B77 OPNIEUW EEN DESERTEUR... .
Westende, 3 september '44.
" Liebchen, hör mal zu... "
Jupp zag er gespannen uit. Heel de avond al had hij zeer verstrooid en ontwijkend op haar vragen gereageerd, tot ze het niet langer uithield: " Nun sag doch Jupp, wie geht's weiter mit uns? Straks is den Engelsman daar! Jij bent soldaat en wordt misschien wel gevangen genomen, maar mij gaan ze ophangen ,zeggen ze in 't dorp!
Onwillekeurig greep ze naar haar keel, als om een laatste snik te smoren.
" Gehängt? Mensch, wer erzählt denn diesen Blödsinn?!"
Ze keek angstig op naar zijn geërgerd gezicht: " Ach, de mensen in 't dorp... en de Witte Brigade, je weet wel... "
Hij grinnikte spottend: " Ja, natürlich, die Weisze Brigade aus Westende! ... Mensch Marie, mir wird's ganz kalt! ", maar verzonk dan weer in ernstig gepeins. Tenslotte stond ze op om de koffiekan van de stoof te nemen en vulde de twee koppen bij.
Jupp keek haar kalm in de ogen: " Liebchen, hör mal zu... " Hij greep haar hand vast en drukte die bemoedigend: "De Engelsen zijn gisteren doorgebroken aan de Somme en kunnen reeds binnen drie-vier dagen hier zijn... Als je werkelijk zo bang bent kan ik je enkel de raad geven te vluchten, met Leon naar Holland te gaan, of beter nog: naar Keulen, naar mijn familie... Mijn huis staat ter beschikking: eten is er in overvloed en mijn slaapkamer staat leeg: dat kan dus geen probleem meer zijn... En als de oorlog ten einde is, binnen één of twee maanden, zien we elkaar terug..."
Ze keek op: " Wieso, sehen wir uns wieder?" Hij boog fluisterend over tafel: " Aber selbstverständlich, Schatz, sehen wir uns wieder! " Als het in de batterij te heet wordt zegt deze jongen hier: " Mich reicht's! " en dan neemt hij "Volle Deckung"... Ik verberg me in de kelder van de oude bunker aan de overkant, zoals die Engelsman destijds, tot het einde van de oorlog of tot Keulen gevallen is... Ik trek m'n burgerplunje aan, pik een fiets en vier dagen later ben ik thuis, bij jou... Zo eenvoudig is dat! "
Maar zo eenvoudig als hij het zich had voorgesteld was het helemaal niet... 's Avonds was Mons reeds gevallen en de volgende dag Brussel en Antwerpen. Een gepantserde kolonne stootte dwars door België tot aan de Schelde-monding, sneed Oost- en West-Vlaanderen van het binnenland af en rukte vervolgens over een breed front traag op naar de kust...
Op de Nieuwpoortse steenweg en langs de Koninklijke baan reden en stapten eindeloze slierten wegtrekkende Duitsers door het dorp, richting Oostende. Het waren meestal oudere trostroepen, die voor de verdediging van de kustbatterijen in De Panne en Koksijde gemist konden worden. Slechts af en toe werden ze in hun aftocht gestoord door overscherende Spitfires en met de boordwapens bestookt, duidelijk meer bedoeld om hen voort te jagen op de vlucht dan om hen te stoppen.
De avond van 5 september kwam Leon met een woedend gezicht thuis van zijn werk in de vismijn: hij was er moeten gaan lopen, want er werd nogal vervaarlijk met messen gezwaaid en fors gezopen.
" Ze zeggen dat den Engelsman al in Veurne zit en dat den Duits enkel nog over de Schelde kan geraken langs de veerponten van Breskens en Terneuzen. En deze die langs daar niet kunnen oversteken naar Walcheren, zitten omsingeld tegen de Zeeuwse kust... " Dat geplande familiale treinreisje naar Keulen konden ze dus wel vergeten...
Jupp was in de late namiddag nog even langs de troepenkeuken gekomen, waar Marie handen tekort had om bijkomende maaltijden klaar te stomen voor de langstrekkende kolonnes. Morgen zou de batterij rondom dichtgegrendeld worden en in egelstelling gaan. Het burgerpersoneel moest uitgedreven worden, maar hij had van zijn "Herr Oberst" twee vrijgeleides losgeweekt waarmee Marie en Leon in Breskens de militaire veerpont mochten nemen. Vanuit Walcheren konden ze dan toch nog naar Keulen reizen. Ze moesten echter voortmaken: niemand wist hoe lang het nog mogelijk zou zijn over Zeeuws-Vlaanderen te ontsnappen. En indien ze er niet in zouden slagen over de Schelde te geraken of reeds in Oostende of Zeebrugge geblokkeerd werden, drukte hij Marie op het hart terug te komen naar de 'abri' en er samen met hem betere tijden af te wachten. Hij had daar in de kelder gisterenavond nog tien soldatenbroden, margarine en spuitwater verstopt: " Das wird schon reichen für ein Paar Wochen." Moest ze echter beslissen daar eveneens bij hem onder te duiken, mocht ze niet vergeten eerst al het eten uit huis mee te nemen, plus dekens en kaarsen...
Bruusk greep hij haar bij de schouders, gaf haar een dikke smakkerd op het linkeroog en liep weg: " Schuss , mach's gut, meine süsse Marie! "
Thuis was Leon absoluut niet akkoord om morgen weg te vluchten: " Wij hebben niemand iets misdaan! ", zei hij verontwaardigd, " Niets gestolen, niets verklikt! En daarbij nog veel mensen van hier geholpen die het ons vroegen... En dien Engelse piloot, weet ge nog? En toen was er van de Witte Brigade nog geen sprake! "...
Heel de nacht lag Marie te piekeren en was na uren tot het besluit gekomen dat ze best naar burgemeester Engelborghs om raad kon gaan: hij zat tenslotte in hetzelfde schuitje. Maar vanaf het ochtendgloren gaven de mitraillerende vliegtuigen en het afweergeschut zodanig katoen dat ze er pas rond drie uur in de namiddag in slaagde de burgemeester thuis te spreken.
Engelborghs had weinig tijd: neen, er was niets voorzien of voorbereid om de 'Ware Vlamingen' tegen ongecontroleerde acties van een paar heethoofden te beschermen, hoofdzakelijk omdat hij niets van die aard verwachtte. Gisteren had hij nog een woordje gewisseld met de Rijkswacht van Nieuwpoort en die hadden laten verstaan dat ze de brulapen onder het vissersvolk wel in 't oog zouden houden... Daarbij, morgen wilde hij de leden van de Burgerbescherming en de brandweerploeg samenroepen met de veldwachter om hen allen voor de duur van één maand te benoemen tot hulpagent mét politiebevoegdheid én aangepaste wedde. Neen-neen, hij voorzag geen uitbarstingen van volkswoede, of hoe dat ook mocht heten: daar was geen enkele reden toe. Als de Duitsers van de batterij maar het verstand hadden "op het gemakske" weg te trekken zonder gensters te slaan... De burgers die zich door de Engelsgezinden bedreigd zouden voelen konden best stillekens een paar dagen binnen blijven, of tijdig naar familie gaan dieper in de provincie...
" Maak u dus niet nodeloos ongerust, Maria, het koelt allemaal wel zonder blazen... "
Toen ze door de dorpskern terug naar huis stapten, stonden op het voetpad voor café "De Tramstatie" een paar drinkebroers met hun pint te zwaaien naar een sliert voorbijfietsende Duitsers, volle bepakking op de bagage-drager.
" Hey Marie! ", riep Camiel Soete, " Ik denk dat ge van lief gaat moeten veranderen! ", wat zijn maats bijzonder leuk vonden. Toen zag iedereen plots de twee Spitfires die achter de kerktoren draaiden en met een wijde boog een duik namen over de Nieuwpoortse steenweg, recht op hen af!
Iedereen stoof het café binnen. Marie en Leon persten zich samen met de feestvierders wild door de ingangsdeur de donkere gelagzaal in, waar het luidruchtig rammelend kermisorgel de ratel van de boordwapens en het huilen van de vliegtuigmotoren vrolijk overstemde.
Een paar bebladerde Duitsers smeten in paniek hun fiets tegen het voetpad en doken ook mee naar binnen, recht naar de toonbank waarop een morsige rij halflege pinten stond. In een oogwenk slupten ze de glazen helemààl leeg en veegden smekkend het schuim van de lippen:
" Mensch, das schmeckt wie zu Hause! ... " Het bleken allen mannen van rond de vijftig, nog fris en schijnbaar goedaardig, al zagen ze er met hun helm en rugzak vol takjes en twijgen eerder vreemd uit. Zo te zien waren ze het gewoon om te gaan met de Vlaamse dorps-mensen en één zei in gebroken dialect tegen de tooghanger naast zich: " Na, kontent dat wir abhauen, was! "
Maar deze keek stompzinnig naar zijn lege glas in de hand van de soldaat: " Hey Otto, vent, dat was mijn pint! " De kring botanische Germanen rondom hen grinnikte hooghartig met die schelle zatte uitroep en boven het kabaal van het dingelende orgel uit schreeuwde de Otto:
" Wenn ich zurück komme, zahle ich eine Tournee" Blaffend gelach en gebrul t'allenkant...
De gevaarlijke Spitfires waren verdwenen en de Gefreiter dreef zijn sectie naar buiten: " Loss, weg, weiter, marsch! "
De Duitsers raapten hun fietsen weer op en maakten aanstalten om verder te rijden, toen één brullend vaststelde dat zijn voorband leeg was gelopen. Het ventiel stond nog open en twee belhamels renden juist iets te laat de hoek van de straat om.
" Verdammte Scheisse! Diese Schweinhunde! " brieste de soldaat en sprong op Camiel Soete af die weer op de eerste rij stond te lachen. Hij greep hem met één vloeiende beweging met de rechterhand bij de kraag en met de linker zijn pint uit de vuist.
" Du blöder Hans! Pumpen, verdammt, und schnell!"
En Camiel mocht de band weer oppompen, onder de sarcastische aanmoedigingen van zijn cafévrienden terwijl de Duitser zijn bier met kleine smakkende slokjes leegdronk...
De soldaten werden vanop afstand joelend en jouwend uitgeleide gedaan. En omdat Camiel "voor den Duits had gewerkt" werd hij geestdriftig naar binnen gedrumd en mocht voor zijn straf een nieuwe tournee betalen...
Marie had het hele gedoe met gemengde gevoelens gevolgd, maar het stelde haar toch wat gerust: de dorpsgenoten schenen de machtswissel nogal vrolijk en folkloristisch op te nemen...
Terug thuisgekomen zag ze een fiets voor de deur staan. In de keuken zat Gerard Pylieser breeduit naast de stoof een kom koffie te drinken en de hond lag hem vanonder de tafel wantrouwig te beloeren.
" Ha, Marie, ge zijt daar! Ik was al ongerust, want ik zit hier al een uur! " En hij blééf zitten.
" Ge zijt er toch zeker niet te moe van geworden, hé Gerard" sneerde ze. Hij negeerde het en zei kortaf: " Salut Leon!"
" Salut Patron... ", maar onder de harde blikken van zijn baas vervolgde de jongen: " Ik denk dat ik de konijnen maar eens eten gaan geven... " en droop af. Even wikte Marie de schipper, zwijgend als een bokser voor de eerste gong, maar stapte dan bruusk naar de gootsteen en begon ostentatief de erg uitgeschoten aardappelen te schillen.
" Waar is de Jupp?" Hij slurpte luidruchtig aan zijn koffie.
" Bah, in de batterij zeker, hé" zei ze zo neutraal mogelijk. "Ze hebben daar Ausgangsverbot gekregen. Alles is afgegrendeld sinds gisteren: er mag niemand meer in of uit."
" Dus is 't ermee gedaan, met de grosse Liebe?" spotte hij en toen ze er niet op inging stelde hij na een korte stilte vast:" Marie, ge wéét het of niét, maar ge zit in slechte papieren, wijfke! "
Kwaad keek ze op: " Hoezo, slechte papieren? Heb ik soms iets misdaan?... Heb ik misschien oude mensen bestolen of iemand overvallen omdat hij niet van mijn gedacht was? Heb ik soms een invalied van de rijdende tram gesmeten omdat ge dacht dat het een zwarte was? Heb ik... "
" Godverdomme, dat zijn allemaal ouwe koeien! We moesten toch van tijd eens laten zien dat die smeerlappen hier niet àlles konden doen waar ze goesting in hadden, zeker?"
" Och vent, zwijgt al rap! Al die heldendaden van de witten zijn echt niet om zo fier op te zijn! Ge hebt nog veel chance gehad dat den Duits ermee heeft willen lachen, met die weerstand van achter de cafétoog, en dat de zwarten geen kloten aan hun lijf hadden, of er waren weer een hoop melkmuilen naar een kamp in Duitsland gevlogen! Is het dàt wat ze wilden? Een draai om hun oren krijgen om er nadien mee te stoefen? Snotjong zijn het geweest, ja, die nu met een hoge borst gaan lopen! "
" Hey! Kalmkens hé Marie! Dat was in elk geval beter dan met de bezetter mee te heulen! " Dat had hij zeker op de BBC gehoord... " Met de bezetter meeheulen is strafbaar! " verklaarde hij pompeus, " en moest ik van u zijn, ge zoudt er goed aan doen dat sterk in gedachten te houden... Meewerken met de vijandelijke bezetter, noemen ze dat! "
" Maar vent toch! Van al dat werken voor de vijand ben ik nog geen centiem rijker geworden, weet ge dat?! Geen centiem! Maar ik ken er wel die voor den oorlog met moeite één rotte visserssloep bezaten, en die er nu drie-vier varen hebben... Kent ge hem, Meneertje Pylieser?"
" Héla-héla, Marie! Daarvoor heb ik dag en nacht gaan werken en m'n leven geriskeerd op zee, met al die drijvende mijnen in de netten en de Spitfires die kwamen mitrailleren! Mijn drie schepen heb ik betaald met zuur verdiend geld... "
" Ja-ja, zuur verdiend, door de helft van de vangst in 't zwart te verlappen en de fiscus te bedriegen! En de beste pladijs en de schoonste tong aan de officierskeuken te verkopen, hé?... Zeg niet dat het niet waar is, Gerard, want ik stond erbij en er zijn getuigen genoeg! ... Meewerken met de vijandelijke bezetter, m'n gat! Ziet maar eerst eens naar uw eigen, voor dat ge met die zever bij mij aankomt, hé! "
Kwaad spoelde ze de geschilde aardappelen onder de pomp.
Hij grinnikte brutaal naar haar: " Maar ik zijn nog nooit met een Duits in bed gekropen... "
Woest draaide zij zich om: " Haaa! Maar nù zijn we d'er! Dàt ligt op uwen lever, hé smeerlap! ... Ja, ik heb met de Jupp geslapen! En wat dan nog? Ik ben een vrije weduwe én meerderjarig: dan slaap ik met wie ik wil! Als ik mijn deur sluit moet daar niemand zijn neus tussen steken, en wat voor vaderland er op die vent zijn pas staat, is mijn zaak! ... Of denkt ge soms dat er zoveel verschil is tussen een Duitse piet en een Vlaamse? Of een Engelse? Daar hangt geen vlag aan die stok, als ge 't nog niet wist! Maar is het tegenwoordig misschien zo, dat ge voor een Duitse piet gevang krijgt en voor een Engelse een decoratie? Wel, ventje, gij die àlles weet: wie zegt dat die vlieger, die Bolton, destijds niet bij mij heeft gelegen? Een knappe vent, tussen haakjes... Maar, 't is waar, gij hebt die jongen nooit van dichtenbij gezien, hé: onze grooote vaderlander had het vliegend schijt op dat speciaal moment... "
Ze lachte wrang in zijn bokkig gezicht: " Ik zal je eens wat vertellen, ventje, maar zegt het niet voort: al die formidabele poepprestatie waar de mannen zo hoog mee oplopen zijn in de grond maar héél povere feestjes en er is geen enkel vrouwmens in de streek die mij zal tegenspreken! Triestig, jongen, héél triestig: niet om over naar huis te schrijven, gelooft me vrij! Tjiep-tjiep en 't is gedaan: meneertje trekt zijn broek op en voelt zich een hele vent! ... Och arme, als dàt het belangrijkste is in uw leven, kunt ge u beter ophangen: geen wijf die dàt zal missen, weet ge! Maar dat horen de venten niet graag, hé: bedhistories zijn van landsbelang! Oei-oei-oei, zij heeft met een Duits geslapen! Een heiligschennis! ... Moest het begod niet zo triestig zijn, ik zou ermee lachen..."
Hij stond op: " Er valt hier inderdaad niet veel te lachen: ik trap het af! Maar denkt eraan: ik heb in de Witte Brigade wel één en ander te vertellen en dat zou binnenkort voor Marie Petré misschien interessant kunnen worden... Moest ge dus van gedacht veranderen en vinden dat een Vlaamse piet toch beter is dan een Duitse, weet het me dan rap te zeggen: ik wil altijd wel opnieuw een demonstratie komen geven... "
In het buitengaan spuwde hij op de vloer en sprong op zijn fiets. Onwillekeurig moest Marie lachen toen ze hem weg hoorde rijden en zijn zielig " tjiep-tjiep, tjiep-tjiep, tjiep-tjiep" uitstierf in de schijnbaar vredige Bassevillestraat...
" Tjiep-tjiep , lijk de soldaten zeggen..."