Samen zaten we 54 jaar terug voor het eerst samen in de klas: opgroeiende jonge vrouwen die voor onderwijzeres wilden studeren. Ik weet niet of je ons toen echte vriendinnen zou kunnen noemen, maar we trokken wel vaak samen op. Veel mogelijkheden om samen activiteiten te ondernemen bood de normaalschool niet: s morgens in lange rijen de kapel inschuiven voor de misviering, op de bel eten en tafels afruimen, een andere bel dwong ons naar de studiezaal
het enige wat ons wat vrijheid bood was de speeltijd op een kleine ingebouwde geplaveide binnenruimte met een paar struiken en een halfwas boom, waar we op en neer liepen en vrijuit konden praten.
Drie jaar later verhuisde ik naar een andere onderwijsinstelling: ik had het voor mezelf en de opvoedsters onmogelijk gemaakt om nog samen te functioneren, rebelse puber dat ik was. In die andere school was geen sprake meer van problematisch gedrag. Er was ruimte, sportvelden om de lange speeltijden door te brengen, een andere mentaliteit
men vond dat ik wijzer geworden was.
Vanuit de oude normaalschool werd ik via brieven op de hoogte gehouden van het reilen en zeilen. Dergelijke brief werd klassikaal opgesteld: ieder schreef zijn stukje. Ik weet dat ik soms schaterde om wat er verteld werd. Die briefwisseling werd volgehouden tot we afstudeerden, vijftig jaren terug. We hoorden niks meer van elkaar, tot enkele maanden terug iemand contact met me opnam: via internet had ze
In oktober was er een reünie in O.L.Vrouw Presentatie (zie 22.11.11 en volgende). Een eerlijk en heerlijk weerzien. Ook Iris was aanwezig. Veel tijd om elkaar te spreken was er wel niet. Op zon dag overdonderen je zoveel gesprekken. We spraken af elkaar eens apart te ontmoeten. Na een paar e-mails heen en weer voor een mogelijke dag en plaats, maakten we het weerzien concreet: trefpunt Mechelen. Ieder zou vanuit zijn dorp naar Mechelen sporen, ongeveer evenveel kilometers voor ons allebei.
Gisteren kwamen onze treinen met nauwelijks een minuut verschil in het station toe. Een warme omarming. Waar gaan we heen? Wellicht biedt de Oude Markt het wel mogelijkheid om iets te eten en te drinken. Iris had vernomen dat de bussen allemaal langs de Oude Markt reden, dus zoeken we een bus op. Er staat een lange bus klaar om te vertrekken. Nee, dames, daarvoor moet je die kleine stadsbussen nemen aan de andere kant van het plein. De bus zit vol, geen chauffeur te zien, even navragen bij een passagier: ja hoor, deze bus rijdt naar de Oude Markt. Even later stapt de chauffeur achter het stuur (k bedenk dat chauffeurs ook af en toe nood hebben aan een sanitaire pauze) en het avontuur begint. Mechelen is niet groot. Even later uitstappen en op zoek naar iets aantrekkelijk om de komende uren door te brengen. We installeren ons, bestellen koffie
en vier uren later zitten we nog aan tafel. Ondertussen is de zaak volgelopen en terug leeggelopen met mensen die iets willen eten. Dan is het weer de beurt voor bezoekers die op zoek zijn naar een koffietje na de middag. Ondertussen hebben we ook gegeten en laten een laatste koffie aanrukken.
De verhalen bieden zich aan. Deugddoend: twee vrouwen die proberen zonder schroom dit leven in woorden te vatten. We beseffen dat we tot een generatie behoren die het financieel meer dan goed hebben. Toch heeft het leven zich soms in ons vastgebeten om er als een razende te keer te gaan. De nachten van niet slapen om kinderen die zich problematisch aanbieden, en dan gaat het niet om een sigaret die ze stiekem rookten. Het gaat niet alleen over de kinderen. De verhalen duiken ongepland tussen ons op. Vroeger en nu dwarrelen door elkaar. Ik vermoed, mocht het tafeltje tussen ons een kleur mogen kiezen: het zou roodgloeiend staan van intensheid.
We besluiten op te stappen. Netjes betalen, buitenlucht inademen, zoeken naar een stopplaats voor een bus
en terug naar het station. Onze treinen vertrekken weer met 1 minuut verschil. Iris trekt naar perron 5, ik moet op perron 1 zijn.
Wanneer we boven zijn, ieder op zijn perron, zwaaien we nog eens naar elkaar. Ik merk plots dat ik zin heb om te huilen, zoals vroeger toen ik van een vakantie met de jeugdbeweging terugkwam en wist dat tijd van samen zijn voorbij was. Maar nu hebben we ons voorgenomen geen 50 jaren te wachten om elkaar weer te zien, er is immers nog zoveel te vertellen.
Op de trein blijven flarden gesprek mijn denken in en uit gaan. Gelukkig kan ik vanavond nog gaan modeltekenen: zo kan ik me verplichten mijn aandacht aan iets concreets te hechten en kan ik innerlijk stilaan tot rust komen. Ik weet, zon ontmoeting ebt nooit helemaal weg, het is alsof je zo diept geraakt wordt, dat je erdoor verandert. De ruimte van het gesprek maakte meer waarheid zichtbaar, voorwaarde voor innerlijke vrijheid.
|