DE HOORN DES OVERVLOEDS...
Toen het rode waas voor zijn ogen was weggetrokken ,werkte hij met zijn kruk de vier verste kartons naar zich toe: witte, nog dicht geplakt , en verzegeld met een Rode Kruisetiket..."American Relief for U.S. Warprisoners", las hij verbaasd met zijn schoolkennis van Engels...Die schurk had zich verdomme vetgemest met de hulppakketten bestemd voor de geallieerde krijgsgevangenen! Driftig scheurde hij het deksel los. Vier blikken cornedbeef, plakken chocolade, vijf pakjes 'Lucky Strike' en vijf 'Players, snoepgoed...De ware goudschat ,verdomme ! Het kon niet meer op !
Hij viste nog eens met zijn kruk onder het bed, maar dat scheen voorlopig alles. Verbouwereerd zette hij zich tussen de spiegelscherven en overschouwde met kloppend hart deze plotse hoorn-des-overvloeds. Haastig scheurde hij een pakje sigaretten open en stak er, met trillende vingers, zwelgend één op. Het vreemde zoete aroma vulde zijn longen en genietend sloot hij de ogen. Whaaw-whaaw, zeg: wat hem betrof mochten de Amerikanen gerust de oorlog winnen, hoor !... Nu was hij wel geen zware roker, maar deed dàt godvernondemiljaarde effen deugd !... Zijn laatste stinkstokken had hij van die Russische officier gekregen, die nacht, een week geleden, toen hijzelf dacht dat ze hem als 'Werwolf' overhoop zouden schieten... Die vent, die hem een uur later officieel de eretitel " Vriend van de Sovjetunie" had verleend... Een vreemd allegaartje, die Bolsjewieken ! ...Leven en dood lag bij de Russen nooit ver van elkaar...
Dat bracht hem weer tot de werkelijkheid terug. Wat moest hij in hemelsnaam met al deze schatten aanvangen? Als hij dat zomaar bij Hildegarde in de schoot wierp, kreeg dat mens gegarandeerd een beroerte! Zoiets mocht hij niet riskeren...
Hij kon haar beter elke twee-drie dagen iets geven, genoeg om toe te komen... Af en toe een cadeautje, dat onderhield de vriendschap... Hij had al gemerkt hoe hebberig dat mensje wel was: het zou verstandiger zijn die haai met kleine visjes aan het lijntje te houden, beetje bij beetje... En de rest hier te verbergen. De kans was klein dat iemand in huis een flauw benul had van het doen en laten van 'de arme heer Dahlmann' en zijn roze kamer. Als hij er zelf voorlopig zijn mond over hield, kon deze geheime bergplaats nog wel een tijdje voor de buitenwereld verborgen blijven.
Maar dan moest hij natuurlijk Vati van het dak afhouden: als die het in zijn hoofd haalde erop te kruipen om dat gat te dichten en hij ontdekte deze schat, dan viel alles in 't water en ouwe Vati van pure alteratie met z'n sjokkedijzen naar beneden! Over de beschadigde zinkendakbekleding moest hij dus zwijgen als vermoord en indien het zou binnenregenen duurde het wel even voor ze er op de eerste verdieping last van kregen.
Ook van de buren viel weinig te vrezen: als hij zich goed herinnerde stak 15 B een halve verdieping boven de nevenliggende huizen "A" en "C" uit, zodat die van op hún zoldering geen zicht hadden op de beschadigde zinken dakbekleding van dit huis hier. Daarenboven was bij de Neumanns heel de mansarde weggeslagen. Voor die aan een herstelling kon denken, waren we weer een paar maanden verder, en zat Joseph waarschijnlijk al hoog en breed terug in Westende. Of daar omtrent...
Tiens, dit onderwerp moest hij één dezer dagen eens onder de loep nemen, hoe hij dàt aan boord zou leggen...Maar zover waren ze nog niet, en dankzij deze schatkamer was er voorlopig niets dat brandde...Hij kon het hier op zijn gemak nog een hele tijd uitzingen, als hij het wat handig aan boord legde...
Zijn sigaret was op. Uit de doos van de noedels haalde hij de helft van de deegwaren weg en vulde de rest van de ruimte aan met een assortiment van blikkenvlees, Pumpernickel, twee flessen wijn en één cognac: daarmee konden ze beneden voorlopig voort. Plus al de bougies: die mochten bij een feestmaal niet ontbreken! Na een ogenblik van twijfel stak hij toch maar een boekje op zak: dat kon hij vanavond op zijn kamer bij kaarslicht eens nader bestuderen...
Het karton woog als lood en was met zijn krukken so wie so niet te dragen. Dus duwde hij het voor zich uit tot tegen de drempel. Voorzichtig spiedend opende hij behoedzaam de spiegeldeur. De kust was vrij. Hij schoof zijn schat de woonkamer in, sloot de geheime toegang tot het 'liefdesnestje' zorgvuldig weer af en wierp een kussen van de divan tegen de onderrand om zijn sporen in het stof uit te wissen. De tien meter tot de trapzaal was nog een zware karwei.
De deur naar de zolder deed hij op slot, en stak de sleutel op zak: voorlopig mocht Vati niet in de verleiding komen op het dak te kruipen! Hij liet zijn krukken de trap afglijden, nam het karton op de schoot en werkte zich zittend, trede na trede, twee verdiepingen naar beneden. Hildegarde moest het gestommel gehoord hebben, want juist toen hij veilig geland was en haar naam riep, trok ze haar voordeur op een kier.
" Ach du Josef ! Was sind das alles für schöne Sachen ! " Ze vloog als een gier op de doos af, begon wild tussen de schatten te graaien alsof haar leven ervan afhing en riep zonder ophouden: " Menschenkinder, seh' mal an ! !" Voor Joseph van de laatste trede kon opstaan, had ze reeds de halve buit weggesleept: was me dat mens vlug zeg ! ...Toen hij de rest naar binnen schoof, zat ze ineengezakt aan de keukentafel te snotteren.
Of ze niet gelukkig was met zijn vondst ?
" Doch-doch ! ",snikte ze ,en terwijl ze hem met betraande wimpers beloerde piepte ze kreunend :"Aber in Wesen gehört es den armen Herrn Dahlmann, nicht ! "...Die vuile slijmerige beroepskomediante !
" Als dit u bezwaart, kan ik het wel weer naar boven brengen", spotte hij. Ze lachte door haar tranen heen en borg vlug de rest van de buit in de kast: " Komm Junge, wir nehmen uns gleich ein Schnäppschen! " Wegens de ontroering, wou ze laten verstaan...
Tenzij mocht blijken dat het oudje even erg op drank uit was als op eten, dacht hij monkelend. Want dan was zijn wijnkelder maar een kort leven beschoren...Hij herinnerde zich plots het spottende drinklied, dat Jupp zo smartelijk had gekweeld tijdens het kerstfeest thuis, in 194O:
Alle Tage ist kein Sonntag,
Alle Tage gibt's kein Wein...
Als hij dààr nog aan terugdacht, aan zijn onschuld van toen en de zorgeloze gezelligheid in hun povere barak, drong het pas goed tot hem door wat een onnoemlijke rotzooi hij van zijn jonge leven had gemaakt...
Ze hoorden Vati de trap opkomen, hijgend en piepend als een gescheurde harmonica. Uitgeput viel hij op een inderhaast bijgeschoven keukenstoel, zijn gezicht nog grijzer dan zijn haren.
" Aber Wilhelmchen, was ist los, mein Junge ?!" Als een bezorgde kloek betastte ze haar man en aaide hem over het hoofd. Die zie ik de eerste weken niet op het dak kruipen, dacht Joseph..." Und wo ist das Wasser geblieben ?" Haar praktische aard zou haar nooit in de steek laten ! "Ach Frau...,lass mich...in Ruhe ! ...", kraste hij kippig, nog driftig naar adem snakkend. En toen vergoeilijkend voegde hij er hijgend aan toe: " Das Wasser...steht unten...an der Treppe...Mir war's...zu schwer..."
Joseph bood hem zijn borrel aan en in een mum van tijd had hij ook deze van zijn vrouw achterover geslagen. Hildegarde nam een derde glas uit de kast en schonk bezorgd nog eens vol. Joseph hield nu voor alle veiligheid zijn eigen glas in de hand... Maar de oude man deed het ditmaal wat kalmer aan en kreeg gaande weg weer wat kleur.
" Es war dort ein verdammter Scheisse ! Schrecklich..." ,vertelde hij tenslotte ,nog naar adem happend..
Bij de pomp van de citerne was er een ware volkstoeloop geweest en die goede oude Duitse 'Disziplin' vér te zoeken. Niemand eerbiedigde nog de rijvolgorde: de sterkste 'Weiber'- zoals hij ze in afschuw betitelde - drongen onbeschaamd naar voor, of wilden de meeste kruiken vullen, of méér dan de wachtenden voor redelijk hielden... Aanhoudend was er een trekken en duwen en vlogen de wijven elkaar in het haar, tot groot vermaak van de Russische soldaten die daar in de omgeving rondzwierven.
Toen het te bont werd, waren twee dronken Russen zich met de zaak komen bemoeien en hadden bij de pomp naar hun eigen smaak een volgorde opgedrongen, hoofdzakelijk gebaseerd op de betrekkelijke charmes van de naaste vrouwelijke omstaanders. Daaronder waren er zelfs die deze zatlappen vriendelijk toelachten, om een plaatsje vooraan te krijgen, alsof het een decadente schoonheidswedstrijd betrof ! Tot er eentje zich achteruit gesteld voelde en, waarschijnlijk óp van de zenuwen, woedend tegen één van de soldaten was uitgevlogen. Die had toen ijskoud zijn MP van de schouder genomen en de vrouw verdomme zonder een oog te verpinken neergeschoten !...De meeste wachtenden vluchtten in paniek weg. Toen was voor de Russen de lol er blijkbaar af en ze waren dan maar elders wat vertier gaan zoeken...Van deze plotse kalmte had hij met Neumann geprofiteerd om hun kruiken te vullen, vlak naast het lijk in de waterplas, die vlug bloedrood kleurde...Een afschuwelijk zicht, dàt kon hij hen wel verzekeren !
" Ach du Armer ! ",troostte Hildegarde hem, " Komm, nimm noch ein Schlückchen..." En had zich dan niemand om de vrouw bekommerd, wilde Joseph weten, ook al kende hij het antwoord reeds.
" Mensch! Sie war tot! ", beet Weimar hem toe, alsof dit alles verklaarde, " Und jeder hat's eilig gehabt..."
Ja-ja, het vernislaagje op de zo hoog geprezen Duitse beschaving bleek reeds aardig af te schilferen...
Nadat Vati wat tot rust was gekomen, trok Joseph met zijn hulp de zware glazen mandflessen - groene 'Dame-Jeanne's - vanuit de trapzaal aan een koord omhoog naar de eerste verdieping en omdat dit zo vlot ging kreeg het systeem onmiddellijk burgerrecht !
De rest van de namiddag trachtte Joseph op de keukentafel zijn beenprothese te herstellen, maar erg vlug vlotte het niet, bij gebrek aan een stevige schroevendraaier. Tijdens het gepruts merkte Vati langs zijn neus weg op: " Ach so, Sie haben den Namen bereits verschwinden lassen! ..."
" Na und ?" Joseph keek hem vanuit de hoogte aan: dacht die ouwe leuteraar hem soms te intimideren ?!
" Ich meine: besser so...",bond Weimar in. Mooi, dacht Joseph, als je maar weet, mannetje, dat ik ondanks mijn ene poot, je zonder moeite het hoekje omhelp, mocht je te gevaarlijk worden...Eén dezer dagen moet ik die vent eens een verhaaltje op de mouw spelden, dat hem alle zin zal ontnemen nog langer te piekeren of die naam en SS-graad op het kunstbeen bij hém hoorde !
Na het avondeten - heerlijke noedels met stoofvlees - kerfde hij in het kruis met grote zorg Phils naam en de data van geboorte en overlijden. Hildegarde volgde zijn vorderingen en vroeg tenslotte, toen hij ermee klaar was: " R.I.P.,was bedeutet das ?..."
Hij vertaalde het: " Ruhe in Frieden..." Maar hàd dit nog wel een betekenis ?...In vrede leven, ja, later misschien...Maar hij twijfelde er ten zeerste aan...En met al dat moorden en branden, lag 'in vrede sterven' als laatste wens tegenwoordig véél meer voor de hand...
Juist voor het slapengaan brak in de verte opnieuw de hel los. Maar voor zover ze konden nagaan kwam het gerommel niet meer uit de richting van het het stadscentrum, maar eerder uit het westen van de stad... " Spandau" zei Vati. Misschien waren het de Amerikanen wel, opperde hij hoopvol. Die komen hun deel van de Berlijnse koek opeisen...Maar tegen wie vechten ze dan, verdomme ? Toch niet meer tegen die van ons, zeker ! Dat zou een beetje té idioot zijn...
"Neen-neen ", legde Joseph zelfzeker uit, " waarschijnlijk de laatste verdedigers die uit de omsingeling naar het Westen pogen uit te breken. Zo deden we het altijd aan het oostfront: aan die kant is de ring het zwakst...En aangezien de SS zich nooit aan de Rus zal overgeven is een uitbraak in de richting van de Amerikanen hun enige kans op overleven..."
Hij merkte te laat dat de Weimars hem vreemd zwijgend aanstaarden en kon zijn tong wel afbijten !
Na een lange gegeneerde stilte, waarbij ze alle drie voorwendden gespannen naar het gerommel in de verte te luisteren, viel Hildegarde geërgerd uit: " Nun reicht's aber! " Net een kwade juf die haar buik vol krijgt van een ondeugende klas...Maar veel hielp het in dit geval niet.