Boekdeel C3.
Beslaat de periode van mei 45 tot september 45 en beschrijft de chaos van de instorting, de hongersnood, het graf van Leon en een boekentas vol Reichsmarken...
C31 DE EVACUATIE.
" De hoeveelste zijn we nu feitelijk, vandaag?", vroeg Joseph zich twijfelend af," de achtentwintigste zoiets?...Ja, zaterdag... ,28 april... Met al die trubbels zou een mens de tel kwijt geraken! "
In de verte hoorden ze tegen de rommelende achtergrond van aanzwellend kanonvuur plots een vreemd klagend geluid en iedereen in de kelder trachtte in angstige spanning te raden wat hen nu weer boven het hoofd hing. Eerst dachten ze aan een "Stalinorgel", maar alras bleek het een luidspreker die een paar blokken verderop een bericht omriep . Het klonk steeds sterker en duidelijker en tenslotte schalde het vlakbij door de straat:
" Achtung! Achtung! Befehl des Sovjetischen Divisions Kommandanten!... Die gesamtliche Zivilbevölkerung soll sofort die Kampfzone evakuieren und eine Kilometer zurückgehen.... Ausschliesslich zweimahl Tagenversorgung mitnehmen! Kein Gepäck! Sofortliche Ausführung! Einzelne Zurück-bleiber sind sofort wie Partizanen zu erschiessen! "
De Russen hadden klaarblijkelijk een Duitser achter de microfoon neergepind, want het bericht was niet mis te verstaan: ze moesten hier binnen de kortste keren weg! De Krijgsheren wilden geen pottenkijkers om zich heen, terwijl ze de veroverde gevechtszone uitzuiverden!
" Achtung! Achtung! "...Het klonk reeds verder weg. Er viel geen tijd te verliezen, want op straat hoorden ze de soldaten reeds "Schnell, schnell! !" schreeuwen (of een nasaal geblaf dat daarop leek), onderstreept met schoten in de lucht.
" Die klootzakken hebben toch iéts van ons geleerd...",dacht Joseph bitter. Hij smoorde vlug een begin van paniek in de kelder, want Rika wilde al zonder meer de straat oplopen: " Iedereen een deken meenemen en elk een rugzak met al het eten dat ge kunt vinden! Geen dingen van waarde, want strak worden we toch gefouilleerd! Steek het liever rap hier ergens weg onder de rommel! "
Reeds bonkten ze op de kelderdeur: " Schnell! "
" Da-da, Tovaritch! ",riep Joseph naar boven, " Padashditje!", Eén ogenblik!
" Mutti, was mache ich mit Otto und Ilse?", vroeg Weimar in paniek aan zijn vrouw . Ze hadden hun koppel parkieten nogal luguber naar hun gestorven zoon en dochter genoemd en nu stond hij hier onbeholpen met de vogelkooi te draaien.
" Mitnehmen Vati, selbstverständlich! " Ze twijfelde geen enkel ogenblik: "Und Ich trage den Bohnenkaffee! "... En als verliefd drukte ze de thermosfles met hun laatste rantsoen échte koffie aan de boezem.
Drie minuten later stommelden ze de keldertrap op, Joseph als laatste, de vuile vale morgenschemer tegemoet. De ruïne aan de overkant gloeide nog steeds onverminderd na en de prikkelende brandlucht bezorgde Ma De Bens zo'n hevige hoestbui dat ze erbij op de dorpel moest gaan zitten. Joseph overwoog nog even hoe hij een bericht voor Phil zou kunnen achterlaten, maar de Rus dreef hem ongeduldig de straat op.
De dode soldaat op de stoep joeg de vrouwen, die nu voor het eerst met dit akelige zicht geconfronteerd werden, danig de stuipen op het lijf. Ook de buren kwamen verdwaasd buiten, met in de armen allerlei zaken die ze haastig bijeen hadden gescharreld. Al vlug stonden in hun zijstraat een vijftigtal verwaaide, bestofte vluchtelingen in gezinsgroepjes bijeen geklit, hun dreigend noodlot af te wachten: angstogen in de bleke gore gezichten en óp van de zenuwen. Uit het gehuil van de Stalinorgels en het krijgsgewoel iets voorbij Steglitzer Bahnhof bleek over duidelijk dat dààr nog steeds verbeten werd voort gevochten.
" Dicht bijeen blijven! ",raadde Joseph zijn huisgenoten aan, toen hij zag hoe de oude Weimars, met als enige bagage de vogelkooi en hun koffiekan, reeds bij andere buren waren afgedwaald, "en laat u straks verdomme niet uiteen drijven! ..."
Na tien minuten waren de Russen er blijkbaar gerust in dat niemand in de kelders was achtergebleven. Met een startschot in de lucht en wat schorre kreten "Schell-schell !" dreven ze als volleerde cowboys de kop van de grauwe kudde het parkje van het dispensarium binnen, hetzelfde pad op dat hij met Weimar en Miel ook vannacht had genomen. Tussen de bomen hing er minder rook, waardoor het hoesten en rochelen in de lange stoet wat bedaarde. Achter het muurtje bij de uitgang van het park lagen nog steeds de drie lijken van de M.G.ploeg, maar nu merkte Joseph hoe verschrikkelijk en bloedig ze waren toegetakeld, duidelijk uitééngereten door een handgranaat, en reeds bedekt met zwermen vette vliegen...
De schildwachten leidden hen ruw voorbij het schooltje, waar ze vannacht zo goed waren ontvangen. De commandopost draaide nog op volle toeren, met het gerij voor de deur en het in- en uitlopen van vermoeide, met roet besmeurde soldaten.
Een paar straten verder werd de colonne een binnenkoer opgedreven, midden in een vernield huizenblok... Maar de ruïnes dateerden reeds van een hele tijd geleden, want het baksteenpuin lag langs de lege uitgebrande gevels met 'Deutsche Gründlichkeit' proper gelijnd tot manshoge cubussen opgestapeld. Toen de laatste slenteraars van hun haveloze groep de koer kwamen opgestrompeld, viel het Joseph op hoezeer ze van de buitenwereld waren afgezonderd en plots kreeg hij een naar gevoel in de maag: " Als die clowns hier maar geen rare toeren met ons uithalen! ..." Schichtig speurde hij in 't rond, maar vond zo direct geen uitweg: ze zaten goed en wel gevangen, aan de willekeur van een tiental Tartaren overgeleverd.
En die lieten er geen gras over groeien: met een paar ruwe bevelen en op de punt van de bajonet duwden ze alle mannen, zowel grijsaards als tienerknapen, uit de stoet naar de pokdalige muur aan de overzijde. De eersten gingen slaafs onderdanig, maar een paar voelden nattigheid en moesten met geweld uit hun gezin worden losgerukt, voor ze zich met een lijkbleek gezicht naar de overkant lieten drijven...Daar stonden ze dan, als willoze poppen, in al hun schamelheid beschenen door het harde licht van de doorbrekende morgenzon.
Joseph besloot plots zijn noodlot niet langer af te wachten.
" Kom mee! ",siste hij tegen Pa De Bens, " Ik ga die chef aanpakken voor het te laat is..." En met grote sprongen stapte hij op zijn krukken resoluut naar de bevelvoerende sergeant, stopte op twee meter en haalde zijn paspoort te voorschijn uit de binnenzak van zijn zwarte winterjas.
"Dobre,...Tovaritch...Kommandant! Padashditje..."
De vent schrok even terug en ook de soldaten bleven een ogenblik verbouwereerd staan kijken naar die brutale kreupele Mof, die hun sergeant in het Russisch 'Goede morgen' toewenste en vroeg eventjes te wachten! Om je een breuk te lachen! Joseph maakte van de onderbreking gebruik om zijn grote orgels open te trekken: hij was een Franse arbeider, géén Duitser, en de Russen waren echt zijn vrienden...Zijn stereotype opvoering verliep steeds vlotter: de kokarde op zijn revers doorbrak de muur van vijandig wantrouwen...
Toen de hufter de militaire stempel bekeek op zijn paspoort en hardop de vermelding "Vriend van de Sovjet-Unie" spelde, wist Joseph dat hij het pleit gewonnen had. Een fiere vermoeide glimlach verdreef de kwade frons op het gezicht van 'tovaritch kommandant' en met een hartelijke schouderklop verklaarde hij dat zijn 'drusja rabojtnik fransoos' de benen mocht nemen.
Het verwekte wat heibel toen Joseph kordaat heel de familie De Bens uit de wachtende groep vluchtelingen wilde meetronen, maar na een uitdrukkelijk vlaggenvertoon en vergelijking van hun paspoorten met het zijne, liet de sergeant hem met zijn gevolg toch gaan, zij het met lede ogen...Joseph zag hem misprijzend op de grond spuwen en wachtte geen tegenbevel af
Nat van het angstzweet spoedden ze zich de poort uit en op straat kreeg Ma bijna een appelflauwte, maar dochter Francoise trok haar onverbiddelijk voort, zo vlug mogelijk weg van deze plaats des onheils. Wat er achter hen met de Duitse vluchtelingen op de binnenkoer gebeurde, zouden ze pas dagen later vernemen...
Op een pleintje iets verderop kwamen ze in een druk verkeer van paardenkarren terecht, met aanvoer van bevoorrading naar het front. Joseph vond het geraadzaam uit het gewoel te verdwijnen. Ze liepen vlug een zijstraat van een verlaten villawijk in, waar schijnbaar minder hard was gevochten, want de meeste fleurige huisjes tussen het prille lentegroen zagen er, op een paar gebroken ruiten na, praktisch onbeschadigd uit. Het wegdek, dat in de straten van Steglitz alle vijf voet versperd had gelegen met puinhopen van de ingestorte huizen, lag er hier nog proper bij en er hingen ook veel minder witte vlaggen dan in de grijze woonblokken van de volkswijken die ze zojuist hadden verlaten. In tegenstelling tot de oudere stadskernen, was hier weinig platgebrand of gebombardeerd en er hing een bijna vredige sfeer, als je tenminste het woeste kanongebulder op de achtergrond kon vergeten.
Maar nergens viel er enig teken van leven te bespeuren. Waarschijnlijk waren de bewoners de dag voordien, toen de frontlijn nog hier in de buurt lag, eveneens door de Russen uit hun huizen gejaagd, volgens het ondertussen gerodeerde cascadeprocédé. Voor de évacuées behelsde dat één groot voordeel: wie vandaag een kilometer achteruit moest vluchten, vond wel onderdak in de vele woningen die gisteren waren ontruimd.
" Luister eens ",stelde Joseph voor, " er is hier geen kat te zien: laat ons in zo'n hof achter een haag voorlopig wat rusten en ons gedachten ordenen. We moeten voor de komende dagen toch een onderdak vinden en hier is er plaats genoeg...Hoe verder we nu nog lopen, hoe meer kans we hebben van midden de andere évacuées terecht te komen. Daar zullen ondertussen de woningen wel reeds overvol zitten...en dan geraken we niet meer van straat. Ik schat dat we al over de twee kilometer van huis zijn en dat is meer dan de Russen gevraagd hebben...Wat denkt ge ervan?"
Iedereen was onmiddellijk akkoord: over al deze uitgestorven lanen rondom hing een sinistere sfeer, ondanks het schijnheilig kwinkelieren van de vogels in het bladerdak. Het leek wel of de hele buurt was uitgemoord en hun groepje ieder ogenblik recht in een hinderlaag kon vallen...
Bij de eerste de beste voortuin met een geschikte dikke rhododendronhaag duwden ze het afgrijselijk piepende hek open en knielden schichtig in het malse gras neer, wegduikend in de beschutting van het wild opgeschoten struikgewas.
De tuin zag er erg verwaarloosd uit: duidelijk reeds jaren niet meer onderhouden met al dat verdorde onkruid in de perken. En uit de villa met de neergelaten afgebladderde rolluiken kwam geen enkele reactie op hun indringen. Joseph deed teken stil te blijven liggen. Maar na een moment van wurgende spanning konden ze eindelijk opgelucht ademhalen: er was schijnbaar geen levende ziel in huis en op eerste zicht bleek niemand iets van hun inbraak te merken...
Oef! Ze waren dan toch van de straat af geraakt, uit het zicht van de soldaten, en dus voorlopig min of meer veilig.
Na een half uurtje rust zakte de spanning, en het kanongebulder in de verte deed hen enkel nog opkijken als de huilende Katioucha's af en toe een schreeuwerig orgelpunt aanhielden in deze moordende kakofonie. Het geratel van lichte wapens was nauwelijks nog te horen: de Russen waren blijkbaar weer een eind verder naar het centrum van Berlijn opgerukt...
" Hoe lang denkt gij dat het daar nog gaat duren?", vroeg De Bens fluisterend aan Joseph.
" Een week...of tien dagen...wie zal het zeggen...Dat hangt af hoe hardnekkig ze zich in de binnenstad gaan verdedigen, en over hoeveel voorraden ze kunnen beschikken...Als het daar allemaal mannen van de SS zijn, kan het nog efkens duren, want die vechten 'bis zum letzten Patrone',om hun Führer te verdedigen. Als ze niet naar 't westen kunnen uitbreken, of als Berlijn niet ontzet wordt door het binnenlands leger, weten die gasten dat ze van de bolsjevieken toch geen kwartier krijgen: ze zullen zich doodvechten, liever dan te capituleren... Moest Hitler ondertussen uitgeweken zijn naar de Alpenfestung, kan er nog van alles gebeuren: Vergeltungswaffe...of een akkoord met de Anglo-Amerikanen, om samen met ons de Russen tegen te houden...Maar, mijn gedacht, loopt het toch ver op z'n einde...De merde is dat we geen flauw benul hebben wat er de laatste veertien dagen juist is gebeurd..."
" Ge gaat ons toch niet zeggen dat we daar voordien wél een eerlijk zicht op hadden, hé! Den Duits heeft ons altijd maar juist verteld wat hij kwijt wilde! ...Na fiasco Stalingrad bazuinden ze de ene overwinning na de andere uit, en toch zijn ze steeds maar achteruit getrokken, tot ze vandaag hier met de rug tegen de muur staan! ..."
" Komaan zeg! Hou op met die zever! ", onderbrak Ma De Bens haar echtgenoot bitsig, " Zie liever dat ge aan wat drinken kunt geraken, hier binnen misschien, want dat zijn ik vannacht vergeten mee te nemen...Daarbij, we krijgen honger, en we kunnen hier toch niet heel den dag achter deze haag blijven liggen! "
" Ha! Gaat gij zeggen wat we moeten doen?"... vroeg Joseph geprikkeld, want hij liet zich door dat mens niet graag op de kop zitten, of aan zijn leiderschap tornen. Maar toen het ganse gezin hem verbaasd aanstaarde, bond hij in en zei tegen Pa: " Kom, we gaan eens op verkenning..."
Alle deuren waren op slot, maar door het karton van een zijvenstertje weg te drukken geraakte Pa binnen, en opende de achterdeur voor Joseph, die na een korte rondgang door het duistere gelijkvloers de rest van het gezin binnenriep. Ze trokken de rolluiken een paar centimeter op, juist voldoende om het daglicht in dunne straaltjes tussen de latjes naar binnen te laten sijpelen...Salon en eetkamer waren gezellig ingericht, met degelijk meubilair, mooie tapijten, en kleurige schilderijen: de vorige bewoners zaten er zo te zien warmpjes in...De deur met glas-in-lood van het bureau was op slot, maar in de keuken vonden de vrouwen voldoende om een deftig ontbijt op tafel te zetten. Het butaangasfornuis werkte ook nog, en een kwartiertje later zat het hele gezelschap aan tafel achter een dampende mok lindethee. Hier konden ze het op eerste zicht wel een tijdje volhouden, als de Russen geen roet in het eten strooiden...
De rest van de morgen verkenden ze de kelders en de eerste verdieping. Maar Joseph moest hen regelmatig tot meer stilte aanmanen, telkens ze weer iets vonden dat de toekomst kon opfleuren... En dat was heel wat, want hoe schroomvallig ze het huis vanmorgen ook hadden betreden, des te brutaler sloegen ze nu wild aan het plunderen: schaamteloos trokken ze in de twee slaapkamers boven alle schabben van de kasten en de laden leeg, in hun jacht naar iets waardevols of bruikbaars, tot grote ergernis van Joseph.
" Jullie zijn geen snars beter dan de Russen! ", verweet hij hen, toen ze in de late namiddag aan tafel gingen om nog tijdig van het daglicht te profiteren, " en als ge van plan zijt zo voort te doen, moet ge 't zeggen, want dan trap ik het af ! Ge maakt veel te veel lawaai naar mijn goesting! ...Er moet maar een soldaat langs de straat lopen, en hij hoort van op honderd meter dat hier volk in huis zit...Ge zijt danig kort van memorie, moet ik zeggen, om nu al die affaire van vanmorgen op die binnenkoer te vergeten: die mannen hadden ons daar allemaal om zeep kunnen brengen! Het is dank zij mij dat ge zonder kleerscheuren zijt weggeraakt, of niet soms?"
Ze keken hem stug aan: niemand wordt graag in 't openbaar de jas uitgeveegd. Maar Joseph vervolgde onverstoorbaar: " Als ge moest denken dat ge op uw eigen houtje beter uw plan kunt trekken: voor mij niet gelaten, weet ge! Maar ik ben niet zinnens me voor een derde keer door die losgeslagen schurken te laten ondervragen. Er zijn hier huizen genoeg waar ik in m'n eentje kan onderduiken...Maar als ge wilt dat we bijeen blijven, dan is dat op mijn voorwaarden! ...We zitten te lelijk in nesten om ook maar het minste risico te kunnen nemen: één onvoorzichtigheid, en het huis zit voor ge 't weet vol soldaten, die niets liever doen dan op de vrouwen te kruipen en mij de nek af te snijden...Ik ga m'n leven geen tweede keer riskeren om jullie uit de penarie te helpen, als ge dàt maar weet! Het is dus eier of jong: ofwel doet ge wat ik zeg zonder pruttelen, en dan zal ik mijn uiterste best doen om u hier door te slepen, ofwel is het "bonjour en merci", elk voor zich! ..."
Hij keek het zwijgende kringetje rond, maar niemand verroerde een vin. Enkel De Bens blikte verdoken naar z'n vrouw...
" Luister, ik moet binnen dat en een uur weten hoe de zaken staan, want ik wil voor Sperrstunde nog de tijd hebben om een ander onderdak te zoeken, als het nodig moest zijn..."
Dat was voor Ma blijkbaar teveel: ze kon niet zonder meer toelaten dat haar autoriteit werd aangetast.
"Joseph, jongen, ge ziet het totaal verkeerd... Akkoord, ge hebt ons met uw kennis van het Russisch vantijd goed geholpen, en daarvoor moet ik u bedanken...Maar, al zeg ik het niet graag, als we straks misschien weer voor de soldaten moeten gaan lopen, moet ge toch inzien dat ge met uw krukken een blok aan ons been zijt..."
" Ma, weglopen voor de soldaten is het stomste wat ge kunt doen, want dan schieten ze u neer lijk konijnen! "
" Wel, jongen, dan zijn we maar stom! Ik blijf niet staan, als ze mijn gezin willen vermassacreren!"
Joseph schudde meewarig het hoofd: tegen zoveel onbegrip bij dat mens kon hij niet op. Francoise wilde haar moeder nog in de rede vallen, maar deze legde haar met een afwerende hand het zwijgen op. Pa keek mistroostig in z'n bord. Die kende zijn vrouw al langer.
" Bon, Madame, ge moet het zelf weten...",zuchtte Joseph, " maar ik geef u toch de raad wat stiller te zijn, als ge geen bezoek wilt krijgen...Ik ga mij voor een dag of twee-drie in een ander kapotgeschoten huis installeren: dat is stukken veiliger...en minder interessant voor de plunderaars. En zohaast het kan, keer ik terug naar de Albrechtstrasse: tegen dien tijd zal Phil daar dan wel weergekeerd zijn, hoop ik...Ik zie jullie thuis wel terug, volgende week."
" Reken er niet te sterk op ", waarschuwde Ma." In deze villa zitten we veel comfortabeler dan in de Albrechtstrasse: zolang de vorige bewoners niet terugkomen, blijven wij hier...Misschien komen we bij ons thuis volgende week in de rapte wat spullen ophalen, maar alles van waarde zal toch wel geplunderd zijn, vrees ik....Alhoewel ", besloot ze, " gij kunt het daar wat in 't oog houden, vanals ge terug moogt..."
Joseph was ervan overtuigd dat het mens nog een 'dank u' van hem verwachtte, maar hij kon het niet over zijn lippen krijgen. Hij pakte, terwijl zij nauwlettend toekeek, zijn deel van het brood en de beschuiten in zijn rugzak...En even dreigde er een rel los te barsten, toen hij aan kleine Miel vroeg een paar flessen wijn uit de kelder te halen. Maar ze bond vlug in.
" Ge wilt me toch niet zonder drinken laten gaan, hé! ", zei hij bitter. Drinken was van meer belang dan eten, dat had hij in Rusland wel ondervonden. En in de ruïne waar hij nu naar toe trok, zou wel geen water meer zijn...