De eerste zware Duitse nederlagen tussen Moskou en de Zwarte Zee hadden diepe wonden geslagen. Hitler was in de Russische winter '41-'42 ongeveer 90 % van zijn ingezette tanks en zware artillerie kwijt gespeeld, en in zijn gekwetste eigenliefde had hij - om zijn verantwoordelijkheid af te schuiven - 35 van zijn beste veldmaarschalken en hoogste generaals ontslagen. Maar half februari '42 bloedde het Russische winteroffensief dood en liep in de modder vast. De Duitse troepenmacht was tussen Moskou en de Zee van Azov weliswaar op vele plaatsen tot 200 km teruggedreven, maar niet verslagen. Hij kon op de winterstellingen even op krachten komen en met nieuw én beter materiaal worden uitgerust.
Het jaar 1942 zou echter niet enkel te land, maar ook in de lucht het keerpunt brengen in de krijgskansen. Vanaf het voorjaar werden niet langer de Engelse steden zwaar gebombardeerd, maar kwamen nu van de weeromstuit vooral de Noordduitse centra aan de beurt. Bombercommand van de R.A.F. stelde al vlug vast dat brisantbommen slechts een beperkte en zeer tijdelijke vernielingskracht uitoefenden op de grote, dichtbevolkte agglomeraties. Dàt waren (door hun uitgestrektheid) voorlopig de énige doelen die zijn piloten 's nachts in het pikkedonker kans zagen te vinden, en ook daadwerkelijk te treffen. De burgers, goed beschermd in hun 'Luftschutzkeller', ontsnapten meestal aan de gruwel, en dàt was niet de bedoeling!
De R.A.F. zocht daarop koortsachtig - en perfectioneerde met vallen en opstaan - de juiste cocktail met verschillende typen brandbommen om in de eeuwenoude Duitse centra een "vuurtornado" te ontketenen. Die moest de zuurstof uit de diepste schuilkelders zuigen en zodoende het 'thuisfront' in paniek jagen. In maart brandden de Britten o.a.Lübeck plat, en in april ging Rostock eraan: kuststeden die in het donker makkelijk te vinden waren op de scheidingslijn tussen zee en vasteland. Keulen werd in de nacht van 30 mei door 1065 Lancasters van de RAF in een vuurpoel herschapen. Andere steden in het Roergebied zouden snel volgen, nu de actieradius van de vliegtuigen werd opgevoerd en de 8.US AIRFORCE vanaf augustus een handje kwam toesteken met dag-raids boven Noord-Frankrijk en de Benelux.
Want ondanks hun jeugdige overmoed lieten de Yanks het Duitse luchtruim voorlopig aan de RAF. Het nieuwe elektronische navigatiesysteem verhoogde de nauwkeurigheid 's nachts, wat de trefkans van de Britse bommen op een klein doel (zoals bij voorbeeld een bepaalde fabriek in een voorstad) geleidelijk opdreef van 1% in 1941 naar 3% in '42 (vgl 35% tijdens de Golfoorlog en 99% in Syrië tegen I.S.). Het gros van de bommen viel dus nog steeds op de woonwijken ernaast. Zo werd op 21 september Essen vernietigend gebombardeerd en voor het eerst ook de Krupp-fabrieken getroffen. Maar ook de Duitse jagers leerden vlug bij en de 8.US AIRFORCE leed tegen eind '42 zo'n zware verliezen dat van massale dagraids werd afgezien. Pas een jaar later waagden ze zich weer met dikke eskaders overdag boven Duitsland, toen ze zelf over voldoende jagersteun konden beschikken om de gegroepeerde bommenwerpers tijdens de volledige duur van de vlucht te beschermen.
Hoe dan ook, de Duitse burgers moesten nu, net zoals hun soldaten in Rusland en Afrika, aan den lijve de meest afgrijselijke aspecten van de oorlog ondergaan die hun geniale Führer tot nu toe enkel aan de vijand had voorbehouden. Het Duitse leger in Rusland, dat op acht maanden éénderde van zijn effectieven had verloren, werd aangevuld met 52 "geallieerde" divisies (27 Roemeense, 13 Hongaarse, 9 Italiaanse, 2 Slovaakse en 1 Spaanse) en een tiental SS legioenen uit de Germaanse landen. In de Baltische staten, Polen, Wit-Rusland en de Oekraïne werden Slavische hulptroepen gelicht voor logistieke- en bewakingsopdrachten achter het front.
Ook in Duitsland zélf werden nu steeds meer jongere én oudere klassen van vrijgestelden voor krijgsdienst opgeroepen, terwijl Hitler de oorlogsindustrie draaiende hoopte te houden door de onderworpen volken in de bezette gebieden tot verplichte arbeidsdienst in zijn fabrieken op te vorderen. Deze laatste maatregel verhoogde echter ook het aantal werkonwillige onderduikers en beroofde hem van een groot deel van zijn sympathisanten, terwijl steeds meer meelopers begonnen te twijfelen aan de eindoverwinning van het z.g. Duizendjarige Rijk.