C33BIS. DE GODENDEEMSTERING.
Vijf kilometer van Joseph vandaan, had Frau Goebbels haar zes jongste kinderen die morgen elk een cyaankalipil gegeven. De kleinsten dachten dat het een snoepje was en sliepen vredig in. De oudste begreep echter wat er gebeurde en vocht verwoed voor haar leven. Maar Mutti was sterker... Pas tien bange uren later zou de Kleine-man-met-de-horrelvoet samen met zijn levenslustige echtgenote "zelfmoord" plegen, hun verafgode Führer achterna. Een opgevorderde SS-er schoot hen beiden op bevel neer in de tuin boven de Führerbunker en verbrandde hun lijken in een bomtrechter...
Na de dood van Hitler en Goebbels stortte heel de nazi-hiërarchie ineen: de goden en halfgoden, die tot voor kort met een vingerknip over leven en dood van miljoenen medemensen hadden beschikt, vielen plots in trosjes van hun voetstuk.
De moedigsten maakten er onmiddellijk met hun dienstwapen of een gifcapsule zelf een eind aan. Anderen hoopten het nog een tijdje te kunnen aanzien door als naamloze paria's in de heersende chaos onder te duiken: voor de meeste gekende kopstukken een uitzichtloze onderneming ,mét of zonder baard. Want niet alleen hun slachtoffers waren op wraak uit, ook hun medestanders hoopten met een verklikking - tot voor kort een nationale burgerplicht ! - een wit voetje bij de overwinnaars te halen.
Reichsmarschall Hermann Göring was daarvan één der eerste slachtoffers. Hij had Hitler - die in de door Russen belegerde Kanzlerei onmogelijk nog leiding kon geven - per telex gevraagd zijn vroegere benoeming tot zijn opvolger te willen bevestigen ,en hem de vrije hand te geven bij de voortzetting van de strijd. Daaronder verstaan :een volmacht om deze te beëindigen ! Waarop een hysterische Führer uitriep "Hoogverraad ! Maak dat vette varken onmiddellijk àf !" en Bormann over de radio bevel gaf tot zijn terechtstelling door een SS-commando in Bergtesgaden. Maar dat grapje ging niet door ,want keurtroepen van de Luftwaffe namen Göring in bescherming. Met deze "lijfwachten" ontvluchtte Dikke Hermann zijn "Kommandostelle B" in het Alpenreduit en dook, vermomd als houtvester, onder in de diepe Tiroler wouden. Zijn fysiek verried hem echter en op 9 mei '45 besloot hij zich met zijn gezin, zijn gevolg én 18 vrachtwagens "privébezit" aan de Amerikanen over te geven. Hij was echter ten zéérste verwonderd dat die hem onmiddellijk als oorlogsmisdadiger achter de tralies wilden stoppen: hij had immers nooit een vlieg kwaad gedaan! ...
Wie dat niét kon beweren was zijn evenknie Reichsführer SS Heinrich Himmler, door Hitler kort vóór de omsingeling van Berlijn tot Opperbevelhebber van "Kommandostelle A" in Noord-Duitsland benoemd: hij had de laatste vijftien jaar de leiding gevoerd over zowat àlle moordpartijen van het naziregime. Om de spons over zijn zwart (!) verleden te laten vegen trachtte hij via de Zweedse graaf Bernadotte vanaf 25 april '45 met de Westerse geallieerden een afzonderlijke vrede te sluiten en droeg als onderpand van zijn goede wil 1.500 vrouwen uit het concentratiekamp van Ravensbrück over aan het Zweedse Rode Kruis. Toen de Führer daarvan hoorde veroordeelde deze ook zijn "Treue Heinrich" wegens hoogverraad ter dood. Maar Himmler voelde zich door zijn SS-Leibstandarte ruim voldoende beschermd om tot het laatste in zijn "goedheid t.o.v. de vrouwelijke gevangenen van Ravensbrück" te volharden.
Vergeefs echter. Na de overgave van alle Duitse troepen in Noord-Duitsland (3 mei '45) dook hij, vermomd als gewone Wehrmachtsoldaat, met een paar getrouwen onder in een Brits gevangenkamp bij Bremen maar werd verklikt. Tijdens zijn ondervraging pleegde hij onmiddellijk zelfmoord met een cyaancapsule...
De Amerikanen hadden Feldmarschall Keitel na de ondertekening van de overgave op 8 mei met heel zijn staf in verzekerde bewaring genomen. Zoals ook de nieuwe Rijkspresident Grossadmiral Dönitz die samen met zijn ministers, waaronder Albert Speer en generaal Jodl, op 21 mei door de Britten gevangen werd gezet. Joachim von Ribbentrop, Hitlers minister van Buitenlandse Zaken die in Hamburg zijn oude wijnhandel weer had opgestart, werd op 14 juni opgepakt. Alfred Rosenberg, de ideoloog van het nazisme, werd met delirium tremens door de M.P. uit een bordeel gehaald. Julius Streicher, directeur van de antisemitische krant "Der Sturmer", had zich vergeefs als rondtrekkend kunstschilder vermomd en Robert Ley, - o.a. met Saukel verantwoordelijk voor de gedwongen "Arbeitseinsatz" van buitenlanders, - dacht met een valse baard aan de speurders te kunnen ontsnappen. Het hoofd van de "Sicherheitsdienst" en bedenker van de 'verdwijntruc' O.D.E.S.S.A. Kaltenbrunner werd gewond uit een veldhospitaal gevist. Ook ex-minister van financiën Schacht, van economie Funck, oud-Reichsführer van de Hitlerjeugd Baldur von Schirach en de Generaal-gouverneur van Polen Hans Frank moesten eraan geloven. Ze werden allen, samen met een honderdtal mindere goden, verdacht van oorlogsmisdaden in het Luxemburgs verzamelkamp van Mondorf-les-bains opgesloten.
Na lang touwtrekken onder de overwinnaars - o.a. over de al dan niet Duitse of Russische verantwoordelijkheid voor het afslachten van 11.000 Poolse officieren in Katyn en omstreken... - kon op 20 oktober '45 het monsterproces in Nürnberg beginnen.
De belangstelling van de internationale pers, maar ook van de binnenlandse bladen, bleek enorm. Het zicht van al zijn ex-goden in de hel-verlichte beklaagdenbank was voor de modale Duitser een totale ontluistering, want hij begreep aanvankelijk niet wat de overwinnaars populaire figuren als Göring, Schacht en Schirach konden verwijten. Was heel deze show in feite wel iets méér dan een vulgaire wraakneming ?
Maar naargelang de talloze bewijzen van de onnoemlijke misdaden allerhande zich in de loop der maanden opstapelden en wereldkundig werden gemaakt verloren de hoofdbeschuldigden veel van hun grandeur. Na honderd zittingen gingen figuren als de reeds sterk vermagerde Reichsmarschall àf als een ballon en geen énkele Duitser voelde ook maar de minste frustratie toen op 15 oktober '46 de uitspraak viel.
Twaalf kopstukken kregen de strop (Bormann bij verstek, voor alle zekerheid, omdat niemand wist of hij echt dood was) drie levenslang, Speer en von Schirach 20 jaar, Dönitz 10, Schacht en twee kompanen werden vrijgesproken. Göring ontsnapte op het laatste nippertje aan de beul door in zijn cel vergif te nemen.
De volgende maanden en jaren zouden ongeveer nog 50.000 mindere goden voor de rechter verschijnen wat velen, vooral de kampbeulen, de kop kostte. De Duitse bevolking geraakte gaandeweg overtuigd van de eerlijkheid van de rechtspraak en legde zich eerst opgelucht en later onbewogen bij de vonnissen neer. Ze kon geen greintje respect meer opbrengen voor de idolen die ze weliswaar zelf aan de macht had gebracht maar die haar vervolgens schandelijk hadden misbruikt bij hun poging het eeuwige Duitsland in hun eigen ondergang mee te sleuren.
Dàt voor wat het ex-Derde-Rijk aangaat.
Maar hoe verliep het verder met onze éigen potentaatjes ? Enkel Leon Degrelle, boegbeeld van de Waalse SS, eindigde min of meer in schoonheid. Nadat de pletrol van het Rode leger tijdens de laatste week van april de povere resten van zijn "Freiwilligen-division Wallonie" samen met onze "Langemarck" achter de Oderdelta in de pan had gehakt, slaagde hijzelf en een paar getrouwen erin via Denemarken naar Noorwegen uit te wijken. Toen hij op 8 mei '45 in Oslo het nieuws van de Duitse overgave vernam, kon hij met een paar gezellen een klaarstaand vliegtuig 'nemen' en ermee naar Franco-Spanje vluchten. Met de laatste druppels benzine voerde het een noodlanding uit op het strand van San Sebastian ,juist over de Frans-Spaanse grens. Degrelle werd gewond in een hospitaal opgenomen onder de uitdrukkelijke bescherming van de Spaanse dictator. Op 14 december veroordeelde de Brusselse krijgsraad hem bij verstek ter dood en eiste onze regering Van Acker zijn uitlevering. In hoeverre deze eis werkelijk gemeend was blijft een open vraag. Want heel de oude politieke kaste zat met klamme handjes: Degrelle, alias "Le beau Leon" ,was een geduchte schandaalridder! Hij dreigde op zijn eventueel show-proces een paar stinkende boekjes open te doen en heel het ultra-Belgisch establishment in zijn blote billen te zetten... Tenslotte dook hij onder bij rijke adellijke Spaanse vrienden die hem als "Dr Juan Sanchez" hielpen een bloeiende zaak op te richten. Met hen zou hij ook een vluchtlijn voor ex-nazi's gevormd hebben waarvan Martin Bormann en Otto Skorzeny gebruik maakten. (zou... want een bluffer als Degrelle was niet in zijn eerste leugen gestikt! ) Tot midden de jaren '70 (zegge de dood van Franco) haalde hij nog regelmatig de wereldpers en zette "ceux de Bruxelles" tot zijn laatste sneer misprijzend een neus.
Geen enkele van onze Vlaams-nationalistische top-collaborateurs heeft zich qua uitstraling ooit, noch vóór noch nà Hitlers dood, met de flamboyante "beau Leon" kunnen meten. Het waren - en bleven tot het laatst - kleurloze halfslachtige figuren, zonder de minste panache. Bij hèn over "GODENdeemstering" spreken... och arme! Ze kropen voor de eerste de beste Duitse bullebak op hun buik. Maar aangezien ze toch in hun eigen kleine kringetje zeloten autoritair de plak zwaaiden en met hun verbale bombast veel meelopers de dood in stuurden: vooruit dan maar...
Vanaf 1 september '44 zochten ze allen vanuit België hals over kop in het zog van het wegtrekkende Duitse leger een veilig heenkomen over de Rijn, zonder zich in het minste om de evacuatie van hun misleide ondergeschikten te bekommeren. Ter rechtvaardiging van het gekregen asiel en om hun eigen persoontje wat gewicht te bezorgen vormden ze in Duitsland de z.g. "Landsleiding", een soort machteloze Vlaamse spookregering-in-ballingschap onder de scepter van Jef Van de Wiele, oud-leider van DeVlag.
In werkelijkheid beperkten zij zich tot de geforceerde SS-recrutering in de opvangkampen van hun duizenden medevluchters. Zoveel mogelijk jonge landgenoten moesten en zouden dienst nemen in de "27.SS-Freiwilligen-Grenadier-Division LANGEMARCK" (vanaf 17 jaar) en de "Vlaamse Flak-brigade" (vanaf 15 jaar). Ward Hermans en de priester-dichter Cyriel Verschaeve concentreerden zich via het SS-Hauptamt en de "Flämische SS Kulturstelle" op de SS-propaganda, waartegen de leider van het VNV Elias zich echter verzette en daardoor al vlug in ongenade viel.
Na het mislukte Ardennenoffensief ging de "Landsleiding" de mist in. Alle kopstukken modderden nog wat voort maar ondertussen zochten ze ijverig een veilig toevluchtsoord tegen de nu snel naderende Apocalyps. Voor professor Daels werd dat Zwitserland, maar de meesten - zoals Verschaeve, Wies Moens en Rob Verbelen, hoofd van het "Veiligheidskorps" - doken onder in Oostenrijk.
Allen werden door de Belgische justitie bij verstek ter dood veroordeeld, maar enkel de zwaar zieke 68-jarige Borms werd op 12 april '46 - vastgebonden op een stoel - daadwerkelijk gefusilleerd. Ward Hermans kreeg op 9 juli '47 levenslang maar werd, zoals Elias, einde jaren '50 vervroegd vrijgelaten om in de anonimiteit te verdwijnen.
Enkel Verschaeve haalde, na een natuurlijke dood (08/11/49) in zijn tweede vaderland Oostenrijk ,nog even de krantenkoppen. Een paar van zijn overjarige fans solden een tijdje rond met zijn stoffelijke resten bij een macabere poging die in de "Heilige Vlaamsche Grond" te herbegraven. Maar of ze daar tenslotte wérkelijk in slaagden, interesseerde in feite geen kat meer...