" De Afrekening"
Een West-Vlaamse oorlogsthriller in afleveringen
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
08-09-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 295

C20 : KANONNENVLEES.

 

           10 februari 1945.

Oberscharführer Penjaert had hen verwittigd: als ze nog iéts wilden leren om hun vel met een beetje kans op slagen te verdedigen, dan moest het vandààg gebeuren. Vannacht zouden ze hun plaats in de eerste lijn aan het front innemen, en wie dàn nog zijn lesje niet had geleerd was onherroepelijk een vogel voor de kat.

"Want", zei hij zonder veel franje: "de Russen die wij nù op ons dak gaan krijgen kennen hùn lesje des te beter! Ze hebben normaal al maanden frontervaring en zijn drie-vier keer sterker als wij. Zij hebben kanonnen en munitie zàt: dat zult ge rap gewaar worden, lijk die mannen dat in 't wilde weg over heel het front uitkappen! Zonder zich daarbij iets aan te trekken of ze iets treffen of niet. En wees gerust: ze treffen niet veel! Terwijl wij doelgericht gaan schieten, schot per schot en allemaal in de roos, goed verstaan!? Want wij moéten en zùllen ze tegenhouden en wel voor twee redenen: wij verdedigen onze eigen bodem, onze eigen heemsteden, ons eigen volk. Wij hebben daar àlles voor over. Alles! En ten tweede: zij vechten in den vreemde en worden er niet beter van als ze nu dat dorp veroveren of niét. Het énige wat voor hen telt is die laatste maanden van de oorlog zonder vodden dóór te komen. Ze zullen géén risico's nemen: ge gaat dat zien. Zodra ze écht onder ons vuur komen te liggen, stuiven ze uiteen lijk bange hazen! "

Vooral de chauffeurs had hij de laatste dagen tot in den treure ingeprent dat het van hén afhing of het kanon en de bemanning de slag overleefden of niet. Leon had al uit de verhalen van Joseph begrepen dat de '2cm Fla op rupswagen' ontworpen was als aanvalswapen, zéér beweeglijk en vuurkrachtig, bedoeld op de vijand met een paar snelle charges uiteen te slaan en bij de moordende achtervolging al de wegvluchtende groepjes te vernietigen. 

"Lijk de Zwarte Ridder in de beroemde slag der gulden sporen! " spotte 'Ochaf' (verkort van Oberscharführer) Penjaert: "Van bij ons begin in Rusland - dik drie jaar geleden - was deze onverschrokken edelman ons lichtend voorbeeld... Maar tot mijn spijt moet ik bekennen dat ondertussen de krijgskansen gekeerd zijn en we nu in de verdediging gedwongen werden. En van een chargerende Zwarte Ridder zijn we gedegradeerd tot de rol van een sluipmoordenaar, die vanachter een hoek met één schot plots zijn slachtoffer neerknalt en rap weer wegduikt. Da's minder spectaculair, maar 't spaart aan onze kant wel heel wat levens en munitie !"

 Want door de munitieschaarste was het snel toeslaan en weer wegduiken tussen vooraf gekozen stellingen hun énige kans op overleven, en of dat zou lukken hing énkel af van een soepel draaiende motor en een koelbloedige chauffeur. Ze waren dus verwittigd...

 

Bij valavond, in volle sneeuwstorm, verlieten ze het stadje Stargard om tegen middernacht, twintig kilometer meer naar het oosten, in stelling te gaan rond het gehucht Zadelow. Onderweg kreeg Leon weinig gelegenheid om de rest van de kanonbemanning te leren kennen, want hij had al zijn aandacht nodig om zijn pantservoertuig, tussen de sneeuwvlagen door en dicht aangesloten tegen zijn voorganger, aan tien per uur min of meer op de baan te houden. Zijn enige richtpunt was de rode plaatverlichting onder de laadbak van de munitiecamion vóór hem. Alle koplampen in de colonne waren afgedimd, ook die van de tegenliggers, zodat het steeds even schrikken was als plots zo'n gevaarte uit het duister op je af leek te stormen. Het waren meestal zware zestonners die zogenaamd leeg terugkwamen van de nachtelijke frontbevoorrading, maar dikwijls een lift gaven naar het veilige hinterland aan kleine groepjes vluchtelingen-van-het-laatste-uur. Ook af en toe een ambulance...enfin, nogal véél ambulances vond Leon...Bezijden de weg doken ook regelmatig schimmige kampementen op van een paar bijeen schuilende huifkarren: boerentreks die énkel overdag hun vlucht naar het westen mochten voortzetten en bij valavond door het frontverkeer meedogenloos van de baan werden gereden.

In het centrum van Zadelov brandde de kerktoren als een toorts boven het geruïneerde dorpsplein waar Leon al aardig wat voetvolk van de 'Langemarck' zag lopen. Maar iets buiten deze lichtkring leek de nacht nog zwarter. Het front moest nu wel vlakbij zijn, afgaand op een eenzaam MG-salvo of een sissende wazige lichtkogel die af en toe de beangstigende stilte verscheurde. Maar met kanonnen of mortieren werd er godzijdank nog niet geschoten. Een paar uur lang zochten ze zenuwachtig - eerst voor héél de colonne Fla-2cm pantserwagens, maar uiteindelijk elk voor zijn eigen voertuig - in het donker een geschikte stelling aan de rand van het dorp. Maar aangezien ze geen flauw benul hadden wààr de Rus ergens kon zitten of uit welke richting hij zou kunnen aanvallen, vond Leon dat voortdurend maneuvreren met zijn pantserwagen in het pikkedonker van links naar rechts - 'Stellungwechsel' heette dat in het Duits - vlakaf zinloos.

Gelukkig brak er tegen de morgen brand uit op een hoeve vlakbij: waarschijnlijk aangestoken door de boer zélf, die tot het laatste ogenblik gehoopt had dat de Rus nooit zover zou doorstoten. Ochaf Penjaert stuurde er de Fla-2cm van Leon op af, samen met een kleine verkenningspatrouille om in het hof een vooruitgeschoven observatiepost in te richten. Het eerste wat ze er 'observeerden' was de goedgevulde proviandkast en een druk bevolkt hoenderhok waar heel de groep zich nog dagenlang aan zou volvreten.

Tot nu toe had Leon zich, samen met zijn naaste kameraden, willoos laten meedrijven, dàn naar hier, dàn naar daar, al naar gelang mannen met sterren en strepen of énkel met een grote bek hen een nieuwe verplaatsing opdrongen. Het leek wel of het steeds naderend trommelvuur van de Rus zijn denkvermogen had uitgeschakeld en hem in de beangstigende chaos van het komende gevecht als een kieken zonder kop zou verzwelgen.

Maar op de vooruitgeschoven observatiepost van het half afgebrande boerenhof trok langzaam de mist rond zijn hoofd op en daalde een vreemde rust over hem neer. In de velden rondom wees zijn stukoverste de schutter met luide stem op verschillende afstanden vaste merkpunten aan die een passende naam kregen, zoals 'vier dennen op 650 meter' of 'schuur op 1100 meter'. Dit gaf hem eindelijk, mede door de twee wegels die in de verte het besneeuwde landschap doorkruisten, een veiliger houvast in deze wattige wereld rondom. Langzaam kreeg hij ook wat meer inzicht over de plaats van zijn onbenullig persoontje tussen de stellingen van zijn buren in de nauwelijks zichtbare frontlijn van de machtige SS Sturmgrenadier Division 'Langemarck'. Een hele geruststelling: hij voelde zich op hun observatiepost al wat minder van god verlaten...

Op zijn eigen 2cm Fla pantserwagen zaten ze met vier man:  hijzelf als chauffeur, de stukoverste Ucha (Unterscharführer of sergeant) Pirijns en nog twee schachten. Pirijns was een rosse Gentenaar die - zoals broer Joseph - de vlucht uit de Oekraïne had overleefd en dus al voor hetere vuren had gestaan. De schutter heette Omer Van Temsche, een kalme Aalstenaar van tegen de dertig, ancien van de Vlaamse Wacht en oud-artilleur van het Belgisch leger. Op eerste zicht iemand die wel zijn mannetje zou staan. Probleem was de lader, Anseeuw, een bleek ventje van zeventien uit het Antwerpse die met zijn gekwebbel blijkbaar de angst voor de toekomst wilde verdrijven en daarmee iedereen aardig op de zenuwen werkte...Veel tijd had dit viermanschap nog niet gehad om op elkaar ingespeeld te geraken, maar Leon kon er enkel het beste van hopen.

Ook op hun plaats in de militaire piramide van de Div. 'Langemarck' kreeg hij nu al een wat klaardere kijk. Buiten henzelf ,waren er in het Eerste Peloton van Oschaf Penjaert nóg drie àndere 2cm-bemanningen en een drietonner voor de munitietransport: samen een dertig man, maar daar kende Leon nog niemand van. Evenmin als van het Tweede of het Derde peloton "2cm", die een heel eind verderop lagen. Wél wist hij dat deze twaalf 2cm-kanonnen-op-rups samen met nog wat steungroepen voor eten, munitie en medische verzorging de 'Kompanie Dillinger' vormden, zo genoemd naar hun wat afstandelijke commandant, Untersturmführer Dillinger. Overigens een brave bekwame officier, naar het scheen, wat niet gezegd kon worden van zijn Sergeant-majoor Lange, die niet de minste moeite deed om zijn reputatie van pestkop ook maar een béétje af te zwakken...En zich schijnbaar niéts herinnerde van dat valse "Fliegeralarm" dat Leon vier maanden geleden een gebroken enkel had opgeleverd...

Het had éven geduurd voor Leon door had dat hij niet naar de pijpen van iédere overste hoefde te dansen, en voor veel vreemde inmengingen gewoon onder de paraplu van zijn bazen Pirijns of Penjaert kon schuilen. Door al die vreemde windhanen met hun wispelturige bemoeizucht naar zijn eigen oversten te verwijzen kon hij op den duur ook veel stress afschudden. Wat zijn soldatenleven al stukken draaglijker maakte.

 

Heel de verdere dag was het op hun observatiepost tamelijk rustig gebleven. Tijdens de grijze dageraad had het er nochtans spannend uitgezien. De zwaar gehavende troepen van de Wehrmacht uit de eerste lijn, die nog een paar kilometer vóór de 'Langemarck' uit een brandend dorp hadden gehouden, werden door een afgrijselijk Russisch trommelvuur uit hun laatste stellingen verdreven. In talloze groepjes van vier-vijf man kwamen ze, volledig verwilderd en velen gewond, over de besneeuwde velden naar de nieuwe frontlijn van de SS-divisies toe gestrompeld. Omdat die mannen wegens de z.g. 'tranché-ziekte' - half waanzinnig van stress - als soldaat toch geen cent meer waard waren, werden ze door de 'Langemarck' gewoon opgevangen en zo vlug mogelijk naar achter gestuurd, kwestie van het eigen moreel niet te besmetten.

Iedereen op Leons observatiepost zat nu wel in hoogste alarm en versteven van de schrik op de stormloop van de Rus te wachten en op de verpletterende granaatregen die daaraan zou vooraf gaan...Maar buiten een paar verspreide inslagen langs heel de sector van de 'Kompanie Dillinger' viel er geen enkele Rooie te bespeuren. Wel werd er in de verte zwaar gebatterd, op misschien een tien-vijftien kilometer meer naar het oosten, een ferm stuk àchter de einder. Maar hiér: niks...De héle dag niks...

Tegen de avond kwam Ochaf Penjaert even kijken hoe ze het stelden en bracht meteen ook de oplossing voor het enigma van deze plotse frontstilte hiér en het kabaal dààr in de verte. De Rus had blijkbaar zijn offensief negentig graden gezwenkt naar rechts en trachtte nu door te stoten naar het noorden, richting de kust van de Baltische zee, in plaats van de "Langemarck-en-C°" verder naar het westen over de Oder te drijven. Voorlopig zaten ze hier dus veilig en konden qua waakzaamheid terugvallen op 50 % rust. Uit dank voor dit goede nieuws gaf Uschaf Pirijns zijn baas een grote weckpot opgelegde varkenskoteletten mee uit hun geheime rijke schatkamer.

Als tegengebaar stuurde Penjaert hen een loper met een bak fluitjesbier en toen kon het feest beginnen. Schutter Omer Van Temsche had niet veel moeite om de stoof in de keuken van het boerenhof aan de praat te krijgen en ontpopte zich als een prima chef-kok met twee andere potten koteletten en nog wat opgelegde pruimen. Pirijns had nadien wel wat moeite om zijn volgevreten bemanning terug in het gareel en op de wachtrol van hun observatiepost te krijgen, want voor vannacht verwachtte hij op z'n minst een sterke verkenningspatrouille van de nieuwe overburen.

Maar alles bleef rustig. Buiten af en toe wat sissende lichtkogels en in de verte soms een M.G.-salvo ,kon Leon, op zijn twee kalme wachtbeurten van tien tot elf en van twee tot drie, niet klagen van zijn eerste nacht aan het front. Temeer dat hij tussendoor kon slapen als een roos op één van de drie matrassen die de kleine Anseeuw naar het kleine schuurtje had gesleept, vlak naast de stelling van hun '2cm'rupswagen.

Het soldatenleven was al bij al zo slecht nog niet...

 

Die indruk werd nog versterkt toen Van Temsche hen de volgende middag op gebraden kip trakteerde. Hij was de hele morgen zoet geweest met het pluimen van de slachtoffers en zijn 'Tarnjacke' of camouflagevest kleefde van boven tot onder vol witte dons.

"Gij kunt ginder bij de vier dennen al rechtop in 't veld gaan staan als vooruitgeschoven verkenner! " gekte Oschaf Pirijns: " De Rus gaat u zekers voor een sneeuwvent pakken! "

Maar de Rus 'pakte' juist niks. Hij scheen alle interesse voor de 'Langemarck' verloren te hebben, maar zich zoals gisteren volledig en met veel gedruis ver achter de einder toe te leggen op zijn doorbraak naar de Oostzee. Heimelijk hoopte Leon dat het de Rus daar op de lange duur ook zou lukken, zodat hijzelf op deze herenhoeve verder zijn vredig dikke-luizen-leventje mocht slijten...

Want dat hadden ze al flink voor mekaar. Uschaf Pirijns speelde de kleine Napoleon, nu Ochaf Penjaert hem door een veldtelefoonlijn met zijn eigen gevechtsstand had verbonden. Ieder uur belde hij correct zijn melding dat er niets te melden viel en vulde de tussentijd met het nauwkeurig afspeuren door de verrekijker van de mistige einder. Van Temsche kwam nog maar zelden uit de keuken en had de kleine Anseeuw met goed gevolg tot hulpkok bevorderd. Leon had niets anders te doen dan ieder uur de motor van zijn rupswagen even te starten en de rest van de onbeschadigde bijgebouwen grondig te doorzoeken. Of naar de voortrollende donder in de verte te luisteren en - staande naast Pirijns - commentaar te geven op het mistige landschap vóór de vermoedelijke vijandelijke linies. Erg spannend kon hij dat allemaal niet vinden, om niet te zeggen dat hij zich bijna dood verveelde...

Tot het bij hem doordrong dat Pirijns er een soort velddagboek op nahield waarin deze alle gebeurtenissen (of het ontbreken daaraan) nauwkeurig bijhield. Plots dacht hij aan het schijfboek met ruitjespapier en de vier anilinepotloden die Françoise De Bens hem bij het afscheid cado had gedaan...Zou hij dat ook niet kunnen, zo'n dagboek houden? Waarom ook niét?...Want als hij later een brief wilde schrijven kon hij toch makkelijker uit deze nota's putten dan zich blauw te moeten peinzen om een blad gevuld te krijgen. Okee, morgen eerste werk!

Maar dat plannetje viel in 't water. Want even na middernacht kregen ze bevel zich klaar te maken om binnen het uur op te rukken. Op te rukken??!...Naar vóór dus?...Naar de Russen toe? De schrik sloeg om z'n hart. Maar veel tijd om te 'raisonieren' kreeg hij niet, want àchter hun stelling groeide reeds het golvend gebrom van minstens een honderdtal motoren.

" Tigerpantser! " zei Pirijns kort, en die had er al héél veel ondervinding mee: " De Skandinaafse SS-Pantser-division 'Nordland' zal van achter ons front als een pijl door onze lijnen naar de Russen stormen, en wij van de Langemarck moeten in hun zog mee om de flanken van de diepe doorbraak te beveiligen. Eerste doel voor vandaag is - op een twintig kilometer naar het zuid-oosten - de stad Arnswalde en omliggende te heroveren, en de burgerbevolking die daar nog zit opgesloten te bevrijden uit de klauwen van dat Rood Gespuis! " Dat Rood Gespuis zei hij nadrukkelijk met hoofdletters!

" En nadien, morgen en overmorgen?" vroeg de jonge Anseeuw gretig: "Op naar Moskou?!"

Maar Pirijns snauwde hem bestraffend toe: " Zwijgt, vent! Een soldaat op ons niveau mag nooit meer dan één uur vooruit denken! Méér brengt ongeluk! ...Maar laadt toch maar rap nog een dozijn weckpotten in! " zei hij vergoelijkend: "En terwijl ge bezig zijt wringt al gauw een paar kiekens de nek om! Weinig kans dat we de eerste week nog ne keer zo met ons gat in de boter gaan vallen..."

 

En inderdaad, in een paar uur tijd donderden ze die nacht van de hemel in de hel. De doorbraak zélf verliep weliswaar vlotjes: door het schrappen van het voorspel - onder de vorm van het gebruikelijke urenlange trommelvuur - verraste het SS-offensief de Russische grondtroepen totaal. Waarschijnlijk hadden de Sovjetstrategen door hun offensief richting kust slechts een zwakke flankbescherming in de streek van Arnswalde achtergelaten. De twee SS-divisies Nordland en Langemarck konden dan ook zonder veel moeite deze derderangstroepen oprollen en doorstoten tot de stad zélf, die op 16 februari effectief bevrijd werd. Onder de beschermende klok van een oorverdovend Duitse artilleriebarrage vluchtte de geteisterde bevolking als gek naar het bevriende achterland. Hun eerste kennismaking met het Rode Leger had ruimschoots volstaan om van deze miraculeuze bevrijding te profiteren en hals over kop de benen te nemen. Want ook al werd dit SS-offensief door de Duitse propaganda met veel bazuingeschal de hemel in geprezen, toch was eenieder er heimelijk van overtuigd dat het mooie sprookje niet lang zou duren.

En inderdaad, nog de eerste nacht begonnen de Sovjets zich te herpakken met een reeks, weliswaar zwakke, grondaanvallen in de flanken van de SS-doorbraak. Flanken, zoals gezegd, die beveiligd moesten worden door de Langemarck...

Maar dat wil zeggen dat élke stelling, élk huis en élk dorp op deze flank ook eerst door de Vlamingen op de Rus moesten worden veroverd. En dan is 'beveiligd' een té mooi woord voor de bloedige slachtpartij en de orgie van geweld waarin Leon toen werd meegesleurd. Achtenveertig uren aan één stuk met zijn rups kris-kras door de besneeuwde velden, tussen zwarte opspuitende slijkfonteinen van inslaande katjousja-raketten, het helse kabaal ,telkens Van Temsche met zijn snelvuurkanon een doel bestookte of zijzelf getroffen werden door een M.G.salvo op hun stalen doodskist. Maar ook zónder de oorverdovende keet van het gevecht was hun pantserauto een verschrikkelijk lawaaierige bak waarin je altijd moest schreeuwen of op elkaars helm kloppen om gehoord te worden. Leon verloor er elk besef van tijd bij: rijden, schieten, eten en slapen, het werd allemaal één soep. Ook elk benul van richting en ruimte ging hopeloos verloren. Vanaf het vertrek uit hun observatiepost zag Leon van op zijn chauffeursstoel door de spleet in de pantserklep bij daglicht vóór zich enkel een smalle streep van de buitenwereld, en 's nachts helemaal niets! Dan volgde hij blindelings en met wisselend succes de geblafte aanwijzingen van Pirijns en zijn corrigerende vloeken als het mis liep. En bij hun nachtelijk vertrek uit Zadelow liep het, zacht uitgedrukt, nogal dikwijls mis...

Maar al bij al, gedurende twee dagen rukte Langemarck vooruit. Leon herinnerde zich nadien vaag de namen van de uitgebrande dorpen waar zij slag leverden: Schwanebeck en Güntersberg, maar vooral Reichenbach, waar zij de eerste nacht, die van 16 februari, in een stevige hoeve even mochten uitblazen.De schuur stond in lichtelaaie waardoor alle verdachte bewegingen in de omliggende landerijen goed in 't oog konden gehouden worden. Maar de Rus was ook niet gek en hield zich koest.

Op het fornuis in die keuken stonden nog twee soldatengamellen te pruttelen van de vorige squatter die overhaast de benen had moeten nemen. Die Russische kost rook eerder vreemd en Van Temsche zwierde voor alle zekerheid heel het zooitje buiten op de mesthoop:  zij waren béter gewend! Met de opgelegde varkenskoteletten van onze vorige gastheer stoofde hij in een wip en een knip een persoonlijk goulashrecept klaar waar veel volk verlekkerd naar kwam kijken! Althans toch een koppel sturmgrenadieren die in een bijgebouw kwartier hadden gemaakt en uit pure compassie van de chefkok de overschot kregen en de ketel mochten uitlikken.

Na het eten trok kok Van Temsche op rooftocht door het gebouw om zijn voorraad aan te vullen. Verloren moeite, want wat de Russen niet opgekregen hadden, was ondertussen proper 'opgekuist' geworden door het peloton sturmgrenadieren van de Langemarck, die voor de nacht ook op de hoeve was komen schuilen. Na een kwartier kwam hij al terug naar de keuken, helemaal bleek weggetrokken. In de kelder was hij op een oude bompa met zijn kleinzoon gevallen, beiden door de borst geschoten, dood. In de ruimte daarachter lagen de bebloede lijken van twee verkrachte vrouwen waar duidelijk een hele sectie Russen over was 'gepasseerd'...

Een paar van de waarschijnlijke daders vonden ze de volgende morgen toen ze opbraken om de aanval te hervatten. Naast een keet in de kale boomgaard stond een stukgeschoten 'Rats-boem', een Russisch anti-tankkanon dat ze zo noemden wegens de typische vuurklank. In de sneeuw er naast lagen de bevroren lijken van twee bemanningsleden en het bebloede been van een derde. Er was dus nog gerechtigheid...Of toch reen beetje...

 

Vandaag werden ze verondersteld het dorp Petznick te veroveren, waarvan ze in de verte de windmolen zagen branden, en het een paar dagen te houden. Ze rukten in de vroege morgen ordelijk op volgens het boekje, netjes in lijn met twee compagnies sturmgrenadieren en gesteund door wat mortieren en anti-tankkanonnen. Maar van bij het begin lagen ze volop in de artilleriebarrage van de Russen en dan was het gedaan met lachen. Het hels gehuil en de massale inslagen van de katjoesja-raketten ontnam de grenadiers elke moed, en iedereen trachtte door zo diep mogelijk tussen de kleikluiten te kruipen zijn eigen hachje te redden. Slechts met de meeste moeite kon het kader die gasten af en toe nog tot een sprong van twintig meter bewegen, maar dan was het weer voor lang gedaan. Vooral als hier en daar een onderofficier uitviel, gekwetst of érger, geraakte zo'n aanvalssectie nog moeilijk in beweging. Voor zover Leon in zijn rammelende doodskist de slachting buiten kon volgen zag het er nog érger uit dan bij zijn eigen vuurdoop, gisteren. Maar dàt leek al een eeuwigheid geleden...

Pas tegen de middag bereikten ze met veel verliezen de eerste huizen van Petznick, en tegen de avond geraakten ze tot op het dorpsplein. Toen was het liedje uit. De munitie was op en het voetvolk uitgeput. Iedereen richtte zich in voor de nacht op de plaats waar hij toevallig lag, goed wetend dat de Rus ieder ogenblik een tegenaanval kon lanceren...Maar die bleef uit.

Tegen middernacht stuurde Pirijns de kleine Anseeuw naar achter om de camion met de 2cm-munitie aan te porren opnieuw hun voorraad te komen aanvullen. Ze hebben de jongen nooit meer teruggezien.





Geef hier uw reactie door
Uw naam *
Uw e-mail *
URL
Titel *
Reactie *
  Persoonlijke gegevens onthouden?
(* = verplicht!)
Reacties op bericht (0)

Archief per week
  • 18/11-24/11 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 27/11-03/12 2017
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!
    Inhoud blog
  • Deel 400
  • Deel 399
  • Deel 398
  • Deel 397
  • Deel 396

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!