DE BRUG NAAR NERGENS.
Tegen de morgen moesten ze niet langer twijfelen: het kabaal van de slag ter hoogte van Lerida leek nu al ruim twee kilometer landinwaarts verschoven. Het 113e Bataljon nààst hen deelde reeds volop in de brokken en Steiner zag hen in de verte haastig hun depots opladen.
" Als die gasten eveneens langs ons baantje naar Borjas terugtrekken, zouden ze dat rotbrugje wel eens vóór onze neus kunnen opblazen..." overwoog hij hardop.
Marco hakte de knoop door: " Bon, neem de vierde sectie met één mitrailleur: op die negen man hebt ge drie anciens waarop ge kunt vertrouwen. Bezet de brug en maak ze klaar om te dynamiteren! Maar niet ontsteken vóór de laatste man van onze compagnie erover is! "
" Oui, mon Commandant!" gekte Steiner. Maar hij begreep wel dat ze, door Tenente Bal buiten spel te zetten, onherroepelijk over de Rubicon waren getrokken...
Eens het besluit genomen verliep alles zéér snel, té snel zelfs. Vooraleer de vierde sectie uit lijn te nemen herhaalde Marco nogmaals zijn bevelen, speciaal tegen de sectieoverste en de drie anciens, en belastte Steiner in hun bijzijn met de leiding. En voor ze het goed wisten liepen ze al in slangformatie door het puin van het dorp naar achter.
Daar werden ze vlug opgeslokt door een steeds sterkere stroom van achteruit trekkende karrespannen munitie en veldgeschut, gemengd met korte slierten voetvolk. Af en toe spoorde een officier te paard dàt deel van de colonne waarvoor hij verantwoordelijk was tot spoed aan en poogde als een herdershond de achterblijvers op te jagen.
Lang voor de brug in zicht kwam raakten ze in een rumoerige opstopping. De menners hielden de schuimbekkende paarden nog moeilijk in toom, telkens een verloren granaat in de naastliggende heuvel insloeg. Steiner vond het veiliger zijn mannen uit het gewoel van de slijkerige straat weg te halen en door de belendende velden te trekken waar de smetteloze sneeuw nog niet aan smelten toe was. Ook beter voor de zenuwen, vond hij. En ondertussen kon hij dan iets rustiger zijn mannen van een beetje dichterbij bekijken...
De vijf rekruten deden moeite om niet op te vallen: gebocheld en verkleumd van de kou leken die uitsluitend in hun bemodderd schoeisel geïnteresseerd. Van déze grijze muizen moest hij zéker geen roemruchte heldendaden verwachten... De sectieoverste Lopez zou zo te zien ook geen potten breken. Die had zijn job waarschijnlijk te danken aan zijn lengte want hij stak een kop uit boven de rest... Studentje? Bah...
De M.G.ploeg, daarmee zou hij het ongetwijfeld moeten doen, voelde hij. De schutter, die het machinegeweer losjes over de schouder droeg, herkende hij van zijn mislukte inschietoefening van gisteren: Günter, een Berlijner van de Thälmann-brigade. Zijn maat Moos, duidelijk een jood, sjokte achter hem aan met de zware driepoot op zijn schoft. Steiner, nochtans zelf afkomstig van het Ruhrgebied, was er eergisteren bij de eerste kennismaking in de loopgraven niet in geslaagd hún Duits dialect te verstaan. Yiddish, waarschijnlijk, en dan nog gul overgoten met een dikke Brandenburger saus...
De jonge munitiedrager, als een kerstboom omhangen met wel tien kogelbanden, kwam hem bekend voor. Maar Steiner deed geen moeite om hem te plaatsen: in tijden van grote sterfte had het graven naar menselijke raakpunten geen zin. Het kereltje pufte met nog een reservekist in elke hand achter zijn oudere ploegmaats aan, moe maar rechtop. " Eindelijk een milicien met wat pit..."
Juist vóór de brug ontdekten ze de oorzaak van de opstopping. Een koppel trekpaarden van een veldkanon lag zwaar gewond te stuiptrekken naast de oprit, het stuk geschut en de munitiewagen staken gekanteld in de gracht. Op hol geslagen? Getroffen door een granaatinslag of een vliegtuigbom? ...Midden het roepen en tieren van de opdringende vluchters klakten plots twee korte knallen: de menner maakte een einde aan de vertoning en terwijl vijf-zes mannen vlug de kadavers van de weg af sleurden schoot de ordeloze stroom karren en ambulances weer in een hogere versnelling de brug over.
Steiner zorgde dat zijn sectie gegroepeerd meeslipte naar de andere oever en pinde er elke man vast achter één van de cipressen langs het jaagpad. Aan de M.G.ploeg moest hij niet veel uitleg geven: deze betrok uit eigen beweging een stelling op een vijftig meter van de brug...Zo, dàt deel van de opdracht was vervuld...
Maar 'De-brug-klaar-maken-om-te-dynamiteren' beloofde een ànder paar mouwen te worden! Deze bestond uit twee gemetselde bogen, met een pijler in het midden van het kanaal. Als hij dié steun onderuit haalde zou het hele gevaarte wel instorten...Probleem wàs: waar vond hij de nodige springstof, verdomme!? Soms lagen die kisten klaar, wist hij. Maar hoe hij ook speurde, links en rechts, of de andere oever verkende: rommel en weggeworpen uitrustingstukken genoég, maar géén dynamiet...Tot Günter, de M.G.schutter, hem op een idee bracht.
" Als we nu een kanon hadden, zie: met een paar schoten blaas ik heel dat kunstwerk de lucht in! "
" Aan de overkant ligt toch een kanon in de gracht, spotte Moos: " Laat je vooral niet tegenhouden..."
" Naar hier sleuren met dat gebroken wiel, zeker?! Heb jij dertig man bij de hand, soms? Du Dummkopf! "
Nu er gaten begonnen te vallen in de sliert aftrekkende troepen ging het ditmaal makkelijker om weer naar de andere oever te glippen. Maar Steiner merkte onmiddellijk dat de gekantelde vuurmond rotsvast gevangen zat in het slijk van de greppel. Wat hem méér interesseerde was de munitiewagen waar de affuit aan vastgekoppeld zat. Eén van de dode trekpaarden lag er half bovenop, gevangen in zijn gareel, maar met wat snokken kreeg Steiner toch de klep van de munitiekast onder de zitjes van de kanonniers open.
Van de voorbijtrekkende soldaten kreeg hij af en toe een schimpscheut naar het hoofd geslingerd, "lijkenpikker!" en ander fraais, maar dàt kon zijn onderzoek niet verstoren. En ja hoor, vier rijen van tien kokers telde hij, de helft leeg... In de overige zag hij de bodem van de koperen granaathulzen blinken, kaliber 85 millimeter...Maar aan de centrale slaghoedjes te zien, waren ze verdomme ook allemaal gepercuteerd ...Werkelijk allemaal? ...
Bij nader toezien leken dié, vanachter in de onderste rij nog maagdelijk... Ja, een stuk of zes zéker!
De rest ging vlug. Met de hulp van Moos en zijn jonge munitiedrager wrikten ze de zes nog gewapende kardoezen uit de verwrongen kast: koperen hulzen van een veertig centimeter lang, met elk een puntige stalen granaatkop. Oude bekenden uit de tijd toen hij in '19 de IJzervlakte hielp ontmijnen...Met dit materiaal vormde de brug geen probleem meer: enkel nog routine.
Hij liet de jonge gast de lederen leidsels van het gespan lossnijden en de granaten naar de brug dragen. De laatste groepjes van het 113e Bataljon haastten zich nu voorbij en daar kwamen eindelijk de eerste mannen van Bal in zicht. Ze escorteerden twee karren met gekwetsten, dus had de compagnie de laatste uren tóch nog in de klappen gedeeld...Maar Marco was er nog niet bij.
Geen tijd te verliezen! Moos en de jongen hielpen hem aan de middenste stijl van de linker brugleuning met de paardenleidsels drie granaten gebundeld vast te sjorren: ondersteboven, de punten gericht naar de onderliggende pijler. Een wat onhandig knoeiwerk, maar dezelfde operatie aan de rechter leuning verliep een stuk vlotter. Onderwijl liepen die van het tweede peloton al voorbij... Maar nog geen Marco te zien...
Een handgranaat met ijzerdraad klemzetten middenin de bijeengebonden bodems van de koperen obussen deed hij liever op z'n eentje: té secuur werk en veel té belangrijk. De jongen mocht ondertussen bij de afgeknakte telefoonpaal twee einden kabel van een vijftig meter gaan afknippen, en Moos vloog terug naar zijn M.G: geen pottenkijkers gewenst...
Steiner ging zó in zijn knutselwerk op dat hij niet eens merkte hoe een sliert mannen van het derde peloton zich achter zijn rug gehaast voort repten. Enkel toen de jongen plots twee rollen telefoondraad naast hem liet vallen schrok hij op: " Verdomse Schweinhund! Zijt ge uw leven beu?! Van 't verschieten had ik heel dat spel kunnen opblazen!" Hij had onwillekeurig Duits gesproken maar die gast begreep de kern en trachtte zijn flater weg te spotten met een overdreven modelsaluut: "Morituri te salutant! "
Steiner keek hem voor het eerst wat nauwkeurig aan.
" Ach ja: turiluri-salutant! Nu herken ik je!... Twee maanden geleden? De vier overlevenden op de berg boven Corbera, hé?... 't Studentje met zijn twee woorden Italiaans - hoe heet je ook weer? "
" Latijn! ...Juan-Carlos da Silva, tot uw orders! "
Juist: Juan...Heu...Dinges...Ja:Kranige vent ,knikte hij goedkeurend. Die kon nog eens van pas komen...
" Geef mij het uiteinde van elke rol, Juan, en wikkel de draden samen af in een rechte lijn langs de zijkant van de baan tot zover ge kunt! Maar zonder snokken hé! Vooruit, anda! Vlug!
Vijf minuten nà het groepje van het vierde peloton kwam ook Marco samen met twee ex-brigadiers aangelopen. Steiner voelde de druk van zijn schouders glijden maar veel tijd voor ontboezemingen kreeg hij niet. Zijn vriend wierp een keurende blik op de obussen: " Zou dat kunnen marcheren, denkt ge? "
" Waarom niet? Met een beetje geluk..."
" Okee! Doe maar of ge thuis zijt! "
" Is iedereen over de brug? Ik heb Tenente Bal en zijn kompaan nog niet gezien..."
" Die hebben een accidentje gehad..."
" Een accidentje? " Die harde trek om zijn mond...
" Van de trap gevallen! Okee? Tekening nodig? "
Ze bonden elk zwijgend een uiteinde van de draad aan de veiligheidspen van de handgranaat en liepen toen samen voorzichtig achteruit, de telefoonleiding glijdend in hun halfopen vuist. Het uiteinde kwam eerder dan verwacht: de brug lag nog beangstigend dichtbij...
" Welke vertraging heeft het lont? " vroeg Marco gespannen: " Zeven seconden hé? "
" Ja, als ge de blauwe ring moogt geloven..."
Marco was niet in stemming om te lachen:" Bon, we binden het uiteinde van de draad om de pols en op mijn teken geven we buzze, zo rap en zo ver wég als we kunnen! "
" Klaar? Eén...twee...drie!" Een snok aan de draad en ze spurtten weg. Steiner wilde juist hijgend de seconden beginnen aftellen toen Marco met een ruk achterover tuimelde. Voort rennend keek hij verbaasd over de schouder terwijl hij mentaal verder telde: " Twee..."
Zijn vriend lag op de grond verwoed aan de strak gespannen draad te rukken, waarvan het einde tussen de metalen stijlen van de brugleuning verward zat: "Vier! "
Steiner remde af en wilde ter hulp snellen, maar de andere deed teken volle dekking te nemen:" Zes! "
Twee afgrijselijke knallen verscheurden de dag. De schokgolf sloeg hem omver en even later hagelden de brokken steengruis op hem neer. Een bonk op zijn helm en het licht floepte uit.
Half versuft kroop Steiner uit de greppel. Twee mannen stoven hem voorbij: de twee anciens van daarjuist, waarschijnlijk. Juan hielp hem recht en leek hem bezorgd iets te vragen maar de stem verdronk in het fluiten van zijn oren. Neen, op eerste zicht werkte zijn lijf nog naar behoren en mankeerde hem niks, buiten een bloeding in zijn haar en die lichtflitsen in zijn ogen.
Marco? Waarom is die verdomme gevallen?!!
Wankelend steunde hij op Juans schouder. Zijn oude vriend lag halfweg de brug met zijn twee lijfwachten over hem heen gebogen... Uitgeteld... Levenloos...