" De Afrekening"
Een West-Vlaamse oorlogsthriller in afleveringen
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
21-03-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 28

A18/2       OLGATJE.

                      Westende, 20 mei 1938.     

 

Sinds het communiefeest leek Leon wel in de zevende hemel en telde demonstratief de dagen af die hem nog van de "Astrid" scheidden, iedere morgen hardop als om het lot te bezweren. Zelfs Marie merkte de verandering bij haar kleine: iedere avond na de school ging hij nu zonder morren zijn zak konijnengras trekken, een karwei waar hij vroeger zwaar tegenop zag. Het duurde nu wel wat langer en hij kwam zelden vóór donker terug, maar hij beweerde een goede grachtkant gevonden te hebben langs het Yperleed bezuiden de Duinenweg. Toch bijna tien minuten stappen...Marie vroeg zich af wat er aan het gras in de wei rond "Ons Rustoord" mankeerde, hier in de polder vlak achter de Bassevillestraat...Maar tenslotte moest hij het zelf maar weten: sinds zijzelf buitenshuis werkte na de dood van Dis, had ze de verzorging van de konijnen aan Leon overgedragen...

Joseph wist méér over deze plotse dierenliefde van zijn broer. Maar hij hield wijselijk zijn kiezen op elkaar omdat hijzelf met een zwaar geheim op zijn lever rondliep. Sinds het communiefeest werd er iedere zaterdagavond, telkens hij met vergunning van de cadettenschool naar huis kwam, tussen die twee een aardig stukje afgefezeld op de scheerzolder waar ze samen sliepen. En dan ging het niét meer over de “Astrid”: dàt onderwerp had Joseph nogal brutaal de nek omgedraaid want het gebazel van Leon over "veel geld verdienen" hing hem ferm de strot uit.

Neen, het ging over de mokkels, al had Leon wel wat moeite met deze benaming sinds zijn hart sneller was gaan kloppen voor Olgaatje Erte. Joseph noemde haar steevast "H-H-Holgatje" om zijn kleinere broertje op stang te jagen en dat was meestal voldoende om de Leon een tijdje mokkend het zwijgen op te leggen. Maar niet voor lang. Want sinds hij met zijn dikke brandende bougie naast haar witgesluierd engelfiguurtje naar het altaar was geschreden om er zedig geknield voor het eerst de Heilige Hostie te ontvangen dacht hij aan niets anders meer dan aan "Trouwen met Olgaatje Erte! "

" Maar vent, ze heeft nog eens geen tetten! "

" Tetten! Tetten! Gij dénkt aan niets anders! Wat heeft dàt nu voor belang! Ze zal die tenandere wel krijgen als het zover is! Dat ziet ge goed genoeg aan haar liptjes: alle vrouwen met dikke lippen hebben dikke tetten, en Olgatje heeft heel schoon liptjes: ze zal in haar bloes niks tekort komen!"            

"Och gijsse onnozelaar! Dààr is toch geen verband tussen! Zie maar eens naar Jetje: die heeft schoon volle lippen maar voor de rest is ze zo plat als een vijg! "          

"Jamaar, Jetje is speciaal: die heeft nog nooit een vent gehad...'t Is maar als die erop wrijven dat ze dikker worden, en niet eerder...En ik ga met Olgatje nog wat wachten met wrijven tot dat ze zestien is! "

Ze proestten het beiden uit: Leon fier om zijn lange-afstand-visie en zijn stoutmoedig besluit en Joseph smalend om zo'n gebrek aan viriliteit. Wegens zijn wekelijkse treinreizen naar de "Grote Stad" ging de oudste in de ogen van zijn jonge broertje door voor een vent-die-van-wanten-wist...

" Gedomme man, als ze dààr nog volle vier jaar op moet wachten! En wat gaat ge in tussentijd doen? Haar handje vasthouden en in haar oogjes zien? Dàt zal ze nu eens spannend vinden zie! “

" Tootjes geven, tiens! En naar de Nova gaan 's zondags, op de laatste rij van de cinema "...Zijn geestdrift verzwakte wat, alsof hij zélf aanvoelde dat zijn planning een paar vervelende gaten vertoonde.

"En gij? Wat zoude gij doen in mijn plaats? " vroeg hij hoopvol:"Wat vangt gij aan met uw lief op de trein? "

Maar Joseph hield zich voorzichtig op de vlakte:   

"Och man, gij zijt nog veel te jong om dat allemaal te weten "...

Twee weken geleden had hij in het vertrouwelijk duister van hun nestje nogal zwaar overdreven met zijn verhaal over dat meisje uit Tielt dat hij voor alle gemak Thérèse had genoemd. Iedere zondag stapte ze nu in Brugge óp in zijn derdeklascoupé tot Brussel-Zuid en 's zaterdagmiddags reden ze "samen" terug naar huis voor het weekeind. Hij had haar voordien al een paar maanden in 't oog gehouden en genoteerd dat ze steeds in de eerste coupé van de laatste wagon reisde. Dus had hij tenslotte zijn stoute schoenen aangetrokken om veertien dagen geleden in Brugge van rijtuig te verwisselen en bij haar in te stappen. Even had ze een blik geworpen op zijn snedig cadettenuniform maar hem het volgende half uur niet meer bekeken.

Ze droeg onder haar losgeknoopte mantel evenééns een uniform met zo'n stijve witte ronde kraag van één of ander Frans pensionaat en was tot voorbij Gent obstinaat door blijven lezen in het blauwgekafte boekje uit de schoolbibliotheek. Toen ze het met een diepe zucht en rode wangen eindelijk dichtklapte en dromerig naar het donkere voorbijschuivende landschap staarde had hij alvast twee zaken ontdekt. Op het roodgerande etiket stond dat haar lectuur ging over "La jeunesse de Saint François d'Assise" maar dat bleek niét te kloppen met de inhoud. En ten tweede keek ze niét naar buiten maar gebruikte de vuile coupéruit als spiegel om hém te bespioneren! Toen hij langs dezelfde omweg naar haar knipoogde had ze verschrikt weggekeken en de rest van de reis was er niets meer gebeurd. Leon kreeg nochtans tijdens de volgende vergunning van Joseph heelwat ànders te horen: dat zijn grote broer op de overvolle trein een uur tegen haar hete lijf gekneld had gestaan...en méér van dat fraais!  In elk geval genoeg voor een onrustige nacht... Dat ze Thérèse d'Assise heette en de dochter was van de adellijke notaris van Tielt had Joseph er enkel als toemaatje bij gefantaseerd.

Om niet helemààl achter te blijven moést Leon hem nu wel van Olgaatje Erte vertellen: dat ze samen iedere avond tot donker achter de Duinenweg konijnengras gingen snijden en dat hij met zijn sikkel ook hààr vaderlandertje mocht vullen omdat ze vond dat hij daar zo handig in was...Ondertussen vertelde zij honderd uit: dat haar ouders drie jaar geleden naar hier waren verhuisd en door voorspraak de conciërgewoonst in de kelder van de pas afgewerkte "Lac aux Dames" hadden gekregen. Haar vader, Briek, had juist het Belgisch kampioenschap lange-afstand-zwemmen-in-zee gewonnen en kon als loodgieter helemaal alleen de ingewikkelde pompinstallaties van het supermoderne openluchtbad onderhouden. En aangezien de "Lac" het énige openluchtbad van de kust was en de Briek de énige zwemkampioen-loodgieter, vond Leon dat deze adelbrieven van zijn lief ruimschoots opwogen tegen die van de Tieltse notarisdochter. Maar Joseph gaf zich niet gewonnen en legde de vinger op de wonde toen hij fijntjes opmerkte:

" Uw H-H-Holgatje heeft nog geen tetten, terwijl mijn Thérèse...Man! Zo'n joekels! " En hij stak geestdriftig in het duister beide vuisten recht omhoog tot tegen het plafond van hun scheerzolder.

Leon keerde zich verongelijkt op zijn zij en bromde misprijzend tegen de witgekalkte plankenmuur:

"Gijsse Tettezot! "

Een jammerlijke dooddoener, moest hij stilzwijgend toegeven, maar tegen die "zo'n joekels" kon hij echt niet op. Hij moest bij de eerste gelegenheid toch eens uitvissen of Olgatje hem niet wat vroeger kon laten beginnen met wrijven. Al twijfelde hij daar erg aan, want de onderpastoor had tijdens de laatste catechisatie vóór het vormsel zwaar afgegeven tegen onkuisheid :nogal erg zweverig en verhuld ,maar tóch... Niemand had naar het scheen goed begrepen wat hij daarmee juist bedoelde, met onkuisheid, buiten boerenzoon Kamiel Blomme, misschien. Maar die wilde de uitleg enkel bij zijn vriendjes in het oor fluisteren tegen de prijs van tien bonte "marrembollen" of vijf "glasketten". En zoveel bezat Leon er niet.

Spijtig genoeg, want de kopers schenen met de lange gefezelde verklaring uiterst tevreden. Uit de tweede hand vernam Leon wat later dat volgens Blomme onkuisheid iets met konijnen te maken had...De schrik sloeg hem om het hart: zou de onderpastoor misschien vermoeden dat hij tijdens het grassnijden voor die beestjes ten overstaan van Olgaatje Erte duistere plannen smeedde? Hij besloot er in de biecht voorlopig niets over te zeggen en de zieleherder zélf uit de hoek te laten komen. Al goed, want die liet hem de vrijdag daarop zonder vragen of zinspelingen met vijf onzevaders en één akte-van-berouw gewoon gaan...Oef!

De opluchting was echter van korte duur want die zaterdag moest hij met moeder en tante Jetje om drie uur op het politiebureel komen. Hij schrok zich een aap en dacht eerst dat het met die gelogen biecht over Olgatje te maken had. Maar al ras bleek het te gaan over een confrontatie met de garde. De meester en een vreemde meneer - die de advocaat van het Verdinaso bleek te zijn - zaten reeds in de wachtkamer en stonden op om plechtig handen te schudden. Terwijl Leon zich uitgesloten voelde als Pietje-Snot gingen de grote mensen wat in de hoek staan fezelen tot de rijkswachter hem en zijn moeder binnenriep in het bureel van de veldwachter. Het stonk er verschrikkelijk naar generaties groffe Semois. De chef van de rijkswacht troonde aan de bureeltafel van de garde, terwijl deze achter een muur van stille verontwaardiging mokkend door het raam naar de gesloten winkel van Steiner aan de overkant stond te staren. De spanning was te snijden want die twee schenen reeds een hartig woordje gewisseld te hebben.

"Zet u, Vrouw Catrysse." Leonnetje kreeg géén stoel maar wél een kille blik van de chef.      

"Bon, ventje, nu wordt het serieus! Al wat ge voordien verklaard hebt was misschien praat voor de vaak maar wat ge nù nog zegt gaat naar meneer de juge..." Plots stond de garde dreigend met zijn vinger voor Leons neus te zwaaien:

"En goed oppassen, hé snotaap: als ge durft liegen, zal ik u weten te vinden! "

Daarmee vloog het spel op de wagen. De chef blafte Cyriel terug naar het raam maar die was nog lang niet uitgepraat. Marie sprong krijsend recht en snokte haar jong beschermend achter haar rokken. Engelborghs en de advocaat kwamen zich eerst nieuwsgierig maar dan verontwaardigd bemoeien met de over en weer geslingerde dreigementen. Enkel Jetje zweeg en trok Leon stilletjes mee naar buiten om van op de straat het verloop van de strijd te volgen. Pas toen de chef zijn twee kroongetuigen daar zag staan hield hij op met blaffen en kwam hen achterna. De eerste ronde bekvechten eindigde daardoor onbeslist.

De tweede hield de chef beter in de hand en na de derde moest de garde toegeven dat hij wel degelijk met Steiner vanaf de Apenberg de doorsteek had gevolgd tot de Bassevillestraat. Maar hij herinnerde zich niet onderweg in de duinen een hoop verroeste granaten gezien te hebben. Misschien lag dat aan die fles kortendrank die hij samen met de stroper soldaat had gemaakt: behoorlijk straffe kost, waarschijnlijk sluikstook van patatteschillen als je het hém zou vragen...Die smeerlapperij sloeg zoals geweten vantijd op de ogen en daarbij, er stond die nacht geen maan: pikke pikkedonker...

"Ik heb in elk geval geen granaten gezien! "

Pijnlijk. Iedereen wist dat hij loog als een tandentrekker, maar de chef drong uit eerlijke schaamte niet verder aan.

 

Een dag later. Onder zwakke afweer van Leon slaagde Jetje er toch in, met wat spuug op de tip van haar voorschoot, de gestolde bloedkorstjes uit zijn neusgaten te vegen: "Zo, weeral gevochten op school? Zijt ge daar ondertussen niet wat te groot voor geworden? "

" Het is de Vermote, die stinkaard, die altijd maar leugens vertelt! Over onze Pa, die een bedrieger is en maar doet alsof hij dood is. Ik heb al 't haar uit zijn kop getrokken, de vuile luiszak! En hij moet zijn konijn terughebben, zegt hem! Maar gegeven is gegeven, hé tante Jetje. Hij kan m'n kloten kussen! "

" Hey-hey! Een beetje op 't gemak hé! Wat is dat van onze Pa? "

Maar Leon was niet te stuiten:

" Hij maakte ons uit voor Bohemers...En dat we onze schulden niet betalen! Maar ik heb hem op de grond gekregen en met m'n vuist in zijn smoel geklopt! ...Hij is pertang de sterkste van de klas, maar toch had ik hem liggen! En was 't niet dat meester Denolf ons aan ons oren uiteen had getrokken, of ik had zijn stroot toegenepen, de rotte smeerlap! "

" Zeg is 't nu gedaan met die vuil woorden! Wat zijn dat voor manieren! 'k Zal u straks eens een peer geven, zie! "

Maar Leon scheen niets te horen en draafde verder, opgepept door de visioenen van zijn grote overwinning.

" Hij heeft mij willen versmachten, zo in de plooi van zijn arm" demonstreerde hij verkrampt met een pijnlijke grimas." Maar ik ken zijn vuile trucs, en ik grijp zo in zijn broekspijp naar z'n pietje."

Jetje schrok vlug wat achteruit voor de flukse  demonstratie van zijn knuist in haar schoot.

"'t Was rap gedaan! " lachte hij vals: 

" Ha zeg, niet met mij, hé! ...We hebben van meester Denolf alle twee dertig regels straf gekregen tegen morgen: 'Ik mag niet vechten op de koer.' Maar ik heb al tien lijnen af! "

Jetje zuchtte eens geringschattend en sloeg haar blikken ten hemel: " Wacht tot Marie straks thuis komt, zie:  dan kunt ge tegen hààr wat voort blazen, snotaap! "

Bonk! Als door een moker getroffen versteef Leon ter plekke.

" Jamaar nee...Tante Jetje...Dat was een geheim: Moeder mag dat niet weten. Of 'k zou moeten beuzelen als ze vraagt waarom ik heb gevochten. Want als ze hoort wat voor leugens ze vertellen in ’t dorp is ze weer heel de avond vies gezind..."

" Wat vertellen ze dan in godsnaam? Dat den Dis niet dood is? Bohemers en schulden? Wat is dat voor zever! "

"Ik zeg niets, of ge moet beloven te zwijgen tegen Moeder, anders heb ik de boter gefret! "

Jetje gebaarde met zware gewetensbezwaren te worstelen en gaf dan toch toe: " Allee, 't is goed: het blijft onder ons...”

" En 'k moet de rest van mijn regels nu hier mogen schrijven, voor dat ze me thuis verrast..."

" Jaja, al goed: wat is dat van die Bohemers? "

" Wel, de Vermote maakt ons uit echte Bohemers te zijn, die leven van leugens en bedrog...Want dat het niet waar is dat ons vader dood is, zegt hem: hij is gevlucht over de schreef om de schade niet te moeten betalen die hem schuldig is...En dat we de Openbare Onderstand bedriegen omdat we geen recht hebben..."

" Maar vent toch, is dat àl? Dat zijn oude koeien, hoor! Die roddel deed al de ronde vanaf de begrafenis van den Dis, met dat zand dat uit de kist reuzelde...De mensen konden niet geloven dat den Dis door de kracht van dien hoop obussen op slag in rook was opgegaan...Wel man, dan moeten ze het maar weten, hé. Maar dat van die Bohemers is nieuw: ik vraag mij af wie dàt heeft uitgevonden...Komaan, pakt uw lei en begint al rap te schrijven...

 

Het schooljaar liep langzaam naar zijn einde, maar beide jongens keken daar zeer verschillend tegen aan. Leon in blijde verwachting want nonkel René had hem verklapt dat het ver in orde was met de “Astrid”: nog één jaartje en de kleine kon er beginnen als scheepsjongen. En in afwachting mocht hij vanaf één augustus een maand meevaren als stagiair: prachtig!

Maar voor Joseph beloofden de laatste weken op de cadettenschool een pijnlijke affaire te worden. Zijn klasgenoten lieten hem meer en meer links liggen alsof hij een vuile ziekte had. De examens verliepen wel vlot, maar van de sportproeven die de overgang naar het "hoger middelbaar" inleidden werd hij onherroepelijk uitgesloten.

"“Puisque pour toi Petré, ça n'a plus aucune importance! " had die azijnpisser van een commandant hem koudweg uitgelegd: zijn examens hadden voor de school geen enkel belang meer ! Die azijnpisser was die kwajongensstreek tijdens de verkiezingsnacht dus tóch niet vergeten!

En Joseph hoefde zelfs niet te blijven tot de prijsuitreiking, voegde die rotzak er nog aan toe. Tegen 28 juni zou hij definitief als cadet geschrapt worden. Of hij niet wilde nalaten na zijn laatste vergunning een stel burgerkleren mee te nemen? Want al zijn cadettenspullen moest hij natuurlijk vóór zijn vertrek inleveren...

Toen hij dit thuis vertelde kreeg Marie weer een woedebui. Heimelijk had ze, net als Joseph, gehoopt dat de straf wel zou overwaaien. Want in feite lag de schuld voor dit politiek incident toch helemaal bij meester Engelborghs en niét bij Joseph! Echt een schande dat haar kind nu nog moest opdraaien voor dat overdreven Vlaamse vlagvertoon op Dis' begrafenis! En dan die kinderachtige stommiteit met dat armzalig afgescheurde plaksel tijdens de kiescampagne! ... Alles opgestookt door die vliegende zot van 't Verdinaso met zijn blinkende botten en zijn slappe stormpet! En zeggen dat den Dis zich verdomme iedere zondag op zijn bakkes liet kloppen voor die opgeblazen blagueur! Goed zot, ja! ...Den Dis moest het eens wéten, verdomme! ”

" En gij! " blafte ze tegen Joseph: " Uit m'n ogen, stuk misbaksel! Nog te stom om een stier te melken! Zie maar dat ge als de weerlicht een traveau vindt om brieken te bikken!  Misschien dat ge dàt kunt!  Of dacht ge soms van nóg een paar jaar op m'n kap te kunnen leven! ?... Vergeet dat maar!  't Is nu travakken, vent: hard en rap en 't zout in uw pap verdienen! "       

Zo, hij kon gaan.

Die avond werd er op de scheerzolder niet veel meer over de mokkels gefantaseerd. Leon begreep dat hij beter zijn mond kon houden over zijn Olgatje, nu zijn broer zo abrupt een streep moest trekken onder zijn romance met de zogenaamde hete notarisdochter. Maar aangezien ook Josephs strenge opleiding in de cadettenschool tot niets had geleid begon deze dààr zijn gal op uit te spuwen.

De sfeer in de klas was de laatste tijd helemaal verzuurd, vertelde hij fluisterend aan zijn broertje. Niét alleen omdat hij zich persoonlijk uitgesloten voelde, maar vooral door de politieke tegenstellingen tussen de gloeiende patriotten en de aanhangers van Rex. Leon Degrelle, die na de verkiezingen van mei '36 tot zijn eigen verrassing plots 21 afgevaardigden naar het parlement had kunnen sturen, zette daar aanhoudend de dikke bourgeois in hun hemd, tot groot vermaak van "de zwijgende meerderheid". Zijn showmeetings oogstten al jaren een reusachtig populistisch succes, stukken méér nog dan de operettes in de "Ancienne Belgique".

De volkse verve waarmee deze branieschopper alle echte en vermeende schandalen te grabbel wierp bezorgde hem de aureool van de witte ridder bij de kleine spaarders. Die waren kort geleden nog het slachtoffer geworden van het frauduleus failliet van de socialistische "Bank van de Arbeid", de katholieke "Bank van de Boerenbond" en de daaropvolgende devaluatie met 28% van de Belgische frank...Het electoraal succes van Rex was Degrelle echter naar het hoofd gestegen.Vorig jaar had hij nog in Brussel met veel lef en bluf een tussentijdse verkiezing uitgelokt en de schaamteloze corruptie aangeklaagd waarin de "bourgeois-cratie" wegrotte. Hoewel dit maneuver jammerlijk mislukte en hij slechts 19% van de stemmen kreeg (t.o.v de 79% voor zijn tegenkandidaat de vaandeldrager van het "Cartel des Démocrates" oud-premier Van Zeeland), bleef hij toch razend populair.

Ondanks deze afstraffing dweepten de meeste cadetten nog steeds met hun "beau Leon" omdat deze met zijn spectaculaire fratsen aanhoudend heel het hoofdstedelijke establishment voor schut zette. Op zijn meetings werd er een ferme scheet gelachen en de klasgenoten die er tijdens de weekends al eens sluiks naar gingen kijken kwamen wildenthousiast terug. Het kaderpersoneel hield het dan weer op de reactionaire kliek rond de aftredende premier Janson, de opvolger van Paul Van Zeeland, en de rijzende ster Pol-Henri Spaak. En alhoewel op school niet over politiek mocht gesproken worden steeg de spanning tussen beide kampen met de dag.     

" Al met al trekt het erop dat ze in Brussel hun eigen Spaanse burgeroorlog aan 't prepareren zijn, want 't gaat er miljaarde van tijd beestig aan toe! "

" En wat doen het Verdinaso? " vroeg Leon slaperig. Joseph zuchtte eens ontmoedigd: die kwamen immers bij de Brusselaars nauwelijks aan bod: "quantité négligeable", zoals gewoonlijk. Ze schopten af en toe wel eens een rel op een meeting van de belgicisten of van Rex maar dat kwam nauwelijks in de krant. De flaminganten van het V.N.V. liepen dan weer klakkeloos mee met Degrelle, grijs in zijn schaduw. Maar vergeleken met hém waren ónze sprekers zwartgallige, sombere hakkelaars en in hun oratorische humor even lichtvoetig als waterbuffels. Hun taalgebruik was daarenboven voor de doorsnee-Ket totaal onbegrijpelijk, zoals ten andere héél de problematiek van de Vlaamse beweging.

"Op zich is dat niet erg, want de meeste mensen luisteren toch niet naar wat de politiekers verkondigen: ze zijn overtuigd dat al die tafelspringers liegen dat ze blauw zien en komen enkel af op de show... Op voorwaarde dat er niet teveel Rijkswacht rondloopt, hé! Maar op onze meetings in Brussel zitten naar het schijnt meer agenten van de Staatsveiligheid dan echte sympathisanten: twee man en een peerdekop! In feite interesseert het de Vlamingen geen kloten wat er in Brussel gebeurt"...

Dat bewees inderdaad het gesnurk achter zijn rug.





Geef hier uw reactie door
Uw naam *
Uw e-mail *
URL
Titel *
Reactie *
  Persoonlijke gegevens onthouden?
(* = verplicht!)
Reacties op bericht (0)

Archief per week
  • 18/11-24/11 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 27/11-03/12 2017
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!
    Inhoud blog
  • Deel 400
  • Deel 399
  • Deel 398
  • Deel 397
  • Deel 396

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!