" De Afrekening"
Een West-Vlaamse oorlogsthriller in afleveringen
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
06-10-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 313
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C33BIS.                                                    DE GODENDEEMSTERING.             

Vijf kilometer van Joseph vandaan, had Frau Goebbels haar zes jongste kinderen die morgen elk een cyaankalipil gegeven. De kleinsten dachten dat het een snoepje was en sliepen vredig in. De oudste begreep echter wat er gebeurde en vocht verwoed  voor haar leven. Maar Mutti was sterker... Pas tien bange uren later zou de Kleine-man-met-de-horrelvoet  samen met zijn levenslustige echtgenote "zelfmoord" plegen, hun verafgode Führer achterna. Een opgevorderde SS-er schoot hen beiden op bevel neer in de tuin boven de Führerbunker en verbrandde hun lijken in een bomtrechter...

Na de dood van Hitler en Goebbels stortte heel de nazi-hiërarchie ineen: de goden en halfgoden, die tot voor kort met een vingerknip over leven en dood van miljoenen medemensen hadden beschikt, vielen plots in trosjes van hun voetstuk.

De moedigsten maakten er onmiddellijk met hun dienstwapen of een gifcapsule zelf een eind aan. Anderen hoopten het nog een tijdje te kunnen aanzien door als naamloze paria's in de heersende chaos onder te duiken: voor de meeste gekende kopstukken een uitzichtloze onderneming ,mét of zonder baard. Want niet alleen hun slachtoffers waren op wraak uit, ook hun medestanders hoopten met een verklikking - tot voor kort een nationale burgerplicht !  - een wit voetje bij de overwinnaars te halen.                                          

Reichsmarschall Hermann Göring was daarvan één der eerste slachtoffers. Hij had Hitler - die in de door Russen belegerde Kanzlerei onmogelijk nog leiding kon geven - per telex gevraagd zijn vroegere benoeming tot zijn opvolger te willen bevestigen ,en hem de vrije hand te geven bij de voortzetting van de strijd. Daaronder verstaan :een volmacht om deze te beëindigen ! Waarop een hysterische Führer uitriep "Hoogverraad ! Maak dat vette varken onmiddellijk àf !" en Bormann over de  radio bevel gaf tot zijn terechtstelling door een SS-commando in Bergtesgaden. Maar dat grapje ging niet door ,want keurtroepen van de Luftwaffe namen Göring in bescherming. Met deze "lijfwachten" ontvluchtte Dikke Hermann zijn "Kommandostelle B" in het Alpenreduit en dook, vermomd als houtvester, onder in de diepe Tiroler wouden. Zijn fysiek verried hem echter en op 9 mei '45 besloot hij zich met zijn gezin, zijn gevolg én 18 vrachtwagens "privébezit" aan de Amerikanen over te geven. Hij was echter ten zéérste verwonderd dat die hem onmiddellijk als oorlogsmisdadiger achter de tralies wilden stoppen: hij had immers nooit een vlieg kwaad gedaan! ...              

Wie dat niét kon beweren was zijn evenknie Reichsführer SS Heinrich Himmler, door Hitler kort vóór de omsingeling van Berlijn tot Opperbevelhebber van "Kommandostelle A" in Noord-Duitsland benoemd: hij had de laatste vijftien jaar de leiding gevoerd over zowat àlle moordpartijen van het naziregime. Om de spons over zijn zwart (!) verleden te laten vegen trachtte hij via de Zweedse graaf Bernadotte vanaf 25 april '45 met de Westerse geallieerden een afzonderlijke vrede te sluiten en droeg als onderpand van zijn goede wil 1.500 vrouwen uit het concentratiekamp van Ravensbrück over aan het Zweedse Rode Kruis. Toen de Führer daarvan hoorde veroordeelde deze ook zijn "Treue Heinrich" wegens hoogverraad ter dood. Maar Himmler voelde zich door zijn SS-Leibstandarte ruim voldoende beschermd om tot het laatste in zijn "goedheid t.o.v. de vrouwelijke gevangenen van Ravensbrück" te volharden.

Vergeefs echter. Na de overgave van alle Duitse troepen in Noord-Duitsland (3 mei '45) dook hij, vermomd als gewone Wehrmachtsoldaat, met een paar getrouwen onder in een Brits gevangenkamp bij Bremen maar werd verklikt. Tijdens zijn ondervraging pleegde hij onmiddellijk zelfmoord met een cyaancapsule...            

De Amerikanen hadden Feldmarschall Keitel na de ondertekening van de overgave op 8 mei met heel zijn staf in verzekerde bewaring genomen. Zoals ook de nieuwe Rijkspresident Grossadmiral Dönitz die samen met zijn ministers, waaronder Albert Speer en generaal Jodl, op 21 mei door de Britten gevangen werd gezet. Joachim von Ribbentrop, Hitlers minister van Buitenlandse Zaken die in Hamburg zijn oude wijnhandel weer had opgestart, werd op 14 juni opgepakt. Alfred Rosenberg, de ideoloog van het nazisme, werd met delirium tremens door de M.P. uit een bordeel gehaald. Julius Streicher, directeur van de antisemitische krant "Der Sturmer", had zich vergeefs als rondtrekkend kunstschilder vermomd en Robert Ley, - o.a. met Saukel verantwoordelijk voor de gedwongen "Arbeitseinsatz" van buitenlanders, - dacht met een valse baard aan de speurders te kunnen ontsnappen. Het hoofd van de "Sicherheitsdienst" en bedenker van de 'verdwijntruc' O.D.E.S.S.A. Kaltenbrunner werd gewond uit een veldhospitaal gevist. Ook ex-minister van financiën Schacht, van economie Funck, oud-Reichsführer van de Hitlerjeugd Baldur von Schirach en de Generaal-gouverneur van Polen Hans Frank moesten eraan geloven. Ze werden allen, samen met een honderdtal mindere goden, verdacht van oorlogsmisdaden in het Luxemburgs verzamelkamp van Mondorf-les-bains opgesloten.                                    

Na lang touwtrekken onder de overwinnaars - o.a. over de al dan niet Duitse of Russische verantwoordelijkheid voor het afslachten van 11.000 Poolse officieren in Katyn... - kon op 20 oktober '45 het monsterproces in Nürnberg beginnen.

De belangstelling van de internationale pers, maar ook van de binnenlandse bladen, bleek enorm. Het zicht van al zijn ex-goden in de hel-verlichte beklaagdenbank was voor de modale Duitser een totale ontluistering, want hij begreep aanvankelijk niet wat de overwinnaars populaire figuren als Göring, Schacht en Schirach konden verwijten. Was heel deze show in feite wel iets méér dan een vulgaire wraakneming ?

Maar naargelang de talloze bewijzen van de onnoemlijke misdaden allerhande zich in de loop der maanden opstapelden en wereldkundig werden gemaakt verloren de hoofdbeschuldigden veel van hun grandeur. Na honderd zittingen gingen figuren als de reeds sterk vermagerde Reichsmarschall àf als een ballon en geen énkele Duitser voelde ook maar de minste frustratie toen op 15 oktober '46 de uitspraak viel.

Twaalf kopstukken kregen de strop (Bormann bij verstek, voor alle zekerheid, omdat niemand wist of hij echt dood was) drie levenslang, Speer en von Schirach 20 jaar, Dönitz 10, Schacht en twee kompanen werden vrijgesproken. Göring ontsnapte op het laatste nippertje aan de beul door in zijn cel vergif te nemen.                                   

De volgende maanden en jaren zouden ongeveer nog 50.000 mindere goden voor de rechter verschijnen wat velen, vooral de kampbeulen, de kop kostte. De Duitse bevolking geraakte gaandeweg overtuigd van de eerlijkheid van de rechtspraak en legde zich eerst opgelucht en later onbewogen bij de vonnissen neer. Ze kon geen greintje respect meer opbrengen voor de idolen die ze weliswaar zelf aan de macht had gebracht maar die haar vervolgens schandelijk hadden misbruikt bij hun poging het eeuwige Duitsland in hun eigen ondergang mee te sleuren.                                   

Dàt voor wat het ex-Derde-Rijk aangaat.                          

Maar hoe verliep het verder met onze éigen potentaatjes ? Enkel Leon Degrelle, boegbeeld van de Waalse SS, eindigde min of meer in schoonheid. Nadat de pletrol van het Rode leger tijdens de laatste week van april de povere resten van zijn "Freiwilligen-division Wallonie" samen met onze "Langemarck" achter de Oderdelta in de pan had gehakt, slaagde hijzelf erin via Denemarken naar Noorwegen uit te wijken. Toen hij op 8 mei '45 in Oslo het nieuws van de Duitse overgave vernam, kon hij met een paar getrouwen een klaarstaand vliegtuig 'nemen' en ermee naar Franco-Spanje vluchten. Met de laatste druppels benzine voerde het een noodlanding uit op het strand van San Sebastian ,juist over de grens. Degrelle werd gewond in een hospitaal opgenomen onder de uitdrukkelijke bescherming van de Spaanse dictator. Op 14 december veroordeelde de Brusselse krijgsraad hem bij verstek ter dood en eiste onze regering Van Acker zijn uitlevering. In hoeverre deze eis werkelijk gemeend was blijft een open vraag. Want heel de oude politieke kaste zat met klamme handjes: Degrelle, alias "Le beau Leon" ,was een geduchte schandaalridder!  Hij dreigde op zijn eventueel show-proces een paar stinkende boekjes open te doen en heel het ultra-Belgisch establishment in zijn blote billen te zetten... Tenslotte dook hij onder bij rijke adellijke Spaanse vrienden die hem als "Dr Juan Sanchez" hielpen een bloeiende zaak op te richten. Met hen zou hij ook een vluchtlijn voor ex-nazi's gevormd hebben waarvan Martin Bormann en Otto Skorzeny gebruik maakten. (zou... want een bluffer als Degrelle was niet in zijn eerste leugen gestikt! ) Tot midden de jaren '70 (zegge de dood van Franco) haalde hij nog regelmatig de wereldpers en zette "ceux de Bruxelles" tot zijn laatste sneer misprijzend een neus.            

Geen enkele van onze Vlaams-nationalistische top-collaborateurs heeft zich qua uitstraling ooit, noch vóór noch nà Hitlers dood, met de flamboyante "beau Leon" kunnen meten. Het waren - en bleven tot het laatst - kleurloze halfslachtige figuren, zonder de minste panache. Bij hèn over "GODENdeemstering" spreken... och arme!  Ze kropen voor de eerste de beste Duitse bullebak op hun buik. Maar aangezien ze toch in hun eigen kleine kringetje zeloten autoritair de plak zwaaiden en met hun verbale bombast veel meelopers de dood in stuurden: vooruit dan maar...               

Vanaf 1 september '44 zochten ze allen vanuit België hals over kop in het zog van het wegtrekkende Duitse leger een veilig heenkomen over de Rijn, zonder zich in het minste om de evacuatie van hun misleide ondergeschikten te bekommeren. Ter rechtvaardiging van het gekregen asiel en om hun eigen persoontje wat gewicht te bezorgen vormden ze in Duitsland de z.g. "Landsleiding", een soort machteloze Vlaamse spookregering-in-ballingschap onder de scepter van Jef Van de Wiele, oud-leider van DeVlag.

In werkelijkheid beperkten zij zich tot de geforceerde SS-recrutering in de opvangkampen van hun duizenden medevluchters. Zoveel mogelijk jonge landgenoten moesten en zouden dienst nemen in de "27.SS-Freiwilligen-Grenadier-Division LANGEMARCK" (vanaf 17 jaar) en de "Vlaamse Flak-brigade" (vanaf 15 jaar). Ward Hermans en de priester-dichter Cyriel Verschaeve concentreerden zich via het SS-Hauptamt en de "Flämische SS Kulturstelle" op de SS-propaganda, waartegen de leider van het VNV Elias zich echter verzette en daardoor al vlug in ongenade viel.           

Na het mislukte Ardennenoffensief ging de "Landsleiding" de mist in. Alle kopstukken modderden nog wat voort maar ondertussen zochten ze ijverig een veilig toevluchtsoord tegen de nu snel naderende Apocalyps. Voor professor Daels werd dat Zwitserland, maar de meesten - zoals Verschaeve, Wies Moens en Rob Verbelen, hoofd van het "Veiligheidskorps" - doken onder in Oostenrijk.

Allen werden door de Belgische justitie bij verstek ter dood veroordeeld, maar enkel de zwaar zieke 68-jarige Borms werd op 12 april '46 - vastgebonden op een stoel - daadwerkelijk gefusilleerd. Ward Hermans kreeg op 9 juli '47 levenslang maar werd, zoals Elias, einde jaren '50 vervroegd vrijgelaten om in de anonimiteit te verdwijnen.                       

Enkel Verschaeve haalde, na een natuurlijke dood (08/11/49) in zijn tweede vaderland Oostenrijk ,nog even de krantenkoppen. Een paar van zijn overjarige fans solden een tijdje rond met zijn stoffelijke resten bij een macabere poging die in de "Heilige Vlaamsche Grond" te herbegraven. Maar of ze daar tenslotte wérkelijk in slaagden, interesseerde in feite geen kat meer...                                                                         


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (11 Stemmen)
06-10-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
07-10-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 314
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C34:

VREDIG LEVEN, OF STERVEN ?                 

Steglitz , 3 mei 1945.

De vodka van de twee Ruskies had Joseph en de Weimars in zoverre deugd gedaan dat ze de lugubere aspecten van de teraardebestelling stukken makkelijker konden verwerken, om vervolgens tot de orde van de dag over te gaan.                                                                 

Aan tafel, tijdens het frugaal middageten, maakte Frau Weimar met "haar beide mannen" een overlevingsplan op voor de volgende dagen en "Hildegardchen" - zoals Vati haar noemde - bewees daarbij dat ze met haar twee voeten stevig op de grond stond.                   

Hitler mocht dan al dood zijn en het vechten hier in Berlijn gedaan, maar voor zover ze wisten van horen-zeggen werd er elders nog voort gevochten. Dus veel zou hun benarde toestand in de nabije toekomst  waarschijnlijk niet verbeteren. Eerder in tegendeel, wie weet... Het kon best een maand duren, voor er weer een winkel openging en ze iets te eten konden kopen...Als ze heel zuinig waren, zei ze, zouden ze er misschien in slagen het een week,  hoogstens tien dagen uit te zingen met de voorraden die ze links en rechts bijeen had gescharreld. Joseph begreep dat ze daarmee de buit bedoelde, die hij met de familie De Bens vorige week uit de goederentrein in het station van Steglitz had geplunderd...                        

Die voorraad eten moest dus dringend aangevuld worden! En aangezien zij met haar Wilhelmtje moeilijk op strooptocht konden trekken op hun leeftijd, -" Nicht, Vati ?"-, had ze aan het eeuwenoude 'tauschen' gedacht: inboedel ruilen tegen eetwaren op de zwarte markt... Ze moesten dus eens grondig het huis uitkammen, om te zien wat daarvoor in aanmerking kon komen ...                                            

" Viel zum tauschen besitzen wir Weimars nicht, aber...", en ze keek daarbij schijnheilig naar Joseph, " der arme Herr Dahlmann hat keine Erben, soviel ich weiss: vielleicht können Sie sich dort mal herumschauen"... Een duidelijkere wenk was moeilijk denkbaar! Als 'Ausländer' bezat hij immers de morele immuniteit bij het roven van Duits eigendom, en zeker nu het een rechteloze 'Parteigenosse' van een zekere rang betrof ,dood bovendien...       

Joseph grinnikte begrijpend.

Opgelucht, en licht als een Brabants trekpaard draafde ons Hildegärdchen meteen schaamteloos verder: neen, ze bedoelde niet enkel de garconnière van wijlen haar huisbaas in de mansarde, maar ook het gemeubileerd appartement,  dat de De Benzen op de tweede verdieping van hem in huur betrokken...Had Joseph niet zelf gezegd dat " diese Leute " niet meer van plan waren nog terug te komen ?               

  " Voorlopig! ",remde hij haar af, " voorlopig hé! "...

Goed-goed, suste ze, maar nu de oorlog voorbij is zullen die wel gehaast zijn om naar hun Heimat terug te keren, nietwaar ? En zich niet druk maken, mocht er op de inventaris een paar prullen ontbreken...Daarbij, wie weet wat de Russen reeds allemaal hebben weggeritst: "Sowas weiss doch kein Mensch! ...Wie diese Bestien alle schöne Sachen durchs Fenster auf die Strasse gekippt haben! "  Ze kuchte nuffig verontwaardigd en Joseph dacht aan het postzegelalbum dat hij in de traphal 'gevonden' had. Dus hield hij zijn mond.                            

Bon, als hij het goed begreep, kreeg hij een vrijgeleide om het halve huis tegen levensmiddelen "um zu tauschen"! Maar hij maakte geen bezwaar, meer nog: het vooruitzicht leek hem zelfs zeer aantrekkelijk...Een mens hoort een doel te hebben in het leven.         

" Schön! ",bezegelde Hildegärdchen hun geheim dievenverbond. Maar ze moesten ook aan drinken geraken, en aan water om te koken! Daar moest Vati voor zorgen:  hij kon dagelijks, samen met Neumann en diens trekkarretje,  een paar kruiken gaan vullen uit de citerne van de volkstuintjes. Dat was, voor zover ze wist, de enige bron van drinkwater in de omgeving en het zou daar wel eens druk kunnen worden. En de rest van de dag kon hij haar helpen met opruimen en het dichten van de gebroken ramen. Wat denk je, Vati, zou je geen glas kunnen recupereren uit de ruiten van die arme Herr Dahlmann ? Jij bent toch zo handig in dit soort dingen...Als je de oude dame liet begaan, zou er al vlug van Huize Dahlmann niet veel bruikbaars meer overschieten...En wie was hij om haar tegen te houden, zeg nu zelf!                                                 

" Hallo! Neumann hier! ",riep de buurman in de trapzaal. Hij kwam zoals beloofd het kunstbeen terugbrengen, dat hij in zijn tuin had gevonden. Onder de knie zat een lelijke barst in de gladde roze kuit, maar dat viel wel te herstellen, meende de man.                   

" Hier steht einen Namen 'SS Scharf. Petré'...Sind Sie das ?"                      O, jee! Verdomme, dat was hij helemaal vergeten! Er viel een beklemmende stilte. Wat nu ?!                                       

Hij keek Neumann ijzig in de ogen:

" Nein! ... Dieser Soldat ist tot...aber das Bein passt mir, und wie ich es bekommen habe, geht Sie nicht an, ja ?...Es wird heutzutage soviel geklaut...", voegde hij er stijfjes aan toe. Het gezelschap keek hem even geschrokken aan, maar inderdaad: tegenwoordig kon je beter niet teveel persoonlijke vragen stellen...Wie zonder zonden is...                    

" Bitte entschuldigen Sie...", mompelde Neumann en het was of hij nog juist op tijd " Herr Scharfuhrer" kon inslikken.                

" Ach, macht nichts, Herr Neumann...",zei Joseph zalvend, " und darf ich Sie nochmals danken...Sie haben von mir aufsneue einen vollständiger Mann gemacht! ", voegde hij er spottend aan toe.  Hij, een complete man ?         

De oude buur lachte wat zuur mee en droop toen af.

Terwijl Joseph nadrukkelijk de schade aan de prothese onderzocht, bleven de Weimars gegeneerd zwijgen. Die naam moest hij er zo vlug mogelijk afkrabben: zo'n stomme vergetelheid had hem aan de galg kunnen brengen...                                                                                                     

" Ich gehe es mal anprobieren...",zei hij om de pijnlijke stilte te verbreken. De oudjes knikten opgelucht, als pubers die aan een gerechte straf ontsnappen.                                    

Met zijn knipmes slaagde hij er binnen het kwartier in deze laatste verwijzing naar zijn zondig verleden weg te krabben, maar toen hij het kunstbeen aangespte en er een paar maal zijn kamer mee op- en neer stapte, piepte het tuig vervaarlijk. De scharnieren dienden dringend geolied, en misschien kon hij de barst in de kuit van binnen wat met hout versterken, maar voorlopig zou hij zich toch nog met de krukken moeten behelpen...                                                                         

Terug in de keuken, zei Hildegärdchen hem dat Vati met de buurman water was halen. Nou, die twee zouden aardig wat af te roddelen hebben, dacht Joseph bitter, maar besloot het incident zo vlug mogelijk te vergeten.                                                                     

" Ich gehe mal oben bei Dahlmann schauen wie es dort ausseht..."stelde hij neutraal voor.        

" Ja, schön, machen Sie das! ", zei ze opgewekt, alsof ze er heelwat van verwachtte ... Ondeugend vrouwtje! ...                                                                        

De garçonnière boven, besloeg drie dooréénlopende kamers aan de voorgevel: Met de voordeur viel je recht in een keukentje, van daar in een combinatie W.C.-badkamer met een grote muurkast en tenslotte in een salon met opklapbed. Overal heerste de grootste wanorde van leeggehaalde kasten, schabben en laden, en de in het rond geslingerende inhoud lag dik onder het kalkstof en de glasscherven. De woonkamer was er het ergst aan toe: de granaatinslag op de zolder van de buren had de scheidingsmuur zwaar gebarsten en de sierlatten van het houten vals plafond hingen overal los naar beneden. Een ware puinhoop!            

Aan de achterzijde van het huis lag een grote gemeenschappelijke zolder, die enkel langs een afzonderlijke deur vanuit de trapzaal toegankelijk was. Vooraan hingen er wat lege waslijnen, maar tegen de achtermuur lag een wirwar van oude rommel en afgedankte meubels kriskras op een hoop gesmeten, fel beschenen door een balk zonnelicht. De ontploffing bij de buren had hier een gat in het dak geslagen. Verdomme, en nog wel vlak boven zijn oude kamer op het appartement van de De Benzen! Dat verklaarde waarom boven zijn bed de stukken pleister van het plafond zo los naar beneden hingen...En het beloofde meteen een fameuze overstroming bij de eerste de beste stortvlaag! Daar moest hij met Vati - die volgens zijn wederhelft toch zo goed was op  gebied van "Reparatur" - dringend de eerstvolgende dagen iets aan doen...               

Hij stapte naar het gat toe, om het aan een nauwkeuriger onderzoek te onderwerpen, ook al had hij, wat het herstellen van huizen betrof, geen enkele aanleg. Zijn specialiteit lag eerder op het terrein van de afbraak, de vernieling, het dynamieteren overwoog hij grimmig.        

De opening was niet eens zo groot: meer een spleet van een zestig centimeter lang, op tien breed: daar zou Vati wel iets op vinden...

Een harde streep zonlicht viel op de achtermuur, zoals een schijnwerper op een podium en toen merkte Joseph voor het eerst de planken:  daar waar de ontploffing de kalkbezetting van de muur had weggeslagen zag hij geen metselwerk, zoals volgens zijn bescheiden mening van een buitenmuur verwacht mocht worden, maar planken beslagen met bepleisterd los latwerk...Tiens, vroeg hij zich af, waarom zouden ze in Duitsland geld verspillen om de muren van een rommelzolder met hout af te slaan en te stukadoren ? Hij ramde met z'n kruk over de afgedankte huisraad heen een paar maal fors tegen de bepleistering:  het klonk zo hol als een koektrommel, helemaal niet als een massieve buitenmuur...Het kon niet anders of daar moest nog een ruimte achter liggen...een bijgebouwd kamertje waarschijnlijk...Maar nergens achter die hoop rommel zag hij een toegangsdeur: hoe kon dat nou ? In de woonkamer had hij er toch ook geen gezien, of vergiste hij zich soms ?                                                                               

Terug naar de kamers aan de  voorgevel. Niets...Tegen de buitenmuur stond een mooie cosy-corner, een brede divan omlijst door een laag eikenhouten schabbenmeubel en de wand die hem interesseerde was bedekt met twee hoge boekenkasten, gescheiden door een manshoge spiegel. Hij trachtte de bibliotheek weg te wrikken, maar daar was geen beweging in te krijgen. Tot hij de gouden pronklijst rond de gebarsten spiegel wat nauwkeuriger onderzocht en erachter een flinterdun streepje zonlicht meende te ontwaren...Dat was het, natuurlijk!         

Na een paar minuten speuren en tasten vond hij de grendel, verborgen door een stevige  boekenplank. Even kort rukken, en de spiegel scharnierde open als een deur: zeer vernuftig! ...Maar waarom al dit geheimzinnig gedoe ?...       

De achterkamer lag in puin. Want dàt was het: een volledig ingericht slaapkamertje, slechts twee meter breed, maar met alles erop en eraan. Geen venster, maar dat was ook niet nodig, want het daglicht viel royaal binnen door een gapend gat in het dak :duidelijk de verlenging van die dakspleet op de zolder hiernaast. Hola ,hier zou Handige Vati aardig uit z'n pijp mogen komen! Voor zijn neus hingen talloze versplinterde latten van de  verwoeste plafondlambrizering kriskras naar beneden en belemmerden een duidelijk overzicht van de ravage. En, zoals in de rest van het huis, lag ook hier alles dik onder het stof. Maar één zaak was zonneklaar: er was hier niets geplunderd. De Russen hadden blijkbaar de geheime ingang niet ontdekt... Waarom Dahlmann zich hier niet had verborgen, toen de soldaten het huis uitkamden naar partizanen, was hem een raadsel. Misschien rekende hij te vast op zijn vermomming als oude dame...Hoogmoed van de comediant ?                            

Met een paar stevige zwaaien van zijn kruk baande hij zich een weg de kamer in tussen de neervallende plafondplanken en zette zich op het sierlijke koperen bed om even uit te blazen. De sprei lag bezaaid met spiegelscherven, maar dat deerde hem niet...

Hoezo,  spiegelscherven op bed ?... Toen zag hij tegen de schuine,  gehavende zoldering de overblijvende stukken hangen... Ach zo! ...Een grote spiegel boven het bed! ...De scheve kaders aan de muur met de zwoele kleurreprodukties bevestigden vlug zijn vermoeden: meneer had hier zijn geheim liefdesnestje ingericht, die stijve viespeuk van een betaalmeester!...Maar waarom hij dat als verstokte vrijgezel zo geheim had willen houden, was niet meteen duidelijk: daar moest meer achter zitten... Misschien was die vent wel een verfoeide homoseksueel, een perversie waarmee ze in Duitsland officieel niét konden lachten!             

Joseph stond recht en trok de hangkast open: een volledige garderobe van een demi-mondaine, zijdig-glanzende stoffen vol wufte ruches en kant, opzichtige avondjurken...Een paar pluimige boa's en hoerige naaldhakken maakten de uitzet volledig. Verdomme, had die vent hier een 'dame' onder dak gehad, of moesten dit soms toneel-accessoires voorstellen ?...De goede  huisbaas leidde destijds wel een soort amateurgezelschap, maar toch! ...Een beetje " vom Guten zuviel", vond Joseph...ook al voerden de Berlijnse tweederangs cabaretten al sinds een eeuwigheid veel dijenkletsers met travestieten ten tonele...                         

De legkast nam zijn laatste twijfels weg: allemaal zwoel ondergoed in harde kleurcombinaties, vrouwelijke tierelantijntjes, vuurrode jarretels, een doos met opgerolde netkousen...Een kompleet arsenaal, waarmee een geroutineerde 'Dame' zelfs de oudste Lazarus terug tot leven kon wekken! Wel, wel, asjemenou! ..." Der arme Herr Dahlmann" moet hier heel wat orgieën hebben gehouden, miljaarde nondedju!                                                                    

Een rij boeken op een schab naast het bed wierp weer een ander licht op deze vreemde uitzet. Het eerste waar zijn oog opviel, was een Frans platenwerk: " En feuilletant...la Marguerite! ", met op de omslag een Parijse politieagent, uitgedost met platte potkepi, cape en witte matrak...In een twintigtal suggestieve fototaferelen 'ontpopte' de Poulet zich geleidelijk tot een schaars geklede 'poule' in basisuitrusting, maar nooit was duidelijk te zien waar hij van 'garçon' in 'garçe' overging. Tot hij op de laatste foto, fier met z'n slip wuivend, zijn eigen enorme witte 'matrak' als een stormram vooruit stak...Miljaarde, wat is me dàt! ... Joseph kreeg het er benauwd van! Het gewrocht leek tot de lievelingslectuur van Herr Dahlmann te horen, want de band vertoonde aardig wat sleet...       

De andere werken waren in het Duits gesteld en de platen meer op de man af, maar ze behandelden allemaal het zelfde onderwerp ,bij wijze van spreken :heren onder elkaar, al dan niet in dames-basis-kledij ,waarbij een minimum aan goede smaak geen hoofdvereiste bleek te zijn.                  

Nu had Joseph de laatste jaren wel één en ander opgestoken over de bizarre nevenaspecten van de menselijke natuur, al was hij nog nooit zo brutaal met zijn neus op de erotische uitwassen gedrukt...              

Wel herinnerde hij zich duidelijk de twee 'onafscheidelijke vrienden' uit de 3. Sturmgeschütz Abteilung, die na de Wolchowkesselschlacht in '42 naar de Strafkompanie werden verplaatst, en waarvan hij nooit meer iets had gehoord... "

"Tapetten" ,werd toen gegrinnikt: een smet voor het Legioen...Weg ermee, verdomme, naar de Strafkompanie! Wat in feite neerkwam op een doodsvonnis...En hier had hij nu een Herr Leutnant, die zich ongestraft, schijnbaar jarenlang in nog grotere viezigheid had gewenteld...Een komediant, inderdaad ! Een vuile, smerige lijntrekker, op een vet-betaald postje, ver achter het front ! En wiens persoonlijke visie op de 'Westerse Beschaving' Joseph heel die tijd evengoed tegen het bolsjewisme had verdedigd, jawel Mijnheer...Zum kotzen !                        

In een opwelling van woede wierp hij het laatste boekje in de hoek. Zijn kruk viel onder het bed en toen hij achter de sprei graaide voelde hij het karton...Karton ?...Hij liet zich op de knie zakken en ontdekte dat de ruimte onder de veerbak vol stond met dozen en flessen ! Wat was dàt nu weer, verdomme ,verdoken proviand ?!                    

Gewürztramminer, Bourgognewijn, Cognac ,ja watte !...Mensenlief,  genoeg zuipsel om een heel regiment te bezatten ! Onze vriend liet het werkelijk niet aan zijn hart komen, zo te zien !

Driftig trok hij het eerste karton te voorschijn: vol blikken vlees! Verdikke zeg, een ware schat !... Het volgende lag nog halfgevuld met pakken noedels en macaroni en een tiental bundels kaarsen !

Dan kwam een dikke doos met Pumpernickel in cellofaanzakjes,  deze geperste zwartbroodflinters waar de Duitsers zo verzot op waren... Man, man, man ! Schoot hij hier even de hoofdvogel af, zeg ! In een ander karton lagen vijf vette worsten, waarvan er twee waren aangesneden...

Auw ,stop ! Even op adem komen !


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
07-10-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
08-10-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 315
Klik op de afbeelding om de link te volgen

DE HOORN DES OVERVLOEDS...

Toen het rode waas voor zijn ogen was weggetrokken ,werkte hij met zijn kruk de vier verste kartons naar zich toe: witte, nog dicht geplakt , en verzegeld met een Rode Kruisetiket..."American Relief for U.S. Warprisoners", las hij verbaasd met zijn schoolkennis van Engels...Die schurk had zich verdomme vetgemest met de hulppakketten bestemd voor de geallieerde krijgsgevangenen! Driftig scheurde hij het deksel los. Vier blikken cornedbeef, plakken chocolade, vijf pakjes 'Lucky Strike' en vijf 'Players, snoepgoed...De ware goudschat ,verdomme ! Het kon niet meer op !                                                                             

Hij viste nog eens met zijn kruk onder het bed, maar dat scheen voorlopig alles. Verbouwereerd zette hij zich tussen de spiegelscherven en overschouwde met kloppend hart deze plotse hoorn-des-overvloeds. Haastig scheurde hij een pakje sigaretten open en stak er, met trillende vingers, zwelgend één op. Het vreemde zoete aroma vulde zijn longen en genietend sloot hij de ogen. Whaaw-whaaw, zeg: wat hem betrof mochten de Amerikanen gerust de oorlog winnen, hoor !... Nu was hij wel geen zware roker, maar deed dàt godvernondemiljaarde effen deugd !... Zijn laatste stinkstokken had hij van die Russische officier gekregen, die nacht, een week geleden, toen hij dacht dat ze hem als 'Werwolf' overhoop zouden schieten... Die vent, die hem een uur later officieel de eretitel " Vriend van de Sovjetunie" had verleend... Een vreemd allegaartje, die Bolsjewieken ! ...Leven en dood lag bij de Russen nooit ver van elkaar...                                                                            

Dat bracht hem weer tot de werkelijkheid terug. Wat moest hij in hemelsnaam met al deze schatten aanvangen? Als hij dat zomaar bij Hildegarde in de schoot wierp, kreeg dat mens gegarandeerd een beroerte! Zoiets mocht hij niet riskeren...

Hij kon haar beter elke twee-drie dagen iets geven, genoeg om toe te komen... Af en toe een cadeautje, dat onderhield de vriendschap... Hij had al gemerkt hoe hebberig dat mensje wel was: het zou verstandiger zijn die haai met kleine visjes aan het lijntje te houden, beetje bij beetje... En de rest hier te verbergen. De kans was klein dat iemand in huis een flauw benul had van het doen en laten van 'de arme heer Dahlmann' en zijn roze kamer. Als hij er zelf voorlopig zijn mond over hield, kon deze geheime bergplaats nog wel een tijdje voor de buitenwereld verborgen blijven.                                                                 

Maar dan moest hij natuurlijk Vati van het dak afhouden: als die het in zijn hoofd haalde erop te kruipen om dat gat te dichten  en hij ontdekte deze schat, dan viel alles in 't water en ouwe Vati van pure alteratie met z'n sjokkedijzen naar beneden! Over de beschadigde zinkendakbekleding moest hij dus zwijgen als vermoord en indien het zou binnenregenen duurde het wel even voor ze er op de eerste verdieping last van kregen.                                      

Ook van de buren viel weinig te vrezen: als hij zich goed herinnerde stak 15 B een halve verdieping boven de nevenliggende huizen uit, zodat die van op hún zoldering geen zicht hadden op de beschadigde zinken dakbekleding van dit huis hier. Daarenboven was bij de Neumanns heel de mansarde weggeslagen. Voor die aan een herstelling kon denken, waren we weer een paar maanden verder, en zat Joseph waarschijnlijk al hoog en breed terug in Westende. Of daar omtrent...

Tiens, dit onderwerp moest hij één dezer dagen eens onder de loep nemen, hoe hij dàt aan boord zou leggen...Maar zover waren ze nog niet, en dankzij deze schatkamer was er niets dat brandde...Hij kon het hier op zijn gemak nog een hele tijd uitzingen, als hij het wat handig aan boord legde...                       

Zijn sigaret was op. Uit de doos van de noedels haalde hij de helft van de deegwaren weg en vulde de rest van de ruimte aan met een assortiment van blikkenvlees, Pumpernickel, twee flessen wijn en één cognac:  daarmee konden ze beneden voorlopig voort. Plus al de bougies:  die mochten bij een feestmaal niet ontbreken! Na een ogenblik van twijfel stak hij toch maar een boekje op zak: dat kon hij vanavond op zijn kamer bij kaarslicht eens nader bestuderen...        

Het karton woog als lood en was met zijn krukken so wie so niet te dragen. Dus duwde hij het voor zich uit tot tegen de drempel. Voorzichtig spiedend opende hij behoedzaam de spiegeldeur. De kust was vrij. Hij schoof zijn schat de woonkamer in, sloot de geheime toegang tot het 'liefdesnestje' zorgvuldig weer af en wierp een kussen van de divan tegen de onderrand om zijn sporen in het stof uit te wissen. De tien meter tot de trapzaal was nog een zware karwei.

De deur naar de zolder deed hij op slot, en stak de sleutel op zak: voorlopig mocht Vati niet in de verleiding komen op het dak te kruipen! Hij liet zijn krukken de trap afglijden, nam het karton op de schoot en werkte zich zittend, trede na trede, twee verdiepingen naar beneden. Hildegarde moest het gestommel gehoord hebben, want juist toen hij veilig geland was en haar naam riep, trok ze haar voordeur op een kier.                                                                             

" Ach du Josef ! Was sind das alles für schöne Sachen ! " Ze vloog als een gier op de doos af, begon wild tussen de schatten te graaien alsof haar leven ervan afhing en riep zonder ophouden: " Menschenkinder, seh' mal an ! !"  Voor Joseph van de laatste trede kon opstaan, had ze reeds de halve buit weggesleept: was me dat mens vlug zeg ! ...Toen hij de rest naar binnen schoof, zat ze ineengezakt aan de keukentafel te snotteren.                                                                 

Of ze niet gelukkig was met zijn vondst ?

" Doch-doch ! ",snikte ze ,en terwijl ze hem met betraande wimpers beloerde piepte ze kreunend :"Aber in Wesen gehört es den armen Herrn Dahlmann, nicht ! "...Die vuile slijmerige beroepskomediante !                       

" Als dit u bezwaart, kan ik het wel weer naar boven brengen", spotte hij. Ze lachte door haar tranen heen en borg vlug de rest van de buit in de kast: " Komm Junge, wir nehmen uns gleich ein Schnäppschen! "  Wegens de ontroering, wou ze laten verstaan...

Tenzij mocht blijken dat het oudje even erg op drank uit was als op eten, dacht hij monkelend. Want dan was zijn wijnkelder maar een kort leven beschoren...Hij herinnerde zich plots het spottende drinklied, dat Jupp zo smartelijk had gekweeld tijdens het kerstfeest thuis, in 194O:                  

Alle Tage ist kein Sonntag,                                        

Alle Tage gibt's kein Wein...                

Als hij dààr nog aan terugdacht, aan zijn onschuld van toen en de zorgeloze gezelligheid in hun povere barak, drong het pas goed tot hem door wat een onnoemlijke rotzooi hij van zijn jonge leven had gemaakt...        

Ze hoorden Vati de trap opkomen, hijgend en piepend als een gescheurde harmonica. Uitgeput viel hij op een inderhaast bijgeschoven keukenstoel, zijn gezicht nog grijzer dan zijn haren.           

" Aber Wilhelmchen, was ist los, mein Junge ?!" Als een bezorgde kloek betastte ze haar man en aaide hem over het hoofd. Die zie ik de eerste weken niet op het dak kruipen, dacht Joseph..." Und wo ist das Wasser geblieben ?" Haar praktische aard zou haar nooit in de steek laten !                              "Ach Frau...,lass mich...in Ruhe ! ...", kraste hij kippig, nog driftig naar adem snakkend. En toen vergoeilijkend voegde hij er hijgend aan toe: " Das Wasser...steht unten...an der Treppe...Mir war's...zu schwer..."           

Joseph bood hem zijn borrel aan en in een mum van tijd had hij ook deze van zijn vrouw achterover geslagen. Hildegarde nam een derde glas uit de kast en schonk bezorgd nog eens vol. Joseph hield nu voor alle veiligheid zijn eigen glas in de hand... Maar de oude man deed het ditmaal wat kalmer aan en kreeg gaande weg weer wat kleur.                                        

" Es war dort ein verdammter Scheisse ! Schrecklich..." ,vertelde hij tenslotte ,nog naar adem happend..                  

  Bij de pomp van de citerne was er een ware volkstoeloop geweest en die goede oude Duitse 'Disziplin' vér te zoeken. Niemand eerbiedigde nog de rijvolgorde: de sterkste 'Weiber'- zoals hij ze in afschuw betitelde - drongen onbeschaamd naar voor, of wilden de meeste kruiken vullen, of méér dan de wachtenden voor redelijk hielden... Aanhoudend was er een trekken en duwen en vlogen de wijven elkaar in het haar, tot groot vermaak van de Russische soldaten die daar in de omgeving rondzwierven. 

Toen het te bont werd, waren twee dronken Russen zich met de zaak komen bemoeien en hadden bij de pomp naar hun eigen smaak een volgorde opgedrongen, hoofdzakelijk gebaseerd op de betrekkelijke charmes van de naaste vrouwelijke omstaanders. Daaronder waren er zelfs die deze zatlappen vriendelijk toelachten, om een plaatsje vooraan te krijgen, alsof het een decadente schoonheidswedstrijd betrof ! Tot er eentje zich achteruit gesteld voelde en, waarschijnlijk óp van de zenuwen, woedend tegen één van de soldaten was uitgevlogen. Die had toen ijskoud zijn MP van de schouder genomen en de vrouw verdomme zonder een oog te verpinken neergeschoten !...De meeste wachtenden vluchtten in paniek weg. Toen was voor de Russen de lol er blijkbaar af en ze waren dan maar elders wat vertier gaan zoeken...Van deze plotse kalmte had hij met Neumann geprofiteerd om hun kruiken te vullen, vlak naast het lijk in de waterplas, die vlug bloedrood kleurde...Een afschuwelijk zicht, dàt kon hij hen wel verzekeren !              

" Ach du Armer ! ",troostte Hildegarde hem, " Komm, nimm noch ein Schlückchen..."  En had zich dan niemand om de vrouw bekommerd,  wilde Joseph weten, ook al kende hij het antwoord reeds.               

" Mensch! Sie war tot! ", beet Weimar hem toe,  alsof dit alles verklaarde,  " Und jeder hat's eilig gehabt..."                    

Ja-ja, het vernislaagje op de zo hoog geprezen Duitse beschaving bleek reeds aardig af te schilferen...                                                

Nadat Vati wat tot rust was gekomen, trok Joseph met zijn hulp de zware glazen mandflessen - groene 'Dame-Jeanne's - vanuit de trapzaal aan een koord omhoog naar de eerste verdieping en omdat dit zo vlot ging kreeg het systeem onmiddellijk burgerrecht !                                                                        

De rest van de namiddag trachtte Joseph op de keukentafel zijn beenprothese te herstellen, maar erg vlug vlotte het niet, bij gebrek aan een stevige schroevendraaier. Tijdens het gepruts merkte Vati langs zijn neus weg op: " Ach so, Sie haben den Namen bereits verschwinden lassen! ..."     

" Na und ?" Joseph keek hem vanuit de hoogte aan: dacht die ouwe leuteraar hem soms te intimideren ?!                               

" Ich meine: besser so...",bond Weimar in. Mooi, dacht Joseph, als je maar weet, mannetje, dat ik ondanks mijn ene poot, je zonder moeite het hoekje omhelp, mocht je te gevaarlijk worden...Eén dezer dagen moet ik die vent eens een verhaaltje op de mouw spelden, dat hem alle zin zal ontnemen nog langer te piekeren over die naam en SS-graad op het kunstbeen!                                              

Na het avondeten - heerlijke noedels met stoofvlees - kerfde hij in het kruis met grote zorg Phils naam en de data van geboorte en overlijden. Hildegarde volgde zijn vorderingen en vroeg tenslotte, toen hij ermee klaar was: " R.I.P.,was bedeutet das ?..."             

Hij vertaalde het: " Ruhe in Frieden..."    Maar hàd dit nog wel een betekenis ?...In vrede leven, ja, later misschien...Maar hij twijfelde er ten zeerste aan...En met al dat moorden en branden, lag 'in vrede sterven' als laatste wens tegenwoordig véél meer voor de hand...    

Juist voor het slapengaan brak in de verte opnieuw de hel los. Maar voor zover ze konden nagaan kwam het gerommel niet meer uit de richting van het het stadscentrum, maar eerder uit het westen van de stad...                       " Spandau" zei Vati. Misschien waren het de Amerikanen wel, opperde hij hoopvol. Die komen hun deel van de Berlijnse koek opeisen...Maar tegen wie vechten ze dan, verdomme ? Toch niet meer tegen die van ons, zeker ! Dat zou een beetje té idioot zijn...

"Neen-neen ", legde Joseph zelfzeker uit, " waarschijnlijk de laatste verdedigers die uit de omsingeling naar het Westen pogen uit te breken. Zo deden we het altijd aan het oostfront: aan die kant is de ring het zwakst...En aangezien de SS zich nooit aan de Rus zal overgeven is een uitbraak in de richting van de Amerikanen hun enige kans op overleven..."                                         

Hij merkte te laat dat de Weimars hem vreemd zwijgend aanstaarden en kon zijn tong wel afbijten !

Na een lange gegeneerde stilte, waarbij ze alle drie voorwendden gespannen naar het gerommel in de verte te luisteren, viel Hildegarde geërgerd uit: " Nun reicht's aber! " Net een kwade juf die haar buik vol krijgt van een ondeugende klas...Maar veel hielp het in dit geval niet.


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
08-10-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
09-10-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 316
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C35.   

ZE LEREN HET NOOIT, MENEER...                                                  

                             

                        Steglitz, 3 mei '45.                                                                                        

Niet alleen het schieten bij Spandau maar ook de boekjes van 'Herr' Dahlmann bezorgden hem een erg onrustige nacht. Ondanks de vele bizarre schunnigheden in de gebundelde verhaaltjes en het totale ongeloofwaardige van de situaties die er (létterlijk) uit de doeken werden gedaan, had het gewrocht hem aardig opgewonden. Zelfs meer dan hem lief was.              

Maar ondertussen vroeg hij zich toch vol walging af, wie er in hemelsnaam zoveel geld kon geven voor die rommel! Want verwonderd had hij de prijs bekeken op het laatste blad: 14 Reichsmark! Evenveel als hij gekregen had om drie dagen aan het front zijn leven te wagen, verdomme! En als hij een vluchtige schatting maakte, lag daar boven voor een kleine vijfhonderd mark van deze vuiligheid...Of méér zelfs: die "Parijse politieagent", het lievelingsboek van onze vriend, was alleen misschien al meer dan 30 RM waard! ...Hij moest het morgen eens van dichterbij bekijken.            

Maar ja: waard-waard...:wat wàs dat ? Je moest natuurlijk iemand vinden die zo'n zotte prijs wilde betalen! Zoveel rijke perverseriken als Dahlmann liepen er niet meer rond, tegenwoordig: een doodgewone màn was reeds een zeldzaamheid op straat. Alle "potentiële" klanten - hij moest even grinniken bij dit begrip 'potentie' - onder de 65 jaar stonden aan het front of zaten achter prikkeldraad en bij wat overschoot kon van potentie nog maar weinig sprake zijn! Ha-ha, was dàt eventjes scherp gezien, zeg! ...En bij de vrouwen moest hij met deze rommel niet komen aandragen: die gaven geen geld voor dergelijke lage-achterbakse concurrentie van traverstieten...

Jammer, want vrouwen waren er plenty! ...En dié onder de veertig waren allemaal op geslachtelijk gebied zwaar ondervoed en lichtelijk overspannen... De meesten hadden het laatste jaar geen man meer onder handen gehad...God, wat was hij toch gééstig vanavond met zijn platte woordspelingen! ...                      

Maar dat bracht hem op een idee! Misschien kon hij uit Herr Dahlmanns vrouwenondergoed een slaatje slaan! Met dat nijpende tekort aan mannen, moesten de dames speciaal uit de pijp komen om een 'paling' aan de haak te slaan en daarbij kwam zo'n uitrusting, zoals boven in de kast, zeer goed van pas...Ook indien de fijnzinnige goede smaak er ver te zoeken was, aan duidelijkheid ontbrak het niet ! Bij een dame met dergelijke attributen moest je niet vrezen een blauwtje te lopen :die wilde je in haar beddebak, punt! Vraag was of vrouwen tegenwoordig geld genoeg hadden om zich zo'n jagersuitrusting aan te schaffen...

Enfin: geld...of sigaretten...of eten, hem al om 't even! Al kon hij met zijn eigen centen nog wel even voort...En aangezien niemand wist wat de Reichsmark overmorgen nog waard zou zijn, had het oppotten nu niet veel zin meer   !                          

Sigaretten?...Och, een grote paffer was hij niet en zonder rookgerief kon hij best leven, maar aan het front haalden veel van zijn kameraden de zotste toeren uit om aan een pakje tabak te geraken. Ja, sigaretten zouden vlug in waarde stijgen en een vaste ruilwaarde krijgen...Dus moest hij zien er zo vlug mogelijk een stock van aan te leggen, voor ze te zeldzaam werden...Vraag was natuurlijk, wie zijn eigen zeldzame sigaretten zou willen inruilen voor het ondergoed van meneer Dahlmann. En dan lag het antwoord voor de hand: énkel de vrouwen, dat spreekt toch vanzelf! De meesten rookten zelfs niet...          

Bleef het eten: ook daaraan was voorlopig geen nood, dankzij de proviand onder het bed, boven...Maar vroeg of laat raakte deze wel óp en in een vernielde miljoenenstad als Berlijn kon er binnen de twee-drie maanden al licht een hongersnood uitbreken, als de Russen niet voor verse aanvoer zorgden...En waarom zouden ze dat doen? Bij het beleg van Leningrad, dat ruim twee jaar van de buitenwereld bleef afgesloten, hadden de burgers op de duur om een grasspriet gevochten...Voor het hier zover kwam moest hij ofwel een grote voorraad conserven bijeen gesjacherd hebben, ofwel naar verre veiliger oorden uitwijken. Hoe dan ook, één ding was zeker: voor de winter moest hij hier weg! In Rusland had hij iets téveel gruwel gezien, veroorzaakt door honger en kou...

Dank u wel !              

Dus, als hij goed telde, moest hij het hier nog een kleine zes maanden zien vol te houden. Maximum, dan: als het echt begon te nijpen, kon hij altijd vroeger de benen nemen. Bij wijze van spreken, wel te verstaan...Dat deed hem aan zijn prothese denken: die moest hij morgen in orde zien te krijgen...

En met een wirwar van problemen en plannen voor ogen sliep hij tenslotte in en droomde dat een dik bleek mens in rood ondergoed hem trachtte te verleiden... Afgrijselijk, want ze had syfilis, danste op krukken en had maar één been! ...En als betaling eiste ze met nadruk een dosis Salvarsan, die hij niet bezat...                                                   

De volgende morgen werd hij vroeg wakker met een vuile smaak in de mond en zijn eerste gedachten gingen automatisch naar de vernielde apotheek, aan de overkant van de Albrechtstrasse: daar moest hij toch dringend eens rondneuzen... Maar op krukken ging dat niet. Dus eerste werk voor vandaag: zijn prothese zien te herstellen !   

Onmiddellijk na het 'stevige' ontbijt - twee schijfjes Pumpernickel met varkensvet en bietensiroop! - begon hij er aan. Toen hij het kunstbeen op de tafel legde, zag hij de Weimars betekenisvolle blikken wisselen: deze nacht was hij bij hen weer over de tong gereden, zo te zien! Maar ze waren wel zo verstandig geen enkele allusie meer te maken, en tien minuten later kwam Vati zelfs met een zware schroevendraaier aanzetten, die hij ongevraagd bij Neumann was gaan lenen. Joseph dankte uitbundig voor dit 'zoenoffer' en dacht bij zichzelf: " Die heeft verdomme z'n lesje vlug geleerd! " Een Duitser moet je af en toe eens goed duidelijk maken wie er de lakens uitdeelt, zoniet krijgt hij teveel noten op z'n zang.

Een snauw als "Maul halten!" deed het nog steeds prima...                                                                     

Hij werkte de hele dag stug door.            

Ondertussen had hij ook Hildegarde gevraagd een Franse en een Belgische driekleur ineen te flansen, om aan de straatdeur te hangen en rondzwervende soldaten af te schrikken. Bij de eerste gelegenheid zou hij tussen de twee vlaggen een plakkaat hangen, met, in zijn soort Russisch: " Hier wonen Franse Arbeiders! ". Bon, maar dan moest hij eerst een verlichte geest vinden, die hem dat in cyrillisch schrift op een papiertje kon zetten. En de vlaggen moesten groot genoeg zijn om op te vallen tussen al de witte vodden die nog overal slap en vechtensmoe uit de vensters hingen... Terwijl hij eergisteren, bij zijn terugkeer, op de viaduct van Steglitz-Bahnhof nog in reuzeletters gekalkt had zien staan: "Berlin kapituliert nie!"... Tussen haakjes: die Russen hebben wel een speciaal gevoel voor humor, dat ze deze tegenstrijdige slogan niet onmiddellijk lieten verwijderen   !   

Ook Hildegarde was nogal stil, deze namiddag, vond hij. Het werk dat hij haar had opgedragen, beviel haar misschien niet erg, maar daar veegde hij zijn voeten aan. In het begin kon ze zogenaamd geen stoffen vinden in de goede kleur. Enkel rood was geen probleem: hun reglementaire hakenkruisvlag diende zodoende nog voor iets en het centrale logo stopte ze ijlings in de stoof.

Maar het Franse koningsblauw leidde bijna tot een fikse rel, toen hij haar naïef voorstelde het keukentafelkleed te verknippen. Stel je voor: dat had ze voor haar vijfenzeventigste verjaardag van haar Wilhelm cadeau gekregen! En toen hij aandrong en haar voor de keuze stelde een Franse vlag te maken of verkracht te worden door een Rus, zag hij haar voorwaar nog twijfelen, als een oude sloerie uit de sloppen! Toen zei ze verzoenend " Na schön, warte mal! "  en slofte de trap op.

Na een kwartier kwam ze terug van haar razzia, de arm beladen met gekleurde gordijnen.            

" Der arme Herr Dahlmann braucht sowas doch nicht mehr! ...", vergoelijkte ze. En in zijn keukenkast had ze nog een fles slaolie gevonden, op de koop toe. Er lag nog meer bruikbaars boven, maar dat zou ze bij gelegenheid met Vati wel leeghalen... Ja zeg, daar moest hij een stokje zien voor te steken: pottenkijkers kon hij best missen op zolder! Maar voorlopig hield hij zijn kiezen op elkaar.

De gele stof, die voor de Belgische driekleur moest dienen, vertoonde een motief van groene ranken, maar Joseph wilde niet moeilijk doen...Het blauw was picobello. Een zwart verduisteringsgordijn en een wit laken maakten de collectie compleet. Hij opteerde voor de grootst mogelijke afmeting van de vaandels: dan was ze daar weer een tijdje zoet mee...                                                    

In de late namiddag kwam Vati terug van zijn watercorvee, heel wat rustiger dan gisteren, en Joseph trok de twee waterkruiken fluks met het touw omhoog: ze waren al goed op elkaar ingespeeld! Maar het was gedaan met de rust in huis, want bij de citerne had het gegonst van de wildste geruchten en Weimar had aardig wat te vertellen...                                    

Eerst en vooral: hier in Berlijn was de Führer met heel de partijtop op de laatste barricaden gesneuveld, maar vooraleer te sterven had hij Gross-Admiral Dönitz, het hoofd van de Kriegsmarine, als opvolger aangeduid! Ja, die bleke vent zonder de minste charisma was de nieuwe Führer! ...

Reichsmarschall Goering leidde nu de strijd van uit de Alpenfestung over een frontlijn die liep van Genua over Milaan, Zagreb, Graz, Praag en zo naar Dresden, om met een scherpe bocht zuidwestwaarts over Neurenberg te eindigen op de Zwitserse grens. Vati sleurde er zelfs een atlas bij waarop hij grote kringen aanwees. Reichsfuhrer SS Himmler hield twee fronten: één tegen de Amerikanen, van de Rijn in Holland over Bielefeld, Braunschweig en Magdeburg, en één tegen de Russen: van Magdeburg recht naar het noorden, om te eindigen bij Rostock aan de Oostzee.

Beide kopmannen van de partij voerden vredesonderhandelingen met het Westen en hielden onderwijl de Russen tegen in het oosten...Enfin, zo hadden de frontlijnen er waarschijnlijk een paar dagen geleden uitgezien, want geruchten hebben een taai leven: in feite wist niemand wat er vandaag nog van Duitsland overbleef...Veel was het wel niet, maar zolang de Alpenfestung stand hield...De Zwitserse radio voorspelde naar men zei een wapenstilstand voor vannacht, nul uur, maar dàt leek Wilhelm nogal voorbarig.               

" Sehst du, Herr Josef", pronkte hij, " unser Heer (leger) ist noch nicht zerschlagen! Wir werden unsere Haut teuer verkaufen! Sie werden noch etwas erleben! "                          

Joseph schudde meewarig het hoofd: vond Vati dan niet dat deze waanzin al lang genoeg had geduurd? Dat deze oorlog al veel teveel had gekost? Wat bedoelde hij met 'zijn huid duur verkopen'? Moesten er soms aan het front nog meer kinderen van vijftien jaar sneuvelen, voor de rekening kon worden afgesloten?                     

Neen, dàt niet, maar de Yankees hadden al te zware verliezen geleden: die waren het ver beu en nu konden de Duitsers een eerbare vrede afdwingen, zoals in '18. Met de 'Vergeltungswaffe' als een stok achter de deur was alles nog mogelijk... De Nazi-regering moest natuurlijk aftreden, en vervangen worden door "gewone" Duitsers ,maar voor de rest zouden ze tenminste baas in eigen huis blijven en hun voorwaarden kunnen stellen... Hoofdzaak was dat de Russen terug moesten tot over de Poolse grens: daar viel niet aan te tornen! Die beesten hadden het hier wat té bont gemaakt! En géén herstelbetalingen zoals destijds met de verdomde uitzuigers van Versailles: die hadden Duitsland geruïneerd en gedwongen tot de huidige oorlog! Of niet soms?                            

Joseph haalde ontmoedigd de schouders op: " Sie träumen wohl, Herr Weimar...Sie träumen "... Zouden ze het dan nooit leren?               

" Sie werden schon sehen! ", hield het oudje koppig vol. En lag die neergeschoten vrouw nog bij de citerne, vroeg Hildegarde, om het gesprek een andere wending te geven.                 

" Ach die! ", lachte Vati, neen, die was weg! ... Maar je weet het mooiste nog niet! Dat was de echtgenote van een Duitse, voor-oorlogse  communistische kopman! De Russen hadden hém juist met veel tralala uit een kamp bevrijd en dan knalt zo'n zatte Mongool zijn echtgenote neer! Dat was de reden waarom die Xantippe een grote bek tegen die soldaten dacht te mogen opzetten: zij was zelf zo'n rood rotwijf! Zeg, is dàt geen billenkletser?                      

Hij scheen er nóg plezier in te hebben!                 

Hoe hij dat allemaal wist? Er hing een bericht bij de kraan, getekend door een Russische commandant, een oproep tot getuigen: of iemand had gezien hoe Frau So en so, echtgenote van Kameraad Kringleider van de Kommunistische Partei Deutschlands hier gisteren door een dronken Sovjetsoldaat werd neergeschoten? Die geloven vast nog in sprookjes, hé   !                                        

Joseph bekeek hem met opzet overdreven verwonderd: hoezo, Vati had er zogezegd praktisch met zijn neus bovenop gestaan, dan kon hij toch getuigen, hé? Wie weet is er geen grote beloning uitgeloofd...         

Hildegarde spitste de oren, maar Weimar keek hem giftig aan met moordlust in de ogen: hij had juist niks gezien, verstaan?! Als die rooien dat vuile zaakje willen oplossen, moeten ze het maar onder elkaar uitvechten en daar geen goede Duitse burgers bij betrekken! ...Wij zijn geen verklikkers, als je dat maar weet   !      

Voor Joseph daar zijn afwijkende mening over kon geven, kwam Frau Weimar er vlug tussen: en was er anders nog nieuws?                          

Vati nam de tijd om zijn ergernis te laten zakken.                 

Ach ja, natuurlijk: er hing ook een verordening met allerlei nieuwe wetten en voorschriften, maar hij had niet veel gelegenheid gekregen om het allemaal te lezen. Maar bovenaan stond dat alle nazi-organisaties buiten de wet gesteld waren. En dat alle 'Parteigenossen' zich bij de vroegere oversten van het huizenblok waarin ze woonden moeten aanbieden, om puin te ruimen en lijken te bergen... En ook...heu...dat alle arbeiders en bedienden van de stedelijke openbare nutsbedrijven binnen de 24 uur het werk moeten hervatten! Gedaan met lijntrekken, hé! ... Dan had Neumann nog zoiets gelezen, alsdat ze zéér binnenkort de voedselrantsoenering weer gingen opstarten, maar dat zij, die geen nuttig werk verrichtten, daarvan zouden worden uitgesloten...Ik hoop dat dit niet op de gepensioneerden slaat: ik zie ons toch niet meer met een kruiwagen sleuren, hé Mutti!...             

Ze glimlachte wat triest: zo ver zou het wel niet komen. Want een groter schandaal kon zij zich moeilijk voorstellen: nazi-bonzen die puin ruimen krijgen eten, terwijl zij, die persoonlijk altijd 'tégen' was geweest, het zonder rantsoenkaart zou moeten stellen omdat zij tachtig jaar oud was? Dat kon toch niet  !               

"Hoezo, altijd tégen?" vroeg Vati geërgerd:" Dat was voor het eerst dat hij ervan hoorde  !"                   

" Aber sicher! Den Hitler hab' ich nie gemocht! .. Den Kaiser Wilhelm, ja, den hab' ich geliebt... Aber den Hitler? Nein, der war mir zu frech! "                                          

Maar wat bazelde ze nou! Hitler had Duitsland toch weer doen heropstaan, na de vreselijke inflatie onder de Weimar-republiek en de crisis van de beginjaren dertig! Is ze dàt soms vergeten? Had hij in die chaos van toen niet in de kortste keren orde op zaken gesteld? De economie terug op poten gezet en het spook van de werkloosheid verdreven? Zonder Hitler hadden onze werkloze kinderen Otto en ilse nu misschien nog steeds 'gestempeld', weet je dàt?  !                   

" Da haben Sie völlig Recht, Vati ! Ohne den Hitler hätten unsere Kinder vielleicht noch gelebt! Das haben Sie sehr gut gesagt, mein Junge! Schade das es ihnen erst heute einfällt...Schau dich mal herum, wie schön es in Deutschland jetzt ausseht: ein Trümmerhaufen! Das verdanken wir deinen Hitler, Vati..."           

" Aber wir haben diesen Weltkrieg doch nicht gewollt! ",riep hij verontwaardigd uit: de Engelsen en de Fransozen hadden Duitsland de oorlog verklaard in '39, en niet omgekeerd, hé! ZIJ hebben ons aangevallen, vergeet dat niet  !                          

Joseph vond het hoogtijd om, na het incident met dat SS naamkaartje op zijn kunstbeen, ook even zijn duit in het zakje te doen, kwestie van zijn gepeelde rol als nazi-slachtoffer wat in de verf te zetten. Hij liet Weimar opmerken dat Polen, België, Holland, Scandinavië, de Balkanlanden en ten slotte Rusland geenszins de oorlog verklaard hadden aan Duitsland en toch aangevallen werden...       

Ach, dàt zootje?! Die hadden immers allemaal met de Engelsman meegeheuld en de gerechtvaardigde verzuchtingen van het Duitse volk op alle gebied tegengewerkt! Vergeet niet dat de Belgen hen Eupen hadden ontstolen en het Rijnland bezet! En die stinkende Fransozen als aasgieren op de Elzas waren gevlogen en die rotte Polakken op Pruisen en Silezië: Dat kan geen enkel volk ongestraft laten! ...Daarom heeft Hitler neen gezegd en Duitsland sterk gemaakt! Té sterk, volgens die rotzakken, en daar moest paal en perk aan gesteld worden, vonden ze! Vroeg of laat zouden zij ons hebben aangevallen: Hitler is hun enkel een slag vóór geweest, uit zelfbehoud ...Aanvallen is nog altijd de beste verdediging, weet je...       

Hijgend, maar met stralende ogen veegde de volleerde veldheer met de mouw het schuim van de mond. Joseph grinnikte enkel tegenover zoveel verblinding en wilde niet verder aandringen. Maar ergens moest hij de oude Pruis bewonderen: zelfs in mootjes gehakt, spuwde hij zijn vijanden nog in het gezicht  !                      

Ook Hildegarde vond het nu welletjes: kom Vati, hou op met die onzin en denk aan je hart." Der Onkel Doktor hat gesagt, du sollst dich nicht so aufregen...Komm',wir nehmen uns eins..." En terwijl de tapkaststrateeg nog wat nagromde, schonk ze voor elk een borrel uit.                                                                                                    

De rest van de dag werd er niet veel meer gezegd. Na het avondeten werkte Joseph nog wat voort aan zijn been, tot hij er volledig over tevreden was en ging toen naar bed.                       

Morgen lag er nog heel wat werk voor de boeg.                      

In het verre Spandau werd niet meer geschoten en hing er buiten een onwezenlijke stilte... Dichterbij op straat dreinde enkel een astmatische accordeon zijn kuchende Kalinka door de nacht...

<!--[if gte mso 9]> Normal 0 21 false false false

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
09-10-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
12-10-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 317
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C35BIS:  TOTALE LEEGLOOP...   

              

Grossadmiral Dönitz had op 1 mei, na zijn aanstelling tot Hitlers opvolger, in Flensburg (tegen de Deense grens) een marionettenregering op de been gebracht. Met een schijn van politieke leiding slaagde hij er toch in de algemene overgave van alle wehrmachtonderdelen op alle fronten tot 8 mei uit te stellen en alzo nog ongeveer twee miljoen militaire en burgerlijke vluchtelingen naar het westen te versassen ,wég uit de greep van het Rode Leger.

Maar aangezien noch in het eerste capitulatieverdrag van Reims, (7 mei) noch in dat van Berlijn-Karlsburg (8-9 mei) iets vermeld stond over het lot van het Duitse burgerbestuur, bleef Dönitz met zijn ministers in Flensburg maar voortboeren, wettelijk volledig gedekt maar door Montgomery totaal genegeerd. Toen Dönitz echter bij de bezetters koppig zijn "burgerlijke bestuursrechten" wilde laten gelden kregen de geallieerden er op 23 mei genoeg van en namen heel zijn regeringsploeg gevangen op een (voor dié tijd altans) nogal vage "beschuldiging van oorlogsmisdaden." Daarmee waren alvast een hele meute nazikopstukken "kaltgestellt". 

Maar wat gedaan met de mindere goden ? Alle gezagsdragers, van Gauleiter tot burgemeester, waren immers allemaal overtuigde nazi "geweest" ,maar nù grotendeels ofwel dood ,ofwel ondergdoken ! De heersende bestuurlijke leegte aan de regeringstop nog aanvullen met een nieuw machtsvacuüm in alle lagere regionen leek de geallieerden voor het chaotische versnipperde Duitsland toch geen stap in de goede richting. Daarom plaatsten ze alle echelons van het nog-bestaande bestuursapparaat onder toezicht van een militaire voogd  ,en gaven plaatselijke notabelen bevel de opengevallen funkties te vervullen. Hun opdracht bestond er vooral in de bevolking eten en onderdak te bezorgen ,bijkomend werden zij belast met een geleidelijke "dénazificatie" van het ambtenarenkorps. Daarmee verloren alle vroegere 'Parteigenossen' hun oude intimidatie-kracht ,en werkte dit systeem - gebaseerd op verklikking - zo goed dat in een mum van tijd de dikste overlevende "Goldfasanen" (ttz partijkopstukken) wéggezuiverd en gekooid konden worden.                                 

Van de Belgische collaboratie-bonzen haalde enkel het lot van Leon Degrelle de wereldpers. Zijn SS-Division "Wallonie" werd, net zoals de "Langemarck", bij Stettin eind april door Rokossovski's tanklegers vermorzeld en onder de voet gelopen. Degrelle zélf kon echter via Denemarken naar Noorwegen ontsnappen, daar een vliegtuig bemachtigen en naar Spanje vluchten. Door benzinetekort moest hij een noodlanding maken op het strand van San Sebastian, juist over de Franse grens. Vanuit zijn Spaans asiel heeft hij, met de steun van Franco en de Kerk, nog gedurende meer dan dertig jaar de Belgische regeerders brutaal én arrogant een neus gezet. Die hadden hem wel bij verstek terdood laten veroordelen en eisten meermaals zijn uitlevering maar het blijft een open vraag of die wel ernstig kon worden genomen. Het Belgische politieke wereldje zat immers met klamme handen en was er zeker niét op uit door "le beau Leon" op een showproces in haar hemd te worden gezet : in het openbaren van oude schandalen had Degrelle ondertussen nog steeds zijn meester niét gevonden!                             

Langs Vlaamse zijde heeft nooit iemand de brutale panache van Degrelle kunnen benaderen, noch tijdens hun glorietijd onder de bezetting en nog minder bij hun exit. Na het mislukken van het Ardennenoffensief rond de jaarwisseling 44-45 was hun "Landsleiding" de mist ingegaan. De luidruchtigste SS-herauten ,zoals Ward Hermans en de zogezegde "Priester-dichter" Cyriel Verschave ,hadden nog twee maanden voortgemodderd op het Berlijnse SS-Hauptamt aan de Fehrbelliner Platz tot ze het, einde maart '45, wegens de hevige dagelijkse luchtbombardementen geraadzamer vonden veiliger oorden op te zoeken. Met de Russen voor de deur namen velen de Oostenrijkse nationaliteit aan, ook al bracht dat slechts tijdelijk soelaas :één voor één werden ze na de ineenstorting in hun landelijke schuilplaatsen opgespoord en aan het volksgerecht overgeleverd. Verschave dook echter in zijn nieuwe "schone Alpenland" zó diep onder dat hij er pas een paar jaar làter tenslotte zijn laatste adem uitblies. Hij haalde nog even de krantenkoppen toen zijn fanclub het nodig vond in het geheim zijn opgegraven beenderresten te repatriëren naar Vlaanderen.                                                           

Later zou blijken dat er een groot aantal nazi's bij het onderduiken geholpen werd door de geheime diensten van de USA, Engeland en...de USSR! Uit de krijgsgevangenkampen "verdwenen" stilletjes alle nuttige bollebozen van de Duitse bewapenings-industrie en -labo's naar oost en west om er "de volgende ronde" te helpen voorbereiden. De naam Werner von Braun spreekt misschien het meest tot de verbeelding, maar zoals hij waren er duizenden. En niet alleen wereldvreemde wetenschappers, maar ook figuren die hun sporen ruimschoots verdiend hadden bij de spionagediensten en de Abwehr.            

Ook het Vaticaan hielp aardig wat rabiate anti-communisten, die gedurende de maanden na de ineenstorting van het Derde Rijk door een netwerk van schijnheilige kerkelijke ontsnappingslijnen waren opgevist, naar het veilige en gastvrije Argentinië van Juan en Evita Peron uitwijken. De Kerk trok zich vooral het lot aan van de ultra-katholieke Kroatische Ustashi die met hebben en houden voor de partizanen van Tito uit Noord-Joegoslavie waren gevlucht en nu in de Britse kampen rond Klagenfurt een donkere toekomst afwachtten. Hun Leider, de beruchte Ante Pavelic, had gedurende de laatste jaren zijn idolen Hitler en Himmler zo goed nageaapt dat hij rechtstreeks verantwoordelijk werd gesteld voor 5OO.OOO moorden op niet-katholieken in het algemeen ,en Servische Chesniks in het bijzonder. Pavelic had zich gespecialiseerd in het collectief bekeren van de verzamelde bevolking in de veroverde dorpen, waarbij hij hen de keuze liet tussen het doopsel of het nekschot. De recente etnische zuivering in ex-Yoegoslavië dateert immers niet van vandaag...

Ondanks deze kwalijke reputatie had Paus Pius XII Pavelic tijdens de oorlog toch meermaals "als een fervent gelovige en de beschermheer van de Kerk" in privé-audiëntie ontvangen. Door de misdadige ijver én druk van de toenmalige onderstaatssecretaris van het Vaticaan Monseigneur Montini (de latere paus Paulus VI) kreeg Pavelic na de Duitse nederlaag asiel in verschillende kloosters en in '47 een vals paspoort met een visum voor Argentinië. Daar werd hij Perons adviseur voor veiligheidszaken (!) en bekwam nog 35.000 visa om zijn medestanders uit hun Italiaanse schuiloorden weg te halen...                                                      

Veel SS-kopstukken ontkwamen moeiteloos naar Uruguay en omstreken via hun eigen netwerk ODESSA (Organisation Der Ehemaligen SS Angehörigen). Maar daarover is nog steeds zeer weinig bekend. Wél staat vast dat de overwinnaars het kleine grut voor de gebroken potten lieten opdraaien en zich bij dit tijdverdrijf niét langs hun mooiste zijde toonden. De Sovjets allerminst, ook al konden zij dan met hun 17 miljoen oorlogsdoden het nazisme de zwaarste rekening aanbieden. 


Daarmee eindigde de slachting in Europa, die op 1 september 1939 onder de slogan "Danzig Frei! " was begonnen omwille van Hitlers eis tot teruggave van de Poolse corridor. Zijn waanzinnige va-banque-politiek had in het geruïneerde en verpauperde avondland slechts onoverzienbare puinhopen en troosteloze ellende nagelaten en onze Westerse wereld (Azië met 20 miljoen doden niet meegerekend) minstens 34 miljoen doden gekost. Minstens, want àndere bronnen vermelden tot 20% méér! Om dan nog stilletjes over het immense menselijke leed en de ontelbare zwaarverminkten te zwijgen, want dààr spreekt in de statistieken geen kàt  over ...                                                                                                                                               


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
12-10-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
14-10-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 318
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C36DE " LANGEMARCKER."                                                    

              Steglitz, 4 mei '45.      

 

De hemel zag er de volgende morgen maar overtrokken uit en Joseph dacht beklemd dat het wel eens zou kunnen gaan regenen. Dat kon een ramp worden ,met die scheur in het dak van de "roze kamer"... Maar op straat merkte hij dat de wind naar het noorden was gedraaid en de zon in feite schuil ging achter de brandwolken die van de binnenstad overwaaiden. Een verpestende lucht van verrotting pakte op de adem en de prikkelende rook van de alom nagloeiende vuurhaarden deed de ogen tranen. Binnen in huis had hij daar, ondanks de vele gebroken ruiten, weinig van gemerkt.               

Hij twijfelde even of hij wel zou doorzetten, maar volgens zijn planning moest hij vandaag de apotheek op de hoek onder handen nemen en daar kon hij zich beter aan houden , hoe dan ook.                     

Zijn prothese zat goed en Hildegarde had hem zojuist Vati's wandelstok geleend: zo'n echte met een stalen pin onderaan en versierd met ovale souvenirplaatjes van uitstappen in het Zwarte Woud en het Harzgebergte. Hij stapte makkelijk: een hele opluchting na het krammakkelijk gehuppel op die lompe krukken...                                 

Bij de buren hoorde hij timmeren en het gerinkel van glas: de eerste pogingen om de ramen te dichten met wat planken en stukken karton.

Bij de hoek viel hij op een groepje oude mannen die de puinhoop op de stoep van het uitgebrande huis begonnen weg te ruimen.

'Parteigenossen' in bevolen dienst? Ze keken niet op toen hij, opzettelijk zwaar mankend, midden op straat voorbij stapte. Hij herkende zijn buurman 'Feldwebel' Libovitz, die schijnbaar de leiding had, maar niet reageerde toen hij hem met de hand een vaag bonjourtje toewierp. Nou, dan ook goed, dacht Joseph, voor mij hoeft het niet...En hij pikkelde de Albrechtstrasse over, recht naar de ingestorte apotheek op de hoek.                          

  Links en rechts in de straat waren nog meer groepjes aan het puinruimen, maar Russen zag hij niet. Gelukkig maar, want dat zou vast en zeker plotse moeilijkheden teweegbrengen en dat kon hij bij zijn plannen best missen.                                                  

De officina van de pillendraaier aan de straatkant leek min of meer te hebben stand gehouden, maar lag bedolven onder een wirwar van vloerroosteringen en de brokstukken van de drie verdiepingen hoge voorgevel. De achterkant van het huis en de trapzaal stond nog recht...Hij merkte onmiddellijk dat hij langs de voorzijde nooit ongezien binnen zou geraken en besloot zijn geluk langs de koer te proberen.Uit ondervinding wist hij dat dit soort  gesloten huizenblokken rond een ruime gezamenlijk binnenhof waren gebouwd: de enige moeilijkheid bestond er nù in de toegangspoort te vinden...                                       

Het viel nog mee: vier huizen verder in de zijstraat geraakte hij via een oudere, reeds opgeruimde ruïne binnen. Ook hier was men alle tochtgaten volop aan het dichttimmeren en niemand lette op hem toen hij de bouwval van de apotheek langs de openhangende achterdeur binnendrong. Het stonk er naar een mengelmoes van ether en andere vluchtige producten en hij begreep dat hij voor het ogenblik beter geen sigaret kon opsteken! De kaars, die hij had meegenomen om de kelder te onderzoeken mocht hij dus vergeten, wilde hij niet met de rest van de bouwval de lucht invliegen...

Daarbij, bovenaan de stijle keldertrap merkte hij meteen dat de chemische walmen beneden niet te harden waren... Erg jammer, want hij kon zich voorstellen dat de apotheker juist dààr zijn grote voorraad opsloeg... Niets aan te doen, voorlopig...                

Dan maar eerst de achterkamer...Wat daar van overbleef wees eerder op een soort bureeltje: een stevige schrijftafel vol kalkpuin, twee scheefhangende rekken met boeken en klasseerfardes, en een hoge kast. Op slot, maar dat was voor de stalen punt van zijn wandelstok absoluut geen probleem. Hij trapte nog wat platen plafondpleister plat om de deur open te rukken, en voilà, dàt was het wat hij zocht! Op vijf schabben stonden een dertigtal identieke kartons mooi naast elkaar in het gelid, gemerkt van A tot Z...Hij trok de S1 naar zich toe en blies het stof van de bovenste doosjes. Maar hoe hij ook zocht en tenslotte de hele inhoud van het karton op de morsige schrijftafel omkieperde: geen Salvarsan te vinden...Sulfamine preparaten genoeg, in pillen of poeders, maar geen Salvarsan.

Verdomsemiljaardenondedju, dat was toch onmogelijk! Een apotheek zonder Salvarsan! En hij kende van heel die rommel te weinig om te begrijpen wat deze andere sulfaminedoosjes waard waren...De stock uitgeput misschien? Of bewaarde die vent zijn speciale geneesmiddelen in een afzonderlijke kast, bij de vergiften bij voorbeeld?  Een beetje ontnuchterd veegde hij alle medicijnen weer in het karton en zette dit terug op zijn plaats... Goed, dan zoeken we maar een beetje verder...                             

Bij de tussendeur naar de winkel twijfelde hij even: mensen lief, moest hij in deze duistere puinhoop dàt ene product vinden waar hij zijn zinnen had op gezet? Onbegonnen werk! De zoldering hing schuin omlaag en boog langs de straatkant door onder de geweldige druk van de ingestorte verdiepingen. Zo te zien kon het hele zootje ieder moment in elkaar klappen! ...Hoorde hij daar al geen sinister gekraak?... Hij hield de adem in en luisterde gespannen...

Neen, zijn verbeelding speelde hem parten: enkel de stemmen en het getimmer uit de huizen in de buurt drong vaag tot hem door en op straat klonk het geklepper van paardenhoeven en het knarsen van een panjekar. Misschien was het dàt geweest? ... In elk geval, erg gerust was hij er niet in, maar aan de andere kant: deze bouwval kon voor hetzelfde geld zo nog jaren stand houden...             

Nu zijn ogen aan de duisternis waren aangepast, sloop hij schoorvoetend een paar stapjes de winkel in, tot achter de toonbank. De trede lag bedolven onder een laag baksteenbrokken en de scherven van honderd bruine bokalen die van de hoge schabbenkast aan de achterwand naar beneden waren gedonderd. De schuifdeuren onder de toonbank zaten volledig geblokkeerd door het puin en ondanks het wrikken met de wandelstok was er maar bitter weinig beweging in te krijgen. Stevig meubel, dacht hij waarderend, maar hij wilde zich niet zo vlug gewonnen geven omdat hij door de spleet toch allerlei doosjes meende te ontwaren. Dus moest hij ergens een zwaardere koevoet vinden, want zoniet zou hij Vati's wandelstok helemaal om zeep helpen.                                                

Nu pas zag hij in de schemer de verst verwijderde schuifdeur halfopen staan en toen hij dichterbij kroop merkte hij duidelijk dat het was opengebroken. Tiens-tiens, dacht hij, hier is een illustere voorganger geweest! Waar mocht die vent zo'n dringende behoefte aan gehad hebben, om niet op het openingsuur te kunnen wachten? ! Maar hij begreep het vlug: de kast was half leeg en op de bovenrand zat een emailplaatje geschroefd, met...een doodskop...Bon, dié dief zal nooit geen last meer hebben van een snotvalling:

" Lebewohl, mein Freund...in het Walhalla, of hoe uw hiernamaals ook moge heten..." Zo te zien had zijn voorganger er een familiale 'uitstap' van gemaakt, want op de plank ontbraken aardig wat buisjes...De hemel-vaarder had z'n koevoet evenwel terug meegenomen en Joseph besloot eens verder rond te kijken of hij geen geschikt gereedschap kon vinden om de andere kasten onder de toonbank open te wrikken.             

De trapzaal achteraan het huis vertoonde weinig schade en hij waagde het er maar op. De eerste verdieping, of wat er van overbleef, leverde niets op...De tweede al evenmin...Verveeld waaide hij de vette bromvliegen weg die rond zijn hoofd gonsden...Verdomme, die vliegen! De rotte lucht kwam van boven, van het derde, waar het halve dak was ingestort. Toen zag hij daar de lijken liggen, half onder het puin, dicht op elkaar in de hoek van de krakende overloop.             

Hij wilde juist terug naar beneden vluchten, maar zijn oog viel op die uitgestrekte arm...Wat was daar in hemelsnaam zo bijzonder aan, dat het onbewust zijn aandacht vasthield? ...Een vuile grijze knuist stak uit de mouw van een SS uniform...Dàt was het natuurlijk: een SS uniform, herkenbaar aan het divisielint rond de manchet!                                     

Hoe het mogelijk was, mag God weten, maar voor hij met de punt van de wandelstok het kalkstof van het zwarte lint klopte, wist hij reeds wat er op zou staan...

"Langemarck"...Zie je wel: één van de onzen! Hoe was deze sukkelaar hier in Berlijn verdwaald geraakt? ... Het laatste wat hij van zijn oude divisie had gehoord, ging over de inzet tijdens het tegenoffensief rond Stargard, iets ten oosten van de havenstad Stettin, eind februari. De zeldzame brieven van Leon over de afweerslag aan de Oder, vanaf 20 april, hadden hem niet veel wijzer gemaakt...Maar wat daarna moet gebeurd zijn, kon hij zich heel goed voorstellen: voetje na voetje wijken voor de rode pletwals, compagnieverband uitéén gerukt, om tenslotte in kleine groepjes, op overvolle wegen door de sterke stroom radeloze vluchtelingen meegesleurd te worden naar het westen...Ja akkoord, naar het westen, maar toch niet naar het zuiden, verdomme! Berlijn lag een 2OO kilometer pal zuid van Stettin!...Hij begreep er geen snars van...               

Het tweede lijk droeg een Weermachtuniform. Plots zag hij het kleine sierringetje fonkelen aan die fijne vinger: een smalle hand, als van een kind...Een kind? Neen: meisje! Verrast duwde hij met zijn stok een paar steenbrokken van de geblutste staalhelm weg, een zwerm dikke vliegen opjagend...Maar voor hij vol weerzin achteruit week, had hij de lange bestofte haarlokken in de nek opgemerkt: ongetwijfeld een vrouw!...Plots moest hij aan Phil denken, die hij ook zo onder het vuil en het stof had teruggevonden...                                                        

Het hoofd van de "Langemarcker" zou hij niet zo gemakkelijk onder het puin vrij kunnen maken - vooropgesteld dat dit zijn bedoeling ware geweest - want heel het bovenlijf stak onder de bakstenen van de ingestorte tussenmuur en een versplinterde juffer uit het dakgebinte. De vieze vliegen, die agressief rond zijn oren zoefden, en de verpestende stank van ontbinding dreven hem op de wijk. Hier kon hij toch niets meer uitrichten...Hij graaide nog vlug de militaire broodzak mee, die tegen de trapleuning lag, hing hem aan de schouder en daalde voorzichtig de krakende treden af, goed uitziend waar hij zijn voet zette tussen al dit baksteengruis. Het ogenblik zou slecht gekozen zijn, om nu de trap af te donderen..                

Vanaf de tweede verdieping ging het wat makkelijker en op de overloop van het eerste rustte hij wat uit. Louter uit nieuwsgierigheid bekeek hij de draagtas wat nauwkeuriger..."Van Rennen, Jan", las hij op de achterkant...Tiens, Van Rennen? ...Dat kon toch onmogelijk die jongen zijn die samen met hem had dienst genomen in de zomer van '41! Neen, uitgesloten! Die was bij Zitomir gesneuveld, in één of ander Russisch boeregat daaromtrent...Bjelgorodka? ...Einde februari '44... ,rond de tijd van de smerige omsingeling tegen de Dnjester bij Jampol begon...Een mortierwond, herinnerde hij zich vaag... vlak voor de bloedige terugtocht uit de Ukraine begon...

Ja, inderdaad: reeds een trieste eeuwigheid geleden! Daarbij: zíjn Van Rennen van toén heette niet 'Jan'. Luc..., of zoiets. Of Gust... Ja: Gust Van Rennen, dàt was hem! Deze Jan hier was misschien zijn broer? Er waren méér van die dynastieën geweest in het Legioen, en later bij "Langemarck": als de oudste broer sneuvelde, nam een jongere de fakkel over, als een gouden kroon...Neen: doornenkroon, zoals ook hier bleek...                        

Joseph zuchtte: zoveel inzet, zoveel bloed, om tenslotte toch nog op het laatste nippertje in deze chaos tenonder te gaan... Wat een verspilling! ...Ja-ja,  Berten Rodenbach: " Eind als een soldaat! " Wegrottend in een ruïne, opgevreten door de ratten ,de maden en de vliegen: voorwaar een mooi ideaal, zeg!                                                    

Mijmerend bleef hij voor zich uit staren, tot hij zich realiseerde dat hij reeds een hele poos dromend naar de ijzeren staaf had staan kijken, die los bengelde aan het versplinterde W.C.- raam .Was het dàt niet, waar hij reeds een hele tijd naar zocht? Twee-drie rukken volstonden om de spanjolet los te wrikken. Prima gereedschap, dacht hij. En inderdaad, beneden in de apotheek duurde het geen minuut of de eerste schuifdeur onder de toonbank moest het knarsend begeven.                                                                    

Zo, dat leek er al meer op: twee schabben vol doosjes allerhande...en weer viel hem de alphabetische schikking op. In de derde kast stonden de S-en bijeen, en jawel hoor, hier had je ze: vier doosjes Salversan! Goed voor vierhonderd mark, als hij het ietwat verstandig aan boord legde! En hij dacht zonder de minste schaamte terug aan de nood van de venerisch besmette vrouwen in Letland... Vierhonderd mark: voor minder verkocht hij ze niet! Hij moest tenslotte ook leven! En met dat bedrag kon hij het wel een tweetal maanden volhouden...                      

Bij de T graaide hij nog drie dozen talk mee en borg alles in de broodtas. Er zat nog allerlei rommel in van de Langemarcker, maar dat zou hij thuis wel eens van dichterbij bekijken...Toen viel zijn oog op de hoop vodden waarop hij al de hele tijd achter de toonbank stond te trappen: een uniform, zag hij, nu zijn ogen aan de schemer gewoon werden. Wéér een SS-er? En inderdaad, weer een oud-collega! ...De kraag zat onder de zwarte bloedkorsten. Daaronder viste hij hemd en broek op en wat verderop, in de donkerste hoek lagen de laarzen.

Raar...Een gewonde trek je soms wel de vest uit om hem beter te kunnen verzorgen, maar voor je iemand helemaal uitkleedt...En waar kon die poedelnaakte vent wel gebleven zijn? ...Maar komaan zeg, hij had al genoeg rond zijn hoofd!                          

Op de binnenkoer ging het timmeren onverminderd door en ongezien geraakte hij weer op straat. Bij de hoek trachtten een paar soldaten hun maat wild zigzaggend rijles te geven op een buitgemaakte 'velociped'. De star naar zijn stuur starende leerlingcoureur maakte, zohaast de duwers hem loslieten, een korte reeks vervaarlijke bochten en keilde de fiets rinkelend tegen de kasseien, om niet zelf tegen de vlakte te vliegen. De jonge Rus bleef een beetje beaat lachend op zijn achterwerk zitten, terwijl een duwer zich vlug van het rijwiel meester maakte: " Mijn beurt! ... Mijn beurt! "...Dat het stuur scheef stond, mocht niet deren... Man, wat hadden ze een pret! Je ziet het wel: het hoefde niet altijd een "Frau" te zijn om je mee te amuseren...                                         

Een paar 'Parteigenossen',die wat verderop puin stonden te ruimen, volgden de clownestreken van het drietal met gemengde gevoelens en toen Joseph aan hen voorbij mankte hoorde hij een oude knorpot-zonder-Hitlersnor sakkeren op " diesen verdammten Zirkus! " . Ja jongen,  dacht hij, als dàt het enige is wat je voor het ogenblik ergert, staan er je nog veel verrassingen te wachten...                                                     

Toen hij zijn eigen zijstraat inliep, zag hij reeds van ver de twee driekleuren uitsteken boven de voordeur. Vati had z'n best gedaan en er zelfs twee borstelstelen aan opgeofferd: een teken dat hij eveneens besefte dat dit schuilen onder een vreemde vlag voor een gestampte Pruis zo z'n voordelen kon opleveren. Want ten slotte maakte Joseph zich geen enkele illusie: het was niet voor z'n mooie ogen dat de Weimars hem in huis hadden gehaald, maar enkel als bliksemafleider tegen 'diesen wilden Bestien '. Wat had Hildegarde ook weer gefleemd, de eerste dag na zijn terugkeer? ..." Herr Joseph, Sie sprechen ja so schön Russisch! "... Hij moest er nog om lachen.. .Die sluwe Hildegarde toch!                                  

Het klimop-motief op het geel van de Belgische vlag misstond helemaal niet, vond hij: de groene bladslingers camoufleerden een beetje zijn eigen 'zakkendraaien',nu hij zich plots tegenover de Duitsers én de Russen als een overtuigde superpatriot moest voordoen...                                          

De Weimars waren volop bezig de andere kamers van het appartement wat leefbaar te maken en hij voelde zich wat schuldig omdat hij hen alleen voor al die rommel had laten opdraaien. Maar nu hij zich niet meer op krukken hoefde voort te slepen, kon hij hen gerust een handje toesteken.                   

Vreemd genoeg wezen ze zijn aanbod af.

Waarschijnlijk wilden ze hem niet te diep in hun privésfeer laten rondneuzen. Ook goed: Joseph hield er niet speciaal aan zich op te dringen. Zo kon hij ongestoord de broodzak van de Langemarcker eens grondig doorsnuffelen.                     

De Salvarsan en dozen talk borg hij ordelijk in zijn nachtkastje en kipte de rest van de inhoud op de secretaire. Een steenharde homp kommiesbrood en een eindje beschimmelde worst gooide hij meteen door het venster in de hovingen ;een opgerolde naainecessaire - zo te zien nog niet gebruikt - vuil scheergerief en een stukje zeep legde hij eventjes opzij, samen met twee nog verpakte "Fromms" condooms en een aanééngekoekte zakdoek.             

Hij vond zichzelf wat vies, om zo in de diepste intimiteit van zijn lotgenoot te graven, maar onbewust intrigeerde hem iets... Het met aniline-potlood volgekrabbeld school-schrift kon hij later wel eens op zijn gemak ontcijferen, maar op eerste zicht leek het een soort dagboek of reisverslag...                 

Wat was er dan nog? De klassieke opgeplooide gazet met uitgescheurde stukken - een kostbaar bezit voor elke frontsoldaat die zich een beetje proper wilde houden... Een paar verkreukelde brieven - waarschijnlijk al tienmaal herlezen - en een geldbeugel. Enfin, eerder een gemsleren zakje, dichtgesnoerd met een zijden koordje, maar nogal onpraktisch met een dubbele knoop verzekerd: onze Vlaamse vriend was blijkbaar niet van plan geweest zijn centen vlot uit te geven! Op de tast geschat, zat er een zestal markstukken in, of misschien munten van vijf mark, want het woog nogal zwaar...Dus maximum een dertig mark... Waarschijnlijk de laatste soldij van die sukkelaar: het loon van de angst om veertien dagen en veertien nachten doorlopend weerstand te bieden onder een moordend Russisch trommelvuur! Dikwijls zonder eten - tenzij een paar kruimels brood - en zonder slapen, of 't moest een hazendutje zijn in een slijkerige schutterskuil bij x-graden-onder-nul...Werkelijk, voor het geld had je het niet moeten doen, Jan!                        

Dan lag daar nog het potlood met een afgebroken punt, en een uitplooibaar eetbestek: het dierbaarste bezit van elke piot!            

En dàt was het dan...Een zielige bedoening, op de keper beschouwd...Juist genoeg om een hondeleven wat draaglijk te maken,  maar meer ook niet. Ja, Jan Van Rennen, zo te zien zal je geen diep spoor in dit tranendal nalaten, jongen...                                                       

Hij bladerde even in het volgekriebelde schoolschrift: het was inderdaad een soort dagboek, maar de hanepoten waren moeilijk te lezen en de korte notities stonden vol spelfouten. Zijn onfortuinlijke lotgenoot had zeker geen middelbare studies gedaan, zoals Joseph. Af en toe kon hij zich zelfs niet weerhouden even meewarig te lachen om de kinderlijke fonetische schrijfwijze van een paar moeilijke woordjes. "Kajutsoe" moest blijkbaar rubber betekenen, "Tsoech" stond voor een Duitse trein, en dan ontcijferde hij nog "mietraljet" en "vloegtsuig-alaarem" vooraleer het dagboek proestend dicht te klappen...

Arm Vlaanderen, dacht hij...Maar ja, je moest inderdaad geen groot licht zijn om op de laatste barricade van Berlijn je leven te gaan geven voor het Derde Rijk!                                                         

Hij schaamde zich onmiddellijk voor deze denigrerende overweging: deze jongen had misschien met meer overtuiging en met meer moed gevochten dan hijzelf had kunnen opbrengen, de laatste weken. De moed der wanhoop, weliswaar, der verblinding, of der verdwazing, maar toch...Gaf dat Joseph, met zijn middelbare studies, het recht uit de hoogte neer te kijken op een halve analfabeet, een stomme sukkelaar die er niet meer in geslaagd was onder het laatste bevel uit te komen? Hijzelf kon dan zonder fouten schrijven, maar dat had niet belet dat hij even stom was geweest om zijn poot er te laten afschieten in de Ukraïne...

In de Ukraïne, dacht hij bitter: verdomme, achteraf bekeken, wat was hij dààr in godsnaam gaan zoeken! ... Neen, onderwijs had er niets mee te maken: hij had mannen gekend, die 'Leuven hadden gedaan' en hun eerste week aan het front niet overleefden, terwijl anderen, die met moeite hun naam konden schrijven, meesters waren in de 'Nahkampf',het zuiveren van vijandelijke loopgraven met handgranaat en bajonet...Die gasten dekten misschien op ditzelfde ogenblik nog steeds de hopeloze vlucht van de burgerbevolking uit Pommeren naar het westen, terwijl hijzelf vuige plannen smeedde om met zwarthandelpraktijken als een rat in de ruïnes te overleven...                                                               

Hij schrok uit zijn somber gepeins op: Hildegarde riep voor het middageten. De oudjes zagen er beiden afgepeigerd uit en aan tafel werd weinig gesproken. Ze vroegen zelfs niet wat hij deze morgen had uitgespookt .

Hij voelde dat het hoogtijd werd om hen eens wat op te beuren en besloot na het eten onopgemerkt even een bezoek te brengen aan de rosse kamer van Dahlmann: zo'n pakket van het Rode Kruis zou hem wel weer op zijn voetstuk van Redder-in-de-Nood tillen, dacht hij.                                               .                                                                  

<!--[if gte mso


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
14-10-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
16-10-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 319
Klik op de afbeelding om de link te volgen

            C36Bis:  

VLUCHTEN OP DUITSE WEGEN


Reeds voor de uiteindelijke nederlaag van Duitsland startte het trieste drama van de dakloze volksverhuizers in Centraal-Europa.

De pletrol van de Sovjetlegers had eindeloze karavanen Duitse of Duitsgezinde vluchtelingen uit Oost-Pruisen, de USSR, Polen en de Balkanstaten voor zich uit gestuwd, samen meer dan 7,5 miljoen. Door de snelle opmars van het Rode Leger naar het westen kon slechts de helft van hen de Russen vóór blijven en tijdig bij de geallieerden in West-Duitsland geraken. Van de horden ongelukkige achterblijvers gingen ongeveer 750.000 vluchtelingen in het strijdgewoel ten onder of pleegden collectief zelfmoord, zoals begin mei 1945 in Demnin bij Rostock.

In dit kleine Mecklenburgse stadje geraakte een eindeloze colonne met 30.000 vluchtelingen uit Oost-Pruisen geblokkeerd toen de wegtrekkende Duitse troepen op 30 april de bruggen over de Peene-rivier te vroeg opbliezen. Uit panische angst voor de aanstormende "bolsjevistische monsters" pleegden toen hele families gezamenlijk zelfmoord. In één kerkhofregister staan voor 8 mei '45 achter 825 namen "Freitod" vermeld...                                  

Na mei '45 werd de nieuwe Poolse staat "etnisch gezuiverd" en de 5 miljoen overblijvende Volksduitsers, die ten oosten van de Oder-Neisse woonden, naar de puinhopen van het Derde Rijk uitgedreven. Het zelfde moorddadig procédé werd door de Tsjechen toegepast op 3 miljoen Sudeten-duitsers, uit wraak om wat henzelf was aangedaan in oktober '38, toen diezelfde Sudetenduitsers 1,2 miljoen Tsjecho-slovaken uit dit gebied verjoegen...                           

Maar niet enkel deze kleine 16 miljoen "Ostvertriebene" trokken in lange slierten langs de vernielde wegen: ook eindeloze colonnes Duitse krijgsgevangenen werden door de Russen op mars gezet, om in het verre Siberië aan de wederopbouw van de Sovjetunie te werken.

Tel daarbij de bijna twee miljoen Franse - maar ook Belgische en Nederlandse - krijgsgevangenen en arbeidsslaven die dan weer naar het westen trokken, evenveel Italianen, Joegoslaven en Grieken naar het zuiden; Polen, Hongaren en Roemenen naar het oosten... Die van de geallieerde legers, de Amerikanen, Britten, Canadezen, Australiërs, Indiërs, Nieuw-Zeelanders en Zuid-Afrikanen waren beter af: zij mochten met de trein naar het westen ,of kregen een zitje in een transportvliegtuig...                                  

Tijdens de oorlog had Duitsland ongeveer 13 miljoen vreemde militairen gevangen genomen, waarvan volgens de optimisten tweederden deze jarenlange zware beproeving had overleefd en in '44 en '45 uit de kampen, her en der verspreid over het Rijk, werd bevrijd. Maar de nazi's hadden - meestal onder dwang - ook nog eens 10 miljoen "Fremdarbeiter" naar het Derde Rijk gehaald, die nu ook dringend terug naar huis wilden en met pak en zak de baan op trokken...                  

In de twaalf concentratiekampen en de ongeveer vijftig grote Arbeitskommandolager hadden van de ruim 2 miljoen gedetineerden de helft de oorlog overleefd, maar uit de zes vernietigingskampen (waar naar schatting 5 miljoen het leven lieten ) kon slechts een zielig overschot tijdig bevrijd worden.                 

Een veertiental dagen nà de bevrijding van de eerste kampen begon het reusachtige geallieerde hulpprogramma op kruissnelheid te draaien, vooral dan in de Amerikaanse zone onder impuls van de voortvarende generaal Patton. Deze wilde zo vlug mogelijk van deze "zwervers" af die een gevaar betekenden voor rust en orde, de volksgezondheid en de openbare veiligheid. Zijn militaire politie trad meedogenloos op tegen het snel ontluikend banditisme onder de bevrijde - en losgeslagen - gevangenen.

Opgevorderde Duitse burgers werden ingezet om de sanitaire tijdbom in de kampen onschadelijk te maken, de opgehoopte lijken te begraven of te verbranden en alles of iedereen kwistig met bluskalk en DDT te ontsmetten. Telkens een barak in zo'n concentratiekamp vrijkwam werd ze platgebrand om epidemieën in te dijken.

Zijn medische troepen trieerden de kampbevolking: zij die nog goed te been waren werden haastig opgekalfaterd, gevoed, gekleed, volgens nationaliteit gegroepeerd en desnoods met militaire dwang per volledige treinlading naar hun oude geboorteland verscheept... Ook zij die bijvoorbeeld liever niét naar de Sovjetunie terugwilden...

Door deze drastische werkwijze werden soms joden samen met hun ex-Kapo's de trein opgedreven. Generaal Patton, die zoals de meeste van zijn tijdsgenoten géén jodenvriend was, werd door Eisenhower (onder druk van de zionisten) tot meer subtiliteit aangemaand en tenslotte geroyeerd, om kort daarna in nogal verdachte omstandigheden te "verongelukken"...                              

Maar eind juni 45 waren toch de meeste kampgevangenen  verpleegd en gerepatrieerd om in dezelfde barakken plaats te maken voor opgepakte nazi's en oorlogsmisdadigers. De evacuatie van de laatste 50.000 zeer verzwakte gevangenen moest evenwel over verschillende maanden uitgesmeerd worden wegens hun slechte gezondheidstoestand en 20.000 onder hen zouden het, ondanks dit uitstel, niet meer halen.                                                    

De geallieerden werden immers volledig verrast door de reusachtige omvang van het repatriëringsprobleem waarvoor zij zich plots bij de verovering van Duitsland gesteld zagen. Maar na de eerste chaotische weken slaagden zij er toch in vanuit de inderhaast opgerichte opvangkampen per dag tot 65.000 gedeporteerden naar hun vaderland terug te transporteren, eerst op de lege vrachtwagens van de "Red Ball Express" en later - na de herstelling van de vernielde bruggen en spoorwegen - per trein. Tegen einde 45 waren dat er reeds 7 miljoen, maar ondertussen kwamen iedere dag ook duizenden nieuwe vluchtelingen in de kampen aan. Doch dit waren meestal Oost-europese, concentratiekampgevangenen joden en krijgsgevangenen die de sovjets naar het Westen afschoven en die dààr dikwijls reeds maanden onderweg waren.

Als anderzijds de geallieerden van het vlot repatriëren van de westerse gevangenen en arbeidsslaven een voorrangskwestie maakten, dan viel dat niet altijd mee met de Russische en de Oost-Europese onderdanen, die er dikwijls niet eens zo gebrand op waren om weer naar het Sovjetparadijs terug te keren. Zeker de joden niet. Velen deden zich dan ook voor als statenlozen in de hoop naar het Westen te kunnen emigreren als "DisplacedPersons."                                                    

Uit de gebieden die de Sovjets reeds tijdens de vroege herfst van '44 bevrijd hadden (Oost-Polen), werden de westerse gevangenen naar Rusland getransporteerd en, na een wekenlange beproevende reis in gammele goederentreinen, per schip via Odessa naar Marseille gevaren.

Hun eigen bevrijde krijgsgevangen militairen en "Ostarbeiter" werden door het Rode leger met nog meer wantrouwen bejegend en stevig op het rooster gelegd om te achterhalen wie na al die jaren een "goed communist" was gebleven en wie niet. En zij die te licht werden bevonden wachtte het werkkamp in Siberië, de gevangenis of het nekschot. Daarom doken er tijdig veel "aangebranden" voorzichtig onder en vervoegden de massa dakloze landverhuizers die trachtten de Amerikaanse zone te bereiken. 

Onderwijl haalden ze allerlei bandieten-streken uit om in leven te blijven en zaaiden terreur over de Duitse boerenhoven.

Maar ze waren een luis in de pels van de bezettingsautoriteiten die in hun lapidaire rechtspraak geen last hadden van overdadige nuancering, maar wél van niét-bestaande of onaangepaste gevangenissen ,waar voor de plotse tsunamie van politieke ,militaire en criminele outlaws geen opvang meer bestond. Geen onderdak ,geen eten ,geen bewakers...En de rechters dus bij het bestraffen meestal énkel konden twijfelden tussen de dood met de kogel en de strop ,of de (voorlopige) vrijheid met een stamp onder de kont...Moderne Far-West, zeg maar...                                                                  

 


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
16-10-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
17-10-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 320
Klik op de afbeelding om de link te volgen

 C37 : OOG OM OOG...  

                 

                   Steglitz, 4 en 5 mei '45.               


Van zijn goede voornemens om de oudjes met een Rode Kruispakje uit Dahlmanns voorraad te verblijden kwam echter voorlopig niets in huis. Want toen Neumann Vati ophaalde voor de dagelijkse tocht naar de citerne in de volkstuintjes, zag de oude Weimar er zo belabberd uit,  dat Joseph zich zedelijk verplicht voelde voor te stellen hem te vervangen. Het kon hooguit een wandeling van een kilometer worden en hij vond het een geschikte gelegenheid om zijn kunstbeen eens grondig uit te testen.

Neumann deed niet erg geestdriftig, maar Wilhelm zuchtte opgelucht ten minste voor één dagje van deze zware karwei verlost te zijn.                              

Joseph ging even in zijn kamer de rommel van de Langemarcker wegbergen en profiteerde ervan om zijn dij-stomp grondig in te talken. Nu nog de kous erover, en klaar was Kees!  Neumann werd al ongeduldig, maar de Weimars waren blij, dat zag hij. Bij het buiten gaan fluisterde Hildegarde hem zelfs vlug in het oor: " Und heute abend gibt's Pfannkuchen!" Nou-nou, de oudjes schenen écht opgezet met zijn initiatief, zeg!                                   

De zon was door de brandwolken gebroken en de wind waarschijnlijk van richting veranderd, want het stonk reeds veel minder dan vanmorgen, vond Joseph. Zijn maat trok het karretje met de vijf lege kruiken de straat uit, zonder naar Joseph om te zien of die met het stijve been wel volgen kon...

" Een beetje nukkig, de oude heer! ", dacht hij." Maar ik ga daarom toch m'n poot niet verrekken: straks zal zijn marstempo wel wat zakken, als hij mij goed onder de neus gewreven heeft hoe kras hij nog is voor zijn leeftijd..."          

Juist om de hoek van de Albrechtstrasse stond Libowitz met zijn ploeg Parteigenossen nog steeds puin te ruimen, maar zo te zien waren ze nog niet erg opgeschoten. Joseph begreep dat ze dit ook niet écht van plan waren: zo'n leuke "Arbeitseinsatz" vlak bij huis mocht gerust wel eventjes duren, als je wist dat je andere lotgenoten bij het smerige lijkenruimen werden ingezet...Bij elke berg puin die hij verderop in de straat voorbij wandelde, merkte hij bij de ruimers dezelfde innige arbeidsvreugde: " Zachtjes aan, dan breekt het lijntje niet"... In een lange ketting van de rijweg tot bovenop de ruïne gaven ze sloom baksteen per baksteen aan elkaar door, als waren het stukken van een kostbare collectie.

Het deed hem denken aan de film "The Chaingang", die hij juist voor het uitbreken van de oorlog in Oostende was gaan zien, samen met Nadine...Ach, waar is de tijd!  Met z'n mollige, warme, zoete Nadine op de laatste rij van de cinema in het donker...En zeggen dat hij met véél moeite, over de rugleuning heen, na lang en schijnheilig graven, zijn hand tot onder haar oksel had gekregen...              

Hij botste bijna op Neumann, die met een verveeld gezicht op de hoek van een zijstraat op hem stond te wachten: " Na Herr Josef, geht's nicht ?", vroeg hij wat neerbuigend, om uitgestreken te vervolgen: " Oder laufe ich zu schnell ?"                              

" Ach, genau so wie allen Deutschen heutzutage, nicht Herr Neumann ?"                            

" Wie meinen Sie ?",vroeg de andere verwonderd.                              Joseph knikte betekenisvol naar een groepje vluchtelingen uit het oosten, die midden in de rijweg stug voorbij sloften, hun volgestouwde karretjes achter zich aan slepend... Geen opbeurend zicht, deze uitgebluste vrouwen met hun armzalige kroost en de bleke pubers die nu de rol van hun verdwenen vaders moesten overnemen... 

Schichtig keken ze naar groepjes Russen, die zich hier en daar op de stoep geïnstalleerd hadden met tafels en stoelen, zelfs met een lederen bankstel en het er goed van namen met flessen drank, zwart brood en blikvlees...Uit de raamopening van een huis vloog een schilderij de staat op - iets Hitler-achtigs - en dreinde een vermoeide accordeon voor de zoveelste maal het schokkerige Kalinka-lied af.              

Neumann zei niets meer, maar paste opeens gewillig zijn tempo aan bij de trage tred van Joseph.                                                                       

De zijstraat leidde na een paar honderd meter recht naar de volkstuintjes en hoe meer ze de citerne naderden, hoe drukker het werd op de smalle paden tussen de hoge ligusterhagen.

Bijna iedereen vervoerde zijn waterkitten en -kruiken op de populaire vierwielige 'Volkswagens', zoals de Berlijners deze miniatuur boerenkarretjes sarcastisch noemden. Slechts de minder gegoede burgers sjouwden met twee emailemmers aan een rudimentair juk. Elkaar kruisen op de enge wegels verliep niet altijd smetteloos en draaide dikwijls uit op een venijnige scheldpartij.                            

Bij de pomp heerste een wanordelijke drukte van belang. En nieuwkomers, die hun beurt niet wilden afwachten en brutaal naar voor drongen, werden luid honend door de kijvende vrouwen naar de staart van de rij verwezen.

Al wie in de slang sluiks een plaats vooruit wilde komen en zich niet door woorden liet intimideren, werd mits wat trekken en duwen tot betere gedachten gebracht.            

" Gisteren ",vertelde Neumann, "hadden de wijven bij een rel de kruiken van een onderkruiper over de haag gekipt!  Vooraan in de rij is het tamelijk makkelijk de volgorde te doen eerbiedigen: het venijn zit in de start!  Want hier wordt ook aangeschoven vanuit twee andere zijwegels, en op het kruispunt waar de drie rijen samen komen is er regelmatig heibel!  Het is hier verdomd slecht georganiseerd: 'vroeger' zou zoiets nooit bestaan hebben! ", voegde hij er bitter en veelbetekenend aan toe, " Onderkruipers en parasieten werden hard door de autoriteiten aangepakt, " damals! "...              

Deze heimwee naar "damals" (vroeger) zou Joseph nog dikwijls moeten aanhoren en vreemd genoeg ergerde hij zich daaraan. Maar had hijzelf zijn eigen glorietijd niet onder de nazi's beleefd? Ja toch ?... Snel verwierp hij echter deze overweging: glorietijd, glorietijd...je moet daarin niet zo  overdrijven, hé!  Zie me hier eens glorieus rondpikkelen op m'n ene poot!...Alles achteraf gezien hoefde niemand - en hijzelf wel allerminst!  - zo geestdriftig te doen over de verworvenheden van de vervlogen 'Nieuwe Wereldorde' ,waar hij zo hoog mee had opgelopen, vroeger...Inderdaad: " Damals..."                               

Na een uurtje aanschuiven geraakten ze zonder kleerscheuren voorbij 'het kruispunt' en de achterdochtige naijver tegenover de omstaanders zakte als bij toverslag. Ieder sprak nu rustig met zijn buur af wie voor wie aan de beurt zou komen. En tegelijk begon de geruchtenmolen op volle toeren te draaien en vlogen de nieuwtjes heen en weer door de rij wachtenden. Waar ze het vandaan haalden, mocht de duivel weten, want in Duitsland waren de gewone radiotoestellen reeds jaren verboden. De burgers beschikten enkel over een zogenaamde " Volksempfänger" waarop slechts vijf nationale zenders konden beluisterd worden, kwestie van de Groot-Germaanse hersenen niet door buitenlandse propaganda te laten vergiftigen...En op de koop toe was er in Steglitz en omstreken al twee weken geen elektrische stroom meer om deze toestellen te laten werken!         

Nu werden plots nieuwtjes rondverteld, die zogezegd door de BBC of de Zwitserse zender Beromünster waren uitgezonden:  de plaatsvervanger van Maarschalk Kesselring had met zijn legergroep in de Po-vlakte van Italie gecapituleerd, en de Armeegruppe Nord - drie miljoen man tussen de Hollandse Rijn en de Baltische zee onder bevel van Dönitz - had zich overgegeven aan de Britse Maarschalk Montgomery... Enkel het front tegen de Russen tussen Rostock en Magdeburg werd nog in stand gehouden, om zoveel mogelijk vluchtelingen uit de oostelijke provincies toe te laten de geallieerde linies te bereiken...Ook de 300.000 soldaten van het Ruhrleger, die in Westfalen omsingeld zaten,  hadden er de brui aan gegeven. De "Fransozen" beweerden in het Zwarte Woud eveneens een half miljoen man gevangen te hebben, om niet voor de Yanks in Beieren onder te moeten doen...,de blaaskaken!                     

Naast Joseph leek de grijze heer met zijn jagershoedje bijzonder goed ingelicht te zijn: de Duitse troepenmacht uit de Balkan week, onder lichte druk van het Rode leger " ordnungsvoll" en traag terug uit Tsjecho-slowakije, Oostenrijk en Joegoslavie, in de richting van Beieren, om zich daar aan de Amerikanen over te geven... En hij drukte op ordnungsvoll. In hun zog voerden ze de diverse collaborerende legioenen uit Servië, Kroatië en Slovenië mee, alsook de Russische Vlassov-divisies, die alle redenen hadden om aan de klauwen van de Sovjets te ontsnappen...Daar hoefde hij zeker geen tekeningetje bij gemaakt: dat begreep nu het kleinste kind wel...                                           

Joseph overwoog bitter hoe  koel en luchthartig deze Pruis sprak over de ex-medestanders van het Derde Rijk, die hun inzet aan de zijde van hun Duitse wapenbroeders nu zouden bekopen met een nekschot...Stank voor dank...En stond zo'n lot hemzelf ook niet te wachten ?       

Maar het meest intrigerende gerucht kwam uit de Italiaanse Alpen: daar waren Franse koloniale troepen slaags geraakt met de Amerikanen, omdat ze weigerden op de eis van president Truman in te gaan. Deze gebood hen terug te trekken uit het Aosta-gebergte dat ze zojuist op de Macaroni's hadden veroverd. De Yanks wilden niet horen van een Franse aanspraak op Italiaans grondgebied, maar een zekere generaal De Gaulle had zijn soldaten bevel gegeven te schieten op elke Amerikaan die zijn plannen wilde dwarsbomen. En nu zat het er dus lelijk tegen!                                  " Je ziet wel dat de geallieerden het onderling niet eens zijn, hé! ", kraaide zijn buurvrouw, " Vroeg of laat krijgen ze het met de Russen aan de stok!  En dan zullen ze nog spijt krijgen van alles wat ze ons Duitsers hebben aangedaan! ...Niet meer of ze vragen ons om mee op te trekken tegen de Bolsjevieken! ..."              

" In Beieren is het reeds zover", wist een andere te vertellen." Op de Elbe boven Dresden staan ze neus aan neus met de Russen en weigert de Amerikaanse generaal terug te trekken uit een gebied dat volgens een vroeger akkoord toekomt aan de Sovjets...Daar zal het er ook hard aan toe gaan: luister naar m'n woorden! "               

" Ja, op de Zwitserse radio zegden ze gisteren dat de overwinnaars ons land onder elkaar gaan opdelen, zoals de spieën van een taart, met Berlijn als gemeenschappelijk middelpunt...De Russen krijgen het stuk van Lübeck naar hier, en van hier naar Bregenz aan de Bodensee...De Yanks krijgen alles onder de lijn Berlin-Köln, en de Britten alles wat daarboven ligt..."                                 

" Dan hoop ik maar dat wij in Steglitz bij de Amerikanen terecht komen!  Ik denk dat die nog veruit het makkelijkste te bewerken zijn...Wij hebben hun vaderland tenslotte nooit gebombardeerd, dus kunnen zij moeilijk een reden vinden om kwaad te zijn op ons, alles goed beschouwd..."            "Ze schijnen anders lelijk de pest in te hebben ", grijnsde de oude man, juist voor Joseph, " want ze noemen ons barbaren en onmensen!  En weet je waarom ?... In het gebied dat ze de laatste twee weken veroverden, hebben ze naar het schijnt een paar KZ-Lager en gewone gevangenkampen gevonden waar de tyfus is uitgebroken, nadat het bewakingspersoneel zich samen met de Weermacht teruggetrokken had. Maar ge weet hoe dat gaat, hé: zonder onze strenge organisatiegeest dachten de boeven natuurlijk dat plots àlles was toegelaten! ...Ge kent dat wel hé: niemand wou nog de toiletten gaan schoonmaken, en de persoonlijke hygiëne was niet meer verplicht, dus werd er niet meer gewassen! ...Binnen de twee dagen was dat één kolossale zwijnenboel!  En als er dan ziektes uitbreken krijgen wij de schuld, ook al hebben we daar al lang de leiding niet meer..."                      

Neumann knikte: " Zo is het, Genosse ja...Trouwens, nu we de oorlog verloren hebben, zijn wij natuurlijk de kop van Jut, of wat dacht je!  Alles wat door hun schuld verkeerd gelopen is, zal wel op onze rekening geschreven worden, dat zal je zien! ...Eerst gooien ze alles kapot en dan is het onze schuld als er niets meer werkt! ...Ja-ja, zo is het! ..."                                           

Joseph mengde zich niet in dat schijnheilig gebazel, tot zijn afzijdigheid de vrouw achter hen begon te intrigeren: " Sind Sie Kriegsverletzter ?" (oorlogsinvalide), vroeg ze ongegeneerd, " Sie sehen noch so jung aus "...En inderdaad, buiten ouderlingen en pubers bleek hij ver de enige twintigjarige man in de rij. Maar voor hij kon antwoorden, sprong Neumann in de bres: " Er ist ein sehr netter Französischer Fremdarbeiter.. und ist von einer Britische Bombe verletzt worden..."     

  "Ach so...ein Franzose...", zei ze bedachtzaam en had moeite het eeuwenoude Duitse antagonisme tegenover de historische aartsvijanden te verbergen. " Unser Benjamin ist in Frankreich gefallen, in '40 ", zeurde ze voort met een beschuldigende ondertoon, alsof Joseph er voor iets tussen zat. " Sechsundzwanzig Jahre, von den Franzosen erschossen worden..."             Even viel het gesprek stil en de omstaanders bekeken hem wat hautain, maar aangezien hij zijn mond niet had opengedaan gingen ze er van uit dat hij van hun gekanker niet veel had opgestoken.          

"Wir haben sein Grab besucht in Zwazoon."  Hij knikte medelevend: " Ach ja: Zwazoon..." en hield zich behoedzaam op de vlakte.                               " Ist Ihnen die Gegend bekannt ?" ,drong ze hoopvol aan." Eine schöne Stadt an die Zoom..." Met die Zoom bedoelde zij de Somme, had hij begrepen, maar het duurde even voor hij Zwazoon ontmaskerd had als Soissons...                                                     

" Nein, leider nicht..." Hij had weinig zin te pogen dat mens te laten inzien dat haar Benjamin in Zwazoon niets te zoeken had, in '40, en dat de Fransen hem daar met recht en reden door zijn pels hadden geschoten. Hij vreesde dat zo'n uiteenzetting gemakkelijk uit de hand kon lopen en voelde zich te erg in de minderheid tussen al deze verbitterde Duitsers. Die vonden het heel normaal om destijds in Zwazoon alles in gruzelementen te schieten: tenslotte had Frankrijk hén de oorlog verklaard en was op de koop toe nog zo stom geweest de zelf ontketende veldtocht te verliezen!                  

Voor alle veiligheid wierp de vrouw het toch maar over een andere boeg en vroeg haar buurman of hij " Herr Doktor Kreglinger"  niet had gekend. Neen ? Die woonde in het huis naast haar, met vrouw en dochter: " Ganz nette Leute"...Hadden gisteravond samen vergif ingenomen... Wilden deze zwijnerij niet langer overleven...De Russen hadden hen heel de namiddag in de slaapkamer schaamteloos behandeld, zéér schaamteloos, als je begreep wat ze bedoelde...En alles kapot geslagen, in huis en in zijn kabinet, volledig zinloos...Ze had de vrouwen uren horen schreeuwen, maar wàt kan je doen ?!...'Der Herr Doktor' was weliswaar 'iets' geweest in de Partij,  maar dat is toch nog geen reden, hé ?..." Solche nette Leute! "...               

'Parteimitglied' of niet, daar keken de Russen niet naar, meende haar buurman: ze namen gewoon wie hen toevallig beviel!  De dochter van op het derde, bij hem thuis, had zich ook opgehangen, na een inval van deze beesten, en de moeder was reeds twee dagen verdwenen: "Ganz wahnsinnig geworden"...Die wordt vast vroeg of laat uit het Teltowkanaal opgevist...                                             

" Mein Gott! ", dat kanaal dreef nu reeds vol lijken!  Veel gevallenen van de Hitlerjeugd en de Volkssturm, natuurlijk, maar ook veel nazi's en vrouwen die het niet wilden overleven...Als die er niet vlug uitgevist en begraven werden, zou zeker de pest uitbreken...Dat water mocht zelfs niet meer gebruikt worden om de vloer te schrobben, stel je voor!                               " En ook het water uit de blusvijvers is verdacht ", mengde een andere vrouw zich in het gesprek, " wij hebben met de buren die 'Löschteich' van ons eerst helemaal uitgedregd, om er zeker van te zijn dat er niets in lag te rotten, maar het viel nogal mee..."         

" In die van ons lag een Rus, maar die hebben de Sovjets er nog dezelfde avond uitgehaald en in het afschuwelijke rode mausoleum op het rondpunt van de Sedan-strasse begraven..."                       

" Ja, bij ons in het parkje ligt ook zo'n opzichtig rood monument...afgrijselijk!  Ik hoop dat het maar voorlopig is, want het is werkelijk een vloek in het landschap...Volledig gebrek aan goede smaak, nietwaar ? "

Daar was iedereen het roerend over eens...Alhoewel ,met al die grauwe puinhopen rondom ,in datzelfde landschap...                                                                                                                                              


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
17-10-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
18-10-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 321
Klik op de afbeelding om de link te volgen

RASTALJAT !

Bij de citerne, een dertig meter verderop ,stopte plots een kaki legervrachtwagen. De wachtende waterdragers versteven van de schrik toen uit de laadbak een vijftal soldaten klauterden, die drie burgers hielpen bij het uitstijgen. De Duitsers zagen er bleek uit en verschrikkelijk mager, één stapten houterig naar de stuurhut van het voertuig, waar een officier in lederen jek het portier opende. Rechtstaand op de treeplank gaf hij een kort bevel aan zijn ondergeschikten. Die salueerden en liepen op hun gemak langs de rij verschrikte vrouwen om er hier en daar, schijnbaar willekeurig, een paar uit te pikken. Een wind van paniek waaide over de hoofden heen en achter Joseph vluchtten er al drie-vier weg, hun karretje met lege kruiken zonder meer achterlatend. De soldaten hielden de kop van de slang in bedwang, zodat daar niemand het hazenpad kon kiezen.       

" Meine Volksgenossen! ...Habt keine Angst! ...",  schalde een krakerige stem plots door een megafoon, " Wij vragen u enkel...getuige te willen zijn...bij de berechting van een moordenaar..." Joseph zag, over de koppen van de bang wegduikende burgers heen, hoe één van de houterige Duitsers, op de treeplank naast de officier,  kortademig door de trechter stond te schreeuwen.

Niet erg gezond, die jongen, dacht hij...Maar hij schrok zich een bult toen hij plots de loop van een stormgeweer tegen z'n ribben voelde porren. De Mongool aan zijn zij maakte hem met een hoofdknik duidelijk dat hij naar voor moest lopen en een ogenblik dacht hij dat zijn laatste uur geslagen was, en ze hém als moordenaar gingen berechten. In een reflex stak hij zijn vrije hand op ten teken van overgave en terwijl hij zo, zwaar leunend op zijn wandelstok naar voor strompelde, hoorde hij de astmatische schreeuwer verder oreren:

"...Daartoe zullen...de zegevierende Sovjetautoriteiten...vijf mannen en vijf vrouwen...uit uw rangen aanwijzen...om hier ooggetuige te zijn...van de uitvoering ...van het vonnis..."                                                    

" Ooggetuigen ? Het is dan toch niet voor mij! ",flitste het door z'n hoofd en opgelucht liet hij de hand zakken, want voor hem uit werden nog een paar 'vrijwilligers' tot wat meer spontane civiele geestdrift aangepord. Het grauwe groepje werd bij de motorkap van de vrachtwagen bijeen gedreven en één van de Duitse Houten Klazen noteerde nors, met de slijkweerder als schrijftafel, onderaan een blad: naam, voornaam, leeftijd, beroep en burgerlijke stand van elk der uitverkorenen. Joseph hoorde dat de meeste vrouwen weduwe waren. De oude heer voor hem verklaarde stram " Friedrich-Wilhelm von Birkenheim " te heten, maar de scribent reageerde er niet op.                                        

" Pétèrs...Jean, Marie, Gustave...",gaf hij op, met een zwaar Frans accent. De Duitser keek hem verrast aan :"Sie sind keine Volksgenosse ?... Was machst du denn uberhaupt hier ?"...               

" Ah, non!  Keen Volksgenoss!  Suis pas Allemand, moi! ",zei hij verontwaardigd. " Je suis Belge, travailleur belge, versteen ? Belgien Fremdarbeiter...Travail obligatoire, versteen ?", en hij haalde demonstratief zijn valse paspoort boven. " Voilà! " Hij wees op de driekleurige bies over de hoek en vervolgens op de nationale kokarde aan zijn revers: " Belgien! ..."                                         

De Duitser bekeek vluchtig het document, tot zijn oog op de Russische tekst viel op de achterkant, met de stempel en de handtekening van de commandant der stormtroepen. Hij keek Joseph een ogenblik geïntrigeerd aan en wenkte naar de officier. Deze ontcijferde het zotte geschrift, zijn gezicht klaarde op en reikte Joseph hartelijk de hand. Hij was blij een vriend van de Sovjetunie te mogen begroeten, meende Joseph te verstaan.

" Spasibo, Tovaritch Kommandant! " ,kon hij er met moeite uitbrengen, terwijl hij zijn vingers terug in model trok, " Deswidanja! ": bedankt en tot weerziens, kameraad!  En hij wilde discreet de benen nemen. Maar zo verstond de Rus het niet:  die legde vertrouwelijk beide handen op Josephs schouders en liet hem vriendelijk verstaan dat hij beter nog een ogenblik kon wachten.                         

" Also: Fremdarbeiter.", noteerde de Duitser, met opmerkelijk weinig geestdrift," Zweiundzwanzig Jahre alt...Nächste bitte! "... Maar Joseph zag zijn kans schoon: " Bitte schön, ein Moment! "  Of de Duitser aan de Sovjetofficier niet kon vragen op een briefje te schrijven: "Hier wohnen gute Belgische Fremdarbeiter ", liefst in drukletters ?

Maar de scribent had geen tijd en gelastte zijn collega met die karwei. Na wat over en weer gepraat in een mengelmoes van taaltjes voldeed de Rus groothartig aan zijn verzoek en zette er als toemaatje een handtekening onder.                          

Ondertussen was de lijst met de namen van de tien getuigen klaar gekomen en iedereen wachtte in angstige spanning het verdere verloop der gebeurtenissen af. Hun geduld werd niet lang op de proef gesteld: de Houten Klaas stapte na een korte onderhoud met de officier terug op de treeplank en schraapte zijn keel door de trechter van de megafoon, alsof hij zijn t.b.c.-bacillen zo ver mogelijk over de hoofden wilde verspreiden.

In een paar hortende zinnen bracht hij de moord op Frau Helga Sindermann in herinnering, drie dagen geleden, op deze eigenste plek. De dader was gesnapt en door de 'Divisionaire Krijgsraad' ter dood veroordeeld. Het vonnis werd door Generaal Konjev, bevelhebber van het Eerste Oekraïnische Front bevestigd, om hier voltrokken te worden. De originele tekst en de Duitse vertaling moesten op de plaats van de misdaad worden aangeplakt.

Terwijl de stem van de spreker rochelend uitstierf en iedereen zich verbijsterd afvroeg wat dit allemaal te betekenen had, zag Joseph hoe twee soldaten de Mongool uit de cabine hielpen. Die op de rug gebonden handen verdreven meteen elke twijfel...                 

  Toen ging alles zó bliksemsnel, dat maar een paar omstaanders een flits opvingen van de executie. De gevangene werd op de knieën gedwongen door de twee bewakers, maar bood geen enkele weerstand. 

Even zag Joseph de uitdrukkingsloze spleetogen en kwijlende mond in het getaande vollemaansgezicht. Een bevel van de officier en de jongen neeg het hoofd, onder de druk van de pistoolloop in de nek. Het schot wierp het slachtoffer plat voorover in het slijk en met een vloeiend gebaar stak de beul zijn wapen terug in de holster, net zo gevoelloos alsof het een sigarettenétui betrof.                                    

De knal stootte een schokgolf onder de omstaanders, die met een kreet van afgrijzen uiteenstoven als een verstrooid mierennest. Twee vrouwelijke 'getuigen' vielen als vodden in zwijm. De bewakers grepen het lijk prompt bij de laarzen en sleepten het door het slijk naar de laadklep van de vrachtwagen, een bloederige sleuf in de modder achterlatend. Geholpen door hun maats wierpen ze in één-twee-drie het geslachte varken op de camion en dàt was het dan...                                                  

Joseph zag één van de Houten Klazen wenend op de treeplank zitten, terwijl een andere zijn vriend bemoedigend op de schouder klopte. Later zou men beweren dat dit de echtgenoot was van de vermoorde vrouw, Horst Sindermann, de plaatselijke leider van vooroorlogse Kommunistische Partei Deutschlands, die juist door de Russen uit een concentratiekamp was bevrijd.                             

De derde Duitser had ondertussen de roze tweetalige tekst van het vonnis op de citerne geplakt. Op bevel van de officier kroop de hele troep weer op de vrachtwagen en een minuut later verdwenen ze in een zuur-stinkende wolk uitlaatgassen, ontsteld nagestaard door de fel uitgedunde groep waterdragers. Velen hadden immers de benen genomen vooraleer het fatale schot viel en zij, die door de soldaten belet werden te vluchten, kakelden als hersenloze kippen verward door elkaar hoe schokkend ze deze bestiale vertoning wel vonden!  Wat een onmens, die brute bolsjeviek!  Een paar aasgieren begluurden sluiks de bloedvoor in de modder die reeds half in de plassen oploste. Binnen vijf minuten zou van het drama geen enkel spoor meer overblijven...                                                

Joseph pikte vlug weer aan bij de alledaagse realiteit en liep de rij karretjes af waarvan de meeste eigenaars veiliger oorden hadden opgezocht. Ook Herr Neumann was in geen velden of wegen te bekennen en dus trok hij hun wagentje met de kruiken wat dichter naar de pomp toe. Alsof dit het signaal was voor de andere waterdragers om ook hun gerij te grijpen en naar voor te dringen,  vormde zich in een oogwenk een nieuwe rij opportunisten in de slijkpoel voor de citerne, die elkaar met verse moed bitsig de voorrang betwistten. Joseph stond nu derde en had door de verwarring zeker een vol uur wachttijd ingewonnen. De éne zijn dood is d'ander zijn brood...                                                     

Juist toen hij aan de beurt was, kwam Neumann met hangende pootjes weer opdagen, één en al welwillendheid omdat Joseph hem zijn vaandelvlucht niet voor de voeten wierp: " Bitte, lassen Sie doch, Herr Josef, das mach ich schon ..."                                              

Ook op de terugweg naar huis onderhield hij geforceerd opgewekt de conversatie, alsof niet zojuist voor hun ogen een mens koelbloedig was afgeslacht. In het begin antwoordde Joseph nog met monosyllaben, tot hij het op zijn heupen kreeg en zijn buurman diens onverschilligheid verweet tegenover de dood van die jongeman: kon deze moord hem dan werkelijk niets schelen ?                       

Neumann hield het karretje staande en keek Joseph een ogenblik neutraal aan: " Ich habe das erschiessen nicht persönlich angesehen, aber mit einem Mordhund ist sowas doch selbstverständlich, nichtwahr ?"  Joseph was nog jong en had van de oorlog niet veel meegemaakt, maar wist hij wel dat in Berlijn naar schatting een 200.000 mensen vermoord werden door de Amerikaanse bommengangsters ? Onschuldige mensen, géén moorddadige honden zoals die Mongool van daarjuist ? Moeders en kinderen, die aan de oorlog niet de minste schuld hadden...

" Ruik je deze rotte vislucht, hier in de straten ? Er liggen nog duizenden mensen onder het puin te vergaan, voor zover ze niet verkoold en verast zijn...Elke Berlijner heeft de helft van zijn gezin en een tiental familieleden verloren en niét noodzakelijk aan het front, weet je...Vraag me dus niet een traan te plengen voor een dooie bolsjeviek, die door z'n eigen volk werd terechtgesteld, en ik druk op 'terecht',begrijp je ? Daarbij, Herr Josef: ik heb allang geen tranen meer, niet voor mijn eigen doden en zeker niet voor die van de overkant! "...                        

Hij nam traag de dissel van het karretje weer op, herhaalde nog eenmaal bitter: " Nein bitte, keine Tränen mehr"...en sloeg als een gebroken man de hoek van de Albrechtstrasse om.                       

De rest van de terugweg zei Neumann geen woord meer, als een slaapwandelaar verzonken in zijn eigen nachtmerries. De brallende Russen gunde hij geen blik in het voorbijgaan en sjokte als een blinde afgejakkerde knol mee in de trieste sliert 'Ostvertriebene' die gestaag tussen de puinhopen de helling afzakten naar de Bahnhofplatz Steglitz en de Schlossstrasse, de grote lokkende uitvalsweg in de  richting Potsdam.                                                        

Potsdam met als welsprekend uithang bord 'Schloss Sans-Souci', het betoverende westen, de Amerikanen...Het leek Joseph alsof half Duitsland op de vlucht was geslagen, met maar één doel voor ogen: naar het westen, over de Elbe, wég van de Russen! ...Naar hun allerlaatste kans om aan de hel van de voorbije maanden te ontsnappen. En misschien dan tóch de oorlog te overleven, "um Gottes Willen..."                                                          

" Binnenkort kan het net zo goed mijn beurt zijn om op de vlucht te slaan ",overwoog hij bedrukt.  " Maar dan liefst zo laat mogelijk: want te poot geraak ik nooit tot aan de Elbe...Als het waar is wat ze bij de pomp vertelden en de Amerikaanse zone zou tot in Berlijn reiken, dan vind ik met mijn valse pas wel een plaatsje op één van hun vrachtwagens naar het westen "...                                            

Alhoewel, als de Amerikanen naar hier kwamen zag hij zo niet direct waarom hij naar het westen zou moeten vluchten...Om zich in België te laten oppakken en tegen de muur gezet te worden ?            

Neen, niets overhaast doen en de kat uit de boom kijken: dat was nog altijd de beste manier om door de mazen van het net te zwemmen: " Laissons pisser le rhinocéros", zoals Bill Berghmans altijd zei...Want naar het schijnt neemt dat beest daar ook volop de tijd voor...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
18-10-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
19-10-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 322
Klik op de afbeelding om de link te volgen

 

 C38 OVERLEVEN TOT ELKE PRIJS.

 

            Steglitz, van 6 tot 12 mei 1945.

Tijdens de week van zondag 6 mei bereikten de Russische uitspattingen en baldadigheden hun hoogtepunten en al wie niet absoluut de straat op moest, dook weg in de donkerste hoek van de kelder, als een radeloos konijn in zijn hol. Niet dat het veel hielp, want de oversexte losgeslagen soldateske schuimde dagenlang hele wijken grondig af, op zoek naar 'trofeeën', jong vrouwenvlees en sterke drank, en dan nog liefst een combinatie van deze drie opwindende ingrediënten samen.

Daarbij kon je niet zeggen dat ze erg kieskeurig te werk gingen. Polshorloges, zakuurwerken en...keukenwekkers lagen bij iedere Rus het best in de markt, kort gevolgd door ringen, juwelen en mondharmonica's bij een meer kunstzinnig onderdeel van de troepen. De meeste vrouwen lieten de oude buurman met zijn tang hun weerbarstige trouwringen afknippen, want er werd in de kelders gefluisterd dat de ongeduldige soldaten al eens met de bajonet een vinger durfde afhakken als het gewone aftrekken niet vlug genoeg lukte. Tenslotte, welke waarde had dat symbool van echtelijke trouw nog in een tijd van collectieve verkrachtingen, als men wist of vreesde dat de heer des huizes ergens in het buitenland - tussen Noorwegen ,Libye en de zeven wereldzeeën - reeds lang naar de eeuwige jachtvelden was vertrokken ?...

Dergelijke échte of vermeende weduwen keken dan ook  meestal minder paniekerig aan tegen de abrupte avances van al deze bronstige Russen. Temeer daar ze de laatste dagen hun voorzorgen hadden kunnen nemen, en een paar liter boorwater bij de hand hielden tegen het gevaar van besmetting en bevruchting. Als ze dan onverhoopt een stinkende Mongool over de vloer kregen die zijn lust in een 'Frau! ' uitschreeuwde, hoefde dat niet noodzakelijk een ramp te worden: misschien kende de jongen zijn manieren en beet hen niet te bloedig in de hals...En de ongenode gasten een borrel aanbieden om hen van hun vleselijke lusten af te leiden kon soms korte tijd soelaas bieden, maar meestal liet dat compleet uit de hand. Want bij één borrel bleef het niet: die mongolen zopen àlles wat in een fles zat en min of meer geestrijk rook. Ook de brandalcohol voor de kookvuurtjes die 'wettelijk' in alle Berlijnse schuilkelders aanwezig moest zijn...Waardoor veel van die woestelingen hun geboortedorp nooit meer terugzagen, simpelweg omdat ze blind waren geworden... Dit was misschien één van de oorzaken die de legerleiding er na een week toe aanzette de troepen in de kampementen te consigneren. Maar ondertussen was het kwaad geschied en zwol de zelfmoordgolf, die uit de hysterie van de godendeemstering was geboren, aan tot waanzinnige proporties.

Door het rudimentaire vlaggenvertoon aan de voordeur, vrucht van Hildegardes huisvlijt, was de 15B aan veel miserie ontsnapt. En omdat Joseph als beschermheilige door de dankbare Weimars zo de wolken werd ingeprezen, besloot hij grootmoedig met een Rodekruispakket vanonder Dahlmanns bed voor sinterklaas te spelen.

En opgetogen dat ze waren: Vati stak met gesloten ogen genietend een Lucky Strike op en Hildegarde leek tien jaar te verjongen met haar doosje zoete condensmelk.

"Mensch!  Herr Josef!  Wo holen Sie das denn her ?"

Maar hij wimpelde hun hebberige nieuwsgierigheid geheimzinnig lachend af. Ze moesten het eens weten! Ze zouden hem op staande voet de kop inslaan!

 

Toen Neumann de volgende middag Vati kwam ophalen voor hun dagelijkse tocht naar de citerne, kregen ze een nauwkeurig overzicht van al de gruwel die in het omliggende was gebeurd. De plunderingen en verkrachtingen werden er nogal dik opgelegd, vond Joseph. Maar na wat rond-de-pot-gedraai, over de tricolore vlaggen en de schijnbare onschendbaarheid dat het 'Russisch' plakkaat aan de voordeur van 15B bezorgde, kwam eindelijk de aap uit de mouw:...

In de kelder van het vernielde huis naast de Neumanns had de kleindochter van de Krugers - "de vroegere blokoverste, je weet wel..." - gisteren een baby gekregen, haar eerste. Frau Libovitz had met nog twee andere vrouwen bij de bevalling geholpen en moeder en kind waren in leven, zonder meer...Maar in dat donkere vochtige hol kon die sukkel toch niet blijven liggen, nietwaar...daarom moest hij vanwege de buren vragen of deze arme schapen niet voorlopig hier hun toevlucht konden zoeken, kwestie van even tot rust te komen, begrijp je ?...Het appartement van 'die Belgier' - hij bedoelde de familie De Bens - was toch vrij, nietwaar, en dààr zouden de Russen het vrouwtje niet zo vlug lastig vallen, hé...Als de mannen van de buurt de handen in elkaar sloegen, kon er nog vandaag één slaapkamer bewoonbaar gemaakt worden...

"Wat denk je ?" vroeg Neumann zogenaamd aan de Weimars, maar ze keken alle drie peilend naar Joseph. Ze begrepen ook wel dat de broze onschendbaarheid van het huis helemaal van hém afhing en dat hij als énige officiële bewoner van het appartement zijn veto kon stellen...Maar Joseph vreesde vooral dat, indien er nóg meer Duitsers bescherming zochten onder de Belgische driekleur, de wijn zódanig aangelengd zou worden dat de Russen het niet meer zouden slikken...    

Omdat hij niet stante pede antwoordde, suggereerde Neumann voorzichtig: " Die Gerda könnte Ihre Ehefrau sein...Zwanzig Jahre, und ein hübsches Mädchen..." Maar toen Joseph verontwaardigd opkeek, corrigeerde de oude vlug: "Solange die Russen hier sind, meine ich...Den Soldaten gegenüber könnten Sie ein Ehepaar vorstellen, verstehen Sie ?"

Ja-ja vent, trek nu je staart maar in!  Phil ligt nog maar pas onder de grond en ze wilden hem al een àndere vrouw aan z'n been lappen!  En dan nog wel één die juist een blètend snotjong gekregen heeft!  Stel je voor: hij had al last genoeg om voor zichzelf te zorgen...Nee, bedankt!  Vooral omdat niemand er zéker van was dat haar echtgenoot, na de geallieerde landing in Zuid-Frankrijk, tijdens de gevechten in de Provence inderdaad gesneuveld was. Zijn laatste verlof dateerde van augustus vorig jaar en sindsdien had niemand meer van hem gehoord...Maar ze hadden evenmin het zo gevreesde 'Führerbericht' ontvangen, of een standaard doodsbrief van zijn compagniecommandant. Die jongen kon voor het zelfde geld gevangene zijn van de partizanen of de Amerikanen. Of gedeserteerd en hier binnen een maand voor de deur staan...

"Nee, nogmaals stevig bedankt" dacht Joseph: "Aan mijn lijf geen polonaise! "

Neumann zag dat het de verkeerde kant opging en deed er in zijn verwarring nog een schepje bovenop: Oma Kruger kon met haar kleindochter meekomen om voor haar te zorgen ;Joseph zou van die mensen helemaal geen last hebben ...Een oma ? Ook dàt nog!

Hij keek de zwetende oude man nors aan: was Opa Kruger niet die nazi die zoveel poeha had verkocht toen hij met Phil bij de familie De Bens wilde intrekken, een maand geleden ? Omdat er zogenaamd duizenden "ausgebombte Berliner" geen dak boven hun hoofd hadden, en dié normaal voor gingen ? Waren dat niet zijn eigen woorden geweest ?

Neumann wist niet meer waar hij moest kruipen: Herr Josef moest toch begrijpen dat de omstandigheden toén helemaal ànders lagen hé ? Nù, met de terreur van de Russen op straat, en zónder de hulp van Herr Josef dreigde dat kind in haar donker hol te creperen.

Joseph begreep dat hij zijn rol van nazi-slachtoffer niet té ver moest drijven. Nou, Okee...gaf hij grootmoedig toe, maar dan wél op twee voorwaarden: als de familie De Bens terug moest komen, dienden zij onmiddellijk de plaats te ruimen, en van de inboedel mocht niets verdwijnen, "als ge begrijpt wat ik bedoel..."

"Aber selbstverständlich, Herr Josef!  Es sind doch nette Leute, und keine Gauner (gauwdieven)!...Der alte Kruger war vielleicht ein Nazi, aber er ist immer sehr korrekt mit uns gewesen...Und jetzt hat er Wurst an diese ganze Scheisspolitik, glauben Sie mir! "...

Nogal wiedes, dacht hij: wie het nu nog niet begrepen heeft, leert het nooit!  Al moest je bij die oude ijzervreters van niéts meer verschieten. Hij wierp Vati een vragende blik toe, maar die wilde zich duidelijk liever op de vlakte houden.

"Goed dan, " zei hij tegen Hildegarde ;"Neem de kamer van de twee dochters maar...Maar leg in hemelsnaam een tafelzeil op dat ene bed: ik zou niet willen dat er vlekken op de matras kwamen...je weet wel..."

" Wird gemacht, Herr Josef, " stelde ze hem gerust, " Keine Angst! ...Und herzlichen Dank! "                                                     

Neumann was nog maar pas samen met Vati vertrokken om water te halen, of Bompa Kruger ging met twee maats aan de slag op de tweede verdieping en Joseph, die gewoon bij hen bleef om een oogje in 't zeil te houden, moest toegeven dat de oudjes bijzonder handig waren in het opruimen van de ravage. Twee jaar lang overleven onder steeds weerkerende luchtaanvallen had hen een zekere routine in dat soort dingen bijgebracht, veronderstelde hij...Hoe dan ook, het ene raam na het andere raakte vlug tochtvrij en ze kiepten emmersvol kalkpuin en glasscherven zonder veel omhaal van twee-hoog de straat op.

Hildegarde vloog er om vijf uur met een paar buurvrouwen in als een witte tornado en tegen het avondeten waren de keuken, de badkamer en één slaapkamer opgeruimd en bewoonbaar.                                                           

De intocht van moeder en kind was een zielige bedoening. Het jonge vrouwtje zag eruit als een spook, vuil en smerig van het kolenstof, en zichtbaar uitgeput van de doorstane emoties. Maar een grondige wasbeurt met het opgespaarde water van drie-vier gezinnen beurde de sloor al wat op en toen ze met haar hummeltje insliep in het hagelwitte bed van Francoise De Bens, dankten Oma en Opa Kruger Joseph met tranen in de ogen "voor de geboden gastvrijheid". Dit zouden ze nooit vergeten...zeiden ze in koor...Ja watte !                                                                           

In de late avond verdreef een hevige wolkbreuk niet alleen de zurig stinkende hitte van de laatste dagen uit de straten, maar eveneens de plunderende soldaten, wat voor iedereen een ware opluchting was. De voorlopig met kartonpapier en planken dichtgespijkerde ramen hielden bijna overal stand onder de gutsende regenvlagen,  maar Joseph dacht bedrukt aan het grote gat in het dak van Dahlmanns rose kamer...Als al die stromen inslaand water de macaroni en het pumpernickelbrood onder het bed maar niet bedierf! ...De matras zou wel de eerste regengolf opvangen, maar hij besloot toch de volgende morgen even discreet op inspectie te gaan.                                            

De sfeer in huis veranderde op slag na de intocht van de Krugers. Ook al hoorde je de kleine nauwelijks, toch waren alle oren gespitst op het minste geschrei dat van de tweede verdieping tot de Weimars doordrong, en de Oma kwam regelmatig bezorgd verslag uitbrengen over de kleur van zijn luiers en de povere melkproductie van haar kleindochter... Günter - zo noemden ze de hummel - zoog niet stevig genoeg, liet geen boertjes zoals een Duitse baby hoorde te doen, en Günter dit en Günter dàt. Joseph werd er tureluurs van en vluchtte naar de roze mansarde van de bisexuele Kapitein Dahlmann.                                                

De matras leek inderdaad wel een spons, maar de kartons onder het bed waren droog gebleven. Voor alle zekerheid borg hij de niet-waterdichte verpakkingen toch maar in de kleerkast, achter de hoerenjurken en het geurige ondergoed. Maar ook het tapijt op de plankenvloer sopte van het vocht. De kamer die hij met Phil bij de familie De Bens betrok lag hier vlak onder: bij de eerste de beste gelegenheid moest hij het plafond daar eens onderzoeken, want met al dat water kon de zoldering het wel eens begeven!  Maar zolang de Krugers daar in de àndere kamers schuilden, bleef hij er liever buiten...                                             

Toen Vati en Neumann van hun tocht naar de citerne terug kwamen, brachten ze sensationeel nieuws mee.

Gisteren, dinsdag de achtste mei, had Duitsland zich definitief en onvoorwaardelijk over gegeven: eindelijk was de oorlog gedaan!  In een schoolgebouw van Karlshorst, een weinig beschadigde voorstad van Oost- Berlijn, hadden de overlevende kopstukken van het Algemene Führerhoofdkwartier de volledige capitulatie van alle krijgsmacht onderdelen ondertekend. Het was voorbij, ... eindelijk voorbij! ...                                      

Hildegarde brak in tranen uit: "Endlich vorüber"..., snikte ze," endlich vorüber...So eine Schande...Al diesen Toten umsonst: eine Schande! ...Ohne diesen Wahnsinn ware unsere liebe Otto und Ilse noch da gewesen! ...Danke, mein Führer ",voegde ze er giftig aan toe, terwijl ze naar haar man loenste.              "Kom-kom, Hildegärtchen", troostte Vati haar," vergeet toch deze zwijnerij en begin nu niet opnieuw over het hoe en het waarom: het is voorbij, en daarmee uit."                                                                    

"Voorbij ?...Ja, misschien," vond Neumann, "maar nu moest de rekening betaald worden voor de gebroken potten, zoals na de Grote Oorlog, met Versailles...Niet de vernielingen die de vijanden ons hebben aangedaan, met alle Duitse doden en gewonden: daar zullen we zelf ons plan mee moeten trekken... Maar alle schade en verliezen aan mensenlevens, die wij bij de vijand hebben veroorzaakt, ja-ja Wilhelm, dié zullen wij moeten vergoeden..."

"Herstelbetalingen, zoals in '18, maar dan wel tienmaal zoveel!  En aangezien we er toén ook nooit in geslaagd zijn de rekening te vereffenen, zal het nu nog tienmaal erger worden dan met de devaluatie van de jaren '20...Weet je nog ? Eén miljard mark voor een klein grijs brood ?!...Neem het van mij aan: het is nog lang niet voorbij, de miserie begint pas!  We hebben een waanzinnig hoog spel gespeeld, tot ver boven onze mogelijkheden, ...én verloren!  Toen Goebbels ons vorige winter vroeg of we de totale Krieg wilden, hadden we moeten weten dat ons "Jawohl! " veel kans had op een totale nederlaag uit te lopen, een totaal fiasco, en totaal failliet...En wie failliet gaat kan zich beter voor de kop schieten, dàt is geweten... Neen-neen, Liebe Frau Weimar, de laatste dode is nog lang niet gevallen, geloof me vrij! "                               De Weimars aanhoorden met stijgende wrevel de lange monoloog van hun plaatselijke Cassandra, maar toen ze zich niet verwaardigden op zijn gezeur in te gaan, vervolgde hij met verse moed: " Hé Vati ? Of is het soms niet waar ? De Russen geven ons al een klein voorproefje van wat ons te wachten staat, in de nieuwe krant die ze tegen de citerne hebben geplakt. "Die Nachrichten" heet het ding, in zuiver Duits opgesteld door een bende collaborateurs. Wie niet blind is kan het lezen:  'Opruiming',staat er. Elk gezin zal, met ingang van 10 mei, minstens één persoon tussen de 15 en de 65 jaar onbezoldigd inzetten bij het volledig puinvrij maken van de straten rond hun eigen woningblok...De ex-nazi's worden gevorderd voor de volksgezondheid: lijken opgraven en opnieuw ter aarde bestellen op de officiële kerkhoven, ofwel de rioleringen ontstoppen en herstellen...En dàt is nog maar een begin!  Enkel de zogenaamd erkende anti-fascisten worden van deze "Arbeidskommandos" vrijgesteld...en ook de "politiek gezuiverde Kultuurdragers en Kunstenaars"!  Wat dàt voor beesten zijn en waar ze dié gaan vinden, mag de lieve God weten!  Kunstenaars zónder partijkaart: ha-ha!  Alsof niet iedereen, die hier "damals" een liedje wilde zingen of een goocheltoer uithalen, een partijkaart moest hebben! ...En officieel erkende anti-fascisten: op welk kerkhof gaan ze dié nog opgraven ?"                              

"Wel", zei Joseph," zij die uit de kampen en de gevangenis werden vrijgelaten, bij voorbeeld..."                                                   

" Das sind doch nur alle Verbrecher (misdadigers)!",viel Neumann hem in de rede. De échte anti-fascisten heeft "Hij" reeds lang laten ombrengen, of wat dàcht je: na tien jaar...Wie met "Hij" bedoeld werd wist blijkbaar iedereen.                                                             

Hoe dan ook, die opruiming is een goede zaak, vond Hildegarde, en als alle burgers dit niet samen ter hand namen, zal niemand het in hun plaats doen...En dan brak gegarandeerd de pest uit!  Dus...      

"Ja, gaf Neumann toe, maar als het hier proper is, vliegen al deze 'Arbeitskommandos' naar Frankrijk en Rusland, en dààr hebben ze nog jaren werk, misschien wel twintig! ..."                 

"Ach wat," vond Vati," daar dienden toch onze soldaten voor, die ze gevangen hebben genomen. Tenslotte moeten die jongens zelf de boel maar opruimen, die ze in deze landen hebben achter gelaten: ik persoonlijk heb daar niets kapot gemaakt tijdens de laatste oorlog!        "

"Nanun, Weimar, da hast du Schwein gehabt! ",lachte Neumann." Voor de oorlog van '70 was je te jong, en voor die van '14 reeds te oud! Maar de meeste onder ons kregen minstens één oorlog aan hun been. Ik ben echter niet akkoord dat wij voor alle schade daar zouden moeten opdraaien: de Fransozen hebben ons de oorlog verklaard en tijdens hun terugtocht in '40 hebben ze tenslotte hun eigen bruggen en zo in de lucht laten vliegen, hé... Daarbij hebben hun kanonnen toch ook de dorpen platgeschoten, die wij op hen veroverden, of niet soms ?...En de Ami's hebben met hun bombardementen, daar in de Franse steden, het laatste jaar meer burgers gedood dan wij gedurende de ganse oorlog, als je dàt maar weet...En de bolsjevieken, met hun tactiek van de verbrande aarde, lieten tijdens hun terugtocht tot Stalingrad ook niet veel bruikbaars achter, nietwaar ? Het is niet eerlijk om dat allemaal in onze schoenen te schuiven,  vind ik..."        

" Weet je wat Ik vind ?",onderbrak Joseph hun zelfbeklag, " Ik vind dat jullie er nogal gemakkelijk onderuit trachten te komen!  Hitler heeft deze puinhoop veroorzaakt, nadat jullie voor hem hebt gekozen. En zolang hij won hebben wij, de overwonnen volken van Europa, de gebroken potten betaald!  Met onze goederen en onze arbeid, die hij ons dwong te leveren...Of denk je soms dat de 'Fremdarbeiter' naar hier is gekomen voor de gezonde lucht ?...Een paar misschien wel, ja, maar niet die vijftien miljoen mannen en vrouwen die jullie naar hier hebt gesleept om het vuile werk te doen...Ja-ja, je hoort het goed: vijftien miljoen Fremdarbeiter, het stond in één van de laatstverschenen "Völkischer Beobachter"!  En vergeet alsjeblief ook de vijftien miljoen gedeporteerden niet,  en evenveel krijgsgevangenen die jullie hier aan het werk hebt gezet...Je ziet: tot nu toe hebben wij betaald " - en hij klopte hard op z'n beenprothese - " met ons vlees en bloed! ...Nu de ànderen gewonnen hebben, is het uw beurt: dàt is eerlijk!  Of niet soms :Wat dénk je?"                

Ze zwegen éénstemmig in koor, toch wat gegeneerd misschien, maar God hoorde hen zékerlijk brommen.                  

Neumann nam vlug afscheid: met die stomme 'Auslander' viel niet te redeneren...   

<!--[if gte mso 9]>


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
19-10-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
20-10-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 323
Klik op de afbeelding om de link te volgen

EINDELIJK VREDE ?

De stemming tijdens het eten was wat kil en Joseph besloot na de middag zelf eens op nieuwsjacht uit te trekken, nu Vati het verdomde hem nog iets te vertellen over z'n bevindingen bij de pomp. De Russen schenen wat uitgeraasd na de losbandigheden van de laatste dagen, en hadden hun interesse verschoven van het rijden op "Frau!" naar idem-dito op een stalen ros. Hij kon dus met een gerust hart even weg , zonder direct een inval in huis te moeten vrezen. Hildegarde keek wel wat schichtig, maar hij kon hier toch niet eeuwig de wacht optrekken bij haar voordeur. Voor alle zekerheid liet hij zijn kunstbeen thuis en vertrok op de onhandige krukken: hoe sjofeler hij eruit zag, hoe kleiner de kans dat ze hem op straat zouden lastig vallen.                              

Na de hevige stortbui van vorige avond was het aardig wat frisser geworden buiten, maar de zurige lijkenstank verpestte nog steeds de hele buurt. Libovitz was met zijn groepje 'Parteigenossen' nog even kalm aan het puin ruimen en erg veel waren ze nog niet opgeschoten, maar ditmaal kon er wél een vriendelijke groet af: de kleine Günter zal er waarschijnlijk voor iets tussen zitten, dacht Joseph.               

Aan de hoek twijfelde hij een ogenblik of hij rechts de Albrechtstrasse omhoog zou nemen in de richting van de citerne,  maar besloot toch maar naar links af te zakken, naar Steglitz-Bahnhof en het Rathausplatz. Aan de overkant stond een ploeg bij de ingestorte apotheek het voetpad vrij te maken en de grote gevelbrokken op de straatweg met voorhamers stuk te kloppen. Joseph vroeg zich af of ze de lijken van de 'Langemarcker' en de vrouwelijke soldaat al van de derde verdieping hadden gehaald...Die sukkelaar Jan Van Rennen... Bij gelegenheid moest hij het dagboek van die jongen toch eens trachten te ontcijferen en de twee brieven die hij in de broodzak had gevonden...Misschien kon hij later een woordje sturen naar de familie, als de algemene toestand wat verbeterde...Hen thuis van de bange onzekerheid afhelpen... Voor een échte SS-er was sneuvelen tenslotte minder erg dan doodhongeren in één of ànder Russisch gevangenkamp...                                

Even trok in de traag voorbij sjokkende groepjes Saksische vluchtelingen een hoge boerenkar bespannen met twee paarden zijn aandacht. De vermoeide menner op de bok droeg het versleten uniform van een Franse krijgsgevangene en tegen zijn schouder lag een jonge vrouw te slapen. Vanonder de vaal grijze huif staarde een dreumes van een jaar of drie-vier Joseph recht in het gezicht, alsof het kind niet verwacht had in de Grote Stad een mankepoot op krukken tegen te komen. Opzij van de bok wiegde aan een bezemsteel de Franse driekleur slap mee met de schokken van de knarsende wielen in het beschadigde wegdek... Joseph kon wel raden dat die besnorde Jules er met zijn boerin vanonder trok, maar wat wil je: die man werkte misschien reeds vijf jaar als krijgsgevangene op de hoeve, waarvan de boer ergens in de verre vreemde was gesneuveld... L'amour, toujours l'amour, nietwaar! ...Als hij maar voor dit "slapen-met-de-vijand" van de patriotten thuis geen last gaat krijgen...Want volgens de geruchten kregen de vrouwelijke "bijslapers" in Frankrijk door de verzetshelden een gratis scheerbeurt aangeboden ;vraag was wat hun mannelijke soortgenoten bij hun terugkeer uit Duitsland konden verwachten... 

En nu maar trachten met je zondig gezin, "cette Boche" en haar jong, in Straatsburg over de grens te geraken...Ik weet niet of het er echt inzit, beste man, maar in elk geval: " Bonne chance! "...                                                                                         

Verderop in de straat waren nog verschillende puinploegen aan de slag en de rijbaan was er volledig vrijgemaakt, op de wrakken van de twee uitgebrande T 34 tanks na. Ook de zware versperring onder het viaduct van de spoorwegberm, waar voor tien dagen nog dat groepje HJ-soldaatjes in flarden werd geschoten, was nu samen met de lijken discreet van de aardbol verdwenen...                           

Toen hij onder het donkere viaduct uit wandelde, leek een nieuwe wereld voor hem open te gaan. Het plein tussen Bahnhof en Rathaus wemelde van ontluikend leven. Tegen de geteisterde toren van het stadhuis hing een reusachtig plakkaat met de grijnzende kop van vadertje Stalin, " Sieger des bestialen Faschismus": je kon er onmogelijk naast kijken...Over de volle breedte van de Schloss Strasse bejubelde een schreeuwerige slogan op een rode banderol het glorierijke Sovjetleger en in de parterre voor het station waren werklieden bloemen aan 't planten rond een houten hamer-en-sikkel-grafmonument, ter nagedachtenis van de vele gesneuvelde helden. Russische helden, wel te verstaan...               

Over de Schloss Strasse reden gestaag de legervrachtwagens in colonne op en af, hier en daar onderbroken door panjekarren bespannen met één of twee vrolijk trippelende steppepaardjes. Maar de blikvanger stond midden op het drukke kruispunt : een opgepepte vrouwelijke sovjetsoldaat regelde er het verkeer, twee vlaggetjes zwaaiend met de fikse snokkerige bewegingen van een keurgymnaste. De trommelmitraillette op de rug scheen haar daarbij helemaal niet te hinderen en af en toe bracht ze de voorbijrijdende oversten lachend een snedig saluut.

Al met al kreeg deze 'straatmadelief' veel bekijks van de grauwe voetgangers, die nochtans tijdens de laatste oorlogsjaren veel Duitse vrouwen het uniform van hun mannelijke collega's hadden zien aantrekken. Maar vrouwelijke militaire politie: dit was iets nieuws ! Een vrouw met een mitraillette ,een "Flintenweib" !     

Als de Duitse soldaten vroeger zo'n paar "Flintenweiber" gevangen namen ,of jonge jodinnen uit de steppedorpen ,mochten die nog drie weken (en niet méér) in een frontbordeel meedraaien vooraleer ze door het commando wegens hygiënische redenen geluidloos "vervangen" werden...Voor zover je een nekschot geluidloos kunt noemen, natuurlijk...In de rustkantonnementen àchter het front werd de aanvoer van vers meisjesvlees altijd smekkend becommentarieerd ,maar geen kat durfde na te denken hoé ,wààr en in wélke omliggende ravijn de versleten "Anusjka's" beseitigd werden...Ach ,voor de repos-du-guerrier zal wel in alle legers op een zelfde manier gezorgd worden...De Russen zullen met de gevangen Duitse "Blitzmädel" (telefonistes) vàst op een gelijkaardige manier zijn omgesprongen, meende Joseph...                        

Hij schudde de deprimerende gedachte van zich af: dit meisje hier was blijkbaar zonder kleerscheuren door alle rottigheid heen gerold...De zielige sjokkende stroom karren met 'Ostvertriebene' liet ze enkel het kruispunt oversteken, als heinde en verre geen Russisch verkeer te bespeuren viel. Het waren vooral deze opstoppingen die op het Bahnhofplatz voor een ongewone drukte zorgden.

Maar het meest opvallende bewijs dat het openbare leven als een feniks uit de nog warme assen opstond, vond Joseph in de ateliercamions van de Berlijnse trolley-bussen, waarvan de technici het luchtnet van voedingskabels vernieuwden en de afgeknakte steunpalen vervingen. Eindelijk een sprankje hoop op een toekomstig hervatten van een min of meer normaal bestaan!                                    

Hoe dit 'normaal bestaan' er overigens zou kunnen uitzien, moesten de mensen uit de "Berliner Nachrichten" opmaken, een krant van vier bladzijden die op een rood geschilderd uithangbord bij het Rathaus stond uitgeplakt en waarvoor een tiental nieuwsgierige lezers samentroepten. Het begon Joseph op te vallen dat de Sovjets alles wat ze aan de ogen van de bevolking opdrongen stevig rood schilderden, als om hen er goed van te doordringen dat rood de kleur van de toekomst was, en zij de meesters waren.                                           

Met moeite trachtte hij zich een weg te banen tot voor het bord. De Duitse vrouwen, bij wie vroeger een heilige eerbied voor oorlogsverminkten was ingehamerd, gunden hem nu slechts een korte misprijzende blik over de schouder, toen hij zich met een beleefd " Kriegsbeschädigde! " voorzichtig een plaatsje vooraan probeerde te veroveren. De tijden waren wel veranderd...Misschien droegen ze hun haat tegenover de Russische soldaten over op hun eigen mansvolk, dat hen onvoldoende tegen de geweldplegingen had beschermd, en aan de oorsprong lag van de chaos waarin ze nu moesten zien te overleven...       

Na een paar minuten wringen geraakte hij toch vooraan. De krant dateerde van 9 mei: waarschijnlijk de zelfde uitgave als deze welke aan de citerne was uitgeplakt en waar Neumann het vanmorgen over had...

" Deutschland Kapituliert", blokletterde de voorpagina boven een foto van Feldmarschall Keitel die in Karlshorst de onvoorwaardelijke overgave van alle land-, lucht-, en zeestrijdkrachten ondertekende en daarmee met één pennestreek het Derde Rijk van tafel veegde. 

Vluchtig doorlas Joseph het hoeraproza en plots viel zijn oog op een zinsnede die z'n mond deed openvallen van verbazing: "....ook al de omsingelde troepen in het achterland capituleren, zoals de Atlantische havensteden La Rochelle, Royan, Lorient en Duinkerke..." Dus hadden die verdedigers het daar acht maanden op hun eentje volgehouden, in Duinkerke, op nog geen boogscheut van Westende! Broertje Leon had beter dààr zijn toevlucht gezocht, bij de bevrijding van '44, in plaats van hier aan de Oder de Grote Jan te komen uithangen!                                              

    Maar vooral het landkaartje op de tweede bladzijde, met de frontlijn op het ogenblik van de overgave, trok zijn aandacht. Daarbij vielen hem twee zaken op: eerst en vooral, dat de Amerikanen tot voorbij Magdeburg waren geraakt, op nauwelijks 80 kilometer van Berlijn. Indien die kerels wat meer op de gas hadden geduwd, de laatste dagen, had niets hen kunnen beletten tot hier door te stoten. Waren zij dan soms niet geïnteresseerd in de Rijkshoofdstad, of bestond er een afspraak om deze cadeau te doen aan de Russen ?                  

Indien de laatste veronderstelling juist was, zag Joseph de toekomst maar donker in, want als Stalin hier de baas bleef kon het voor Joseph op den duur héél onaangenaam worden...Hij moest de verdere evolutie van de toestand goed in 't oog houden, vond hij,  en zijn burgervaliesje maar alvast klaarzetten...               

Verder intrigeerde hem de open ruimte tussen de frontlijnen in de oostelijke Alpen: zo te zien waren de Duitsers nog steeds meester in Noord-Joegoslavie, Zuid-Oostenrijk en het Italiaanse Süd-Tirol. Zouden de overwinnaars dan toch bang geweest zijn hun vingers te verbranden aan de mystieke 'Alpenfestung' ? Misschien was de aftocht van de Duitse troepen en hun Balkanvazallen uit dit wespennest naar de Amerikaanse lijnen toe een stuk stugger verlopen dan voorzien ? Het kon daar nog een leuke boel worden, op die smalle bergwegen, met al deze aftrekkende militaire colonnes tussen de vluchtende slierten burgers!                                                              

De vierde bladzijde stond propvol verordeningen voor de Duitse burgerbevolking. Deze over het opdoeken van alle nazi-organisaties en de opvordering van alle partijleden voor de werken van algemeen nut, kende Joseph al van buiten, al had Neumann er nooit bij verteld dat die 'verbranden' eveneens alle wedden, lonen, vergoedingen en pensioenen op hun vette bierbuik konden schrijven... 


"Miljaarde-potverdomme, daar gààt het mooie invaliditeitspensioen voor m'n afgeschoten poot! ", dacht Joseph vol zure zelfspot, al had hij in feite nooit iets anders verwacht...             

De voedselrantsoenering zou vanaf 20 mei 1945 terug ingevoerd worden, maar de rechthebbenden werden voorlopig opgesplitst in vijf groepen. Groep één omvatte alle erkende antifascisten en nazi-slachtoffers, die recht kregen op 1.800 calorieën per dag: veel was het niet, maar je kon ervan leven...Iets dergelijks moest groep vijf, de ex-nazi's, niet verwachten, want dié kregen slechts 800 calorieën per dag...Maar iedereen die aan de wederopbouw en het puinruimen meewerkte, kreeg een bijkomende rantsoenkaart met 1.200 calorieën per gepresteerde werkdag van 12 uur: een hint om niet op je kont te blijven zitten...,of als oudje meteen door het venster te springen, veel méér keus hadden ze niet...                           

Uit pure overlevingsdrang nam Joseph zich voor, zo vlug mogelijk zijn statuut van " Fremdarbeiter" te laten verzilveren met het aureool van erkend nazi-slachtoffer én een gepast baantje te zoeken:  hij had aan het front al genoeg honger geleden!                                  

Prijzen - ook huurprijzen - wedden en lonen werden geblokkeerd op het niveau van 1 januari 1945 en de Reichsmark bleef voorlopig in omloop...                                                                                                   

" Tiens-tiens, mijne groete patron Petré! ", bromde een lage mannenstem achter zijn rug.                  

Joseph schrok zich een beroerte... Bliksemsnel keek hij om. Hoe kénde die vent hem ?... Die kop zegde hem niets: een éénoog met een rosse baard...Nooit gezien!                           

  " De vuile colle-pot in den hoek..." ,grinnikte de andere: "Al die schone speechkes van Ward Hermans en konsoorten voor ons maandbladje..."       

Nu herkende hij de sarcastische plooi om de mond en de valse, spottende blik in dat éne oog...Het buikschot met de grote bek,  die op de redactiekamer de teksten voor "De Vlaamse SS Man" aan elkaar plakte!                                                                                  

"Martens, verdomme ?...Wat doet gij hier ?!"                

" Kalmkes aan, Winnetoe! ...Martens is dood, gevallen op het veld van eer, zoals ze zeggen, voor Vlaanderen en Christus...Een berkenkruis met A.V.V-V.V.K., weet ge wel ?...Ik heet nu Jansen, ...Herman Jansen...En gijzelf, Groot Opperhoofd ? Ook fameus gedegradeerd, zie ik! "                                                               

Hij trok zijn ex-ondergeschikte vlug weg uit de groep lezers, die echter nauwelijks aandacht hadden geschonken aan hun vreemd taaltje.                                        

" Komaan, heu...Herman Jansen: de vijand luistert mee!  Onze soldatentijd is voorbij en ik zie tot mijn groot genoegen dat ge er nog deftig zijt door gerold...op dat oog nà dan..."                     

" Tot uw groot genoegen ?... Niet overdrijven, hé Winnetoe!  Ik durf wedden dat ge me hier op staande voet naar den duivel wenst: een lastige getuige van 'Uw Zondig Verleden", die kunt ge missen lijk de pest! ... Ik ook, ten andere..."                                          

Joseph meesmuilde wat, zonder er evenwel op in te gaan. Maar als die Martens-Jansen zo'n last had van zijn zondig verleden, waarom had hij hem dan verdomme in volle straat aangesproken ?                  

" En droog uw krokodilletranen maar voor dat oog van mij..." Hij hief het zwarte klepje op en aan zijn gezichtsvermogen bleek niets te mankeren." Dat spel is een stuk van m'n uitgangsuniform:  als ik thuis kom steek ik het op zak. Ik verwissel het wel iedere dag van kant, om niet scheel te zien, op den duur...'t Is zo al moeilijk genoeg om met twee open ogen de wonderen van de rode wereldrevolutie te volgen, hé!  Laat staan wat het zou zijn moest ik dubbel zien!  Maar ik merk dat het bij u ook carnaval is en dat ge uwen zondagse poot in de kast hebt laten staan, hé Winnetoe..."                       

    " Is dat de nieuwe stijl, dat Winnetoe-gezever ?", vroeg Joseph wat geërgerd. Hij had die vent nooit gemogen: te groot, te sterk, en op de koop toe te brutaal.                                  

" Ha Baas, maar weet ge dat dan niet ? Op den bureau noemden wij u altijd zo...De Winnetoe ! Achter uw rug, wel te verstaan, want toen waren we nog bang voor uw graad, hé...Oberscharführer Petré was wel wat te lang voor zo'n klein boerke lijk gij, nietwaar ?..."                                                          

Die hufter legde het er werkelijk op aan hem op z'n paard te krijgen!  De wraak van de zuigeling...               

" En hoe gaat het met ons Philomeentje ? Nog altijd een pront wijfke ?...Doe haar de groeten van de colle-pot, als ge wilt! "          

" Phil is dood! ",onderbrak hij ijzig het onbeschofte gesar van die vent.        

Even hield de andere verrast zijn mond.             

" Ja ?...Zie Baas, dat vind ik nu oprecht jammer,  serieus..."       

Hij scheen het echt te menen, maar kon niet nalaten er aan toe te voegen: " Ge weet het misschien niet, maar voor dat gij verleden jaar de Grote Manitoe werd op onzen bureau, heb ik langen tijd achter haar rokken gelopen... Och, wees gerust: ze moest me niet hebben,...ik weet niet waarom...Maar 'k heb er altijd van gedroomd haar in m'n beddebak te trekken...Van gezicht was ze wel niet van de netste, zelfs verre van, met die paardenkop vol pokkegaten...Maar wat een heet lijf, hé! ...Zo'n ferme poep, miljaarde! ...En dan die bumpers, hé! ..."       

Joseph vond het nu welletjes: " Phil is vermoord door de Russen, Martens!  Hou die vuile praat dus maar voor u!  Een beetje respect voor de doden zou u geen kwaad doen! ...En zeker niet voor zo'n brave ziel, die ge...goed gekend heb, gelijk ge beweert!  Ik kan niet zeggen dat het mij plezier deed u weer te zien...Salut! "               


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
20-10-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
21-10-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 324
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C38BIS: TOUWTREKKEN OM BERLIJN.             

Toen Generaal Jodl op 7 mei om 01.45 u 's morgens in Reims de overgave tekende van alle Duitse troepen, had dit moeten volstaan om de oorlog officieel op 8 mei om middernacht te beëindigen. De Russen stonden er echter op de ceremonie met meer heisa op 8 mei om 14.00 u nog eens over te doen in de technische school van de Oost-Berlijnse voorstad Karlshorst, lauter omdat hun vertegenwoordiger bij Jodl in Reims slechts de graad had van generaal-majoor.

Stalin vond dat deze eer aan maarschalk Zjoekov, de overwinnaar van Berlijn, toekwam. Eisenhower weigerde in deze show mee te spelen en stuurde er zijn plaatsvervanger, de Britse Lucht-maarschalk Tedder op af. Deze eerste confrontatie verzandde al vlug in een babylonische spraakverwarring ,omdat de Russen twistpunten tot dogmatische symboliek verheven wat de Westersen pietluttig muggenneuken vonden. 

Tenslotte werd na urenlange discussie dan toch overeen gekomen dat de generaals Spaatz en de Lattre de Tassigny enkel zouden tekenen als getuigen voor respectievelijk de USA en Frankrijk.

Binnen in de zaal protesteerde de Lattre echter omdat de podiummuur enkel met de vlaggen van de drie grootmachten was versierd: er ontbrak de Franse glorierijke "tricolore"!  Weer verliepen kostbare uren voor de Russen dit protocollaire euvel konden verhelpen terwijl  maarschalk Keitel zich met zijn Duitse delegatie in een zijkamertje zat te verkneukelen. Toen "de Vier Groten" het iets voor middernacht dan toch eens werden om te tekenen bleek dat generaal de Lattre, na zijn vlag, nu ook zijn pen was vergeten en moest er één van Zjoekov lenen...De show lukte tenslotte een stuk Nà middernacht ,dus op 9 mei 1945 , en niét op 8 mei : de vrede begon met een leugen...               

Het voor de hand liggend gevolg van de Duitse capitulatie was de bezetting van het Derde Rijk en de verdeling van Duitsland, Berlijn, Oostenrijk en Wenen in sectoren zoals voorzien in het "Eclips-plan". Elk van de overwinnaars kreeg de uitsluitende heerschappij in zijn eigen sector, ook al was het burgerlijk bestuur over het Groot-Duitse Rijk (inclusief Oost-Pruisen, de Poolse corridor én Oostenrijk! ) wettelijk nog in handen van de centrale spookregering van Grossadmiral Dönitz!  

De Russen losten dit probleem in hùn zone kordaat op door reeds op 30 april (dus nog vóór de val van de hoofdstad ) de oude Duitse communistische garde onder leiding van Walter Ulbricht en Otto Grotewohl uit Moskou naar Pankow bij Berlijn te laten overvliegen en hen met de voorbereiding van het burgerlijk bestuur in de sovjet-zone te belasten. Op de lagere posten stelde Ulbricht weliswaar onbesproken, maar ook politiek totaal onervaren "bourgeois-antifascisten" aan. Belangrijke functies reserveerde hij echter voor zijn partijgenoten, ook in de Berlijnse sectoren die later door de geallieerden zouden worden overgenomen.                            

De Westersen treuzelden nog tot twee weken na de capitulatie voor ze op 23/5 heel de regering Dönitz van oorlogsmisdaden beschuldigden en onder arrest stelden. Voor de rest moesten alle oorspronkelijke burgerlijke bestuurders onder voogdij van een militair voorlopig voort werken, in afwachting van een onderzoek naar hun nazi-verleden. Maar eerst moest in Berlijn en Wenen de Allied Control Authority, als vervanger van de centrale Dönitz-regering, haar zetel krijgen. En daarmee begon het touwtrekken tussen de overwinnaars dat gaandeweg zou leiden tot de koude oorlog.                                                   

Want de Russen wilden de aankomst van de Westerse pottenkijkers in Berlijn zo lang mogelijk uitstellen om er nog tijdig de laatste waardevolle fabrieken te kunnen ontmantelen en naar de USSR te verschepen. Door het "recht van verovering" lieten zij uitschijnen de stad in eigendom te hebben en de geallieerden slechts het statuut van onderhuurders of genodigden te kunnen toebedélen. De Westersen lieten echter, in de daaropvolgende oeverloze discussies, beleefd verstaan bij hùn overrompeling van West-Duitsland ook 40% van de toekomstige sovjetzone te hebben veroverd: zij wilden zich daaruit wel terugtrekken, maar dan gelijk oversteken a.u.b!  

De pesterijen begonnen pas goed toen de Amerikanen de voorhoede van hun installatiepersoneel op 23 juni over de autobaan door de Russische bezettingszone naar Berlijn wilden sturen. Ofwel beweerden de sovjets eerst de bruggen te moeten inspecteren, ofwel (en dat was nog een betere vondst) hadden de plaatselijke commandanten zogenaamd geen weet van enig geallieerd doorgangsrecht: alle uitvluchten waren goed om de colonnes tegen te houden of hun bewegingsvrijheid te beperken. De Britse en Franse pogingen om hùn sector te bereiken liepen nog faliekanter af. Daarop stelde de moegetergde generaal Patton voor om met zijn 3.Tankleger eventjes vanuit Beieren naar Berlijn door te stoten teneinde "those red bastards" wat tafelmanieren bij te brengen...De geschokte Eisenhower riep hem echter onmiddellijk tot de orde!                  

Slechts het met rasse schreden naderen van de voor medio juli geplande ontmoeting van de "Grote Drie" in Potsdam bracht wat schot in de zaak. De Amerikanen voerden de forcing: gewapenderhand namen ze in de nacht van 4 op 5 juli bezit van hun sector en stelden de Russen bij het ontwaken voor een voldongen feit. De volgende uren stonden de ex-bondgenoten met getrokken messen tegenover elkaar en ook de Berlijners hielden verschrikt de adem in. Maar toen de befaamde Amerikaanse 2.Pantserdivisie, de "Hell on Wheels", zich kordaat via de Autobahn een doorgang naar Berlijn forceerde ,toverden de Russen plots hun breedste glimlach te voorschijn, jongensachtig fier op de lol die ze de laatste twee maanden hadden geschopt!  Misschien was Pattons voorstel dan toch niet zo idioot geweest als het op 28 juni had geleken...         

De Russen speelden echter heel onverwacht een troefkaart uit door doodleuk te stellen dat, nu de geallieerden hun sectoren hadden bezet, zij eveneens verantwoordelijk werden voor de voedselvoorziening van de bevolking, t.t.z. één miljoen hongerlijders in een voor 80% vernielde stad!  Normaal betrokken de Berlijnse markten hun verse eetwaren uit het wijdomliggende platteland, dat nu echter door de Sovjets was bezet. Van daaruit waren de Russen er de voorbije twee maanden in geslaagd de Berlijners een dagrantsoen te bezorgen dat "volgens de civieke verdienste" in vijf klassen varieerde tussen 800 en 1250 calorieën. Vieze vettige maïskoeken, gedeshydrateerde aardappelen en gedroogde vis werden weliswaar aan alle tafels niet met de zelfde geestdrift verorberd, maar bij de intocht van de geallieerden was er zeker geen sprake van hongersnood.

De stedelijke administratie stond weer min of meer op poten en de Russen hadden het nazi-systeem van de stratenblok-oversten nog uitgebreid tot het benoemen van een opzichter per woonblok. In de meeste hoofdstraten waren de bomtrechters gevuld en de puinhopen opgeruimd door mierennesten opgeëiste burgers, in hoofdzaak vrouwen. Aan het herstel van de rioleringen en het gas- en elektriciteitsnet werd volop gewerkt, maar de voornaamste centrales om deze te voeden lagen buiten de stad, in de sovjetzone...In een paar voorsteden werkte hier en daar zelfs de waterleiding weer, ook al was het schaars bedeelde bruine vocht een gevaarlijke bron voor besmettelijke ziekten.           Vanaf 6 juli konden de Berlijners zich dus aan de hooghartige Yanks gaan vergapen die gaandeweg het straatbeeld in hun sector veranderden. De slungelachtige G.I.'s in hun belachelijke jeeps-met-zwarte-chauffeur staarden echter als indolent herkauwende kalveren dwars door hen heen: " No fraternisation! " was het parool...

Maar deze aanvankelijke stugheid smolt vlug weg, eerst tegenover de onbeschaamd-bedelende blonde straatjeugd, wat later tegenover hun iets oudere zusters, die prompt de ruggen rechtten als achter hen met lange uithalen brutaal-bewonderend gefloten werd...                                     

Op 11 juli vergaderde de drieledige " Kommandatura" voor de eerste maal en bereikte moeizaam een voorlopig vergelijk over de stedelijke bevoorrading in voedsel en brandstof. De volgende dag trokken de sovjettroepen zich terug uit de westelijke sectoren. Buiten de nog steeds geldende avondklok (van 23.00 tot 06.00 uur) bleven de sectorgrenzen echter open, wat onmiddellijk aanleiding gaf tot een hele rits bloedige incidenten. De Russen hanteerden immers het uur van Moskou terwijl de geallieerden op Greenwich waren afgestemd!  Amerikanen die bij valavond in de 'andere' zone werden aangehouden lieten zich dit niet zonder meer welgevallen ;idem voor de Russen bij het ochtendgloren...Pas op 1 augustus kwam de Kommandatura overeen om voor Berlijn over te schakelen op de Centraal-Europese tijd.       

Op de welig woekerende zwarte markt hoefden de Duitsers de onberekenbare Russen niet langer te vrezen en beschouwden de G.I's al vlug als hun beschermheren, later als hun melkkoeien. Overal langs de sectorgrens schoten geïmproviseerde ruilbeurzen uit de grond waar burgers hun niet-levensnoodzakelijke bibelots gingen "tauschen" tegen zaken van praktisch nut, vooral vleesconserven en...sigaretten. De Yanks waren verzot op Leica fototoestellen en antieke kunst, de Russen trachtten er de laatste polshorloges en vulpennen te bemachtigen. De "Reichsmark" speelde daarbij zelden een rol (want de bange Duitsers aanvaardden geen bezettingsmarken die hen te erg aan de inflatie van 1923 deed terugdenken), 'Players', 'Lucky Strike' en 'Chesterfield' des te meer.         

Dit bezettingsgeld was een àndere bron van wrijving tussen Oost en West. De Russen hadden hun rotatieven vrolijk laten draaien om er o.a. drie maand achterstallige soldij van hun troepen in Duitsland mee te betalen. Deze marken waren echter niet omwisselbaar tegen roebels, zodat hun soldaten wél bulkten van het geld maar het niét konden overmaken naar huis. De Amerikanen daarentegen mochten hun bezettingsmarken wél converteren in dollar waardoor er een wankele zwarte wisselkoers ontstond tussen de Reichsmark, het bezettingsgeld, de dollar en de roebel. Wat later kwam het Britse Pond en de Franse Frank de verwarring nog vergroten ! Daardoor betaalde de Amerikaanse belastingbetaler in feite het bandeloos verteer van de Roodgardisten!  

De U.S.Military Police hield dan ook om de haverklap razzia's bij deze illegale wisselagenten en namen er het bezettingsgeld van de Russen in beslag... De sovjet-patrouilles pluimden uit wraak dan weer de G.I.'s die in de Russische zone met hun sigaretten en cornedbeef dure Leica's en Saksisch gleiswerk - meestal waardeloze namaak -  hadden "gekocht"... De controle aan de sectorgrenzen werd daardoor steeds strenger om tenslotte uit te monden in een sluiting.

Zo kwam langzaam de infernale spiraal van de 'Koude Oorlog' op gang waar de modale Berlijner uiteindelijk het slachtoffer van werd.                                                                         .                                            


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
21-10-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
01-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 325
Klik op de afbeelding om de link te volgen

 C39     ...EN LEON ?                           

                                                                                            

Steglitz, zondag 13 mei '45.

Joseph begon zich plots te realiseren dat hij in een netelig parket verzeild was geraakt. Het zag er naar uit dat hij Martens niet makkelijk met een kluitje in het riet zou kunnen sturen, vooropgesteld dan nog dat hij zo'n 'kluitje' bezat ! Die ongelikte beer eiste niet één ,maar héél véél 'kluitjes' ! Anders gezegd :  gróte bankbrieven verdomme ! En liefst met véél nullen, in ruil voor z'n discretie over het verleden van Herr Oberscharführer Petré...Want Joseph had het vlug begrepen :één naamloze verklikking bij de Russen, en hij kon zijn wintergoed bovenhalen voor een reisje naar Siberië...

Op de heilige en hooggeprezen SS bloedbroederschap waar Kaltenbrunner nog naar had verwezen, hoefde hij bij deze verbitterde, haatdragende vent niet te rekenen, wel in tegendeel!

Hij keek de andere peinzend aan en zuchtte diep:   

" Ik weet niet waar ge het vandaan haalt...Man, hoe zou ik in godsnaam aan geld moeten geraken om jouw reis naar Brazilië te bekostigen ? 'k Heb zelf geen rotte knop! "

" Allee, vaderke, maakt dat een ander wijs, hé! Gij en Phil samen verdienden toch een deftige pree ? Daar zal toch wel iets van over blijven, zeker! "                                         

" Vergeet niet dat wij twee maanden geleden totaal werden 'ausgebombt', hé makker ,een week voor de Russen kwamen...Uit het puin van ons huisje hebben we met moeite wat kleren kunnen redden en sindsdien hokken we op een kamertje bij vrienden, die dan nu al twee-drie keer door de sovjets werden leeggeplunderd..."                                 

" Hou op, Winnetoe, of ik begin tranen met tuiten te blèren! ", spotte Martens, maar hij leek toch al wat van zijn zelfzekerheid te verliezen. " Ik heb ten andere nooit gezegd dat ge die centen hier en nu moest afdokken, of dat gij het volledige reisgeld moest betalen... Maar bloeden zult ge, vaderke, als ge zonder zever van mij af wilt geraken! Ik vraag niet dat ge voor mij een bank gaat overvallen, maar ge hebt zeker wel iets dat ge kunt verlappen: ...die gouden ring waar ge vroeger zo mee stoefte...en wat "Schmuck" van Phil, mij om 't even... Denk er maar aan dat ik u voor minder dan duizend mark niet gerust laat..."                                                    

" Duizend mark! ? Maar, man, dat heb ik nog nooit van m'n leven bijeen gezien! Waar zou ik dat in hemelsnaam vandaan moeten halen ? Duizend mark! "                           

 " Hoe gij daaraan geraakt, is uw probleem! Voor mijn part gaat ge op de hoek van de straat wat liedjes zingen: dat brengt goed op. Ik spreek van ondervinding, want ik doe al een week aan een stuk niets anders..."                                                

Joseph keek hem met een verbaasde glimlach aan, in de hoop een andere wending aan het gesprek te geven.                                

" Ja-ja, man, ge moet zo niet stom staan zien: ik zing al een week aan een stuk op het kerkhof, samen met Fredericks, die moppentapper van de 'Niederländische SS Propagandastelle' en met Truus, zijn rosse verloofde...Destijds waren wij op het 'Hauptamt' lid van het gemengd zangkoor. Nu voeren we een soort gezongen missen op bij de privé-begrafenissen van mensen die niet willen dat hun gezinslid lijk een naamloze hond in een massagraf wordt gesmeten." 

Martens leek plots weer een normaal mens: "Ik speel zelfs regelmatig voor pastoor, als het om katholieken gaat", zei hij fier, " want dat soort geestelijken is hier ver uitgestorven, en zo dient m'n potjeslatijn van Leuven toch nog voor iets, verdomme! Maar meestal speelt Fredericks predikant bij de protestanten...De mensen vragen niet, of alles wel volgens het boekje verloopt. Het enige wat ze willen is een beetje stijl, en langgerekte tremolootjes in een klassiek liedje van Bach, Haendel of Mozart! Ik kan je verzekeren dat er aardig wat gesnotterd wordt op onze diensten en dat er veel volk naar komt kijken..."                                                                      

" Allee, dan hebt ge toch een nieuwe baan gevonden, die goed opbrengt...", poogde Joseph hem laf te paaien, maar Martens was op z'n hoede.                                                                                          

" Ik kan er van leven, ja, en voorlopig is er werk in overvloed, al komen er andere kapers op de kust die met moeite " Muss ich denn" kunnen zingen, en dan nog vals...Maar het is vooral interessant omdat we als "Kulturträger" recht gaan krijgen op een rantsoenkaart van groep één. Ge hebt het daarjuist al in de gazet kunnen lezen...In afwachting zingen we vooral voor rookgerief en eetwaren, al kan ik niet zeggen dat we 's avonds veel appetijt hebben. Het stinkt daar op die kerkhoven namelijk als de pest, met al die rotte lijken die ze aan de lopende band aanbrengen. Maar dat heeft dan weer het voordeel dat de familie het zelden volhoudt tot het einde van het lied en zeker niet nodeloos blijft plakken..."                   

Hij stokte en bleef Joseph een poosje nadenkend aanstaren, tot deze er onrustig van werd: " Wat is er Martens ? Wilt ge mij soms als misdienaar engageren ?"                                         

De andere schudde zwijgend het hoofd en zei toen abrupt: " Om over iets anders te spreken...Hoe gaat het met je broer Leon ? Hebt ge daar overlaatst nog van gehoord ?..."                               

" Leon, verdomme, hoe komt ge dààr bij ?... De laatste brief kreeg ik half april, toen hij in ruststelling lag achter de Oder, juist voor ik hier zelf werd uitgebomd. Als hij nadien, tijdens het Russische eindoffensief, nog geschreven heeft, kon de Reichspost het in elk geval niet meer nasturen, in de chaos van de laatste weken...Waarom vraagt ge dat ?"                              

Martens keek hem tergend spottend aan: " Wat ik je ga zeggen, zal je misschien aanzetten een beetje rapper met de centen over de brug te komen...Luister goed, want meer los ik er voorlopig niet over: sinds eind april heb ik hem nog tweemaal gezien, uwen Leon. De eerste keer trof ik hem hier, op deze zelfde plek waar wij staan, toen die zotte Hauptsturmführer van onze Hollandse buren op den buro, Jonkheer van-kust-mijn-kloten of hoe heet dat varken..."

" Hauptsturmführer van Praet tot Sloten ?"...

" Juist! Die zot is hem - de Leon met nog een paar andere licht gewonde sukkelaars - hier uit het noodhospitaal van de Ratskeller komen halen om ergens een stelling te houden, juist voor de Roeskies hier doorbraken... Rond 26 à 27 april, moet dat geweest zijn..."              

" Leon hier in Steglitz ?! En de tweede keer ?"                                             " De tweede keer was...vanmorgen, en ik heb een tamelijk goed idee waar hij is ondergedoken...Vraag me niet méér, want voor ik de kleur van uw centen heb gezien, doe ik m'n mond niet meer open! Salut Winnetoe! Overmorgen om twaalf uur stipt sta ik bij u aan de deur! "                                        " Wacht eventjes! Weet ge mij wel wonen ?!"                        

" Kleine Albrechtstrasse, 15 B, nietwaar ?  Daar zag ik u vanmiddag toch buitenkomen, Herr Oberscharführer! Of moet ik zeggen Rabotnik Belgiskaya ? (werkman uit België)"...En met een sardonische lach liep hij het plein over naar het Rathaus, vanwaar ons aller Vadertje Stalin net zo duivels als Martens op Joseph neerkeek...                                                      

Oef, daar was hij vanaf! ...Enfin voorlopig toch, tot overmorgen. Twee dagen respijt. Maar veel aarde bracht dat niet aan de dijk: op zo'n korte tijd kon hij onmogelijk aan dat geld komen! Duizend mark...Die vent was gek zeker ?! Verontwaardigd over het brutale optreden van die wraakzuchtige zot en tevens beschaamd over zijn eigen slappe, karakterloze reactie, stapte hij op zijn krukken met grote sprongen terug naar huis. Al goed dat hij geen dienstwapen meer had, of hij zou dat varken ter plaatse hebben neergeknald! Maar de tijden waren veranderd, zijn oude dienstgraad gaf hem geen enkel gezag meer: nu telde alleen nog de fysieke kracht en op dat gebied was Martens de onbetwiste meester...Neen, hij moest trachten het hoofd koel te houden en een goedkope oplossing zien te vinden...                              Die vent wist waar hij woonde, dàt was de miserie! Onderduiken had geen zin: als die smeerlap het in zijn kop haalde hem aan de Russen te verklikken, kwamen die heren hem thuis wel even ophalen, ondanks al dat vlagvertoon aan de voordeur...Hij kon natuurlijk ook stiekem verhuizen, zonder adres achter te laten, maar dan verloor hij meteen het relatieve comfort van zijn nestje bij de oude Weimars...En de schat eetwaren op de zolder van Dahlmann...                      

De schat op de zolder bij Dahlmann...Daar zeg je al iets! ... Misschien was die vent daarmee te paaien ?... Het was wel geen duizend mark waard, maar toch: voor goed eten en drinken zouden veel mensen hun ziel verkopen, tegenwoordig! Al tekende Joseph wel zijn eigen doodvonnis, indien hij deze geheime voorraad af zou staan aan die bloedzuiger: zonder de verborgen levensmiddelen kon hij het de volgende maanden onmogelijk volhouden...Toch kreeg hij langzamerhand het gevoel dat op de zolder de oplossing lag voor zijn moeilijkheden: thuis moest hij dat probleem eens rustig van alle kanten bekijken... Hij had tenslotte nog twee dagen...              

Maar in twee dagen kon er veel gebeuren...Zo kon bijvoorbeeld Leon uit zijn schuilplaats verdwijnen, zonder nog een spoor achter te laten en dan was hij zijn broer misschien voor goed kwijt... Joseph wist niet wat hij over dat verhaal van Martens moest denken. De kerel had deze wonderlijke geschiedenis misschien gewoon uit z'n duim gezogen om hem op stang te jagen: een oude bekende in de chaos van de laatste weken twee maal na elkaar tegen het lijf lopen, zoals hij beweerde, leek wel een zéér groot toeval.

Hoe dan ook, uit wat Martens had gelost kon hij toch opmaken dat Leon de dans was ontsprongen. Fijn zo, dacht Joseph, die echter tot zijn ergernis wat beschaamd moest vaststellen dat dit nieuws hem niet met een dolle vreugde overspoelde. Stak die kinderachtige naijver van vroeger misschien weer de kop op, toen Leonneke nog zo overduidelijk moeders 'febbekakske' was geweest? Hij verwierp onmiddellijk deze belachelijke aantijging: de laatste jaren hadden hen beiden ouder en wijzer gemaakt, hoopte hij. En daarbij, Marie was dood... Samen met haar verdween ook haar oneerlijke voorkeur voor de Benjamin, wat hem vroeger - al dan niet terecht - zo dikwijls had geërgerd. Komaan , zand erover!                                                                             

Maar hij was ondertussen wel erg van zijn broer vervreemd geraakt door die lange harde jaren aan het front, praktisch zonder nieuws van 'thuis'...Dat had hij vooral goed gemerkt toen hij hem vorige herfst op de Lüneburger Heide uit het spinnenweb van dat hoertje Hélène had bevrijd...Akkoord, die beschamende druiper-affaire had iedere spontane ontboezeming in de weg gestaan, maar zelfs gedurende Leons wekenlange logeerperiode in Dahlem, hadden ze met elkaar geen enkel ongedwongen gesprek 'van man tot man' kunnen voeren...En Joseph herinnerde zich eveneens wat verveeld hoe achterbaks hij broerlief in oktober eerst naar de 'Kriegsmarine' had afgeschoven en later naar de 'Langemarck'. Zuiver uit jaloezie! Enfin, de kleine had het overleefd: dat was het voornaamste...           

Hoe het nu verder moest gaan, zouden ze wel zien. Mogelijk dat ze zich met z'n tweeën samen beter door de komende moeilijkheden zouden slaan: dat hing er wat van af hoe erg Leon gekwetst was geraakt bij de laatste gevechten...Martens had gesproken dat die Hollandse beunhaas een groepje lichtgekwetsten uit het lazaret had gevist...Maar in hun onderlinge verhouding zou Joseph het met z'n broer zonder z'n vroeger prestige van SS-Oberscharführer en zijn voetstuk van frontstrijder moeten stellen...En ook zonder z'n poot! Al deze handicaps deden hem wat opzien tegen een toekomstige ploegvorming met zijn jongste broer...En als de kleine zwaarder verminkt moest zijn dan Joseph, kon dit wel eens een blok aan zijn been worden. In het omgekeerde geval zat het er dik in dat Leon, met z'n berenlijf en ondanks het leeftijdsverschil, het leiderschap van de ploeg zou opeisen. Ja-ja, dacht hij bitter, in het land van de blinden is éénoog koning!                                               

De toch slechts lichte helling van de Albrechtstrasse pakte hem nog steeds op de adem, als om hem eraan te herinneren dat hij fysiek niet veel meer voorstelde. In elk geval te weinig om het tegen een beer als Martens op te nemen, of met hem op de vuist te gaan...De blote vuist, wel te verstaan...Maar met een mes ? En bij verrassing ?...Daarover moest hij nog eens goed nadenken...Als die walglijke vent werkelijk gevaarlijk werd, viel zo'n "Endlösung" ernstig te overwegen...En op de koop toe was hij daarbij moreel gedekt door de banbliksems van zijn baas Kaltenbrunner om elke verrader van een SS-wapenbroeder met de dood te bestraffen ! Wel dan ,waar wachtte hij op ?! Een kwestie van zuivere zelfverdediging! ...Enfin, hélemaal zuiver was het misschien niet, maar..."à la guerre comme à la guerre", nietwaar...                                                     

Thuis gekomen sloot hij zich op in zijn kamer om aan de bakerpraatjes over kleine Günter te ontsnappen en wierp zich gekleed op bed om rustig een uitweg te zoeken uit het wespennest waar Martens hem had ingestort. Maar welke meesterlijke combines hij ook uitdacht tussen de schat op zolder en het aanstaand bezoek van dat varken, ze eindigden allemaal op de punt van een mes...         

In Godsnaam dan maar ? Met een mes ?                                                     


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
01-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
02-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 326
Klik op de afbeelding om de link te volgen

ONGENODE GASTEN...

Tijdens het avondeten leidde hij het gesprek af naar de nieuwtjes die hij in de "Berliner Nachrichten" had gelezen en merkte al vlug dat Vati goed op de hoogte was. Enkel de herrie, vanmorgen met Neumann, had hen belet er toen dieper op in te gaan. Het vooruitzicht op een spoedige herneming van de levensmiddelendistributie stemde hen hoopvol, ook al waren de vooropgestelde rantsoenen verschrikkelijk laag. Maar Joseph stelde hen gerust:  alle begin was moeilijk. Om na de complete chaos, de instorting van het economisch leven én de vernietiging van alle bestaande bestuurlijke instellingen iets nieuws op poten te stellen, moest én drastisch én voorzichtig te werk worden gegaan. Voor de Sovjets was een geleide hongersnood hét beproefde middel om de burgerbevolking naar hun hand te zetten, ook al keken de Yanks nu mee over hun schouder. Dus met de tijd zou dat wel wat verbeteren, hé...       

Daarbij: zo erg lang zouden die gasten hier wel niet meer blijven, want Vati vertelde dat bij de citerne over niets anders meer werd gesproken dan over de aanstaande intocht van de Yankees. De Zwitserse radiozender Beromünster zou reeds verkondigd hebben dat ze hun divisies in gereedheid brachten om de hen toegewezen sector te komen bezetten, en daar hoorde het zuidwestelijke deel van Berlijn bij. Hildegarde vroeg hoopvol: "Steglitz dus ?"..  

De Yanks waren weliswaar primaire 'Kulturbarbaren', maar de jongens beschikten tenminste over eten in overvloed en zouden de bevolking zeker niet laten verhongeren. En de Tommies stonden klaar om naar de noordwestelijke sector op te rukken, ook al verwachtten de Duitsers daar geen wonderen van. Want Engeland had te veel onder de Duitse bombardementen geleden, om nu hier de perfecte 'Gentleman' te komen spelen... Maar aangezien de voorstad Steglitz zeker onder Amerikaans beheer zou vallen, hoefden ze zich van de Britse wraakzucht niets aan te trekken...

Dit hoopvol perspectief vierden ze gedrieën luchthartig met een paar borrels bij het licht van een kaars, die ze verkwistend tot het laatste stompje op lieten branden. Waarom zouden ze nog zo angstvallig sparen, als binnenkort weer alles te koop zou zijn ?...                              

Wat Vati er niet bij had verteld, was het gerucht dat op veel plaatsen in de stad een epidemie van dysenterie en tyfus was uitgebroken en dat de Russen vooral dààrom hun troepen in de veilig afgegrendelde kantonnementen consigneerden...                                                                   

Het viel Joseph de volgende morgen wél op, toen hij even de neus buiten stak, dat het personeel van de lijkkar er bijliep als witbestoven spoken, vol ontsmettingspoeder. De meesten droegen een luguber gasmasker en zagen eruit als reusachtige vliegen, terwijl anderen het moesten stellen met een eenvoudig wit doek voor de mond. Het was windstil en overtrokken en in de straat hing weer de penetrante zurige stank van rottende lijken. Hij besloot vandaag maar binnen te blijven en zich te concentreren op zijn probleem met Martens...                        

Op zolder, in Dahlmanns roze kamer, was het meeste water opgedroogd, maar de matras voelde nog erg vochtig aan en er hing een broeierige serrelucht vermengd met een weeïg vleugje rottigheid van buiten: niet precies een aangename sfeer om een 'vriend' in te ontvangen... Indien het weer zo nog even aanhield, zat hier binnenkort alles onder de schimmel! En de geheime spiegeldeur openlaten om de zaak wat te verluchten, hield het gevaar in dat een buitenstaander deze schuilplaats zou ontdekken. Daarbij kon van de buitenlucht niet veel lentefrisheid verwacht worden...Toch moest hij het erop wagen, want deze zwoele moerasdamp onder de pannen viel niet langer te harden!               

Na wat wringen en kalk van de grond wegschrapen, kreeg hij de voordeur van Dahlmanns appartement op slot: zo kon een ongenode bezoeker hem in elk geval al niet meer bij verrassing op het lijf vallen.

Zohaast hij de spiegeldeur openzette, zorgde de glasloze vensterramen, tegen alle verwachting in, toch voor een frisse zucht en de stank leek vlug te verminderen. Als hij het hier een etmaal kon laten tochten, zat de kans er dik in dat de dompige sfeer volledig zou wegtrekken. Alhoewel...                                    

  Plots dacht hij eraan, dat hij helemaal niet verplicht was Martens in de roze kamer te ontvangen, zoals hij eerst had gepland. Dat zou zelfs veel makkelijker gaan in de belendende woonkamer van Dahlmann, mits deze een grondige beurt te geven. Buiten het vernielde lattenplafond leek het dak zelf praktisch onbeschadigd en met de cosy-corner en het overige meubilair was van de ruimte zonder veel moeite iets deftigs te maken...De wirwar van loshangende plafond-latten eraf trekken, de glasscherven en het kalkstof wegwerken, en klaar was Kees !...                                                                

Hij besloot meteen Hildegarde aan te pakken om aan het nodige kuisgerief te geraken en spelde haar daarom een mooi verhaaltje op de mouw: gisteren was hij een landgenoot tegen het lijf gelopen, wiens onderkomen was afgebrand. Z'n verloofde was door de Russen van kant gemaakt na een collectieve verkrachting en de jongen wilde er uit wanhoop ook een eind aan maken. Maar met een nieuw dak boven het hoofd, een bed om te slapen en iemand om tegen te spreken, zou hij zijn depressie wel vlug te boven komen...                                          

" Und das Essen ?", vroeg ze wat pinnig: een tweede logeergast vond ze duidelijk van het goede teveel!                            

" Geen nood! ",stelde hij haar gerust : " die vent heeft eten genoeg bij om het een poos in z'n ééntje uit te zingen! " En zohaast hij er weer wat bovenop was, zou Joseph wel zorgen dat hij met het eerste konvooi terug naar België vertrok... Joseph zag haar duidelijk denken : "Iemand die eten in overvloed bezit, laat allicht wel eens een kruimeltje vallen...Wanneer kwam die arme jongen ? Morgen middag reeds! Dan zou Hildegarde straks een handje toesteken bij het opkuisen van Dahlmanns mansardewoonst...                  

Het benam hem de hele morgen om het grof vuil weg te werken. Tijdens het middageten bruiste Vati van de onsmakelijke geruchten die hij bij de citerne had opgevangen, over de epidemie die steeds maar grotere proporties aannam. Zo danig onsmakelijk, dat zijn vrouw hem op den duur vroeg z'n mond te houden.                          

Joseph sleepte voor Hildegarde twee grote emmers water uit de blusvijver naar boven en tegen vier uur mochten de mansardekamers echt gezien worden. Voor alle zekerheid had hij het afwassen van de boekenkasten en de spiegeldeur in het zitkamertje voor eigen rekening genomen, om te beletten dat zij per ongeluk de geheime toegang tot het roze liefdesnest zou ontgrendelen. Alles verliep evenwel feilloos. Toen zij terug naar beneden slofte bleef hij op de cosy-corner liggen, zogenaamd om wat uit te rusten, maar in feite vond hij het hoogtijd worden om de details van z'n krijgsplan op een rijtje te zetten...        

Wat kon hij zijn gast aanbieden voor de gevraagde 1.000 mark, zonder zichzelf in het hemd te zetten? Buiten alle flessen sterke drank en de wijn zag hij niet zo veel...Tenzij...Ja, natuurlijk! Die pakjes 'Lucky Strike'! Daar schoot hij al een heel eind mee op. Zouden die geen twintig mark kosten op de zwarte markt ?

Vijftien maal twintig, dan zat hij al aan driehonderd...Tel daarbij twaalf flessen prima wijn, Gewurztramminer en Chateauneuf du Pape: geen kattepis! Ook zoiets van driehonderd... Dan zat hij al een stuk over de helft. En die vijf dure flessen eersteklasse Franse cognac brachten hem toch al en heel eind in de goede richting, voldoende om te kunnen onderhandelen...Wie weet, misschien kon hij Martens wel vermurwen met een paar van die blote-wijven-boekjes! ...Of met de rode jarretels van Dahlmann! ...Hij schoot in een lach, bij de gedachte alleen al!                                    

Vraag was, wat hij zou doen als de andere zijn aanbod in natura weigerde...Hij kon voorstellen zelf eerst deze kostbare luxe-artikelen te verzilveren en hem later de opbrengst in Reichsmarken te overhandigen, maar dat zou natuurlijk wel wat tijd vragen. En daar zag hij tegen op: eerst en vooral had hij een hekel aan dat sjacheren op de zwarte markt en ten tweede wilde hij zo vlug mogelijk van die opdringerige vent af. Hoe rapper deze zaak achter de rug was, hoe liever...                        

 En wat, als dat varken weigerde te wachten tot hij de boel verkocht kreeg ? Hij had werkelijk geen idee wat hij hem in ruil kon aanbieden...Hij bezat praktisch geen rooie cent, in elk geval niet voldoende om tot een akkoord te komen en het stilzwijgen af te kopen... Misschien kwam de andere wel met een voorstel op de proppen, zoniet...                        

Ja, zoniet...Als Martens het op de spits dreef, bleef er zijns inziens geen andere uitweg dan een messteek...Vooraan links naast het borstbeen, onder de vierde rib, zoals hem was geleerd...Of langs achter, onder het schouderblad....Eén stoot, en klaar was Kees, snel en proper! Veel hoefde dat niet te bloeden, als hij een lange dunne dolk kon vinden...En van het corpus afraken was tegenwoordig echt geen probleem: je kiept het op straat, en de volgende dag halen de witbestoven 'Parteigenossen' het gewoon op met de lijkkar!                         

Maar waar vond hij in hemelsnaam een deftige dolk ? Hij moest onmiddellijk de keuken eens afschuimen, hier bij Dahlmann. Of anders beneden bij De Bens, maar daar zat Boma Kruger op z'n vingers te kijken...De lade naast het fornuis van Hildegarde kende hij als z'n broekzak: daar lag zéker niets in...                   

Maar zijn speurtocht leverde nergens iets op.                                 

Toen dacht hij plots aan zijn scheermes! ... Inderdaad: één haastige haal over de strot en het varken is gekeeld! Maar hij wist uit ondervinding dat de bloedstraal wel twee meter ver kon spuiten! Een smeerboel eerste klasse en daarbij duurde het ruim een minuut voor zo'n forse kerel als Martens het bewustzijn zou verliezen...En ondertussen maar krijsen en kabaal schoppen natuurlijk! ...Leuk was ànders, maar als het moest...In godsnaam dan maar! Misschien was het aangewezen hem na het kelen onmiddellijk een flinke dreun op z'n hersens te verkopen, zodat hij tenminste de bek dicht hield  en niet heel de buurt bij elkaar schreeuwde! Met de keukenpook van Dahlmann, bij voorbeeld...                                                                  

Het plan begon vorm te krijgen, vond hij tevreden, en legde de pook alvast klaar naast de cosy-corner.                               

Tijdens het avondeten wilde Vati weer uitgebreid over de gestaag voortwoekerende epidemie beginnen, maar merkte al vlug dat de smeuïge details niet in de smaak vielen. Toch vroeg hij Hildegarde met aandrang in elk geval voor hem ook zo'n wit mondmasker te maken: veel mensen bij de citerne liepen er al mee, maar of het werkelijk iets hielp wist geen kat.                                                

Joseph ging vroeg naar zijn kamer. Hij besloot iets te lezen om het opdringerig spookbeeld van dat krijsende varken uit zijn gedachten te verdrijven. Even twijfelde hij tussen het schunnige boekje van Dahlmann, diep in de rugzak verstopt, en het dagboek in Van Rennens broodtas, maar koos dan toch maar voor het laatste.

Het duurde een paar bladzijden om aan het kriebelschrift te wennen, maar geleidelijk schoot hij al wat beter op. Hij struikelde niet meer over de kinderachtige spelfouten, waar hij zich een week geleden nog zo in verkneukeld had: die jongen deed z'n best en moest zijn gevoelens waarschijnlijk neerpennen op erg benarde momenten aan het front en in zeer moeilijke omstandigheden, wie weet.

De korte dagnotities herinnerden hem sterk aan zijn eigen rekrutentijd en de pijnlijke aanpassing aan het harde soldatenleven, maar de gelaten sfeer die ze opriepen was hem helemaal vreemd... Hier drong nooit de minste geestdrift door, om de Rus in het haar te vliegen en de wereld van het Bolsjevisme te bevrijden, zoals hij dat tijdens zijn eigen opleiding gekend had...En al evenmin een blind vertrouwen in de Leiding, of een vaste overtuiging in de eindoverwinning van de 'Nieuwe Orde'...Zelfs allesbehalve: puur defaitisme! Maar hoe kon het ook anders, in deze omstandigheden ?! Die jongen was tenslotte niet hélemaal zot ,blijkbaar !                  

Want eerlijk gezegd zou het tegenovergestelde hem verwonderd hebben... Sinds de zomer van '41 ,toen hijzelf tekende voor het 'Vlaams Legioen' ,waren de tijden erg veranderd, moest Joseph toegeven, en in oktober '44 waren zelfs bij de meest verstokte naïevelingen ondertussen de oogkleppen wel weggevallen!  De schrijver deed hem een beetje aan Leon denken, die ongeveer rond dezelfde tijd - late herfst - voor dienstneming bij de 'Langemarck' was opgeroepen, en gegaan was omdat hij wel moést! Van 'vrijwilligheid' was daarbij helemaal geen sprake meer geweest...verre van!                              

In het dagboek werden weinig namen genoemd, tenzij van de instructeurs en een paar officieren. Van de lotgenoten stonden enkel een paar vrienden met de voornaam vermeld, maar meer nog met hun bijnaam. Joseph had de jonge Jan Van Rennen natuurlijk nooit gekend, maar alles wat deze aan zijn dagboek had toevertrouwd wekte bij hem een vreemde beklemming op en onwillekeurig stelde hij zich de schrijver voor onder de trekken van zijn broer Leon...                           

Op de duur werd hij er ongemakkelijk van...Het intieme journaal van een volslagen onbekende lezen, meer nog: van een volslagen onbekende DODE, zou hem niet zo tegen de borst mogen stuiten. Maar meer en meer beeldde hij zich in dat zijn eigen broer hier aan het woord was, en dàt wekte zodanige weerzin op, dat hij het dagboek tenslotte opzij legde.                                                                   

Want als hij deze zelfbegoocheling niet verbrak, leidde de vonst van dit dagboek onweerstaanbaar tot de conclusie dat het lijk boven de apotheek Leon was...En dat hij dus zijn broer vorige week op de derde verdieping van die ruïne had laten wegrotten...                                   

Maar aangezien Martens beweerde dat hij Leon gisterenmorgen nog had ontmoet...Hij begreep er niets meer van.                         

" Kom, laat ons aan iets anders denken "...En hij diepte het leuke boekje van Dahlmann uit z'n rugzak op.    


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
02-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
03-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 327
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C40

EEN-TWEE-DRIE... IN GODSNAAM!                                                       

                             Steglitz, I5 mei '45. 

Zittend op de drempel van de voordeur, als een schouwgarnituur feestelijk omkaderd door z'n twee slaphangende vlaggen, stak Joseph vlug een 'Lucky Strike'op, toen hij Martens de hoek om zag komen: de weinige wind waaide goddank in de goede richting.             

Traag heupwiegend als een haai kwam deze op z'n slachtoffer af, gehuld in een openhangende kapootjas van het Belgisch leger, zelfzeker en met een zichtbaar sadistisch plezier genietend van de schrik die hij met zijn vertoning hoopte aan te jagen. Maar dàt laatste stadium was Joseph al voorbij. En toen de roofvis hem op een tiental meter was genaderd merkte hij met een tinteling van vreugde hoe de stommerik hersenloos in het aas hapte.                     

Martens snoof wellustig het zoete aroma van de Amerikaanse sigaret op en viel smadelijk uit zijn rol.

" Amaai, wat smoorde gij nu?... Het kan niet meer op, zeker?  Plutocraat! "               

Joseph negeerde de vraag: " Zijt ge niet wat te vroeg?... En uw oog is genezen, zo te zien!... " De haai droeg inderdaad geen zwart ooglapje meer maar leek de sneer niet te horen.                         

" Wat is dàt voor iets?  Miljaarde,  Meneer smoort Amerikaans tegenwoordig, of riek ik niet goed? "...De hebberige jaloersheid droop van zijn smoel af, vond Joseph, die deed of hij nu pas merkte wat zijn tegenspeler zo buitenmatig interesseerde. Hij wierp een korte geringschattende blik op het zoet-geurende lokaas tussen zijn vingers, zonder er schijnbaar aandacht aan te besteden. Maar de andere drong gretig aan: " Wat zoudt ge ervan zeggen om mij er ééntje te presenteren, makker?  Dat zou alles een heel stuk gezelliger maken, vindt ge ook niet? "                                   

" Ja, wat nog allemaal!  Een borrel?  En een kus van de juffrouw?  Gij vergeet toch niet dat ge gekomen zijt om mij duizend mark af te luizen? "              

"Maar toch in alle vriendschap, hé, Herr Oberscharführer!  In herinnering aan de goede oude tijd, nietwaar!  Daar kan toch wel een sigaretje op af, zeker? !"...                                            

Joseph keek hem nors en kil aan. Martens zag er niet erg fit uit: vaalbleek, met blauwe balken onder de ogen en zweetdruppels die parelend wegzakten langs de rimpels van zijn gegroefde gezicht. Op die twee dagen leek hij jaren ouder geworden. Die vent broeide vast een ziekte in zijn lijf, zoveel was wel duidelijk...En onder de ijskoude blik leek hij heel wat van zijn zelfzekerheid te verliezen... Joseph besloot het hard te spelen.                            

" Luister goed, man ", zei hij hautain, terwijl hij genadig het pakje Lucky Strike uit zijn borstzak graaide en een opgetikte sigaret aanbood, " ge kunt het beter direct in uw oren knopen: die duizend mark moogt ge vergeten: ik heb geen geld en dat wist ge van in het begin. Het zou me minstens een maand kosten om zo'n bedrag bijeen te krabben, door allerlei zaken op de zwarte markt te versjacheren!... Daarvoor heb ik geen aanleg, en nog veel minder goesting."...                                                                 

De andere luisterde nauwelijks, zo gulzig trok hij, genietend met de ogen dicht, met diepe halen aan zijn gekregen sigaret. Hij verslikte zich plots en barstte uit in een verstikkende hoestbui. Het zweet en de tranen gutsten van zijn wangen en bleek nakuchend drukte hij zijn vrije hand bukkend in zijn buik, terwijl hij met het voorhoofd op de pols tegen de gevel steunde. Hij spuwde bedachtzaam een paar losse fluimen voor zijn versleten schoenen en kwam hijgend tot rust. Niet erg gezond, die stoere jongen...              

"De Amerikanen schijnen je toch niet zo goed te bekomen...",spotte Joseph sarcastisch, maar de andere onderbrak hem hees krassend: " Zeg me liever... waar ik hier ergens... naar 't gemak kan gaan! "                                  

" Ach zo! ",dacht hij, toen hij plots de symptomen herkende," De beschamende 'loop-graaf'ziekte steekt weer de kop op, zo te zien:" de darmkrampen die het verblijf in de frontlijn tot een hel maakten, onder het motto "Loop en graaf !"  Maar de ingebakken solidariteit onder oude tranchéeratten overwon zijn weerzin.                                                  

" Kom mee naar boven...Maar het is op het derde!  Wat denkt ge: zal het gaan? "                 

" Bah, 't zal wel moeten...",kreunde de andere triest, " het is nu tóch al te laat..."                                                                                

Beiden strompelden stijf de zes trappen op, elk met zijn eigen handicap. Boven bij Dahlmann wees Joseph de W.C.-badkamer aan en de emmer water die hij eergisteren speciaal uit de blusvijver geschept had: " Moest g'u somwijlen wat willen wassen? "      

Hijzelf liep door naar de cosy-corner in de zitkamer en stak peinzend een tweede sigaret op om dit nieuwe aspect van de situatie even koel onder ogen te nemen. Een reus op lemen voeten, die Martens...          

Dat begint hier aardig te stinken, dacht hij: die vent heeft vast dysenterie, wat helemaal niet verwonderlijk zou zijn met dat doorlopend lyrisch 'wegwerken' van rotte lijken op het kerkhof...Hoe dan ook: als hij werkelijk zo ziek moest zijn, dan was hij zonder geneesmiddelen binnen de week een vogel voor de kat!  Een mooie oplossing, want zodoende geraakte hij van het varken verlost, zonder dat hij het hoefde te kelen of de handen vuil te maken...

Maar dan moest hij wel trachten hem te overhalen hier in huis te blijven in afwachting van dat heuglijke moment, om hem te beletten de Russen op de hoogte te brengen van Josephs bezwarend verleden... Dit nieuwe plan had echter twee grote nadelen: hij zag ertegen op die vent een weeklang te verzorgen, en op de koop toe riskeerde hij eveneens besmet te raken door die smeerlap!           

Maar anderzijds ontnam deze ziekte Martens één grote troef: zijn fysieke overmacht!  En dàt was niet niks!... Misschien kon deze plotse inzinking van zijn tegenstander de gegevens van het probleem grondig veranderen en hem toelaten in die zin een variante op zijn oorspronkelijk ontwerp uit te broeden?... Of een combinatie van de twee, want een verzwakt varken stribbelt hoe dan ook minder tegen...          

Maar vóór hij hem het hoekje omhielp, moest hij eerst te weten komen waar hij Leon ergens kon vinden...  Zoniet was alle moeite, die hij aan dit akkevietje zou besteden, zinloos...              

Langzamerhand begon Joseph al een wat duidelijker inzicht te krijgen in de chronologie van zijn plan: eerst moest hij Martens lijmen om een dagje of zo hier te blijven, zodat hij ondertussen contact kon opnemen met broerlief. En vooraleer deze hier introk moest hij van het varken zien af te raken. Als hij dat laatste niet op tijd klaar kreeg, dan kon Leon misschien een handje toesteken om die vent de deur uit te werken,... of beter gezegd: het venster! Een soort zeemansbegrafenis :eerst een dreun op z'n hersens met deze pook hier ,dàn wat laten opstijven op een plank en vervolgens midden in de nacht een geruisloze schuif-af door het raam!... "Eén-twee-drie...in godsnaan !"...Een duikvlucht van drie-hoog naar beneden zal wel ruimschoots voldoende zijn voor een " Himmelfahrtkommando"... zoniet moet ik dringend mijn klassiekers eens herlezen! "                                                            

Een gestommel in de badkamer onderbrak zijn zoet gemijmer. Een ogenblik later wankelde een lijkbleke Martens de woonkamer in met zijn kapootjas over de arm, en liet zich zwaar zuchtend in de lederen zetel zakken.                  

" Wel vadertje, ge hebt het lelijk zitten, zo te zien! ", gekte Joseph: " Durchfall? "            

De andere veegde met de mouw het klamme zweet uit de ogen en keek toen wat gelaten op: " Ik moet u toch geen tekeningeske maken, hé..."                "Bloed ?"                                                         

" Wat denkt ge? ",vloog hij uit, " Dat ik voor een gewone stront zo'n smoel zou trekken?!... Natuurlijk, bloed...Die rottige vliegen op het kerkhof! "             " Kunt ge dan geen soort gasmasker opzetten, zoals d'andere allemaal doen? "         

" Ge denkt toch niet dat ik daar in een cirque sta, hé?  Hebt gij soms al eens geprobeerd een Requiem te zingen met zo'n stom gasmasker op uw snuit? "  Deze plotse verontwaardiging scheen hem wat op te kikkeren. Hij ademde een paar maal nadrukkelijk in en uit: " Bon, Winnetoe, om tot onze zaken terug te komen: hoe staat het met de centen, de piasters of hoe moet ik het zeggen? "                                      

" Maar man, gebruik uw verstand!  Wat zoudt gij nog met geld kunnen aanvangen?  Ge weet goed genoeg dat ge binnen tien dagen de pijp uit zijt, als ge u niet deftig kunt verzorgen... Op een huisbezoek van een doktoor moet ge tegenwoordig niet meer rekenen: wat van die gasten nog in leven is werkt zich kapot in de hospitalen bij de gekwetsten, of tracht de epidemie in te dijken... Als ge een kleine kans wilt overhouden om er door te rollen, moet ge u dààr laten opnemen...En dan nog: ook in 't hospitaal kreperen ze lijk vliegen!... Maakt uzelf niets wijs, man: Zuid-Amerika kunt ge vergeten...Dat haalt ge nooit van ze leven! "                                        

Terwijl Martens hem nors en gemeen bleef aanstaren, trok hij een kastje van de cosy-corner open en haalde een fles brandy te voorschijn. Hij zag aan de plotse flikkering in de haaienogen dat de tegenspeler voor een tweede maal in het lokaas zou happen.            

" Ha, und gleich kommen die Weiber! ",riep deze verlekkerd uit en van zijn 'slaptitude' was opeens niets meer te merken.               

Joseph keek hem gemaakt verbaasd aan: " Wilt gij soms óók een borrel drinken?... Ge weet toch dat dit helemaal niet gezond is in uw situatie, hé...                  

" Daar veeg ik vierkant m'n kloten aan...Ge zegt het zelf:  het leven is te kort om lang te zeveren!  Voor mij een dubbele, Garçon! "          

" Kalmkens aan, hé: ge weet zeker niet goed wat dat kost? !" Maar hij nam toch een tweede glas en schonk onder Martens' gulzige ogen een flinke bel uit.                                                                

" Als dat zoveel kost, kunt ge mij die fles alvast als voorschot verlappen, hé!  Dat is dan al twintig mark die ge minder moet afdokken...Allee, prosit!  Gelijk ze bij u zeggen: " Die gèn oar hèn, zien pudden! " Joseph nipte zwijgend aan z'n glas en zag met leedvermaak hoe de andere na een eerste slok genietend achterover zakte in de fauteuil...Het werd tijd om een ander onderwerp aan te snijden, vond hij.             

" Voor we verder spreken over voorschot en losgeld afbetalen...",begon hij voorzichtig, " zouden we het eerst eens moeten hebben over Leon, denkt gij ook niet?  Dan zien we later wel wat die inlichting waard is..."                                                             

" Ow, makker: de zaken niet op de kop zetten, hé!  Denkt gij maar eerst eens deftig na wat mijn inlichting bij de Russen waard is!  Of beter gezegd: als ik ze géén inlichtingen geef! "                

Die koppige ezel zat met een idee-fixe, waar hij blijkbaar niet makkelijk vanaf was te brengen... Joseph schudde meewarig het hoofd: " Ge schijnt het nog altijd niet dóór te hebben dat het binnen tien dagen met u gedaan is...Wat voor nut heeft het dan om nog rap-rap een oude wapenbroeder te verraden, tegen onze erecode in? ! Wat, als ik ù bij de Russen moest aangeven? "...                   

Martens proestte het uit: " Gijsse sukkelaar!  Wat kan mij de Roeskies schelen!  Gelijk ge zegt: binnen een week ben ik toch de pijp uit!  En als ze mij een paar dagen eerder tegen de muur zetten spaart me dat een hele hoop buikkrampen!... Maar ik verwacht zelfs niet dat ze zo barmhartig zullen zijn om een zieke schijtreiger lijk ik in den bak te steken, want ze zijn zélf als de dood voor een vuile besmetting...Neen, Winnetoe, die vlieger gaat niet op...En om uw eigen woorden te gebruiken: gij schijnt nog altijd niet dóór te hebben dat gij mijn wapenbroeder niet zijt, maar mijn overste die mee verantwoordelijk is voor al mijn ongeluk en die er op de koop toe met mijn lief vandoor is gegaan!  Dat heeft met erecode niets te maken, boerke: dat is een persoonlijke zaak tussen gij en ik!  En het is dààrvoor dat ge zult bloeden, en voor niets anders! "                

Joseph keek hem onbewogen aan, hoe hij gulzig zijn glas achterover sloeg.                      

Bon, als dat u gelukkig kan maken...Maar stel nu eens dat ik aan medicamenten geraak om u te genezen "... Hij dacht aan de vernielde apotheek op de hoek: een nieuw zet in het schaakspel.        

Een glimp van hoopvol ongeloof verzachte even het verweerde gezicht. Even maar, en dan brak het spottende sarcasme weer door.        

" Och, wil die süsse Krankenschwester mij genezen?  Wat lief van u, zeg!... Stomme kloot!  Alsof ik niet begrijp dat ik voor de rest van mijn leven een doorlopende bedreiging ben voor een miezerige onderduiker lijk gij!... Weet wel dat ik uit jouw handen nooit een medicijn zal aannemen, boerke, want negen kansen op tien is het vergif, en voor mij is elke dag er één!  Ik kan je hulp bij een vervroegde "Abfahrt" best missen, makker: als ik een statie te vroeg uit de trein wil stappen doe ik dat wel op eigen kracht!  Daar heb ik niemand bij nodig..."                              

" En als die dubbele borrel nu eens vergiftigd was...",opperde Joseph spottend. Martens blikte naar zijn lege glas en dan naar dat waar zijn 'gastheer' nauwelijks aan genipt had, maar liet zich niet vangen.                                                                       

" Geef me dan nog maar één van dat soort vergif...", lachte hij sardonisch en hief zijn glas op. Joseph lachte met hem mee en schonk nog eens vol. Dit ontspande de sfeer een beetje.                  

" Om op Leon terug te komen...",begon hij opnieuw.            

" Man, zaag zo niet aan m'n oren met uwen Leon! " viel Martens hem verveeld in de rede, " die vent is dood en begraven! " Hij nam een slok van zijn cognac en zag niet hoe Joseph plots als een zoutsteen verstijfde. " Ik heb hem een paar dagen geleden zien begraven in de grote sleuf van het Martinus Friedhof, waar wij stonden te zingen...Aan de Bergstasse, hier in Steglitz. Ik herkende zijn SS-uniform met het Langemarck-lint rond de manchet toen ze hem van de lijkkar smeten, en ik heb onze sopraan Truus erop afgestuurd, zogenaamd als een verre nicht. Ze heeft zijn Soldbuch gekregen, en later heb ik het register ingekeken. Als plaats van overlijden stond er: Steglitz, Albrechtstasse 23...Daar hebben ze hem gevonden: hij moet hier dus vlakbij gesneuveld zijn, praktisch voor uw neus boerke "... Hij oreerde onverstoorbaar verder, zonder de opwellende moordlust in Josephs ogen op te merken.                            

Die vent had hem dus heel die tijd voor de aap gehouden en hem in de waan gelaten dat broertje Leon ergens veilig zat ondergedoken...Dat varken!  Dat vuile vettige strontvarken!  Dat schunnige schijthuis! Dat... Voor hij het goed realiseerde had hij onder het kussen van de canapé de pook gegrepen en die zwijnhond met een brede zwaai een hengst op z'n hersens verkocht. 

De oogballen sloegen omhoog, als om de schade binnenin de schedelpan te onderzoeken. De tweede haal verbrijzelde het glas in de hand, die Martens nog instinctmatig ter bescherming van zijn rechterslaap tevergeefs had opgeheven. Leunend op het salontafeltje hakte Joseph nog vier-vijf maal in op het voorhoofd van zijn slachtoffer, tot hij zwaar hijgend besefte dat hij er onnodig een smeerboel van maakte. De mislukte "maître chanteur" lag levenloos onderuitgezakt in de leren zetel, het gezicht onherkenbaar tot moes geklopt.                                                                             

Toen het rode waas voor zijn ogen wegtrok zag hij tot zijn ergernis overvloedig bloed stuwen uit diepe wonden die de glasscherven in wang en hals hadden gekerfd. Gelukkig stroomde het meeste in de kraag van het versleten vest, dat door het onderuitzakken hoog boven Martens' schouders stond opgefronst.                   

Vlug-vlug, hij moest iets doen vóór heel de fauteuil besmeurd geraakte!  Hij wierp een haastige blik om zich heen en rukte toen woest het overgebleven gele gordijntje met de wingerdranken van het raam. Hij zag onmiddellijk dat het bloeden niet te stelpen was en wikkelde haastig heel de smeuïge kop in het plakkerig bevlekte vod. 

Dat scheen de vloed voorlopig te houden, maar het lijk kon toch zo niet blijven liggen...Eérst vlug de voordeur op slot: je weet maar nooit wie hier op het lawaai af mocht komen...Al had hij achteraf wel de indruk dat de slachting tamelijk geruisloos was verlopen:  hij herinnerde zich niet dat hij in zijn razernij onder het houwen hard zou hebben geschreeuwd...Zouden de Krugers hieronder iets hebben gemerkt?  Hij hoorde toch geen reactie.                                                                               

Bon, nu het lijk voorlopig verbergen!... Volgens zijn oorspronkelijk uitgekiende plan zou hij het varken in de 'Roze Kamer' hebben gekeeld en het daar opgesloten tot hij het 's nachts ongezien op straat kon dumpen. Ondanks het veranderde scenario leek hem dat nog steeds de beste oplossing...                                

Vijf minuten later lag het lijk veilig achter de geheime spiegeldeur opgeborgen, zonder dat hijzelf bij het trekken en sleuren zijn eigen kleren had besmeurd. In de badkamer was al het water in de emmer opgebruikt en een gore uitgespoelde onderbroek hing aan het handdoekrek uit te lekken...In de W.C.pot zweefde nog een roze schijn van de bloeddrek. Die moest straks dus eveneens ontsmet worden... Er stond niets anders op dan een nieuwe emmer water te halen in de blusvijver van het parkje om alle bloedsporen in Dahlmanns salon uit te wissen.                                            

Het duurde ruim een uur voor de karwei geklaard was. Toen hij met een gerust gemoed terug bij de Weimars verscheen en Hildegarde wat raar opkeek omdat hij niet op het middageten was verschenen, legde hij uit dat zijn vriend onwel was geworden en hij nadien de boel wat had opgeruimd. Die vent verdroeg geen drank, en zodoende...                      

Als domper op alle verdere achterdocht zette hij de aangebroken fles cognac op tafel: " Ein Willkommgeschenk von unserem Gast!  Er schläft jetzt, aber auch ohne ihm können wir ein Heiltrunk bringen, was meinen Sie? " 

Hildegarde zei nooit nee,  wist hij al...Toen na de derde borrel Vati van zijn waterkarwei binnenkwam, voelde deze zich wat tekort gedaan. Tegen zes uur stond de bodem van de fles droog en waren de twee oudjes al flink in de wind. Joseph had zich bij de laatste borrels opvallend matig bediend, wat de Weimars bijzonder sympathiek van hem vonden...             

Het avondeten stelde niet veel voor, maar niemand had daar dan ook veel van verwacht en bij het vallen van de duisternis kreeg hij de oudjes in bed. Een kwartier later leek het wel of ze hun bedstede stuk zaagden...                                                             

Joseph wachtte tot hun enige wekker middernacht aanwees en kroop toen in alle stilte zittend de trappen op. Bij de Krugers, op het tweede, snurkte ook iemand: de opoe waarschijnlijk...Voetje voor voetje sloop hij Dahlmanns appartement door en hoorde voor het eerst dat zijn kunstbeen weer piepte...Ook de spiegeldeur knarste spookachtig als in een misdaadfilm.                                                     

Toen hij de kaars aanstak steeg een zwerm dikke vliegen verschrikt van het lijk op en ze gonsden kwaad om zijn hoofd. Hoe weerzinwekkend hij het ook vond, eerst moest hij Martens' zakken grondig onderzoeken en om vlug te gaan maakte hij de fout ze binnenstebuiten te keren. De inhoud gooide hij bijeen op een hoopje: morgen had hij alle tijd om het op z'n gemak te bekijken.  

De portefeuille in de achterbroekzak voelde vies en vochtig aan en hij moest aardig wat pulken om die onder het lijk uit te halen.          

Die zware vent verslepen tot onder het mansarderaam van de zitkamer was reeds een slopend werk omdat het zo geruisloos mogelijk moest gebeuren, maar hoe hij in hemelsnaam dat zakkerige lijk over de vensterbank moest krijgen, een meter boven de vloer, zag hij zo direct niet zitten...              

Na enig denkwerk sleurde hij het op de lage lange salontafel. Het hoofdeind vervolgens op de vensterbank heffen was helemaal geen kinderspel, want Martens had de onhebbelijke gewoonte steeds opnieuw naar beneden te glijden. Maar uiteindelijk lukte het toch door het lijk met het gordijnkoord voorlopig aan het tafelblad vast te binden en het voeteinde op twee keukenstoelen te steunen...

Deze wankele constructie bracht de katafalk min of meer horizontaal vóór het open venster zoals hij gepland had. " Koppie-koppie! " gromde hij tevreden. En om deze zege van de geest over de dode materie te vieren gunde hij zich eerst een sigaret om even uit te blazen.           

Goddank dacht hij er tijdig aan het bebloede gordijn van het hoofd af te wikkelen, want een zelfmoordenaar met een bloempjesmotief over de kop zou waarschijnlijk raar overkomen... Alhoewel,  tegenwoordig kon niets de mensen nog verbazen...              

Het voeteinde omhoogporren was een helse bedoening: in gewichtheffen hadden ze hem tijdens de SS-opleiding nooit vooraan genoteerd. En tot overmaat van ramp weigerde Martens nu halsstarrig van het hellend tafelblad af te glijden ,het open venster uit. Maar door met de armen hoog boven het hoofd te schokken kreeg Joseph eindelijk wat leven in het lijk, bij wijze van spreken... 

Toen ging het plots vliegensvlug. En met een klassiek "één-twee-drie: in godsnaam! " schoof Martens als een dode zeeman van het tafelblad de dieperik in.                

Het leek een eeuwigheid te duren voor Joseph het lijk op de kasseien hoorde ploffen: miljaarde, wat een hels lawaai was dàt! " Als nù de hele buurt niet wakker schiet zijn de buren ofwel potdoof, ofwel poepeloerezat zoals de Weimars", dacht hij verschrikt.         

Ofwel wilden ze gewoonweg niets meer horen...                       

<!--[if gte mso 9]>


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
03-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 328
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C41RHEINGOLD...                                                                                                   

                             Berlijn, I6 mei '45.                                                                                                                    

De volgende morgen was er in hun straatje een hele commotie rond het lijk van de onbekende zelfmoordenaar op de stoep voor de 15B.                            

  Iedereen sprak er schande over dat een vroege vogel - 't is te zeggen een Russische soldaat -  niet aan de verleiding had kunnen weerstaan om het stoffelijk overschot vlug nog van zijn laatste bezittingen te beroven: zie maar eens naar die binnenstebuiten gekeerde zakken!        

Joseph kon er niet onderuit: eerst moest hij tegen de Weimars, en later tegen de chef van de ophaalploeg,  uitleggen dat deze toevallige kennis van hem aan dysenterie leed en waarschijnlijk vannacht een crisis had gekregen ten gevolge van de cognac...Hij was al zwaar depressief geweest toen Joseph hem uit medelijden een voorlopig onderdak had aangeboden. En pijnlijke krampen hadden hem zonder twijfel in de vroege morgen over de drempel van de waanzin gedreven,hé...

En over de vensterbank...Neen, niemand had iets gezien of gehoord...Een triestig geval, ja...Voor zover Joseph het zich herinnerde heette die 'toevallige kennis' Jansen...Herman Jansen:                        

" Ein Belgischer Fremdarbeiter, genau wie ich, verstehen Sie?... "  Een sukkelaar...                      

De ploegchef noteerde het gelaten in een soort fakturenboekje en stak de afgescheurde doordruk als een armzalige papieren ersatzpochette in de borstzak van Martens' sjofele vest:

" Ordnung muss sein! "... 

Vier griezelige gasmaskers sleepten de zware last op de kar, waar al een nat vrouwenlijk onder een zwerm vliegen lag te stinken. Vlug nog twee scheppen kalk erover gezwierd en in een witte wolk sjokte de lugubere groep het straatje uit...                                

Exit kwelgeest 'Herman Jansen'.                                                           

Vooraleer Hildegarde de gelegenheid kreeg boven rond te neuzen ging Joseph haastig op inspectie om de laatste sporen van de nachtelijke 'zeemansbegrafenis' op te ruimen en nadien stond hij erop, zonder haar hulp en met twee emmers water uit de blusvijver van het parkje aan de overkant, in heel Dahlmanns' garconnière serieus grote schoonmaak te houden. Zogenaamd om de gebruikte kamers grondig te ontsmetten van alle dysenteriekiemen...Zij liet hem gewillig zijn gang gaan, duidelijk opgelucht dat zij haar eigen gezondheid niet in gevaar moest brengen met zo'n zware karwei.                                                                                           

Tijdens het middageten vermeden ze piëteitsvol nog over de zelfmoord van zijn 'vriend' te spreken. Dus dàt hoofdstuk was nu ook definitief achter de rug, dacht Joseph. Maar een mens kan zich nog aardig vergissen...                                                                                         

Het weer was helemaal omgeslagen toen hij Vati vertelde met hem en Neumann een stukje te willen oplopen, richting waterpomp: hij wilde een bezoek brengen aan het Martinus Friedhof bij de Bergstasse, zei hij devoot. Hij kon zijn landgenoot toch niet zonder een gebed laten begraven hé?  Dat vonden de Duitsers heel patent van hun Belg: diep in hun binnenste hadden ze eerlijk gezegd zoveel deernis en naastenliefde van een "Auslander" niet verwacht.        

" Du bist doch ein guter Mensch, Herr Josef ", moesten ze toegeven toen hij een half uurtje later van de twee buren afscheid nam aan de achterkant van het drukke kerkhof waar verschillende ploegen in een mist van kalkstof fors stonden te scheppen...             "

Man, als je eens wist hoe ik vierkant m'n voeten veeg aan het dumpen van Martens' lijk in de lange greppel van dat modderige massagraf! Hoe dieper ze hem duwden, hoe liever! " Ten andere, van af de ingangspoort zag hij al dat het praktisch onmogelijk zou geweest zijn de greppel dicht te naderen:  heel die hoek van het kerkhof was met een sanitair kordon afgezet. Daarachter was het een drukte van belang: een stuk of tien pelotons grafdelvers openden evenveel voren, de lijkkarren reden aan en af, en volgende pelotons wierpen de greppels geleidelijk aan weer dicht in een nevel van opwarrelend bluskalkpoeder. Echt goed georganiseerd bandwerk, uitgevoerd met gekende "Deutsche Gründlichkeit"...Het moet gezegd dat die mannen op gebied van massagraven toch wel een beetje ondervinding hadden opgestoken, de laatste jaren...                                           

Maar daarvoor was Joseph niet naar hier gekomen. Hij wilde enkel de registers raadplegen op de administratie en zo te zien was hij niet de enige...Een lange slang schoof aan naast het kleine gebouwtje, waarvan de gevel versierd was met een weinig toepasselijk arduinen basrelief: een zwaar-geharnaste engel, het hoofd treurend genegen boven een reusachtig zwaard. Treurig, inderdaad, want in zo'n zware uitrusting riskeerde ze niet zo vlug naar de hemel op te stijgen. En in elk geval geen reclame voor het Duitse militarisme!                             

Hij sloot wat gelaten aan op het einde van de lange rij wachtenden: meestal grauwe vrouwen en norse grijsaards, in zichzelf gekeerd en volledig verzonken in hun eigen sombere gedachten. Af en toe sloegen er een paar verontwaardigd aan het mekkeren als er een nieuwkomer de rij negeerde en zich hautain langs de kop van de slang door het deurgat wrong.          

"Mensch ! Schau mal an: noch ein sogenammter Anti-Faschist! Haben zehn Jahre das Maul gehalten, und jetzt wird auf den Volksgenossen gespuckt wie Dreck! Eine richtige Schande! " Vuile onderkruipers! In plaats van het goede voorbeeld te geven en met de lotgenoten mee aan te schuiven! Alsof wij destijds niet allemaal tegen de oorlog waren, nietwaar?  Zo'n rotzooi heeft toch niemand gewild...               

" Tiens-tiens...",dacht Joseph, " als er hier één officiële, erkende anti-fascist staat, dan ben ik het toch zeker? ! Of kon er misschien nog iemand pronken met de eretitel ' Vriend van de Sovjetunie '? " Hij besloot zijn kans te wagen en stapte zwaar hinkend uit de rij naar voor: als hij gewoon als een idioot bleef aanschuiven kon het nog uren duren voor hij aan de beurt kwam.                   

Binnen aan de deur stond een soort provoost de orde te bewaren in een haastig gedénazificeerd uniform met een paar verdacht-donkere plekken boven de verschenen  borstzakken.

Hij duwde de Cerberus zelfzeker zijn tricolore paspoort tegen de neus en liet hem duidelijk verstaan dat hij voor de rest op kon hoepelen: zo moest je verdomme een Duitser behandelen! Maar die oude beunhaas greep hem bij de schouder.                     

" Hé-hé! Was soll das, Mensch? ! Was ist das für'n Affen-Ausweis? " Die brutale vent noemde deze relikwie een apenpas?  Zo niet, hé makker!                           

" Wie sagst du?  Affen-Ausweis? ! Du meinst ich wäre eine Affe? ", blafte hij de grijze portier in het gezicht," Kannst du nicht lesen was hier steht?  'Freund der Sovjet-Union'! Unterschrieben von dem Russischen Kommandanten! Sie hätten vielleicht lieber ein  Ausweis der Gauleitung gesehen, was? " Deze insinuatie op de donkere plekken van 's mans dienstrok scoorde nog sterker dan een verzonnen kniestoot in zijn kruis.                                                                       

Vijf seconden later stond Joseph voor de balie, vijandig aangestaard door een tiental opzij geschoven vrouwen en een gecraqueleerde portier, die minstens een halve meter was gekrompen.                    

Met een hondse onderdanigheid liet de overijverige receptioniste haar vinger langs de kolom namen glijden van hen die op I2 mei begraven werden:

" Petré, sagen Sie...Petré... Petré... Nein, nichts."  Ze sloeg het zesde registerblad om: "...Ach, hier, ja tatsächlich:  Petré Leo, SS Langm.,Steglitz Albrecht 23! Grube Drei! " De matronne glimlachte fier om de degelijkheid van haar ambtelijke geschriften.                         

  " Darf ich mal? ",vroeg Joseph. En zonder verdere complimenten draaide hij het boek naar zich toe.                               

Het gotische schrift las niet erg gemakkelijk, maar hij kon er toch niet onderuit: daar stond het in purperen inkt geboekstaafd. Broertje was dood en begraven in massagraf nummer drie...                

Juist toen hij peinzend het dikke register terug wilde draaien naar de bediende viel zijn oog op de naam onder de lijn van Leon: " Loridan"...Hij kreeg een schok bij de verdere ontcijfering van de vermelding: " Loridan Monika, Krankenschwester, idem, idem."  Als gebiologeerd staarde hij naar deze naam...Monika...Monika...Er was geen enkele twijfel mogelijk: Monika Loridan..., dat was het knappe lieve Vlaamse verpleegstertje, Schwester Monika van Praag, die hem over de zenuwschok na zijn tweede amputatie had heen geholpen...Schwester Monika van het "SS Erholungsheim für Kriegsbeschädigte", waarmee hij nog die korte liefdesaffaire had beleefd...en op dat rendez-voushotel was gaan vogelen ! Leon had in één van zijn eerste brieven geschreven dat hij haar in Lüneburg opnieuw ontmoet had. Die twee waren dus op één of andere manier aan elkaar blijven plakken, zo te zien...Verdomme, die lieve zachte zoete Monika: ook al dood!... De slag kwam harder aan dan het overlijden van Leon...                                                                  

" Gestatten Sie! " Hij schrok wakker uit zijn herinneringen toen de matrone het register hebberig weer naar zich toe trok en vragend de vrouw achter hem aankeek. Gewillig ruimde hij de plaats aan de balie en merkte in het buitengaan niets van de pinnige vrouwenblikken uit de rij wachtenden, noch van het schuchtere militaire saluut waarmee de gecraqueleerde Cerberus hem vereerde.          

Het was nu wel zonneklaar: die twee op de derde verdieping van de vernielde apotheek waren Leon en Monika geweest! En hij had ze daar zonder meer laten liggen, als aas voor de vliegen en de ratten!... " Idem, idem", stond er achter: zelfde plaats van overlijden, zelfde plaats in het gruwelijke massagraf...Grube Drei...Twee jonge levens samen afgeknakt: wat een zwijnerij!                            

Maar het was hem een raadsel welk noodlot die twee tijdens de laatste gevechten bijeen had gedreven om samen ten onder te gaan...Je kon nu wel zeggen dat een idioot impuls hen op een slecht moment naar de verkeerde plaats had geleid, maar dat loste niets op...          

Joseph geloofde totaal niet in een god of een soort alles-besturende Voorzienigheid. Neen, Monika moet waarschijnlijk stomweg ergens in de chaos op Leon gevallen zijn, en de naam Petré heeft haar aan een oude liefde doen terugdenken. En tijdens de laatste opdracht wilde ze zonder twijfel de jongste broer onder haar hoede nemen, zoals ze een jaar voordien met de oudste had gedaan...Arme Monika...                                                        

Toen hij in de Albrechtstrasse weer aansloot in de sliert vluchtelingen uit het oosten vielen de eerste zware druppels in de dikke stoflaag op het wegdek. Iedereen keek bezorgd omhoog naar de dreigende wolken, afwegend of ze voort zouden sjokken onder de povere beschutting van haastig omgeworpen militaire regenponcho's, of betere tijden afwachten in de tochtige koetspoorten van de nog rechtop staande woonblokken. Ze hoefden echter niet lang te twijfelen: de hemel brak open en de stortbui geselde het voetvolk van de straat af.                    

  Joseph veroverde onder zo'n duister tunnel-gewelf een droog plaatsje tussen de afgepeigerde stinkende vluchtelingen en hun vreemdsoortig bagagevervoer: trekkarretjes, kinderwagens allerhande, oude fietsen mét of   zonder banden en zelfs kruiwagens. Het leek wel of ze het wiel herontdekt hadden als ideaal middel om de lasten te verplaatsen die te zwaar of te omvangrijk waren voor de rugzak...

Er hing een zure lucht om hen heen, een onsmakelijk mengsel van natte hond en vuile luiers. Ze spraken slechts gedempt, in kleine klitten bijeen, als schaamden ze zich zo laag te zijn gevallen. Enkel een baby sloeg vervaarlijk aan het kelen toen zijn moedertje van deze rustpauze wilde profiteren om de borst te geven. Maar toen de scheeuwlelijk luidkeels weigerde, probeerde ze er nors wat voorgekauwd broodpap in te duwen.        

Er liep geen kat meer op straat. Enkel de piepende krakende boerenkarren trokken in de pletsende regen verder de stad in, de uitgeputte paarden wat herademend onder de opfrissende douche over kop en schoft...                                                                                 

" Ze stappen, hun strengen al stijvend, de fiere twee horsen tegader...": Joseph dacht terug aan zijn humanioratijd in Oostende. Verdomme, met moeite vier jaar geleden, maar het leek reeds een stuk vaderlandse geschiedenis!... En hoe zou het met Nadine zijn?  Negen kansen op tien lag die nu ergens in de duinen te vrijen met een Amerikaan, die teef! Of met een Canadees, want Leon had hem destijds verteld dat dié aan de kust hadden gevochten...Miljaarde, die regen maakte hem wel zwaarmoedig, met al die herinneringen aan zijn vervlogen liefdes: eerst Monika, nu Nadientje weer!...                                               

Die regen...ja: het zal er weer proper uitzien in de verzopen roze kamer van Dahlmann! En al dat kostbare eten dat er lag opgeslagen!... En die rommel die hij uit Martens zakken had gehaald...

Maar nu deze afpersingsaffaire achter de rug leek, en de 'chanteur' veilig onder de grond stak, kon hij zich dat laatste niet erg meer aantrekken...                                           

En van rommel gesproken: plots dacht hij eraan dat die broodzak, die hij bij de lijken in de apotheek had gevonden, met die Jan Van Rennen totaal niets te maken had!... Het dagboek waarmee hij zo kleinerend had gelachen beschreef in feite de ultieme belevenissen van zijn eigen broer...Maar had hij dàt intuïtief niet reeds van bij het begin aangevoeld ?  Ja toch...                                           

Toen de regenvlaag overdreef verlieten de landverhuizers in kleine groepjes hun schuilplaats weer en vatten met voorgewende frisse moed de volgende kilometer aan op de eindeloze weg naar de Amerikaanse lijnen... Zouden zij dan niet op de hoogte zijn van het gerucht dat de Yanks binnenkort naar hier moesten komen?  Of wisten ze wel beter?  Wat een pest, dacht Joseph, met deze voortdurende onzekerheid: de lucht gonst van de geruchten, maar je hebt geen enkele houvast. Stel dat, ondanks al die optimistische verhaaltjes, de Amerikanen geen voet verzetten en de Russen heer en meester blijven in Berlijn...Leuk vooruitzicht, zeg! Dan was het voor hem binnenkort ook "inpakken en wegwezen" geblazen...De baan op !                        

Joseph keek met bedrukt gemoed de laatste vluchtelingen na die uit de beschutting van de koetspoort weer bij de lange sliert verdrevenen aansloten: in zijn verbeelding zag hij zichzelf al met hen meesjokken naar het westen, tussen de eindeloze puinhopen van vernielde Duitse steden, het onbekende tegemoet...                       

Terug naar de Vlaamse kust?  In feite had hij daar niets meer verloren...Geen mens die in Westende nog iets om hem gaf, en vice versa...Kon hij niet beter onderduiken in een grote stad zoals Gent of Antwerpen?  Maar om uiteindelijk wàt te doen, verdomme?! En hoe lang zou zijn valse identiteit in dat apenland van achterdochtige pennelikkers stand houden?  Ware het niet veiliger om wat rustiger tijden af te wachten in een grote Duitse grensstad, buiten bereik van de op hol geslagen Belgische justitie? Aken ? Of Keulen bijvoorbeeld... Jupp woonde daar ergens: misschien kon dié hem voorlopig opvangen?            

Maar wat dom van hem! Jupp zat natuurlijk ook ergens vàst : krijgsgevangen, vooropgesteld dat hij de vuurpoel van de laatste maanden had overleefd. Leon had wel verteld dat die Duitser juist voor de intocht van de Canadezen uit de batterij deserteerde, maar zoiets loopt zelden goed af... Daarbij, zelfs indién hij de dans was ontsprongen, had die vent geen enkele reden om Joseph aan zijn hart te koesteren: hun enige affectieve band liep over Marie, en die was al lang dood en begraven!

En op de koop toe had slimme Joseph hun amoureuze verhouding destijds uit alle macht tegengewerkt! Neen, Jupp kon hij beter zo vlug mogelijk vergeten...                          

Hij zuchtte wat ontmoedigd, maar hervatte zich snel: er stond niets in brand en voorlopig kon hij de zaken nog rustig op hun beloop laten. Enkel de regen had hem zo neerslachtig gemaakt, voelde hij, en nu brak alweer een waterzonnetje door de wolken, zie...Hij kon beter als een gesmeerde bliksem eens thuis gaan kijken wat voor een ravage deze bui in de roze kamer van 'Frau' Dahlmann weer had aangericht...                         

<!--[if gte mso 9]> <w:LsdExceptio


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
03-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
04-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 329
Klik op de afbeelding om de link te volgen

HEMELSE DAUW...

En van ravage in de rose mansarde gesproken: miljaarde, dàt was er één! Het carpet voor Dahlmanns bed leek meer op een zompig rood moeras. De regen had het bebloede gordijn, waarmee hij het tot moes geslagen gezicht van Plakpot-Martens ha d omwonden, totaal doordrenkt en het spoelwater zocht nu zijn weg tussen de reten van de plankenvloer... Het plafond van de kamer hieronder, die hij vroeger in het appartement van de familie De Bens betrok, zou er vast een gezond kleurtje bij gekregen hebben! Miljaarde, getaarde, gevlamde, geketste! Hoe kon hij dàt nu weer gaan uitleggen? !                      

Maar kom, er moest iets gebeuren, en vlug! Misschien viel het tij nog te keren...                                                                                         

Met een emmer uit het keukentje en het kletsnatte gordijn ging hij als een volleerde kuisvrouw de plassen te lijf: opdweilen en uitwringen, opdweilen en uitwringen, steeds opnieuw...De volle emmers roestbruine smurrie goot hij haastig in het toilet, om dan met de moed der wanhoop van vooraf aan te hérbeginnen.                       

Na vijf beurten leek het onheil bezworen. De verzopen kartons met blikjes en flessen liet hij ongemoeid onder het bed staan: als hij die nu durfde te verplaatsen vielen ze sowieso uiteen, en de deegwaren die niét waterdicht waren verpakt had hij na de vorige stortbui reeds veilig in de kleerkast gestouwd. Méér kon hij hier voorlopig toch niet doen.                                                    

Maar hij moest wel zo vlug mogelijk te weten komen hoe het met het  plafond hieronder was gesteld, en de beste manier vond hij nog steeds: zijn stoute schoenen aantrekken en gaan kijken! Tenslotte was het nog altijd ZIJN kamer! Toen hij de Krugers een paar dagen geleden de meisjeskamer op het appartement van De Bens liet betrekken had hij godzijdank uit voorzorg de deur van zijn eigen kamer op slot gedaan...                                                                                          

Gerda, het kersverse moedertje, deed verbaasd open op zijn kloppen. Ze zag er slonzig uit en haar rode rechter wang wees er op dat hij haar uit een middagdutje had gehaald. Zedig hield ze de kraag van haar gebloemde peignoir onder de hals dichtgeknepen.                     

Neen, Opoe Kruger was er niet, fluisterde ze, en de kleine Günter sliep...                  

Nou, hij zou niet lang storen, maar moest even iets doen op zijn oude kamer. In haar oogopslag meende hij te ontwaren dat ze van hem een beter excuus had verwacht om haar aan te klampen want ze week met een vreemd-spottende glimlach opzij...De sloerie!                

" Aber selbstverständlich, Herr Josef, kommen Sie doch herein, Sie sind hier doch zu Hause..."            

Met een " Laat u niet storen: ik ken de weg! " liet hij het jonge vrouwtje duidelijk verstaan dat hij haar voor niets kon gebruiken en geen gids bij de rondleiding nodig had...Vaag verongelijkt verdween ze in de keuken.                                   

Na tien centimeter klemde de deur van zijn kamer door rommel en  gruis op de grond ,en het eiste heel wat trek- en duwwerk voor hij zich door de opening kon wringen.                  

Er leek wel een bom ontploft. Grote natte platen pleister hingen van het gehavende plafond naar beneden, bengelend aan een rij dunne stucadoorlatjes. Aan de ontblote zes-zeven juffers van het roosterwerk parelden een myriade rode bloeddruppels als evenveel robijnen. Met een gestaag getik spatte deze "hemelse dauw" in de kleine roestbruine plasjes op vloer en bed...                                        

" Verdomme, die sprei is ook al om zeep! ",stelde Joseph verbeten vast, " Zo kan ik hier wel aan het werk blijven! " Hij schudde het vochtige dekkleed uit in een wolk van kalkstof en pleistergruis en trok het metalen bed met matras en al in die hoek van de kamer waar het plafond had stand gehouden.                               

Onderzoekend inspecteerde hij nauwkeurig de natte roostering van het plafond en plots viel zijn oog op een bruine rechte hoek die tussen twee balken buiten de bezetting uitstak. Wat was dàt nu weer? ! Een contactdoos van de electriciteit ?...Bij nader toezicht leek het eerder deel uit te maken van een valiesje of een boekentas of zoiets...Maar zelfs vanop het bed kon hij er met de hand niet bij...Vlug, zijn wandelstok!                               

Zijn hart begon sneller en sneller te kloppen naarmate hij met de stalen punt het voorwerp van zijn ontdekkingsdrift steeds verder over de rand van de gekartelde pleisterplaat heen kon werken. Nu zag hij het duidelijk: het was een bruinleren boekentas die daar tussen de juffers van de plafondroostering geklemd zat. Hij draaide zijn wandelstok om, peuterde het gekrulde handvat over de tas heen, en na een paar forse rukken plofte deze samen met een stuk van de bezetting in een grijze regen van stof en gruis zwaar op de matras.                                                                                                          

Zwaar, inderdaad...Wat kon daar verdomme wel inzitten?  En wie had dat daar tussen de  vuile roosterbalken verborgen?... Die bizarre geflipte Herr  Dahlmann van hierboven natuurlijk, door een stuk uit zijn plankenvloer te zagen! Nogal erg klassiek als schuilplaats...Niet meer, of er zitten nog van die smerige boekjes in...Maar dan wel heel, héél smerig, om ze zo speciaal te verbergen!                                             

Ondertussen had hij met zenuwachtig trillende vingers de twee klepriemen losgepeuterd, maar de zware nikkelen sluiting in het midden zat vast. Waarschijnlijk op slot...Maar door de klep opzij te trekken kon hij zijn hand door de spleet werken en naar de inhoud tasten...Een riem...ja, een opgerolde riem...een koppelriem van een officier, aan de gesp te voelen. En meteen begreep hij ook wat het grotere gladde oppervlak voorstelde: een lederen pistooltas! Verdomme nog tienmaal gevaarlijker dan dynamiet, tegenwoordig!... Als de Russen dat hier ontdekten, zetten ze onmiddellijk alle inwoners van I5 B tegen de muur...Niet te verwonderen dat Dahlmann de boekentas zo goed had weggeborgen!... En wie weet watvoor àndere levensgevaarlijke rommel er nog meer inzat!                                               

Met moeite slaagde hij erin z'n pols nog dieper door de spleet te wringen om naar de inhoud onder de pistooltas te tasten...Een blikken doos, zou je zeggen...neen, twéé! Toch niet om zijn boterhammen in te steken, hé! Want van zo'n pennenlikker kon je van alles verwachten!... Stel je voor: officier-betaalmeester in de politiekazerne van Spandau...Een mooiere baan om als pietluttige boekhouder veilig de oorlogsbrand te overleven was nauwelijks denkbaar!                            

Boekhouder?...En Betaalmeester ?... Betaalmeester !?... Hélaba ! Plots versteef Joseph als een zoutpilaar, om tien seconden later als een bezetene de zware tas op en neer te schokken, zonder voordien te trachten zijn voorarm eruit te bevrijden. En inderdaad, er rammelde wel iets, maar hij had blijkbaar toch een ander geluid verwacht...Ruw rukte hij zijn hand terug. Hij moest dat ding open krijgen! Maar hoe? ! Het slot zat stevig met klinknageltjes aan de zwaar lederen klep bevestigd: zonder gereedschap was dat onmogelijk te forceren...

Hoe dan ook, met deze compromitterende, levensgevaarlijke inhoud kon hij moeilijk heel het huis doorwandelen, of de vergrendeling beneden in de keuken bij de Weimars openbreken...Als Hildegarde dat pistool zag, kreeg ze vast een appelflauwte!                                        

Neen, in de roze kamer boven zat het voorlopig veilig, en in het aanrecht van Dahlmann vond hij vast wel een stevig mes of misschien een geschikte schroevendraaier...Daarbij, als er werkelijk inzat wat hij verhoopte kon hij pottenkijkers best missen!                             

Hij veegde de bruine tas zorgvuldig schoon met de vochtige sprei, die er zodoende niet veel properder op werd, en bracht vlug zijn eigen uiterlijk voor de spiegel weer wat in orde door het stof van haar en schouders af te kloppen. Toen hij zijn kamer opnieuw afsloot kwam Gerda even in de gang kijken. Ze had zich ondertussen wat opgetut en droeg nu een frisse jurk, maar moest met spijt vaststellen dat Joseph haar nauwelijks bekeek.                                          

" So Josef, reisen Sie ab? ",vroeg ze wat pinnig. Het kruiperige "Herr" kon er blijkbaar niet meer af.                            

" Auf Wiedersehen, Frau Kruger...",met de nadruk op 'Frau'. Zo, dàt wist ze weeral! Wat dacht die stomme geit wel, zeg! Dat hij haar terplekke zou bespringen om stoom af te blazen ? Na al de voze lectuur die de betaalmeester hem had nagelaten ,zat zij fameus een klasse telaag !

Met al het ijzerwerk dat hij in Dahlmanns' keukenlade kon bijeenscharrelen toog hij in de beslotenheid van de roze kamer aan de slag. Makkelijk ging het niet, en omdat hij zo weinig vat kreeg op het stevige metaal, twijfelde hij op een bepaald moment of hij uiteindelijk het leer rond de sluiting niet beter gewoon kon doorsnijden. Maar dat zou deze dure tas hopeloos bederven en dat vond hij jammer... Dus dan maar voort prutsen. Tot plots de tong het met een klik begaf.                      

Het dienstpistool, een reglementaire Walther 7,65 met volle lader, legde hij opzij: dat probleem zou hij later wel oplossen... Wat idioot van die vent om zo'n ding te bewaren als de Russen je straat instormen, en je toch niet van plan bent weerstand te bieden of jezelf voor de kop te schieten!... Dan volgde een pennendoos met het ware arsenaal van de klerk-eerste-klasse, tweekleurige gom incluis. Het dikke betaalregister met een honderdtal namen en de hen verschuldigde bedragen wierp hij achteloos op bed.

                        En toen trok hij de twee koekentrommels te voorschijn: keurig met een             afgestempelde papierzegel dicht geplakt, want " Ordnung muss sein! ",zelfs  als            de wereld om je heen vergaat!                                               

De eerste, loodzwaar, bleek half gevuld met rollen munten van tien en vijftig Pfennig..." Alles samen toch voor over de honderd mark! ", schatte Joseph vluchtig. Maar terwijl zijn hart wild van slag raakte wist hij nu,  met de zekerheid van een kraamvrouw, dat er nog meer op komst was en sneed met zijn duimnagel de zegelstrip onder de tweede dekselrand door.                                         

Zijn adem stokte bij het zicht van al die bundels bankbrieven die als een boekenrij in de doos hard tegeneen stonden geperst. Zo hard zelfs dat hij met de vuist een paar forse dreunen op de bodem moest kloppen van het ondersteboven gehouden blik voor ze op het bed neer warrelden.

In één oogopslag zag hij verschillende pakjes van 50 Reichsmark liggen tussen de bundels met kleinere coupures van 20, 10, 5 en 1 mark..Even keek hij versteend naar deze onvoorstelbare hoop geld, maar toen barstte hij giechelend los in een lyrische reeks verwevingen van Gods naam met astronomisch grote getallen, terwijl hij vol ongeloof met de duim door de losse zijkant van de bundeltjes ritste. Van "Hemelse Dauw" gesproken !

Wat was me dàt, zeg! Zo'n pak centen! Niet te omvatten: zo'n kapitaal had hij nog nooit bijeen gezien... Hoeveel zou het zijn?  Duizenden en duizenden, in elk geval: rond de vijftien, brut geschat...Hij was te opgewonden om een eenvoudige som te maken van de ronde getallen die op de bandjes stonden gedrukt, en greep het kasregister op het voeteinde van het bed.                                                                                 

Op de laatste vier beschreven bladzijden hadden de vernoemde rechthebbenden niét voor ontvangst afgetekend voor hun halfmaandelijks loon, dus moest dàt het bedrag zijn van Dahlmanns incasso. Helemaal achteraan stond het totaal vermeld:  I4.362,50 Reichsmark... Het getal danste voor zijn ogen en als om zichzelf te overtuigen herhaalde hij drie-vier maal dit fabuleus bedrag: " Veertienduizend driehonderd tweeënzestig en een halve Reichsmark! "... Dat kon toch niet waar zijn! Hij kneep nijdig in zijn beenstomp om uit deze waanzinnige droom te ontwaken, maar ook nà de marteling stortte zijn eldorado niet in...              

Een hele poos bleef hij nog bezig met het liefkozen en openwaaieren van de bundeltjes, tot het goed door begon te dringen dat hij nu " een rijke boefer" was, die de eerste jaren op geen cent hoefde te zien!...Van deze "Hemelse Dauw" kon hij wel een tijdje leven !

Veertienduizend mark en een scheet...Verdomme ! Een dikke scheet dan nog ,van ruim driehonderd mark ! Géén kattepis hé ! Terwijl je normaal met tien mark per dag deftig voort kon :  hij was voor minstens drie jaar gerust!...Zolang dat geld in omloop bleef, natuurlijk... Dat zou het toppunt zijn, moesten de Russen deze banknoten plots ontwaarden! Dan was zijn weelde van korte duur geweest...Een mooie droom die als een zeepbel uiteen spatte! Bankpapier was sowieso een illusie: dat hadden de Duitsers na de vorige oorlog aan den lijve ondervonden toen ze met een kruiwagen vol geld boodschappen moesten doen...Stel je voor, zeg!                                                 

Neen, als hij verstandig was zette hij de hele boel als de bliksem om in zaken die hun waarde behielden. Sigaretten, bij voorbeeld, en eten in blik, om te beginnen: genoeg om het tot de winter vol te houden. En hij kon de Weimars een paar maanden logeergeld vooruit betalen, want hij begreep goed genoeg dat hij zijn waarde als beschermheer binnenkort wel zou verliezen nu de Russische straatterreur ver naar zijn einde liep. Ze hadden hem tenslotte niet voor zijn mooie ogen onderdak verleend... 

Dat moest hij strak eens ter sprake brengen... Hij kon daarbij gerust de 'Grand Seigneur' uithangen,  zonder op een cent te zien. Kost en inwoon, laat ons zeggen tot eind augustus...Dat was ongeveer honderd dagen, aan tien mark: dat waren er dan al duizend goed besteed...En lepe Hildegarde kennende, zou ze ofwel een gat in de lucht springen, ofwel met een gelukzalige grijns doodvallen!                 

Tijdens het frugale avondeten begonnen de Weimars zelf over het wegebbend schrikbewind van de Tartaren en hij merkte al vlug dat ze het probleem van zijn logies onder elkaar reeds lang van alle kanten hadden besproken. Hij besloot dus het gras onder hun voeten weg te maaien en zei dat hij morgen eens inlichtingen zou nemen hoe hij zo vlug mogelijk terug naar België kon geraken.                     

Daar schrokken ze wel wat van en sloegen meteen om als een blad. Zo'n plots vertrek hadden ze duidelijk niet verwacht! " Maar, Herr Josef, er kan toch nog van alles gebeuren! De Russen zijn nog lang niet uitgeraasd...Kan je niet beter wat wachten tot de Amerikanen hier zijn, en alles rustig is in de stad?  Wij zijn toch maar weerloze arme oude mensen...We hebben het samen toch goed gehad, de laatste weken, niet waar soms?  "                                   

Zo te zien waren ze dus nog steeds vragende partij. Na een paar schijnbewegingen had hij hen helemaal in de verdediging gemaneuvreerd, rijp voor de stormaanval:                    

" Goed dan, hij zou hier nog even blijven...Maar uiterlijk tot einde augustus...En voor zijn logies wenste hij te betalen! " Hij zag dat ze eind augustus wel wat teveel van het goede vonden, maar bij het woord "betalen" hield Hildegarde de adem in, merkte hij. 

Als een geroutineerde matador gaf hij haar zonder dralen de genadestoot: " Zehn Mark pro Tag!...  Einverstanden? "        

Haar opengesperde oogballen rolden als de totalisatorschijven in het venstertje van een automatisch kasregister: " Rutch! Ping-ping! ..Rutch! Ping-ping! "...Voilà, daar hebt je 't spel: die valt van haar stokje!

 Maar het mens was taaier dan hij dacht: door het trillen van haar lippen veronderstelde hij één ogenblik dat ze in huilen zou uitbarsten, tot hij merkte dat zij prevelend reeds druk aan het vermenigvuldigen was.                                                                     

Daarom maakte hij korte metten: " Laat ons maar een rond getal nemen: Elfhundert Mark...En ik sta erop vooruit te betalen, akkoord? " Terwijl de twee Weimars als vissen op 't droge naar adem hapten, haalde hij een collectie bankbrieven uit zijn versleten brieventas en telde het bedrag in vijftigers voor hun neus op tafel.                              

Hildegarde viel niet dood en sprong evenmin een gat in de lucht. Traag nam ze zijn hand in de hare en drukte er nijgend een lange zoen op. Haar schouders schokten en toen ze opkeek parelden de tranen in haar vermoeide ogen.                                              

" Josef, du bist ein feiner Kerl! "                     

Tiens, had hij zich dan tóch in haar vergist?... Of had zijn vrijgevig naar-boven-afronden het eelt van haar hart geweekt?...

Hoe dan ook: voorlopig zat hij hier goed... 

 

Die nacht kon hij moeilijk de slaap vatten. Al dat geld had zonder twijfel zijn nabije toekomst - zeg maar  voor de eerste drie-vier jaar - veilig gesteld. Maar wel op één voorwaarde: dat zijn fortuin in deze onzekere tijden niet onder zijn gat werd weggeritst. Nu iedereen  - en niet alleen de Russische schoelies - ongegeneerd bij elkaar binnen liep en de eerbied voor mijn en dijn angstwekkend was afgekalfd, kon zo'n schat razendsnel voetjes krijgen. Dahlmann zaliger zou dat zeker kunnen beamen!

Zoiets achter slot bewaren had geen zin, zolang de Rooien hier rondzwierven: die deden niets liever dan een gesloten deur openschieten. En ingenaaid in de kleren op uw lijf bewaren was nog méér gewaagd, sinds die gasten er een sport van maakten om ieder potentieel slachtoffer - en niet alleen de vrouwen! - grondig af te tasten... Verstoppen was de enige mogelijkheid, en liefst ergens in de geheime boudoir van de huisbaas. Want blijkbaar kende niemand het verborgen mechanisme van de draaiende spiegel, wat al veel grijpgraag volk uit de buurt zou houden. En wie wél binnen geraakte kon hij altijd naar een dwaalspoor afleiden door wat vuile boekjes te etaleren. Iedere vent trapt daarin ,en vrouwen konden wel nieuwsgierig rondsnuffelen ,maar een deur openbreken zag hij hen nog niet zo vlug doen.

Groot probleem bleef evenwel dat gat in het dak. Het niét herstellen was geen optie, want binnen kort zou de regen tot in zijn slaapkamer bij de Weimars door sijpelen en kwam Vati sowieso op het spoor van Dahlmanns perverse 'liefdesnest'...En het wél herstellen, noodgedwongen met de hulp van Libowitz, Neumann of Krüger was stomweg vràgen om moeilijkheden...

Verdammde Scheisse! !

 

 

<!--[if gte mso 9]>


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
04-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
05-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
Klik op de afbeelding om de link te volgen

                        De Afrekening


Einde van het Berlijns avontuur...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
05-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
06-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 330
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C42.

LIEFDESLOON EN LEVERWORST...

    

                                                                                                                           Donderdag, I7 mei '45.                                                            

Voor het slapengaan sloop Joseph nog even naar boven, haalde Dahlmanns Lügerpistool uit elkaar en keilde de losse onderdelen één voor één door het open mansarderaam, ver in de ruïne van het uitgebrande huis aan de overkant. De koppelriem en het holster gooide hij in een boogje door het gat in het dak, op de vernielde zolderverdieping van buur Neumann: daar zou niet zo vlug iemand komen, en op die manier raakte hij tenminste veilig van deze compromitterende rommel af...                                                                         

Wat zit de wereld toch verdomd raar in elkaar, overwoog hij in bed: zonder die bloederige affaire met Martens zou hij het nooit in zijn hoofd gehaald hebben het plafond in zijn oude kamer te gaan inspecteren en was waarschijnlijk vroeg of laat iemand ànders met die schat gaan lopen...De Krügers misschien, of Ma De Bens. En hij gunde het geen van beiden! Aan de andere kant: indien hij die tas vroeger had ontdekt, zou hij als een bangschijter Martens zonder meer de gevraagde duizend mark gegeven hebben en misschien nooit te weten gekomen hoe het met Leon was afgelopen...        

Enfin, beter zo. Nu had het noodlot alle problemen perfect opgelost: die slijmerige afperser was van de aardbol verdwenen en over Leon moest hij zich ook al de kop niet meer breken...Zo verdween langzaam maar zeker elke verwijzing naar zijn zwarte verleden...En met al die centen op zak hoefde hij zich over de naaste toekomst niet veel zorgen te maken.                               

Hij schrok wakker van het bonken op zijn deur. Het was al klaarlichte dag. Zo vast had hij al in weken niet meer geslapen: geld mocht dan niet gelukkig maken, grinnikte hij, het hielp je toch van veel muizenissen af!                                       

" Ja-ja, ich komme schon! ",riep hij wat ongeduldig.               

" Schnell, Herr Josef, wir müssen zum Rathaus! "                  

Wat was dàt nu weer ?...Toen hij zich wat aangekleed had en op zijn krukken in de keuken verscheen stonden de Weimars al helemaal opgetut klaar om te vertrekken. Of hij dan zojuist de radiowagen niet had gehoord ? Die had in de straten omgeroepen dat alle inwoners van 'wijk twee' - dat zijn wij! - vandaag op het Rathaus een rantsoenkaart af moesten gaan halen.

"Gemeentelijk Inschrijvings-bewijs en identiteitspapieren meenemen, vlug! "                                                                   

Veel tijd om toilet te maken kreeg hij niet, en tien minuten later huppelde hij op z'n krukken haastig met hen mee de Albrechtstrasse af: die oudjes waren verdomme nog goed te been als ze eten roken!

De trieste stoet vluchtelingen uit het oosten was ook reeds op gang gekomen en de Russische militaire politieagente - in de volksmond "das verdammtes Flintenweib" - stond op het kruispunt al zo vrolijk met haar vlaggetjes te molenwieken alsof ze zich in haar leven niets leukers kon voorstellen.                

Eens de tunnel onder het Bahnhof-Steglitz uit, zagen ze al van ver de reuzenslang voor het stadhuis aanschuiven: miljaarde-nondedju, dàt werd een pretje voor de hele dag ,dacht Joseph ! Ze sloten zo vlug mogelijk achter aan en nà hen kwam nog steeds volk toegelopen. Het vooruitzicht binnen afzienbare tijd weer iets deftigs onder de tand te krijgen dreef schijnbaar zelfs de kreupelen uit hun bed, want naar Joseph kon vaststellen was hij hier niet de énige op krukken...          

De eerste gelukkigen die hun rantsoenkaart al bemachtigd hadden werden met indringende nieuwsgierigheid door de wachtenden ondervraagd over hoe het daar binnen verliep, en wat er allemaal op de kaart voorzien was. Hoeveel vetstoffen ? En hoeveel meelspijzen ? Maar veel wijzer werden ze niet: de meeste gelukkigen spoedden zich wat hautain met hun rantsoenkaart en hun kroost glimlachend terug naar huis .              

Want dàt was Joseph van bij het begin opgevallen: in de rij stonden massa's vrouwen en kinderen van alle leeftijden, maar omzeggens geen mannen, tenzij wat oude mekkeraars, halve kreupelen of blinden. Als Duitsland ooit uit de vernieling wilde herrijzen, zou het daarbij enkel op het 'zwakke geslacht' beroep kunnen doen, dacht hij: het 'herenvolk' werd de laatste jaren duidelijk uitgedund! 

Naar later zou blijken waren er tien miljoen mannetjesexemplaren in de mist verdwenen: vier miljoen gesneuveld aan het front, en één miljoen mannelijke burgers gedood door de geallieerde bombardementen of tijdens de vlucht voor de oprukkende sovjetlegers. En van de vijf miljoen in Russische krijgsgevangenschap zouden er de eerste jaren ook al niet teveel terugkeren...                                                                            

De slang wachtenden schoof slechts heel langzaam op, maar dat vond Joseph niet zo erg: de laatste nieuwtjes werden druk besproken, en waar ze die berichten vandaan haalden mocht de duivel weten. Zo had er één van een Russische officier gehoord dat gisteren de laatste Duitse troepen van het Balkanleger eindelijk "Kaputt" waren: ze hadden zich aan de Anglo-Amerikanen overgegeven, een volle week nà de officiële wapenstilstand! Niet dat ze recent nog veel gevochten hadden, hoor...Maar ze wilden begrijpelijkerwijze liefst niet in handen vallen van de Joegoslavische partizanen en waren in goede orde uit Slovenië naar Oostenrijk afgezakt, samen met de legers van hun bondgenoten: de Kroatische Ustachi en de Russen van de Vlassow-Divisies...

Typisch dat de Duitsers zoveel belang hechtten aan het "ordnungsvoll" verloop van al hun nederlagen, grinnikte Joseph. Deze laatste terugtocht interesseerde de vrouw speciaal want haar zoon was erbij en een maand geleden had ze nog een brief ontvangen uit Wenen dat alles goed ging met hem...Alhoewel, Wenen was reeds sinds half april in sovjethanden...                                     

Een andere vrouw - graatmager en slordig gekleed - had het hardop over haar twee "Jungs" bij de Kriegsmarine, die één dezer dagen met hun U-boot wel in een haven van de Verenigde Staten zouden binnenlopen. Tijdens zijn laatste verlof in januari had de oudste haar verklapt dat zijn commandant, in geval van capitulatie, eerst een neutrale haven in de Antillen zou proberen te bereiken om zich pas later aan de Amerikanen over te geven...                                  

" Jetzt liegt er vielleicht mit einem Hulla-Mädchen im Mondschein auf einem weissen Palmenstrand...",lachte de vrouw hoopvol: " Genau wie der Johannes Heesters singt, wissen Sie"...En ze neuriede een schlager uit een populaire film met Ilse Werner. De omstaanders keken haar verwezen en geschokt aan: die had ze vast niet alle vijf meer op een rij...                                                                           

" Hulla-Mädchen gibts nur auf Hawai! ", verbeterde een astmatische grijze schoolmeester met een brilletje bitsig.                           

Waar moeide die oude mekkeraar zich mee, verdomme! Haar zoon had gezegd dat op àlle tropeneilanden blote bruine bloemenmeisjes dansten, en hij kon het weten want hij had al een aardig stuk van de wereld gezien, met overal blote bruine bloemenmeisjes! ..."Wie war's ? Haben Sie auch diese Tropiek-insel besucht, Herr Professor ?!"                       

De andere vrouwen grinnikten bleekjes mee, toch wat jaloers op de exotische wensdromen van een gekke moeder die, zoals trouwens de meeste burgers, blijkbaar nooit gehoord had over de hecatombe van de Duitse onderzeevloot. Sinds de laatste maanden was driekwart ervan gekelderd en het gros van de overlevende matrozen was als infanterist opgeofferd in Pommeren, tijdens de hopeloze afweer van het Russische eindoffensief tegen de havenstad Stettin...               

De meeste gesprekken gingen echter ongegeneerd over eten, eten en nog eens eten. Het weinige dat ze de laatste veertien dagen onder de tand hadden gekregen kwam meestal van de Russen: één vrouw had het over een losse gift van een officier (neen-neen, geen soldaat! ) waar ze onder de ijzige blikken van de omstaanders nogal vaag over deed...Een andere had ook nog iets opgevangen bij een toevallige wilde bedéling van oude broden die een paar Mongolen vanop een vrachtwagen zonder zien één voor één midden de samengetroepte vrouwen gooiden, ongevoelig alsof ze het vee voederden... Zo te horen was dat nog méér gebeurd, maar nooit in de zelfde straat.                       

"Zeer vernederend! " vond de preutse Hulla-professor, "Zoiets hebben ónze soldaten nooit gedaan! " Maar veel bijval oogstte hij niet. Wél was iedereen het eens om de laatste bijzondere toewijzing ter gelegenheid van "Führergeburtstag", op 20 april juist vóór de inval van de Russen, een gemene volksverlakkerij te noemen. Slechts een paar winkels hadden een klein gedeelte van Hitlers afscheidscadeau kunnen uitreiken, de rest was zelfs nooit in stock geweest! "Zo is het makkelijk! "...En ,in feite ,wie weet wanneer al dat lekkers van deze nieuwe rantsoenkaarten in een winkel tekoop zou zijn ! Want veel van de vroegere kruidenierszaken hadden immers de laatste vuurstorm van de Rus niet overleefd...Makkelijker zou het er niet op worden ,voorspelden de verbitterde Cassandras.                 

De meeste gezinnen hadden ondertussen ook al hun "ijzeren rantsoenen" opgegeten, een paar verzegelde colli die in elke schuilkelder verplicht bewaard moest worden voor het geval een bominslag de bewoners een tijdje van de buitenwereld zou afsluiten. Nu teerden er nog veel op de laatste kruimels van het voedsel dat ze destijds op 25 april uit het hels brandende goederenstation van Steglitz hadden gesleurd..." Tiens, tóch! " dacht Joseph monkelend, " Voor het eerst hoor ik een Duitser toegeven dat hij aan die plundering heeft deelgenomen! "...                                          

" We moeten nog éven volhouden..." zuchtte die van het Balkanleger." Als de Amerikanen strak komen kunnen we met deze schijtrantsoenbonnen van de Ivan de stoof aansteken! "                  

Ha! De Amerikanen! Wat een hemels onderwerp om over voort te zeuren! Maar hun aandacht werd afgeleid naar een eindeloze colonne Duitse krijgsgevangenen die in trage tred uit de Grünewaldstrasse naar hen toe kwamen gestapt, tegen de stroom van de 'Ostvertriebene' in. 

De Russische bewakers dwongen de boerenkarren met de vluchtelingen vrije baan te ruimen voor hun haveloze troep en schoten af en toe in de lucht als dit naar hun zin niet vlug genoeg ging. Nét veedrijvers in een oude Amerikaanse cowboy-film...Op de drukke Rathausplatz hield de fikse vrouwelijke MP het kruisende verkeer van de landverhuizers met vinnig vlaggezwaai tegen: nu kon er ineens géén lachje meer af! .                            

Op kop van de colonne reden een paar panjekarren, elk getrokken door een koppel trippelende steppepaardjes en beladen met hooi waarin een twintigtal Russen lagen te slapen. Op de laatste van deze wagens stond een zwaar machinegeweer gemonteerd, zo'n voorhistorisch schiettuig op twee ijzeren wielen, en achter de stalen beschermplaat hurkte een waakzame bemanning. De loop wees dreigend over de koppen van een eerste groep gevangenen: een paar honderd ongeschoren officieren met uiteenlopende lichte bagage en zonder hun graadkentekens of schouderstukken. Het leek wel een hoop gepluimde kippen... Alle twintig meter slofte opzij zo'n gedrongen Mongoolse schildwacht met hen mee, een kop kleiner en het getaande vollemaangezicht zonder de minste uitdrukking. Maar de spleetogen flitsten waakzaam in 't rond en langs de rij wachtende vrouwen op het voetpad: niemand durfde er nog een vin te verroeren.                 

In alle volgende groepen van telkens een driehonderd man - en zo waren er zeker een stuk of dertig - stapten uitsluitend onderofficieren en soldaten die er nog havelozer uitzagen dan hun oversten. Maar zij droegen praktisch allemaal hun ransel op de rug met de dekenrol er ordelijk op vastgeriemd. Vergeleken met de "Herren" van de eerste groep gaf Joseph déze jongens heel wat meer kans de ontberingen, die hen nog te wachten stonden, te overleven. 

De bewaking was wél voor alle groepen dezelfde: zware MG op de panjewagens vooraan en schildwachten met trommel-MP op de arm langszij... Maar naargelang de stoet vorderde leken de bewakers wat minder bitsig.                                      

Veel vrouwen en kinderen uit de rij wachtenden drongen nu naar de rand van het voetpad en riepen aanhoudend de naam van hun vermiste gezinsleden. Maar de grauwe gevangenen hadden klaarblijkelijk van de bewakers strenge orders gekregen en waagden het niet te reageren, buiten een moedeloze blik en wat gelaten schouderschokken...Hier en daar wierp er al eens één, van achter de rug van hun schildwacht, een bolletje papier in de menigte, dat dan vlug door de kinderen werd weggeritst en aan moeder gegeven...Een fles in de branding ...                                       

De laatste groepen sjokten voorbij in een nevel van opgewerveld stof, dat de regenvlaag van gisteren niet van de straat had kunnen wegspoelen. Toen de mist uiteindelijk verwaaide achter de bezemwagen bleven de vrouwen de colonne nog even beduusd nastaren, om dan stil weer hun plaats in de rij wachtenden in te nemen.          

De "optocht" had bijna een uur geduurd, schatte Joseph: zeker tegen de 10.000 man! Rondom hem gaven er een paar luid commentaar bij een toegeworpen berichtje dat een blonde bengel aan zijn moeder had gegeven. Op een afgescheurde strook krantenpapier stond gekribbeld: " Frau Iréne Jablonski, Steglitz, Albr.Str.23, Hermann machts gut "...Nummer 23? Daaraan moest Joseph niet twijfelen: dat was die ingestorte apotheek van Leon... Weinig kans dat Iréne dit bericht nog ooit zou lezen...En voor haar Hermann zag het er ook al niet zo denderend uit.                                                  

De Russische vendelzwaaister op het rondpunt kwam juist weer op kruissnelheid toen er uit tegenovergestelde richting een veel kortere stoet Franse krijgsgevangenen met paard en kar kwam aangedrenteld.             

" Tiens, daar heb je de aflossing van de wacht...",dacht Joseph.              

Tussen pak en zak lagen er op de wagen een tiental hun roes uit te slapen. Maar het gros liep er als een bende vrolijke vagebonden ordeloos achter, in een losbandige kostumering gaande van naakte behaarde torso's tot de zondagse 'frak' van hun Duitse herenboer. Toch droegen ze allen nog één of ander onderdeel van hun versleten uniform: een soort statussymbool, bedoeld om de Duitse burgers te pesten. De tricolore rozetten dienden dan weer om de Russen te imponeren. Ze deden wel stoer maar overtuigden daarmee niemand, zichzelf nog allerminst...Toen er echter één uitvloog tegen een oude Pruis die niet vlug genoeg de baan ruimde werd hij door een paar monkelende makkers terug in de stoet getrokken.

In de rij wachtenden schoven de vrouwen verschrikt wat dichter bijeen. Maar de groep was amper voorbij of ze barstten los in misprijzend commentaar over de "dreckige Franzosen" die jarenlang de hielen van hun Duitse bazen - én bazinnen ! - hadden gelikt. Die dachten nu een "grosses Maul" te mogen opzetten, nadat andere legers voor hen de kastanjes uit het vuur hadden gehaald..." Scheisskerle! "                  

Joseph zag zichzelf wat in de verdrukking komen toen enkele buurvrouwen wantrouwige blikken wierpen op zijn rozet.

Maar Frau Hildegarde voelde zich onmiddellijk geroepen om tekst en uitleg te verschaffen: hij was een "kriegsbeschädigter Fremdarbeiter aus Belgien, ein ganz netter Junge! " Dank U...                               "

Ein Belgier ?" Maar waarom schoof hij dan hier samen met de Duitse burgers aan voor een rantsoeneringskaart ? Moest hij dan niet - zoals toch door de Russen was bevolen - zo vlug mogelijk naar zijn vaderland terugkeren ? Er onder verstaan: dan vreet hij het weinige dat voor ons is bestemd niet mee op! Maar zo duidelijk durfde ze het toch niet te zeggen...Een oud heertje vond, na een blik op de krukken, gezwind een meer diplomatische oplossing: waarom ging hij binnen niet eens kijken of er geen apart loket was voor invalide buitenlanders, Fremdarbeiter en andere prioritairen ?                                                                                     

" Prioritären ? Wieso Prioritären ? Wie die neuen Anti-Faschisten, vielleich ?..."spotte de vrouw.                  

Joseph herinnerde zich de wrevel voor het administratiegebouwtje van het Martinuskerkhof, toen hij zich gisteren op zijn "vriendschap met de Sovjet-Unie" beriep om voorrang te krijgen bij het opzoeken van  Leons graf. Daar hadden de wachtende dames ook ferm afgegeven op dit soort nieuwe christenen, die het nu hoog tijd vonden om een al dan niet voorgewend martelaarschap te verzilveren...Alsof een paar dagen 'bak' ten gevolge van een hoog oplopende ruzie met een nazibuurman volstond om zichzelf tegenwoordig de lauwerkrans van gepatenteerde antifascist aan te meten...             

Maar hij bezat tenslotte het attest van die Rus en hoefde als kreupel geschoten vreemdeling helemaal niets voor te wenden: hij was hét gedroomde toonbeeld van "slachtoffer der nazi-terreur", of niet soms ?!                                                                                      

Hildegarde zag hem nog twijfelen en zei bemoederend: " Gehe schon, mein Junge...Wir warten hier"...En alleen al om aan de afkeurende blikken van de omstanders te ontsnappen, besloot hij zijn toneelstukje nog maar eens op te voeren.                 

Zwaar doorhangend op zijn krukken strompelde hij langs de lange rij naar voor, de hoek om, en dan weer een heel eind tot aan de monumentale ingangspoort waar twee "Schupos" de orde bewaarden. Dat was voor het eerst dat hij weer een Duitse politieagent in een uniform zag, al was het dan gepluimd en ontdaan van alle belastende nazi-distinctieven. Voor hun voeten zette hij zich op de trap neer en werkte zich achterwaarts omhoog naar de pui onder de beschaamde blikken van de omstanders. Zo'n opvoering miste nooit haar effect en nu hielp één van de agenten hem zelfs bij het recht kruipen en maakte voorkomend de doorgang naar de hal vrij.            

" Nou-nou...",dacht Joseph grimmig," er is beterschap! ..."                       

Twee andere agenten verdeelden in de inkomsthal de kop van de slang over een tiental winketten en één wees hem, na een norse keurende blik op zijn tricolore paspoort,het verste aan. Een moeder met drie kinderen was er juist weggewerkt en de Xantippe achter het glas rammelde onbewogen haar litanie af:                                

" Ihre Personalausweis und ihre Steglitzer Einschreibungs-bescheinigung"            

"Verdomme een hele mond vol! ", mompelde Joseph hardop en verkneukelde zich op voorhand met de kop die dat wijf zou trekken. Hij schoof zijn pas onder het glas door en het spel zat meteen op de wagen! Ze keurde het vod, even achterdochtig als een laborante met een bacteriëncultuur zou doen, en schoof het met de vingertop terug met de veroordeling dat hij geen Volksduitser was.             

" Nein, Gott sei Dank!" Daar keek ze raar van op.              

"Diese Lebensmittelkarten hier sind nur für Volksdeutschen! " probeerde ze hem kortweg af te schepen.                          

" Mensch, wo holst du das her ?! Ich bin Fremdarbeiter, Kriegsbeschädigter ùnd erkannte Anti-Faschist, und du meinst ich soll nichts zum Fressen bekommen ?!  Wenn du es noch nicht weisst, du Kuckuck: der Adolf ist tot, und jetzt sind wir an die Reihe, verstanden!... Wir!... Und gerne ein Bisschen schnell, ja! "                               

Zijn ijzige, harde kazernestem deed alle omstanders aan de andere winketten ontzet opkijken en de wachtenden in de hal trachtten van ver reikhalzend iets van de scène op te vangen. De Schupo twijfelde een ogenblik over zijn nieuwe bevoegdheden, maar kwam dan toch maar voorzichtig aangeslenterd.                          

De Xantippe had heel wat van haar grandeur verloren en staarde Joseph versteend aan.                                  

" Und hole mir dein Chef her, du Null! ". Het was van Rusland geleden dat hij zich nog zo met een geschreeuwde scheldtirade had opgepept.          

De chef en de agent verschenen gelijktijdig aan het winket en de bleke brilleman vroeg hautain wat er "los" was. Joseph besloot onmiddellijk die kwal ook even op de pas te zetten en keek hem kil in de ogen, terwijl hij afgemeten vroeg of hij soms drek in de oren had ?                                                   " Moet ik het nog duidelijker zeggen ? Dat schijthuis daar meent dat ik als buitenlandse arbeider, oorlogsinvalide én anti-fascist géén recht heb op een toewijzing van levensmiddelen! Als dat soms ook de mening van de chef is, had ik dat graag onmiddellijk geweten!                                                    

"Bitte-bitte! ...",trachtte de baas hem te kalmeren, terwijl hij Josephs paspoort plots zeer interessant leek te vinden...Wat stond daar vanvoor op geschreven ? Was dat soms Russisch ?               

" Kan je dat niet lezen ?",vroeg Joseph geshockeerd, " met uw functie van bureelhoofd kan je begot nog geen Russisch lezen ?"               

Hij schudde verbijsterd het hoofd en keek de man medelijdend aan, maar vóór hij over zoveel achterlijkheid verder luid zijn mening kon verkondigen had de chef de deur van de balie uitnodigend opengeklapt met een " Bitte, kommen Sie doch ins Büro..."                     

<!--[if gte mso 9]>


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
06-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
07-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 331
Klik op de afbeelding om de link te volgen

DAGBOEK VAN EEN STOM RUND.

Het duurde daar niet lang. Tien minuten later had hij zijn rantsoenkaart 'Klasse I' op zak. "Voor één maand, wel te verstaan", meesmuilde de brilleman, want de Russische autoriteiten zouden geen Fremdarbeiter meer in Berlijn dulden na 1 juli. De wraak van de zuigeling !  Met dit schot voor de boeg werd hij braaf langs een achterdeurtje uitgelaten...

Verdomme, 1 juli, dat was binnen zes weken: niet direct voor morgen, maar zeeën van tijd kreeg hij nu ook weer niet om zijn leven een nieuwe richting uit te sturen, hé...Gelukkig dat die centen uit de luchtl waren gevallen als een hemelse manna, anders zat hij nu wél met een probleem...Enfin hij kende er één die in haar pollen zou wrijven: Hildegarde zou door zijn vervroegde afreis twee maanden leefloon op haar bil kunnen slaan!                                                                                    

Voor de goede orde verwittigde hij de Weimars even dat alles prima was verlopen, maar hield zich ondanks de nieuwsgierigheid van de omstanders voorzichtig op de vlakte over die 'Klasse I'...Onnodig die horde hongerlijders nog méér te shockeren.           

Thuis besloot hij de tijd te doden met het ontcijferen van Leons dagboek, maar veel nieuws kon hij er niet uit puren. Alles wat erin beschreven werd had hij zelf gedurende jaren meegemaakt : zowel de onmenselijke kadaverdiscipline tijdens de opleiding als de verholen angst voor de frontinzet.

Maar ook de stomme trots na de kleine  terreinwinst geboekt tijdens het moordende laatste SS-tegenoffensief van Stargard naar Arnswalde, medio februari... En vervolgens de chaos van de hopeloos trage terugtocht, het wilde wijken voor de vurige pletwals en het verstikkende gevoel er helemaal alleen voor te staan...                                                                                  

In het begin klaagde Leon, zoals alle frontsoldaten, de verlammende onwetendheid aan over wat er feitelijk om hem heen gebeurde en welke rol hijzelf speelde in dit bloederig scenario. Waren de naaste buren erin geslaagd de Russische doorbraak te stoppen of zaten ze met zijn allen reeds in een omsingeling ? Waarom moesten ze in godsnaam, ten koste van zoveel jonge levens, mordicus de Sovjets met een tegenaanval van 'Birkenberg' verjagen ? De Birkenberg verdomme! Een duintop die nauwelijks een paar meter boven het omliggende heideland uitwelfde! ... En die ze nog dezelfde nacht opnieuw ontruimden, met achterlating van hun halve getalsterkte... Dood...Leon scheen het in zijn dagboek met dergelijke acties erg kwaad te hebben. Inderdaad een misdadige, nutteloze verspilling van jong leven, moest Joseph stilzwijgend beamen, al wist hij bijna zeker dat deze tegenaanval bedoeld was om de algemene aftocht te beveiligen. Het klassieke spel: dergelijke zelfmoordoperaties had hijzelf met tientallen meegemaakt en zich op den duur daarbij geen vragen meer gesteld. Hoofdzaak was, tijdens de terugtocht niet àchter te blijven en het er nog maar eens heelhuids vanaf te brengen...                               

" Ja broertje, " zuchtte Joseph, "ik kén dat"... Deze aanhoudende drang om in de rotste omstandigheden toch maar in leven te willen blijven: hij had het ergste allemaal wel duizend keren doorworsteld...De dode en verminkte kameraden die ze noodgedwongen moesten achterlaten en het heimelijk geluk weer een dag te zijn doorgerold zonder een schrammetje...Het schransen als ze bij een brandend boerenhof een brullend koebeest uit haar lijden konden verlossen...De wilde roes als ze in een vergeten voorraadkamer iets te eten vonden na een paar dagen van knagende honger...Ach neen, Leon jongen, ge vertelt mij niets nieuws...                         Nauwelijks een jaar geleden lag hijzelf nog te bibberen van ellende in trechters vol zwart slijk van de Oekraïne en Moldavië, aan de Slutch en de wilde Dnjestr...Staro-Konstantinov...Kamenetz-Podolski... Allemaal mooi klinkende namen die onuitwisbaar in zijn nachtmerries stonden gegrift. En al die stinkende schijtdorpen daar tussenin... Er éérst verbeten de illusoire veiligheid van een paar schutterskuilen moeten verdedigen tegen de doorgebroken sovjetpatrouilles en dàn de opluchting smaken als ze die stelling 's nachts eindelijk mochten ontruimen...Het wurgende schuldgevoel bij het achterlaten van een paar gesneuvelde makkers wier namen hij bijna was vergeten... Simoens... Detaye... Rosse Bertje, de chauffeurs van hun laatste 2 cmFlak  op motoraffuit... Om in doffe berusting, vooral tegen het einde, het steeds nijpender gebrek aan munitie te moeten ondergaan... En de panische schrik voor die ratelende stalen monsters, de T 34 tanks, die bijna ongehinderd àchter hun zwakke verstrooide stellingen dood en vernieling zaaiden en er de énige aftochtweg blokkeerden...Kamenetz, de bloedvlek in zijn nachtmerries...

Ja Broertje, en zeggen dat we vroeger lustig zongen van: " Es ist so schön Soldàààt zu sein, Ro-se-marie! " Die waanzin was nu godzijdank voorbij!                                                                

Van de meeste vernoemde Pommeraanse dorpen en gehuchten, waar Leon met zijn makkers - even verbeten als zinloos - heldhaftig weerstand boden tegen de Russische opmars, had Joseph nog nooit gehoord. Zachan, Zadelow, Gross Schlatikow, de Ihna rivier, de stad Stargard en het Altdamm-bruggenhoofd...Zoveel ijdel, neen stóm heroïsme, zoveel nutteloos opgeofferde doden om telkens opnieuw voor een paar koppige boerengezinnen een ultieme vluchtweg open te houden naar de brug over de Oder. Enkel en alleen omdat die steenezels slechts op het allerlaatste nippertje hun hofsteden wilden verlaten om dan tóch maar met paard en kar naar het westen weg te vluchten...Zoveel zinloze inzet voor het wanhopig-nog-iets-langer-vasthouden van een modderige morzel gronds in platgebrande dorpen waar nadien geen kat meer over zou spreken...                                                                       

Slecht éénmaal verloren de notities in het dagboek van Leon abrupt hun afgekapte telegramstijl. Na de doodgebloede unieke tegenaanval van 'Langemarck' en de andere SS divisies ter bevrijding van het omsingelde garnizoen van Arnswalde, vermelde Leon voor het eerst tijdens de laatste week van februari hoogdravend de naam " Juffer Ilse von Witzleberhof. Maar de volgende dagen werd dit al vlug heel familiair "Ilse"...        

" Tiens-tiens..." spotte Joseph mild, " zijn fluitje is zo te zien weer in orde"...En ja hoor: die laatste nacht van 28 februari moet er heelwat gebeurd zijn, want broertje sprak zowaar van "schoon lief" en "bloedend hart"! ...                                                                    

" De soevenier aan deze laatste vijf dagen, die mijn schoon lief mij schonk alvorens te sterven, zal ik steeds met haar afscheidsbrief op mijn bloedend hert bewaren! ", schreef hij. Verdomme, als dàt geen grand amour is, zeg! ...Nooit verwacht dat Leon zo dichterlijk uit de hoek zou kunnen komen! En dan nog bijna zonder fouten! Hij herlas deze passage nog eens om ze goed te begrijpen: "alvorens te sterven"...Zijn schoon lief was dus de pijp uit, waarschijnlijk zelfmoord...Leon had echt geen geluk in de liefde! De sukkelaar toch..."                                                            

Enkel jammer, dacht Joseph, dat broertje die herinneringen aan zijn eerste echte vlam op zijn "bloedend hert" bewaard had , want nu lag alles met hem in "Grube drei" te rotten...En hij zou wel eens graag geweten hebben waarom dat kind zo plots moest sterven...Vluchtweg geblokkeerd door de Russen, waarschijnlijk.. .Zelfmoord, akkoord... En nog wel nà eerst even schriftelijk afscheid te nemen van een toevallig ingekwartierde soldenier...Wél  allemaal zéér romantisch, maar ook te gek om los te lopen! ...

Alhoewel, in de waanzinnige draaikolk van die laatste oorlogsmaand was niéts onmogelijk. Kon je bij een Apocalyps van dood, vernieling en verderf nog een redelijke reactie verwachten van het laatste restje afgejakkerde acteurs op dat brandend strijdtoneel?... En dat alles daar in vuur en vlam stond - boerenhoven, schuren en bossen - kon hij zich levendig voorstellen: hij hoefde slecht aan zijn eigen helse vlucht over de wilde Dnjestr terug te denken, voorjaar '44...                                                                                 

Na de dood van zijn Ilse verviel Leons verhaal - van de vlucht uit Stargard naar de Oder gedurende de eerste week van maart '45 - weer in een moeilijk te begrijpen telegramstijl. In diagonaal overliep hij de laatste bladzijden van het dagboek, dat op 2O april plots eindigde met de laconieke vermelding: 

" Führergeboertsdag. De roeskies zijn over de stroom geraakt. Geen munitjoon meer om ze tegen te houden. Liggen onder zware artielleriebeschieting van de stalienorgels. Sinds deze morgen reeds 3 kameraden gevallen. Met een gekwetste Fransman van "Wallonie" tot aan de spoordijk geraakt. Verder niet."

Tijdens de vlucht waren de resten van "Langemark" en "Wallonie" klaarblijkelijk dooreen geraakt .          

Hoe Leon na de slag aan de Oder uiteindelijk tot in Berlijn was gesukkeld, om in de apotheek van de Albrechtstrasse te sneuvelen samen met Schwester Monika Loridan, zou hij dus nooit met zekerheid te weten komen. Maar hij kon het wel raden: hij was waarschijnlijk kort na de Russische doorbraak gewond geraakt en door Monika afgevoerd naar hier, vooraleer de tang rond Berlijn gesloten werd. Licht gewond, uiteraard. Want anders had die Hollandse kloot van een Obersturmführer Van Praet tot Sloten  - als hij tenminste wijlen Martens nog mocht geloven - hem hier niet uit het frontlazaret geplukt om in die apotheek op de hoek aan de overkant een laatste weerstandsnest te bemannen...

Van een écht 'Himmelfahrtkommando' gesproken!                    

"Verdomme, ik heb hem die dag waarschijnlijk op een haar nà gemist toen ik met Weimar en de andere buren bij die brulaap van de Volkssturm hier op de hoek ben gaan parlementeren in de hoop dat die vent met zijn HJ-soldaatjes wat verderop de held zou gaan uithangen! Niet uitsluiotend met kindsoldaten ,maar ook met een paar mannen van de 'Langemarck', zoals nu bleek...Had ik Leon toén kunnen spreken, zou die nu misschien nog in leven geweest zijn"...                                                  

Maar ja, wàt voor leven ?...Met dat SS uniform van de Vrijwillige Langemarck divisie was hij hoe dan ook een getekende, die vroeg of laat door de Russen zou worden gevangen genomen: een vogel voor de kat...Dan nog beter de korte pijn...En in de armen van Monika sterven was uiteindelijk aardig wat aangenamer dan op de pijnbank van de N.K.V.D....Ja, om het met Bertje te zeggen: " Weer u scherp, en eind als een soldaat! " Rodenbach had misschien toch gelijk...                                                                                                           

In gedachten verzonken borg hij het dagboek terug weg in de broodzak van Jan Van Rennen en diepte er twijfelend de twee verfrommelde briefomslagen uit op. Had hij wel het recht om ook daarin te neuzen ? Een schuine oogopslag op de eerste deed hem vermoeden dat het een soort moederlijk epistel was van één of andere oorlogs-meter... Bij de tweede kreeg hij een schok: " Mein lieber Junge" stond er als aanhef, en onderaan "dein für immer, Ilse! " Dàt was hem dus! Leon had hem tóch niet op zijn bloedend hert mee in het graf genomen! Ziet ge wel: àlles slijt...Zelfs de mooiste liefdeseed wordt na een maand vergeten...               

Zijn ogen vlogen over de korte tekst: blablabla, blablabla...Eén zin trok plots zijn aandacht: " Aanvaard alsjeblief dit kleine geschenk als herinnering aan onze ontmoetingen, één voor elke nacht. Weten dat ik in jouw gedachten voortleef, maakt mijn besluit lichter. Ik hoop dat het je zal lukken Mutti en mijzelf een deftig graf te geven achter de schuur, zoniet vraag ik je ons ,samen met het hof ,in een hemels vuur te laten opgaan: geen beestmens zal ons dan nog kunnen onteren"... Verdomme zeg, wat een koele kikker was me dat! Om er op die leeftijd zo beredeneerd een eind aan te maken en als toemaatje ook nog je begrafenis te regelen! Chapeau! ...        

Aandachtig herlas hij de macabere afscheidsbrief maar werd er niet veel wijzer door. Er stond geen datum op, maar afgaand op het dagboek moest die nobelions-dochter, Ilse von Leberwurst-of-hoe-ze-ook-heette, haar amoureus testament rond 26-27 februari opgemaakt hebben. Dus een hele tijd vóór hij eind maart Leons laatste brief ontving...Raar dat zijn broer niets over deze stormachtige episode had geschreven want vroeger maakte hij van zijn hart nooit een moordkuil als het zijn kalverliefdes betrof...Verdomme, als hij nog terugdacht aan die eindeloze ontboezemingen over zijn Olgatje Erte, destijds in het intieme duister van hun slaaphol op de scheerzolder van de barak! "Holgaatje", zoals Joseph haar altijd treiterend noemde...Maar ja, dat was alweer vijf-zes jaar geleden en ondertussen had de klok niet stilgestaan...De laatste vier oorlogsjaren - door Leon en hemzelf, elk op eigen manier doorworsteld - hadden hen volledig uit elkaar gedreven en hopeloos van elkaar vervreemd... 

Plots kreeg Joseph een ingeving. Wat schreef die geit daar ook weer ? " Klein geschenk als blijvende herinnering aan onze vijf zwoele nachten"...Hij graaide in Van Rennens broodzak naar het kleine kalfslederen zakje. Eén forse ruk knapte het zijden stropje af en vijf gele munten schoven in zijn handpalm...Dus tóch geen vijfmarkstukken zoals hij eerst had verondersteld maar oude gouden munten, verdomme! Allee, dat moest wel goud zijn, veronderstelde hij: de dochter van graaf von Leberwurst kan het verlies van haar bloempje toch niet met een paar koperen centen gedenken, hé! Dat zou wat té goedkoop zijn, zelfs voor een tijd als nu waarin de maagden met bosjes voor de bijl gingen...

  Zo had hij zich een warm glanzend goudstuk ook altijd voorgesteld: nogal groot en vooral zwaar. Toch maar even in bijten of het geen verguld lood is, dacht hij sluw, ook al had hij niet het flauwste idee welk resultaat hij van dit wereldwijs gebaar kon verwachten. Maar in Rusland had hij dat die mensen daar doorlopend zien doen. Toen evenwel zijn rechter hoektanden dreigden af te knappen liet hij zijn achterdocht voor wat ze was en liep naar het zonlicht bij het open venster. Rondom de beeldenaar van een edele vorst las hij: "Fredericus VI - Rex Dania" en op de achterkant, onder een gekroond wapenschild bewaakt door twee naakte mannen met forse knuppels, stond: "2 FR D'OR" met het jaartal 1838.                      

" Rex Dania zal wel staan voor Koning der Denen " veronderstelde Joseph, ook al had hij in Oostende nooit latijn gevolgd. Maar voor dat Franse " 2 francs d'or" op een Deens goudstuk vond hij zo vlug geen uitleg. Tenzij die "FR" de afkorting van Frederik zou zijn...Of Florint, maar ook dàt hielp hem niet vooruit.             

De vier overige munten zagen er nét eender uit... Verzonken in gedachten liet hij ze rinkelend van de ene handpalm in de andere glijden tot hij zich plots realiseerde dat in de hovingen of de geruïneerde achterhuizen aan de overkant iedereen hem met deze schat bezig kon zien.

Geschrokken week hij achteruit en ging op bed zitten. Spiedend gleed zijn blik als door de geweerkijker van een scherp-schutter traag langs de dichtgespijkerde venstergaten aan de overkant. En ja hoor: schuinrechts bewoog een schim schichtig achter het gele oliepapieren raam op de derde verdieping!                                             

Zou die iets gezien hebben ? Geërgerd stootte hij met zijn kruk van ver zijn venster dicht en bleef even besluiteloos in de verduisterde kamer naar de smalle streep zonlicht op het balatum staren. Maar enfin: als die vanop tien meter een goudstukje herkend heeft was het nu toch te laat. Hij kon het beter vergeten. En hij zette zich nadrukkelijk aan het piekeren om een gepaste schuilplaats voor zijn munten te vinden.                                       

Ermee op zak blijven lopen tussen al die grijpgrage primaten op straat was vragen om moeilijkheden...De rosse kamer boven vond hij te gewaagd: tijdens het aanschuiven vanmorgen had hij opgepikt dat alle leegstaande kamers in de wijk opgeëist zouden worden voor de daklozen van de laatste gevechten. De blokoversten moesten nog deze week de beschikbare woonruimte komen recenseren. De donkere kelder was één mogelijkheid, maar dààr kon hij niet het minste toezicht op houden. En hier op zijn kamer?? Het plafond kon ieder ogenblik naar beneden donderen...                                        

Toen viel zijn blik op de koperen bollen bovenaan de ijzeren poten van zijn witgelakte stijlenbed. Vlug even wringen en...snerpend vees de bovenste helft los. Binnenin kon hij makkelijk twee munten rechtopstaand verbergen. Zo, het dekseltje er weer opgedraaid en klaar was Kees. Drie minuten later lag zijn nieuw ontdekte schat veilig opgeborgen en in een zalige roes liet hij zich gelukkig glimlachend languit op zijn bed zakken...Hij had hier verdomme misschien voor duizend mark op de kop getikt! Geen aan de lopende band gedrukte Reichsbankrommel zoals de schat van zijn huisbaas die door de eerste de beste rode pokkenpotentaat tot waardeloos schijtpapier kon worden gedevalueerd... Neen, klinkende munt die hem in gelijk welke omstandigheden drie-vier maanden in leven zou houden!                        Verdomme, éérst die boekentas van de betaalmeester nu dit :als dat zo voortging hoefde hij zelfs helemaal niet meer naar de "Tauschmart" om die vunzige rommel van Dahlmann om te ruilen!   

Op de wekker in de keuken liep het al tegen tweeën en nog kwamen de Weimars niet opdagen...Voor zover hij wist hadden ze geen "Butterbrot" meegenomen naar het stadhuis om de honger te verdrijven tijdens het eindeloos aanschuiven...

Verdomme, straks kregen die sukkels nog een appelflauwte! Zou hij hen niet beter vlug iets te bikken brengen ? Na dat vorstelijk gebaar met die elfhonderd mark kostgeld begon de rol van reddende engel hem best te bevallen. En tenslotte voelde hij zijn beer ook fors grollen...Joseph besloot daarom maar vlug een vieruurtje inéén te boksen: koude koffie in een bierfles en elk twee plakken Pumpernickel met leverworst. Veel aten die twee toch niet 's middags...Onder het klaarmaken sloeg hijzelf haastig zijn deel van het festijn naar binnen...Alles in de rugzak gestopt en dan op zijn krukken terug de Albrechtstrasse af!                                                                             

Vanaf de viaduct onder het Bahnhof merkte hij reeds van ver dat de slang nauwelijks korter was geworden...Een Schupo trachtte de mensen in de staart te overtuigen dat ze beter terug naar huis konden keren: vandaag kwamen ze tóch niet meer aan de beurt.

Maar hij ontketende daarmee bijna een rel: "Ja zeg Vati, dat zie je van hier! We staan hier al bijna drie uur: dan moeten die luie pennenlikkers daar binnen maar wat uit hun pijp komen! " Bij de laatsten zwol een stampend spreekkoor aan: " Folgezettel! Folgezettel! Folgezettel! "...Een ticket met volgnummer moest hen morgen voorrang verlenen!                                                          

Vooraan zaten veel vrouwen stil tussen het volk weggedoken op een vouwstoeltje te soezen, verzonken in eigen gedachten de knagende honger verbijtend. De Weimars waren ondertussen ook reeds tot op een tiental meter van de ingangspui gevorderd en schrokken blij verrast uit hun lethargie op toen hij hen aansprak.                

" Ah, Herr Josef! ..."                                    

" Ich bringe Ihnen etwas zum essen"...Plots voelde hij alle ogen gericht op Kwatta en reikte hen wat gegeneerd eerst de fles met koffie aan. De blikken van de omstaanders leken wel vast gelast aan het pakje Pumpernickel. Hildegarde controleerde even discreet wat hij er tussen had gesmeerd maar het Balkanwijf had het gezien:       

"Was ist denn das! Sie haben's aber gut! " Het droop van de kwijlende afgunst.                 

"Mensch, Leberwurst! " kraste de vrouw van de Kriegsmarine en zakte lijkbleek tussen de omstanders ineen...                                                        


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (11 Stemmen)
07-11-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
Archief per week
  • 18/11-24/11 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 27/11-03/12 2017
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !
    Inhoud blog
  • Deel 400
  • Deel 399
  • Deel 398
  • Deel 397
  • Deel 396

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!