan hé ! Dààrvoor hoefde Florizone niet moeilijk te doen !
Maar hij vond wél dat die meneer dat vonnis minstens even kon komen uitleggen, ook al had Joseph hem reeds op de avond van de uitspraak gezegd zéker niet in beroep te willen gaan...Stel je voor: binnen nauwelijks een jaar was hij weer een vrij man, en kon hij gaan en staan waar hij wou ! Bij voorbeeld zijn barak in Westende weer betrekken: prachtig gelegen om op zijn gemak die goudschat van Jupp uit de abri op te graven ! ...Of zelfs zonder belemmering eventueel terug naar Erika Deutinger trekken in Porz: eens testen of dat lekker mokkel nog vrij was... Alhoewel, zoals die 'Konrad' – alias Gustave Noël-Dieudonné of hoe die kerel ook mocht heten - daar nog steeds rond haar vodden draaide, kon een voortzetting van zijn relatie met Erika wel eens problematisch worden...En mocht dat zo zijn, kon hij het jonge koppel altijd even een flitsbezoek brengen, al was het énkel maar om daar zijn stock juwelen te recupereren die dat blonde mokkel hier was komen pikken !...Want die geit dacht toch niet dat ze hem eventjes een dikke honderdduizend frank lichter kon maken, hé, zónder dat hij haar stevig aan de oren ging trekken ?! Alhoewel: op de rechtbank was er in het vonnis sprake geweest van zes jaar 'verlies van burgerrechten': zou dat ook inhouden dat hij geen reispas meer kon krijgen ?...Verdomme, waar bleef die kloot van een Florizone toch ?! Die werd toch betaald om dergelijke vragen te beantwoorden, hé !
Al deze problemen wemelden door zijn hoofd, telkens hij zich overdag mentaal van zijn omgeving probeerde af te sluiten. En vooraleer écht in te slapen verloor hij zich 's nachts in de meest bizarre oplossingen...Het was dan ook een hele opluchting toen de verpleger hem op een donderdag verwittigde dat zijn verdediger hem opwachtte in de verbandruimte, die ook als privé-spreekkamer werd gebruikt voor de niet-ambulante patiënten...
" Gij komt uw rekening presenteren, zeker ?" viel Joseph hem bij de begroeting abrupt in de rede: " Met al die getuigenissen ten mijnen gunste heb ik het u ànders wél héél gemakkelijk gemaakt om 't proces te winnen hé ! "
Maar Florizone viel direct op zijn pootjes: " Meneer Petré, had ik al die moeite niet gedaan om die vage getuigen van u uit het verleden op te vissen, dan had ge met de beste advocaat nog altijd vier volle jaren hechtenis aan uw been gekregen ! ...Heu, bij wijze van spreken..",voegde hij er wat gegeneerd aan toe ,met een sluikse blik op zijn opgespelde broekspijp.
Joseph glimlachte sarcastisch: dat éne been van hem begon langzamerhand een sterk moreel wapen te worden ! Tenslotte had het hem al een prinsenbed bij het venster van de infirmerie bezorgd, om nog te zwijgen over de strafvermindering van minstens één jaar die hij aan een medelijdende krijgsraad had te danken ! Voortdoen zo !
" Ten andere, "vervolgde Florizone zijn aanval: " Ge weet het misschien nog niet, maar meneer Bolton is na zijn getuigenis in de gang van het gerechtshof ingestort en kort daarop overleden ! Dat heeft nog aardig wat voeten in de aarde gehad om zijn stoffelijk overschot naar zijn vaderland over te brengen, weet ge ! "
Als schot voor de boeg kon dat tellen. Door de schok raakte Joseph helemaal van zijn melk en hoorde maar half wat de advocaat daar nog allemaal over vertelde. Wél begreep hij dat Florizone de Britse ambassade had kunnen inschakelen en dat die voor de verdere afhandeling had gezorgd, ook financieel...Hij verwachtte dus niet dat de kosten aan Joseph zouden worden doorgerekend, hoogstens wél aan de Belgische Staat.
"Al kan dit administratief monster zich later in het slechtste geval nog altijd tegen ons keren..."
Joseph schoot verontwaardigd wakker: " Zeg, wat een schande ! Dat de heldhaftige geste van die mens om het recht te doen zegevieren moet uitdraaien op een ordinaire discussie over centen ! Moest ik bij mijn geld kunnen, ik betaalde dat verdomme direct uit mijn eigen zak ! "
" Hey stop ! Vergeet dat maar ! Zo'n begrafenis met een zinken kist kost een fortuin ! Daar zoudt ge de rest van uw leven voor mogen afbetalen ! " Dit scheen Joseph inderdaad wat te kalmeren.
"Maar 't is niet dààrvoor dat ik hier gekomen ben." vervolgde Florizone: " Gezien wij niet in beroep zijn gegaan, is tien dagen na de uitspraak het vonnis nu definitief. Ik neem aan dat wij tevreden mogen zijn met die afloop. Ge krijgt dus vier jaar gevangenis, waarvan drie voorwaardelijk wegens verzachtende omstandigheden. Die slaan enerzijds op uw jeugdige leeftijd, en anderzijds op uw humane tussenkomsten die het leven gered hebben van drie door de vijand vervolgde personen. Drie, dat wil zeggen dat de krijgsraad ook de redding van de heer Steiner aan de Wolchov in rekening heeft genomen...Dit doet mij bijna denken aan opgezet spel van de substituut, die zijn eigen getuige dingen heeft laten vertellen die onze zaak ten goede zijn gekomen ! Maar hoe dan ook, ten laatste op 30 maart 1948 komt gij vrij, en misschien zelfs vroeger, wegens goed gedrag..."
" Zoiets had ik ook al berekend, "onderbrak Joseph dit zegebulletin: " Maar hoe zit dat met die zes jaar 'verlies van burgerrechten' ? Kan ik dan in die periode nog een reispas krijgen ? Want nà mijn vrijlating zou ik zo rap mogelijk naar Duitsland moeten om een geldkwestie te regelen, en misschien blijf ik daar wel aan een vrouw plakken, wie weet...Hoe zit dat ?"
" In elk geval: wie geen burgerrechten heeft, krijgt geen reispas, zo is de toestand nù ! Maar tegen dat ge vrij komt kunnen we wel een verzoekschrift indienen, en zéker winnen moest ge van plan zijn daarna niet meer naar het vaderland terug te keren...Ze zijn u blijkbaar liever kwijt dan rijk...Maar dat is zorg voor later ! Voor het ogenblik moeten wij zien dat ge deze strafperiode zo goed mogelijk doorkomt. Ik neem aan dat deze opname in de infirmerie u nogal bevalt, maar hoe lang die gaat duren hangt af hoe braaf, opgewekt en dienstwillig ge zijt. Met een humeur als vandaag staan uw kansen slecht, ik zeg het u maar beter vlakaf. Zohaast ze de minste agressiviteit bespeuren hebt ge er gelegen ! Gebruik dus uw gezond verstand! ...Bon, mijn tijd zit er op...Madame Georgette Neuville vroeg om volgende donderdag op bezoek te mogen komen...Geen bezwaar ?...Okee dan: houdt u goed ! "
Tante Jetje ? Wat zou dié hier komen doen ? Toch geen pakje boterhammen komen afgeven, hé ! Dat zou echt iets voor haar zijn !...Of een taart met een vijl in ! Nee-nee, die wilde natuurlijk weten wat ze met het geld uit zijn prothese moest aanvangen...En dan kon hij meteen eens uitvissen wat er juist gebeurd was met die schouw op Marie's slaapkamer in de 'Stella Maris', en een nauwkeurige beschrijving vragen van die haastige, jonge Duitse toeriste...Een week huren, en na één dag al terug wég: daar klopte iets niet ! Maar vooraleer hij Erika het mes op de keel zette, moest hij er natuurlijk helemaal zéker van zijn dat die brutale teef er inderdaad met zijn juwelenstock vandoor was ! Want mocht dat niét zo zijn, moest hij opletten dat hij met te nadrukkelijke vragen Jetje - of erger nog, Rachel - niet op leuke gedachten zou brengen...Die waren ook niet op hun kop gevallen hé !
De eerste week vloog om. Zo, nog hoogstens vijftig te gaan...En terwijl hij voortdurend overwoog of hij misschien beter een brief zou schrijven naar dat kreng in Porz, twijfelde hij over de juiste aanpak. Al stond één ding vast: hij moest laten verstaan dat hij kortelings vrij zou komen, zonder te specifiëren wanneer ! En hij mocht niet meer zo stom zijn als in zijn eerste epistel, waarin hij verklapt had dat hij voor jàren vast zat ! Dat was natuurlijk haar vrijkaartje geweest om ongestoord in haar eentje het initiatief voor de 'goldrush' te nemen, goed wetend dat ze van zijn kant voorlopig geen weerwerk moest vrezen !... Of, béter nog: hij moest zéker laten uitschijnen dat hij de goudschat in de abri reeds gerecupereerd hàd. Zoniet zou zij de volgende vakantie wel eens met een grote spade terug naar Westende kunnen komen, de feeks ! En verdomme niét om kleine zandkasteeltjes op het nat strand te bouwen, maar om diépe putten te graven! En niét in 't fijn zand langs de branding ,maar in zijn abri ,verdomme !...Doch eerst eens zien wat Jetje over het flitsbezoek van Erika te vertellen had...
En wàt Jetje hem die donderdag te vertellen had, was zekers niet niks ! Om haar op bezoek te ontvangen moest hij met zijn rolstoel naar de refter, want enkel de niet-ambulante patiënten van de infirmerie kregen visite van hun familie aan hun bed. Het was druk in de zaal en het duurde even vooraleer hij haar in het gewoel van blèrende of spelende kinderen gevonden had...
Jetje pinkte een traan weg, maar beweerde toch dat hij er goed uitzag. En zou hij niet gemakkelijker rondlopen met zijn kunstbeen in plaats van met die onhandige invalidenkar overal tegen te botsen ?
Maar Joseph zei kortaf: " Tante Jetje, zwijgt daarover ! Zolang ik hiér zit mag er geen sprake meer zijn van die poot ! Moesten ze hier te weten komen dat ik een beenprothese heb, dan moet ik die aandoen en vlieg ik met mijn klieken en klakken buiten uit de infirmerie ! En dan is't voor eeuwig gedaan met het schoon leven...Nee-neen, houdt gij die poot maar stillekes bij, totdat ze mij lossen: normaal binnen vijftig weken, bij goed gedrag...Ten andere, mijn centen zitten erin verstoken, dat weet ge...En ik heb aan Florizone laten verstaan dat hij de afrekening voor al zijn moeite maar aan u moet geven: dat gij dat wel voor mij gaat betalen...Misschien dat hij zich tegenover een vrouwmens wat gaat inhouden ! ...Maar vertelt eens: wàt voor nieuws in de wereld daarbuiten ?"
" Ja, ventje, verschiet niet hé ! Ik heb weer bezoek gekregen van Nancy Penjaert van Oostende. Zij had al de antwoorden bij op de lijst met vragen die wij langs hààr naar den Indochine hadden gestuurd, ge weet wel: een dikke maand geleden...En verdikke allemaal juist hé ! Ik heb geen foutje kunnen ontdekken. Maar ge moet zélf maar eens zien: ik heb hem hier bij, zie..."
Ze wilde vlug in haar handtas beginnen graaien, maar Joseph hield haar tegen: " Stop ! Niet als de bewaking het kan zien, want alles wat het bezoek aan de gevangenen wil geven, moet langs de 'Surveille' passeren ! Vouw die brief tot in een bolletje en schuif het verdoken onder uw hand over tafel: ik zal het strak in de infirmerie wel bestuderen. Maar ik kàn het niet geloven dat die maat van Penny de Leon zou zijn ! "
" Pertang, Nancy kreeg van hààr ventje, de Penny, al de bevestiging dat die zogenaamde 'Jos Maes' wel degelijk onze Leon was. Hij noemde in zijn brief wel geen namen, maar schreef toch letterlijk - en ik heb het speciaal overgepend - " het betreft het ventje van 18 jaar dat in de winter van '44-'45 bij mijn afdeling '2cm-ers' aan de Oder vocht. Of ànders gezegd: garantie de jonge broer van de strijdmakker waarmee ik aan de Wolchov stond en die in april '44 het koudvuur in zijn voetwonde kreeg toen wij de Dnjester overstaken. Samen met de John Aspeslaghs zaliger "...Dat schijnt mij toch een serieuze getuige..."
" Ja, als Penny dat zo formuleert, dan is er bijna geen twijfel mogelijk...Maar als de Leon nù nog leeft, daar in de Indochine, wie heb ik dan in godsnaam onder zijn naam zien begraven in "Grube Drei" ,dat massagraf van Steglitz ?
Het zweet brak Joseph weer uit toen hij de man naar voor zag stappen: één van die gezichten die hem in het publiek vaag bekend was voorgekomen. Dat zondags kostuum van die vent had hem wel even op een dwaalspoor gebracht. Maar nu hij hem daar midden in de zaal met zijn klak zag staan draaien, viel alle twijfel weg. Dat was inderdaad de 'cowboy van de Far-West' die met het verzuipen van Gerard Pylieser in de bomtrechter had meegeholpen...En dezelfde kerel die hem tijdens de confrontatie bij de chef van de rijkswacht in Nieuwpoort als Petré Josephus had geïdentificeerd. Niet uit wrok tegen Joseph zélf, had deze smerige huichelaar gezegd ,want nadat ze elkaar aan de Wolchow wederzijds het leven hadden gered, waren ze beiden zogenaamd quitte...Neen verdomme: énkel uit wraak tegen Marie die hem blijkbaar, met haar klacht voor de 'moordaanslag' op Dis, de terugkeer uit Spanje naar België onmogelijk had gemaakt ! Een totaal leugenachtig verzinsel, waarmee de ambassade in Barcelona destijds hoopte van die zotte anarchist Steiner àf te geraken ! En met dié oude koe komt die kloot hier acht jaar later nog aandraven zeg ?!...Echt een vuile stoot van de procureur !
Ondertussen was de voorzitter al aan de weet gekomen dat die paljas 'Steiner Rudy' heette, geboren als Duitser ergens in het Ruhrgebied, sinds begin van de jaren dertig genaturaliseerd tot Belg en wonende in Westende...
"Ik zie dat ook gij aan het Oostfront hebt gevochten, maar dan aan de kant van de Russen...Leg dat eens uit! "
" Wel toen wij ons in maart van '39 met de "Internationale Brigades" uit Franco-Spanje moesten terugtrekken, werd ik eerst in Frankrijk geïnterneerd, maar kon later met een Russisch vrachtschip naar de Sovjet-unie vluchten. Daar werd ik samen met mijn strijdmakkers in werkkampen opgevangen...En toen de fascisten in juni '41 de Sovjetunie laffelijk overrompelden, werden wij kameraadschappelijk opgenomen in het Russische Tweede Stormleger en hielpen wij bij de heldhaftige verdediging van Moskou."
De substituut keek goedkeurend naar zijn getuige, die duidelijk zijn lesje flink van buiten had geleerd. Maar de voorzitter deed de man teken verder te gaan.
" Heu…Hielpen wij bij de heldhaftige verdediging van Moskou…Ha ja :"Toen wij daar de fascisten hadden teruggedreven, werd het roemrijke Tweede Stormleger waarin wij vochten overgeplaatst naar de sector Leningrad om de Duitse omsingeling rond deze heldhaftige stad te doorbreken. In januari '42 maakten wij daar na zware gevechten een diepe bres in het Wolchowfront van de nazi’s ,op een bevroren moerasgebied, maar konden de Duitse tang rond Leningrad toch niet geheel doorbreken en geraakten ter plaatse zelf weer afgesneden van onze vertrekbasis. In die winter heb ik lang tegenover de Vlaamse fascisten gestaan en heb ik twee keer persoonlijk te doen gehad met de genaamde Petré Josephus...heu...Petré Josephus..." Hij was weer even de draad van zijn betoog kwijt.
" Dat is de man die daar voor u staat hé ?" onderbrak de voorzitter hem. Steiner knikte met een rode kop: "...Heu...heb ik twee keer persoonlijk te doen gehad met de genaamde Petré Josephus...Ha-ja !...Want toen de lente de moerassen deed smelten hebben wij ons moeten overgeven of wij verzopen ter plekke in het slijk. De sterksten onder ons kregen van den Duits de keus zich in te lijven in het leger van de afvallige Witrus Generaal Vlassov. De rest werd krijgsgevankelijk afgevoerd en ze stierven allen de trage hongerdood in het kamp van Starja Russa, dat het zegevierende sovjet-leger een jaar later kon bevrijden. De Vlaamse fascisten van het Legioen zijn medeplichtig aan mijn gedwongen inlijving bij het leger van de verrader Vlassov en de beestachtige uitroeiing van mijn krijgsgevangen kameraden."
Zo, Steiner was aan het einde van zijn lesje. Ook de substituut knikte weer goedkeurend lijk een schoolmeester bij de declamatie op de prijsuitdeling. Hij liet de voorzitter verstaan dat de Moor zijn plicht had gedaan: de Moor kon gaan...
Maar voor de vorm vroeg deze of de verdediging soms nog vragen had...
Florizone stond op: " Inderdaad meneer de voorzitter, had ik graag geweten of getuige persoonlijk gezién heeft dat deze Vlaamse fascisten zijn gevangen kameraden naar dat kamp hebben gesleept en hen daar opgesloten hebben gehouden tot de laatste man van honger stierf ?"
" Bah neen, ik zat in een àndere groep hé! "
" En hoe is getuige dan zélf aan deze hongerdood ontsnapt ? Toch door dienst te nemen in het leger van de verrader Vlassov en de rest van de oorlog aan de zijde van de Duitse fascisten te strijden, nietwaar ?"
De voorzitter fronste even de wenkbrauwen maar liet Steiner toch antwoorden.
"Bah-ja, ik moést wel ,hé meneire ! Het was dàt, of van honger creveren als krijgsgevangene..."
" Maar op het moment dat de Duitser uit heel dien hoop krijgsgevangenen de sterkste mannen uitkoos en gij soldaat werd in het leger van collaborateur Vlassov, wist ge toch nog niet dat uw ongelukkige kameraden in dat krijgsgevangenkamp een maand later gingen sterven van de honger, nietwaar ?"
Daar had Steiner zo direct geen antwoord op. Maar Florizone besloot langs zijn neus weg :" Dus hebt gij ook vrijwillig aan het Oostfront gestreden aan de Duitse kant, juist lijk mijn kliënt ,nietwaar ?...."
Het plotse rumoer op de tribune werd door de voorzitter met een roffel van zijn hamer neergeslagen :" Meester ! Meester, de getuige staat hier niét ter verdenking ! Ik wijs u terecht !"
De pleiter boog deemoedig ,met een vals lachje ,en kreeg genadig toestemming verder te gaan.
" Meneer de voorzitter, mag ik aan getuige vragen welke functie hij voordien uitoefende in het Russische 2.Stormleger, vooraleer naar de Duitsers over te lopen, en in welke sectie hij toen diende bij de Sovjets?"
" Ik was bij de 'Agitprop' en ik riep over de zware hautparleurs naar de overkant, zuiver om die mannen te doen deserteren ! Want ik sprak in vijf talen hé: onder andere in 't Spaans tegen de fascisten van de 'Division Azul' en in 't Vlaams tegen die van 't Legioen ! "
" Meneer de voorzitter, de Duitsers fusilleerden onmiddellijk alle leden van 'Agitprop' die ze krijgsgevangen namen. Hoe verklaart getuige dan dat hij nu nog leeft en blijkbaar in goede gezondheid verkeert ? Is het niet zo dat mijn cliënt hem bij de gevangenname herkende en hem onmiddellijk en met nadruk verwittigde om over zijn specialisatie te zwijgen ?"
Steiner knikte :" Wel, dat ging zo: ons omsingelde Tweede Stormleger heeft zich in de lente niet in één blok overgegeven hé. Wij vielen in kleine groepjes van een tien man uiteen: sommige liepen recht naar de vijand om zich over te geven, andere probeerden 's nachts in het moeras door de omsingeling te sluipen om terug in eigen linies te geraken. Dat was met mijn sectie zo het geval, maar ik zijn op 't laatste met nog twee kameraden tóch gevangen genomen geweest...Petré was daar omtrent toen ze mij vingen en heeft mij subiet herkend. Voordien had hij, volgens zijn zeggen, door mijnen 'Vlaamse uitleg' in de hautparleurs, al een gedacht gehad mij van vroeger te kennen...Tijdens de afvoer heeft hij mij kort ondervraagd en mij uitgelegd wat ik moest doen om bij de triage niet subiet gefusilleerd te worden door den Duits...Ik..."
" Ja, dank u! " onderbrak Florizone de woordenvloed: " Geen vragen meer, meneer de voorzitter! '
De substituut kon met de afgang van zijn getuige absoluut niet lachen. De voorzitter al evenmin en hamerde kwaad om het geroezemoes in de zaal af te stoppen.
" Meester, ík bepaal of de getuige is uitgesproken ! Hij keek vragend naar de substituut, maar deze schudde knorrig het hoofd. "Goed dan, de verdediging mag haar eigen getuige oproepen...Meneer Bolton, Brian! "
Het duurde even voor Joseph van de commotie hersteld geraakte toen hij zag hoe een uitgeteerde man door de bode naar voor werd geholpen en daar op een stoel werd neergeplant. Tijdens de verwarring, die met de aanstelling van de tolk gepaard ging, trachtte hij vergeefs in dat levend lijk de pittige piloot te herkennen waarmee hij destijds in de abri zo dikwijls over een betere wereld had liggen bomen. Nu begreep hij de vroegere bittere bedenking van Florizone: " Als hij maar niet van zijn stokken draait midden in zijn verklaring ! "...
De identificatie via de tolk verliep wat hortend, tot de voorzitter besloot Boltons geschreven verklaring voor te lezen en hem tenslotte te vragen of hij bij zijn standpunt bleef. Had de familie Petré daadwerkelijk mee geholpen aan zijn poging om, na het neerhalen van zijn vliegtuig, terug naar Engeland te ontsnappen ? Na een ogenblik antwoordde de Brit met fluitende stem: " Yes, without their help it would never had been possible...At that moment I did'nt realise in what a terrible mess and lifedanger I had put them, by taking refuge in their home...And only long after the war I heard that their uncle René, my partner in the canoe, had drown during his last search for help...Terrible! Really, Joseph, I beg you on my knees to forgive me for all the trouble I caused to your family...And I think it's a shame that good people like you are now treated the way you are! " En zich in een laatste snik tot de voorzitter wendend, echode hij: " It's a real shame! "
Daarop zakte hij ineen. De tolk die naast hem stond kon nog juist verhinderen dat hij van zijn stoel schoof. In de zaal bleef het een ogenblik doodstil, maar toen de mensen zagen hoe Boltons schouders schokten onder zijn ingehouden snikken, barstte een luid gewoel los. Ook al had het publiek waarschijnlijk niks verstaan van Boltons uitval ,toch leek het blij dat er eindelijk iets rebels de slaapverwekkende gang van zaken verstoorde ! De voorzitter hamerde er flink op los om de orde te herstellen, maar het duurde nog wel even vooraleer de debatten konden worden verder gezet !
De voorzitter maakte er toen korte metten mee: " Is de verdediging klaar met haar getuige ?" En zonder op een antwoord te wachten: " En heeft de heer substituut soms nog vragen ? Neen ? Dan kan de getuige terug plaats nemen en geef ik nu het woord aan de heer substituut voor zijn requisitoir ! Stilte in de zaal ! "
Joseph zat er verslagen op te kijken. Bolton werd door de tolk en Florizone terug naar zijn plaats in de publieke tribune geholpen, en de heer substituut nam al z'n tijd om van wal te steken tot alle ogen weer gericht waren op Kwatta.
" Meneer de Voorzitter, meneer de burgerlijke rechter, heren van de krijgsraad. Ik ben akkoord dat de zaak van de Belgische Staat tegen beschuldigde Petré Josephus meerdere facetten heeft...Enerzijds leg ik hem wapendracht in dienst van de vijand en militaire hulp aan de vijand ten laste, zoals bepaald in paragraaf 113 secties van het Strafwetboek. Daarbij beschuldig ik hem van lidmaatschap van een criminele organisatie, zijnde de Waffen SS...De Staat eist daarvoor vier jaar gewone hechtenis... Anderzijds aanvaardt de wet verzachtende omstandigheden in hoofde van zijn jeugdige leeftijd en het feit dat de aangehaalde misdrijven uitsluitend op vreemd grondgebied en nooit tegen landgenoten werden bedreven. Ik dank de heren van de Krijgsraad voor hun aandacht."
Verdomme, dacht Joseph: vier jaar ! En geen woord over Birnbaum of Bolton, zelfs niet over die kloot van een Steiner, die toch zojuist bekende zijn leven te danken aan de tussenkomst van Joseph na het opruimen van de Wolchovkessel ! Verbijsterd keek hij Florizone aan, maar die wierp hem vol vertrouwen een knipoog toe...Wat krijgen we nou !?...Maar veel bedenktijd kreeg Joseph niet, want de voorzitter riep bits, terwijl hij op zijn horloge keek: " Het woord is aan de verdediging! "
Florizone stond statig recht en, na de klassieke show met de té lange mouwen van zijn toga en het schikken van zijn papieren op zijn tafel, stak hij van wal.
" Meneer de voorzitter, de verdediging aanvaardt de beschuldigingen van wapendracht en hulp aan de vijand zoals de heer substituut ze verwoordde. Deze zijn genoegzaam bewezen, al leg ik sterk de nadruk op de jeugdige onbezonnen manier waarop mijn cliënt in dit avontuur verzeild is geraakt. Na een vlammende ruzie met zijn moeder-weduwe loopt hij van huis weg en, om haar met al zijn branie een hak te zetten, tekent hij een uur later in Oostende een dienstneming bij het 'Vlaams Legioen'. En niét bij de Waffen-SS zoals verkeerdelijk wordt beweerd ! Want pas in het voorjaar van '43 werden de overlevende vrijwilligers van het 'Vlaams Legioen' automatisch overgeheveld naar de SS-Stormbrigade, zonder dat hun mening werd gevraagd ! "
De substituut sprong ertussen: " Kom meester, hij had die overheveling toch kunnen weigeren hé ! "
" Vergeet het maar ! Mijn cliënt had in Oostende getekend als vrijwilliger van het 'Vlaams Legioen' "voor de duur van de oorlog tegen de bolsjevistische Sovjet-unie", in het gedacht dat de Duitsers het daar binnen het jaar gingen opkuisen. Maar dat viel lelijk tegen: de oorlog duurde viér jaar en er was geen sprake van om uw dienstverbintenis halverwege op te zeggen omdat de krijgskansen keerden hé ! Zo werkte dat niet in het Duitse leger ! "
" Dan had hij maar beter uit zijn ogen moeten zien vooraleer te tekenen ! " sneerde de substituut.
" Och " vergoelijkte Florizone: " Zijn kop was zot gedraaid door zijn beschermheer, de burgemeester van het dorp, dat het zijn heilige Vlaamse plicht was de bolsjevistische bedreiging van zijn heimat te gaan bestrijden. Niet zodanig ter bescherming van België, want zoals u weet was toen de mening algemeen verspreid dat België, na het debacle van de achttiendaagse veldtocht en de politieke verwarring die daarop volgde, niet meer bestond. Algemeen werd aangenomen - en door alle gezagdragers en media van dat ogenblik bevestigd - dat wij een deel zouden worden van het onoverwinnelijke Derde Rijk, en dat onze jeugd de heilige plicht had zich daarvoor totaal in te zetten. Deze defaitistische mentaliteit, die toen tot in de hoogste kringen van onze samenleving was doorgedrongen, wordt nu officieel doodgezwegen, maar is binnenkamers genoegzaam bekend om daar niet te veel de nadruk op te moeten leggen...Dàt een snotaap van nauwelijks achttien jaar door deze giftige tijdssfeer misleid werd, kunnen wij enkel betreuren. Maar dat mag ons niet beletten daar begrip voor op te brengen, begrip dat ik nadrukkelijk aan de krijgsraad vraag in overweging te willen nemen ! "
De substituut onderbrak hem: " En Meester, moeten wij soms ook begrip opbrengen voor de duizenden slachtoffers die onze brave jeugd daar in Rusland aan de zijde van het misdadige fascistische Duitsland heeft vermoord ?!"
Florizone zwaaide verontwaardigd met zijn brede mouwen: " Meneer de voorzitter, de heer substituut heeft blijkbaar slecht geluisterd naar de uitleg van zijn eigen getuige ! Deze bevestigde zoëven dat het 'Vlaams Legioen', waarbij mijn cliënt vocht, niets te verwijten valt voor de latere hongerdood van de krijgsgevangenen in het kamp van Starya Russa, dat ver buiten zijn gevechtszone lag ! Maar dat er bij de verbitterde gevechten aan de Wolchov aan beide zijden veel soldaten gesneuveld zijn is eigen aan de oorlog ! Om dan bij het doden van een vijand te spreken van moord is zó ver gezocht dat ik deze lapsus voor rekening laat van de onbevoegden !"
De voorzitter deed een sussend gebaar: " Gaat u verder meester ! "
Florizone hervatte: " Laten we ons er dus bij neerleggen dat de krijgsverrichtingen in Rusland beoordeeld zullen worden door de geschiedkundigen. Al moet ik er toch op wijzen dat de verbittering van het gevecht mijn cliënt zijn humane inborst niet deed verliezen en hij een krijgsgevangen vijand - in casu uw getuige, meneer de substituut - het leven heeft gered door hem aan te raden vrijwillig dienst te nemen in het leger van de afvallige Russische generaal Vlassov. Met als resultaat dat uw getuige Steiner als vrijwilliger aan Duitse zijde de oorlog heeft overleefd en hier een zeer duidelijke verklaring heeft kunnen afleggen ten gunste van mijn cliënt ! Waarvan akte ! "
Florizone pauzeerde even door theatraal een slok water te drinken...Het was doodstil in de zaal.
" Om op de diepmenselijke inborst van mijn cliënt verder te gaan, wil ik even terugkomen op de getuigeverklaring van de jood Arthur Birnbaum, die weliswaar in het dossier zit, maar waar men nogal licht is overgegaan... Ook deze jood verklaart letterlijk - en ik citeer - "Ik ben mijn vriend Joseph Petré eeuwig dankbaar dat hij mij daarmee het leven heeft gered ! " En daar bedoelt hij mee dat mijn cliënt hem, nà de aanslag op Hitler en in volle heksenjacht van het laatste oorlogsjaar, een veilige schuilplaats heeft bezorgd op gevaar van zijn eigen leven ! Want inderdaad, nà die aanslag op Hitler in juli '44 hebben de nazi's op afvalligen in eigen rangen zo onverbiddelijk jacht gemaakt, dat de minste verdenking van ontrouw gelijk stond met de strop of het executiepeloton ! Met als resultaat zegge en schrijve 4.000 terechtstellingen ! Vierduizend, mijne heren ! Hulp bieden aan een joodse onderduiker in dié omstandigheden stond voor een lid van de krijgsmacht gelijk met zelfmoord ! En tóch heeft mijn cliënt dit dodelijk risico genomen uit vriendschap voor de jood Birnbaum ! Waarvan akte, meneer de voorzitter ! Ik druk er op ! "
Juist op dit ogenblik kreeg iemand in de publieke tribune een verstikkende hoestbui en trok zo even de aandacht naar zich toe. Het bleek Bolton te zijn. Zijn vrouw trachtte hem te kalmeren, maar ondertussen schoven de mensen rond hem in afgrijzen opzij toen ze het bloed op zijn zakdoek bemerkten. De voorzitter hamerde wat onnozel om stilte. Maar toen de bode hem verwittigde dat de getuige onwel was geworden, zei hij hardop: " Qu'on le fasse soigner dans le couloir, allez ! "
Een rijkswachter en de bode hielpen Bolton naar buiten, en toen de rust in de rechtszaal enigszins was hersteld, kon Florizone voortgaan.
" U ziet, meneer de voorzitter, dat mijn getuige, de heer Bolton, werkelijk met zijn laatste krachten speciaal van Engeland naar hier is gekomen om te vermijden dat zijn verklaring ten gunste van mijn cliënt zou verdwijnen tussen de paperassen van het dossier. Ook hij heeft benadrukt hoe héél het gezin Petré, in volle oorlogstijd, hun leven in de waagschaal hebben gesteld om hem te helpen terug in Engeland te geraken..."
Weer onderbrak de substituut het betoog: " Pardon meester, uw cliënt had bij deze gewaagde beslissing van zijn moeder niets in de pap te brokken ! Het is dan nu bedrieglijk hém daar voordeel uit te laten trekken! "
" Meneer de voorzitter, de heer substituut is misschien nog wat jong om over de bezetting met kennis van zaken te spreken ! Maar iedere volwassene die het heeft meegemaakt weet dat de Duitsers zich nooit iets aantrokken van dergelijke haarklieverij ! Indien ze Brian Bolton in het huis van de Petré's hadden ontdekt, zouden ze zonder pardon het hele gezin Petré naar het concentratiekamp hebben versleept ! Waar negen op tien een pijnlijke dood hen wachtte !...Al de rest is larie !"
De voorzitter wierp weer nadrukkelijk een blik op zijn polshorloge en Florizone begreep dat hij moest besluiten: " Tot slot druk ik de hoop uit dat u bij uw strafafweging goed het beeld van mijn cliënt voor ogen zou houden . Het was een snotneus die, opgejut door de notabelen van zijn dorp, in een bevlieging onbezonnen dienst nam om naar het Oostfront te gaan vechten. Hij kwam daar heel buiten zijn bedoeling in een ware hel terecht waar hij twee jaar lang iedere seconde in vreselijke omstandigheden moest proberen te overleven en dreigde te sterven. De kogel, die uw getuige in zijn hiel schoot, bezorgde hem uiteindelijk koudvuur waardoor zijn been op barbaarse wijze in tweemaal moest worden afgezaagd, zonder veel verdoving... Ik vraag u, is deze knaap zo nog niet genoeg gestraft voor de onbezonnen misstap die hij beging ? Zijn zware invaliditeit zal hem iedere dag van zijn verdere leven daaraan herinneren ! Wat kan een effectieve veroordeling daaraan nog toevoegen ? Ik vraag dus dat uw wijsheid genoegen zou nemen met een voorwaardelijke straf. Dank u ! "
Zo, dat was het dan! Over het verder verloop van de afhandeling wist Joseph zich 's avonds niets meer te herinneren, buiten het feit dat de volgende zaak uitgesteld werd tot volgende week. De heren wilden, door het uitlopen van de zaak Petré waarschijnlijk hun pint niet missen in 'De Leeuw'...Feit is dat Joseph tegen de avond veroordeeld werd tot vier jaar, waarvan drie voorwaardelijk, en met de mogelijkheid tot vervroegde vrijlating...En aangezien meester Florizone heel uitbundig reageerde, had hij waarschijnlijk nooit zo'n gunstig resultaat verwacht...
Iedereen blij dus.
Pas de week daarop, toen Florizone in de gevangenis van het Pandreitje poolshoogte kwam nemen hoe hij het daar stelde, vernam Joseph dat Bolton, na zijn hoestbui op het gerechtshof, toen ook in de wandelgang was overleden. Dat hij misschien de milde uitspraak van de Krijgsraad aan dàt dodelijk "accident" te danken had ,zei zijn advokaat er niet bij...
" Goed nieuws, man ! " glunderde meester Florizone in de spreekzaal van het interneringskamp, bij het laatste werkbezoek dat hij aan Joseph bracht vóór het proces: " Die Birnbaum heeft mij geantwoord ! Wel niet helemààl zoals ik had gehoopt, maar toch genoeg om het moraliteitsverslag in gunstige zin te staven...Ik heb het onmiddellijk ter griffie in ons dossier neergelegd onder toevoeging van een beëdigde vertaling. Dit zal zeker zijn effect op de heren van de Krijgsraad niet missen ! "
Het viel Joseph op dat zijn advocaat nogal hoogdravende taal uitsloeg, waarschijnlijk als voorbereiding van zijn pleidooi...en zijn afrekening !
" Wat vertelt hij dan allemaal ?" wou hij weten.
" Wel, woordelijk kan ik het niet herhalen, maar hij begint met te zeggen dat gij vóór de oorlog zijn beste vriend waart in Westende : dat is al iéts ! En dat gij, ondanks uw rechtse sympathie, nooit aanstoot genomen hebt aan het feit dat hij als Duitse jood voor de nazi's was gevlucht. Dan komt er iets dat niet zo gelukkig zal klinken in de oren van de krijgsraad want hij zegt letterlijk: " Nadat ik en mijn familie op 10 mei 1940 onschuldig als staatsgevaarlijk verdacht werd en door de Belgische veiligheid op onwaardige wijze naar een Frans interneringskamp werd versleept, heeft mijn vriend Joseph Petré mij nog steeds goed geholpen om mijn verstrooide familie op te sporen." Dat gaan die heren rechters natuurlijk niet graag horen..."
" Waarom niet ? Het is toch de waarheid ?!"
" Een waarheid die kwetst kan ik missen als de pest, Joseph ! Ik moet die mannen zeem aan de baard strijken, géén azijn ! ...Hij zegt dan in 't kort dat hij vanuit dat Franse kamp gedeporteerd werd naar Duitsland, maar gelukkig onderweg kon ontsnappen en uiteindelijk, vermomd als een Italiaanse krijgsgevangene, in de kelder van een Berlijns kantoor te werk werd gesteld. Daar hebt gij hem toevallig ontdekt en via een tussenpersoon een veiliger schuiloord bezorgd, waarin hij de oorlog heeft overleefd. En hij besluit krachtig met: " Ik ben mijn vriend Joseph Petré eeuwig dankbaar dat hij mij daarmee het leven heeft gered ! " Dat is voor 90% een zeer gunstige getuigenis: nu maar hopen dat de krijgsraad dat ook zo ziet ! ...
"Ja, inderdaad..." Joseph kreeg van ontroering een krop in de keel bij de gedachte dat hij bij Arthur toch nog zo'n goede herinnering had achtergelaten...
" En van de heer Bolton heb ik indien mogelijk nog een betere verklaring ontvangen. Hij heeft de tekst, die ik hem had voorgekauwd, in grote trekken bevestigd, en die zit ook al met een vertaling in het dossier! Maar er is méér: hij zegt op het proces aanwezig te willen zijn en beschikbaar om als getuige te worden opgeroepen ! Het volstaat dat ik hem een week vooraf de juiste plaats en datum laat weten waar ik hem kan opvangen, en hij zal er zijn, hij en zijn vrouw...Maar dan moet het gerecht een beëdigde vertaler Engels-Nederlands aanstellen, en ik weet niet of ze die kosten gaan willen doen...En wie de reis en het verblijf van het echtpaar Bolton gaat betalen is ook niet erg duidelijk..."
Joseph moest er niet lang over nadenken: " Ik verdomme, als het moet ! Maar dan wél in de hoop dat die getuigenis het waard is, natuurlijk...Laat ons zeggen: als ik minder dan drie jaar krijg, en de krijgsraad in zijn overwegingen bij dat vonnis zegt dat ze met de verklaring van Bolton rekening heeft gehouden...Indien er een goede ziel dat bedrag voorlopig wil voorschieten, dan zal ik bij mijn vrijlating het nodige geld wel...heu...'vinden' ! " Hij dacht monkelend aan Jupps goudschat in de abri.
" Ach zo...'Vinden'..." lachte Florizone: "Goed, ik zal onmiddellijk contact opnemen met het 'N.V. Berkenkruis'...Die zitten meestal goed bij kas ! "
De tweede donderdag van maart was het dan eindelijk zover. De eerste kamer van de krijgsraad zou die dag vier zaken behandelen, twee in de voormiddag en twee na de noen. 'Zaak Petré' stond als derde op de rol, na het middagreces. "De beste plaats in de rangschikking ",was zijn advocaat gisteren nog rap komen vertellen: "Na het eten staan de heren al niet meer zo scherp, en als er na het vieruurtje gedelibereerd moet worden, hebben ze alle feiten nog goed in het geheugen...Het is dan aan ons om met onze getuigen een onvergetelijke indruk na te laten hé ! " spotte hij.
" Dus wij krijgen een uurtje om alles uit te leggen ? Veel is dat niet hé, voor die onvergetelijke indruk !"...
" Een uurtje ?! Was het maar waar ! Een heel stuk minder zelfs ! Langer dan twintig minuten gaan ze mij nooit laten pleiten. Als ze al om twee uur beginnen moet de griffier eerst de zaak voorstellen en dan pas start de krijgsraad met uw ondervraging. Als ze het simpel houden, zijn we al een half uur verder. Dan komt de substituut met zijn beschuldiging en de geëiste strafmaat - pak nog een vijftal minuten - en pas daarna mag ik het gaan uitleggen en eventueel Bolton nog aan het woord laten... Vergeet niet dat er àchter ons nog een zaak beoordeeld moet worden, en de krijgsraad wil om vier uur altijd met de deliberatie van de vier behandelde zaken beginnen... Dat neemt meestal twintig minuten in beslag, en nóg eens zoveel voor de uitspraak van de vier vonnissen...Veel speling zit daar niet in, want om vijf uur willen die heren in 'De Leeuw' een pint gaan pakken ! "
" In feite is dat snelrecht ,hé ,en erg serieus kan ik dat niet vinden ,zo vier rechtszaken op één dag !
"Zijt al blij dat ze uw geval niét serieus nemen ,en uw misdaad beschouwen als kattepis ! Zo kunt ge er nog licht vanaf komen !
"Ja ,misschien...En nog iets van Bolton gehoord ?"
" Die ga ik straks met zijn madam in Oostende van de mailboot halen en hier in Brugge onderbrengen. Maar verschiet niet hé, want érg gezond zal hij er niet uitzien, veronderstel ik ! Ik hoop maar dat hij de spanningen van het proces zal aankunnen en niet pardoes van zijn stokken valt, midden in zijn getuigenis "
Erg goed had hij niet geslapen toen hij om zes uur gewekt werd. De vier man die voor de krijgsraad moesten verschijnen, zagen er bleek en gespannen uit toen ze na hun schraal 'ontbijt' in de gang zaten te wachten op de gendarmen die hen met de dievenkar naar het Pandreitje zouden voeren. Omdat er in 't oud gerechtshof voor de gedetineerden géén middagmaal was voorzien, had de kok hen als toemaatje elk een dikke homp brood toegeschoven. Daar zaten Joseph en zijn collega's nu al zenuwachtig aan te pulken. Veel werd er niet gezegd.
Toen de gendarmen eindelijk luid pratend binnenvielen, kregen Joseph en zijn lotgenoten zonder complimenten de handboeien aan. Bij hemzelf wierp dat wél eventjes een probleem op, omdat hij dan zijn krukken niet meer normaal kon gebruiken. Tot de bewaker op het lumineus idee kwam de handboei dan maar aan Josephs broekband vast te klikken...Een aftands busje voerde hen van het landelijke Sinte Kruis de ontwakende stad in. Door de vele krassen in de blauw geschilderde zijruit ving Joseph een paar flitsen van het verkeer op, ook al was het buiten nog donker. Maar aangezien hij Brugge niet kende, maakte dat hem niet veel wijzer. De gendarmen hadden het onder elkaar over de voetbal en rookten smakelijk hun pijpje: de gevangenen waren duidelijk lucht voor hen...
Plots reden ze de binnenkoer van een middeleeuws gebouw op. Elke gendarm nam zijn geboeide gevangene bij de leiband vast alsof hij met zijn hond ging wandelen en in een rij achter elkaar werden ze naar een gewelfde kelder gebracht, in de cellengang op een bank geduwd en met de handboei in een ring aan de muur geklonken. Eén bewaker blééf, maar de drie anderen verdwenen weer de trap op, waarschijnlijk om buiten nog een pijp te roken. En toen begon het lange wachten...
Tegen negen uur werd de eerste naar boven geleid. Joseph schrok wakker toen die om halfelf terug binnenkwam en lachend "Zes jaar !" zei. Dat was minder dan de eis van de substituut: de man had zich blijkbaar aan aardig wat méér verwacht...
Terwijl nummer twee naar boven werd gebracht, kwam er van slapen niets meer in huis. De eerste veroordeelde moest duidelijk wat stoom afblazen en had Joseph als zijn pispaal uitgekozen. Ook al blafte de Rijkswachter af en toe dat hij zijn bakkes moest houden, toch deed de man alle moeite om hard fluisterend zijn toekomstplannen toe te lichten. Als hij vanavond effectief tot zes jaar veroordeeld werd zou hij er hoogstens maar drie moeten doen, rekende hij voor, misschien maar twéé als hij vrijwillig in de koolmijn van Zwartberg ging werken ! En nadien kon hij bij zijn onkel beginnen in de garage...
Joseph was meer geïnteresseerd waaróm hij die zes jaar gekregen had, kwestie van af te kunnen wegen wat hém te wachten stond. De man bleek ex-lid van 'SS-Vlaanderen' te zijn, en had heel de oorlog hiér dienst gedaan... Bij razzia's geholpen en zo...Vlak voor de bevrijding naar Duitsland uitgeweken en óók in de 'Langemarck' gevochten, maar dan wél bij het zware veldgeschut, ver àchter de eerste lijn...Voor deze frontperiode had de krijgsraad niet de minste belangstelling getoond, maar vooral de razzia's op landgenoten en 'terroristen' waren hem zwaar aangerekend.
" Communistische partizanen en ontsnapte Russen uit de koolmijn, dat waren destijds in Limburg echte bandieten en moordenaars ! Die kwibussen van het gerecht hebben niet het minste idee dat wij met onze razzia's enkel de bevolking trachtten te beschermen tegen dat crapuul ! ...Die verdienden verdomme toch niet beter dan geliquideerd te worden, hé ! ...En aangezien de gendarmen er toendertijd te laf voor waren, moesten wij het vuile werk wel doen ! ...Maar dat verstaan die paljassen natuurlijk niet ! "
Zijn bewaker bekeek hem eens vies, maar liet begaan.
Het was al over twaalven toen verdachte nummer twee uit de rechtszaal teruggebracht werd. Eis: vijf jaar, wat de man blijkbaar nogal zwaar vond...Zijn bewaker loste 'de blaffende hond' af voor het middageten en maakte zich niet druk toen ze gevieren al fluisterend wat van gedachten wisselden. Joseph meende te verstaan dat 'Nummertje Twee' oorlogsburgemeester geweest was van Middelkerke en hopman (of luitenant) van de plaatselijke 'Dietse Militie /Zwarte Brigade'. Normaal zou Joseph hem moeten herkennen als voornaam personage uit een buurgemeente. Maar die kop zei hem niets...Tenslotte had die man zijn functie daar uitgeoefend terwijl Joseph onophoudelijk aan het Oosfront zat, en praktisch geen énkel contact meer onderhield met zijn geboortestreek...
" En wat verwijten ze u, om die vijf jaar te rechtvaardigen " wou Joseph weten.
De man rammelde minachtend een vijftal paragrafen van het Strafwetboek af, maar toen hij zag dat Joseph er geen barst van begreep, verduidelijkte hij welwillend:
" Met andere woorden, als Belgische reserveofficier verraad te hebben gepleegd door in uniform van de Zwarte Brigade vijandelijke propaganda te hebben gevoerd, plus het ambt van burgemeester te hebben aanvaard op voorstel van de bezetter...Die mannen zijn zot ! Ik zit hier al drie jaar geïnterneerd, en dan gaan ze mij voor zo'n normale zaak nog eens vijf jaar bovenop geven ?! Als dat straks bevestigd wordt, geef ik mijn raadsman opdracht onmiddellijk beroep aan te tekenen !"
De man bleef gedurende heel het middagreces voort mokken en voor Joseph was het een hele opluchting toen 'zijn' rijkswachter hem om twee uur eindelijk van dat gezaag kwam verlossen ! Maar er schoten zoveel verwarde gedachten door zijn hoofd, dat hij zich pas bij het binnenvoeren in de rechtszaal realiseerde dat de show van zijn leven nu pas écht begon. Hij had zowaar een volle zaal getrokken, zag hij gevleid, en alle ogen waren strak gericht op Kwatta: man-man, nog nooit had hij zo'n publieke belangstelling genoten ! Tot het bij hem doordrong dat minstens driekwart van het publiek was opgekomen voor de strafzaken van zijn drie collega's...
Terwijl de zielloze griffier schor en schrapend zijn geval in onbegrijpelijke paragrafen van het Burgerlijk Strafwetboek codeerde, speurde Joseph vluchtig opzij de gezichten van het publiek af...Iedereen was uitgedost in zijn zondagse kleren, waardoor Jetje ver de énige was die hij onmiddellijk herkende, vooral omdat ze hem glimlachend een schuchter bonjourtje toewuifde... Misschien zaten er nog twee-drie koppen bij die hem vaag iets zegden, maar iemand die hem aan Bolton deed denken, kon hij niet ontdekken. Meester Florizone, ditmaal indrukwekkend in groot ornaat, beantwoordde echter zijn vragende blik met een geruststellende teutmond: Bolton was op post.
Met een routineus 'Beschuldigde-sta-op! ' opende de voorzitter de vertoning. Nu pas kon Joseph zijn aandacht op de heren achter het podium richten. Een majoor van het leger, die door Joseph onmiddellijk als 'de bulldog' werd aanzien, voerde kennelijk het hoge woord. Naast hem zat een wat dommelende burgerrechter, en aan de àndere kant een lagere officier, die er als een venijnig keffertje uitzag. De substituut, op de linkervleugel van het panel, leek nog iets te zoeken in zijn dossier en de griffier, op uiterst rechts, legde fluisterend nog iets uit aan de bode...Toen de majoor Joseph gevraagd had, wie hij juist wàs, en ze zéker waren hun tijd niet te verspillen aan de verkeerde Petré, mocht hij gaan zitten. Niets te vroeg, want Joseph droop al van het zweet en moest zich met één hand aan de leuning van zijn box vastklampen om niet over zijn krukken te struikelen! Hij zag er waarschijnlijk niet erg gezond uit, want Florizone gaf hem nogal theatraal een bemoedigende tik op de hand. Zo, nu waren ze écht vertrokken...
De substituut las op een drafje de akte van beschuldiging voor, doorspekt met 'paragrafen' en de 'secties' waar geen kat iets van verstond. Maar Florizone volgde nauwkeurig, stipte telkens iets aan in zijn papieren en leek vlug tevreden met de gang van zaken. Toen de voorzitter met zijn vragen begon moest Joseph wéér rechtstaan en de onhandige show met zijn krukken opvoeren...Pijnlijk.
Verrassend genoeg moest de man eerst weten welke studies hij had gedaan...Koninklijke Cadettenschool ?... Weggestuurd wegens inbreuk op de verkiezingswetgeving ? Wel-wel...Rest van middelbare studies in Oostende met een beurs van het Verdinaso ? Zo-zo...Vader vechtjas bij de D.M.O., de Dietse Militanten Orde ? En omgekomen bij het illegaal ontmantelen van oude oorlogsmunitie ? De man trok bedenkelijk de wenkbrauwen op...En hoe het gezin Petré er uitzag, politiek dacht en er financieel voorzat in het begin van de oorlog moest Joseph ook al uitleggen...Je zàg duidelijk de man besluiten: 'onnozel proletariaat...'
Toen kwam hij meer terzake: dat hij zich als achttienjarige vrijwillig gemeld had voor het Oostfront na een ruzie met z'n moeder ontlokte de bulldog een meewarig grimas. Aan alle gevechten deel genomen aan de zijde van de Duitsers tegen de Sovjetunie, eerst met het 'Vlaams Legioen' en later als lid van de 'SS Stormbrigade Langemarck', en dit tot aan zijn beenamputatie in mei '44 ? Inderdaad, alle data klopten, zoals Joseph destijds met hand en tand had uitgelegd aan zijn debiele ondervragers. Vervolgens nog een jaar gewerkt op een Berlijnse 'Kultur Dienststelle' en er wàt gedaan ? Als hoofd van de dactylografie, Vlaamse en Duitse prominenten kaartjes bezorgd voor culturele en sportieve evenementen ? "En is dat alles wat ge op uw secretariaat deed ?..."
Toen hij wat benepen bekende dat zijn typistes zich in hoofdzaak bezig hielden met het 'organiseren' onder het personeel van een ruilhandel in schaarse artikelen en voedingswaren, werd er voor het eerst in de zaal smakelijk gelachen. Ook bij de heren op het podium kon er een verraste grijns af, al tikte de voorzitter vermanend met zijn hamer om de orde te herstellen. Over het samenstellen van propagandablaadjes zoals 'De Vlaamse SS-man' werd niet meer gesproken. Wél dat hij na de inval van de Russische troepen in Berlijn een tijdje onderdook tot hij, bij de aankomst van de Amerikanen in hun sector, even informant was bij hun militaire inlichtingendienst ...
" Betaald informant ?" wou de voorzitter weten.
" Ja, tegen wit brood en dozen 'cornedbeef'..."
Weer barstte er gelach uit in de zaal, maar ditmaal deden de heren niét mee. De voorzitter bladerde wat nors in zijn dossier en viel plots uit: " Wat is dat hier voor een vertelsel van de Duitse jood Birnbaum, dat gij zijn leven hebt gered ?! Iedere nazi had zo wel zijn jood, hé, die hij op gevaar van eigen leven geholpen heeft ! " Een sneer die kon tellen ! Maar Joseph liet zich niet van de wijs brengen...
" Arthur Birnbaum was tijdens mijn laatste jaar op het atheneum van Oostende mijn beste vriend, maar werd in mei '40 door de Staatsveiligheid gedeporteerd naar een kamp in Zuid-Frankrijk. Tot mijn vertrek naar het Oostfront in de zomer van '41 heb ik geprobeerd contact met hem en zijn familie in Engeland te krijgen, maar dat is grotendeels mislukt. Tot april '44 zat ik praktisch ononderbroken aan het front en verloor hem dan ook uit het oog...Na mijn beenamputatie in Praag werd ik dus uit de gewapende dienst ontslagen, en zoals ik al zei, op een bureau in Berlijn geplaatst. Op 't einde van '44 ontdekte ik toevallig dat Arthur in de kelder van mijn burogebouw verdoken zat tussen de Italiaanse krijgsgevangenen van de onderhoudsploeg... Een duizendste chance, natuurlijk, want wij hadden elkaar van heel de oorlog niet meer gezien...Ik heb hem toen een veiliger onderkomen bezorgd, da's al...Mijn advocaat kan dat beter uitleggen..."
Men kon een naald in de zaal horen vallen ,en Joseph kon van veel gezichten lezen "Een jood ,weeral verdomme...". Maar de voorzitter vervolgde onverstoorbaar: " En van die Britse vlieger is dat ook zoiets zeker ?...Bolton ?"
Nu sprong Florizone op: " Als de Heer Voorzitter het toelaat zal ik de Heer Bolton straks als getuige aan de krijgsraad voorstellen. Hij is persoonlijk uit Engeland overgekomen om zijn redding door leden van het Belgisch verzet en in bijzonder door de familie Petré toe te lichten...Bijkomend zal ik dan het risico uitleggen waaraan wij ons in de paranoïde chaos van het laatste Berlijnse oorlogsjaar tot mei 1945 hebben blootgesteld om onze herrezen boezemvriend Arthur Birnbaum een betere schuilplaats te bezorgen...Mijn cliënt gaat in al zijn bescheidenheid nogal licht over deze echte heldendaden, maar in feite riskeerde héél de familie Petré tijdens de bezetting, en in het bijzonder mijn cliënt tijdens het laatste oorlogsjaar in Berlijn letterlijk hun leven ! De nonkel van mijn cliënt, de genaamde René Cattrysse, heeft ten andere het leven verlóren bij de poging om vliegenier Bolton met een kano naar Engeland over te varen ! En ik moet er de heren van de Krijgsraad niet aan herinneren dat bij de bezetter op het verduiken van een geallieerde soldaat de doodstraf stond ! De heer Bolton zal dus mijn kroongetuige zijn !"
De bulldog maakte een genadig gebaar: " Meester, ik zie dat de heer Bolton Brian op uw lijst van getuigen staat...Hij zal dus ten gepaste tijd door ons opgeroepen worden om zijn verklaring in het dossier voor ons toe te lichten. Want eerlijk gezegd, meester: ik vind zijn verhaal nogal vreemd ! Maar enfin, wij zullen zien...!" Toen vroeg hij pro forma aan de leden van de raad of er nog vragen waren voor de beschuldigde. Maar iedereen hield een beetje beduusd de mond dicht, en dàt was dàt...
" Bon, dan kan éérst de heer substituut zijn getuige naar voor roepen. Ik lees hier: ...meneer Steiner Rudy! "
" Steiner Rudolf ! " riep de bode naar het publiek.
Het was alsof Joseph een bonk op z'n hersens kreeg ! Steiner ,verdomme !
Fred Bonheure, ja verdomme ,die naam zei hem inderdaad iets. Maar hij was in de 'Langemarck' zoveel Vlaamse jongens tegengekomen, zelfs mannen uit de streek hier...En later nog in de SS-Kulturstelle op de Fehrbelliner Platz...Maar met de beste wil van de wereld zag hij daar géén Bonheure tussen...Of...Toch misschien ?
Het leek wel of hij plots als een lichtflits door z'n hersens kreeg ! Natuurlijk, verdomme ! Sammellager Grunewald ! Daar was hij, vóór zijn vertrek naar het Canadese 'D.P.Camp Adlershorst', toch nog rap-rap op zijn vroegere wapenbroeder Penny gevallen, zeker ! Die zei getekend te hebben voor het Frans vreemdelingenlegioen ?! En toen hijzelf zich al lachend voorgesteld had als 'De Nieuwe Jean-Marie Peters' had die zotte, onverwoestbare Penny toch gezegd dat hij 'verdween' naar de Sahara onder de schuilnaam van 'Fredje Bonheure'...Maar aangezien Penny toen zei uit de' beschaafde' wereld te willen verdwijnen, en Joseph dus ook dacht zijn ex-wapenbroeder nooit meer terug te zien, was die naam van 'Bonheure' als vanzelf uit zijn herinneringen wéggedeemsterd...
Zo-zo, die sakkerse Penny leefde dus blijkbaar nog ! Bij de Franse para's in Saigon nog wel ! Van avontuur gesproken zeg ! En aan vrouwen geen gebrek, natuurlijk ! Daarbij nog wat bossen van wuivende palmen: dat was weer eens iets ànders dan de stoffige steppen van Rusland hé ! ...Verdomde Penny toch ! Is waarschijnlijk nog fier ook dat hij het in de wereld zover geschopt heeft, de klootzak, om pochend uit het Verre Oosten nog ansichtkaartjes te sturen naar de vrienden en kennissen in dat verzopen keutellandje hier...Zeker om mij een beetje jaloers te maken, hé ?...Al wist Joseph niet direct of hij zijn oude slapie wel écht moest benijden, daar in de verre Indochine...
Immers ,het laatste wat hij ervan gehoord had, was toch dat het de Fransen in hun opstandige kolonie niet echt voor de wind ging...Akkoord, hijzelf zat hier in de bak en Penny liep in Saigon als een vrij man rond, voor zover je dan serieus vrij kon zijn als legionair ! Maar zijn vriend riskeerde toch ieder moment gekeeld te worden door zo'n gluiperige waterchinees, of een giftige pijl in zijn kont te krijgen van een gedrogeerde rijstkakker! ...Neen, eerlijk gezegd en alles goed bekeken: hij wilde niet ruilen met die kwibus...Ook al liep deze dan zogenaamd vrij rond tussen de soldatenhoeren van het broeierige Saigon !
Maar blijkbaar was zijn vriend daar niét alleen: ene Jos Maes had de kaart mee ondertekend en wie dàt dan wel kon zijn, mocht de lieve god weten ! Waarschijnlijk ging onder dié naam een àndere oude kennis schuil ? Hij kon als vriend énkel nog aan John Aspeslaghs denken, maar hij herinnerde zich vaag dat Penny gezegd had dat de John gesneuveld was in de herfst van '44, aan de Narwa-rivier in Estland...Joseph besloot dan maar die Jos Maes even in de ijskast van zijn geheugen te zetten in afwachting van een betere hint. Voorlopig had hij nog wel een paar àndere problemen om zijn kop op te breken !
Want het was nu bijna een maand geleden dat hij zijn smeekbede gericht had naar Bolton, en nog steeds had die niets van zich laten horen. Waarschijnlijk te ziek, of wie weet: misschien zelfs overleden. Uit z'n eigen prille jeugd herinnerde hij zich vaag dat bij Bompa Cattrysse die vergiftiging met mosterdgas destijds ook lang had aangesleept. Maar op 't laatste was één enkele hoestbui voldoende geweest om hem erin te doen stikken...Die grote bloedvlek op de zetel voor het venster van de barak: hij griezelde nog als hij daaraan terugdacht...En stinken , Mariètte !
Ook van Arthur Birnbaum had hij niets meer gehoord, al beweerde diens zuster in New-York dat ze hem onze aanvraag had overgemaakt. Die kloot had het waarschijnlijk véél te druk met het organiseren van aanslagen tegen het Britse bezettingsleger in Palestina ! Nochtans, de hulp die Joseph op gevaar van eigen leven aan Arthur geboden had door hem te verschuilen in de kelder van het Hauptamt op de Fehrbelliner Platz, had zijn vriend toch ongetwijfeld van de dood gered, nietwaar ? Als je nù tenminste de verhalen mocht geloven over de wijze waarop de Duitsers met hun joodse gevangenen hadden omgesprongen...Maar blijkbaar beschouwde Arthur dat hij zijn ereschuld tegenover Joseph vereffend had, door hem onder een valse identiteit veilig langs de controle van het 'Sammellager Grunewald' te loodsen ?...
En inderdaad, in feite wàren ze quitte, hij en Arthur Birnbaum...En als hij achteraf alles eerlijk overdacht moest hij wat beschaamd toegeven dat hij zich in Berlijn erg op de vlakte had gehouden toen Arthur in moeilijke papieren zat...Daarom besloot hij, met pijn in 't hart, zich er maar bij neer te leggen dat hij van zijn vroegere vriend niet teveel meer moest verwachten...
Maar al met al: als zijn advocaat, meester Florizone, die twee getuigen "à-décharge" niet ten tonele kon voeren, zag het er voor Joseph op de krijgsraad niet erg rooskleurig uit ! Vooral omdat zijn ondervragers hem nu al twee keer aan de tand hadden gevoeld over vermeende oorlogsmisdaden die Vlamingen aan het Oostfront zouden bedreven hebben. Flauwe kul, natuurlijk ! Dat die heren niet het minste benul hadden van de ware krijgsomstandigheden in Rusland, bewezen ze door regelmatig 'Vlaams Legioen' en 'Langemarck' met elkaar te verwarren. Terwijl iedereen toch wist - of als ondervrager toch hóórde te weten - dat het 'Legioen' enkel gevochten had in de Wolchovmoerassen en aan de Neva voor Leningrad ! Die heren kénden zelfs de juiste data niet: van december '41 tot april '43 ! Joseph moest hen met hand en tand uitleggen dat van de vierhonderdvijftig Vlamingen, die aan deze laatste gevechten aan de Neva begonnen, er na twee weken geen vijftig meer op hun benen stonden ! In april '43 werd dit overschot van het Vlaams Legioen uit het front weggetrokken naar Praag voor een lange rustperiode, en in een nieuwgevormde eenheid, de SS-Stormbrigade 'Langemarck', ondergebracht.
" Deze stormbrigade werd viermaal sterker dan het oude 'Legioen', dankzij de snelle aanvoer van tweeduizend nieuwe Vlaamse vrijwilligers..." poneerde Joseph. Maar z'n ondervragers konden moeilijk geloven dat er nog zoveel zotten vrijwillig naar het Oostfront trokken toen de Duitsers al volop de oorlog aan het verliezen waren ! En dat de stormbrigade van de Kerst '43 tot de zomer van '44 onophoudelijk in Estland en de Ukraïne vocht tot ze er opnieuw 90% van de manschappen verloor, verwierpen ze als pure propaganda.
" Toch-toch ! En het is nog niet gedaan ! De povere resten van de stormbrigade werden in september '44 op de Lüneburger Heide ondergebracht in de nieuw gevormde SS-Division Langemarck, ditmaal samengesteld uit 12.000 Vlamingen die uit België waren gevlucht voor de westerse geallieerde 'bevrijders'. Maar vrijwilligers kont ge dat niet meer noemen: die mannen hadden geen keus meer...En tóch hebben zij nog verbeten tegen de Rus gevochten in Noord-Duitsland, van februari tot mei '45, onder andere aan de Oder... Ikzelf was daar het laatste jaar niet meer bij, want in de Ukraïne kreeg ik koudvuur in mijn oude voetwonde en moesten ze uiteindelijk heel mijn been afzagen. Ik werd dan uit gewapende dienst ontslagen en in Berlijn op een bureel gezet..."
" Maar ge waart er wél bij toen de Langemarck voor Leningrad, tot vijfmaal toe, Russische vrijheidstrijders bij een zogenaamde 'Partizanenjacht' heeft opgehangen !"
" Meneer, ik herhaal dat de 'Langemarck' nooit bij Leningrad omtrent is geweest !Ten tijde van de Partizanenkampf dààr heeft alleen het 'Vlaams Legioen' daar gevochten, want 'Langemarck' werd pas zes maanden làter opgericht ! Enkel het Legioen vocht bij Leningrad, en dan nog uitsluitend als achterwaartse steun voor de 2. Polizei-division. Wij kwamen nooit in vuurcontact met die partizanen in de frontlijn omdat wij geen enkele gevechtservaring hadden en daar in de weg zouden lopen...Maar ik heb daar inderdaad af en toe een stijf bevroren boer zien hangen, ja ! Doch die waren terechtgesteld door de Duitsers zonder dat daar een Vlaming omtrent was, daar steek ik mijn hand voor in het vuur ! "
" Ge liegt ! Wij hebben foto's gezien van Vlamingen die poseerden naast zo'n gehangene ! ..."
"...Die al dagenlang dood was: inderdaad ! ...Er waren van die gasten bij ons die het stoer vonden zich naast zo'n bevroren lijk te laten 'trekken'. Maar ge moet er al een tijdje hangen bij minus 30° Celcius vooraleer ge er zo witbestoven uitziet hé ! Die foto's, waarvan gij spreekt, heb ik ook gezien: die zijn minstens drie-vier dagen nà de terechtstelling van die Russen genomen...Maar uw conclusie houdt geen steek ! Want als ik mij eens laat 'trekken', zittend op een dikke boomstam, is dat toch geen bewijs dat ik die heb omgezaagd, zeker ! En nog minder dat ik schuld zou hebben aan alles wat die houtkapper daar uitstak, hé ! Wel dan ! ..."
Dergelijke absurde discussies brachten tijdens de ondervragingen wel wat leven in de brouwerij, en soms kon er ook al eens een lachje af, maar voor Joseph waren het zenuwslopende dagen. Want als hij nadien bij het bezoek van Florizone verslag uitbracht, gaf die hem op de koop toe altijd onder z'n voeten omdat hij beter zus of zo had moeten antwoorden ! Zéér frustrerend ! Maar de man had natuurlijk overschot van gelijk: die huichelaars zouden ieder spontaan gegeven antwoord, daar waar het hén pastte, wel uit het verband trekken en totaal in zijn nadeel uitleggen ! Al goed dat het slopende onderzoek tegen eind februari werd afgesloten: nu was het énkel nog wachten op het proces, en natuurlijk de uitspraak van het vonnis...
Rond die tijd ontving hij ook de brief van Jetje, die een rare draai aan zijn leven zou geven.
Ze had namelijk bezoek gekregen van Nancy Penjaert, scheef ze, de 'verloofde' van zijn goede vriend Penny uit Oostende. Zij had haar een recente brief van Penny laten zien, verzonden uit een chinees boerengat, en haar daarvan de laatste regels voorgelezen:
" Doet ook de groeten van mijn kameraad Leon Petré aan zijn tante Jetje en weet mij te zeggen hoe het met zijn broer Joseph is afgelopen. Ikzélf heb Joseph, rond 15 september van '45, nog levend en wél tegengekomen in een Berlijns Sammellager, kort voordat hij naar België ging terugkeren en wij naar Marseille vertrokken..."
Joseph wist meteen dat deze zogenaamd herrezen broer een oplichter was: hij had Leon immers zien begraven op het kerkhof van Steglitz ! Wel niet met eigen ogen ,maar toch :als in een Duits kerkhofregister staat dat je begraven ligt in Grube 3 dan IS dat zo ! Wat hem wél even deed twijfelen was het feit dat die 'Leon' hém niét de beste groeten stuurde, en daarmee een duidelijke wrok tegen 'zijn oude broer' liet blijken... De échte Leon was immers óók zo'n haatdrager geweest, die Joseph steeds openlijk de schuld had gegeven voor zijn gedwongen inlijving bij de Kriegsmarine en de 'Langemarck'... Maar het idee zélf dat zijn Leon nu plots gezond en wel in de Indochine zou rondlopen, was té absurd om er veel woorden aan vuil te maken. Hij besloot dan ook Jetje zo vlug mogelijk te schrijven zich vooral niet door die bedrieger te laten inpalmen...
Jetje schreef ook in haar brief - zo van-god-geen-erg - dat de 'Stella Maris' voor de duur van de kerstweek verhuurd werd aan een jonge Duitse vrouw...Dat een Duitse het waagde in vijandelijk gebied haar vakantie door te brengen, vond Jetje op zích al raar. Maar de vrouw was na één dag al weer vertrokken, en had in de oude slaapkamer van Marie een échte zwijnestal achtergelaten ! Dat mens had in het rookkanaal van de schouw zitten prutsen, en héél de vloer besmeurd met vettig roet: onmogelijk die balatum nog proper te krijgen !... Dus moest hij niét verschieten, als hij binnenkort terug in zijn oude woonst ging kijken: het eerste jaar was die brandlucht er vàst niét uit te krijgen !
Leuk, dat zij erop rekende hem 'binnenkort' vrij te zien en zijn bezoek verwachtte in zijn oude thuishaven... Maar hij meende Jetje voldoende te kennen om niet te vermoeden dat zij met haar verhaal van haar 'grote kuis' méér bedoelde... Dat die Duitse vrouw hoogstwaarschijnlijk Erika Deutinger was geweest stond voor hem als een paal boven water. En ook, dat zij alvast met de juwelenstock van Rachel was gaan lopen, die haar vader in die schouw had verborgen ! Jupp had immers - niet alleen aan Joseph, maar hoogstwaarschijnlijk ook aan zijn dochter Erika - een plannetje gegeven wààr juist de twee dozen met goud en juwelen verborgen zaten: één in de schouw van de 'Stella Maris' en één diep onder het stuifzand van de abri. Ze wist, door zijn eigen naïef briefje, dat hij voorlopig vast zat in de gevangenis en mogelijk nog geen tijd gekregen had om het goud te recupereren... En gezien ondertussen de vijandige gevoelens van de Belgen tegen de Duitsers wat afgekoeld waren, had Erika haar kans gewaagd, en zélf een raid uitgevoerd naar de kust ! Waarschijnlijk met de hulp van haar vriend 'Konrad', alias Gustave Dieudonné ! ...
Al deze details kende Jetje waarschijnlijk niet, al wist hijzelf, door al die intriges van de laatste tijd, ook niet goed meer wié de àndere bedroog en vice versa ! Maar Jetje zal toch wel iets in die aard vermoed hebben, anders had ze hem dat stomme verhaal van die Duitse toeriste niet zo nauwkeurig uitgespeld... Natuurlijk kon zij wegens de censuur niet open en bloot naar een gevangene schrijven dat zij zojuist waarschijnlijk van een grote partij juwelen beroofd werd... Hoe dan ook: Joseph voelde zich door Erika bestolen, en géén klein beetje ! Tenslotte had hij het eigendomsrecht op de goudpotten van Jupp verworven, door in ruil aan de Deutingers zijn contant fortuin van 10.000 Reichsmark te overhandigen ! Al goed dat hij nooit geobsedeerd werd door een mogelijke toekomstige rijkdom: hij kon leven zonder dat goud. Maar vroeg of laat zou hij Erika daarvoor toch de rekening presenteren ! En nu maar hopen dat zij geen tijd gekregen had om ook de doos, die in de abri verborgen lag, op te graven...
De plotse mogelijkheid dat Leon nog leefde, kwam ook voor Rachel aan als een bliksem bij een heldere hemel. Dat zou verdomme al haar plannen, om Pyliesers erfenis aan Joseph te ontfutselen, naar de kloten helpen ! Maar zij klampte zich vast aan Josephs overtuiging dat het om een oplichter ging... Vermoedelijk was iemand op één of àndere manier te weten gekomen dat Leon erfrecht had op de helft van Pyliesers fortuin en poogde hij deze wetenschap nu op bedrieglijke wijze te verzilveren. Gelukkig scheen Joseph zélf nog niets te weten van Pyliesers erfenis en dus nog minder te vermoeden dat de oplichter bijna zéker op centen uit was, héél véél centen...
Wél wist Rachel dat Joseph Jetje opdracht had gegeven via Nancy Penjaert een vragenlijst naar Indochina te sturen. Zuiver om te testen hoeveel de oplichter van Leons vroegere leven te weten was gekomen. Daarin vroeg hij niet alleen allerlei details over hun gezamenlijke jeugdherinneringen, maar stelde hij ook strikvragen die nergens op sloegen. Zo wilde hij weten hoe de hond heette van nonkel René, terwijl die nooit zo'n beest had gehouden ! Of hoe de naam van Olgatjes oudste zuster luidde, terwijl dat eerste lief van Leon enkel twee broers had ! En tenslotte, wat hem weerhouden had in mei '45, nà zijn laatste bezoek aan de apotheek in de Albrechtstrasse, om even bij de Antwerpse familie 'Bens' binnen te springen ? Aangezien het lijk van Leon, volgens de Duitse kerkhofadministratie, in dié apotheek werd gevonden kon hij moeilijk nà zijn overlijden op visite gaan bij de Oostendse familie De Bens, nietwaar ! Rachel had begrepen dat er in zijn teksten voldoende valkuilen verborgen zaten om de meest geslepen oplichter te doen struikelen. En ze hoopte uit de grond van haar hart dat deze list zou lukken en de bedrieger vlug ontmaskerd zou worden ! ...
Ondertussen was ze druk bezig, achter de rug van haar vriendin Jetje, de jonge notaris Marcel rond haar vinger te draaien. Het hotelletje in De Panne kwam er niet meer bij te pas, nu vader Legein uit de weg was geruimd. Véél te omslachtig, en duur op de koop toe...Daarbij vreesde Marcel toch doorlopend er door een indiscrete stadsgenoot betrapt te worden en over de tong te gaan...Op hun eigen bureel daarentegen moesten ze niet bang zijn voor pottenkijkers en hadden ze tijdens de middaguren alle tijd om hun zondige lusten bot te vieren...Rachel waakte er echter streng over daar geen gewoonte van te maken, kwestie van haar minnaar scherp en alert te houden. En vooral Jetje niet te verontrusten, ook al beschouwde ze haar fikfakkerijen met haar nieuwe baas absoluut niet als liefdesbedrog ten overstaan van haar hartsvriendin. Maar twéé ijzers in het vuur houden vond ze in haar situatie stukken veiliger ! Want je wist maar nooit of ze Marcel - die overjaarse puber - op den duur wel écht aan de haak zou kunnen slaan...Hij was nu een rijke vrijgezel met klasse, en een gegeerde prooi voor trouwlustig vrouwvolk van heel de Westhoek ! Dus vooraleer dit tot zijn simpele geest doordrong, wilde Rachel graag haar eigen financiële toekomst veilig stellen. En niét uitsluitend te rekenen op de vage mogelijkheid Joseph op te lichten met zijn erfenis van wijlen Gerard Pylieser...
Daarom had ze eens nagepluisd hoe haar minnaar ervoor stond, en dat was, voor zover zij kon zien, picobello in orde ! Ze had al een glimp opgevangen van een paar goedgevulde bankrekeningen, en een dikke stapel waardepapieren in de brandkast... Maar haar ventje bezat ook een tiental mooie huizen in de stad én in Nieuwpoort-bad, waarvoor ze regelmatig brieven naar de huurders moest sturen... En daar bovenop bezat hij nog éénderde van de aandelen in de rederij van Pylieser, met vier schepen in de vaart... Op de huizen van de schipper in de Langestraat had vader Legein destijds al een oogje laten vallen en de zoon zou daar zéker vroeg of laat de hand op kunnen leggen... Gezien deze overvloed was Rachel er zeer gerust in dat ze met haar charmes deze kip met de gouden eieren binnenkort wel wat statig vastgoed zou kunnen ontfutselen, desnoods als "maintenée" ! Al zei haar het leiden van de rederij, als ‘Madame Legein’, óók wel iets ,natuurlijk...En als ze daarbij riskeerde met Jetje te moeten breken, god, dan was dat maar zo...
Alles goed bekeken, vond ze het niet meer zo dringend om die kloot van een Joseph van zijn erfenis te beroven... Dat moest Jetje maar flikken, als ze daar zin in had...
Marcelleke vooraf een beetje pluimen kwam voor haar nu op de eerste plaats. Beter nù één pietevogeltje stevig in de hand dan tién wazige slappelingen in haar dromen...
Beslaat de periode van februari ’47 tot december ’47 en vertelt over "De Nieuwe Jood" ,vreemde bezoeksters in het Pandreitje, het geknoei met een testament, de gouden valstrik en de eindafrekening...
C61BIS
"EXODUS 47", de WANDELENDE JOOD komt thuis.
Mei '45-mei'48
De Amerikan en en Britten wilden de Duitse concentratiekampen zo vlug mogelijk opruimen en de overlevenden terugvoeren naar hun vaderland ,maar voor veel joden was dat een probleem. Ze kónden niet naar hun vorige woonplaats terug wegens o.a. gebrek aan 'papieren' ,of weigerden dat om niet opnieuw slachtoffer te worden van allerlei vervolgingen. Vooral de jongeren werden betoverd door de Zionistische propaganda voor emigratie naar het "Beloofde Land" ,want in dat Britse mandaatgebied Palestina was ondertussen een genadeloze opstand uitgebroken. Onder druk van de Anglo-Arabische petroleummaatschappijen hadden de Britten er met hun Witboek van 1939 de joodse inwijking beperkt tot 1.500 "zielen" per maand. Deze beperking was voor de Hagana, die nu in de Duitse kampen voor "Displaced Persons" met een 200.000 joodse overlevenden zat opgescheept die allen naar het ‘Beloofde Land’ wilden uitwijken, een uitgemaakte zaak ,een zuivere kwestie van transport en beveiliging. Dus voerden die met alle middelen een ongeziene forcing om hun 'stock' kampjoden daar illegaal binnen te smokkelen ,en kwamen zo voortdurend in botsing met de Britse mandaathouders. Anderzijds vreesden de Palestijnse arabieren door een joodse invasie overspoeld te worden en weigerden de quota te verhogen. De speciale V.N.commissie voor Palestina zag geen uitkomst uit deze patstelling, waardoor Engeland verplicht werd er verder met ijzeren hand "law and order" te verzekeren.
Meer en meer zaaiden joodse en arabische terreurgroepen wederzijds met bomaanslagen en overvallen dood en verderf over het platteland en in de steden. Al waren de eersten beter georganiseerd, de tweeden beschikten over een zwaardere bewapening, binnengesmokkeld uit de Arabische buurlanden. En terwijl de joodse terreurgroepen Stern, Irgun en Palmach de strijd tegen de Britten nog opvoerden, concentreerde de Hagana zich vanaf eind '46 bijna uitsluitend op de clandestiene immigratie. Onder leiding van Ben Goerion, de latere president van Israel, zette de Hagana het Plan "Aluyat Bet" op poten om zo vlug mogelijk 120.000 jonge joden uit de D.P.kampen per schip naar Palestina te smokkelen. De eerste negen schepen werden echter allemaal onderschept door de Britse Navy vóór ze de Palestijnse kust konden bereiken en de 8.000 opvarenden op Cyprus geïnterneerd. In Europa waren verder geen boten meer te vinden. Bleef dus Amerika. En hier begon het epos van het Hagana-schip "Exodus '47"
Een groepje van 42 zeer jonge Amerikaanse joden kon er in februari '47 met ingezameld geld bij een schroothandelaar voor 40.000 dollar de hand leggen op een oude riviercruiser "President Garfield" die sinds het begin van de eeuw pleziertochtjes voer op de Chesapeake Bay. Er was accommodatie voor 400 passagiers maar met wat kunst en vliegwerk werd dit eventjes verélfvoudigd ! Geen enkel lid van de bemanning had ook maar enige zeemanservaring maar tóch slaagden ze er in ,eind april ,na een avontuurlijke overtocht ,via de Azoren ,Marseille te bereiken. Daar trachtte de Britse regering de boot aan de ketting te laten leggen ,doch de "President Garfield" kon tijdig ontsnappen. Na een wekenlange zwerftocht langs Zuid-Franse en Italiaanse havens belandde de roestbak eindelijk op 12 juli '47 in Sète...
Nu toonden de Hagana-organisatoren wat ze waard waren. Uit verschillende Duitse D.P.kampen voerden ze met geheime vrachtwagencolonnes in drie dagen 4.530 joodse emigranten aan die op 16 juli aan boord werden "gesmokkeld" onder het welwillend oog van de Franse autoriteiten. Die waren wàt blij zò deze armoedzaaiers àf te geraken ! Maar de Britse premier Bevin verzette hemel en aarde om de boot nog te laten blokkeren. Vergeefs, ook al weigerde de havenkapitein een sleepboot ter beschikking te stellen om het overvolle wrak buitengaats te slepen. In de nacht van de 17de voer het tot "Exodus '47" omgedoopte schip op eigen kracht zonder veel broks de smalle kronkelende havengeul van Séte uit met zijn 4530 passagiers en 23 bemanningsleden. Evenwel niet onopgemerkt, want een paar handige jongens trommelden de Amerikaanse pers op die uit deze scoop met enkele tranerige artikels een winstgevend slaatje sloeg. Franse bladen, die destijds slechts op twee bladzijden verschenen, beperkten zich tot 10 regels...
In open zee werd de roestbak echter opgewacht door twee Britse destroyers, die met hun seinlampen de waaghalzen aanhoudend poogden te overhalen hun uitzichtloze onderneming op te geven. Vijf dagen lang schaduwden ze de "Exodus '47", die wegens het slechte weer ieder ogenblik kon zinken, op zijn roekeloze overtocht naar het Beloofde Land. Dank zij het doorlopend pompen geraakte het op 22 juli tot voor de Egyptische kust en stoomde toen noordwaarts richting Haïfa: een schijnmaneuver, want het was de bedoeling in Bat Yam op de kust te lopen. In deze badplaats had de Hagana 30.000 gewapende stoottroepen van de Palmach geconcentreerd om de ‘geheime’ ontscheping te beschermen.
Dit was evenwel de Britse inlichtingendienst niet ontgaan en om aan land een veldslag in regel te vermijden besloot de Navy de "Exodus" in volle zee, buiten de territoriale wateren, te enteren. De oude bak werd door de twee destroyers "gesandwicht" en na een vier uur durend gevecht overmeesterd. Daarbij vielen 3 doden en 146 gewonden...De uitgeputte passagiers werden manu militari overgebracht naar drie gevangenisschepen in de haven van Haïfa, in afwachting van hun internering op Cyprus...
De wereldpers had echter ondertussen aan dit - voor die tijd toch banaal - incident zo'n ruchtbaarheid gegeven en premier Bevin dermate gediscrediteerd, dat deze besloot het hard te spelen en een voorbeeld te stellen: de joden zouden terug naar Marseille worden gevoerd. Daarmee hoopte hij eveneens de schuldige laksheid van de Franse autoriteiten aan de kaak te stellen, maar het liep verkeerd af. Hoe dichter de drie gevangenisschepen Marseille naderden, hoe sterker de anti-Britse hetze in wereldpers aanzwol. Met het gevolg dat alle kranten - op aanstoken van de Hagana - de passagiers toejuichten toen die weigerden in de Franse haven van boord te gaan.
Terwijl de V.N.-kommissie voor Palestina drie weken koortsachtig naar een uitweg zocht, bleven de vluchtelingen in steeds benardere omstandigheden in hun schepen voor de kust liggen. Uiteindelijk vond premier Bevin het welletjes en stelde hen een 24 uren-ultimatum: óf vrijwillig ontschepen in Marseille, óf teruggevoerd worden naar een vroeger concentratiekamp in Duitsland !
Slechts 21 vluchtelingen gaven toe. De rest vertrok op 22 augustus met hun drijvende gevangenissen naar Hamburg. Daar aangekomen weigerden ze eveneens te ontschepen en gingen in zitstaking: ze werden één voor één van hun schip gesleept en in kampen gevangen gezet ! Daarop startte de Amerikaanse pers een vernietigende campagne tegen premier Bevin en eisten het beëindigen van het Britse mandaat over Palestina. Het vechten beu, stemde Engeland begin september in met het plan van de V.N. om Palestina te verdelen in een joodse en een arabische staat en trok zich op 29 november '47 uit dit wespennest terug.
Het "Aluyat Bet"-plan van Ben Goerion om 120.000 joodse D.P's het land binnen te smokkelen was jammerlijk mislukt: 64 Hagana-schepen hadden wel 60.000 inwijkelingen aangevoerd, maar daarvan was slechts een verwaarloosbaar percentage werkelijk het land Palestina in geraakt. De rest zat op Cyprus gevangen.
Maar het "Exodus"-epos had toch, dank zij de pers, de vorming van de staat Israel in een stroomversnelling gesleurd die door niemand of niets nog verhinderd kon worden. De Verenigde Naties erkende het Joodse deel van het vroegere Palestina als de staat 'Israël' ,ook al was dat in het begin slechts een lappendeken van losse nederzettingen. Nu ontbrandde de strijd tussen de twee plaatselijke gemeenschappen pas goed ,maar de loop van de geschiedenis lag vast: de Wandelende Jood Ahasverus had eindelijk een 'eigen' thuis veroverd...En zou dat tot zijn laatste snik blijven verdedigen ,zonder omkijken :"Right or wrong ,my country !"
Meester Florizone had het toch maar mooi voor elkaar gekregen: kort voor de feestdagen vertelde hij Joseph dat er géén proces meer tegen 'Jean-Marie Peters' gevoerd zou worden. Het parket van Veurne had, op vraag van de Gewestelijke Verzetsleiding, het onderzoek naar de verdrinking van Pylieser stilletjes geseponeerd. Als vriendendienst, zeg maar...Zogenaamd omdat er toch geen benadeelde familieleden of rechthebbenden waren, die bezwaar zouden kunnen laten gelden, maar ook bij gebrek aan een mogelijke beklaagde. Want de griffie van Veurne had moeten vaststellen dat die échte 'Peters' volgens getuigen in een Berlijns bombardement was gebleven ,en zijn valse-naam-drager totaal van de aardbol verdwenen was..De gendarmen van Nieuwpoort hadden blijkbaar vergeten de "ontmaskering van Petré Gerardus" aan Veurne door te spelen... En toen de Gewestelijke Verzetsleiding discreet bij het parket had laten verstaan dat op een mogelijk proces de morele reputatie van hun patriottisch idool zou kunnen besmeurd worden, was iedereen vlug akkoord om deze pijnlijke zaak discreet van de rol te schrappen...Ze hadden zó al werk genoeg !
" Maar gaan Steiner en de garde zich daar zó maar bij neerleggen ?" wilde Joseph weten: " Als ze op het parket van Veurne die 'Pseudo-Peters' niet meer vervolgen als mogelijke dader, riskeren zijn twee kwelgeesten toch zélf aansprakelijk gesteld te worden voor die verdrinking ?"
" Als er tóch een onderzoek zou geopend worden: ja ! Maar aangezien zowel de huidige leiding van het verzet als de onderzoeksrechter onze twee lastposten ervan overtuigd hebben dat het voor iedereen beter is deze zaak te seponeren, is dàt voor die twee krawaten een voldoende garantie dat ze buiten schot zullen blijven. En in feite vragen ze dus niet liever ! "
" Je hebt hen dus niet moéten chanteren met hun misstappen tijdens de oorlog ? De garde voor zijn collaboratie met Oberfeldwebel Heidrich en Steiner voor de moord op zijn mededeserteurs in 'Villa Sybaris' ?"
" Ik niét, maar mijn bediende heeft hen daags vóór de beslissing van het parket geconfronteerd met het moraliteitsverslag dat wij van hen op het proces zouden voorleggen...Ikzélf heb daar mijn handen niet willen aan vuil maken. Maar via het parket heb ik nadien toch vernomen dat beide heren als bij toverslag collectief een volledige blackout gekregen hebben over wat er juist die nacht in de Bassevillestraat is gebeurd. Met als excuus: alle twee poepeloere zat na de herdenking van V-Day ! Een bekentenis die hun eventuele belastende getuigenis sowieso waardeloos zou maken ! "
" Dus ben ik die lastposten definitief kwijt ?"
" Definitief ! En zo kunnen wij ons van nù af volledig concentreren op de ondervragingen door de krijgsauditeur die volgende week gaan beginnen. Zorg daar vooral voor drié dingen: ge moet er proper voorkomen, uw invaliditeit moet zwaar doorwegen, en ge zijt uit jeugdige onbezonnenheid naar het Oostfront getrokken na een banale ruzie met uw moeder ! ...Dus geen politiek gezwets over een christelijke kruistocht tegen het bolsjevisme : mogelijk is de juge één van de loge die het niet zo hééft voor kruistochten ! En zwijgt over misleiding door de bevriende burgemeester Engelborghs: daar zal ik làter wel op terugkomen... Laat ook duidelijk verstaan dat ge àl die jaren zonder onderbreking aan het front hebt gestaan en gedurende héél de oorlog nóóit naar België zijt weergekeerd. Verstaan ?"
" Ja-ja: ik ben dus een berouwvolle onnozelaar, ik wéét het ! Dank u ! Maar hebt ge ondertussen nog niets gehoord van Arthur en die Britse piloot Braai-Jan Bolton ?"
" Bij Birnbaum tasten wij volledig in het duister. Naar het schijnt zou hij volledig illegaal naar Palestina vertrokken zijn en nu meewerken met terreurorganisaties als 'Stern' of 'Irgun', waarvan de gazetten spreken... Of misschien zelfs de 'Haganna'.. Zoiets liet in elk geval zijn zuster uit New York verstaan... Zij wil wél bevestigen dat Arthur met u vóór de oorlog bevriend was, maar weet niks af van de bescherming die gij hem gaf toen hij tijdens de winter van '44-'45 als Italiaanse krijgsgevangene in Berlijn ondergedoken zat...En aangezien de huidige terreuracties van de joden in Palestina hiér niet erg populair zijn, kan ik voor de rechter met zo'n getuigenis niet veel aanvangen..."
"Jammer, want Arthur zou wel een mooie getuige in mijn voordeel geweest zijn...En Bolton ? Leeft die nog ?"
" Voorlopig nog wél, al schreef zijn moeder dat hij zwaar ziek in een militair sanatorium ligt en ze vraagt hem daar niet lastig te vallen met die 'oude koeien'... Blijkbaar begrijpt ze de situatie van vroeger niet goed, en vermoed zij dat wij de vijand zijn omdat haar jongen ons kwam bombarderen in Oostende. Ik zal haar dus opnieuw contacteren en proberen het adres van haar zoon te pakken te krijgen. Hopelijk is hij een beetje béter bij zijn verstand dan dat oude mens, ànders zijn wij in de aap gelogeerd... En de tijd begint te dringen..."
Na het vrijen stak Rachel een Engelse sigaret op en inhaleerde diep: " Het ziet er niet zo goed uit met onze...heu..."erfenis" ,Keuntje...Als wij niet "héél stief" oppassen ,gaan we met ons gat nààst de centen vallen ,vrees ik ! M'n baas heeft mij het dossier van Pylieser gevraagd en dat is een slecht voorteken...De akte, waarin de schipper zijn persoonlijk fortuin aan Joseph en Leon Petré nalaat en als zijn énige erfgenamen erkent, zit daarin. En dààr begint de zever ! Leon ligt zogenaamd begraven op het kerkhof van Nieuwpoort, omdat gij hem in september '44 officieel herkend hebt in het aangespoelde lijk dat ze uit de Geul hadden opgevist. Zijn helft van Pyliesers fortuin gaat dan normaal naar zijn broer Joseph. Maar Legein weet al lang dat dié als SS-er in de bak zit in Brugge, en als de krijgsraad hem veroordeelt is de kans groot dat de staat op héél zijn erfenis beslag legt.. En dan kunnen wij al onze slimme combines vergeten ."
Jetje luisterde,diep in gedachten verzonken. Daarom vervolgde Rachel :"Maar Marcel, de zoon van notaris Legein die op mijn buro werkt, heeft mij zonder te willen op een ander gedacht gebracht. Die sukkel denkt van bij mij aan te pappen en klapt dikwijls uit de biecht. Hij vermoedt dat zijn vader àndere plannen heeft met dat dossier, en het stommelings met het sequester op een akkoord wil gooien. Hij zou de erfenis van Joseph, vóór de veroordeling, aan de staat bekend willen maken, op voorwaarde dat hij de huizen van Gerard Pylieser in de Langestraat van Nieuwpoort aan een klein prijsje van het sequester kan terugkopen...De details van deze smerige combine kénde zoon Legein nog niet, maar hoe dan ook zou Joseph naar zijn fortuin kunnen fluiten !... En wij na hem ,dàt spreekt vanzelf. Dus als we dat op één of àndere manier willen vermijden, zijn er geen zesenzestig oplossingen ! "
Jetje spotte bitter: " Denkt ge nog altijd dat ge de oude Legein zo gemakkelijk aan de kant kunt zetten ?"
" Van-kant-màken, wilt ge zeggen, hé ? Ge moet een kat een kat noemen, Jetje, en niet rond de pot draaien: ja, dàt wil ik zeggen ! Of het gemakkelijk zal gaan, is een àndere zaak...Maar er zijn nog méér mogelijkheden om dat erfenisdossier op de lange baan te schuiven, minstens tot na de uitspraak van Joseph zijn vonnis..."
" Zeg het maar kind: gíj hebt gestudeerd, ik niét ! "
" Wel, door bijvoorbeeld Leon weer tot leven te wekken, of minstens aan de Rijkswacht te verklaren dat de drenkeling, die in Nieuwpoort begraven ligt, zéker de Leon niét is ! Dat ge die zogenaamde identificatie van het lijk van Leon, tijdens de chaos van de bevrijding en na de moord op uw vriendin Marie Petré, enkel gedaan hebt onder de druk van Pylieser, of zoiets in dien aard... En Joseph zou op zijn beurt kunnen verklaren dat hij Leon in Berlijn maanden later nog onderdak heeft verleend: dat die stomme kloot daar gesneuveld is, moet hij er natuurlijk niet bij vertellen ! En ik kan zorgen dat ge één dezer dagen zogezegd een telegram van Leon krijgt waarin hij weldra zijn terugkeer naar huis aankondigt. Dat Leon dus blijkbaar nog leeft zal al voldoende verwarring veroorzaken, én bij notaris Legein én op de dienst 'Bevolking', om het openen van de erfenis minstens voor onbepaalde tijd uit te stellen. Ik zou zeggen: minstens tot nà de veroordeling van Joseph door de krijgsraad. Als dan bij de uitspraak niet geweten is dat hij het fortuin gaat erven van de schipper, dan zullen ze in het vonnis ook de verbeurdverklaring niet uitspreken..."
" Allemaal nogal ingewikkeld, hé... En dan moet ik eerst bij de gendarmen gaan staan liegen dat de Gerard mij destijds gedwongen heeft een valse verklaring af te leggen ?! Als die mij dan niet onmiddellijk geloven, en mij op de rooster leggen, dan zak ik zó door de mand ! "
" Voor één keer dat ik u iets vraag, verdomme ! IK zorg al voor die valse telegram, en zal ook wel Joseph overhalen om over Leon zijn logement in Berlijn te getuigen. Het énige wat gij moet doen is dat telegram aan de gendarmen tonen en wijlen de Pylieser de schuld geven ! Da's toch niet moeilijk hé ! "
" Maar 't is toch veel gemakkelijker in de notaris zijn koffie een slaapmiddel te doen, vooraleer hij met zijn chique voiture volle petrol naar de hoeren van de 'Cambrinus' rijdt ?! Of in zijn cognac ?! Dan vlamt hij onderweg met zijn zijn stijf pietje in alle haast gegarandeerd te pletter op een boom, of verzuipt hij door van de Langebrug in de Geul te duiken. M'n kop eraf dat daar verder geen haan nog naar kraait ! Ge hebt zélf verteld dat hij iedere dinsdag, na zijn zogenaamde 'four o'clock tea' op de buro, daar bij de vuile madammen van de 'Cambrinus' op de lappen gaat ! Vooraf een sterk pilletje in zijn cognac draaien is toch óók zo moeilijk niet !...De mensen steken het op een attacque van een ouwe hoerenloper en vragen geen rest..."
Rachel bleef haar even verbaasd aanstaren en zei toen koudweg: " Weet ge, Keuntje, wat zo verdomd irritant is bij u ?...Ge ziét er veel stommer uit dan ge zijt ! "
Waarop ze beiden in een schaterlach uitbarstten.
Maar Rachel zou Rachel niet zijn, als ze aan een eenvoudig, rechtlijnig plan niet een paar leuke tintjes zou toevoegen...En Marcel, de zoon van de notaris, die evenveel naar haar onderlijf als naar de burozetel van zijn vader smachtte, sméékte als het ware om haar duister complot wat bij te kleuren !
Dus, zohaast haar voornemen vaststond om de oude Legein, min of meer volgens de suggestie van Jetje, van het schaakbord te laten verdwijnen, begon ze Marcel op te jutten. Eerst door hem volop onder haar rok te laten gluren telkens zij meermaals per dag haar nylons aanspande, en de week daarop regelmatig vooroverbuigend diepe inzichten gunde in haar leuke décolleté... En de zaterdag dààrop kreeg ze de slijmerd al zover dat hij een chique suite huurde in een discreet hotelletje van De Panne ,dat ze kende van horen-zeggen...
Toen ze hem lovend de vier hoeken van de slaapkamer had laten zien en hij ver in z'n eentje twee flessen champy soldaat had gemaakt, bleven ze wat doezelig mijmeren over de wreedheden van hun klerkenbestaan... Rachel opperde daarbij voorzichtig dat ze hun heimelijke liefde in feite door de schuld van vader Legein hier in een hotelletje moesten verbergen, terwijl zij tenslotte een béter lot verdienden... En als er niet vlug met de ouwe iéts gebeurde, zou deze nog jarenlang de notariële aspiraties van zijn zoon en haar verdienstelijke minnaar beknotten... Zo, het zaad was uitgestrooid ,het zijne toch ! En toen hij tegen de avond van uitputting en drank ver van zijn stokken viel, begon - opgestookt door dubbelzinnigheden van Rachel - in zijn benevelde geest een weelderige wildgroei van gewaagde toekomstmogelijkheden te ontkiemen... Onder andere drong het plots tot hem door - eindelijk ! - dat een ongeluk met Papa hém niet alleen de notaristitel kon opleveren, maar hem misschien ook zou toelaten zijn erotische aspiraties met Rachel in een vastere vorm te gieten... Nou-nou, flink hoor ,jongen !
Om een lang verhaal kort te maken: na nog twee van die amoureuze retraites in De Panne en tussenin een week brainstormen op het kantoor, kwakte de notaris met zijn 'schoon voiture' inderdaad door de houten reling van de Langebrug. Hij dreef, gestuwd door de leeglopende spuikom, zóver in zee dat zijn lijk pas begin januari '47 terug aanspoelde op het strand van de Krokodiele.
Het dossier van Josephs erfenis zou daardoor pas màànden later weer op tafel komen, want door dit tragisch voorval duurde het even vooraleer de jonge notaris Legein een beetje zicht kreeg in de complexe zaken van wijlen zijn Papa...Zoals reeds gezegd was onze Marcel niet erg rap van aannemen en kwamen de hand- en spandiensten van zijn schrandere Venus goed van pas om wat krom was recht te trekken ,en omgekeerd. Gelukkig konden de meeste van zijn klanten begrip opbrengen voor deze spijtige vertragingen...
Rachel en Jetje in de eerste plaats...
De 'feestdagen' waren in het kamp van Sintekruis wat troosteloos verlopen en de geïnterneerden vestigden met de moed der wanhoop hun blikken op 1947...Eén kon de feestvreugde niet langer aan en verhing zich in het schijthuis.
Ondertussen had Joseph zijn eerste ondervraging achter de rug: verteld wié hij was, wàt hij tijdens de oorlog allemaal had uitgestoken, en wààr hij nadien zo lang was ondergedoken. In één woord: goed meegewerkt. Hij had, zoals Florizone hem had opgelegd, gezorgd dat hij proper voorkwam, erg op zijn krukken doorgehangen en alle ideologische drijfveren geminimaliseerd... De twee ondervragers hadden hem niet vijandig bejegend en hem bijna gecondoleerd met de moord op zijn moeder en zijn broer Leon tijdens de chaos van de bevrijding... Maar, zeiden ze, die spijtige voorvallen kon hij nooit als excuus voor zijn misdaden laten gelden. Immers, deze waren gebeurd lang nà zijn vertrek naar het Oostfront ,en zijn engagement aan de zijde van de vijand kon door de moordenaars - wie ze ook waren - zelfs als verschoning voor hun misdaad worden ingeroepen... Dus kon hij daar verder beter over zwijgen.
Tijdens de tweede ondervraging mocht hij kort de elementen aanhalen die in zijn voordeel pleitten: zijn jeugdige leeftijd, het verbergen van - primo - de Britse piloot Bolton achter hun konijnenkot in Westende en - segundo - van zijn joodse vriend Arthur in de kelder van zijn Berlijns bureel...Vreemd genoeg werd zijn vriendschappelijke relatie met een jood hem door de ondervragers niet erg in dank afgenomen...Maar die Brit interesseerde hen wel. Had hij soms bewijzen die zijn verhaaltje konden staven ?... Nog niet ?... Dat is dan heel jammer hé...
Toen hij nadien zijn advocaat daarvan op de hoogte bracht, vond deze het spijtig dat Joseph de voornaamste elementen van zijn verdediging al had verraden. Maar hij had ook goed nieuws: Bolton had teruggeschreven !
" Veel precieze verwijzingen over zijn onderduiking in de abri van uw moeder schrijft hij niet, maar wel in 't algemeen zijn belevenissen sinds hij boven Oostende werd neergeschoten. Hoe hij schuilde bij de boer in de polder van Mannekesvere en daar na twee dagen door de weerstand naar een oude bunker in de duinen werd gebracht, in afwachting van zijn avontuurlijke kanovaart naar Engeland, die dan jammerlijk mislukte. Maar geen details over hoe uw gezin hem daar een week verstopte en verzorgde, zelfs geen namen of precieze data, zodat wij deze getuigenis in feite niet kunnen gebruiken...Ik heb hem onmiddellijk terug geschreven en hem het nauwkeurig verhaal van zijn verblijf bij uw moeder voorgekauwd, met de vraag die tekst met zijn eigen woorden te herschrijven en duidelijk te ondertekenen. Als we dat antwoord op tijd terugkrijgen, zijn we gered ! ... Maar de man is erg ziek, en het is erg de vraag of het zal lukken..."
" Schrijft hij ook iets hoe mijn nonkel René daarbij verdronken is ?"
" Neen, want dat wist hij zelfs niet ! Wél dat ze voor de storm moesten schuilen op een scheepswrak voor de kust, en dat de kano daarbij beschadigd werd. Na twee dagen op dat stinkend wrak is uwe nonkel dan met de lekkende kano terug naar de kust gevaren om het scheurtje te laten repareren en Bolton heeft daar zonder eten nog vier dagen op zijn terugkeer gewacht. De Kriegsmarine heeft hem daar uiteindelijk opgepikt en in een lazaret verzorgd voor een vergiftiging door mosterdgas die hij, naar zijn zeggen, in dat wrak had opgescharreld...Na vijf maanden hebben de Duitsers hem dan - bij een gevangenenruil via het Rode Kruis - naar Engeland laten gaan...Ziet ge: wel een mooi verhaal, maar véél hebben wij er niet aan..."
" Zou het helpen moest ik hem persoonlijk een schoon briefje sturen, denkt ge ? Ik heb daar bij de abri hele raisons met hem gehouden: die moet hij zich toch kunnen herinneren zeker ? Of minstens mijn persoon ?..."
" Misschien... Hiér is zijn adres, al vrees ik dat het te laat zal komen voor het proces... Maar chot, wie weet... Of het is nog béter dat gij uw brief zo rap als ge kunt in het Vlaams opstelt en morgen aan mij laat bezorgen via de geïnterneerde Verstappen Aloïs, die ik morgen bezoek. Kampnummer 542, uit barak vijf dus... Dan kan ik hem nog deftig vertalen en laten overschrijven. Want ik veronderstel dat uw school-Engels met de oorlogsjaren ook wel wat haargroei gekregen heeft, ondertussen... Als ik hem dan per express naar Bolton opstuur, kómt er mogelijk nog iets van... Op hoop van zegen, zeg maar ! "
Diezelfde avond nog herlas Joseph zijn smeekbede, en kon zich geen ogenblik indenken dat deze zonder gevolg zou blijven.
Geachte Heer Bolton, beste vriend Brai-Yan,
Vergeef mij deze dubbele aanhef, maar ik weet niet goed hoe ik u moet benaderen. Tenslotte hebben wij elkaar maar tien dagen gekend. Maar uw kort verblijf bij ons in april 1941 verliep in zo'n emotioneel en levensbedreigend kader - niet enkel voor u, maar ook voor ons, zoals de verdrinkingsdood van mijn nonkel René bewijst - dat het zonder diepmenselijke gebondenheid nooit tot een goed einde had kunnen komen. Daarom noem ik u mijn vriend, en verstout ik mij, nu de oorlog voorbij is, met deze brief op uw menselijke gevoelens een beroep te doen.
Onze beider vrijwillige inzet in deze oorlog heeft ons, elk aan onze kant, veel bloed en tranen gekost. Gij, een RAF-vrijwilliger, ligt naar ik hoorde met een longziekte in het sanatorium, terwijl ik, als ex-Oostfrontstrijder, nu kreupel in de gevangenis verblijf. Ik verwacht het vonnis binnen twee à drie maanden, en de strafmaat (vijf jaar óf minder) zal volledig afhangen van de gunstige getuigenis die gij àl dan niet over mijn persoon zult willen schrijven. Mijn advocaat heeft u de punten herinnerd die voor mij van levensbelang zijn, en ik smeek u deze te willen bevestigen. Inderdaad 'levensbelang', want nóg vijf jaar in deze stinkende gevangenis hou ik niet uit: ik moet op véél kortere termijn weer vrije lucht kunnen ademen...
Ik vertrouw mijn toekomst hiermee volledig aan u toe, beste vriend Braai-Yan, zoals ook gij uw leven aan ons hebt toevertrouwd in de donkere dagen van april '41...
Dat God ons moge bijstaan...
Zo, een handtekening en klaar was kees ! Morgen, na het morgenappel zou hij zijn smeekbede aan die Verstappen geven, met het gevoel op een tropisch eiland een noodkreet in een fles aan de branding toe te vertrouwen !
De week daarop leek het alsof diezelfde branding een àndere fles met een àndere noodkreet op zijn strand wierp, ook al stond Joseph compleet voor een raadsel wie dan wel de afzender kon zijn... Meester Florizone schoof hem die ansichtkaart sluiks toe bij zijn volgende werkbezoek.
" Beziet ze straks maar eens op uw gemak en zeg mij later maar wat ge er van denkt... Uw zogenaamde 'Tante Jetje', Georgette Neuville ontving die twee weken geleden en weet niet goed wat ze ermee moet aanvangen. Het is een zicht van Saigon, een grote stad in den Indochine, waar voor de moment de Fransen bezig zijn een communistische opstand neer te slaan... Het schrift is wel wat verwaterd, maar ik heb het toch ontcijferd als: " Bien bonjour aux familles et amis de Fred Bonheure et Jos Maes. 2.R.E.P... Maar Jetje kent niemand met die naam die haar juist adres zou moeten weten. Toen ze mij daar over sprak heb ik wat opzoekingen gedaan en ontdekt dat 2.R.E.P. staat voor het 'Deuxième Régiment Etranger Parachutiste', of zeg maar de para's van het Franse Vreemdelingenlegioen... Die zijn daar tegen de chinezen aan 't vechten in den Indochine. En in 't vreemdelingenlegioen zitten veel oud SS-ers, ook Vlamingen van de 'Langemark'... Maar gij zijt de énige oud-Langemarker die madam Neuville kent en dus denkt zij dat die kaart, langs een omweg, mogelijk voor u bestemd is... Een soort geheim teken-van-leven van uw oude kameraden... Kent gij die afzenders soms, Fred Bonheure en Jos Maes ?..."
Joseph trok een bedenkelijk grimas: " Bonheure, dat zegt mij iets, al kan ik dat niet direct plaatsen... Maar Jos Maes verdomme ! Zo zijn er misschien wel duizend met die naam, lijk Jansens en Peters: daar moet ik eens goed over nadenken... En voor de rest nog nieuws ?"
" Ja, als ge wilt: ge hebt mij in de tijd gevraagd eens te horen hoe het met oud-burgemeester Engelborghs is afgelopen, hé ? Wel, die heeft hier heel de tijd geïnterneerd gezeten sinds september '44, zelfs de laatste acht maanden samen met u zonder dat ge hem tegen het lijf gelopen zijt ! Maar vorige week is hij veroordeeld tot vijf jaar en zit nu in 't Pandreitje, de stadsgevangenis van Brugge...Met een beetje chance gaat ge hem na uw proces dààr nog terugzien ! "
" Chance ?! Godverdomme, zéker niet voor hém, want dat zal zijn beste dag nog niet zijn ! "
" Zég ! Kalmkens aan hé man! Ik wil geen tweede zaak Pylieser aan mijn been, verstaan !... Laat die vent gerust: met vijf jaar heeft die al genoeg om spijt te krijgen over zijn zondig verleden ! "
En omdat Joseph wrokkig dichtklapte vervolgde Florizone gemaakt jolig: " Weet ge van wie ik ook goed nieuws kreeg ?... Van Juffrouw Birnbaum, de zuster van uw vriend Arthur ! Ze schreef mij dat ze haar broer van uw situatie op de hoogte bracht en dat gij van hém een gunstige verklaring moogt verwachten... Speciaal dan over uw bescherming bij zijn onderduiking in Berlijn. We kunnen nu enkel hopen dat hij daar rap op reageert, vooraleer wij berecht worden door de krijgsraad..."
" En al iets gehoord van Bolton ?"
" Dat zou wel héél rap zijn hé! Vóór veertien dagen mogen we daar niets van verwachten. Geduld dus maar ! "
Vreemd, dacht Joseph, de dagen in het kamp leken zo eindeloos traag voort te kruipen, terwijl er anderzijds waarschijnlijk tijd tekort zal zijn om zijn verdediging rond te krijgen...
De publieke schaamte had dan tóch het pleit gewonnen en het weldenkend establishment gedwongen de beerput van de repressie open te gooien. De kranten durfden steeds meer de wetteloosheid van de interneringskampen aan de kaak te stellen. Twee jaar nà de bevrijding zaten daar immers nog steeds een tienduizend mannen en vrouwen opgesloten, te wachten of men hen nu zou beschuldigen van enig inciviek misdrijf, dan wel gewoon zonder vorm van proces weer op straat zou gooien. De meeste huidige geïnterneerden waren opgepakt bij hun terugkeer uit Duitsland in de zomer van '45, maar enkelen die bij de bevrijding niét met de bezetter meegevlucht waren ,zaten hier al sinds het Ardennenoffensief van december ’44 of zelfs nog vroeger...
" Het zal nu wel wat rapper gaan." opperde meester Florizone jolig: " Ge verstaat wel dat het in september van '44 onmogelijk was vlug het kaf van het koren te scheiden... Die paar krijgsraden van toén kregen vlak na de bevrijding plots een immense stortvloed van klachten op hun nek tegen alle soorten incivieken, zowel échte als vermeende. Van gewone Vlaamsgezinden tot authentieke landverraders en rascriminelen: al wie tijdens de bezetting naar een Duitser had gelonkt kreeg het spek aan z'n been ! Dit was dan, bij wijze van spreken ,ook het gedroomde moment om van een medeminnaar of een handelsconcurrent àf te geraken hé ! Op simpele klacht werden toens méér dan vierhonderdduizend dossiers opgesteld, heb ik gelezen! En honderdduizend mensen opgesloten ,zomaar ! Een onmogelijke zaak! ”
“Dat kan dan nog een paar jaar duren vooraleer ze MIJN geval gaan bekijken ! ”
“Neen, niet overdrijven hé...Want sindsdien werd het aantal militaire rechtbanken vertiénvoudigd en vanaf de zomer van '45 stelde men ook geleidelijk heelder categorieën geïnterneerden gewoon buiten vervolging. Zoals simpele V.N.V-ers, bijvoorbeeld: in 't begin zaten er hier in het kamp wel een paar honderd van die gevallen, maar die zijn sindsdien allemaal gelost ,of zonder proces op straat gesmeten ...En ook de strafmaat is het laatste jaar fel afgesleten en alle verdachten, die voor de krijgsraad nog hoogstens twee jaar zouden gekregen hebben, worden nu simpelweg afgeschoven naar de burgerrechter voor een boete of een verlies van burgerrechten..."
" Zit ik daar niet bij ? Als ze mijn burgerrechten willen afnemen, kunnen ze die gerust steken waar da'k denk! En achter een boete kunnen ze fluiten ! "
Maar Florizone kon er niet mee lachen: " Uw groep, de gewone Oostfronters, die vlàk na de bevrijding nog werden gefusilleerd ,komt er nu meestal vanaf met een simpele straf van rond de vijf jaar...Maar vooraleer uw strafeis tot twee jaar is afgesleten en gij in aanmerking zoudt komen voor een burgerprocedure, kan het inderdaad nog wel een tijdje duren..."
" Okee dan: buiten het slechte eten is het hier wel vol te houden...Want als ik het goed begrijp: hoe later mijn zaak voorkomt, hoe minder straf ik ga krijgen! En hoe meer voorarrest ze kunnen aftrekken ! "
" Oow! Niet te rap hé! Dat eerste is misschien wel juist, maar ge zit hier niét in voorarrest hé Petré ! Die begint pas te lopen als uw dossier voor de 'commissie' is verschenen, die u al dan niet in beschuldiging stelt ! Voor het ogenblik zijt gij gewoon geïnterneerd, zeg maar :in verzekerde bewaring... Hoofdzakelijk bedoeld om u bij de hand te hebben tegen dat ze tijd en goesting krijgen om uw biecht te beluisteren ! Want het is hier inderdaad een beetje lijk in de kerk hé: de pastoor houdt met zijn penitentie ook geen rekening met de tijd die gij vóór zijn biechtstoel op uw knieën hebt zitten wachten ! "
Joseph was plots zijn goed humeur kwijt: " Maar uw ereloon en de kosten voor mijn verdediging, hoe zit het dààr mee ? Lopen die niet óp als mijn instructie zo lang duurt ? En hebt ge al contact opgenomen met de vereniging "Berkenkruis", waar hier zoveel over gesproken wordt ?"
" Maakt u geen zorgen over geld, Petré ! Die twee goudstukken die Madam Georgette mij in het begin gaf, helpen ons al flink op weg. En inderdaad, ik heb met de V.Z.W "Berkenkruis" gesproken. Die vereniging behartigt financieel de verdediging van alle oud-SSers en was op mijn vraag onmiddellijk akkoord om onze kosten te dragen...Vooral toen bleek dat gij onvermogend zijt..."
Dat laatste kwam er wel wat twijfelend uit, maar Joseph ging er niet op in. Zwijgen is goud ,dacht hij :éérst zien of hij die fameuze "Schat in de Duinen" van Jupp tijdig zou kunnen opgraven...
" Dan is er nóg iets waar we op moeten letten als de eerste ondervragingen binnenkort beginnen: ons imago is van het grootste belang. Die wilde rosse stoppelbaard moet er volledig àf en wij zorgen dat ons haar altijd fris geknipt is ! Ik hoorde ook van madam Georgette dat ge om uw beenprothese gevraagd hebt: vergeet het hé ! Hoe zieliger ge u op uw krukken naar uw rechters sleept, hoe milder de eis van de substituut kan worden: onthoud dat maar ! ...En ik zou het haast vergeten: hoe zit dat met die Britse piloot die in 't begin van de oorlog bij u thuis verdoken zat ? Is dat wààr ? Madam Georgette kwam met dat vertelsel af..."
" Dien Engelsman ? Ponton ? Neen: Bolton ! Brij-Jan Bolton ! Inderdaad: die vlieger heeft in de lente van '41 een dikke week bij ons achter het konijnenkot in de abri verdoken gezeten...Wat is daarmee ? Leeft die nog ?"
" Dat weet ik niet...Maar als wij kunnen bewijzen dat uw gezin effectief een neergeschoten Britse vlieger voor de bezetter verdoken heeft gehouden..."
" Maximum tien dagen hé: niet overdrijven ! Juist de tijd dat ze nodig hadden om zijn overtocht naar Engeland te regelen, meer niet. En lijk ge dat van die amateurs kunt verwachten: die overtocht ook zéér slécht geregeld hebben ! Stelt u voor: mijn nonkel René moest die piloot met een kano naar de overkant varen ! Een kano verdomme ,zo'n zeildoeken geval op een houten gespante :zes meter lang op één meter breed ! ...Op hoge zee !...René is onderweg dan ook verzopen, natuurlijk ! Maar Bolton zélf werd door de Kriegsmarine uit 't sop opgepikt, naar het schijnt...In zéér slechte staat, heb ik gehoord: gans vol puisten, en gepakt door mosterdgas...Ik weet het: geen kat die dat begrijpt, maar Jupp, de vrijer van mijn moeder, heeft het verzekerd: mosterdgas ! Dus zou het mij zéér verwonderen moest die arme sukkel vier jaar krijgsgevangenschap overleefd hebben om het nù nog te kunnen navertellen ! "
" Zeg Petré-vent ! Word eens wakker ! Begrijpt ge verdomme niet dat die Bolton voor onze verdediging een waar geschenk uit den hemel is ?!...Ge gaat mij tegen volgende week àlles wat ge u van die affaire herinnert schoon op papier zetten hé ! Alle details over identiteit en data, waarmee we die man misschien nog kunnen opsporen, plus alle getuigen die dat verhaal kunnen stijven ! "
" Getuigen ?! Maar mijn beste vriend, die zijn dóód hé ! Allemaal ! Marie, m'n moeder: dood ! ...M'n broer Leon: dood ! ...Wie nog ? Mijn nonkel René: dood ! Zelfs Pylieser kan niet meer voortvertellen dat hij de René overhaalde om, samen met een vriend, die Bolton bij ons te dumpen. Ook al was dat waarschijnlijk zijn énige heldendaad van héél den oorlog ! ...Stelt u voor: René en zijn onbekende vriend hebben getweeën die piloot vanaf dat boerenhof in Mannekesvere - waar hij met de parachute gevallen was - per velo naar ons huis gebracht...In klaarlichten dag ! Misschien kunt gij die stomme Nieuwpoortse weerstander terugvinden als getuige ?...En mogelijk leeft schipper Titteca nog, die Bolton met de 'Astrid' op zee heeft weggebracht tot de grens van onze visgronden...Al heb ik menen te verstaan dat dié op 't laatste van den oorlog nog in 't concentratie kamp is gevlogen !... Getuigen, man ! ...Zovéél volk stond daar niet op te zien hé, in die tijd ! Ik versta zelfs niet hoe Jetje dat aan de weet is gekomen ! ...Hoogstens van horen-zeggen, zekers, want een rechtstreekse getuige is dat niet...”
“Niemand ànders dat gij weet ?”
“Wie er misschien nóg iets van wist ?...Wel, via mijn toenmalig liefje, Nadine De Handt, heb ik bij dokter Leunders laten nagaan of die geen bericht van Bolton naar zijn moeder in Londen kon zenden op een postkaart van het Rode Kruis...Kort nadien ben ik dan naar Rusland getrokken, maar voor zover ik weet is al die moeite toen op niets uitgedraaid..."
" Niet aantrekken, Petré ! Alles noteren verdomme ! ! De rest doe ik wel...En dan moet er in Berlijn ook iets gebeurd zijn met een joodse jongen die daar verstoken zat en die ge van vroeger kende..."
" Arthur Birnbaum ?"
" Opschrijven man ! Alsof je leven er van afhangt ! De speeltijd is gedaan ! "
Hij had weinig contact met de andere bewoners van barak 7, ook al was dat moeilijk te vermijden bij dat doorlopende opeengepakt gewriemel ondereen. Want nu het langzaam winter werd zaten ze vanaf acht uur 's avonds tot zeven uur 's morgens met een zestigtal 'nummers' opgesloten in dat kille houten kot. Twintig dubbele stapelbedden langs de twee lange wanden konden normaal plaats bieden aan een tachtig man. Maar hier en daar mankeerde een strozak omdat de eigenaar, ofwel onlangs 'gelost' was in de vrije natuur, ofwel voor een paar jaar boetedoening verhuisd was naar de Brugse gevangenis 'Het Pandreitje'..
De enige lotgenoot waarmee hij tot nu toe graag een babbeltje sloeg was zijn overbuur nummer 783. Een man van een jaar of vijfenveertig, zo mager als een plank en verwonderlijk genoeg tóch altijd opgewekt. Hij keerde, net als Joseph, ook in het begin van 't jaar uit Duitsland terug, waar hij sinds 'V-day' op een Beierse hoeve ondergedoken had geleefd in 'goede verstandhouding' met de boerin...Hij heette Pier De Cloedt, was Kortrijkzaan en sinds kort weduwnaar met nog zeven van zijn twaalf kinderen in leven. Zijn vrouw was na de winter van '45 in het interneringskamp van Waregem gestorven aan onverzorgde T.B.C. en zijn oudste dochter beviel er drie maanden later - na een verkrachting ? - van een jongentje dat zij vergeefs 'Fidelio' had willen laten dopen...Als souvenir aan "de witte" die haar dat gelapt had...
" Op de gemeente vonden ze dat die naam te sterk deed denken aan de verzetsgroep die haar bij de bevrijding zogenaamd in bescherming nam tegen 'de wettige toorn van de goede Belgen', lijk de gazetten dat noemen...En toen ze zei dat die kleine haar eeuwig aan die beschermers zou herinneren, smeten ze haar bijna van de trappen naar beneden ! Nadien heeft de paster er bij het doopsel dan maar 'Fideel' van gemaakt, sterk tegen zijn goesting. Maar ze kreeg, samen met haar kind, van hem toch een goede post in 't klooster van Wijnendale, en mag dus niet klagen..."
Niet klagen ?! Verdorie zeg, die Pier was wel héél positief ingesteld, vond Joseph !
" En wie zorgt er voor de rest van uw gezin ?" wou Joseph weten: zes kinderen, dat vroeg toch nog wat zorgen in deze moeilijke dagen...
" Och, die vallen wel op hun pootjes ! " wuifde Pier weg: " De vier kakkernestjes zitten goed verzorgd bijeen in ’t weeshuis van Kortrijk. En de twee jongens werken op leercontract bij een aannemer. Een geschikten tiep, want als ik binnenkort vrij kom, mag ik ook bij die aannemer beginnen, zonder 'attest van burgertrouw'! "
" Wel Pier, ge hebt nogal dikke chance zeg ! " spotte Joseph: " Hoe heet dat bouwbedrijf ? Misschien kan ik er ook aan de slag als ze mij binnen een jaar of vijf lossen ?"
" Entreprises Berenbiet Frères uit Harelbeke...Ik heb daar vóór den oorlog ook gewerkt, toen dat nog een klein affaire was, maar met het bouwen van de Atlantik-wal zijn die ferm gegroeid en rijk geworden. En nu breken ze langs de kust alle bunkers weer af die ze tijdens de Duitse bezetting in de duinen hebben gebouwd..."
" Ja, ik ken die firma: in '41 is mijn broer daar ook een paar maanden bij gaan metselen...Zit die baas dan nu niet vast voor economische collaboratie ?"
" Effekens, bij de bevrijding, heb ik gehoord...Maar hij is na een reusachtige boete vrij gekomen en sindsdien werd het bedrijf overgenomen door zijn kozijntje. En nu werken ze gewoon voorts onder sekwester..."
De luchtigheid waarmee De Cloedt de wisselvalligheden van het leven opnam, verwonderde Joseph doorlopend. De man scheen allerminst gebukt te gaan onder enige zin voor verantwoordelijkheid: wie twaalf kinderen op de wereld schopt wordt toch verondersteld daar zorg voor te dragen, vond Joseph. Maar Pier wimpelde dat weg: " Die kwamen toen der tijd vanzelf ! " lachte hij een beetje idioot. "En de paster stoefte in de congregatie altijd met ons schoon Vlaams gezin, lijk hij dat noemde...Dat stoefen is wel verminderd toen ik in de herfst van '43 op de chantier van Berenbiet een waterfleures opscharrelde en na herstel bij de 'Fabriekswacht' ging. Maar dat was gemakkelijker werk en mijn wachtkot bij de ingang van mijn nieuw bedrijf was in de winter verwarmd. "Weverijen Belleville", ge kent ze misschien ?...Plus een gratis uniform: toen ze mij die post aanboden heb ik geen moment getwijfeld ! "
" Nooit gedacht dat ge uw land daarmee verraadde hé, door zo straf voor den Duits te werken ?!"
" Ik werkte niet voor den Duits, maar voor 'Mesieu Savié', lijk dat wij den baas noemden: Xavier Belleville. Zijn grote firma uit Wevelgem maakte vóór de oorlog sjieke Perzische tapijten, maar is tijdens de bezetting moeten overschakelen op camouflagenetten voor den Duts. Vast werk, in winter en zomer, op een boogscheut van mijn kot en met de velo was ik er op twintig minuten ! We waren daar van de 'Fabriekswacht' met drie ploegen van twee man, en het enige wat we moesten doen was het geweer presenteren als 'Mesieu Savié' binnen of buiten reed met de voiture... Niét dat hij ons zag staan, hé, maar den Dutsen officier die dikwijls naast hem zat salueerde altijd vriendelijk terug...En 's nachts iedere twee uur een patrouille lopen rond het fabriek tegen mogelijke sabotage, daar gingt ge niet van dood...Een sjiekere post kon ik mij niet dromen, dat kan ik u verzekeren ! "
" Hoe zijt ge dan verdomme in Duitsland beland ?"
" Dat ik het niet weet man ! De nacht van 2 september '44 had ik de late shift en zijn ze mij en mijn kameraad rap-rap op het werk met een camion komen ophalen. En vóór ik het goed wist zat ik op de trein naar de Hannover, zonder dat ik tijd gekregen had mijn gezin nog te zien ! En tien dagen later hebben ze ons op de Luneburger Heide zonder veel complimenten in de SS divisie 'Langemarck' gestoken, samen met de mannen van de 'Vlaamse Wacht' en al de zware chauffeurs van de NSKK...Plus heel de hutsekluts van Vlamingen die samen met ons naar Duitsland gevlucht waren: V.N.V.-ers, de gastjes van de Vrijwillige Arbeidsdienst, Organisatie Todt, De Vlag en wat weet ik nog allemaal ! Heel die hutsepot kreeg op de Lüneburger Heide het spek aan hun kloten ! Hop, in den SS !"
" Ik weet het: mijn broer was daar ook bij...Chauffeur van de gepantserde 2cm Flak..."
" Petré hé ? Het is daarom dat die naam mij van bij onze ontmoeting iets zei ! Beerke Petré ! Wij noemden hem altijd 'Den Beer', wegens zijn fors postuur...En is dat ùw broer ? Ge zijt twee koppen kleiner dan hém, man ! Dan is hem thuis met alle soep gaan lopen zeker ?! Of heeft de mama soms naast de pot gepist, in der tijd ?..."
Joseph kon er niet mee lachen: " Meneer De Cloedt, 't is niet omdat gij lijk een 'keunebuk' met uw vrouw zaliger omsprong dat gij u moogt permitteren mijn moeder te blameren hé ! Kuist liever voor uw éigen dorpel, vriend ! Of denkt gij werkelijk dat heel die resem kinderen op uwen trouwboek van ù zijn, soms ?"...Zo, dié zàt !... Maar De Cloedt kon er enkel wat mee lachen ,de onnozelaar.
De notities, die Joseph over mogelijke getuigen van zijn relatie met een joodse jeugdvriend en een Engelse vlieger gemaakt had, waren ver klaar. Hij vond ze zelf héél nauwkeurig, helder en zakelijk. Maar naarmate hij dieper in zijn vage herinneringen aan 'Brij-Jan' (Brian) Bolton en Arthur Birnbaum had moeten graven, hoe neerslachtiger hij geworden was. En hoe meer het tot hem was doorgedrongen welk een verschrikkelijke idioot hijzélf geweest was met zijn beslissing om vrijwillig naar het Oostfront te trekken...Jupp had inderdaad gelijk gehad: met zijn puberale hoogmoed had hij héél het gezin Petré naar de verdoemenis geholpen ! Onnodig de schuld voor moeders dood en die van Leon in de schoenen van Pylieser te schuiven: énkel hijzelf, en hijzelf alléén ,had met zijn misdadige branie hun leven vernield, begreep hij nu...Nu het veel te laat was, natuurlijk !
Dié week nog werd De Cloedt op een morgen naar de griffie gevoerd om kennis te nemen van de feiten die hem ten laste werden gelegd. Tegen zijn gewoonte in was hij er toch niet erg gerust op: dat werd waarschijnlijk 'wapendracht' en 'hulp aan de vijand' plus daar bovenop 'SS-Langemarck' ,genoeg om van hém een volbloed fascist te maken...Als ze tegen hem maximum vier jaar zouden eisen, mocht hij van geluk spreken: er waren er vlak na de bevrijding voor véél mínder gefusilleerd! ...
Ook Joseph zag hem met lede ogen gaan, want hij had werkelijk met de simpele man te doen. De laatste dagen had de naïeveling nog wat verteld over zijn plezant werk als fabriekswachter: hoe de arbeiders hem - klak in de hand - in zijn uniform bij het binnen- en buitengaan eerbiedig groetten aan zijn verwarmd wachtlokaaltje. En hoe de Duitse officier, die samen met 'messieu Savié' het bedrijf bestuurde, altijd correct salueerde als De Cloedt het geweer presenteerde... Maar dat de baas hem nooit een knikje gunde, had onze vriend hem niet in dank afgenomen. Hij had dan ook in zijn vuistje gelachen toen die blaaskaak eind vorig jaar ook hier even in het kamp werd opgesloten, al was het dan maar voor een week-end...
" Eén week-end ?!" vroeg Joseph: " Da's niet erg veel hé ...En dan naar het gevang zeker ?..."
" Bijlange niet: de maandag nadien hebben ze hem al gelost en heeft hij een soort huisarrest gekregen in afwachting van zijn proces voor economische collaboratie... Zijn advocaten hadden het op een akkoordje gesmeten met de krijgsauditeur: hij moest uit Spanje weerkeren en zich persoonlijk ter beschikking stellen van het gerecht om de beslagname van zijn bedrijf te laten opheffen...Met een boete van een paar miljoen is hij er later vanaf gekomen ,maar in den bak heet 'em nooit grezeten..."
" Was Xavier Belleville naar Spanje gevlucht bij de bevrijding ? Waarom niet zoals iedereen naar Duitsland verdikke ?! Niet chique genoeg zeker ?"
" Nee-nee, hij is niet gevlucht hé ! Toch niet bij mijn weten...Maar hij moest dikwijls met zijn Duitse officier naar Spanje op zakenreis, officieel om kleurstoffen en sisalvezels aan te kopen voor zijn camouflagenetten... Maar in feite heeft hij al die tijd, volgens dat ze zeggen, met zijn zwart geld daar langs de kust grote stukken duin opgekocht...En toen messieu Savié dààr was, tijdens de laatste reis in de zomer van '44, is den Engelsman geland in Normandië en den Amerikaan in Zuid-Frankrijk en hebben die op korte tijd zijn terugweg naar België afgesneden ! Hij was toen wel verplicht dààr te blijven. Wel niet helemaal tegen zijn goesting, naar het schijnt...Want zijn Duitse compagnon had blijkbaar expres zo lang getreuzeld tot ze daar afgesneden waren en het te laat was, om veilig in Spanje te kunnen blijven...
" Dus uw baas betaalt een belachelijke boete voor de fabricage van legeruitrusting voor de Wehrmacht - iets waarmee hij miljoenen winst heeft gemaakt..."
" Belachlijke boete ! Mijn gat !" onderbak De Cloedt hem :"zékers een paar miljoenen !"...
..." en gij, die aan zijn poort in weer en wind de wacht optrok, vliegt voor een paar jaren de bak in ?..."
" Niet in weer en wind, hé! " zei de onnozelaar: " In een goed verwarmd wachtlokaal ! "
Joseph had De Cloedt nadien niet meer teruggezien, maar Florizone wist te vertellen dat de man inderdaad vier jaar had gekregen en tien jaar verlies van burgerrechten...Met aftrek van zijn voorhechtenis en de gunst van de 'Wet-Lejeune' mocht hij niettemin hopen binnen het jaar vrij te komen...
" Voor u zal het waarschijnlijk ook dààrop uitdraaien, als we er niet in slagen uw joodse vriend Birnbaum en de Britse vlieger Bolton als getuigen ter ontlasting op te voeren. Maar zoals ge zegt: de kans is heel groot dat die laatste zijn krijgsgevangenschap niet heeft overleefd...Uw vriendin, Mejuffer Nadine De Handt, heeft mij wel nog het oude adres van zijn moeder in Londen kunnen geven, en dié heb ik het in mijn beste Engels uitgelegd...Al verwacht ik niet dat de vrouw daar, vijf jaar nà datum, nog steeds woont: misschien is ze ondertussen ook al overleden, wie weet ! Het is écht een schot in de nacht...En voor Birnbaum heb ik het Rode Kruis aangeschreven, maar ik weet uit ondervinding dat het maanden gaat duren vóór die antwoorden.."
" Verdomme Meester, vorige maand liet ge verstaan dat die twee getuigen àlles gingen oplossen, en nù komt ge mij gelijk vertellen dat het maar een scheet in een fles was ?! Hebt ge daarvoor geleerd of is het aangeboren: die gave om iemand tot wanhoop te drijven ?!"
Florizone zuchtte diep: " Ik weet het: ik gaf u daarmee misschien teveel hoop, maar zo gaat het nu éénmaal...Veel ups en downs: in een proces moet ge wat geluk hebben...Maar we boekten toch al wat vooruitgang: ik heb zowel de garde Calcoen als die Rudolf Steiner er van kunnen overtuigen dat ze hun getuigenverklaring over de verdrinking van de heer Pylieser dringend zouden moeten herzien ,als ze zélf geen last willen krijgen...En uw chantage schijnt goed te werken, want de Gewestelijke Leiding van de Weerstand heeft mij gisteren al om uitleg gevraagd over onze beschuldigingen ten laste van hun Nieuwpoortse 'Held'...Mij gedacht gaat die zaak geseponeerd worden en een stille dood sterven..."
" Bon " beaamde Joseph: " Dan zijn we toch al een béétje op de goede weg ! "
Een briefje schrijven naar Erika ? Allemaal goed en wel, maar wàt moest hij haar in godsnaam gaan vertellen?! Met zijn avonturen van de laatste maanden kon hij natuurlijk een boek vullen, maar dat zou haar maar matig interesseren, vreesde hij...Zij zou vanzelfsprekend wel willen weten of zijn wraakraid naar de kust 'gunstig' was verlopen, in de eerste plaats wat het 'afwerken van zijn lijstje' betrof. Maar, haar kennende, zou ze toch vooral op hete kolen zitten over de recuperatie van Jupps goudschat: zeg nu zélf! En omdat het zijn ego streelde, veronderstelde hij ook dat Erika - ziek van liefdeshonger en met de dag ongeduldiger - smachtte naar zijn spoedige terugkeer...
Vervelend, natuurlijk, dat hij haar nóch over het goud, nóch over zijn voorziene 'Heimkehr' iets zinnigs kon vertellen. Of de schat nog lag waar hij hoorde te liggen en wanneer hij die überhaupt tijdig zou kunnen opgraven, kon enkel Ons Heer gissen. Aan de abri, waarin Jupps munten begraven lagen, had hij de morgen van zijn landing niets abnormaals gemerkt. Heel de zijkant langs de ingang was nu zelfs volledig overwoekerd met de vlierstruiken, méér nog dan in de tijd toen die Britse piloot er verdoken had gezeten. En wat Rachels juwelenstock betrof, weggeborgen in de schouwpijp van de 'Stella Maris': daarvan had Jetje hem verzekerd dat het huis nog maar heel zelden bewoond was geworden...
Maar hoe dan ook: als hij binnenkort voor een paar jaren in de bak vloog, kon er achter zijn rug met dat goud van alles gebeuren dat niet pluis was! Bij voorbeeld: als de Brugse eigenaresse van de 'Stella Maris', na al die jaren van verwaarlozing, op het lumineus idee zou komen om de schouw te laten vegen...Met als gevolg dat de zwarte klusjesman de wonderbaarlijke vondst op zijn bil zou slaan, natuurlijk! Dan mocht ons Jeftje in de eerste plaats - maar eveneens Erika, en tenslotte ook Rachel - op hun kop staan dansen: achter die juwelenstock zouden ze kunnen fluiten!
De doos goudmunten van Jupp lag onder kubieke meters zand stukken beter beveiligd tegen graaizucht van een oneerlijke vinder...Weinig kans dat iemand het in z'n kop zou halen de ondergewaaide abri helemaal uit het duin op te graven. Tenzij misschien de gemeente Westende geld teveel zou hebben en na het opruimen in de duinen van de betonnen Atlantikwal ook de bunkers van '14-'18 zou aanpakken...Maar gezien ze pas twee jaar nà het einde van de oorlog heel schuchter aan de afbraak van de meest recente versterkingen begonnen waren, hoefde hij de eerste jaren niet voor zo'n krachttoer van de gemeente te vrezen! En tegen de tijd dat het menens werd, zou hij al lang in voorlopige vrijheid rondlopen...Wat de burgemeester echter wél vlug en met weinig kosten kon doen was die betonnen gedrochten laten toemetselen opdat in het seizoen de toeristen er niet in zouden verongelukken...In dàt geval was Joseph natuurlijk in de aap gelogeerd...
Hoe dan ook, over die verborgen blikken goud kon hij in zijn brief naar Erika beter zwijgen als vermoord. Zo liet hij haar in het ongewisse of deze dozen nog steeds op dezelfde plaatsen verdoken zaten die Jupp haar in zijn liggingschetsen had aangeduid. Logischerwijze zou Erika aannemen dat hijzelf, onmiddellijk bij zijn aankomst in Westende, het goud in een nieuwe schuilplaats had verborgen. Dit lag zodanig voor de hand dat hij zich nog steeds verweet zo stom geweest te zijn om dit toen nà te laten. Maar haar nù schrijven dat hij de schat pas nà zijn vrijlating zou recupereren zou nóg stommer zijn: zo'n naïeve eerlijkheid zou dat kind enkel op slechte gedachten kunnen brengen! Dus dat potje kon hij beter gedekt laten...
Toen hij zijn briefje herlas, vond hij het inderdaad kort, krachtig en strikt terzake...Om er toch een beetje franje aan toe te voegen, besloot hij: " Het noodlot, m'n lieve Erika, drijft ons hierbij wreed uiteen, alvast voor jaren en, als we eerlijk zijn, waarschijnlijk zelfs voor eeuwig. Gezien ik hier een hele tijd van de buitenwereld zit afgesloten, moet ik mij node neerleggen bij het langdurig gemis van uw geliefde persoon. Ik mag mij derhalve over een eventuele gezamenlijke toekomst voor ons beiden geen enkele illusie maken...Want gij staat daar in Porz volop in het drukke sociale leven en zal wel vlug gecharmeerd worden door een flinke verliefde man...Daarom schenk ik je dan ook met droefenis in het hart je vroegere vrijheid terug om met deze Witte Ridder een nieuw geluk op te kunnen bouwen...
Vaarwel, lieve zoete Erika...Je blijft voor altijd en eeuwig de bron van mijn tederste gedachten.
Uw diep bedroefde,
Jean-Marie."
Zo, dat was dan duidelijk. En ook troostend, vond hij...En het sloot niet uit dat hij later, na een mogelijke vervroegde vrijlating en al dan niet met goud beladen, toch opnieuw contact zou kunnen opnemen, of ze ondertussen een àndere vrijer had of niét...Hoe meer hij zijn zalvende volzinnen herlas, hoe meer hij met zichzelf opgezet geraakte. Enkel jammer dat ze dat mooie epistel, in een vlaag van razende zinsverbijstering, waarschijnlijk half gelezen in de haard ging gooien! Maar ja, wat wil je: tijdens de oorlog was er zovéél moois onherroepelijk verloren gegaan...
Enfin, het dééd hem toch iets toen hij de brief sluiks aan Florizone toevertrouwde om op de post te doen. En vroeg hem het epistel liefst onder een officiële omslag van zijn kantoor op te sturen, hé...Want ànders kon Erika nog denken dat hij haar een tranerig drama voorloog om ongestoord met het goud te kunnen verdwijnen! ...De brief gewoon afgeven aan de censuur van het kamp mocht hij niet riskeren: dié zouden de correspondentie van een 'incivieke verdachte' naar een adres in het schurkachtige Duitsland zéker tot op het bot uitpluizen! En daarenboven leuk de mooiste passages doorstrepen met hun vettig zwart inktpenseel! Neen, dank u! Deze barbaarse verkrachting van zijn geesteskind wilde hij graag vermijden!
De advocaat had zijn huiswerk goed gemaakt en het web van onderlinge beschuldigingen tussen Joseph, Steiner, Pylieser en de garde duidelijk in kaart gebracht. Hij overliep met zijn klant vlot wàt daarvan echt wààr was en wàt gefantaseerd. En vooral: welke getuige daarvan een bewijs zou willen aanvoeren...
Tot slot kwam hij nog met een opbeurend nieuwsje: het dossier 'Pylieser' lag ter griffie van de rechtbank in Veurne, als een gewone burgerlijke strafzaak nog steeds op naam van Jean-Marie Peters ,zijnde een onbekende landloper ! Geen énkele verwijzing naar een SS-dossier op de krijgsraad van Brugge! Kleine vergetelheid van de Nieuwpoortse rijkswacht, die blijkbaar geen rekening had gehouden met de opheldering van zijn ware identiteit...Op het gerechtshof van Veurne was nog niet beslist of er uit hoofde van de verdachte 'Peters' sprake was van 'schuldig verzuim bij accidentele verdrinking' dan wel of het 'slagen en verwondingen met de dood tot gevolg' betrof...Want bij een eerste lezing was het de griffier tóch opgevallen dat die Peters - een wildvreemde zwerver - zo te zien geen enkel motief had om meneer Pylieser iets aan te doen...En daarenboven had de beambte geen flauw idee waar die vagebond van een Peters ergens mocht uithangen: die leek wel in rook opgegaan! Zolang daar geen klaarheid in gebracht werd, vond de goede man dat hij aardig wat àndere katten te geselen had! Tenandere, de overleden Pylieser had toch geen familie om hem met dat dossier op te jagen, dus...
Mr Florizone stelde dan ook aan Joseph voor dat hij zich op het gerecht van Veurne voorlopig niet meer zou vertonen om die heren daar rustig voort te laten slapen en vooral geen hint in de goede richting te geven! Zo kon veel tijd gewonnen worden om in het geniep het slachtoffer Pylieser te compromitteren en de doofpotoperatie uit te lokken...
" Akkoord voor Pylieser, maar vergeet de aantijgingen van Steiner en Calcoen niet hé! Cyriel beweert dat Pylieser hem, alvorens te verzuipen, toegeroepen heeft dat ik hem opzettelijk in het water had geduwd en met de krukken geslagen! Of ik dat al dan niet gedaan heb, zal hij nooit kunnen bewijzen, maar Jetje die er bij stond heeft de Pylieser dat in elk geval nooit horen roepen! De garde heeft dat nà het accident in paniek uit zijn duim gezogen om zijn eigen schuld te verdoezelen..."
" Mogelijk, maar met zo'n uitroepen, die door andere getuigen tegengesproken worden, zal de rechtbank - en zéker de krijgsraad - normaal tóch geen rekening houden..."
" Laat ons dat maar hopen! Maar als ge hem voor deze leugenachtige beschuldiging een kloot wilt aftrekken kunt ge hem misschien alvast confronteren met wat Oberfeldwebel Heydrich, de Sergeant-Provoost van de batterij, 'hun hartelijke samenwerking' zou hebben genoemd ? Ge moet er natuurlijk niet bij vertellen dat de getuigen die deze bezwarende uitspraak zogenaamd hoorden en zouden kunnen bevestigen – zoals Jupp onder andere - al maandenlang dood zijn, hé, en dat Herr Heydrich zélf onbereikbaar in de Russische bezettingszone van Duitsland zit! Maar de garde in een klein briefje vragen naar zijn antwoord op deze, voor hém belastende verdachtmaking van collaboratie zou hem al minstens een paar slaaploze nachten bezorgen! Zijn valse moreel ondergraven: dààr is het mij om te doen! "
" Maar zijn klacht zal hij daarvoor niet intrekken!"
" Misschien niet. Maar vraag hem ook eens of het wel klopt dat hij in café 'Het Paard' tegen een àndere drinkebroer gezegd zou hebben 'wreed content te zijn dat die smeerlap van een Pylieser verzopen is'! Ik durf er mijn kop op verwedden dat hij tijdens één van zijn zwelgpartijen iets in dien aard heeft uitgekraamd! Immers sinds Gerard er destijds voor zorgde dat Cyriel nààst die post van politiecommissaris viel, kon hij het bloed van de schipper wel drínken! En ge kunt die uitspraak gerust voor waarheid verkondigen, aangezien hij meestal toch te zat is om zich te herinneren wat hij in de dorpscafé's zoal uit zijn botten slaat! Ik garandeer u dat zo'n vervelende vragen al rap zijn nachtrust gaan ondermijnen, en hem op den duur wel alle goesting zullen ontnemen om betrokken te worden in een proces dat hem geen enkel voordeel kan bezorgen! ..."
Florizone noteerde een paar sleutelwoorden in de marge van een document en zuchtte: " Bon, ik zal doen wat ge vraagt, maar véél verwacht ik daar niet van...
Jetje zat met een gewetensprobleem. Haar hartsvriendin Rachel was een ingewikkelde machinatie aan het uitbroeden om de erfenis van Pylieser langs een grote omweg tóch in eigen handen te krijgen. Zij vond daar recht op te hebben - of minstens op een groot deel daarvan - na al het kwaad dat Pylieser haar had aangedaan met zijn verklikking! Twee jaar Ravensbrück veeg je niet uit met een verslenst boeketje rozen en een oorkonde, zoals het gemeentebestuur van Westende had gedacht...Zij eiste hààr deel van de koek, of wilde minstens beletten dat de Staat ermee ging lopen als zou blijken dat er geen wettelijke erfgenamen rechten konden laten gelden.
" Maar Joseph kan toch zijn rechten laten gelden! Ge zegt zélf dat ge in Gerard zijn testament hebt gelezen dat hij onze Joseph Petré als zijn algemene erfgenaam heeft aangewezen! En aangezien die jongen onder zijn échte naam in Sinte-Kruis gevangen zit, kan de Staat toch geen beslag meer leggen op Pylieser zijn geld! "
" Oow, m'n Keuntje! Niet zo rap! Tegenwoordig spreken de krijgsraden bijna altijd vonnissen uit 'met verval van burgerrechten' of 'confiscatie van goederen'! Dan blijft de veroordeelde inciviek achter als een dooie pier: zonder een cent en met verbod nog een beroep uit te oefenen! Een levend lijk, met andere woorden! "
" Voor de oorlogswoekeraars kan ik dat verstaan, akkoord! Maar van Joseph is toch geweten dat hij geen nagel heeft om aan z'n gat te krabben! Wat voor goederen zou de Staat al kunnen aanslaan bij zo een kale luis! "
" Maar Keuntje toch ! Zijn erfenis van Pylieser, tiens! Zegge een paar miljoenen, los geschat! Vier-vijf schoon huizen in de Langestraat van Nieuwpoort, gekocht door die smeerlap tijdens de oorlog met zijn zwart geld! Notaris Legein heeft op tijd gezorgd dat de 'operatie Gutt' daar na de bevrijding geen greep op kreeg...En dan erft hij ook nog een deel van Pylieser zijn rederij, met minstens de vier vissersboten, die Gerard van den Duits had overgenomen toen Hitler in '41 zijn plan opgaf om "gegen Engeland te fahren"...Vader Legein is wel voor een derde aandeelhouder in de rederij van Gerard, maar de overblijvende twee derden presenteren toch nog een aardig fortuin voor een snotneus van drieëntwintig lijk Joseph! "
" Dus riskeert hij dat te verliezen bij zijn veroordeling, wilt ge zeggen ?"
" Die kans zit er dik in! ...Tenzij natuurlijk de erfenis pas geopend wordt als de veroordeling al lang en breed definitief is uitgesproken, zónder dat daarbij sprake is van 'confiscatie van goederen'! Wat op zich geen probleem zou mogen zijn. Vergeet vooral niet dat die klootgendarmen van Nieuwpoort nog altijd denken dat ze Jean-Marie Peters in de bak hebben gestoken! Vooraleer Legein achter dat scherm de gezochte erfgenaam Jos Petré officieel heeft opgespoord, kan er wel nog een jaar of twee verlopen"
" Twee jaar! Dan hebben we toch ruim de tijd! "
" Misschien, ja...Ware het niet dat notaris Legein voor een derde in die erfenis tussenzit en dat misschien rap ten gelde zal willen maken! Of bij voorbeeld goesting heeft om die huizen van Pylieser op te kopen: dan zal hij over het openen van de erfenis geen gras laten groeien! "
" Enfin Zoet, ge zijt gij op dat bureel toch goed geplaatst om Legein zijn plannen van dichtenbij te kunnen volgen, hé ?! Kunt gij die goesting van uw baas niet wat afremmen voor een paar jaar ?"
Rachel keek haar spottend aan: " Enkel voor een paar jaar ? Of voor eeuwig ? Is het dàt wat ge daarmee wilt zeggen, Keuntje: "Om zeep brengen"...? Moeilijk is dat niet, weet ge: het volstaat van een goede reden te hebben...Denk maar aan Pylieser! Had Joseph hem niet om zeep geholpen, IK zou het met alle plezier gedaan hebben! Die vent heeft ons verklikt aan den Duits en ik heb door zijn schuld twee jaar lang lijk op een schavot gestaan met de strop rond mijn nek, wachtend op het moment dat de beul goesting had mij van de tabouret te stampen...”
“Ja Keuntje," beaamde Jetje :" Ik peins ook niet dat iemand wakker gaat liggen omdat Joseph de Pylieser verzopen heeft...”
“Wel, met vader Legein is het van 't zelfde: hij zou het fortuin van Gerard aan een SS-er gaan geven, terwijl die landverrader zélf weigert mij mijn eigen goudstock terug te bezorgen ?! Na de verschrikkingen van Ravensbrück heb ik recht om de rest van mijn leven zonder zorgen door te brengen, is het niet met mijn eigen goud, dan maar met de oorlogswinsten van Pylieser! En als de oude Legein denkt mij dat met vuile streken te beletten, dan moet hij verdomme rap zijn éigen testament in orde brengen! Ook bij hém zullen er ten andere maar héél weinig zijn dood betreuren, zijn zoon Marcel nog het minste van al! Die aast al eeuwen lang op de studie van de ouwe! Als 'Monsieur Papa' de pijp uit is zal het niet moeilijk zijn de afhandeling van Pylieser zijn erfenis een beetje op de lange baan te schuiven, tot na de definitieve veroordeling van Joseph! Zoontje Marcel Legein is namelijk niet erg rap van begrip..."
Zo, "de pijp uit! ": het grote woord was gevallen. En Rachel wist van haar tijd in Ravensbrück: zohaast ondereen was afgesproken, dat een hinderlijk persoon moest verdwijnen, wende men vlug aan het idee van zijn dood...
" En vooral ",sneerde zij: "die vuile ouwe vent zou het bij Sinte-Pieter érg moeilijk hebben om zich uit al zijn louche zaken en scheve schaatsen vrij te pleiten! "
" Maar enfin, Keuntje, ge hebt toch altijd gezegd dat uw baas u goed kan verdragen! "
" Ja-ja: een beetje té goed! Want ik vertel hier thuis ook niet àlles hé! ...Een wijvenzot is't, ja! En een vuile hoerenbok! ...Moest hij niet wat bang van mij zijn en van mijn scherpe tong, hij zou mij met mijn bloot gat al lang over zijn bureau getrokken hebben! En er passeert geen énkel dossier door zijn handen of hij neemt er in ’t zwart zijn deel van! Al het geld dat hij iedere week aan de hete meiden van de 'Cambrinus' verbrast moet toch van érgens komen hé! ?...Een écht witgepleisterd graf is hij, nog erger dan er staat in de bijbel van Mattheus ! "
En het moet gezegd: Rachel kende haar bijbelteksten nog goed vanbuiten! Tijdens haar zwarte jaren in 't kamp had haar vriendin Truus, de Zeeuwse in de bovenliggende brits, er doorlopend verzen uit gedeclameerd, maar vreemd genoeg nooit willen verklaren hoe ze aan dat Heilig Boek was gekomen. Waarschijnlijk gestolen van een dode Nederlandse medegevangene, maar wie zou daarover vallen ? Hoe dan ook, het was twee jaar lang hun énige bedlectuur geweest, en die lieve Truus had er iedere avond zo mooi en gevoelig uit voorgelezen..
Tot die rotzakken van een kampbeulen haar tenslotte ,tijdens de laatste hongerwinter ,na een regenachtig morgenappel hadden opgehangen...
Sindsdien lag Rachel van andermans dood niet meer wakker: als de tijd gekomen was, dan moést het maar...
En 'tijd' hàd ze nog wel even. Tijd om van alles te bekokstoven dat geen daglicht mocht zien, en die ze zéker niet aan Jetjes neus zou hangen! Zoals haar charmeoffensief tegen de jonge Marcel Legein, zoon vàn : een verlegen veertiger die samen met haar de zaak van zijn vader rechthield terwijl dié aan de dames van de 'Cambrinus' zat te prutsen. Marcel was nog steeds vrijgezel, zo'n sukkel die ondanks zijn stand en zijn centen bij de vrouwen geen initiatief durfde te nemen...Maar Rachel had van bij haar indiensttreding onmiddellijk gemerkt dat ze hem ongetwijfeld iedere nacht natte dromen bezorgde en op buro met de minste hint een rode kop kon bezorgen! Van achter haar nieuwe Remington schrijfmachien kon ze hem, via de grote wandspiegel, in profiel naar haar zien gluren. En hem als bij toverslag een stijve bezorgen door, zogenaamd diep in haar werk verzonken, met haar tongspits op haar bovenlip te titsen of dromend traag met een paar vingers over de boezem te strelen...Laatst spande ze voorovergebogen onder haar opgeschorte rok haar nylons aan: man-man, die vent kreeg bijna een beroerte! En als ze die kousen met lange halen van de volle handen tot boven de knie glad durfde te strijken terwijl hij keek, verdween hij op slag voor een kwartier naar het W.C.!...
Neen, om zoon Marcel voor haar kar te spannen zou ze geen énkele moeite moeten doen! En om hem in de nabije toekomst naar een discreet hotelletje in Veurne of De Panne te lokken zou ze enkel met de vingers hoeven te knippen. Wel plezant als je wist dat Marcel bij de dood van zijn vader niet alleen zijn studie maar ook zijn hele vermogen zou erven! Met daarin begrepen ,via verschillende hypotheken ,één derde van het fortuin 'Pylieser'...En om dàt in handen te krijgen hoefde ze niet ééns met die kwal van een Marcel te trouwen ,want daarmee zou ze last kunnen krijgen met Jetje. Het zou volstaan hem een paar jaar heftig op te vrijen en lucratief uit te zuigen...Met een beetje geluk hoefde Jetje daar zelfs niets van te weten...
Maar als het uitlekte, dan was dat ook maar zo. Jetje was verstandig genoeg om leute en labeur gescheiden te houden en zou vlug begrijpen dat Marcel in hun driehoeksverhouding niét de rol van minnaar maar wél van melkkoe speelde.
En als Rachel haar kon laten slikken dat Joseph op dié manier ,langs een omweg via de twee harts vriendinnen ,rijkelijk van Pyliesers fortuin kon blijven profiteren, dan zouden de gewetensproblemen van haar 'Keuntje' wel vlug verdampen...
Daaraan twijfelde zij geen ogenblik. In bed had ze nog nooit een nederlaag geleden...