" De Afrekening"
Een West-Vlaamse oorlogsthriller in afleveringen
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
20-09-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 302 bis

C26. 

VLUCHT naar RAVENSBRÜCK.

 

Neubrandenburg, 22 april 1945.

Hoe lang hij buiten westen had gelegen, kon Leon zelfs niet bij benadering zeggen, en in feite interesseerde het hem ook niet. Wél waar hij voor het ogenblik ergens làg, hier in het donker en met die barstende koppijn! In elk geval niét meer in het frisse natte gras naast de polderdijk bij de Autobahn, daar moest hij niet aan twijfelen... Eerder ergens binnenskamers, op de vreemde stank af te gaan: een mengsel van pis, stront en lysol dat deed denken aan de soldatenlatrines in 'Adlershorst' op de Lüneburger Heide. Hij lag op een tegelvloer, voelde hij: ijskoud, de paardendeken onder hem kon daar niets aan verhelpen. En voor de rest hoorde hij geen blaas door het hoge fluiten in zijn oren, maar voelde wél dat rondom hem veel lawaai moest zijn...Vreemd...Het was er ook pikkedonker, zó donker dat hij wel leek of hij in een doodskist lag.

"Toch niet levend begraven, zeker!?" flitste een angstschicht door zijn pijnlijke hersenen, maar zijn tastend zwaaiende arm botste nergens tegen een planken wand. Wél tegen iets dat deed denken aan een kuit. Een kuit in een wollen kous...juist onder de rand van een vrouwenrok. Maar een verdere verkenning werd fiks de kop ingedrukt door een tik op zijn pols. En hij meende even later een warme schaduw te voelen op zijn gezicht toen een voorzichtige vrouwenhand een verband over zijn pijnlijke ogen herschikte...Een verband voor zijn ogen? Ja natuurlijk, dààrom zag hij verdomme geen blaas! Opgesloten in een doodskist: belachelijk zeg!

" Bon " vatte hij opgelucht samen: " Ik lig ergens geblinddoekt - maar niét blind! - in een bevriende verbandplaats - en dus niét bij de Russen, want die schoppen in plaats van preuts te tikken! Daarbij lig ik bínnen, dus hopen ze mij nog te repareren..."

 Want iemand die het kon weten - Schwester Monika, als hij zich goed herinnerde - had hem vroeger eens verteld dat de frontlazaretten, in crisissituaties, de afgeschreven gevallen maar bùiten lieten liggen, om daar zachtjes dood te bloeden of te bevriezen, al naar gelang. Dus al bij al mocht hij hier niet klagen, vond hij: hij lag binnen! En wàt er bij hem stukgeschoten mocht zijn zouden de dokters wel weer repareren...Die barstende koppijn zou hij met ter tijd wel overleven,ook als hij voor het ogenblik door dat harde piepen in zijn oren zelfs zijn eigen stem niet kon horen...

Toch eens voorzichtig testend riep hij, ondanks de pijnscheuten in zijn hersenpan, zangerig de eerste naam die in hem opkwam: " Mo-nííí-ka, Mo-nííí-ka...". Waarschijnlijk een instinctieve associatie met de ziekenhuislucht in de kamer...En schrok zich een aap toen hij een zachte vrouwenhand kalmerend op zijn lippen voelde! ...

Okee, lief zustertje, knikte hij dankbaar: ik zal braaf zijn en m'n manieren houden...Al zou bijvoorbeeld een bakharing met ajuinsaus daartoe veel kunnen bijdragen, want hij had honger als een paard...Voor zover hij zich vaag herinnerde was die schep soep in de vroege morgen van de twintigste zowat het laatste wat hij in zijn maag had gekregen. Welke dag het nù was wist hij niet, maar schatte, afgaand op dat holle gevoel in zijn buik, toch dat hij ondertussen al achtenveertig uur op zijn kin had geklopt... Dus graag een volledige menu met gebakken haring, als het enigszins kan...Of liever nog de bloedpens met appelmoes en 'Bratkartoffel', die Phil op tafel toverde toen hij bij haar logeerde. Man-man! ...Er bestond dus nog zoiets als het paradijs, ergens, vér weg...En in afwachting van nog meer hemelse visioenen besloot hij éérst maar zijn tekort aan slaap van de laatste dagen wat in te halen...

 

Hij werd wakker van het drukke gedruis rond hem. En onmiddellijk stelde hij vast dat hij nù het rumoer wél kon hóren, wat hem het gelukzalige gevoel bezorgde dat hij aardig aan beterhand moest zijn en een flinke trek geslapen had. Ook het geschut buiten kon hij nu al veel duidelijker waarnemen dan, laat ons zeggen, gisteren...Gedreven door zijn optimisme lichtte hij voorzichtig de windel voor zijn ogen wat op. Maar dat viel lelijk tegen: zijn oogleden leken wel vastgeplakt en al turend kon hij enkel vage schimmen in zijn gezichtsveld zien bewegen. Zuchtend berustte hij er dan maar in dat hij op het herwinnen van de arendsblik, waarmee hij nog geen jaar geleden als scheepsmaat de verre horizon afspeurde, nog even zou  moeten wachten. Dat zijn kop nog flink pijn deed nam hij er dan ook maar bij: hij lag daar zalig en als ze nu eens met wat eten wilden komen, had hij voor de rest sinds maanden zeeën van tijd...

Dacht hij toch...Maar naarmate hij zich meer op het lawaai om zich heen concentreerde, kwam hij tot de conclusie dat de verplegers veel van zijn lotgenoten haastig wegdroegen en ànderen - voorlopig? - lieten liggen. Dat deed erg denken aan een spoedevacuatie van het lazaret, vond hij, en dat stonk! Negen kansen op tien was de Rus dus verder doorgebroken - wat hem helemaal niet verwonderde en hem, zolang hij mobiel was en mee achteruit kon wijken, ook nooit speciaal in paniek had gebracht...Maar nu hij hier weerloos als een mummie verpletterd dreigde te worden onder de rupsen van hun oprukkende tanks, kreeg hij het toch wat warm!

In feite mankeerde hem niets aan armen of benen, bedacht hij vlug, toch niets dat hem zou kunnen beletten om er samen met zijn lotgenoten vanonder te muizen. En reeds rolde hij zich op handen en knieën, als een eerste stap om weer de status van Homo Erectus te bereiken. Maar als een zwaar doorzopen zatlap zakte hij weer in elkaar: er was blijkbaar ook met zijn vroeger evenwichtsgevoel iets niet helemaal in orde...

Juist toen hij verbeten aan zijn tweede poging wilde beginnen, voelde hij zich door helpende armen recht getrokken. De verpleegster - waarschijnlijk die met de mollige kuiten - schreeuwde in zijn oor: " Petré, gij zijt tankchauffeur hé!? Zegt dat ge een camion kunt besturen, als ze u iets vragen! Opgepast, ik zal het verband voor uw ogen weg doen, maar ziet niet naar het licht! Uw kop naar beneden hé! "...Zij trok zijn rechter arm over haar schouder en leidde hem strompelend naar buiten. Maar al na een paar passen viel zij geprikkeld uit: "Zeg, potverdorie Leon, als ge niet achtergelaten wilt worden, moet ge rechtop lopen, hé vent, op uw eigen benen! Komaan! En hierzie: doet uw koppelriem om en neemt uw ransel mee, dat presenteert beter! "

Aan de tafel waar, in volle tumult maar toch met echte 'Deutsche Grundlichkeit', de uitschrijvingen nauwkeurig werden genoteerd, maakte de bewaking toch geen opmerking dat een halve blinde een vrachtwagen met zestien zwaargewonden ergens ver weg naar het hinterland zou rijden. Toen de verpleegster hem een minuut later bij de stuurcabine loste en hij zich aan de linker deurkruk moest vastklampen om niet te vallen, trof het absurde van heel die toestand hem als een vuistslag tussen de ogen. Het zweet brak hem uit bij het idee alleen al blindelings een wildvreemde vrachtwagen te moeten besturen...Maar plots leek de zuster hem te omhelzen en sprak duidelijk naast zijn oor: " Instappen en doorschuiven: IK rij! En doet dat verband maar weer rap voor uw ogen! "

Het gedonder van het front klonk hierbuiten veel scherper door en zelfs het gerakketak van de mitrailleuses was helder te horen. Leon schatte dat de gevechten inderdaad al tot op een drie-vier kilometer waren genaderd: hoogtijd dus voor de lazaretten om hun personeel en de gewonden uit de aanstormende vuurlijn te evacueren.

"Waar zijn we hier ergens?" vroeg Leon, toen ze de tegensputterende motor na de derde poging had gestart.

"Penkun" antwoordde de verpleegster: " In vogel-vlucht een vijftien kilometer achter de Oder. Maar de Russen zijn sinds gisterenmiddag sterk doorgebroken en er is nog maar weinig om hen tegen te houden..." Dat de meeste trostroepen dat ook niet van plan waren, kon hij afleiden uit het drukke heen- en weergeloop in de straat voor hem. En het kerkplein leek wel een verstrooid mierennest met al die evacuerende diensten...

Ze hobbelden voorzichtig de rokerige dorpsstraat uit tussen twee brandende gevels door, toen plots drie Rata's over de daken scheerden. Leon lette er nauwelijks op.

"En waar gaan we naartoe?"

" Prenzlau, op dertig kilometer, als 't God belieft" schreeuwde ze boven het kabaal uit: " Maar moest het verkeer goed vlotten: voor mijn part een heel pak vérder. Naar Ravensbrück bij voorbeeld, nóg zestig kilometer voorbij Prenzlau op dezelfde baan. Daar zal de Rus ons de eerste veertien dagen wel gerust laten en die tijd zullen onze zestien gekwetsten vanachter in de bak goed kunnen gebruiken op weer min of meer op adem te komen...Maar dan moet het wél goed vooruit gaan, want zo nog vele uren in die laadbak liggen schudden houden ze niet uit..."

" En wat mankeert er aan mij?"

" Aan u? Niks...Wel veel geluk gehad, vooral: een schampschot langs uw schedel en een lichte hersenschudding die u een tijdje doof en blind heeft gemaakt. Al bij al iets om te lachen, ware het niet dat ge veel bloed hebt verloren, lijk dat ge wel aan uwen tenue kunt zien."

Hij knikte, en plots schoot hem iets te binnen: " Ge hebt mij daarjuist 'Leon' genoemd, hé?! Hoe zijt ge achter mijn naam gekomen? Ik heb die toch niet gezegd..."

Hij meende haar stil te horen lachen: " Onnozelaar! Hebt ge mijn stem dan nóg niet herkend? Uit het lazaret 'Adlershorst' op de Lüneburger Heide? Als ge nu eens efkens niét aan die barmeid Hélène zoudt denken, die tenandere veel te oud is voor u..."

Twijfelend wierp hij een balletje op: " Monika?... Schwester Monika?..."

Ze aapte het bazuingeschal van een prijsuitreiking op de foor na: " Tarattada! Ieste praajs vo dieje schele kloeffer neffest de chauffeur! Proficiat fiston! Enne kus van de juffra! " Ze zuchtte als uitgeput: " Ge zijt mij dus nog niet vergeten?"

Hij moest even bekomen, maar verdook toen zijn ontroering achter een bombastische uitroep die hij onthouden had uit één van zijn 'Ricardo's Liefderomans': " O, gij bloem van mijn leven! Hoe zou ik u kunnen vergeten! " Om dan ernstiger te vervolgen: " En zijt ge nog altijd kwaad op mij?... Want toen ik vertrok uit Adlershorst hebt gij mij aardig de broek uit geveegd, weet ge nog?..."

"Ach zot! Dat doen wij, zusters, toch met iedereen, zuiver om wat afstand te bewaren... Beroepsmisvorming, zeg maar. Maar nu moet ge zwijgen: met al dat volk te voet of op karren en camions rond mij, doen ik strak nog een ferm accident! Pakt liever een stuk commiesbrood, daar uit dat karton en drink wat koffie uit de container..."

Dat moest ze geen twee keer zeggen, ook al was het dan geen bakharing met ajuinsaus!

 

De eerste vijftien kilometer tot het viaduct onder de Autobahn moesten ze bijna stapvoets rijden. En telkens de Rata's in scheervlucht vooraan een wagen in brand hadden geschoten duurde het soms een eeuwigheid vóór de weg opnieuw was vrijgemaakt en de colonne weer in beweging kwam. De gekwetsten in de laadbak leken bij de andere vluchtende auto's veel eerder schaamte op te wekken dan echt medelijden, en Monika profiteerde daar dan ook ongegeneerd van, om bij iedere opgedrongen stop, rondom rond wat eten en drinken af te persen. Het commiesbrood en de maltkoffie in de cabine hield ze voorlopig achter, als een soort appeltje voor de dorst.

Eens de oprit van de Autobahn voorbij ging het vlotter, omdat hele delen van de colonne blijkbaar dachten op die moderne dubbelbaanse macadam rapper vooruit te komen, richting Berlijn. Maar Monika had een reisbevel naar het Kreisspital van Prenzlau en hield zich koppig aan de rechtstreekse provincieweg daarheen.

Doch toen ze tegen valavond eindelijk in het brandende Prenzlau aankwamen bleek het gebombardeerde Kreisspital al lang geëvacueerd naar Ravensbrück, zoals gezegd zestig kilometer meer naar het westen. Monika moest uitgeput even de tranen bedwingen en Leon kon haar zachtjes overhalen, na een vluchtige verzorging van de gekwetsten in de laadbak, tóch tot middernacht in het hospitaal uit te rusten: er waren immers nog onbeschadigde bedden genoeg. Twee zaaltjes 'werkten' nog: burgerslachtoffers verzorgd door een afgepeigerde dokter en twee overjarige verpleegsters. Ook een paar 'ausgebombte' gezinnen hadden hier hun toevlucht gezocht en een zaaltje ingepalmd. Maar al de rest lag leeg, zij het in de grootste wanorde.

Alhoewel nog zwak te been, kreeg Leon in het donker al een beetje zijn zicht terug... En gedreven door zijn trots besloot hij van morgen af zijn 'appelflauwte' maar te vergeten...

Na een hazenslaapje schoot Schwester Monika tegen één uur 's morgens weer in gang. Navraag bij haar twee 'burgercollega's' leidde haar naar de apotheek van het hospitaal, waar ze een flinke voorraad medicijnen en verbandrollen insloeg zogenaamd voor de rest van de rit... De verzorging van haar zestien gewonde passagiers nam ruim een uur in beslag en voor twee onder hen kwam deze hulp een beetje te laat. Voor ze die sukkels met de hulp van Leon en een oude dominee deftig geïdentificeerd in het overvolle dodenhuisje hadden gedeponeerd, was het al drie uur geworden. Hoogste tijd dus om hun biezen te pakken!

Buiten had het rond die tijd nog pikkedonker moeten zijn, ware het niet dat de vuile gele mist van de verwaaide brandwolken Monika toch een wazig beeld liet van de weg vóór haar afgeschermde koplampen. Vlugger dan 15 per uur durfde ze voorlopig niet te rijden. Hoe dan ook: de hoop om vóór dageraad in het hospitaal in Ravensbrück aan te komen, konden ze dus al vergeten.

Er liepen weinig vluchtelingen langs de straten en ook het verkeer van boerenkarren was praktisch stilgevallen. Maar wegens de puinhopen vóór de ingestorte gevels konden ze er zelden méér dan een pover slakkengangetje op na houden. Nog steeds stonden er langs hun weg hier en daar huizen uit te branden, zonder dat iemand zich daarom serieus bekommerde. De vuurhaarden waren in zoverre zelfs welkom omdat ze tenminste de rijbaan wat verlichtten en Monika toelieten tijdig de vele bomtrechters te vermijden.

Doch eenmaal buiten de stad ging het stukken beter omdat de baan afgezoomd was met bomen waarop met fluorescerende witte verf een dikke ring was geschilderd. Ook bomtrechters kwamen ze nog maar uiterst zelden tegen. Van colonnerijden was nu geen sprake meer: het schoot wel vlugger op, maar daardoor was ze ook de houvast kwijt die het rode achterlicht van haar voorganger haar tot nu toe had geboden. Daardoor moest Monika af en toe op de rem springen om de wrakken van vernielde voertuigen te vermijden die plots midden op de rijbaan uit het donker opdoken of schots en scheef in de zijberm waren geduwd. En daarbij hard op de tanden bijten om de pijnlijke gillen van haar menselijke lading niet te horen.

Maar ze hadden geluk. Alhoewel het rond vijf uur licht begon te worden hingen de wolken zó laag dat ze van Rata's geen last hadden. Tegen zevenen klaarde het wat op maar toen doken ze uit het zicht van de eerste vliegtuigen weg in de 'beschermende' zijstraten van Ravensbrück.

In de stad heerste een vreemde stemming. Bij een controlepost op een kruispunt wilde Monika de weg vragen aan een Feldgendarme, maar die liet haar niet uitspreken.

"Al de ziekenwagens en gewondertransporten naar het verzamelpunt! " snauwde hij haar af: " De wegwijzers 'D.R.K.-Sammellager' volgen! " En hij wees haar gebiedend de eerste pijl aan.

Nadien was het even weifelend zoeken naar het volgende plakkaat, maar met de hulp van Leon liep dat steeds vlotter. Hij stelde tot zijn grote vreugde vast dat zijn zicht er zodanig op vooruit was gegaan, dat hij sommige wegwijzers nog vóór Monika ontdekte! En hij merkte eveneens dat die pijlen hen verdomme ùit de stad leiden, récht de bossen in! Was dat dan soms een valstrik om van hen àf te geraken?...

Een heel eind buiten de stad zaten ze plots, midden in een bos, muurvast in een opstopping. En eindeloze rij autobussen stond langszij geparkeerd, zichtbaar in alle haasten volledig wit gespoten, zélfs de ruiten! Een kado voor de Rata's om zo'n opvallend doel op een dienstbord aangeboden te krijgen, ware het niet dat op de flanken in koeien van letters geschilderd stond 'Red Cross Sweden'!

Sweden? Zweden, verdomme?! Die waren toch neutraal in de oorlog? Het Rode Kruis van Zweden, kwam dat hier meehelpen de duizenden gekwetsten verzorgen? Of hen met die bussen ophalen om ze in Zweden te hospitaliseren? Leon voelde de hoop in zich opwellen, want voor ieder die ze meenamen was de oorlog definitief gedaan! Misschien kreeg hij hier de kans zijn militair avontuur zonder verdere kleerscheuren af te sluiten? ALS ze hem meenamen, natuurlijk, want hier waren zeker duizend kameraden die er veel erger aan toe waren dan hij...

Monika was al uit de camion gesprongen: " Ik gaan is zien of ik geen hulp kan krijgen voor mijn gekwetsten... Een dokter die eens wil komen kijken... Misschien kan ik mijn gastjes wel met de Zweden meegeven, dan maken ze tenminste nog een kans... Kruipt gij maar alvast achter het stuur tegen dat ik u roep: ik zal eens testen of het nog iets uithaalt als ik wat knoopkens van mijn bloes losmaak", besloot ze bitter.

Hij schoof door en van op de chauffeurszetel kreeg hij een mooi overzicht op het mierennest rond de eerste bussen in de verte, aan de kop van de colonne. En inderdaad, het leek wel of er een lange grijze rij mensen, geflankeerd en ondersteund door medisch personeel in witte hospitaaljassen in de voorste bussen werd geholpen. Geleidelijk, maar uiterst langzaam, naderde de schijnbaar eindeloze troep instijgende buspassagiers de uitkijkpost van Leon en hij kreeg steeds érger de indruk dat het géén militairen waren die naar binnen geholpen werden. Tóch leken ze allemaal een soort Feldgrau uniform te dragen...

Plots stond Monika weer naast de camion, zichtbaar uitgeblust en met tranen in de ogen. Leon begreep direct dat hij zijn uitstapje naar het vredige Zweden op zijn buik kon schrijven.

" Wel wat is 't Monika? Geen doktoor gevonden?" vroeg hij ,meer om haar te troosten: " Ge hebt misschien geen knoopkens genoeg losgedaan aan uw bloes, hé! ," Ze glimlachte door haar tranen heen.

" En ons ook niet aan de Zweden kunnen verpatsen?"

Ze schraapte haar keel en herpakte zich: " Ze nemen geen militairen mee...Alleen een paar duizend doodzieke buitenlandse vrouwen uit het concentratiekamp wat verderop: ze zijn wel uitgeput maar tóch nog sterk genoeg om de lange busreis te overleven...De rest van de gevangenen - maar naar het schijnt toch nóg een paar duizend - heeft tyfus en dysenterie en moet voorlopig achterblijven...Waarschijnlijk definitief, door de epidemie. Al bij al is het hier dus niet erg gezond, maar we gaan pas uit de verkeersknoop geraken als eerst al die bussen vertrokken zijn."

" En waar rijden we dan naartoe? Ligt dat hospitaal dat we zoeken hier ergens in de bossen?"

" Neen, in de stad, maar dat is ook al geëvacueerd, naar ze zeggen... Verder naar westen rijden heeft ook geen zin, omdat de Amerikanen op de Elbe blijven staan en niemand uit het oosten over de stroom laten komen... Een officier van de Medische Dienst raadde mij dan maar aan naar Berlijn te rijden: dat wordt binnen kort tot vesting verklaard en zal de belegering wel uithouden tot de oorlog gedaan is. Hij sprak van maximum een drie-vier weken: dan is al dat zinloos moorden eindelijk gedaan en vallen we onder de bescherming van het Internationale Rode Kruis. Dat zal er wel voor zorgen dat de Russen met hun bandeloze wreedheden stoppen... Ik denk dus serieus dat wij ons het best in Vesting Berlijn opsluiten: dààr zijn er goed gespecialiseerde hospitalen bij de vleet, en nadien zien we wel weer... Ondertussen zal ik eens zien of onze gasten in de bak nog leven en, wie weet, soms honger hebben"...Uit haar sarcasme maakte Leon op dat ze over haar inzinking heen was.

De rij gevangenen kwam steeds dichter bij, en de ene bus na de àndere werd nauwkeurig gevuld met een groep van veertig vrouwen. Hij kon de gezichten al goed onderscheiden, ook al waren de meesten uniform kaalgeschoren of droegen een zelfde grauwe bandera op het hoofd. Het waren vooral de ogen die hen van elkaar onderscheidden: moedeloze, apathische blikken hiér, koortsachtige, hongerende dààr... Leon kon al in gedachten meetellen en als God de Vader beslissen wie de laatste passagier voor bus 27 zou zijn en wie als eerste op de 28 moest...

Vlak voor zijn neus ontstond er wat heibel omdat twee sukkels niet gescheiden wilden worden en zich pathetisch aan elkaar vastklampten om samen in bus 32 te geraken. Vooral de langste van het koppel trok zijn aandacht, omdat het mens haar vriendin zo innig omarmde. En plots kwam dat gespannen gezicht hem bijna bekend voor. Aan wie kon deze afgepeigerde kop hem in godsnaam doen denken...

Juist toen het incident over de scheiding van het koppel beslecht leek, schoot het hem te binnen. Een laatste indringende blik nam alle twijfel weg, en reeds deed hij de deur open om op de grond te springen.

" Rachel! Hey, Rachel! " schreeuwde hij zo hard hij kon om boven het omringende geroep uit te komen.

Traag leek de vrouw rond te kijken om te ontdekken wie wàt van haar wilde..." Rachel! ! Hier verdomme! !" En zonder nadenken liep hij door het volk naar haar toe.

" Rachel! Herkent ge me niet? Leon, Leon Petré uit de Bassevillestraat! De gebuur van Jetje! " 

Twee sterke witte jassen hielden hem tegen, en éven waren hun blikken zó intens in elkaar verweven dat het leek alsof ze heel alleen op de wereld stonden. Maar toen sloeg de verbazing in haar ogen om in ergernis en haat. Hij zag haar lippen vol minachting vertrekken en het volgende ogenblik spuwde ze een vette rochel op de grond voor zijn voeten.

Zonder één woord liet ze zich door de verpleger in de bus helpen en zag niet meer om.

" Wie was dàt?" vroeg Monika verbaasd toen hij weer in de cabine klom: " Dat zijn toch gevangenen van het concentratiekamp verder op?! Ként gij daar zo iemand? Ge weet toch dat het voor een buitenstaander strengst verboden is met zo'n crapuul contact te hebben! Zij, in elk geval, was er blijkbaar niét op uit om met ù contact op te nemen! Lijk dat vuil wijf op uw uniform spuwde! Chance dat er geen kampbewaker bij stond... En gij ként zo iemand? Daar ben ik nu écht van verschoten, zie! "

Leon trok de schouders op: " Ik ook...Want ik dacht mijn vroegere buurvrouw te herkennen die veroordeeld werd voor belediging van de Kriegsmarine, en een dik jaar geleden naar Duitsland werd gedeporteerd...Maar op de vijandige manier waarop ze reageerde, ben ik al zo zeker niet meer. Want toen ze naast ons deur ondergedoken zat hebben wij haar altijd beschermd en te eten gegeven...Ze zou mij eerder dankbaar moeten zijn...Daarom twijfel ik of zij het wel was: míjn Rachel was vroeger een stijf schoon mokkel, ferm geschminkt...magnifiek zwart bekhaar, goed in 't vlees en fier als een gieter...Déze hier had dat allemaal niet. Ze trok eerder op een struikelende kapstok, een wandelend geraamte vol ontsmettingspoeder zonder de minste charme...Maar die hevige blik uit die zwarte ogen zou ik nochtans uit de duizend herkend hebben..." Leon schudde twijfelend het hoofd.

"Bon, " besloot Monika ongeduldig: "Best niet meer aan denken! En houdt u gereed om het stuur van tijd eens over te nemen, want naar Berlijn is het nog een hele trek met waarschijnlijk veel hindernissen, en ik ben ver kapot!"   





Geef hier uw reactie door
Uw naam *
Uw e-mail *
URL
Titel *
Reactie *
  Persoonlijke gegevens onthouden?
(* = verplicht!)
Reacties op bericht (0)

Archief per week
  • 18/11-24/11 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 27/11-03/12 2017
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!
    Inhoud blog
  • Deel 400
  • Deel 399
  • Deel 398
  • Deel 397
  • Deel 396

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!