D13 INTRIGES EN GEKONKELFOES.
Kerstmis 1946.
Meester Florizone had het toch maar mooi voor elkaar gekregen: kort voor de feestdagen vertelde hij Joseph dat er géén proces meer tegen 'Jean-Marie Peters' gevoerd zou worden. Het parket van Veurne had, op vraag van de Gewestelijke Verzetsleiding, het onderzoek naar de verdrinking van Pylieser stilletjes geseponeerd. Als vriendendienst, zeg maar...Zogenaamd omdat er toch geen benadeelde familieleden of rechthebbenden waren, die bezwaar zouden kunnen laten gelden, maar ook bij gebrek aan een mogelijke beklaagde. Want de griffie van Veurne had moeten vaststellen dat die échte 'Peters' volgens getuigen in een Berlijns bombardement was gebleven ,en zijn valse-naam-drager totaal van de aardbol verdwenen was..De gendarmen van Nieuwpoort hadden blijkbaar vergeten de "ontmaskering van Petré Gerardus" aan Veurne door te spelen... En toen de Gewestelijke Verzetsleiding discreet bij het parket had laten verstaan dat op een mogelijk proces de morele reputatie van hun patriottisch idool zou kunnen besmeurd worden, was iedereen vlug akkoord om deze pijnlijke zaak discreet van de rol te schrappen...Ze hadden zó al werk genoeg !
" Maar gaan Steiner en de garde zich daar zó maar bij neerleggen ?" wilde Joseph weten: " Als ze op het parket van Veurne die 'Pseudo-Peters' niet meer vervolgen als mogelijke dader, riskeren zijn twee kwelgeesten toch zélf aansprakelijk gesteld te worden voor die verdrinking ?"
" Als er tóch een onderzoek zou geopend worden: ja ! Maar aangezien zowel de huidige leiding van het verzet als de onderzoeksrechter onze twee lastposten ervan overtuigd hebben dat het voor iedereen beter is deze zaak te seponeren, is dàt voor die twee krawaten een voldoende garantie dat ze buiten schot zullen blijven. En in feite vragen ze dus niet liever ! "
" Je hebt hen dus niet moéten chanteren met hun misstappen tijdens de oorlog ? De garde voor zijn collaboratie met Oberfeldwebel Heidrich en Steiner voor de moord op zijn mededeserteurs in 'Villa Sybaris' ?"
" Ik niét, maar mijn bediende heeft hen daags vóór de beslissing van het parket geconfronteerd met het moraliteitsverslag dat wij van hen op het proces zouden voorleggen...Ikzélf heb daar mijn handen niet willen aan vuil maken. Maar via het parket heb ik nadien toch vernomen dat beide heren als bij toverslag collectief een volledige blackout gekregen hebben over wat er juist die nacht in de Bassevillestraat is gebeurd. Met als excuus: alle twee poepeloere zat na de herdenking van V-Day ! Een bekentenis die hun eventuele belastende getuigenis sowieso waardeloos zou maken ! "
" Dus ben ik die lastposten definitief kwijt ?"
" Definitief ! En zo kunnen wij ons van nù af volledig concentreren op de ondervragingen door de krijgsauditeur die volgende week gaan beginnen. Zorg daar vooral voor drié dingen: ge moet er proper voorkomen, uw invaliditeit moet zwaar doorwegen, en ge zijt uit jeugdige onbezonnenheid naar het Oostfront getrokken na een banale ruzie met uw moeder ! ...Dus geen politiek gezwets over een christelijke kruistocht tegen het bolsjevisme : mogelijk is de juge één van de loge die het niet zo hééft voor kruistochten ! En zwijgt over misleiding door de bevriende burgemeester Engelborghs: daar zal ik làter wel op terugkomen... Laat ook duidelijk verstaan dat ge àl die jaren zonder onderbreking aan het front hebt gestaan en gedurende héél de oorlog nóóit naar België zijt weergekeerd. Verstaan ?"
" Ja-ja: ik ben dus een berouwvolle onnozelaar, ik wéét het ! Dank u ! Maar hebt ge ondertussen nog niets gehoord van Arthur en die Britse piloot Braai-Jan Bolton ?"
" Bij Birnbaum tasten wij volledig in het duister. Naar het schijnt zou hij volledig illegaal naar Palestina vertrokken zijn en nu meewerken met terreurorganisaties als 'Stern' of 'Irgun', waarvan de gazetten spreken... Of misschien zelfs de 'Haganna'.. Zoiets liet in elk geval zijn zuster uit New York verstaan... Zij wil wél bevestigen dat Arthur met u vóór de oorlog bevriend was, maar weet niks af van de bescherming die gij hem gaf toen hij tijdens de winter van '44-'45 als Italiaanse krijgsgevangene in Berlijn ondergedoken zat...En aangezien de huidige terreuracties van de joden in Palestina hiér niet erg populair zijn, kan ik voor de rechter met zo'n getuigenis niet veel aanvangen..."
"Jammer, want Arthur zou wel een mooie getuige in mijn voordeel geweest zijn...En Bolton ? Leeft die nog ?"
" Voorlopig nog wél, al schreef zijn moeder dat hij zwaar ziek in een militair sanatorium ligt en ze vraagt hem daar niet lastig te vallen met die 'oude koeien'... Blijkbaar begrijpt ze de situatie van vroeger niet goed, en vermoed zij dat wij de vijand zijn omdat haar jongen ons kwam bombarderen in Oostende. Ik zal haar dus opnieuw contacteren en proberen het adres van haar zoon te pakken te krijgen. Hopelijk is hij een beetje béter bij zijn verstand dan dat oude mens, ànders zijn wij in de aap gelogeerd... En de tijd begint te dringen..."
Na het vrijen stak Rachel een Engelse sigaret op en inhaleerde diep: " Het ziet er niet zo goed uit met onze...heu..."erfenis" ,Keuntje...Als wij niet "héél stief" oppassen ,gaan we met ons gat nààst de centen vallen ,vrees ik ! M'n baas heeft mij het dossier van Pylieser gevraagd en dat is een slecht voorteken...De akte, waarin de schipper zijn persoonlijk fortuin aan Joseph en Leon Petré nalaat en als zijn énige erfgenamen erkent, zit daarin. En dààr begint de zever ! Leon ligt zogenaamd begraven op het kerkhof van Nieuwpoort, omdat gij hem in september '44 officieel herkend hebt in het aangespoelde lijk dat ze uit de Geul hadden opgevist. Zijn helft van Pyliesers fortuin gaat dan normaal naar zijn broer Joseph. Maar Legein weet al lang dat dié als SS-er in de bak zit in Brugge, en als de krijgsraad hem veroordeelt is de kans groot dat de staat op héél zijn erfenis beslag legt.. En dan kunnen wij al onze slimme combines vergeten ."
Jetje luisterde,diep in gedachten verzonken. Daarom vervolgde Rachel :"Maar Marcel, de zoon van notaris Legein die op mijn buro werkt, heeft mij zonder te willen op een ander gedacht gebracht. Die sukkel denkt van bij mij aan te pappen en klapt dikwijls uit de biecht. Hij vermoedt dat zijn vader àndere plannen heeft met dat dossier, en het stommelings met het sequester op een akkoord wil gooien. Hij zou de erfenis van Joseph, vóór de veroordeling, aan de staat bekend willen maken, op voorwaarde dat hij de huizen van Gerard Pylieser in de Langestraat van Nieuwpoort aan een klein prijsje van het sequester kan terugkopen...De details van deze smerige combine kénde zoon Legein nog niet, maar hoe dan ook zou Joseph naar zijn fortuin kunnen fluiten !... En wij na hem ,dàt spreekt vanzelf. Dus als we dat op één of àndere manier willen vermijden, zijn er geen zesenzestig oplossingen ! "
Jetje spotte bitter: " Denkt ge nog altijd dat ge de oude Legein zo gemakkelijk aan de kant kunt zetten ?"
" Van-kant-màken, wilt ge zeggen, hé ? Ge moet een kat een kat noemen, Jetje, en niet rond de pot draaien: ja, dàt wil ik zeggen ! Of het gemakkelijk zal gaan, is een àndere zaak...Maar er zijn nog méér mogelijkheden om dat erfenisdossier op de lange baan te schuiven, minstens tot na de uitspraak van Joseph zijn vonnis..."
" Zeg het maar kind: gíj hebt gestudeerd, ik niét ! "
" Wel, door bijvoorbeeld Leon weer tot leven te wekken, of minstens aan de Rijkswacht te verklaren dat de drenkeling, die in Nieuwpoort begraven ligt, zéker de Leon niét is ! Dat ge die zogenaamde identificatie van het lijk van Leon, tijdens de chaos van de bevrijding en na de moord op uw vriendin Marie Petré, enkel gedaan hebt onder de druk van Pylieser, of zoiets in dien aard... En Joseph zou op zijn beurt kunnen verklaren dat hij Leon in Berlijn maanden later nog onderdak heeft verleend: dat die stomme kloot daar gesneuveld is, moet hij er natuurlijk niet bij vertellen ! En ik kan zorgen dat ge één dezer dagen zogezegd een telegram van Leon krijgt waarin hij weldra zijn terugkeer naar huis aankondigt. Dat Leon dus blijkbaar nog leeft zal al voldoende verwarring veroorzaken, én bij notaris Legein én op de dienst 'Bevolking', om het openen van de erfenis minstens voor onbepaalde tijd uit te stellen. Ik zou zeggen: minstens tot nà de veroordeling van Joseph door de krijgsraad. Als dan bij de uitspraak niet geweten is dat hij het fortuin gaat erven van de schipper, dan zullen ze in het vonnis ook de verbeurdverklaring niet uitspreken..."
" Allemaal nogal ingewikkeld, hé... En dan moet ik eerst bij de gendarmen gaan staan liegen dat de Gerard mij destijds gedwongen heeft een valse verklaring af te leggen ?! Als die mij dan niet onmiddellijk geloven, en mij op de rooster leggen, dan zak ik zó door de mand ! "
" Voor één keer dat ik u iets vraag, verdomme ! IK zorg al voor die valse telegram, en zal ook wel Joseph overhalen om over Leon zijn logement in Berlijn te getuigen. Het énige wat gij moet doen is dat telegram aan de gendarmen tonen en wijlen de Pylieser de schuld geven ! Da's toch niet moeilijk hé ! "
" Maar 't is toch veel gemakkelijker in de notaris zijn koffie een slaapmiddel te doen, vooraleer hij met zijn chique voiture volle petrol naar de hoeren van de 'Cambrinus' rijdt ?! Of in zijn cognac ?! Dan vlamt hij onderweg met zijn zijn stijf pietje in alle haast gegarandeerd te pletter op een boom, of verzuipt hij door van de Langebrug in de Geul te duiken. M'n kop eraf dat daar verder geen haan nog naar kraait ! Ge hebt zélf verteld dat hij iedere dinsdag, na zijn zogenaamde 'four o'clock tea' op de buro, daar bij de vuile madammen van de 'Cambrinus' op de lappen gaat ! Vooraf een sterk pilletje in zijn cognac draaien is toch óók zo moeilijk niet !...De mensen steken het op een attacque van een ouwe hoerenloper en vragen geen rest..."
Rachel bleef haar even verbaasd aanstaren en zei toen koudweg: " Weet ge, Keuntje, wat zo verdomd irritant is bij u ?...Ge ziét er veel stommer uit dan ge zijt ! "
Waarop ze beiden in een schaterlach uitbarstten.
Maar Rachel zou Rachel niet zijn, als ze aan een eenvoudig, rechtlijnig plan niet een paar leuke tintjes zou toevoegen...En Marcel, de zoon van de notaris, die evenveel naar haar onderlijf als naar de burozetel van zijn vader smachtte, sméékte als het ware om haar duister complot wat bij te kleuren !
Dus, zohaast haar voornemen vaststond om de oude Legein, min of meer volgens de suggestie van Jetje, van het schaakbord te laten verdwijnen, begon ze Marcel op te jutten. Eerst door hem volop onder haar rok te laten gluren telkens zij meermaals per dag haar nylons aanspande, en de week daarop regelmatig vooroverbuigend diepe inzichten gunde in haar leuke décolleté... En de zaterdag dààrop kreeg ze de slijmerd al zover dat hij een chique suite huurde in een discreet hotelletje van De Panne ,dat ze kende van horen-zeggen...
Toen ze hem lovend de vier hoeken van de slaapkamer had laten zien en hij ver in z'n eentje twee flessen champy soldaat had gemaakt, bleven ze wat doezelig mijmeren over de wreedheden van hun klerkenbestaan... Rachel opperde daarbij voorzichtig dat ze hun heimelijke liefde in feite door de schuld van vader Legein hier in een hotelletje moesten verbergen, terwijl zij tenslotte een béter lot verdienden... En als er niet vlug met de ouwe iéts gebeurde, zou deze nog jarenlang de notariële aspiraties van zijn zoon en haar verdienstelijke minnaar beknotten... Zo, het zaad was uitgestrooid ,het zijne toch ! En toen hij tegen de avond van uitputting en drank ver van zijn stokken viel, begon - opgestookt door dubbelzinnigheden van Rachel - in zijn benevelde geest een weelderige wildgroei van gewaagde toekomstmogelijkheden te ontkiemen... Onder andere drong het plots tot hem door - eindelijk ! - dat een ongeluk met Papa hém niet alleen de notaristitel kon opleveren, maar hem misschien ook zou toelaten zijn erotische aspiraties met Rachel in een vastere vorm te gieten... Nou-nou, flink hoor ,jongen !
Om een lang verhaal kort te maken: na nog twee van die amoureuze retraites in De Panne en tussenin een week brainstormen op het kantoor, kwakte de notaris met zijn 'schoon voiture' inderdaad door de houten reling van de Langebrug. Hij dreef, gestuwd door de leeglopende spuikom, zóver in zee dat zijn lijk pas begin januari '47 terug aanspoelde op het strand van de Krokodiele.
Het dossier van Josephs erfenis zou daardoor pas màànden later weer op tafel komen, want door dit tragisch voorval duurde het even vooraleer de jonge notaris Legein een beetje zicht kreeg in de complexe zaken van wijlen zijn Papa...Zoals reeds gezegd was onze Marcel niet erg rap van aannemen en kwamen de hand- en spandiensten van zijn schrandere Venus goed van pas om wat krom was recht te trekken ,en omgekeerd. Gelukkig konden de meeste van zijn klanten begrip opbrengen voor deze spijtige vertragingen...
Rachel en Jetje in de eerste plaats...
De 'feestdagen' waren in het kamp van Sintekruis wat troosteloos verlopen en de geïnterneerden vestigden met de moed der wanhoop hun blikken op 1947...Eén kon de feestvreugde niet langer aan en verhing zich in het schijthuis.
Ondertussen had Joseph zijn eerste ondervraging achter de rug: verteld wié hij was, wàt hij tijdens de oorlog allemaal had uitgestoken, en wààr hij nadien zo lang was ondergedoken. In één woord: goed meegewerkt. Hij had, zoals Florizone hem had opgelegd, gezorgd dat hij proper voorkwam, erg op zijn krukken doorgehangen en alle ideologische drijfveren geminimaliseerd... De twee ondervragers hadden hem niet vijandig bejegend en hem bijna gecondoleerd met de moord op zijn moeder en zijn broer Leon tijdens de chaos van de bevrijding... Maar, zeiden ze, die spijtige voorvallen kon hij nooit als excuus voor zijn misdaden laten gelden. Immers, deze waren gebeurd lang nà zijn vertrek naar het Oostfront ,en zijn engagement aan de zijde van de vijand kon door de moordenaars - wie ze ook waren - zelfs als verschoning voor hun misdaad worden ingeroepen... Dus kon hij daar verder beter over zwijgen.
Tijdens de tweede ondervraging mocht hij kort de elementen aanhalen die in zijn voordeel pleitten: zijn jeugdige leeftijd, het verbergen van - primo - de Britse piloot Bolton achter hun konijnenkot in Westende en - segundo - van zijn joodse vriend Arthur in de kelder van zijn Berlijns bureel...Vreemd genoeg werd zijn vriendschappelijke relatie met een jood hem door de ondervragers niet erg in dank afgenomen...Maar die Brit interesseerde hen wel. Had hij soms bewijzen die zijn verhaaltje konden staven ?... Nog niet ?... Dat is dan heel jammer hé...
Toen hij nadien zijn advocaat daarvan op de hoogte bracht, vond deze het spijtig dat Joseph de voornaamste elementen van zijn verdediging al had verraden. Maar hij had ook goed nieuws: Bolton had teruggeschreven !
" Veel precieze verwijzingen over zijn onderduiking in de abri van uw moeder schrijft hij niet, maar wel in 't algemeen zijn belevenissen sinds hij boven Oostende werd neergeschoten. Hoe hij schuilde bij de boer in de polder van Mannekesvere en daar na twee dagen door de weerstand naar een oude bunker in de duinen werd gebracht, in afwachting van zijn avontuurlijke kanovaart naar Engeland, die dan jammerlijk mislukte. Maar geen details over hoe uw gezin hem daar een week verstopte en verzorgde, zelfs geen namen of precieze data, zodat wij deze getuigenis in feite niet kunnen gebruiken...Ik heb hem onmiddellijk terug geschreven en hem het nauwkeurig verhaal van zijn verblijf bij uw moeder voorgekauwd, met de vraag die tekst met zijn eigen woorden te herschrijven en duidelijk te ondertekenen. Als we dat antwoord op tijd terugkrijgen, zijn we gered ! ... Maar de man is erg ziek, en het is erg de vraag of het zal lukken..."
" Schrijft hij ook iets hoe mijn nonkel René daarbij verdronken is ?"
" Neen, want dat wist hij zelfs niet ! Wél dat ze voor de storm moesten schuilen op een scheepswrak voor de kust, en dat de kano daarbij beschadigd werd. Na twee dagen op dat stinkend wrak is uwe nonkel dan met de lekkende kano terug naar de kust gevaren om het scheurtje te laten repareren en Bolton heeft daar zonder eten nog vier dagen op zijn terugkeer gewacht. De Kriegsmarine heeft hem daar uiteindelijk opgepikt en in een lazaret verzorgd voor een vergiftiging door mosterdgas die hij, naar zijn zeggen, in dat wrak had opgescharreld...Na vijf maanden hebben de Duitsers hem dan - bij een gevangenenruil via het Rode Kruis - naar Engeland laten gaan...Ziet ge: wel een mooi verhaal, maar véél hebben wij er niet aan..."
" Zou het helpen moest ik hem persoonlijk een schoon briefje sturen, denkt ge ? Ik heb daar bij de abri hele raisons met hem gehouden: die moet hij zich toch kunnen herinneren zeker ? Of minstens mijn persoon ?..."
" Misschien... Hiér is zijn adres, al vrees ik dat het te laat zal komen voor het proces... Maar chot, wie weet... Of het is nog béter dat gij uw brief zo rap als ge kunt in het Vlaams opstelt en morgen aan mij laat bezorgen via de geïnterneerde Verstappen Aloïs, die ik morgen bezoek. Kampnummer 542, uit barak vijf dus... Dan kan ik hem nog deftig vertalen en laten overschrijven. Want ik veronderstel dat uw school-Engels met de oorlogsjaren ook wel wat haargroei gekregen heeft, ondertussen... Als ik hem dan per express naar Bolton opstuur, kómt er mogelijk nog iets van... Op hoop van zegen, zeg maar ! "
Diezelfde avond nog herlas Joseph zijn smeekbede, en kon zich geen ogenblik indenken dat deze zonder gevolg zou blijven.
Geachte Heer Bolton, beste vriend Brai-Yan,
Vergeef mij deze dubbele aanhef, maar ik weet niet goed hoe ik u moet benaderen. Tenslotte hebben wij elkaar maar tien dagen gekend. Maar uw kort verblijf bij ons in april 1941 verliep in zo'n emotioneel en levensbedreigend kader - niet enkel voor u, maar ook voor ons, zoals de verdrinkingsdood van mijn nonkel René bewijst - dat het zonder diepmenselijke gebondenheid nooit tot een goed einde had kunnen komen. Daarom noem ik u mijn vriend, en verstout ik mij, nu de oorlog voorbij is, met deze brief op uw menselijke gevoelens een beroep te doen.
Onze beider vrijwillige inzet in deze oorlog heeft ons, elk aan onze kant, veel bloed en tranen gekost. Gij, een RAF-vrijwilliger, ligt naar ik hoorde met een longziekte in het sanatorium, terwijl ik, als ex-Oostfrontstrijder, nu kreupel in de gevangenis verblijf. Ik verwacht het vonnis binnen twee à drie maanden, en de strafmaat (vijf jaar óf minder) zal volledig afhangen van de gunstige getuigenis die gij àl dan niet over mijn persoon zult willen schrijven. Mijn advocaat heeft u de punten herinnerd die voor mij van levensbelang zijn, en ik smeek u deze te willen bevestigen. Inderdaad 'levensbelang', want nóg vijf jaar in deze stinkende gevangenis hou ik niet uit: ik moet op véél kortere termijn weer vrije lucht kunnen ademen...
Ik vertrouw mijn toekomst hiermee volledig aan u toe, beste vriend Braai-Yan, zoals ook gij uw leven aan ons hebt toevertrouwd in de donkere dagen van april '41...
Dat God ons moge bijstaan...
Zo, een handtekening en klaar was kees ! Morgen, na het morgenappel zou hij zijn smeekbede aan die Verstappen geven, met het gevoel op een tropisch eiland een noodkreet in een fles aan de branding toe te vertrouwen !
De week daarop leek het alsof diezelfde branding een àndere fles met een àndere noodkreet op zijn strand wierp, ook al stond Joseph compleet voor een raadsel wie dan wel de afzender kon zijn... Meester Florizone schoof hem die ansichtkaart sluiks toe bij zijn volgende werkbezoek.
" Beziet ze straks maar eens op uw gemak en zeg mij later maar wat ge er van denkt... Uw zogenaamde 'Tante Jetje', Georgette Neuville ontving die twee weken geleden en weet niet goed wat ze ermee moet aanvangen. Het is een zicht van Saigon, een grote stad in den Indochine, waar voor de moment de Fransen bezig zijn een communistische opstand neer te slaan... Het schrift is wel wat verwaterd, maar ik heb het toch ontcijferd als: " Bien bonjour aux familles et amis de Fred Bonheure et Jos Maes. 2.R.E.P... Maar Jetje kent niemand met die naam die haar juist adres zou moeten weten. Toen ze mij daar over sprak heb ik wat opzoekingen gedaan en ontdekt dat 2.R.E.P. staat voor het 'Deuxième Régiment Etranger Parachutiste', of zeg maar de para's van het Franse Vreemdelingenlegioen... Die zijn daar tegen de chinezen aan 't vechten in den Indochine. En in 't vreemdelingenlegioen zitten veel oud SS-ers, ook Vlamingen van de 'Langemark'... Maar gij zijt de énige oud-Langemarker die madam Neuville kent en dus denkt zij dat die kaart, langs een omweg, mogelijk voor u bestemd is... Een soort geheim teken-van-leven van uw oude kameraden... Kent gij die afzenders soms, Fred Bonheure en Jos Maes ?..."
Joseph trok een bedenkelijk grimas: " Bonheure, dat zegt mij iets, al kan ik dat niet direct plaatsen... Maar Jos Maes verdomme ! Zo zijn er misschien wel duizend met die naam, lijk Jansens en Peters: daar moet ik eens goed over nadenken... En voor de rest nog nieuws ?"
" Ja, als ge wilt: ge hebt mij in de tijd gevraagd eens te horen hoe het met oud-burgemeester Engelborghs is afgelopen, hé ? Wel, die heeft hier heel de tijd geïnterneerd gezeten sinds september '44, zelfs de laatste acht maanden samen met u zonder dat ge hem tegen het lijf gelopen zijt ! Maar vorige week is hij veroordeeld tot vijf jaar en zit nu in 't Pandreitje, de stadsgevangenis van Brugge...Met een beetje chance gaat ge hem na uw proces dààr nog terugzien ! "
" Chance ?! Godverdomme, zéker niet voor hém, want dat zal zijn beste dag nog niet zijn ! "
" Zég ! Kalmkens aan hé man! Ik wil geen tweede zaak Pylieser aan mijn been, verstaan !... Laat die vent gerust: met vijf jaar heeft die al genoeg om spijt te krijgen over zijn zondig verleden ! "
En omdat Joseph wrokkig dichtklapte vervolgde Florizone gemaakt jolig: " Weet ge van wie ik ook goed nieuws kreeg ?... Van Juffrouw Birnbaum, de zuster van uw vriend Arthur ! Ze schreef mij dat ze haar broer van uw situatie op de hoogte bracht en dat gij van hém een gunstige verklaring moogt verwachten... Speciaal dan over uw bescherming bij zijn onderduiking in Berlijn. We kunnen nu enkel hopen dat hij daar rap op reageert, vooraleer wij berecht worden door de krijgsraad..."
" En al iets gehoord van Bolton ?"
" Dat zou wel héél rap zijn hé! Vóór veertien dagen mogen we daar niets van verwachten. Geduld dus maar ! "
Vreemd, dacht Joseph, de dagen in het kamp leken zo eindeloos traag voort te kruipen, terwijl er anderzijds waarschijnlijk tijd tekort zal zijn om zijn verdediging rond te krijgen...
|