B31. EEN SLAG IN 'T GEZICHT.
Westende, 22 juni '41.
Vermits het in de voormiddag lage tij was aan de kaai in Nieuwpoort, zaten de vissersboten vast in het slib van de haven. Dan begon Leon er pas tegen acht uur aan en kon hij nog op zijn gemak thuis vooraf de konijnen verzorgen. Hem viel dus het trieste lot toe op deze zonnige morgen de hecatombe in de abri te ontdekken.
De prikkelende stank pakte al op zijn adem zohaast hij zich door het deurgat van de bunker wilde bukken en meteen flitste het drama van drie jaar geleden weer door zijn hoofd. Zijn vader verscheurd en in rook opgegaan door de ontploffing van het munitiedepot en nadien al zijn konijnen gestikt: een zelfde bijtende stank om nooit te vergeten...Hij wist op voorhand al wat hij nù binnen zou vinden: gewoonlijk stampten zijn warm-wollige vriendjes een opgewonden roffel op de vloer van hun houten kot als hij 's morgens met vers groen aankwam. Nu bleef het doodstil. En zo van op afstand gezien kon hij in de schemer daar niet de minste beweging bespeuren, terwijl hij ook op zijn vaste lokroep 'biedy-biedy-biedy' geen enkele respons kreeg.
Dan wist hij het wel.
Voor alle zekerheid besloot hij met opgehouden adem een rappe duik te nemen en Blacky, de sterke oude bok, uit die stank weg te graaien.
Verloren moeite: de stamvader van al zijn lievelingen was al stijf en koud toen hij hem buiten in het warme zand smeet en hij tranend het prikkelende gifgas trachtte uit te rochelen. Zoals ook bij het vorige drama, drie jaar geleden, welde opnieuw de woede in hem op voor zoveel zinloze kwaadaardigheid. Maar dan herinnerde hij zich dat ze tóén evenmin een 'dader' hadden kunnen vinden en zich tenslotte stilzwijgend hadden neergelegd bij een bovennatuurlijk verschijnsel. Een soort 'straf van God'...Schrale troost voor zo'n hartverscheurend verlies, vond hij, maar tegen de 'Kwade Hand' was niets aan te vangen.
Helemaal teneergeslagen liep hij met zijn oude vriend op de arm naar de Stella Maris aan de overkant. Joseph was al weg naar de tram, maar Marie schrok wel even, al reageerde ze stukken kalmer dan hij had verwacht. Alsof ze met haar gedacht er niet goed bij was...
" Ga nu maar naar uw werk: die koten kunt ge beter vanavond of morgen uitkuisen, als die vuile stank wat is weggetrokken. Anders zoudt ge zélf nog ziek worden..."
Het nachtelijke bombardement van de Engelsen op de Flakbatterij van Raversyde had blijkbaar het verwoestende werk van de Wellingtons in de vooravond mooi afgerond: Joseph en zijn schoolmakkers bleven tot negen uur bij de tramhalte uitkijken naar hun vervoer, de "let-op-kusttram" , maar zoals Zuster Anna zagen zij niets komen...
Een halfuurtje vertraging kwam wel meer voor, maar twéé uur! ...De luchtaanvallen zaten er natuurlijk voor veel tussen, dat begreep iedereen en bloederige speculaties over de aangerichte slachting hielden de verwachtingen onder hoogspanning. Als ze zo halsstarrig op de tram naar Oostende bleven wachten, was het niet zo zeer om deze voormiddag nog op de schoolbank te geraken, maar vooral om de ruïnes onderweg te kunnen bezichtigen.
Hun hoop om toch nog voorbij het rampgebied te trammen werd plots de bodem ingeslagen door een fietser, die hen toe riep dat het daar al' in gruzelementen lag" en dat de Duitsers de beide hoofdwegen tussen Middelkerke en Oostende hadden afgesloten voor het burgerverkeer. Een andere vrouw vertelde hen blijmoedig dat ze camions vol soldatenlijken had zien afvoeren die op de straat een spoor van bloedspatten nalieten... Het mens kwijlde van een heimelijk sadistisch genot.
Bon, ze konden de tram voor vandaag dus wel vergeten, zo te zien! Twijfelend en met tegenzin droop de ene schoolmakker na de andere af, met de volle boekentas terug naar huis...Omdat Joseph vermoedde dat Nadine in Westende-Bad koppig op de tram zou blijven wachten om minstens tot in Middelkerke te geraken om daar bij haar vriendin Francoise te blijven plakken, wilde hij voor haar niet onderdoen. Hij besloot het nog een half uurtje aan te zien.
Plots schrok hij op door een vrouw die vlak achter hem van de fiets stapte. Hij herkende haar direct aan de parfumwolk om haar heen: dat knappe wijf uit de juweliersboetiek waar hij met Arthur dat ringetje voor zijn zuster had gekocht. 'Helga' had hij haar destijds in zijn natte dromen genoemd, maar wist ondertussen dat ze een vriendin was van tante Jetje, wat natuurlijk om een beetje terughoudendheid vroeg...
Ze keek hem even monkelend aan alsof ze plannen met hem uitbroedde: slechts een flits, maar voldoende om Joseph de kriebel in zijn kruis te bezorgen. Toen ze daarna ontmoedigd de tramlijn afspeurde en hulpeloos zuchtte kreeg hij het helemààl ongemakkelijk.
" Ik kom voor alle zekerheid nog eens zien...Maar de garde staat daar in 't deurgat van de 'Lekkerbek'' en zegt dat de tram in een week niet meer zal rijden: in Mariakerke ligt alles plat, vanaf den dijk tot op de steenweg. Om in Oostende te geraken, zal ik met de velo moeten rondrijden over Slype-brug, peins ik...En gaat gij maar rap naar huis vent, voor dat ge hier wortel schiet, want de school kunt ge voorlopig vergeten. Allee salut! Ze keerde de fiets - het verroeste vehikel van Jetje, zag hij nu - en peddelde op haar gemak de rechte Zeelaan af naar de dorpskom.
Na nog een moment van twijfel zag Joseph het ook niet meer zitten en besloot haar voorbeeld te volgen...
Voorzichtig duwde hij de keukendeur open. Toerrah sprong kwispelend tegen hem op. Verder geen levende ziel: moeder was met haar hoofdpijn waarschijnlijk terug gaan slapen...Stil sloop hij de trap op en van bij de overloop hoorde hij haar kreunen: och arme, waarom moesten de vrouwen met hun lijf toch altijd zo afzien! ...De deur van haar kamer stond tegen. Het kreunen klonk harder, nu, en sluiks stak hij zijn hoofd naar binnen.
Het was pikkedonker: de zware verduisterings-gordijnen waren nog dicht, maar in de lichtbalk, die van de overloop voor hem uit de kamer inviel, zag hij in een flits op het bed een zwartbehaard achterwerk op en neer gaan, omvat door twee witte volle vrouwenbillen. Als verlamd keek hij een ogenblik toe hoe Moeders hand door het haar van die man streelde. Ontzet moet hij in wanhoop iets geroepen hebben, want plots keek ze hem verdwaasd over de schouder van die vent aan...
Joseph sloeg de deur dicht, bleef even verstijfd staan en stormde dan blindelings de trap af, naar buiten in de zon. Het felle licht priemde in zijn betraande ogen en hij snakte naar adem, zijn hart bonkend in de keel. Half op de tast strompelde hij de tuin uit...
Miljaarde! Miljaarde nondedju! Zijn moeder met een vreemde vent in bed! En daarbij streelde ze nog door z'n haar alsof ze ervan genoot...Moedertje, moedertje, wie had dat kunnen denken....
Zijn moeder! Dat mens was verdomme al bijna veertig! ...Dan doét ge zoiets toch niet meer! ...Toch ?... Als ge al twee grote jongens hebt ?...Hij had er feitelijk nooit bij stil gestaan...
Natuurlijk, Vader was al een eeuwigheid dood, hij kon hem enkel nog met moeite voor de geest halen, het gezicht volledig vervaagd als van een vreemde...Maar Moeder had over zo'n zaken nooit meer gesproken, over vrijen en de rest...Ze was een waardige weduwe met een volwassen gezin: op zo'n leeftijd was beddebakkerij - zeker voor een vrouw! - volmaakt verleden tijd. Voorbij, vergeten en verboden! En nu lag ze daar voor zijn ogen, met haar blote billen open! Zijn moeder verdomme! Het schaamrood sloeg Joseph naar het hoofd en hij dwong zichzelf een paar maal diep te ademen om wat tot rust te komen.
Toen realiseerde hij zich pas dat hij tussen het helmgras in de diepe duinpan zat, naast de kazerne van "Ons Rustoord". Hij zakte achterover in het warme witte zand en sloot de ogen om beter te vergeten. Maar toch dook steeds het vernederende zicht op van die stotende behaarde mannenkont en het dierlijke kreunen van zijn moeder...Wie weet in wat voor viezigheden die twee zich nog allemaal verlustigd hadden: oude mensen vrijden niet meer normaal, als je op de schuine moppen afging die daarover verteld werden...Ze waren het stoeien reeds zo gewoon, dat ze tot allerlei onbeschaamdheden hun toevlucht moesten nemen om de spanning wat op te drijven! Hij durfde er niet aan te denken dat zijn moeder met die vent...
Die vent. Wie het ook was, Joseph kon hem wel vermoorden! De smeerlap! Misschien was hij er wel met geweld toe overgegaan en had hij Marie in haar slaap verrast. Maar in dat geval zou ze haar nachthemd nog gedragen hebben, of het kleed dat ze vanmorgen aanhad, voor hij naar de tram vertrok...Nu was ze in bed helemaal bloot geweest en hij zag nog voor zich hoe ze hem streelde: het moest wel iemand zijn die ze goed kende, iemand die haar reeds lang het hof maakte...
Pylieser misschien, ook al zegde ze dat ze die kerel niet kon verdragen! Maar zo liet ze het natuurlijk uitschijnen, tegenover 'de mensen' en om haar kinderen om de tuin te leiden. Joseph herinnerde zich plots weer die bizarre scène, een maand of zo geleden, toen hij van zijn hardhandige flirt met Nadine thuis kwam en Pylieser met een rode kop kwaad op zijn fiets was gesprongen en weg gereden: moeder had toen ijzig in de keuken gestaan en de rest van de avond niet veel meer gezegd...
" In feite weet ik geen barst over haar leven!, drong het tot hem door," buiten wat banale praat-van-alle-dag: eten, buurten en den oorlog. En soms een beetje over haar werk in de kazerne, maar dan waren we ook uitgesproken, want naar deze zever kon hij met moeite luisteren. In de grond was ze bijna een vreemde voor hem, een meid die voor het huishouden zorgde en zei wat hij moést, of niet mocht doen...Maar dat was dan ook alles, overwoog hij bitter. Of ze slim was, of mooi als vrouw, of goedhartig, aanhankelijk, vrolijk, koket, in één woord: of ze nog aantrek had bij de mannen, had hij zich nog nooit afgevraagd.
En nu was het zover! Maar op de keper beschouwd, ze was nog geen véértig: er waren nóg weduwen van deze leeftijd die hertrouwden...En die goed met de mannen wisten om te gaan! Hij hoefde bij voorbeeld enkel maar te denken aan Lisy van "Het Anker" achter de kaai: die was nog een stuk ouder dan Moeder en toch bezorgde ze vast elke tooghanger een stijve vanaf de tweede pint! Hoe dikwijls had Joseph niet aan dat hete wijf, aan dat hete lijf van Lisy gedacht, als hij niet kon slapen...Op de overvolle tram had hij laatst nog tegen haar geplakt gestaan...Dat parfum alleen al!
Hij schrok beschaamd van zijn vieze vergelijking: Moeder gebruikte nooit reuk, zelfs 's zondags niet, tenzij ze ging winkelen in Oostende. Op café sprak ze nooit mannen aan en als ze al eens danste, tijdens de kermis in het dorp voor de oorlog, was het enkel met Jetje, haar vriendin: walsen en polka's...Nooit van die trage plakkers, zoals 'Zatten Dré' of 'Mon Légionnaire'.Dat waren zijn eigen favoriete dansen met Nadine , zoals van àlle vast-vrijende koppels: plakkers die door jonge boerenzoons-met-een-pint-op misbruikt werden om er eens flink in te vliegen met een gewillig mokkel.
Neen, zijn moeder was een heel serieus mens, ondanks al dat geroddel in het dorp. En nu dàt! Hij kon er niet bij: om tien uur 's morgens in bed met een vreemde vent! En hélemaal bloot!
Hij kroop uit de duinpan en bleef een hele poos over het zonnige dorp staren zonder tot een bevredigend besluit te komen. Het bleef maar door zijn hoofd malen: stel nu dat ze een ernstige relatie had met die kerel, Pylieser of wie het ook mocht zijn, dan zouden ze vroeg of laat gaan samenwonen en trouwen, dat sprak vanzelf... Enkel het idee dat hij met een nieuwe 'vader' zou worden opgescheept, bezorgde hem al de kriebels! Dàt nooit! En zéker Pylieser niet! Over m'n lijk, verdomme!
Hij stond besluiteloos op en liep met een wijde boog langs de stille dorpsrand om zoveel mogelijk bekenden te ontwijken: die konden toch enkel maar gnuivend over het bombardement van vorige nacht bazelen. En daar stond zijn kop nu niet naar...
Plots overdacht hij, dat Marie misschien meer geld nodig had om haar huishouden recht te houden en daarom financiële geborgenheid zocht in een nieuw huwelijk. Zijzelf en Leon verdienden wel deftig hun brood, maar alles werd zo verschrikkelijk duur, de laatste tijd... Terwijl hij, Jefke, de grootste eter en de duurste vogel van het gezin, geen rooie cent in 't schuifke bracht en ongegeneerd op hun kosten parasiteerde...Binnen veertien dagen had hij zijn diploma, dàt wel, maar wat bracht dat tegenwoordig nog op ? Hij hoefde zich geen illusies te maken: de helft van de mensen zat nu reeds zonder werk, dus stond een pas afgestudeerde puber sowieso op de keien! Of hij moest een postje vinden bij de Duitsers...
Indien hij vlug iets deftigs kon vinden, moest Moeder misschien niet hertrouwen met zo'n rijke stinker als Gerard Pylieser...Want die smeerlap kwam bij hem niet over de vloer, dàt gaf hij op een briefje! Moeder moest maar kiezen: die stomme visser, of haar bloedeigen zoon! Als die kerel bij hen introk, was Joseph weg, zoveel stond vast! Wààr naartoe was nog niet duidelijk, maar hij zou wel rap iets vinden. Ha neen: hij Pa" zeggen tegen die lepe hoerenbok, dàt ziet ge van hier!
Maar hoé hij ook bleef doorpiekeren en de situatie van alle kanten bekijken, hij kwam er niet uit. Met tegenzin besloot hij tenslotte terug naar huis te stappen: hij kon hier toch niet eindeloos in het duin blijven rondhangen. Dan nog beter de koe bij de horens vatten en de beschamende scène met Moeder niet langer ontlopen! Tenslotte: waar was hij feitelijk bang voor ? Hij was toch zélf niet in bed gesnapt met zijn lief, zeker! Als ze iets had uit te leggen, dan liever nu direct: hoe rapper hoe beter!
Kordaat stapte hij het tuinhek door, maar schrok toch terug toen ze onverwacht uit het kippenhok opdook, met drie eieren in de handpalm. Marie verstijfde ook even en één ogenblik keken ze elkaar van op veilige afstand aan...
" Wel, is 't geen school vandaag ?"
Zo'n onbenulligheid was wel het laatste wat hij van haar had verwacht. Hij schudde nors van 'nee' ,liep de keuken in en voelde haar ijskoude blikken zó diep in zijn rug priemen dat hij rap de schouders rechtte.
" Het eten is klaar!", riep ze hem na, we gaan seffens aan tafel..."
" Stikt!, gromde hij, en toen hardop: Ik heb geen honger!
Maar plots voelde hij zich idioot en kinderachtig en dacht: Ik moet me vermannen...Nu weglopen heeft toch geen zin meer...En bokkig keek hij haar aan, toen ze achter hem de keuken inkwam.
" Hoezo, g'hebt geen honger ? Hebt ge dan al iets gegeten? Zijt ge ziek?"
Hij haalde verveeld de schouders op en stak stoer de vuisten in de zakken. Marie kwam pal voor hem staan, de handpalm met eieren tussen hen in en keek hem zachtmoedig aan:
" Wat is er, Joseph ? Moet ge mij iets zeggen ?"
Kwaad draaide hij zich van haar weg:" Is 't niet eerder gij die mij iets moet zeggen, of wat dénkt ge ?!"
Ze legde de eieren voorzichtig in een soepbord op tafel en zuchtte:" Joseph, jongen, ge zijt achttien, in Godsnaam! Moet ik u nog gaan uitleggen hoe een mens inéén steekt ?!"
" Inéénsteekt!",sneerde hij :"Miljaarde, dat is het juiste woord! Inéénsteekt! " Even viel een veelzeggende stilte. Toen zei ze, kalm en afgemeten:" Ja ventje, zó gebeuren die zaken nu eenmaal...Tenzij gij een betere manier zoudt uitvinden, maar tot nu toe gebeurt dat zó...Het zicht is misschien nogal verschietachtig en vies in 't begin, maar daar kan ik niets aan verhelpen: het zijn de mannen die dat uitgevonden hebben..."
" Miljaarde, moeder! ,"onderbrak hij haar :" het gaat hier niet over de twintig verschillende manieren van vogelen hé! Verdomme, ge zijt al jaren weduwe...en ge hebt grote kinderen..."
" Grote kinderen ? Ge zoudt het niet zeggen! Kinderen die nog niet weten waar de klepel hangt! ? En als gij soms denkt, ventje, dat de mannen u gerust laten omdat ge weduwe zijt, dan moet ge inderdaad nog heel veel leren! Jezus-Maria...Ten andere Joseph, weet gij wel hoe oud ik ben ? Nee ? Zesendertig, Menère! ...Een weduwe van zesendertig...en den Dis is al drie jaar dood en begraven: komt me dus niet af met het gezeik van de pastoor, hé! ...Ik was achttien toen ik u kreeg: zo oud als gij nu zijt ! Maar ik was wat beter op d'hoogte van het leven, zo te zien..."
Joseph voelde zich fameus in de wiek geschoten door deze kleinerende uitval en het duurde even voor hij terug bij zijn apropos geraakte " Wat er ook van is, ge moet niet met een nieuwe vader voor ons afkomen, als ge dat maar goed weet! Als de Pylieser hier intrekt, is den déze hier weg!", verwittigde hij manhaftig:" Onthoudt dat goed: 't is hij of ik! Ik méén het! Verdomme !" Ze keek hem een lang moment strak aan, maar hij trotseerde brutaal haar harde blik.
Tot langzaam een glimlach om haar lippen krulde en ze niet-begrijpend het hoofd schudde, als om een hallucinatie te verjagen: " Pylieser...Wie spreekt er hier van Pylieser ? En van bij ons in te trekken ? Pylieser, maar ventje toch! Waar hebt ge dàt in hemelsnaam gehaald ?...Dacht gij soms dat het Gerard Pylieser was, vanmorgen ?!"
Ze schoot in een lach en hij stond er bedremmeld bij te gapen als een onnozelaar die de vuile mop niet goed kan vatten. En hoe gemakkelijk zij daarover sprak, over die vuiligheid!
" Ge hebt hem dus niet eens herkend ?" Het leek wel of ze nog wat napretjes moest bedwingen.
" Hoe had ik dàt gekund ?",verdedigde hij zijn waardigheid, " Ik heb enkel z'n bloot gat gezien, en daar herken ik niemand aan, want voor mij was het de eerste keer! IK 'n zie dat gat niet alle dagen, hé Mensch !"...Ziezo, dat noemen ze nastampen, dacht hij schamper en stelde met leedvermaak vast dat Marie's gelach stokte.
Na een poosje keek ze hem ernstig in de ogen en zei toen vlakaf :" Als ge 't weten wilt: het is Jupp..."
Verbluft zakte hij op een keukenstoel neer en het duurde even voor hij van zijn verrassing bekwam: Jupp, verdomme... "Jupp?...Is die al niet getrouwd ?"
Ze schudde het hoofd:" Z'n vrouw is in '39 verdronken, toen hij in Polen vocht..." " En is hem rijk ?",vroeg Joseph brutaal, zo rijk als Gerard Pylieser ?" Ze keek hem kwaad aan, maar hij dramde treiterig door:" Kan hem u wel goed genoeg onderhouden ?"
Haar ogen vlamden op en voor hij het wist had hij een klinkende oorveeg te pakken. Joseph versteef op zijn stoel, terwijl zij bleek van razernij naar het fornuis ging, de eieren bakken. Na een lange drukkende stilte verdeelde ze de omelet over hun borden en zette zich zwijgend tegenover hem te eten.
Hij bokte nog na, tot ze hem eindelijk weer verzoenend aankeek :" Mag ik u iets vragen jongen ?"
" Wat is't ?",vroeg hij nors.
" Luistert Joseph, gij zijt al zo oud en ge hebt nog zoveel moeite om die situatie te verstaan...Leon is nog een echt kind...Ge moet er met hem over zwijgen... Hij heeft daar voorlopig geen zaken mee..." .
Hij haalde onwillig de schouders op:" Vroeg of laat zal hem het toch te weten komen...Of ge moest ermee stoppen, maar daar zal de Jupp niet mee content zijn, denk ik zo! "
" Jupp gaat weg", zei ze stijf, enfin dat verwacht hij toch...Er is sprake dat heel de batterij naar Rusland wordt verplaatst..."
" Naar Rusland ?? Waarom niet naar Jacamaca ?! Wat heeft die dààr te zoeken, begod ?!..." En moest dat vertrek van die vent zomaar het zondige overspel van zijn moeder weggommen ?!
"Dus ge hebt het nog niet gehoort in 't dorp ?" vroeg ze gemaakt verwonderd :" Den Duits is vannacht met een heel bende ander landen ,van Finland tot de Roemenen ,in Rusland binnengevallen ,en 't zit er daar bovenarms op ! De soldaten bij ons in 't Rustoord zijn er niet goed van ,want ze gaan van tien-negen moeten gaan meevechten ! Ze noemen dat het Oostfront ,lijk in '14-'18..."
In een flits zag Joseph de oplossing gloren : als de Jupp met z'n eenheid naar dat Oostfront in Rusland trekt ,dan zijn wij van hem verlost ,opgeruimd staat netjes ! En dan is heel die smerige bedaffaire van de baan...Want daar was Marie toch wat te oud voor ,hé.
Tenzij moeder voordien nog in verwachting zou geraken van die vent ! Want dàt wist hij :daarvoor was ze verdomme niét te oud ! Emmerance van 't Groen Hof in den draai was zesenveertig geweest bij haar laatste jong ,die schele zot met z'n hazenlip !...Met wat malchance en als de Jupp niet rap naar Rusland verdween ,konden ze nog 't één en 't ander van Marie verwachten ,miljaarde !
Het leek wel of zij zijn gedachten las :"Met Jupp wég zijn ik natuurlijk mijn schoon postje kwijt ,en is 't gedaan met eten uit de troepkeuken...Wat gaan we dàn doen ?"...
Ja ,inderdaad hé ,wat dàn...Gaat hij wel kunnen voortstuderen ? Want dat hij op een chantier zou moeten gaan travakken om wat bij te verdienen ,zag hij zo direct niet zitten...Dus maar hopen dat de ramp overdrijft en de soep afkoelt zonder blazen...
Tenslotte , Jupp was nog de slechtste niet.
"Erst das Fressen ,dann die Moral"