OPERATIE-GUT EN DE V-BOMMEN.
Leon wilde na de afwas juist op zijn vaste plaats naast de 'Polizeisender' gaan zitten toen hij Phil dóór de storingsgolven van de radio heen aan Joseph hoorde vragen: " Wel, was er vanmiddag nog nieuws in de S.D.-Filmkeller over België?"
Iedere week mocht het SS-kader in de kelder van de inlichtingendienst buitenlandse filmjournaals gaan bekijken die nadien door een officier van ernstig commentaar werden voorzien. Daardoor kreeg het toch een min-of-meer reëel inzicht op de huidige toestand aan de verschillende fronten.
" Over België was er niet veel, tenware dat de verarmde bevolking malcontent is over de slechte voedselvoorziening en de 'Operatie Gut' waardoor al het geld van de oorlogswoekeraars niks meer waard is. Hoe dat juist in elkaar zit weet ik ook niet: iets in de zin dat iedereen voorlopig 2.000 frank in nieuw geld mag omwisselen en de rest geblokkeerd staat op zoiets lijk langlopende staatsleningen...Naar 't schijnt zijn de gewone mensen razend omdat de échte rijken weer langs alle kanten kunnen foefelen...Dan was er nog een kort filmke van de BBC over de eerste V-bommen op Antwerpen dat bij een paar van ons in 't verkeerde keelgat is geschoten...Het Russische filmjournaal gaf dan weer verslag van hun inval in Hongarije en het verdrijven van onze troepen uit Finland. Doordat ze ook Memel veroverd hebben beweren de Russen 25 Duitse divisies in Koerland omsingeld te hebben: érger dan Stalingrad...Lichtelijk overdreven natuurlijk..."
" Natuurlijk! " spotte Leon: " Maar tóch hé..."
" Akkoord, erg positief nieuws is het niet, maar dat hoort nu eenmaal bij de 'elastische verdediging' die wij voeren...Maar de grote brok ging over het neerslaan van de opstand in Warschau: na twee maanden van zware gevechten is dien smerige boel daar eindelijk ver opgekuist...Vechten tegen gewapende burgers is àltijd een vuile affaire omdat ge nooit weet wie er geschoten heeft en wie niét...Er zijn gevaarlijke vrouwen van zestig-zeventig bij, en kinderen van tien... Bij het opkuisen kunt ge geen onderscheid maken tussen schuldigen en ónschuldigen...Als zo'n weerstandsnest in een gebouw met de vlammenwerper wordt platgebrand moet ge alles 'neerleggen' wat uit die blok nog wil ontsnappen. Ze schatten het aantal dode opstandelingen op een kleine kwart miljoen. En de zogenaamd vredige bevolking van Warschau, die vóór de opkuis werd geëvacueerd naar kampen buiten de stad, zal ook wel betere tijden gekend hebben. Naar Warschau kunnen ze in geen geval nog terug, want de Führer gaf bevel dat de stad 'ausradiert' moest worden: daar blijven geen twee stenen op elkaar staan! "
" Zijn dat joden die weer in opstand gekomen zijn?" vroeg Leon, die ondertussen de radio stiller had gezet.
" Joden? Die waren er al niet meer sinds wij vorig jaar na die rellen in het ghetto grote kuis hadden gehouden. Zo'n opstand is altijd pure zelfmoord en wie het overleefd vliegt nadien in een werkkamp: mannen, vrouwen en kinderen..."
" Werkkamp voor kinderen??" vroeg Phil verwonderd.
" Daar wordt niet veel over gesproken, want die zijn ondertussen waarschijnlijk al gecreveerd van de tyfus of de dysenterie: in zo'n kamp trekken ze het niet lang... De mannen worden allemaal gefusilleerd als 'Heckenschütze', want burgers die zonder uniform vanuit een hinderlaag op de troepen schieten gaan er direct aan, zonder pardon! En de vrouwen mogen van geluk spreken als ze dwangarbeid mogen verrichten in een of ander 'Arbeitskommando'..."
Na deze 'grote kuis' bleef het even stil en toen Joseph bedachtzaam een nieuwe pijp had gestopt opperde Leon: " Ik vraag mij soms af wat er verder gebeurd is met die joden die ik in '40 met de 'Astrid' naar Engeland heb overgevaren."
" Och, "bromde Joseph, "die zullen in Engeland ook wel in een kamp geïnterneerd zitten, denk ik, lijk de ouders van Birnbaum...maar dan een vakantiekamp hé! "
" Ik durf dat betwijfelen, weet ge: de rijkste van de vier heeft van de eerste dag een advocaat gepakt die hen onmiddellijk vrij kreeg en hen in een speciaal jodenhotel heeft gecaseerd..."
" Wel, dan hebben ze chance gehad, hé."
Leon moest even nadenken over zijn volgende zet:
" Maar stel dat die overvaart naar Engeland toen mislukt was, en ze waren bij het terugkeren naar Nieuwpoort in handen van den Duits gevallen, zouden die dan ook naar zo'n ongezond kamp in Polen gevlogen zijn? Dat waren toch chique typen en bijlange geen Heckenschütze".
" Ik geloof niet dat den Duits veel verschil maakt tussen chique en arme joden, weet ge. De Führer heeft van bij de aanvang duidelijk verwittigd dat hij in zijn Derde Rijk geen joden meer zou dulden: " Juden Raus! " allemaal, zonder onderscheid! De koppigaards die ondanks alles toch niet wilden vertrekken heeft hij laten concentreren in ghetto's en kampen waar ze hun eigen boontjes konden doppen. Dat ze daar verplicht werden om met werken hun brood te verdienen viel natuurlijk lelijk tegen en dat deden ze dan ook zo min mogelijk: afval opkuisen, bijvoorbeeld, lag hen niet zo goed...Door hun smeerlapperij brak daar dan ook regelmatig tyfus en cholera uit, wat natuurlijk zorgde voor veel sterfgevallen hé, al was dat dan hun eigen schuld. Ik heb daarentegen een kamp bezocht van westerse krijgsgevangenen en daar kont ge van de grond eten: die hadden geen last van de tyfus, dat ik weet! "
Leon moest hem dringend terug op het goede spoor zetten.
" Die oude vriend van u, Arthur, die zat in '40 ook in een kamp hé: hoe zou het dààr mee zijn?"
" Een kamp aan de Franse Riviéra oogt natuurlijk een stuk aangenamer dan één in de Poolse moerassen! Arthur kloeg wel in zijn eerste brieven, maar dat was meer om ons voor zijn kar te spannen zodat we het adres van zijn moeder zouden opzoeken. Voor al mijn moeite heb ik dan nog stank voor dank gekregen, want die tweezak heeft achter mijn rug aan Nadine hetzelfde gevraagd, nadat ik hem al drie keer de complete uitslag van onze speurtocht had opgestuurd. Zo probeerde die valsaard nog stommelings mijn lief af te pakken! "
Leon proestte het uit: " Maar sukkelaar! Zijt ge dààr nog kwaad voor?! Da's vier jaar geleden, en ondertussen is uw lief ver getrouwd met een vette entrepreneur, de zoon van Berenbiet! Waart ge thuis gebleven, zou dat zéker ànders verlopen zijn en waart GIJ misschien ondertussen met Nadine De Handt getrouwd...Maar dat het mis gelopen is kunt ge moeilijk in de schoenen van Arthur schuiven, hé"
Jos snoof eens bitter: " Ja, den oorlog heeft ons een ferme kloot afgetrokken, da's waar...Ik mijn poot kwijt, hij in een kamp en wie weet leeft hij nog...En ons beider lief gaan lopen met een rijke stinker! De wijven komen er altijd nog het best van af! "
Phil snoof eens verachtelijk tegen haar stopwerk, maar Leon haakte vlug in: " Ik hoor u nu wel afgeven op de joden, maar in feite, diegenen die wij kénnen als persoon, dat waren toch geen misdadigers om in den bak te steken hé. Neem nu mijn Englandvaarders: ik zeg het nog eens, chique volk dat geen vlieg kwaad zou doen! Of Arthur en zijn familie: die verdienen toch niet van in een kamp te creveren hé! "
" Ik weet het wel, man: het jodenvraagstuk moogt ge niet persoonlijk opvatten. Da's hogere politiek...De Führer zat in '33 met een joodse kaste in de bankwereld en de industrie, die hem steeds stokken in de wielen stak: die moést hij wel plat slaan en buiten schoppen! Die Englandvaarders van u waren zekers van dàt caliber! "
" Maar Arthur toch niet! Zijn vader was verdomme straatmuzikant! "
" Hé-hé, pardon: 'Staatsmusiker' in de opera van Keulen: dat is wat ànders hoor! "
" Voor mijn part! Maar ge gaat mij toch niet vertellen dat die mens óns - gij en ik - iets misdaan zou hebben?...Ik vind dat een jood een mens is lijk een ander, maar dat de politiek daar etiketten op plakt die onrechtvaardig zijn."
Joseph lurkte eens grondig aan zijn lege pijp: "Daar kunnen wij - kleine garnaal - niets aan doen man..."
" Ik vind dat gij daar nogal gemakkelijk over gaat. Want ge zijt het misschien vergeten, Joseph, maar de Duits scheert joden en bohemers over één kam! Bohemers, zegt dat u niks? Dat onderzoek in Veurne, verleden jaar, voor uw benoeming tot officier: was daar geen sprake van een jonge zigeunerin met een vers geboren tweeling? Het scheelde geen haar of de gendarmen hadden beweerd dat Dis een van die zonen was, en wij haar kleinkinderen! Chance dat Engelborghs hen op àndere gedachten kon brengen of wij - gij en ik - zaten verdomme óók in een kamp, juist lijk de joden! En zegt nu zelf: zijn wij ineens smerige moordenaars omdat ons boma koorddanste in een cirque?"
Joseph trok verveeld de schouders op, maar Leon liet niet los: " Stelt dat gij hier ergens een onderduiker weet zitten: een sympathieke gast hé , lijk ik, maar een halve bohemer, óók lijk ik - of een jood, mij om 't even. Moet gij die dan aangeven bij de polies lijk een dief? Of moet gij die gast eerder helpen verduiken, onderdak en eten geven? Lijk gij tenslotte met mij doet, voor de moment..."
Joseph lachte schamper: " Noch het één, noch het ander... Daartussen liggen zeker nog duizend àndere mogelijkheden hé...Maar het simpelste én het veiligste is nog te gebaren dat ge van niets wist."
" Da's laf hé vader! "
" Misschien, maar door zo laf te zijn en mij niet te compromitteren zijn ik tot nu toe lévend uit dit wespennest kunnen blijven...Drie jaar oorlog aan het front overleeft ge niet als ge kiest in wit-zwart: ge moet regelmatig schipperen, uw plan trekken, de onnozele kloot uithangen of doofstom zijn..."
" Ge antwoordt niet op mijn vraag ;stel dat gij hier een jood weet zitten waarmee dat ge zo al eens geklapt hebt - dus géén wildvreemde hé - zoudt gij die dan aangeven bij de polies, goed wetende dat het zijn dood wordt?"
" Néén! Is dàt een duidelijk antwoord op uw vraag? Neen, ik zou hem niét aangeven. Maar helpen evenmin, tenzij ik hem goed ken." Hij lachte schamper: " Allee, dat gij een halve - of een kwart - bohemer zijt zal ik tegen iedereen verzwijgen, en omdat ik u goed ken moogt gij hier eten en slapen, gratis voor niks! Is 't nu goed, gijsse zagevent! "
Plots wierp het huilen van de sirenes hen weer in de harde werkelijkheid terug en floepte het licht uit.
Joseph grolde :"Nicht raisonieren, vent ! Vroeg of laat gaan we er toch allemaal aan ,lijk Bertje Rodenbach al zei hé."
Bij het volgende middagmaal in de troepenrefter kwam Françoise weer tegenover Leon zitten, maar negeerde hem compleet. Enkel bij het opstaan leek ze hem te ontdekken en vroeg met een neutrale glimlach: " Ha, ça va? En, nog goed nieuws?"
" Héél goed nieuws! " knikte Leon nadrukkelijk.
" Hebt ge vijf minuutjes, straks bij de koffieklats op mijn bureau? Ik heb nog een hele doos gerief voor u staan die ge gisteren vergeten zijt..."
Geen van hun disgenoten schonk enige aandacht aan haar geleuter en Leon begon dat geheimzinnig gedoe al een beetje plezierig te vinden: net of hij meespeelde in een Franse spionagefilm met Charles Boyer.
En inderdaad, het leek wel of onze held nu onverbiddelijk en steeds jachtiger door de verraderlijke stroomversnellingen van de intrige werd meegesleurd. Nauwelijks had hij om drie uur stipt voorzichtig zijn hoofd door de deur van Françoises magazijn gestoken of ze wenkte hem naar achter, verdoken tussen de rekken.
" En wat zei Joseph?" vroeg ze gespannen.
" Dat hij z'n eigen alleenlijk met een onderduiker zou inlaten als hij die persoonlijk kende, dus niet voor een totaal wildvreemde. Al zou hij zelfs zo'n onbekende nooit verraden, maar eerder doen of zijn neus bloedde. Neen, van Joseph moet gij genen bang hebben, maar ook niet veel hulp verwachten..."
" Bon, meer had ik niet verwacht...Maar nu ter zake. Wat ik hier ga zeggen moet onder ons blijven en ge zult daaruit beter de situatie tussen mij en Jio verstaan."
" Dat ge zot zijt van die gast, dat weet ik al ,gijsse stomme geit ! "
Françoise deed of ze die sneer niet hoorde: " Ik ken hem al van vóór den oorlog, in Middelkerke en op de tram naar Oostende, toen wij daar nog naar school gingen..."
" Een Italiaan op school in Oostende?" bromde hij ongelovig: " Een dikke operazanger zeker voor de muziekschool?"
Françoise fronste ongeduldig: " Jiovanni is geen échte Italiaan hé zotteke! Hij is nu in feite een vaderlandloze maar vroeger van huis uit een Duits en hij heet natuurlijk niet écht Jiovanni..."
" Een Duits die vroeger met u naar Oostende schoolliep? Toch dinges niet zeker?...Verdomme hoe heet hem nu weer...heu, dinges...Ge hebt hem gisteren nog genoemd"
" Arthur?" vroeg Françoise met een uitgestreken gezicht: " Ja, vaneigens, Arthur Birnbaum, de oude vriend van Joseph die ze in mei '40 gedeporteerd hebben naar Zuid-Frankrijk. Gij hebt die zo goed niet gekend omdat ge nog te klein waart en altijd in Nieuwpoort zat op die vissersboot. Daarbij is Arthur op die 4-5 jaar ook veel veranderd: een vent met een baard in een vreemd uniform. Normaal dat ge hem niet van de eerste keer herkende. En vooral een grote chance! Want toen gij ons betrapte in de stookkelder - en akkoord, dat had nooit mogen gebeuren, maar enfin, mijn vrijer was juist goed gelanceerd - toen gij ons betrapte vreesden wij dat ge ineens naar Joseph zoudt koersen, al roepende lijk een zot dat ge Arthur teruggevonden had. Tableau hé! Op zo'n moment had alles in 't honderd kunnen lopen en ons geheim voor Jan-en-alleman te grabbel gesmeten. Om de situatie rap terug onder controle te krijgen moesten wij eerst en vooral op de rem gaan staan en dan zien in hoeverre we zwartzakken lijk de Petrés konden vertrouwen..."
Haar lacherige ironie was niet aan Leon besteed: "Ja-ja, al goed! Maar hoe komt de Arthur in godsnaam van zijn kamp in Frankrijk ineens in een stookkelder in Berlijn? En dan nog als Italiaan die uit een Amerikaanse vlieger is afgeschoten?"
Françoise proestte het uit: " Gij gelooft ook àlles hé...Luistert, ik heb toen rap-rap veel zever uit mijn duim gezogen om u op een dwaalspoor te brengen, voor het geval ge zoudt doorslaan. Maar wat Arthur de laatste jaren heeft meegemaakt is nog veel wonderbaarlijker dan mijn verzinsels... Jammer dat we nu geen tijd meer hebben om die lange historie uit de doeken te doen. Komt morgen hier om drie uur terug, dan krijgt ge een eerste verslag. Allee, trapt het nu af! En mond dicht hé, want "Feind hört mit! " Ze duwde hem haastig naar de deur: " En zegt nog niks tegen de Joseph hé! "