" De Afrekening"
Een West-Vlaamse oorlogsthriller in afleveringen
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
18-10-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 321
Klik op de afbeelding om de link te volgen

RASTALJAT !

Bij de citerne, een dertig meter verderop ,stopte plots een kaki legervrachtwagen. De wachtende waterdragers versteven van de schrik toen uit de laadbak een vijftal soldaten klauterden, die drie burgers hielpen bij het uitstijgen. De Duitsers zagen er bleek uit en verschrikkelijk mager, één stapten houterig naar de stuurhut van het voertuig, waar een officier in lederen jek het portier opende. Rechtstaand op de treeplank gaf hij een kort bevel aan zijn ondergeschikten. Die salueerden en liepen op hun gemak langs de rij verschrikte vrouwen om er hier en daar, schijnbaar willekeurig, een paar uit te pikken. Een wind van paniek waaide over de hoofden heen en achter Joseph vluchtten er al drie-vier weg, hun karretje met lege kruiken zonder meer achterlatend. De soldaten hielden de kop van de slang in bedwang, zodat daar niemand het hazenpad kon kiezen.       

" Meine Volksgenossen! ...Habt keine Angst! ...",  schalde een krakerige stem plots door een megafoon, " Wij vragen u enkel...getuige te willen zijn...bij de berechting van een moordenaar..." Joseph zag, over de koppen van de bang wegduikende burgers heen, hoe één van de houterige Duitsers, op de treeplank naast de officier,  kortademig door de trechter stond te schreeuwen.

Niet erg gezond, die jongen, dacht hij...Maar hij schrok zich een bult toen hij plots de loop van een stormgeweer tegen z'n ribben voelde porren. De Mongool aan zijn zij maakte hem met een hoofdknik duidelijk dat hij naar voor moest lopen en een ogenblik dacht hij dat zijn laatste uur geslagen was, en ze hém als moordenaar gingen berechten. In een reflex stak hij zijn vrije hand op ten teken van overgave en terwijl hij zo, zwaar leunend op zijn wandelstok naar voor strompelde, hoorde hij de astmatische schreeuwer verder oreren:

"...Daartoe zullen...de zegevierende Sovjetautoriteiten...vijf mannen en vijf vrouwen...uit uw rangen aanwijzen...om hier ooggetuige te zijn...van de uitvoering ...van het vonnis..."                                                    

" Ooggetuigen ? Het is dan toch niet voor mij! ",flitste het door z'n hoofd en opgelucht liet hij de hand zakken, want voor hem uit werden nog een paar 'vrijwilligers' tot wat meer spontane civiele geestdrift aangepord. Het grauwe groepje werd bij de motorkap van de vrachtwagen bijeen gedreven en één van de Duitse Houten Klazen noteerde nors, met de slijkweerder als schrijftafel, onderaan een blad: naam, voornaam, leeftijd, beroep en burgerlijke stand van elk der uitverkorenen. Joseph hoorde dat de meeste vrouwen weduwe waren. De oude heer voor hem verklaarde stram " Friedrich-Wilhelm von Birkenheim " te heten, maar de scribent reageerde er niet op.                                        

" Pétèrs...Jean, Marie, Gustave...",gaf hij op, met een zwaar Frans accent. De Duitser keek hem verrast aan :"Sie sind keine Volksgenosse ?... Was machst du denn uberhaupt hier ?"...               

" Ah, non!  Keen Volksgenoss!  Suis pas Allemand, moi! ",zei hij verontwaardigd. " Je suis Belge, travailleur belge, versteen ? Belgien Fremdarbeiter...Travail obligatoire, versteen ?", en hij haalde demonstratief zijn valse paspoort boven. " Voilà! " Hij wees op de driekleurige bies over de hoek en vervolgens op de nationale kokarde aan zijn revers: " Belgien! ..."                                         

De Duitser bekeek vluchtig het document, tot zijn oog op de Russische tekst viel op de achterkant, met de stempel en de handtekening van de commandant der stormtroepen. Hij keek Joseph een ogenblik geïntrigeerd aan en wenkte naar de officier. Deze ontcijferde het zotte geschrift, zijn gezicht klaarde op en reikte Joseph hartelijk de hand. Hij was blij een vriend van de Sovjetunie te mogen begroeten, meende Joseph te verstaan.

" Spasibo, Tovaritch Kommandant! " ,kon hij er met moeite uitbrengen, terwijl hij zijn vingers terug in model trok, " Deswidanja! ": bedankt en tot weerziens, kameraad!  En hij wilde discreet de benen nemen. Maar zo verstond de Rus het niet:  die legde vertrouwelijk beide handen op Josephs schouders en liet hem vriendelijk verstaan dat hij beter nog een ogenblik kon wachten.                         

" Also: Fremdarbeiter.", noteerde de Duitser, met opmerkelijk weinig geestdrift," Zweiundzwanzig Jahre alt...Nächste bitte! "... Maar Joseph zag zijn kans schoon: " Bitte schön, ein Moment! "  Of de Duitser aan de Sovjetofficier niet kon vragen op een briefje te schrijven: "Hier wohnen gute Belgische Fremdarbeiter ", liefst in drukletters ?

Maar de scribent had geen tijd en gelastte zijn collega met die karwei. Na wat over en weer gepraat in een mengelmoes van taaltjes voldeed de Rus groothartig aan zijn verzoek en zette er als toemaatje een handtekening onder.                          

Ondertussen was de lijst met de namen van de tien getuigen klaar gekomen en iedereen wachtte in angstige spanning het verdere verloop der gebeurtenissen af. Hun geduld werd niet lang op de proef gesteld: de Houten Klaas stapte na een korte onderhoud met de officier terug op de treeplank en schraapte zijn keel door de trechter van de megafoon, alsof hij zijn t.b.c.-bacillen zo ver mogelijk over de hoofden wilde verspreiden.

In een paar hortende zinnen bracht hij de moord op Frau Helga Sindermann in herinnering, drie dagen geleden, op deze eigenste plek. De dader was gesnapt en door de 'Divisionaire Krijgsraad' ter dood veroordeeld. Het vonnis werd door Generaal Konjev, bevelhebber van het Eerste Oekraïnische Front bevestigd, om hier voltrokken te worden. De originele tekst en de Duitse vertaling moesten op de plaats van de misdaad worden aangeplakt.

Terwijl de stem van de spreker rochelend uitstierf en iedereen zich verbijsterd afvroeg wat dit allemaal te betekenen had, zag Joseph hoe twee soldaten de Mongool uit de cabine hielpen. Die op de rug gebonden handen verdreven meteen elke twijfel...                 

  Toen ging alles zó bliksemsnel, dat maar een paar omstaanders een flits opvingen van de executie. De gevangene werd op de knieën gedwongen door de twee bewakers, maar bood geen enkele weerstand. 

Even zag Joseph de uitdrukkingsloze spleetogen en kwijlende mond in het getaande vollemaansgezicht. Een bevel van de officier en de jongen neeg het hoofd, onder de druk van de pistoolloop in de nek. Het schot wierp het slachtoffer plat voorover in het slijk en met een vloeiend gebaar stak de beul zijn wapen terug in de holster, net zo gevoelloos alsof het een sigarettenétui betrof.                                    

De knal stootte een schokgolf onder de omstaanders, die met een kreet van afgrijzen uiteenstoven als een verstrooid mierennest. Twee vrouwelijke 'getuigen' vielen als vodden in zwijm. De bewakers grepen het lijk prompt bij de laarzen en sleepten het door het slijk naar de laadklep van de vrachtwagen, een bloederige sleuf in de modder achterlatend. Geholpen door hun maats wierpen ze in één-twee-drie het geslachte varken op de camion en dàt was het dan...                                                  

Joseph zag één van de Houten Klazen wenend op de treeplank zitten, terwijl een andere zijn vriend bemoedigend op de schouder klopte. Later zou men beweren dat dit de echtgenoot was van de vermoorde vrouw, Horst Sindermann, de plaatselijke leider van vooroorlogse Kommunistische Partei Deutschlands, die juist door de Russen uit een concentratiekamp was bevrijd.                             

De derde Duitser had ondertussen de roze tweetalige tekst van het vonnis op de citerne geplakt. Op bevel van de officier kroop de hele troep weer op de vrachtwagen en een minuut later verdwenen ze in een zuur-stinkende wolk uitlaatgassen, ontsteld nagestaard door de fel uitgedunde groep waterdragers. Velen hadden immers de benen genomen vooraleer het fatale schot viel en zij, die door de soldaten belet werden te vluchten, kakelden als hersenloze kippen verward door elkaar hoe schokkend ze deze bestiale vertoning wel vonden!  Wat een onmens, die brute bolsjeviek!  Een paar aasgieren begluurden sluiks de bloedvoor in de modder die reeds half in de plassen oploste. Binnen vijf minuten zou van het drama geen enkel spoor meer overblijven...                                                

Joseph pikte vlug weer aan bij de alledaagse realiteit en liep de rij karretjes af waarvan de meeste eigenaars veiliger oorden hadden opgezocht. Ook Herr Neumann was in geen velden of wegen te bekennen en dus trok hij hun wagentje met de kruiken wat dichter naar de pomp toe. Alsof dit het signaal was voor de andere waterdragers om ook hun gerij te grijpen en naar voor te dringen,  vormde zich in een oogwenk een nieuwe rij opportunisten in de slijkpoel voor de citerne, die elkaar met verse moed bitsig de voorrang betwistten. Joseph stond nu derde en had door de verwarring zeker een vol uur wachttijd ingewonnen. De éne zijn dood is d'ander zijn brood...                                                     

Juist toen hij aan de beurt was, kwam Neumann met hangende pootjes weer opdagen, één en al welwillendheid omdat Joseph hem zijn vaandelvlucht niet voor de voeten wierp: " Bitte, lassen Sie doch, Herr Josef, das mach ich schon ..."                                              

Ook op de terugweg naar huis onderhield hij geforceerd opgewekt de conversatie, alsof niet zojuist voor hun ogen een mens koelbloedig was afgeslacht. In het begin antwoordde Joseph nog met monosyllaben, tot hij het op zijn heupen kreeg en zijn buurman diens onverschilligheid verweet tegenover de dood van die jongeman: kon deze moord hem dan werkelijk niets schelen ?                       

Neumann hield het karretje staande en keek Joseph een ogenblik neutraal aan: " Ich habe das erschiessen nicht persönlich angesehen, aber mit einem Mordhund ist sowas doch selbstverständlich, nichtwahr ?"  Joseph was nog jong en had van de oorlog niet veel meegemaakt, maar wist hij wel dat in Berlijn naar schatting een 200.000 mensen vermoord werden door de Amerikaanse bommengangsters ? Onschuldige mensen, géén moorddadige honden zoals die Mongool van daarjuist ? Moeders en kinderen, die aan de oorlog niet de minste schuld hadden...

" Ruik je deze rotte vislucht, hier in de straten ? Er liggen nog duizenden mensen onder het puin te vergaan, voor zover ze niet verkoold en verast zijn...Elke Berlijner heeft de helft van zijn gezin en een tiental familieleden verloren en niét noodzakelijk aan het front, weet je...Vraag me dus niet een traan te plengen voor een dooie bolsjeviek, die door z'n eigen volk werd terechtgesteld, en ik druk op 'terecht',begrijp je ? Daarbij, Herr Josef: ik heb allang geen tranen meer, niet voor mijn eigen doden en zeker niet voor die van de overkant! "...                        

Hij nam traag de dissel van het karretje weer op, herhaalde nog eenmaal bitter: " Nein bitte, keine Tränen mehr"...en sloeg als een gebroken man de hoek van de Albrechtstrasse om.                       

De rest van de terugweg zei Neumann geen woord meer, als een slaapwandelaar verzonken in zijn eigen nachtmerries. De brallende Russen gunde hij geen blik in het voorbijgaan en sjokte als een blinde afgejakkerde knol mee in de trieste sliert 'Ostvertriebene' die gestaag tussen de puinhopen de helling afzakten naar de Bahnhofplatz Steglitz en de Schlossstrasse, de grote lokkende uitvalsweg in de  richting Potsdam.                                                        

Potsdam met als welsprekend uithang bord 'Schloss Sans-Souci', het betoverende westen, de Amerikanen...Het leek Joseph alsof half Duitsland op de vlucht was geslagen, met maar één doel voor ogen: naar het westen, over de Elbe, wég van de Russen! ...Naar hun allerlaatste kans om aan de hel van de voorbije maanden te ontsnappen. En misschien dan tóch de oorlog te overleven, "um Gottes Willen..."                                                          

" Binnenkort kan het net zo goed mijn beurt zijn om op de vlucht te slaan ",overwoog hij bedrukt.  " Maar dan liefst zo laat mogelijk: want te poot geraak ik nooit tot aan de Elbe...Als het waar is wat ze bij de pomp vertelden en de Amerikaanse zone zou tot in Berlijn reiken, dan vind ik met mijn valse pas wel een plaatsje op één van hun vrachtwagens naar het westen "...                                            

Alhoewel, als de Amerikanen naar hier kwamen zag hij zo niet direct waarom hij naar het westen zou moeten vluchten...Om zich in België te laten oppakken en tegen de muur gezet te worden ?            

Neen, niets overhaast doen en de kat uit de boom kijken: dat was nog altijd de beste manier om door de mazen van het net te zwemmen: " Laissons pisser le rhinocéros", zoals Bill Berghmans altijd zei...Want naar het schijnt neemt dat beest daar ook volop de tijd voor...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
18-10-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
17-10-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 320
Klik op de afbeelding om de link te volgen

 C37 : OOG OM OOG...  

                 

                   Steglitz, 4 en 5 mei '45.               


Van zijn goede voornemens om de oudjes met een Rode Kruispakje uit Dahlmanns voorraad te verblijden kwam echter voorlopig niets in huis. Want toen Neumann Vati ophaalde voor de dagelijkse tocht naar de citerne in de volkstuintjes, zag de oude Weimar er zo belabberd uit,  dat Joseph zich zedelijk verplicht voelde voor te stellen hem te vervangen. Het kon hooguit een wandeling van een kilometer worden en hij vond het een geschikte gelegenheid om zijn kunstbeen eens grondig uit te testen.

Neumann deed niet erg geestdriftig, maar Wilhelm zuchtte opgelucht ten minste voor één dagje van deze zware karwei verlost te zijn.                              

Joseph ging even in zijn kamer de rommel van de Langemarcker wegbergen en profiteerde ervan om zijn dij-stomp grondig in te talken. Nu nog de kous erover, en klaar was Kees!  Neumann werd al ongeduldig, maar de Weimars waren blij, dat zag hij. Bij het buiten gaan fluisterde Hildegarde hem zelfs vlug in het oor: " Und heute abend gibt's Pfannkuchen!" Nou-nou, de oudjes schenen écht opgezet met zijn initiatief, zeg!                                   

De zon was door de brandwolken gebroken en de wind waarschijnlijk van richting veranderd, want het stonk reeds veel minder dan vanmorgen, vond Joseph. Zijn maat trok het karretje met de vijf lege kruiken de straat uit, zonder naar Joseph om te zien of die met het stijve been wel volgen kon...

" Een beetje nukkig, de oude heer! ", dacht hij." Maar ik ga daarom toch m'n poot niet verrekken: straks zal zijn marstempo wel wat zakken, als hij mij goed onder de neus gewreven heeft hoe kras hij nog is voor zijn leeftijd..."          

Juist om de hoek van de Albrechtstrasse stond Libowitz met zijn ploeg Parteigenossen nog steeds puin te ruimen, maar zo te zien waren ze nog niet erg opgeschoten. Joseph begreep dat ze dit ook niet écht van plan waren: zo'n leuke "Arbeitseinsatz" vlak bij huis mocht gerust wel eventjes duren, als je wist dat je andere lotgenoten bij het smerige lijkenruimen werden ingezet...Bij elke berg puin die hij verderop in de straat voorbij wandelde, merkte hij bij de ruimers dezelfde innige arbeidsvreugde: " Zachtjes aan, dan breekt het lijntje niet"... In een lange ketting van de rijweg tot bovenop de ruïne gaven ze sloom baksteen per baksteen aan elkaar door, als waren het stukken van een kostbare collectie.

Het deed hem denken aan de film "The Chaingang", die hij juist voor het uitbreken van de oorlog in Oostende was gaan zien, samen met Nadine...Ach, waar is de tijd!  Met z'n mollige, warme, zoete Nadine op de laatste rij van de cinema in het donker...En zeggen dat hij met véél moeite, over de rugleuning heen, na lang en schijnheilig graven, zijn hand tot onder haar oksel had gekregen...              

Hij botste bijna op Neumann, die met een verveeld gezicht op de hoek van een zijstraat op hem stond te wachten: " Na Herr Josef, geht's nicht ?", vroeg hij wat neerbuigend, om uitgestreken te vervolgen: " Oder laufe ich zu schnell ?"                              

" Ach, genau so wie allen Deutschen heutzutage, nicht Herr Neumann ?"                            

" Wie meinen Sie ?",vroeg de andere verwonderd.                              Joseph knikte betekenisvol naar een groepje vluchtelingen uit het oosten, die midden in de rijweg stug voorbij sloften, hun volgestouwde karretjes achter zich aan slepend... Geen opbeurend zicht, deze uitgebluste vrouwen met hun armzalige kroost en de bleke pubers die nu de rol van hun verdwenen vaders moesten overnemen... 

Schichtig keken ze naar groepjes Russen, die zich hier en daar op de stoep geïnstalleerd hadden met tafels en stoelen, zelfs met een lederen bankstel en het er goed van namen met flessen drank, zwart brood en blikvlees...Uit de raamopening van een huis vloog een schilderij de staat op - iets Hitler-achtigs - en dreinde een vermoeide accordeon voor de zoveelste maal het schokkerige Kalinka-lied af.              

Neumann zei niets meer, maar paste opeens gewillig zijn tempo aan bij de trage tred van Joseph.                                                                       

De zijstraat leidde na een paar honderd meter recht naar de volkstuintjes en hoe meer ze de citerne naderden, hoe drukker het werd op de smalle paden tussen de hoge ligusterhagen.

Bijna iedereen vervoerde zijn waterkitten en -kruiken op de populaire vierwielige 'Volkswagens', zoals de Berlijners deze miniatuur boerenkarretjes sarcastisch noemden. Slechts de minder gegoede burgers sjouwden met twee emailemmers aan een rudimentair juk. Elkaar kruisen op de enge wegels verliep niet altijd smetteloos en draaide dikwijls uit op een venijnige scheldpartij.                            

Bij de pomp heerste een wanordelijke drukte van belang. En nieuwkomers, die hun beurt niet wilden afwachten en brutaal naar voor drongen, werden luid honend door de kijvende vrouwen naar de staart van de rij verwezen.

Al wie in de slang sluiks een plaats vooruit wilde komen en zich niet door woorden liet intimideren, werd mits wat trekken en duwen tot betere gedachten gebracht.            

" Gisteren ",vertelde Neumann, "hadden de wijven bij een rel de kruiken van een onderkruiper over de haag gekipt!  Vooraan in de rij is het tamelijk makkelijk de volgorde te doen eerbiedigen: het venijn zit in de start!  Want hier wordt ook aangeschoven vanuit twee andere zijwegels, en op het kruispunt waar de drie rijen samen komen is er regelmatig heibel!  Het is hier verdomd slecht georganiseerd: 'vroeger' zou zoiets nooit bestaan hebben! ", voegde hij er bitter en veelbetekenend aan toe, " Onderkruipers en parasieten werden hard door de autoriteiten aangepakt, " damals! "...              

Deze heimwee naar "damals" (vroeger) zou Joseph nog dikwijls moeten aanhoren en vreemd genoeg ergerde hij zich daaraan. Maar had hijzelf zijn eigen glorietijd niet onder de nazi's beleefd? Ja toch ?... Snel verwierp hij echter deze overweging: glorietijd, glorietijd...je moet daarin niet zo  overdrijven, hé!  Zie me hier eens glorieus rondpikkelen op m'n ene poot!...Alles achteraf gezien hoefde niemand - en hijzelf wel allerminst!  - zo geestdriftig te doen over de verworvenheden van de vervlogen 'Nieuwe Wereldorde' ,waar hij zo hoog mee had opgelopen, vroeger...Inderdaad: " Damals..."                               

Na een uurtje aanschuiven geraakten ze zonder kleerscheuren voorbij 'het kruispunt' en de achterdochtige naijver tegenover de omstaanders zakte als bij toverslag. Ieder sprak nu rustig met zijn buur af wie voor wie aan de beurt zou komen. En tegelijk begon de geruchtenmolen op volle toeren te draaien en vlogen de nieuwtjes heen en weer door de rij wachtenden. Waar ze het vandaan haalden, mocht de duivel weten, want in Duitsland waren de gewone radiotoestellen reeds jaren verboden. De burgers beschikten enkel over een zogenaamde " Volksempfänger" waarop slechts vijf nationale zenders konden beluisterd worden, kwestie van de Groot-Germaanse hersenen niet door buitenlandse propaganda te laten vergiftigen...En op de koop toe was er in Steglitz en omstreken al twee weken geen elektrische stroom meer om deze toestellen te laten werken!         

Nu werden plots nieuwtjes rondverteld, die zogezegd door de BBC of de Zwitserse zender Beromünster waren uitgezonden:  de plaatsvervanger van Maarschalk Kesselring had met zijn legergroep in de Po-vlakte van Italie gecapituleerd, en de Armeegruppe Nord - drie miljoen man tussen de Hollandse Rijn en de Baltische zee onder bevel van Dönitz - had zich overgegeven aan de Britse Maarschalk Montgomery... Enkel het front tegen de Russen tussen Rostock en Magdeburg werd nog in stand gehouden, om zoveel mogelijk vluchtelingen uit de oostelijke provincies toe te laten de geallieerde linies te bereiken...Ook de 300.000 soldaten van het Ruhrleger, die in Westfalen omsingeld zaten,  hadden er de brui aan gegeven. De "Fransozen" beweerden in het Zwarte Woud eveneens een half miljoen man gevangen te hebben, om niet voor de Yanks in Beieren onder te moeten doen...,de blaaskaken!                     

Naast Joseph leek de grijze heer met zijn jagershoedje bijzonder goed ingelicht te zijn: de Duitse troepenmacht uit de Balkan week, onder lichte druk van het Rode leger " ordnungsvoll" en traag terug uit Tsjecho-slowakije, Oostenrijk en Joegoslavie, in de richting van Beieren, om zich daar aan de Amerikanen over te geven... En hij drukte op ordnungsvoll. In hun zog voerden ze de diverse collaborerende legioenen uit Servië, Kroatië en Slovenië mee, alsook de Russische Vlassov-divisies, die alle redenen hadden om aan de klauwen van de Sovjets te ontsnappen...Daar hoefde hij zeker geen tekeningetje bij gemaakt: dat begreep nu het kleinste kind wel...                                           

Joseph overwoog bitter hoe  koel en luchthartig deze Pruis sprak over de ex-medestanders van het Derde Rijk, die hun inzet aan de zijde van hun Duitse wapenbroeders nu zouden bekopen met een nekschot...Stank voor dank...En stond zo'n lot hemzelf ook niet te wachten ?       

Maar het meest intrigerende gerucht kwam uit de Italiaanse Alpen: daar waren Franse koloniale troepen slaags geraakt met de Amerikanen, omdat ze weigerden op de eis van president Truman in te gaan. Deze gebood hen terug te trekken uit het Aosta-gebergte dat ze zojuist op de Macaroni's hadden veroverd. De Yanks wilden niet horen van een Franse aanspraak op Italiaans grondgebied, maar een zekere generaal De Gaulle had zijn soldaten bevel gegeven te schieten op elke Amerikaan die zijn plannen wilde dwarsbomen. En nu zat het er dus lelijk tegen!                                  " Je ziet wel dat de geallieerden het onderling niet eens zijn, hé! ", kraaide zijn buurvrouw, " Vroeg of laat krijgen ze het met de Russen aan de stok!  En dan zullen ze nog spijt krijgen van alles wat ze ons Duitsers hebben aangedaan! ...Niet meer of ze vragen ons om mee op te trekken tegen de Bolsjevieken! ..."              

" In Beieren is het reeds zover", wist een andere te vertellen." Op de Elbe boven Dresden staan ze neus aan neus met de Russen en weigert de Amerikaanse generaal terug te trekken uit een gebied dat volgens een vroeger akkoord toekomt aan de Sovjets...Daar zal het er ook hard aan toe gaan: luister naar m'n woorden! "               

" Ja, op de Zwitserse radio zegden ze gisteren dat de overwinnaars ons land onder elkaar gaan opdelen, zoals de spieën van een taart, met Berlijn als gemeenschappelijk middelpunt...De Russen krijgen het stuk van Lübeck naar hier, en van hier naar Bregenz aan de Bodensee...De Yanks krijgen alles onder de lijn Berlin-Köln, en de Britten alles wat daarboven ligt..."                                 

" Dan hoop ik maar dat wij in Steglitz bij de Amerikanen terecht komen!  Ik denk dat die nog veruit het makkelijkste te bewerken zijn...Wij hebben hun vaderland tenslotte nooit gebombardeerd, dus kunnen zij moeilijk een reden vinden om kwaad te zijn op ons, alles goed beschouwd..."            "Ze schijnen anders lelijk de pest in te hebben ", grijnsde de oude man, juist voor Joseph, " want ze noemen ons barbaren en onmensen!  En weet je waarom ?... In het gebied dat ze de laatste twee weken veroverden, hebben ze naar het schijnt een paar KZ-Lager en gewone gevangenkampen gevonden waar de tyfus is uitgebroken, nadat het bewakingspersoneel zich samen met de Weermacht teruggetrokken had. Maar ge weet hoe dat gaat, hé: zonder onze strenge organisatiegeest dachten de boeven natuurlijk dat plots àlles was toegelaten! ...Ge kent dat wel hé: niemand wou nog de toiletten gaan schoonmaken, en de persoonlijke hygiëne was niet meer verplicht, dus werd er niet meer gewassen! ...Binnen de twee dagen was dat één kolossale zwijnenboel!  En als er dan ziektes uitbreken krijgen wij de schuld, ook al hebben we daar al lang de leiding niet meer..."                      

Neumann knikte: " Zo is het, Genosse ja...Trouwens, nu we de oorlog verloren hebben, zijn wij natuurlijk de kop van Jut, of wat dacht je!  Alles wat door hun schuld verkeerd gelopen is, zal wel op onze rekening geschreven worden, dat zal je zien! ...Eerst gooien ze alles kapot en dan is het onze schuld als er niets meer werkt! ...Ja-ja, zo is het! ..."                                           

Joseph mengde zich niet in dat schijnheilig gebazel, tot zijn afzijdigheid de vrouw achter hen begon te intrigeren: " Sind Sie Kriegsverletzter ?" (oorlogsinvalide), vroeg ze ongegeneerd, " Sie sehen noch so jung aus "...En inderdaad, buiten ouderlingen en pubers bleek hij ver de enige twintigjarige man in de rij. Maar voor hij kon antwoorden, sprong Neumann in de bres: " Er ist ein sehr netter Französischer Fremdarbeiter.. und ist von einer Britische Bombe verletzt worden..."     

  "Ach so...ein Franzose...", zei ze bedachtzaam en had moeite het eeuwenoude Duitse antagonisme tegenover de historische aartsvijanden te verbergen. " Unser Benjamin ist in Frankreich gefallen, in '40 ", zeurde ze voort met een beschuldigende ondertoon, alsof Joseph er voor iets tussen zat. " Sechsundzwanzig Jahre, von den Franzosen erschossen worden..."             Even viel het gesprek stil en de omstaanders bekeken hem wat hautain, maar aangezien hij zijn mond niet had opengedaan gingen ze er van uit dat hij van hun gekanker niet veel had opgestoken.          

"Wir haben sein Grab besucht in Zwazoon."  Hij knikte medelevend: " Ach ja: Zwazoon..." en hield zich behoedzaam op de vlakte.                               " Ist Ihnen die Gegend bekannt ?" ,drong ze hoopvol aan." Eine schöne Stadt an die Zoom..." Met die Zoom bedoelde zij de Somme, had hij begrepen, maar het duurde even voor hij Zwazoon ontmaskerd had als Soissons...                                                     

" Nein, leider nicht..." Hij had weinig zin te pogen dat mens te laten inzien dat haar Benjamin in Zwazoon niets te zoeken had, in '40, en dat de Fransen hem daar met recht en reden door zijn pels hadden geschoten. Hij vreesde dat zo'n uiteenzetting gemakkelijk uit de hand kon lopen en voelde zich te erg in de minderheid tussen al deze verbitterde Duitsers. Die vonden het heel normaal om destijds in Zwazoon alles in gruzelementen te schieten: tenslotte had Frankrijk hén de oorlog verklaard en was op de koop toe nog zo stom geweest de zelf ontketende veldtocht te verliezen!                  

Voor alle veiligheid wierp de vrouw het toch maar over een andere boeg en vroeg haar buurman of hij " Herr Doktor Kreglinger"  niet had gekend. Neen ? Die woonde in het huis naast haar, met vrouw en dochter: " Ganz nette Leute"...Hadden gisteravond samen vergif ingenomen... Wilden deze zwijnerij niet langer overleven...De Russen hadden hen heel de namiddag in de slaapkamer schaamteloos behandeld, zéér schaamteloos, als je begreep wat ze bedoelde...En alles kapot geslagen, in huis en in zijn kabinet, volledig zinloos...Ze had de vrouwen uren horen schreeuwen, maar wàt kan je doen ?!...'Der Herr Doktor' was weliswaar 'iets' geweest in de Partij,  maar dat is toch nog geen reden, hé ?..." Solche nette Leute! "...               

'Parteimitglied' of niet, daar keken de Russen niet naar, meende haar buurman: ze namen gewoon wie hen toevallig beviel!  De dochter van op het derde, bij hem thuis, had zich ook opgehangen, na een inval van deze beesten, en de moeder was reeds twee dagen verdwenen: "Ganz wahnsinnig geworden"...Die wordt vast vroeg of laat uit het Teltowkanaal opgevist...                                             

" Mein Gott! ", dat kanaal dreef nu reeds vol lijken!  Veel gevallenen van de Hitlerjeugd en de Volkssturm, natuurlijk, maar ook veel nazi's en vrouwen die het niet wilden overleven...Als die er niet vlug uitgevist en begraven werden, zou zeker de pest uitbreken...Dat water mocht zelfs niet meer gebruikt worden om de vloer te schrobben, stel je voor!                               " En ook het water uit de blusvijvers is verdacht ", mengde een andere vrouw zich in het gesprek, " wij hebben met de buren die 'Löschteich' van ons eerst helemaal uitgedregd, om er zeker van te zijn dat er niets in lag te rotten, maar het viel nogal mee..."         

" In die van ons lag een Rus, maar die hebben de Sovjets er nog dezelfde avond uitgehaald en in het afschuwelijke rode mausoleum op het rondpunt van de Sedan-strasse begraven..."                       

" Ja, bij ons in het parkje ligt ook zo'n opzichtig rood monument...afgrijselijk!  Ik hoop dat het maar voorlopig is, want het is werkelijk een vloek in het landschap...Volledig gebrek aan goede smaak, nietwaar ? "

Daar was iedereen het roerend over eens...Alhoewel ,met al die grauwe puinhopen rondom ,in datzelfde landschap...                                                                                                                                              


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
17-10-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
16-10-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 319
Klik op de afbeelding om de link te volgen

            C36Bis:  

VLUCHTEN OP DUITSE WEGEN


Reeds voor de uiteindelijke nederlaag van Duitsland startte het trieste drama van de dakloze volksverhuizers in Centraal-Europa.

De pletrol van de Sovjetlegers had eindeloze karavanen Duitse of Duitsgezinde vluchtelingen uit Oost-Pruisen, de USSR, Polen en de Balkanstaten voor zich uit gestuwd, samen meer dan 7,5 miljoen. Door de snelle opmars van het Rode Leger naar het westen kon slechts de helft van hen de Russen vóór blijven en tijdig bij de geallieerden in West-Duitsland geraken. Van de horden ongelukkige achterblijvers gingen ongeveer 750.000 vluchtelingen in het strijdgewoel ten onder of pleegden collectief zelfmoord, zoals begin mei 1945 in Demnin bij Rostock.

In dit kleine Mecklenburgse stadje geraakte een eindeloze colonne met 30.000 vluchtelingen uit Oost-Pruisen geblokkeerd toen de wegtrekkende Duitse troepen op 30 april de bruggen over de Peene-rivier te vroeg opbliezen. Uit panische angst voor de aanstormende "bolsjevistische monsters" pleegden toen hele families gezamenlijk zelfmoord. In één kerkhofregister staan voor 8 mei '45 achter 825 namen "Freitod" vermeld...                                  

Na mei '45 werd de nieuwe Poolse staat "etnisch gezuiverd" en de 5 miljoen overblijvende Volksduitsers, die ten oosten van de Oder-Neisse woonden, naar de puinhopen van het Derde Rijk uitgedreven. Het zelfde moorddadig procédé werd door de Tsjechen toegepast op 3 miljoen Sudeten-duitsers, uit wraak om wat henzelf was aangedaan in oktober '38, toen diezelfde Sudetenduitsers 1,2 miljoen Tsjecho-slovaken uit dit gebied verjoegen...                           

Maar niet enkel deze kleine 16 miljoen "Ostvertriebene" trokken in lange slierten langs de vernielde wegen: ook eindeloze colonnes Duitse krijgsgevangenen werden door de Russen op mars gezet, om in het verre Siberië aan de wederopbouw van de Sovjetunie te werken.

Tel daarbij de bijna twee miljoen Franse - maar ook Belgische en Nederlandse - krijgsgevangenen en arbeidsslaven die dan weer naar het westen trokken, evenveel Italianen, Joegoslaven en Grieken naar het zuiden; Polen, Hongaren en Roemenen naar het oosten... Die van de geallieerde legers, de Amerikanen, Britten, Canadezen, Australiërs, Indiërs, Nieuw-Zeelanders en Zuid-Afrikanen waren beter af: zij mochten met de trein naar het westen ,of kregen een zitje in een transportvliegtuig...                                  

Tijdens de oorlog had Duitsland ongeveer 13 miljoen vreemde militairen gevangen genomen, waarvan volgens de optimisten tweederden deze jarenlange zware beproeving had overleefd en in '44 en '45 uit de kampen, her en der verspreid over het Rijk, werd bevrijd. Maar de nazi's hadden - meestal onder dwang - ook nog eens 10 miljoen "Fremdarbeiter" naar het Derde Rijk gehaald, die nu ook dringend terug naar huis wilden en met pak en zak de baan op trokken...                  

In de twaalf concentratiekampen en de ongeveer vijftig grote Arbeitskommandolager hadden van de ruim 2 miljoen gedetineerden de helft de oorlog overleefd, maar uit de zes vernietigingskampen (waar naar schatting 5 miljoen het leven lieten ) kon slechts een zielig overschot tijdig bevrijd worden.                 

Een veertiental dagen nà de bevrijding van de eerste kampen begon het reusachtige geallieerde hulpprogramma op kruissnelheid te draaien, vooral dan in de Amerikaanse zone onder impuls van de voortvarende generaal Patton. Deze wilde zo vlug mogelijk van deze "zwervers" af die een gevaar betekenden voor rust en orde, de volksgezondheid en de openbare veiligheid. Zijn militaire politie trad meedogenloos op tegen het snel ontluikend banditisme onder de bevrijde - en losgeslagen - gevangenen.

Opgevorderde Duitse burgers werden ingezet om de sanitaire tijdbom in de kampen onschadelijk te maken, de opgehoopte lijken te begraven of te verbranden en alles of iedereen kwistig met bluskalk en DDT te ontsmetten. Telkens een barak in zo'n concentratiekamp vrijkwam werd ze platgebrand om epidemieën in te dijken.

Zijn medische troepen trieerden de kampbevolking: zij die nog goed te been waren werden haastig opgekalfaterd, gevoed, gekleed, volgens nationaliteit gegroepeerd en desnoods met militaire dwang per volledige treinlading naar hun oude geboorteland verscheept... Ook zij die bijvoorbeeld liever niét naar de Sovjetunie terugwilden...

Door deze drastische werkwijze werden soms joden samen met hun ex-Kapo's de trein opgedreven. Generaal Patton, die zoals de meeste van zijn tijdsgenoten géén jodenvriend was, werd door Eisenhower (onder druk van de zionisten) tot meer subtiliteit aangemaand en tenslotte geroyeerd, om kort daarna in nogal verdachte omstandigheden te "verongelukken"...                              

Maar eind juni 45 waren toch de meeste kampgevangenen  verpleegd en gerepatrieerd om in dezelfde barakken plaats te maken voor opgepakte nazi's en oorlogsmisdadigers. De evacuatie van de laatste 50.000 zeer verzwakte gevangenen moest evenwel over verschillende maanden uitgesmeerd worden wegens hun slechte gezondheidstoestand en 20.000 onder hen zouden het, ondanks dit uitstel, niet meer halen.                                                    

De geallieerden werden immers volledig verrast door de reusachtige omvang van het repatriëringsprobleem waarvoor zij zich plots bij de verovering van Duitsland gesteld zagen. Maar na de eerste chaotische weken slaagden zij er toch in vanuit de inderhaast opgerichte opvangkampen per dag tot 65.000 gedeporteerden naar hun vaderland terug te transporteren, eerst op de lege vrachtwagens van de "Red Ball Express" en later - na de herstelling van de vernielde bruggen en spoorwegen - per trein. Tegen einde 45 waren dat er reeds 7 miljoen, maar ondertussen kwamen iedere dag ook duizenden nieuwe vluchtelingen in de kampen aan. Doch dit waren meestal Oost-europese, concentratiekampgevangenen joden en krijgsgevangenen die de sovjets naar het Westen afschoven en die dààr dikwijls reeds maanden onderweg waren.

Als anderzijds de geallieerden van het vlot repatriëren van de westerse gevangenen en arbeidsslaven een voorrangskwestie maakten, dan viel dat niet altijd mee met de Russische en de Oost-Europese onderdanen, die er dikwijls niet eens zo gebrand op waren om weer naar het Sovjetparadijs terug te keren. Zeker de joden niet. Velen deden zich dan ook voor als statenlozen in de hoop naar het Westen te kunnen emigreren als "DisplacedPersons."                                                    

Uit de gebieden die de Sovjets reeds tijdens de vroege herfst van '44 bevrijd hadden (Oost-Polen), werden de westerse gevangenen naar Rusland getransporteerd en, na een wekenlange beproevende reis in gammele goederentreinen, per schip via Odessa naar Marseille gevaren.

Hun eigen bevrijde krijgsgevangen militairen en "Ostarbeiter" werden door het Rode leger met nog meer wantrouwen bejegend en stevig op het rooster gelegd om te achterhalen wie na al die jaren een "goed communist" was gebleven en wie niet. En zij die te licht werden bevonden wachtte het werkkamp in Siberië, de gevangenis of het nekschot. Daarom doken er tijdig veel "aangebranden" voorzichtig onder en vervoegden de massa dakloze landverhuizers die trachtten de Amerikaanse zone te bereiken. 

Onderwijl haalden ze allerlei bandieten-streken uit om in leven te blijven en zaaiden terreur over de Duitse boerenhoven.

Maar ze waren een luis in de pels van de bezettingsautoriteiten die in hun lapidaire rechtspraak geen last hadden van overdadige nuancering, maar wél van niét-bestaande of onaangepaste gevangenissen ,waar voor de plotse tsunamie van politieke ,militaire en criminele outlaws geen opvang meer bestond. Geen onderdak ,geen eten ,geen bewakers...En de rechters dus bij het bestraffen meestal énkel konden twijfelden tussen de dood met de kogel en de strop ,of de (voorlopige) vrijheid met een stamp onder de kont...Moderne Far-West, zeg maar...                                                                  

 


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
16-10-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
14-10-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 318
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C36DE " LANGEMARCKER."                                                    

              Steglitz, 4 mei '45.      

 

De hemel zag er de volgende morgen maar overtrokken uit en Joseph dacht beklemd dat het wel eens zou kunnen gaan regenen. Dat kon een ramp worden ,met die scheur in het dak van de "roze kamer"... Maar op straat merkte hij dat de wind naar het noorden was gedraaid en de zon in feite schuil ging achter de brandwolken die van de binnenstad overwaaiden. Een verpestende lucht van verrotting pakte op de adem en de prikkelende rook van de alom nagloeiende vuurhaarden deed de ogen tranen. Binnen in huis had hij daar, ondanks de vele gebroken ruiten, weinig van gemerkt.               

Hij twijfelde even of hij wel zou doorzetten, maar volgens zijn planning moest hij vandaag de apotheek op de hoek onder handen nemen en daar kon hij zich beter aan houden , hoe dan ook.                     

Zijn prothese zat goed en Hildegarde had hem zojuist Vati's wandelstok geleend: zo'n echte met een stalen pin onderaan en versierd met ovale souvenirplaatjes van uitstappen in het Zwarte Woud en het Harzgebergte. Hij stapte makkelijk: een hele opluchting na het krammakkelijk gehuppel op die lompe krukken...                                 

Bij de buren hoorde hij timmeren en het gerinkel van glas: de eerste pogingen om de ramen te dichten met wat planken en stukken karton.

Bij de hoek viel hij op een groepje oude mannen die de puinhoop op de stoep van het uitgebrande huis begonnen weg te ruimen.

'Parteigenossen' in bevolen dienst? Ze keken niet op toen hij, opzettelijk zwaar mankend, midden op straat voorbij stapte. Hij herkende zijn buurman 'Feldwebel' Libovitz, die schijnbaar de leiding had, maar niet reageerde toen hij hem met de hand een vaag bonjourtje toewierp. Nou, dan ook goed, dacht Joseph, voor mij hoeft het niet...En hij pikkelde de Albrechtstrasse over, recht naar de ingestorte apotheek op de hoek.                          

  Links en rechts in de straat waren nog meer groepjes aan het puinruimen, maar Russen zag hij niet. Gelukkig maar, want dat zou vast en zeker plotse moeilijkheden teweegbrengen en dat kon hij bij zijn plannen best missen.                                                  

De officina van de pillendraaier aan de straatkant leek min of meer te hebben stand gehouden, maar lag bedolven onder een wirwar van vloerroosteringen en de brokstukken van de drie verdiepingen hoge voorgevel. De achterkant van het huis en de trapzaal stond nog recht...Hij merkte onmiddellijk dat hij langs de voorzijde nooit ongezien binnen zou geraken en besloot zijn geluk langs de koer te proberen.Uit ondervinding wist hij dat dit soort  gesloten huizenblokken rond een ruime gezamenlijk binnenhof waren gebouwd: de enige moeilijkheid bestond er nù in de toegangspoort te vinden...                                       

Het viel nog mee: vier huizen verder in de zijstraat geraakte hij via een oudere, reeds opgeruimde ruïne binnen. Ook hier was men alle tochtgaten volop aan het dichttimmeren en niemand lette op hem toen hij de bouwval van de apotheek langs de openhangende achterdeur binnendrong. Het stonk er naar een mengelmoes van ether en andere vluchtige producten en hij begreep dat hij voor het ogenblik beter geen sigaret kon opsteken! De kaars, die hij had meegenomen om de kelder te onderzoeken mocht hij dus vergeten, wilde hij niet met de rest van de bouwval de lucht invliegen...

Daarbij, bovenaan de stijle keldertrap merkte hij meteen dat de chemische walmen beneden niet te harden waren... Erg jammer, want hij kon zich voorstellen dat de apotheker juist dààr zijn grote voorraad opsloeg... Niets aan te doen, voorlopig...                

Dan maar eerst de achterkamer...Wat daar van overbleef wees eerder op een soort bureeltje: een stevige schrijftafel vol kalkpuin, twee scheefhangende rekken met boeken en klasseerfardes, en een hoge kast. Op slot, maar dat was voor de stalen punt van zijn wandelstok absoluut geen probleem. Hij trapte nog wat platen plafondpleister plat om de deur open te rukken, en voilà, dàt was het wat hij zocht! Op vijf schabben stonden een dertigtal identieke kartons mooi naast elkaar in het gelid, gemerkt van A tot Z...Hij trok de S1 naar zich toe en blies het stof van de bovenste doosjes. Maar hoe hij ook zocht en tenslotte de hele inhoud van het karton op de morsige schrijftafel omkieperde: geen Salvarsan te vinden...Sulfamine preparaten genoeg, in pillen of poeders, maar geen Salvarsan.

Verdomsemiljaardenondedju, dat was toch onmogelijk! Een apotheek zonder Salvarsan! En hij kende van heel die rommel te weinig om te begrijpen wat deze andere sulfaminedoosjes waard waren...De stock uitgeput misschien? Of bewaarde die vent zijn speciale geneesmiddelen in een afzonderlijke kast, bij de vergiften bij voorbeeld?  Een beetje ontnuchterd veegde hij alle medicijnen weer in het karton en zette dit terug op zijn plaats... Goed, dan zoeken we maar een beetje verder...                             

Bij de tussendeur naar de winkel twijfelde hij even: mensen lief, moest hij in deze duistere puinhoop dàt ene product vinden waar hij zijn zinnen had op gezet? Onbegonnen werk! De zoldering hing schuin omlaag en boog langs de straatkant door onder de geweldige druk van de ingestorte verdiepingen. Zo te zien kon het hele zootje ieder moment in elkaar klappen! ...Hoorde hij daar al geen sinister gekraak?... Hij hield de adem in en luisterde gespannen...

Neen, zijn verbeelding speelde hem parten: enkel de stemmen en het getimmer uit de huizen in de buurt drong vaag tot hem door en op straat klonk het geklepper van paardenhoeven en het knarsen van een panjekar. Misschien was het dàt geweest? ... In elk geval, erg gerust was hij er niet in, maar aan de andere kant: deze bouwval kon voor hetzelfde geld zo nog jaren stand houden...             

Nu zijn ogen aan de duisternis waren aangepast, sloop hij schoorvoetend een paar stapjes de winkel in, tot achter de toonbank. De trede lag bedolven onder een laag baksteenbrokken en de scherven van honderd bruine bokalen die van de hoge schabbenkast aan de achterwand naar beneden waren gedonderd. De schuifdeuren onder de toonbank zaten volledig geblokkeerd door het puin en ondanks het wrikken met de wandelstok was er maar bitter weinig beweging in te krijgen. Stevig meubel, dacht hij waarderend, maar hij wilde zich niet zo vlug gewonnen geven omdat hij door de spleet toch allerlei doosjes meende te ontwaren. Dus moest hij ergens een zwaardere koevoet vinden, want zoniet zou hij Vati's wandelstok helemaal om zeep helpen.                                                

Nu pas zag hij in de schemer de verst verwijderde schuifdeur halfopen staan en toen hij dichterbij kroop merkte hij duidelijk dat het was opengebroken. Tiens-tiens, dacht hij, hier is een illustere voorganger geweest! Waar mocht die vent zo'n dringende behoefte aan gehad hebben, om niet op het openingsuur te kunnen wachten? ! Maar hij begreep het vlug: de kast was half leeg en op de bovenrand zat een emailplaatje geschroefd, met...een doodskop...Bon, dié dief zal nooit geen last meer hebben van een snotvalling:

" Lebewohl, mein Freund...in het Walhalla, of hoe uw hiernamaals ook moge heten..." Zo te zien had zijn voorganger er een familiale 'uitstap' van gemaakt, want op de plank ontbraken aardig wat buisjes...De hemel-vaarder had z'n koevoet evenwel terug meegenomen en Joseph besloot eens verder rond te kijken of hij geen geschikt gereedschap kon vinden om de andere kasten onder de toonbank open te wrikken.             

De trapzaal achteraan het huis vertoonde weinig schade en hij waagde het er maar op. De eerste verdieping, of wat er van overbleef, leverde niets op...De tweede al evenmin...Verveeld waaide hij de vette bromvliegen weg die rond zijn hoofd gonsden...Verdomme, die vliegen! De rotte lucht kwam van boven, van het derde, waar het halve dak was ingestort. Toen zag hij daar de lijken liggen, half onder het puin, dicht op elkaar in de hoek van de krakende overloop.             

Hij wilde juist terug naar beneden vluchten, maar zijn oog viel op die uitgestrekte arm...Wat was daar in hemelsnaam zo bijzonder aan, dat het onbewust zijn aandacht vasthield? ...Een vuile grijze knuist stak uit de mouw van een SS uniform...Dàt was het natuurlijk: een SS uniform, herkenbaar aan het divisielint rond de manchet!                                     

Hoe het mogelijk was, mag God weten, maar voor hij met de punt van de wandelstok het kalkstof van het zwarte lint klopte, wist hij reeds wat er op zou staan...

"Langemarck"...Zie je wel: één van de onzen! Hoe was deze sukkelaar hier in Berlijn verdwaald geraakt? ... Het laatste wat hij van zijn oude divisie had gehoord, ging over de inzet tijdens het tegenoffensief rond Stargard, iets ten oosten van de havenstad Stettin, eind februari. De zeldzame brieven van Leon over de afweerslag aan de Oder, vanaf 20 april, hadden hem niet veel wijzer gemaakt...Maar wat daarna moet gebeurd zijn, kon hij zich heel goed voorstellen: voetje na voetje wijken voor de rode pletwals, compagnieverband uitéén gerukt, om tenslotte in kleine groepjes, op overvolle wegen door de sterke stroom radeloze vluchtelingen meegesleurd te worden naar het westen...Ja akkoord, naar het westen, maar toch niet naar het zuiden, verdomme! Berlijn lag een 2OO kilometer pal zuid van Stettin!...Hij begreep er geen snars van...               

Het tweede lijk droeg een Weermachtuniform. Plots zag hij het kleine sierringetje fonkelen aan die fijne vinger: een smalle hand, als van een kind...Een kind? Neen: meisje! Verrast duwde hij met zijn stok een paar steenbrokken van de geblutste staalhelm weg, een zwerm dikke vliegen opjagend...Maar voor hij vol weerzin achteruit week, had hij de lange bestofte haarlokken in de nek opgemerkt: ongetwijfeld een vrouw!...Plots moest hij aan Phil denken, die hij ook zo onder het vuil en het stof had teruggevonden...                                                        

Het hoofd van de "Langemarcker" zou hij niet zo gemakkelijk onder het puin vrij kunnen maken - vooropgesteld dat dit zijn bedoeling ware geweest - want heel het bovenlijf stak onder de bakstenen van de ingestorte tussenmuur en een versplinterde juffer uit het dakgebinte. De vieze vliegen, die agressief rond zijn oren zoefden, en de verpestende stank van ontbinding dreven hem op de wijk. Hier kon hij toch niets meer uitrichten...Hij graaide nog vlug de militaire broodzak mee, die tegen de trapleuning lag, hing hem aan de schouder en daalde voorzichtig de krakende treden af, goed uitziend waar hij zijn voet zette tussen al dit baksteengruis. Het ogenblik zou slecht gekozen zijn, om nu de trap af te donderen..                

Vanaf de tweede verdieping ging het wat makkelijker en op de overloop van het eerste rustte hij wat uit. Louter uit nieuwsgierigheid bekeek hij de draagtas wat nauwkeuriger..."Van Rennen, Jan", las hij op de achterkant...Tiens, Van Rennen? ...Dat kon toch onmogelijk die jongen zijn die samen met hem had dienst genomen in de zomer van '41! Neen, uitgesloten! Die was bij Zitomir gesneuveld, in één of ander Russisch boeregat daaromtrent...Bjelgorodka? ...Einde februari '44... ,rond de tijd van de smerige omsingeling tegen de Dnjester bij Jampol begon...Een mortierwond, herinnerde hij zich vaag... vlak voor de bloedige terugtocht uit de Ukraine begon...

Ja, inderdaad: reeds een trieste eeuwigheid geleden! Daarbij: zíjn Van Rennen van toén heette niet 'Jan'. Luc..., of zoiets. Of Gust... Ja: Gust Van Rennen, dàt was hem! Deze Jan hier was misschien zijn broer? Er waren méér van die dynastieën geweest in het Legioen, en later bij "Langemarck": als de oudste broer sneuvelde, nam een jongere de fakkel over, als een gouden kroon...Neen: doornenkroon, zoals ook hier bleek...                        

Joseph zuchtte: zoveel inzet, zoveel bloed, om tenslotte toch nog op het laatste nippertje in deze chaos tenonder te gaan... Wat een verspilling! ...Ja-ja,  Berten Rodenbach: " Eind als een soldaat! " Wegrottend in een ruïne, opgevreten door de ratten ,de maden en de vliegen: voorwaar een mooi ideaal, zeg!                                                    

Mijmerend bleef hij voor zich uit staren, tot hij zich realiseerde dat hij reeds een hele poos dromend naar de ijzeren staaf had staan kijken, die los bengelde aan het versplinterde W.C.- raam .Was het dàt niet, waar hij reeds een hele tijd naar zocht? Twee-drie rukken volstonden om de spanjolet los te wrikken. Prima gereedschap, dacht hij. En inderdaad, beneden in de apotheek duurde het geen minuut of de eerste schuifdeur onder de toonbank moest het knarsend begeven.                                                                    

Zo, dat leek er al meer op: twee schabben vol doosjes allerhande...en weer viel hem de alphabetische schikking op. In de derde kast stonden de S-en bijeen, en jawel hoor, hier had je ze: vier doosjes Salversan! Goed voor vierhonderd mark, als hij het ietwat verstandig aan boord legde! En hij dacht zonder de minste schaamte terug aan de nood van de venerisch besmette vrouwen in Letland... Vierhonderd mark: voor minder verkocht hij ze niet! Hij moest tenslotte ook leven! En met dat bedrag kon hij het wel een tweetal maanden volhouden...                      

Bij de T graaide hij nog drie dozen talk mee en borg alles in de broodtas. Er zat nog allerlei rommel in van de Langemarcker, maar dat zou hij thuis wel eens van dichterbij bekijken...Toen viel zijn oog op de hoop vodden waarop hij al de hele tijd achter de toonbank stond te trappen: een uniform, zag hij, nu zijn ogen aan de schemer gewoon werden. Wéér een SS-er? En inderdaad, weer een oud-collega! ...De kraag zat onder de zwarte bloedkorsten. Daaronder viste hij hemd en broek op en wat verderop, in de donkerste hoek lagen de laarzen.

Raar...Een gewonde trek je soms wel de vest uit om hem beter te kunnen verzorgen, maar voor je iemand helemaal uitkleedt...En waar kon die poedelnaakte vent wel gebleven zijn? ...Maar komaan zeg, hij had al genoeg rond zijn hoofd!                          

Op de binnenkoer ging het timmeren onverminderd door en ongezien geraakte hij weer op straat. Bij de hoek trachtten een paar soldaten hun maat wild zigzaggend rijles te geven op een buitgemaakte 'velociped'. De star naar zijn stuur starende leerlingcoureur maakte, zohaast de duwers hem loslieten, een korte reeks vervaarlijke bochten en keilde de fiets rinkelend tegen de kasseien, om niet zelf tegen de vlakte te vliegen. De jonge Rus bleef een beetje beaat lachend op zijn achterwerk zitten, terwijl een duwer zich vlug van het rijwiel meester maakte: " Mijn beurt! ... Mijn beurt! "...Dat het stuur scheef stond, mocht niet deren... Man, wat hadden ze een pret! Je ziet het wel: het hoefde niet altijd een "Frau" te zijn om je mee te amuseren...                                         

Een paar 'Parteigenossen',die wat verderop puin stonden te ruimen, volgden de clownestreken van het drietal met gemengde gevoelens en toen Joseph aan hen voorbij mankte hoorde hij een oude knorpot-zonder-Hitlersnor sakkeren op " diesen verdammten Zirkus! " . Ja jongen,  dacht hij, als dàt het enige is wat je voor het ogenblik ergert, staan er je nog veel verrassingen te wachten...                                                     

Toen hij zijn eigen zijstraat inliep, zag hij reeds van ver de twee driekleuren uitsteken boven de voordeur. Vati had z'n best gedaan en er zelfs twee borstelstelen aan opgeofferd: een teken dat hij eveneens besefte dat dit schuilen onder een vreemde vlag voor een gestampte Pruis zo z'n voordelen kon opleveren. Want ten slotte maakte Joseph zich geen enkele illusie: het was niet voor z'n mooie ogen dat de Weimars hem in huis hadden gehaald, maar enkel als bliksemafleider tegen 'diesen wilden Bestien '. Wat had Hildegarde ook weer gefleemd, de eerste dag na zijn terugkeer? ..." Herr Joseph, Sie sprechen ja so schön Russisch! "... Hij moest er nog om lachen.. .Die sluwe Hildegarde toch!                                  

Het klimop-motief op het geel van de Belgische vlag misstond helemaal niet, vond hij: de groene bladslingers camoufleerden een beetje zijn eigen 'zakkendraaien',nu hij zich plots tegenover de Duitsers én de Russen als een overtuigde superpatriot moest voordoen...                                          

De Weimars waren volop bezig de andere kamers van het appartement wat leefbaar te maken en hij voelde zich wat schuldig omdat hij hen alleen voor al die rommel had laten opdraaien. Maar nu hij zich niet meer op krukken hoefde voort te slepen, kon hij hen gerust een handje toesteken.                   

Vreemd genoeg wezen ze zijn aanbod af.

Waarschijnlijk wilden ze hem niet te diep in hun privésfeer laten rondneuzen. Ook goed: Joseph hield er niet speciaal aan zich op te dringen. Zo kon hij ongestoord de broodzak van de Langemarcker eens grondig doorsnuffelen.                     

De Salvarsan en dozen talk borg hij ordelijk in zijn nachtkastje en kipte de rest van de inhoud op de secretaire. Een steenharde homp kommiesbrood en een eindje beschimmelde worst gooide hij meteen door het venster in de hovingen ;een opgerolde naainecessaire - zo te zien nog niet gebruikt - vuil scheergerief en een stukje zeep legde hij eventjes opzij, samen met twee nog verpakte "Fromms" condooms en een aanééngekoekte zakdoek.             

Hij vond zichzelf wat vies, om zo in de diepste intimiteit van zijn lotgenoot te graven, maar onbewust intrigeerde hem iets... Het met aniline-potlood volgekrabbeld school-schrift kon hij later wel eens op zijn gemak ontcijferen, maar op eerste zicht leek het een soort dagboek of reisverslag...                 

Wat was er dan nog? De klassieke opgeplooide gazet met uitgescheurde stukken - een kostbaar bezit voor elke frontsoldaat die zich een beetje proper wilde houden... Een paar verkreukelde brieven - waarschijnlijk al tienmaal herlezen - en een geldbeugel. Enfin, eerder een gemsleren zakje, dichtgesnoerd met een zijden koordje, maar nogal onpraktisch met een dubbele knoop verzekerd: onze Vlaamse vriend was blijkbaar niet van plan geweest zijn centen vlot uit te geven! Op de tast geschat, zat er een zestal markstukken in, of misschien munten van vijf mark, want het woog nogal zwaar...Dus maximum een dertig mark... Waarschijnlijk de laatste soldij van die sukkelaar: het loon van de angst om veertien dagen en veertien nachten doorlopend weerstand te bieden onder een moordend Russisch trommelvuur! Dikwijls zonder eten - tenzij een paar kruimels brood - en zonder slapen, of 't moest een hazendutje zijn in een slijkerige schutterskuil bij x-graden-onder-nul...Werkelijk, voor het geld had je het niet moeten doen, Jan!                        

Dan lag daar nog het potlood met een afgebroken punt, en een uitplooibaar eetbestek: het dierbaarste bezit van elke piot!            

En dàt was het dan...Een zielige bedoening, op de keper beschouwd...Juist genoeg om een hondeleven wat draaglijk te maken,  maar meer ook niet. Ja, Jan Van Rennen, zo te zien zal je geen diep spoor in dit tranendal nalaten, jongen...                                                       

Hij bladerde even in het volgekriebelde schoolschrift: het was inderdaad een soort dagboek, maar de hanepoten waren moeilijk te lezen en de korte notities stonden vol spelfouten. Zijn onfortuinlijke lotgenoot had zeker geen middelbare studies gedaan, zoals Joseph. Af en toe kon hij zich zelfs niet weerhouden even meewarig te lachen om de kinderlijke fonetische schrijfwijze van een paar moeilijke woordjes. "Kajutsoe" moest blijkbaar rubber betekenen, "Tsoech" stond voor een Duitse trein, en dan ontcijferde hij nog "mietraljet" en "vloegtsuig-alaarem" vooraleer het dagboek proestend dicht te klappen...

Arm Vlaanderen, dacht hij...Maar ja, je moest inderdaad geen groot licht zijn om op de laatste barricade van Berlijn je leven te gaan geven voor het Derde Rijk!                                                         

Hij schaamde zich onmiddellijk voor deze denigrerende overweging: deze jongen had misschien met meer overtuiging en met meer moed gevochten dan hijzelf had kunnen opbrengen, de laatste weken. De moed der wanhoop, weliswaar, der verblinding, of der verdwazing, maar toch...Gaf dat Joseph, met zijn middelbare studies, het recht uit de hoogte neer te kijken op een halve analfabeet, een stomme sukkelaar die er niet meer in geslaagd was onder het laatste bevel uit te komen? Hijzelf kon dan zonder fouten schrijven, maar dat had niet belet dat hij even stom was geweest om zijn poot er te laten afschieten in de Ukraïne...

In de Ukraïne, dacht hij bitter: verdomme, achteraf bekeken, wat was hij dààr in godsnaam gaan zoeken! ... Neen, onderwijs had er niets mee te maken: hij had mannen gekend, die 'Leuven hadden gedaan' en hun eerste week aan het front niet overleefden, terwijl anderen, die met moeite hun naam konden schrijven, meesters waren in de 'Nahkampf',het zuiveren van vijandelijke loopgraven met handgranaat en bajonet...Die gasten dekten misschien op ditzelfde ogenblik nog steeds de hopeloze vlucht van de burgerbevolking uit Pommeren naar het westen, terwijl hijzelf vuige plannen smeedde om met zwarthandelpraktijken als een rat in de ruïnes te overleven...                                                               

Hij schrok uit zijn somber gepeins op: Hildegarde riep voor het middageten. De oudjes zagen er beiden afgepeigerd uit en aan tafel werd weinig gesproken. Ze vroegen zelfs niet wat hij deze morgen had uitgespookt .

Hij voelde dat het hoogtijd werd om hen eens wat op te beuren en besloot na het eten onopgemerkt even een bezoek te brengen aan de rosse kamer van Dahlmann: zo'n pakket van het Rode Kruis zou hem wel weer op zijn voetstuk van Redder-in-de-Nood tillen, dacht hij.                                               .                                                                  

<!--[if gte mso


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
14-10-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
12-10-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 317
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C35BIS:  TOTALE LEEGLOOP...   

              

Grossadmiral Dönitz had op 1 mei, na zijn aanstelling tot Hitlers opvolger, in Flensburg (tegen de Deense grens) een marionettenregering op de been gebracht. Met een schijn van politieke leiding slaagde hij er toch in de algemene overgave van alle wehrmachtonderdelen op alle fronten tot 8 mei uit te stellen en alzo nog ongeveer twee miljoen militaire en burgerlijke vluchtelingen naar het westen te versassen ,wég uit de greep van het Rode Leger.

Maar aangezien noch in het eerste capitulatieverdrag van Reims, (7 mei) noch in dat van Berlijn-Karlsburg (8-9 mei) iets vermeld stond over het lot van het Duitse burgerbestuur, bleef Dönitz met zijn ministers in Flensburg maar voortboeren, wettelijk volledig gedekt maar door Montgomery totaal genegeerd. Toen Dönitz echter bij de bezetters koppig zijn "burgerlijke bestuursrechten" wilde laten gelden kregen de geallieerden er op 23 mei genoeg van en namen heel zijn regeringsploeg gevangen op een (voor dié tijd altans) nogal vage "beschuldiging van oorlogsmisdaden." Daarmee waren alvast een hele meute nazikopstukken "kaltgestellt". 

Maar wat gedaan met de mindere goden ? Alle gezagsdragers, van Gauleiter tot burgemeester, waren immers allemaal overtuigde nazi "geweest" ,maar nù grotendeels ofwel dood ,ofwel ondergdoken ! De heersende bestuurlijke leegte aan de regeringstop nog aanvullen met een nieuw machtsvacuüm in alle lagere regionen leek de geallieerden voor het chaotische versnipperde Duitsland toch geen stap in de goede richting. Daarom plaatsten ze alle echelons van het nog-bestaande bestuursapparaat onder toezicht van een militaire voogd  ,en gaven plaatselijke notabelen bevel de opengevallen funkties te vervullen. Hun opdracht bestond er vooral in de bevolking eten en onderdak te bezorgen ,bijkomend werden zij belast met een geleidelijke "dénazificatie" van het ambtenarenkorps. Daarmee verloren alle vroegere 'Parteigenossen' hun oude intimidatie-kracht ,en werkte dit systeem - gebaseerd op verklikking - zo goed dat in een mum van tijd de dikste overlevende "Goldfasanen" (ttz partijkopstukken) wéggezuiverd en gekooid konden worden.                                 

Van de Belgische collaboratie-bonzen haalde enkel het lot van Leon Degrelle de wereldpers. Zijn SS-Division "Wallonie" werd, net zoals de "Langemarck", bij Stettin eind april door Rokossovski's tanklegers vermorzeld en onder de voet gelopen. Degrelle zélf kon echter via Denemarken naar Noorwegen ontsnappen, daar een vliegtuig bemachtigen en naar Spanje vluchten. Door benzinetekort moest hij een noodlanding maken op het strand van San Sebastian, juist over de Franse grens. Vanuit zijn Spaans asiel heeft hij, met de steun van Franco en de Kerk, nog gedurende meer dan dertig jaar de Belgische regeerders brutaal én arrogant een neus gezet. Die hadden hem wel bij verstek terdood laten veroordelen en eisten meermaals zijn uitlevering maar het blijft een open vraag of die wel ernstig kon worden genomen. Het Belgische politieke wereldje zat immers met klamme handen en was er zeker niét op uit door "le beau Leon" op een showproces in haar hemd te worden gezet : in het openbaren van oude schandalen had Degrelle ondertussen nog steeds zijn meester niét gevonden!                             

Langs Vlaamse zijde heeft nooit iemand de brutale panache van Degrelle kunnen benaderen, noch tijdens hun glorietijd onder de bezetting en nog minder bij hun exit. Na het mislukken van het Ardennenoffensief rond de jaarwisseling 44-45 was hun "Landsleiding" de mist ingegaan. De luidruchtigste SS-herauten ,zoals Ward Hermans en de zogezegde "Priester-dichter" Cyriel Verschave ,hadden nog twee maanden voortgemodderd op het Berlijnse SS-Hauptamt aan de Fehrbelliner Platz tot ze het, einde maart '45, wegens de hevige dagelijkse luchtbombardementen geraadzamer vonden veiliger oorden op te zoeken. Met de Russen voor de deur namen velen de Oostenrijkse nationaliteit aan, ook al bracht dat slechts tijdelijk soelaas :één voor één werden ze na de ineenstorting in hun landelijke schuilplaatsen opgespoord en aan het volksgerecht overgeleverd. Verschave dook echter in zijn nieuwe "schone Alpenland" zó diep onder dat hij er pas een paar jaar làter tenslotte zijn laatste adem uitblies. Hij haalde nog even de krantenkoppen toen zijn fanclub het nodig vond in het geheim zijn opgegraven beenderresten te repatriëren naar Vlaanderen.                                                           

Later zou blijken dat er een groot aantal nazi's bij het onderduiken geholpen werd door de geheime diensten van de USA, Engeland en...de USSR! Uit de krijgsgevangenkampen "verdwenen" stilletjes alle nuttige bollebozen van de Duitse bewapenings-industrie en -labo's naar oost en west om er "de volgende ronde" te helpen voorbereiden. De naam Werner von Braun spreekt misschien het meest tot de verbeelding, maar zoals hij waren er duizenden. En niet alleen wereldvreemde wetenschappers, maar ook figuren die hun sporen ruimschoots verdiend hadden bij de spionagediensten en de Abwehr.            

Ook het Vaticaan hielp aardig wat rabiate anti-communisten, die gedurende de maanden na de ineenstorting van het Derde Rijk door een netwerk van schijnheilige kerkelijke ontsnappingslijnen waren opgevist, naar het veilige en gastvrije Argentinië van Juan en Evita Peron uitwijken. De Kerk trok zich vooral het lot aan van de ultra-katholieke Kroatische Ustashi die met hebben en houden voor de partizanen van Tito uit Noord-Joegoslavie waren gevlucht en nu in de Britse kampen rond Klagenfurt een donkere toekomst afwachtten. Hun Leider, de beruchte Ante Pavelic, had gedurende de laatste jaren zijn idolen Hitler en Himmler zo goed nageaapt dat hij rechtstreeks verantwoordelijk werd gesteld voor 5OO.OOO moorden op niet-katholieken in het algemeen ,en Servische Chesniks in het bijzonder. Pavelic had zich gespecialiseerd in het collectief bekeren van de verzamelde bevolking in de veroverde dorpen, waarbij hij hen de keuze liet tussen het doopsel of het nekschot. De recente etnische zuivering in ex-Yoegoslavië dateert immers niet van vandaag...

Ondanks deze kwalijke reputatie had Paus Pius XII Pavelic tijdens de oorlog toch meermaals "als een fervent gelovige en de beschermheer van de Kerk" in privé-audiëntie ontvangen. Door de misdadige ijver én druk van de toenmalige onderstaatssecretaris van het Vaticaan Monseigneur Montini (de latere paus Paulus VI) kreeg Pavelic na de Duitse nederlaag asiel in verschillende kloosters en in '47 een vals paspoort met een visum voor Argentinië. Daar werd hij Perons adviseur voor veiligheidszaken (!) en bekwam nog 35.000 visa om zijn medestanders uit hun Italiaanse schuiloorden weg te halen...                                                      

Veel SS-kopstukken ontkwamen moeiteloos naar Uruguay en omstreken via hun eigen netwerk ODESSA (Organisation Der Ehemaligen SS Angehörigen). Maar daarover is nog steeds zeer weinig bekend. Wél staat vast dat de overwinnaars het kleine grut voor de gebroken potten lieten opdraaien en zich bij dit tijdverdrijf niét langs hun mooiste zijde toonden. De Sovjets allerminst, ook al konden zij dan met hun 17 miljoen oorlogsdoden het nazisme de zwaarste rekening aanbieden. 


Daarmee eindigde de slachting in Europa, die op 1 september 1939 onder de slogan "Danzig Frei! " was begonnen omwille van Hitlers eis tot teruggave van de Poolse corridor. Zijn waanzinnige va-banque-politiek had in het geruïneerde en verpauperde avondland slechts onoverzienbare puinhopen en troosteloze ellende nagelaten en onze Westerse wereld (Azië met 20 miljoen doden niet meegerekend) minstens 34 miljoen doden gekost. Minstens, want àndere bronnen vermelden tot 20% méér! Om dan nog stilletjes over het immense menselijke leed en de ontelbare zwaarverminkten te zwijgen, want dààr spreekt in de statistieken geen kàt  over ...                                                                                                                                               


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
12-10-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
09-10-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 316
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C35.   

ZE LEREN HET NOOIT, MENEER...                                                  

                             

                        Steglitz, 3 mei '45.                                                                                        

Niet alleen het schieten bij Spandau maar ook de boekjes van 'Herr' Dahlmann bezorgden hem een erg onrustige nacht. Ondanks de vele bizarre schunnigheden in de gebundelde verhaaltjes en het totale ongeloofwaardige van de situaties die er (létterlijk) uit de doeken werden gedaan, had het gewrocht hem aardig opgewonden. Zelfs meer dan hem lief was.              

Maar ondertussen vroeg hij zich toch vol walging af, wie er in hemelsnaam zoveel geld kon geven voor die rommel! Want verwonderd had hij de prijs bekeken op het laatste blad: 14 Reichsmark! Evenveel als hij gekregen had om drie dagen aan het front zijn leven te wagen, verdomme! En als hij een vluchtige schatting maakte, lag daar boven voor een kleine vijfhonderd mark van deze vuiligheid...Of méér zelfs: die "Parijse politieagent", het lievelingsboek van onze vriend, was alleen misschien al meer dan 30 RM waard! ...Hij moest het morgen eens van dichterbij bekijken.            

Maar ja: waard-waard...:wat wàs dat ? Je moest natuurlijk iemand vinden die zo'n zotte prijs wilde betalen! Zoveel rijke perverseriken als Dahlmann liepen er niet meer rond, tegenwoordig: een doodgewone màn was reeds een zeldzaamheid op straat. Alle "potentiële" klanten - hij moest even grinniken bij dit begrip 'potentie' - onder de 65 jaar stonden aan het front of zaten achter prikkeldraad en bij wat overschoot kon van potentie nog maar weinig sprake zijn! Ha-ha, was dàt eventjes scherp gezien, zeg! ...En bij de vrouwen moest hij met deze rommel niet komen aandragen: die gaven geen geld voor dergelijke lage-achterbakse concurrentie van traverstieten...

Jammer, want vrouwen waren er plenty! ...En dié onder de veertig waren allemaal op geslachtelijk gebied zwaar ondervoed en lichtelijk overspannen... De meesten hadden het laatste jaar geen man meer onder handen gehad...God, wat was hij toch gééstig vanavond met zijn platte woordspelingen! ...                      

Maar dat bracht hem op een idee! Misschien kon hij uit Herr Dahlmanns vrouwenondergoed een slaatje slaan! Met dat nijpende tekort aan mannen, moesten de dames speciaal uit de pijp komen om een 'paling' aan de haak te slaan en daarbij kwam zo'n uitrusting, zoals boven in de kast, zeer goed van pas...Ook indien de fijnzinnige goede smaak er ver te zoeken was, aan duidelijkheid ontbrak het niet ! Bij een dame met dergelijke attributen moest je niet vrezen een blauwtje te lopen :die wilde je in haar beddebak, punt! Vraag was of vrouwen tegenwoordig geld genoeg hadden om zich zo'n jagersuitrusting aan te schaffen...

Enfin: geld...of sigaretten...of eten, hem al om 't even! Al kon hij met zijn eigen centen nog wel even voort...En aangezien niemand wist wat de Reichsmark overmorgen nog waard zou zijn, had het oppotten nu niet veel zin meer   !                          

Sigaretten?...Och, een grote paffer was hij niet en zonder rookgerief kon hij best leven, maar aan het front haalden veel van zijn kameraden de zotste toeren uit om aan een pakje tabak te geraken. Ja, sigaretten zouden vlug in waarde stijgen en een vaste ruilwaarde krijgen...Dus moest hij zien er zo vlug mogelijk een stock van aan te leggen, voor ze te zeldzaam werden...Vraag was natuurlijk, wie zijn eigen zeldzame sigaretten zou willen inruilen voor het ondergoed van meneer Dahlmann. En dan lag het antwoord voor de hand: énkel de vrouwen, dat spreekt toch vanzelf! De meesten rookten zelfs niet...          

Bleef het eten: ook daaraan was voorlopig geen nood, dankzij de proviand onder het bed, boven...Maar vroeg of laat raakte deze wel óp en in een vernielde miljoenenstad als Berlijn kon er binnen de twee-drie maanden al licht een hongersnood uitbreken, als de Russen niet voor verse aanvoer zorgden...En waarom zouden ze dat doen? Bij het beleg van Leningrad, dat ruim twee jaar van de buitenwereld bleef afgesloten, hadden de burgers op de duur om een grasspriet gevochten...Voor het hier zover kwam moest hij ofwel een grote voorraad conserven bijeen gesjacherd hebben, ofwel naar verre veiliger oorden uitwijken. Hoe dan ook, één ding was zeker: voor de winter moest hij hier weg! In Rusland had hij iets téveel gruwel gezien, veroorzaakt door honger en kou...

Dank u wel !              

Dus, als hij goed telde, moest hij het hier nog een kleine zes maanden zien vol te houden. Maximum, dan: als het echt begon te nijpen, kon hij altijd vroeger de benen nemen. Bij wijze van spreken, wel te verstaan...Dat deed hem aan zijn prothese denken: die moest hij morgen in orde zien te krijgen...

En met een wirwar van problemen en plannen voor ogen sliep hij tenslotte in en droomde dat een dik bleek mens in rood ondergoed hem trachtte te verleiden... Afgrijselijk, want ze had syfilis, danste op krukken en had maar één been! ...En als betaling eiste ze met nadruk een dosis Salvarsan, die hij niet bezat...                                                   

De volgende morgen werd hij vroeg wakker met een vuile smaak in de mond en zijn eerste gedachten gingen automatisch naar de vernielde apotheek, aan de overkant van de Albrechtstrasse: daar moest hij toch dringend eens rondneuzen... Maar op krukken ging dat niet. Dus eerste werk voor vandaag: zijn prothese zien te herstellen !   

Onmiddellijk na het 'stevige' ontbijt - twee schijfjes Pumpernickel met varkensvet en bietensiroop! - begon hij er aan. Toen hij het kunstbeen op de tafel legde, zag hij de Weimars betekenisvolle blikken wisselen: deze nacht was hij bij hen weer over de tong gereden, zo te zien! Maar ze waren wel zo verstandig geen enkele allusie meer te maken, en tien minuten later kwam Vati zelfs met een zware schroevendraaier aanzetten, die hij ongevraagd bij Neumann was gaan lenen. Joseph dankte uitbundig voor dit 'zoenoffer' en dacht bij zichzelf: " Die heeft verdomme z'n lesje vlug geleerd! " Een Duitser moet je af en toe eens goed duidelijk maken wie er de lakens uitdeelt, zoniet krijgt hij teveel noten op z'n zang.

Een snauw als "Maul halten!" deed het nog steeds prima...                                                                     

Hij werkte de hele dag stug door.            

Ondertussen had hij ook Hildegarde gevraagd een Franse en een Belgische driekleur ineen te flansen, om aan de straatdeur te hangen en rondzwervende soldaten af te schrikken. Bij de eerste gelegenheid zou hij tussen de twee vlaggen een plakkaat hangen, met, in zijn soort Russisch: " Hier wonen Franse Arbeiders! ". Bon, maar dan moest hij eerst een verlichte geest vinden, die hem dat in cyrillisch schrift op een papiertje kon zetten. En de vlaggen moesten groot genoeg zijn om op te vallen tussen al de witte vodden die nog overal slap en vechtensmoe uit de vensters hingen... Terwijl hij eergisteren, bij zijn terugkeer, op de viaduct van Steglitz-Bahnhof nog in reuzeletters gekalkt had zien staan: "Berlin kapituliert nie!"... Tussen haakjes: die Russen hebben wel een speciaal gevoel voor humor, dat ze deze tegenstrijdige slogan niet onmiddellijk lieten verwijderen   !   

Ook Hildegarde was nogal stil, deze namiddag, vond hij. Het werk dat hij haar had opgedragen, beviel haar misschien niet erg, maar daar veegde hij zijn voeten aan. In het begin kon ze zogenaamd geen stoffen vinden in de goede kleur. Enkel rood was geen probleem: hun reglementaire hakenkruisvlag diende zodoende nog voor iets en het centrale logo stopte ze ijlings in de stoof.

Maar het Franse koningsblauw leidde bijna tot een fikse rel, toen hij haar naïef voorstelde het keukentafelkleed te verknippen. Stel je voor: dat had ze voor haar vijfenzeventigste verjaardag van haar Wilhelm cadeau gekregen! En toen hij aandrong en haar voor de keuze stelde een Franse vlag te maken of verkracht te worden door een Rus, zag hij haar voorwaar nog twijfelen, als een oude sloerie uit de sloppen! Toen zei ze verzoenend " Na schön, warte mal! "  en slofte de trap op.

Na een kwartier kwam ze terug van haar razzia, de arm beladen met gekleurde gordijnen.            

" Der arme Herr Dahlmann braucht sowas doch nicht mehr! ...", vergoelijkte ze. En in zijn keukenkast had ze nog een fles slaolie gevonden, op de koop toe. Er lag nog meer bruikbaars boven, maar dat zou ze bij gelegenheid met Vati wel leeghalen... Ja zeg, daar moest hij een stokje zien voor te steken: pottenkijkers kon hij best missen op zolder! Maar voorlopig hield hij zijn kiezen op elkaar.

De gele stof, die voor de Belgische driekleur moest dienen, vertoonde een motief van groene ranken, maar Joseph wilde niet moeilijk doen...Het blauw was picobello. Een zwart verduisteringsgordijn en een wit laken maakten de collectie compleet. Hij opteerde voor de grootst mogelijke afmeting van de vaandels: dan was ze daar weer een tijdje zoet mee...                                                    

In de late namiddag kwam Vati terug van zijn watercorvee, heel wat rustiger dan gisteren, en Joseph trok de twee waterkruiken fluks met het touw omhoog: ze waren al goed op elkaar ingespeeld! Maar het was gedaan met de rust in huis, want bij de citerne had het gegonst van de wildste geruchten en Weimar had aardig wat te vertellen...                                    

Eerst en vooral: hier in Berlijn was de Führer met heel de partijtop op de laatste barricaden gesneuveld, maar vooraleer te sterven had hij Gross-Admiral Dönitz, het hoofd van de Kriegsmarine, als opvolger aangeduid! Ja, die bleke vent zonder de minste charisma was de nieuwe Führer! ...

Reichsmarschall Goering leidde nu de strijd van uit de Alpenfestung over een frontlijn die liep van Genua over Milaan, Zagreb, Graz, Praag en zo naar Dresden, om met een scherpe bocht zuidwestwaarts over Neurenberg te eindigen op de Zwitserse grens. Vati sleurde er zelfs een atlas bij waarop hij grote kringen aanwees. Reichsfuhrer SS Himmler hield twee fronten: één tegen de Amerikanen, van de Rijn in Holland over Bielefeld, Braunschweig en Magdeburg, en één tegen de Russen: van Magdeburg recht naar het noorden, om te eindigen bij Rostock aan de Oostzee.

Beide kopmannen van de partij voerden vredesonderhandelingen met het Westen en hielden onderwijl de Russen tegen in het oosten...Enfin, zo hadden de frontlijnen er waarschijnlijk een paar dagen geleden uitgezien, want geruchten hebben een taai leven: in feite wist niemand wat er vandaag nog van Duitsland overbleef...Veel was het wel niet, maar zolang de Alpenfestung stand hield...De Zwitserse radio voorspelde naar men zei een wapenstilstand voor vannacht, nul uur, maar dàt leek Wilhelm nogal voorbarig.               

" Sehst du, Herr Josef", pronkte hij, " unser Heer (leger) ist noch nicht zerschlagen! Wir werden unsere Haut teuer verkaufen! Sie werden noch etwas erleben! "                          

Joseph schudde meewarig het hoofd: vond Vati dan niet dat deze waanzin al lang genoeg had geduurd? Dat deze oorlog al veel teveel had gekost? Wat bedoelde hij met 'zijn huid duur verkopen'? Moesten er soms aan het front nog meer kinderen van vijftien jaar sneuvelen, voor de rekening kon worden afgesloten?                     

Neen, dàt niet, maar de Yankees hadden al te zware verliezen geleden: die waren het ver beu en nu konden de Duitsers een eerbare vrede afdwingen, zoals in '18. Met de 'Vergeltungswaffe' als een stok achter de deur was alles nog mogelijk... De Nazi-regering moest natuurlijk aftreden, en vervangen worden door "gewone" Duitsers ,maar voor de rest zouden ze tenminste baas in eigen huis blijven en hun voorwaarden kunnen stellen... Hoofdzaak was dat de Russen terug moesten tot over de Poolse grens: daar viel niet aan te tornen! Die beesten hadden het hier wat té bont gemaakt! En géén herstelbetalingen zoals destijds met de verdomde uitzuigers van Versailles: die hadden Duitsland geruïneerd en gedwongen tot de huidige oorlog! Of niet soms?                            

Joseph haalde ontmoedigd de schouders op: " Sie träumen wohl, Herr Weimar...Sie träumen "... Zouden ze het dan nooit leren?               

" Sie werden schon sehen! ", hield het oudje koppig vol. En lag die neergeschoten vrouw nog bij de citerne, vroeg Hildegarde, om het gesprek een andere wending te geven.                 

" Ach die! ", lachte Vati, neen, die was weg! ... Maar je weet het mooiste nog niet! Dat was de echtgenote van een Duitse, voor-oorlogse  communistische kopman! De Russen hadden hém juist met veel tralala uit een kamp bevrijd en dan knalt zo'n zatte Mongool zijn echtgenote neer! Dat was de reden waarom die Xantippe een grote bek tegen die soldaten dacht te mogen opzetten: zij was zelf zo'n rood rotwijf! Zeg, is dàt geen billenkletser?                      

Hij scheen er nóg plezier in te hebben!                 

Hoe hij dat allemaal wist? Er hing een bericht bij de kraan, getekend door een Russische commandant, een oproep tot getuigen: of iemand had gezien hoe Frau So en so, echtgenote van Kameraad Kringleider van de Kommunistische Partei Deutschlands hier gisteren door een dronken Sovjetsoldaat werd neergeschoten? Die geloven vast nog in sprookjes, hé   !                                        

Joseph bekeek hem met opzet overdreven verwonderd: hoezo, Vati had er zogezegd praktisch met zijn neus bovenop gestaan, dan kon hij toch getuigen, hé? Wie weet is er geen grote beloning uitgeloofd...         

Hildegarde spitste de oren, maar Weimar keek hem giftig aan met moordlust in de ogen: hij had juist niks gezien, verstaan?! Als die rooien dat vuile zaakje willen oplossen, moeten ze het maar onder elkaar uitvechten en daar geen goede Duitse burgers bij betrekken! ...Wij zijn geen verklikkers, als je dat maar weet   !      

Voor Joseph daar zijn afwijkende mening over kon geven, kwam Frau Weimar er vlug tussen: en was er anders nog nieuws?                          

Vati nam de tijd om zijn ergernis te laten zakken.                 

Ach ja, natuurlijk: er hing ook een verordening met allerlei nieuwe wetten en voorschriften, maar hij had niet veel gelegenheid gekregen om het allemaal te lezen. Maar bovenaan stond dat alle nazi-organisaties buiten de wet gesteld waren. En dat alle 'Parteigenossen' zich bij de vroegere oversten van het huizenblok waarin ze woonden moeten aanbieden, om puin te ruimen en lijken te bergen... En ook...heu...dat alle arbeiders en bedienden van de stedelijke openbare nutsbedrijven binnen de 24 uur het werk moeten hervatten! Gedaan met lijntrekken, hé! ... Dan had Neumann nog zoiets gelezen, alsdat ze zéér binnenkort de voedselrantsoenering weer gingen opstarten, maar dat zij, die geen nuttig werk verrichtten, daarvan zouden worden uitgesloten...Ik hoop dat dit niet op de gepensioneerden slaat: ik zie ons toch niet meer met een kruiwagen sleuren, hé Mutti!...             

Ze glimlachte wat triest: zo ver zou het wel niet komen. Want een groter schandaal kon zij zich moeilijk voorstellen: nazi-bonzen die puin ruimen krijgen eten, terwijl zij, die persoonlijk altijd 'tégen' was geweest, het zonder rantsoenkaart zou moeten stellen omdat zij tachtig jaar oud was? Dat kon toch niet  !               

"Hoezo, altijd tégen?" vroeg Vati geërgerd:" Dat was voor het eerst dat hij ervan hoorde  !"                   

" Aber sicher! Den Hitler hab' ich nie gemocht! .. Den Kaiser Wilhelm, ja, den hab' ich geliebt... Aber den Hitler? Nein, der war mir zu frech! "                                          

Maar wat bazelde ze nou! Hitler had Duitsland toch weer doen heropstaan, na de vreselijke inflatie onder de Weimar-republiek en de crisis van de beginjaren dertig! Is ze dàt soms vergeten? Had hij in die chaos van toen niet in de kortste keren orde op zaken gesteld? De economie terug op poten gezet en het spook van de werkloosheid verdreven? Zonder Hitler hadden onze werkloze kinderen Otto en ilse nu misschien nog steeds 'gestempeld', weet je dàt?  !                   

" Da haben Sie völlig Recht, Vati ! Ohne den Hitler hätten unsere Kinder vielleicht noch gelebt! Das haben Sie sehr gut gesagt, mein Junge! Schade das es ihnen erst heute einfällt...Schau dich mal herum, wie schön es in Deutschland jetzt ausseht: ein Trümmerhaufen! Das verdanken wir deinen Hitler, Vati..."           

" Aber wir haben diesen Weltkrieg doch nicht gewollt! ",riep hij verontwaardigd uit: de Engelsen en de Fransozen hadden Duitsland de oorlog verklaard in '39, en niet omgekeerd, hé! ZIJ hebben ons aangevallen, vergeet dat niet  !                          

Joseph vond het hoogtijd om, na het incident met dat SS naamkaartje op zijn kunstbeen, ook even zijn duit in het zakje te doen, kwestie van zijn gepeelde rol als nazi-slachtoffer wat in de verf te zetten. Hij liet Weimar opmerken dat Polen, België, Holland, Scandinavië, de Balkanlanden en ten slotte Rusland geenszins de oorlog verklaard hadden aan Duitsland en toch aangevallen werden...       

Ach, dàt zootje?! Die hadden immers allemaal met de Engelsman meegeheuld en de gerechtvaardigde verzuchtingen van het Duitse volk op alle gebied tegengewerkt! Vergeet niet dat de Belgen hen Eupen hadden ontstolen en het Rijnland bezet! En die stinkende Fransozen als aasgieren op de Elzas waren gevlogen en die rotte Polakken op Pruisen en Silezië: Dat kan geen enkel volk ongestraft laten! ...Daarom heeft Hitler neen gezegd en Duitsland sterk gemaakt! Té sterk, volgens die rotzakken, en daar moest paal en perk aan gesteld worden, vonden ze! Vroeg of laat zouden zij ons hebben aangevallen: Hitler is hun enkel een slag vóór geweest, uit zelfbehoud ...Aanvallen is nog altijd de beste verdediging, weet je...       

Hijgend, maar met stralende ogen veegde de volleerde veldheer met de mouw het schuim van de mond. Joseph grinnikte enkel tegenover zoveel verblinding en wilde niet verder aandringen. Maar ergens moest hij de oude Pruis bewonderen: zelfs in mootjes gehakt, spuwde hij zijn vijanden nog in het gezicht  !                      

Ook Hildegarde vond het nu welletjes: kom Vati, hou op met die onzin en denk aan je hart." Der Onkel Doktor hat gesagt, du sollst dich nicht so aufregen...Komm',wir nehmen uns eins..." En terwijl de tapkaststrateeg nog wat nagromde, schonk ze voor elk een borrel uit.                                                                                                    

De rest van de dag werd er niet veel meer gezegd. Na het avondeten werkte Joseph nog wat voort aan zijn been, tot hij er volledig over tevreden was en ging toen naar bed.                       

Morgen lag er nog heel wat werk voor de boeg.                      

In het verre Spandau werd niet meer geschoten en hing er buiten een onwezenlijke stilte... Dichterbij op straat dreinde enkel een astmatische accordeon zijn kuchende Kalinka door de nacht...

<!--[if gte mso 9]> Normal 0 21 false false false

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
09-10-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
08-10-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 315
Klik op de afbeelding om de link te volgen

DE HOORN DES OVERVLOEDS...

Toen het rode waas voor zijn ogen was weggetrokken ,werkte hij met zijn kruk de vier verste kartons naar zich toe: witte, nog dicht geplakt , en verzegeld met een Rode Kruisetiket..."American Relief for U.S. Warprisoners", las hij verbaasd met zijn schoolkennis van Engels...Die schurk had zich verdomme vetgemest met de hulppakketten bestemd voor de geallieerde krijgsgevangenen! Driftig scheurde hij het deksel los. Vier blikken cornedbeef, plakken chocolade, vijf pakjes 'Lucky Strike' en vijf 'Players, snoepgoed...De ware goudschat ,verdomme ! Het kon niet meer op !                                                                             

Hij viste nog eens met zijn kruk onder het bed, maar dat scheen voorlopig alles. Verbouwereerd zette hij zich tussen de spiegelscherven en overschouwde met kloppend hart deze plotse hoorn-des-overvloeds. Haastig scheurde hij een pakje sigaretten open en stak er, met trillende vingers, zwelgend één op. Het vreemde zoete aroma vulde zijn longen en genietend sloot hij de ogen. Whaaw-whaaw, zeg: wat hem betrof mochten de Amerikanen gerust de oorlog winnen, hoor !... Nu was hij wel geen zware roker, maar deed dàt godvernondemiljaarde effen deugd !... Zijn laatste stinkstokken had hij van die Russische officier gekregen, die nacht, een week geleden, toen hij dacht dat ze hem als 'Werwolf' overhoop zouden schieten... Die vent, die hem een uur later officieel de eretitel " Vriend van de Sovjetunie" had verleend... Een vreemd allegaartje, die Bolsjewieken ! ...Leven en dood lag bij de Russen nooit ver van elkaar...                                                                            

Dat bracht hem weer tot de werkelijkheid terug. Wat moest hij in hemelsnaam met al deze schatten aanvangen? Als hij dat zomaar bij Hildegarde in de schoot wierp, kreeg dat mens gegarandeerd een beroerte! Zoiets mocht hij niet riskeren...

Hij kon haar beter elke twee-drie dagen iets geven, genoeg om toe te komen... Af en toe een cadeautje, dat onderhield de vriendschap... Hij had al gemerkt hoe hebberig dat mensje wel was: het zou verstandiger zijn die haai met kleine visjes aan het lijntje te houden, beetje bij beetje... En de rest hier te verbergen. De kans was klein dat iemand in huis een flauw benul had van het doen en laten van 'de arme heer Dahlmann' en zijn roze kamer. Als hij er zelf voorlopig zijn mond over hield, kon deze geheime bergplaats nog wel een tijdje voor de buitenwereld verborgen blijven.                                                                 

Maar dan moest hij natuurlijk Vati van het dak afhouden: als die het in zijn hoofd haalde erop te kruipen om dat gat te dichten  en hij ontdekte deze schat, dan viel alles in 't water en ouwe Vati van pure alteratie met z'n sjokkedijzen naar beneden! Over de beschadigde zinkendakbekleding moest hij dus zwijgen als vermoord en indien het zou binnenregenen duurde het wel even voor ze er op de eerste verdieping last van kregen.                                      

Ook van de buren viel weinig te vrezen: als hij zich goed herinnerde stak 15 B een halve verdieping boven de nevenliggende huizen uit, zodat die van op hún zoldering geen zicht hadden op de beschadigde zinken dakbekleding van dit huis hier. Daarenboven was bij de Neumanns heel de mansarde weggeslagen. Voor die aan een herstelling kon denken, waren we weer een paar maanden verder, en zat Joseph waarschijnlijk al hoog en breed terug in Westende. Of daar omtrent...

Tiens, dit onderwerp moest hij één dezer dagen eens onder de loep nemen, hoe hij dàt aan boord zou leggen...Maar zover waren ze nog niet, en dankzij deze schatkamer was er niets dat brandde...Hij kon het hier op zijn gemak nog een hele tijd uitzingen, als hij het wat handig aan boord legde...                       

Zijn sigaret was op. Uit de doos van de noedels haalde hij de helft van de deegwaren weg en vulde de rest van de ruimte aan met een assortiment van blikkenvlees, Pumpernickel, twee flessen wijn en één cognac:  daarmee konden ze beneden voorlopig voort. Plus al de bougies:  die mochten bij een feestmaal niet ontbreken! Na een ogenblik van twijfel stak hij toch maar een boekje op zak: dat kon hij vanavond op zijn kamer bij kaarslicht eens nader bestuderen...        

Het karton woog als lood en was met zijn krukken so wie so niet te dragen. Dus duwde hij het voor zich uit tot tegen de drempel. Voorzichtig spiedend opende hij behoedzaam de spiegeldeur. De kust was vrij. Hij schoof zijn schat de woonkamer in, sloot de geheime toegang tot het 'liefdesnestje' zorgvuldig weer af en wierp een kussen van de divan tegen de onderrand om zijn sporen in het stof uit te wissen. De tien meter tot de trapzaal was nog een zware karwei.

De deur naar de zolder deed hij op slot, en stak de sleutel op zak: voorlopig mocht Vati niet in de verleiding komen op het dak te kruipen! Hij liet zijn krukken de trap afglijden, nam het karton op de schoot en werkte zich zittend, trede na trede, twee verdiepingen naar beneden. Hildegarde moest het gestommel gehoord hebben, want juist toen hij veilig geland was en haar naam riep, trok ze haar voordeur op een kier.                                                                             

" Ach du Josef ! Was sind das alles für schöne Sachen ! " Ze vloog als een gier op de doos af, begon wild tussen de schatten te graaien alsof haar leven ervan afhing en riep zonder ophouden: " Menschenkinder, seh' mal an ! !"  Voor Joseph van de laatste trede kon opstaan, had ze reeds de halve buit weggesleept: was me dat mens vlug zeg ! ...Toen hij de rest naar binnen schoof, zat ze ineengezakt aan de keukentafel te snotteren.                                                                 

Of ze niet gelukkig was met zijn vondst ?

" Doch-doch ! ",snikte ze ,en terwijl ze hem met betraande wimpers beloerde piepte ze kreunend :"Aber in Wesen gehört es den armen Herrn Dahlmann, nicht ! "...Die vuile slijmerige beroepskomediante !                       

" Als dit u bezwaart, kan ik het wel weer naar boven brengen", spotte hij. Ze lachte door haar tranen heen en borg vlug de rest van de buit in de kast: " Komm Junge, wir nehmen uns gleich ein Schnäppschen! "  Wegens de ontroering, wou ze laten verstaan...

Tenzij mocht blijken dat het oudje even erg op drank uit was als op eten, dacht hij monkelend. Want dan was zijn wijnkelder maar een kort leven beschoren...Hij herinnerde zich plots het spottende drinklied, dat Jupp zo smartelijk had gekweeld tijdens het kerstfeest thuis, in 194O:                  

Alle Tage ist kein Sonntag,                                        

Alle Tage gibt's kein Wein...                

Als hij dààr nog aan terugdacht, aan zijn onschuld van toen en de zorgeloze gezelligheid in hun povere barak, drong het pas goed tot hem door wat een onnoemlijke rotzooi hij van zijn jonge leven had gemaakt...        

Ze hoorden Vati de trap opkomen, hijgend en piepend als een gescheurde harmonica. Uitgeput viel hij op een inderhaast bijgeschoven keukenstoel, zijn gezicht nog grijzer dan zijn haren.           

" Aber Wilhelmchen, was ist los, mein Junge ?!" Als een bezorgde kloek betastte ze haar man en aaide hem over het hoofd. Die zie ik de eerste weken niet op het dak kruipen, dacht Joseph..." Und wo ist das Wasser geblieben ?" Haar praktische aard zou haar nooit in de steek laten !                              "Ach Frau...,lass mich...in Ruhe ! ...", kraste hij kippig, nog driftig naar adem snakkend. En toen vergoeilijkend voegde hij er hijgend aan toe: " Das Wasser...steht unten...an der Treppe...Mir war's...zu schwer..."           

Joseph bood hem zijn borrel aan en in een mum van tijd had hij ook deze van zijn vrouw achterover geslagen. Hildegarde nam een derde glas uit de kast en schonk bezorgd nog eens vol. Joseph hield nu voor alle veiligheid zijn eigen glas in de hand... Maar de oude man deed het ditmaal wat kalmer aan en kreeg gaande weg weer wat kleur.                                        

" Es war dort ein verdammter Scheisse ! Schrecklich..." ,vertelde hij tenslotte ,nog naar adem happend..                  

  Bij de pomp van de citerne was er een ware volkstoeloop geweest en die goede oude Duitse 'Disziplin' vér te zoeken. Niemand eerbiedigde nog de rijvolgorde: de sterkste 'Weiber'- zoals hij ze in afschuw betitelde - drongen onbeschaamd naar voor, of wilden de meeste kruiken vullen, of méér dan de wachtenden voor redelijk hielden... Aanhoudend was er een trekken en duwen en vlogen de wijven elkaar in het haar, tot groot vermaak van de Russische soldaten die daar in de omgeving rondzwierven. 

Toen het te bont werd, waren twee dronken Russen zich met de zaak komen bemoeien en hadden bij de pomp naar hun eigen smaak een volgorde opgedrongen, hoofdzakelijk gebaseerd op de betrekkelijke charmes van de naaste vrouwelijke omstaanders. Daaronder waren er zelfs die deze zatlappen vriendelijk toelachten, om een plaatsje vooraan te krijgen, alsof het een decadente schoonheidswedstrijd betrof ! Tot er eentje zich achteruit gesteld voelde en, waarschijnlijk óp van de zenuwen, woedend tegen één van de soldaten was uitgevlogen. Die had toen ijskoud zijn MP van de schouder genomen en de vrouw verdomme zonder een oog te verpinken neergeschoten !...De meeste wachtenden vluchtten in paniek weg. Toen was voor de Russen de lol er blijkbaar af en ze waren dan maar elders wat vertier gaan zoeken...Van deze plotse kalmte had hij met Neumann geprofiteerd om hun kruiken te vullen, vlak naast het lijk in de waterplas, die vlug bloedrood kleurde...Een afschuwelijk zicht, dàt kon hij hen wel verzekeren !              

" Ach du Armer ! ",troostte Hildegarde hem, " Komm, nimm noch ein Schlückchen..."  En had zich dan niemand om de vrouw bekommerd,  wilde Joseph weten, ook al kende hij het antwoord reeds.               

" Mensch! Sie war tot! ", beet Weimar hem toe,  alsof dit alles verklaarde,  " Und jeder hat's eilig gehabt..."                    

Ja-ja, het vernislaagje op de zo hoog geprezen Duitse beschaving bleek reeds aardig af te schilferen...                                                

Nadat Vati wat tot rust was gekomen, trok Joseph met zijn hulp de zware glazen mandflessen - groene 'Dame-Jeanne's - vanuit de trapzaal aan een koord omhoog naar de eerste verdieping en omdat dit zo vlot ging kreeg het systeem onmiddellijk burgerrecht !                                                                        

De rest van de namiddag trachtte Joseph op de keukentafel zijn beenprothese te herstellen, maar erg vlug vlotte het niet, bij gebrek aan een stevige schroevendraaier. Tijdens het gepruts merkte Vati langs zijn neus weg op: " Ach so, Sie haben den Namen bereits verschwinden lassen! ..."     

" Na und ?" Joseph keek hem vanuit de hoogte aan: dacht die ouwe leuteraar hem soms te intimideren ?!                               

" Ich meine: besser so...",bond Weimar in. Mooi, dacht Joseph, als je maar weet, mannetje, dat ik ondanks mijn ene poot, je zonder moeite het hoekje omhelp, mocht je te gevaarlijk worden...Eén dezer dagen moet ik die vent eens een verhaaltje op de mouw spelden, dat hem alle zin zal ontnemen nog langer te piekeren over die naam en SS-graad op het kunstbeen!                                              

Na het avondeten - heerlijke noedels met stoofvlees - kerfde hij in het kruis met grote zorg Phils naam en de data van geboorte en overlijden. Hildegarde volgde zijn vorderingen en vroeg tenslotte, toen hij ermee klaar was: " R.I.P.,was bedeutet das ?..."             

Hij vertaalde het: " Ruhe in Frieden..."    Maar hàd dit nog wel een betekenis ?...In vrede leven, ja, later misschien...Maar hij twijfelde er ten zeerste aan...En met al dat moorden en branden, lag 'in vrede sterven' als laatste wens tegenwoordig véél meer voor de hand...    

Juist voor het slapengaan brak in de verte opnieuw de hel los. Maar voor zover ze konden nagaan kwam het gerommel niet meer uit de richting van het het stadscentrum, maar eerder uit het westen van de stad...                       " Spandau" zei Vati. Misschien waren het de Amerikanen wel, opperde hij hoopvol. Die komen hun deel van de Berlijnse koek opeisen...Maar tegen wie vechten ze dan, verdomme ? Toch niet meer tegen die van ons, zeker ! Dat zou een beetje té idioot zijn...

"Neen-neen ", legde Joseph zelfzeker uit, " waarschijnlijk de laatste verdedigers die uit de omsingeling naar het Westen pogen uit te breken. Zo deden we het altijd aan het oostfront: aan die kant is de ring het zwakst...En aangezien de SS zich nooit aan de Rus zal overgeven is een uitbraak in de richting van de Amerikanen hun enige kans op overleven..."                                         

Hij merkte te laat dat de Weimars hem vreemd zwijgend aanstaarden en kon zijn tong wel afbijten !

Na een lange gegeneerde stilte, waarbij ze alle drie voorwendden gespannen naar het gerommel in de verte te luisteren, viel Hildegarde geërgerd uit: " Nun reicht's aber! " Net een kwade juf die haar buik vol krijgt van een ondeugende klas...Maar veel hielp het in dit geval niet.


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
08-10-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
07-10-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 314
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C34:

VREDIG LEVEN, OF STERVEN ?                 

Steglitz , 3 mei 1945.

De vodka van de twee Ruskies had Joseph en de Weimars in zoverre deugd gedaan dat ze de lugubere aspecten van de teraardebestelling stukken makkelijker konden verwerken, om vervolgens tot de orde van de dag over te gaan.                                                                 

Aan tafel, tijdens het frugaal middageten, maakte Frau Weimar met "haar beide mannen" een overlevingsplan op voor de volgende dagen en "Hildegardchen" - zoals Vati haar noemde - bewees daarbij dat ze met haar twee voeten stevig op de grond stond.                   

Hitler mocht dan al dood zijn en het vechten hier in Berlijn gedaan, maar voor zover ze wisten van horen-zeggen werd er elders nog voort gevochten. Dus veel zou hun benarde toestand in de nabije toekomst  waarschijnlijk niet verbeteren. Eerder in tegendeel, wie weet... Het kon best een maand duren, voor er weer een winkel openging en ze iets te eten konden kopen...Als ze heel zuinig waren, zei ze, zouden ze er misschien in slagen het een week,  hoogstens tien dagen uit te zingen met de voorraden die ze links en rechts bijeen had gescharreld. Joseph begreep dat ze daarmee de buit bedoelde, die hij met de familie De Bens vorige week uit de goederentrein in het station van Steglitz had geplunderd...                        

Die voorraad eten moest dus dringend aangevuld worden! En aangezien zij met haar Wilhelmtje moeilijk op strooptocht konden trekken op hun leeftijd, -" Nicht, Vati ?"-, had ze aan het eeuwenoude 'tauschen' gedacht: inboedel ruilen tegen eetwaren op de zwarte markt... Ze moesten dus eens grondig het huis uitkammen, om te zien wat daarvoor in aanmerking kon komen ...                                            

" Viel zum tauschen besitzen wir Weimars nicht, aber...", en ze keek daarbij schijnheilig naar Joseph, " der arme Herr Dahlmann hat keine Erben, soviel ich weiss: vielleicht können Sie sich dort mal herumschauen"... Een duidelijkere wenk was moeilijk denkbaar! Als 'Ausländer' bezat hij immers de morele immuniteit bij het roven van Duits eigendom, en zeker nu het een rechteloze 'Parteigenosse' van een zekere rang betrof ,dood bovendien...       

Joseph grinnikte begrijpend.

Opgelucht, en licht als een Brabants trekpaard draafde ons Hildegärdchen meteen schaamteloos verder: neen, ze bedoelde niet enkel de garconnière van wijlen haar huisbaas in de mansarde, maar ook het gemeubileerd appartement,  dat de De Benzen op de tweede verdieping van hem in huur betrokken...Had Joseph niet zelf gezegd dat " diese Leute " niet meer van plan waren nog terug te komen ?               

  " Voorlopig! ",remde hij haar af, " voorlopig hé! "...

Goed-goed, suste ze, maar nu de oorlog voorbij is zullen die wel gehaast zijn om naar hun Heimat terug te keren, nietwaar ? En zich niet druk maken, mocht er op de inventaris een paar prullen ontbreken...Daarbij, wie weet wat de Russen reeds allemaal hebben weggeritst: "Sowas weiss doch kein Mensch! ...Wie diese Bestien alle schöne Sachen durchs Fenster auf die Strasse gekippt haben! "  Ze kuchte nuffig verontwaardigd en Joseph dacht aan het postzegelalbum dat hij in de traphal 'gevonden' had. Dus hield hij zijn mond.                            

Bon, als hij het goed begreep, kreeg hij een vrijgeleide om het halve huis tegen levensmiddelen "um zu tauschen"! Maar hij maakte geen bezwaar, meer nog: het vooruitzicht leek hem zelfs zeer aantrekkelijk...Een mens hoort een doel te hebben in het leven.         

" Schön! ",bezegelde Hildegärdchen hun geheim dievenverbond. Maar ze moesten ook aan drinken geraken, en aan water om te koken! Daar moest Vati voor zorgen:  hij kon dagelijks, samen met Neumann en diens trekkarretje,  een paar kruiken gaan vullen uit de citerne van de volkstuintjes. Dat was, voor zover ze wist, de enige bron van drinkwater in de omgeving en het zou daar wel eens druk kunnen worden. En de rest van de dag kon hij haar helpen met opruimen en het dichten van de gebroken ramen. Wat denk je, Vati, zou je geen glas kunnen recupereren uit de ruiten van die arme Herr Dahlmann ? Jij bent toch zo handig in dit soort dingen...Als je de oude dame liet begaan, zou er al vlug van Huize Dahlmann niet veel bruikbaars meer overschieten...En wie was hij om haar tegen te houden, zeg nu zelf!                                                 

" Hallo! Neumann hier! ",riep de buurman in de trapzaal. Hij kwam zoals beloofd het kunstbeen terugbrengen, dat hij in zijn tuin had gevonden. Onder de knie zat een lelijke barst in de gladde roze kuit, maar dat viel wel te herstellen, meende de man.                   

" Hier steht einen Namen 'SS Scharf. Petré'...Sind Sie das ?"                      O, jee! Verdomme, dat was hij helemaal vergeten! Er viel een beklemmende stilte. Wat nu ?!                                       

Hij keek Neumann ijzig in de ogen:

" Nein! ... Dieser Soldat ist tot...aber das Bein passt mir, und wie ich es bekommen habe, geht Sie nicht an, ja ?...Es wird heutzutage soviel geklaut...", voegde hij er stijfjes aan toe. Het gezelschap keek hem even geschrokken aan, maar inderdaad: tegenwoordig kon je beter niet teveel persoonlijke vragen stellen...Wie zonder zonden is...                    

" Bitte entschuldigen Sie...", mompelde Neumann en het was of hij nog juist op tijd " Herr Scharfuhrer" kon inslikken.                

" Ach, macht nichts, Herr Neumann...",zei Joseph zalvend, " und darf ich Sie nochmals danken...Sie haben von mir aufsneue einen vollständiger Mann gemacht! ", voegde hij er spottend aan toe.  Hij, een complete man ?         

De oude buur lachte wat zuur mee en droop toen af.

Terwijl Joseph nadrukkelijk de schade aan de prothese onderzocht, bleven de Weimars gegeneerd zwijgen. Die naam moest hij er zo vlug mogelijk afkrabben: zo'n stomme vergetelheid had hem aan de galg kunnen brengen...                                                                                                     

" Ich gehe es mal anprobieren...",zei hij om de pijnlijke stilte te verbreken. De oudjes knikten opgelucht, als pubers die aan een gerechte straf ontsnappen.                                    

Met zijn knipmes slaagde hij er binnen het kwartier in deze laatste verwijzing naar zijn zondig verleden weg te krabben, maar toen hij het kunstbeen aangespte en er een paar maal zijn kamer mee op- en neer stapte, piepte het tuig vervaarlijk. De scharnieren dienden dringend geolied, en misschien kon hij de barst in de kuit van binnen wat met hout versterken, maar voorlopig zou hij zich toch nog met de krukken moeten behelpen...                                                                         

Terug in de keuken, zei Hildegärdchen hem dat Vati met de buurman water was halen. Nou, die twee zouden aardig wat af te roddelen hebben, dacht Joseph bitter, maar besloot het incident zo vlug mogelijk te vergeten.                                                                     

" Ich gehe mal oben bei Dahlmann schauen wie es dort ausseht..."stelde hij neutraal voor.        

" Ja, schön, machen Sie das! ", zei ze opgewekt, alsof ze er heelwat van verwachtte ... Ondeugend vrouwtje! ...                                                                        

De garçonnière boven, besloeg drie dooréénlopende kamers aan de voorgevel: Met de voordeur viel je recht in een keukentje, van daar in een combinatie W.C.-badkamer met een grote muurkast en tenslotte in een salon met opklapbed. Overal heerste de grootste wanorde van leeggehaalde kasten, schabben en laden, en de in het rond geslingerende inhoud lag dik onder het kalkstof en de glasscherven. De woonkamer was er het ergst aan toe: de granaatinslag op de zolder van de buren had de scheidingsmuur zwaar gebarsten en de sierlatten van het houten vals plafond hingen overal los naar beneden. Een ware puinhoop!            

Aan de achterzijde van het huis lag een grote gemeenschappelijke zolder, die enkel langs een afzonderlijke deur vanuit de trapzaal toegankelijk was. Vooraan hingen er wat lege waslijnen, maar tegen de achtermuur lag een wirwar van oude rommel en afgedankte meubels kriskras op een hoop gesmeten, fel beschenen door een balk zonnelicht. De ontploffing bij de buren had hier een gat in het dak geslagen. Verdomme, en nog wel vlak boven zijn oude kamer op het appartement van de De Benzen! Dat verklaarde waarom boven zijn bed de stukken pleister van het plafond zo los naar beneden hingen...En het beloofde meteen een fameuze overstroming bij de eerste de beste stortvlaag! Daar moest hij met Vati - die volgens zijn wederhelft toch zo goed was op  gebied van "Reparatur" - dringend de eerstvolgende dagen iets aan doen...               

Hij stapte naar het gat toe, om het aan een nauwkeuriger onderzoek te onderwerpen, ook al had hij, wat het herstellen van huizen betrof, geen enkele aanleg. Zijn specialiteit lag eerder op het terrein van de afbraak, de vernieling, het dynamieteren overwoog hij grimmig.        

De opening was niet eens zo groot: meer een spleet van een zestig centimeter lang, op tien breed: daar zou Vati wel iets op vinden...

Een harde streep zonlicht viel op de achtermuur, zoals een schijnwerper op een podium en toen merkte Joseph voor het eerst de planken:  daar waar de ontploffing de kalkbezetting van de muur had weggeslagen zag hij geen metselwerk, zoals volgens zijn bescheiden mening van een buitenmuur verwacht mocht worden, maar planken beslagen met bepleisterd los latwerk...Tiens, vroeg hij zich af, waarom zouden ze in Duitsland geld verspillen om de muren van een rommelzolder met hout af te slaan en te stukadoren ? Hij ramde met z'n kruk over de afgedankte huisraad heen een paar maal fors tegen de bepleistering:  het klonk zo hol als een koektrommel, helemaal niet als een massieve buitenmuur...Het kon niet anders of daar moest nog een ruimte achter liggen...een bijgebouwd kamertje waarschijnlijk...Maar nergens achter die hoop rommel zag hij een toegangsdeur: hoe kon dat nou ? In de woonkamer had hij er toch ook geen gezien, of vergiste hij zich soms ?                                                                               

Terug naar de kamers aan de  voorgevel. Niets...Tegen de buitenmuur stond een mooie cosy-corner, een brede divan omlijst door een laag eikenhouten schabbenmeubel en de wand die hem interesseerde was bedekt met twee hoge boekenkasten, gescheiden door een manshoge spiegel. Hij trachtte de bibliotheek weg te wrikken, maar daar was geen beweging in te krijgen. Tot hij de gouden pronklijst rond de gebarsten spiegel wat nauwkeuriger onderzocht en erachter een flinterdun streepje zonlicht meende te ontwaren...Dat was het, natuurlijk!         

Na een paar minuten speuren en tasten vond hij de grendel, verborgen door een stevige  boekenplank. Even kort rukken, en de spiegel scharnierde open als een deur: zeer vernuftig! ...Maar waarom al dit geheimzinnig gedoe ?...       

De achterkamer lag in puin. Want dàt was het: een volledig ingericht slaapkamertje, slechts twee meter breed, maar met alles erop en eraan. Geen venster, maar dat was ook niet nodig, want het daglicht viel royaal binnen door een gapend gat in het dak :duidelijk de verlenging van die dakspleet op de zolder hiernaast. Hola ,hier zou Handige Vati aardig uit z'n pijp mogen komen! Voor zijn neus hingen talloze versplinterde latten van de  verwoeste plafondlambrizering kriskras naar beneden en belemmerden een duidelijk overzicht van de ravage. En, zoals in de rest van het huis, lag ook hier alles dik onder het stof. Maar één zaak was zonneklaar: er was hier niets geplunderd. De Russen hadden blijkbaar de geheime ingang niet ontdekt... Waarom Dahlmann zich hier niet had verborgen, toen de soldaten het huis uitkamden naar partizanen, was hem een raadsel. Misschien rekende hij te vast op zijn vermomming als oude dame...Hoogmoed van de comediant ?                            

Met een paar stevige zwaaien van zijn kruk baande hij zich een weg de kamer in tussen de neervallende plafondplanken en zette zich op het sierlijke koperen bed om even uit te blazen. De sprei lag bezaaid met spiegelscherven, maar dat deerde hem niet...

Hoezo,  spiegelscherven op bed ?... Toen zag hij tegen de schuine,  gehavende zoldering de overblijvende stukken hangen... Ach zo! ...Een grote spiegel boven het bed! ...De scheve kaders aan de muur met de zwoele kleurreprodukties bevestigden vlug zijn vermoeden: meneer had hier zijn geheim liefdesnestje ingericht, die stijve viespeuk van een betaalmeester!...Maar waarom hij dat als verstokte vrijgezel zo geheim had willen houden, was niet meteen duidelijk: daar moest meer achter zitten... Misschien was die vent wel een verfoeide homoseksueel, een perversie waarmee ze in Duitsland officieel niét konden lachten!             

Joseph stond recht en trok de hangkast open: een volledige garderobe van een demi-mondaine, zijdig-glanzende stoffen vol wufte ruches en kant, opzichtige avondjurken...Een paar pluimige boa's en hoerige naaldhakken maakten de uitzet volledig. Verdomme, had die vent hier een 'dame' onder dak gehad, of moesten dit soms toneel-accessoires voorstellen ?...De goede  huisbaas leidde destijds wel een soort amateurgezelschap, maar toch! ...Een beetje " vom Guten zuviel", vond Joseph...ook al voerden de Berlijnse tweederangs cabaretten al sinds een eeuwigheid veel dijenkletsers met travestieten ten tonele...                         

De legkast nam zijn laatste twijfels weg: allemaal zwoel ondergoed in harde kleurcombinaties, vrouwelijke tierelantijntjes, vuurrode jarretels, een doos met opgerolde netkousen...Een kompleet arsenaal, waarmee een geroutineerde 'Dame' zelfs de oudste Lazarus terug tot leven kon wekken! Wel, wel, asjemenou! ..." Der arme Herr Dahlmann" moet hier heel wat orgieën hebben gehouden, miljaarde nondedju!                                                                    

Een rij boeken op een schab naast het bed wierp weer een ander licht op deze vreemde uitzet. Het eerste waar zijn oog opviel, was een Frans platenwerk: " En feuilletant...la Marguerite! ", met op de omslag een Parijse politieagent, uitgedost met platte potkepi, cape en witte matrak...In een twintigtal suggestieve fototaferelen 'ontpopte' de Poulet zich geleidelijk tot een schaars geklede 'poule' in basisuitrusting, maar nooit was duidelijk te zien waar hij van 'garçon' in 'garçe' overging. Tot hij op de laatste foto, fier met z'n slip wuivend, zijn eigen enorme witte 'matrak' als een stormram vooruit stak...Miljaarde, wat is me dàt! ... Joseph kreeg het er benauwd van! Het gewrocht leek tot de lievelingslectuur van Herr Dahlmann te horen, want de band vertoonde aardig wat sleet...       

De andere werken waren in het Duits gesteld en de platen meer op de man af, maar ze behandelden allemaal het zelfde onderwerp ,bij wijze van spreken :heren onder elkaar, al dan niet in dames-basis-kledij ,waarbij een minimum aan goede smaak geen hoofdvereiste bleek te zijn.                  

Nu had Joseph de laatste jaren wel één en ander opgestoken over de bizarre nevenaspecten van de menselijke natuur, al was hij nog nooit zo brutaal met zijn neus op de erotische uitwassen gedrukt...              

Wel herinnerde hij zich duidelijk de twee 'onafscheidelijke vrienden' uit de 3. Sturmgeschütz Abteilung, die na de Wolchowkesselschlacht in '42 naar de Strafkompanie werden verplaatst, en waarvan hij nooit meer iets had gehoord... "

"Tapetten" ,werd toen gegrinnikt: een smet voor het Legioen...Weg ermee, verdomme, naar de Strafkompanie! Wat in feite neerkwam op een doodsvonnis...En hier had hij nu een Herr Leutnant, die zich ongestraft, schijnbaar jarenlang in nog grotere viezigheid had gewenteld...Een komediant, inderdaad ! Een vuile, smerige lijntrekker, op een vet-betaald postje, ver achter het front ! En wiens persoonlijke visie op de 'Westerse Beschaving' Joseph heel die tijd evengoed tegen het bolsjewisme had verdedigd, jawel Mijnheer...Zum kotzen !                        

In een opwelling van woede wierp hij het laatste boekje in de hoek. Zijn kruk viel onder het bed en toen hij achter de sprei graaide voelde hij het karton...Karton ?...Hij liet zich op de knie zakken en ontdekte dat de ruimte onder de veerbak vol stond met dozen en flessen ! Wat was dàt nu weer, verdomme ,verdoken proviand ?!                    

Gewürztramminer, Bourgognewijn, Cognac ,ja watte !...Mensenlief,  genoeg zuipsel om een heel regiment te bezatten ! Onze vriend liet het werkelijk niet aan zijn hart komen, zo te zien !

Driftig trok hij het eerste karton te voorschijn: vol blikken vlees! Verdikke zeg, een ware schat !... Het volgende lag nog halfgevuld met pakken noedels en macaroni en een tiental bundels kaarsen !

Dan kwam een dikke doos met Pumpernickel in cellofaanzakjes,  deze geperste zwartbroodflinters waar de Duitsers zo verzot op waren... Man, man, man ! Schoot hij hier even de hoofdvogel af, zeg ! In een ander karton lagen vijf vette worsten, waarvan er twee waren aangesneden...

Auw ,stop ! Even op adem komen !


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
07-10-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
06-10-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 313
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C33BIS.                                                    DE GODENDEEMSTERING.             

Vijf kilometer van Joseph vandaan, had Frau Goebbels haar zes jongste kinderen die morgen elk een cyaankalipil gegeven. De kleinsten dachten dat het een snoepje was en sliepen vredig in. De oudste begreep echter wat er gebeurde en vocht verwoed  voor haar leven. Maar Mutti was sterker... Pas tien bange uren later zou de Kleine-man-met-de-horrelvoet  samen met zijn levenslustige echtgenote "zelfmoord" plegen, hun verafgode Führer achterna. Een opgevorderde SS-er schoot hen beiden op bevel neer in de tuin boven de Führerbunker en verbrandde hun lijken in een bomtrechter...

Na de dood van Hitler en Goebbels stortte heel de nazi-hiërarchie ineen: de goden en halfgoden, die tot voor kort met een vingerknip over leven en dood van miljoenen medemensen hadden beschikt, vielen plots in trosjes van hun voetstuk.

De moedigsten maakten er onmiddellijk met hun dienstwapen of een gifcapsule zelf een eind aan. Anderen hoopten het nog een tijdje te kunnen aanzien door als naamloze paria's in de heersende chaos onder te duiken: voor de meeste gekende kopstukken een uitzichtloze onderneming ,mét of zonder baard. Want niet alleen hun slachtoffers waren op wraak uit, ook hun medestanders hoopten met een verklikking - tot voor kort een nationale burgerplicht !  - een wit voetje bij de overwinnaars te halen.                                          

Reichsmarschall Hermann Göring was daarvan één der eerste slachtoffers. Hij had Hitler - die in de door Russen belegerde Kanzlerei onmogelijk nog leiding kon geven - per telex gevraagd zijn vroegere benoeming tot zijn opvolger te willen bevestigen ,en hem de vrije hand te geven bij de voortzetting van de strijd. Daaronder verstaan :een volmacht om deze te beëindigen ! Waarop een hysterische Führer uitriep "Hoogverraad ! Maak dat vette varken onmiddellijk àf !" en Bormann over de  radio bevel gaf tot zijn terechtstelling door een SS-commando in Bergtesgaden. Maar dat grapje ging niet door ,want keurtroepen van de Luftwaffe namen Göring in bescherming. Met deze "lijfwachten" ontvluchtte Dikke Hermann zijn "Kommandostelle B" in het Alpenreduit en dook, vermomd als houtvester, onder in de diepe Tiroler wouden. Zijn fysiek verried hem echter en op 9 mei '45 besloot hij zich met zijn gezin, zijn gevolg én 18 vrachtwagens "privébezit" aan de Amerikanen over te geven. Hij was echter ten zéérste verwonderd dat die hem onmiddellijk als oorlogsmisdadiger achter de tralies wilden stoppen: hij had immers nooit een vlieg kwaad gedaan! ...              

Wie dat niét kon beweren was zijn evenknie Reichsführer SS Heinrich Himmler, door Hitler kort vóór de omsingeling van Berlijn tot Opperbevelhebber van "Kommandostelle A" in Noord-Duitsland benoemd: hij had de laatste vijftien jaar de leiding gevoerd over zowat àlle moordpartijen van het naziregime. Om de spons over zijn zwart (!) verleden te laten vegen trachtte hij via de Zweedse graaf Bernadotte vanaf 25 april '45 met de Westerse geallieerden een afzonderlijke vrede te sluiten en droeg als onderpand van zijn goede wil 1.500 vrouwen uit het concentratiekamp van Ravensbrück over aan het Zweedse Rode Kruis. Toen de Führer daarvan hoorde veroordeelde deze ook zijn "Treue Heinrich" wegens hoogverraad ter dood. Maar Himmler voelde zich door zijn SS-Leibstandarte ruim voldoende beschermd om tot het laatste in zijn "goedheid t.o.v. de vrouwelijke gevangenen van Ravensbrück" te volharden.

Vergeefs echter. Na de overgave van alle Duitse troepen in Noord-Duitsland (3 mei '45) dook hij, vermomd als gewone Wehrmachtsoldaat, met een paar getrouwen onder in een Brits gevangenkamp bij Bremen maar werd verklikt. Tijdens zijn ondervraging pleegde hij onmiddellijk zelfmoord met een cyaancapsule...            

De Amerikanen hadden Feldmarschall Keitel na de ondertekening van de overgave op 8 mei met heel zijn staf in verzekerde bewaring genomen. Zoals ook de nieuwe Rijkspresident Grossadmiral Dönitz die samen met zijn ministers, waaronder Albert Speer en generaal Jodl, op 21 mei door de Britten gevangen werd gezet. Joachim von Ribbentrop, Hitlers minister van Buitenlandse Zaken die in Hamburg zijn oude wijnhandel weer had opgestart, werd op 14 juni opgepakt. Alfred Rosenberg, de ideoloog van het nazisme, werd met delirium tremens door de M.P. uit een bordeel gehaald. Julius Streicher, directeur van de antisemitische krant "Der Sturmer", had zich vergeefs als rondtrekkend kunstschilder vermomd en Robert Ley, - o.a. met Saukel verantwoordelijk voor de gedwongen "Arbeitseinsatz" van buitenlanders, - dacht met een valse baard aan de speurders te kunnen ontsnappen. Het hoofd van de "Sicherheitsdienst" en bedenker van de 'verdwijntruc' O.D.E.S.S.A. Kaltenbrunner werd gewond uit een veldhospitaal gevist. Ook ex-minister van financiën Schacht, van economie Funck, oud-Reichsführer van de Hitlerjeugd Baldur von Schirach en de Generaal-gouverneur van Polen Hans Frank moesten eraan geloven. Ze werden allen, samen met een honderdtal mindere goden, verdacht van oorlogsmisdaden in het Luxemburgs verzamelkamp van Mondorf-les-bains opgesloten.                                    

Na lang touwtrekken onder de overwinnaars - o.a. over de al dan niet Duitse of Russische verantwoordelijkheid voor het afslachten van 11.000 Poolse officieren in Katyn... - kon op 20 oktober '45 het monsterproces in Nürnberg beginnen.

De belangstelling van de internationale pers, maar ook van de binnenlandse bladen, bleek enorm. Het zicht van al zijn ex-goden in de hel-verlichte beklaagdenbank was voor de modale Duitser een totale ontluistering, want hij begreep aanvankelijk niet wat de overwinnaars populaire figuren als Göring, Schacht en Schirach konden verwijten. Was heel deze show in feite wel iets méér dan een vulgaire wraakneming ?

Maar naargelang de talloze bewijzen van de onnoemlijke misdaden allerhande zich in de loop der maanden opstapelden en wereldkundig werden gemaakt verloren de hoofdbeschuldigden veel van hun grandeur. Na honderd zittingen gingen figuren als de reeds sterk vermagerde Reichsmarschall àf als een ballon en geen énkele Duitser voelde ook maar de minste frustratie toen op 15 oktober '46 de uitspraak viel.

Twaalf kopstukken kregen de strop (Bormann bij verstek, voor alle zekerheid, omdat niemand wist of hij echt dood was) drie levenslang, Speer en von Schirach 20 jaar, Dönitz 10, Schacht en twee kompanen werden vrijgesproken. Göring ontsnapte op het laatste nippertje aan de beul door in zijn cel vergif te nemen.                                   

De volgende maanden en jaren zouden ongeveer nog 50.000 mindere goden voor de rechter verschijnen wat velen, vooral de kampbeulen, de kop kostte. De Duitse bevolking geraakte gaandeweg overtuigd van de eerlijkheid van de rechtspraak en legde zich eerst opgelucht en later onbewogen bij de vonnissen neer. Ze kon geen greintje respect meer opbrengen voor de idolen die ze weliswaar zelf aan de macht had gebracht maar die haar vervolgens schandelijk hadden misbruikt bij hun poging het eeuwige Duitsland in hun eigen ondergang mee te sleuren.                                   

Dàt voor wat het ex-Derde-Rijk aangaat.                          

Maar hoe verliep het verder met onze éigen potentaatjes ? Enkel Leon Degrelle, boegbeeld van de Waalse SS, eindigde min of meer in schoonheid. Nadat de pletrol van het Rode leger tijdens de laatste week van april de povere resten van zijn "Freiwilligen-division Wallonie" samen met onze "Langemarck" achter de Oderdelta in de pan had gehakt, slaagde hijzelf erin via Denemarken naar Noorwegen uit te wijken. Toen hij op 8 mei '45 in Oslo het nieuws van de Duitse overgave vernam, kon hij met een paar getrouwen een klaarstaand vliegtuig 'nemen' en ermee naar Franco-Spanje vluchten. Met de laatste druppels benzine voerde het een noodlanding uit op het strand van San Sebastian ,juist over de grens. Degrelle werd gewond in een hospitaal opgenomen onder de uitdrukkelijke bescherming van de Spaanse dictator. Op 14 december veroordeelde de Brusselse krijgsraad hem bij verstek ter dood en eiste onze regering Van Acker zijn uitlevering. In hoeverre deze eis werkelijk gemeend was blijft een open vraag. Want heel de oude politieke kaste zat met klamme handjes: Degrelle, alias "Le beau Leon" ,was een geduchte schandaalridder!  Hij dreigde op zijn eventueel show-proces een paar stinkende boekjes open te doen en heel het ultra-Belgisch establishment in zijn blote billen te zetten... Tenslotte dook hij onder bij rijke adellijke Spaanse vrienden die hem als "Dr Juan Sanchez" hielpen een bloeiende zaak op te richten. Met hen zou hij ook een vluchtlijn voor ex-nazi's gevormd hebben waarvan Martin Bormann en Otto Skorzeny gebruik maakten. (zou... want een bluffer als Degrelle was niet in zijn eerste leugen gestikt! ) Tot midden de jaren '70 (zegge de dood van Franco) haalde hij nog regelmatig de wereldpers en zette "ceux de Bruxelles" tot zijn laatste sneer misprijzend een neus.            

Geen enkele van onze Vlaams-nationalistische top-collaborateurs heeft zich qua uitstraling ooit, noch vóór noch nà Hitlers dood, met de flamboyante "beau Leon" kunnen meten. Het waren - en bleven tot het laatst - kleurloze halfslachtige figuren, zonder de minste panache. Bij hèn over "GODENdeemstering" spreken... och arme!  Ze kropen voor de eerste de beste Duitse bullebak op hun buik. Maar aangezien ze toch in hun eigen kleine kringetje zeloten autoritair de plak zwaaiden en met hun verbale bombast veel meelopers de dood in stuurden: vooruit dan maar...               

Vanaf 1 september '44 zochten ze allen vanuit België hals over kop in het zog van het wegtrekkende Duitse leger een veilig heenkomen over de Rijn, zonder zich in het minste om de evacuatie van hun misleide ondergeschikten te bekommeren. Ter rechtvaardiging van het gekregen asiel en om hun eigen persoontje wat gewicht te bezorgen vormden ze in Duitsland de z.g. "Landsleiding", een soort machteloze Vlaamse spookregering-in-ballingschap onder de scepter van Jef Van de Wiele, oud-leider van DeVlag.

In werkelijkheid beperkten zij zich tot de geforceerde SS-recrutering in de opvangkampen van hun duizenden medevluchters. Zoveel mogelijk jonge landgenoten moesten en zouden dienst nemen in de "27.SS-Freiwilligen-Grenadier-Division LANGEMARCK" (vanaf 17 jaar) en de "Vlaamse Flak-brigade" (vanaf 15 jaar). Ward Hermans en de priester-dichter Cyriel Verschaeve concentreerden zich via het SS-Hauptamt en de "Flämische SS Kulturstelle" op de SS-propaganda, waartegen de leider van het VNV Elias zich echter verzette en daardoor al vlug in ongenade viel.           

Na het mislukte Ardennenoffensief ging de "Landsleiding" de mist in. Alle kopstukken modderden nog wat voort maar ondertussen zochten ze ijverig een veilig toevluchtsoord tegen de nu snel naderende Apocalyps. Voor professor Daels werd dat Zwitserland, maar de meesten - zoals Verschaeve, Wies Moens en Rob Verbelen, hoofd van het "Veiligheidskorps" - doken onder in Oostenrijk.

Allen werden door de Belgische justitie bij verstek ter dood veroordeeld, maar enkel de zwaar zieke 68-jarige Borms werd op 12 april '46 - vastgebonden op een stoel - daadwerkelijk gefusilleerd. Ward Hermans kreeg op 9 juli '47 levenslang maar werd, zoals Elias, einde jaren '50 vervroegd vrijgelaten om in de anonimiteit te verdwijnen.                       

Enkel Verschaeve haalde, na een natuurlijke dood (08/11/49) in zijn tweede vaderland Oostenrijk ,nog even de krantenkoppen. Een paar van zijn overjarige fans solden een tijdje rond met zijn stoffelijke resten bij een macabere poging die in de "Heilige Vlaamsche Grond" te herbegraven. Maar of ze daar tenslotte wérkelijk in slaagden, interesseerde in feite geen kat meer...                                                                         


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (11 Stemmen)
06-10-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
05-10-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 312bis
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C312 Bis       KITELER KAPUTT !

Steglitz ,2 mei 1945.

Vér voor dag en dauw trok hij naar zijn appartement boven en haalde de gescheurde kraftpapieren verduisteringsgordijnen van de gebroken vensterramen weg. Hij zocht alle stukken touw bijeen die hij maar kon vinden, trok een grijze soldatendeken van zijn bed,  rolde alles ineen en wierp het pak de trappen af.                       

In de kelder was de nare stank door de verluchtingsgaten weg getrokken, maar het was er nog pikkedonker. Bij het licht van de kaars zag hij dat Phil nog steeds op haar zij in deze stijve hurkhouding lag, als was ze aan 't slapen...Weifelend wierp hij wat meer licht op haar gedaante. Het gezicht zat onder  donkere bloedstrepen en kolenstof, de rolkraag van haar trui was gerafeld en heel de borstkant was één versteende zwarte bloedkorst. Een rilling van afgrijzen deed hem even terugwijken. Een keelschot...Goddank zal ze er niet veel van gemerkt hebben: zoiets gaat vlug, wist hij ,van het front... Tien seconden maximum ,en voor je iets van pijn kunt voelen val je bewusteloos door het bloedverlies : even een paniekscheut ,en de rest is stilte...

                                          

Hij aarzelde nog een wijle, maar vatte dan zijn moed samen en wikkelde een stuk zwart papier om het besmeurde hoofd. De rest was minder weerzinwekkend, maar wel veel moeilijker: door de hurkhouding waarin ze was verstijfd kon hij haar onmogelijk omrollen met de dunne deken en pas na een urenlang zwoegen kon hij de laatste knoop over de enkels dicht trekken. Uitgeput, en walgend van zichzelf wegens het geweld dat hij haar lichaam én zijn eigen gevoelens had aangedaan, bleef hij nog een hele tijd bij haar liggen, tot hij merkte dat een eerste dunne zonnestraal door het keldervenster priemde. Een nieuwe dag...                                                                               

Straks zou hij een kruis maken, voor op het graf. Phil was wel alles behalve gelovig, maar zo hoorde het nu eenmaal: over een leven dat werd afgesloten moest je een kruis maken, met een naam er op, een begin- en een einddatum...Zoals hij een kruis maakte over zijn eigen verleden: " Petré Joseph, Westende, 26-5-23. Berlin..." Ja, welke dag zou het vandaag kunnen zijn?  Begin mei, de eerste of de tweede...Ja, 2 mei: woensdag, 2 mei '45! ... De Russen waren hun straat binnengevallen in de vroege morgen van vrijdag 27 april...Dus mocht hij aannemen dat Phil op die dag was gestorven, de morgen van de evacuatie, getroffen door een rondvliegende kogel van die Rus, die bij het plunderen van de vrouwen in de kelder plots amok had gemaakt. Uit de houding, waarin hij haar onder de ingestorte muur bruinkoolbriketten had gevonden, moest hij wel afleiden dat ze nooit uit de kelder was weggevlucht, zoals de dochters De Bens beweerden. Waarom hadden ze hem dat verhaal dan op de mouw willen spelden?  Om hun eigen paniek te vergoeden?   

Plots viel het hem op dat het kanongedonder in het stadscentrum was uitgestorven...Zou het er werkelijk mee gedaan zijn? ...Hadden ze dan toch de laatsten kapot gekregen?  Richting Spandau werd nog wél geschoten, waarschijnlijk op de overlevenden die naar het westen trachtten uit te breken: klassiek...                

Het moest al tegen achten lopen. Om de karige watervoorraad van de Weimars niet nodeloos te verkwisten,  besloot hij een grote emmer en een blok ersatzzeep mee te nemen naar de kleine 'Löschteich', het vierkantig gemetselde blusvijvertje in het parkje van het preventorium, die voor het bestrijden van de brandhaarden nu nutteloos was geworden.                                                                             

De twee lijken - "Frau" Dahlmann en de Hitlerjunge - lagen niet meer voor de deur. De heren Libovitz en Neumann hadden blijkbaar ook niet stil gezeten, terwijl hij in de kelder met Phil bezig was geweest. Maar in het parkje waren ze niet te zien. Al goed, want in deze toestand kwam hij zijn buren niet graag onder ogen. Hij zag er verschrikkelijk smerig uit, bijna nog erger dan gisteren, en het vroeg hem wel een uur schrobben en verschillende emmers water, voor hij zichzelf presentabel genoeg vond om terug onder de mensen te komen.                                   

In de boomkruinen boven zijn hoofd tjilpten de mussen driftig over en weer, alsof ze blij waren elkaar weer eens te horen, na het kabaal van de laatste dagen. De oorlog was blijkbaar voorbij...hier toch ,in Berlijn...Hij voelde zich onnoemlijk opgelucht, vooral door deze waspartij, alsof hij samen met het vuil ook de spanning van zijn lijf had gespoeld. Zeker, er lag nog veel miserie en ontbering voor de boeg en het bedrieglijke begrip 'Vrede' kon daar weinig aan verhelpen. En zo helemaal alleen ,zonder Phil ,zou het zéker niet gemakkelijker worden. Maar sinds hij zich gisteren een nieuw wraaklustig doel voor ogen had gesteld, voelde hij zich sterk genoeg om elke tegenkanting te overwinnen... 

 

De zon stond al hoog aan de hemel, toen ze de laatste aarde rond de trechter bijeen schraapten om het graf dicht te gooien. Dat was het enige nadeel van de granaatinslag, waar de Feldwebel zo fier op was geweest: het gat bleek diep en breed genoeg om de drie bundels mooi naast elkaar te leggen, maar de grond om het graf mee te dichten was door de ontploffing letterlijk alle kanten uitgevlogen !  Het vroeg nog heel wat inspanning voor ze uit een nevenliggend bloemenperk genoeg aarde konden weggraven om een platte grafterp te fatsoeneren. Bakstenen voor de begrenzing er rond ,daarentegen ,lagen er genoeg...                                                                               

Neumann had gisteren in 't laat nog drie kruisen ineengenageld ,en juist toen Frau Weimar bij het graf was komen staan om met een laatste gebed Gods eeuwige rust voor de doden af te smeken, zagen ze de twee Russen tussen de bomen staan toekijken...                                  

Het gezelschap verstijfde toen de soldaten dichterbij kwamen. Frau Hildegard wilde het al op een lopen zetten, maar haar man hield haar tegen: die gasten zagen er niet gevaarlijk uit, eerder wat bedremmeld. En beneveld...Ze kwamen tussen hen in voor het verse graf staan en terwijl de eerste theatraal een militiar saluut bracht, vroeg de andere: " Germanski soldat? "                           

Joseph greep de kans en maakte de twee slungels wijs dat ze zojuist een 'Matka' begraven hadden, een oud moedertje, en twee Franse arbeiders, 'Rabojtnik Fransoos' ...Jawel, zoals hijzelf, en hij toonde zijn paspoort met de Belgische driekleur. Het waren zijn beste kameraden geweest: " Dobre Tovaritchi! ",en hij klopte met de vuist op de borst om zijn verdriet te demonstreren.                      

Toen de zatte Rus hem plots met een medelijdende uitroep omhelsde om zijn deelneming te betuigen, verloor Joseph op zijn krukken het evenwicht en viel achterover op de grond, de soldaat in zijn val meesleurend. Deze vond dit blijkbaar zeer leuk en bleef met een dronken glimlach grinnikend zitten. Maar zijn maat hielp Joseph gegeneerd recht en gaf zijn kornuit op de grond een uitbrander,  terwijl hij bij de "Tovaritch Fransoos" de dorre bladeren van de schouders veegde. Om het goed te maken diepte hij uit zijn broodzak een halflege fles vodka op, trok er met de tanden de stop af en veegde met een draai van zijn handpalm welopgevoed de teut schoon voor hij hem aan Joseph opdrong: " Nasdrovyé! nasdrovyé !" Ja, gezondheid !                          

Zijn Duitse buren hadden met verbijstering het verloop van de verdere gebeurtenissen van opzij gevolgd, maar toen Joseph een slok van het afgrijselijke brouwsel binnen had, kwamen zij aan de beurt: " Nasdrovyé! " De twee Russen hadden hoe langer hoe meer plezier met de snuiten en het gekuch waarmee hun nieuwe vrienden op elke heildronk reageerden en moedigden hen met stijgende geestdrift aan een tweede maal door de zure appel te bijten: " Nasdrovyé ! Nasdrovyé ! Tovaritch Fransoos ! "                                                                      

Bij Frau Hildegard drongen ze niet aan, maar die kreeg een groot conservenblik in de handen geduwd: " Koulash, Matka! Dobry koulash ! " Ze begreep vlug over wat het ging: dat was wel een schuchter gefluisterd "Danke schön" waard...                                                     

" Kiteler kaputt, nasdrovnyé ! ",riep de Rus geestdriftig en Joseph toostte met hem mee: " Hitler kaputt, nasdrovnyé ! ", al wist hij niet goed of het een heildronk voorstelde, een wensdroom misschien, of een kennisgeving... Maar zijn nieuwe vriend meende het: " Da-da, da-da ! Kiteler  kaputt ! " Hij trok de manchet van zijn hemdvest op, draaide met de wijsvinger een paar kringetjes boven de vijf polshorloges en stak zijn hand op met een V-teken.

Joseph vertaalde deze pantomine voor zijn buren: " Er meint, der Hitler ist schon zwei Tage tot ! Bitte, sei sehr froh ! " Hijzelf klapte geestdriftig in de handen en gaf met een knik aan de Duitsers te kennen dat ze hem best bij deze uitbarsting van uitzinnige vreugde konden begeleiden.                    

" Ha-ha ! Hitler kaputt ! ",kreet Parteigenosse Libovitz en omarmde de verschrikte Neumann, " Mensch, Otto, sei froh ! Und lache doch, mein Paljasso ! " De overwinnaars verwachtten applaus ,en konden het krijgen...

De Rus toonde met gespeelde spijt de lege fles aan zijn maat en Joseph hoopte dat de voorstelling daarmee was afgelopen. Maar nummer twee haalde fluks zijn eigen fles uit zijn schoofzak en gebaarde blij als een onnozel kind naar de achteruitdeinzende Duitsers dat het feesten nog lang niet hoefde gestaakt...Als Joseph de zaken niet uit de hand wou zien lopen, moest er dringend iets gebeuren ! ...        

Plechtstatig als een predikant spreidde hij uitnodigend de armen en riep met zalvende stem gebiedend: " Meine Freunde, lasst uns den Herrgott beten ! Bitte legen Sie sich auf den Knieen, und sprich mich nach: ..Lieber Herrgott...im Himmelreich... Ihr Name sei gesegnet..."  Hij zoog met veel pathos een vaderons in eigen vertaling uit z'n duim, dat door de deemoedig neergeknielde Duitsers rond het graf hardop werd nagedreund.                        

De soldaten bleven verbouwereerd achter Joseph staan gapen, zichtbaar uit hun lood geslagen door deze plotse metamorfose van hun 'Franse vriend'. Was dit een dankgebed voor de dood van de fascistische dictator, of een begrafenisdienst voor de drie afgestorvenen in het verse graf?  Zo'n vreemde godsdienstijver hadden ze duidelijk niet verwacht en het hele gedoe kwam hen wat bizar voor.

Maar ze wilden niet storen en wachtten verveeld mompelend op het einde van de vertoning. Vanuit zijn ooghoeken volgde Joseph sluiks hun reacties en toen ze geen aanstalten maakten om af te druipen, hernam hij met stijgende geestdrift de hele litanie van vooraf aan: " Lieber Herrgott im Himmelreich..."                                   

De 'beleefde' Rus tikte op z'n schouder: " Deswidanya, drusja Fransoos! " Tot ziens vriend: ze hadden er hun buik van vol en wilden afscheid nemen.   

" Deswidanya, Drusja ! ...Et merci beaucoup ! ", antwoordde Joseph met een vrome snoet en wierp hem als toemaatje een kushand toe: " Merci beaucoup !"                                                 

De soldaat aapte hem opgewekt na met een kushand en een  "merzie bokoe ! ", om te bewijzen dat de Franse cultuur ook bij hem niet spoorloos voorbij was gegaan...                                   

Toen het koppel proestend uit het park was verdwenen, staakte Joseph abrupt zijn geïmproviseerde kerkdienst. Oef !                                     

 "Gratuliere ,Herr Josef ! Das haben Sie ganz schlau gelöst ,mein Junge !" vond de Feldwebel ,en ook de rest van het gezelschap betuigde opgelucht hun waardering voor zijn religieus initiatief... en voor "das sehr schönes Belgisches Gebet"...De huichelaars !

"Also ,der Hitler ist tot..." stelde Pa Weimar nuchter vast. Even viel er een benepen stilte ,alsof het onderwerp nog taboe was ,en ze uit angst voor verklikking hun mening over het afsterven van hun Führer beter voor zichzelf hielden. Tot Hildegarde de knoop doorhakte ,en met een voorzichtig "Gott sei Dank !" de verbijsterde blikken van haar buren naar zich toe trok :hoe durfde zij zoiets definitiefs in het openbaar te zeggen !? Was zij soms haar leven beu ?! Libovitz schrok duidelijk terug voor de plotse ,gapende onzekerheid in zijn toekomstige leefwereldje :"Verdammt ,Frau Weimar ! Sie sind wohl wahnsinnig geworden ,wass ! So ein Blödsinn will ich nicht mehr hören ,verstanden !" 

Maar Joseph knikte instemmend tegen de versteende schijnheilige smoelen van de twee 'Parteigenossen' van naast de deur :"Tot ,ja Herr Libovitz ,ganz und gar tot ,der Hitler : jawohl ! Und damit ist Schluss ,meine Herrn !" Als wilde hij hen met een spijtige grijns ervan doordringen dat aan de almacht van de nazi's nu een einde was gesteld. Want hij verwachtte redelijkerwijs niet dat één van Hitlers trawanten gek genoeg zou zijn om in deze Apocalyps de opvolging van de Führer te aanvaarden...Alhoewel ,je weet maar nooit !

De Feldwebel probeerde nog twijfelend :"Hoe kunnen die twee stomme Russen daar zo zeker van zijn ? Het is misschien wel een leugenachtige zet van hun propaganda"...

Neumann legde zich er echter bij neer :"Und wie soll's nun weiter gehen ?...Ich meine :mit uns ,Deutschen... "

Ja ,dat was de vraag ,hé !...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
05-10-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
04-10-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 312
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C33 BLOEMEN NOCH KRONEN...                                              

Steglitz, I  mei '45.                                                                                     
           
"Herr Josef? ..."                                    
              Hij schrok op uit zijn verdoving.                    
              "Herr Josef ! ..." Angstige spanning deed de stem van Frau Weimar bovenaan de trap overslaan.  In de stinkende kelder durfde ze evenwel niet afdalen.                                                                                

" Ja-ja, ich komme schon...",bracht hij er met moeite uit. Hij had geen flauw benul hoe lang hij hier op deze klamme vloer was blijven liggen, bij Phil daar in die lichtplek van het venstergat." Ich komme schon..."        

Moeizaam en stijf trok hij zich aan de lattendeur op, en strompelde op z'n krukken naar de keldertrap. Frau Weimar sloeg ontzet de hand op de mond: " Mein Gott ! Armer Junge, wie sehst du aus ! ...Komm schnell herauf: ich hab' etwas Wasser zum waschen..." En terwijl hij zich zittend, als een automaat de vuile treden naar de eerste verdieping opwerkte, reageerde hij nauwelijks op de troostende melopee waarmee ze hem langzaam naar boven begeleidde. Haar bezorgde stem drong slechts met moeite door het mistgordijn, waarachter hij zich van de buitenwereld afschermde.                    

De rest van de namiddag verliep in een waas.                      

Later herinnerde hij zich het steeds herhaalde wassen in de badkamer, ook lang nadat het laatste zwarte kolenstof in de lavabo was weggespoeld. Een poging tot scheren moest hij halverwege staken wegens het bibberen van zijn hand...Waar Frau Weimar de schone kleren had opgediept, die ze voor hem had klaargelegd, mocht de duivel weten. Nadien moet hij in slaap gevallen zijn op het bed van de logeerkamer, die ze ondertussen hadden opgeruimd.                    

Het was reeds donker toen hij verdwaasd wakker schoot. Onmiddellijk zag hij Phil weer voor zijn ogen. Er moest iets gebeuren: ze kon toch niet eeuwig in de kelder blijven liggen...                  

Vanuit de keuken drongen stemmen tot hem door, rustige stemmen: dus geen Russen...Hij luisterde nog even lui naar het kanongerommel in de verte zonder er zich iets van aan te trekken, al wist hij goed dat ze daar in het stadscentrum de laatste weerstandsnesten compleet aan flarden schoten. Het resterend carré getrouwen moest eraan geloven, zonder pardon...Van Hitlers Nieuwe Wereldorde,  waar hijzelf ook voor gevochten had, mocht blijkbaar geen steen heel blijven ! Hield dat niet in, dat hij nu eveneens beter kon verdwijnen?                                                                                               

Maar de laatste jaren waren er zoveel rondom hem gesneuveld, mensen die iets voor hem betekend hadden, stukken van zijn eigen leven als het ware...En ondanks alles had hij zich steeds uit de chaos van de lange reeks terugtochten, "Kesselschlachten" en de uiteindelijke inéénstorting na Jampol kunnen vrijvechten...Met de hulp van zijn vrienden, weliswaar: Penny en Aspeslaghs, en een paar anderen waarvan de gezichten vervaagd waren. Met hun stoppelbaarden en holle hongerogen onder de klep van de staalhelm waren deze spoken uit het verleden nog moeilijk van elkaar te onderscheiden.

Maar gedurende een paar maanden, of slechts een paar dagen, hadden ze naast hem gestaan, en hem erdoor geholpen...Zij waren nu waarschijnlijk allemaal dood, gecrepeerd in één of andere modderige schutterskuil verloren op de Russische steppe, aan de rand van een godvergeten negorij die zonodig tot de laatste patroon verdedigd moest worden...Dood, en begraven, maar zelfs dit laatste viel erg te betwijfelen. Hoeveel waren er niet gewond langs de kant van een Rolbahn blijven liggen en gewoon tot moes gemaald onder de kettingen van een T 34?  Hoeveel waren er niet naamloos en zinloos ergens in de onmetelijke vlakte gevallen, als aas voor de kraaien en de wilde honden?  Welk nut had hun offer gehad?  Ze waren dood en vergeten, als hadden ze nooit bestaan ...                            

En hij lag hier, als enige getuige van de hecatombe. Kreupel weliswaar, maar levend. Levend, dankzij hen die de eeuwige mist waren ingegaan omdat ze, samen met Jefke Petré, zonodig onze beschaving moesten verdedigen, zoals dat destijds heette !                 

Godvermiljaarde !                                                  

Akkoord: ze hadden de strijd verloren, maar was daarmee ook de onvolprezen 'Kristelijke Beschaving' ten onder gegaan?  De beschaving van het Derde Rijk, ja, maar was die al dat bloed wel waard geweest?   Was de slachting van de miljoenen jonge mensen in naam van deze mythe wel gerechtvaardigd, of waren ze enkel de onnozele slachtoffers van een kolossaal boerenbedrog?         

...En Vlaanderen, en Dietsland, waar ze zo hoog mee opgelopen hadden en waarvoor - goddank, zou hij haast zeggen ! -  slechts een kleine minderheid van goedgelovige pubers naar het Oostfront waren gaan vechten?  Ook een bedrog?  Was hun inzet werkelijk nodig geweest?  En nu ze verloren hadden, zou Vlaanderen eveneens onherroepelijk ten onder gaan, zoals hen was voorgehouden?          

Voor het eerst zag hij duidelijk in, dat hij door al deze mooipraters schaamteloos was opgelicht. Thuis, of beter gezegd in zijn geboortestreek, vierde op ditzelfde ogenblik de overgrote meerderheid van de mensen, die hij tegen het bolsjevisme had willen beschermen, in een dronken uitbarsting van mateloze vreugde de eindoverwinning van het Russische leger ! Zegde dat niet genoeg?  Waar zou hij zich dan nog druk over maken? !...Hij had z'n best gedaan, zich kreupel laten schieten voor dit ondankbaar volk van de Westhoek, dat nu voor hem de neus ophaalde...Wel, ze konden stikken ! Als zij zijn offer zo minachtend negeerden, het offer dat hij volgens de toenmalige wetmatigheid zo edelmoedig had gebracht, dan wist hij voor zijn part wat hem te doen stond ! Het ergste vond hij nog dat die hufters nu zelfs déze wetmatigheid betwistten ! ...Maar goed,  als zij de morele wetten van 1941 ontkenden, kon hij de huidige wetten eveneens aan zijn laars lappen !                                  

Van nu af aan zou hij een wolf zijn onder de wolven, een outlaw die God noch gebod erkende ! Wreed en genadeloos zou zijn wraak zijn, zonder fairplay of flauwe kul ! De doodstraf, voor al wie de dood van zijn makkers op hun geweten had ! De doodstraf, voor hen die hem in het ongeluk hadden gestort ! Engelborghs in de eerste plaats: zonder zijn hoogdravende zever zou Joseph het nooit in zijn stomme kop gehaald hebben te tekenen voor het Oostfront...Zonder zijn aanstoken zou die ruzie met Moeder nooit zo hoog zijn opgelopen, zou zijn gekwetste ijdelheid hem nooit naar dat verdomde aanwervingsbureel in Oostende hebben gedreven, zou Marie nooit door deze laffe varkens van de weerstand zijn vermoord...                               

" De weerstand ! ",snoof hij verachtend, " die bange wezel van een Pylieser in de weerstand ! Miljaarde, wat een mop ! "...Voor Steiner, de schoenlapper, die schurftige hond, kon hij nog ietwat respect opbrengen: die had tenminste aan het front gestaan en ,zoals Joseph ,zijn leven geriskeerd voor een ideaal, zij het dan aan de verkeerde kant ! ...En pas op: verkeerde kant, dat viel nog heel erg te bezien...Maar eerst met de Russen meevechten, dan naar de Duitsers overlopen, en op het laatste momentje deserteren naar de weerstand om weerloze Duitsgezinde burgers te vermoorden: dat heeft met een ideaal weinig uitstaans ! ...

Hoe dan ook: bij de eerste de beste gelegenheid zou Joseph hem de rekening presenteren ! Samen met dat schijthuis van een Pylieser ! Pylieser verdomme ! Als hij nog terugdacht aan dat schijnheilig briefje dat die kwal hem gestuurd had, destijds aan de Wolchow...                                                                           

" Die vent snij ik z'n piet af, dat hem doodbloedt lijk een varken !  " Geen pardon ! ...En hoe heette de derde man weer, waarover Leon hem had gesproken ?...Dupong ! Ex-seminarist, ex-kandidaat voor het Vlaams Legioen...Die had hij ook beter daadwerlelijk laten stikken in de trapzaal van de kazerne in Antwerpen, in '41 ! Dan had hij zich nu de moeite kunnen sparen, die slungel op te sporen voor een vervroegde hellevaart... Want boeten zou hij ! Was hij niet evengoed medeplichtig aan de moord op Moeder en mee verantwoordelijk voor Leons vlucht naar Duitsland en diens inlijving bij de SS Division "Langemarck"? ...                                              

" Ach, ja: Leon...Hoe zou het dààrmee zijn afgelopen? "...Aan de Oder was de laatste maand zwaar gevochten en veel frontervaring had zijn broer niet kunnen opdoen, voor het daar begon te stinken ! Maar als hij de dans mocht ontsprongen zijn, zouden ze elkaar vroeg of laat wel weerzien...En dan kon hij misschien een handje helpen bij de grote kuis die Joseph op stapel had staan...       

 

Weer drongen de stemmen uit de keuken tot hem door en besloot hij maar terug aansluiting te zoeken bij de wereld van vandaag: het uitbroeden van zijn wraak kon nog even wachten...                                                      

Toen ze hem hoorden aankomen stokte het gesprek plots. Twee heren zaten met een glas fluitjesbier bij de Weimars aan tafel, ietwat spookachtig belicht door de kaars in hun midden. Iedereen keek hem een ogenblik gegeneerd aan, - zo van: " Ha, daar heb je die vreemde mankepoot ! " - , tot Frau Hildegard de stilte verbrak.                        

" Ach Herr Joseph ! Setzen Sie sich doch dabei ! " En met een blik naar haar tafelgenoten zei ze nuffig: " Darf ich vorstellen: Herr Joseph, unseren neuen Hausgast ...aus Belgien"...En zich weer tot Joseph wendend: " Das sind die Herren Libovitz und Neumann, unsere getreue Nachbarsleute (buren) von nebenan..."                                                   

De eerste knikte hoofs en klapte onder tafel militair met de hielen: " Mein Beileid, Monsieur !" ...Tiens-tiens, dacht Joseph bitter, een oud-collega die zijn medeleven betuigt !. En "monsieur" spreekt zelf Frans !                                                                                   

" In Belgien bin ich gut bekannt! ", sprak de man fier, " In siebzehn war ich in Ieper, Patsendahl und so : Feldwebel beim Magdeburger Infanterie Regiment 186..." Twee jaar Ieper :dat verklaarde dus zijn tweetaligheid..." Es war 'ne grosse Scheissdreck, aber ich bin heil davon gekommen...Und jetzt muss ich dieser Sau zum zweiten Mal erleben ! "

...Ja jongen, je hebt echt geen geluk !                                                                 

De tweede betuigde zijn medeleven minder vormelijk en een beetje verlegen wegens zijn juist afgeschoren Hitlersnorretje, die witte plek onder z'n neus...Buiten " Mein beileid..." deed hij de rest van de avond zijn mond niet open.                                  

" Der Herr Libovitz hat im Garten des Preventoriums ein nettes Grab gefunden für unsere drei Verstorbenen ", begon Frau Hildegard overdreven gezellig: "Ihre liebe Dame, der arme Herr Dahlmann, und der junge Soldat"... Maar de Feldwebel hield eraan zelf zijn vondst te beschrijven: " Ein Granattrichter genau neben dem Haus, reichlig Platz für drei...Morgenfrüh werde ich mit meinem Kollegen Neumann den Form etwas anpassen, damit die Drei schön neben einander hinlegen können, einenhalb meter tief "...

Dedju, de vent leek wel een vakkundige begrafenisondernemer ! 

Maar Joseph zuchtte gelaten en knikte goedkeurend: de man deed tenslotte zijn best...                             

" Aber wir müssen uns beeilen, verstehen Sie, sonst könnten andere Leute uns zuvorkommen, denn so'n schönes Grab ist nicht leicht zu finden in dieser Gegend "... Hij wilde zich deze mooie plek in eigen omgeving niet door de concurrentie laten afsnoepen ! Een wedloop met lijken ,macaberder kon niet...          


" Und es stehen noch zwei schönen Tannenbäume dabei ! ", gaf hij als lyrisch toemaatje op de koop toe.                                                            

" Schön, ich gratuliere ! ",onderbrak Joseph het geestdriftige betoog, maar buiten Neumann merkte niemand iets van zijn sarcasme. Deze schoof zijn stoel achteruit en ook de rest van het gezelschap voelde opgelucht dat het hoogste tijd was om te besluiten.        

"Für einen Sarg (lijkkist) fehlt uns die Zeit und das Holz", drong de Feldwebel nog aan, " Sie könnten am besten Ihre Liebe Dame einwickeln in Verdunklungspapier, und möglichst in eine Decke mit Schnur verpacken, damit alles schön zusammen hält...Wenn Sie damit fertig sind, hole ich mit meinem Kollegen Ihre Dame schon auf eine Tragbahre aus dem Keller heraus..." De man meende het goed, maar als afscheid kon Joseph zich wel iets minder lugubers voorstellen.       

Neumann verzachtte de pijn, door nog vlug te vertellen dat hij in zijn tuin Josephs kunstbeen had zien liggen, weliswaar een beetje beschadigd door het vallen, maar misschien nog te herstellen, wie weet...Hij zou het morgenvroeg, eerste werk, meebrengen... Dat was dan blijkbaar het goede nieuws...                                                                                            

Voor het avondeten pleegde Frau Weimar zonder scrupules een aanslag op de buit, die hijzelf met de De Bensen bij de plundering uit het goederenstation had gesleept, een week geleden. Maar Joseph had geen honger en ze gingen vroeg slapen.

                                  

En terwijl hij nog uren naar het plafond lag te staren, denkend aan zijn leven met Phil gedurende het voorbije halfjaar en de beproeving die hem morgen te wachten stond, hoorde hij, tegen de achtergrond van het oorlogsgerommel in de verte, af en toe het gebral van dronken Russen in de straat.                                 

Maar in huis bleef het rustig...                                                            

 

 


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
04-10-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
02-10-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 311
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C32Bis 

  HET EINDE VAN HET DERDE RIJK.

           Duitsland van 2 tot 9 mei '45

Niet enkel in West-Berlijn, maar ook op de andere delen van het Oostfront trachtten de uitgeputte Duitse troepen nu met de moed der wanhoop aan gevangenneming door het Rode Leger te ontsnappen. Daarbij bekommerden zij zich nog weinig of niét om hun ultieme opdracht te vervullen ,t.t.z. : de vlucht van de burgers naar het westen dekken.

Omsingelde eenheden vielen uitéén en losten zich op in de bossen en de moerassen. Voor de ingesloten divisies in Koerland en bij Danzig bestond er geen mogelijkheid meer om te ontsnappen, buiten een levensgevaarlijke boottocht over de Oostzee. Van deze schepen werden er een tiental getorpedeerd door Russische duikboten ,waaronder de "Wilhelm Gustloff" en de "Goya" ,met samen een 20.000 (!) slachtoffers. Ook al ontsnapten er een paar overladen schepen naar Zweden en Denemarken: het gros van de achtergebleven troepen capituleerde tenslotte op 9 mei.

In Tsjechoslovakije was sinds begin mei een onrijpe en ondoordachte "volksopstand" uitgebroken tegen de bezetter ,maar het verdeelde Verzet moest al snel hulp van buitenaf  afsmeken. Het kreeg die uit onverwachte hoek ,namelijk twee rebelerende Vlassov-divisies ,die hun vroergere Duitse bazen uit Praag verdreven om vervolgens naar Oostenrijk uit te wijken en daar in Britse gevangenschap te gaan.           

Het gros van de Wehrmachttroepen in West-Pommeren werd zonder veel animo achtervolgd door Rokossovski. Deze maakte op 3 mei bij de Lübecker Bucht in Wismar contact met de Britten en was zodoende verplicht zijn offensief af te breken. Een hautaine Montgomery aanvaardde op 4 mei op de Lüneburger Heide de onvoorwaardelijke capitulatie van alle Wehrmachtonderdelen in Nederland, Noord-Duitsland en Denemarken en liet die van het Oostfront - met mondjesmaat én ontwapend - door zijn frontlijnen trekken waardoor ze grotendeels aan Russische gevangenschap ontsnapten. De burgervluchtelingen liet hij niét door ,waardoor dezen ten prooi vielen van de Rode soldateska.                                           

Van het 200.000 man sterke omsingelde 9.Leger slaagden er 40.000 in op 2 mei ten zuidwesten van Berlijn naar hun kameraden van het 12.Leger door te breken, om drie dagen later broederlijk verenigd - doch sterk uitgedund - bij de Elbe in Amerikaanse gevangenschap te gaan. Maar overal moesten de verslagen Duitse legers met verbijstering vaststellen dat de samen met hen gevluchte burgers niét door de geallieerden werden toegelaten, en onverbiddelijk naar de Russen werden teruggestuurd.

Waar deze aftocht naar het westen mislukte pleegden ontelbare vrouwen met hun kinderen, maar ook partijleden en officieren, zelfmoord. Soms sloeg de panische schrik voor de "Rode Beesten" zodanig toe in de eindeloze karavanen uitgeputte vluchtelingen dat deze hysterie leidde tot een massale collectieve zelfdoding. Het meest dramatische incident gebeurde begin mei in Demmin, een klein stadje in West-Pommeren, waar de aftrekkende Duitse troepen de bruggen over de Peene-rivier te vroeg opbliezen en daardoor de vlucht naar het westen van 30.000 berooide Oost-Pruisische burgers blokkeerden.  Eén kerkhofregister van Demmin vermeldt voor deze hallucinante meidagen achter 825 namen koudweg "Freitot"...(google 'Demmin' voor meer toelichting !)                        

Nog gruwelijkere taferelen speelden zich af in Oostenrijk, waar het Britse leger van generaal Alexander op 8 mei vanuit de Italiaanse Alpen tot Graz was opgerukt. Duitse troepen vanuit Joegoslavië poogden nog tot een week nà het officiële einde van de oorlog, samen met de Vlassov-divisies (Russische collabo's ,zie hoger) en Kroatische Ustachi-eenheden, al vechtend de Britse lijnen te bereiken,  achtervolgd door het Rode Leger en de Tito-partizanen. Maar deze Russische "verraders" werden ,kort na hun gevangenname door de Britten ,op bevel van Churchill door de Britse troepen terug aan de Sovjets uitgeleverd, die hen ter plekke massaal terechtstelden. Het vermoedelijke aantal gefusilleerden - 35.000 astublieft ! - kon nooit officieel bevestigd  worden omdat hun lijken onmiiddellijk werden verbrand...

Ondertussen openden de geallieerden de jacht op de nazi-kopstukken en de oorlogsmisdadigers: 150.000, volgens de lijsten die ze samen met de sovjets moeizaam hadden opgesteld. Tweederden kon nooit opgespoord worden omdat ze ofwel onder een valse identiteit waren ondergedoken, ofwel tijdens de laatste maanden van de oorlog gesneuveld waren of zelfmoord hadden gepleegd. Een typisch voorbeeld uit de duizenden persoonlijke "Endlösungen" is het lot van "Treuer Heinrich" (Reichsführer SS Heinrich Himmler). Tijdens zijn mislukte heimelijke pogingen om, via de Zweedse graaf Bernadotte, met de Britten  vredes-onderhandelingen op te starten had hij wel als teken van goede wil een 15.000 K.Z-gevangenen moeten vrijlaten, o.a. uit het vrouwenlager van Ravensbruck. Die werden in ijltempo met witte bussen van het Zweedse Rode Kruis, tussen de frontlijnen door, via Denemarken in veiligheid gebracht. Maar bij deze transactie was hij op 29/4 ternauwernood aan een moordeskader van de Führer ontsnapt en trok zich daarom op 2/5 met zijn staf lafhartig "uit de zaken terug". Met andere woorden: onze "Treuer Heinrich" deserteerde, een misdaad waarvoor zijn eigen "vliegende snelrechters" op zijn bevel de laatste maanden duizenden losgeslagen militairen onverbiddelijk hadden opgehangen...Samen met een paar naaste adjuncten vermomde hij zich als gewone Wehrmachtsoldaat, trok op 12/5 over de Elbe en dook onder in de anonimiteit van een Brits krijgsgevangenenkamp. Himmler werd echter op 23/5 herkend en beet tijdens zijn eerste ondervraging een cyaancapsule stuk. Exit Treuer Heinrich...

Ook "Verrader Göring" ontkwam slechts ternauwernood aan Hitlers banbliksems : hij werd in Tirol op bevel van Bormann gevangen genomen door de SS ,maar kort daarop bevrijd door zijn Luftwaffe-lijfwacht. Begin mei werd hij, gekleed als houtvester door de Amerikanen 'ontmaskerd' en - zéér tot zijn verontwaardiging - samen met heel zijn hofhouding (en een hele kolonne drietonners beladen met zijn "persoonlijke"  kunstschatten !) gearresteerd. Hij mocht nog een jaar de primadonna spelen op het showproces van Nürnberg maar nam in de nacht van 30 september '46 ,juist vóór zijn terechtstelling ,vergif in om aan de galg te ontsnappen.

 


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
02-10-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
01-10-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 310
Klik op de afbeelding om de link te volgen

DE WEG TERUG...

Op de brede Hindenburgdamm ,vol stukgeschoten bomen en hopen huispuin , leek het verkeer van de Russische bevoorradingscolonnes sinds de laatste dagen nog toegenomen. Een aaneengesloten snoer van volgeladen huifkarren, bespannen met kleine ruige steppepaardjes, stroomde traag naar het centrum van Berlijn, waarboven nog steeds zwarte brandwolken uittorenden. Een ver gerommel van kanonvuur, onderbroken door korte huilbuien van de Stalinorgels, herinnerde er Joseph aan dat het afslachten onverminderd voortduurde in de gloeiende puinhopen van de Rijkshoofdstad.

Als om dit nog te beklemtonen lagen of zaten op de panjekarren, die uit de hel terugkeerden, af en toe een paar gewonde sovjetsoldaten met bebloed omzwachteld hoofd mistroostig voor zich uit te staren.              

"Uitgediend kanonnenvlees..." dacht Joseph hardop, " maar voorlopig hebben ze het toch nog overleefd..."                                 

Velen hadden niet zo'n geluk gehad, want op de lange weg terug naar huis bemerkte hij hier en daar in een parkje of een voortuin kleine, haastig ineengetimmerde mausolea van criant rood geschilderde boomstammen, bekroond met een ruwe sovjetster...Bij de Russen hadden tien doden samen recht op één ster, herinnerde hij zich...De gesneuvelde Duitse soldaten en burgers moesten voorlopig nog op hun graf wachten: men had hen, hier en daar samen met half uitgebeende paardekrengen en  steenpuin in de goot getrokken om het frontverkeer niet nodeloos te hinderen...

Zoals Joseph sjokten kleine losse groepjes vluchtelingen op het voetpad, zigzaggend tussen de puinhopen en de boomstronken, met de eindeloze sliert panjekarren mee naar de stad, in de ijdele hoop hun huis min of meer bewoonbaar terug te vinden. Schichtig liepen ze om de lijken heen, als waren ze bang door deze star grijnzende, grijze getuigen beschuldigd te worden van plichtsverzuim en desertie, van lafheid om ondanks alles op de kap van de doden te willen overleven. Waren zij inderdaad niet mee verantwoordelijk voor de nutteloze afslachting van deze kinderen in hun bebloede HJ-uniform of veel te ruime soldatenplunjes?...

Maar het was nu te laat om daarover te piekeren: de uitgebluste, afgejakkerde vrouwen hadden andere zorgen aan hun hoofd en sloften moeizaam voort, de ene met een dreinende baby op de arm, de andere een oud moedertje of een halfkreupele bompa ondersteunend... Ze wisten dat het van hen zou afhangen of hun kroost, of wat daar van overbleef, de dag zou doorkomen, en de dag nadien, en de week daarop...Het zou vechten worden voor elke hap brood, voor elke rauwe aardappel. En na alles wat ze de laatste maanden hadden meegemaakt, vreesden velen nu reeds dat ze tegen de berg dagelijkse zorgen en pesterijen die voor hen lag, niet meer op zouden kunnen tornen...             

Joseph dacht aan Phil. Samen zouden ze zich wel door de komende moeilijkheden slaan, zolang de Russen maar niet ontdekten dat hij een oud SS-er was...En dan nog: wie interesseerde zich nu nog voor een mankepoot als hij, een menselijk wrak op krukken? In elk geval niet deze kaki Steppetartaren, die op de bok van hun krakende panjekarretjes gestaag achter elkaar aan naar het front trokken: voor hen waren de angstig voortsjokkende burgers op het voetpad minder dan lucht en ze keurden hen nauwelijks een blik waardig. Ook de vrouwen niet... Moge het zo maar blijven duren, hoopte Joseph, terwijl hij zo onopvallend mogelijk in de grauwe sliert mee voort strompelde. Huiswaarts, wat dat ook mocht betekenen...

Op de Bahnhofplatz van Steglitz schrok hij van de ravage om zich heen: slechts enkele huizen hadden de strijd overleefd, en dan nog! Geen ruit was heel, en alle pleistergevels zaten vol puisten van de granaatscherven. Maar ze stonden tenminste nog overeind.

Het gros van de gebouwen lag echter ingestort met puinhopen tot halverwege het plein, of was volledig uitgebrand achter de zwartgeblakerde façades. Hier en daar steeg nog een stinkende rookpluim op uit de verkoolde kelderkuilen en in een flits moest Joseph terugdenken aan de prikkelende lucht op een boerenhof in Westende, als de slager bij het gekeelde varken de haren afbrandde...                  

Het plein lag vol bomtrechters, afgeknakte electriciteitspalen en een wirwar voedingslijnen van de stadstram. Op de hoek stond een stukgeschoten 88 Flakkanon midden een hoopje lege hulzen en de lijken van de bemanning...Voltreffer...In de rode baksteengevel van het Rathaus gaapten grote gaten en van de overkapping van het S-Bahnstation bleef geen gespante heel. Tegen de tunnel onder de spoordijk hing het karkas van een trolleybus en uit de stukgeschoten barricade onder het viaduct staken de nu vervaarlijk verwrongen metalen draagbalken, waarmee de HJ-jongens een week geleden fier hun oninneembaar weerstandsnest hadden opgebouwd. Hier hadden de kinderen hard en moedig gevochten: dat bewezen hun lijken tussen het puin en de twee uitgebrande sovjettanks in het begin van de Albrechtstrasse, dertig meter verderop...Inderdaad :   dertig meter, de ideale schootsafstand voor een Panzerfaust, herinnerde hij zich bitter. En waar liggen de dode schutters ?                                          

Met moeite werkte hij zich over het puin onder het viaduct door de smalle opening in de vernielde versperring: zijn oksels deden pijn van het lange stappen op de krukken en hij besloot, eenmaal thuis, binnenskamers zoveel als enigszins mogelijk zijn kunstbeen te gebruiken. Maar zover was hij nog niet: nog vijfhonderd meter. Van hieraf steeg zijn straat lichtjes omhoog ;lichtjes, maar toch voldoende om zich flink in 't zweet te werken...Angstzweet misschien? Wie weet stond z'n huis er nog wel...En zou hij er eindelijk Phil vinden?...          

Veel was de hoofdstraat niet veranderd sinds hij drie dagen geleden weggejaagd werd: op eerste zicht waren er slechts een tiental nieuwe ruïnes bijgekomen, waarvan de brokstukken tot halverwege de rijbaan lagen en hier en daar versperde een afgeknakte verlichtingspaal het voetpad. De opgeknoopte deserteur, voor de ingestorte apotheek op de hoek van zijn zijstraat, zag hij vanuit de verte niet meer hangen...Misschien met lantaren en al omvergevallen, of door een barmhartige ziel losgesneden: Joseph loosde een diepe zucht van opluchting. Zo'n luguber beeld herinnerde hem wat àl te sterk aan zijn eerste beangstigende frontinzet bij de partizanenbestrijding aan de Wolchow...              

Een ploeg Russen knipte het schots en scheef hangende net voedingsdraden van de stadsbus door op die plaatsen, waar ze het frontverkeer zouden kunnen belemmeren. Maar veel karren reden hier niet, wel kleine groepjes loslopende soldaten die fietsles namen en anderen, duidelijk belust op de vleespotten van het Westen... De évacuees uit het oosten hadden er blijkbaar geen goed oog in, terwijl ze weifelend met hun kinderwagens en trekkarretjes, beladen met povere bezittingen, tussen het puin door laveerden, terug naar huis of op weg naar de Amerikanen...              

Even voor de hoek van zijn zijstraat kreeg hij last van hartkloppingen: speelde de angst hem parten voor wat hem thuis te wachten stond? Of lag de paardengoulash van deze morgen nog op zijn maag? Leunend tegen de gevel trachtte hij even op adem te komen en kneep de ogen dicht tegen een opwellende duizeligheid. Hij voelde het kille zweet langs de nek lopen. In zijn neus werd de prikkelende brandlucht plots verdreven door een warme walm van alcohol...

Hij schrok zich een aap toen hij de ogen opende en neerkeek in het getaande vollemaan-gezicht van een kaki mongool. De spleetoog staarde hem gevoelloos aan. Joseph wilde hem met een zwakke glimlach geruststellen dat de malaise al weer wegtrok, maar maakte klaarblijkelijk geen enkel emotioneel contact. Noch zijn ontbrekende been, noch de jodiumtinctuur op zijn geschramde wang weekte het verhoopte medeleven los bij dit specimen van de - blijkbaar toch niet helemaal terecht - zo lyrisch opgehemelde natuurmens...                          

" Uhr, Uhr! ",blafte het baasje, " Uhr, Uhr! ",en trok Joseph bij de mouw om zijn hartewens te verduidelijken : het polshorloge dat hij vorige maand van zijn nieuwe huisbaas had gepikt.                        

Veel zin had het niet om voor de platte neus van dit bedronken ventje met zijn valse tricolore pas te zwaaien. Van "Fransoos rabojtnik" had deze debiel toch van z'n leven nooit gehoord !...Of met hem een geopolitiek debat aan te gaan over zijn persoonlijke immuniteit als slachtoffer van het nazistische tewerkstellingsprogramma in de vroegere bezette gebieden van West-Europa...Die jongen wist met moeite z'n eigen navel liggen ! Temeer daar het manneke ongeduldig naar het trommel-MP greep op zijn rug...In deze tijd van plots sterven kon je een polshorloge wel even missen, bedacht hij gelaten, en gespte het bruine bandje los. De soldaat bekeek het nauwkeurig, hield met een dromerige blik in de spleetogen de tiktak tegen zijn oor, tot een grijns zijn leren gezicht open spleet.          

"Dobre! "                                              

"Spasibo,Tovaritch...",mompelde Joseph ontgoocheld. Attila loenste hem even wantrouwig aan, maar drentelde dan toch maar tevreden weg. Enfin, dacht hij, weer een arme Chinees gelukkig gemaakt...                                                               

Voorzichtig sloeg Joseph de hoek om naar zijn doodlopende zijstraat en nam in een oogopslag de toestand op: de uitgebrande Bierkeller van Fraulein Ilse dampte nog steeds na ,maar z'n eigen huis ,de 15 B ,stond er nog, schijnbaar onbeschadigd. Buiten de rommel die de plunderende Hunnen op de stoep hadden achtergelaten, leek alles nog zoals drie dagen geleden.                           

Maar...lag daar nu geen twééde zwarte gedaante op het voetpad bij zijn voordeur...? In de eerste herkende hij van ver het HJ-soldaatje, dat daar tijdens de Russische stormloop was afgemaakt... Maar dat tweede lijk...Het leek wel een vrouw... Miljaarde getaarde Godverdomme! !           

Met grote sprongen haastte hij zich de hoek om, zijn wildjagend hart bonkend in zijn keel. Maar halverwege remde hij weifelend zijn vaart wat af. Dit kon Phil onmogelijk zijn: deze vrouw zag er van op afstand een stuk ouder uit...en dikker...Bij het lijk aangekomen moest hij eerst even adem scheppen. Neen, goddank, het was ze niet! Het lag voorover op de buik...een ruime besmeurde grijze rok over de open benen...bruine wollen kousen met een gat in de hiel...Een barmhartige ziel had een vod over het bovenlichaam gelegd, tegen de vliegen...Om zekerheid te krijgen schoof Joseph met een kruk het doek opzij en viel haast omver toen hij in het kalende, geschoren achterhoofd de zwarte bloedkorsten rond de schotwonde zag !                

Afgemaakt...dat was nogal duidelijk, maar... een vrouw? Nee , vergeet het maar ! ...Een man in vrouwenkleren, ja !                 

Neergeschoten als spion, of als 'Werwolf'...Natuurlijk, zoiets spreekt vanzelf, als je vermomd als vrouw door de Russen wordt gesnapt! Je moet wel totaal idioot zijn om dàt te riskeren :je als 'lustobjekt' voordoen tussen die zatte horde oversekste steppetartaren ! Of compleet radeloos...zoals trouwens de overgrote meerderheid van de 'Parteigenossen' tegenwoordig...                                                                                         

Opgelucht liet hij het doek weer vallen en speurde omhoog langs de vensterramen van nummer 15 B. De meeste ruiten lagen in diggelen en stukken verduisteringspapier wiegden zacht heen en weer in de luie lentezucht. En niemand thuis, zo op eerste zicht...                

Gehaast stapte hij voorbij de open voordeur de koele hall in. Tussen de glasscherven lag overal gebroken rommel, stukken plafondkalk verfrommelde papieren, gescheurde boeken en vertrapte huisraad. De jongens hadden er werkelijk een leuke boel van gemaakt...                       

" Phil! Phi-hiel! ",riep hij omhoog aan de voet van de trapzaal: " Phil! ...'t Benne kik! ...Joseph! " In angstige spanning wachtte hij even op antwoord.

Maar er kwam niets...             

" Phil Verelst! Miljaarde nondedju, wor zitte!?..."                                        

Maar hoe hard hij ook keelde, van boven kwam geen enkel teken van leven.                                                                                            

" Ze is er nog niet...", moest hij tenslotte toegeven, " maar waar mag dat stomme kieken godvermiljaarde dan toch zitten! ...Uit de kelder wegvluchten toen de Russische stoottroepen de huizen uitkamden naar partizanen, vond hij sowieso al een enormiteit! Ze had toch maar hoogstens een paar keer verkracht kunnen worden...Nou, en? Daarmee valt te leven: ze was tenslotte geen maagd meer...In Rusland waren de meisjes ook niet altijd met evenveel geestdrift op hun avances ingegaan, maar wat wil je: " Le repos du guerrier", dat hoort erbij, of je het wil of niet...En wie het minste chi-chi verkocht, kwam er het beste vanaf...Maar als vrouw over straat lopen tussen de vechtende troepen was vragen om moeilijkheden, pure waanzin verdomme! Goed, ze had het op haar zenuwen gekregen volgens de De Benzen, maar na drie dagen mocht ze nu toch al gekalmeerd zijn...          

De onrust vrat aan zijn hart: neen, zolang wegblijven was niet meer normaal...Maar misschien was ze reeds lang terug en nu toevallig even buiten gegaan, water halen of zoiets...Boven zou hij wel merken of ze ondertussen al was langs geweest en in afwachting van zijn thuiskomst een beetje had opgeruimd, wie weet...                

Aan zijn voet lag een open album met een postzegelverzameling. Zonder nadenken raapte hij hem op en stak hem onder zijn trui. Zittend op de trap kroop hij achterwaarts omhoog naar de tweede verdieping. De deur van hun appartement stond tegen...            

" Phil! ", brulde hij, zonder veel hoop, buiten adem van de klimpartij... Geen reactie, zoals hij al had gevreesd...                

Binnen heerste een ware ravage.In alle kamers lag de inhoud van kasten, schabben en schuiven dooreen gesmeten op de grond, het beddengoed in knoedels afgetrokken, de WC pot volgekakt. Zelfs in het kostbare drinkwater van de badkuip, dat ze vorige week met zoveel moeite uit de citerne van de volkstuintjes hadden aangesleept, dreef een weerzinwekkende bruine blubber. De mannen die hier hun bivak hadden opgeslagen, mochten in elk geval niet klagen over hun spijsvertering...Hoe dan ook: dàt drinken kon hij voorlopig wel vergeten!                                                           

In zijn eigen kamer hing in de hoek van het plafond de stucbezetting helemaal los en grote pleisterplaten zaten enkel nog aan een paar latjes vast. De granaatinslag op de zolder van het buurhuis had ook hier niet veel heel gelaten. Alles lag dik onder het kalkstof en de glasscherven knerpten onder zijn krukken. Het zou zeker een week werk vragen, om dit weer bewoonbaar te maken en met dat kapotte dak mocht het in afwachting liefst niet gaan regenen...                     

Moedeloos overschouwde hij  de totale verwoesting, tot hij plots uit zijn morose overpeinzingen opschrok door stemmen in de trapzaal. Zijn adem stokte...Phil?...Russen? ...Neen, Duitse stemmen...Oude Duitse stemmen...Hij bleef nog even stil staan luisteren en sloop dan zo voorzichtig mogelijk naar de voordeur van het appartement, telkens goed uitziend voor hij zijn krukken verplaatste.                

Toen herkende hij de stem van Frau Weimar.

Natuurlijk, stomme kloot! Wie had het anders kunnen zijn?! Vroeg of laat moesten deze mensen toch ook naar hun stek terugkomen!                         

" Hallo! Frau Weimar! ",riep hij naar beneden.                    

Verschrikt keken ze naar hem omhoog. Ze hadden geen andere bagage bij zich dan die vogelkooi waarmee ze drie dagen geleden op de vlucht waren geslagen. Alhoewel hij met zijn buren nooit veel contact had, schenen de oudjes toch blij hem terug te zien. Beiden waren uitgeblust en erg de put in, nu ze de verwoesting ontdekten die de plunderaars ook bij hen hadden aangericht.                

Maar op één of andere manier gaf de aanwezigheid van een jonge man onder hun dak hen voor het eerst opnieuw een sprankel hoop op wat meer veiligheid, na de traumatische belevenissen van de laatste dagen. Joseph moest in zijn baard even bitter lachen, dat ze hém beschouwden als hun redplank, hun rots in de branding! Juist hem, de ondergedoken SS-er op krukken! ...Al goed dat ze van zijn waar militair verleden niet op de hoogte schenen te zijn!         

Na een ietwat aarzelende aanloop, begonnen ze zijn optreden van vorige week geestdriftig op te hemelen:                           

" Und, Herr Josef, Sie sprechen ja so schön Russisch..."         

Zie je wel: dàt was het dus! De voorbije dagen had Pa Weimar Josephs eerste "vertoning" in het kleine wijkschooltje bij die Franssprekende commandant van de stormtroepen waarschijnlijk sterk in de verf gezet. "En nu moet ik hen met mijn statuut van vreemde arbeider, van "Fransoos Rabojtnik", tegen het Aziatisch rapalje in bescherming nemen! " Mensen, waar was de fierheid van het Herrenvolk  heen gevaren? Maar gevoel voor realiteit hadden ze wél!       

Het verkennende gesprek kwam vlug op de verschrikkingen die ze op de korte vlucht hadden meegemaakt. Toen de Russen hen de eerste dag hadden afgevoerd naar die sinistere binnenkoer, waar Joseph door zijn tussenkomst erin geslaagd was de familie De Bens vrij te pleiten, hadden ze toch een oudere man zonder pardon neergekogeld, omdat die idioot nog een armband van de Volkssturm op zak droeg...                

" Scheusslich! ",gruwelde Frau Weimar, zo maar afgemaakt voor de ogen van vrouwen en kinderen...En heel de groep werd natuurlijk volledig uitgeschud: ze moesten alles van waarde afgeven, zelfs trouwringen en horloges, en "Vati's" thermos met "Bohnenkaffee" gooiden ze stuk tegen de muur, deze beesten! Pas na twee uur van bang wachten werden ze los gelaten en de straat opgejaagd...                     

" Ach, Herr Josef, wir hatten bei Ihnen bleiben mussen..."        

Of hij dat zo'n goed idee vond, vroegen ze zich niet af en Joseph zweeg wijselijk...Ze hadden uiteindelijk onderdak gevonden in een stille villawijk van Lichterfelde, samen met twee andere gezinnen... En toen ze 's nachts op strooptocht waren getrokken om aan eten te geraken, waren ze bijna door zo'n verdoemde dronken Rus doodgeschoten!                             

"Mein Gott! " huichelde Joseph vol medeleven...Hij had zich die avond dus toch niet vergist!                                       

En de volgende dag vielen de soldaten hun schuiloord binnen, en namen de twee vrouwen mee..." Sie verstehen, Herr Josef..." Echte beesten zijn het! En toen deze, " nach vielen Stunden, ganz schmutzig zurückkamen, gab's kein Wasser zum waschen...verstehen Sie, Herr Josef...So was dreckiges! Wenn nur nichts davon kommt! "  Of ze kleine mongooltjes bedoelde, of een 'dreckige' ziekte, was niet meteen duidelijk, maar Joseph dacht onwillekeurig terug aan zijn Salvarsan-project. Toen die Rus zoëven zijn horloge cadeau vroeg, herinnerde hij zich dat hij de apotheek aan de overkant volledig in puin had zien liggen...Daar moest hij zo vlug mogelijk eens een diepe blik rondwerpen...                                             

Of ze Phil soms ergens gezien hadden? " Nein, leider...Aber die kommt schon zurück! "...Alsof ze het over een verloren gelopen hond had, verdomme! Maar dat Otto en Ilse drie dagen op broodkruimels hadden moeten leven vond ze verschrikkelijk! Het duurde even voor hij begreep dat ze het over haar twee gevederde troetelkindjes had. Het hemd was blijkbaar nog steeds nader dan de rok...       

" Und der Herr Dahlmann, was machen wir damit?", vroeg ze zichtbaar verveeld, " Der kann doch nicht da liegen bleiben! " Ze bedoelde de 'dame' op de stoep, snapte hij plots! Verdomme, het was dus zijn huisbaas, die schichtige luitenant-betaalmeester van een paar nachten geleden, die de Russen als vermomde weerwolf hadden neer geknald! Frau Weimar merkte zijn verbazing en legde heel omstandig uit dat de man voor de oorlog een toneelgezelschap had geleid. Als amateur dan..." Ohne Diplom... Ein sehr anständiger Mensch! "...Ja, ja, dat zal wel, ... natuurlijk...Joseph moest dringend zijn neus snuiten.           

Nou, die moesten ze dan maar als de bliksem ergens in een geschikte bomtrechter begraven, vond Joseph, samen met het HJ-soldaatje. Een paar buren konden daarbij vanmiddag, of ten laatste morgenvroeg, misschien een handje helpen?...Langer mocht daarmee niet worden gewacht, met deze warmte...                                                           

Frau Weimar begon geshockeerd te zeuren over een kerkdienst, tot haar man zich voor het eerst in het gesprek mengde om haar aan het verstand te brengen dat aan het front zo'n sommaire opruiming van de lijken noodzakelijk was om een epidemie van pest en cholera te vermijden. Nadien, als de toestand was opgeklaard, kon er nog altijd een dominee worden bijgehaald, stelde hij troostend voor. 

Maar ze was niet te overtuigen. Zoiets kon de "Gute Herr Gott" nooit goedkeuren! Ook al ging de huisbaas nooit naar de tempel: " Er ist doch auch ein Mensch! "...                                                   

Joseph maakte aanstalten om terug naar zijn kamer te gaan, maar de twee oudjes volgden hem op de voet en keken verschrikt rond naar de ravage in het appartement van familie De Bens.                  

" Aber hier können Sie doch nicht leben und schlafen, Herr Josef! Alles ist ja kaputt! " Beneden, bij hen, was er veel minder schade. Waarom zou hij voorlopig niet bij hen intrekken, stelde ze voor: de kinderkamer stond toch reeds jaren leeg...                                  

"Dat verwondert me niets", dacht Joseph, "haar overleden kinderen zouden nu zeker vijftig jaar oud geweest zijn..." Maar na wat heen en weer gepraat, ging hij akkoord: " Voorlopig, tot hij met Phil hier de boel wat had opgeruimd..." Hij wist wel waarom de oudjes zoveel waarde hechtten aan zijn aanwezigheid onder hun dak ... Fransoos Rabotnik, hé! ...Maar tenslotte was het een kwestie van geven en nemen: Frau Weimar kon waarschijnlijk beter koken dan hijzelf en al waren ze beiden stijf van de rheuma, zij beschikten tenminste toch nog over hun twee benen...Wat hij niet kon zeggen.       

Dus hielp hij Herr Wilhelm bij het opruimen van de keuken, terwijl de vrouw naar de kelder ging zoeken naar iets eetbaars. Joseph gaf haar de raad ook de proviandkast van de familie De Bens af te schuimen, omdat deze naar eigen zeggen toch niet van plan was naar hier terug te keren. En indien ze één van de volgende dagen, tegen alle verwachting in toch zouden opduiken, dan moesten de Russen maar voor deze plundering opdraaien...Vreemd genoeg maakte Frau Weimar geen enkel bezwaar: haar morele grenzen tussen 'mijn en dijn' brokkelden zienderogen af, nu de honger dreigend voor de deur stond...                                                                       

Veel vond ze echter niet. Ze was maar heel even beneden geweest en voelde zich misselijk worden door de benauwende rioollucht die er hing. Niet te verwonderen, vond Joseph: door al die bommen van de laatste dagen lag natuurlijk het ondergronds afvoernet in puin en zaten de hoofdleidingen verstopt. Deze stank dreigde wel met de dag erger te worden en bij de eerste regenbui kon de kelder onderlopen...Aangezien de bewoners hun meest waardevolle spullen daar tegen de bommen in veiligheid hadden gebracht, konden zij beter deze middag de kelders leeg maken, vooraleer alles bij de eerste regenvlaag door het opwellend slijk bedorven werd.               

Het middagmaal stelde niet veel voor. Omdat er geen drinkbaar water voorhanden was hielden ze het maar bij fluitjesbier. De twee oudjes aten niet meer dan hun vogeltjes en Joseph schaamde zich een beetje voor zijn eigen gezonde eetlust. Maar ja, daaraan zouden ze moeten wennen: hij was tenslotte nog geen 22 jaar en had buiten die paardengoulash de laatste dagen niet veel onder de tand gekregen.                                                                                

Het stonk beneden in de kelder inderdaad heel onaangenaam en Josephs eerste werk bestond erin samen met Herr Weimar de zandzakken uit de keldergaten te trekken om wat meer lucht te krijgen. Maar veel hielp het niet: de rotte stank was niet te verdrijven. Ze werkten gestaag door: eerst alle rondslingerende bagage uit hun 'Luftschutz-raum', die ook grondig door de Russen was geplunderd, voorlopig vlug in de valiezen gestouwd en naar de voet van de trap gedragen. Met een koord liet hij Wilhelm de rommel de treden optrekken: dat spaarde de benen en liet de oude man toe even een frisse neus te halen. Toen kwamen de voorraadruimten aan de beurt, waarin elke familie haar rantsoen aardappelen en bruinkoolbriketten bewaarde...                                                                 

Herr Weimar zag de witgesokte voet het eerst. Hij trok nog een paar briketten opzij en vluchtte toen kokhalzend naar boven.        

Het was of Joseph plots een dreun op zijn hersenpan kreeg. Veel hoefde hij niet verder te graven, voor hij het laatste glimpje zelfbedrog moest laten varen: ondanks het kolenstof herkende hij de mannenbroek waarmee ze de laatste dagen had rondgelopen om er voor de Russen zo onaantrekkelijk mogelijk uit te zien.                              

Op de knieën jankend als een gekwetst dier, vloekend en tierend, sleurde hij de stapel briketten uiteen, waarmee hij vier dagen geleden een schuilplaats voor haar had opgebouwd. Met elke greep bevrijdde hij wat meer de ineen gehurkte gedaante vanonder de ingestorte kolenmuur, tot hij haar stijve klamme lijk bij de broekspijpen los kon wrikken en in de vale schemer van het keldervenster trekken.                                                                    

Hijgend van uitputting bleef hij een lange wijle gebroken tegen de lattendeur liggen en staarde haar wezenloos aan, zijn natte ogen verblind door het invallende licht...       

Phil was dood.                                           

Een verdovende nevel overspoelde zijn hersens en bij iedere ademstoot kreunde hij wanhopig : Dood...Dood...Dood...                  

Hij verloor elk benul van tijd en van de ruimte om zich heen. Dood... Dood... Dood... Nog nooit had hij zich zo alleen gevoeld.                    

Langzaam trok de mist voor zijn ogen op. Zijn rug deed pijn en hij trok zich aan de deur op om wat makkelijker te zitten.           

Wat moest hij in godsnaam in z'n eentje beginnen? Samen met haar zou hij er zich wel doorgeslagen hebben, door alle rampen en ontberingen die in het zog van deze verloren oorlog nog konden opduiken...Maar zonder haar was het hopeloos. Op één poot, zonder inkomsten, zonder eten, opgejaagd door bandeloze bolsjevieken, midden de chaos van de inéénstorting: wat zin had het nog?...

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (12 Stemmen)
01-10-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
30-09-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 309
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C32WAT NU, KLEINE MAN?                                                      

            

  Berlin-Lichterfelde, van 28 april tot 1 mei.  


Hij moest niet ver zoeken om een geschikte ruïne te vinden. In de eerstvolgende zijlaan lag een paardekadaver op het voetpad, naast een bomtrechter die de halve voortuin had opgeblazen. Heel de voorgevel van zijn nieuwe onderkomen - een bescheiden villaatje - was weggeslagen. Van op de straat zag je het plafond van de zitkamer schuin naar beneden hangen en wat van het meubilair op de mansarde was overgebleven stond klaar om van de scheve vloer af te schuiven. Dat was juist de bouwval die hij zocht: een haveloze puinhoop die plunderaars overduidelijk niets meer te bieden had...                                   

Binnen lag alles dik onder de glasscherven en de pleisterkalk, maar zoals zijn ondervinding van frontsoldaat hem had geleerd was de kelder bijna smetteloos. De trap naar de eerste verdieping kraakte vervaarlijk, maar in het zolderkamertje aan de achterkant dat uitkeek op de hovingen vond hij onmiddellijk zijn gerief: een opgemaakt éénpersoonsbed, kaarsen en lucifers. Even kwam hij in de verleiding om die nacht toch maar daarboven te blijven slapen, maar wierp na kort beraad tenslotte de matras de trap af en de kelder in. Bij het licht van de kaars was zijn bedje vlug gespreid en onderwierp hij schabben en kasten aan een grondig onderzoek.

Veel eetbaars was er echter niet te vinden, buiten twee pakjes varkensvet, een doos maïsbloem, en een vijftal zakjes pudding.                 

Plots herinnerde hij zich het paard voor de deur,...en zijn fronttijd in de Ukraïne, begin '44: op zo'n beest had het hele peloton een week lang geteerd...Maar toen vroor het min 25 en kon je vlees moeiteloos een hele tijd bewaren. Als hij nu nog van een biefstuk wilde genieten, viel er met deze warmte geen uur te verliezen. Hij besloot te wachten tot donker, ondertussen zijn beenhouwersgerief bijeen te scharrelen en in de keuken een vuur aan te leggen om zijn buit op te roosteren: primitief maar gezond.         

Al zoekend achter een geschikt mes viel z'n oog weer op het varkensvet...Met die braadpan op het schab kon misschien wel iets gekokkereld worden dat minder 'primitief en gezond' was dan een verkoolde biefstuk boven een open vuur...Toen hij ook nog uien uit de keukenkast opdiepte stond het menu vast: het zou goulash moeten worden, of iets dat daar min of meer op leek!                                                 

Met het vallen van de nacht verzwakte ook het krijgsrumoer in de verte. De vuurgloed boven het stadcentrum wierp een warme schemer tegen de brandwolken, maar onder het dikke bladerdak van de oude kastanjes lag de laan er pikdonker bij. Tegen elven waagde hij zich schoorvoetend buiten, stapje voor stapje voorzichtig tussen het puin van de voortuin door, met oog en oor gespannen peilend naar elk loerend gevaar....Niets...Geen gebrom van een patrouillerend voertuig, of geschreeuw van rondzwervende soldaten ...Niets...       

Gerustgesteld wilde hij juist tastend de laatste stappen zetten om op straat een smakelijk stuk vlees uit de paardenbil te kerven, toen hij plots ontzet merkte dat er nog andere holbewoners op dat lumineuze idee waren gekomen. Een viertal schimmen hurkten zwijgend over het donkere kadaver, en aan het glimmen van de messen merkte hij dat ze met ijver compenseerden waar het hen aan deskundigheid ontbrak. Hier viel niet te treuzelen: als hij van zijn stoofpot nog iets terecht wilde brengen, moest hij het grof spelen!                  

Leunend tegen een boom nam hij één van de krukken onder de arm en hoopte dat de blinkende staaf van de poot in het donker voor de loop van mitraillette kon doorgaan.                                  

" Ha-ha! Germanski kljotzàk! Partizan, da?"                                

Dat de schimmen zich een breuk schrokken, hoorde hij aan hun kreunende kreten: een vrouwenstem sloeg zelfs aan het janken, maar Joseph liet zich niet van de wijs brengen en raasde ruw door. In een mengelmoes van gebroken Duits doorspekt met schrikwekkende Russisch-klinkende uitroepen schreeuwde hij hen kwaad toe dat hij Germanski partizan rastaljat! Pan-pan! Schiessen! Beide talen leenden zich schitterend om een betrapte dief de stuipen op het lijf te jagen, maar het mocht niet te lang duren. Hij zag de schimmen al achteruit wijken en ronde zijn repertoire af met: " Stavoj! Zak-zak! Hop! Weck ! Schnell! ", onderwijl dreigend met de poot van zijn kruk de gewenste richting aanduidend..." Weglauf! "                  

Ze lieten het zich geen tweemaal zeggen en renden de nacht in, zo vlug hun benen het toelieten. En erg vlug was dat niet, want aan hun gang merkte Joseph nu pas dat hij een koppel oudjes had afgesnauwd, die ieder ogenblik een angstcollaps dreigden te krijgen...                                                                                            

" Herr Weimar! Beeilen Sie sich doch! ",riep een rauwe vrouwenstem hen vanuit de verte toe.                                              

Weimar?!...Hoezo, Weimar?...Had hij soms zijn oude buren afgesnauwd en met een infarct op de vlucht gejaagd? En die stem, die rauwe vrouwenstem in de nacht...                                               

" Phil! !", schreeuwde hij en sprong zo vlug hij kon op zijn krukken de Weimars achterna. Plots  struikelde hij over een kookpot met paardevlees en sloeg met zijn wang plat tegen de kasseien. Maar hij voelde geen pijn en kroop moeizaam in een zittende houding tegen een boomstam.                                                                             

" Phil! !", brulde hij, alle angst en voorzichtigheid over boord werpend, " Phil! ! Verdomme !"...Het galmde langs de gevels, maar er kwam geen enkele reactie. Hij zocht op de tast zijn tweede kruk, die hij bij het vallen verloren had, maar het duurde even voor hij deze tussen de afgerukte takken in de goot terugvond. Rechtstaand wierp hij door de trechter van zijn handpalmen nog een paar maal een langgerekt " Phi-hiel! !" naar het zwarte uiteinde van de laan, maar kreeg geen antwoord en begon te twijfelen of het wel hààr stem was geweest, die hij had menen te herkennen.                                 

" Tenslotte zijn er wel meer vrouwen die zo schor kunnen roepen", dacht hij ontmoedigd, " zeker als de angst hen de keel dicht nijpt..."                                                                                          

Neen, zijn verbeelding was zeker op hol geslagen: indien zij het werkelijk geweest was, zou ze zonder te wachten op het roepen van haar voornaam gereageerd hebben...En of die Herr Weimar echt zijn buurman was, leek hem toch nogal onzeker: deze naam kwam wel meer voor en misschien had die vrouwenstem wel " Weihmann" of "Kaisar" of zoiets geroepen                                                      

In de verte hoorde hij een auto naderen en de schrik sloeg hem om het hart! Wat een stommiteit ook om hier als een waanzinnige te staan kelen! Dat was vragen om moeilijkheden! En met een paar grote sprongen liep hij om de bomtrechter in de voortuin heen en dook zijn bouwval in.                                                                                        

Maar de patrouille reed niet eens door zijn straat en na vijf minuten besloot hij toch maar het paardenkadaver terug te keren.          

Voor hij evenwel tussen de takken rond de trechter het mes terugvond stootte hij op de pan waarover hij was gestruikeld en voelde daar ook een groot stuk vlees in liggen...Hij betrouwde er dan maar op dat die "Herr Weihmann" minstens zoveel benul had van anatomie als hijzelf en sloop met zijn buit vlug terug naar de veiligheid van de villa .                                                           

In het kookfornuis brandde het vuur nog. De wind waaide door de weggeslagen voorgevel binnen, dus zou de rook over de hovingen achter het huis verdwijnen en, zolang het nog donker bleef, waarschijnlijk van de straat af niet opvallen...                                                             

Het duurde tot een stuk na middernacht voor hij met de samenstelling van de goulash klaar kwam. Met twee briketten op het vuur kon het brouwsel tot de morgen blijven pruttelen en zou het fornuis wel leeg gebrand zijn vóór het licht werd. Uitgeput viel hij tenslotte op de matras in de kelder in slaap...                      

Hij bleef twee etmalen in deze bouwval hokken, overdag op een soort uitkijkpost onder de pannen, vanwaar hij de huizen in de omgeving min of meer in 't oog kon houden, voor zover ze niet achter het groen van de hovingen verdoken lagen.'s Nachts gaf hij de voorkeur aan de geborgenheid onder de grond, ook al was het er danig klam...Voor het slapengaan versperde hij de keldertrap telkens met wat puin en planken om niet in een sluimer verrast te worden en het voor de onverwachte bezoekers onaantrekkelijk te maken zo'n vuil hol aan een onderzoek te onderwerpen.                                                    

Zijn wang was door de val op straat lelijk geschramd, maar in het medicijnkastje boven de w.c.pot vond hij een flesje jodium tinctuur om te ontsmetten. Na de operatie leek hij wel een mislukte halfbloed, met een blauw oog en een blonde stoppelbaard! Hij zag er verschrikkelijk uit, meelijwekkend zelfs. Maar dat kon geen kwaad: Russen waren natuurmensen die vlug hun hart lieten spreken en van die inborst hoopte hij volop te kunnen profiteren.                     

Veel viel er voor de rest niet te doen, buiten piekeren over de toekomst en zien hoe hij aan wat bijkomend eten kon komen, om samen met de 'goulash' mee naar binnen te werken...Drinken was geen probleem: het kraantje naast zijn bed in de kelder werkte nog, zij het zonder druk en met één fles wijn uit de voorraad van de De Bensen kwam hij een volledige dag toe. Ware hij beter te been geweest, dan zou hij de schapraai van de nevenliggende verlaten huizen kunnen gaan plunderen, maar voorlopig durfde hij dit risico niet te nemen: " Pour vivre heureux, vivons cachés..."                      

De bedrieglijke rust in de wijk werd steeds meer verstoord door groepjes rondzwervende soldaten die in de omliggende lanen de villa's doorsnuffelden op zoek naar 'trofeeën'. Hij zag hen soms van op zijn zolderkamertje als een bende baldadig-blije kinderen bezig met alle wonderbare uitvindsels van het Westerse Genie, gaande van vrouwenfietsen,over polshorloges tot aanhoudend aflopende wekkers... Zij die meer volwassen wensen koesterden, riepen binnenskamers luidkeels " Frau! Frau! ",zonder veel spontaan respons, evenwel...               

De tweede avond zag hij vanop zijn schuilplaats een joelende bende van een vijftal man optrekken met en paar flink aangeschoten Duitse 'gezelschapsdames'...

Madeliefjes van beroep, zo te zien aan de manier waarop ze onverschrokken met de jongens omsprongen en hen met overslaande stem bij de voornaam aanriepen...Joseph kreeg de indruk dat de vrouwen de Russen bij het plunderen leidden, om dan met 'Deutsche Gründlichkeit' de buit in te palmen als vergoeding voor hun liefde...Koppie-koppie, je moet er maar aan denken...Die lieve dames hadden werkelijk een gat in de markt ontdekt!               

Maar de geestdrift waarmee de overwinnaars de laatste dagen op de Berlijnse vrouwen waren gekropen kon enkel uitmonden in een epidemie van venerische ziekten. Dat wist hij van in Letland: na de aftocht van de Russen in '41 kon je daar een vrouw met geen tang aanraken en in de Letse burgerapotheken waren geen medicijnen meer te krijgen. De Letten betaalden in 't zwart een fortuin voor een Salvarsan-kuur. Eén van de onderofficieren van het garnizoens-hospitaal werd toen op staande voet overgeplaatst naar het strafbataljon omdat hij een sluikhandeltje had opgezet met geneesmiddelen uit het lazaret. Deze geschiedenis moest hij in zijn achterhoofd houden, zohaast hij de gelegenheid kreeg ergens één of andere apotheek te plunderen.           

Want Joseph realiseerde zich wel dat hij van nu af aan op 'eigen benen' stond - bij wijze van spreken, dan! - en voor zijn eigen inkomen zou moeten zorgen: op de Russen moest hij vast niet rekenen om zijn magere maandwedde van SS-Oberscharführer verder uit te betalen! ... Het zou voortaan behelpen worden en het werd hoogtijd om daar eens ernstig over na te denken!                        

Veel bezat hij niet om op te teren: het kwam er dus op aan van deze troebele tijd gebruik te maken om het één en ander te vergaren dat via de ruilmarkt zijn maag kon vullen...Wie weet hoe lang het nog zou duren vooraleer hij met eerlijke arbeid aan de kost kon komen. En aangezien hij op zijn fysiek niet moest rekenen, diende hij dringend zijn hersens te gebruiken om te overleven...

Want overleven was hij vast van plan!                                   

Hopelijk zou Phil weer vlug opdagen: deze stond met haar beide voeten stevig op de grond en was praktisch genoeg van aanleg om hun kleine huishouding drijvend te houden...Een grote kokkin kon hij haar niet noemen, maar op culinair gebied mocht hij in de nabije toekomst geen hoogstandjes verwachten...Als ze iedere dag hun buik min of meer vol kregen, was dat reeds een hele prestatie!                       

  Tiens, van eten gesproken: het paardenkadaver voor de deur bleef verder onaangeroerd liggen en de Weimars hadden zich niet meer vertoond...                                                                               

 

Het doffe kanongeroffel in de verte verzwakte geleidelijk aan, en de zwarte brandwolken torenden enkel nog boven de vuurpoelen van het stadscentrum uit: in de voorsteden leek de strijd beslecht...Joseph vroeg zich op den duur af of de Führer en de andere kopstukken nog altijd in Berlijn verbleven, of niet...Misschien zaten ze al hoog en breed ergens in Zwitserland of Spanje, of anders in de Alpen-festung om van daaruit de strijd voort te zetten... Ondertussen werden hier de snotneuzen van de HJ verder zinloos in het vuur gejaagd, alsof er nog geen martelaren genoeg geofferd waren...                                          

Zinloos?!...Ach ja, natuurlijk was het zinloos! Blijkbaar vochten de laatste verdedigers enkel nog door omdat ze geen hoop meer hadden met een overgave hun vel te redden en zich daarom liever in de ultieme gevechtsstand lieten afmaken, of de laatste kogel voor zichzelf reserveerden...                                                     

Joseph kon zich uit zijn eigen ondervinding gemakkelijk in de fatalistische gemoedsgesteltenis bij de omsingelde en afgeschreven strijders inleven: " Verdomme", dacht hij, " je bent óp van de vermoeienis, uitgeput en slaapdronken, of soms dronken tout-court...Daarbij nog vuil en smerig, met ontstoken ogen en een baard van twee weken...Je barst van de koppijn en vergaat van de honger, of van de buikkrampen wegens het bedorven eten...Je billen plakken van de diarree...en die rotluizen maar bloedzuigen tot je vel vol etterende puisten staat! ...En je ziet de ene kameraad na de andere sneuvelen, zoals toen bij Jampol! ..."                                               

Hij zag voor zijn ogen weer de zwaargekwetste Willemans smeken om een genadeschot...In zo'n helse sfeer van godendeemstering zweefde je permanent op de rand van een zenuwinzinking en je verloor alle besef van de realiteit om je heen... Daarenboven nam je misschien wel van die rotpillen, zogenaamd "om wakker te blijven", maar ze deden je eveneens alle gevoel voor verhoudingen vergeten...Je wereld kromp ineen tot je eigen schootssector, die troebele honderd meter rokend puin voor de loop van je wapen uit...Vier-vijf man om je heen: daarbuiten was er niets...Niets dan de loerende dood, de verlossende dood...Ja, hij wist er van mee te spreken!                                                                                                       

Komt daarbij dat het laatste carré ginds in de omsingelde binnenstad met de rug tegen de muur vocht, enkel nog geschraagd door de mystieke zelfverloochening van sekteleden die zich als martelaren willen offeren voor hun god...Een waanzinnige fanatieke obsessie van eer en trouw dwong hen om vol te houden en te vechten totterdood...En mochten ze al aan wijken denken, wisten ze dat dit " teken van lafheid in de vuurlijn, door een manhaftig strijdend volk onverbiddelijk met de strop zal worden bestraft ...", zoals het Führerbefehl destijds in Stalingrad had geluid.                     

Veel keus kregen ze dus niet, ginds in de middenstad: daar had Doktor Goebbels voor gezorgd met zijn laatste hoofdartikel in het Sonntagblatt van 22 april! Joseph had het zojuist in de keuken vanonder het kalkstof gehaald...Hij kende hele zinsneden uit dit barokke proza rats van buiten: " De harde geest van het front heerst nu over Berlijn, en de Reichshauptstad zal strijden zoals nog nooit in mensenheugenis is voorgekomen! Zij strijdt om het zijn of niet zijn van ons volk, en aanvaardt alle consequenties die deze veldslag van ons eist! Nu regeert enkel nog HET BEVEL! Het gebod voor vandaag, voor morgen, en voor alle komende dagen luidt, zonder uitvluchten en met de meest verbeten hartstocht: VECHT! "             

Terwijl Joseph op deze overtrokken 30 april, om halfvier, in zijn uitkijkpost onder de pannen dit fanatieke dagorder beschaamd herlas, kon hij niet weten dat Hitler een paar minuten geleden zijn trouwe scheper Blondi een pil had gegeven...Juist op het ogenblik dat Joseph opkeek en peinzend door het gebroken pannendak naar de vuurhaarden in de verte staarde, zag de Führer hoe zijn jonge bruid Eva een laatste snik loosde en schoot zich onmiddellijk daarop met zijn Walther 7.65 een kogel door het verhemelte. De knal weergalmde door de kale gangen van de Führerbunker en deed er zijn stram samengetroepte generaals en zijn volgelingen toch nog opschrikken. Een wereld stortte in. In een nevenvertrek nam Dokter Goebbels zich vast voor met zijn vrouw en zes kinderen morgen zijn Führer naar het walhalla te volgen...                                                               

Had Joseph in zijn verbeelding dit éne verlossende schot ook gehoord? Hij luisterde naar het huilen van de Stalinorgels in de verte. De strijd om de binnenstad scheen plots weer in alle hevigheid op te laaien...                                                                       

" Ja, kom, vecht nog maar wat voort: er zijn nog niet genoeg zombies gecreveerd!.. Waanzin...Duizend-maal waanzin..."                                  

Waanzin, inderdaad. Indien zijn Führer deze simpele trekbeweging met de wijsvinger van zijn rechterhand zes jaar eerder had uitgevoerd, dan lag de wereld nu niet in puin en zouden op aarde door zijn schuld geen 55 miljoen mensen zijn afgemaakt, of neergeknald, of doodgebloed, levend verbrand, verdronken of gestikt.                   

Zonder te weten wat zich in de beschoten Reichskanzlerei op dit moment afspeelde, maakte ook Joseph een gelijkaardige balans op: " Waanzin, akkoord...Hitler heeft heel de wereld in een maalstroom van vuur en vernieling gestort, enkel en alleen omdat hij niet wilde dat Poolse douaniers het Duitse treinverkeer van en naar Oost-Pruisen controleerden. In feite, overwoog Joseph somber, waren voor de onschuldige slogan "Danzig ist Deutsch! " vele miljoenen mensenlevens geofferd.

Waanzinnig, natuurlijk, alles achteraf bekeken... Maar voor zo'n futiliteit hadden Engeland en Frankrijk hem toch de oorlog niet hoeven te verklaren! Vooraleer Adolf Hitler het besluit nam de pretentieuze Polen een lesje te leren, hadden de Grootmachten toch tot een akkoord kunnen komen, ook al waren hun leiders dan geen diplomatieke vuurtorens! ..."                          

Soezend op zijn warme uitkijkpost trachtte Joseph op zijn manier de politieke flaters te ontrafelen, die tot deze ramp hadden geleid, maar bitter overwoog hij dat de wereldgeschiedenis niet herschreven kon worden... Indien Hitler niet had bestaan, zou iemand anders in '39 wel het vuur aan de lont hebben gestoken...Stalin, bij voorbeeld, die had toch al twintig miljoen volksgenoten laten afmaken om in Rusland aan de macht te komen: een paar miljoentjes méér mocht het slagen van de wereldrevolutie niet in de weg staan...Of de Duce, Benito Mussolini...Aan machtsgeile dictators had het de laatste jaren echt niet ontbroken en ze waren er allen op uit geweest om de zwakke, corrupte democratieën een toontje lager te laten zingen. Of hun uitgebuite koloniën in te palmen, zoals Mussolini had willen doen...             

" Tiens ja, Mussolini, waar zou die tegenwoordig uithangen?", vroeg Joseph zich spottend af." Daar horen we niets meer van! "

  Hangen was inderdaad het juiste woord: sinds gisteren bungelde zijn met kogels doorzeefde lijk, samen met dat van zijn 25 jarige minnares Clara en een paar laatste vertrouwelingen, schandelijk ondersteboven aan de overkapping van een Milanees benzinestation, joelend omstuwd midden het muitend gepeupel. De schamele resten van de Duce werden door zijn dappere landgenoten uitvoerig beschimpt, bespuwd en gestampt met ware zuiderse panache...en met destemeer persoonlijke inzet, naargelang dringend een eigen verdacht verleden moest worden witgewassen...                         "Wie zonder zonden is..."                                                           

Wat er ook van zij, dacht Joseph somber, binnen een tijdsbestek van 24 uren verdwenen twee bloeddorstige tirannen uit dit smeulend tranendal, meegesleept door de chaos en het geweld dat ze zelf ontketend hadden.            

   Jammer genoeg wisten de laatste vijfhonderd getrouwen in de kelders van de Reichskanzlerei wél dat het spel was uitgespeeld, maar hun zwijgplicht en geheimhouding zou nog duizenden het leven kosten...    

De morgen van de eerste mei besloot Joseph het erop te wagen: hoe vlugger hij weer in de Albrechtstrasse introk, hoe meer kans hij had er Phil aan te treffen. De Russen hadden nu drie dagen de tijd gehad om de buurt van partizanen te zuiveren: als ze daar nu nog niet in geslaagd waren, verstonden ze hun handwerk niet...          


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (12 Stemmen)
30-09-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
28-09-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 308
Klik op de afbeelding om de link te volgen

                 Boekdeel C3.

 

Beslaat de periode van mei Â’45 tot september Â’45 en beschrijft de chaos van de instorting, de hongersnood, het graf van Leon en een boekentas vol Reichsmarken...

 

 

 

C31  DE EVACUATIE.

    

" De hoeveelste zijn we nu feitelijk, vandaag?", vroeg Joseph zich twijfelend af," de achtentwintigste zoiets?...Ja, zaterdag... ,28 april... Met al die trubbels zou een mens de tel kwijt geraken! "       

In de verte hoorden ze tegen de rommelende achtergrond van aanzwellend kanonvuur plots een vreemd klagend geluid en iedereen in de kelder trachtte in angstige spanning te raden wat hen nu weer boven het hoofd hing. Eerst dachten ze aan een "Stalinorgel", maar alras bleek het een luidspreker die een paar blokken verderop een bericht omriep . Het klonk steeds sterker en duidelijker en tenslotte schalde het vlakbij door de straat:                              

" Achtung! Achtung! Befehl des Sovjetischen Divisions Kommandanten!... Die gesamtliche Zivilbevölkerung soll sofort die Kampfzone evakuieren und eine Kilometer zurückgehen.... Ausschliesslich zweimahl Tagenversorgung mitnehmen! Kein Gepäck! Sofortliche Ausführung!  Einzelne Zurück-bleiber sind sofort wie Partizanen zu erschiessen! "       

De Russen hadden klaarblijkelijk een Duitser achter de microfoon neergepind, want het bericht was niet mis te verstaan: ze moesten hier binnen de kortste keren weg! De Krijgsheren wilden geen pottenkijkers om zich heen, terwijl ze de veroverde gevechtszone uitzuiverden!       

" Achtung! Achtung! "...Het klonk reeds verder weg. Er viel geen tijd te verliezen, want op straat hoorden ze de soldaten reeds "Schnell, schnell! !" schreeuwen (of een nasaal geblaf dat daarop leek), onderstreept met schoten in de lucht.                                                                 

" Die klootzakken hebben toch iéts van ons geleerd...",dacht Joseph bitter. Hij smoorde vlug een begin van paniek in de kelder, want Rika wilde al zonder meer de straat oplopen: " Iedereen een deken meenemen en elk een rugzak met al het eten dat ge kunt vinden! Geen dingen van waarde, want strak worden we toch gefouilleerd! Steek het liever rap hier ergens weg onder de rommel! "                

Reeds bonkten ze op de kelderdeur: " Schnell! "                   

" Da-da, Tovaritch! ",riep Joseph naar boven, " Padashditje!", Eén ogenblik!                          

" Mutti, was mache ich mit Otto und Ilse?", vroeg Weimar in paniek aan zijn vrouw.Ze hadden hun koppel parkieten nogal luguber naar hun gestorven zoon en dochter genoemd en nu stond hij hier onbeholpen met de vogelkooi te draaien.                                   

" Mitnehmen Vati, selbstverständlich! " Ze twijfelde geen enkel ogenblik: "Und Ich trage den Bohnenkaffee! "... En als verliefd drukte ze de thermosfles met hun laatste rantsoen échte koffie aan de boezem.        

Drie minuten later stommelden ze de trap op, Joseph als laatste, de vuile vale morgenschemer tegemoet. De ruïne aan de overkant gloeide nog steeds onverminderd na en de prikkelende brandlucht bezorgde Ma De Bens zo'n hevige hoestbui dat ze erbij op de dorpel moest gaan zitten. Joseph overwoog nog even hoe hij een bericht voor Phil zou kunnen achterlaten, maar de Rus dreef hem ongeduldig de straat op.                                                                                           

De dode soldaat op de stoep joeg de vrouwen, die nu voor het eerst met dit akelige zicht geconfronteerd werden, danig de stuipen op het lijf. Ook de buren kwamen verdwaasd buiten, met in de armen allerlei zaken die ze haastig bijeen hadden gescharreld. Al vlug stonden in hun zijstraat een vijftigtal verwaaide, bestofte vluchtelingen in groepjes bijeen geklit, hun dreigend noodlot af te wachten: angstogen in de bleke gore gezichten en óp van de zenuwen. Uit het gehuil van de Stalinorgels en het krijgsgewoel iets voorbij Steglitzer Bahnhof bleek over duidelijk dat dààr nog steeds verbeten werd voort gevochten.

" Dicht bijeen blijven! ",raadde Joseph zijn huisgenoten aan, toen hij zag hoe de oude Weimars, met als enige bagage de vogelkooi en hun koffiekan, reeds bij andere buren waren afgedwaald, "en laat u straks verdomme niet uiteen drijven! ..."                    

Na tien minuten waren de Russen er blijkbaar gerust in dat niemand in de kelders was achtergebleven. Met een startschot in de lucht en wat schorre kreten "Schell-schell !" dreven ze als volleerde cowboys de kop van de grauwe kudde het parkje van het dispensarium binnen, hetzelfde pad op dat hij met Weimar en Miel ook vannacht had genomen. Tussen de bomen hing er minder rook, waardoor het hoesten en rochelen in de lange stoet wat bedaarde. Achter het muurtje bij de uitgang van het park lagen nog steeds de drie lijken van de M.G.ploeg, maar nu merkte Joseph hoe verschrikkelijk en bloedig ze waren toegetakeld, duidelijk uitééngereten  door een handgranaat, en reeds bedekt met zwermen vette vliegen...                                                                                                           

De schildwachten leidden hen ruw voorbij het schooltje, waar ze vannacht zo goed waren ontvangen. De commandopost draaide nog op volle toeren, met het gerij voor de deur en het in- en uitlopen van vermoeide, met roet besmeurde soldaten.

Een paar straten verder werd de colonne een binnenkoer opgedreven, midden in een vernield huizenblok... Maar de ruïnes dateerden reeds van een hele tijd geleden, want het baksteenpuin lag langs de lege uitgebrande gevels met 'Deutsche Gründlichkeit' proper gelijnd tot manshoge muren opgestapeld. Toen de laatste slenteraars van hun haveloze groep de koer kwamen opgestrompeld, viel het Joseph op hoezeer ze van de buitenwereld waren afgezonderd en plots kreeg hij een naar gevoel in de maag: " Als die clowns hier maar geen rare toeren met ons uithalen! ..." Schichtig speurde hij in 't rond, maar vond zo direct geen uitweg: ze zaten goed en wel gevangen, aan de willekeur van een tiental Tartaren overgeleverd.                              

En die lieten er geen gras over groeien: met een paar ruwe bevelen en op de punt van de bajonet duwden ze alle mannen, zowel grijsaards als tienerknapen, uit de stoet naar de pokdalige muur aan de overzijde. De eersten gingen slaafs onderdanig, maar een paar voelden nattigheid en moesten met geweld uit hun gezin worden losgerukt, voor ze zich met een lijkbleek gezicht naar de overkant lieten drijven...Daar stonden ze dan, als willoze poppen, in al hun schamelheid beschenen door het harde licht van de doorbrekende morgenzon.                                                                             

Joseph besloot plots zijn noodlot niet langer af te wachten.  

" Kom mee! ",siste hij tegen Pa De Bens, " Ik ga die chef aanpakken voor het te laat is..." En met grote sprongen stapte hij op zijn krukken resoluut naar de bevelvoerende sergeant, stopte op twee meter en haalde zijn paspoort te voorschijn uit de binnenzak van zijn zwarte winterjas.

"Dobre,...Tovaritch...Kommandant! Padashditje..."                 

De vent schrok even terug en ook de soldaten bleven een ogenblik verbouwereerd staan kijken naar die brutale kreupele Mof, die hun sergeant in het Russisch 'Goede morgen' toewenste en vroeg eventjes te wachten! Om je een breuk te lachen! Joseph maakte van de onderbreking gebruik om zijn grote orgels open te trekken: hij was een Franse arbeider, géén Duitser, en de Russen waren echt zijn vrienden...Zijn stereotype opvoering verliep steeds vlotter: de kokarde op zijn revers doorbrak de muur van vijandig wantrouwen... 

Toen de hufter de militaire stempel bekeek op zijn paspoort en hardop de vermelding "Vriend van de Sovjet-Unie" spelde, wist Joseph dat hij het pleit gewonnen had. Een fiere vermoeide glimlach verdreef de kwade frons op het gezicht van 'tovaritch kommandant' en met een hartelijke schouderklop verklaarde hij dat zijn 'drusja  rabojtnik fransoos' de benen mocht nemen.                               

Het verwekte wat heibel toen Joseph kordaat heel de familie De Bens uit de wachtende groep vluchtelingen wilde meetronen, maar na een uitdrukkelijk vlaggenvertoon en vergelijking van hun paspoorten met het zijne, liet de sergeant hem met zijn gevolg toch gaan, zij het met lede ogen...Joseph zag hem misprijzend op de grond spuwen en wachtte geen tegenbevel af

Nat van het angstzweet spoedden ze zich de poort uit en op straat kreeg Ma bijna een appelflauwte, maar dochter Francoise trok haar onverbiddelijk voort, zo vlug mogelijk weg van deze plaats des onheils. Wat er achter hen met de Duitse vluchtelingen op de binnenkoer gebeurde, zouden ze pas dagen later vernemen...              

Op een pleintje iets verderop kwamen ze in een druk verkeer van paardenkarren terecht, met aanvoer van bevoorrading naar het front. Joseph vond het geraadzaam uit het gewoel te verdwijnen. Ze liepen vlug een zijstraat van een verlaten villawijk in, waar schijnbaar minder hard was gevochten, want de meeste fleurige huisjes tussen het prille lentegroen zagen er, op een paar gebroken ruiten na, praktisch onbeschadigd uit. Het wegdek, dat in de straten van Steglitz alle vijf voet versperd had gelegen met puinhopen van de ingestorte huizen, lag er hier nog proper bij en er hingen ook veel minder witte vlaggen dan in de grijze woonblokken van de volkswijken die ze zojuist hadden verlaten. In tegenstelling tot de oudere stadskernen, was hier weinig platgebrand of gebombardeerd en er hing een bijna vredige sfeer, als je tenminste het woeste kanongebulder op de achtergrond kon vergeten.                  

Maar nergens viel er enig teken van leven te bespeuren. Waarschijnlijk waren de bewoners de dag voordien, toen de frontlijn nog hier in de buurt lag, eveneens door de Russen uit hun huizen gejaagd, volgens het ondertussen gerodeerde cascadeprocédé. Voor de évacuées behelsde dat één groot voordeel: wie vandaag een kilometer achteruit moest vluchten, vond wel onderdak in de vele woningen die gisteren waren ontruimd.                     

" Luister eens ",stelde Joseph voor, " er is hier geen kat te zien: laat ons in zo'n hof achter een haag voorlopig wat rusten en ons gedachten ordenen. We moeten voor de komende dagen toch een onderdak vinden en hier is er plaats genoeg...Hoe verder we nu nog lopen, hoe meer kans we hebben van midden de andere évacuées terecht te komen. Daar zullen ondertussen de woningen wel reeds overvol zitten...en dan geraken we niet meer van straat. Ik schat dat we al over de twee kilometer van huis zijn en dat is meer dan de Russen gevraagd hebben...Wat denkt ge ervan?"                       

Iedereen was onmiddellijk akkoord: over al deze uitgestorven lanen rondom hing een sinistere sfeer, ondanks het schijnheilig kwinkeleren van de vogels in het bladerdak. Het leek wel of de hele buurt was uitgemoord en hun groepje ieder ogenblik recht in een hinderlaag kon vallen...

Bij de eerste de beste voortuin met een geschikte dikke rhododendronhaag duwden ze het afgrijselijk piepende hek open en knielden schichtig in het malse gras neer, wegduikend in de beschutting van het wild opgeschoten struikgewas.                    

De tuin zag er erg verwaarloosd uit: duidelijk reeds jaren niet meer onderhouden met al dat verdorde onkruid in de perken. En uit de villa met de neergelaten afgebladderde rolluiken kwam geen enkele reactie op hun indringen. Joseph deed teken stil te blijven liggen. Maar na een moment van wurgende spanning konden ze eindelijk opgelucht ademhalen: er was schijnbaar geen levende ziel in huis en op eerste zicht bleek niemand iets van hun inbraak te merken...            

Oef! Ze waren dan toch van de straat af geraakt, uit het zicht van de soldaten, en dus voorlopig min of meer veilig.                                    

Na een half uurtje rust zakte de spanning, en het kanongebulder in de verte deed hen enkel nog opkijken als de huilende Katioucha's af en toe een schreeuwerig orgelpunt aanhielden in deze moordende kakofonie. Het geratel van lichte wapens was nauwelijks nog te horen: de Russen waren blijkbaar weer een eind verder naar het centrum van Berlijn opgerukt...                                                        

" Hoe lang denkt gij dat het daar nog gaat duren?", vroeg De Bens fluisterend aan Joseph.        

" Een week...of tien dagen...wie zal het zeggen...Dat hangt af hoe hardnekkig ze zich in de binnenstad gaan verdedigen, en over hoeveel voorraden ze kunnen beschikken...Als het daar allemaal mannen van de SS zijn, kan het nog efkens duren, want die vechten 'bis zum letzten Patrone',om hun Führer te verdedigen. Als ze niet naar 't westen kunnen uitbreken, of als Berlijn niet ontzet wordt door het binnenlands leger, weten die gasten dat ze van de bolsjevieken toch geen kwartier krijgen: ze zullen zich doodvechten, liever dan te capituleren... Moest Hitler ondertussen uitgeweken zijn naar de Alpenfestung, kan er nog van alles gebeuren: Vergeltungswaffe...of een akkoord met de Anglo-Amerikanen, om samen met ons de Russen tegen te houden...Maar, mijn gedacht, loopt het toch ver op z'n einde...De merde is dat we geen flauw benul hebben wat er de laatste veertien dagen juist is gebeurd..."                       

" Ge gaat ons toch niet zeggen dat we daar voordien wél een eerlijk zicht op hadden, hé! Den Duits heeft ons altijd maar juist verteld wat hij kwijt wilde! ...Na fiasco Stalingrad bazuinden ze de ene overwinning na de andere uit, en toch zijn ze steeds maar achteruit getrokken, tot ze vandaag hier met de rug tegen de muur staan! ..."       

" Komaan zeg! Hou op met die zever! ", onderbrak Ma De Bens haar echtgenoot bitsig, " Zie liever dat ge aan wat drinken kunt geraken, hier binnen misschien, want dat zijn ik vannacht vergeten mee te nemen...Daarbij, we krijgen honger, en we kunnen hier toch niet heel den dag achter deze haag blijven liggen! "                    

" Ha! Gaat gij zeggen wat we moeten doen?"... vroeg Joseph geprikkeld, want hij liet zich door dat mens niet graag op de kop zitten, of aan zijn leiderschap tornen. Maar toen het ganse gezin hem verbaasd aanstaarde, bond hij in en zei tegen Pa: " Kom, we gaan eens op verkenning..."                                                         

Alle deuren waren op slot, maar door het karton van een zijvenstertje weg te drukken geraakte Pa binnen, en opende de achterdeur voor Joseph, die na een korte rondgang door het duistere gelijkvloers de rest van het gezin binnenriep. Ze trokken de rolluiken een paar centimeter op, juist voldoende om het daglicht in dunne straaltjes tussen de latjes naar binnen te laten sijpelen...Salon en eetkamer waren gezellig ingericht, met degelijk meubilair, mooie tapijten, en kleurige schilderijen: de vorige bewoners zaten er zo te zien warmpjes in...De deur met glas-in-lood van het bureau was op slot, maar in de keuken vonden de vrouwen voldoende om een deftig ontbijt op tafel te zetten. Het butaangasfornuis werkte ook nog, en tien minuten later zat het hele gezelschap aan tafel achter een dampende mok lindethee. Hier konden ze het op eerste zicht wel een tijdje volhouden, als de Russen geen roet in het eten strooiden...       

De rest van de morgen verkenden ze de kelders en de eerste verdieping. Maar Joseph moest hen regelmatig tot meer stilte aanmanen, telkens ze weer iets vonden dat de toekomst kon opfleuren... En dat was heel wat, want hoe schroomvallig ze het huis vanmorgen ook hadden betreden, des te brutaler sloegen ze nu wild aan het plunderen: schaamteloos trokken ze in de twee slaapkamers boven alle schabben van de kasten en de laden leeg, in hun jacht naar iets waardevols of bruikbaars, tot grote ergernis van Joseph.           

" Jullie zijn geen snars beter dan de Russen! ", verweet hij hen, toen ze in de late namiddag aan tafel gingen om nog tijdig van het daglicht te profiteren, " en als ge van plan zijt zo voort te doen, moet ge 't zeggen, want dan trap ik het af! Ge maakt veel te veel lawaai naar mijn goesting! ...Er moet maar een soldaat langs de straat lopen, en hij hoort van op honderd meter dat hier volk in huis zit...Ge zijt danig kort van memorie, moet ik zeggen, om nu al die affaire van vanmorgen op die binnenkoer te vergeten: die mannen hadden ons daar allemaal om zeep kunnen brengen! Het is dank zij mij dat ge  zonder kleerscheuren zijt weggeraakt, of niet soms?"         

  Ze keken hem stug aan: niemand wordt graag in 't openbaar de jas uitgeveegd. Maar Joseph vervolgde onverstoorbaar: " Als ge moest denken dat ge op uw eigen houtje beter uw plan kunt trekken: voor mij niet gelaten, weet ge! Maar ik ben niet zinnens me voor een derde keer door die losgeslagen schurken te laten ondervragen. Er zijn hier huizen genoeg waar ik in m'n eentje kan onderduiken...Maar als ge wilt dat we bijeen blijven, dan is dat op mijn voorwaarden! ...We zitten te lelijk in nesten om ook maar het minste risico te kunnen nemen: één onvoorzichtigheid, en het huis zit voor ge 't weet vol soldaten, die niets liever doen dan op de vrouwen te kruipen en mij de nek af te snijden...Ik ga m'n leven geen tweede keer riskeren om jullie uit de penarie te helpen, als ge dàt maar weet! Het is dus eier of jong: ofwel doet ge wat ik zeg zonder pruttelen, en dan zal ik mijn uiterste best doen om u hier door te slepen, ofwel is het "bonjour en merci", elk voor zich! ..."                                                                                             

Hij keek het zwijgende kringetje rond, maar niemand verroerde een vin. Enkel De Bens blikte verdoken naar z'n vrouw...              

" Luister, ik moet binnen dat en een uur weten hoe de zaken staan, want ik wil voor Sperrstunde nog de tijd hebben om een ander onderdak te zoeken, als het nodig moest zijn..."                      

Dat was voor Ma blijkbaar teveel: ze kon niet zonder meer toelaten dat haar autoriteit werd aangetast.                           

"Joseph, jongen, ge ziet het totaal  verkeerd... Akkoord, ge hebt ons met uw kennis van het Russisch vantijd goed geholpen, en daarvoor moet ik u bedanken...Maar, al zeg ik het niet graag, als we straks misschien weer voor de soldaten moeten gaan lopen, moet ge toch inzien dat ge met uw krukken een blok aan ons been zijt..."             

" Ma, weglopen voor de soldaten is het stomste wat ge kunt doen, want dan schieten ze u neer lijk konijnen! "                   

" Wel, jongen, dan zijn we maar stom! Ik blijf niet staan, als ze mijn gezin willen vermassacreren!"                               

Joseph schudde meewarig het hoofd: tegen zoveel onbegrip bij dat mens kon hij niet op. Francoise wilde haar moeder nog in de rede vallen, maar deze legde haar met een afwerende hand het zwijgen op. Pa keek mistroostig in z'n bord. Die kende zijn vrouw al langer.                            

" Bon, Madame, ge moet het zelf weten...",zuchtte Joseph, " maar ik geef u toch de raad wat stiller te zijn, als ge geen bezoek wilt krijgen...Ik ga mij voor een dag of twee-drie in een ander kapotgeschoten huis installeren: dat is stukken veiliger...en minder interessant voor de plunderaars. En zohaast het kan, keer ik terug naar de Albrechtstrasse: tegen dien tijd zal Phil daar dan wel weergekeerd zijn, hoop ik...Ik zie jullie thuis wel terug, volgende week."         

" Reken er niet te sterk op ", waarschuwde Ma." In deze villa zitten we veel comfortabeler dan in de Albrechtstrasse: zolang de vorige bewoners niet terugkomen, blijven wij hier...Misschien komen we bij ons thuis volgende week in de rapte wat spullen ophalen, maar alles van waarde zal toch wel geplunderd zijn, vrees ik....Alhoewel ", besloot ze, " gij kunt het daar wat in 't oog houden, vanals ge terug moogt..."                                                                     

Joseph was ervan overtuigd dat het mens nog een 'dank u' van hem verwachtte, maar hij kon het niet over zijn lippen krijgen. Hij pakte, terwijl zij nauwlettend toekeek, zijn deel van het brood en de beschuiten in zijn rugzak...En even dreigde er een rel los te barsten, toen hij aan kleine Miel vroeg een paar flessen wijn uit de kelder te halen. Maar ze bond vlug in.                                                                  

" Ge wilt me toch niet zonder drinken laten gaan, hé! ", zei hij bitter. Drinken was van meer belang dan eten, dat had hij in Rusland wel ondervonden. En in de ruïne waar hij nu naar toe trok, zou wel geen water meer zijn...  

<!--[if gte mso 9]> <

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (12 Stemmen)
28-09-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
27-09-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 307B
Klik op de afbeelding om de link te volgen


WAAR IS PHIL VERDOMME !?

Met een stevige omhelzing, die weer naar Soir-de-Paris rook, en een kus op de wangen werden ze luidruchtig uitgewuifd en door hun Tartaarse schildwacht terug naar de Albrechtstrasse geleid. Halverwege het parkje, even voorbij de drie dode Duitsers, gaf de oude Weimar alle kostelijke gaven tegen een boom over en kwam even bleek terug thuis als toen hij vertrokken was.                           

Hun straat lag er nu verlaten en slordig bij: de prikkelende rookwolken hadden de soldaten blijkbaar voorlopig verdreven. De brand aan de overkant was ver geluwd, maar uit de kelder straalde nog een felle gloed, waartegen de eens zo mooie gevel zwart afstak als het lugubere decor in een Javaans schaduwtheater. Het lijk van het gesneuvelde HJ-soldaatje in de goot voor hun deur was duidelijk geplunderd: alle kleren losgerukt en de zakken omgedraaid...

Hun bewaker wenste hen met een stalen gezicht beleefd een goede nacht " Dobre, dobre..." en verdween in de rosse mist naar de hoek van de straat. Het was halfzes, maar door de weerkaatsing tegen het lage wolkendek van de flakkerende brandhaarden verderop in de wijk, viel van een nakend ochtendgloren niets te merken.

" Mutti, wir sind wieder da! Alles in Ordnung! ", riep Weimar in de hal geruststellend naar beneden. Maar pas toen de mannen de pikdonkere kelder op de tast waren binnengedrongen, roepend op de vrouwen en de meisjes, welde als enige reactie plots een hysterisch huilen en snikken vanuit de verste hoeken op. Bijgelicht door een aansteker trok Joseph de zandzakken uit het venstergat en in de vale schemer ontwaarden ze de ravage om zich heen en de vuile betraande gezichten van de vrouwen. Iedereen sprak door elkaar, in een wirwar van troostende omhelzingen, die pas wat kalmeerde toen iemand erin slaagde een kaars aan te steken.

Joseph kon Phil in het duister niet ontwaren en vroeg aan Francoise waar deze naartoe was.                                        

" Efkens naar achter..."                                                                     

Toen barstten de verhalen los, in een mengelmoes van stukken en brokken en iedereen wilde gejaagd de eigen belevenissen kwijt, de doorstane doodsangst heftig van zich afpraten, de korte opluchting over de veilige ontknoping, het medeleven met het zenuwslopend afwachten van de vrouwen in het donker...                                              

En nog was Phil niet terug... 

                                        

Na een tijdje kreeg iedereen min of meer zicht op de gebeurtenissen van de voorbije nacht. Toen de mannen uit de kelder werden gedreven, wilde Ma De Bens haar echtgenoot naar boven volgen, maar de tweede soldaat, die bij hen in de kelder was achtergebleven, had haar met een paar kolfstoten neergeslagen. Op haar gekerm was eerst haar jongste dochter Rika uit de schuilplaats achter de bruinkoolbriketten te voorschijn gekropen, om haar moeder te helpen. En ondanks de waarschuwende kreten om zich te blijven verstoppen, was nadien ook Francoise toe gesneld.                                        

" En Phil?",drong Joseph aan, " Waar blijft die toch zo lang, verdomme?"        

Plots voelde hij nattigheid: " Wat is er met Phil gebeurd?" Even was het stil.                                      

" Ik denk dat ze naar buiten is gevlucht...",zei Rika zacht, " Ze heeft zeker geprofiteerd van het lawaai om weg te lopen..." Er klonk een nauwelijks verholen verwijt in haar stem door over deze vaandelvlucht, maar ze vergoelijkte onmiddellijk: " Ze had voordien al veel last van de zenuwen..."                                                

Ma De Bens voegde er wijselijk aan toe: " 't Is het verstandigste wat ze kon doen, want die Rus had het lelijk zitten... Hij heeft ons hier in de hoek bijeen gedreven met zijn geweer en we moesten alle valiezen open doen... Hij heeft eruit gegraaid wat hem interesseerde..., m'n colliers onder andere, en onze horloges afgepakt... En in 't weggaan heeft hem de lamp meegenomen en overal in 't plafond geschoten lijk ne zot, in alle hoeken en kanten! ... Wij bleven achter in den pikkedonkere, maar we zagen de vlammen van z'n mitraillette, en de kogels ketsten in 't rond! ...Ik dacht dat ons laatste uur was geslagen! Maar dan kwam zijn baas roepen dat hem ermee moest ophouden en die heeft hem dan meegenomen. Dan hebben we hier in 't donker blijven wachten: we wisten niet wat er met u was gebeurd, maar we waren bang dat ze u hadden afgevoerd en misschien wel doodgeschoten..."                                                      

Ze kreeg weer een huilbui in de armen van haar man.              

Haar dochter Françoise vervolgde: " Het was dan op straat wat gekalmeerd met schieten en na een tijdje wilde Ma naar buiten gaan om u te zoeken, maar we hebben haar kunnen tegenhouden. En toen zei Madam Weimar hier: ik ben de oudste, mij zullen ze niet veel doen: als 't licht is zal ik ze wel gaan zoeken....En dan zijn we hier in 't donker blijven wachten, totdat gij zijt gekomen..."       

" Hoe lang is Phil al weg?",moest Joseph weten, " Ze ziet toch ook dat alles nu rustig is op straat! Ze zou nu toch veilig terug kunnen komen! Miljaarde nondedju, waar zijn haar gedachten om in zo'n omstandigheden buiten te gaan lopen!"                                  

" We hebben haar niet meer gezien, vanals die Rus kabaal is beginnen schoppen: ik heb geen horloge, maar 'k schat twee uur geleden. Nu het begint te lichten zal ze wel weer komen opduiken, als ze haar zenuwen weer meester is...Ge kunt niet beter doen dan wachten, en wat geduld hebben..."

Maar zoveel tijd kregen ze niet. 


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
27-09-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
26-09-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 307
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C30: DAAR ZIJN ZE! ...      


Steglitz, 27 april '45.                                                                                                  

 

In de donkere kelder van de 'Kleine Albrechtstrasse  15 B' klitten de negen bewoners angstig in de verste hoeken bijeen. De brandende kaars op het tafeltje in het midden bescheen hun bleke schimmen, maar ze hadden geen oog voor elkaars van spanning verwrongen gezicht. Alle aandacht was gespitst op de scherpe geluiden, die tegen de verre achtergrond van hels oorlogskabaal vanaf de straat tot hen doordrongen.                                    

" Daar zijn ze! ",mompelde Joseph schor en Phil dook nog wat dieper in de bescherming van zijn oksel weg. Het klepperen en snerpend piepen van de rupskettingen was nu helder te horen: een T 34..., neen, een stuk of drie van die monsters kwam met brullende stoten van de motoren steeds duidelijker dichterbij. Het was of hij weer in zijn schutterskuil lag, daar ergens verloren in de Russische steppe, met dàt verschil dat hij hier door geen enkele wapenbroeder gesteund werd en géén Panzerfaust in de hand klemde om de vijand af te slaan...De nachtmerrie, die hem zo dikwijls in angstzweet had wakker doen schrikken, was nu opnieuw de beklemmende werkelijkheid geworden.         

De tankkanonnen schoten er driftig op los en ze voelden de keldervloer onder hun voeten daveren, als verderop met zwaar gedruis een huis instortte...De vrouwen kreunden telkens wanneer de granaten dichterbij ontploften en de kaarsvlam flakkerde in een neerruisende sliert kalkstof.       Niemand durfde de paniekerige gedachten verwoorden die door hun hoofd flitsten, maar de mannen wisten hun laatste uur geslagen en trokken in wanhoop hun lief, vrouw, of kind troostend dichter tegen zich aan.

Phil en de dochters De Bens doken zo diep mogelijk weg voor het schrikbeeld van de onweerstaanbaar naderende overweldiging door de wrede steppebeesten.                    

Het einde kwam nog verrassend vlug. Na een paar zware krakende ontploffingen hoorden ze door het keldergat in het Duits een paar haastige bevelen schreeuwen en spijkerlaarzen voorbij hollen onder het geratel van machinepistolen. Een ogenblik later - het scheen wel een eeuwigheid - snerpten "Hoeree! " kreten door de  straat, knalden een paar handgranaten en weerklonken commando's in een onverstaanbaar koeterwaals: ze komen!                                    

Phil kreeg een zenuwtoeval en ook de dochters De Bens begonnen te janken, maar werden links en rechts door de oudere vrouwen sissend tot de orde geroepen. Joseph schoof met de hulp van Pa Weimar vlug een paar zandzakjes in het keldervenster als bescherming tegen een mogelijke handgranaat.

In de gang boven hen hoorden ze plots gestommel en schorre dierlijke kreten bij het brutale openstampen van de binnendeuren in de hal. Joseph voelde instinctmatig dat hij iéts moest doen om het onheil af te weren en ging aarzelend op z'n krukken de schuilplaats uit en onderaan de keldertrap staan, een wit fluwijn in de hand. Waar hij dàt vandaan haalde heeft hij nooit geweten.                                                     

" Nu of nooit! ",flitste het door zijn hersens en zo hard als hij kon schreeuwde hij naar boven: " Drousja, Tovaritch! Drousja , Tovaritch! "  Vrienden, kameraad! Hij herinnerde zich plots dat de Russen dat ook altijd riepen als ze zich overgaven! Soms hielp het...Soms niet.                                                       

De kelderdeur zwaaide krachtig open en scherp afgetekend tegen het harde daglicht verscheen traag, achter de nog rokende loop van een machinepistool met schijflader, de ronde gedrongen gestalte van een achterdochtige mongoolse soldaat. " Drousja, ...drousja! ",riep Joseph nogmaals naar boven en zwaaide onhandig met het witte fluwijn. De Rus riep schor iets, waarvan hij enkel "Stoy!" verstond. Achter de soldaat verscheen diens tweelingbroer en terwijl ze hem beiden onder schot hielden met hun stormgeweren stommelden ze de keldertrap af. De eerste porde hem venijnig met de loop van zijn wapen achteruit tegen de muur, zodat hij bijna van zijn krukken viel, en vroeg: " Germanski soldatt?"                     

" Njet, drousja! ",hield Joseph benepen vol. De tweede drong verder de donkere kelder binnen in de richting van de angstig jankende vrouwenstemmen en schamperde, wantrouwig rondloerend: " Drousja?..Niks drousja!.." Een polyglot met gevoel voor humor...        

Maar voor ze de soldaten de tijd kregen venijnig te worden, stond plots een officier in lederen jekker en slappe kepi met getrokken pistool bovenaan de trap en bulderde een bevel naar beneden. Als door een wesp gestoken renden beide boemannen de kelder uit en de treden op, zonder Joseph nog een blik te gunnen.

Beklemmende stilte.

 

" Scheisse! ",zei Pa Weimar plots hardop, " ich habe das Führerbild im Wohnzimmer hangen lassen! ...",maar niemand durfde nog een vin te verroeren. Enkel de vrouwen snikken wat angstig na, maar als dàt de gevreesde machtswisseling was tussen de nazi's en de bolsjevieken, konden ze niet klagen: ze waren er tot nu toe bijna zonder kleerscheuren doorgerold...Daarmee bedoelden ze in feite enkel "we léven nog" ,want ze wisten instictmatig dat ze hoe dan ook aan die "kleerscheuren" niet zouden ontsnappen.                 

Het krijgskabaal van ratelende mitrailletten, knallende handgranaten en schor geschreeuwde bevelen deinde uit de straat weg, maar werd nu overstemd door het klepperend krijsen van rupskettingen en het op en af golvend gebrul van tankmotoren. De kelder daverde van de korte kanonschoten, waarmee de stalen monsters de weerstandsnesten verderop en de barricades rond Steglitz-Bahnhof opruimden, alvorens weer met snerpend gepiep en brullende motor een huizenblok dieper tussen de wanhopige verdedigers door te stoten.                                   

Het duurde een eeuwigheid voor het kabaal wat luwde en het daverend instorten van laaiende gevels, zoals de paukenslagen bij 'De Godendeemstering', een voorlopig einde maakten aan dit oorverdovende inferno .Tijdens de korte pausen horen ze een jonge mannenstem vlak bij het keldervenster aanhoudend "Mutti" kreunen en klagend "Bitte Hilfe!" smeken, tot na een eindeloos uur een korte knal hem uit zijn lijden hielp. Iedereen herademde beschaamd en opgelucht tegelijk: beter zo, dacht Joseph, ze waren toch niet bij machte om op de smeekbeden van die sukkelaar in te gaan...                                 

Het liep reeds tegen de middag, maar niemand durfde aan eten te denken. Joseph werd herhaaldelijk geprezen om zijn tussenkomst bij de inval van de soldaten in de kelder, tot hij er tureluurs van werd: als ze hem toch zo'n held vonden, kon hij hier beter zonder meer de leiding nemen. Met zijn ondervinding en taalkennis zou hij er in de komende uren misschien in slagen hun kleine groepje voor stommiteiten te behoeden, die voor iedereen faliekant zouden aflopen. 

Laat ons alvast beginnen met de petroleumlamp aan te steken, dacht hij: de Russen moeten met één oogopslag goed kunnen zien dat hier enkel onschuldige burgers hokten...En aan de vrouwen gaf hij de opdracht onmiddellijk kleine Belgische rozetjes ineen te flansen en bij iedereen aan de revers vast te naaien.                          

De oude Herr und Frau Weimar keken wat verongelijkt toe, toen Joseph besliste hen van het vlaggenvertoon uit te sluiten. " Jammer, mensen, maar als de Russen het bedrog zouden ontdekken, riskeren we er allemaal aan te gaan! ...We kunnen onze eigen veiligheid niet in gevaar brengen, begrijp je wel?"  Maar de oudjes begrepen helemaal niets! ...        

Naarmate in de late namiddag het keffen van lichte wapens in de verte verzwakte, begonnen ze opgelucht vlug wat beschuiten te knabbelen en oud brood dik besmeerd met de buitgemaakte margarine en bietensiroop. Dat alles wat naar stof en pleisterkalk smaakte, scheen niemand veel te deren...                                         

Maar de betrekkelijke rust was maar van korte duur: plots joeg, met een oorverdovend staccato als van een gigantische politiesirene, een Katioucha-batterij van dichtbij in de Albrechtstrasse zijn 36 raketten in een razend tempo naar het stadscentrum! Het helse lawaai dreef hen in een mum terug naar de donkerste hoeken van de kelder. Het was werkelijk of de wereld instortte.         

" Es sind nur Raketenwerfer! " trachtte Joseph hen stoer gerust te stellen, maar toen dit zenuwslopend gehuil na een kwartier even onverwacht hernam, dook iedereen toch weer in zijn hoekje! En een kwartier later opnieuw het zelfde gehuil: juist de tijd om het vuurspuwend monster met een nieuwe dodende garve te herladen. Joseph trachtte met een deskundige uitleg de gemoederen wat te kalmeren: deze batterij, hier in de straat, wees erop dat de frontlijn reeds minstens een kilometer verderop lag. Zo te zien was de vuurzee aan hen voorbij gegaan, zonder al te veel schade...                                    

Met het vallen van de avond rukte ook dit 'Stalinorgel' verder naar voor, om met zijn moordend requiem het Laatste Oordeel over andere stadswijken uit te bazuinen. Het zag er dus werkelijk naar uit dat Joseph en zijn huisgenoten de oorlog hadden overleefd en als om dat geruststellend feit te bezegelen, klonken dreinend door het keldervenster flarden harmonicadeuntjes, onderbroken door uitbundig geschater van jonge soldaten die wat verder in de straat hun nachtbivak hadden opgetrokken. Het eeuwenoude " Kalinka" scheen nog steeds goed in de smaak te vallen...                                              

In de verte donderden nog wel dof de kanonnen en in de kelder hing een steeds sterker prikkelende brandlucht, afkomstig van het laaiende 'art-nouveau-huis' aan de overkant, maar de vrede scheen toch in aantocht. De scherpe uithalen van een dronken vrouwenstem tussen het feestgedruis van de joelende soldaten klonk wel niet erg geruststellend, maar kom...Bij elke uithaal wierpen de mannen in de kelder elkaar bij het schijnsel van de petroleumlamp veelbetekenende blikken toe en de bedrukte vrouwen trokken zich hurkend terug in de duisternis van het kleine gewelf.                                                                                     

Joseph begreep al vlug dat die zatlappen vroeg of laat op bezoek zouden komen en besloot de koe bij de horens te vatten...Elk inwonend gezin beschikte hier over een aparte voorraadruimte, afgesloten met lattendeuren voor de verluchting. Na een korte discrete verkenning dacht hij wel een paar geschikte schuilplaatsen te kunnen vinden voor de jonge vrouwen van het bange gezelschap. Hij trommelde Pa De Bens op en maakte met hem in de opslagruimten van elke familie een klein hok achter de stapels bruinkoolbriketten voor elk van de meisjes. Een vuile karwei, en het moest vlug gaan! Veel geestdrift was er niet, toen hij hen verplichtte daarin weg te kruipen en nog minder toen ze de ingang afdekten met wat lichte wrakke meubelen en vuile planken...                                      

Nauwelijks waren ze klaar, of er klonk door de hall boven hen het vrolijk geroep van de joelende jagers: " Frau! Yoe-Hoe! ...Frau! "  en iets dat leek op " Ja loubljou dewidza germanska! " Joseph begreep er wel uit dat de liefde voor Duitse meisjes om hun hart was geslagen, want iets dergelijks hadden zijn eigen maats destijds in Tarrasowa en aan de Wolchow eveneens geroepen, maar dan naar een pronte 'Ruska'...                                              

Reeds bonkten de Casanova's de keldertrap af: " Hoe-yoe! Maria! Frau, komm! Schnaps! Wodka! " Die waren vast van plan er vannacht eens driftig in te vliegen!

Toen ze in de lichtkring verschenen, stond Joseph hen op zijn krukken op te wachten en zei, kordater dan hij zich voelde: " Ha, tovaritch! ", alsof hij een oude bekende begroette. De ongenode bezoekers twijfelden even, als overrompeld door deze vriendelijke ontvangst en Joseph vervolgde: " Drusja, njet dewidza: Matka! ", waaruit zijn nieuwe 'vrienden' wel begrepen dat hier geen meisje te versieren viel, enkel een oud moedertje.

Joseph wees verontschuldigend naar de gerimpelde 'Matka' Weimar, die geschrokken door de plotse wellustige aandacht, angstig tegen haar echtgenoot wegdook. Joseph liet met tekens gemaakt-lachend verstaan dat hij hen voorlopig niets beters kon aanbieden.       

De gulzige geestdrift bestierf op hun gezicht, tot hun oog op Moeder De Bens viel en de grootste van de twee wittekoppen haar aanwees, als een kind een pop in de speelgoedwinkel." Frau, komm: wodka! " nodigde hij koppig, maar met heel wat minder enthousiasme en zijn maat zwaaide lokkend met een halflege fles Birkenwasser.        

" Njet, njet! ",wierp Joseph zich ertussen, " Matka niks Germanska! "  En wijzend naar het driekleurige rozetje op zijn eigen revers: " Beljiekski! Polemaj?"... Of de Russen er veel van begrepen, was zeer de vraag. Daarom drong hij nogmaals aan door op eigen borst te kloppen, als bij een aftelrijmpje: " Ja Beljiekski", en vervolgens Pa en Ma De Bens aan te wijzen: " Pan Beljiekski, Matka Beljiekska! Polemaj?" De jonge soldaat zag zijn speelgoed ontsnappen en vroeg nors in het zelfde embryonaire Volapuk: " Niks Germanski?" met een intonatie van Maak-dat-een-ander-wijs-hé.          

Maar Joseph hield voet bij stek: "Njet, Tovaritch! Niks Germanski! Drusja Beljiekski! " En om Ivan helemaal plat te slaan diepte hij uit de binnenzak van zijn overjas zijn identiteitskaart op, die hij met kleurpotloden van een mooie tricolore baan had voorzien. Afgaand op de foto kon de soldaat het document rechtop houden en deed een stap dichter bij de lamp om het met een ernstig gezicht te controleren. Maar Joseph wist dat Ivan geen westers schrift kon lezen en enkel een show opvoerde. Daarom legde hij met handen en voeten uit dat de smerige Duitsers hem verplicht hadden hier te komen werken :" Rabojte, polemaj?"                                                       

" Da,da: tovaritch Fransoos! " riep de Rus plots opgewekt alsof hij een openbaring uit zijn schooltijd kreeg en voor Joseph hem een snelcursus aardrijkskunde kon geven, had deze hem reeds stevig omhelsd en een kus op de wang verkocht.

De vent stonk verschrikkelijk, niet zozeer naar de gebruikelijke dierlijke vuiligheid van de frontsoldaat, maar naar een moordende cocktail van Kölnisches Wasser en Fleur de Paris. Als hij hoopte daarmee zijn kansen bij de 'Fraulein' te vergroten, had hij zich op zijn plundertocht werkelijk geen moeite gespaard...                              

Nummer twee, die wantrouwig achteraf was blijven staan, drong nu ook blij naar voor om op zijn beurt zijn liefde te betuigen.Heel het peloton had blijkbaar de zelfde apotheek bezocht, want hij stonk juist hetzelfde. Dat verwonderde Joseph nauwelijks, aangezien het assortiment in de 'afdeling reukwaren' van deze winkels de laatste tijd aardig was gekrompen...Plots, toen hem ter bezegeling van de vriendschap de fles Birkenwasser werd opgedrongen en nummer één nader kennis wilde maken met Ma De Bens, ratelden buiten een reeks schoten!                                                          

Iedereen schrok op. Laarzen renden voorbij het keldervenster en hard geschreeuw van bevelen weergalmde door de straat.               

Het aardrijkskundig fenomeen riep tegen zijn maat iets over " Partizanski! "  en beiden stoven vierklauwens de keldertrap op, met achterlating van de fles drank. Misschien een excuus om straks terug te komen? De vijf bewoners staarden elkaar versteend van schrik aan...                                                                                        

" Verdammte Werwölfe! ", vervloekte de oude Weimar de ultieme uitvinding van Herr Goebbels, die vorige maand nog kinderen fanatiek had opgezweept om de bolsjevieken ook achter de frontlijn te blijven bekampen, naar het voorbeeld van de partizanen in Rusland.         

Het geschreeuw op straat, onderbroken door korte ratelende vuurstoten, scheen hen een eeuwigheid te duren en toen ze de soldaten in huis tierend de trap hoorden opstormen naar de bovenverdiepingen hield iedereen ontzet de adem in: hun leven hing aan een zijden draadje...                                                                         

Het einde kwam brutaal en even plotseling als onverwacht. Twee mongolen sprongen als duivels uit een doosje de kelder in, met een nog narokende mitraillette voor zich uit. De eerste wees met de loop naar Joseph en Pa De Bens en riep woest iets onverstaanbaars in het Russisch. Iedereen versteef van angst en toen de mannen niet reageerden, schreeuwde hij " Raus-raus! " terwijl hij een kort oorverdovend salvo in het plafond schoot. Het kalk-stof warrelde melkachtig in dikke wolken naar de petroleumlamp en bezorgde de astmatische Weimar een verstikkende hoestbui.                                                          

Voor Joseph zich goed realiseerde wat er gebeurde, stond hij met de oude Pa Weimar ,vader De Bens en de 15-jarige Miel naast elkaar tegen de voorgevel, hel verlicht tussen de rondvliegende genstergarven van het brandende Art-déco-huis aan de overkant. In de goot aan hun voeten lag de jonge HJ soldaat, die ze vanmorgen nog om " Hilfe! " had horen smeken. Na de koele kelder leken ze hier plots in de gloeiendhete hel beland, en door de prikkelende rook-slierten in de straat vertroebelden tranende ogen elk verder zicht om hen heen. In de ros-gele mist renden de soldaten wild aan hen voorbij en Joseph zag aan het uitgestreken smoelwerk en de kille ogen van de gedrongen Tartaar die hen onder schot hield dat zijn laatste moment was aangebroken.                                                            

Plots dook uit het portiek van de buren een soort officier naast hen op, een jonge vent in lederen jekker en een blinkende rode ster op de slappe pet. Hij duwde onbewogen de soldaat wat opzij en wees met zijn pistool naar de borst van Pa De Bens: " Du, Partizan? Germanski soldatt?" Hij was duidelijk van plan er korte metten mee te maken. Joseph ondernam een wanhopige laatste poging: " Njet Tovaritch Kapitan ...Drusja, drusja! " De officier keek hem misprijzend aan, als was hij een hoop stront op krukken.       

" Drusja, hein...", smaalde hij hooghartig, maar liet zijn wapen toch wat zakken, wat Joseph de moed gaf aan te dringen: " Da-da, Tovaritch Kapitan: drujsa! Njet Germanski: Fransoos rabojtnik! Fransoos rabojtnik! " Zenuwachtig greep hij naar z'n revers om de tricolore kokarde onder de aandacht te brengen en zag de Rus even twijfelend naar de rozetjes van de vader en zoon De Bens kijken. Toen keerde hij zich om naar de soldaat achter zich, zwaaide even met zijn pistool en zei iets waarvan Joseph enkel " Kommandant" kon opvangen. Het gevreesde doodvonnis " rastaljat! " hoorde hij in elk geval niet uitspreken en hij loosde een zucht van opluchting toen de soldaat een bevel schreeuwde en met zijn mitraillette het parkje aan het einde van hun doodlopend straatje aanwees.                      

Met knikkende knieen en nat van het angstzweet schoven ze achter elkaar tussen de glasscherven en het pleisterpuin langs de hete gevels de straat uit en het parkje in. Joseph sloot rillend van alteratie de rij, wat onhandig met kleine sprongen op zijn krukken voortstrompelend. Het flakkerende gele licht van het laaiende buurhuis wierp zelfs tot hier spookachtige schaduwen tussen de bomen, maar een fris windje deed de rook en de hitte van zoëven vlug verflauwen, tot de koude rillingen hem over de rug liepen. De Tartaar liep dreigend met zijn MP schuin achter hem en het was of Joseph de hete adem van de dood in zijn nek voelde.  "Hier komt het dus tóch..."         

Maar het einde van het bospad gaf uit op een andere zijstraat en bij het hek moesten ze over de lijken van drie Duitse soldaten stappen. Zware boomtakken en brokstukken van vernielde tuinmuren versperden de laan, waarin een zwartgeblakerde T-34 nog stinkend nawalmde. Verderop, in het diffuus geel weerschijnsel van de brandende huizenblokken achter hun rug, stonden en zaten Russische troepen in ruststelling rond hun gerij: een dampende veldkeuken, een ambulance, wat vrachtwagens en een paar huifkarren waarvan de paarden zich tegoed deden aan de bloemen en het frisse groen in de voortuintjes.       

De soldaten keken nauwelijks op, toen de bewaker hun sjofele groepje voorbij leidde naar de ingang van een buurtschooltje, een paar woorden wisselde met de schildwacht in het portiek en hen vervolgens de gang in stouwde. Hij maakte hen met een paar pijnlijke porren van zijn wapen vlug duidelijk dat hij hen graag naast elkaar met het gezicht naar de muur had gezien, de handen omhoog, voor hij de baas erbij wou halen.                                                

Het was erg druk in het gebouwtje, ordonnansen liepen aan en af en aanhoudend werden kreunende gekwetsten achter hun rug voorbij geholpen, op een bebloede draagbaar of steunend op de schouder van een kameraad. Toen de oude Weimar medelijdend zo'n triest toneeltje over zijn schouder gade sloeg, verkocht een vermoeide verpleger hem geprikkeld zo'n danig harde schop tegen de schenen, dat de oude man door de knieën zakte.                                                        

Gelukkig konden ze zich aan de lange rij kapstokken vasthouden, want het duurde wel even voor een officier zich verwaardigde hen in het klaslokaal binnen te roepen. Hun Tartaar bracht verslag uit bij twee kopstukken die ietwat slordig, schuin in een schoolbank gekneld, uit een Amerikaans fruitconservenblik de laatste slokken siroop slurpten.                                                

En toen begon opnieuw het stilaan goed gerodeerde scenario van vraag en aanbod: neen, ze waren geen sluipschutters of Duitse soldaten, maar - als verplicht tewerk gestelde Belgische arbeiders - de oprechte vrienden van het Russisch leger!                          

Wat? De schildwacht had hen aangemeld als Fransen! Voor de goede orde radbraakte de ondervrager fier een paar woorden in de taal van Voltaire: " Pas vrai?"                                        

" Si, si! ", speelde Joseph met de moed der wanhoop het spel mee, maar legde vlot in een mengelmoes van zijn halfvergeten Frans uit dat ze uit het kleine buurland 'Belgique' kwamen: " Vous comprenez, mon Commandant, la Belgique très petit, et le camarade Capitaine là-bas a pas compris, cause de bruit de canon et de mitraillette: rakke-takke-tak, boum-boum! "                                          

" Ha, wie-wie! " lachte 'mon commandant' begrijpend, maar liet voor alle zekerheid een schoolatlas opduiken, waar ze met verenigde krachten geestdriftig "Petit Belgique" ontdekten. De Rus moest toegeven dat ons vaderland inderdaad "beaucoup très petit" was en de "camarade Capitaine là-bas" het daarom maar bij Frankrijk had geannexeerd. Begrijpelijk, met al die rakke-takke-tak, boum-boum! En waren ze allemaal van "Petit Belgique"?

De oude Weimar lag uitgeput voorover te snikken op een schoolbank en werd wat meewarig in de nek bekeken. Als een uitgetelde bokser werd hij discreet gerust gelaten toen Joseph de rozetjes bij de De Benzen aanwees en fluks zijn eigen paspoort bovenhaalde.                                        

" Wie-wie, okee! ", weerde mon commandant polyglot af, " et pardon: c'est mauvais compris de camarade capitaine là-bas! " verontschuldigde hij voor het spijtige misverstand...                            

Weimar was ondertussen wat gekalmeerd, maar zijn gezicht zag nog witter dan een laken en de Russen vonden het geraadzaam daar vlug iets aan te doen. Om het goed te maken werd rap de vodkafles gehaald en een stel stoffige glazen uit de schoolkantine om een toast te brengen op   "Petit Belgique" en "Grand Stalin". Dat de oude Duitser daarbij "Prosit" zei viel niet eens op....Ze kregen ook elk een blik perziken van Libby's voorgeschoteld en een doosje cornedbeef...De officieren toonden fier hoe ze eerst de siroop met behulp van nog een borrel vodka moesten uitdrinken om in het fruitblik plaats te maken voor het verbrokkelde vlees. Dooreen geschud een ware kapitalistische delicatesse, verzekerden ze...          

Het werd drukker op de commandopost, en Joseph wilde na het verorberen van z'n vreemdsoortig voer niet langer "misbruik maken van de gulle gastvrijheid van hun bevrijders". De ene officier liet nog vlug een soldaat aandraven met vier blikken fruit en vier doosjes cornedbeef en stopte elk een pakje buitgemaakte Juno sigaretten in de hand. Onderwijl sloeg de andere een stempel op de voorzijde van Josephs paspoort, en schreef erbij:       "Vriend van de Sovjet-Unie".                                                              

Vier onleesbare woordjes ,onbenullig en banaal ,maar die hem later z'n leven zullen redden...                                     


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (11 Stemmen)
26-09-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
24-09-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 306
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C29    DE APOTHEEK.

 

                              Steglitz, 26 april '45.

Leon loerde vanaf de derde verdieping van het hoekhuis, tussen de stenen stijlen van het balkon,de rechte uitgestorven straat af, vlak tegen de morgenzon. Al was er van die zon nog steeds weinig te merken, door al de zwarte brandwalmen verderop en de kalkgrijze stofwolken van de instortende gevels. Maar van hieruit had hij toch een onbelemmerd dieptezicht rechtdoor van een drie-vierhonderd meter, en zijdelings in het doodlopende zijstraatje een vijftig meter tot aan het parkje daar in de achtergrond. Volgens die bullebak van de Volkssturm zou de Rus aanvallen vanuit de nevels aan het begin van de lange rechte straat, en oprukken naar het versperde spoorviaduct op een tweehonderd meter àchter het hoge weerstandsnest van Leon. Zijn opdracht was met zijn drie Panzerfausten de stormloop van de Russische tanks naar het S-Bahnstation voortijdig af te stoppen en de vijand zo lang mogelijk op te houden. Vanaf welk moment hij de stelling mocht opgeven, om beschutting te zoeken àchter de spoordijk, had die paljas er natuurlijk niet bij verteld. In soldatenjargon heette zo'n opdracht een 'Himmelfahrtkommando'...

Gust Tierentijn lag hier op dezelfde mansardeverdieping in een kamer achter de hoek, om hem met een lichte M.G. dekking te geven tegen het geweervuur van de rode stormgrenadiers die achter de tanks zouden oprukken. Monika was voor het ogenblik nog bezig zijn been te verzorgen waar de 'slager' eergisteren in de Ratskeller een mooie granaatsplinter had uitgehaald. En nadien zou ze het eten klaar maken en zorgen dat de twee mannen zich eindelijk eens deftig konden wassen en scheren. Dat was schijnbaar geen overbodige luxe na die zwerftocht van een week, van de Oder tot hier in Berlin-Steglitz, al had hijzelf nog niets vuils geroken...

Hoe hij hier uiteindelijk op deze verloren voorpost van de Festung Berlin terecht was gekomen, lag aan een lange cascade van verkeerde, stomme beslissingen. Voor hetzelfde geld had hij nu in een lazaret bij de Amerikanen gelegen en zich te barsten gevreten aan hun wereldberoemde 'cornedbeef'! Maar Monika moest zo nodig een goede Berlijnse kliniek vinden voor de zestien gewonde Langemarckers die aan haar zorgen waren toevertrouwd! In plaats van, na het fiasco van Ravensbrück, zoals ieder zinnig mens recht naar het westen te rijden, verdomme! Neen, die koppige geit moest absoluut een grote bocht naar het zuiden maken, tégen het verkeer in, want enkel in Berlijn waren de geneesheren goed genoeg om de gekwetste Vlamingen terug op te lappen! Maar toen ze met veel moeite eindelijk in de hoofdstad binnen geraakten, waren er al acht man gecrepeerd. Acht van de zestien! En in het noodlazaret - of beter gezegd: het afschuwelijke slachthuis - onder het Rathaus van Steglitz konden de zogenaamd hoogbegaafde geneesheren enkel schuddebollen toen er na twee dagen weer vijf waren gestorven.

Een ware hel was het daar geweest, in die Bierkeller! Met amputaties aan de lopende band, de laatste uren zelfs zonder verdoving, érger dan in de middeleeuwen...Dat aanhoudend gillen, janken en kreunen was écht om zot te worden! Vooral als je er zelf niet zo erg aan toe bent... En stinken, Mariètte! Reken daarbij ook nog de wanhoopsdaden van hen die het écht niet meer zagen zitten of aan de pijn ten onder gingen... Leon had regelmatig een scheermes zien doorgeven tussen de gewonden die in lange rijen urenlang in de gewelfde gangen lagen te wachten op een ingreep. Om nog te zwijgen over zij die juist brutaal door de zogenaamd "hoogbegaafde geneesheren" gekortwiekt werden en vervolgens de psychologische schok niet meer aankonden...

Het was dan ook een hele opluchting geweest toen er plots een SS-officier met een adjunct het lazaret kwam uitkammen op zoek naar lijntrekkers, om met hen de weerstandslijn van het S-Bahnspoor mee te bemannen. Leon had zich onmiddellijk gemeld, ook toen Monika de officier liet verstaan dat haar patiënt door de hoofdwonde een hersenschudding had opgelopen en af en toe psychisch door sloeg of, erger nog, bijwijlen blind werd...

"Ach zuster, het is maar voor effe, hoor...Als onze lijn het een kwartier kan uithouden, zijn we al gered. Komaan, Sturmmann van de Langemarck, maak wat voort: voor het Ritterkreuz moet je wel effe uit je pijp komen! "

Pas onder het gewelf van de ingang, waar de officier de schrale oogst van zijn drijfjacht verzamelde, kon Leon plots die man plaatsen: SS-Hauptsturmführer van Praet tot Slooten, het hoofd van de Nederlandse 'Kulturstelle' aan de Fehrbelliner Platz...Dezelfde jonker die als luitenant in mei '40 met zijn afdeling marinefusiliers-per-fiets in de haven van Nieuwpoort de 'Josephine' van schipper Titteca had gestolen voor de mislukte overtocht naar Engeland! Wel-wel-wel...Meneer had het zo te zien ondertussen toch al tot kapitein geschopt, mooi uitgedost als geharde krijger met volle wapenuitrusting: alles erop en eraan, hoor...Enkel dat deftig glad geschoren gezicht misstond een beetje in het beeld van de Germaanse held dat hij wilde uitstralen, de pretentieuze zot!

Zohaast de groep voltallig bleek naar de zin van de Jonker, staken ze in looppas, zigzaggend tussen de granaattrechters, het vernielde stationsplein over naar de versperde viaduct onder het Bahnhof. In de bagagekamer, nu omgevormd tot munitiedepot, kregen ze alles wat een 'Himmelfahrtkommando' nodig had: dat wil zeggen veel wapens en granaten en een klein noodrantsoen eten. Daar kon Leon voor het eerst - en het laatst - vluchtig kennis maken met zijn lotgenoten: drie vuile bleke snotapen van de Hitlerjeugd, vier stugge Noorse en twee Franse SS-vrijwilligers, en één Langemarcker... Gust Tierentijn uit Mol! Deze laatste herinnerde Leon zich uit de goeie oude tijd van 'Adlershorst', toen hij er als onnozele schacht de chauffeursopleiding kreeg op de 2cm-pantserwagen...

Een onderofficier van de Volkssturm, een bullebak van een nazi, legde hen met krijt op een soort schoolbord vluchtig uit wat hen te doen stond. De straat waaruit ze de sovjets verwachtten liep, vanaf de viaduct, licht omhoog en was afgezoomd met flink bottende platanen, waardoor de verdedigers van het station nauwelijks vrij zicht hadden over de eerste honderd meter. Om niét plots onder de voet  te worden gelopen door de oprukkende Russische stoottroepen moest het groepje van Leon, op tweehonderd meter vóór de viaduct, ttz bovenop de helling van de straat, een voorpost uitbouwen die de eerste tanks moest afstoppen...Hen enkel wat vertragen was blijkbaar niet goed genoeg...

Als doodsvonnis kon het niet duidelijker. Maar de nazi stelde hen gerust: in de bovenste verdieping van de hoekhuizen op dat kruispunt waren ze praktisch onkwetsbaar. De tanks konden immers van dichtbij hun kanonloop niet hoog genoeg heffen om hen daar te raken, terwijl zijzelf met hun Panzerfaust die monsters van bovenuit konden afschieten lijk plaasterpijpen in een schietkraam...Ja-ja...Steeds dezelfde versleten tirade.

Juist toen ze naar hun positie wilden vertrekken kwam Monika aangelopen, gehelmd en gespoord in een te ruim velduniform en zwaar beladen met twee eerste-hulptassen. Tegen de bullebak, die voor zijn groep verworpenen zo direct de noodzaak van medische hulp niet inzag, zei ze wat wrang dat ze óók met de Panzerfaust om kon gaan, en dat ze sowieso niet in de rattenval van de Bierkeller wilde sterven...Als doorslaand argument flapte ze er nog vlug uit, wijzend naar Leon: " Und der da ist mein Verlobter: wir bleiben zusammen..."

 De bullebak had Monika de apotheek links op de hoek van het kruispunt aangeduid - blijkbaar een instinctieve reflex in verband met haar Rodekruis-tassen - en haar in een romantische bui de twee Langemarckers toegewezen. Het huis was volledig door de bewoners verlaten en reeds lelijk toegetakeld met in alle kamers knisperende lagen glas en plafondkalk. Enkel de mansardes zagen er nog goed bewoonbaar uit en die werden dan ook onmiddellijk door de mannen aangeslagen, terwijl Monika haar licht ging opsteken in de stock medicijnen  van haar confrater-pillendraaier.

Op de twee hoekgevels had het huis op elk verdiep een balkon en de mannen moesten niet lang prakkezeren waar ze zich het beste in hinderlaag konden leggen: Leon met de Panzerfausten en Tierentijn met zijn lichte M.G. Ze hadden allebei van boven uit een goed dieptezicht in de hele straat en konden in het hoekhuis aan de overkant zien hoe hun twee Franse collega's zich op een gelijkaardige wijze installeerden. Leon zwaaide even met de hand naar hen, maar kreeg geen enkele respons...

Bon, dan niét: hij herkende die arrogante eigendunk van de Franse seizoentoeristen aan de kust en besloot de twee blaaskaken verder maar te negeren. Waar de Noren zich ergens hadden ingenesteld kon hij nog niet ontdekken, maar de Hitlerjongens betrokken reeds hun uitkijkposten op balkons een honderd meter verderop in de straat en maakten hun positie met breed armgezwaai duidelijk kenbaar aan Leon en Tierentijn, zodat die hun schootsveld konden aanpassen. Dat was dus in orde...

Veel extra eten had Monika niet gevonden, buiten een paar dozen babymeel en een spiritusvuurtje in de reserve van de apotheek. Ze hoopte tegen de middag toch met een soort warme pap voor de proppen te kunnen komen, want ze had ook wat melkpoeder ontdekt en het bad van de tweede verdieping stond half vol water...

 In de mansardekamers leken de bewoners hoofdzakelijk hun afgedragen spullen op te slaan, want één ingemaakte kast puilde uit van oudmodische vrouwenkleren, een àndere hing vol met de garderobe van een welgestelde bompa. Zo te zien had de apothekersfamilie nog nooit gehoord van de klereninzameling door 'Winterhilfe' ten behoeve van de 'Ausgebombte' medemens, of wollen truien afgestaan als 'Kriegsspende' voor de bevroren frontsoldaat in Rusland.

Het festijn dat Monika uiteindelijk op tafel toverde kon nog wél een 'finishing touch' van de chef verdragen. Eerlijk gezegd had het meer weg van behangerslijm-met-brokken, maar het was kokend warm en - volgens haar dan toch - volledig geschikt voor menselijke consumptie...

In hun omgeving was het kabaal van de beschietingen sinds de middag fel verzwakt en na die héérlijke maaltijd kregen ze alle drie de weerslag van hun culinaire uitspattingen. Na strootje-trek mocht Leon als eerste  even op het heerlijke bed van de meidenkamer een uiltje  knappen. Maar het sombere idee spookte door zijn hoofd dat hij misschien voor de laatste keer van zijn leven eens rustig alles op een rij kon zetten, en overwegen waarvoor alles, wat hij de laatste jaren had betracht, feitelijk had gediend...Dat hij in de volgende uren zou sterven, daar had hij zich ondertussen bij neergelegd. De omstandigheden waarin hij sinds zijn vlucht uit Westende was verzeild geraakt hadden hem onweerstaanbaar voortgedreven naar deze mansardekamer in Berlijn. Das Schicksal, daar was nu eenmaal niet aan te ontkomen...Maar zou de opoffering van zijn jonge leven ergens een waardevol doel dienen? Niet dus...Wat voor zin had het dan? Hij was vast onder een zeer kwaad gesternte geboren om reeds in zijn achttiende levensjaar geslachtofferd te worden op het altaar van een bloedige ideologie die hem in feite gestolen kon worden...

 

Het zal ver vijf uur in de namiddag geweest zijn toen Monika hem wakker schudde. Zohaast hij merkte dat hij in een zolderkamer op een warm zacht bed lag, dacht hij even dat hij op zijn jongenskamer in de barak van de Bassevillestraat had liggen dromen en verwarde haar gezicht met dat van zijn moeder...Maar wat deed Marie verdomme met die Duitse helm op haar kop?!

" Kom maatje, wakker worden! Het zit er hier beneden bovenarms op! De bewoners van het omliggende willen onze bullebak dwingen ergens ànders soldaatje te gaan spelen! Ik denk dat we achteruit moeten..."

Achteruit, dacht Leon: mogelijk tot achter de spoordijk? Dan kon hij misschien tóch nog aan zijn noodlottig einde ontsnappen? Met pijnlijke knoken stapte hij naar het balkon. En ja, inderdaad: achter de hoek van het zijstraatje stonden een tiental vrouwen rond de bullebak van de Volkssturm te kijven, terwijl deze poogde al blaffend de meute van zijn lijf te houden. Zij wezen hem gebiedend de richting van het station aan, en of hij alstublieft lijk een gesmeerde bliksem met zijn klotekrijgers naar dààr wilde 'abhauen '!! Er kwam uit een van de huizen zelfs een mankepoot op krukken zich in het dispuut mengen, maar de krijsende vrouwen konden het blijkbaar ook zonder de hulp van zo'n sjofele vent wel klaren. Dachten ze toch, want ze negeerden de invalide volkomen.

Toen de bullebak niet vlug genoeg afdroop, trok een pinnige voorvechtster hem lijk een stout kind bij de mouw achteruit, waardoor de man bijna struikelde. Om zijn figuur te redden trok de Volkssturmer daarop zijn pistool en schoot een paar maal in de lucht. Het leek alsof bij toverslag de tijd even bevroor: heel de kring verstijfde van angst en deinde een ogenblik later vlug uiteen toen de held met zijn wapen in aanslag de halve cirkel zwaaiend op de korrel nam. Tien seconden later waren alle demonstranten van de aardkorst verdwenen en stapte onze sheriff met stijve benen de saloon, pardon: de Bierstube naast de hoek binnen...

Van achteruittrekken naar de spoordijk bij het station zou voorlopig wel niets in huis komen, vreesde Leon...

 

Monika had, na een strooptocht in de verlaten huizen van de buren, in de loop van de namiddag met gedroogde aardappelschilfers, spliterwten en een stuk worst dan toch iets deftigs gekookt dat op een stamppot trok. In de Bierstube had ze niet alleen een kruik slappe Pilsner ontdekt, maar ook alvast twee van de vier Noren teruggegevonden, die er poepeloere zat achter de toog hun roes uitsliepen...

Na het 'laatste avondmaal' was het de beurt aan Leon om achter de stenen balustrade van zijn balkon de wacht op te trekken en kon Monika even gaan liggen. Tierentijn had in zijn eigen mansarde een slaaphoek gemaakt met een kapokzak van beneden. Maar slapen scheen hem niet goed te lukken, deels door de spanning voor het nakende gevecht en deels ook door de Russische beschieting die gestaag in kracht toenam en waarvan de granaten en raketten steeds dichterbij insloegen. Tegen middernacht kwam hij dan maar van pure miserie bij Leon een pijpje roken, in afwachting dat hij om twee uur de wacht zou overnemen.

Veel zinvols hadden ze elkaar niet te vertellen. Soms loste Tierentijn een bedenking over familie in Mol, die - volgens het laatste wat hij ervan had gehoord - voor een  groot deel daar ergens in den bak zat. Leon had geen zin om op deze afgezaagde verhaaltjes in te gaan: de aangehaalde namen zegden hem niets, en het triestig lot van die mensen was zo alledaags en algemeen verspreid dat het niemand meer ontroerde. Maar toen Leon hem om twee uur de wacht wilde overgeven om nog even te gaan liggen, kwam de kat op de koord.

" Monika heeft mij vanmiddag doen beloven haar dood te schieten vooraleer we door de Russen overmeesterd worden. Ze wil niet levend in de handen van die beesten vallen, zei ze...Heeft ze u daar ook over gesproken?"

Leon schrok van deze brutale uitlating, ook al had hij wél verwacht dat Monika hém, als haar beste vriend, vroeg of laat met deze ultieme smeekbede zou opschepen. Met die Ilse von Leberwurst als antesedenten kon hij daarenboven op ondervinding bogen...Dat ze dit nu éérst aan zo'n wildvreemde tjeef als Tierentijn gevraagd had deed hem wél even pijn.

" Nee, ik weet van niks...En ge hebt dat dus moeten beloven? Gij zijt in de Limburg toch stijf katholiek? Gaat ge dat over uw geweten kunnen krijgen? Het leven is toch heilig volgens dat de pastoor zegt?"

" De pastoor...de pastoor! Die heeft gemakkelijk te spreken: die zit hier nu niet op een zolder in Berlijn met een vrouwmens dat seffens door de Rode beesten misbruikt gaat worden! Ten andere, toen ik de laatste keer in verlof was heb ik hem te biechte iets in dien aard gevraagd...Van: hoe heilig is het leven in oorlogstijd? En weet ge wat hij zei? In de oorlog staat God naast u en zal zorgen dat gij het goede doet..."

" Bon, dan zijt ge daarmee gedekt, als ik het goed verstaan! Luistert, ik ga nog wat liggen, maar waagt het niet mij af te schieten moest ik in mijn slaap beginnen roepen hé! Moest ik u vannacht in mijn kamer horen rondsluipen, dan zijt ge een lijk vóór dat ge 't weet! " Verdomme ,Monika willen afmaken ! Hij kon die slijmerige pilarenbijter uit de diep godvruchtige Kempen plots niet meer uitstaan!

 

Hij lag nog maar pas neer en daar knielde dat spook reeds voor zijn bed! Maar vooraleer hij hem een muilpeer kon geven voelde hij plots een zachte hand op zijn mond. Monika? Ja natuurlijk, wie ànders, verdomme! Zóveel vreemde vrouwen dwaalden er niet door deze verdieping! En zonder er nog woorden aan vuil te maken schoof ze bij hem op de smalle matras...

" Ik heb jullie daarjuist bezig gehoord over mij." fluisterde ze kalm in zijn oor: " Ik kan ook op u rekenen, nietwaar, als het zover komt? Ik weet uit eerste hand wat de Russen uitsteken met al de verpleegsters die ze levend kunnen pakken...We hebben er vorig jaar in Praag twee moeten verzorgen die tijdens een tegenoffensief uit hun klauwen bevrijd werden...Ik wil niet dat mij zoiets overkomt, hé Leon! En ik ben zeker dat, moest ge de juiste toedracht kennen, ook gij geen ogenblik zult twijfelen om mij te helpen! En wacht daar alstublieft niet mee tot het te laat is, want voor dat ge 't weet zijt ge zelf getroffen en niet meer bij machte u nog te verroeren. De loop onder mijn kin zetten en afdrukken: één schot en ik ben gered...Beloofd?...Vanals ze hier in huis zijn en de trap opkomen? Ik reken op u, hé! "

Wat kon hij ànders doen dan knikken?

 

Ze was tot de morgen dicht tegen hem blijven liggen en de Gust had hen niet gestoord. Blijkbaar geroerd door de troostende zoenen op haar betraande ogen had ze zonder schroom haar lippen aangeboden en spontaan haar uniformjas losgeknoopt. Er was geen échte drift geweest, enkel een innig strelen, want het naderende trommelvuur maakte het onmogelijk zich verder in elkaar te verliezen. En toen ze tegen de dageraad dan toch maar opstonden voelden ze zich wél getroost, maar niet voldaan. Toen Leon in een opwelling van tederheid haar hand kuste merkte Monika dat hij verwonderd naar het gouden ringetje keek met de kleine robijn.

Ze glimlachte wat triest en fluisterde: " Souvenir de Prague...Mooi hé?...Nog gekregen van uw broer Joseph..."

" Ik heb u dat nooit weten dragen..."

" In dienst kan dat niet, hé...Maar nu: 'Il faut finir en beauté', zoals de Fransmans zeggen..."

De Fransmans! Leon schrok op. Hoe zouden die van de overkant het nu stellen, want eerlijk gezegd, voor de strijd die er aankwam konden ze elke hulp goed gebruiken.

Ze stonden op en gingen eens loeren, maar van de wapenbroeders was niets te bekennen...

 De Gust zei beschaamd - en waarschijnlijk om hun gevoelens van privacy niet te kwetsen - dat hijzelf tijdens zijn wacht ook even was ingedommeld , ondanks de zware beschieting. Hij was wakker geschrokken door fel geruzie in een vreemde taal juist voor hun deur maar kon daar beneden in het donker niets ontwaren. Hij veronderstelde dat die zatte Noren, die Monika in de half-uitgebrande Bierstube ontdekt had, een dronkemansgeschil hadden uitgevochten of bijgelegd. Maar na dat incident had hij dubbel zo scherp naar alle geluiden geluisterd, zei hij met een vette lach...

Monika besloot nog een toertje te doen langs de voorraadkasten van de buurthuizen om iets samen te schrapen dat voor een ontbijt kon doorgaan. Onderwijl speurden de mannen in het vale daglicht rond of ze een glimp konden opvangen van de Fransen aan de overkant, of van de H.J.-jongens op hun vooruitgeschoven uitkijkpost...

Plots kwam Monika buiten adem de trap op gestormd.

" Verdikke, Gust, gij hebt toch een gezonde vaste slaap, man! Tijdens uw wacht hebben ze hier voor ons deur een soldaat opgehangen, zonder dat ge alarm slaat! "

Tien seconden later stonden ze alledrie in het deurportiek voorzichtig te loeren naar de typische laarzen die voor hun neus bungelden: typisch omdat enkel de SS-ers van de 'Nordland divisie' zo'n sneeuwlaarzen hadden... De gehangene droeg enkel nog de broek van zijn uniform en een gebreide borstrok op zijn bleke behaarde bast.

Na de eerste schok zei Monika walgend: " Da's één van die twee zatte Noren die gisterenavond hun roes lagen uit te slapen achter de toog van de Bierstube ginds. Toen ik ze daar vond, lagen ze er al zo bij: half in hunnen bloten...Maar ik herkende zijn kameraad aan dat groot vers litteken over zijn kaak..."

Tierentijn wendde zich af: " Die jongen heeft geen chance gehad: strontzat van de straat opgepakt door de vliegende krijgsraad zonder de minste papieren, en het dan waarschijnlijk in het Duits niet al te goed kunnen uitleggen...Die moordenaars gaan er geen tolk bijsleuren hé: vier vragen zonder antwoord en hop, ge hangt aan de lantaarnpaal, zonder veel complimenten! "

Plots viel een honderd meter verder, ongeveer waar de Hitlerjongens gisteren hun uitkijkpost hadden ingericht, een hele rits katjoucha-raketten.Aan weerszijden van de straat storten met veel gedruis een paar gevels in, en toen hij van de schok bekomen was hoorde Leon achter het dikke stofscherm in de verte het gekende geklepper van naderende T-34 tanks. Nog steeds versteven van de schrik riep hij schor: "Kom, terug naar boven! 't Is aan ons! "

 

Nauwelijks hadden ze op de balkons van de mansarde hun schietstellingen weer ingenomen of daar dook uit de stofnevel aan het einde van de straat voorzichtig het eerste stalen monster te voorschijn. Tweehonderd meter, schatte Leon. En zestig meter is de beste trefzekere afstand voor een Panzerfaust, prentte hij zich in: " Zestig...dat is daar bij die dikke afgerukte tak van de plataan, midden in de rijweg...Wachten, Leon, rustig..."

Nadrukkelijk probeerde hij de spanning van het komende gevecht weg te werken door zijn gedachten op iets ànders te concentreren...Die dode hier beneden...Het beeld van de opgehangen Noor voor de deur stond met gloeiend ijzer diep in zijn hersens gegrift. De scheef getrokken kop, de   halfnaakte torso, de armen op de rug gebonden... het deed op een misselijke manier denken aan het slachten van een varken op een boerenhof, destijds in Westende. Die Noorse jongen was vast geen deserteur geweest, maar gewoon wat gratis willen gaan zuipen in die Bierstube en verklikt geworden door de cafébaas wegens de onbetaalde rekening. Eén zaak stond voor Leon vast: op dié manier wilde hijzelf nooit aan zijn einde komen. Maar wegvluchten kón niet meer, daar was het nu te laat voor. Zoals hij hier eenzaam op zijn vooruitgeschoven schietstelling geprangd lag tussen de oprukkende Russen op nauwelijks honderdvijftig meter vóór hem, en de Duitse hoofdweerstandslijn in de viaduct tweehonderd meter àchter hem. Zijn ultieme redding lag dus in deze apotheek, of ze lag nergens!

Vannacht had hij overwogen zo rap mogelijk nà het komende gevecht hier ergens onder te duiken, samen met Monika als het kón, of ànders alleen...Want sneuvelen voor een waardeloze zaak zag hij écht niet meer zitten... De moeilijkheid was natuurlijk op zo'n korte tijd in de buurt een schuiloord te vinden, waar hij het een paar dagen kon uitzingen tot de storm was uitgeraasd...Wat geschikte burgerkleren vinden tussen de afdankertjes van de apotheker was op zich geen probleem. En voor de verdere vlucht bezat hij nog altijd de valse papieren van die overleden Waal, die hij bij Ilse von Witzleberhof had begraven, twee maand geleden...

Maar eerst moest hij sowieso vechten, daaraan viel nu niet meer te ontsnappen.

Het schoot hem plots te binnen dat hij en Tierentijn best alle twee tezamen het vuur zouden openen. En dat ze daarover, verdomme, na al die uren dat ze hier bijeen hadden gelegen, onderling nog geen énkele tactische afspraak hadden gemaakt! Als de Gust er plots op los begon te vlammen, terwijl de T-34 nog buiten de schootsafstand van de Panzerfaust stonden, werd dat hier een ramp! Van op honderd meter kon zo'n tank de kanonloop hoog genoeg opheffen om hen hier met een rechtstreeks schot weg te blazen. En dat zou zeker gebeuren als de Gust te vroeg met zijn M.G. begon te vuren en zo hun hoge positie zou verraden...

De zon brak door de nevels en na de eerste T-34 ontdekte Leon er nog twee, iets meer achteruit. Ze waren daar waarschijnlijk op een weerstandsnest gestoten dat eerst opgeruimd moest worden, en rukten in elk geval niet verder op. Dat gaf Leon even de tijd om naar de andere kamer te lopen, waar Gust achter zijn M.G. lag te mikken en Monika de patroonband klaar omhoog hield.

" Denkt eraan, Gust, dat gij niet schiet voor ik de eerste tank getroffen heb! " En, vooraleer rap terug naar zijn eigen balkon te kruipen, wees hij op zestig meter de tak aan waar hij de T-34 zou vernietigen .

Al bij al had hij zich niet zo moeten haasten, want de Ivans namen er hun tijd voor. Leon zag hoe ze methodisch en kalm de weerstand opruimden, en dàn pas weer een paar huizen verder reden...Weer een paar kanonschoten links of rechts en de stormfuseliers de boel verder laten zuiveren: het leek wel een goed geolied ritueel, waarvoor ze alle tijd namen.

Plots, iets vóór het wrak van de uitgebrande Panzer IV die de 'Nordland' daar gisteren verloren had, werd de op kop rijdende T-34 door een Panzerfaust getroffen. Na een kleine flits op de romp sloeg een steekvlam de koepel opzij, en een paar man die achter de tank beschutting hadden gezocht, bleven voor dood liggen.Wie deze raket afgevuurd kon hebben, was voor Leon een raadsel, want hij wist niet dat vóór hem nog bevriende troepen lagen...Zijn twee Franse overburen misschien, die het hoekhuis niet zo een goed idee hadden gevonden, en zonder boe of ba zich een blok verder in stelling waren gaan leggen?

Geen tijd echter om daarover te mediteren: De tweede T-34 gaf met huilende motor plots volle gas en kletterde voorbij zijn laaiende lotgenoot.En terwijl hij onder zijn rups een gevallen soldaat verpletterde vuurde hij kort na elkaar twee schoten in het gelijkvloers van een huis. Met een plotse kramp en dikke grijze stofwolken door deuren en vensters leek dat zijn laatste adem uit te blazen. Eén ogenblik later stortte de hele voorkant, drie verdiepen hoog naar beneden, tot midden in de straat...En de verlammende gedachte flitste door Leons hoofd: dàt staat ons ook te wachten! ...

Als een slaapwandelaar trok hij de veiligheidspen uit de eerste Panzerfaust, schoof de kop tussen de stenen stijlen van de balustrade en mikte langs de opzet naar zijn brullend slachtoffer beneden. Alsof het monster een voorgevoel had van zijn naderend einde rolde het tergend traag dichterbij en leek het een eeuwigheid te duren vóór het eindelijk over de fatale tak reed. Nu! ! Hij voelde de zware terugslag nauwelijks, maar volgde met opengesperde ogen en versteven van de spanning de rechte baan van de raket die...óver de tank vloog en midden de wegduikende stormfuseliers ontplofte.

Hoezo, óver de tank!?...Had hij dan de verkeerde opzet gebruikt?! Natuurlijk, verdomme: die opzet diende voor horizontaal vuur! Hij schoot echter naar beneden en had de halve afstand moeten kiezen! Nog terwijl hij zich zelf zo uitkafferde had hij al de tweede Panzerfaust ontzekerd en aangelegd. Hij hoorde Tierentijn als een ware bezetene tekeer gaan met zijn M.G., en een paar stormtroepers tegen de gevels aan de overkant wegmaaien. Kalm koos hij nu de middenste mikkorrel van zijn opzet en vuurde. Een seconde later vloog de Rus met een enorme knal aan dingelen.

In de stilte die daarop volgde hoorde hij geen MG-vuur meer van Tierentijn. Plots gilde Monika. Leon liet zijn derde Panzerfaust liggen en kroop rap naar binnen. De Gust, die zelf stevig bloedde uit zijn gezicht, sleepte haar bij de kraag over de vloer naar de veiligheid van het smalle trappenhuis.

"Schouderschot! " riep hij naar Leon: " En ik steensplinters in m'n smoel van een onverwachte rafale op de balustrade: da's niks! Schiet rap de laatste raket af en dan zijn we weg! "

" Weg?? Naar wààr verdomme?!"

Plots voelde hij kort opeen twee zware ontploffingen onder zijn voeten en begreep in een flits dat ook voor hem hier alles eindigde. Want als in een vertraagde film trilde en schokte met een oorverdovend geraas de kamer heen en weer. De gevelmuur schoof in een verstikkende stofwolk vóór z'n ogen naar beneden en sleurde de versplinterende plankenvloer van de mansarde mee in de afgrond. Leon poogde nog greep te krijgen op een losschietende draagbalk, maar werd dan bedolven onder het instortend plafond en een regen van dakpannen. Van de klap waarmee de diepe val eindigde heeft hij niets meer gevoeld.

Want toen wàs er niets meer...

<!--[if gte mso 9]>

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (15 Stemmen)
24-09-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
23-09-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 305
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C28FESTUNG BERLIN.

 

                             Steglitz, 25 april '45.

De hectische tocht met hun camion van Ravensbrück naar Berlijn - hoop en al een tachtig kilometer - zou uiteindelijk zesentwintig uur in beslag nemen. Maar véél kon Leon er zich nadien niet meer van herinneren. Wél dat hij meestal zélf gestuurd had, terwijl Monika in de laadbak de gewonden zo goed mogelijk verzorgde en te eten gaf. En dat ze in feite héél die weg bijna stapvoets van de ene opstopping naar de àndere gesukkeld waren. En dat overscherende Rata's hen ondertussen vrolijk hadden afgeschoten, lijk plaasterpijpen in een schietkraam. Enkel tijdens de nacht hadden ze wat respijt gekregen...

Maar de nieuwe dag had helemààl een gekkenhuis geleken. Ze waren Spandau, aan de noordgrens van Berlijn, tot op een 15 kilometer genaderd door tot dàn toe steeds met de hoofdstroom van de aftrekkende troepen mee te drijven. Doch vanaf de vroege morgen van 24 april kreeg hij de indruk plots tégen stroom in de varen: steeds méér tegenliggend verkeer van militair gerij, gemengd met slierten zwaarbepakte burgervluchtelingen te voet, stremden zijn pogingen om nog in de 'Festung Berlin' binnen te geraken. Eerst dacht hij beschaamd dat hij in de verwarring van de nacht ergens verkeerd naar links was afgeslagen, in plaats van naar rechts. Maar toen Monika uiteindelijk navraag deed bleek inderdaad dat al deze mensen van de Reichshauptstad wég vluchtten, en zijzelf ver de énige idioten waren om daarhéén te rijden!

Monika was van oververmoeidheid in tranen uitgebarsten toen hij haar voorstelde ook maar naar het westen af te slaan. Maar ze herpakte zich snel: Of hij ook soms wist aan welk hospitaal zij daar de gewonden kon overdragen, Vlaamse jongens waarvoor zij tenslotte de verantwoordelijkheid had aanvaard? En hij had mooi pleiten dat er nu van hun gewonden alle drie-vier uur één de pijp uit ging, zij was er vast van overtuigd dat 'haar jongens' het meeste kans op een gespecialiseerde verzorging konden verwachten in een Berlijnse kliniek.

Haar redding was tegen de middag plots uit een zéér onverwachte hoek opgedoken. Achter hen was plots een kleine, maar zwaar gewapende colonne van de Franse SS divisie 'Charlemagne' beginnen kabaal maken. Voorop reden een paar 2cm pantserwagens die Leon een warm gevoel van herkenning hadden bezorgd, ware het niet dat ze dreigden hem mét camion en al van de baan af de gracht in te duwen. Zijn vrachtwagen - en nog wel één met het embleem van de SS 'Langemarck' op de laadklep! - versperde hen de weg naar Berlijn! Het zicht van Leons bebloede uniform en zijn berenpostuur had hen vlug gekalmeerd. En zohaast die woeste bende besefte dat ook 'cette belle infirmière flamande' met haar lading gewonden in de hoofdstad wilde geraken, moest Monika niet lang meer parlementeren. Achteraan aansluiten, was het parool! Of, zoals de Adjudant in de eerste '2cm' het met een vet lachje dubbelzinnig uitdrukte: " Je prend la tête, ma soeur, tu prends la queue! " Waarop heel het groepje macho's, dat uitgestapt was om de oorzaak van hun oponthoud eens rap de gracht in te duwen, in jolig gebrul uitbarstte. Het korte besluit van de chef bleek daarenboven wonderwel geschikt als wisseltekst voor de schlager 'Tout va très bien, madame la marquise! '...

Het was kantjeboordje geweest om, onder de neus van de omsingelende sovjettroepen door, de smalle opening in de 'vestingmuur' binnen te glippen. In de dichte bossen van Spandau waren ze zelfs zijdelings onder infanterievuur gevallen. Maar de Fransen bleken over bergen munitie te beschikken en de colonne sneed als een slagschip, vurend naar alle kanten, ongedeerd de 'veilige haven' binnen.

 Hoe dan ook, in de late namiddag laveerde Leon tussen de vele bomtrechters de brede Spandauer Damm af naar het voornaamste noodhospitaal in het prachtige gouden Schloss Charlottenburg. Maar hoe Monika ook aandrong, de receptie daar weigerde kortaf haar gewonden over te nemen wegens overbelasting. Probeer het liever in het klooster van de Savignyplatz, kregen ze als troost mee. Maar ook dààr vingen ze bot. De Neue Kirche bij de Fehrbelliner Platz, het volgende noodlazaret, deed bij Leon een belletje rinkelen: die buurt kénde hij. Maar hérkennen was iets héél ànders want de bureelblokken waar hij gewerkt had lagen grotendeels in puin of waren uitgebrand. Het deed hem, ondanks zijn uitputting, écht pijn aan het hart: als een thuiskomst van de verloren zoon die aan de gesloten poort klopt en hoort dat zijn familie vertrokken is. En ook in de Neue Kirche konden ze hen enkel de raad geven het in de Ratskeller onder het stadhuis van Steglitz te proberen...

En dààr lukte het inderdaad, wonder boven wonder...

 

Joseph kreeg juist op tijd, na lang zoeken en vloeken, zijn zelfgebouwde kristalpost op de Deutschlandsender afgestemd. Hij had al bijna heel de namiddag aan 'zijn bureel' op de tweede verdieping zitten prutsen om dat onding, dat hij op een sigarenkist van Dahlmann had gemonteerd, aan de praat te krijgen. Ondanks het gevaar van wéér een granaatinslag zoals bij de buren, en aanhoudend gestoord door het golvend lawaai van het steeds naderende oorlogsgeweld, was hij tóch boven blijven doorwerken. Immers, voor de montage had hij volle daglicht nodig, en voor het testen van de ontvangst hing hij af van de Dahlmanns antenne. Na lang testen leek het bouwschema, zoals hij het zich van zijn vriend Arthur Birnbaum meende te herinneren, toch eindelijk te willen werken. En inderdaad juist op tijd voor het dagelijks Wehrmachtbericht dat toch nog wat zweverig en vol gekraak in zijn koptelefoon klonk.

..." De Führer heeft, zoals reeds door Gauleiter en Rijksverdedigingskommissaris Jozef Goebbels verklaard, de verdediging van de Rijkshoofdstad op zich genomen...Wehrmacht, Volkssturm en...zijn met de vaste wil bezield de bolsjevistische....doodsvijand overal te verslaan... Partijgenoten staan op bedreigde straathoeken met Panzerfaust en Machinepistool klaar..aanval bloedig af te slaan...

"...Ten zuiden van de stad vingen... bolsjevistische tankspitsen op langs de lijn... Belitz-Trebbin-...Köpenick werd heroverd... doorbraak in de Prenzlauer Allee werd afgesneden...pogingen...Havel in het noorden van de stad te overschrijden werd afgeslagen..."

Plots schrok Joseph zich een aap: de telefoon op het bureel belde! Na even twijfelen haakte hij af en hoorde een vrouwenstem een beetje hysterisch roepen: " Mit Herr Dahlmann? Wird bei Ihnen in Steglitz schon gekämpft? Sind die Russen schon da?...Herr Dahlmann ? Mir reichts aber :wir machen schluss ! Wir waren glücklich Ihnen gekannt zu haben...Also ,Grüssgott..." Maar voor hij kon antwoorden werd de verbinding al weer krakend verbroken... En wat erger was: ook de Deutschlandsender gaf enkel nog fluittonen in zijn koptelefoon. Joseph voelde zich even verlaten als Robinson Crusoë op zijn eiland die een schip aan de einder weg ziet varen...

Wie deze bange vrouw aan de telefoon wel geweest kon zijn is hij nooit te weten gekomen...Eén van de velen die het niet meer wilde beleven ,blijkbaar...

 

Met het vallen van de duisternis vervaagden alle banden met de omgeving en de groeiende nachtblindheid verzwolg ook alle relatieve zekerheden die het leven overdag een beetje houvast gaven. De beschietingen namen nog in hevigheid toe, had hij de indruk, toen hij een laatste maal zijn hoofd buiten stak. Steeds meer huilende vuurstaarten van katjoecha-raketten schoten als vallende sterren langs de nachtelijke hemel, richting centrum.

Beneden hurkte de keldergemeenschap dicht bijeen in de warmgele schijn van de stormlantaren en Joseph kreeg erdoor bijna een gelukkig gevoel van gezelligheid. Ma De Bens deelde weer aan alleman een bord dikke goulashsoep uit. Wel zei ze er nadrukkelijk bij dat dit de laatste was, waarschijnlijk ter intentie van de oude Weimars. Want die moesten niet denken dat ze voor eeuwig bij 'die Ausländer' aan tafel konden aanschuiven hé!

 Lang werd er gepalaberd of de buren, met al dat schieten en de granaatinslagen t' allenkant, de beide dames Schinsky vannacht nog deftig zouden kunnen begraven. Een paar vrouwen van 15C en 15D hadden de twee lijken in jutezakken genaaid, en iedereen was het er roerend over eens dat dit waarschijnlijk voor de gevoelige zielen een fameuze karwei was geweest. Maar de grafput in hun achtertuin was nog geen halve meter diep: dus dààr zouden de mànnen nog aardig wat werk aan hebben. En die zagen het blijkbaar niet zitten om daar in het donker aan voort te doen...En zéker niet nu de beschieting weer stukken heviger werd !...

 

De volgende morgen werd Joseph wakker van de vreemde stilte om hem heen...Geen granaatinslagen of huilende raketten...niets... Enkel het ver geratel van machinegeweren en af en toe een doffe ontploffing wezen er op dat de oorlog nog niet voorbij was. Wél hoorde hij door het afgedekte keldergat gedempte gesprekken in een onbekende taal tegen een achtergrond van een roezemoezende menigte en af en toe een hard bevel...in het Duits! Oef, wat een opluchting! Want één moment meende hij dat de Rùssen voor de drempel kampeerden!

Toen hij de voordeur opentrok was het wel even een verrassing. Zijn doodlopend straatje lag vol rustende troepen van de 'Nordland Panzergrenadier Division' rond een dampende veldkeuken, en op de hoek van de apotheek stond een Pantzer IV ter beveiliging op de uitkijk. Veel gasten zagen er totaal afgepeigerd uit met al de stigmata van een dagenlange frontinzet. Anderen sliepen in de onmogelijkste houdingen onder hun regenponcho op het voetpad langs de huisgevels. Maar de dappersten waren zich aan 't wassen en scheren rond de blusvijver in het parkje van het preventorium. Joseph stapte met grote sprongen op zijn krukken naar de tank en klampte in het Duits een bemanningslid aan dat juist tegen de rups had staan wateren. De Noor was niet erg spraakzaam, en stak achteloos zwaar inhalerend een verkreukte sigaret op zonder Joseph een blik te gunnen. Pas toen deze zich voorstelde als een ex-Oberscharführer van de SS-Langemarck keek de viking even naar de opgespelde broekspijp en zuchtte ontmoedigd.

Hoe lang ze het nog dachten uit te houden? De man schokschouderde eens: ze hadden nog munitie voor één aanval, straks...En dan op hoop van zegen, tot de brandstof op was...

De tankoverste mengde zich in het hortend gesprek. De eenheid zou, als alles opgebruikt was, zich in groep of individueel doorslaan naar het westen en met alle macht proberen aan Russische krijgsgevangenschap te ontsnappen. 

Steeds herhaalde hij als in zelfhypnose: " Ich komme durch! Ich komme durch! " Hij zou er zich wel doorslaan...En alsof hij ergens een spoor wilde nalaten begon hij tegen Joseph zijn leven te schetsen. Hij heette Lothar Reinhart en kwam uit Minden in de Harz. Hij leerde 'Feinmechaniek' toen hij in '38 voor twee jaar opgeroepen werd als dienstplichtige 'beim Kommiss'. Maar toen brak die verdomde oorlog uit en bleef hij zes jaar aan één stuk in dienst. En al die tijd toch steeds veel 'Schwein gehabt': alle watertjes zonder ongelukken doorzwommen. Eerst altijd vooraan in de tankspitsen door 'La douce France', dan de Balkan en later Rusland...Nadien altijd als laatste tank in de achterhoede en toch steeds veilig weggeraakt...Ook nu weer: vorige week waren ze in Müncheberg, dertig kilometer ten oosten van Berlijn, nog met tien tanks geweest in zijn eskadron om de aftocht te dekken. Nu was hij de enige die overbleef: "Ein Glückschwein, was! Deshalb: ich komme durch, Kamerad! "

Joseph kreeg er krampen van in de buik en wenste de man verder het beste: " Na Lothar: Hals- und Beinbruch! "

Bij de kruidenier werd niet meer aangeschoven voor die ranzige boter. De voorraad was wél niet helemaal uitgeput, maar de winkelierster was opgepakt door de politie. Niet omdat ze bedorven waar verkocht had, maar wél omdat ze er geen rantsoenbonnen meer voor vroeg...Hij sloot dan wat verderop maar aan bij de slang voor de beenhouwer die, volgens de hoopvolle vrouwen, een half pond vlees gaf per gezinskaart.

In zo'n slang kreeg je in elk geval meer nieuws te horen dan bij de Deutschlandzender. Zo moest de Volkssturm van de wijk om twaalf uur verzamelen op het goederenstation om een munitietrein te lossen, en wie soms dacht zich aan deze gevaarlijke karwei te onttrekken mocht zich aan de kogel verwachten. Opmerkelijk was wel dat deze vrouwen rondom hem openlijk en hardop het een echte schande vonden om hun oude vaders nu nog zo'n risico te laten lopen. Anderen hadden dan weer commentaar op de 'Herr Professor' die vanmorgen, daar aan de overkant, op zijn dorpel gevonden werd met overgesneden keel, en op zijn deur stond 'Verrader' geschreven met zijn bloed...Ze fluisterden dat de Werwolf hem gesnapt had toen hij zijn oude officierstenue verbrandde, tenue dat notabene nog stamde uit de 'Grosse Krieg' van 14-18!

Joseph was blij toen hij tegen één uur zijn half pond vlees bemachtigd had want het Russisch geschut was al weer een hele tijd katoen aan het geven. De Noorse SS-ers waren uit zijn straatje verdwenen maar verderop in de Albrechtstrasse stond het wrak van een 'Pantzer IV' walmend uit te branden... Zijn gebuur, de blokoverste Krüger, stond met een Volkssturmer bij de apotheek voorzichtig op de hoek te loeren omdat er door de hitte af en toe nog steeds munitie in het wrak ontplofte. Joseph vroeg of het  dezelfde tank was die hier in de vroege morgen op wacht had gestaan? Ja, natuurlijk, dat was toch de énige! Een stomme gelukstreffer van de Russische artillerie toen de Noren uit rust langs de Albrechtstrasse terug naar de vuurlijn trokken!

Al vond Joseph het woord 'geluk' ietwat misplaatst.. Zéker in verband met Glückschwein Lothar uit Minden...

Ma De Bens liep met roodbetraande ogen rond. Ze had de twee dames Schinsky vanmorgen in het koertje van de buren zien begraven : " Lék nen 'oend ", zonder de minste poespas, en dat had haar danig aangegrepen. Nu wachtte ze al een paar uur op haar dochter Rika, die maar niet terug kwam van haar aanschuiven bij de slager. Miel was er al eens opuit gestuurd om te zien waar ze bleef, maar had haar nergens kunnen vinden. Tegen zessen dook Rika dan toch op met vier broodjes. En, om haar verdwijning te rechtvaardigen, in een krant een pak lauwe zuurkool met een stuk worst: zojuist na een leuk potje haarkepluk veroverd bij een veldkeuken die dringend moest opkramen.

Françoise en Phil waren die middag water gaan halen bij de pomp van de volkstuintjes en vertelden dat daar 's morgens een granaat was ingeslagen dicht bij de aanschuivende vrouwen. Resultaat: drie doden en een stuk of tien gewonden. Maar zohaast die 'opgeruimd' waren, was het pompen gewoon door gegaan...

De artilleriebeschieting van de wijk nam nu in  hevigheid toe, met af en toe inslagen in de zolders van de huizen rondom. De lucht was bezwangerd met carbidrook en kalkstof en in de Bierstube naast de hoek was brand uitgebroken. Joseph twijfelde nog even of het in die omstandigheden wel de moeite zou zijn om met zijn kristalpost  te proberen het Wehrmachtbericht op te vangen. Maar hij beet door, al duurde het even voor hij door het trillen van zijn vingers de Deutschlandzender gevonden had. En blijkbaar té laat want er was enkel nog wat sprake van Berlijn...

..." Op 25 april wordt in de Rijkshoofdstad om elke voet bodem zwaar gevochten...De Bolsjevieken drongen van uit het zuiden tot de lijn Zehlendorf vooruit, en tot Nauen in het westen van de stad..."

De rest ging verloren in het kabaal van de Russische beschieting en hij vond het plots hoogste tijd om naar de kelder te vluchten. Langs de trapleuning twee verdiepingen naar beneden glijden maakte hem wél op slag tien jaar jonger, maar het ontbrekende been bemoeilijkte zijn evenwicht en vergalde al zijn jongensachtige plezier.

 

Tegen middernacht daverden in de verte kort opeen een viertal zware ontploffingen en toen viel de kanonnade op de stationswijk van Steglitz stil. Het was bijna volle maan. Naar het brandende stadscentrum verderop werd nog fel geschoten met veelkleurige lichtspoormunitie en katjouscharaketten, maar zolang het voor 'de ànderen' bestemd was, trok hiér  niemand er zich iets van aan...Heel hun straatje lag weer vol rustende Wehrmachttroepen, Duitsers ditmaal. Met daar tussen opvallend veel giechelende meisjes en vrouwen die het blijkbaar met de soldaten goed konden vinden. Zelfs zéér goed, want in het parkje van het preventorium waren de 'ontboezemingen' niet van de lucht...Heel die opgepepte sfeer deed Joseph wat terugdenken aan de amoureuze losbandigheid in de struikjes rond 'Den Tap', na de filmvoorstelling van Pater Morion in Westende,destijds...

Alhoewel, de wat hitsige kermiszotheid van toén werd hier overspoeld door de wanhopige chaos van het laatste oordeel: hélemaal niét meer om te lachen...

 

De mistige volgende morgen bleken de feestgangers van vorige nacht verdwenen en in hun plaats rustte er nu een flinke groep geniesoldaten voor de deur. Joseph vernam dat ze gisteren tegen middernacht ten zuiden van Steglitz de laatste vijf bruggen over het Teltow-kanaal hadden laten springen: of hij dat soms niet gehoord had, vroeg een grijze sergeant ironisch, fier op het gedane werk.

" Ik kan het alleen jammer vinden van al die mooie bruggen..." antwoordde Joseph voorzichtig tegendraads.

De man schokschouderde: " Dat kanaal loopt langs de volledige zuidergrens van Berlijn: zonder al deze bruggen is daar een mooie defensiestelling van te maken. Voldoende om de Russische opmars toch een dagje of zo af te stoppen, zodat we weer even op adem kunnen komen. De jongens hebben het broodnodig, weet ge! "

"Akkoord: een dagje uitstel...en dàn? Het kanaal ligt hier hoogstens een kilometer vandaan: zonder brug is de Rus verplicht heel de noordelijke oever over een voldoende diepte plat te schieten als hij veilig met bootjes wil oversteken. En ik weet het uit ondervinding - Joseph sloeg tegen zijn beenstomp - dat onze Ivan met 'voldoende diepte' op geen honderd meter ziet! "

De sergeant bekeek hem even wantrouwig en haalde dan zijn schouders weer op: " Bang van nù nog de pijp uit te gaan, jongen?...Wat moeten mijn mannen dan zeggen?! Na zes jaar miserie de oorlog toch nog verliezen! Al die opofferingen voor niéts! ...Geloof me, iederéén voelt zich daarin bedrogen...Want ook voor ons is elke dag dat wij langer moeten vechten, er één teveel! Aan tien doden per uur zal het nu waarschijnlijk rap aan mij zijn... En àls ik het er levend vanaf breng, weet ik nog niet wat er met mijn familie gebeurd is. Volgens hun laatste brief zaten die in Danzig te wachten op een boot... Dat was in februari...Ik zal misschien met mijn mannen, na deze zwijnerij hier, kunnen doorbreken naar het westen. Maar wat voor zin heeft dat nog als mijn vrouw en mijn twee dochters verkracht en vermoord werden door de Rus?!" 

Zijn laatste zin eindigde in een snik en de man keerde zich beschaamd af. Dantzig...Boot...Februari...Joseph dacht aan de ramp met de "Wilhelm Gustloff" en vond er niets beters op dan zachtjes te vertrekken...

Tegen de middag kwam er nog even een veldkeuken voor de geniesoldaten, en toen die hun buik vol hadden mochten de burgers de ketel met griesmeelpap leegschrapen. De onderburen van Joseph, de tandeloze Vati en Mutti Weimar vraten bij dit feestmaal alsof hun leven er vanaf hing tot ze letterlijk geen pap meer konden zeggen!

In de late namiddag poogde Joseph opnieuw op zijn kristalpost contact te krijgen met de Deutschlandzender, maar vergeefs. Door het salonraam had hij, ondanks de rook- en de stofwolken, een beter zicht op de branden in de omgeving. Plots hoorde hij, boven het kanongedonder in de verte, opnieuw kabaal van schreeuwende stemmen op de straat beneden. Blokoverste Krüger en nóg een paar oudere buurvrouwen hadden het blijkbaar serieus aan de stok met een adjudant van de Volkssturm. Joseph begreep dat die hier een vooruitgeschoven weerstandsnest wilde opstellen om de versperring onder het stationsviaduct te beschermen, en dat de inwoners van de buurt dat niet zo'n goed idee vonden...Immers: een weerstandsnest betekende straatgevechten, en gevechten betekenden nog méér bommen en granaten! En dààr scheen de buurt nu langzamerhand toch de buik van vol te krijgen!  Ma De Bens meende dat Joseph, als oud-Langemarcker, voldoende gewicht in de schaal kon werpen om de Volksturmman tot betere gevoelens over te halen. Bon, in godsnaam dan maar... De kristalpost had voorlopig toch niets zinnigs te melden...

Toen hij zich beneden in de discussie wilde mengen bleek dat de adjudant zijn groep al over verschillende huizen rond de hoek had verdeeld. En Joseph begreep onmiddellijk dat die nieuwbakken Napoleon zijn wankel gezag nooit op het spel zou zetten door nu reeds de aftocht te blazen. Toen, tijdens het bekvechten, het nadrukkelijk wijzen van oost naar west overging in stompen en duwen, trok de Volkssturmer zijn pistool en schoot tweemaal in de lucht. Aangezien hij daarmee waarschijnlijk duidelijk wilde maken dat, wat hém betrof, de brainstorm ten einde was, dropen de muitende buren mokkend af en kroop ieder voor zich in zijn onderaardse hol.

 Joseph had niet veel honger, deels door de griesmeelpap van deze namiddag, maar deels ook door de stijgende spanning om de nakende inval van de roodgardisten. Hij wist bij ondervinding dat het er bloedig zou toegaan. Hij zag dat ook Phil en de De Bensen onder de gele stormlamp in bange verwachting wat versuft voor zich uit zaten te staren...De Weimars baden de rozenkrans, want het 'Laatste Oordeel' kon nu ieder ogenblik losbarsten en al de vervloekten in een hel van brandende pek storten.

Joseph telde mentaal het stijgend aantal inslaande granaten en wist dat de Ivans klaar stonden om niet alleen Berlijn ,maar heel de wereld, waarin hij was opgegroeid en zijn zekerheden had uitgebouwd, met één laatste vuurwals te vergruizen...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (11 Stemmen)
23-09-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
22-09-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 304
Klik op de afbeelding om de link te volgen

C27BIS:   DE VAL VAN BERLIJN.

2 Mei 1944.

                                                   Hitler had bij de machtsovername op 30 januari 1933 zijn volgelingen een nieuwe wereldorde beloofd waarin het Derde Rijk de eerstvolgende duizend jaar een beslissende rol zou spelen. In de lente van '45 was het voor iedereen evenwel overduidelijk dat dit "Duizendjarige Rijk" een dertiende verjaardag (ongeluksgetal !) nooit zou beleven.
De grootste bedreiging voor deze vroegtijdige ondergang kwam van de Russen ,die begin april 1945 met drie reusachtige onderdelen van het Rode Leger langs de (huidige) Oder-Neisse-grens ongeduldig in het slijk stonden te trappelen om elk hùn deel van het Derde Rijk  te overrompelen. Deze drie 'monsters'  heetten ,van noord naar zuid :
a) " Het 2. Witrussische Front"  van Maarschalk Rokossovski met vijf legers langs de benedenloop van de Oder ,van de monding bij Stettin tot Schwedt.(200 Km front).
b) " Het 1. Witrussische Front" van Maarschalk Zjoekov met twaalf legers langs de middenloop van de Oder ,van Schwedt tot de monding van zijrivier Neisse.(300 Km)
c) "Het 1. Oekraïense Front" van Maarschalk Koniev met zeven legers langs de Neisse, van de monding tot de grens met Tsjechië.(200 Km front)
N.B. :Wat de Russen een "Front" noemen is een legermacht van +/-  850.000 man  ,tot de tanden gewapend en verdeeld over een 70 actieve divisies ,waarvan de helft gepantserd. Ter vergelijking : het Belgische Leger had op 10 mei 1940 een getalsterkte van ongeveer 610.000 man in 24 divisies ,waarvan er echter slechts 8 "actief" waren en 1 zogenaamd "gemotoriseerd" ; de rest zat - slecht of niét gewapend - in eerste of tweede reserve of was in opleiding... Waarmee ik maar bedoel :een getalsterkte zegt niet zoveel ;er is ook het moreel van de troepen ,de bewapening ,de vechtlust . En op dat gebied stonden de opgehitste "steppehorden"  roodgloeiend ,kwijlend om weerwraak te nemen voor het leed dat de Duitsers hun "Moedertje Rusland" hadden aangedaan ! Daarbij dachten ze in de eerste plaats aan 'vrouwen-verkrachten' ,als persoonlijke genoegdoening...Met stelen van polshorloges en plunderen van de westerse vleespotten als toemaatje. In elke veroverde stad zouden ze drie dagen hun lusten mogen bodvieren...Als oppepper van het moreel kon dat tellen !
Vóór dageraad op 16 april schoten de troepen van Zjoekov en Koniev  in gang ,de eersten  richting Berlijn om de hoofdstad langs noord en zuid te omvatten ,de tweeden  om richting Leipzig en Beieren door te stoten. De Duitsers hadden bevel gekregen hun versterkte stellingen op de westelijke oever van de Oder tot de laatste man te verdedigen.
En wat gebeuren moést ,gebeurde... Schukovs centrum botste onmiddellijk na de overtocht van de Oder op de sterkste verdediging van het Duitse 9.Leger vóór Berlijn en verloor daar vier dagen tijd en een massa mankracht .Ondanks zijn reusachtige overmacht vorderde hij slecht voetje voor voetje. Enkel zijn vleugels schoten wat vlugger op. Stalin was op z'n zachtst gezegd niet erg tevreden...
Want Koniev daarentegen was moeiteloos over de Neisse geraakt en stootte succesvol door naar het westen. Stalin was echter énkel geïnteresseerd in een snelle verovering van de Duitse hoofdstad ,als zetel van het Nazisme (en dit vóór de neus van de Amerikanen...) :Leipzig en Beieren kon hem gestolen worden ! Dus gaf hij Koniev op 19 april bevel met de tankdivisies van zijn rechtervleugel naar het noorden te zwenken ,àchter de rug van het Duitse 9. Leger ,en zo zijn concurrent Zjoekov een handje toe te steken bij de omsingeling van Berlijn. Dat dit meesterlijk maneuver op 23 april meteen ook uitmondde in een vlotte omsingeling van het zuidelijke Duitse Oderfront ,was aardig meegenomen...              

Na deze eerste gezamenlijke omsingeling van het 9.Duitse Leger in de bossen ten zuidoosten van Berlijn ,maakten op 25/4 de tankspitsen van Zjoekov (vanuit het noordwesten van de hoofdstad) en Koniev (vanuit het zuiden) bij Potsdam eveneens contact en sloten daarmee de stalen ring rond de volledige agglomeratie met zijn 1,8 miljoen inwoners en zijn 60.000 verdedigers. Slechts een kwart van deze soldaten behoorde tot het geregeld leger ,waaronder ongeveer 3.000 Waffen SS-ers. ,de rest was een samenraapsel van grijsaards en kinderen en droeg als énig uniform een armband met de bombastische naam "Volksturm" .

Maarschalk Konievs 5. Gardeleger ontmoette diezelfde dag - 25 april -  100 km meer naar het zuiden bij Torgau aan de Elbe officieel het Amerikaanse 1.Leger ,harmonieus en met veel blijde schouderklopjes in scène gezet ten behoeve van de internationale pers. De vorige dagen hadden in dezelfde streek al meerdere vluchtige contacten tussen Russische en Amerikaanse patroeljes plaats gevonden die echter minder vriendschappelijk waren verlopen ,en daarom niet door de "geschiedenis" worden erkend.

Het omsingelde deel van het Duitse 9.Leger zou echter de daaropvolgende week wél geschiedenis maken ,door - tégen de bevelen van Hitler in - zijn verdediging van de Oder op te geven en rechtsomkeer te maken ,om in een laatste krachtinspanning naar het westen uit te breken ,dwars door de achterhoede van Konievs Panzerdivisies !

Ondertussen was op 20 april ook Rokossovski met drie legers uit zijn bruggenhoofd ten zuiden van Stettin gebroken en bedreigde Prenzlau, zonder nog veel georganiseerde weerstand te ontmoeten. Onder zijn vuurwals werden daar o.a. de laatste resten van de Vlaamse 27.SS-Freiwilligen Grenadier Division "Langemarck" verpletterd...Op 26/4 viel Stettin.       

De bloedige straatgevechten in de Berlijnse binnenstad zouden nog één week duren. Aangezien de uitkomst bij voorbaat vaststond was van een "slag" geen sprake, van een "slachting" echter wél: er vielen in die zeven dagen méér dan 180.000 doden, vooral dan bij de burgerbevolking... Vanuit het noorden, oosten en zuiden brandden acht Rode Legers van Zjoekov zich gestaag een weg door het puin van de walmende voorsteden, recht naar het regeringscentrum rond de Brandenburger Tor. Hun aller doel was het halfverkoolde en reeds jaren leegstaande Reichstaggebouw, dat ze vreemd genoeg nog steeds als het symbool van het nazisme beschouwden.

In de bossen en parkwijken van West-Berlijn bleef het daarentegen opvallend kalmer en langs daar slaagden nog veel vrouwen met kinderen er in naar het westen uit de hel te ontsnappen, ook al moesten ze er een paar verkrachtingen op de koop bij nemen.                                                                   

Gaandeweg verloor Hitler in zijn bunker de greep op zijn wijkende troepen, zowel buiten als binnen de stad. Diep onder de grond miste hij elk contact met de realiteit en niemand waagde het hem de waarheid onder ogen te brengen. Hij had immers reeds zes generaals laten fusilleren wegens defaitisme en in de walmende wijken van het verpulverde stadscentrum lieten fanatieke "vliegende snelrechters" een spoor van opgehangen deserteurs ,zwakkelingen en defaitisten achter. 

Adolf Hitler bleef evenwel doorlopend achterhaalde orders spuien en liet op zijn stafkaarten reeds lang vernietigde spookdivisies nog krachtdadige aanvallen uitvoeren. Toen hij vernam dat de Russen langs de tunnels van het stedelijke ondergrondse spoorwegnet (de U- en S-Bahn) infiltreerden, beval hij op 28/4 zonder verpinken het onderwater zetten van de U-Bahn-tunnels, ook al zaten die propvol met dakloze vluchtelingen, noodhospitalen en commandoposten van zijn troepen: " Wie sterk genoeg is om eruit te geraken hoort niét in een schuilkelder maar wél aan het front! "       

Op 28/4 hoorde hij op de BBC dat Göring en Himmler onafhankelijk van elkaar vredesonderhandelingen poogden aan te knopen met de Westersen. 

Onmiddellijk stuurde hij razend de nieuwbenoemde bevelhebber van de Luftwaffe Veldmaarschalk Greim met een klein vliegtuigje er op uit om de verraders te straffen. 

Toen hij de volgende dag, vooraleer de laatste radioverbinding verbroken werd, de gruwelijke dood van zijn vriend Mussolini vernam ,dicteerde hij zijn testament waarin hij Dönitz tot Reichspresident benoemde en zijn trouwe Goebbels tot kanselier. Dié nacht trouwde hij met Eva Braun.                            

Op 30/4 om 15.30 uur hielp de Führer zijn nieuwbakken bruid vergif innemen en schoot zichzelf door het hoofd. De SS verbrandde hun lijken in een bomtrechter terwijl 350 meter verder de Roodgardisten van de 150.Divisie Stoottroepen voor de derde maal vergeefs de Reichstag bestormden.

Tijdens de dageraad van 1 mei trachtte Hitlers stafchef Krebs, op aanstoken van Goebbels, gedurende 10 uren de Russen toch nog te overhalen een zéér politiek getint wapenstilstandsakkoord af te sluiten. Toen dat mislukte doodde Frau Goebbels haar 6 kinderen met cyaankali en pleegde samen met haar man om 20.15 u "zelfmoord" ,ttz ze lieten zich samen door een ss-er doodschieten. Na een  mislukte poging om ook deze acht lijken te verbranden trok Bormann met zijn SS lijfwachten door de tunnels van de U-Bahn naar het westen. Van hem is nooit meer iets vernomen...tenzij via journalisten met teveel verbeelding.                                       

In de vroege morgen van 2 mei bood de Berlijnse garnizoenscommandant Generaal Weidling de onvoorwaardelijke overgave van zijn resterende troepen aan. Met luidsprekerwagens werd de capitulatie in de stad omgeroepen. De laatste SS-ers vochten zich echter een weg naar het westen van de stad en braken tijdens de nacht van 2 op 3 mei uit langs de zwakbezette bruggen over de Havel in Spandau, een stroom paniekerige burgers in hun zog meesleurend. Bij deze wanhopige vluchtpogingen zouden nog 20.000 slachtoffers vallen onder de Russische artilleriebarrages of verpletterd worden onder de kettingen van de overgebleven, roekeloos naar het westen wegijlende Duitse tanks.                                                   

Slechts enkele 'gelukkigen' bereikten uiteindelijk 60 kilometer meer naar het westen de Amerikaanse lijnen aan de Elbe, maar vonden er meestal geen brug meer om over te steken...


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (9 Stemmen)
22-09-2013, 00:00 geschreven door jaakmaes
Reacties (0)
Archief per week
  • 18/11-24/11 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 27/11-03/12 2017
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !
    Inhoud blog
  • Deel 400
  • Deel 399
  • Deel 398
  • Deel 397
  • Deel 396

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!