" De Afrekening"
Een West-Vlaamse oorlogsthriller in afleveringen
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
21-08-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 110

A76:      DODE TIJD...

         Westende, 1 oktober 39.     

Aan het eerste échte tentenkamp van Jong Dinaso zou Leon zijn leven lang een rampzalige herinnering overhouden, terwijl het toch allemaal zo veelbelovend was begonnen. Maar die rotsoldaten hadden alles bedorven!

Normaal zou hij nooit aan dat driedaags avontuur kunnen deelnemen, want schipper Pylieser kon hem vast niet zo lang missen. Maar - geluk bij een ongeluk - nét zoals de meeste vissers van de Vlaamse havens durfde de baas plots niet meer uitvaren met zijn 'Astrid' wegens het gevaar van de drijvende mijnen. Vorige week had een Franse strandvisser van Bray-Dunes zijn overmoed nog met de dood moeten bekopen. Het tuig waar die boot opbotste was waarschijnlijk losgeslagen uit de mijnenvelden waarmee de geallieerden het Nauw van Kales hadden afgesloten. Een gelijkaardig exemplaar was gisteren op het strand van Koksijde aangespoeld. Het leger had er onmiddellijk twee schildwachten bij gezet om 't volk weg te houden. Maar van op de dijk kon je die schrikaanjagende zwarte bol goed zien liggen, halverwege de hoogwaterlijn, en de ramptoeristen telden op de kroon duidelijk zes voelsprieten, zoals ze de schokbuizen noemden...       

" Dus is 't voorzekers een Engelsman! " wist een oud-strijder: " Want den Duits heeft er maar vijf! " Er onder verstaan: de krotzakken!  Hoe dan ook: een mof hàd gekund, sinds het algemeen geweten was dat de Luftwaffe vanaf de eerste dag van de oorlog volop losse magnetische mijnen in de Franse vaargeulen dropte, de lafaards!  En Pylieser vond dat een goede reden te meer om de evolutie van het conflict even van op de veilige vaste wal te volgen, zonder overhaast en onnodig  veel risico's te gaan nemen. Want na het Duitse 'bliksemoffensief' en het plotse Poolse débacle kon die oorlog nooit lang meer duren, ditmaal...

Dus zat Leon ondertussen zonder werk en kon hij  - dankzij de zeemijnen - mee op Jongdinaso-kamp. De leiding had het begroeide duindal uitgekozen op 't einde van de Doorsteek, juist naast de Apenberg: een plat stuk, ruim genoeg voor vier tenten rond een kampvuur plus een open keuken! Hij was al van vrijdagmiddag met nóg twee jongens van zijn roedel flink in de weer om de zakken met zeilen en palen van de baan naar de kampplaats te sjouwen, een dikke tweehonderd meter door het mulle zand. De tenten roken wel een beetje muf - waarschijnlijk nat gestapeld na het vorig kamp - maar kregen nu drie dagen om grondig uit te waaien!  En die reuk deed Leon zo'n beetje met weemoed aan de bruine zeilen van de 'Astrid' terugdenken...

Tegen de avond kregen ze twee tenten récht en ze hadden gedrieën toelating er die eerste nacht in te slapen, kwestie van de boel wat te bewaken. Joseph en Arthur waren in 't laat nog langs gekomen, er duidelijk op uit daar ook de nacht door te brengen...Maar hun haring braadde niet: géén buitenstaanders in het kamp!

Die nacht bevroren ze bijna in hun dunne deken, hoe dicht bijeen ze ook kropen. Hun manmoedig voornemen om buiten beurtelings de wacht op te trekken geraakte na middernacht in de vergeethoek, ook al bleven ze tot het eerste hanegekraai klaar wakker. Om dan om negen uur brutaal uit een diepe slaap te worden geschopt door roedelleider Dupong die daar als een gek stond te kelen van plichtsverzuim en postverlaten alsof ze de dood met de kogel verdienden!  Als straf mochten ze uit het café 'Lekkerbek' - een kilometer gaans - elk twee boordevolle emmers pompwater aanslepen: " Ge krijgt een half uur!  En vól, goed verstaan hé ?! Of ge keert terug!  Looppas!"

Tegen de noen stonden alle tenten recht en konden ze, vóór het slurpen van de lichtjes aangebrande erwtensoep, met een flepse 'Wilhelmus' nog vlug de groet aan de vlag brengen. De halve middag sleepten ze van heinde en verre bussels sprokkelhout aan voor het feestelijk kampvuur van deze avond. Tot plots die vreemde vent daar stond met zijn mooie fiets en hen aanmaande als een gesmeerde bliksem op te hoepelen met die tenten!  Bleek dat hij de jachtwachter van baron Crommelinckx was, de eigenaar van heel het duingebied tussen het Laureinsstrand en de IJzergeul!  Dat dit een officieel kamp was onder gezag van de Verdinasoleider Joris van Severen maakte geen verpletterende indruk: " Vous avez une demi-heure! " Wel-wel, waar had Leon dat nóg gehoord ?

Leider Dupong besloot aan dit bevel, in het zicht van zijn troepen, grandioos zijn voeten te vegen en zette iedereen aan het werk om het avondmaal klaar te stomen. En juist toen ze met hun eetketeltjes wilden aanschuiven bij de gebakken-haringen-in-ajuinsaus vielen hen vanuit het donker én met geveld geweer een tiental soldaten op de nek!  Dupong, die volgens het boekje nog 'alaaarm' riep, botste ongelukkig tegen een kolf en tien minuten later werden de gevangen 'espions fascistes' in kolom-per-één langs de baan naar de nieuwe kazerne tegen Lombardzijde-strand afgevoerd. Aan het wachtlokaal stond dat pretentieus stuk jachtopziener nonchalant lachend een cigarillo te roken met de postoverste en het duurde niet lang of heel het roedel zat verdeeld over drie cellen in het cachot...

De rest is te beschamend om te vertellen. De ondervragingen duurden heel de nacht, kwestie van de lange wachturen van die zandstuivers wat op te fleuren...Dat de jongens zogenaamd niet wisten dat héél de kust nu onder militair gezag stond werd niet als excuus aanvaard, zéker niet van zo'n bende Vlaamse 'excités'. Hun nachtelijk paramilitair gekuip in een gevoelige zone kon het leger niet gedogen!  En zo nóg veel vijven en zessen!

Pas tegen zevenen smorgens kwamen de gendarmen van Nieuwpoort hen verlossen én PV opstellen voor 'weerspannigheid'. Eigen schuld, dikke bult: met een Meneer de Baron viel niet te spotten, lieten ze verstaan!  Maar dat zo'n  Hoge Piet ook het leger voor zijn kar kon spannen, was volkomen nieuw...En een les voor het plebs :"Circulez! ".

            

Ook Joseph en Arthur vielen begin oktober in een zwart gat. De twee families Birnbaum hadden heel de maand met afgrijzen de Duitse pletrol over Polen zien walsen en Joseph voelde dagelijks bij zijn vriend de redeloze paniek stijgen. Met zijn sussende verklaringen dat Hitler tenslotte enkel de gebieden terugnam die de Polen hem in '19 hadden ontstolen, goot hij ongewild enkel olie op het vuur.

" Jippy, ik dacht dat je slimmer was!  Als hij nu Frankrijk aanvalt om de Elzas terug te krijgen, verklaart hij morgen toch België de oorlog voor Eupen-Malmedy, begrijp je dat niet ? Dan staat hij binnen de week hier voor de deur, als je ziet hoe rap het in Polen is gegaan!  Enig idee wat míj dan te wachten staat ? Of zou Pylieser dan al wakker geschoten zijn, denk je ?"

" Ik denk niet dat je op hem erg mag rekenen..."

" Wie zegt dat ? Iedereen is te koop! "

" Angsthazen niet, vriend!  Nog voor geen honderdduizend frank, vooral omdat hij al geld genoeg heeft! "

" En voor een miljoen ?!...Zie je wel dat je begint te twijfelen!  Ik herhaal het: iedereen heeft z'n prijs, hoe bang hij ook mag zijn...Al wat we je vragen is ons in contact brengen met die schipper: dat was jouw deel van onze overeenkomst, remember ? Mijn deel is vervuld."

"Hoezo vervuld ? Weet jij iets van meneer Hasard?"

" Ja, natuurlijk, dàt probleem is definitief opgelost!  Maar ik vertel je niks, vóór je Onkel Theodor bij Pylieser hebt gebracht! "

" Ongehoord!  Is dàt vriendschap ?! Je weet hoe belangrijk ik het vind, te weten wie mijn vader is!  En jij wil mij daarmee chanteren ?! Werkelijk ongehoord! "

" En voor óns is die boot van lévensbelang!  Verstaat ge mij goed ? Lé-vens-be-lang!  Schiet dus op! "

 

Joseph was kwaad met slaande deur vertrokken. Maar vóór hij thuis van de fiets sprong wist hij dat Arthur gelijk had. En 's avonds op de scheerzolder sprak hij zó lang op Leon in tot deze zijn wrok tegen de joden - de moordenaars van Christus ! - opzij schoof en beloofde nonkel René met de boodschap te belasten. Het duurde nog wel een paar dagen, maar eindelijk ging Pylieser akkoord om Onkel Theodor Birnbaum op een zondagavond te ontmoeten in Taverne Cambrinus,  met Arthur erbij als vertaler.

De kille vertroebelde sfeer tussen de twee vrienden klaarde onmiddellijk op toen Joseph hem op de tram het goede nieuws bracht. Nadine en Françoise zaten op een àndere bank over meisjesgeheimen te fezelen, dus was de kust vrij:

" En nu jij!  Hoe zit dat met Hasard ? Is hij mijn vader of niet ?!"

" Hém mag je vergeten, vriend!  Hij heeft met die fameuze Rudolf géén uitstaans, zoveel is zeker! " En zonder de minste onderbreking vertelde hij hoe de twee gezinnen Birnbaum bij Hasard een familieportret hadden laten maken om de gelukkige hereniging te vereeuwigen. Arthur was nadien naar de fotograaf teruggekeerd om te vragen of de kunstenaar ook zijn werk wilde tekenen:

" Met uw volledige naam, als het kan: Paul, Rudolf, Hasard ?" Arthur keek hem vragend aan: " Alstublieft ?"

" Ik teken altijd met mijn initialen P.H..."

" Maar wij hadden graag uw volledige handtekening,  zo van Paul,Rudolf, Hasard, ja ?"

" Paul Hasard dan. Okee ?"

" Waarom zónder Rudolf ? Hebt u iets tegen deze naam, misschien ? Hoort u die niet graag ?"

" Maar ik heet helemaal zo niet!  Of wilt u er soms ook Adolf Benito Franco bij ?" vroeg hij gekkend, maar toch wat geïrriteerd...

 

Nu hij de sympathieke fotograaf kon schrappen stond Joseph dus weer op een dood punt: een nieuwe kandidaat-vader zag hij niet zo direct zitten. Jammer, want Hasard had écht voor de hand gelegen: hij hoorde bij het clubje van de Grote Bamberg en was destijds verliefd geweest op moeder...En bovenal was het een sympathieke man, verstandig en kunstzinnig: écht het type vader van zijn dromen...

Misschien kon Arthur een nieuw slachtoffer vinden want dat het speuren naar Rudolf hem làg had hij ondertussen wel bewezen!  Maar hem daarvoor wàrm krijgen zou niet zo makkelijk gaan, nu de bespreking met Pylieser waren mislukt en de Birnbaums hoogdringend een àndere vluchtweg moesten vinden...Alhoewel: de oorlogsdreiging scheen wel wat te verzwakken, sinds Hitler in alle talen liet verstaan niet afkerig te zijn van een nieuw en aangepast "Akkoord van München"... Joseph moest dus een lokaas vinden om de angst van zijn vriend te sussen en zijn aandacht terug naar zich toe te halen.

En dat vond hij bij Leon. Sinds deze méér dan tijd zàt had en op het strand geen vis meer durfde stropen na zijn botsing met het leger, legde hij zich toe op het strikken van konijnen. In de duinen bezuiden de Grote Baan moest hij geen soldaten vrezen en tussen die struiken wist hij vanouds alle pijpen liggen. En aangezien Joseph daar omtrent in de lente met Arthur een indianenhut was beginnen bouwen viel het niet zo moeilijk het Winnetoevuur bij zijn romantische vriend weer aan te wakkeren.

Twee losse opmerkingen op de tram over hun oude kamp en de overvloedige vangsten van Leon volstonden om 'greenhorn' Arthur weer in de greep van de wijdse prairie en het Wilde Westen te krijgen. En voor deze het goed besefte lag hij die woensdagmiddag bij hun hut het vuur aan te blazen onder een gespietst konijntje dat Leon - op aanvraag van zijn grote broer - speciaal voor hen gevild en gekuist had...

Het duurde ruim twee uur voor ze aan eten konden denken, en zagen daar na een paar keer proeven tenslotte definitief van af. Is niet Winnetoe of Cordon-Bleu wie wil: dàt hadden ze alvast begrepen!  En volgende week mochten ze om te beginnen zéker het zout niet vergeten...En eerst in de Karl May's nog eens goed herlezen hoe woudlopers als Old Shatterhand dat flikten met die geroosterde prairiehond...

Maar tijdens het trage verkolen van hun brochette hadden ze ruim de tijd gekregen hun eigen problemen en die van de buurlanden ernstig onder de loep te nemen. Om te beginnen: de liefde. Die stond op dode tij: de meisjes hadden vorige zondag alle twee onophoudelijk een lange teut getrokken. Enkel en alleen omdat de heren hen naar de lachfilm van Laurel en Hardy "Way out West" hadden gesleurd, terwijl zíj véél liever "The 39 Steps" van Hitchcock hadden gezien met de verleidelijke Robert Donat. Zelfs nadien hun vergissing bekennen had geen opklaring gebracht: de meisjes hielden kop en lieten duidelijk verstaan dat ze de volgende keer wel alléén naar de cinema zouden gaan. Daar was dus werk aan de winkel!

Terwijl ze - draaiend aan het spit - volop bezig waren een zoethoudertje voor hun mokkels te bedenken kwam plots Leon hun stoute plannen verstoren met een sarcastisch: " Miljaarde, dat ziet zwart, zeg!  Gaat ge dat éten ? Niet aan Tourrah geven hé!  Dat beest is die indianenkost niet zo gewoon en hij riskeert het vliegend schijt te krijgen! " De dodelijke blikken van de twee doorwinterde woudlopers schenen hem niet te deren want theatraal tipte hij de as van zijn sigaret op hun exotische fijnkost...

" Sinds wanneer smoort gij die zoete vuiligheid ?" vroeg Joseph en Arthur sloot aan: " Welk merk is dat ?"

Leon haalde pronkend het pakje uit zijn hemdzak: "Players Flag, en eronder staat Navy Cut: échte Engelsmans!  Eentje proeven ?" vroeg hij gul...

Toen ze gedrieën smekkend zaten te paffen vergaten ze hun konijntje met de gekende tragische gevolgen. Leon vertelde dat 'ze' in Nieuwpoort geen àndere sigaretten meer rookten, sinds die 'Flags' in de havencafé's 'zwart' verkocht werden aan de halve prijs van de Belga's: " Deels opgevist uit zee en deels aangespoeld, in grote blikken bidons van tweehonderdvijftig pakjes. Waarschijnlijk van een schip dat in 't Kanaal op een mijn liep...Daarom zijn er hier en daar een beetje nat geworden: die gaan nóg goedkoper omdat ze wat zout smaken...Deze hier hebben er ook wat van, proeft ge't ? Héél speciaal! "

Deze pittige vredespijp leek voor Joseph het geschikte moment om broerlief in hun complot op te nemen: " Naarvolgens Arthur hier zegt heeft Pylieser geweigerd om met de Astrid naar de overkant te varen. Daarmee speelt hij natuurlijk een aardige cent kwijt, maar dat moet hijzelf weten!  Vraag is of er onder de vissers geen àndere kandidaat te vinden zou zijn voor dat karweitje...Gij die daar iedereen kent: moest ge zo iemand vinden dan hebt ge duizend frank verdiend!  En misschien wil nonkel René wel helpen zoeken tegen een stuk van die premie ?"

" Vergeet dat maar, vader!  Zolang we geen zicht hebben wààr die mijnenvelden juist liggen, gaat ge geen énkele visser vinden die daarvoor zijn pels wil riskeren!  Maar ik val op mijn gat, Arthur, dat gijder dat risico wilt lopen op gevaar van uw leven, en daar bovenop nog een fortuin betaalt! "

Arthur zuchtte: " Wij moéten hier weg!  Want als Hitler ons kan pakken vliegen we in een strafkamp en dat is vroeg of laat ons einde! "

" Maar verdomme, wat hebt ge dan misdaan, om zo in de bak te vliegen ?...Buiten de moord op Christus dan! "

Arthur snoof eens minachtend :"Ochgot ! Ja natuurlijk, die moord op Christus! Hebt ge soms nóg zoiets ?!" En om de pijnlijke stilte te verbreken: " Neen Leon, ik ben jood zoals gij kristen zijt: hebt gij daar soms ook iets voor misdaan ?! Ik stam ,làng-lang geleden, af van een herdersvolkstam uit Egypte, zoals gij van een vissersgemeenschap uit de duinstreek die zich vroeger de Menapiërs noemden. Wij geloven alle twee in dezelfde god, maar mijn volk kreeg de openbaring door Abraham terwijl jullie hier het geloof ingelepeld kregen door Sint Laurentius... Wij moesten in de woestijn trachten te overleven en gij in de moerassen: dan is het toch te begrijpen dat onze levensregels, onze wetten en gebruiken lichtelijk verschillen, of niét soms, denk je ook niet ?!"

Joseph en Leon zwegen als vermoord.

" Op de weidegronden van mijn voorouders stond bijna geen gras, dus moesten ze altijd met hun kudden verder trekken en hadden ze geen tijd om kerken te bouwen voor de bedienaars van hun god. Jullie wél, en rond die kerken bouwden jullie steden en havens, want de vis bleef naar hier komen en één stukje land volstond om van te leven. Jullie betrachting was een rijk geslacht met veel landerijen op te bouwen en dat kon énkel met een erfrecht langs mannelijke lijn. Wij moesten daarentegen een sterk,  gezond en zuiver geslacht kweken om te overleven, en dat kon enkel door de bloedlijn te bewaren van moeder op dochter. De vader heeft bij ons veel minder belang dan bij de christenen hier..."

Nu vond Joseph de gepaste opening om dit geratel af te stoppen: " Van vaders gesproken!  Nu meneer Hasard als kandidaat geschrapt kan worden, moet er toch iemand ànders te vinden zijn die mij stommelings op de wereld heeft gestampt. De Rudolf die wij zoeken werkte nà den oorlog - volgens die zotte Germaine Vermote zei - hoogst waarschijnlijk in het kamp op de Grote Bamberg of daar rond. Tante Jetje en nonkel René hebben iedereen van dat clubje goed gekend: die moeten toch kunnen zeggen of daar een Rudolf bij was, hé!  En of die nog leeft en waar die woont. Want aan een dooie hébben we niks, en aan een Duitse krijgsgevangene die zo heette nog veel minderÂ…"

" Ik dàcht het al!  't Is weer aan Leonneke om René de pieren uit de neus te halen, hé ?!"

" Geeft toe: gij zijt daarvoor het best geplaatst. Ik zal mij tijdterwijl wel over Jetje ontfermen..."

 Door de vredespijp kreeg Arthur het aan z'n maag en zwierden ze het verkoolde konijntje met een wijde boog in de struiken. Een uitdaging voor Tourrah, die het een hele tijd vertikte om die smakelijke vondst zo maar tussen de ondoordringbare wirwar van duindoornen achter te laten...

 

Jetje toonde niet veel interesse voor die nieuwe speurtocht in het verleden: de jeugdbende van de Grote Bamberghoeve begot ! Na de spookgeschiedenis van Leon had ze daar zowat de buik van vol. Daarbij, met de huwelijksperikelen van haar Oostendse vriendin kreeg ze haar dagen meer dan gevuld!  

Die "hartsvriendin" verwachtte ieder moment een Duitse inval in België en vond het plots niet zo leuk meer om met een jood getrouwd te zijn, ook al was het dan nog een rijke juwelier!  Rachel zou er zogenaamd àlles voor geven om van die vent verlost te geraken. Alles, maar niét haar mooie winkeltje, natuurlijk!  En niét haar maandtoelage of haar winstdeelname!  Want nu ze al een tijdje haar nieuwe status van gesettelde juwelierster had gesmaakt, zou een contractbreuk met 'echtgenoot Polak' haar compleet ruïneren en terug voor de wolven gooien.

Daarom hadden ze getweeën al vluchtig met het idee gespeeld wat er op zakelijk gebied kon gebeuren moest de Heer des Huizes een ongelukje krijgen, zo'n klein ietsiepietsie dodelijk ongelukje maar...

En met zo'n probleempje kreeg je inderdaad moeiteloos je dagen gevuld. Daar had ze Joseph écht niet voor nodig!  De "Bende van de Bamberg" in 1919 ,de ploeg ontmijners van de verzopen IJzerpolders verdomme, waar hààlt hij het!





Geef hier uw reactie door
Uw naam *
Uw e-mail *
URL
Titel *
Reactie *
  Persoonlijke gegevens onthouden?
(* = verplicht!)
Reacties op bericht (0)

Archief per week
  • 18/11-24/11 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 27/11-03/12 2017
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!
    Inhoud blog
  • Deel 400
  • Deel 399
  • Deel 398
  • Deel 397
  • Deel 396

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!