A63 DE PAKKETBOOT 'SAINT LOUIS'
15 mei 1939.
Op Sinksenmaandag liep Joseph tegen de avond even bij Arthur langs. Door het vele werk in de ploeg van schrijnwerker Gunst - de luiken van de villa's terug opbergen voor het zomerseizoen - had hij zijn vriend al een paar dagen niet meer gezien. Die zat nu aan zijn bureeltje in de garage met pathetische uithalen druk 'Engelse les nummer 12' na te bauwen tegen zijn koffer-grammofoon. Die had hij, begin mei, samen met een reeks fonoplaten 'Assimil', van zijn ouders voor zijn verjaardag gekregen. Maar toen hij Joseph in het deurgat zag staan sprong hij op en leek wel door het dolle heen.
" Mijn Onkel Théodor is vrijgelaten! Juist een hele brief van hem gekregen:hij vertrekt nog deze maand naar de 'States', de Joe-és-ei! De Joe-és-ei! De Joe-és-ei!"
Joseph bleef op zijn hoede:" Wie is in godsnaam je Onkel Théodor? En wààr zat die in den bak? Voor wàt? Een moord of zoiets?"
" De broer van mijn vader! Dat heb ik je toch al verteld: Théodor Birnbaum, die met zijn tapijten! Die hadden ze na de Kristalnacht bij Hamburg in een kamp gezet omdat hij zijn eigen boekhouder had aangeklaagd wegens diefstal en verduistering! Ja, stel je voor: een dikke strontjood die klacht neerlegt tegen een 'goede Duitser', een lid van de partij! Waanzin! Papie had hem nog zo verwittigd, maar Onkel Théodor wilde kost wat kost zijn recht halen: die oplichter moest wég uit zijn bedrijf! Terwijl de nazi's die man juist dààr benoemd hadden om de zaak vroeg of laat over te nemen! Rechtspraak in 't Derde Rijk: waanzin!"
Joseph stak zijn hand op:" Ouw, makker, stop! Als je wil dat ik mee feest, zal je eerst toch een beetje uitleg moeten geven! Wat is dat van die boekhouder?"
Arthur leek wat snibbig uit zijn begeestering te ontwaken:" Je weet toch dat de nazi's elk joods bedrijf al jàren geleden onder voogdij hadden gesteld? Elke directeur kreeg een 'Geschäftführer' op zijn dak die in feite het dagelijks bestuur overnam. Wel, bij mijn Onkel Théodor was dat zijn eigen boekhouder, een dikke nazi, en tussen die twee zat het er regelmatig bovenarms op!
Vorige zomer, toen de oplichterijen van die vent uitkwamen, heeft mijn Onkel nog getracht het in der minne te regelen door die schurk bij zijn ontslag nog een vergoeding te geven. Maar uiteindelijk hebben de nazi's Onkel-zélf opgepakt en kort voor wij vertrokken in het kamp gestopt. Nu schrijft hij dat hij zijn zaak ondertussen tóch heeft overgedragen, in ruil voor zijn vrijlating en drie ticketten op de boot naar Amerika. Plus een pandbrief, voor de 'verkoop' aan de partij van zijn mooie gemeubileerde villa. Maar dat papier is niets waard, natuurlijk
"
" Dus is hij in feite blut, pleite, platzak? Dan kan je de plannen om in Amerika een bijhuis van zijn tapijtenhandel op te zetten wel even vergeten, hé
"
" De nazi's beweren dat hun ambassade in Nieuw-York die Pfandschein zal verzilveren. Maar dat is natuurlijk flauwe kul. Papie heeft naar Jewish Council in Brussel gebeld: er ís helemaal geen Duitse ambassade in Nieuw-York; énkel in Washington, de hoofdstad! Die zullen hem natuurlijk van het kastje naar de muur sturen
...Onkel Théodor kan beter rekenen op de hulp van zijn zakenrelaties daar: een jood met een goede naam laten die nooit failliet gaan."
" Maar van wanneer dateert die brief van je oom?"
" Twee weken geleden.
Met een beetje geluk zit hij nu al op de boot, met Tante Hanna en mijn Kusine Bette. Vanals hij op open zee zit zou hij een scheepstelegram zenden, als dat kon...
Pas dàn zullen we écht gerust zijn. Anders moeten we voor nieuws op de kranten rekenen. Zoiets komt ongetwijfeld op de voorpagina:de nazi's laten tegenwoordig toch niet iedere dag een boot vol joodse emigranten naar Amerika vertrekken
"
" Misschien niet iedere dag, maar toch wel regelmatig, denk ik. Stond er overlaatst niet iets dergelijks in de gazet:een kort verslag over een pakketboot van de Hamburg-Amerikalijn vol met Duitse réfugiés? Je weet wel: je zei nog zoiets van 'die hebben méér chance dan wij'...
Een tweehonderd joden
...Ze mochten in Nieuw-York niet ontschepen, en zijn dan maar in Cuba geland? Hoe noemde dat schip ook weer? 'La France'?"
" De 'SS Flandres'...
Maar dié passagiers hadden geen geldig inreisvisum voor de USA. Ondertussen zal iedereen zijn lesje wel geleerd hebben, zeker?!"
" Bon, ik hoop dat het goed afloopt" zei Joseph nuchter. " Maar nú iets ànders !
Ik kom feitelijk om af te spreken voor morgen vroeg op de tram: jij houdt je met Françoise bezig? En je laat in het tramkot Nadine gerust, in afwachting dat ik arriveer, verstaan!"
Ze schoten samen in een lach, en Arthur aapte met dubbele tong Nelson Eddy na, uit hun laatste film:
"I'll be loving you always,
With a love that's true always!"
Die schlager hadden ze wel al honderdmaal gekweeld, getweeën of samen met de meisjes. En terwijl hij geaffecteerd voortcroonde, wenkte hij met hakende wijsvinger Joseph om in te vallen :
"When the things you planned, need a helping hand, I will understand always, always
"
Met een gechargeerde imitatie van de populaire ster Jeannette Macdonald vulde Joseph het beroemde duet aan:
" Life will not be fair, always
That's why I'll be there, always!
Not for just an hour, not for just a day,
not for just a year, but always!!
Arthur merkte nu dat zijn vriend niet erg in stemming was voor nog méér sotternijen:" Wat is't man? Niet erg zéker van Nadine? Bang dat ik je vlam onder mijn bedwelmende charme verstik?" Theatraal stak hij zijn arm op:"Dan zeg ik tot de bevreesden, zoals Mozes aan de oever van de Rode Zee: Gehet vorwärts und habet keine Angst! "
" Verdikke, man, ge zijt goed gelanceerd vandaag! Jammer dat ge hiér geen Mozes bij de hand hebt, hé. Die met een klop van zijn staf de Noordzee drooglegt en je te voet naar Engeland leidt! Of zelfs naar Amerika"
Arthur keek plots weer ernstig:" Ja, die vervloekte zee...
Maar één ding weet ik zeker: als Onkel Théodor in Nieuw-York één teken van leven geeft, zijn we hier weg, mét of zónder papieren!"
" Gij trouweloze hond! Dan heeft Nadine tóch gelijk met nog vlug op een ànder paard te wedden. En als ge dan tóch zo op de zee gebeten zijt, kunt ge nog altijd met de zeppelin naar Amerika, of met de Dornier-vliegboot Do-10! Je zag het zélf in het Pathé-journaal: De T.A.A. heeft nu wekelijks een vlucht over de oceaan. In drie dagen ben je er."
" Hoé ik er geraak kan me niet schelen, al moest ik te voet gaan, maar geràken zàl ik er!"
" Te voet? Okee, dan zal je het met Mozes op een akkoordje moeten gooien
! En zeg, weet Françoise al van je plannen? Of gelooft die nog in de eeuwige liefde?"
" Hoe kàn ze dat nu weten!? Die brief is hier pas zaterdag aangekomen en ondertussen heb ik haar niet meer gezien. Maar voor de rest zal Nadine haar wel de ware reden verteld hebben waarom zíj vorige maand met mij brak:No Future! Geen vooruitzicht op een lange vrijage met een happy end...
Al heb ik sterk de indruk dat dit voor Françoise geen bezwaar is. Ze gedraagt zich in elk geval zoals ik van m'n flirt zou verwachten: lief en speels. Minder
nadrukkelijk als met Nadine. Die moet het er altijd zo dik opleggen! Nee, ik geloof niet dat ik veel bij die partnerruil verloren heb, not by far my friend! Françoise doet zelfs alsof ze niet weet dat ik een jood ben:dat is ook voor de eerste keer van mijn leven! Heb je donderdagmiddag op de tram niet gezien dat ze mij de helft van haar 'Butterbrot' aanbood?"
" Ja-ja: haar 'Sandwich Wellington':je hebt vooraf zelfs niet naar het belegsel gekeken! Flink hoor!"
" Ik wíst dat het geen varken was, zodus
"
" Weet je dan wat het wél was?
'Wellington', zegt je dat niets?"
" De slag bij Waterloo, 1815?"
" Ach gij dikke onnozelaar! De paardenkoersen natuurlijk! De hippodroom Wellington in Oostende! En haar eigen restaurant in Middelkerke heet ook 'Wellington', met als spécialité du chef paardenbiefstuk met ajuinsaus! Alle edele viervoeters die op de renbaan de poten breken draaien ze bij Françoise door de molen! Beurk! Ik mag er niet aan denken dat je zoiets met smaak kan opeten!"
Even leek Arthur wat geschokt maar lachte toen manmoedig zijn wrevel weg:" Eet gij soms geen lieve duinkonijntjes op, na hun urenlange doodstrijd in een koperen stropdraad?! Oók met ajuinsaus, hé! En nooit ziek van geworden, bij die gedachte?
Een kreupel paard moét nu eenmaal sterven: daar is niéts aan te doen. Eén schot in het hoofd en 't is gedaan:snel en proper! Denk daar maar eerst even aan, makker, voor je de joodse eetgewoonten belachelijk gaat maken
"
" Ik heb het niet over het geloof, zot, maar over de liefde! Ge moet al goed aan Françoise verhangen zijn om zonder controle van het beleg in haar boterham te happen. Bij Nadine kan ik dat niet riskeren. Als dié mij iets zou aanbieden - en niét alleen een boterham, al is het aanbod daarbuiten niet overdreven groot - dan moet ik mij altijd aan één of àndere farce verwachten! Bij haar zit er altijd een angeltje onder het gras: telkens als ik in het aas wil bijten, trekt zij de lijn in, garantie! Dat maakt het vrijen met haar juist zo spannend! Of om het met je Engelse Assimil te zeggen:" I know it never with her!"
" Ja man, je hebt nog veel werk, zo te horen, en niet allen met Nadine !
Geen zin om samen met mij de Assimil-cursus te volgen? Het zou je goed doen?
"
Maar Joseph begreep de hint niet.
Samen met Leon in bed zong hij in het donker stil voor zich uit. Een héél ànder liedje ditmaal, niét van eeuwige liefde en trouw, maar van moord en doodslag, een stapliedje dat zijn broer vorig weekend bij Jong-Dinaso in Nieuwpoort geleerd had.
" Ziet gij in het oosten het morgenrood
ten teken van vrijheid en zonne?
Wij binden den strijd aan op leven en dood!
Hier zijn de Dinaso-colonnen!
De strijd voor Dinaso, voor arbeid en brood!
Voor Dietsland en Orde! Het jodendom dood!!"
Een plotse schreeuw van Marie uit de keuken beneden zette een domper op de feestvreugde:" Moet IK er soms eens komen op slaan?! Als ik er nog één hoor piepen, pak ik de riem, verstaan!!"
Stilte op den uil! Maar niet voor lang
Leon leek er niet helemaal gerust in, op het vermoorden van de joden:" Die Arthur van jou, zou dat een érge jood zijn?"
Joseph draaide zich op zijn àndere zij en wachtte even tot het gekraak van hun beddenbak ophield:"Wat is dàt nu weer voor zever: érg?! Hoe érg kunt ge jood zijn, verdomme?! En hoe érg Chinees is een Chinees? En érge negers: man, dat zegt toch niets!"
" Dat weet ik ook, slimmeke! En dat Arthur niet geel of zwart is, maar éven zo wit als gij en ik moet ge mij niet uitleggen: dat kan ik zién! Merci! Al wat ik vraag is: waarom hebben ze hem uit Duitsland gejaagd en waarom steken ze zijn nonkel in de bak, als ze zogezegd niets gedààn hebben!"
" Ze hebben den Heer Jezus vermoord, wéét ge dat ook al niet?"
" Arthur? Of iemand van zijn familie?"
" Neen Puist! De Joden, verdomme! De joden in 't algemeen: tweeduizend jaar geleden! Ze hebben Christus gemarteld en aan het kruis genageld!"
" Was daar familie van Tuur bij, dat gij weet?"
" Vérre familie zéker, van 't honderdste knoopsgat misschien, maar tóch: de eerste joden. En daar stamt den Tuur van af, met àl zijn soortgenoten. En in al die jaren heeft nog niemand van die kliek gezegd dat ze spijt hebben van die moord, wel integendeel! Hij was toch de zoon van onze god, onze geestelijke kopman, zogezegd
? Dat is hun erfzonde. Daarom worden de échte overtuigde joden zo gehaat door d'andere mensen, vooral dan de witten, de katholieken
"
" Maar gij hààt den Tuur toch niet!"
" Omdat ik weet dat hij wél spijt heeft van die moord.
Daarom is hij ook geen échte jood niet meer
"
" Dat is wat ik al een half uur aan 't vragen zijn :hoe érg jood is den Tuur, véél of weinig?! Hoe vér mag ik mij met hem inlaten? Da's toch niet moeilijk, hé!"
" Wel antwoord dan zélf en laat mij gerust!" Kwaad draaide Joseph zich weer om, maar dacht toen aan de vluchtplannen van zijn vriend en bond wat in, ondanks het minachtend snuiven van zijn broer.
" Hoe, 'ver inlaten'? Wat zaken hebt gij verdomme met den Tuur?! Moeit u niet met mijn vrienden!"
" Zegt dat tegen hém, verdomme! Het is hij die mij uitvraagt! Mij interesseert dat ventje niet."
Daar moest Joseph méér van weten:
" Hoe-zo, uitvragen?"
Temerig spotte Leon:" Wanneer gaat ge weer varen? Op een grote boot? En hoeveel mensen kunnen daarop?"
" Vroeg hem dat? Wanneer was dat?"
" Toen ik naar meneer Hasard ging om mijn portret te laten trekken voor op mijn visserspas, dinsdagavond."
Ach zo, dacht Joseph, die ga ik morgen eens met zijn neus in de stront wrijven zie! Mij verwijten dat ik zijn vluchtplannen verklap en zelf betrekt hij er de snotneuzen erbij! Dàt zal hij geweten hebben!
Maar zover kwam het niet. Toen hij de volgende morgen zijn fiets - of beter gezegd:de fiets van Arthur waarmee Joseph iedere avond naar huis mocht rijden, en 's morgens weer terug - dus hùn fiets tegen de gevel van 'Eden-Roc' stalde, sprong Arthur plots de voordeur uit en vloog hem bijna om de nek:
" Mijn Onkel Théodor is veilig vertrokken! Juist zopas kregen we het scheepstelegram met het beste nieuws van alle tijden! Ik ken het al uit mijn hoofd:" Familie Théodor Birnbaum (3) lasst herzlich grüssen! Ist am 13 Mai um 16.45 in gute Gesundheit aus Hamburg abgefahren nach La Habana-Kuba /SS Saint Louis/Hamb.-Amer.-linie"
" Wel, einde goed alles goed, zou ik zeggen
. Hoe heet die boot, zegt ge?"
" Het steamship 'Saint Louis', een luxe pakketboot naar het schijnt. Papie had er vroeger in Duitsland al van gehoord, van dat schip, omdat het samen met de "Flandres" regelmatig op Amerika vaart. Misschien komt er wel iets van in de krant
"
En of! Méér dan hem lief zou zijn!