" De Afrekening"
Een West-Vlaamse oorlogsthriller in afleveringen
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
02-05-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 62

A39:  ALLES KRAAKT.

                Westende, 11 september 1938.

Het overlijden van Dreetje Trotsaert kwam als een verlossing want iedereen wist welke helse doodstrijd het kleine ventje had geleverd. Na een maandenlange aftakeling, zeven dagen en zeven nachten aan-één-stuk-door hoesten en krochten om de bloedfluimen uit zijn verteerde longen te krijgen en voelen dat hij er tóch langzaam maar zeker in stikte...De Heer had hem niet gespaard, zegden de kwezels. En zelfs de onderpastoor had het in zijn eerste catecheseles van het nieuwe schooljaar heel moeilijk om de klas van meester Denolf te overtuigen dat de marteldood van ons Dreetje de Heer welgevallig was.

Normaal zou de klas zoals gewoonlijk een rozenkrans gebeden hebben aan het bed van de stervende maar dokter Leunders stelde zijn veto. De kleine lag onder de bloedpuisten en niemand wist hoe besmettelijk dat kon zijn... De schrik voor “De Rode Pest” zat er diep in. De zieleherder moest dus genoegen nemen met een klassikale bidstonde voor het tuinhek van het sterfhuis, wat in feite niemand bevredigde. De Kerk niét, en de jongens nog minder. Want die waren razend nieuwsgierig of hun maat daar boven achter het gesloten venstertje er werkelijk zo afzichtelijk uitzag als werd gefezeld...

Door dit dramatische overlijden kon ook Leon niet meegaan met de Jong-Dinaso’s van Nieuwpoort die deelnamen aan de tweedaagse “7e Landdag” van de beweging in Gent. Veel had hij blijkbaar niet gemist, volgens het ontmoedigde commentaar van meester Engelborghs, een goede week later. Volk was er genoeg geweest, teveel zelfs, maar over de komende Dietse revolutie werd er met geen woord meer gerept. Vroeger hingen er naast de oranje-blanje-bleu vaandels van het Verdinaso al eens een paar leeuwenvlaggen die verwezen naar de oude Frontbeweging, maar die hadden ze nu vervangen door de Belgische driekleur! In de zaal prijkten opschriften in het Frans en één van de toespraken werd zelfs in die vervloekte taal gehouden! De meester begreep er geen snars meer van: hoe kon de Leider zó de Belgicistische toer op gaan als hier aan de kust het Nederlands per dag nog duizendmaal verkracht werd?! Van Severen had wél, wegens de oorlogsdreiging, uitdrukkelijk gepleit voor neutraliteit en een Belgisch-Nederlands militair verbond, maar dat noemde de meester een doekje voor het bloeden. Deze zevende landdag konden ze best zo vlug mogelijk vergeten, vond Engelborghs. En als de Leider nog zo'’n paar rare kronkels wilde vertonen dan was hij dringend aan grote vakantie toe!

Op de begrafenis van Dreetje, diezelfde zaterdag,  was ook veel volk komen kijken, de drie klassen van meester Denolf op kop. Zelfs uit Lombardzijde kwamen er nieuwsgierigen af op de morbide show rond “de Rode Pest”. Maar net zoals op de landdag in Gent kon de helft van het publiek in de kerk zich niet vinden in de uitvaartrede van meneer pastoor. Die had het doorlopend over het zaligmakende martelarenschap van den Dree die door den Heer was uitverkoren om aan Zijn rechterzijde te zetelen. Als ze om dit voorbehouden zitje te verdienen eerst zo zwaar moesten afzien, gaven de meesten stilzwijgend de voorkeur aan plaatsjes op “den uil”...

Na de begrafenis mocht Leon een hap eten bij Jetje, want Marie was nog van dienst in “Ons Rustoord”. Om de bedrukte stemming van de kleine wat op te fleuren besloot ze het resultaat van haar fietstocht naar Veurne maar voor de leeuwen te gooien. Leon luisterde met moeite naar haar ingewikkelde uitleg over het verschil tussen vondelingen, wezen en door onwaardige moeders afgestane of verlaten kinderen. Toen ze ook nog de door de rechter geplaatste sukkels erbij sleurde, onderbrak hij haar nors:”" Tante Jetje, wat heeft dat allemaal uitstaans met mijn pa?!”"

“" Verstaat ge dat niet? Als Dis in '’t weeshuis is opgegroeid was ’'t omdat zijn ouders, of minstens zijn moeder, niet meer voor hem konden zorgen. Mijn vriendin op '’t stadhuis moet het nog controleren, maar van tien-negen waren ze dood, kort nà of zelfs bíj de geboorte."”

“ "Bon, voor mij niet gelaten!  Maar als die boma Vroman -– laat ons haar zo noemen -– bij de geboorte van Dis stierf kan zij hem ook geen broers meer gegeven hebben. Er is dus geen familie die voor spook heeft kunnen spelen in Duinkerke, buiten mijn pa zelve!  Dat is wat ik u al maanden aan een stuk tracht wijs te maken en nu moet ge eindelijk kop leggen. '’t Zal zo een beetje tijd gaan worden!" ”

“"Ow-Ow, jongen!  Niet zo rap, hé!  Die moeder kon vroeger, vóór de Dis, nog àndere kinderen gekregen hebben. En dat ze bij de geboorte stierf weten we nog niet zeker: da’s maar een suppositie van mijn vriendin, hé!  Voor hetzelfde geld kan dat meisje Vroman, als gevallen dochter nà die geheime bevalling in het klooster, later tóch getrouwd zijn met de natuurlijke vader van Dis om nog een hoop kinderen te krijgen. Eén daarvan is nu  waarschijnlijk opgedoken als jouw “spook”: een broer of halfbroer van uw vader...”"

“ "Och tante Jetje ,ge draait rond de pot!  Ge zijt van niets zeker..."”

“ "Bon-bon, g'’hebt gelijk: we zijn er nog lange niet uit. Maar van één ding moogt ge wél zeker zijn: ik ga terug naar Veurne dat mysterie oplossen, ook tegen uw goesting, keikop!  Of ge ként mij nog niet goed! ”

 

De avond na de begrafenis gaf pater Morillon van de Vlaamse Katholieke Filmspreiding zijn driemaandelijkse ambulante cinemavoorstelling in "Den “Tap"”, een oude legerbarak die al jaren dienst deed als parochiale feestzaal. Dat evenement, één van de vaste pijlers van het plaatselijke amusementsleven, lag al weken op voorhand vast en kon, ondanks de rouw om Dreetje, onmogelijk verschoven worden. Hoogstens afgelast, maar de pastoor wilde het risico niet lopen op een schisma in zijn kudde. De mensen wilden rouwen en vasten als het moest, maar niet tijdens de feestdagen. En om uitspattingen te vermijden op de kermis, die volgende week in het dorp zou staan, kon beter nu reeds wat stoom worden afgeblazen. Nog afgezien van de stevige winst die de kantine van de Tap opbracht op deze cultuurnamiddagen van de “filmpater”.

Zo’'n voorstelling verliep altijd volgens hetzelfde stramien. Van drie tot zes een kinderprogramma, met eerst tekenfilms van Mickey, Popeye of De Drie Varkens, en vervolgens een paar kluchten van Charly, Laurel en Hardy en de Keystone Cops. Een interactief gebeuren waarbij de bengels uitbundig meekraaiden telkens de haan van Pathé op de begin- en eindgeneriek verscheen. De grootsten onder hen waagden het zelfs tijdens de trillende witte aanloopstrook met vuist- en vingerwerk in de straal van de projector bangelijke schaduwen van slangen, wolven en roofvogels op het doek te werpen.

Om het publiek na het kinderprogramma ter plekke te binden wilde de pastoor de innerlijke mens niet vergeten. Voor een snelle hap in de vooravond kon het volk terecht bij het kampvuur van de scouts van Sint-Laurentius, op de wei àchter de Tap. Veel moest dat niet zijn, gezien de tonnen bier dat het al gezwolgen had:  gepofte aardappelen met mosterd, zoute haring met mosterd of bloedworst met...jawel. Meteen een goede gelegenheid om in de haag je maag te lichten. De meeste kinderen werden na dat festijn zedig huiswaarts gestuurd.

De avondvoorstelling begon om halfacht met een opgewekte documentaire, meestal over de missies of de Spaanse Burgeroorlog, stukken uit vorige Pathé-journaals genre ‘best-of-the-year’, en de hoofdfilm. Dat was gegarandeerd een tranerig oeuvre van minstens tien jaar oud en dus klankloos, met zwaar geschminkt krapuul en wanhopige geliefden. Iedere tien seconden verscheen er wit op zwart een met slingers omkaderde tekst die door de filmpater met de losse pols simultaan vertaald werd in een Gents dialect en waaruit het publiek kon halen wat het wilde. Ook de vrouwelijke noodkreten of de liefdesverklaringen van de maagden brulde de dikbuik even onverschrokken door de luidspreker als het slijmerig gekonkelfoes van de gepommadeerde verleider. Wat de helderheid van de romance niet altijd ten goede kwam.              .     Door de vele filmbreuken en het terugspoelen of omruilen van de bobijnen durfde zo’'n avond nogal eens uitlopen. Maar deze wisselvallige pauzes gaven de ouders -– op aandringen van de onderpastoor - de kans gaandeweg de jongste toeschouwers uit het publiek te plukken en naar bed te sturen wegens hun te hoog toerental. Want in de hoofdfilm kon wel eens een kuise kus gewisseld worden, meestal op het einde, wat hem ongeschikt maakte voor puberale kijkers.

Leon had zijn Olgatje kunnen strikken om nà de laatste klucht van Buster Keaton en de eerste gepofte aardappel een wandelingetje te maken in het “wolvenbos” achter het scoutskamp. Ze waren hier ook wel niet alleen, maar toch stukken méér op hun gemak dan in de overvolle parochiekantine. En in de blauwe schemer van de dennen lonkte meer verboden romantiek dan in de zwoele pastels van de nazomerse zonsondergang rond het kampvuur.

Zohaast Olga de geschikte boomstam had gevonden om tegen te leunen plantte ze Leon kordaat vóór zich als om in zijn ogen te peilen hoe ver hij hoopte te gaan. O.K., een natte kus was al een goed begin...Ook al smaakte hij dan wat naar zure mosterd en groene Belga.

Verder geraakten ze echter niet. Met een plots gedruis door het kreupelhout verbrak een schuimbekkend monster de betovering van hun kalverliefde, onmiddellijk gevolgd door een tweede!  Miljaardedju, haar rotbroers Roland en Robert Erte snelden hun maagdelijke zuster ter hulp!

“ "Gauw!  Oeste!  Naar huis!  Ons moeder is u aan ’'t zoeken!  Rap-rap, of er staat u wat te wachten!" ” En terwijl zijn Olgatje zich gewillig en lachend door haar jongste broer liet meetrekken dekte Roland dreigend de aftocht. Hij was twee jaar ouder dan Leon maar dat zou deze niet belet hebben voor zijn Dulcinéa in het strijdperk te treden, had dat gegiechel van zijn lief hem niet alle drang tot vechten ontnomen. Die scheen het abrupt afbreken van hun minnekozen zelfs plezant te vinden!  En wat de avond compleet vergalde was het dreigement dat Roland hem tot afscheid in het gezicht wierp:"” En durft niet meer omtrent mijn zuster komen of mijn moeder gaat naar de garde! ”"

Verdomme, de garde! Onzaliger gedachtenis!  Nog méér zever met die vent kon hij missen als kiespijn!

 

Het liefdeleven van Joseph verliep de eerste veertien dagen van het nieuwe schooljaar wat minder geanimeerd. Hij zag elke morgen vanop de tram naar Oostende Nadine uit het wachtzaaltje van het station van “Westende-Bains” komen en altijd opstappen in het rijtuig waar hij niét zat. En in Middelkerke kwam haar vriendin er bij zitten die schijnbaar al haar interesse opeiste. Met andere woorden: zijn oude flirt zag hém niet meer staan als hij het goed begreep...

Ook goed: als zij het zó wilde spelen, voor hém géén probleem!  Veel amoureuze perikelen die zijn aanpassing aan de nieuwe school zouden kunnen verstoren hoefde hij dus niet te vrezen. Niet dat hij deze quarantaine zo leuk vond, want de eerste dagen vrat het een flink gat in zijn eigenliefde. Maar er viel mee te leven. En in Oostende liepen massa'’s schoolmeisjes los rond, had hij al gemerkt, die hem stijfden in zijn besluit om van zijn nieuwe vrijheid volop te profiteren. Met het gedwongen afwerpen van het disciplinaire keurslijf, waarin de cadettenschool hem al die jaren had geprangd, zou hij alvast geen moeite hebben! En als die blonde bleekscheet met haar 'Primeurs' dacht dat hij uit 'LeDeVeDe' (kinderlijke code voor 'LiefDeVerDriet') voor haar in een hoekje zou wegkwijnen, geloofde ze vast nog in sinterklaas!  Miljaarde! Einde van de week was het kermis in ‘t dorp: daar kon hij al eens ’'t één en ’'t ander laten zien waar ze niet goéd van zou zijn!

 

Maar die zaterdag, tussen de toeters en bellen van de molens en het knallen van het schietkraam, viel het hem al direct op dat hij zónder zijn stijfgestreken cadettenuniform héél wat minder aandacht kreeg van het loslopende vrouwvolk. Vroeger keken alle mokkels hem vrank in de ogen, de enen al wat uitdagender dan de anderen, en ze schenen hem allemaal te kénnen, om niet te zeggen: te willen... Keus genoeg!  

Dat leek nu wel voltooid verleden tijd. Want hij moest zich al flink aanstellen of wat harder roepen dan de boerenpummels uit het omliggende om nog de geïnteresseerde blikken van de krolse maagden te trekken...En wat hem diep in zijn hart het ergste kwetste: meestal gingen die hufters tóch nog met de buit lopen!  Hij zocht de oorzaak van zijn blauwtjes tenslotte bij zijn belabberde financies. Met de zakcent die hij vroeger op de cadettenschool kreeg kon hij, mits wat sparen, op de jaarlijkse dorpskermis zonder al te veel moeite zijn stand ophouden. Maar die bron van inkomsten was ondertussen drooggevallen en aan zijn geheime spaarpot met achterovergedrukt drinkgeld verdiend als commissionair bij De Handt wilde hij voorlopig niet raken. Toch niet om die onnozele geiten uit het dorp vrij te houden, hé!  Niet overdrijven! Aan de meisjes in Oostende kon dat nuttiger besteed worden.

 Telkens hij Nadine met een vriendin in het vizier kreeg overviel hij één van zijn makkers met een uitbundig vertelsel waar hard mee gelachen moest worden. Maar eindeloos kon deze maskerade niet volgehouden worden. En zohaast hij haar naar huis zag fietsen, brak hij ook op: de lol was eraf...

Zondagmorgen na de hoogmis peilde hij voorzichtig bij Leon of die hem niet wat kon lenen. Maar broerlief deed nogal stroef wegens zijn geschil met de familie Erte en Joseph weigerde voor die paar frank op zijn buik te kruipen. Bij zijn moeder moest hij met zo'’n vraag ook niet aankomen, wist hij, want dat gezaag over zijn vergooide loopbaan bij het leger kende hij ondertussen al van buiten!  Hij besloot daarom het onnozele kermis-gedoe die zondag wat van op afstand gade te slaan, en de bank vóór het café '“De Tramstatie'” leek hem daarvoor een prima uitkijkpost.

Marie en Jetje waren zich binnen aan een tafeltje met twee koppels uit de Bassevillestraat goed aan '’t amuseren. Zijn tante had aardig wat moeten zagen om Marie mee te krijgen. "“ Dat past niet voor een vrouwmens dat nog in de rouw is!" ” hoorde Joseph zijn moeder thuis in de keuken nog zeggen. Maar Jetje was in een hoongelach uitgebarsten:         

“ In de rouw! Voor den Dis?! Maar mens toch, de helft van '’t dorp beweert dat Dis de beest uithangt met een nette Française in Duinkerke en d'‘andere helft zag hem flierefluiten in Bray-Dunes! " Wat gij u nog aantrekt!" ” Niet deze uitspraak schokte Joseph het meest, maar wél dat zijn moeder zo vlug de duimen legde: "Als ge maar weet dat ik niét dans, hé! ”..."

De dikke rookbalken die de zon schuin door de hoge vensters van de overvolle gelagzaal wierp hingen als witte sluiergordijnen dwars tussen ’'t volk en verborg  de drukke feestvierders aan de overzijde in een mistig isolement. Het muurhoge mortierorgel in de achterzaal tingeltangelde er lustig op los en je moest al flink schreeuwen om je verstaanbaar te maken.

Marie had al in maanden geen pint meer gedronken en uit de flitsen die Joseph in de loop van de namiddag van haar opving kon hij met zekerheid afleiden dat ze morgen met een poes zou zitten van hier tot ginder...

Tegen zessen was Jetje even naar buiten komen uitwaaien en had Joseph getrakteerd op een grote zak fritten van twee frank. Maar omdat ook zij al flink in de wind was besloot Joseph kort daarop de aftocht te blazen naar huis. Hij walgde van zatlappen in '’t algemeen en van dronken vrouwen in ’'t bijzonder. En zoals de wind nu stond zag hij die twee liever niet over de cafédrempel struikelen...

 

Kort voor sluitingsuur van de kramen trokken de vriendinnen langs de Zeelaan stijfgearmd huiswaarts. Deze omstrengeling had alles te maken met hun wankele stap en minder met de harmonie van hun gevoelens...Want daar was zwaar weer op komst, net zoals ook de inktzwarte wolken boven de duinen en de bliksems ver boven zee weinig goeds voorspelden...

Zoals te verwachten had Jetje rond een uur of zeven, na het vertrek van Joseph, Marie tóch in de piste gekregen en met haar alle smartlappen van het repertoire afgewerkt. Het begon braaf met een dubbele wals:'”Twee ogen zo blauw'” en '“Daar bij die molen”'. Maar toen ze merkten dat noch de buren aan hun tafel noch de andere klanten aanstoot namen, geraakte Jetje op dreef. Marie had in den beginne wat koel meegesjokkeld maar gaandeweg de remmen van de christelijke welvoeglijkheid losgegooid. Java, one-step en Boston volgden elkaar steeds vlugger op en Jetje liet haar in de tussentijden nauwelijks op adem komen of bijtanken. Marie zag regelmatig de garde bij de tussendeur opduiken en een vies gezicht trekken, want Jetje raakte steeds beter op dreef en had enkel ogen voor hààr. Dat moést slecht aflopen...

Tegen negenen voelde Marie geen voeten meer en begon steeds meer dansjes te weigeren. En zoals ze verwachtte kon Jetje daar niét mee lachen. Toen de sfeer helemaal dreigde te verzuren stapte Marie bleek en onzeker op en ze was, waggelend tussen de laatste kermisbeesten, al de halve dorpsstraat uitgesukkeld vóór Jetje haar zwaar hijgend inhaalde. Er vielen een paar harde woorden over en weer, zattekullenpraat, tot ze zich ten slotte in het zicht van Jan en Alleman weer omslachtig verzoenden.

Langs de kaarsrechte Zeelaan tot thuis waren het normaal twaalfhonderd stappen, dat wisten ze al van kindsbeen af. Al zig-zag slingerend over en weer, vast het dubbele...Eindeloos veel, in elk geval. En hoe stevig ze elkaar ook '“kabasten'”,erg vlug schoten ze niet op, vooral nu Jetje haar inzinking kreeg en huilerig haar gemoed begon te luchten. Dat ze geen échte vriendinnen meer waren, en Marie nooit nog eens een lief woordje zei, lijk vroeger. Hoe lang was het al geleden dat ze haar nog Keuntje” had genoemd?  Of “Me Zoetje, me Tootje, me Gatje”?

“ "Och zwijgt, zotte Trien!  Toen waren we vijftien jaar!  Waar gij nog over spreekt!"” Bij Marie begonnen de dranknevels langzaam op te trekken en kreeg ze weer een beetje greep op de toestand, hoe belabberd die er ook uitzag. Ze waren nog niet eens halfweg, stevig in de wind en tot overmaat van ramp voelde ze de eerste dikke onweersdroppen al inslaan.

Als ze niet opschoten zouden ze verzuipen nog voor ze de hoek van hun straat bereikten en onderweg viel weinig te schuilen. Tot “'Ons Rustoord'” lag de Zeelaan omzoomd door een losse lintbebouwing van werkmanshuizen. Daar waagde Marie zich met Jetje niet in een portiek want die zou wel eens luidruchtig van gedachten kunnen wisselen met de gestoorde bewoners. Enkel het afdakje boven de poort van de vakantiekolonie kon beschutting geven tegen de vlaag die nu dreigend kwam opzetten.

Ze haalden het niet. Vooral Jetje wilde eerst als een blinde, met gesloten ogen en opgeheven gezicht in haar uitgestrekte hand de dikke druppels voelen kletsen vooraleer toe te geven dat het inderdaad goot. En toen ze tenslotte in de luwte van de ingangspoort samendrumden, kleefden hun feestkrullen in natte slierten op hun wangen en plakten hun bloemenjurken vormeloos tegen hun billen.

Toen kreeg Marie het onzalige idee haar rok vooraan op te schorten om het verfrommelde katoentje in de vuisten droog te knijpen. Jetje scheen plots uit haar roes te ontwaken, wierp haar arm in een houdgreep om Marie’s nek en perste een lange volle zoen op haar mond.

“ "Zat kanon, verdomme!  Houd uw manieren!"”

“ "Ziet ge mij nog gaarne?  Toe, zegt dat ge mij nog gaarne ziet!" ” En haar klauw graaide brutaal in het natte décolleté van haar vriendin.

“ "Hé zeg!  Poten thuis hé!  Blijft van m’'n tette, Georgette...” Plots barstten beiden in wild lachen uit."

“ "Toe, zegt zo nog eens lijk vroeger: ’Me Keuntje, ik zien u zo gaarne’ Allee, toe! ..."”

Marie zuchtte ongeduldig :"Allee zagetrien ...Me Keuntje ik zie u zo gaarne...Is ’'t zo goed?”

"“ En geeft mij nu een tootje, een écht!" ”

“" Georgette, ge zijt zat en g'’hangt mijn voeten uit met die zever! Vooruit, naar uw bed!"”

Maar Jetje bleef maar zagen voor een kusje tot Marie het op haar heupen kreeg :" Georgette, ge gaat braaf mee, of ge kunt alleen trachten uw nest te vinden, verstaan?! Ik ben het nu beu!" ” En ruw duwde ze haar vriendin van zich af. Die zonk op haar knieën in de pletsende regen en begon te snikken :”" Me Gatje...Moet ik al knielen...om een tootje te krijgen? ”...

“ "Stikt! "” zei Marie en liep kwaad weg. Maar Jetje wilde niet zomaar gedumpt worden :"Me Gatje! Blijft bij mij!... Of hebt ge misschien liever een vuile vent aan uw lijf?!... Marie, wacht op mij!" ” Maar die liep straal verder, ongevoelig voor de bui.

“" Marie, wacht op mij! "” Ze kroop moeizaam recht. “"Of ge hebt misschien liever die smeerlap van een Rudolf, hé!" ” Even hield Marie verrast de pas in, maar stapte toen onverbiddelijk voort. Tegen de afslag naar de Bassevillestraat had Jetje er iets anders op gevonden om haar vriendin te jennen. "“ Rudolf, Rudolf! "” dreinde ze aanhoudend met een schel pesterig kinderstemmetje. Maar toen Marie haar volkomen negeerde en er een vaste stap inzette riep Jetje haar steeds harder achterna :"Ru-dolf!Ru-dolf!"” ,allengs de twee-tonige hoorn van de kusttram naäpend. Als in trance slofte ze zo voort naar huis.

Plots schrok ze op: Marie versperde haar dreigend de weg met een afgebeten "‘Houdt uw muil, zat wijf!  Straks maakt ge verdimme de kinders nog wakker!" ’. Maar toen ze zeurend haar geroep hervatte, kreeg ze onverwacht een harde mep om de oren:" ” Zwijgt verdomme ,zeg ik u"! ”

Toen Marie de tranen opmerkte kreeg ze plots medelijden en greep haar vriendin weer bij de arm:”" Komt gauw, dat ik u in bedde leg..."”

 

De volgende morgen, toen Marie haar stoep stond te schuren, zag ze Jetje aan de overkant buiten komen, pijnlijk tegen de zon knipperen en dan nors een prei uit haar voorhof trekken.

“ Oei, die is weinig van zeggen...” dacht ze, en toen hardop: "Hebt ge al een tas koffie gehad? ...Komt anders bij mij: ik heb juist verse gezet...”"

“" Neen, merci mens, ik kan vandaag geen volk meer zién... Met zo’'n kop kruip ik liever terug in mijn beddebak.”" Kortaf. Dat incident met ‘Rudolf’ lag haar nog zwaar op de maag, zo te zien.

In feite zouden ze getweeën die stomme muilpeer nooit helemaal kunnen verteren...

 

Drie dagen later, toen Leon '’s morgens vroeg fluitend naar school vertrok, viel hij na een minuut opnieuw de keuken binnen.

“"Ziet hier wat ik in den hof vind! Een zotte brief vol plaksels! Met gazettenletters... Zeker van een klein kind..”"

Hij moest het zijn moeder bijna onder de neus duwen vooraleer die er wat aandacht wou aan schenken. Maar zohaast ze de eerste woorden had ontcijferd, rukte ze het papier uit zijn handen. Met horten en stoten spelde ze de chaotische tekst:

iS D en DIEs PetREe eChtig dooD Lijk GIJ zeCHgt?

M akt da  de hanZE wIJs.

                          WiE liEPt uiT den DuIN aCHTer den sLag dat GIJ  pEIst?                ++                       geBaARt  nie  Van  KroMmenAAs MariA!




Geef hier uw reactie door
Uw naam *
Uw e-mail *
URL
Titel *
Reactie *
  Persoonlijke gegevens onthouden?
(* = verplicht!)
Reacties op bericht (0)

Archief per week
  • 18/11-24/11 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 27/11-03/12 2017
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!
    Inhoud blog
  • Deel 400
  • Deel 399
  • Deel 398
  • Deel 397
  • Deel 396

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!