Toen Nadine met de tram van Oostende thuis kwam en brutaal voor de vierschaar in de keuken met het drama werd geconfronteerd, wimpelde ze alle verdekte vieze insinuaties weg, maar wou verder niets lossen "omdat het geheim was". Enkel toen haar moeder een collaps dreigde te krijgen, kwam de laconieke bekentenis dat het waarschijnlijk iets te maken zal hebben met het Rode Kruis...
Een onderzoek dat de doktoor bij het hoofdbestuur in Brussel had aangevraagd..."Maar alles over de werking van het Rode Kruis valt onder secret médical, daar mag ik ni van klappen !"
En stijf rechtop sprong zij op de fiets en peddelde vrolijk naar het dorp...Wat dachten al die wijven thuis wel van haar, zeg !
En inderdaad, het bleek te gaan over de Birnbaums, het onderzoek naar hun verdwijning tijdens de eerste dagen van de oorlog! Loenders vertaalde voor alle zekerheid het korte briefje van het "Croix Rouge de Belgique".
" Het IRC kan bevestigen dat de vier familieleden Birnbaum - en hier staan de voornamen en geboortedata van de twee moeders met elk hun dochter - in Engeland geïnterneerd werden sinds 20 mei 1940 als statenloze, ex-Duitsen. Gezondheidstoestand zonder opmerkingen. Laatst gekend interneringsadres: German Womens Internment Camp Number 6, Harlton House, Brixton Road 14, SOMMERSET. Een later transport naar nieuw verblijfsoord in de nabije toekomst waarschijnlijk... Dat wil dus niét zeggen dat ze daar nù voor het ogenblik nog verblijven hé! ...Die situatie dateert misschien van zes-zeven maanden geleden, wegens de verschrikkelijke dode tijden in de administratie van het IRC zelf, en het simpele feit dat alle brief-verkeer naar Engeland over het neutrale Zwitserland moet lopen...Maar we weten nu toch dat ze, na hun deportatie op 10 mei 40 uit Oostende, levend aan de overkant zijn aangekomen en daar deftig werden opgevangen. Als ge dat al aan uw vriend kunt melden, zal hij daar zeker troost en steun in vinden..."
Nadine was met dat formidabele nieuws echt in de zevende hemel, vooral omdat ze thuis ongestoord voort kon pronken met haar groot geheim waarover ze slechts héél zuinig tekst en uitleg gaf...En nog kon nagenieten van de plotse commotie die haar vermeende wilde liefdeleven had veroorzaakt :" Ja salut hé ! Ik ga me daar een beetje zwanger laten maken door een kloot lijk Joseph Petré ! Wat denken die wel van mij, zeg !"
Via Olgatje Erte - die voor de rest helemaal niet opgezet was met de boodschap van die vamp - had Nadine Leon laten verwittigen dat ze hem zondag na de mis dringend moest spreken in Het Paard..."Zegt maar dat het over de Birnbaums gaat..."
Het Paard was wel geen café voor een deftig meisje als zij, maar Leon leek dat niet te merken en bestelde zelfzeker " Nicolletje, twee Faros!", zonder eerst naar de voorkeur van Nadine te vragen.
" Zijn we daarvoor niet te jong ?" vroeg ze benepen.
" Nicolle kent mij hier als matroos van Pylieser en gaat dié zeker niet tegen z'n kar rijden, zo'n goeie klant ! En zegt een keer: hoe gaat het met dien Birnbaum ?...Naar Frankrijk gevoerd hé...Ik heb die jood anders nooit erg gemogen, maar allee: 't was Joseph zijn vriend..."
Toen ze hem uitlegde dat haar inlichtingen niet op Arthur sloegen, maar op het verblijf van diens moeder en tante in Engeland, samen met die twee knappe dochtertjes, draaide hij al wat bij: " Ja, vooral die Bette is een ferm mokkeltje... Maar niet tegen Olgatje zeggen hé ! "
Zo, het ijs was gebroken. En binnen het uur hadden ze bekokstoofd dat zijzelf wel die Engelse adresgegevens naar Arthur zou overmaken in een brief naar Frankrijk, en dat Leon naar Joseph zou schrijven in Rusland.
" Ik zijn anders zo geen straffe in het brievenschrijven..." bekende hij, maar misschien zou tante Jetje wel een handje kunnen toesteken...
Dat kon ze :" Noteert maar vooraf alle punten waarover ge wilt vertellen en de zaken die een jongen aan het front kunnen interesseren, dan gaan wij daar samen op een avond wel wat schoons van maken. Eerst in 't klad hé, dan kunt ge die later overschrijven in 't net, lijk vroeger met Nieuwjaar! Ik had hem zélf natuurlijk ook al lang een brief moeten sturen, maar ge weet hoe dat gaat..."
En week later had hij heel zijn oeuvre in stukken en brokken te boek gesteld...
Westzijde, den 26sten september 1941.
Beste broeder Joseph,
Tante Jetje en ik hebben ons samen gezet om u al het nieuws van thuis te berichten. Wij zijn nog allen in goede gezondheid en bidden god dat hij ook u beschermt in deze zware tijden. Nadine De Handt liet mij weten dat ze bericht kreeg vanuit het roodkruis in Zwitserland dat de moeder en zuster van Arthur samen met zijn tante en koezine Bette goed aan de overkant zijn geraakt. Dat was in mei van 1940. Nadine stuurt hem het adres waarachter hij gevraagd heeft in zijn vorige brieven, zodat hij gerust is en hun rechtstreeks een brief kan schrijven...
Zo, dat was al een serieus begin! Jetje had erop gedrukt dat ze beter het adres in Engeland niet voluit konden vermelden in een brief naar een Oostfronter. De Duitse censuur zou daarover wel eens kunnen vallen en Joseph allerlei last bezorgen...Dus hield hij het zo neutraal mogelijk.
Gij zult het daar nog niet gehoord hebben, maar Lierse is Belgisch voetbalkampioen geworden, al hadden wij liever den ASO van Oostende weten winnen. Dat is in ons stamcafés niet zwaar gevierd geweest, omdat alles duurder is geworden en veel eetwaren kortelings gerantsoeneerd werden om tegen de hoge prijzen van de zwarte markt te kampen. Maar omdat ik op de Astrid goed verdien, kan ons moeder in Oostende nog van alles kopen onder den toog en zo stellen wij het thuis opperbest...
Die laatste zin wou Jetje er absoluut in krijgen. Zo weet hij toch dat hij een moeder en een broer heeft die voor hun gezin zorgen! ...Er onder verstaan dat hij dat ook beter had gedaan, in plaats van met een zotte kop naar Rusland te vluchten! En een vage insinuatie over de verdachte interesse van Marie voor de zwarte kantjes van Oostende mocht ook niet ontbreken...
" Maar mijn blad is al half vol, en ik moet nog van alles schrijven over de Astrid ! " " Er is niemand die zegt dat ge maar één blad moogt schrijven, hé vent ! Vooruit !"
In Nieuwpoort zijn we weer met veertig vissersboten die binnen de 5 km van de kustlijn mogen varen. Maar omdat ze geen snelboten meer over hebben om deze te bewaken hebben de Duitsers een nieuwe regeling ingevoerd. Ze sturen met iedere groep van twaalf boten één schildwacht mee die van tijd een handje toesteekt en in de winst deelt. Omdat er zoveel binnengehaalde vis in 't zwart wordt verkocht verdienden de schippers geld lijk slijk. Nu moeten ze voortaan alle vangsten melden aan de Corporatie en de vangst verhandelen langs de vismijn. Maar veel verschilt dat niet, want de schippers hebben er al van alles op gevonden om te ontduiken. De Pylieser heeft met zijn zwart geld drie Deense visserssloepen kunnen kopen die de Duitsers omgebouwd hadden voor de invasie van Engeland die ze vorige zomer van plan waren. Maar naar ze zeggen is dat plan afgelast, en lagen die schone schepen maar te roesten in het Sas. Den Duits wil nu van al die overschot verlost worden tegen een zacht prijsje. Daar heeft de Gerard van geprofiteerd"
" Oei-oei-oei ventje ! Daar gaat ge zékers last mee krijgen ! Zo open over de boten schrijven ! En al dat geknoei op de zwarte markt gaan ze er op de control van de brieven zékers uitvegen ! "
" Maar enfin Jetje, ik kan toch niet schrijven over de engeltjes en het kinneke Jezus ! Het zijn toch geen leugens dat ik vertel !"
" Tegen leugens gaan ze niet reclameren,vent ! Maar 't is de waarheid dat ze niet kunnen verdragen ! Dat van die Deense boten en de afgelaste landing in Engeland geraakt nooit door de control, let op mijn woorden !"
" Dan kan ik net zo goed nog een beetje doorduwen !"
Aan die boten is vaneigens nog veel aan te repareren om ze weer geschikt te maken voor de kustvisserij. Maar de eerste, de Octavia zou al van stapel kunnen lopen in de lente van te naaste jaar '42. De tweede, de Stephanie zes maanden later. Ikzelve gaan avondcursussen volgen en hoop tegen dàn mijn brevet van machinist te krijgen op één van die nieuwe schepen...Maar wij horen dat de oorlog in Rusland goed vooruit gaat, dus tegen die tijd zult ge wel weer thuis zijn...In de week heb ik geen okkazie, maar de zondagen vrij ik weer volop met Olgatje in cinema Nova en de crèmerie waardat zij verzot is op damblans met chocolat. Ze vind de prijs op de zwarte markt schandalig kostelijk, maar ik moet daar eens mee lachen !
" Ge gaat het toch niet te vettig maken, hé ventje, met al dat gesmos ! ...En door met dat geld stoeffen lijk een dikke oorlogswoekeraar maakt ge uzelf nog degoutanter, weet ge dat ! ?"
" Maar enfin Jetje, ik werk toch voor mijn geld ! En dat ons moeder mij een dikke zondag geeft, is toch héél normaal ! En als mijn lief verzot is op crème met chokolat, kan ik het toch beter dààr aan verdoen dan aan de negers van de missies hé ! Ten andere, ik moet Joseph nog vertellen waarom ik nu al mijn zondagen vrij heb hé !"
Ze keek hem streng in de ogen: " Opgepast hé, dat ge geen vuile praat vertelt, of ik doen niet meer mee !"
Door al dat vrijen met haar, had ik niet veel tijd meer om nog met het Nieuwpoortse Blauwvoetvendel op te trekken. Maar op 't laatst van augustus hielden ze een kamp in de duinen van de batterij. Ik wilde toch een avondje meedoen aan het kampvuur en in de tent slapen bij de nieuwe leider François Dupong. Maar die kon zijn poten niet thuishouden en dat is midden in de nacht uitgedraaid op een paar ferme koeken in zijn bakkes en een blauw oog voor mij. Ons moeder is eens goed van haar neus gaan maken bij de NSJV-leiding van Nieuwpoort en naar 't schijnt gaat die smeerlap daar buitenvliegen, maar ik heb daar niets meer van gehoord.
Jetje haakte af en begon preuts aan de afwas:" Ik peins dat ge mij verder kunt missen om nog vuile praat te schrijven ! Doe maar op, maar zonder mij ! "
Leon grinnikte enkel, want ze hoorde niet in àlles wat hij schreef haar korreltje zout te steken ! Dus vooruit met de geit !
Ge hebt de hartelijke groeten van de Jupp. Hij vraagt nog een keer te peinzen aan het recept voor de toverdrank hetwelk hij u gaf voor uw vertrek. Hij komt hier snavonds nog regelmatig een teljoor soep meeëten, soms samen met zijn vriend Ferdi, soms alleen. Om naar de radio te luisteren, lijk hij zegt. Maar ik denk dat hij een serieus lodderoog heeft op ons moeder. Tante Jetje zegt van nee. Maar die heeft zélf een vrijer in Oostende, heb ik verstaan. Waardoor ze in 't zelfde schuitje zit lijk ons moeder en ook liegt dat ze blauw ziet.
Nu kwam het lastigste deel: hem vertellen dat er in feite niemand wakker lag van zijn vertrek naar het front in Rusland. :"De meeste mensen van het dorp, als ge die zo bezig hoorde op café, geloven niks van de bolsjeviekse bedreiging van het christengeloof, zoals de gazetten en de paster hen trachtten wijs te maken"
Schipper Pylieser, toen die over het nakend vertrek van Joseph hoorde, reageerde net zoals Jupp: " Die stomme kloot ! Dat een gestudeerde mens zich zó door die propaganda laat vangen, dat verstaan ik niet ! " Dezelfde verbijstering als moeder de eerste dagen na zijn vertrek had laten blijken, vóór ze haar oudste zoon definitief uit haar leven schrapte. Telkens Leon nu in haar bijzijn, tegen Jetje of Jupp of iemand ànders, over Joseph begon, klapte moeder dicht als een oester en wendde zij zich af met een verbeten trek om de mond...Bij dié had Joseph het zéker verbrod ! ...
En zelfs bij Nadine ,die toch al een hele tijd met Joseph liep vooraleer ze die ruzie kregen ,had Leon die kleinerende afkeuring gevoeld, alsof zijn broer haar had verraden. Toen hij samen met haar in Het Paard besprak hoe ze het goede nieuws over de Birnbaums zouden verspreiden, had ze direct voorgesteld dat ZIJ wel een brief naar Arthur zou schrijven, en HIJ naar Joseph! Van hààr moest zijn broer blijkbaar ook niet veel morele steun en aanmoedigingen verwachten !
Neen, hij moest nog éérst eens goed nadenken hoe hij zijn brief met de-groeten-van kon sluiten zonder hem te kwetsen...Er moest toch iémand zijn die om hem gaf...
Die avond verschoot Marie zich een bult toen plots burgemeester Engelborghs met de fiets haar koertje opdraaide. Ze had nauwelijks de tijd om haar handen aan haar voorschoot af te vegen en meneire stapte al haar keuken binnen.
" Ha Maria! Lange tijd niet gezien hé ! "
" Tegen wie zegt ge 't, meester ! Ge gaat toch niet proberen mijn tweede zoon zijn kop zot te maken met de politiek hé !" De sneer was eruit voor ze het wist: "Eén per gezin zal wel genoeg zijn zekers ?!"
" Oei, ik kom gelijk wat ongelegen..." Hij lachte wat schaapachtig: " Neen, 't is om u het bladje te geven voor het thuisfront. En het héét ook zo: ONS THUISFRONT Er staat vooral in waarmee we onze jongens in Rusland kunnen steunen, want ge gaat toch verstaan dat onze soldaten aan het Oostfront het niet gemakkelijk hebben, nu het gaat winteren ! Een warme sjaal, gebreid door moeder de vrouw, zal die mannen echt deugd doen ! En iedere week een kort briefje mogen ontvangen met nieuws van thuis is écht een broodnodige steun voor die gasten ! Daarenboven heb ik menen te verstaan dat de Joseph nog niet teveel van zijnen thuis ontvangen heeft, hé Maria ! Een beetje goed nieuws zal die zeker kunnen gebruiken ! Want tenslotte, het Oostfront is geen villégiatuur hé ! "
Marie had zich tijdens deze preek zichtbaar staan opboeien en barstte toen los :" Het oostfront ? Ha burgemeester, zit hem dààr ! Ik heb hem al twee maanden niet gezien of gehoord, maar als gij zegt dat hem dààr zit ! En hoe is hem dààr terecht gekomen, denkt gij ? Want ik heb hem daar niet naartoe gestuurd, weet ge ! Contrarie, ik heb zelfs de laatste dag vóór hij ging tekenen in Oostende nog op uwen dorpel op mijn knieën gelegen en u gesméékt hem dat te beletten ! En weet ge nog wat ge toen gezegd hebt, Menère Engelborghs ?...Dat hij achttien was, en dat ge er niks tegen kont doen ! Maar eerst zijn kop zot maken met al uw leugens, dààr kont ge wel iets aan doen hé ! "
Hij stond met zijn mond vol tanden terwijl Marie een snik verbeet en hem opnieuw de wind van voren gaf: " En slaat het hem wat tegen, daar aan dat verdoemde oostfront, zegt ge ? Heeft hij een tekort aan warmte, en een wollen sjaal nodig tegen het slechte weer ? En nieuws van thuis tegen het hartzeer ? En ge vindt niet dat eerder diegenen die hem in die stront hebben gestort ervoor moeten zorgen dat hij het er goed heeft, daar aan het front, een warme sjaal krijgt en zoete woordjes tegen het hartzeer ?... Luistert: als hij het komende winter warm wou hebben, hé Engelborghs, dan had hij maar simpelweg bij mij moeten blijven ! Bij mij had hij niets tekort gehad: goed eten genoeg en een stoof die altijd brandde ! Maar gij hebt hem hier weggelokt met uw schone beloften, Engelborghs, dat hij Kapitein kon worden op een wit paard ! Wel, geluk er mee ! Houdt uw beloften, maakt hem Kapitein en zorgt GIJ dat hij er content is, daar aan het Oostfront ! Maar komt niet meer bedelen voor een sjaal rond zijn nek en een kruiske op zijn voorhoofd, hé vent ! Dàt is gedaan ! "
Door het rode waas voor haar ogen duurde het even voor Marie zag dat den burger terug op zijn fiets was gekropen en stoer de aftocht had geblazen...Ze grijnsde met tranende ogen, opgelucht dat ze het eindelijk gezegd had gekregen...
Maar tegelijk begreep ze ook dat Engelborghs haar dit affront vroeg of laat betaald zou zetten ! ...