B10: CHAOS EN ANARCHIE !
Westende, 28 mei '40.
Reeds van vroeg in de morgen drong het aanhoudend gerommel in de verte, als van een zwaar onweer, dreigend tot de mensen rond de hulppost door...Beklemmend vooral, omdat het uit de richting kwam waar zij, pas drie dagen geleden, nog dringend naartoe wilden: de Franse grenspost bij de kust...
Als daar reeds gevochten werd, was verder vluchten inderdaad zinloos! Maar misschien hoorden ze enkel een bomaanval uit de lucht, wat ze meenden te mogen afleiden uit het voortdurend overvliegen van Duitse toestellen, waarop de Belgische luchtafweer niet eens meer reageerde. Misschien, ja, wie weet ? Of was het toch een onweer, met al die zwarte wolken in het westen ? Niet dat het van enig belang was, maar ze moesten toch over iéts redetwisten, wilden ze niet helemaal afgestompt geraken en als een kudde weerloze koeien wachten op een sordide afslachting door de Hunnen.
Ze kampeerden nu al ettelijke dagen rond de R-K hulppost 'Marchevins' in de duinen, zo goed en zo kwaad het ging, slapend op of onder hun karren, terwijl de fietsers gewoon onder de blote hemel lagen, want de nachten waren niet echt koud. Eten kregen ze van de Rode Kruis helpers en al was de kost eerder elementair en eentonig - alle dagen brood met sardienen en tegen de avond een vette groentesoep met wat duinzand op de bodem - van honger zouden ze hier voorlopig niet omkomen...
Toen Joseph tegen de middag aan zijn shift begon, leek het zogenaamde 'onweer' in het westen nog in hevigheid toe te nemen en de eerste vluchtelingen begonnen weg te trekken, met pak en zak, terug van waar ze gekomen waren, richting Oostende. Hij had geen spijt van deze uittocht, want teveel was teveel: al deze radeloze mensen begonnen lelijk op de zenuwen te werken! Van de deserteurs, of de geïsoleerde groepjes militairen die het contact met hun eenheid hadden 'verloren', kreeg hij al lang geen 'merci' meer: opdringerige dronkaards waren het, veeleisend, en brutaal op de koop toe! Ze drumden ongegeneerd de burgers opzij telkens er moest worden aangeschoven voor het voedsel en vanmorgen was er al een rel geweest, toen het brood opraakte. Nog een geluk dat de ijzeren deur van het magazijn aan hun inbraakpoging weerstond, of die bende schooiers hadden het hele zootje leeggeplunderd! ...Gaston, de postoverste, moest zelfs tweemaal in de lucht schieten, voor het schorem verdomme wilde wijken...Neen, leuk is ànders...
Het drama barstte pas goed los rond drie uur, toen iedereen al flink over z'n toeren draaide.
In de wolkeloze lucht en boven de zee, vlogen regelmatig Duitse jachtbommenwerpers over, in groepjes van twee of drie, zonder merkbare afweer van op de grond. Enkel langs de kanten van Middelkerke bleek nog een D.C.A.batterij te reageren, zonder veel succes weliswaar, want de vliegtuigen trokken onverstoorbaar verder...
Tot plots een afwijkende hoge toon het gekende motorenconcert verstoorde! Iedereen stoof naar buiten en staarde in de blauwe hemel om het gehuil als van een sirene te lokaliseren...En ja, hoog boven Westende-Bad verscheen een zwart stipje, dat vlug in hun richting naderde.
" Ze hebben hem! Ze hebben hem! "
Maar het donkere stipje met zijn zwarte rookstaart daalde meer en meer en scheen, met hoog gillende motor als de langgerekte noodkreet van een gekeeld varken, recht op hen af te stormen! Ogenblikkelijk bevroor het enthousiasme bij de verschrikte omstaanders: die duikende duivel dreigde verdomme voor hun voeten neer te storten! Als gehypnotiseerd bleef Joseph het vallende vliegtuig met de ogen volgen, zag het weer even hoogte winnen en dan brullend over hun hoofden razen, richting zee, rook en vuur uitbrakend!
Een àndere hoge fluittoon deed hem verschrikt omkijken: de zware schok onder zijn voeten gevolgd door een oorverdovende knal herinnerde hem in een flits de dood van zijn vader, drie jaar geleden...Boven de 'Lekkerbek', op nog geen honderd meter, torende een vuil-bruine wolk de lucht in, juist zoals toen!
" Dat's vlak bij ons! ...Miljaarde, dat's in ons straat, vlak voor ons deur! ...Zeker een bom! "
En voor hij het goed realiseerde, rende hij al de baan over voorbij de tramhalte naar zijn 'stamcafé', waar het terras bezaaid lag met glasscherven en het puin van de dakpannen...Maurice, de waard, stond witbestoven door plaasterstof middenin deze rommel verbijsterd naar zijn vensterloze gevel te staren...
" Is die bom hier gevallen ?",hijgde Joseph hoopvol, want het eigen huis stond toch nog een heel eindje verderop.
" Oejoejoejoejoej! " snikte de witte waardin wenend door haar handen. "Aan de straatkant hier vlak achter! ", hoestte de patron terug, maar Joseph rende al weer verder. En inderdaad, achter de hoek lag de weg vol afgerukte takken en stonk het bitter naar carbid .De kasseien lagen bezaaid met dampende kluiten klei rond de rokende bomtrechter, die de gracht tussen weide en wegdek had open gereten tot een vijver en zo half de Bassevillestraat versperde. Zijn barak, honderd meter verderop, leek ongedeerd, goddank!
De mensen uit de straat kwamen haastig toegelopen, een paar uitgelaten bengels voorop, voorzichtig gevolgd door de oudere buren, om dan schoorvoetend rond het zwarte gat te staan gapen...Marie kwam ook kijken, haar handen onderwijl afdrogend aan haar schort.
" Moeder, hoe zit het bij ons ? Is 't erg kapot ?"
" Ik dacht dat de wereld verging! ",antwoordde Marie hijgend, " de vloer is zeker een halve meter omhoog gestuikt! "
" Is er veel kapot ?",drong hij aan.
" Een schoon teljoor van 't schab...En de kaders zijn van de muur gevallen! "
" En de ruiten ?"
" 'k Heb er geen horen breken..."
Ze gingen omzichtig traag naar de zwarte trechter kijken, nu bijna vol groezelig water uit de gracht...En ze beseften nog niet hoe nauw deze trechter binnen een paar jaar met hun noodlot zou worden verbonden...
Schipper Pylieser en zijn bemanning waren verder zonder tegenslag en dankzij aanhoudend hozen tot in de achterhaven van Nieuwpoort gesukkeld, waar ze de kreupele 'Astrid' juist op tijd op de slipwayhelling van de scheepshersteller konden trekken, vooraleer de kallen in de beschadigde boeg het begaven. De baas van de werf bracht Roger Titteca met de camionnette naar de hulppost in 't klooster van de Arme Klaren in de Recollettenstraat, tot grote opluchting van de schipper die blij was van deze lastpost af te zijn. Het schoren van het schip nam nog een uurtje in beslag. Voor Leon was dit het laatste wat hij kon opbrengen, en uitgeblust fietste hij langs de drukke kade naar huis.
Wat een chaos! Op 25 mei, drie dagen geleden, werd de stad door de Luftwaffe zwaar gebombardeerd. Misschien al goed dat hij op dat ogenblik in Ramsgate gevangen zat, want de kaai had er flink van langs gekregen, zo te zien: in de Valckestraat lagen verschillende huizen plat, op de hoek van de Ieperstraat kreeg café 'Het Vliegend Paard' een voltreffer die 't al aan spaanders sloeg en ook de binnenstad was op meerdere plaatsen erg getroffen, naar men zei...Op de kaai wierpen de vrijwilligers van de burgerbescherming een paar bomtrechters voorlopig dicht met het puin van de getroffen huizen, en tegen de Langebrug sneed een ploeg met lasbranders de rechtop geplooide spoorstaven van de kusttram aan stukken, in stralen gloeiende gensters.
Er hing een vreemde beklemming over de mensen. Op de radio was omgeroepen dat de Koning een wapenstilstand had aangevraagd en dat het leger zich zou gaan overgeven. De eerste Duitse troepen werden ieder ogenblik verwacht. De oproep tot kalmte haalde blijkbaar niet veel uit, want de rokerige cafés bulkten van bezopen baliekluivers en scheldende soldeniers, die onder luid gekrakeel des Heren naam vervoegden in beide landstalen, als in een laatste opstoot van vaderlandse eendracht...
Ook op straat viel van een geordende Belgische troepenmacht niets meer te bekennen, tenzij wat haveloze hordes halfgeuniformeerde zatlappen die brallend het vrouwvolk lastig vielen...De Engelsen daarentegen bezetten met kleine tanks, geschut en mitrailleurstellingen achter zandzakken de strategische straathoeken en lieten goed merken dat voor hen de oorlog absoluut nog niét was afgelopen. Maar aan hun rode koppen en bloeddoorlopen ogen kon je duidelijk zien dat de whiskyfles hen bij deze wanhopige volharding stevig had gesteund. De meeste drankwinkels in de stad stonden er dan ook leeggeplunderd bij na het kordaat 'indringend bezoek' van al die kaki's, zowel nationale als geallieerde...
Hoe dan ook, deze cocktail van dronken defaitisme en gemarineerde heldhaftigheid in de diverse legerscharen beviel de bange burgers allerminst: nu de oorlog ver op zijn einde liep, hielden ze het liefst zo proper mogelijk, zonder krampachtige stuipen of nutteloos bloedvergieten...Die Britse stellingen voor hun deur herinnerde de inwoners ietwat té duidelijk aan een vorige "Slag-aan-den-Ijzer", waarvan ze na vijfentwintig jaar nog altijd niet waren hersteld. Ze zagen de tommy's dan ook liever gaan dan komen. En op deze openlijke aversie reageerden de Britten dan weer met een brutaliteit alsof ze in Zoulouland zaten: alle bruggen over de Ijzer en het kanaal op Veurne hadden ze zo zwaar ondermijnd dat ook van de huizen rondom de landhoofden geen spaander héél zou blijven. De bewoners sleepten verwoed in paniek de 'kostbaarste' bezittingen uit hun woningen, om te redden wat ze nog redden konden, in de zes uur tijd die de militairen hen daarvoor grootmoedig hadden gegund. Naar het schijnt had burgemeester André Van Damme nog bij de Engelse commandant gepleit voor meer soepelheid en erbarmen ten overstaan van zijn medeburgers, maar was daarbij hooghartig wandelen gestuurd met de kwetsende vraag: " Don't you know there's a war going on Sir ?"...
Toen Leon over de Langebrug de broeierige chaos op de Nieuwpoortse kaaien wilde ontvluchten om naar huis te fietsen, vond hij plots het brugdek met prikkeldraad versperd. De schildwachten in hun zandzakstelling weigerden hem nors elke doorgang naar de rechteroever: de vijand kon daar ieder ogenblik opduiken! En misschien was hij wel een vuige spion die de Duitsers ging inlichten over de sterkte van de Britse verdediging, hé ? Bij de postoverste zat een Belgische korporaal als een pasja Engelse sigaretten te paffen terwijl hij het Britse kruisverhoor in plat Oostends vertaalde, de dreigende intonaties incluis.
Dit treiterig spelletje was juist iéts teveel voor zijn afgepeigerde zenuwen en Leon barstte in snikken uit: hij kón niet meer! Zijn hartverscheurend gesnotter bracht de soldaten zo aan het schrikken, dat ze hem gauw-gauw op zijn fiets zetten en hem, na wat haastig gewriemel aan hun prikkeldraadversperring, over het houten brugdek een zetje huiswaarts gaven, als gratis service van His Majesty's Own Scottish Rifles!