C14 NIEUWE FLIRT EN OUDE LEUGENS...
Berlijn, 3 november '44.
" Aanmelden bij de '27.SS Freiwilligen Division LANGEMARK' in Kamp 'Frieser Heide' (Lüneburg) vóór 15 november 1944" Zo stond het koudweg op het marsbevel dat Joseph hem achteloos aanreikte. Maar na de eerste schok wierp Leon zijn broer spottend voor de voeten dat hij hélemaal geen vrijwilliger was voor deze weinig aantrekkelijke nieuwe 'werkkring'...
Doch nu had Joseph er genoeg van: " Luistert makker, ge hebt uzelf in de stront gewerkt met u te laten afkeuren bij de marine, dan moet ge niet meer bij mij komen blèten als ze u bij het voetvolk steken, hé! "
"Maar miljaarde nondedju! Ik wil helemaal nérgens bij gestoken worden! "
" Dan had ge in Westende moeten blijven en waart ge als Zwarte een paar jaar in de bak gevlogen hé, zeveraar! Met naar hier te komen - en noteert: hélemaal vrijwillig, hé vader! - hebt ge voor den Duits gekozen, punt! En bij den Duits moet ge tegenwoordig vanaf uw zestien jaar bij den troep! Schluss! Fertig! Gij zijt zelfs al achttién: ik zie verdomme niet in dat ge daartegen wilt discuteren..."
Leon keek hem bokkig aan: "Tenzij ik mij wéér laat afkeuren, wel te verstaan...Jupp heeft u indertijd toch een pak recepten aan de hand gedaan, om een zwak hart of zoiets te kweken?"
" Dat was vergif, en ik heb het recept van dat brouwsel zo rap mogelijk vergeten! Maar veel zou dat u niet vooruit helpen,want tegenwoordig keuren ze de hartlijders niet meer af: ze steken die bij gewone eenheden van de Wehrmacht. Als ze tóch gaan doodvallen, dan beter met een geweer in hun pollen...Let wél hé makker : in de ogen van het Oberkommando zijn die van de Wehrmacht natuurlijk minderwaardige troepen, met alle gevolgen vandien. Hun bevoorrading loopt regelmatig in 't honderd, waardoor ze slechter eten krijgen en slechter materiaal, plus slechtere bewapening en uitrusting. En wat nog het ergste is: veel minder van buitenaf gesteund worden als ze tijdens de veldslag in de penarie geraken en omsingeld worden! Om een bende maaglijders te redden gaat het Oberkommando vaneigens geen goede eenheden opofferen hé: die carottiers zijn dat niet waard..."
" Ja-ja...Om kort te gaan: ge ként dus dat recept van de Jupp niet meer? Of ge wilt het mij niet geven?"
" Moest ik het nog weten, ik zou het u verdomme zeker niet voortvertellen! Voor de eenvoudige reden dat ze op de keuring tegenwoordig al die stomme uitvluchten kénnen! En als ze er een kloot mee betrappen vliegt die recht naar de strafbataljons in eerste lijn: daar houdt hij het garantie nog geen maand uit! Zijt dus maar héél blij dat ze u bij de SS nog überhaupt wíllen: daar wordt ge bij leven tenminste verzorgd lijk een prins! En ik kan u verzekeren: dat is méér waard dan ge denkt..."
"Maar bij de SS vallen ze lijk vliegen! "
"En bij de Wehrmacht niét, denkt ge? Daarbij, het eeuwig leven bestaat niet vent: vroeg of laat gaan wij er allemaal aan! Strak valt er misschien een bom op onze kop.."
Die avond, nog voór het eten, ging Leon nors zijn ergernis verdrinken in de 'Dicken Bayer': " Phil schat, geef mij eens wat rantsoenbonnen: ik zal wel zien dat ik daar in 't café voor één keer iets goéd te bikken krijg,"sneerde hij: "En ge moet vooral op mij niet wachten! ..."
" Ziet liever van op tijd thuis te zijn! En niet te zuipen lijk een zwijn " dichtte Joseph ongewild: " Denkt er aan: wie zonder Schein na de Sperstunde nog over straat loopt, pakken ze op als plunderaar! En als 'Auslander' staat ge vóòr ge't weet, met uw neus tegen de muur !"
Leon snoof eens verachtelijk maar ging er niet verder op in.
Toen hij in de blauwe schemer van de straat verdwenen was, en Phil de voordeur achter hem sloot, wist ze dat nù de storm ging opsteken. En inderdaad, nog vooraleer ze terug in de zetel zat opende Joseph reeds het vuur.
" Ik vind dat ge nogal véél eieren onder dat ventje legt! 't Is Leon van hier en Leon van daar! Straks gaat hem miljaarde nog denken dat hij hier in huis wat méér mag verhopen dan een bed en een boterham! "
" Wat wilt ge zeggen? Dat hij mij óók cadeau krijgt ,misschien?"
" Dat hebt ge verdomme rap verstaan! "
" Wel, zolang hij ziet dat ik niet vrij ben, zal hij z'n manieren wel houden zeker? En het hangt alleen van u af, of ik nog vrij ben of niet! ... Leon heeft ook ogen in zijn kop om te zien dat ge u de laatste weken méér voor àndere vrouwen interesseert dan voor mij."
" Wat àndere vrouwen?"
" Wel, die Françoise De Bens, potverdomme! Nooit van gehoord zeker? En 's nachts zal Leon aan de stilte in onze slaapkamer ook wel merken dat het tussen ons niet veel zaaks niet meer is, hé? Ge ziet: of Leon zijn vinger naar mij gaat uitsteken hangt niet van mij af, maar van ù! "
" Maar mens, ik kén u toch! Ik ben zéker dat ge achter mijn rug al goed met hem gefikfakt hebt. En nu dat ge weet dat hij den druiper heeft, moet ge niet verwonderd zijn dat ik met mijn poten van u af blijf, hé! "
Phil wist even niet wat zeggen, maar vloog toen uit: " Ik met hem gefikfakt?! Onnozel ventje! Hebt ge dat gezien soms? Of stond ge erbij?" De gekwetste onschuld spelen hing haar heel goed af: "Om zo'n leugens uit uw duim te zuigen moet ge wel compleet de pedallen kwijt zijn! Gijsse sukkelaar, ge weet niet wat ge zégt! Want stelt dat Leon mij in een onbewaakt moment besprongen zou hebben, hé - heel stil, terwijl ik van mijn sus lag, of zoiets - dan kan hij mij nóg geen ziekte aan de hand gedaan hebben! "
" Neen?! En waarom niet soms?!"
" Omdat hij geen ziekte hééft, dààrom! Gij vergeet zeker dat hij juist gekeurd werd bij de Kriegsmarine? Ik heb ondervinding genoeg om te weten dat ze dààr geen druipers aanvaarden! En als ze er één daarvoor afkeuren, staat dat voluit op zijn ontslagbrief! Wel, staat dat er óp bij Leon, dat gij weet? Ik zal 't u zeggen: er staat niks van op, want ik heb zijn brief gelezen! Onnozel manneke! "
Leon was, zoals verwacht, kort voor Sperstunde en het eerste Fliegeralarm met een flink stuk in zijn voeten thuis geraakt, en had dus van de spanning tussen het koppel niet veel gemerkt. De volgende morgen was hij maar zoals voorheen met hen naar het werk getrokken. Doch omdat zijn plaats bij de stokers ondertussen door een derde Italiaan was overgenomen, lummelde hij maar wat rond op de afdeling. Juist vóór de koffieklats van tien uur riep Joseph hem even op zijn bureel.
" Bon, we gaan hier niet lang rond de pot draaien, Leon: ik wil weten hoe die keuring in Cuxhafen verlopen is op gebied van die besmetting...Wat hebben ze daar gezegd?"
" Over mijn charel? Wel, niks: ze hebben mijn 'geval' eens goed bekeken, in feite op dezelfde manier als hier in het preventorium...In een potje pissen en zo, ge kent dat wel hé...Maar mijn gedacht hebben ze niks meer gevonden, en ikzelf voel ook niks speciaals meer...Ik veronderstel dat ik er vanaf ben. Ten andere, de laatste keer dat ik hiér bij de dokteres was, zag die er ook nogal content uit, dus. Waarom wilt ge dat weten? Jeukt die van u soms ook? Heeft Françoise u een souveniertje aan uw kloten gelapt?" Leon merkte met plezier dat zijn platvloerse grofheid zijn broer ferm tegen de borst stootte: " Pardon, hé, maar bij de marine zijn wij gewoon van een kat een kat te noemen! "
Joseph haalde verveeld de schouders op: " Bij de SS Langemarck zullen ze u wel bétere manieren leren, ventje ,zijt maar gerust! "
Na zijn verdachtmaking,dat Phil mogelijk 'iets' had opgescharreld bij Leon, had Joseph het bij haar grondig verkorven. Zij wíst natuurlijk dat er van welke besmetting ook helemaal geen sprake kon zijn, want zóver was ze dié avond met Leon niet eens geraakt. Achteraf bekeken nog een geluk, want in volle verleidingsdans had zij zijn schuwheid toén begrepen als een tekort aan amoureuze routine, eigen aan zijn jeugdige leeftijd. Of hoogstens - maar deze gedachte verwierp ze vlug - een gebrek aan affiniteit ten gevolge van haar eigen leeftijd...Nu wist ze echter dat hij op de rem had getrapt om haar zijn eigen miserie te besparen, de schat! Want ze begreep ook wel dat het, tijdens hun flirt, bij hem nog niet helemaal boterde, ondanks de geruststellende keuring van de Kriegsmarine achteraf...
Joseph zag het een beetje ànders. Ook al wist hij niet absoluut zéker waarvoor broertje in behandeling was geweest, een klassieke venerische ziekte kon dat nooit geweest zijn. Daarvoor was de tijdspanne tussen Leons contact met Hélène en de uitbraak van de ontsteking véél en véél te kort! Leon kon dus hoogstens een allergische reactie gekregen hebben van één of ander intieme lotion die de vamp van Terneuzen gebruikt had om dat maagdelijk ventje op zijn paard te krijgen. De vraag, of Leon vóór of nà zijn officiële 'genezing' Phil het hof had gemaakt, deed - in geval van een simpele allergie - niet veel ter zake. Phil werd sowieso nooit écht besmet. Maar het kon nooit kwaad hen daarover nog een tijdje in het ongewisse te laten en dit zwaard van Damocles als alibi te gebruiken om haar voorlopig op non-actief te zetten...Dat zou meteen de pil voor Phil wat vergulden nu Joseph van plan was zijn jachtgebied een tijdje te verleggen en eens te zien of hij Françoise niet warm kon laten lopen voor zijn charmes. Een minnaar met de ronkende titels van SS Oberscharführer én bureelhoofd was toch niet niks! En hij vond dat Françoise, door die sluikse vrijages met Arthur om te ruilen tegen een openlijke liefdesrelatie met haar baas 'himself', er flink op vooruit zou gaan...
Vanaf de volgende dag begon Joseph steeds duidelijker zijn opgefokte interesse voor Françoise te etaleren, een paringsdans die de àndere dactylo's met verholen lachjes en smeuïge belangstelling oogluikend begluurden. Phil was vanzelfsprekend de dupe van dat spel, maar scheen het zich verder niet erg aan te trekken. Het was haar al opgevallen dat Françoise niet het minste initiatief nam om Joseph te bekoren, ook al liet zij zich voor de rest alle charmerende honneurs met een vriendelijke vanzelfsprekendheid welgevallen...De nieuwe vlam van haar vent ging zelfs nog één avond met hem mee eten in het 'Tirolerhof', maar gaf dan weer de àndere avonden 'bezet'...Phil herkende zo langzamerhand deze beproefde vrouwelijke tactiek: het leek erg op de 'elastische verdediging' waarmee de Duitsers tegenwoordig op alle fronten z.g. grote successen boekten...Hoe dan ook, zij vermoedde wel dat de maneuvers van Françoise haar niet buitengewoon ongerust hoefden te maken...
Leon kon zich dat erotisch gewriemel op 'den buro' niet meer aantrekken. Nu het vaststond dat hij tegen 15 november binnen zou moeten bij 'Langemarck', bleef er nog maar weinig tijd over om zijn overstap van zorgeloze burgerslungel naar platgedrild kanonnenvlees een beetje voor te bereiden.
Bij iedere aanspreekbare SS-er van de verschillende 'Kulturstellen' op de vijfde verdieping probeerde hij wat goede raad los te peuteren, en trucs om het frontleven zo draaglijk mogelijk te maken. Zelfs met 'Plakpot-Martens', de nukkige eenzaat op zijn eigen Vlaamse afdeling, papte (!) hij opnieuw aan. Die balde zijn overlevingsleuze samen in drie woorden: "Nooit vooraan staan! " Anderen zwoeren bij: "Uw pens volvreten, wààr en wanneer ge maar kunt, want het kan soms dàgen duren vóór ge nog iets vindt! " of " Bij de vlucht mag je àlles wegwerpen, uitgenomen uw broodzak en uw deken! "...Eén zwartkijker prees het verzamelen van oude kranten aan, onmisbaar als sigarettenpapier en als 'inleg' om de onderbroek wat langer draagbaar te houden...En niet te vergeten: anilinepotloden en een gelijnd schrijfblok voor je testament, voegde moeders leukste er aan toe! Erg bemoedigend was dat allemaal niet, maar misschien wél verstandig om te onthouden, nu de grote Germaanse overwinningen op het slagveld eerder zeldzaam werden...
Vreemd genoeg waren er op 'den buro' geen anilinepotloden te vinden en daarom besloot Joseph bij Françoise aan te kloppen. En ja hoor, zij wist dat er in haar oude magazijn in de kelder van blok B nog twee of drie dozen van die potloden moesten staan: rek zes, hoogste schab, achteraan..
Groot was dan ook zijn verbazing toen hij achter de toonbank van dat magazijn plots op Arthur viel.
Dolle vreugde alom: " Verdomme, ik dacht dat Joseph jou naar die geestige Italiaanse Kulturstelle had laten overplaatsen!?"
" En gij, ik dacht dat gij al ergens in een duikboot rond dobberde op de Atlantische Oceaan!? Je opvolger bij de oven had dat vernomen van een Vlaamse SS-er, een vuile vent vol plekken op zijn broek, die nu het papierafval van de afdeling komt verbranden..."
" Plakpot-Martens...In zijn wensdromen jaagt hij iedereen van de ene ramp in de andere...Maar nu heeft hij het toch bijna bij het goede eind: ik werd wel afgekeurd voor de marine, maar vlieg nu naar de SS: een nieuwe Vlaamse divisie in oprichting...Tussen de pest en de cholera..."
" Ja, niemand ontsnapt er aan, tegenwoordig..." Even wist geen van beiden nog wat zeggen, tot Leon dé hamvraag stelde: " Ken jij geen trucs om in het leger te overleven? Jij was toch ook soldaat hé..."
" Ik? Soldaat? Een half uur misschien, ja: tijdens het schijngevecht - por lonore! - van de 'Bersagliéri' op de Zwitserse grens...Enkel de tijd om mijn burgerklamotten om te ruilen tegen het Italiaanse uniform van de gesneuvelde Jiovanni Stresa en mij onder dié naam gevangen te laten nemen door de Duitse Alpenjäger...Ik heb nog nooit een geweer in m'n pollen gehad, dus vraag mij niet hoé in het leger te overleven! Maar voordien ,in het kamp van de dakpannenfabriek, en later tijdens mijn zwerftocht door de bergen na het opblazen van onze trein door de Franse maquisarts: daar heb ik doorlópend moeten vechten om te overleven, ja..."
" Wel, en wat was daar je waardevolste bezit?"
Arthur monkelde: " Niet lachen hé! Waar ik het méést aan gemist heb toen ik hem verloren had, was mijn briquet, mijn aansteker...Niet om te roken, maar om een vuurtje te maken tegen de kou in de bergen of om een gestroopt konijn op te roosteren...Want iedere avond, vóór ik mij in een of ander bosje te slapen legde, zette ik mijn drie stroppen van koperdraad op, zoals gij het mij geleerd had in de duinen van Westende, weet ge nog?"
Leon lachte instemmend: " En? Eentje kunnen strikken?"
" Op heel die zwerftocht vast een stuk of vijf-zes! Die hebben mij in de Alpen zéker van de hongersnood gered! In feite dank ik mijn overleving grotendeels aan onze rage voor de onnozele boeken van Karl May en onze stomme cowboyspelletjes, destijds...En vooral aan de opleiding tot stroper die jij mij toen gaf...Je ziet: geluk zit in een klein hoekje! " Zijn stem verdronk in een opwellende ontroering.
Leon deed alsof hij niets merkte en gekte: " Dan zal ik maar een voorraad briquets inslaan zeker, vooraleer ik het Rode Monster ga vellen?" Hij greep Arthurs hand: " Wij zullen elkaar een tijdje niet zien, hé beste vriend...Hou ze warm, ondertussen, en laat je niet nekken! "
Nog nooit was een afscheid hem zo zwaar gevallen.