A45 DOOD SPOOR.
Westende, 20 november '38.
Oude koeien, had ze gezegd, maar dat was nog zo zeker niet...Waarom Jetje überhaupt - en juist nù - deze jeugdzonde terug opdiepte leek volledig zinloos. Het zou het bijleggen van hun ruzie enkel moeilijker maken, en Marie kon zich niet inbeelden dat haar vriendin dat niet inzag. Ook al wees Jetjes kille manier van reageren tijdens die flits-ontmoeting bij het ijssalon er al op, dat ze niet van plan was voor een eventuele verzoening de eerste stap te zetten. 't Was alsof ze duidelijk liet weten: " Voor mij hoeft het niet, mens, want ik heb mijn gerief..."
En schóón gerief, dat moest Marie toegeven, zij het met tegenzin en een ietsie-pietsie steekje in de borst. Die brunette was op zicht niet veel jonger dan zijzelf , maar wél heel verzorgd en goed opgemaakt. Of dat voldoende opwoog tegen de boezem-vriendschap die zij en Jetje al levenslang voor elkaar voelden...? Tenzij het met dat mens enkel een bedkwestie zou zijn natuurlijk: ze wist bij ondervinding hoe vlug Jetje alle remmen verloor als ze het vuur in haar broek kreeg...
Maar daarom hoefde ze Marie nog niet opzettelijk te kwetsen met deze brief. Ze wist toch goed genoeg dat het losse epistel veel kans liep in de handen van de jongens te vallen: waarom moest ze dan daarin open en bloot de geheimen uit hun meisjestijd te grabbel gooien? Akkoord, ze had destijds gelogen en bedrogen om haar ongeboren 'Kermiskind' op Dis zijn nek te schuiven , maar Jetje had haar daarbij ook verdomd goed geholpen! Het idee kwam zelfs helemaal van hààr en bij de uitvoering van hun plan had Jetje van bij het begin de leiding genomen...Ze vond het nogal grof dat haar vriendin haar daarover nù verwijten durfde maken. En erger nog: haar twee jongens nu te betrekken bij een geheim dat zij destijds gezworen hadden nooit of te nimmer te verraden! Dat vond ze écht laag en in feite Jetje onwaardig... Niet te geloven!
Dat Dis in Duinkerke zou zitten met een lief was al even absurd. Zoiets in een brief schrijven en terzelfder tijd op de fiets heel 'bachten de kuppe' afkoersen om Leon van het tegenovergestelde te overtuigen? ! Te gek om los te lopen: écht te gek! Je zou er op den duur aan twijfelen of Jetje ze nog wel allemaal op een rij had staan...
En dan tenslotte het stomme dreigement, dat kant noch wal raakte: " Bekent Marie, of alles komt uit! " Tegenover wié moest ze bekennen, en wàt? Dàt moest Jetje haar toch maar eens uitleggen! Plots voelde Marie dat het zo niet verder kon en ze best onmiddellijk de knoop moest doorhakken.
Jetje stond in haar keuken af te wassen toen ze daar binnenviel: " Allee, nu moogt ge 't in mijn gezicht zeggen! Wàt moet ik bekennen? !. ..En tegen wie? ...De garde soms, of de paster? Wie kan dat in godsnaam nog interesseren na al die jaren, buiten de kinders zélf. Vijftien jaar verdomme! Wie ligt daar nog van wakker? "
Na een eerste schok kreeg Jetje zich weer helemaal onder controle en sneerde: " Maar wie we dààr hebben! Dag Marie, komt binnen mens en zet je! Lang niet gezien, hé? " Over Oostende dus geen woord.
" Zeg komaan hé: genoeg komedie! Wat is dat allemaal met die brieven? ! Als g'iets te zeggen hebt, doet het dan in mijn gezicht, verdomme! "
" Brieven? Wat brieven? ...De paster en de garde? Mensen lief zeg! Spreekt eens Vlaams, of zijt ge soms op uwen toeter gevallen?!"
" Deze brief hier, madam! Nooit gezien zeker? " en Marie hield haar het epistel vlak onder de neus.
De rest is vlug verteld en werd een afgang voor alle twee. Eerst ontkende Jetje wat misprijzend, maar dan steeds heftiger, op welke wijze ook bij deze affaire betrokken te zijn. Ze leek zó oprecht dat Marie het op den duur wel moést geloven en beschaamd besefte welk modderfiguur ze geslagen had. Nog érger dan bij die eerste brief vol plakletters uit de gazet, waarvan ze Jetje ook had verdacht...
Jetje had even de pedalen verloren toen deze eerste plakselbrief weer ter sprake kwam. "Over welke hebt ge't nu" had ze gevraagd. Om dan te beseffen dat Marie over het bestaan van het tweede exemplaar, dat Leon ineengeknutseld had, niets wist. Tot haar opluchting kostte het haar evenwel weinig moeite zich ook van dit eerste gewrocht vrij te pleiten. En toen Marie weer de vraag opwierp wie er dan wél op de hoogte kon zijn van hun "huwelijksbedrog" van jàren geleden en zich nù nog amuseerde met deze achterklap, antwoordde Jetje dubbelzinnig: " Misschien zoudt ge dat beter eens aan de garde vragen..."
" De garde!? Dien eerste plakbrief was zéker niet van hém, lijk die vol fouten staat..."
" Vol fouten? " vloog Jetje uit, maar bond onmiddellijk weer in: " Hij kan die expres zo gemaakt hebben, om zich niet bloot te geven..."
Marie keek haar peinzend aan tot ze er ongemakkelijk van werd: " De garde, hé? ...Misschien, ja. Die klacht tegen hem zit in een sukkelstraatje, en dat kan hem weer goesting gegeven hebben om mij een loer te draaien...Alhoewel, Engelborghs heeft beloofd eens met Leider Van Severen te gaan klappen of die niet wat aan de kar zou willen duwen. Zonder politieke steun geraakt ge nergens bij het gerecht...Bon, laat dat eerste plakselgeval van de Champetter komen. Maar deze laatste brief hier is van een heel àndere hand: gewoon geschreven, en zonder fouten, dat ik weet...Maar die blokletters zijn te fijn getekend voor een vent. Eerder een kinderschrift zoudt ge zeggen...Maar wat weet een kleine nu van een koekoeksei? Of van ons bedrog, vijftien jaar geleden? Mijn gedacht komt dat epistel hier van een vrouw, maar van wie verdomme? !"
Jetje haalde geringschattend de schouders op: "Daar kan ik je niet bij helpen, Marie..."
Maar ze had wél een vaag vermoeden...
...............................................................................................................................;
De zeldzame kranten die Steiner in de uitstalkasten tegen de overheidsgebouwen kon raadplegen bespraken opgelucht het einde van het Franco-offensief op de rechter Ebro-oever: de eerste sneeuw had het in de bergen doen vastlopen. Het republikeinse Volksleger kon zich zogezegd "in goede orde achter de stroom terugtrekken en daar een nieuw sterk front opbouwen"...Iets verder stond dat "Azaña, de president van de republiek, à priori het idee van een wapenstilstand niet verwerpt"...
" Ja, het wordt tijd dat we het hier aftrappen, hé maat " bromde Marco, toen ze op het bataljonsbureel samen met hun ontslagbrief ook hun oud burgerpaspoort hadden teruggekregen: " Want ik voel zó dat wij van alles de schuld gaan krijgen... Kom, morgen nog een visum gaan halen op de Belgische ambassade, dan zitten we binnen de veertien dagen met het eerste konvooi op de trein naar Brussel."
Maar zó simpel zou het niet verlopen. Rond de 300 landgenoten uit verschillende Frans-Belgische bataljons bleken met hetzelfde idee naar het diplomatenkwartier af te zakken, zodat het flink drummen werd vóór het kleine kantoortje. En toen dit tegen de avond met geweld de deuren sloot waren ze nauwelijks opgeschoten. Wél toonde een bediende zijn goede wil, gaf iedereen op de arm een stempel met een groot volgnummer in aniline en verklaarde dat de administratie hoogstens honderd man per dag zou kunnen afwerken...Op voorwaarde dat er geen gerechtelijke complicaties waren, of betwistingen over de identiteit, voegde hij er wat sarcastisch aan toe. Die man scheen op dat gebied de laatste tijd al wat beleefd te hebben...
Om kort te gaan, na twee dagen kwamen Marco en Steiner aan de beurt en vulden hun vragenlijst in. Een uur later, bij de ondervraging door een Belgische rijkswachter en een heerschap van de Staatsveiligheid, viel Steiner al door de mand. Zijn vals paspoort op naam van Verschueren, Roger Armand Philibert werd onmiddellijk ingehouden want deze persoon werd ervan verdacht twee jaar geleden zijn ontrouwe echtgenote Lorent, Monique Clémentine te hebben vermoord! Steiners sterk wantrouwen tegenover die gigolo op de foto, met zijn gepommadeerde middenstreep en zijn dun Clark-Gable-snorretje, bleek nu dus meer dan gerechtvaardigd...
Steiner kon niets anders dan bekennen dat hij na het verlies van zijn eigen papieren in de brand van café "De Proletaar" een nieuwe identiteit had gekregen in de C.G.T.-centrale van Parijs, en dat hij kon zweren die Monique Lorent van haar noch pluim te kennen.
" Al goed! ",sneerde de Veiligheidsman, " want ik heb een hekel aan doden die terug opstaan. Volgens onze inlichtingen is Verschueren een dik jaar geleden gesneuveld bij Madrid, ziet ge...Maar vertel eens, wie zijt gij dan wél? Naam, voornaam, geboorteplaats en datum: heel de rimram hé, plus laatste woonplaats in België! "
Steiner rammelde alles af.
" Geboren in Dusseldorf-Rijnland? ! Maar dan zijt gij nen Duits hé! Dan moet gij hiér niet zijn, man! "
Met duidelijke tegenzin noteerden ze hoe hij in '19 als Duitse krijgsgevangene in de Waalse mijnen aan het werk ging en na verloop van jaren tot Belg genaturaliseerd werd. De twee heren raadpleegden elkaar diep zuchtend met een wanhopige blik vol twijfel om dan vlug te besluiten: " Bon...Bewijzen! " Ofwel voerde hij getuigen aan van zijn identiteitswissel en dan kon het rap gaan, ofwel gaf hij een beschrijving van zijn laatste woonplaats met namen - en vooral roepnamen - van oude kennissen, cafébazen, de gezinstoestand van dorpsnotabelen en hoe ze hemzélf daar noemden. Ook gedateerde incidenten waren van belang, zelfs als hij er niet rechtstreeks bij betrokken was.
" Ge kunt schrijven, ja? Hier hebt ge papier en potlood: zet u hiernaast in dat kot en laat het niet te lang duren! En schetst op de keerzijde een plan van uw dorp met uw huis en de gebouwen die gij vernoemt. Hop! "
Een pijnlijke operatie, deze gedwongen duik in een verleden dat hij mentaal reeds lang had afgesloten. Na ruim twee uur wroeten gaf hij uitgeput zijn kopij af.
" Bon-bon...Dat ziet er deftig uit, hé...Binnen een maand zullen we méér weten. Terugkomen op 28 december! "
" Een maand! Maar dan zijn al mijn kameraden al lang terug thuis! "
" Vliegt ge misschien liever onmiddellijk in de bak voor vrouwenmoord? Ge hebt het maar te zeggen ,hé vriend! "
Terug in hun hol onder de arena opperde Marco dat de "Ayunda Roja" - de internationale rode hulpdienst - misschien een snellere uitweg zou vinden. Tenslotte had destijds haar Parijse filiaal hem die vergiftigde papieren van Gigolo Verschueren bezorgd...