" De Afrekening"
Een West-Vlaamse oorlogsthriller in afleveringen
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
15-09-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 298

C22  DE VLUCHT NAAR DE ODER.

 

                          Stargard, begin maart '45.

Tijdens drie dagen van helse gevechten hadden Leon en zijn maats zich verbeten in de hoven en dorpen rond 'Gut Witzleberhof' kunnen handhaven, doch telkens slechts voor een paar eindeloos lijkende uren. Maar de Russen waren werkelijk té oppermachtig, en stap voor stap moest ook de SS-Langemarck tenslotte voor de Rode vuurwals wijken. Ze trachtten de vele gewonden, dikwijls op gevaar van eigen leven, mee naar achter te nemen, maar de gesneuvelden bleven liggen waar ze neerstuikten. De munitie voor het 2cm-kanon raakte op en de uitgeputte mannen vielen in slaap waar ze stonden.

Op 1 maart moesten ze het dorpje Zachan op de Autobahn onder de geweldige druk van de Russische overmacht prijsgeven en van toen af wist ieder voor zich dat ze er nooit meer in zouden slagen de Ivans nog tot staan te brengen...Zéker niet vóór de Oder, maar ook niet er achter...Nooit meer...Je kon beter niet liggen prakkezeren waarop dit drama onafwendbaar zou uitmonden. En ook je vrees voor de toekomst liet je best onuitgesproken, zelfs in je nauwe vriendenkring...

 Die nacht trokken ze zich in één sprong ruim 10 km naar het noordwesten terug tot Gross Schlatikow. Tenminste, dàt was de bedoeling, vooral om er even op adem te kunnen komen. Maar halverwege dommelde Leon één oogknip weg op zijn stuur en schrok wakker toen zijn rupswagen al schuin in de gracht stak. Gelukkig reed Ochaf Penjaert vlak achter hem en kon deze met zijn twee overblijvende pantserwagens, mits een uur wroeten, Leon weer op de baan trekken. Met dat incident haalde hij zich wél de wrok van heel het peloton op de hals, omdat de makkers door zijn schuld in Gross Schlatikow hun hazenslaapje misliepen.

Nadat ze in dat dorp in stelling waren gegaan liet de Russische artillerie hen toch een paar uur met rust en kon Leon even van de voorbije emoties bekomen. Ilse was nog slechts een verre herinnering, al vrat het wel aan zijn eergevoel dat hij zijn opgelegde rol in haar luguber scenario niet had kunnen vervullen. Akkoord, de Rus had het van hem overgenomen: hun voltreffer op de portierswoning zal wel minstens zo effectief gewerkt hebben als het voorziene genadeschot uit Leons stormgeweer. En de daaropvolgende uitslaande brand minstens even verschroeiend als de door haar geplande zelfcrematie. Maar toch...

Op de nieuwe stelling naast het schooltje van Gross-Schlatikow viel hij werkelijk als een blok in slaap, maar niet voor lang. Een kleine twee uur later deed een laag overscherende Rata hem met een paar uitgeworpen bommen uit zijn verwarde dromen opschrikken. Nog verdwaasd besliste hij toch maar vlug zijn ànder, min of meer proper hemd aan te trekken, dat de Poolse meid van Ilse de laatste dag van zijn inkwartiering voor hem nog vlug-vlug had gewassen. En al gravend in zijn ransel stootte hij op het platte bruine pakje met het rode lint. Ook zonder het gotisch schrift op de voorkant te ontcijferen wist hij onmiddellijk dat dit van hààr kwam. Waarschijnlijk had ze dit in zijn ransel weggemoffeld toen ze het gewassen hemd kwam teruggeven...

Binnenin stak een feestelijk dichtgeknoopt gemslederen zakje, met - op het gevoel - een stuk of vijf medailles of munten ten grote van een vijfmarkstuk...Plus een brief op roze papier, beschreven met wéér dat verdomde gotische schrift van haar. De paarse inkt maakte het epistel nog moeilijker leesbaar, maar in de aanhef kon hij toch iets ontcijferen dat kon doorgaan voor "Mein lieber Leo, meine treue Flämische Löwe! "...Dat begreep hij, omdat ze hem soms zo genoemd had tijdens het vrijen: haar hondstrouwe Vlaamse Leeuw...Maar hij besloot zich pas later door de lange moeilijke tekst van haar afscheidsbrief te worstelen, zohaast hij daarvoor wat meer tijd kreeg. Want buiten begon het weer te rommelen: de korte speeltijd was alweer voorbij...En aangezien Ilse toch dood was zal ze in haar roze epistel wel niets van levensbelang meer te vertellen hebben, dacht hij. Hij schaamde zich wel een beetje voor dit gevoelloze besluit, maar gezien de Russische granaten weer dichter begonnen in te slaan, was het nu niet het geschikte moment om sentimenteel te gaan doen.

Het zag er slecht uit: terwijl de stalinorgels onophoudelijk hun huilende rakettenregen over de Vlamingen uitgoten, meldde de tamtam t'allenkante inbraken van sovjettanks. De chaos brak uit. Gekwetsten riepen wanhopig om hulp, de doden bleven verwrongen liggen waar het bloedig noodlot hen toevallig had neergebliksemd. Het vee loeide in de stallen hun doodsangst uit, of werd vluchtend op de straat uiteen gereten door Iwans granaten. Leon voelde het aan zijn klompen: ze moesten dringend achteruit, als ze niet omsingeld wilden worden en in de pan gehakt. Al wie nog meekon op een vluchtende camion of een pantserwagen mocht van geluk spreken, en moest niet flauw gaan doen over een zwaargewonde kameraad die daar half onder het puin bedolven hulpeloos achterbleef.

Leon stormde nog vlug diep gebukt het nu vervaarlijk walmende schooltje binnen om uit het getroffen depot twee jerrycans brandstof te redden voor de verre terugtocht. Een minuut later liep hij zwaarbeladen weer naar buiten, juist op tijd om te zien hoe zijn 2cm-kanon vlak voor de deur een inslag kreeg van een pantsergranaat. Als in een vertraagde film verdwenen voor zijn ogen Van Nitsem en Philips in de withete steekvlam. Voor eeuwig en altijd, dat was wel duidelijk...

Pirijns had gehurkt naast de pantserwagen op Leon gewacht en dat was zijn geluk geweest. Toen de rook verwaaide merkten ze samen in één oogopslag dat,buiten het vernielde kanon, de wagen zélf bijna geen schade had geleden: zelfs de motor draaide nog! Onmiddellijk doken ze in de stuurcabine, Leon schakelde in eerste en - wonder boven wonder - het ding rééd werkelijk! En vóór ze de straat uit waren zat de staalplaten bak rond het verwrongen kanon plots al weer vol wriemelende stormgrenadiers, die alle moeite deden de verminkte lijken van Philips en Van Nitsem overboord te kieperen om zodoende vlug wat meer 'Lebensraum' voor zichzelf te scheppen. Pirijns moeide er zich niet mee: hij had voorlopig de handen vol om Leon schreeuwend de goede richting te wijzen tussen de rondom inslaande reeks mortiergranaten en de vele rokende bomtrechters in de hoofdstraat.

Een heel stuk buiten dat rampzalige dorp ontsnapten ze eindelijk uit het vuurgordijn van de sovjets en konden ze even op adem komen. Om dan na een paniekerige studie van de kaart vast te moeten stellen dat ze de verkeerde uitvalsweg genomen hadden en veel te veel naar links waren afgeweken. Maar naar de wegsplitsing teruggaan om de fout te herstellen, tégen het vluchtende frontverkeer in, was nu eenmaal totaal uitgesloten. Komaan, misschien vonden ze verderop wel een zijwegel naar rechts, dwars door de velden, die hen weer bij de vertrouwde 'Kompanie Dillinger' zou doen belanden...En tot grote opluchting van hun menselijke lading blinde passagiers reden ze op goed geluk verder door, wég van het front, pal west...

Mede door de schuld van een Feldgendarme die op het volgende kruispunt de terugtrekkende troepen in 'goede banen' trachtte te leiden, belandden ze tegen de avond midden in de aftochtstroom van de 'SS-Division Wallonie'. Ondertussen had Pirijns onder zijn zes passagiers een driekoppige MG ploeg ontdekt - schutter, lader én munitiedrager - en die een beetje manhaftiger met hun wapen in aanslag naast het vernielde kanon laten postvatten. Kwestie van bij de Walen als Vlamingen geen rotfiguur te slaan. Maar die landgenoten interesseerden zich enkel voor hun eigen benarde toestand en hadden geen ogen voor de show van hun noorderburen.

Leon die zich zorgen begon te maken over het lawaai in zijn transmissie, kon Pirijns overhalen, nog voor het pikkedonker werd, af te wijken naar een boerenhof rechts van de weg en daar te overnachten. Want helemaal alleen met die rammelkast in het duister verder rijden in de richting van de terugtrekkende Langemarck was vràgen om zware moeilijkheden. De zenuwachtige wachtpost van de Vlaamse flankbeveiliging zou hen vast en zeker éérst op een Pantzerfaust trakteren en dàn pas willen weten waarom ze zich in 't holst van de nacht absoluut als doorbrekende sovjettank wilden voordoen...

Het boerenhof zag er verdacht verlaten uit: geen levende ziel te zien, maar ook geen koeiengebrul uit de bijgebouwen. Eindelijk een landsman die er tijdig met zijn hele hebben en houden van onder was getrokken dacht Leon...Pirijns stuurde twee van zijn blinde passagiers op strooptocht in het hoenderhok en de stallen om vlug voor het 'avondeten' van de groep te zorgen: eieren of een paar kippen, en als het kon vers boerenbrood. De malse biefstuk waar iedereen al een paar dagen van droomde zou wel weer voor een volgende keer zijn.

De drie man van zijn MG-ploeg stuurde hij naar de zolder, vanwaar ze ondanks het duister een mooi uitzicht hadden naar alle brandhaarden in de verre omtrek. De flakkerende weerkaatsing tegen het lage nachtelijk wolkendek verlichtte de omliggende nog besneeuwde landerijen met zo'n felle rosse gloed dat ze met hun machinegeweer een duidelijk schootsveld kregen met zeker vier-vijfhonderd meter dieptezicht.

Leon was nog maar pas onder zijn rupswagen gekropen om samen met Pirijns de reden van de lawaaierige transmissie en de eventuele schade van de inslag aan de motor op te nemen, toen de vreemde MG-schutter hen luidkeels kwam zoeken: " Uschaf! Uschaf! Waar zit ge? !"

" Zeg, vent! Ge ziet toch dat we bezig zijn! Staat uw broek in brand, soms? ! Of is de Rus op komst?  Kunt ge u misschien éérst eens deftig voorstellen? !"

"Sturmmann Verbeke, Uschaf! 't Is maar om te melden Uschaf:  héél dat boerengezin hangt op zolder aan de nokbalk! De oude pachter in S.A.uniform, minstens drie-vier vrouwen en nog een paar kinderen! Schoon op een rij naast elkander, lijk aan de dorpsgalgen in de Ukraïne..."

" Man, als ze dood zijn, zullen ze niet meer bijten, hé! " snauwde Pirijns: " En als ze in de weg hangen om het MG op te stellen, snij ze dan los en leg ze bijeen in den hoek! Of wilt ge soms eerst een rouwmis bestellen?  Kom, marsch-marsch! Laat 't vooruit gaan, Sturmmann!"

Maar toen hij zag hoe aangedaan en uitgeput de jonge schutter daar voor hem in de houding stond, besloot hij wat zalvend: " We zullen u wel verwittigen als het avondeten klaar is...Ge kunt zelfs nog kiezen: gebraden kieken of vette Gentse Waterzooi "

De bleke Sturmmann boog plots verkrampt dubbel en kotste kreunend zijn gal voor de laarzen van Pirijns.                   

 

Na het opruimen van de gehangenen was het tenslotte tóch nog geroosterde biefstuk geworden, want in de stal lag het vol koeien met overgesneden keel. De boer had blijkbaar niet enkel zijn vrouwvolk maar ook zijn beesten een leven onder de Rode knoet willen besparen. Met, wat je kan noemen:  Echte Duitse 'Gründlichkeit'!

 

In Berlijn leefde Joseph ondertussen hoe langer hoe meer in twee volledig tegengestelde werelden. Op het werk draaide de propaganda machine nog op volle toeren om naar buitenuit het volste vertrouwen op te houden in het genie van de Führer en de goede afloop van de oorlog. Natuurlijk niet meer de totale 'Endsieg' door de vernietiging van alle vijanden: neen, ze waren tenslotte niet gek! Maar onder die 'goede afloop' zagen ze het einde van de oorlog eerder in een vaag fata morgana dat - mede door de dreiging van de verschrikkelijke Duitse V-wapens - wel zou uitlopen op een soort 'paix des braves'...

Dat ondertussen de Amerikanen Keulen hadden veroverd en duidelijk klaar stonden om de Rijn over te steken - en de Russen de Oder - leek verder niemand erg te verontrusten. Als op bevel staarde iedereen gespannen in de richting van de Balkan, waar de Führer zojuist een reusachtig lenteoffensief gelanceerd had bij het Balatonmeer. Doel:  kost wat kost de Hongaarse olievelden heroveren. Een geniale strategische zet van onze Adolf! Hoera, driewerf hoera! Dat hij daarvoor een paar pantserdivisies uit Pommeren had weggetrokken ,waar voor het ogenblik de eigen jongens van de SS-Division Langemarck samen met de àndere Germaanse legioenen in de pan werden gehakt, kwam nergens meer ter sprake. En nog veel belangrijker was de inzet van een revolutionair type straaljager bij de Luftwaffe dat sneller vloog dan het geluid! Dit betekende vast het einde van de Amerikaanse bommenoorlog op de Duitse steden, of wat dacht je! Méér nog: nu binnenkort de US-vliegtuigen met bosjes uit de lucht geschoten zouden worden, zou de seniele president Roosevelt zeker afgezet worden en zou zijn opvolger wel een einde willen maken aan deze slachting! ...Driemaal 'zou' vond Joseph eerlijk gezegd nogal veel...Maar bij geen enkele van zijn collega's kon hij in vertrouwen zijn twijfels kwijt over deze naïeve wensdromen en daarom speelde hij zonder verpinken verder mee in deze bizarre 'Fabeltjeskrant'.

Maar innerlijk wist hij wel beter: vroeg of laat zou de onafwendbare catastrofe boven hun hoofden losbarsten en al deze hoogmoedige bruine paljassen rond hem meesleuren in de totale vernieling. Hij gaf het Derde Rijk nog hoogstens een jaar vooraleer heel Duitsland letterlijk tot één puinhoop zou vervallen en van het nationaal-socialistische staatsapparaat geen spaander meer héél zou blijven. Mocht hij als bij wonder deze ineenstorting al overleven, stelde hij zich toch steeds dringender de vraag of dit overleven voor hem - een gemutileerd stuk wrakhout zonder toekomst - nog wel zin had...

Ook sentimenteel leefde hij in twee verschillende werelden. 'Officieel' hing hij nog aan Phil vast en deden ze beiden naar buitenuit nog goed hun best om de schone schijn op te houden. Maar beiden wisten ze ook dat Joseph smoor verliefd was op Françoise De Bens en dat deze maar met haar vinger moest knippen om het wankele kaartenhuis van Phils brave burgergezinnetje te laten instorten. Hoe hijzelf op dit puin in de praktijk een nieuw geluk moest opbouwen, daar waar alles om hem heen in scherven viel,  was hem nog niet erg duidelijk. En dit was in feite ook niet zijn eerste zorg, omdat zijn toekomstplannen veel eerder ontsproten uit zijn onderbuik dan uit zijn bovenkamer. Maar Josephs scheve schaats was, vreemd genoeg, ook Phils eerste zorg niet, omdat ze er op vertrouwde dat Françoise - voorlopig althans - niet serieus op de vele avances van 'haar vent' zou ingaan. Ze kende de sluwe tactiek van de dactylo's, die door een slijmende baas onder druk werden gezet, op haar duimpje: een béétje geven en véél nemen, zonder evenwel die kerel voor het hoofd te stoten. De tijden waren immers té onzeker om zotte dingen te gaan doen. En laat onderwijl de hengst maar hinniken!

Dat 'hun' Joseph met deze halfslachtige toestand niet onverdeeld gelukkig was, konden de twee 'vriendinnen' zich blijkbaar niet erg aantrekken. In tegenstelling tot de 'bazen', bekommerden zij zich wel degelijk om het tragische verloop van de harde strijd in Pommeren, zoals trouwens de meeste dactylo's van het SS-Hauptamt, die familie of vrijers aan het Oostfront hadden staan. Door de vertrouwelijke tamtam onder het vrouwvolk, die alle nieuwsflarden en uittreksels van frontbrieven aan elkaar doorvertelden, waren ze zelfs beter op de hoogte dan Joseph die van zijn wekelijkse nieuwsbron in de S.D.-kelder afhing. 'Plakpot' Martens hield in zijn hoek met een duivels genoegen zelfs doorlopend een stafkaart van deze frontsector bij, met dezelfde vlaggenspeldjes die vroeger voor de terugtocht uit de Ukraïne hadden gediend...En iedere dag moesten deze speldjes een centimetertje achteruit. Na Stargard viel Wachlin, na Wachlin viel Speck en Lüttgenagen. Op 9 maart Gollnow, de 10e Lübzin en ook Hornskrug. Twintig kilometer in vier dagen...

" Dat kunt ge geen vertragend gevecht meer noemen, hé boerke " sneerde de Plakpot: " da's een wilde vlucht naar de Oder, enkel om hun vel te redden! "

Hoe Martens deze catastrofe ook wilde noemen kon Phil écht niet schelen. Enkel hoe Leon dit te boven zou komen ging haar naar het hart. Als er tenminste überhaupt van 'te-boven-komen' nog sprake kon zijn, want Leon was ondertussen misschien al lang dood en begraven. Of mogelijk zelfs niét begraven, en lag hij ergens langs de wegkant, tot spijs gereden door de Russische tanks...

"Menschen toch! Waar moet dat eindigen! " Ze mocht er écht niet aan denken.

 

Maar er waren op den duur zoveel rampen waar ze niet aan durfde denken en die ze ondanks alles tóch over zich heen kreeg. Berlijn werd nu al ruim drie weken aan een stuk iedere nacht door reusachtige eskaders zwaar gebombardeerd en geleidelijk aan vielen alle structuren in puin. Het openbaar vervoer, de voedselbedeling, het distributienet van water, gas en elektriciteit liet het iedere dag steeds meer afweten. Zoals na het vernietigende bombardement van 7 maart: twee uur aan één stuk hadden de Amerikanen vanaf de vroege morgen de binnenstad in vuur en vlam gezet. Gelukkig waren Phil en Joseph nog niet naar hun werk op de Fehrbelliner Platz vertrokken toen de hel losbarstte, ànders hadden ze het zeker niet naverteld! Alle wegen en spoorverbindingen van Dahlem naar 'Mitte' waren versperd, en Joseph kon zelfs geen telefonische verbinding krijgen met zijn bureel om te horen hoe het daar gesteld was. Later op de dag werd duidelijk dat een brede strook van de stad, tussen Wilmersdorf tot de Tiergarten, volledig in puin lag.

 En de volgende morgen konden zij met eigen ogen zien dat ook hùn blokken van het SS-Hauptamt rond de Fehrbelliner Platz er aardig van langs hadden gekregen. Een zware bom had op de hoek van de Hohenzollerndamm een gat van vier-hoog in hun gebouw geslagen, net daar waar de burelen van de 'Goldfazanen' en de stafofficieren hadden gelegen. Een tweede bom was letterlijk langs de gevel afgeschampt, juist ter hoogte van hun 'Flämische Kulturstelle', en op de binnenkoer ingeslagen zónder te ontploffen! Een tijdbom of een blindganger?  Hoe dan ook dat betekende een week verlof voor het bureelpersoneel:  de tijd die de ontmijners nodig hadden om dat springtuig onschadelijk te maken. Maar eveneens dat ze een week lang niét in de refter konden gaan eten en Phil dus zélf voor hun fricot moest zorgen. En ze halve dagen lang in de kou met het gewone volk moest gaan aanschuiven bij de bakker, de beenhouwer en de kruidenier om de zotste zaken te kopen die toevallig bedeeld werden. En ondertussen maar hopen dat de Italiaanse krijgsgevangenen vlug zouden komen om de ramen voor de zoveelste maal opnieuw met kartonplaten dicht kloppen...Eindelijk begonnen zowel Phil als Joseph te beseffen dat het verdringen van de vrees voor de dreigende Apocalyps niet volstond om aan het hellevuur te ontsnappen.

 

Bij Leon drong deze pijnlijke waarheid nu ook door.  Want sinds ze een paar dagen geleden noodgedwongen beslist hadden, het wrak van hun rupswagen achter te laten en maar te voet naar de Oder af te zakken, waren ze alsmaar dieper in de gruwel van de afweergevechten weggezonken.

Het begon al toen ze - het leek ondertussen weeral een eeuw geleden - bij dageraad van de lugubere 'Galgen-hoeve' wilden wegrijden en Leon geen leven meer kreeg in de motor van hun pantserauto. Door de vele pogingen om tóch te starten was deze op den duur zelfs volledig vastgelopen. Bleek al gauw dat er geen druppel olie meer in het carter zat, omdat bij de granaatinslag op het kanon tóch een scherf het motorblok had doen barsten. Leon moest na een zenuwslopend uur zijn verwoede startpogingen opgeven en met bloedend hart zijn 'lief' - zoals destijds Rottenführer Serteyn van de chauffeursopleiding de 2cm-rupswagens had genoemd - bij de brandende hoeve achterlaten. Elkeen van de ploeg sneed voor zichzelf nog vlug een flinke lap biefstuk uit een van de koeienkadavers in de stal, terwijl ze van Pirijns daar bovenop als cadeau nog een lading munitie uit hun pantserauto te versjouwen kregen: "Vorwärts! "

Met de Uschaf op kop trok de sectie in de koude grijze dageraad naar de hoofdbaan waarlangs 'Kampfgruppe Wallonie' sinds de vorige avond ononderbroken zijn terugtocht naar de enige brug over de Oder voortzette, zij het in een steeds zenuwachtiger tempo. De Rus zat hen blijkbaar dicht op de hielen en er bleef Pirijns met zijn mannen niets anders over dan zich in de rommelige slipstroom van de vluchtende Waalse detachementen te laten mee drijven naar het westen. De havenstad Stettin met zijn reddende brug over de Oder lag nog op nauwelijks tien kilometer, dus moest dat makkelijk op één voormiddag te klaren zijn. Dachten ze...

Maar de grote strategen vonden dat ver vóór Stettin ten allen prijs een bruggenhoofd verdedigd moest worden rond Altdamm, een voorstad op de rechteroever. De reddende brug werd door de Feldgendarmerie gesloten voor de aftrekkende legerscharen waarvan elke strijdbare man allesbehalve vriendelijk verzocht werd rechtsomkeer te maken en de Rus het hoofd te bieden. Letterlijk dan, als op een kapblok.

Drie eindeloze dagen duurde de slachting. Als vanzelfsprekend werd de sectie Pirijns door een Duitse SS-Oberscharführer bij een groep van de 'Wallonie' ingedeeld om daar ergens in het open veld een onbenullige bosrand te verdedigen. De Walen waren al zover héén dat het hen blijkbaar niet kon schelen of ze nu hiér, of morgen ergens ànders moesten sneuvelen. Maar Leon merkte tot zijn opluchting dat Pirijns daar een lichtelijk afwijkende zienswijze op na hield.

"Petré ",fluisterde hij plechtig: " We gaan ons hier niet voor de Walen zinloos laten opofferen, hé...Zohaast de Rus zijn barragevuur op onze nek legt, plakt ge aan mijn gat en loopt ge waar ik loop, verstaan?  Ik heb onze zes kameraden al verwittigd om ook dicht bij ons te blijven! Algemene richting naar het westen: los door dat bos daar en dan de wegen mijden lijk de pest, akkoord? " Het was dan ook de eerste keer dat Uschaf Pirijns zijn mening vroeg, en het verdoken voorstel om te deserteren maakte dat dubbel uitzonderlijk.

Maar zover kwam het niet. Toen de Russische beschieting in alle hevigheid losbarstte bleken de Waalse SS-ers door een  gelijkaardige overlevingsdrang bezeten als hun Vlaamse wapenbroeders, en helemaal niet van plan zich zo maar voor niets te laten afslachten.

Daarbij, tegen doorbrekende tanks vechten met de blote handen is niet iedereen gegeven, en zonder 'Pantzerfaust' of ATK-geschut moet je er zelfs niet aan beginnen...De meeste Walen kozen zoals Leon en Co de wegels door het bos om dan groepsgewijs weer naar Stettin af te zakken. En driemaal werden ze door de Feldgendarmen weer in het vuur gestuurd, met steeds minder volk...

De tweede dag kreeg de driekoppige M.G.-ploeg van Pirijns een voltreffer. Drie doden waar Leon nauwelijks de namen van kende. Ja, de schutter heette Verbeke,  meende hij, en de anderen Lucien en Marcel. Maar op hun berkenkruis - als ze er al één kregen - zou waarschijnlijk "Unbekannt" komen te staan...

De vierde dag kreeg Pirijns vlak bij de Oderbrug een schot door de heup en kon Leon hem naar de andere oever slepen tot bij een verbandplaats, waar hijzelf uitgeput in slaap viel. Over de rest van zijn veldtocht in West-Pommeren kon hij met de beste wil niets voortvertellen . Hij herinnerde zich wél dat hij weer bij zinnen kwam in het opvangcentrum van de Langemarck in Stöven, een 20 kilometer achter de Oder, en er blij was toen Oschaf Penjaert hem op z'n brits kwam bezoeken. Maar véél zinnigs wist die ook niet te zeggen, tenzij wel vier keer te herhalen dat van zijn oorspronkelijke getalsterkte van 30 man er nog 11 over waren...

Vier keer! Leon wilde op den duur gaan gillen, maar Penjaert draaide zich juist op tijd abrupt om en stapte stijf weg.

" Zo zot als maatje! " dacht hij verbijsterd, of zoals ze bij de "Wallonie" zouden zeggen:

" Complètement maboule! "





Geef hier uw reactie door
Uw naam *
Uw e-mail *
URL
Titel *
Reactie *
  Persoonlijke gegevens onthouden?
(* = verplicht!)
Reacties op bericht (0)

Archief per week
  • 18/11-24/11 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 27/11-03/12 2017
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!
    Inhoud blog
  • Deel 400
  • Deel 399
  • Deel 398
  • Deel 397
  • Deel 396

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!