A62 REQUIEM VOOR DE DWAZEN.
Le Barcarès, 1 april '39.
Tijdens de zondagrust in het kamp hadden ze het al voelen aankomen dat het met links in Spanje vér op zijn einde liep. De Italianen vingen met hun kristalradio in de nieuwsberichten van de zender Toulouse de éne rampmelding na de àndere op. Vooral de chaotische muiterij in "het Rode Bolwerk Madrid" deed pijn aan het hart. Want toen de syndicale milities er een maand geleden in opstand waren gekomen tegen de regering van Negrin, en tijdens de genaamde 'Semana comunista' de stalinisten uit de stad verdreven, hadden de diehards in het kamp Barcarès nog even de hoop gekoesterd dat Generaal Franco een algemeen staakt-het-vuren zou aanvaarden. Een paar dwazen dweepte zelfs nog met het uitdagend 'No Pasaràn'
Maar de fascisten waren de week daarop over héél 't centrale front onverminderd verder opgerukt, waardoor de 'Armada popular' tenslotte uiteen viel.
Op 27 maart vluchtten de republikeinen uit Madrid weg en trokken gedemoraliseerd naar de havens van de Middellandse Zee. De radio sprak van rellen in Valencia, Cartagena, Alicante en Almeria bij hun inscheping op Britse cargo's nadat de matrozen van de Spaanse republikeinse oorlogsmarine aan het muiten waren geslagen.
Eergisteren was dan de leegloop definitief begonnen en werd de overgave uitgezonden van het ene Rode legerkorps na het àndere. De laatste berichten spraken wat schamper over de grote communistische leiders die nog geen week geleden de strijd tot-de-dood hadden gepredikt en nu bij trosjes plots weer kerngezond in het veilige Algiers, Oran, Toulon of Marseille opdoken...Overal, maar niét in Spanje !
Terwijl Moos al deze doodsberichten, die hij tijdens zijn 'kamerwacht' van de afgelopen week had opgespaard, moedeloos afdreunde, kauwde Steiner gelaten voort op een stokje kalissehout, een mode die sinds kort in het kamp het gebrek aan pruimtabak deed vergeten:
" Echt, ik schaam me kapot voor al die blaaskaken van de partij. Nu slaan ze ongestraft zélf op de vlucht, lang vóór er in de verste verte een vijand te bespeuren valt. Is dàt dan plots géén desertie meer? Terwijl diezelfde heren daarvoor vroeger zotgevochten kameraden zonder pardon tegen de muur lieten zetten.."
Bij Günter, die zich reeds lang aan de realiteit had aangepast, kon er enkel een trieste spotlach af:
" Zeg, Stachanovist! Je bent zeker vergeten dat wij twee maand geleden óók over lijken zijn gegaan om uit Barcelona weg te komen? Ik herinner mij niét dat jij vóór de grens aan Le Perthus nog in stelling had willen gaan toen de Italiaanse fascisten plots van opzij de berg afzakten.
Je liep nog harder dan de rest!"
" Merci dat je mij - kwestie lopen - vergelijkt met Togliatti of Negrin en hun kliek: 'Muy amable!' Maar voor zover ik weet heb ik - in tegenstelling tot die volgevreten partijbonzen - niémand verplicht voor mij de kastanjes uit het vuur te halen. Of niemand in naam van de proletarische wereldrevolutie de dood ingejaagd! Ja of nee?! Voor zover ik mij herinner heb ik, sàmen met nog een paar stomme kloten, altijd gratis voor niks in eerste lijn gelegen en rotte maïs gevreten, in 't slijk geslapen en de oren van mijn kop laten schieten. Gratis voor niks!"
" Akkoord Rocco, we waren stomme kloten! Maar niet overdrijven met dat 'gratis' hé makker! Drie jaar lang zo'n avontuur als het onze mogen beleven én overleven, plus daar bovenop nog tien pesetas per dag krijgen: ik vind dat al bij al nog zo slecht niet betaald
"
" Zijt gij er misschien rijk van geworden, van dat apengeld? Dat geen cent meer waard was vanaf het moment dat we de Franse grens overstaken? Ge kunt er uw pijp mee aansteken, moest ge tabak hebben!"
" Och kom, Rocco: helden zijn nooit rijk
"
" Helden? Wij? Vergeet het makker: helden zijn meestal dood! En aangezien wij wel àrm zijn maar jammer genoeg nog altijd springlévend, én bovendien de oorlog verlóren hebben, zal niemand voor ons een monument oprichten: daar kan je stront op vreten, makker. De verliezers willen geen helden herdenken: die willen alles zo vlug mogelijk vergeten
"
" Och, voor mij niet gelaten!" zei Moos: "Hoe rapper ze ons vergeten, hoe beter
! Want nu Franco gewonnen heeft loopt iedereen zijn deur plat en krijgt die schurk iedere dag méér praat. Gisteren zegden ze op de radio dat hij in Burgos pas een Franse ambassadeur wil toelaten nàdat Frankrijk aan hém al de zogezegde 'Spaanse waarden' teruggegeven heeft. Dat wil zeggen àlles wat de republikeinen de laatste tijd over de grens in veiligheid hebben gebracht. En niet enkel het goud van de bank, de kunstwerken en de legeruitrusting, maar ook wat hij de 'gedwongen vluchtelingen' noemt, zoals de door 'Rode Hulp' geëvacueerde kinderen en de hier geïnterneerde dienstplichtigen
. Over ons spreken ze nog niet, maar dat kómt nog wel
! En wees gerust: Premier Daladier van Frankrijk zal àlles doen om weer bij Franco in een gunstig blaadje te komen! Als hij daarvoor óns terug naar Spanje moet sturen, zal hij niet twijfelen
: hoe rapper hij van ons àf is, hoe liever
"
Terwijl Moos even naar adem hapte schudde Steiner peinzend het hoofd: "We moeten maken dat we hier wegkomen, kameraden...
Tenzij ge soms wilt wachten op die gendarmes en die negers van drie maand geleden, om ons door hén "baïonette-au-canon" in gesloten beestenwagons terug over de grens naar Barcelona te laten voeren."
" Wégkomen? Gij hebt gemakkelijk spreken!" sneerde Günter. "Gij kunt nog terug naar België gaan en daar bewijzen dat ge met die moord in de duinen geen uitstaans hebt
. Een paar maand bak in afwachting dat ze dat geloven, en ge zijt er vanaf! Maar voor óns ligt dat lichtelijk ànders: Hitler is niét zo vlug te overtuigen dat wij altijd 'goede Duitsers' zijn geweest
."
" Gij twee kunt altijd met mij meegaan en in België ergens onderduiken. Da's geen probleem: het stikt daar nu toch al van de Duitse joden. Twee méér of minder
"
" Dàt apenland! Waar het altijd regent!"
" Komaan Moos, serieus! Zo gezond is het hier ook niet in de Franse wijnstreek, met al dat gifgas dat ze ons op de gewassen laten spuiten! Van onze groep zijn er al drie man half gestikt afgevoerd naar het hospitaal, en er is nog geen enkele teruggekomen! Het lijkt wel Yperiet uit de slag aan den Ijzer, 1917
...Zo'n smerig werk zouden ze van de gewone Franse landarbeiders niet gedaan krijgen! Dan nog liever de koolmijnen in de Borinage
"
" Ik wil niet naar een land waar ze mij doorlopend in de nek kijken!"
" Verdomme makker, dan moet je zéker niét hier in Frankrijk blijven! Vraag het maar aan Günter: 't is hier allemaal "Sale Boche" wat de klok slaat! Op het werk, als de Fransen het onder elkaar over ons hebben: "les Boches!" Zowel de wijnboeren als de gewone mensen in het dorp. Ze weten natuurlijk dat de "Thälmannen" van over de Rijn stammen en die van "Garibaldi" allemaal Macaroni's zijn. Maar die kloten vergeten daarbij dat de meesten van ons in de Internationale Brigades wel een mondjevol vreemde talen hebben opgestoken en hun Frans héél goed verstaan.
Als ze tenminste geen Provençaals of een ànder dialect wauwelen. "Boches!" Moesten ze weten dat je op de koop toe nog jood bent én anarchist of trotskist, dan heb je hier hélemaal geen leven, makker! Verdomme, geef mij dan België maar! Ge weet het misschien nog niet, maar - bùiten mijn nieuwe vaderland waar het volgens jouw altijd regent - is er zovéél keus niet over in Europa."
Moos liet dit even over zich heen gaan en zei toen nadenkend: " Misschien is er wel een bétere uitweg
"
" Hoezo? Uitweg?" Zijn vrienden staarden hem gespannen aan zonder nog een vin te verroeren.
" Ik geef het voor wat het waard is, en ik zeg erbij dat ik het zélf maar moeilijk kan geloven...
Het schijnt dat ze een boot gaan charteren om ons aan Zuid-Amerika af te schepen
"
" Boot?
Zuid-Amerika?
Ons allemaal?
Komaan, wie zei dàt?" Tegen deze plotse waterval van vragen stak Moos verwerend de handen op: " Auw, stop! Ik zeg toch dat ik het zelf niet geloof! Maar je lief kwam daarmee af, hoe heet ze weer: Consuela
,die journaliste
"
" Consuela, mijn lief? Merci, ik wou dat het waar was! Maar 'k heb dat mokkel al in geen wéken gezien
"
" Ja-ja! Al goed!" onderbrak Günter hun onderonsje bitsig: " Dat schip, wat wist ze van dat schip?"
Moos genoot nog even van hun nieuwshonger: "Iedere woensdag heeft ze al naar je gevraagd
" Met een bonkende vuistslag op tafel en flitsende ogen riep Günter hem tot de orde: " Okee, dat schip...
Ze zei dat de "Rode Hulp" van plan was om fondsen te verzamelen om een oude pakketboot of een soort cargo te charteren en daarmee de waardevolle elementen te laten emigreren.
Zij die het wensen, natuurlijk, en geen àndere uitkomst hebben.
Omdat ze niet naar hun eigen land terugkunnen, bijvoorbeeld
"
" Waardevolle elementen!" sneerde Steiner: " Zijn wij dàt? Wie gaat dat bepalen? Dat wordt weer iets voor de partijvriendjes!"
" Schijnt juist van niét
" schokschouderde Moos verontschuldigend: " De goede stalinisten kunnen altijd in Rusland terecht: er vertrekken regelmatig schepen uit Bordeaux en Sète die de sovjethulp terugvoeren die niet tijdig naar het front werd verstuurd.
Neen, die boot van Consuela zou meer bestemd zijn voor de trotskisten en de anars, mannen die ze in de Sovjetunie - maar ook in Spanje, Duitsland of Italië - direct tegen de muur zouden zetten
. Een boot speciaal voor óns, zou je haast zeggen
. Als het wààr is, natuurlijk !
En denk erom: het is nog zéér geheim
"
Ze waren er éven stil van.
" Ja, als het waar is natuurlijk
" echode Steiner dromerig. Maar Günter keek al vérder: " En wààr zou dat schip ons voeren?"
" Chili, dacht ze, of Mexico, maar dat stond nog helemaal niet vast
"
" Chili
" overwoog Günter: " Pikant!"
" Mmm
Mexico
" proefde Steiner smekkend: "Mujeres, meiden, mokkels!"
En ze lachten gedrieën als oude dwazen. Hun Spaans avontuur was dus eindelijk afgesloten, dood en begraven.
Maar twee weken later lachten ze niet meer.
Die zondag kregen ze in het kamp heel onverwacht bezoek van een groepje burgers dat desondanks door de Franse kapitein met een beleefde reserve ontvangen werd. Het nieuws deed al vlug de ronde van de barakken dat het een soort gemengde commissie was van Comintern-délégees en leden van de Franse K.P. die kwam controleren of de geïnterneerde kameraden wel goed behandeld en verzorgd werden door de autoriteiten.
Steiner kon het zich niet erg aantrekken, en wilde zich op zijn strozak juist weer verdiepen in de bepotelde 'Ciné-Revue' die al heel de barak was rondgegaan. Vooral de grote sépia kunstfoto's van de 'starlets', die door gebrek aan roem wat op hun jurken hadden moeten bezuinigen, trokken zijn geniepige aandacht. Eén van de voorgaande filmliefhebbers had zelfs hier en daar - én niet zonder talent - de soms wat magere charmes van de vampjes met bruin potlood een ietsje aangedikt
...Whaaaw! Za-alig! Maar midden in zijn zwijmelende kunststudie werd hij opgeschikt door een stamp tegen zijn voeten:
" Sergeant Rocco! Mittkommen!!".
Het bleek weer dat verdomde luitenantje-van-mijn-gat, de spreekbuis van de barak, wiens doleanties Steiner bij de Franse kampleiding mocht vertalen. De voorbije maanden had die puist hem echter al vijf-zes keer op dezelfde lieftallige manier tot dit sociaal dienstbetoon aangepord, en dat begon flink zijn keel uit te hangen!
" Scheisse Gonzalès! Sag' wenigstens Bitte!" De vent heette eigenlijk 'Kameraad Luitenant Brandt', maar sinds kort noemde iedereen die dienstklopper 'Speedy Gonzalès' en hij had zich daar blijkbaar mee verzoend:
" Na schönn, bitte mittkommen!"
Verdomme, een officier die plots zo vriendelijk doet: dat voorspelde niets goeds
!
En inderdaad, in het schamele reftertje van de kampleiding hing een échte begrafenissfeer. Het gehavende gezicht van Kameraad-majoor Pieck, de ijzervreter die de Duitse delegatie aanvoerde, stond op onweer. De Italianen waren er nog niet - die hadden voor de vrolijke noot kunnen zorgen -, maar ook bij de burgers van de COMINTERN rond de lange tafel kon er geen lachje af. Dat beloofde hier alvast geen leuke vertaalkarwei te worden, zo helemaal alleen. Want zijn collega, de Elzasser Wirth, was vorige week opgepakt bij een bankoverval in Leucate.
Hij maakte zich echter nodeloos zorgen, bleek al vlug: de vreemde eenden hadden hun eigen vertalers bij. Eén van hen leek zelfs verdomd goed op
die éénarmige Ket, het Manusje-van-alles van de 'Rode Hulp' die blijkbaar mordicus om de zoveel maanden Steiners lotsbestemming moest hérschikken. En het was hém inderdaad! Maar nog vóór hij de man kon benaderen vloog iedereen van lagere rang buiten! De heren wilden duidelijk het vuile ondergoed achter gesloten deuren wassen, zonder indiscrete oren en losse tongen. Liep er dan in het kamp zóveel mis dat die potjes gedekt moesten blijven? Zo'n gesloten partij-vergadering had Steiner altijd nogal luguber gevonden, omdat de basismilitant nooit op voorhand wist welke wending die nam en dat er hoe dan ook steeds één van hen de boter zou vreten
...
Maar wéér zat hij op het verkeerde spoor. Tegen de avond wilden de samenzweerders waarschijnlijk de klachten van de geïnterneerden nog even aan de werkelijkheid toetsen. Ze zwermden quasi ongedwongen uit over het kamp en lieten zich goedmoedig verleiden, voor zover de taal-barrière het toeliet, tot een informele en rommelige babbel met kleine groepjes geïnterneerden.
Dààr slaagde Steiner er in beslag te leggen op de Ket. De man zag er slecht uit en wat onwennig in zijn 'schoën kostaar'. Het duurde dan ook even vóór hij de Steiner weer duidelijk kon plaatsen: " Ha-wei, vaneigens, Veircheurènne! Tu comprends, Fiston, 'k 'èm d'r zoeveule zieng passeire!" Zijn typisch Marolliaanse hutsepot! Nog steeds even schaamteloos als vroeger!
Wat hij hier in het kamp kwam doen? "Traducteur, hé copain! Ze kunnen de Ket niet missen!" Wat er juist bedisseld werd kon hij natuurlijk niet verklappen; enkel dat de Fransen het kamp héél graag wilden 'verluchten'. "Aérer!" zei hij, en wierp zijn armen omhoog !
Maar trommelden ze voor een simpele grote schoonmaak zo'n stijfdeftige commissie bijeen? Of kwamen er meer barakken om de overbevolking te spreiden? Of te verdelen over nieuwe kampen? " Ja en neen? Wat is dat voor een antwoord!" Plots kreeg Steiner een ingeving:
" Ging het over de emigratie naar Zuid-Amerika?"
De Ket scheen te schrikken: " Comment tu sais çà?"
" En wie mag er mee met die boot?" boorde Steiner voort: " Les grosses légumes, sans doute!" De hoge pieten, hé : de Goudfazanten...
" Misschien, ja, al is dat niet met zoveel woorden gezegd ", gaf de Ket schoorvoetend toe: " In hoofdzaak diegenen die niét terug naar hun vaderland kónden, om politieke redenen.
Zij die énkel met hun Gerecht overhoop liggen krijgen voorrang bij het Frans Vreemdelingenlegioen of in de koolmijnen.
" Zoals Bibi, dus!
Wat een cadeau zeg: in de mijnen mógen werken! Een stoflong krijgen, 'Pour la France!' Trop d'honneur, Monsieur le Président, mais merci quand'-même!" En terwijl Steiner nijdig een straal kalissesap voor zijn voeten spuwde, klemde de Ket verveeld zijn tabaksblaas tussen de tanden en stopte lenig met één hand zijn pijp: " T'en veux une?"
" Wel-wel!" sneerde Steiner: " Zie eens aan hoe scherpzinnig, hoe opmerkzaam! Gíj hebt het waarschijnlijk nog niet gemerkt, makker, maar wíj hebben juist de oorlog verloren, weet ge?! En wíj zitten in een gevangenkamp en doen slavenarbeid om niet te creveren! Terwijl de dikke délégees van 'Le Petit Papa des Peuples' die het vroeger allemaal zo goed konden uitleggen, nu met een vette sigaar in hun bek komen vragen of de smoor niet geneert! Nee, merci :houdt uw tabak, Ket! En ik hoop dat ge na dit bezoek aan het povere restant van uw mensensmokkel goed kunt slapen!"
De Ket schrok niet eens van die uithaal: hij had waarschijnlijk al voor hetere vuren gestaan:
" Hé-bèn! Anarchist tot in de kist, hé Rocco?!"
Twee zondagen later viel de beslissing, toen plots een vage bekende aan zijn voeteind stond en theatraal met een bazuinstoot zijn knoestige wandelstok opstak: " Ta-ra-ta-taa!!".
" Marco? Verdomme Marco! Leeft gij nog?!"
" Zoals ge ziet, hé kameraad! Rond en gezond, en nog helemaal compleet! Een Fransoos wilde er drie maand geleden wel mijn poot afzagen, omdat het wat zweerde, zogenaamd. Maar vooral om wat te oefenen, denk ik !.
Dié gast heb ik rap aan 't verstand gebracht dat ik - als dàt moest - wel voor mezelf zou zorgen! Ik zie mij niet door 't leven gaan op een tafelpoot hé! 'Compris' zei die beenhouwer, ' Kiest uw plaats dan maar uit'. En hij wees naar het kerkhof. 'En gij die van u!' zei ik. Hij had het rap gesnopen en heeft me voor de rest goed verzorgd. Voilà!"
" Blijft ge hier? 'Barcarès' zit vol Duitsers en Italianen: ik ben ver de enige Belg. Allee: kwart-Belg dan nog, als ge wilt!"
" Wel, dan zijn we met twee, nu! Al de àndere Belgen zijn al lang terug naar huis of in de natuur verdwenen. Gij zijt de enige die ik nog kén van vroeger, zodus...Waar kan ik mijn ransel hier ergens kwijt?"
" Hou hem nog maar even bij: ze stelen hier als de raven...En kom, laat ons naar buiten gaan ;achter de barak zitten we uit de Mistralwind..."
Toen ze een goed plaatsje in de zon gevonden hadden lachte Steiner zijn vriend zwijgend toe. Deze bood hem zijn tabaksblaas aan en grinnikte: " Ik moest je vast de groeten doen van de Ket... Hij kwam me eergisteren in het hospitaal bezoeken, juist vóór ik ontslagen werd, en hij gaf mij jullie adres. Hij vertelde van zijn bezoek aan 'Barcarès' en zei dat je best weer wat leiding en steun kon gebruiken, Rocco!" En met een monkellach voegde hij er aan toe: " Want dat ge volop bezig waart uw pedalen te verliezen, en nog géén klein beetje!"
" Dàt van die pijp toebak weet ge dus óók al, zie ik!"
De plotse verschijning van zijn vriend had Steiner helemaal uit zijn evenwicht gebracht. De zorg voor zijn vrienden Günter en Moos kon hij weliswaar - na al die catastrofen van de laatste maanden - eindelijk laten vallen, nu 'de baas' terug was. Enkel een beetje vervelend dat zijn beschermelingen geen échte vriendschapsband met Marco hadden, en hij niet met hén. Toen hij tijdens de terugtocht van de Ségre, na het opblazen van die brug gewond raakte, droegen àndere soldaten van het peloton hem dagenlang op een berrie door de bossen tot bij de hospiktrein. Enkel bij de trieste vlucht uit Barcelona naar de Franse grens hadden ze gevieren een hecht groepje gevormd, maar langer dan twee weken had dat niet geduurd.
De eerste avond verliepen hun gesprekken dan ook tamelijk stroef, vooral omdat Marco weinig goed nieuws te vertellen had. Ook híj had van de mogelijke emigratie naar Zuid-Amerika gehoord, deels van de Ket, deels uit de geruchten die in het hospitaal de ronde deden onder het Frans verplegend personeel. Volgens hém kregen oud-brigadistjes van hùn licht kaliber weinig kans op een plaatsje aan boord. Er zouden op dat éne schip maar een dikke 1000 man meekunnen, terwijl er hier in de kampen misschien wel een 5.000 kandidaten stonden te dringen, allemaal hogere kaderleden van het leger en de partij...
" En ik zie zo rap geen generaal of minister zijn ticket afstaan aan ene sergeant Rocco, duistere anarcho en voortvluchtig moordenaar! Hoe groot je verdiensten voor de goede zaak anders ook mogen zijn, hé makker" spotte hij: " Dààr niet van...Idem voor onze Duitse vrienden hier: jullie kunnen beter je aanvragen oprollen en steken waar ik denk. Méér plezier zal je er nooit aan beleven, geloof mij vrij!"
Steiner zuchtte: " Het vervelende is dat ook de rode syndicaten nu op onze kop beginnen kakken! Ze hebben eerst een campagne gevoerd tegen de wijnboeren omdat die ons zogezegd uitzogen tegen een hongerloon, maar die is helemaal mislopen. Het resultaat is nu dat die bazen ons niet méér betalen, maar ons wel buitengooien en vervangen door prolo's uit de streek! Goed voor die sukkelaars, dààr niet van.
En door die werkverschaffing winnen de syndics aan populariteit bij de arbeidersklas, hé, maar wél op onze kosten. Wat wilt ge: eigen kiezers éérst, hé! Wij mogen voor hun part vanaf volgende week in de zoutpannen beginnen, wat verderop aan de noordkant van het meer
. Een nóg zwaarder werk, maar het betaalt iéts beter en we zijn iedere avond terug thuis
"
Marco masseerde peinzend zijn been: " Ik kén dat: het is typische seizoenwerk voor de zomer. Eind september sluiten die. Maar ik geloof nooit dat de Fransen ons nog zólang gaan onderhouden. Ze willen die kampen vol antifascisten leeg krijgen om een wit voetje te halen bij Hitler, Mussolini én Franco. Het is niet erg gezond om op al je grenzen omringd te zijn door mogelijke vijanden die alledrie pas een oorlog gewonnen hebben! Vooral de manier waarop Hitler zojuist de Tsjechen van de kaart heefd geveegd, heeft ze in Parijs aan het denken gezet. En als een Fransman begint te dubben, kunnen wij beter ons valies maken!"
" Als ze mij een plaatsje geven op die boot, ben ik direct wég!" zei Moos :"Gelijk naar waar !"
" Ach, denk toch na, man!" Marco was niet in stemming om te gekken: " Die boot is voor ons juist het grootste gevaar! Zolang wij, klein grut, met ons hoger kader bijeen zijn zullen de Fransen ons misschien nog een beetje respecteren. Maar indien onze generaals én onze ministers én hun conseils deserteren naar Amerika dan worden wij de dupe van het Franse politieke gekonkel. Als de Judassen in Parijs met onze uitlevering aan de fascisten één bijkomende maand vrede kunnen afkopen, zullen ze zéker geen ógenblik twijfelen. Dan zijn wij een vogel voor de kat, geloof mij vrij
! Al de zogenaamde 'Nieuwe Spanjaarden' onder ons zetten ze bij Franco over de Pyreneeën, Hitler krijgt de ex-Thällmannen cadeau en Mussolini zijn Garibaldi's: opgeruimd staat netjes!"
" Is dat verdomme het énige goede nieuws dat je te vertellen hebt!" bromde Günter: " Daar waren wij zelf óók wel op gekomen! Maar als je op je strepen gaat staan, kan je beter zeggen wat we eraan kunnen dóén!"
" Ik op mijn strepen staan?! En een bende sukkels op sleeptouw nemen?! Vergeet het! Wat ík ga doen is zo vlug mogelijk aan burgerkleren en aan geld zien te raken en dan de benen nemen!"
" Dat zal je moeten stelen, Marco, want van wat we in de zoutpannen verdienen worden we niet rijk
" Steiner wilde het gesprek een àndere kleur geven: " En als je tegen de lamp loopt zetten ze je op staande voet over de grens! Ik heb al gedacht: béter trouwen met een Française ,of zoiets...
"
" Consuela, zeker?" sneerde Moos.
Marco keek zijn vriend verbaasd aan: " Consuela? Verdomme Rocco, is die hier ? "
Een week later maakte Marco in de kantine kennis met haar: " Consuela?"
" Neen, " lachte ze: " Consuela is - of was , naar het schijnt - een spook uit het verleden van onze vriend hier. Mijn naam is Nicole Lignot, en ik ben regionaal verslaggever van de 'Courrier du Sud' en
..."
" En de vlam van Rocco, dat weet ik al!"
Ze schaterde het uit: " Echt waar, Rocco? Zie je me graag? Met eeuwige liefde? Dat overvalt mij een beetje, maar ik zal zien wat ik kan doen, hoor schat!"
Steiner kon duidelijk niet goed overweg met de milde spot van de knappe brunette en beet bits van zich af.
" Doe geen moeite, Nicole, ge zijt mijn type niet. Maar mijn oude vriend hier is zo wanhopig op zoek naar een huwbare Française om uit het kamp weg te raken, dat hij bij het zien van de eerste de beste rok doorslaat. En hij hoopt dat jij hem daarbij kan helpen
"
" Ach zo
...De eerste de beste rok
" Het lachen bestierf op haar lippen: " Niet erg galant gezegd, Rocco, maar wél klaar en duidelijk. Laat mij dan ook duidelijk zijn: een gewone vrouw zoekt in het huwelijk een veilig nest en een garantie op stabiliteit. Een vent met een knap voorkomen, eerlijkheid en humor zijn pluspunten, volgens de zoekertjes in mijn gazet. Kan iémand dat hier soms bieden ?!"
|