" De Afrekening"
Een West-Vlaamse oorlogsthriller in afleveringen
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
01-10-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 310

DE WEG TERUG...

Op de brede Hindenburgdamm ,vol stukgeschoten bomen en hopen huispuin , leek het verkeer van de Russische bevoorradingscolonnes sinds de laatste dagen nog toegenomen. Een aaneengesloten snoer van volgeladen huifkarren, bespannen met kleine ruige steppepaardjes, stroomde traag naar het centrum van Berlijn, waarboven nog steeds zwarte brandwolken uittorenden. Een ver gerommel van kanonvuur, onderbroken door korte huilbuien van de Stalinorgels, herinnerde er Joseph aan dat het afslachten onverminderd voortduurde in de gloeiende puinhopen van de Rijkshoofdstad.

Als om dit nog te beklemtonen lagen of zaten op de panjekarren, die uit de hel terugkeerden, af en toe een paar gewonde sovjetsoldaten met bebloed omzwachteld hoofd mistroostig voor zich uit te staren.              

"Uitgediend kanonnenvlees..." dacht Joseph hardop, " maar voorlopig hebben ze het toch nog overleefd..."                                 

Velen hadden niet zo'n geluk gehad, want op de lange weg terug naar huis bemerkte hij hier en daar in een parkje of een voortuin kleine, haastig ineengetimmerde mausolea van criant rood geschilderde boomstammen, bekroond met een ruwe sovjetster...Bij de Russen hadden tien doden samen recht op één ster, herinnerde hij zich...De gesneuvelde Duitse soldaten en burgers moesten voorlopig nog op hun graf wachten: men had hen, hier en daar samen met half uitgebeende paardekrengen en  steenpuin in de goot getrokken om het frontverkeer niet nodeloos te hinderen...

Zoals Joseph sjokten kleine losse groepjes vluchtelingen op het voetpad, zigzaggend tussen de puinhopen en de boomstronken, met de eindeloze sliert panjekarren mee naar de stad, in de ijdele hoop hun huis min of meer bewoonbaar terug te vinden. Schichtig liepen ze om de lijken heen, als waren ze bang door deze star grijnzende, grijze getuigen beschuldigd te worden van plichtsverzuim en desertie, van lafheid om ondanks alles op de kap van de doden te willen overleven. Waren zij inderdaad niet mee verantwoordelijk voor de nutteloze afslachting van deze kinderen in hun bebloede HJ-uniform of veel te ruime soldatenplunjes?...

Maar het was nu te laat om daarover te piekeren: de uitgebluste, afgejakkerde vrouwen hadden andere zorgen aan hun hoofd en sloften moeizaam voort, de ene met een dreinende baby op de arm, de andere een oud moedertje of een halfkreupele bompa ondersteunend... Ze wisten dat het van hen zou afhangen of hun kroost, of wat daar van overbleef, de dag zou doorkomen, en de dag nadien, en de week daarop...Het zou vechten worden voor elke hap brood, voor elke rauwe aardappel. En na alles wat ze de laatste maanden hadden meegemaakt, vreesden velen nu reeds dat ze tegen de berg dagelijkse zorgen en pesterijen die voor hen lag, niet meer op zouden kunnen tornen...             

Joseph dacht aan Phil. Samen zouden ze zich wel door de komende moeilijkheden slaan, zolang de Russen maar niet ontdekten dat hij een oud SS-er was...En dan nog: wie interesseerde zich nu nog voor een mankepoot als hij, een menselijk wrak op krukken? In elk geval niet deze kaki Steppetartaren, die op de bok van hun krakende panjekarretjes gestaag achter elkaar aan naar het front trokken: voor hen waren de angstig voortsjokkende burgers op het voetpad minder dan lucht en ze keurden hen nauwelijks een blik waardig. Ook de vrouwen niet... Moge het zo maar blijven duren, hoopte Joseph, terwijl hij zo onopvallend mogelijk in de grauwe sliert mee voort strompelde. Huiswaarts, wat dat ook mocht betekenen...

Op de Bahnhofplatz van Steglitz schrok hij van de ravage om zich heen: slechts enkele huizen hadden de strijd overleefd, en dan nog! Geen ruit was heel, en alle pleistergevels zaten vol puisten van de granaatscherven. Maar ze stonden tenminste nog overeind.

Het gros van de gebouwen lag echter ingestort met puinhopen tot halverwege het plein, of was volledig uitgebrand achter de zwartgeblakerde façades. Hier en daar steeg nog een stinkende rookpluim op uit de verkoolde kelderkuilen en in een flits moest Joseph terugdenken aan de prikkelende lucht op een boerenhof in Westende, als de slager bij het gekeelde varken de haren afbrandde...                  

Het plein lag vol bomtrechters, afgeknakte electriciteitspalen en een wirwar voedingslijnen van de stadstram. Op de hoek stond een stukgeschoten 88 Flakkanon midden een hoopje lege hulzen en de lijken van de bemanning...Voltreffer...In de rode baksteengevel van het Rathaus gaapten grote gaten en van de overkapping van het S-Bahnstation bleef geen gespante heel. Tegen de tunnel onder de spoordijk hing het karkas van een trolleybus en uit de stukgeschoten barricade onder het viaduct staken de nu vervaarlijk verwrongen metalen draagbalken, waarmee de HJ-jongens een week geleden fier hun oninneembaar weerstandsnest hadden opgebouwd. Hier hadden de kinderen hard en moedig gevochten: dat bewezen hun lijken tussen het puin en de twee uitgebrande sovjettanks in het begin van de Albrechtstrasse, dertig meter verderop...Inderdaad :   dertig meter, de ideale schootsafstand voor een Panzerfaust, herinnerde hij zich bitter. En waar liggen de dode schutters ?                                          

Met moeite werkte hij zich over het puin onder het viaduct door de smalle opening in de vernielde versperring: zijn oksels deden pijn van het lange stappen op de krukken en hij besloot, eenmaal thuis, binnenskamers zoveel als enigszins mogelijk zijn kunstbeen te gebruiken. Maar zover was hij nog niet: nog vijfhonderd meter. Van hieraf steeg zijn straat lichtjes omhoog ;lichtjes, maar toch voldoende om zich flink in 't zweet te werken...Angstzweet misschien? Wie weet stond z'n huis er nog wel...En zou hij er eindelijk Phil vinden?...          

Veel was de hoofdstraat niet veranderd sinds hij drie dagen geleden weggejaagd werd: op eerste zicht waren er slechts een tiental nieuwe ruïnes bijgekomen, waarvan de brokstukken tot halverwege de rijbaan lagen en hier en daar versperde een afgeknakte verlichtingspaal het voetpad. De opgeknoopte deserteur, voor de ingestorte apotheek op de hoek van zijn zijstraat, zag hij vanuit de verte niet meer hangen...Misschien met lantaren en al omvergevallen, of door een barmhartige ziel losgesneden: Joseph loosde een diepe zucht van opluchting. Zo'n luguber beeld herinnerde hem wat àl te sterk aan zijn eerste beangstigende frontinzet bij de partizanenbestrijding aan de Wolchow...              

Een ploeg Russen knipte het schots en scheef hangende net voedingsdraden van de stadsbus door op die plaatsen, waar ze het frontverkeer zouden kunnen belemmeren. Maar veel karren reden hier niet, wel kleine groepjes loslopende soldaten die fietsles namen en anderen, duidelijk belust op de vleespotten van het Westen... De évacuees uit het oosten hadden er blijkbaar geen goed oog in, terwijl ze weifelend met hun kinderwagens en trekkarretjes, beladen met povere bezittingen, tussen het puin door laveerden, terug naar huis of op weg naar de Amerikanen...              

Even voor de hoek van zijn zijstraat kreeg hij last van hartkloppingen: speelde de angst hem parten voor wat hem thuis te wachten stond? Of lag de paardengoulash van deze morgen nog op zijn maag? Leunend tegen de gevel trachtte hij even op adem te komen en kneep de ogen dicht tegen een opwellende duizeligheid. Hij voelde het kille zweet langs de nek lopen. In zijn neus werd de prikkelende brandlucht plots verdreven door een warme walm van alcohol...

Hij schrok zich een aap toen hij de ogen opende en neerkeek in het getaande vollemaan-gezicht van een kaki mongool. De spleetoog staarde hem gevoelloos aan. Joseph wilde hem met een zwakke glimlach geruststellen dat de malaise al weer wegtrok, maar maakte klaarblijkelijk geen enkel emotioneel contact. Noch zijn ontbrekende been, noch de jodiumtinctuur op zijn geschramde wang weekte het verhoopte medeleven los bij dit specimen van de - blijkbaar toch niet helemaal terecht - zo lyrisch opgehemelde natuurmens...                          

" Uhr, Uhr! ",blafte het baasje, " Uhr, Uhr! ",en trok Joseph bij de mouw om zijn hartewens te verduidelijken : het polshorloge dat hij vorige maand van zijn nieuwe huisbaas had gepikt.                        

Veel zin had het niet om voor de platte neus van dit bedronken ventje met zijn valse tricolore pas te zwaaien. Van "Fransoos rabojtnik" had deze debiel toch van z'n leven nooit gehoord !...Of met hem een geopolitiek debat aan te gaan over zijn persoonlijke immuniteit als slachtoffer van het nazistische tewerkstellingsprogramma in de vroegere bezette gebieden van West-Europa...Die jongen wist met moeite z'n eigen navel liggen ! Temeer daar het manneke ongeduldig naar het trommel-MP greep op zijn rug...In deze tijd van plots sterven kon je een polshorloge wel even missen, bedacht hij gelaten, en gespte het bruine bandje los. De soldaat bekeek het nauwkeurig, hield met een dromerige blik in de spleetogen de tiktak tegen zijn oor, tot een grijns zijn leren gezicht open spleet.          

"Dobre! "                                              

"Spasibo,Tovaritch...",mompelde Joseph ontgoocheld. Attila loenste hem even wantrouwig aan, maar drentelde dan toch maar tevreden weg. Enfin, dacht hij, weer een arme Chinees gelukkig gemaakt...                                                               

Voorzichtig sloeg Joseph de hoek om naar zijn doodlopende zijstraat en nam in een oogopslag de toestand op: de uitgebrande Bierkeller van Fraulein Ilse dampte nog steeds na ,maar z'n eigen huis ,de 15 B ,stond er nog, schijnbaar onbeschadigd. Buiten de rommel die de plunderende Hunnen op de stoep hadden achtergelaten, leek alles nog zoals drie dagen geleden.                           

Maar...lag daar nu geen twééde zwarte gedaante op het voetpad bij zijn voordeur...? In de eerste herkende hij van ver het HJ-soldaatje, dat daar tijdens de Russische stormloop was afgemaakt... Maar dat tweede lijk...Het leek wel een vrouw... Miljaarde getaarde Godverdomme! !           

Met grote sprongen haastte hij zich de hoek om, zijn wildjagend hart bonkend in zijn keel. Maar halverwege remde hij weifelend zijn vaart wat af. Dit kon Phil onmogelijk zijn: deze vrouw zag er van op afstand een stuk ouder uit...en dikker...Bij het lijk aangekomen moest hij eerst even adem scheppen. Neen, goddank, het was ze niet! Het lag voorover op de buik...een ruime besmeurde grijze rok over de open benen...bruine wollen kousen met een gat in de hiel...Een barmhartige ziel had een vod over het bovenlichaam gelegd, tegen de vliegen...Om zekerheid te krijgen schoof Joseph met een kruk het doek opzij en viel haast omver toen hij in het kalende, geschoren achterhoofd de zwarte bloedkorsten rond de schotwonde zag !                

Afgemaakt...dat was nogal duidelijk, maar... een vrouw? Nee , vergeet het maar ! ...Een man in vrouwenkleren, ja !                 

Neergeschoten als spion, of als 'Werwolf'...Natuurlijk, zoiets spreekt vanzelf, als je vermomd als vrouw door de Russen wordt gesnapt! Je moet wel totaal idioot zijn om dàt te riskeren :je als 'lustobjekt' voordoen tussen die zatte horde oversekste steppetartaren ! Of compleet radeloos...zoals trouwens de overgrote meerderheid van de 'Parteigenossen' tegenwoordig...                                                                                         

Opgelucht liet hij het doek weer vallen en speurde omhoog langs de vensterramen van nummer 15 B. De meeste ruiten lagen in diggelen en stukken verduisteringspapier wiegden zacht heen en weer in de luie lentezucht. En niemand thuis, zo op eerste zicht...                

Gehaast stapte hij voorbij de open voordeur de koele hall in. Tussen de glasscherven lag overal gebroken rommel, stukken plafondkalk verfrommelde papieren, gescheurde boeken en vertrapte huisraad. De jongens hadden er werkelijk een leuke boel van gemaakt...                       

" Phil! Phi-hiel! ",riep hij omhoog aan de voet van de trapzaal: " Phil! ...'t Benne kik! ...Joseph! " In angstige spanning wachtte hij even op antwoord.

Maar er kwam niets...             

" Phil Verelst! Miljaarde nondedju, wor zitte!?..."                                        

Maar hoe hard hij ook keelde, van boven kwam geen enkel teken van leven.                                                                                            

" Ze is er nog niet...", moest hij tenslotte toegeven, " maar waar mag dat stomme kieken godvermiljaarde dan toch zitten! ...Uit de kelder wegvluchten toen de Russische stoottroepen de huizen uitkamden naar partizanen, vond hij sowieso al een enormiteit! Ze had toch maar hoogstens een paar keer verkracht kunnen worden...Nou, en? Daarmee valt te leven: ze was tenslotte geen maagd meer...In Rusland waren de meisjes ook niet altijd met evenveel geestdrift op hun avances ingegaan, maar wat wil je: " Le repos du guerrier", dat hoort erbij, of je het wil of niet...En wie het minste chi-chi verkocht, kwam er het beste vanaf...Maar als vrouw over straat lopen tussen de vechtende troepen was vragen om moeilijkheden, pure waanzin verdomme! Goed, ze had het op haar zenuwen gekregen volgens de De Benzen, maar na drie dagen mocht ze nu toch al gekalmeerd zijn...          

De onrust vrat aan zijn hart: neen, zolang wegblijven was niet meer normaal...Maar misschien was ze reeds lang terug en nu toevallig even buiten gegaan, water halen of zoiets...Boven zou hij wel merken of ze ondertussen al was langs geweest en in afwachting van zijn thuiskomst een beetje had opgeruimd, wie weet...                

Aan zijn voet lag een open album met een postzegelverzameling. Zonder nadenken raapte hij hem op en stak hem onder zijn trui. Zittend op de trap kroop hij achterwaarts omhoog naar de tweede verdieping. De deur van hun appartement stond tegen...            

" Phil! ", brulde hij, zonder veel hoop, buiten adem van de klimpartij... Geen reactie, zoals hij al had gevreesd...                

Binnen heerste een ware ravage.In alle kamers lag de inhoud van kasten, schabben en schuiven dooreen gesmeten op de grond, het beddengoed in knoedels afgetrokken, de WC pot volgekakt. Zelfs in het kostbare drinkwater van de badkuip, dat ze vorige week met zoveel moeite uit de citerne van de volkstuintjes hadden aangesleept, dreef een weerzinwekkende bruine blubber. De mannen die hier hun bivak hadden opgeslagen, mochten in elk geval niet klagen over hun spijsvertering...Hoe dan ook: dàt drinken kon hij voorlopig wel vergeten!                                                           

In zijn eigen kamer hing in de hoek van het plafond de stucbezetting helemaal los en grote pleisterplaten zaten enkel nog aan een paar latjes vast. De granaatinslag op de zolder van het buurhuis had ook hier niet veel heel gelaten. Alles lag dik onder het kalkstof en de glasscherven knerpten onder zijn krukken. Het zou zeker een week werk vragen, om dit weer bewoonbaar te maken en met dat kapotte dak mocht het in afwachting liefst niet gaan regenen...                     

Moedeloos overschouwde hij  de totale verwoesting, tot hij plots uit zijn morose overpeinzingen opschrok door stemmen in de trapzaal. Zijn adem stokte...Phil?...Russen? ...Neen, Duitse stemmen...Oude Duitse stemmen...Hij bleef nog even stil staan luisteren en sloop dan zo voorzichtig mogelijk naar de voordeur van het appartement, telkens goed uitziend voor hij zijn krukken verplaatste.                

Toen herkende hij de stem van Frau Weimar.

Natuurlijk, stomme kloot! Wie had het anders kunnen zijn?! Vroeg of laat moesten deze mensen toch ook naar hun stek terugkomen!                         

" Hallo! Frau Weimar! ",riep hij naar beneden.                    

Verschrikt keken ze naar hem omhoog. Ze hadden geen andere bagage bij zich dan die vogelkooi waarmee ze drie dagen geleden op de vlucht waren geslagen. Alhoewel hij met zijn buren nooit veel contact had, schenen de oudjes toch blij hem terug te zien. Beiden waren uitgeblust en erg de put in, nu ze de verwoesting ontdekten die de plunderaars ook bij hen hadden aangericht.                

Maar op één of andere manier gaf de aanwezigheid van een jonge man onder hun dak hen voor het eerst opnieuw een sprankel hoop op wat meer veiligheid, na de traumatische belevenissen van de laatste dagen. Joseph moest in zijn baard even bitter lachen, dat ze hém beschouwden als hun redplank, hun rots in de branding! Juist hem, de ondergedoken SS-er op krukken! ...Al goed dat ze van zijn waar militair verleden niet op de hoogte schenen te zijn!         

Na een ietwat aarzelende aanloop, begonnen ze zijn optreden van vorige week geestdriftig op te hemelen:                           

" Und, Herr Josef, Sie sprechen ja so schön Russisch..."         

Zie je wel: dàt was het dus! De voorbije dagen had Pa Weimar Josephs eerste "vertoning" in het kleine wijkschooltje bij die Franssprekende commandant van de stormtroepen waarschijnlijk sterk in de verf gezet. "En nu moet ik hen met mijn statuut van vreemde arbeider, van "Fransoos Rabojtnik", tegen het Aziatisch rapalje in bescherming nemen! " Mensen, waar was de fierheid van het Herrenvolk  heen gevaren? Maar gevoel voor realiteit hadden ze wél!       

Het verkennende gesprek kwam vlug op de verschrikkingen die ze op de korte vlucht hadden meegemaakt. Toen de Russen hen de eerste dag hadden afgevoerd naar die sinistere binnenkoer, waar Joseph door zijn tussenkomst erin geslaagd was de familie De Bens vrij te pleiten, hadden ze toch een oudere man zonder pardon neergekogeld, omdat die idioot nog een armband van de Volkssturm op zak droeg...                

" Scheusslich! ",gruwelde Frau Weimar, zo maar afgemaakt voor de ogen van vrouwen en kinderen...En heel de groep werd natuurlijk volledig uitgeschud: ze moesten alles van waarde afgeven, zelfs trouwringen en horloges, en "Vati's" thermos met "Bohnenkaffee" gooiden ze stuk tegen de muur, deze beesten! Pas na twee uur van bang wachten werden ze los gelaten en de straat opgejaagd...                     

" Ach, Herr Josef, wir hatten bei Ihnen bleiben mussen..."        

Of hij dat zo'n goed idee vond, vroegen ze zich niet af en Joseph zweeg wijselijk...Ze hadden uiteindelijk onderdak gevonden in een stille villawijk van Lichterfelde, samen met twee andere gezinnen... En toen ze 's nachts op strooptocht waren getrokken om aan eten te geraken, waren ze bijna door zo'n verdoemde dronken Rus doodgeschoten!                             

"Mein Gott! " huichelde Joseph vol medeleven...Hij had zich die avond dus toch niet vergist!                                       

En de volgende dag vielen de soldaten hun schuiloord binnen, en namen de twee vrouwen mee..." Sie verstehen, Herr Josef..." Echte beesten zijn het! En toen deze, " nach vielen Stunden, ganz schmutzig zurückkamen, gab's kein Wasser zum waschen...verstehen Sie, Herr Josef...So was dreckiges! Wenn nur nichts davon kommt! "  Of ze kleine mongooltjes bedoelde, of een 'dreckige' ziekte, was niet meteen duidelijk, maar Joseph dacht onwillekeurig terug aan zijn Salvarsan-project. Toen die Rus zoëven zijn horloge cadeau vroeg, herinnerde hij zich dat hij de apotheek aan de overkant volledig in puin had zien liggen...Daar moest hij zo vlug mogelijk eens een diepe blik rondwerpen...                                             

Of ze Phil soms ergens gezien hadden? " Nein, leider...Aber die kommt schon zurück! "...Alsof ze het over een verloren gelopen hond had, verdomme! Maar dat Otto en Ilse drie dagen op broodkruimels hadden moeten leven vond ze verschrikkelijk! Het duurde even voor hij begreep dat ze het over haar twee gevederde troetelkindjes had. Het hemd was blijkbaar nog steeds nader dan de rok...       

" Und der Herr Dahlmann, was machen wir damit?", vroeg ze zichtbaar verveeld, " Der kann doch nicht da liegen bleiben! " Ze bedoelde de 'dame' op de stoep, snapte hij plots! Verdomme, het was dus zijn huisbaas, die schichtige luitenant-betaalmeester van een paar nachten geleden, die de Russen als vermomde weerwolf hadden neer geknald! Frau Weimar merkte zijn verbazing en legde heel omstandig uit dat de man voor de oorlog een toneelgezelschap had geleid. Als amateur dan..." Ohne Diplom... Ein sehr anständiger Mensch! "...Ja, ja, dat zal wel, ... natuurlijk...Joseph moest dringend zijn neus snuiten.           

Nou, die moesten ze dan maar als de bliksem ergens in een geschikte bomtrechter begraven, vond Joseph, samen met het HJ-soldaatje. Een paar buren konden daarbij vanmiddag, of ten laatste morgenvroeg, misschien een handje helpen?...Langer mocht daarmee niet worden gewacht, met deze warmte...                                                           

Frau Weimar begon geshockeerd te zeuren over een kerkdienst, tot haar man zich voor het eerst in het gesprek mengde om haar aan het verstand te brengen dat aan het front zo'n sommaire opruiming van de lijken noodzakelijk was om een epidemie van pest en cholera te vermijden. Nadien, als de toestand was opgeklaard, kon er nog altijd een dominee worden bijgehaald, stelde hij troostend voor. 

Maar ze was niet te overtuigen. Zoiets kon de "Gute Herr Gott" nooit goedkeuren! Ook al ging de huisbaas nooit naar de tempel: " Er ist doch auch ein Mensch! "...                                                   

Joseph maakte aanstalten om terug naar zijn kamer te gaan, maar de twee oudjes volgden hem op de voet en keken verschrikt rond naar de ravage in het appartement van familie De Bens.                  

" Aber hier können Sie doch nicht leben und schlafen, Herr Josef! Alles ist ja kaputt! " Beneden, bij hen, was er veel minder schade. Waarom zou hij voorlopig niet bij hen intrekken, stelde ze voor: de kinderkamer stond toch reeds jaren leeg...                                  

"Dat verwondert me niets", dacht Joseph, "haar overleden kinderen zouden nu zeker vijftig jaar oud geweest zijn..." Maar na wat heen en weer gepraat, ging hij akkoord: " Voorlopig, tot hij met Phil hier de boel wat had opgeruimd..." Hij wist wel waarom de oudjes zoveel waarde hechtten aan zijn aanwezigheid onder hun dak ... Fransoos Rabotnik, hé! ...Maar tenslotte was het een kwestie van geven en nemen: Frau Weimar kon waarschijnlijk beter koken dan hijzelf en al waren ze beiden stijf van de rheuma, zij beschikten tenminste toch nog over hun twee benen...Wat hij niet kon zeggen.       

Dus hielp hij Herr Wilhelm bij het opruimen van de keuken, terwijl de vrouw naar de kelder ging zoeken naar iets eetbaars. Joseph gaf haar de raad ook de proviandkast van de familie De Bens af te schuimen, omdat deze naar eigen zeggen toch niet van plan was naar hier terug te keren. En indien ze één van de volgende dagen, tegen alle verwachting in toch zouden opduiken, dan moesten de Russen maar voor deze plundering opdraaien...Vreemd genoeg maakte Frau Weimar geen enkel bezwaar: haar morele grenzen tussen 'mijn en dijn' brokkelden zienderogen af, nu de honger dreigend voor de deur stond...                                                                       

Veel vond ze echter niet. Ze was maar heel even beneden geweest en voelde zich misselijk worden door de benauwende rioollucht die er hing. Niet te verwonderen, vond Joseph: door al die bommen van de laatste dagen lag natuurlijk het ondergronds afvoernet in puin en zaten de hoofdleidingen verstopt. Deze stank dreigde wel met de dag erger te worden en bij de eerste regenbui kon de kelder onderlopen...Aangezien de bewoners hun meest waardevolle spullen daar tegen de bommen in veiligheid hadden gebracht, konden zij beter deze middag de kelders leeg maken, vooraleer alles bij de eerste regenvlaag door het opwellend slijk bedorven werd.               

Het middagmaal stelde niet veel voor. Omdat er geen drinkbaar water voorhanden was hielden ze het maar bij fluitjesbier. De twee oudjes aten niet meer dan hun vogeltjes en Joseph schaamde zich een beetje voor zijn eigen gezonde eetlust. Maar ja, daaraan zouden ze moeten wennen: hij was tenslotte nog geen 22 jaar en had buiten die paardengoulash de laatste dagen niet veel onder de tand gekregen.                                                                                

Het stonk beneden in de kelder inderdaad heel onaangenaam en Josephs eerste werk bestond erin samen met Herr Weimar de zandzakken uit de keldergaten te trekken om wat meer lucht te krijgen. Maar veel hielp het niet: de rotte stank was niet te verdrijven. Ze werkten gestaag door: eerst alle rondslingerende bagage uit hun 'Luftschutz-raum', die ook grondig door de Russen was geplunderd, voorlopig vlug in de valiezen gestouwd en naar de voet van de trap gedragen. Met een koord liet hij Wilhelm de rommel de treden optrekken: dat spaarde de benen en liet de oude man toe even een frisse neus te halen. Toen kwamen de voorraadruimten aan de beurt, waarin elke familie haar rantsoen aardappelen en bruinkoolbriketten bewaarde...                                                                 

Herr Weimar zag de witgesokte voet het eerst. Hij trok nog een paar briketten opzij en vluchtte toen kokhalzend naar boven.        

Het was of Joseph plots een dreun op zijn hersenpan kreeg. Veel hoefde hij niet verder te graven, voor hij het laatste glimpje zelfbedrog moest laten varen: ondanks het kolenstof herkende hij de mannenbroek waarmee ze de laatste dagen had rondgelopen om er voor de Russen zo onaantrekkelijk mogelijk uit te zien.                              

Op de knieën jankend als een gekwetst dier, vloekend en tierend, sleurde hij de stapel briketten uiteen, waarmee hij vier dagen geleden een schuilplaats voor haar had opgebouwd. Met elke greep bevrijdde hij wat meer de ineen gehurkte gedaante vanonder de ingestorte kolenmuur, tot hij haar stijve klamme lijk bij de broekspijpen los kon wrikken en in de vale schemer van het keldervenster trekken.                                                                    

Hijgend van uitputting bleef hij een lange wijle gebroken tegen de lattendeur liggen en staarde haar wezenloos aan, zijn natte ogen verblind door het invallende licht...       

Phil was dood.                                           

Een verdovende nevel overspoelde zijn hersens en bij iedere ademstoot kreunde hij wanhopig : Dood...Dood...Dood...                  

Hij verloor elk benul van tijd en van de ruimte om zich heen. Dood... Dood... Dood... Nog nooit had hij zich zo alleen gevoeld.                    

Langzaam trok de mist voor zijn ogen op. Zijn rug deed pijn en hij trok zich aan de deur op om wat makkelijker te zitten.           

Wat moest hij in godsnaam in z'n eentje beginnen? Samen met haar zou hij er zich wel doorgeslagen hebben, door alle rampen en ontberingen die in het zog van deze verloren oorlog nog konden opduiken...Maar zonder haar was het hopeloos. Op één poot, zonder inkomsten, zonder eten, opgejaagd door bandeloze bolsjevieken, midden de chaos van de inéénstorting: wat zin had het nog?...




Geef hier uw reactie door
Uw naam *
Uw e-mail *
URL
Titel *
Reactie *
  Persoonlijke gegevens onthouden?
(* = verplicht!)
Reacties op bericht (0)

Archief per week
  • 18/11-24/11 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 27/11-03/12 2017
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!
    Inhoud blog
  • Deel 400
  • Deel 399
  • Deel 398
  • Deel 397
  • Deel 396

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!