EERSTE VLUCHELINGEN.
De volgende morgen bij het boodschappen doen bemerkte Joseph de eerste vluchtelingen, voor het gemeentehuis: een dik bestofte open vrachtwagen, hoog opgetast met meubeltjes, beddegoed en klerenbundels, waartussen een drietal kinderen lagen te slapen. De vuilgrijze bomma zat inééngezakt te soezen in de cabine, een sjaal als stofmasker voor mond en neus. Twee vreemde vrouwen, ook al wit bestoven, stapten juist de bakkerij buiten, elk met een groot rond boerenbrood in de arm. Drie mannen in hemdsmouwen hingen voorover gebogen onder de beide motorkapvleugels als aan een sterfbed consult te houden. Die verdomde mekaniek liet hen weer eens overduidelijk in de steek.
" Heetgelopen ",dacht Joseph van op een veilige afstand, wegens de straal stoom die langs de nikkelen radiatorknop sissend ontsnapte. Een paar taterwijven op hun dorpel, achter hem, volgden het hele gedoe met de grootste interesse, al leunend tegen de deurpost, de dikke blote armen als een bumper op de boezem gekruist. Ze waren zichtbaar wàt fier, hem bij de scène aan de overkant kosteloos commentaar te kunnen geven, heet van de naald:
" Hals over kop moeten gaan lopen, die mensen, toen den Duits voor Maaseik stond...en nu al twee dagen onderweg, 't is toch wreed, hé! "...
" Ja, hé, en ze zijn al verschillende keren gemitrailleerd geweest door de vliegmachiens, en van de route geduwd door de militaire colonnes die alsmaar op- en afreden! ..."
" Ja, hé, en daarbij nog drie keer een 'platte tuub' gekregen! En nu weeral in panne! ...Mensen toch, 't is godsgeklaagd! ..."
Hun medelijden was nog maar pas gelucht, of ze merkten al hoe voorbij de kerk een koppel boerenkarren kwam aangereden, in trage tred getrokken door een dubbel span Brabanders en volgeladen zoals de stomende vrachtwagen aan de overkant, torenhoog. Het hele gezin lag tussen de rommel te dommelen of wezenloos rond te staren, de starre angst nog in de ogen.
Achter elke kar liep een bonte koe gebonden, onwillig voortgesleurd, de poten stijf en paniek in de bloeddoorlopen bologen. Zonder stoppen of omzien sjokten de vluchters als verdoofd traag voorbij en achter elkaar het dorp weer uit, richting Nieuwpoort, schommelend en wiegend volgens de onregelmaat waarmee de ijzerbeslagen wielen knerpend put en bult in de kasseiweg afmaalden.
De roep ging zoals vanouds, dat het dappere Belgische leger zich uiteindelijk weer achter de beschutting van de Ijzer zou terugtrekken, om daar de ultieme slag te leveren, zoals in '14. Een uitkomst voor wie verder vluchten kon, maar voor de mensen van het dorp en omliggende niet zo'n erg leuk vooruitzicht: in de vorige oorlog waren van Westende geen twee stenen héél gebleven! Dus als de militairen zonodig een duel op leven en dood wilden knokken, dan graag ergens anders, als het even kon...
In de 'Tramstatie' wist Odette, de waardin - van horen zeggen, hé - dat een volledige Vlaamse divisie zich langs de kanten van Tongeren 'en bloque' had overgegeven. De vluchtelingen met de zwarte vrachtwagen kwamen uit die streek, en hadden moeten sprinten "lijk zot" om niet door de doorgebroken Duitse tanks te worden ingehaald en verpletterd. Want die mannen zien naar niets! En ze zagen ook nog hoe de Belgische gendarmen twee nonnen fusilleerden langs de wegkant, want deze droegen bottines van parachutisten...VerkledeDuitse spionnen,vaneigens!
" Ge moogt niemand meer vertrouwen, hé! Maar nonnen ! God-ten-ere, wat een situatie! Verraad en sabotage, 't is al wat de klok slaat! ..."
" Allemaal de schuld van die zwartzakken! ",riep de Miesten van Juliette, een vaste klant, die uit zijn vierde pint het recht puurde om van zijn hart niet langer een moordkuil te maken:
" We hebben het veel te ver laten komen! ...Ze hadden al een jaar geleden allemaal in de bak moeten vliegen, dan was er nu niets gebeurd! " En hij lachte kwaadaardig toen Joseph overhaast opstapte.
" Zwartzakken ? Spionnen ? Zo'n paar losse beschuldigingen van een zwijmelende zatlap zijn tegenwoordig al voldoende om iemand in 't gevang te krijgen...Merci! "
Buiten reden een paar zwetende fietsers voorbij. Vreemden, en zo te zien geen toeristen, want veel te zwaar beladen, met pak en zak op stuur en bagagedrager. Ook zij zagen niet om en duwden verwoed op de piepende pedalen: de Ijzer, de veilige eindmeet, lag nog slechts op vier kilometer...
Iets verderop kwam Twanne, de garagist van het dorp, bedenkelijk naar de dampende motor van de zwarte vrachtwagen kijken. Hoog in de lucht bromden een paar vliegtuigen voorbij, zonder enige reactie vanuit de luchtafweerkanonnen rond het Jonkershof: die hadden hun lesje blijkbaar geleerd...
Die vluchtelingen deden Joseph plots weer aan Arthur denken, die ook compleet uit zijn huiselijke kring en gezapige dagelijkse doen was weggerukt. Wie weet waar dié nu rondzwierf. Tenzij hij erin geslaagd was vóór de gendarmen te vluchten of zich tijdig ergens te verstoppen...Want Annita Lansens had wél de vrouwen, maar geen mànnen zien oppakken...
Die knagende onzekerheid...zo ging het niet verder. Joseph moést en zou er het fijne van weten en besloot het huis van zijn vriend eens van wat dichterbij te gaan bekijken. Langs de voordeur kon hij niet binnen, dat had hij halvelings eergisteren al gemerkt, maar langs de garage, vanachter?
En inderdaad: de blauw-witte zijdeur naast de garagepoort zat niet op slot. Hij wierp een schichtige blik over zijn schouder, maar op eerste zicht had niemand in de omgeving hem in de gaten. Vlug de fiets naar binnen geduwd en met de voet de deur toe gezwiept: hij stond in het halfduister van hun 'vertrouwde studeerkamer'. Vreemd, maar nu Arthur niet bij hem stond voelde de sfeer alles behalve 'vertrouwd' aan en het duurde even voor hij deze rare beklemming van zich af kon zetten...
De "studeerkamer" leek niet rommeliger dan gewoonlijk, ja omzeggens hetzelfde als vier-vijf dagen geleden toen hij samen met zijn vriend dat roze bevelschrift van de garde had vertaald. Maar toen zijn blik bij de bureeltafel bleef hangen kreeg hij bijna een stom in de maag: het blad lag vol scherven van de stukgeslagen blaker erboven! ...Dus tóch! Dit was hun afgesproken geheime teken om te beduiden dat Arthur tegen zijn wil was weggevoerd, net alsof hij door de nazi's zou zijn opgepakt en niet kon verzekeren spoedig terug te komen...Joseph voelde een bittere smaak in de mond, nu hij zich herinnerde hoe ze destijds zo stom en lichtzinnig met deze zuiver theoretische mogelijkheid hadden gespeeld. Gespééld verdomme !! Luguber om te bedenken dat het nu 'in 't echt' was uitgekomen en ze er beiden mee geconfronteerd werden.
Maar veel tijd om te grienen kreeg hij niet: hij moest zoals afgesproken 'HET TESTAMENT' uitvoeren en de eed gestand doen, die hij toen half-lachend gezworen had. Alles wat hen verbond moest in veiligheid worden gebracht, al hun mooie herinneringen bewaard... Met de bedoeling dat er bij Arthurs terugkeer aan het kader van hun vriendschap niets zou ontbreken... Makkelijker gezegd dan gedaan. En nog een geluk dat de villa tijdens de paar dagen dat het onbeheerd stond niet door de soldaten was geplunderd. Of door de buren, want daarvan deden ook al heel rare verhalen de ronde. In Oostende, bij voorbeeld, hadden na het eerste bombardement de zogenaamde redders naar ze zegden meer gestolen dan mooi was om zien...
Bon, eens kijken waar Arthur écht van hield...Zijn dure jazzplaten, natuurlijk, en de draagbare koffergramofoon...,zijn boeken van Karl May en een paar àndere...,zijn affiches van de negro-singers, de raceauto's, de luchtschepen en de transatlantische watervliegtuigen... Dat zal het zo ongeveer wel moeten zijn, zeker ? Zijn nu nutteloze schoolboeken zullen we maar vergeten, hé: die zal hij niet missen, voorlopig toch niet ... Alhoewel, die tien Assimilplaten met de cursus 'Engels' kunnen er ook nog bij...
" Ik schat dat ik beter tegen donker even terug kom met het karretje achter de vélo, dan is alles in één rit verhuisd...En heb ik de ondertussen wat tijd om eens dieper na te denken..."